Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie. Uitwerking voor een stoomketel (klasse 1)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie. Uitwerking voor een stoomketel (klasse 1)"

Transcriptie

1 Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie Uitwerking voor een stoomketel (klasse 1) Ministerie van VROM Januari 2004 Definitief rapport 9P DISCLAIMER Het monitoringsprotocol is onderdeel van de vergunningaanvraag in het kader van NOx-emissiehandel. Bij de beoordeling van de door de bedrijven op te stellen monitoringsprotocollen door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is de tekst van het Programma van Eisen NOx-monitoring (in een latere fase de Ministeriële regeling NOxmonitoring) maatgevend. Het monitoringsprotocol dient dan ook te voldoen aan dit Programma van Eisen. Tegen die achtergrond dient het voorliggende protocol uitsluitend te worden gezien ter illustratie en voor de gedachtebepaling en als hulpmiddel bij het opstellen van het bedrijfsspecifieke monitoringsprotocol. Hoewel dit protocol met zorg is opgesteld kunnen aan dit protocol tegenover de NEa geen rechten worden ontleend.

2

3 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Barbarossastraat 35 Postbus AD Nijmegen (024) Telefoon (024) Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie Uitwerking voor een stoomketel (klasse 1) Verkorte documenttitel MP NOx-emissie Status Definitief rapport Datum Januari 2004 Projectnaam Voorbeeldprotocollen NOx-monitoring Projectnummer 9P Opdrachtgever Ministerie van VROM Referentie Auteur(s) R. Dirkx Collegiale toets W. van der Lans (RH)/ N. Vollering-Manhave (PwC) Datum/paraaf. Vrijgegeven door E. Wijlhuizen.. Datum/paraaf.

4

5 INHOUDSOPGAVE 0 INLEIDING 1 DEEL A SYSTEEMINRICHTING 2 1 ALGEMENE BEDRIJFSGEGEVENS Algemene gegevens van de inrichting Korte beschrijving van de hoofdlijnen van de bedrijfsactiviteiten binnen de inrichting 2 2 MONITORINGSMETHODIEK Identificatie en klassenbepaling van de NOx-bronnen Gebruikte bepalingsmethode en bepaling relevante parameters Beschrijving van de installaties Bepaling van de NO x vracht Bepaling brandstofverbruik van de inrichting Onnauwkeurigheid Geldigheidsgebied gebruikte monitoringsmethodiek Onderbouwingen en beschrijvingen 13 3 AFWIJKINGEN EN WIJZIGINGEN IN MONITORINGSPROTOCOL Afwijkingen ten opzichte van de vereiste structuur Afwijkingen ten opzichte van de inhoudelijke eisen van het PvE Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van het MP Melding van incidenten 14 DEEL B OPERATIONELE PROCEDURES 15 4 VAN METEN TOT RAPPORTEREN Activiteiten Werkomschrijvingen van meten tot rapporteren Werkomschrijvingen van meten tot rapporteren op installatieniveau Werkomschrijvingen van meten tot rapporteren op inrichtingsniveau Verwerking en rapportage Beschrijving van middelen Data Management Systeem Overzicht van de gebruikte middelen 22 5 VALIDATIE MEETAPPARATUUR INSPECTIES EN ONDERHOUD Procedure validatie Werkomschrijving validatie Inspecties en onderhoud 26 Blz. Definitief rapport - iii - Januari 2004

6 6 KWALITEITSBORGING Interne audits Documentenbeheer Register van registraties 29 7 ORGANISATIE, TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN COMPETENTIES 31 8 LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN DEFINITIES 32 BIJLAGEN Bijlage 1: Processchema met daarop aangegeven de plaats van de metingen Bijlage 2: Berekende onnauwkeurigheid NO x concentratiemetingen (NEN-EN 14181, QAL 1) Bijlage 3: Procedure NO x -01 Bepaling, registratie en rapportage van de NO x - vracht van Ketel-5 Bijlage 4: Procedure NOx-02: Vaststelling van de NOx-vracht van Ketel-5 bij ontbrekende meetgegevens Bijlage 5: Procedure Milieuregistratie en meting Bijlage 6: Procedure Audits en inspecties Bijlage 7: Procedure 1.20 Procedure voor het beheer van de procedures en Procedure Toets datasheets (beheer van elektronische documenten Definitief rapport - iv - Januari 2004

7 0 INLEIDING De lidstaten van de Europese Unie hebben afspraken gemaakt om de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) terug te dringen. Dit heeft geresulteerd in een nationaal emissieplafond per lidstaat. Voor Nederland geldt dat er in 2010 niet meer dan 260 kton NOx geëmitteerd mag worden. In het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4) heeft Nederland zich als doel gesteld dat er in 2010 maximaal 231 kton NOx geëmitteerd mag worden. Uit deze nationale taakstelling is een taakstelling van de industrie afgeleid van 65 kton, waarvan 10 kton van de kleinere industriële bedrijven en 55 kton als taakstelling van de bedrijven waarvoor de wet- en regelgeving in het kader van NOxemissiehandel van toepassing is. Om deze taakstelling van 55 kton te bereiken wordt in Nederland in 2005 het systeem van NOx Emissiehandel ingevoerd. Een nieuwe, nog in te stellen organisatie, de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), zal belast worden met toezicht en handhaving op de wet- en regelgeving van NOx-emissiehandel. Bedrijven waarvoor de wet- en regelgeving van NOx Emissiehandel van toepassing is dienen een monitoringsprotocol op te stellen dat voldoet aan het Programma van Eisen NOx-monitoring (PvE). Het PvE is de norm waaraan de monitoringsprotocollen van de bedrijven moeten voldoen. Teneinde bedrijven te ondersteunen bij het opstellen van een monitoringsprotocol dat voldoet aan het PvE zijn voor een aantal, qua type en grootte, verschillende installaties zogenaamde voorbeelden van protocollen opgesteld. De onderhavige rapportage betreft een voorbeeld van een protocol dat is opgesteld voor een inrichting waar een stoomketel aanwezig is die onder klasse 1 van de verbrandingsemissies valt. In dit voorbeeld is alleen deze stoomketel uitgewerkt. Bij een compleet protocol dient de monitoring van alle installaties binnen de inrichting te worden opgenomen. Definitief rapport Januari 2004.

8 DEEL A SYSTEEMINRICHTING 1 ALGEMENE BEDRIJFSGEGEVENS 1.1 Algemene gegevens van de inrichting Naam van de inrichting Adres van de inrichting Bedrijf A Contactpersoon (functie) Telefoonnummer Telefaxnummer adres Plaatsvervanger (functie) Telefoonnummer Telefaxnummer adres Vergunninghouder Eventuele gemachtigde Naam van de eigenaar van de inrichting Eventuele moedermaatschappij 1.2 Korte beschrijving van de hoofdlijnen van de bedrijfsactiviteiten binnen de inrichting Procesbeschrijving Het petrochemisch bedrijf is een sterk geïntegreerd complex van petrochemische fabrieken voor de productie van chemicaliën en kunststoffen. Het omvat in totaal 39 logistieke eenheden. De drie kraakinstallaties produceren etheen, propeen, butadieen en benzeen uit de grondstoffen nafta, propaan, butaan en condensaten. Deze basisproducten zijn de belangrijkste grondstoffen voor de andere fabrieken op het bedrijfsterrein. Van etheen worden naast twee soorten polyetheen evenals etheenoxide gemaakt, dat verder verwerkt wordt tot o.a. ethyleenglycol en polyglycolen. Samen met benzeen vormt etheen de grondstof voor ethylbenzeen dat omgezet wordt tot styreen. Van styreen worden polymeren als Styron (polystyreen), Tyril (styreen met acrylonitril) en ABS (styreen met acrylonitril en polybutadieenrubber) gemaakt. Een gedeelte van de polystyreen wordt verder verwerkt tot Styrofoam, een hard isolatieschuim. Propeen vormt met benzeen, de grondstof voor de bereiding van cumeen. Ook wordt propeen in een andere vestiging omgezet tot propyleenoxide, waarna het weer als Definitief rapport Januari 2004.

9 grondstof gebruikt wordt in de polyglycolenfabriek. Etheen wordt in Stade omgezet tot ethyleendichloride, om vervolgens als grondstof te dienen voor ethyleenamines. Butadieen tenslotte wordt gebruikt met styreen in de productie van latex en vindt tevens toepassing in de Styrenics Naturals fabriek (ABS productie), nadat het is omgezet tot polybutadieen. Een overzicht van de voornaamste grondstof- en productstromen wordt gegeven in figuur Energie Niet alleen wat productie betreft is er sprake van een grote mate van integratie van de fabrieken van het petrochemisch bedrijf, ook op energiegebied vindt uitwisseling van stromen plaats om tot een optimaal energiegebruik te komen. Het energieverbruik betreft elektriciteit en warmte in de vorm van stoom van verschillende energieniveaus. Een netwerk van leidingen distribueert de stoom naar de verschillende proceseenheden, daarnaast is het ook mogelijk opgewekte stoom uit het ene proces nuttig te gebruiken in een ander proces. Vanaf 1998 wordt de elektrische energie betrokken van de nieuwe en efficiëntere warmtekrachtcentrale van buiten de inrichting samen met de daar gegenereerde warmte. Dit betreft ongeveer 100 MW elektrische energie en ongeveer 450 MW warmte. Definitief rapport Januari 2004.

