Vluchtschrift tparole

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vluchtschrift tparole"

Transcriptie

1 Vluchtschrift tparole Feiten en signalen signaux Oktober 2012 juni 2013 DOSSIER Gebroken families: de bescherming van de familie-eenheid van asielzoekers Mathieu Beys, Michèle Morel 1

2 Redactie: Mathieu Beys, Michèle Morel In samenwerking met: Benjamin Corhay, Anne Dussart, Florence Lobert, Matthias Vanhentenryk Verantwoordelijke uitgever : Gonzalo Dopchie Liefdadigheidstraat, Brussel Dit tijdschrift wordt gratis toegestuurd op eenvoudige aanvraag (via ; de gedrukteversie wordt voor de documentatiecentra en mensen zonder toegang tot Internetvoorbehouden).U kan met uw vragen voor informatie of voor een abonnement, suggesties enbemerkingen rond een artikel of de situatie van migranten in België, terecht bij MathieuBeys. m.beys@caritasint.be Tel.: 02/ Fax: 02/ (met vermelding t.a.v. Mathieu Beys ) De persoonlijke gegevens van onze abonnees (naam, voornaam, elektronisch - of postadres) worden door de vzw Caritas International (verantwoordelijk voor de verwerking) verwerkt met als doeleinde de verzending van dittijdschrift of eventueel van andere inlichtingen, die voor onze lezers van belang kunnen zijn. Krachtens de wetvan 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking vanpersoonsgegevens, hebben onze abonnees recht op toegang en op verbetering na aanvraag op het bovenvermeldeadres. Caritas International verplicht zich ertoe de persoonlijke gegevens niet ter beschikking te stellen vanderden. De artikelen van Vluchtschrift bevatten algemene informatie en moeten niet als het officiële strandpunt van devzw Caritas International beschouwd worden, behalve met uitdrukkelijke vermelding. De reproductie van Vluchtschrift wordt aangemoedigd als het tot een niet-commercieel doel dient en met bronvermelding. Ondanksde zorgvuldigheid van de redactie kunnen sommige berichten of inlichtingen achterhaald zijn op het moment datu die leest. De raadpleging van een specialist (advocaat of jurist) wordt sterk aangeraden voor alle vragen inverband met een individuele situatie. Noch de auteurs noch de Vzw Caritas International kunnen aansprakelijkgesteld worden voor de gevolgen van het gebruik van deze informatie. 2

3 INHOUDSTAFEL I. Familie-eenheid tijdens de asielprocedure... 6 I.1. Asielzoeker in een EU-land met familie in een ander EU-land: familie-eenheid op basis van de Dublinregeling tot bepaling van de verantwoordelijke lidstaat... 6 I.1.1. Verplichte gezinshereniging op basis van Dublincriteria... 6 A. Asielzoeker is niet-begeleide minderjarige met familieleden in andere lidstaat 7 B.Gezinslid van asielzoeker als vluchteling erkend... 8 C.Gezinslid van asielzoeker heeft hangende asielprocedure... 8 D.Scheiding voorkomen van gezin dat nog samen is... 8 E.Betekenis «gezinsleden»... 9 I.1.2. Extra bescherming van de familie-eenheid... 9 A.Verplichte familiehereniging op basis van afhankelijkheid van familieleden.. 10 a. Drie voorwaarden: b. Wie wordt beschouwd als «familieleden»? c. Wie moet afhankelijk zijn van wie? d. Waar moet de asielzoeker zich bevinden? e. Geen verzoek tot overname vereist B.Verplichte familiehereniging op basis van grondrechten van de asielzoeker a. Wie wordt beschouwd als «familieleden»? b. Geen verzoek tot overname vereist C.Mogelijke familiehereniging om humanitaire redenen I.2. Asielzoeker in een niet-eu-land met familie in een EU-land: mogelijkheid tot humanitair visum I.2.1. Het humanitair visum: een gunst maar geen recht I.2.2. Verplichting tot afleveren van humanitair visum bij risico op onmenselijke of vernederende behandelingen in herkomst- of transitland? II. Toekenning van bescherming op basis van de familie-eenheid II.1. Het principe van de familie-eenheid II.1.1. Toekenning van een «afgeleide» bescherming zonder persoonlijke vrees voor vervolging II.1.2. Familiehoofd en de kwestie van het geslacht

4 II.1.3. Noodzaak om de individuele vrees te onderzoeken indien deze bestaat II.1.4. Een recht voor elkeen of een gunst voor sommigen? II.2. De criteria voor toekenning van bescherming op basis van familie-eenheid 18 II.2.1. Een familielid hebben dat erkend vluchteling is of begunstigde van subsidiaire bescherming II.2.2. Een familieband aantonen met de begunstigde van de bescherming II.2.3. Ten laste zijn van de begunstigde van de bescherming II.2.4. Geen voorwerp uitmaken van de uitsluitingsclausule II.2.5. Dezelfde nationaliteit hebben als de erkende vluchteling? II.2.6. Indienen van de aanvraag kort na die van de erkende vluchteling? III. De voordelen van het principe van familie-eenheid in vergelijking met de procedure voor familiehereniging IV.Wie moet rekening houden met de familie-eenheid en het hoger belang van het kind? IV.1. Moeten de asielinstanties geen rekening houden met de bescherming van het familieleven? IV.2. Moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met het familieleven vóór het afleveren van een bevel tot verlaten van het grondgebied? V.Enkele praktische aanbevelingen aan sociaal werkers en advocaten om het familieleven van asielzoekers beter te beschermen en verdedigen V.1. Enkele suggesties voor de sociaal werkers V.2. Enkele suggesties voor de advocaten Conclusie

5 Gebroken families: de bescherming van de familie-eenheid van asielzoekers Mathieu Beys, Michèle Morel Het vluchtparcours van asielzoekers brengt vaak de scheiding van families met zich mee. Het gebeurt vaak dat een persoon op de vlucht zijn partner of kinderen achterlaat, uit noodzaak, op eisvan een smokkelaar of door onvoorziene omstandigheden, maar slechts zelden uit vrije wil. De sociaal werkers van Caritas International worden, zoals vele advocaten en praktijkwerkers, vaak geconfronteerd met situaties van gebroken families in de context van een hangende of afgesloten asielprocedure. Recentelijk kwam een Syrisch meisje van 6 jaar aan in België terwijl haar ouders vastzaten in Griekenland in zeer precaire omstandigheden, aan hun lot overgelaten door smokkelaars. In een ander dossiermoest een jong meisje zich verborgen houden op een eiland van de Egeïsche Zee terwijl haar moeder zich een weg baande doorheen Europa om bescherming aan te vragen in België. Met de aanhoudende oorlog in Syrië komen dergelijke dramatische situaties vaak voor. De Europese grenzen worden militair bewaakt, in het bijzonder door de activiteiten van het Europees agentschap Frontex, en worden steeds moeilijker over te steken, niet alleen voor de «irreguliere migranten» maar ook voor die personen die nood hebben aan bescherming. De reis wordt daardoor steeds risicovoller en de prijs die wordt betaald door hen die asiel willen aanvragen in de Europese Unie wordt steeds hoger. Door een gebrek aan middelen is het vaakonmogelijk om te vluchten met de hele familie. Sommigen blijven dus onvermijdelijk in het herkomstland of transitland, vaak in zeer precaire omstandigheden. Volgens het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) is «het behoud van de familie-eenheid een manier om een schijn van normaliteit te verzekeren in een leven dat voor het overige volledig ontworteld is» 1. Hoe kan men deze familie-eenheid bereiken? Er zijn eerst en vooral de procedures voor familiehereniging, die in essentie zijn uitgedacht om de familie-eenheid te beschermen. In de realiteit zijn deze procedures echter geen toereikende oplossing om ten minste twee redenen. Ten eerste zijn ze enkel toepasselijk op personen die reeds een stabiel verblijf in België hebben en laten ze dus niet toe de familie van asielzoekers te beschermen tijdens hun asielprocedure. Daarnaast creëren de procedures soms «onoverkomelijke obstakels voor familiehereniging», zoals het UNHCR sinds lang aanklaagt 2. In België stellen verschillende NGO s hetzelfde vast en vragen zonder succes tot op vandaag een versoepeling van de regels voor familieleden van Syriërs die de oorlog zijn ontvlucht 3. In dit dossier bespreken we verschillende mechanismen die toelaten de familie-eenheid van asielzoekers of begunstigden van bescherming (vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming) 1 UNHCR, Vragen betreffende de bescherming van de familie, 4 juni 1999, EC/49/SC/CRP.14, 15, 2 Ibid., Zie voornamelijk BCHV, «Visumaanvragen van familieleden van Syrische onderdanen die bescherming genieten in België», brief aan de Dienst Vreemdelingenzaken van 10 december 2012, 5

