Manual CC studiejaar V1

Transcriptie

1 Manual CC studiejaar V1

2 Domein Media Creatie Informatie (MCI) Opleiding Interactieve Media (IAM) Manual (handleiding) Verdiepingsfase 1 (V1) Blok 1&2 (semester 1) Afstudeervariant Content en Communicatie (CC)

3 Inhoudsopgave Inleiding Content & Communicatie Verdieping 1 (V1)...3 Het vakkenoverzicht van alle klassen voor het gehele studiejaar De vakken van blok 1 en 2 de kern...6 Vak: Cultuur en Media...6 Vak: Informatie architectuur...8 Vak: Interaction Design Vak: Video Prototyping Vak: Research Lab Vak: Visuele communicatie Vak: Interactieve Content Vak: Branding & Design Vak: Copywriting

4 Inleiding Content & Communicatie Verdieping 1 (V1) Beste student, Voor je ligt de CC manual van het studiejaar voor Verdieping 1 (V1) voor Blok 1 en 2. Deze manual bevat de jaarplanning, de vakken, een toetsoverzicht, van ieder vak de details incl. toetsvorm, criteria en competenties. SBC heeft zijn eigen manuals. Naast deze manual verschijnt er op intranet onder het CC kopje nog regelmatig info over CC keuzevakken, SRP modules, workshops en uitstapjes. De manuals van de CC case van blok 3, het V1 project en de korte stage van blok 4 worden t.z.t. verspreid. Negen klassen Dit jaar zijn er 9 V1 klassen; 1 BO, 4 CC en 4 TDI. Hieronder een overzicht van de klassen incl. de SBC coach: V1 BO 1 Anne Marleen Olthof V1 TDI 1 René Prinz V1 TDI 2 Fons van Kesteren V1 TDI 3 Saskia Lammertsma V1 TDI 4 Koop Reynders V1 CC 1 Robert Crain V1 CC 2 Jessica Meeuwsen V1 CC 3 Marc van Strien V1 CC 4 Marian Spier 3

5 Jaarplanning Blok t/m 5-11 lesweek 1 ma 30 aug lesweek 1 2 ma 06 sep lesweek 2 3 ma 13 sep lesweek 3 4 ma 20 sep lesweek 4 5 ma 27 sep lesweek 5 6 ma 04 okt lesweek 6 7 ma 11 okt lesweek 7 8 ma 18 okt lesweek 8 9 ma 25 okt herfstreces 10 ma 01 nov toetsweek Blok t/m 28-1 lesweek 1 ma 08 nov lesweek 1 2 ma 15 nov lesweek 2 3 ma 22 nov lesweek 3 4 ma 29 nov lesweek 4 5 ma 06 dec lesweek 5 6 ma 13 dec lesweek 6 ma 20 dec kerstvakantie ma 27 dec kerstvakantie 7 ma 03 jan lesweek 7 8 ma 10 jan lesweek 8 9 ma 17 jan toetsweek 10 ma 24 jan SRP week Blok t/m 8-4 lesweek 1 ma 31 jan lesweek 1 2 ma 07 feb lesweek 2 3 ma 14 feb lesweek 3 4 ma 21 feb voorjaarsreces 5 ma 28 feb lesweek 4 6 ma 07 mrt lesweek 5 7 ma 14 mrt lesweek 6 8 ma 21 mrt lesweek 7 9 ma 28 mrt lesweek 8 10 ma 04 apr toetsweek Blok t/m 8-7 lesweek 1 ma 11 apr lesweek 1 2 ma 18 apr lesweek 2 3 ma 25 apr lesweek 3 ma 02 mei meivakantie 4 ma 09 mei lesweek 4 5 ma 16 mei lesweek 5 6 ma 23 mei lesweek 6 7 ma 30 mei lesweek 7 8 ma 06 jun lesweek 8 9 ma 13 jun toetsweek 10 ma 20 jun 11 ma 27 jun 12 ma 04 jul diplomering Blok t/m

6 Het vakkenoverzicht van alle klassen voor het gehele studiejaar

7 De vakken van blok 1 en 2 de kern Het eerste semester van Verdiepingsjaar 1 (V1) bestaat uit vakken en modules die alle 2 e jaars studenten van IAM doorlopen. Naast zes kernvakken zijn er de vier specialisatievakken die het pakket compleet maken. Het is de basis voor elke IAM student. De kernvakken worden verzorgd door docenten die werkzaam zijn in de specialisaties BO, CC en TDI. Vak: Cultuur en Media Studiejaar: V1 Periode(s): Blok 1 en 2 Aantal studiepunten: 3 Docenten: Eva van den Eijnde en Theo Ploeg Leerdoelen - De student leert de invloed van media op het alledaagse leven te begrijpen en te omschrijven - De student leert kritisch denken over processen waarin media en maatschappij elkaar beïnvloeden en deze van buitenaf te bekijken en analyseren - De student leert lezen, denken en formuleren van vakinhoudelijke gedachten en leert vakliteratuur toe te passen - De student leert een onderbouwde mening te vormen over het vakgebied en deze helder te communiceren - De student leert (literatuur)onderzoek te doen naar een ontwikkeling in het medialandschap Competenties 1. Omgevingsgerichtheid 2. Methodisch en reflectief denken en handelen 3. Communicatief vermogen 4. Creërend en interactief denkvermogen Plaats in het leerplan Cultuur en Media leidt de student op tot een zelfbewuste IAM professional, dat wil zeggen iemand die goed leest, kritisch nadenkt, onderzoekt, een visie weet te formuleren en begrijpt welke invloed media hebben op de openbare ruimte. Lezen, onderzoeken, denken en formuleren: vaardigheden die voor studenten Interactieve Media een tweede natuur moeten zijn. Cultuur en Media laat de student denken buiten zijn of haar eigen kader. Dwingt de student te denken als lid van de maatschappij. Om zo in staat te zijn de invloed van media op het alledaagse leven écht te begrijpen. Werkwijze Het lesprogramma bestaat uit wekelijkse hoorcolleges waarin de achtergronden van de ontwikkelingen in het medialandschap en de (verplichte) literatuur centraal staan. In de werkgroepen wordt deze theorie in praktijk gebracht door het uitvoeren van opdrachten en het werken aan de tussenproducten en het eindproduct van het vak. De student doet tijdens het vak onderzoek naar een ontwikkeling in het medialandschap en houdt een blog bij. College en werkgroep Wekelijks een college en aanvullende werkgroep. Lesstof Studenten lezen in groepjes van drie een boek uit de vakliteratuurlijst. Deze literatuurlijst wordt in het eerste hoorcollege bekend gemaakt. Tevens wordt er een reader met aanvullende literatuur verstrekt door de opleiding. Criteria Criteria 1: Heldere schriftelijke communicatie Criteria 2: Taalvaardigheid: foutloos Nederlands Criteria 3: Verwoorden van een doordachte en originele visie Criteria 4: Procesmatige manier van werken, dat wil zeggen een wekelijkse bijdrage leveren Criteria 5: Toepassen van vakliteratuur bij het onderzoeken, analyseren, beschrijven en duiden van een ontwikkeling in het hedendaagse medialandschap 6