10 CONDENSAAT NAFTA LPG GLYCERINE PROPEEN- OXIDE AMMONIAK EDC LOOG ACRYLONITRIL ETHEEN BENZEEN PROPEEN BUTADIEEN POLYETHYLEEN (DOWLEX) ETHEEN- OXIDE POLYETHYLEEN (LDPE) ETHYLBENZEEN CUMEEN ETHYLEEN AMINES STYREEN POLY-GLYCOL ETHYLEEN GLYCOL S/B LATEX STYRENICS NATURALS STYROFOAM STYRENICS COMPOUNDING Figuur 1 : PRODUKTEN cl/ Dec. 97 Definitief rapport Januari 2004

11 Samenhang inrichtingsniveau en installatieniveau De afdeling Environmental management & Permits heeft taken en verantwoordelijkheden op inrichtingsniveau. Daarnaast hebben de eigenaren van NOx-bronnen taken en verantwoordelijkheden op installatie niveau. Afhankelijk van de specifieke situatie zal per installatie of groep installaties de NOxemissie worden vastgesteld en geregistreerd. De samenhang van de protocollen ten behoeve van de NOx-emissiehandel is als volgt weergegeven: Protocol op inrichtingsniveau Protocol op installatie-niveau (1) Protocol op installatie-niveau (2) Protocol op installatie-niveau (3) Protocol op groep van installaties-niveau (4) Protocol op groep van installaties-niveau (5) Protocol op installatie-niveau (6) De verzameling van het protocol op inrichtingsniveau en de protocollen op installatieniveau vormt de basis van de te rapporteren NOx-emissie en het brandstofverbruik van de inrichting. Uitgangspunt is dat het monitoringsprotocol wordt ingebed in het milieuzorgsysteem volgens ISO en EMAS. Jaarlijks zal op inrichtingsniveau gerapporteerd worden in de vorm van een Emissieverslag (EV) dat na verificatie door een geaccrediteerde instelling zal worden ingediend bij de Nederlandse Emissie-autoriteit (NEa). Definitief rapport Januari 2004

12 2 MONITORINGSMETHODIEK 2.1 Identificatie en klassenbepaling van de NOx-bronnen Binnen de inrichting zijn 74 NOx-bronnen aanwezig. Op hoofdlijnen betreft dit de volgende type installaties: kraakfornuizen; stoomketels; procesfornuizen; gasturbines; incinerators; fakkels. In tabel 2.1 is een overzicht gegeven van de NO x bronnen die per 1 januari 2003 binnen de inrichting aanwezig zijn. Tabel 2.1: Aanwezige NOx-bronnen binnen de inrichting Fabriek Installatie 1 Thermisch vermogen MWth 1 Klasse Soort Bedrijfsvoering Emissie NOx t/j Power plant ketel 5 K Stoomketel Continu 285 EB-4 2 Procesfornuis Continu 55 EB-4 3 Procesfornuis Continu 3 Kraakfornuis Continu 3 Kraakfornuis Continu 3 Kraakfornuis (22 stuks) Continu 22 x 25 à 40 EB-3 3 Procesfornuis (3 stuks) Continu 3 x 3 Stoomketel Continu 3 Stoomketel Continu 3 Kraakfornuis (16 stuks) Continu 16 x 19 à 4 Kraakfornuis Continu 4 Kraakfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Gasturbine Continu 4 Gasturbine Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Procesfornuis Continu Procesfornuis Continu 1 4 Procesfornuis Continu 1 Definitief rapport Januari 2004

13 Fabriek Installatie 1 Thermisch vermogen MWth 1 Klasse Soort Bedrijfsvoering Emissie NOx t/j 4 Procesfornuis Continu 1 4 Procesfornuis Continu 4 Verbrandingsinstallatie Continu 4 Procesfornuis Continu 4 Fakkel Continu 0 4 Fakkel Continu 8 4 Fakkel Continu 9 4 Verbrandingsinstallatie Continu 0 4 Fakkel Continu Fakkel Continu 0 4 Fakkel Continu 15 2 = Weggelaten in verband met vertrouwelijkheid. 2. Fakkels vallen buiten het kader van emissiehandel, zie PvE 2.1 Op alle genoemde NOx-bronnen in tabel 2.1, behalve fakkels, is het BEES van toepassing. Ten behoeve van dit voorbeeld van een protocol is alleen de power plant (Ketel-5) uitgewerkt. Opgemerkt wordt dat een monitoringsprotocol dat ter goedkeuring aan de Nederlandse Emissie-autoriteit (NEa) wordt aangeboden, in principe alle NO x emitterende installaties met een vermogen van meer dan 1 MW th uitgewerkt dienen te worden. 2.2 Gebruikte bepalingsmethode en bepaling relevante parameters Beschrijving van de installaties Doel van de installatie Ketel-5 voorziet gedeeltelijk in de stoombehoefte van het petrochemisch bedrijf. Tevens dient deze stoomketel als back-up in geval van het wegvallen van de stoomleverantie door de WKK van buiten de inrichting. Procescondities van de installatie Ketel-5 produceert maximaal 300 ton stoom per uur van 90 bar. De ketel is voorzien van 8 branders. Verder is de ketel is voorzien van luchtvoorverwarming en economiser. Ketel 5 is echter niet voorzien van een rookgasreiniging. Emissie vindt plaats via de schoorsteen op het fornuis op een hoogte van 60 meter. Gebruikte brandstoffen van de installatie Ketel-5 wordt op zowel gas (8 bar net) als olie gestookt. Het 8 bar net wordt gevoed met kraakgas, afkomstig van de LHC, en aardgas. De olie is afkomstig van de krakers en de Styreen-fabrieken. Definitief rapport Januari 2004

14 Normale operatie van de installatie Ketel-5 draait gemiddeld op % van de capaciteit. Opstart, uitbedrijfname en storingen Ketel-5 wordt uit bedrijf genomen: voor onderhoud en inspectie; voor reparatie; bij storingen. De uitbedrijfname duurt 4 uur, terwijl de opstart 8 uur in beslag neemt (per keer) Bepaling van de NO x vracht Ketel-5 is voorzien van on-line analysers voor de concentratie van NOx (ppm, droog) en O 2 (Vol%, droog). De NOx-analyser wordt 6x per jaar door de afdeling Maintenance gecalibreerd met behulp van gecertificeerde ijkgassen. De O 2 -meting (continu) wordt uitgevoerd op een gedroogde gasstroom (koude val). De O 2 -analyser wordt 6x per jaar door de afdeling Maintenance gecalibreerd met behulp van gecertificeerde ijkgassen. In de onderstaande tabel 2.2 is een overzicht gegeven van de in gebruik zijnde metingen. Een processchema met daarop aangegeven de plaats van de metingen is bijgevoegd in bijlage 1. Tabel 2.2: Overzicht continue emissiemetingen ketel 5 Installatie Ketel 5 Methode CEMS Meting TAG Meetprincipe Meet frequentie Meet range Norm Onzekerheid Beschrijving meetsysteem Chemiluminecentie Continu ppm NEN-ISO Zie handboek analyser Zie Paramagnetisch Continu 0-25 % CAN/CSA-Z M86 Zie handboek analyser Zie In de rekencomputer van het emissiemeetsysteem wordt conform het BEES de gemeten NO x concentratie omgerekend naar standaardomstandigheden en 3 procent zuurstof (3% O 2, T = 273 K, p = 101 kpa, droog). Deze omrekening vindt plaats met behulp van het gemeten zuurstofgehalte. De berekening van de NO x -vracht (g/uur) wordt vervolgens volgens onderstaande methode bepaald. Deze methode is gebaseerd op het totale brandstofverbruik in MJ/uur, een omrekenfactor om de gemeten NO x -concentratie om te rekenen naar een aan het brandstof gerelateerde NO x -emissie. Voor de wijze waarop het brandstof verbruik wordt bepaald wordt verwezen naar paragraaf Definitief rapport Januari 2004

15 Berekening en registratie van de jaarlijkse NOx-vracht De NOx-vracht wordt op uurbasis berekend met behulp van de volgende formule: E NOx = (F s * C NOx, s ) / [kg/uur] waarin: E NOx : NOx-vracht [kg/uur]; F s : droog rookgasdebiet onder standaardcondities en bij het referentiezuurstofgehalte [Nm 3 /uur]; C NOx, s : NOx-concentratie onder standaardcondities en bij het referentiezuurstofgehalte [mg/nm 3 ]. F s, het droge rookgasdebiet onder standaardcondities bij het referentie-zuurstofgehalte wordt berekend met behulp van de statistische vergelijkingen voor het schatten van de stoïchiometrische droge rookgaskentallen (ontleend aan DIN 1942, versie juni 1979, zie Infomil publicatie L40, Handleiding meten van luchtemissies, november 2003): - voor gasvormige brandstof: V st, gas = 0, ,234 * H gas [in MJ/Nm 3 ] - voor vloeibare brandstof: V st, vl = 0, ,221 * H olie [in MJ/kg] waarin: H gas Stookwaarde van het gas, dit is de uit de gassamenstelling berekende onderwaarde Ho [in MJ per Nm 3 gas. De stookwaarde wordt bepaald met behulp van de tabel van de Gasunie ( referentie: Uitgave van de NV Nederlandse Gasunie 1980 tabel C1A ).De volumetrische samenstelling van het gas, ter bepaling van de stookwaarde van het gas is omschreven in paragraaf H olie Stookwaarde van de olie, dit is de uit analyse vastgestelde onderwaarde Ho [in MJ per kilogram]. Methode: ASTM D-240 (laatste uitgave in bezit van test instelling). F s kan vervolgens berekend worden met onderstaande formule op basis van stoïchiometrische rookgasdebiet: F s = (C * V st, gas + D * V st, vl ) * 20,94 / (20,94 O s ) [Nm 3 /uur] waarin: C Gasverbruik: De uurgemiddelde hoeveelheid gas dat in Ketel-5 wordt verbruikt [in Nm 3 /uur] D Olieverbruik: De uurgemiddelde hoeveelheid olie dat in Ketel-5 wordt verbruikt [in kilogram/uur] O s referentie zuurstofconcentratie [vol%] waarnaar herleiding plaatsvindt, in dit geval O s =3 vol%; 20,94 zuurstofconcentratie in droge lucht [vol%] Definitief rapport Januari 2004

16 De gemeten NOx-concentratie, bepaald door de analyser [in ppm in droog rookgas], wordt omgerekend naar standaard condities en bij de referentie zuurstofconcentratie volgens onderstaande formule: C NOx, s = 2,054 * A * (20,94 - O s )/(20,94 B) [mg/nm 3 ] waarin: C NOx, s NOx-concentratie bij standaard condities en referentie zuurstofconcentratie 2,054 de omrekening van ppm naar mg/nm 3 (voor NOx, uitgedrukt als NO 2 ) A NOx-Cgehalte De uurgemiddelde concentratie van NOx in het rookgas van Ketel-5 uitgedrukt in volume ppm (droog). B O2-gehalte: De uurgemiddelde concentratie van O2 in het rookgas van Ketel-5 [in volume procenten (droog)] Bepaling brandstofverbruik van de inrichting Het brandstofverbruik (gas en olie) wordt vastgesteld met behulp van flowmeters. De flowmeters worden door de leverancier geleverd met een calibratiecertificaat. De brandstofsamenstelling van het gas wordt bepaald door middel van een continu GC-/ FID analyse. De stookwaarde van het gas wordt berekend op basis van de gemeten gassamenstelling en de factoren uit tabellen van de Gasunie. Deze berekening vindt plaats met behulp van een spreadsheet waar de meetresultaten automatisch worden gekoppeld aan de bijbehorende factoren van de Gasunie. De stookwaarde van de olie wordt twee maal jaar bepaald conform de methode ASTM D-240 (laatste uitgave in bezit van test instelling). De kwaliteit van de olie is constant, zodat een hoge monstername-frequentie niet nodig is. In de onderstaande tabel 2.3 is een overzicht gegeven van de in gebruik zijnde metingen. Een processchema met daarop aangegeven de plaats van de metingen is bijgevoegd in bijlage 1. Definitief rapport Januari 2004