6 te herstellen of te behouden, buiten het kader van de procedures voor familiehereniging in de strikte zin, die vaak minder voordelig zijn (III). Eerst onderzoeken we de mogelijkheden om de familie te herenigen terwijl een asielaanvraag loopt (I). Het gaat in essentie over de complexe mechanismen van de Dublinregeling die Staten verplichten of toelaten de familie-eenheid van asielzoekers te beschermen. Vervolgens staan we stil bij de mogelijkheid om internationale bescherming te verkrijgen op basis van de toekenning van dezelfde bescherming aan een familielid (II). Kan men bijvoorbeeld als vluchteling worden erkend als een zus of een schoonmoeder het voordeel geniet van dit statuutin België? De lezer zal hierop een antwoord krijgen op basis van een analyse van rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV) en verscheidene concrete voorbeelden. Indien bepaalde familieleden een statuut hebben verkregen in het kader van de asielprocedure en sommige anderen afgewezen werden, kan dan zonder meer een bevel tot verlaten van het grondgebied (BVG) worden afgeleverd aan deze laatsten en de familie-eenheid aldus worden verbroken? Wat zijn de respectieve verantwoordelijkheden van de asielinstanties (CGVS en RVV) enerzijds, en de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) anderzijds? Op deze vragen worden mogelijke antwoordengegeven (IV), alvorens te besluiten met enkele praktische aanbevelingen ter attentie van sociaal werkers en advocaten (V). Dit werk is geschreven vanuit Belgisch perspectief. Het bekijkt met andere woorden de verschillende regels en mogelijkheden voor de bescherming van de familie-eenheid in België, waarbij zowel Belgische, Europese als internationale regelgeving aan bod komen. I. Familie-eenheid tijdens de asielprocedure In de context van een asielprocedure kunnen zich twee situaties voordoen. Enerzijds is het mogelijk dat een asielzoeker zich in een land van de Europese Unie bevindt terwijl een of meerdere van zijn of haar familieleden zich in een ander land van de Europese Unie bevinden. Anderzijds is het mogelijk dat de asielzoeker, die een of meerdere familieleden heeft in een EUland, zichzelf bevindt in een derde land, dus niet-eu-land. Beide situaties worden hieronder achtereenvolgens besproken. I.1. Asielzoeker in een EU-land met familie in een ander EU-land: familie-eenheid op basis van de Dublinregeling tot bepaling van de verantwoordelijke lidstaat I.1.1. Verplichte gezinshereniging op basis van Dublincriteria Op 18 februari 2003 werd door de Raad van Ministers van de Europese Unie de zogenaamde «Dublinverordening» aangenomen. 4 Deze Verordening stelt de criteria en instrumenten vast om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk of bevoegd is voor de behandeling van een 4 Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria eninstrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van eenasielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend. Publicatieblad Nr. L 050 van 25/02/2003 blz ; zie ons dossier De stand van zaken betreffende Dublin, Vluchtschrift juli september 2007, 6

7 asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten is ingediend. 5 De Verordening is van toepassing in alle EU-lidstaten, 6 alsook in Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein (30 landen in totaal). 7 Het doorslaggevend doel van de Dublinverordening is de snelle vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat op basis van een duidelijke en hanteerbare methode «teneinde de daadwerkelijke toegang tot de procedures voor het toekennen van de vluchtelingenstatus te waarborgen. 8 Het basisbeginsel is dat elk asielverzoek door één enkele lidstaat wordt behandeld. 9 Sinds 19 juli 2013 is een nieuwe verordening van kracht (de zogenaamde Dublin IIIverordening), maar deze zal pas van toepassing zijn op verzoeken tot bescherming ingediend vanaf 1 januari In wat volgt verwijzen we enkel naar de verordening van Op basis van deze overwegingen en doelstellingen werd een hiërarchisch gestructureerde verantwoordelijkheidsregeling opgesteld: een reeks criteria, gerangschikt in volgorde van belangrijkheid, ter bepaling van de verantwoordelijke lidstaat voor de behandeling van een asielverzoek (hierna de Dublincriteria ). 11 Het is duidelijk dat deze rangorde het principe van de familie-eenheid voorop stelt. Hieronder bespreken we niet alle Dublincriteria, maar alleen deze die de familie-eenheid betreffen. A. Asielzoeker is niet-begeleide minderjarige met familieleden in andere lidstaat Indien de asielzoeker een niet-begeleide minderjarige is, dan is de lidstaat waar een lid van zijn of haar gezin wettig verblijft verantwoordelijk voor de behandeling van zijn of haar asielaanvraag (voor zover dit in het belang van de minderjarige is). 12 Indien de niet-begeleide minderjarige asielzoeker geen wettig verblijvende gezinsleden heeft in een andere lidstaat, maar wel andere familiebanden heeft met personen die zich in een lidstaat bevinden en die voor hem kunnen zorgen, dan zijn de lidstaten verplicht de asielzoeker met deze 5 Artikel 1 Dublinverordening. 6 Denemarken inbegrepen, hoewel dit land gewoonlijk niet deelneemt aan de gemeenschappelijke asiel- en immigratiepolitiek, op basis van een specifiek akkoord (zie JOCE, L 66, 8 maart 2006, p. 38). 7 Artikel 29 Dublinverordening. 8 Punt 3 en 4 van de considerans van de Dublinverordening. 9 Artikel 3, lid 1, tweede volzin Dublinverordening. 10 Verordening nr. 624/2013 van het Europees parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend, PB L 180, 29 juni 2013, pp Artikelen 6-14 Dublinverordening. 12 Artikel 6, lid 1 Dublinverordening. Lid 2 van dit artikel stelt vervolgens dat, wanneer de minderjarige geen wettig verblijvende gezinsleden heeft in een lidstaat, de verantwoordelijkheid berust op de lidstaat waar de minderjarige zijn asielverzoek heeft ingediend. Wanneer de niet-begeleide minderjarige zonder wettig verblijvende familie in een lidstaat, asiel heeft aangevraagd in meer dan een lidstaat, dan is, volgens recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, die lidstaat verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag waar de meest recente aanvraag werd gedaan. Met andere woorden, deze minderjarigen mogen niet teruggezonden worden naar het land waar ze hun eerste asielaanvraag indienden. Deze redenering is gebaseerd op het hoger belang van het kind. Zie Europees Hof van Justitie, 6 juni 2013, zaak C-648/11, prejudiciële beslissing, The Queen tegen Secretary of State for the Home Department, 66. 7

8 familieleden te herenigen voor zover dit mogelijk is (en, opnieuw, voor zover dit in het belang van de minderjarige is). 13 De «familie» is dus een ruimer begrip dan het «gezin», dat hieronder wordt uitgelegd (onderdeel E.). B. Gezinslid van asielzoeker als vluchteling erkend Indien een gezinslid van de asielzoeker als vluchteling is erkend in een lidstaat, dan is deze lidstaat verantwoordelijk voor het asielverzoek van de asielzoeker, op voorwaarde dat de betrokkenen dat wensen en ongeacht of het gezin reeds in het land van oorsprong was gevormd. 14 Volgens de huidige stand van zaken heeft de asielzoeker geen recht op gezinshereniging met gezinsleden die subsidiaire bescherming genieten en in een andere lidstaat verblijven.dergelijke verplichting zal voor de lidstaten bestaan voor de verzoeken tot bescherming ingediend na 1 januari C. Gezinslid van asielzoeker heeft hangende asielprocedurein eerste aanleg Indien een gezinslid van de asielzoeker in een lidstaat een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen beslissing in eerste aanleg werd genomen, dan is deze lidstaat verantwoordelijk voor de asielaanvraag, op voorwaarde dat de betrokkenen dat wensen. 16 Indien reeds een beslissing in eerste aanleg is genomen, geldt deze bepaling dus niet. Om een hereniging van de familie te proberen verkrijgen in dergelijk geval, kan men zich beroepen op de «humanitaire clausule» of de «soevereiniteitsclausule» van de Dublinverordening (zie verder). D. Scheiding voorkomen van gezin dat nog samen is Indien meerdere leden van een gezin in dezelfde lidstaat gelijktijdig of met korte tussenpozen een asielverzoek indienen, en de toepassing van de Dublincriteria op hun situatie zou leiden tot een scheiding van de gezinsleden, dan zijn de lidstaten verplicht om het gezin bijeen te houden volgens de volgende twee regels: 17 In eerste instantie is de lidstaat die volgens de Dublincriteria verantwoordelijk is voor de overname van het grootste aantal gezinsleden, verantwoordelijk voor de asielaanvragen van alle gezinsleden. In tweede instantie, namelijk indien op grond van de eerste regel geen enkele lidstaat verantwoordelijk kan worden geacht, is de lidstaat die volgens de criteria 13 Artikel 15, lid 3 Dublinverordening. 14 Artikel 7 Dublinverordening. 15 Verordening nr. 624/2013 van het Europees parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend, artikel Artikel 8 Dublinverordening. 17 Artikel 14 Dublinverordening. 8