8 Toetsing Er zijn acht toetsingsmomenten tijdens het blok. Week 2 tot en met 8: Na elke (wekelijkse) werkgroep (behalve de laatste) wordt er huiswerk opgegeven. Dit huiswerk groepsopdrachten wordt bijgehouden op het groepsblog en beoordeeld. De student mag maximaal één van deze zeven toetsingsmomenten missen. In de toetsweek (week 9) dient het essay te worden ingeleverd. Het essay van 1200 woorden over een ontwikkeling in het medialandschap vormt het eindproduct van het vak. In het essay dient de ontwikkeling van verschillende kanten bekeken te worden. Dit doet de student door gebruik te maken van gelezen literatuur en eigen inzichten. Er dienen minimaal drie, door de docent goedgekeurde, professionele bronnen te worden gebruikt. Het essay dient te voldoen aan de in de reader gehanteerde standaard en is gebaseerd op een onderzoek dat de student gedurende het vak heeft uitgevoerd. Het essay dient blijk te geven van inzicht in het medialandschap en het in staat zijn om externe bronnen te kunnen gebruiken bij het verwoorden van dit inzicht. Tevens participeert de student in een groepsopdracht waarin gedurende het blok een blog wordt bijgehouden dat dient als kritische reflectie op het medialandschap en de ontwikkelingen daarin. De eindbeoordeling wordt gebaseerd op het essay en de tussentijdse rapportages op het groepsblog. Herkansing Herkansing is mogelijk op een van de onderdelen. Ook kan er om een aanvulling worden gevraagd. Lesmateriaal Literatuurlijst wordt in eerste hoorcollege bekend gemaakt. Reader door de opleiding verstrekt. Aanvullende door de opleiding versterkte literatuur. 7

9 Vak: Informatie architectuur Studiejaar: V1 Periode(s): Blok 1 & 2 Aantal studiepunten: 3 Docent: Yuri Westplat Omschrijving Informatie architectuur is de onzichtbare structuur die het mogelijk en gemakkelijk maakt om je weg te vinden in een informatievoorziening zoals websites en bibliotheken. Deze structuren zijn noodzakelijk om met de constante ontwikkeling van informatie om te kunnen gaan, nu en in de toekomst. Leerdoelen De student heeft basis kennis over informatie architectuur en thesaurus en herkent hier de benodigde processen en stappen De student heeft basis kennis van informatie, structurering en functionele methodes voor informatievoorzieningen. De student kan op vele verschillende begrip niveaus de ideeën en concepten (zowel gesproken als geschreven) effectief communiceren naar eind gebruikers, klanten en investeerders. De student zal in staat zijn om in een project de functionele en zakelijke eisen te kunnen balanceren met die van en voor gebruikers (usability en user experience (UX)). De student kan IAM projecten onderzoeken, plannen en managen. Competenties Omgevingsgerichtheid o Weet relevante kennis te selecteren uit diverse bronnen die aansluit bij de wensen en behoeften van opdrachtgevers en doelgroepen; o Toont een kritische houding t.o.v. zijn/haar eigen professionele ontwikkeling. Productie en beheer bekwaam o Kan zelfstandig, vanuit meerdere beroepsrollen, meewerken aan een IAM project; o Kan recente vakinhoudelijke kennis en vaardigheden inzetten bij het produceren e beheren van interactieve producten en diensten. Methodisch en reflectief denken en handelen o Kan gericht reflecteren op de eigen beroepsontwikkeling en leerdoelen formuleren; o Kan de juiste methode kiezen voor het werken aan een interactieve media project op basis van vakkennis en ervaring. Plaats in het leerplan Het vak Informatie architectuur is een kernvak en heeft zowel raakvlakken met de themalijn Ontwerpen als de themalijn Communicatie. Lesstof In dit kernvak leert de student hoe informatie architectuur een rol speelt in het bepalen en aanbieden van de benodigde toegankelijkheid, functionaliteit en de bijbehorende inrichting van informatievoorzieningen. Doel van dit vak is om de student stapsgewijs te leren om informatie te herkennen, te structureren en vindbaar te maken middels een ontwerp georiënteerde aanpak. Daarbij blijkt vaak dat het in essentie niet om technologische maar om organisatorische oplossingen gaat. Werkwijze Het vak bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges. Voor dit vak zal je tijdens de werkcolleges individueel of in teamverband werken aan deelopdrachten. Naast de werkcolleges is literatuur met essentiële informatie die zal worden getoetst. Beoordelingscriteria Beheersing van methodes 8

10 De student kan zelfstandig bepalen en aanbieden van de benodigde toegankelijkheid, functionaliteit en de bijbehorende inrichting van informatievoorzieningen Daarnaast kan de student aantonen dat hij/ zij de principes van Informatie Architectuur theoretisch beheerst. Begripskennis De student gebruikt het jargon uit het vakgebied bij het beschrijven en presenteren van zijn werk. Gebruik van bronnen en gereedschappen De student gaat op zoek naar en maakt gebruik van relevante bronnen en gereedschappen bij uitvoeren van de opdracht. Ontwerp en overdraagbaarheid Het werk van de student is overdraagbaar en begrijpelijk voor derden. Ontwikkeling en interesses De student kan in een reflectief verslag aangeven hoe en op welke wijze hij zijn kennis en vaardigheden kan verdiepen en / of uitbreiden. Functionele toepassing De student beargumenteert zijn ontwerpkeuzen. Multidisciplinaire samenwerking en projectbeheersing De student is in staat advies te vragen en/of te geven aan medestudenten. Toetsing Bovenstaande criteria worden in een schriftelijke en (deel)opdrachten getoetst. Eindcijfer bekend week 2 volgende blok Herkansing Herkanising toets week 1 volgende blok Inleveren herkansing week 3 volgende blok Cijfer herkansing bekend in week 4 volgende blok Lesmateriaal Wordt begin van het jaar bekend gemaakt. Lesprogramma Een gedetailleerde roadmap worden bij de start van het lesprogramma uitgereikt. 1. introductie 2. stappenplan Informatie Architectuur 3. navigatie 4. tags en labels 5. search 6. proces 7. toets 8. feedback eindopdracht 9. feedbacksessie toets 10. 9