17 Tabel 2.3: Overzicht metingen ketel 5 ten behoeve van vaststelling brandstofverbruik Installatie Ketel 5 Meting TAG Meet-principe Meet frequentie Middelingstijd Meet range Onzekerheid Beschrijving meetsysteem Ultrasoon Continu uur ± 0,5% Maintenance m3/h manuals Mass flow Continu uur Min. flow: ± 0,75% Maintenance kg/h Norm. flow: ± 0,5% manuals Max. flow: ± 0,25% GC / GC/FID Continu uur Nvt. 3% Maintenance manuals Calorimetrie 2X per N.v.t. Nvt. Reproduceerbaarheid: Maintenance waarde jaar ± 1% manuals olie Herhaalbaar-heid: ± 0,3% Middelingstijd uur uur uur NVT Onnauwkeurigheid De onzekerheid in de monitoringsmethodiek wordt bepaald door: de nauwkeurigheid van de continu NOx-analyser: 3%; de nauwkeurigheid van de continu O2-analyser: 3%; de nauwkeurigheid van de continu gasflowmeter: 0,5%; de nauwkeurigheid van de continu vloeistofflowmeter: 0,5%; de nauwkeurigheid van de GC (samenstelling t.b.v. de stookwaarde gas): 3%; de nauwkeurigheid van de Calorimeter (t.b.v. de stookwaarde olie): 1%. Uitgangspunt is dat deze nauwkeurigheden worden gehandhaafd door een toereikend inspectie en onderhoudsprogramma voor de analysers en meetapparatuur. Daarnaast dienen controlemetingen conform de emissieklasse te worden uitgevoerd. Onnauwkeurigheid NO x concentratiemetingen In bijlage 2 is een gedetailleerde berekening opgenomen van de nauwkeurigheid van de continue NO x concentratiemetingen. Deze berekening van de onnauwkeurigheid is gebaseerd op de norm NEN-EN Onnauwkeurigheid debiet De volumestroom in de schoorsteen wordt stoichiometrisch bepaald. Dat betekent dat de onnauwkeurigheid van de stoichiometrische debietbepaling afhankelijk is van de bovengenoemde gasflowmeter, de gassamenstelling, de olieflowmeter en de oliesamenstelling. Definitief rapport Januari 2004

18 2.2.5 Geldigheidsgebied gebruikte monitoringsmethodiek Bepaling NO x -vracht: Het meetbereik van de continue NO x -analyser is geschikt voor de gehele capaciteitsrange van de ketel. Onder de volgende omstandigheden zijn de metingen niet betrouwbaar of beschikbaar: Tijdens het uitbedrijfnemen van Ketel-5. Ten behoeve van onderhoud, inspectie, reparatie en storingen kan ketel-5 uit bedrijf worden genomen. De monitoringsmethodiek is 4 uur voor de uitbedrijfname niet bruikbaar. Tijdens het opstarten van Ketel-5. De monitoringsmethodiek is 8 uur na aanvang van de opstart niet bruikbaar. Tijdens het roet blazen. De monitoringsmethodiek is gedurende deze activiteit niet bruikbaar. Dit gebeurt circa 180 keer per jaar, telkens gedurende 2 uur. Dat betekent dat over 4% van de NOx-vracht een schatting wordt gemaakt op basis van de procesgegevens voor en na het roetblazen (zie bijlage 4). Tijdens de periode dat Ketel-5 uitbedrijf is, waarbij er geen brandstof wordt verbruikt, gedurende het aantal uren van deze situatie. In de procedure NOx-02: Vaststelling van de NOx-vracht van Ketel-5 is aangegeven op welke wijze een vervangende NOx-vracht wordt vastgesteld tijdens storingen en roeten. Deze procedure is opgenomen in bijlage 4. Registratie op plant niveau van perioden waarbij metingen niet betrouwbaar of beschikbaar zijn vindt plaats op de volgende manier: Verslagen van storingen, uitval incidenten etc. van de monitoring apparatuur, inclusief genomen corrigerende maatregelen; Verslagen van keurings-, onderhouds- en kalibratiewerkzaamheden; Verslagen van controlemetingen; Verslagen van incidenten etc. bij de procesvoering van de stookinstallatie die invloed kunnen hebben op de NOx-monitoring; Verslagen van het bezoek van keurende en controlerende instanties; Registratie van wijzigingen van meetapparatuur, en procedures betrekking hebbende het NOx-monitoringsprotocol. Bepaling brandstofverbruik De Flowmetingen dekken het werkgebied van de installatie. Default waarden Bij uitval van de monitoringsmethode wordt als defaultwaarde van de maximaal vergunde NOx-concentratie gehanteerd. Deze is 200 mg/nm 3. Definitief rapport Januari 2004

19 2.3 Onderbouwingen en beschrijvingen In de paragrafen 2.1 en 2.2 wordt verwezen naar diverse onderliggende documenten. Deze documenten zijn opgenomen in de bijlagen dan wel bij het bedrijf aanwezig. Definitief rapport Januari 2004

20 3 AFWIJKINGEN EN WIJZIGINGEN IN MONITORINGSPROTOCOL 3.1 Afwijkingen ten opzichte van de vereiste structuur Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van de vereiste structuur. 3.2 Afwijkingen ten opzichte van de inhoudelijke eisen van het PvE Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van de inhoudelijke eisen van het PvE. 3.3 Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van het MP Niet van toepassing. 3.4 Melding van incidenten In de plant procedure is vastgelegd dat afwijkingen en incidenten waarin het monitoringsprotocol niet voorziet binnen 5 werkdagen schriftelijk wordt gemeld bij de NEA. Definitief rapport Januari 2004

21 DEEL B OPERATIONELE PROCEDURES 4 VAN METEN TOT RAPPORTEREN In het onderhavige hoofdstuk worden alle operationele activiteiten vanaf het meten/berekenen van parameters op installatieniveau tot en met het verzenden van rapportages aan de NEa beschreven. 4.1 Activiteiten In tabel 4.1 zijn de activiteiten weergegeven om tot een emissieverslag (EV) te komen. Definitief rapport Januari 2004

22 Tabel 4.1: Overzicht benodigde activiteiten ten behoeve van het opstellen van een emissiejaarrapport Stap nr. uit PVE Interne stap Activiteit Verantwoordelijke Automatische handeling in middelen Activiteiten op installatieniveau Taken/handelingen opgenomen in werkomschrijving Frequentie C(ontinu), D(agelijks), M(aandelijks), J(aarlijks) Beschrijving opgenomen in 1 1 Uitvoeren van metingen voor NOx, O2 en brandstofverbruiken Plantleider On-line analysers C Zie de betreffende manuals. 4.3 Bepaling van de calorische waarde van gas Bepaling van de calorische waarde van olie Lab (samenstelling) GC, analysemethode xyz J (2x) 4.2 Plantleider (calorische waarde) Plantleider (calorimetrie) Wordt extern uitbesteed Calorimeter, C 4.3 analysemethode Registreren van meetgegevens Plantleider Plantcomputer Procedure NOx-01 C Controle van meetgegevens Plantleider Plantcomputer Procedure NOx-01 C Berekenen van uurwaarden Plantleider Plantcomputer Procedure NOx-01 C Registratie van uurwaarden Plantleider Plantcomputer Procedure NOx-01 C Berekenen van dagwaarden Plant milieucontactpersoon PC Procedure NOx-01 C Bepalen van de onzekerheid Plant milieucontactpersoon Procedure NOx-02 C Registratie van dagwaarden Plant milieucontactpersoon PC Procedure NOx-01 D 4.2 Definitief rapport Januari 2004

23 Stap nr. uit PVE Interne stap Activiteit Verantwoordelijke Automatische handeling in middelen Taken/handelingen opgenomen in werkomschrijving Frequentie C(ontinu), D(agelijks), M(aandelijks), J(aarlijks) 8 9 Controle van dagwaarden Plant milieucontactpersoon PC Procedure NOx-01 D Rapportage van jaargegevens aan Plant milieucontactpersoon PC Procedure NOx-01 J 4.2 de centrale organisatie Activiteiten op inrichting niveau Beschrijving opgenomen in 9 11 Berekenen op inrichtingsniveau EM&P coördinator PC Procedure nhg * M Registratie op inrichtingsniveau EM&P-coördinator PC Procedure nhg * M Controle van gerapporteerde EM&P-coördinator PC Procedure nhg * M 4.2 gegevens 14 Bepalen van de onzekerheid op inrichtingsniveau EM&P-coördinator PC Procedure nhg * M Opstellen van het emissieverslag EM&P-coördinator PC Procedure nhg * J Controle van het emissiejaarverslag EM&P-coördinator en Plantmilieucoördinator PC Procedure nhg * J Verificatie EM&P-coördinator Procedure nhg * J Goedkeuring en verzending van het emissiejaarverslag directie PC Procedure nhg * J Registratie van stappen 17 en 18 EM&P-coördinator PC Procedure nhg * J 4.2 *: procedure moet nog worden opgesteld. Definitief rapport Januari 2004