9 verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van het oudste lid van de groep, verantwoordelijk voor de behandeling van alle asielaanvragen. E. Betekenis «gezinsleden» Onder «gezinsleden» worden in de Dublinverordening de volgende leden van het gezin van de asielzoeker verstaan die zich op het grondgebied van een lidstaat bevinden, voor zover het gezin albestond in het land van herkomst: 18 De echtgenoot van de asielzoeker of de ongehuwde partner met wie een duurzame relatie wordt onderhouden, indien in de wetgeving of de praktijk van de betrokken lidstaat ongehuwde en gehuwde paren op een vergelijkbare manier worden behandeld in het kader van het vreemdelingenrecht. De minderjarige kinderen van paren zoals bedoeld onder het vorige punt, of van de asielzoeker, op voorwaarde dat zij ongehuwd en afhankelijk zijn en ongeacht of zij volgens de nationale wetgeving wettige, buitenechtelijke of geadopteerde kinderen zijn. De vader, moeder of voogd in het geval van een minderjarige en ongehuwde asielzoeker. Familieleden die niet als gezinsleden kunnen worden beschouwd kunnen toch familiehereniging verkrijgen indien er een situatie van afhankelijkheid bestaat van het ene familielid ten opzichte van het andere, of indien de grondrechten van de asielzoeker dit vereisen. Deze gevallen, waarin lidstaten dus eveneens verplicht zijn om familieleden te herenigen of bijeen te houden, worden hieronder besproken. I.1.2. Extra bescherming van de familie-eenheid Ondanks deze Dublincriteria die lidstaten verplichten om gezinnen te herenigen of bijeen te houden, is het in de praktijk mogelijk dat er zich toch nog gevallen voordoen waarin destrikte toepassing van de criteria resulteert in onaanvaardbare situaties van scheiding van familieleden.om ook in dergelijke situaties de familie-eenheid te beschermen bestaan er aanvullende verplichtingen alsook mogelijkheden voor lidstaten om familieleden te herenigen of bijeen te houden in het kader van een asielprocedure. Deze verplichtingen en mogelijkheden zijn vervat in de «humanitaire clausule» en de «soevereiniteitsclausule» van de Dublinverordening Artikel 2(i) Dublinverordening. 19 Artikel 15 en artikel 3, lid 2 van de Dublinverordening. 9

10 A. Verplichte familiehereniging op basis van afhankelijkheid van familieleden Op basis van de «humanitaire clausule» van de Dublinverordening, zijn lidstaten verplicht 20 om een asielzoeker en zijn familieleden bijeen te houden of te herenigen indien het ene familielid afhankelijk is van de hulp van het andere wegens een zwangerschap, een pasgeboren kind, een ernstige ziekte, een zware handicap of een hoge leeftijd, op voorwaarde dat er in het land van herkomst reeds familiebanden bestonden. 21 a. Drie voorwaarden: 22 (2) De familiebanden bestonden reeds in het land van herkomst. (3) Er bestaat een daadwerkelijke nood aan hulp omwille van een van de volgende situaties: a. Zwangerschap b. Pasgeboren kind c. Ernstige ziekte d. Zware handicap e. Hoge leeftijd (4) Het hulpverlenende familielid is werkelijk in staat die hulp te verlenen. b. Wie wordt beschouwd als «familieleden»? De term «familieleden»is veel ruimer dan de term «gezinsleden»,die wordt gebruikt in het kader van de gewone Dublincriteria. De verplichting van Staten om families te herenigen indien aan de voorwaarden is voldaan, bestaat dus ook wanneer de familiebanden minder nauw zijn dan bij «gezinsleden», zoals de banden tussen een vrouw en haar schoondochter, een vrouw en haar kleinkinderen, of ouders en hun meerderjarige kinderen. 23 c. Wie moet afhankelijk zijn van wie? Het maakt niet uit welk familielid afhankelijk is en welk familielid de hulp verleent. Lidstaten zijn verplicht om familieleden te herenigen of bijeen te houden zowel wanneer het de asielzoeker 20 Een lidstaat kan alleen in uitzonderlijke situaties weigeren om familieleden te herenigen. Een lidstaat die de verantwoordelijkheid voor een asielaanvraag niet op zich neemt hoewel er zich een hierboven beschreven situatie voordoet, moet daarvoor een bijzondere motivering kunnen voorleggen. Zie Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11, prejudiciële beslissing, K. tegen Bundesasylamt (federaal bestuur voor asielaangelegenheden), 46; Conclusie van Advocaat-Generaal V. Trstenjak, 27 juni 2012, zaak C-245/11 van het Europees Hof van Justitie, Artikel 15, lid 2 Dublinverordening; Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11, Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11, Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11,

11 is die afhankelijk is van de hulp van een familielid dat zich in een lidstaat bevindt, als wanneer het een familielid is dat afhankelijk is van de hulp van de asielzoeker. 24 d. Waar moet de asielzoeker zich bevinden? Het maakt niet uit of de asielzoeker zich op het grondgebied van de oorspronkelijk verantwoordelijke lidstaat bevindt of in de lidstaat waar hij wenst herenigd te worden of samen te blijven met zijn familieleden. In beide situaties bestaat er een verplichting voor Staten om families te herenigen of samen te houden. 25 e. Geen verzoek tot overname vereist Er is geen verzoek tot overname vereist van de ene aan de andere lidstaat opdat de laatstgenoemde lidstaat verplicht wordt om families te herenigen. Dus, wanneer de asielzoeker en een familielid die zich samen bevinden op het grondgebied van een lidstaat die op basis van de gewone Dublincriteria niet verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, kunnen bewijzen dat het ene familielid afhankelijk is van de hulp van het andere familielid omwille van een van de hierboven opgesomde redenen, dan mag die lidstaat deze situatie niet negeren door te wachten op een verzoek van de andere lidstaat die wel verantwoordelijk is op basis van de gewone Dublincriteria.De nieuw verantwoordelijke lidstaat moet de voorheen verantwoordelijke lidstaat wel in kennis stellen van de overgenomen verantwoordelijkheid. 26 B.Verplichte familiehereniging op basis van grondrechten van de asielzoeker Wanneer de grondrechten van de asielzoeker, neergelegd in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zouden geschonden worden door een lidstaat wanneer die lidstaat het asielverzoek niet zou behandelen maar overdragen aan een andere lidstaat (op basis van de Dublincriteria), dan is die 24 Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11, 32-36, alsook Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening nr. 343/2003, artikel 11, lid 1, dat artikel 15, lid 2 op deze manier uitlegt. Dit standpunt wordt niet gedeeld door de Advocaat-Generaal V. Trstenjak, die oordeelt dat deze bepaling enkel toepasselijk is op de situatie waarin de asielzoeker afhankelijk is van de hulp van het familielid, en niet andersom: Conclusie van Advocaat-Generaal V. Trstenjak, 27 juni 2012, zaak C- 245/11 van het Europees Hof van Justitie, De Advocaat-Generaal merkt onder andere op dat Verordening (EG) nr. 1560/2003 een uitvoeringsverordening is en dus de bepalingen van de basisverordening alleen maar kan aanvullen of verduidelijken, maar niet wezenlijk wijzigen. Het standpunt van het Hof van Justitie is met andere woorden voordeliger voor de asielzoeker en de bescherming van de familie-eenheid dan het standpunt van de Advocaat-Generaal. 25 Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11, Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11, Volgens het Hof van Justitie zou wachten op een overnameverzoek de procedure tot bepaling van de verantwoordelijke lidstaat nutteloos verlengen. De snelle behandeling van asielaanvragen, een basisdoelstelling van de Dublinverordening, vereist dat de ene lidstaat automatisch verantwoordelijk wordt voor de asielaanvraag eens aan de voorwaarden van artikel 15, lid 2 van de Verordening is voldaan, ook zonder verzoek vanwege de andere lidstaat. 11

12 eerstgenoemde lidstaat verplicht om zelf het asielverzoek te behandelen. 27 In de familiecontext gaat het om een mogelijke schending van het recht op privé-, familie- en gezinsleven. 28 Een scheiding van familieleden leidt niet automatisch tot een schending van het recht op familieleven. 29 Er moet altijd een afweging gemaakt worden tussen de belangen van de familie enerzijds (de bescherming van de familie-eenheid), en de belangen van de Staten anderzijds (strikte toepassing van de Dublincriteria). Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens was bijvoorbeeld van mening dat een scheiding van een koppel gedurende 5 jaren een schending uitmaakte van het recht op familieleven, op basis van de redenering dat «de voordelige gevolgen van het systeem [van spreiding van asielzoekers over de Zwitserse kantons] voor de Staat ( ) minder zwaar doorwegen, in de afweging van belangen, dan de privébelangen van de verzoekster». 30 Relevante elementen in de beoordeling van de situatie zijn bijvoorbeeld de duur van de scheiding en de eventuele bijzondere kwetsbaarheid van de asielzoeker. a. Wie wordt beschouwd als «familieleden»? Het recht op familieleven beschermt ruimere familiebanden dan diegene die bestaan tussen «gezinsleden» zoals gebruikt in het kader van de gewone Dublincriteria. De verplichting van Staten om families bijeen te houden indien het recht op familieleven van de asielzoeker dit vereist, bestaat dus bijvoorbeeld ook in het geval van een familieband tussen een vrouw en haar schoondochter, een vrouw en haar kleinkinderen, of ouders en hun meerderjarige kinderen. 31 b.geen verzoek tot overname vereist Een expliciet verzoek tot overname vanwege de oorspronkelijk verantwoordelijke lidstaat is in deze gevallen niet vereist. De nieuw verantwoordelijke lidstaat voor de behandeling van de asielaanvraag moet de andere lidstaat wel op de hoogte stellen van de situatie Conclusie van Advocaat-Generaal V. Trstenjak, 27 juni 2012, zaak C-245/11 van het Europees Hof van Justitie, 77 en 85. Zie ook Europees Hof van Justitie, 21 december 2011, N.S. tegen Secretary of State for the Home Department, zaak C-411/10; en Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 21 januari 2011, nr /09, M.S.S tegen België en Griekenland. 28 Artikel 7 Handvest van de Grondrechten van de EU; artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. 29 Conclusie van Advocaat-Generaal V. Trstenjak, 27 juni 2012, zaak C-245/11 van het Europees Hof van Justitie, 75, alsook het arrest N.S. e.a. tegen Secretary of State for the Home Department van het Europees Hof van Justitie, 21 december 2011, zaak C-411/10, 77. De advocaat kan het recht op familieleven inroepen samen met de humanitaire clausule of de soevereiniteitsclausule van de Dublinverordening (artikel 7 van het Handvest van de Grondrechten van de EU, artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, artikel 15, lid 1 van de Dublinverordening en artikel 3, lid 2 van de Dublinverordening). Het is aan te raden ook verwijzing te maken naar de zaak K. tegen Bundesasylamt van het Europees Hof van Justitie voor de interpretatie van en relatie tussen de genoemde bepalingen. 30 Europees Hof voor de Rechten van de Mens, MengeshaKimfe tegen Zwitserland, 29 juli 2010, nr /05, Europees Hof van Justitie, 6 november 2012, zaak C-245/11, 38-41; Conclusie van Advocaat-Generaal V. Trstenjak, 27 juni 2012, zaak C-245/11 van het Europees Hof van Justitie, Conclusie van Advocaat-Generaal V. Trstenjak, 27 juni 2012, zaak C-245/11 van het Europees Hof van Justitie,