11 Vak: Interaction Design Studiejaar: V1 Periode(s): Blok 1 & 2 Aantal studiepunten: 3 Docenten: René Prinz & Vincent Vijn Omschrijving Interaction design is ontstaan vanuit verschillende disciplines en richt zich vooral op de gebruikerservaring. Bij dit vak ga je aan de gang met veel verschillende onderdelen die samen het vak interaction design zijn. Denk dan bijvoorbeeld aan user interfaces, core mechanics, software ontwikkeling, usability testing, ontwerptechnieken, interactieve installaties en design research. Interaction design gaat verder dan alleen dingen ontwerpen voor de computer, ook mobile en installaties in musea zijn vaak mede ontwikkelt door interaction designers. Leerdoelen De student heeft kennis en inzicht in de kenmerken en interactiemogelijkheden van verschillende media & mediatypen De student is zich bewust van de beperkingen en mogelijkheden in interactie van verschillende interfaces De student heeft inzicht in gebruikersgedrag en weet dit te vertalen naar ontwerpen en documentatie voor een interactief product De student heeft kennis van terminologieën van interaction design, psychologische principes semiotiek en onderzoek/testmethoden De student is bekend met de factoren die van invloed zijn op de effectiviteit van een interactieproces en op de wijze waar op gebruikers informatie interpreteren en daar vervolgens op acteren De student is in staat om testresultaten van zijn interactief ontwerp succesvol te verwerken en te verantwoorden in zijn eindresultaat De student is in staat om verschillende elementen in te zetten om interactie tussen zender en ontvanger te creëren en een waarde/creatie proces te volbrengen Competenties 1. Creërend en interactief denkvermogen Indicatoren: o De student combineert visie, ideeën, kennis en vaardigheden om tot zinvolle en/of vernieuwende interactieve eindproducten. 3. Communicatief vermogen Indicatoren: o o De student is in staat zijn producten professioneel en goed onderbouwd te presenteren en kan feedback implementeren. De student is tevens in staat om collega s te voorzien van zinvolle feedback. Kan in het Nederlands foutloos presenteren, rapporteren en documenteren zowel in gesproken als geschreven vorm 4. Omgevingsgerichtheid Indicatoren: o De student kan relevante professionele en maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van interactieve media herkennen en interpreteren. Hij kan deze kennis in de context van een opdracht plaatsen. 5. Productie en beheer bekwaam Indicatoren: o Kan interactieve content produceren. Plaats in het leerplan Het vak Interaction design heeft aansluiting met diverse vakken zoals UCD en HCI uit de propedeuse en Technologie & Innovatie, Visual design, Audiovisual design en de TDIcase in verdieping 1. Het vak zal vervolgens opvolging krijgen in verdieping 2 bij de vakken technologie & interactie, audiovisual design & interactie. 10

12 Lesstof Tijdens het vak Interaction design leer je hoe je de gebruiker kunt manipuleren en ondersteunen in diverse situaties en applicaties. Naast het toepassen van diverse methoden en technieken binnen concepten ga je het product ook daadwerkelijk testen en ontwikkelen op basis van je onderzoeksresultaten. Door literatuur en hoorcolleges ga je kennis vergaren over de terminologieën van Interaction design, psychologische principes, semiotiek en onderzoek/testmethoden Er zijn 3 hoofdthema s: Proces ontwerp: Gebruikersgedrag: Interface design: Usecases en flowcharts Mentale modellen, mappen van gebruikersacties Koppelen van mentale modellen aan ontwerp, feedback en proces Werkwijze Het vak bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges. Voor dit vak zal je tijdens de werkcolleges in teamverband aan de slag gaan om een interactief product te realiseren d.m.v. onderzoek, testen en concepting. Naast de werkcolleges is literatuur met essentiële informatie die zal worden getoetst. Beoordelingscriteria Onderzoeksopdracht en eindpresentatie Onderzoek: de student heeft relevant onderzoek gepleegd en toont dit aan d.m.v. beargumentering van onderzoek/testmethodieken en reflectie/keuzeverantwoording achteraf. Inzicht: de student kan zelfstandig vraagstukken oplossen en/of voor een probleem minimaal één alternatief/antwoord/oplossing formuleren. Samenwerking: de student heeft constructief samengewerkt met zijn/haar team en een aantoonbare bijdrage geleverd aan het project. Praktijkopdracht concept/product Onderzoek toepassen: de student heeft zichtbaar resultaten betrokken uit zijn onderzoek en testfase in het concept en eindproduct d.m.v. beargumentering van onderzoek/testmethodieken en reflectie/keuzeverantwoording aan de hand van resultaten t.o.v. van concept/eindproduct. Kennis: de student toont zich in de toets expert tav terminologieën van interaction design, psychologische principes en semiotiek Concept: de student heeft een concept ontwikkeld wat gebaseerd is op onderzoek en testresultaten, interaction design factoren en psychologische principes. Uitwerking: In de uitwerking van het concept toont de student aan rekening te houden met onderzoek en conceptuele fase en heeft actief gebruik gemaakt van interactieve elementen en technieken Toetsing Er zijn 3 toetsmomenten: Toets 1 en 2 zijn praktijkopdrachten en toets 3 is theorietoetsing De eerste 2 toetsmomenten zijn tussentijds en dienen als meetinstrument voor de student en docent, om te zien of de aangeboden stof voldoende beheerst wordt. Het laatste toetsmoment is, om de aangeboden theorie te testen. Herkansing De herkansing kan variëren per onderdeel en situatie. - Niet voldaan aan de schriftelijke toetsing in de vorm van het behalen van het tentamen, kan herkanst worden middels hertentamen - Niet voldaan aan de praktijktoetsing kan herkanst worden middels revisie en eventueel aanvulling (als nodig geacht wordt door docent) a.d.h.v. gegeven feedback Indien men niet aan de aanwezigheidsplicht van 80% heeft voldaan is er geen mogelijkheid tot herkansing in het lopende studiejaar 11

13 Datum wordt later bekend, maar binnen een maand na 1 e beoordeling Lesmateriaal Reader, literatuur en hoorcolleges Lesprogramma Een gedetailleerde roadmap worden bij de start van het lesprogramma uitgereikt. 1. introductie 2. Usecases 3. Flowcharts 4. Opdracht 1 5. Interface design (mentale modellen) 6. Interface design (core mechanics) 7. Opdracht 2 8. Theorietoets 9. Feedback