24 4.2 Werkomschrijvingen van meten tot rapporteren De eigenaren van de NOx-bronnen meten, registreren en controleren de gegevens van de in hun eigendom zijnde NOx-bronnen. De eigenaren van NOx-bronnen rapporteren de gegevens vervolgens aan een centrale organisatie die zorg draagt voor de rapportage op inrichtingsniveau. De centrale organisatie stelt een emissieverslag op en laat dit verslag verifiëren. Daarna zorgt zij voor verzending van het emissieverslag aan de NEa. De interne stappen 1 tot en met 10 uit tabel 4.1 vinden op installatieniveau plaats, de interne stappen 11 tot en met 19 uit tabel 4.1 vinden op inrichtingsniveau plaats Werkomschrijvingen van meten tot rapporteren op installatieniveau De activiteiten die bij de uitvoering van de interne stappen 1 tot en met 10 door functionarissen uitgevoerd dienen te worden zijn beschreven in de onderstaande procedures. De betreffende procedures zijn opgenomen in de bijlage drie, vier en vijf. Bijlage 3 procedure NO x -01 Bepaling, registratie en rapportage van de NO x -vracht van ketel 5 ; Bijlage 4 procedure NO x -02 Vaststelling van de NO x -vracht van ketel 5 bij ontbrekende meetgegevens ; Bijlage 5 procedure Milieuregistratie en meting. Registratie op installatieniveau van perioden waarbij metingen niet betrouwbaar of beschikbaar zijn vindt plaats op de volgende manier: verslagen van storingen, uitval incidenten etc. van de monitoring, inclusief genomen corrigerende maatregelen; verslagen van keurings-, onderhouds- en kalibratiewerkzaamheden; verslagen van controlemetingen; verslagen van incidenten etc. bij de procesvoering van de stookinstallatie die invloed kunnen hebben op de NOx-monitoring; verslagen van het bezoek van keurende en controlerende instanties; registratie van wijzigingen van meetapparatuur, en procedures betrekking hebbende het NOx-monitoringsprotocol Werkomschrijvingen van meten tot rapporteren op inrichtingsniveau De activiteiten die bij de uitvoering van de interne stappen 11 tot en met 19 door functionarissen uitgevoerd dienen te worden zijn beschreven in de onderstaande procedures. De betreffende procedures zijn opgenomen in bijlage drie, vier en vijf. procedure NO x -01 Bepaling, registratie en rapportage van de NO x -vracht van ketel 5 ; procedure NO x -02 Vaststelling van de NO x -vracht van ketel 5 bij ontbrekende meetgegevens ; procedure Milieuregistratie en meting. Definitief rapport Januari 2004

25 4.2.3 Verwerking en rapportage De rapportage vindt jaarlijks plaats uiterlijk 1 april over de gegevens van het voorafgaande jaar. Het verslag wordt geleverd als MS Word document. De jaargegevens m.b.t. de NOx-monitoring worden gerapporteerd aan: de directie; de plantleiders en milieucontactpersonen van de afdelingen met NOx-bronnen; de NEA. Het rapport bevat de volgende gegevens: definitie van de relevante parameters in het kader van de NOx-emissiehandel; overzicht in tabelvorm van de NOx-bronnen (zie tabel 4.1); sommatie tabel voor de inrichting met brandstofverbruik en emissie NOx jaar van rapportage; overzicht van incidenten en afwijkingen, inclusief maatregelen om herhaling te voorkomen. Rapportage van gegevens door de eigenaren van de NOx-bronnen aan de rapporteur van EM&P. Ten behoeve van de NOx-emissiehandel rapporteren alle afdelingen met NOx-bronnen, per installatie of groepen van installaties, de volgende gegevens: Σ Yd = NOx in gram per jaar = Yj; Σ Ccald = Gasverbruik in MJ/jaar = Ccalj; Σ Dcald = Olieverbruik in MJ/jaar = Dcalj; registratie van periodes met ontbrekende gegevens, inclusief oorzaak en vervangende gegevens. Verwerking van de gegevens vindt plaats door de rapporteur van EM&P. Deze gegevens worden vastgelegd in een spreadsheet op de PC van de rapporteur van EM&P. Naast bovengenoemde gegevens bevat de spreadsheet ook de volgende informatie: naam van de logistieke eenheid; naam van de NOx-bron; naam van de rapporteur m.b.t. de NOx-bron; rapportage jaar. In dezelfde spreadsheet worden de volgende gegevens gesommeerd: Σ Yd = NOx in gram per jaar = Yj; Σ Ccald = Gasverbruik in MJ/jaar = Ccalj; Σ Dcald = Olieverbruik in MJ/jaar = Dcalj. De gegevens worden volgens de record retention policy 10 jaar bewaard. De gegevens op de PC zijn alleen toegankelijk van de rapporteur van EM&P of zijn vervanger. Een voorbeeld van de lay-out van de spreadsheet is opgenomen in tabel 4.2 Van de gegevens wordt door de afdeling I/S dagelijks een back-up gemaakt en opgeslagen. Definitief rapport Januari 2004

26 De gegevens zijn beschikbaar voor plantleiders, milieucontactpersonen, RCLT, externe en interne auditors, en de NEa. Wijzigingen. Wijzigingen van emissiedata vindt alleen plaats via de wijzigingsprocedure, waarin de wijziging en reden van de wijziging overtuigend is gegeven. Voor de wijziging is goedkeuring van de plantleider en de EM&P rapporteur nodig. Definitief rapport Januari 2004

27 Tabel 4.2 Voorbeeld lay-out rapportage spreadsheet (voorbeeld) Gegevens van de afzonderlijke installaties Naam Naam Naam NOx Gasverbruik Olieverbruik Specifieke NOx-emissie Logistieke NOx-bron Rapporteur Jaar Gram/jaar MJ/jaar MJ/jaar Gram/GJ % eenheid Nauwkeurigheid Commentaar / ontbrekende gegevens storingen, voor 21 uur gegevens aangepast Gegevens van de vestiging Naam NOx Gasverbruik Olieverbruik Specifieke NOxemissie Nauwkeurig-heid Rapporteur Jaar Gram/jaar MJ/jaar MJ/jaar Gram/GJ % Definitief rapport Januari 2004

28 4.3 Beschrijving van middelen Data Management Systeem Deze paragraaf is in dit voorbeeldprotocol niet uitgewerkt. Hiervoor wordt verwezen naar het voorbeeldprotocol NO x -monitoring afvalverbranding Overzicht van de gebruikte middelen NO x en O 2 De meetgegevens NO x en 0 2 worden on-line gemeten met behulp van (on-line) analysers. NO x wordt gemeten door middel van chemiluminecentie. Het meten van O 2 gebeurt paramagnetisch. De metingen vinden plaats in de schoorsteen (stack) met behulp van een continue emissie monitoring systeem (CEM). De NOx-meting en de O 2 - meting worden uitgevoerd op een gedroogde gasstroom (koude val). De NO x meting vindt plaats conform de norm NEN-ISO en de O 2 meting conform de norm CAN/CSA-Z M86. Voor een gedetailleerde beschrijving van de on-line analysers wordt verwezen nar de betreffende manuals. Deze zijn op de plant in te zien. Afgasdebiet, brandstofverbruik, samenstelling en O2-gehalte in afgas Het afgasdebiet wordt bepaald aan de hand van het brandstofverbruik, de brandstofsamenstelling en het zuurstofgehalte in de afgassen. Het brandstofverbruik (gas en olie) wordt vastgesteld met behulp van flowmeters in de toevoerleiding. Voor gas gebeurt dit ultrasoon (dubbele meting) en voor olie door middel van massflow (eveneens dubbele meting). De flowmeters worden door de leverancier geleverd met een calibratiecertificaat. De brandstofsamenstelling van het gas wordt bepaald door middel van een continu GC-/ FID analyse conform bedrijf A methode xyz. De stookwaarde van het gas wordt berekend op basis van de gemeten gassamenstelling en de factoren uit tabellen van de Gasunie. Deze berekening vindt plaats met behulp van een spreadsheet waar de meetresultaten automatisch worden gekoppeld aan de bijbehorende factoren van de Gasunie. De stookwaarde van de olie wordt twee maal jaar bepaald conform de methode ASTM D-240. Een overzicht van de gebruikte middelen is weergegeven in tabel 4.3 Definitief rapport Januari 2004

29 Tabel 4.3A: Overzicht meetapparatuur Meter Merk Type Meetrange Bouwjaar Locatie Beheerder Onderhoud Back-up bij storingen NOx Chemiluminecentie ppm 1995 Stack P&U E&I (P&U) geen O2 Paramagnetisch 0-25 % 1995 Stack P&U E&I (P&U) geen Ultrasoon m3/h 1995 Leiding P&U E&I (P&U) Dubbele meting Mass flow kg/h 1995 Leiding P&U E&I (P&U) Dubbele meting GC / GC / FID Nvt. P&U E&I (P&U) Wobbe meter Calorische Calorimetrie Nvt. Nvt. monster Extern laboratorium Extern Nvt. laboratorium Tabel 4.3B: Registratie en rapportage Parameter Periode Berekening / bepaling Methode Datasysteem Locatie Beheerder Onderhoud Back-up Ccal Uur continue bepaling gassamenstelling 1 Procescomputer Controlekamer Operations Valideren middels parallelmeting Afd. I/S, dagelijks Dcal Uur Enkele malen per jaar bepaling calorische waarde 2 Procescomputer Controlekamer Afd. I/S, dagelijks F 3 Procescomputer Controlekamer Afd. I/S, dagelijks X 4 Procescomputer Controlekamer Afd. I/S, dagelijks Y 5 Procescomputer Controlekamer Afd. I/S, dagelijks Yd 6 PC of Proces comp. Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, dagelijks Dd 7 PC of Proces comp. Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, dagelijks Definitief rapport Januari 2004

30 Parameter Periode Berekening / bepaling Methode Datasysteem Locatie Beheerder Onderhoud Back-up Cd 8 PC of Proces comp. Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, dagelijks Ccald 9 PC of Proces comp. Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, dagelijks Dcald 10 PC of Proces comp. Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, dagelijks Yj 11 PC Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, Dj 12 PC Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, Cj 13 PC Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, Ccalj 14 PC Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, Dcalj 15 PC Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, PR 16 PC Kantoor Milieucontact Nvt. Afd. I/S, De gegevens zijn beschikbaar voor de beheerders. De daggegevens zijn ook beschikbaar voor de in- en externe verificateurs. Overige informatie Parameter Periode Berekening / bepaling Methode Datasysteem Locatie Beheerder Onderhoud Back-up Ccal Uur Bepaling 1 Procescomputer Controlekamer Operations Afd. I/S, Dcal Uur Bepaling 2 Procescomputer Controlekamer Operations Afd. I/S, Definitief rapport Januari 2004

31 5 VALIDATIE MEETAPPARATUUR INSPECTIES EN ONDERHOUD 5.1 Procedure validatie Onder validatie worden verstaan: alle werkzaamheden in het kader van het ijken en herijken van meetapparatuur (calibratie), valideren van berekeningsformules en het uitvoeren van vergelijkende metingen. De berekeningen die worden gebruikt voor de vaststelling van de NOx-vracht zijn gevalideerd. Indien in berekeningen wijzigingen worden aangebracht moeten ze opnieuw worden gevalideerd. In Procedure 54.02: "Milieuregistratie en meting", zijn algemene eisen vastgelegd met betrekking tot de wijze waarop milieugegevens worden vastgelegd en geregistreerd. Calibraties De NOx-analyser (tag nr. wordt 6x per jaar door de afdeling Maintenance gecalibreerd met behulp van gecertificeerde ijkgassen. De O 2 -analyser (tag wordt 6X per jaar door de afdeling Maintenance gecalibreerd met behulp van gecertificeerde ijkgassen. Flow meters worden in eerste instantie door de leverancier gekalibreerd. Tevens worden de flowmeters (tag nr. tijdens gepland groot onderhoud opgenomen in het onderhoudsprogramma. Bij de onderhoudsafdeling is een overzicht van de meetapparatuur aanwezig alsmede het onderhoudsschema en de calibratierapporten. 5.2 Werkomschrijving validatie Op inrichtingsniveau zullen de door de eigenaren van NOx-bronnen geleverde gegevens worden gecontroleerd. Daarnaast wordt tijdens interne audits (procedure Audits en inspecties, zie bijlage 6) steekproefsgewijs de toepassing van procedure en de daaraan gerelateerde procedures op installatieniveau gecontroleerd. Definitief rapport Januari 2004