13 C. Mogelijke familiehereniging om humanitaire redenen Een asielzoeker die zich niet kan beroepen op de gewone Dublincriteria, een situatie van afhankelijkheid of op het recht op familieleven om te worden herenigd met of niet te worden gescheiden van zijn familieleden, heeft mogelijks nog een laatste uitweg. Op verzoek van de lidstaat die op basis van de Dublincriteria verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, 33 kan een andere lidstaat (maar hij moet niet) 34 om humanitaire redenen en met instemming van de familieleden beslissen om de asielaanvraag over te nemen en zo de asielzoeker te herenigen met zijn gezinsleden of andere (verdere) afhankelijke familieleden. 35 Deze mogelijkheid tot familiehereniging is gebaseerd op de humanitaire clausule van de Dublinverordening. Daarnaast kan elke lidstaat (zonder verplichting), ook zonder voorafgaand verzoek van de op basis van de Dublincriteria verantwoordelijke lidstaat, 36 een asielaanvraag van een derdelander die bij hem is ingediend, behandelen. 37 Deze mogelijkheid bestaat op grond van de soevereiniteitsclausule van de Dublinverordening. Het verschil met de humanitaire clausule is dat de soevereiniteitsclausule slechts kan worden ingeroepen door een lidstaat wanneer de asielzoeker reeds een asielaanvraag heeft gedaan in die lidstaat. 38 I.2. Asielzoeker in een niet-eu-land met familie in een EU-land: mogelijkheid tothumanitair visum Wanneer de asielzoeker zich bevindt in een land buiten de Europese Unie (enbuiten Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein) terwijl zijn familieleden wel verblijven in een EU-land (of in Noorwegen, IJsland, Zwitserland of Liechtenstein), dan kan hij zich niet beroepen op de Dublinregeling om familiehereniging te bekomen. Dit is evenzeer het geval wanneer de asielzoeker zich bevindt in een EU-land (of een van de vier andere Dublin-lidstaten) waar de effectieve toegang tot de asielprocedure (een voorwaarde voor de toepassing van de Dublinregeling) niet is gegarandeerd, bijvoorbeeld in Griekenland. In dergelijke gevallen kan de 33 Lidstaten kunnen niet zonder meer beslissen om een asielaanvraag over te nemen met het oog op familiehereniging zonder dat hen daartoe een verzoek is gericht door de op basis van de Dublincriteria verantwoordelijke lidstaat. Dit volgt duidelijk uit de tekst van artikel 15, lid 1 van de Dublinverordening. 34 Hof van Justitie, 6 november 2012, C-245/11, 27. Dit volgt ook duidelijk uit de tekst van artikel 15, lid 1 van de Dublinverordening. 35 Artikel 15, lid 1 Dublinverordening. 36 De eerstgenoemde Staat moet de andere lidstaat wel op de hoogte brengen van deze overgenomen verantwoordelijkheid. 37 Artikel 3, lid 2 Dublinverordening. Terwijl de humanitaire clausule enkel kan worden ingeroepen op humanitaire gronden, waaronder familiebanden, kan de soevereiniteitsclausule daarnaast ook ingeroepen worden om politieke of praktische redenen: Conclusie van Advocaat-Generaal V. Trstenjak, 27 juni 2012, zaak C-245/11 van het Europees Hof van Justitie, 30 en en Voorstel van de Europese Commissie voor een verordening van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend, COM(2001) 447 def., toelichting op artikel Artikel 3, lid 2 Dublinverordening stelt expliciet dat «elke lidstaat een bij hem ingediend asielverzoek van een onderdaan van een derde land» kan behandelen (eigen nadruk). 13

14 asielzoekerwel een aanvraag doen tot het verkrijgen van een humanitair visum bij de Belgische ambassade of consulaat in het land waar hij verblijft. 39 I.2.1. Het humanitair visum: een gunst maar geen recht Een humanitair visum is in principe geen recht maar een gunst. De Dienst Vreemdelingenzaken beoordeelt elk dossier op individuele basis. Een geval waarin een humanitair visum zou kunnen worden toegekend is de situatie van een meerderjarig kind dat alleen is achtergebleven in een niet-eu-land, terwijl zijn hele familie het vluchtelingenstatuut of de subsidiaire bescherming heeft verkregen in België. Eenmaal in België met een humanitair visum kan het familielid in principe het voordeel genieten van een lang verblijf (meestal één jaar, verlengbaar), wat hem niet verhindert een asielaanvraag in te dienen om persoonlijke redenen of op basis van het principe van familie-eenheid (zie verder). Familiehereniging bekomen via een humanitair visum is veel moeilijker en vergt meer formaliteiten dan wanneer de asielzoeker via de Dublinregeling kan worden herenigd met zijn familie. De praktijk toont dat België slechts uitzonderlijk een humanitair visum aflevert. Het blijkt bijvoorbeeld geen evidentie voor familieleden van Syriërs die bescherming hebben verkregen in België. I.2.2. Verplichting tot afleveren van humanitair visum bij risico op onmenselijke of vernederende behandelingen in herkomst- of transitland? Wanneer het humanitair visum geweigerd wordt, kan een beroep tot schorsing en annulatie worden ingediend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV). Als de leden van de familie 40 aantonen dat zij een moeilijk te herstellen ernstig nadeel ondergaan (of een ernstig risico daarop lopen), in het bijzonder onmenselijke of vernederende behandelingen, in het herkomst- of transitland, omwille van de weigering van het visum (humanitair of familiehereniging), dan kan de RVV de beslissing in uiterst dringende noodzakelijkheid schorsen. De RVV zou de Dienst Vreemdelingenzaken kunnen opdragen een visum af te leveren bij wijze van dringende voorlopige maatregelen, maar weigert dit te doen tot op vandaag 41. In de 39 Artikel 9 Belgische Vreemdelingenwet van 15 december Het eenvoudige feit van de toekenning van subsidiaire bescherming aan de echtgenoot één jaar voordien omwille van willekeurig geweld, volstaat niet: men moet een ernstig nadeel en de uiterst dringende noodzakelijkheid kunnen aantonen in de concrete situatie (RVV nr van 25 mei 2012; RVV nr van 7 september 2012; RVV nr van 17 december 2012). 41 De RVV (in het bijzonder nr van 31 januari 2012, 4.2) is van mening dat zij de appreciatiebevoegdheid van de administratie niet kan schenden (op basis van het werkstuk van Michel LEROY, Contentieux administratif, 4 de editie, p. 899). Nochtans had de Raad van State de Dienst Vreemdelingenzaken reeds opgedragen een visum uit te vaardigen als voorlopige maatregel «er van uitgaand dat de uitvaardiging van een toekenning van beperkt verblijf voor drie maanden de verzoekers toelaat zich te onttrekken aan het ingeroepen risico van een moeilijk te herstellen 14