14 Vak: Video Prototyping Studiejaar: V1 Periode(s): Blok 1 & 2 Aantal studiepunten: 3 Docenten: Maaike van Cruchten en Bart Jan Steerenberg Omschrijving IMAGINE THE FUTURE: Bij het Video Prototyping werkt de student toe naar de eindopdracht, dat is een videoprototype. Een videoprotoptype laat zien hoe een techniek, een dienst of een product dat nog niet bestaat, zou functioneren en hoe een gebruiker met dit product/ deze dienst om zou kunnen gaan. Vaak is het video prototype bedoeld voor een specifieke doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan een doelgroep als sponsoren van wie je geld wilt genereren voor het verwezenlijken van je prototype. We gaan uit van een bestaand concept dat ofwel ontwikkeld wordt bij een ander college/project ofwel door de docent wordt aangedragen. Leerdoelen Het kunnen produceren van een audiovisuele productie Het leren vertalen van een concept in een audiovisuele productie Prototypen van een concept met behulp van audiovisuele middelen Competenties creërend en interactief denkvermogen De student: Beschikt over een creatief en conceptueel denkvermogen en kan dit inzetten bij de ontwikkeling van audio visuele oplossingen van beperkte omvang. Dat wil zeggen, qua camera en montagevormgeving, content en (bedrijfs)context. Laat zien dat vanuit persoonlijke kennis, ervaring en visie een eigen identiteit en signatuur wordt ontwikkeld. communicatief vermogen De student: Kan zich inleven in en communiceren met eindgebruikers. Zet bij de communicatie op gepaste wijze diverse media in bij het overdragen van ideeën en concepten. Kan presenteren, rapporteren en documenteren zowel in gesproken als geschreven vorm. omgevingsgerichtheid De student: Weet relevante kennis te selecteren uit diverse bronnen die aansluiten bij de wensen en behoeften van de doelgroep. Zoekt een creatieve en innovatieve oplossing passend bij de praktijksituatie. Toont zich bewust van de sociaal maatschappelijke verantwoordelijkheid van zijn beroep. Toont een kritische houding t.o.v. zijn/haar eigen professionele ontwikkeling. Productie en beheer bekwaam De student: Kan een volledig audiovisueel product realiseren en beoordelen op kwaliteit en toepasbaarheid. Kan zelfstandig voor een specifiek doel het juiste audiovisuele middel inzetten en beoordelen op kwaliteit en toepasbaarheid. Kan met recente vakinhoudelijke kennis en vaardigheden audiovisuele producten beoordelen op kwaliteit en relevantie. Multidisciplinaire samenwerking De student: Kan onder begeleiding zelfstandig en resultaatgericht werken. Kan in teamverband aan een eindproduct werken. Kan doel en klantgericht denken en handelen. Methodisch en reflectief denken en handelen De student: Kan gericht reflecteren op de eigen beroepsontwikkeling en leerdoelen formuleren. 13

15 Plaats in het leerplan Video Prototyping is een kernvak. Een prototype van een concept wordt middels audiovisueel design verder vormgegeven en uitgevoerd tot een presentatie. Werkwijze Alle aspecten van het maken van een eenvoudige video productie komen in de colleges aan de orde. In de eerste werkcolleges behandelen we compostie en decoupage (hoe bouw ik het beeld op?), montage (hoe stel ik uit de shots een beeldverhaal samen?) en narratologie (hoe vertel ik een verhaal?). Ook bekijken we hoe je gebruik kan maken van de typische eigenschappen van video om een video prototype te maken, m.a.w. hoe je de toekomst kan laten zien. In de eerste werkcolleges krijgt de student tussentijdse opdrachten waarmee hij/zij kan experimenteren met filmen, met eenvoudige special effects, met montage en het schrijven van een scenario en een storyboard. Deze opdrachten zijn verplicht maar tellen niet mee voor de eindbeoordeling. Vanaf het vierde college werkt de student in teamverband aan het video prototype. Tijdens het werkcollege gedeelte bestaat de mogelijkheid om feedback te krijgen op de synopsis, het storyboard, het scenario en een eventuele voormontage van het eindproduct. Opzet van het werkcollege Elk college begint met theorie. De docent legt aan de hand van video s en filmpjes uit hoe een specifiek onderdeel van video productie in elkaar zit. In het tweede gedeelte van elke bijeenkomst gaan de studenten aan de slag met een praktische opdracht. Soms zal de opdracht thuis afgemaakt moeten worden. De filmpjes worden ge upload op Vimeo zodat de docent maar ook de andere studenten die kunnen bekijken. Lesstof compostie en decoupage montage narratologie video prototyping synopsis storyboard scenario Beoordelingscriteria Je weet de opgedane visie, kennis en ervaring te verwerken in een audiovisueel concept en product en houdt hierbij rekening met de doelgroep. Student laat zien dat hij geleerde visualisatie technieken (beeld compositie, decoupage, montage) beheerst. Documentatie is compleet (bij nee, direct onvoldoende). Correct in details (beeld, tekst, hoofdletters etc.). Deelopdrachten zijn behaald. Toetsing Er zijn drie tussentijdse opdrachten en een eindopdracht, de week nummers die hieronder staan aangegeven, zijn de weken waarin het filmpje ingeleverd moet worden/af moet zijn. Week 2: opdracht 1 zelfportret met onverwachte wending (individuele opdracht) Doel: inventarisatie van de ervaring en de instelling van de student meteen over evt. camera, montage of upload vrees heenstappen Week 3: opdracht 2 remake commercial (team/crew) Doel: ervaring opdoen met decoupage en het effect van verschillende camera instellingen ontdekken. Complexere montage maken met ondergeschoven lassen. Week 5: opdracht 3 mini video prototype interactief koffiekopje Doel: experimenteren met eenvoudige special effects die geschikt zijn voor een video prototype. Ervaring opdoen met een productie van begin tot eind, speciale aandacht voor audio (dialoog opnemen). Week 10: eindopdracht video prototype Doel: een bestaand concept demonstreren dmv een video prototype dat de gebruiker informeert 14

16 (hoe werkt het?) en overtuigt (dat is handig!). NB: In week 10 levert de student een dvd in met daarop alle opdrachten en alle documentatie (storyboards, synopsis, breakdownsheets, callsheets, etc.) De eindbeoordeling is gebaseerd op de eindopdracht maar de andere drie filmpjes moeten wel met documentatie ingeleverd worden (zijn zogenaamd AVV opdrachten ). Herkansing Wordt later bekend gemaakt. Lesmateriaal Diverse bronnen worden aangeboden. Lesprogramma Een gedetailleerde roadmap worden bij de start van het lesprogramma uitgereikt. 1. introductie 2. montage deelopdracht 1 zelfportret 3. decoupage deelopdracht 2 remake commercial 4. special effects 5. narratologie / pre productie start eindopdracht deelopdracht 3 interactief koffie kopje 6. productie 7. postproductie 8. viewing voormontages DVD inleveren eindopdracht video prototype 15