32 Tabel 5.1: Validatie Frequentie Werkwijze Verantwoor- Uitvoerder Registratie delijke Calibratie Afhankelijk van Schriftelijke Eigenaar Onderhouds- Calibratie- meetapparatuur soort calibratieprocedure afdeling rapport meetapparaat behorend bij het meetapparaat Procedures op Afhankelijk van Procedure (zie Procedure- Eigenaar Veranderingst inrichtingsniveau wijzigingsvoorst bijlage7) commissie abel onder ellen aan de procedure Procedures op Afhankelijk van Procedure- Eigenaar Veranderingst installatieniveau wijzigingsvoorst commissie abel onder ellen aan de procedure Berekeningen Afhankelijk van Procedure- Eigenaar Veranderingst wijzigingsvoorst commissie abel onder ellen aan de procedure Metingen t.b.v. Afhankelijk van Conform BEES, PvE Eigenaar NOx- Geaccrediteer Meetrapport verificatie, emissieklasse en NEN bron de instantie calibratie en kentalbepaling Controle en correctieve acties Afwijkingen die niet binnen de toegestane nauwkeurigheid vallen worden aan de NEa gemeld. Op dergelijke afwijkingen wordt een 'root cause' onderzoek uitgevoerd om de oorzaak van de afwijking te vinden en acties te ondernemen om herhaling te voorkomen. Acties worden opgenomen in een elektronisch systeem (Event and Action tool). Met behulp van dit systeem wordt opvolging van acties geborgd. Tevens wordt het 'root cause' onderzoek met bijbehorende actiepunten gearchiveerd. Eventuele correcties in de systeeminrichting op basis van aanwijzing van de NEa worden doorgevoerd. Dit geldt ook voor veranderingen van gemeten waarden. De eigenaren van de meetapparatuur is verantwoordelijk voor onderhoud en calibratie. In het algemeen is onderhoud en calibratie gedelegeerd aan de interne onderhoudsafdeling. 5.3 Inspecties en onderhoud Inspecties Inspecties ten behoeve van het functioneren van monitoringsapparatuur worden uitgevoerd in lijn met pr-nen-en deze norm wordt in 2005 geimplementeerd. Definitief rapport Januari 2004

33 Een Inspectie bestaat uit de volgende onderdelen: een afstemming tussen de deelnemers betreffende het doel, de onderwerpen en de te volgen werkwijze; het eigenlijke onderzoek; een bespreking, onmiddellijk volgend op het onderzoek, in aanwezigheid van alle deelnemers en de department leader of een door hem aangewezen vervanger. Hierbij worden vastgesteld: - de gevonden afwijkingen; - de hieruit voortkomende actiepunten; - distributie en datum van het verslag. Het inspectie verslag bevat: reden van de inspectie; inspectiedatum en -onderwerp(en); de lijst van deelnemers; de positieve, sterke punten; de afwijkingen en actiepunten met voor elk punt: - beschrijving van de uitvoering indien nodig; - datum gereed; - verantwoordelijke persoon. De actiepunten worden opgenomen in het actiepunten uitvoerings - en bewakingssysteem van de afdeling. Onderhoud De eigenaren van de meetapparatuur is verantwoordelijk voor onderhoud en calibratie. In het algemeen is onderhoud en calibratie gedelegeerd aan de interne onderhoudsafdeling. Bij de onderhoudsafdeling is een overzicht van de meetapparatuur aanwezig alsmede het onderhoudsschema en de calibratierapporten. Definitief rapport Januari 2004

34 6 KWALITEITSBORGING De kwaliteitsborging vindt plaats binnen het milieuzorgsysteem volgens ISO en EMAS. Het milieuzorgsysteem is opgezet in een overkoepelend systeem voor de vestiging en deelsystemen voor operationele afdelingen. De afdeling Environmental management & Permits is eigenaar van het milieuzorgsysteem van de vestiging. De afdeling Power en Utilities is eigenaar van een deelsysteem. 6.1 Interne audits In het kader van de certificering van het milieuzorgsysteem conform ISO en EMAS, worden jaarlijks interne en externe audits gehouden. Interne audits Alle afdelingen met een milieuzorg deelsysteem en de vestiging worden jaarlijks geaudit. Het auditprogramma, vastgelegd in (documentnaam en vindplaats), is zodanig opgesteld, dat alle elementen van het milieuzorgsysteem en het monitoringsprotocol minimaal 1 keer per 3 jaar worden doorgelicht. Een aantal onderdelen worden 2 keer per 3 jaar of elk jaar doorgelicht. De opstellers van het interne auditprogramma kunnen specifieke aandachtspunten toevoegen. Voor de procedure voor auditing wordt hier verwezen naar: Procedure " Audits en inspecties"; Het werkproces Manage & Perform Audits van bedrijf A Corporate dat te vinden is op Intranet. Externe audits Jaarlijks worden audits uitgevoerd door KPMG Certification op het milieuzorgsysteem van de vestiging en door KPMG geselecteerde afdelingen met een milieuzorg deelsysteem. Eén keer in de drie jaar vindt de audit plaats in het kader van hercertificering, in de tussenliggende jaren worden controle-audits uitgevoerd in het kader van verlenging van het certificaat. Controle van de jaargegevens De jaargegevens van de NOx-bronnen en van de inrichting worden vergeleken met gegevens van het voorgaande jaar. Verschillen groter dan 15% dienen te worden verklaard. 6.2 Documentenbeheer Het procedurebeheer is geregeld conform het milieuzorgsysteem. In procedure 1.20 Procedure voor het beheer van de procedures en Procedure Toets datasheets (beheer van elektronische documenten (zie bijlage 7) is vastgelegd op welke wijze procedures kunnen worden gewijzigd of verwijderd en hoe het beheer van procedures is geregeld. Procedure 1.20 is ook van toepassing op de procedures behorende bij het NO x - monitoringsprotocol. Definitief rapport Januari 2004

35 Reviewers van de diverse disciplines kunnen via deze procedures goedkeuring geven aan de voorgestelde wijziging. Op basis van de input van de reviewers vindt uiteindelijk goedkeuring plaats door de plantleider van de betreffende afdeling. Tot slot wordt de wijziging overlegd aan de NEa en na goedkeuring van de NEa wordt de wijziging geïmplementeerd en geregistreerd. In tabel 6.1 wordt een overzicht gegeven van de relevante, beheerde documenten. Tabel 6.1: Documentenbeheer NOx monitoringsprotocol (inrichting) NOx monitoringsprotocol (plant) Procedure Milieuregistratie en metingen Retentie EM&P rapporteur PC MS Word 10 jaar Milieucontactpersoon PC MS Word 10 jaar EM&P milieucoördinator Naam document Eigenaar Bewaarplaats Documentsoort //tnnt12/g-tnbnlxrc/procedures MS Word 10 jaar Manual NOx-analyser Maintenance E&I (P&U) Filekast bij de analyser Map Equipment life Manual O2-analyser Maintenance E&I (P&U) Filekast bij de analyser Map Equipment life Manual gas flowmeter Maintenance E&I (P&U) Filekast bij de flowmeter Map Equipment life Manual olie flowmeter Maintenance E&I (P&U) Filekast bij de flowmeter Map Equipment life Milieuzorgsysteem (inrichting) EM&P //tnnt12-g-tn-bnlx-rc MS Word 10 jaar Milieuzorgsysteem (plant) P&U //tnnt09-g-tn-power MS Word 10 jaar Dagrapport (plant) Milieucontactpersoon PC Excel 10 jaar Jaarrapport (plant) Milieucontactpersoon PC Excel 10 jaar Jaarrapport (inrichting) EM&P milieucoördinator //tnnt12/g-tn-envicom/ correspondentie/joop/ extern MS Word MOC procedure Bedrijf A corporate Intranet Access 6.3 Register van registraties 10 jaar Ten behoeve van beoordelingen door controlerende instanties worden registers bijgehouden. Er zijn registers op plant niveau en op inrichting niveau. Register op installatie niveau Het register op plant niveau bevat de volgende delen: verslagen van storingen, uitval incidenten etc. van de monitoring apparatuur, inclusief genomen corrigerende maatregelen; verslagen van keurings-, onderhouds- en kalibratiewerkzaamheden; verslagen van controlemetingen; verslagen van incidenten etc. bij de procesvoering van de stookinstallatie die invloed kunnen hebben op de NOx-monitoring; verslagen van het bezoek van keurende en controlerende instanties; Definitief rapport Januari 2004

36 registratie van wijzigingen van meetapparatuur, en procedures betrekking hebbende het NOx-monitoringsprotocol. Register op inrichting niveau verslagen van het bezoek van keurende en controlerende instanties; registratie van wijzigingen van procedures betrekking hebbende het NOxmonitoringsprotocol. Definitief rapport Januari 2004

37 7 ORGANISATIE, TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN COMPETENTIES De afdeling Power&Utilities is eigenaar van Ketel-5 en de bijbehorende meetapparatuur zoals brandstof-flowmeters, NOx-analyser en O2-analyser. Het afdelingshoofd van Power & Utilities is verantwoordelijk voor de brandstofboekhouding van de gehele vestiging, inclusief de eigen afdeling. Verder is hij verantwoordelijk voor de vaststelling, registratie en de rapportage van de NOx-emissie van de onder eigen beheer aanwezige stookinstallatie, zoals verder uitgewerkt in hoofdstuk 4. De afdeling Maintenance E&I (P&U) is bij delegatie door de afdeling Power&Utilities verantwoordelijk voor de kalibratie en het onderhoud van de brandstof-flowmeters, de NOx-analyser en de O2-analyser, zoals verder uitgewerkt in hoofdstuk 5. De milieucoördinator van de afdeling Environmental management & Permits (EM&Pcoördinator) is verantwoordelijk voor de registratie en rapportage van de NOx-emissie op inrichtingsniveau aan de overheid en de NEa, zoals verder uitgewerkt in hoofdstuk 4. De kwaliteitsborging vindt plaats binnen het milieuzorgsysteem volgens ISO en EMAS. Het milieuzorgsysteem is opgezet in een overkoepelend systeem voor de inrichting en deelsystemen voor operationele afdelingen. De afdeling Environmental management & Permits is eigenaar van het milieuzorgsysteem van de inrichting. De afdeling Power&Utilities is eigenaar van een van de deelsystemen. Door middel van inen externe audits worden het milieuzorgsysteem en de implementatie getoetst aan de standaardnormen. Definitief rapport Januari 2004