15 praktijk verplicht de RVV de Dienst Vreemdelingenzaken om een nieuwe beslissing te nemen binnen een zeer korte termijn (bijvoorbeeld 5 dagen), hetgeen zich in praktijk meestal vertaalt in de aflevering van een visum. De RVV heeft bijvoorbeeld een visumweigering geschorst en de Dienst Vreemdelingenzaken opgedragen een nieuwe beslissing te nemen binnen de 5 dagen met betrekking tot: - de vrouw en kinderen van een Irakees die de subsidiaire bescherming in België heeft verkregen, omdat hun verlengd verblijf in Damas (Syrië) in 2012 het risico inhield dat ze zouden blootgesteld worden aan gewelddaden, in het bijzonder omwille van de onderdrukking van de betogingen met vuurwapens; 42 - een bejaarde en zieke Irakesevrouw wiens zoon als vluchteling is erkend in België en wiens man en schoondochter werden vermoord in Irak, en die alleen in Damas verbleef terwijl de andere familieleden een visum voor familiehereniging hebben kunnen verkrijgen; 43 - een vrouw en de drie kinderen van een Irakees die de subsidiaire bescherming heeft verkregen, die aantoont dat ze in gevaar verkeren in Bagdad omdat ze sjiiet zijn, na een golf van aanslagen gericht tegen de sjiieten; 44 - de man en drie kinderen van een Somalische vrouw, erkend vluchteling in België, omdat ze in zeer precaire omstandigheden leefden in een vluchtelingenkamp in Kenia, waar de kinderen niet naar school gaan en het meisje het risico loopt op genitale verminking; 45 - de moeder van een kind dat zich in België bevindt met een ernstige ziekte, op basis van een medisch certificaat dat aantoont dat de afwezigheid van de moeder de kans op genezing in gevaar brengt. 46 II. Toekenning van bescherming op basis van de familie-eenheid II.1. Het principe van de familie-eenheid II.1.1. Toekenning van een «afgeleide» bescherming zonder persoonlijke vrees voor vervolging Volgens de definitie gegeven door de RVV kan«de toepassing van het principe van de familieeenheid ( ) een uitbreiding van de internationale bescherming met zich meebrengen ten voordele van personen aan wie geen bewijs wordt gevraagd van persoonlijke redenen voor vervolgingsvrees» en moet dit principe begrepen worden «als een vorm van afgeleide ernstig nadeel, terwijl de administratie de mogelijkheid behoudt om de aanvraag tot gezinshereniging te behandelen volgens de normale voorwaarden» (RvSt nr van 4 mei 2005). Het is straf te bemerken dat de magistraat die dit arrest van de Raad van State heeft geveld niemand minder dan Michel Leroy was RVV nr van 20 januari Zie ook RVV (3 rechters) nr van 9 februari 2012, RVV nr van 28 februari 2012 (de RVV heeft deze visumweigeringen geannuleerd bij arrest nr van 29 juni 2012) en RVV nr van 22 februari RVV nr van 31 mei RVV nr van 26 oktober RVV nr van 16 maart 2012 (er moet worden opgemerkt dat de RVV toestaat deze zaak te behandelen in uiterst dringende noodzakelijkheid terwijl het verzoek meer dan drie maanden na het notifiëren van de beslissing tot weigering van het visum werd ingediend). 46 RVV nr van 31 januari

16 bescherming, als gevolg van de kwetsbare situatie waarin zij zich bevinden omwille van het gedwongen vertrek van hun echtgenoot of echtgenote of hun natuurlijke beschermer». 47 Volgens het UNHCR«verkrijgen de familieleden die ten laste zijn van» het hoofd van de familie, dat erkend is als vluchteling,«normaliter het vluchtelingenstatuut». 48 De familieledenvan wie het «hoofd» erkend vluchteling is genieten aldus normaliter dezelfde bescherming zonder een individuele vrees voor vervolging te moeten staven. 49 II.1.2. Familiehoofd en de kwestie van het geslacht Het «familiehoofd» kan de man of de vrouw zijn, de moeder of de vader,of zelfs andere familieleden.men moet er op letten dat men niet automatisch, ook niet onbewust, de man altijd beschouwt als diegene in wiens hoofde de voornaamste redenen bestaan voor de asielaanvraag, terwijl dit niet steeds het geval is. 50 De RVV heeft bijvoorbeeld al eens de subsidiaire bescherming toegekend aan de man van een vrouw die deze bescherming had verkregen op grond van een gewelddadige aanval met zuur. 51 II.1.3. Noodzaak om de individuele vrees te onderzoeken indien deze bestaat Het principe van de familie-eenheid laat een persoon toe om het vluchtelingenstatuut «zijdelings» te verkrijgen terwijl die persoon op zichzelf niet voldoet aan de vluchtelingendefinitie van het Vluchtelingenverdrag van Anderzijds staat dit principe het de asielinstanties niet toe om de aanvragen tot bescherming automatisch te weigeren onder het voorwendsel dat het principe van familie-eenheid niet toepasselijk is.met andere woorden, elk lid van de familie moet de mogelijkheid hebben om zijn eigen asielaanvraag te doen als hij daar redenen voor heeft 52. En deze redenen kunnen uiteraard in het bijzonder gebaseerd zijn op de 47 Zie bijvoorbeeld RVV nr van 29 juni 2010, UNHCR, Handboek betreffende procedures en criteria, 181. Dit principe komt voor in de Slotakte van de Conferentie die het Vluchtelingenverdrag van 1951 heeft aangenomen, en die «overheden aanbeveelt de nodige maatregelen te nemen voor de bescherming van de familie van de vluchteling en in het bijzonder om ( ) het behoud van de familie-eenheid van de vluchteling te verzekeren, voornamelijk in het geval waarin het familiehoofd aan de gestelde voorwaarden voor zijn toelating tot een land heeft voldaan» (Aanbeveling B). 49 UNHCR, Vragen betreffende de bescherming van de familie, 4 juni 1999, EC/49/SC/CRP.14, 9. Een beslissing van de RVV beweert ten onrechte volgens ons dat de toepassing van het principe van familie-eenheid afhangt van de kwestie van de geloofwaardigheid en het aantonen van gebeurtenissen, ingeroepen door een persoon wiens moeder en zus tien jaar voordien als vluchteling waren erkend (RVV nr van 25 september 2012, 4.4, 4.11). De toepassing van het principe van familie-eenheid afhankelijk stellen van het geloofwaardig bewijs van persoonlijke vrees slaat nergens op, omdat dit principe net dient om bescherming te verlenen onder bepaalde voorwaarden aan een familielid dat geen persoonlijke vrees aantoont. In dat geval doet de DVZ geen onderzoek van haar voorwaarden (ze onderzoekt bijvoorbeeld niet of een persoon ten laste is van haar moeder en zus). 50 UNHCR, Vragen betreffende de bescherming van de familie, 4 juni 1999, EC/49/SC/CRP.14, 11; UNHCR, Bescherming van familie: uitdagingen in het implementeren van het beleid in de context van hervestiging, juni 2001, RVV nr van 8 februari 2010, samenvatting aangehaald in het overzicht van rechtspraak van de RVV, p UNHCR, Vragen betreffende de bescherming van de familie, 4 juni 1999, EC/49/SC/CRP.14, 10 et 27 iv). 16

17 erkenning van een familielid 53. Met andere woorden, het principe van familie-eenheid speelt in het voordeel van personen ten laste, maar niet in hun nadeel 54. Een voorbeeld verduidelijkt dit. Het principe van familie-eenheid wordt geweigerd aan een asielzoekster wiens zoon erkend vluchteling is in België omdat zij niet kan bewijzen dat ze ten laste is van haar zoon. Daarentegen merkt de RVV op dat meerdere leden van haar familie en schoonfamilie ernstige vervolging hebben ondergaan in Rwanda en dat het «waarschijnlijk[is] dat deze vervolging voornamelijk haar oorsprong vindt in het feit dat de slachtoffers behoorden tot de familie van haar man [die in asielprocedure is in Frankrijk] die belangrijke politieke en administratieve functies heeft uitgeoefend onder het regime van president Habyarimana, en wie dus beschouwd wordt als een politiek tegenstander van het actuele regime in Rwanda».Dit laat deze persoon toe om erkend te worden, niet alleen omwille van de erkenning van haar zoon, maar omdat «zij in het geval van terugkeer naar Rwanda terecht vreest te worden vervolgd door de nationale autoriteiten omwille van het feit dat ze behoort tot de sociale groep van de familie van een politiek tegenstander» 55. Voor de praktijkwerkers is het dus belangrijk om altijd elk lid van de familie,bij voorkeur afzonderlijk,te bevragen, om vast te stellen of zij geen persoonlijke redenen kunnen doen gelden voor een asielaanvraag. Een vrouw die in eerste instantie verklaart dat ze nooit problemen heeft gehad in haar land en dat ze enkel haar man volgt, zou bijvoorbeeld kunnen behoren tot een familie, een religie of een sociale groep die risico loopt op vervolging, onafhankelijk van het koppel. II.1.4. Een recht voor elkeen of een gunst voor sommigen? Het principe van familie-eenheid wordt door de auteurs van het Vluchtelingenverdrag van Genève van 1951 beschouwd als «een essentieel recht van de vluchteling» 56.De uitdrukking is misleidend, want volgens de huidige stand van het recht kunnen we niet stellen dat de Staat de verplichting heeft om het vluchtelingenstatuut toe te kennen aan een persoon enkel en alleen omdat een familielid reeds erkend vluchteling is 57. In de praktijk van de Belgische asielinstanties 53 De «kwalificatierichtlijn» erkent uitdrukkelijk dat «de familieleden, door het feit van hun band met de vluchteling, over het algemeen een risico lopen om blootgesteld te worden aan vervolgingsdaden die mogelijks de toekenning van het vluchtelingenstatuut rechtvaardigen» (Richtlijn 2004/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004, 27ste considerans). 54 UNHCR, Handboek betreffende procedures en criteria, RVV (3 rechters), nr van 20 oktober 2011, Slotakte van de Conferentie die het Vluchtelingenverdrag van 1951, aanbeveling B; UNHCR, Handboek betreffende procedures en criteria, 185 ; UNHCR, Vragen betreffende de bescherming van de familie, 4 juni 1999, EC/49/SC/CRP.14, De Raad van State stelt in dit verband het volgende: «zelfs in de veronderstelling dat de aanbeveling van de conferentie [die het Vluchtelingenverdrag van Genève van 1951 heeft aangenomen] ( ) een dwingende natuur heeft in België, heeft ze niet tot gevolg dat de bevoegde autoriteiten verplicht zijn een persoon als vluchteling te erkennen om het eenvoudige feit dat dit statuut toegekend werd aan een familielid» (RvSt nr van 17 november 2009). Een bepaald arrest van de Raad van State (RvStnr van 22 april 2003) wordt vaak ingeroepen om het idee te ondersteunen dat het principe van familie-eenheid geen recht is omdat het niet is ingeschreven in de tekst van het Verdrag van Niettemin moet de reikwijdte van dit arrest beperkt worden want het limiteert zich tot het bevestigen van de weigering tot toekenning van het vluchtelingenstatuut aan een persoon omdat de situatie in het herkomstland substantieel gewijzigd was sinds de erkenning van de twee broers. De 17