17 Vak: Research Lab Studiejaar: V1 Periode(s): Blok 1& 2 Aantal studiepunten: 3 Docenten: Anne Marleen Olthof, Margreet Riphagen, Laura van der Vlies Leerdoelen - De student kan het projectmanagement van een eenvoudig human centered ontwerpgericht onderzoek zelfstandig uitvoeren. (voorbereiding, uitvoering en documentatie) - De student kan naar aanleiding van een opdrachtomschrijving user groups en user actions onderscheiden en hiertussen relaties leggen. (les 1) - De student is in staat een observatie interview voor te bereiden, uit te voeren en te documenteren. (les 2) - De student is in staat gedragspatronen te onderscheiden en onderlinge relaties te leggen naar aanleiding van de observatie interviews. (les 3) - De student kan zijn sleutelbevindingen ten aanzien van gedragspatronen en gebruiksbeleving effectief uitdrukken in personas. (les 4) - De student kan naar aanleiding van verschillende personas en inzichten uit het onderzoek een requirements list opstellen voor een functioneel ontwerp. (les 5) - De student kan naar aanleiding van de personas en de requirements list verschillende scenario s ontwerpen voor het gebruik van het functioneel ontwerp binnen meerdere contexten. (les 5) - De student is in staat scenario s uit te drukken in de vorm van storyboards en scenario teksten. (les 5) - De student kan frameworks ontwerpen naar aanleiding van de eerder ontworpen scenario s en deze hands on produceren in paper prototypes. (les 6) - De student is in staat een scenario gebruikerstest (met potentiële gebruikers!) voor te bereiden en uit te voeren middels paper prototypes. (les 7) - De student is in staat om zijn ontwerp te evalueren naar aanleiding van de gebruikerstesten en aanbelevingen te doen ten aanzien van het ontwerp. (les 8) - De student kan een effectief einddocument opleveren waarin zijn volledige ontwerpproces staat uitgeschreven. (les 8) Plaats in het leerplan To solve a problem, you must first understand it. De essentie van een gebruikersprobleem vinden, dat gebeurt niet zomaar. Om zo n probleem op te lossen en hoogwaardig gebruik voor interactieve producten te kunnen ontwerpen moet je eerst weten wat hoogwaardig gebruik eigenlijk is voor een bepaalde gebruikersgroep. Het gebruik van een kassa vereist een ander eisen en wensenpakket dan het gebruik van een mailprogramma. Een administratiemedewerker heeft daarnaast een andere belevingswereld dan een journalist op locatie. De behoeften en wensen ten aanzien van een product zijn vaak niet expliciet aanwijsbaar en veelal onbewust. Om beter inzicht te krijgen in specifieke gebruikersbehoeften zijn tools ontwikkeld die door design teams ingezet worden tijdens het ontwerpproces. In het vak Research Lab leer je een aantal van deze tools specifiek in te zetten tijdens je ontwerpproces, waarbij we veel nadruk zullen leggen op de vertaalslag van je onderzoeksresultaten naar je ontwerp. Je doorloopt een human centered proces. Dit betekent dat elke stap die je in het proces maakt in dienst staat van het perspectief van potentiële eindgebruikers van een product. Op deze manier leer je kritisch te kijken naar het gebruik van jouw ontwerp, waardoor je uiteindelijk in staat bent om voor elke denkbare doelgroep kwalitatieve hoogwaardige gebruiksscenario s af te leveren. Lesstof Designing for the Digital Age; how to create human centered products and services., K. Goodwin, Wiley Publishing, ISBN nr: wk 1: introductie, blz 1 6, blz 25 28, blz wk 2: blz 84 89, blz wk 3: blz , blz

18 wk 4: blz , blz wk 5: blz wk 6: blz wk 7: blz , tekst testplan (NL) wk 8: blz Werkwijze In Research Lab werk je in teams van drie studenten gedurende het gehele blok aan één project. De contacturen bestaan uit een wekelijks hoorcollege en werkgroep, met uitzondering van week 9 & 10. Voorafgaand aan elk college neem je de verplichte en aanvullende artikelen door uit het boek Designing for the Digital Age; how to create human centered products and services door. Elke week krijg je een huiswerkopdracht die je voorafgaand aan de werkgroep oplevert. Het vak Design Research bestaat uit vier fasen: 1. User Research 2. Modelling 3. Testing 4. Report 1. User Research Van lesweek 1 3 ben je de gebruiker en zijn gedragspatronen binnen verschillende contexten aan het onderzoeken. Dit doe je door het uitvoeren van observatie interviews, waarbij je checklisten en user journeys gebruikt om de gedragspatronen van gebruikers uit je doelgroep in kaart te brengen. Vervolgens schrijf je je resultaten uit en analyseer je de resultaten met behulp van user journeys, activity diagrams, decision trees en affinity diagrams. 2. Modelling In lesweek 4 en 5 vertaal je sleutelbevindingen van je user research naar een human centered functioneel ontwerp in verschillende ontwerpstappen door gebruik te maken van personas, persona goals, requirements lists en scenario s. Het proces en de resultaten van lesweek 1 t/m 4 documenteer je in een tussenverslag. Dit tussenverslag wordt aan het eind van week 4 ingeleverd en beoordeeld door de docent. 3. Testing In week 6 zorg je ervoor dat je je ontwerp op zo n hoogwaardig gebruiksniveau hebt uitgewerkt dat je frameworks kunt maken van papier. Dit heet Paper Prototyping en wordt ingezet om de flow van je ontwerp snel en eenvoudig te kunnen testen met real time users. In week 7 schrijf je een volwaardig testplan hiervoor, waarna je een aantal gebruikerstesten uitvoert met potentiële eindgebruikers van je ontwerp. 4. Report In week 8 werk je een hoogwaardige einddocumentatie uit waarin je alle doorlopen stappen uit het human centered proces zorgvuldig documenteert. In deze week zullen de werkgroepen facultatief zijn. In week 9 is het herfstreces en in week 10 zal je kennis over het human centered ontwerpproces getoetst worden middels een tentamen. Toetsing De toetsing bestaat uit drie delen: Tussenverslag (team) Eindverslag (team) Tentamen open boek (individueel) Het open boek tentamen wordt in lesweek 10 afgenomen. Tijdens het tentamen mag de student gebruik maken van het voorgeschreven materiaal (verplichte literatuur en de in de werkgroepen en colleges behandelde stof) en een door de student zelf samengesteld en handgeschreven A4 met achtergrondinformatie. Het tentamen bestaat uit meerkeuze, invul en een aantal open vragen. Voor een voldoende beoordeling: - Moeten zowel het tentamen als het tussenverslag en eindverslag voldoende afgerond worden. - Moeten de deelopdrachten tijdig opgeleverd worden. 17