38 8 LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN DEFINITIES Afkorting CEM PSR PvE LDPE ABS MW ISO EMAS NEa EV GC SME EM&P RCLT BEES P&U LHC FID Omschrijving Continu emissie meetsysteem Prestatienorm waaraan de NOx-uitstoot in gr.gj Programma van eisen Monitoringsprotocollen Low density polyethylene Polymeer van acrylonitril, butadieen en styreen Megawatt International Organization for Standardization Eco-Management & Audit Scheme Nederlandse Emissieautoriteit Emissieverslag Gaschromatograaf Subject matter expert Environmental management & Permits Responsible Care Leadership Team Besluit EmissieEisen Stookinstallaties Power and Utilities Light HydroCarbons Flame Ionisation Detector Definitief rapport Januari 2004

39 A COMPANY OF Bijlage 1 Processchema met daarop aangegeven de plaats van de metingen Schema is in verband met vertrouwelijkheid niet in dit voorbeeldprotocol opgenomen. Definitief rapport Januari 2004

40 A COMPANY OF Bijlage 2 Berekende onnauwkeurigheid NOx concentratiemetingen (NEN-EN 14181, QAL 1) Definitief rapport Januari 2004

Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie. Uitwerking voor stookinstallaties (klasse 4)

Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie. Uitwerking voor stookinstallaties (klasse 4) Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie Uitwerking voor stookinstallaties (klasse 4) Ministerie van VROM Definitief rapport 9P0541.01 DISCLAIMER Het monitoringsprotocol is onderdeel van de vergunningaanvraag

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

RAAMWERK MEP Meetprotocol Naam van de installatie

RAAMWERK MEP Meetprotocol Naam van de installatie RAAMWERK MEP Meetprotocol Naam van de installatie Datum : 11 februari 2004 Document nummer : Versie Nummer : Naam van de beheerder : Inleiding De Ministeriële Regeling CO2 index WKK treedt op 1 juli 2004

Nadere informatie

5. Herleiding van meetgegevens

5. Herleiding van meetgegevens 5. Herleiding van meetgegevens Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Emissie-eisen in wet- en regelgeving zijn gedefinieerd onder standaardcondities, waardoor zij generiek zijn en onafhankelijk

Nadere informatie

Energieverbruik. Thermisch vermogen (GWth)

Energieverbruik. Thermisch vermogen (GWth) Projectbureau Nieuw Aardgas NL Milieu en Leefomgeving Prinses Beatrixlaan 9 AL Den Haag Postbus 93144 09 AC Den Haag www.agentschapnl.nl Contactpersoon A.J. van der Vlugt Monitoren van het effect van nieuw

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

Emissieregelgeving voor stookinstallaties

Emissieregelgeving voor stookinstallaties Emissieregelgeving voor stookinstallaties Themadag Stoomplatform NOX uitstoot bij stoomketels 8 december 2011 Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Emissieregelgeving Ontwikkelingen voor complexe

Nadere informatie

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x Stikstofoxiden Praktische toepassing van meten van NO x Maarten van Dam Mvdam@testo.nl 06-53782193 Michel de Ruiter Michel.deruiter@multi-instruments.nl 06-20360160 Dia 2 van 132 Waarom meten? Wetgeving:

Nadere informatie

Aardgaskwaliteit en het meten van NOx-emissies

Aardgaskwaliteit en het meten van NOx-emissies Aan PKL-leden Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving NL Milieu en Leefomgeving Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon Wim Burgers

Nadere informatie

Meetvoorwaarden MEP / CO 2 index

Meetvoorwaarden MEP / CO 2 index eetvoorwaarden EP / CO 2 index Opbouw en stand van zaken artin Risseeuw / Hans Davidse 5 Juni 2003 Nauwkeurig meten? 5% fout in E meting WKK Installatie Input: 100 GJ brandstof Output: 36.8 35 GJ elektriciteit

Nadere informatie

Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte

Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte Bijlage 3 behorende bij artikel I, onderdeel O, van de Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies

Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies BESIX Nederland Branch 17 oktober 2011 Definitief rapport BESIX Nederland Branch Trondheim 22-24 Postbus 8 2990 AA Barendrecht

Nadere informatie

PEMS KWALITEIT EISEN. Predictive Emission Monitoring Systems

PEMS KWALITEIT EISEN. Predictive Emission Monitoring Systems PEMS Predictive Emission Monitoring Systems KWALITEIT EISEN Wat is een PEMS Toepasbaarheid van een PEMS PEMS versus AMS Kwaliteitseisen voor een PEMS PEMS in relatie tot EN-14181 en EN-15267 PEMS in relatie

Nadere informatie

Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie

Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie E-centrale (klasse 1) Ministerie van VROM Januari 2004 Definitief rapport 9P0541.01 DISCLAIMER Het monitoringsprotocol is onderdeel van de vergunningaanvraag

Nadere informatie

Referentiedocument EU-ETS 2013-2020 Voorbeeldinrichting

Referentiedocument EU-ETS 2013-2020 Voorbeeldinrichting Referentiedocument EU-ETS 2013-2020 Voorbeeldinrichting Versie 1.0 Datum: xx-xx-20xx NB: Dit is een voorbeeld van een referentiedocument behorend bij een monitoringsplan. Dit voorbeeld hoort bij het voorbeeld-mp

Nadere informatie

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) NEa, 20-07-2012, versie 1.0 INTRODUCTIE In artikel 34 van de Monitoring en Rapportage Verordening (MRV) is beschreven

Nadere informatie

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Opdrachtgever HEVO B.V. Project CO2 prestatieladder Datum 7 december 2010 Referentie 1000110-0154.3.0 Auteur mevrouw ir. C.D. Koolen Niets uit deze uitgave mag zonder

Nadere informatie

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties Nieuwsbrief MilieuTechnologie, maart 1995 (Kluwer, jaargang 2, nummer 3) Jan Gruwez, TREVI nv Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties In de context van VLAREM II worden industriële inrichtingen

Nadere informatie

CO2 prestatieladder Energie management plan

CO2 prestatieladder Energie management plan CO2 prestatieladder Versie: Definitief Datum: februari 2015 Eis: 2.C.3 Westgaag 42b - 3155 DG Maasland Postbus 285-3140 AG Maassluis Telefoon: 010-5922888 Fax: 010-5918621 E-mail: info@kroes.org Versie:

Nadere informatie

SCIOS. Certificatieregeling. Stookinstallaties Elektrisch Materieel Explosieveilige installaties

SCIOS. Certificatieregeling. Stookinstallaties Elektrisch Materieel Explosieveilige installaties SCIOS Certificatieregeling Stookinstallaties Elektrisch Materieel Explosieveilige installaties SCIOS certificatie De SCIOS Certificatieregeling is een kwaliteitsmanagement systeem voor het uitvoeren van

Nadere informatie

Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie. uitwerking voor een warmtekrachtcentrale (klasse 1)

Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie. uitwerking voor een warmtekrachtcentrale (klasse 1) Voorbeeld van een monitoringsprotocol NOxemissie uitwerking voor een warmtekrachtcentrale (klasse 1) Ministerie van VROM Januari 2004 Definitief rapport 9P0541 DISCLAIMER Het monitoringsprotocol is onderdeel

Nadere informatie

Inhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging 30-11-2012

Inhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging 30-11-2012 Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging Schakel - Stookinstallaties in het activiteitenbesluit Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Zes veranderingen in regelgeving Consequenties voor

Nadere informatie

Stikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Stikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

Beschrijving Energie Management Systeem

Beschrijving Energie Management Systeem Beschrijving Energie Management Systeem 11 maart 2014 Dit document beschrijft het Energie Management Systeem en het reductieplan voor realisatie van de energiereductie doelstellingen van Bepacom B.V. StenVi

Nadere informatie

Rapportage van emissiemetingen

Rapportage van emissiemetingen Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,

Nadere informatie

Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016

Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016 Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016 Inhoud presentatie Voorbereiden bedrijfsbezoek Wat te doen bij onbekende installatie of activiteit Toezicht luchtvoorschriften:

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013 ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN code: B1308 3 oktober 2013 datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 3/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Onderdelen van het energiemanagement actieplan 5 2.1

Nadere informatie

Rapportage Carbon Footprint 2018 cf. ISO t.b.v. CO2-Prestatieladder

Rapportage Carbon Footprint 2018 cf. ISO t.b.v. CO2-Prestatieladder Rapportage Carbon Footprint 2018 cf. ISO 14064-1 t.b.v. CO2-Prestatieladder Inhoudsopgave 1. BESCHRIJVING VAN DE RAPPORTERENDE ORGANISATIE... 2 2. EMISSIE INVENTARISATIE... 2 3. KWANTIFICERING... 4 WIJZE

Nadere informatie

Voortgangrapportage CO2 rapportage 2013

Voortgangrapportage CO2 rapportage 2013 Voortgangrapportage CO2 rapportage 2013 Contactpersoon: Dhr. F. Hoogenboom Opsteller: Mw. S. Mooij Versie: 1.2 Datum: 21-01-15 Voorwoord Abeko en Lansers Trio nemen hun verantwoordelijkheid met betrekking

Nadere informatie

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater 26 april 2002 RIZA A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Barbarossastraat

Nadere informatie

Energie Management Actieplan Mei 2015 Versie 4

Energie Management Actieplan Mei 2015 Versie 4 Energie Management Actieplan Mei 2015 Versie 4 Colt International Beheer BV Korte Oijen 4 5433 NE KATWIJK Postbus 29 5430 AA CUIJK Tel: 0485-399 999 Website: www.coltinfo.nl E-mail: info@coltinfo.nl Opgesteld

Nadere informatie

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne Bijlage 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu houdende omzetting van Europese richtlijnen en andere diverse wijzigingen Bijlage 1.2.2bis bij het

Nadere informatie

Groen-Punt Groep B.V.