18 wordt het principe soms quasi-automatisch toegepast alsof het om een recht ging, namelijk wanneer de leden van het kerngezin hun asielaanvraag linken aan die van de voornaamste asielzoeker 58, terwijl het in andere gevallen als gunst wordt beschouwd II.2. De criteria voor toekenning van bescherming op basis van familie-eenheid Er bestaat geen bindende lijst van criteria waaraan de toekenning van het vluchtelingenstatuut op basis van familie-eenheid wordt gekoppeld. Een analyse van de rechtspraak van de RVV laat ons wel toe bepaalde voorwaarden te identificeren, waarvan er vier telkens terugkomen en twee vaak gebruikt worden maar betwistbaar zijn. De wijze waarop deze voorwaarden worden toegepast en de mate waarin de rechters eisen dat deze zijn voldaan kunnen variëren per individueel geval. De hier gegeven voorbeelden laten toe bepaalde tendensen te illustreren maar zijn soms zeer specifiek. Het moet hier worden herhaald dat praktijkwerkers de bestaande rechtspraak uiteraard kunnen inroepen om een dossier te ondersteunen, maar dat niets de rechters verplicht om bescherming toe te kennen alleen omdat een collega het in een vorige, vergelijkbare zaak heeft gedaan. II.2.1. Een familielid hebben dat erkend vluchteling is of begunstigde van subsidiaire bescherming Om een «afgeleide» bescherming te verkrijgen op basis van het principe van familie-eenheid, moet er logischerwijs een familielid zijn die geniet van het vluchtelingenstatuut 59 of de subsidiaire bescherming 60. Deze erkenning kan plaatsvinden op hetzelfde moment of meerdere jaren terug verkregen zijn. voorwaarden voor toepassing van het principe van familie-eenheid, zoals de vraag of de persoon ten laste was van de broers, werden niet onderzocht. 58 De RVV beperkt zich er bijvoorbeeld toe vast te stellen dat «de verzoeker de band met de moeder heeft aangetoond die haar verenigt met Meneer [erkend vluchteling bij beslissing van dezelfde dag], en niets zich er tegen verzet dat zij het voordeel van de toepassing van het principe geniet» (RVV nr van 29 juni 2010, 4.4). Voor de Franstalige Raad van State «legt dit algemeen rechtsbeginsel, toepasselijk op vluchtelingen, wat in het bijzonder voortkomt uit bepalingen van het Verdrag van Genève, op dat, met het oog op het absoluut verzekeren aan vluchtelingen van de bescherming voorzien door het voormelde verdrag, hetzelfde statuut wordt toegekend aan de persoon van dezelfde nationaliteit die verenigd was met een vluchteling via een huwelijk op het moment waarop deze zijn erkenning heeft aangevraagd, alsook aan minderjarige kinderen van deze vluchteling» (RvSt Fr. Nr , 23 februari 2009, 59 Een persoon wiens ouders zich in België bevinden zonder als vluchteling te zijn erkend kan logischerwijze niet van het voordeel genieten van het principe van familie-eenheid (RVV nr van 16 juni 2011, 3.6). De vader van een Belgisch kind kan uiteraard niet als vluchteling worden erkend om deze reden (RVV nr van 15 juli 2011, 2.6). 60 Voor een recent geval, zie RVV nr van 10 april 2013, 2.5. In het vervolgdeel van de tekst van punt II beperkt men zich er toe de «erkende vluchteling» te vermelden, waarbij men dus eveneens de begunstigde van subsidiaire bescherming bedoelt. 18

19 II.2.2. Een familieband aantonen met de begunstigde van de bescherming De persoon die bescherming verzoekt op basis van familie-eenheid, moet zijn familieband aantonen met de erkende vluchteling of subsidiair beschermde. De RVV heeft bijvoorbeeld bescherming geweigerd aan: - een verzoekster die beweert dat ze de zus is van twee personen (die ze voorstelt als haar broer en zus) die het vluchtelingenstatuut 10 jaar vroeger hebben verkregen, zonder het bewijs te leveren van haar verwantschapsband met hen en terwijl ze ernstige tegenstrijdigheden vertelt met hun verhaal 61 ; - een meerderjarige verzoeker die beweert dat «al zijn familieleden»erkend zijn als vluchteling in België, zonder hen te identificeren 62 ; - een vrouw wiens aanvraag tot familiehereniging met een erkende vluchteling in België geweigerd werd op basis van verdenking van schijnhuwelijk, zonder dat ze deze weigering heeft aangevochten 63. Welke familieleden kunnen bescherming verkrijgen op basis van het principe van familieeenheid?er bestaat geen exhaustieve lijst. Het is duidelijk dat het principe de leden van het «kerngezin» dekt (man, vrouw en minderjarige kinderen). Het is niet noodzakelijk dat men officieel gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft om het voordeel te genieten van de bescherming. Het UNHCR is van mening dat «de koppels die werkelijk verloofd zijn, die traditioneel gehuwd zijn of die sinds lange tijd samenwonen worden beschouwd ( ) als zijnde een familie met het oog op de herinstallatie» 64. Meerderjarige kinderen genieten het voordeel van de bescherming indien ze ten laste zijn van hun ouders 65. In bepaalde gevallen kunnen ook leden van de uitgebreide familie (ouders, broers, zussen, nonkels, tantes, neven en nichten, geadopteerde kinderen ) in aanmerking komen in functie van de culturele context en de specifieke situatie. Volgens het UNHCR zou met affectieve banden en banden van afhankelijkheid op dezelfde manier rekening moeten worden gehouden als met officiële of biologische titels van familiebanden 66. Het overleggen van officiële documenten die de familieband aantonen wordt niet systematisch vereist. In de praktijk heeft de RVV reeds bescherming verleend op basis van de familie-eenheid aan: 61 RVV nr van 8 juli 2008, RVV nr van 12 januari 2011, 3.3, RVV nr van 25 april 2013, 2.6. en UNHCR, Vragen betreffende de bescherming van de familie, 4 juni 1999, EC/49/SC/CRP.14, 3, noot UNHCR, Bescherming van familie: uitdagingen in het implementeren van beleid in de context van resettlement, juni 2001, 21, 66 UNHCR, Bescherming van familie: uitdagingen in het implementeren van beleid in de context van resettlement, juni 2001, 1 c), 10-12, 46, Het UNHCR betreurt de beperkte definitie van de familie aangenomen door de kwalificatierichtlijn en moedigt Staten aan een statuut te verlenen aan leden van de uitgebreide familie die ten laste zijn, in overeenstemming met het recht op familieleven vastgelegd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (UNHCR, UNHCR AnnotatedComments on the EC Council Directive 2004/83/EC of 29 April 2004 on Minimum Standards for the Qualificationand Status of Third Country Nationals or Stateless Persons as Refugees or as Persons WhoOtherwiseNeed International Protectionand the Content of the ProtectionGranted (OJ L 304/12 of ), 28 januari 2005, art

20 - een ongehuwde partner van een 3 jaar voordien erkende vluchteling in België 67 ; - het minderjarige zusje van een erkende broer die haar enige natuurlijke beschermer is 68 ; - een nicht die haar familieband aantoont met een familiesamenstelling opgesteld door een tante in tempore non suspectoop het moment van haar asielaanvraag 8 jaar voordien en een samenstelling van het huidige huishouden door de gemeente 69 ; - de meerderjarige gehandicapte zoon en de schoondochter van ouders die erkend vluchteling zijn 70 ; - een zus die een samenstelling van het huishouden voorlegt die aantoont dat ze samenwoont met haar broer die als vluchteling werd erkend 2 jaar voordien 71. De RVV is van mening dat het principe van familie-eenheid «toepasselijk is op personen die ten laste waren van de vluchteling voor het vertrek van deze laatste uit het land van herkomst» maar ook «op personen wiens situatie, ná dat vertrek, op zo n manier is geëvolueerd dat deze hen afhankelijk maakt van zijn bijstand» 72. Volgens de meeste rechters van de RVV zou de familieband (officieel of niet) dus reeds moeten bestaan op het moment van de vlucht vanuit het herkomstland. De RVV heeft bijvoorbeeld geweigerd om bescherming toe te kennen aan: - een echtgenote die haar man, erkend vluchteling, niet kende voor zijn vertrek uit zijn herkomstland 73 ; - een vrouw die in 2011 gehuwd is met een sinds 2009 erkend vluchteling in België en die openlijk verklaart dat ze geen enkel probleem ervaart in haar herkomstland maar enkel haar echtgenoot komt vervoegen 74. Soms toont de RVV zich milder. Zo heeft de Raad bijvoorbeeld de subsidiaire bescherming toegekend aan een Afghaanse vrouw, getrouwd in 2010 met een Afghaan die begunstigde was van de subsidiaire bescherming en in België verbleef sinds Deze brede interpretatie stemt overeen met het standpunt van het UNHCR, dat pleit voor de toepassing van het principe van familie-eenheid ook ten opzichte van families die gevormd worden tijdens de vlucht of bij aankomst in het ontvangstland De RVV kent bescherming toe terwijl de verzoekster duidelijk weergeeft dat ze geen persoonlijke vrees heeft: «Ik heb geen enkel probleem in het land, ik ben mijn man in België komen vervoegen. Ik ben aangekomen in Ik heb verschillende stappen ondernomen om te huwen maar dat heeft problemen gesteld. Daarom heb ik een asielaanvraag ingediend, om mijn situatie te regulariseren.» (RVV nr van 28 februari 2013, 5.8). 68 RVV nr van 26 maart 2009, 3.3 et RVV nr van 23 juni 2011, RVV nr van 25 juli 2012, RVV nr van 26 november 2008; RVV nr van 28 september 2011, Volgens het CGVS «speelt het principe van familie-eenheid enkel in het voordeel van de personen ten laste, wat het bestaan veronderstelt, tussen de «afgeleide» verzoeker en de erkende vluchteling, van vroegere of huidige sterke banden met de erkende vluchteling» (wat de RVV bevestigt, arrest nr van 14 juni 2011, 4.5; zie ook RVV nr van 28 september 2011, 5.10). 74 RVV nr van 20 november 2012, 2.2; RVV nr van 12 oktober 2012, 2.6 (vergelijkbaar geval). 75 RVV nr van 10 april 2013, UNHCR, UNHCR comments on the European Commission's proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on minimum standards for the qualification and status of third country nationals or stateless persons as beneficiaries of international protection and the content of the protection granted (COM(2009)551, 21 October 2009), 29 juli 2010, pp , 20