19 - Is aanwezigheid bij de besprekingen van het tussenverslag en het eindverslag verplicht, om zo zicht te geven in het doorlopen proces. Het eindcijfer is het gemiddelde van de beoordeling voor het tentamen, het tussenverslag en het eindverslag. Criteria tentamen Voor het tentamen kunnen 50 punten behaald worden. Voor een voldoende beoordeling moeten minimaal 29 punten behaald worden. Criteria tussenresultaat prod uct 1. Een schema legt aannames vast wie de user groups zijn, welke user actions ze uitvoeren, in welke globale volgorde (user journey) en wat de onderliggende relaties zijn. 2. De checklisten voor de interviews bevatten vragen die inspelen op verschillende user groups, user actions, relationships en user journeys. 3. De opbouw van de user actions is uiteengezet in activity diagrams en de keuzeprocessen tijdens het gebruik zijn overzichtelijk gemaakt in decision trees. 4. Door middel van affinity diagrams is inzichtelijk gemaakt welke karakteristieken in het gebruik belangrijk zijn voor potentiele gebruikers. 5. De gegevens uit de user journeys, activity diagrams, decision trees en affinity diagrams worden ingezet om een aantal personas samen te stellen. 6. De personas geven een inhoudelijk overzicht van het productgebruik van een user group, geven inzicht in de concrete gebruikersdoelen (persona goals) die nagesteefd worden en geven een indruk van specifieke karakteristieken uit de verschillende user groups. pres entat ie proc es 1. Het tussenverslag heeft een heldere opbouw van A tot Z en toont per fase voldoende uitwerking. 2. Het tussenverslag is verzorgd, leesbaar en compleet. 1. De opdrachtomschrijving is geanalyseerd, gebruikmakend van user groups, user actions & relationships en user journey zijn uiteengezet en geïnterpreteerd. 2. Vanuit de opdrachtanalyse zijn interviews met potentiële eindgebruikers voorbereid en checklisten opgesteld. 3. Observatie interviews zijn afgelegd en gedocumenteerd met beeldmateriaal. 4. De resultaten van de observatie interviews zijn uitgeschreven in transcripts. 5. De resultaten van de observatie interviews zijn geanalyseerd en geïnterpreteerd gebruikmakend van activity diagrams, decision trees en affinity diagrams. 6. Er zijn personas opgesteld waarin de inzichten uit het user research zijn verwerkt tot persona goals, gedragspatronen en specifieke persona karakteristieken. 18

20 Criteria eindresultaat prod uct 1. Het quick reference sheet laat in één oogopslag zien op welke punten de personas van elkaar verschillen en hoe ze overeen komen. 2. De list of requirements geeft een duidelijk overzicht van primaire en secundaire requirements waar een functioneel ontwerp aan moet voldoen en laat zien dat deze requirements te verantwoorden zijn vanuit de opgestelde personas. 3. De requirements zijn vertaald in context scenario s waarin diverse gebruikersscenario s worden behandeld. Deze context scenario s zijn gepresenteerd in de vorm van scenarioteksten en storyboards. 4. De context scenario s laten de fysieke en virtuele opeenvolging van handelingen zien die door de gebruikers uitgevoerd worden wanneer het product gebruikt wordt. 5. In frameworks wordt de virtuele opeenvolging van handelingen die de gebruikers uitvoeren (zgn. flow van het functioneel ontwerp) gepresenteerd en deze opeenvolging wordt onderbouwd met tekst. 6. Papieren prototypes zijn gemaakt van alle ontworpen frameworks, zodat ze voor de gebruikerstesten gebruikt kunnen worden. 7. In het testplan en de gebruikerstesten zijn alle stappen van de aangeleverde research guidelines verwerkt. 8. De gebruikerstesten zijn overzichtelijk gedocumenteerd door middel van foto s. 9. In het verslag is duidelijk uiteengezet welke resultaten uit de gebruikerstesten afkomstig zijn en staat een evaluatie van het functioneel ontwerp duidelijk omschreven. 10. Het einddocument bevat een engineering document dat aangeeft welke verbeterpunten in het functioneel ontwerp doorgevoerd moeten worden als gevolg van de gebruikerstesten. pres enta tie 1. De storyboards en scenario teksten zijn zorgvuldig geproduceerd en van hoogwaardige kwaliteit. 2. De frameworks zijn zorgvuldig geproduceerd en van hoogwaardige kwaliteit. 3. De papieren prototypes zijn zorgvuldig geproduceerd en van hoogwaardige papierkwaliteit. 4. Het eindverslag heeft een heldere opbouw van A tot Z en toont per fase voldoende uitwerking. 5. Het eindverslag is verzorgd, leesbaar en compleet. proc es 1. Van de personas is een quick reference sheet van personas gemaakt. 2. De user research en de personas zijn verwerkt in een requirements list voor het ontwerp. 3. Gebruikmakend van de resultaten vanuit het user research, de personas en de requirements list is gebrainstormd over context scenarios voor het te ontwerpen product. 4. De context scenarios zijn verwerkt in de vorm van scenario teksten, storyboards en user journeys. 5. De scenario s zijn vertaald naar frameworks voor het functioneel ontwerp. 6. De frameworks zijn geprototyped door middel van paper prototyping. 7. Een gebruikerstest is voorbereid door een testplan te schrijven, testruimte te reserveren en potentiële eindgebruikers te vinden voor de eindtest. 8. De deelnemers aan het testproces zijn zorgvuldig gekozen. 9. De gebruikerstest is zelfstandig uitgevoerd en de resultaten zijn gedocumenteerd met beeldmateriaal. 10. De resultaten uit de gebruikerstest worden geëvalueerd en aanbevelingen worden opgesteld. 11. Het einddocument geeft een duidelijk beeld van het doorlopen onderzoeks en ontwerpproces en toont de resultaten van de verschillende fasen. 12. Het eindverslag geeft een helder inzicht in het keuzeproces dat de student heeft doorlopen. Herkansing Het tentamen kan herkanst worden. De projectopdracht kan aangevuld worden indien het tussenverslag en het eindverslag tijdig zijn opgeleverd en een feedbackgesprek is gevoerd. De 19

21 aanvulling bestaat uit een aanvulling van de fasen user research, modelling of testing. De aard, inhoud en planning van de aanvullende opdracht wordt vastgesteld door de docent. De aanvulling wordt na oplevering opnieuw besproken, waarna de beoordeling bekend wordt gemaakt. Lesmateriaal Designing for the Digital Age; how to create human centered products and services., K. Goodwin, Wiley Publishing, ISBN nr: Doing usage observation: some practical guidelines, (NL versie), H. Kanis Lesprogramma Teamindeling College Wat is Design Research? Programmaoverzicht Kennismaking onderwerp groepsopdracht Werkgroep Definitie Contextfactoren (User Groups + User Actions + User Relationships) Toelichten 1e Huiswerkopdracht Opleveren 1e Huiswerkopdracht College Interviewing & Observing Users Bespreken 1e Huiswerkopdracht Werkgroep User Journeys, Checklisten, Transcripts Toelichten 2e Huiswerkopdracht Opleveren 2e Huiswerkopdracht College Rich Insights (user & domain analysis) Bespreken 2e Huiswerkopdracht Werkgroep Activity Diagrams, Decision Trees, Affinity Diagrams Toelichten 3e Huiswerkopdracht + inhoud tussenverslag Opleveren 3e Huiswerkopdracht College Personas Bespreken 3e Huiswerkopdracht Werkgroep Personas, Quick reference sheets, Persona Goals Toelichten inleveren tussenverslag Opleveren TUSSENVERSLAG INLEVEREN College Requirements & Scenarios Besprekingen tussenverslag Werkgroep Requirements lists, Scenarios, Storyboards, User Journeys Toelichten 4e Huiswerkopdracht Opleveren 4e Huiswerkopdracht College Paper Prototyping Bespreken 4e Huiswerkopdracht Werkgroep Frameworks in Paper Prototypes Toelichten 5e Huiswerkopdracht Opleveren 5e Huiswerkopdracht College Scenario testing met Paper Prototypes 20