Groen-Punt Groep B.V. CO2 Emissie-inventarisatie 2017 Project Zuidplas 09 april 2018 Groen-Punt Groep B.V. Groen-aannemingsbedrijf Punt B.V. Groen Punt Uitzendorganisatie B.V. Chroomstraat 1d 3067 GN Rotterdam INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2015 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): R. de Boer (Schilderwerken

Nadere informatie

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. nationale monitoring 2014 en emissiehandel 2014

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. nationale monitoring 2014 en emissiehandel 2014 Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. nationale monitoring 2014 en emissiehandel 2014 Datum 19 december 2013 Status Definitief Pagina 1 van 1 Colofon Projectnaam Jaarlijkse vaststelling

Nadere informatie

Zware metalen en Hg. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming van de totale emissie van

Zware metalen en Hg. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming van de totale emissie van Code van goede meetpraktijk van de VKL Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage

Nadere informatie

Kooldioxide CO 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van kooldioxide in de emissies

Kooldioxide CO 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van kooldioxide in de emissies Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,

Nadere informatie

CO 2 Reductie doelstellingen

CO 2 Reductie doelstellingen CO 2 Reductie doelstellingen Gebr. Griekspoor BV Innovatief Proactief Duurzaam Betrokken Nieuw-Vennep 5 november 2013 Dilia van der Want. Afdeling KAM Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Directie: K.J. de Jong Handtekening: KAM-Coördinator: D.T. de Jong Handtekening: Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het CO 2 -reductiebeleid van

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011 * CPR - REGULATION (EU) No 05/2011 Sir W. Churchill-laan 2 Telefoon +1 (0) 0 1 00 Fax +1 (0) 0 1 20 1. Auditplan 1) Doelstelling: Onderzoek: Grondslag: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Datum: Januari 2013 Bezoekadres Dorpsstraat 20 7683 BJ Den Ham Postadres Postbus 12 7683 ZG Den Ham T +31 (0) 546 67 88 88 F +31 (0) 546 67 28 25 E

Nadere informatie

Zuurstof O 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming en meting van zuurstof

Zuurstof O 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming en meting van zuurstof Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II

Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II 26.2.2004 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 59/37 BIJLAGE II Richtsnoeren betreffende de emissies van verbrandingsactiviteiten zoals genoemd in bijlage I van de richtlijn 1. INLEIDING De specifieke

Nadere informatie

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3. 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemeen 2.2 Per scope

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3. 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemeen 2.2 Per scope Energie management actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 CO 2 -prestatieladder Niveau 3 Auteur(s): F. Reijm () A.T. Zweers (A.T.

Nadere informatie

Koolmonoxide CO. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van koolmonoxide in de emissies

Koolmonoxide CO. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van koolmonoxide in de emissies Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,

Nadere informatie

2.1. Het meetprotocol van de HR-WKK-installatie bevat ten minste de volgende elementen:

2.1. Het meetprotocol van de HR-WKK-installatie bevat ten minste de volgende elementen: Bijlage 1., behorende bij de artikelen 2, eerste lid, en 4, tweede lid, onderdeel a, en vijfde lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor elektriciteit opgewekt in een installatie voor hoogrenderende

Nadere informatie

SCIOS Certificatie stappenplan. Versie 4a:

SCIOS Certificatie stappenplan. Versie 4a: SCIOS Certificatie stappenplan Versie 4a: 2017-03 Inhoud SCIOS Certificatie stappenplan...3 Keuze scopes en werkgebieden...3 Voorwaarden...3 Aanvraag bij Certificatie-instelling...4 Opvoeren medewerkers

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan 1.A.1-1.A.2-1.A.3 2.A.1-2.A.2-2.A.3 2.C.2 3.B.2

Energiemanagement Actieplan 1.A.1-1.A.2-1.A.3 2.A.1-2.A.2-2.A.3 2.C.2 3.B.2 1.A.1-1.A.2-1.A.3 2.A.1-2.A.2-2.A.3 2.C.2 3.B.2 Opdrachtgever Van der Waal & Partners B.V. Colofon Opdrachtgever Van der Waal & Partners B.V. Projectnaam Energiemanagement Actieplan Projectnummer 9222

Nadere informatie

Energie Management Actieplan Mei 2016 Versie 5

Energie Management Actieplan Mei 2016 Versie 5 Energie Management Actieplan Mei 2016 Versie 5 Colt International Beheer BV Korte Oijen 4 5433 NE KATWIJK Postbus 29 5430 AA CUIJK Tel: 0485-399 999 Website: www.coltinfo.nl E-mail: info@coltinfo.nl Opgesteld

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 2 CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies

Voortgangsrapportage 2 CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies Voortgangsrapportage 2 CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies BESIX Nederland Branch 10 augustus 2012 Definitief BESIX Nederland Branch Trondheim 22-24 Postbus 8 2990 AA Barendrecht +31 (0)180

Nadere informatie

NOx-emissiemeting conform SCIOS protocol

NOx-emissiemeting conform SCIOS protocol NOx emissiemeting Meting conform SCIOS protocol Toestel geplaatst bij: Naam bedrijf AAR Aircraft Component Services Adres Kruisweg 75 Postcode 2132 ND Plaats Hoofddorp Nadere aanduiding Referentie nummer

Nadere informatie

Leidraad CO 2. -monitoring

Leidraad CO 2. -monitoring Leidraad CO 2 -monitoring De Leidraad CO 2 -monitoring De Leidraad CO 2 -monitoring is een hulpmiddel bij het opzetten van de monitoringsplannen van bedrijfslocaties 1 die onder het systeem van CO 2 -emissiehandel

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 emissies 1 e semester 2012

Voortgangsrapportage 3 CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 emissies 1 e semester 2012 Voortgangsrapportage 3 CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 emissies 1 e semester 2012 BESIX Nederland Branch 19 november 2012 Definitief Error! Reference source not found. - i - BESIX Nederland Branch

Nadere informatie

CO 2 emissie inventarisatie Carbon Footprint Rapportage Q1.Q2-2015

CO 2 emissie inventarisatie Carbon Footprint Rapportage Q1.Q2-2015 CO 2 emissie inventarisatie Carbon Footprint Rapportage Q1.Q2-2015 Referentie : CO 2 prestatieladder 2.2-3.A.1 Revisie : 2.0 (correcties op 1.0) Datum : 20150901 Status : Definitief Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Energie management Actieplan

Energie management Actieplan Energie management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Doelstellingen...

Nadere informatie

Ruud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv

Ruud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv Van Empel Inspecties & Advisering bv Postbus 31 5570 AA BERGEIJK Tel: 0497-550506 Fax: 0497-550507 E-mail: info@vanempelinspecties.com Website: www.vanempelinspecties.com Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties

Nadere informatie

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk NOx reductie Oscar Moers en Max Breedijk Oscar Moers Afgestudeerd HTS Werktuigbouwkunde en HTS Technische Bedrijfskunde Werkzaam bij Elco Burners B.V. sinds 2006, eindverantwoordelijk voor service Elco

Nadere informatie

Evaluatie volumebepalingssysteem

Evaluatie volumebepalingssysteem Evaluatie volumebepalingssysteem 2012 Evaluatie Volumebepalingsysteem 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, openbaar gemaakt, opgeslagen in een gegevensopzoeksysteem

Nadere informatie

Groen-Punt Groep B.V.

Groen-Punt Groep B.V. CO2 Emissie-inventarisatie 2018 Project Woerden 12 maart 2019 Groen-Punt Groep B.V. Groen-aannemingsbedrijf Punt B.V. Groen Punt Uitzendorganisatie B.V. Chroomstraat 1d 3067 GN Rotterdam INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 Bijlage I TOELICHTING 17 Bijlage I : WKK ALS ALTERNATIEVE MAATREGEL 1. Inleiding Het plaatsen van een WKK-installatie is een energiebesparingsoptie die zowel

Nadere informatie

LINCON HEEFT NU OOK EEN GEVERIFIEERDE CO 2 FOOTPRINT!

LINCON HEEFT NU OOK EEN GEVERIFIEERDE CO 2 FOOTPRINT! LINCON HEEFT NU OOK EEN GEVERIFIEERDE CO 2 FOOTPRINT! Omschrijving Lincon BV Lincon is een ingenieursbureau met zijn wortels in de wereld van beton en betonconstructies. Het bedrijf bestaat al ruim 15

Nadere informatie

Beschrijving Energie Management Systeem

Beschrijving Energie Management Systeem Beschrijving Energie Management Systeem Januari 2018 Dit document beschrijft het Energie Management Systeem en het reductieplan voor realisatie van de energiereductie doelstellingen van V&M Elektrotechniek

Nadere informatie

3.B.2 Energie Management Actieplan

3.B.2 Energie Management Actieplan Inleiding B.V. is in 2012 gecertificeerd voor niveau 3 van de CO 2 -prestatieladder. Op basis van de uitkomsten uit de interne audits van 2012 en de vragen vanuit de markt, is een vervolgtraject gestart

Nadere informatie

Energie Kwailteitsmanagement systeem

Energie Kwailteitsmanagement systeem Energie Kwailteitsmanagement systeem (4.A.2) Colofon: Opgesteld : drs. M.J.C.H. de Ruijter paraaf: Gecontroleerd : W. van Houten paraaf: Vrijgegeven : W. van Houten paraaf: Datum : 1 april 2012 Energie

Nadere informatie

CO 2 Managementplan. Verwaal Transport. Lia Noordergraaf-Verwaal Autorisatiedatum: Versie: 1.0

CO 2 Managementplan. Verwaal Transport. Lia Noordergraaf-Verwaal Autorisatiedatum: Versie: 1.0 CO 2 Managementplan Verwaal Transport Auteur: Lia Noordergraaf-Verwaal Autorisatiedatum: 21-04-2016 Versie: 1.0 Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 Managementplan 2.C.2 & 3.B.2 Inhoud

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V.