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 1. Inkomende aanvragen 1.1. Aantal inschrijvingen van asielzoekers voor 2015

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2016 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2016 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Disclaimer: deze brochure is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Voor onjuistheden en onvolledigheden met betrekking tot de inhoud

Disclaimer: deze brochure is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Voor onjuistheden en onvolledigheden met betrekking tot de inhoud 2 Disclaimer: deze brochure is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Voor onjuistheden en onvolledigheden met betrekking tot de inhoud van de brochure kan Vluchtelingenwerk Vlaanderen echter

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2016 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2016 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2016 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2016 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Jaarlijkse statistieken 28-216 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken asiel, 28-216 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag, 28-216 Jaar Eerste

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2018 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2018 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Jaarlijkse statistieken 29-217 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken asiel, 29-217 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag, 29-217 Jaar Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 636 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2018 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2018 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. inschrijvingen van asielzoekers per type aanvraag

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 925 815 921 884 1.354 1.886 2.630 Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2016 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2016 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2017 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2017 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2017 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2017 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2017 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2017 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2017 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2017 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. inschrijvingen van asielzoekers per type aanvraag

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. inschrijvingen van asielzoekers per type aanvraag

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. inschrijvingen van asielzoekers per type aanvraag

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. inschrijvingen van asielzoekers per type aanvraag

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2014 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2014 1. Inkomende aanvragen 1.1. inschrijvingen van asielzoekers voor 2014 Maand

Nadere informatie

3.1.3.2. De Dublin-criteria teneinde de verantwoordelijke staat te bepalen.

3.1.3.2. De Dublin-criteria teneinde de verantwoordelijke staat te bepalen. INHOUDSTAFEL VOORWOORD DEEL I : ASIEL EN SUBSIDIAIRE BESCHERMING. 1. HET BEGRIP «VLUCHTELING». 1.1. Zich buiten het land van herkomst bevinden. 1.2. Een gegronde vrees voor vervolging hebben. 1.2.1. Het

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Maandelijkse statistieken voor het 2019 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken internationale bescherming 2019 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1.

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Maandelijkse statistieken voor het 2019 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken internationale bescherming 2019 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1.

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Jaarlijkse statistieken 2010-2018 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken internationale bescherming, 2010-2018 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1. Aantal

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Maandelijkse statistieken voor het 2018 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken internationale bescherming 2018 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/099 BERAADSLAGING NR. 18/057 VAN 8 MEI 2018 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Maandelijkse statistieken voor het 2018 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken internationale bescherming 2018 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

HET DUBLIN-ONDERZOEK: LEIDRAAD VOOR DE ADVOCAAT 12 OKTOBER 2015 1 INGENIEURS GEZOCHT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

HET DUBLIN-ONDERZOEK: LEIDRAAD VOOR DE ADVOCAAT 12 OKTOBER 2015 1 INGENIEURS GEZOCHT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN HET DUBLIN-ONDERZOEK: LEIDRAAD VOOR DE ADVOCAAT 12 OKTOBER 2015 1 INGENIEURS GEZOCHT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN HET DUBLIN-ONDERZOEK: LEIDRAAD VOOR DE ADVOCAAT Uw cliënt heeft asiel aangevraagd in ons

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716 NOTA van: aan: Betreft: de Belgische delegatie de Groep Visa Ontwerp-beschikking van de Raad

Nadere informatie

WHAT'S IN A NAME TERMINOLOGIE VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE

WHAT'S IN A NAME TERMINOLOGIE VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE WHAT'S IN A NAME TERMINOLOGIE VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT 2 WHAT'S IN A NAME TERMINOLOGIE VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT CGVS Het Commissariaat voor Vluchtelingen

Nadere informatie

REGULARISATIE 7/2009 Samenvatting opgesteld door het advocatenkantoor www.casabel.be

REGULARISATIE 7/2009 Samenvatting opgesteld door het advocatenkantoor www.casabel.be REGULARISATIE 7/2009 Samenvatting opgesteld door het advocatenkantoor www.casabel.be Procedure Zij die reeds een aanvraag hebben ingediend : - Moeten geen nieuwe aanvraag indienen - Kunnen een aanvullende

Nadere informatie

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag Het gaat om een facultatief formulier dat enkel geldig is in het kader van de indiening van een nieuwe regularisatieaanvraag op basis van artikel 9 bis of van de actualisering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:16922

ECLI:NL:RBDHA:2016:16922 ECLI:NL:RBDHA:2016:16922 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 05-08-2016 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/15687 en AWB 16/5690(vovo)

Nadere informatie

STANDPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN: EEN NIEUWE PROCEDURE HUMANITAIRE VISA IN BELGIË VOOR MENSEN OP DE VLUCHT

STANDPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN: EEN NIEUWE PROCEDURE HUMANITAIRE VISA IN BELGIË VOOR MENSEN OP DE VLUCHT STANDPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN: EEN NIEUWE PROCEDURE HUMANITAIRE VISA IN BELGIË VOOR MENSEN OP DE VLUCHT Inhoud Waarom dit voorstel?... 1 Algemene uitgangspunten... 2 Humanitaire visa: definities,

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

3. FOCUS: HET BELANG VAN HET KIND IN DE DUBLIN III- PROCEDURE

3. FOCUS: HET BELANG VAN HET KIND IN DE DUBLIN III- PROCEDURE 90 Hoofdstuk 4 - Internationale bescherming en staatloosheid 3. FOCUS: HET BELANG VAN HET KIND IN DE DUBLIN III- PROCEDURE Kader 15 Juridische grondslagen voor het belang van het kind Begeleide en niet-begeleide

Nadere informatie

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet Dienst Studie en Beleid 21 oktober ellen.vanvooren@fedasil.be Opbouw van de sessie I. Algemeen II. De asielprocedure III. De opvang IV. Profiel asielzoekers in

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

Basisvorming. Wat is een vluchteling?

Basisvorming. Wat is een vluchteling? Basisvorming Wat is een vluchteling? Voorstellingsronde Stel je kort voor en vertel aan de groep hoe je zelf in contact bent gekomen met vluchtelingen VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN BASISVORMING - WAT IS

Nadere informatie

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO De Associatieraad Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) UE-MA 2706/10 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Vertaling C-155/15-1 Zaak C-155/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 april 2015 Verwijzende rechter: Kammarrätten i Stockholm (Zweden)

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. nr. 96 544 van 4 februari 2013 in de zaak RvV X / II In zake: X Gekozen woonplaats: X tegen: de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/01/2018

Datum van inontvangstneming : 04/01/2018 Datum van inontvangstneming : 04/01/2018 Vertaling C-657/17-1 Zaak C-657/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen.