22 8 Bespreken 5e Huiswerkopdracht Werkgroep Testplan Toelichten 6e Huiswerkopdracht + inhoud eindverslag Opleveren 6e Huiswerkopdracht College Ontwikkelen van een effectief einddocument 9 Werkgroep Testen van scenario ontwerp met potentiële eindgebruikers Evaluatie en aanbevelingen ontwerp Opleveren EINDVERSLAG INLEVEREN 10 TENTAMEN Gesprek Feedback beoordeling ontwerpopdracht 21

23 Vak: Visuele communicatie Studiejaar: V1 Periode(s): Blok 1 & 2 Aantal studiepunten: 3 Docent: Annett Huijbregts Leerdoelen Het ontwikkelen van een gevoel voor tekens in samenhang met hun bestaanswijze, functie en betekenisvorming (semiotiek). Inzicht verwerven in hoe en wanneer beeldtaal in te zetten als instrument om met verschillende doelgroepen te communiceren teneinde bepaalde gedragingen tot stand te brengen. Inzicht verwerven in de factoren die van invloed zijn op de effectiviteit van een communicatieproces en op de wijze waarop gebruikers boodschappen ontvangen en interpreteren. Competenties: 1. Creërend en interactief denkvermogen Indicatoren: o De student zet bij de communicatie op gepaste wijze diverse media in bij het overdragen van ideeën en concepten; o De student weet dat een goede interactieve media oplossing meer is dan alleen een mooie buitenkant namelijk een op een doelgroep gericht geheel van visuele, technische, tekstuele en interactieve componenten; 2. Communicatief vermogen Indicatoren: o De student is in staat zijn producten professioneel en goed onderbouwd te presenteren en kan feedback implementeren. De student is tevens in staat om collega s te voorzien van zinvolle feedback. o De student kan in het Nederlands presenteren en rapporteren zowel in gesproken als geschreven vorm; 3. Omgevingsgerichtheid Indicatoren: o De student kan relevante professionele en maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van interactieve media herkennen en interpreteren. Hij kan deze kennis in de context van een opdracht plaatsen en daarbij rekening houden met de wensen van de opdrachtgever en de eindgebruiker. o De student is bekend met het begrip sociaal maatschappelijke verantwoordelijkheid 4. Methodisch en reflectief denken en handelen Indicatoren: o Beginnende IAM professionals zijn in staat methodisch te werken en om op hun eigen professionele ontwikkeling en beroepshandelingen te reflecteren Plaats in het leerplan Het bewust omgaan met beeld en boodschap. Inzicht in de werking van beelden en het versterken van beeld en tekst door wederzijdse beïnvloeding. Welke beelden zijn geschikt om te communiceren met je doelgroep? Hoe beoordeel je de werking van beeld? Lesstof Bij het vak visuele communicatie gaan we kennismaken met de semiotiek. Het is de tak van wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van tekens en alles wat daar mee samenhangt, zoals tekensystemen en de processen die zich bij het gebruik van tekens voordoen. Semiotiek betekent dan ook tekenleer. In eerste instantie wordt kort ingegaan op de ontwikkeling van de perceptie door de eeuwen om vervolgens een inleiding te geven op de theorie van de semiotiek, analyse en interpretatie. Hierbij worden verschillende ontwikkelingen en verschijningsvormen van de maatschappelijke beeldtaal behandeld zoals film, televisie, fotografie, gedrukte media, reclame, propaganda en beeldmanipulatie. 22

24 De lessen zullen in het teken staan van de drie stappen die doorlopen moeten worden bij het maken van een (interactief)product te weten; Onderzoeken, Structureren en Integreren. Tijdens het onderzoek richten wij ons op de rol van het kijken, de semiotiek en de gangbare maatschappelijke beeldtaal. Tijdens het onderdeel structureren kijken wij naar het beeldend vormgeven van een verhaal. Denk hierbij aan o.a. tv reclame en film. Om de verworven kennis over het gebruik van beelden optimaal te kunnen beoordelen en integreren zullen wij de semiotische beeldanalyse toepassen in de praktijk. Werkwijze Het vak bestaat uit 8 bijeenkomsten van twee lesuren en een eindgesprek. o week 1 t/m 4 bestaat uit hoorcolleges en het maken van verschillende opdrachten tijdens de werkcolleges en het leggen van een theoretische basis. o Week 5 en 6 worden ingenomen door de presentatie van opdracht 1. Feedback en het verantwoorden van de gemaakte keuzes staan hierbij centraal. o Week 7 leggen wij nog een laatste link tussen theorie en praktijk als voorbereiding op het individuele eindgesprek. o Week 8 eindgesprek plus eindbeoordeling Criteria Onderzoeken en structureren: Onderzoek: de student is in staat de beginselen van de theorie van de Semiotiek toe te passen. Onderzoek: de student is in staat beelden te interpreteren en te duiden. Structureren: de student is in staat een beeldverhaal te structureren Praktijkopdracht Theorie toepassen: de student toont aan dat hij/zij de theorie en oefeningen uit de eerdere colleges op een juiste en relevante manier kan toepassen in de opdracht (onderzoeken, structureren). Uitwerking: Tijdens het eindgesprek toont de student aan de theorie van de semiotiek te kunnen gebruiken en beeld op effectiviteit te kunnen beoordelen. Samenwerking: de student heeft een constructieve rol gehad in het groepsproces door deel te nemen aan discussies en het geven van bruikbare feedback aan mede studenten. Toetsing De toetsing bestaat uit: Een praktijkopdracht: maak je eigen voyager disc over een bepaald onderdeel van onze maatschappij. Toets: Presenteren en beargumenteren van de gemaakte keuzes. Onderwerpvoorstel ter goedkeuring inleveren op papier aan het begin van de les in week 3. Presentatie in week 5 de herkansing is in de week na de eerste presentatie. Herkansen is alleen mogelijk als de eerste kans benut wordt door de student. Het missen van een deadline en het later inleveren van een opdracht geldt als een herkansing. Het missen van een tweede deadline betekent dat de student voor de betreffende opdracht wordt beoordeeld met een onvoldoende en het vak niet zal kunnen halen. Een eindgesprek Toets: Individueel gesprek waarin de student de theorie van de semiotiek toepast in de praktijk. Zowel de praktijkopdracht als ook het eindgesprek leveren ieder 50% van de eindbeoordeling. Als de praktijkopdracht na herkansing met een onvoldoende is afgesloten kan men niet deelnemen aan het eindgesprek en moet men het vak in het volgende schooljaar herkansen. Lesmateriaal Tijdens de hoor/werkcolleges wordt lesmateriaal uitgereikt. 23