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V. CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO 14064-1 Wepro Group B.V. Titel Pagina 4.1 Beschrijving van de rapporterende organisatie 3 4.2 Documentatie van de organisatiegrenzen 3 4.3 Emissie inventaris

Nadere informatie

Energiezorgsysteem. & energiemetering KRONOS EUROPE 18/10/2018. H. Stas

Energiezorgsysteem. & energiemetering KRONOS EUROPE 18/10/2018. H. Stas Energiezorgsysteem & energiemetering KRONOS EUROPE 18/10/2018 H. Stas Energiegebruik per jaar Totaal site: 1,900,000 GJ CO 2 uitstoot: 150,000 ton 2 Energie productie per jaar Stoom (21 bar): 200,000 ton

Nadere informatie

(Energie) management-actieplan

(Energie) management-actieplan (Energie) management-actieplan Eis 3.B.2 Barendrecht, Oktober 2013 Auteur: Sabine Droog Geaccordeerd door: Leo Droog Directeur Edwin Oudshoorn Bedrijfsleider/ MVO Verantwoordelijk Inhoud 1. Inleiding 3

Nadere informatie

Validatie CO2-reductiemodel Nuon warmtenetten Publieke samenvatting. TNO-rapport TNO 2018 R10435

Validatie CO2-reductiemodel Nuon warmtenetten Publieke samenvatting. TNO-rapport TNO 2018 R10435 TNO-rapport TNO 2018 R10435 Validatie CO2-reductiemodel Nuon warmtenetten 2017 Leeghwaterstraat 44 2628 CA Delft Postbus 6012 2600 JA Delft www.tno.nl T +31 88 866 22 00 Publieke samenvatting Datum 19

Nadere informatie

Aanvulling ISSO 39: definitie en monitoring van de SPF van bodemenergiesystemen

Aanvulling ISSO 39: definitie en monitoring van de SPF van bodemenergiesystemen Aanvulling ISSO 39: definitie en monitoring van de SPF van bodemenergiesystemen Normatieve teksten ISSO-kontaktgroep De heer ir. H.J. Broekhuizen De heer ing. A.W.F. Vlooswijk De heer ing. H.C. Roel (voorzitter)

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011 1. Auditplan 1) Doelstelling: Onderzoek: Grondslag: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van de producten zoals de fabrikant deze in zijn Declaration of Performance heeft omschreven

Nadere informatie

Workshop stookinstallaties Wim Burgers Rijkswaterstaat - InfoMil

Workshop stookinstallaties Wim Burgers Rijkswaterstaat - InfoMil Workshop stookinstallaties 2017 Wim Burgers Inhoud 1. Regelgeving 2014 2. Wijzigingen 2016 3. Wijzigingen 2017 2 Regelgeving 2014 (1) Vijf smaken voor emissie-eisen 1. Activiteitenbesluit hoofdstuk 5.2

Nadere informatie

Bijlage F Voorbeelden bepalingsprotocollen. Monitoringsprotocol voor bepaling van de VOS-emissies door puntbronnen in de chemie

Bijlage F Voorbeelden bepalingsprotocollen. Monitoringsprotocol voor bepaling van de VOS-emissies door puntbronnen in de chemie Bijlage F Voorbeelden bepalingsprotocollen Monitoringsprotocol voor bepaling van de VOS-emissies door puntbronnen in de chemie Inleiding In de Handreiking Validatie is een algemene methode opgenomen voor

Nadere informatie

CO2 prestatieladder Reductiebeleid en reductiedoelstellingen

CO2 prestatieladder Reductiebeleid en reductiedoelstellingen CO2 prestatieladder Reductiebeleid en doelstellingen Versie: Definitief Datum: februari 2015 Eis: 2.C.3 Westgaag 42b - 3155 DG Maasland Postbus 285-3140 AG Maassluis Telefoon: 010-5922888 Fax: 010-5918621

Nadere informatie

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. kalenderjaar 2011 en emissiehandel 2012

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. kalenderjaar 2011 en emissiehandel 2012 Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. kalenderjaar 2011 en emissiehandel 2012 Datum 20 december 2011 Status Definitief Pagina 1 van 1 Colofon Projectnaam Jaarlijkse vaststelling

Nadere informatie

Energiemanagement CO 2 -prestatie

Energiemanagement CO 2 -prestatie Energiemanagement 2016-2019 CO 2 -prestatie Van Rosmalen B.V. Weidestraat 7-B 5241 CA ROSMALEN tel. 073 523 26 32 M. info@vanrosmalenbv.nl www.vanrosmalenbv.nl Opgesteld d.d.: Sept 2017 Revisie: 001 Opgesteld

Nadere informatie

Energiemanagementplan Carbon Footprint

Energiemanagementplan Carbon Footprint Energiemanagementplan Carbon Footprint Rapportnummer : Energiemanagementplan (2011.001) Versie : 1.0 Datum vrijgave : 14 juli 2011 Klaver Infratechniek B.V. Pagina 1 van 10 Energiemanagementplan (2011.001)

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2010 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A.1

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2010 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A.1 3.A.1 CARBON FOOTPRINT -EMISSIE INVENTARIS DOCUMENTNAAM AUTEUR: VERSIE: DATUM: STATUS: CO2-VERSLAG 2010 Hakkers KAM -B- 12-09-11 DEFINITIEF AUTORISATIE OPGESTELD DOOR: Datum: 12-09-11 Paraaf: J. VAN LITH

Nadere informatie

Energie management actieplan 2015

Energie management actieplan 2015 Energie management actieplan 2015 Status: Definitief 3.B.1 en 3.B.2 Versie 2015/1 Uitgegeven door: Van Wijk Nieuwegein Copyright 2015 Van Wijk Nieuwegein Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen Arnold Maassen Holding BV Verslag energieaudit Verslag over het jaar 2014 G.R.M. Maassen Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Inventarisatie van energieverbruik en emissiebronnen... 3 3 Energieverbruik en CO 2 Footprint...

Nadere informatie

Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor verificatieactiviteiten in het kader van de Regeling hernieuwbare energie vervoer 2015

Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor verificatieactiviteiten in het kader van de Regeling hernieuwbare energie vervoer 2015 Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor verificatieactiviteiten in het kader van de Regeling hernieuwbare energie vervoer 2015 Documentcode: RvA-SAP-I005-NL Versie 4, 4-1-2016

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6.

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6. CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): A.C.A. Ham (Klaver Giant Groep

Nadere informatie

CO2 managementplan. Max Bögl

CO2 managementplan. Max Bögl CO2 managementplan Max Bögl Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Energie meetplan... 4 2.1 Planning meetmomenten... 4 2.2 Vergelijking met vergelijkbare organisaties... 5 3 Energiemanagement actieplan... 6 4 Stuurcyclus...

Nadere informatie

Energie Management Actieplan Conform 3.B.2

Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): Mevr. Marjan Giezen, CO₂-functionaris, PUK Benelux B.V. Marcel

Nadere informatie

Energie Management Actieplan Megaborn Traffic Development bv

Energie Management Actieplan Megaborn Traffic Development bv 2018 Opgesteld volgens handboek 3.0 van de CO 2 -prestatieladder : Status Kenmerk Definitief EMA-CO2-V0 Versie/revisie 0 Datum 26-02-2018 Opgesteld door Gecontroleerd door J.N. Liebrecht N.A. van Amstel

Nadere informatie

CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2. Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C. Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0

CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2. Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C. Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0 CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C Auteur: Coert van Maren Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0 CO 2 management plan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 1 Inhoud

Nadere informatie

CO 2 emissie inventaris 2017 en reductieplan project Krispijn, en project Stadspolders

CO 2 emissie inventaris 2017 en reductieplan project Krispijn, en project Stadspolders CO 2 emissie inventaris 2017 en reductieplan project Krispijn, en project Stadspolders Opgesteld door: R. Louis Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Huis ter Heideweg 4 3705 LZ Zeist Tel: 030-2436464

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen Schulte en Lestraden B.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van

Nadere informatie

Regelgeving stookinstallaties vernieuwd. NEN-Infodag 4 juni Wim Burgers InfoMil

Regelgeving stookinstallaties vernieuwd. NEN-Infodag 4 juni Wim Burgers InfoMil Regelgeving stookinstallaties vernieuwd NEN-Infodag 4 juni 2013 Wim Burgers InfoMil Inhoud 1. Tijdsbalk vernieuwde regelgeving stookinstallaties 2. Regelgeving 2013 3. Veranderingen meetverplichting 2

Nadere informatie

CO 2 Managementplan. Ruigrok Nederland. Autorisatiedatum: Versie: 1.1. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager:

CO 2 Managementplan. Ruigrok Nederland. Autorisatiedatum: Versie: 1.1. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 Managementplan Ruigrok Nederland Auteur: J.P.Hesp Autorisatiedatum: 30-11-2018 Versie: 1.1 Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 Managementplan 2.C.2 & 3.B.2 Inhoud INHOUD... 2

Nadere informatie

CO 2 managementplan. Jan Knijnenburg B.V. Auteur: Adviseur MVO Consultants. Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager

CO 2 managementplan. Jan Knijnenburg B.V. Auteur: Adviseur MVO Consultants. Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager CO 2 managementplan Jan Knijnenburg B.V. Auteur: Adviseur MVO Consultants Versie: 1.0 Datum: xx-xx-2015 Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Authorisatiedatum: Naam:.. Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE Dienst uitvoering en toezicht Energie - 1 /7 -.doc Inhoudsopgave 1. DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK...3 2. INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN...4 2.1. Tabel 1 gegevens producent

Nadere informatie

ENERGIEBEOORDELING P.C.

ENERGIEBEOORDELING P.C. ENERGIEBEOORDELING P.C. van der Wiel Datum audit: 28 mei 2018 Beoordeling uitgevoerd door: S.W.Zuiderveld (SWZ Consulting) en J. van Schooten Doorgenomen procedures: Energie management systeem conform

Nadere informatie

CO 2 inventarisatie 2014 - Q1 t/m Q4. Versie: 1.0, 13-1-2015

CO 2 inventarisatie 2014 - Q1 t/m Q4. Versie: 1.0, 13-1-2015 CO 2 inventarisatie 2014 - Q1 t/m Q4 Versie: 1.0, 13-1-2015 Inventory boundary Organizational boundaries voestalpine WBN assembleert en bouwt wisselconstructies voor, t.b.v. de railinfrastructuur. Het

Nadere informatie

CO 2 Reductie doelstellingen

CO 2 Reductie doelstellingen CO 2 Reductie doelstellingen J.M. de Wit Groenvoorziening BV Hazerswoude-Rijndijk 11 juni 2015 Marco Hoogenboom. Afdeling KAM Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave 0.0 Inhoud 1.0 Inleiding

Nadere informatie

Rapport 16 oktober 2014

Rapport 16 oktober 2014 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS SCOPE 1 EN 2 OVER 2014 AANEMINGSBEDRIJF VAN DER ZANDEN BV EN VAN DER ZANDEN MILIEU BV IN HET KADER VAN DE CO 2 -PRESTATIELADDER Rapport 16 oktober 2014 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 20 juli 2017 Versie : 0.10 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.10.docx Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie

Fabrikanten en Importeurs van Gas en Oliebranders

Fabrikanten en Importeurs van Gas en Oliebranders 1 Veilig nieuw aardgas verbranden Reactie van FIGO op de veranderende gassamenstelling 2 FIGO Fabrikanten en Importeurs van Gas en Oliebranders 1 3 Voorgestelde gassamenstelling Huidige gassamenstelling:

Nadere informatie