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Bijlage II Juridische analyse Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Dienst Studie en Beleid Directie Beleidsondersteuning

Nadere informatie

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002 Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002 Omzendbrief betreffende de aanvraag tot verblijf of vestiging in het Koninkrijk, ingediend op basis van artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/05/2016

Datum van inontvangstneming : 02/05/2016 Datum van inontvangstneming : 02/05/2016 Vertaling C-181/16-1 Zaak C-181/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 31 maart 2016 Verwijzende rechter: Raad van State (België) Datum

Nadere informatie

15605/12 ADD 1 rts/pau/dm 1 DG D 1B

15605/12 ADD 1 rts/pau/dm 1 DG D 1B RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 13 december 2012 (18.12) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0243 (COD) 15605/12 ADD 1 ASILE 129 CODEC 2520 OC 601 O TWERPMOTIVERI G VA DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 16 juni 2017

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 16 juni 2017 Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet Dienst Studie en Beleid 16 juni 2017 ellen.vanvooren@fedasil.be Opbouw van de sessie I. Algemeen II. De asielprocedure III.De opvang IV.Profiel asielzoekers in

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0423/4. Amendement. Marek Jurek, Jussi Halla-aho, Branislav Škripek namens de ECR-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0423/4. Amendement. Marek Jurek, Jussi Halla-aho, Branislav Škripek namens de ECR-Fractie 7.12.2018 A8-0423/4 4 Overweging A A. overwegende dat er, ondanks talrijke aankondigingen van en verzoeken om veilige en legale trajecten die toegang bieden tot Europees grondgebied voor personen die een

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980)

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980) VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980) Aan Mevrouw/Mijnheer de Voorzitter van de Raadkamer van de Correctionele Rechtbank te Brussel Justitiepaleis Poelaertplein

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:9200

ECLI:NL:RBDHA:2014:9200 ECLI:NL:RBDHA:2014:9200 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-07-2014 Datum publicatie 30-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie VK-14_11741 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

afhankelijk van hun wettelijke vertegenwoordigers en waardoor ze vaak niet zelf kunnen beslissen over de

afhankelijk van hun wettelijke vertegenwoordigers en waardoor ze vaak niet zelf kunnen beslissen over de POSTION PAPER OVER DE POSITIE VAN BEGELEIDE MINDERJARIGEN 1 IN ASIEL- EN ANDERE VERBLIJFSPROCEDURES Migratie is een realiteit waarvoor we onze ogen niet mogen sluiten. Zowel meerder- als minderjarigen

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 29.3.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0624/2009, ingediend door A.T. (Italiaanse nationaliteit), over visa voor familiebezoeken

Nadere informatie

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017 Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017 ellen.vanvooren@fedasil.be Opbouw van de sessie I. Algemeen II. De asielprocedure III.De opvang IV.Profiel asielzoekers

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 29.9.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 1240/2013, ingediend door Rodica Ionela Bazgan (Roemeense nationaliteit), over vrijheid

Nadere informatie

De Oorzaken van Migratie onder de Loep

De Oorzaken van Migratie onder de Loep De Oorzaken van Migratie onder de Loep: Verblijfsrecht in België? De Oorzaken van Migratie onder de Loep Studiedag Vreemd Verleden VVN & VVLG 18 oktober 2010 Nicole de Moor VVN & VVLG Studiedag Vreemd

Nadere informatie

Meervoudige asielaanvragen

Meervoudige asielaanvragen Hilde VAN VRECKOM Advocaat 8 juni 2012 Bron: MEERVOUDIGE ASIELAANVRAGEN: NIEUWE GEGEVENS? - Toepassing van artikel 51/8 Vreemdelingenwet getoetst aan de EU-Procedurerichtlijn en het grondwettelijk kader,

Nadere informatie

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Procedurebegeleiding bij asielzoekers uit zogenaamde «veilige» landen - Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen 28/06/2013

Procedurebegeleiding bij asielzoekers uit zogenaamde «veilige» landen - Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen 28/06/2013 Procedurebegeleiding bij asielzoekers uit zogenaamde «veilige» landen - Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen 28/06/2013 PLAN 1. Introductie 2. Procedure 3. Statistieken CGVS «veilige herkomstlanden»

Nadere informatie

Het recht gehoord te worden

Het recht gehoord te worden NL Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen Het recht gehoord te worden Voor ouders of voogd vergezeld door minderjarige kinderen Verantwoordelijke uitgever: Dirk Van den Bulck, Commissaris-generaal

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening. Url : www.mi-is.be Aan de Dames en Heren voorzitters van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn Onze referentie : 6212 Datum : 22 augustus 2007 Mevrouw de Voorzitter, Mijnheer de Voorzitter, Omzendbrief

Nadere informatie

Als uw aanvraag betrekking heeft op meerdere personen, betaalt u een bijdrage per persoon.

Als uw aanvraag betrekking heeft op meerdere personen, betaalt u een bijdrage per persoon. Nieuwigheden U wil een aanvraag doen voor een visum D, een verblijf voor meer dan drie maanden in België, of een statuutswijziging? Dit belangt u aan. Vanaf 02.03.2015 moeten bepaalde vreemdelingen die

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2016 COM(2016) 171 final 2016/0089 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling

Nadere informatie

Voor een Europa dat de vrijheid van mensen respecteert

Voor een Europa dat de vrijheid van mensen respecteert Voor een Europa dat de vrijheid van mensen respecteert Het Europese Parlement kan een belangrijke rol spelen in het bepalen van een EU-beleid dat gebruik maakt van alternatieven voor detentie. Jij hebt

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.556 In zake : XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Steven Hooyberghs

Nadere informatie

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet. Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet. Bepaalde specifieke humanitaire situaties kunnen de toekenning rechtvaardigen van een machtiging tot

Nadere informatie

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 1/5 Advies nr. 111/2018 van 7 november 2018 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de

Nadere informatie

Het OCMW en de vluchtelingencrisis

Het OCMW en de vluchtelingencrisis Themawerking Vreemdelingen Het OCMW en de vluchtelingencrisis Overzicht Inleiding: situatie 2015-2016 Asielzoeker of (erkend) vluchteling? Waarom vluchten mensen? Wat bepaalt of iemand asiel kan aanvragen?

Nadere informatie

ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE

ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT 2 ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

Bedrijfsvoering Dienst Burgerzaken Migratie

Bedrijfsvoering Dienst Burgerzaken Migratie Bedrijfsvoering Dienst Burgerzaken Migratie Versie 31 oktober 2017 Retributie voor verblijfsaanvragen Wat is de retributie voor verblijfsaanvragen? Sommige niet-belgen moeten een retributie voor verblijfsaanvragen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BV0418

ECLI:NL:RVS:2011:BV0418 ECLI:NL:RVS:2011:BV0418 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-12-2011 Datum publicatie 09-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106133/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Aan Land en Taal Ministerie van Buitenlandse Zaken. Directie Afrika. Cluster Ambtsberichten en Terugkeer Postbus T.a.v.

Aan Land en Taal Ministerie van Buitenlandse Zaken. Directie Afrika. Cluster Ambtsberichten en Terugkeer Postbus T.a.v. Postbus 20061 Infolijn 088 0430 T.a.v. 2500 BG Den Haag Aan Land en Taal Ministerie van Buitenlandse Zaken Cluster Ambtsberichten en Terugkeer Postbus 16275 2511 DP Den Haag Directie Afrika Turfmarkt 147

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2014/0202(COD) 5.2.2015 AMENDEMENTEN 5-19 Ontwerpverslag Cecilia Wikström (PE544.476v01-00) van het Europees

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.2.2016 COM(2016) 80 final 2016/0045 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n) tél.: 02 509 81 48 fax: 02 509 85 58 personne de contact: Brigitte De Ruyck e-mail: brigitte.deruyck@ mi-is.be Aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

I.T. 206 ASIELPROCEDURE

I.T. 206 ASIELPROCEDURE I.T. 206 ASIELPROCEDURE De asielprocedure wordt in het Rijksregister opgenomen onder het informatietype 206 (IT206). Binnen dit informatietype worden verschillende gegevens opgenomen. Er moet bovendien

Nadere informatie

Ja, NBMV mogen reizen mits ze beschikken over de nodige documenten:

Ja, NBMV mogen reizen mits ze beschikken over de nodige documenten: NBMV en reizen Jawad is een NBMV van 17 jaar. Op zijn 14 e vluchtte hij vanuit Afghanistan richting Europa. Hij kwam uiteindelijk in België terecht. Qua documenten had hij enkel zijn Taskara (Afghaans

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 3. Lijst met gebruikte afkortingen 5. Inhoudstafel 7. Hoofdstuk I Inleiding 13. Hoofdstuk II Rol van de begeleider 15

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 3. Lijst met gebruikte afkortingen 5. Inhoudstafel 7. Hoofdstuk I Inleiding 13. Hoofdstuk II Rol van de begeleider 15 INHOUDSTAFEL Voorwoord 3 Lijst met gebruikte afkortingen 5 Inhoudstafel 7 Hoofdstuk I Inleiding 13 Hoofdstuk II Rol van de begeleider 15 1 Inleiding 15 2 Doel van de begeleiding 16 3 Kenmerken van een

Nadere informatie

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 april 2018 in de zaak tussen

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 april 2018 in de zaak tussen uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats 's-hertogenbosch Bestuursrecht zaaknummer: NL18.5178 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 april 2018 in de zaak tussen eiser, (gemachtigde; mr. G.A.P.

Nadere informatie

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging.

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging. nr. 145 457 van 13 mei 2015 in de zaak RvV X / II In zake: X Gekozen woonplaats: X tegen: de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep visa nr. vorig doc.: 8696/03 VISA 70 COMIX 260 Betreft:

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/142 BERAADSLAGING NR 11/092 VAN 6 DECEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE ONDERLINGE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Medische Kosten betaalt. betaalt. te zijn Asielaanvraag ingediend voor 01/06/ 2007 die niet ontvankelijk verklaard is.

Medische Kosten betaalt. betaalt. te zijn Asielaanvraag ingediend voor 01/06/ 2007 die niet ontvankelijk verklaard is. Verblijfsstatuten en gezondheidszorg voor en samenvatting [ 09/2010 actualiseringen verschijnen op onze websites ] de meest voorkomende regeling is in donkere kleuren aangegeven 1. Asielzoekers (Uitgezonderd

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) PUBLIC 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 NOTA van: aan: Betreft: de Griekse delegatie de Groep visa Ontwerp-beschikking van de

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 28 november 2016 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2016/0133 (COD) 2016/0222 (COD) 2016/0223 (COD) 2016/0224 (COD) 2016/0225 (COD) 14708/16 ASILE 80 ASIM 157 RELEX

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016

Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016 Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016 Inleiding Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van een terrorist? > NEE, maar praktijk

Nadere informatie