25 Lesprogramma leswk Thema Hoorcollege/ Werkcollege 1 Onderzoeken Hoorcollege Walter Benjamin Oefening Introductie semiotiek 2 Onderzoeken Hoorcollege semiotiek light Oefening Benoemen wat je ziet. Wat levert semiotiek op? Waarom in het Curriculum. 3 Structureren Inleveren voorstel opdracht 1 Documentaire film editing Oefening Knippen plakken. 4 Intergreren Hoorcollege maatschappelijke beeldtaal Oefening Voorbereiding tekst verborgen verleiders, amusement en soaps/reclame en marketing. Voorbeelden zoeken reclames, soaps en die bespreken 5 Structureren Presentatie opdracht 1 6 structureren Presentatie opdracht 1. 7 Integreren Oefening Semiotiek in de praktijk. Hoe gebruik je de theorie bij beoordelen van beeld communicatie. 8 Geen les e i n d g e s p r e k 9 reces 10 Geen les e i n d g e s p r e k 24

26 Vak: Interactieve Content Studiejaar: V1 Periode(s): Blok 1 & 2 Aantal studiepunten: 2 Docenten: Marianne Meijers Leerdoelen Het ontwikkelen van een strategie voor een online magazine. Het ontwikkelen van een content concept voor een online magazine. In staat zijn om doel en doelgroepgerichte interactie binnen een site te creëren. Structureren van informatie op macroniveau (hele site), passend bij het concept. Inzicht en gevoel voor passende schrijfstijlen en genres voor websites. Structureren van tekst en beeld op microniveau. Competenties 1. Creërend en interactief denkvermogen 2. Communicatief vermogen 3. Omgevingsgerichtheid Plaats in het leerplan Het vak Interactieve Content sluit aan op UCD en Content&Redactie in de propedeuse. Bij dit vak richten we ons op de stappen die nodig zijn om uiteindelijk te komen tot een succesvol content concept voor een online magazine. Lesstof Het vak behandelt zes hoofdonderwerpen. Deze onderwerpen worden behandeld in de volgende volgorde: - Strategie - Concept/inhoud - Interactie - Structuur op macroniveau - Schrijfstijlen - Structuur op microniveau Werkwijze Het vak bestaat uit 9 bijeenkomsten van twee uur. Hierin ga je met je team aan de slag met een centrale opdracht die bestaat uit meerdere deelopdrachten. De werkcolleges zijn gericht op de verschillende fases die we doorlopen bij het bedenken en ontwikkelen van online magazine. De opdracht bestaat uit de volgende deelopdrachten: 1. Het doen van onderzoek en het, op basis daarvan, uitwerken van een strategie. 2. Het ontwikkelen van een content concept voor een online magazine. 3. Het bedenken en (in concept) uitwerken van doel en doelgroepgerichte interactie met het publiek. 4. Het kiezen van een passend indelingsprincipe en structureren op macro niveau. 5. Een pagina webtekst waarbij een onderbouwde keuze is gemaakt voor appeal, approach en schrijfstijl. 6. Visuele (en tekstuele) uitwerking van het content concept, bestaande uit: de homepage, 2 verdiepingspagina s en 3 interactiemogelijkheden. De werkcolleges bestaan uit theorie, individuele teamgesprekken en opdrachten. 25

27 Criteria De student toont aan dat hij/zij de theorie en oefeningen uit de werkcolleges op een juiste en relevante manier kan toepassen in de opdrachten. De student levert binnen de genoemde deadlines zijn/haar opdrachten verzorgd en zonder taalfouten in. Uit de opdrachten blijkt duidelijk dat de student serieus aan de opdracht heeft gewerkt (geen afgeraffelde teksten en uitwerkingen om maar iets in te leveren). De student heeft voor alle opdrachten in bovengenoemde volgorde (zie werkwijze) een AVV (aan voorwaarden voldaan) gehaald. De student toont zich pro actief als teamlid en tijdens de werkcollege s en gaat serieus om met de feedback van de vakdocent en medestudenten. Toetsing De zes opdrachten vormen samen het einddocument, namenlijk een conceptvoorstel voor een online magazine. De voortgang van de praktijkopdrachten wordt regelmatig beoordeeld en voorzien van feedback door de vakdocent. Tijdens het eerste werkcollege ontvang je een overzicht met alle deadlines voor het inleveren van je opdrachten. Het missen van een deadline en het later inleveren van een opdracht geldt als een herkansing. Het missen van een tweede deadline betekent dat het team voor de betreffende opdracht wordt beoordeeld met een onvoldoende en het vak niet zal kunnen halen. Lesmateriaal Tijdens de hoor en werkcolleges zal lesmateriaal worden uitgedeeld. 26

28 Lesprogramma Lesweek Lesonderwerp Opdracht in de les Inleveren opdracht voor AVV 1 2 sept De Briefing Onderzoek en strategie. 2 9 sept Feedback strategie: teamgesprekken Kies een team Wat is de focus van je magazine/gemene deler Teamgesprekken: Focus en strategie bespreken Opdracht 1. Uitgewerkte strategie inleveren sept Content concept De plakfactoren Brainstorm, mindmap maken op basis van plakfactoren sept Interactie Teamgesprekken m.b.t. conceptvoorstel Opdracht 2. Conceptvoorstel (+ moodboard) 5 30 sept Interactie Structureren Teamgesprekken m.b.t. interactie. Start structuren van de informatie Opdracht 3: Voorstel interactieve toepassingen (tekst en beeld) 6 7 okt Schrijfstijlen en visuele/tekstuele structuur. Opdracht structuur bespreken Opdracht 4 Voorstel interactie met adverteerders (tekst en beeld) en voorstel voor de sitemap 7 14 okt Individuele teamgesprekken Individuele teamgesprekken Opdracht 5: Eerste visuele voorstel homepage met uitgewerkte teksten/artikelen okt okt 2010 Peer beoordelingen Peer beoordelingen Opdracht 6: Uitwerking demo in tekst, beeld, geluid en interactie. Herfstreces Herfstreces Herfstreces 10 4 nov 2010 Inleveren eindopdracht Inleveren eindopdracht Inleveren eindopdracht 27