Akkoord Bespreken Naam Datum

Transcriptie

1 Reg. nr.: Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling Onderwerp Biomassaplein Samenvatting De gemeenten Boxtel, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vught, Best en mogelijk Oisterwijk willen samen een biomassaplein opzetten. Daaronder wordt verstaan het verzamelen, versnipperen, drogen en verhandelen van snoeihout. Onderzoek wijst uit dat dit een rendabele business case oplevert. Ook zorgt een biomassaplein voor opwekking van duurzame energie en versterking van de kwaliteit van het landschap. Alle betrokken gemeenten wordt nu gevraagd de intentie uit te spreken om gezamenlijk een biomassaplein op te zetten en subsidie aan te vragen bij de provincie om dit plan verder uit te werken. Voorstel Gelet op de duurzaamheidsdoelstellingen die in de strategische visie 2020 opgenomen zijn besluit het college om: 1. De intentie uit te spreken om gezamenlijk met de gemeenten Best, Schijndel, Sint- Michielsgestel en Vught (en mogelijk Oisterwijk) een biomassaplein te realiseren onder de voorwaarden dat: a. De raad de benodigde middelen beschikbaar stelt; b. de gemeenten Best, Schijndel en Sint-Michielsgestel eveneens de intentie uitspreken een biomassaplein te realiseren. 2. Een aanvraag in te dienen bij het programma Landschappen van Allure, om procesgeld te verkrijgen om het plan verder uit te werken. Burg. Akkoord Bespreken Naam Datum Comm. Burg. & Weth. vergadering op Weth. Z Dorpsraad Agenda nr. Weth. W OR Portef. houder W Weth. M Raad P/C stuk Weth. L Overige 1 Openbaar nee Secr. Overige 2 1

2 Inleiding De gemeenten Boxtel, Schijndel, Vught, Sint-Michielsgestel en Best hebben de handen ineen geslagen om samen te werken op het gebied van inzamelen en verwerken van biomassa. Mogelijk sluit de gemeente Oisterwijk op korte termijn ook aan. Ook andere landschapsbeheerders zoals Staatsbosbeheer en Brabants Landschap hebben interesse om aan te sluiten. In onder andere het Timber onderzoek (2011) is een eerste verkenning uitgewerkt voor het oprichten van een biomassaplein (BMP). Daaronder wordt verstaan het verzamelen, versnipperen, drogen en verhandelen van snoeihout. Uit deze verkenning bleek dat het opzetten van een BMP mogelijk geld oplevert voor de actoren die de biomassa beschikbaar stellen. Deze conclusie was voor de gemeenten die hebben meegedaan aan het Timber onderzoek aanleiding om het opzetten van een gezamenlijk BMP verder uit te werken. Adviesbureau Triple E heeft opdracht gekregen deze verdere uitwerking van de business case te maken. Triple E concludeert dat er sprake is van een rendabele business case (zie bijgevoegd businessplan). Door met meerdere gemeenten en mogelijk andere landschapsbeheerders samen te werken, ontstaat voldoende volume aan biomassa om het BMP economisch haalbaar op te starten en te exploiteren. Het oprichten van een BMP dient echter niet alleen maar het doel van een rendabele exploitatie. Even zo belangrijke doelen van de het gezamenlijk oprichten van een BMP zijn het realiseren van energie- en klimaatambities en het verbeteren van de kwaliteit van het landschap door middel van een landschapsfonds. Het project sluit prima aan bij de ambitie van het samenwerkingsverband Noordoost Brabant om een kwart van de regionale energiebehoefte duurzaam op te wekken door o.a. biobased energy. Hoewel er een rendabele business case is, moet een aantal principiële keuzes met betrekking tot de bedrijfsvoering nog gemaakt worden. De conclusie van Triple E vormt echter wel een basis om de samenwerking verder te beklinken en daadwerkelijk met de voorbereiding tot uitvoering over te gaan. Een eerstvolgende stap op weg naar een gezamenlijk BMP, is het nemen van een principebesluit door alle betrokken gemeenten. Uw college wordt voorgesteld om de intentie uit te spreken om gezamenlijk een biomassaplein op te richten. Dit onder voorbehoud van besluitvorming door de andere betrokken gemeenten en toekomstige instemming door de raad. De voorgestelde beslispunten worden gelijktijdig aan de colleges van de gemeenten Best, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Vught voorgelegd. Door deze aanpak begeeft de gemeente zich op nieuw terrein. Een dergelijk BMP is nog niet eerder opgezet door gemeenten. Een gedegen voorbereiding is daarom essentieel. Hiervoor is procesgeld benodigd. Via het subsidieprogramma Landschappen van Allure van de provincie Noord-Brabant is het mogelijk om een bijdrage te verkrijgen voor deze procesgelden. Met het ontwikkelen van het landschapsfonds is het biomassaplein een interessant project voor de provincie en haar programma. Daarom wordt ook aan alle colleges voorgesteld om gezamenlijk een aanvraag in te dienen bij het programma Landschappen van Allure. 2

3 Beoogd effect 1. Het verkrijgen van middelen voor het verder uitwerken van het projectplan om te komen tot het biomassaplein. De uitwerking van het biomassaplein is voor een groot deel gereed. Echter een aantal factoren zoals het in gesprek gaan met marktpartijen is pas uit te voeren op het moment dat de gemeente zich gezamenlijk achter het plan tot dusver scharen. Bovendien kost verdere ontwikkeling tijd en geld. De subsidie zou hier een mooie rol in kunnen vervullen. 2. Het creëren van een verdienmodel dat bijdraagt aan de verdere ontwikkeling en versterking van het landschap, die bijdragen aan het realiseren van onze duurzaamheidsdoelstellingen. Argumenten 1.1 De samenwerkende gemeenten maken de businesscase rendabel Momenteel wordt het snoeihout van de gemeente en van huishoudens opgehaald en verwerkt door een contractpartner. Daarvoor betaalt de gemeente. Een deel van de beschikbare biomassa wordt tijdens de stookweken in de open lucht verbrand. Deze houtige biomassa vertegenwoordigt echter een positieve waarde. Dit past in het nieuwe denken over afval; namelijk dat het geen afval is, maar een nieuwe grondstof. Als de gemeente ervoor kiest om de houtige biomassa zelf te verwerken en vermarkten, levert deze grondstof geld op. De hoeveelheden zijn echter te klein om dit rendabel te maken. De transport- en verwerkingskosten zijn relatief te hoog. Door de biomassa gezamenlijk met een aantal andere gemeenten te verwerken en vermarkten, is er wel voldoende volume beschikbaar om de business case rendabel te maken. In de tabel worden de resultaten uit de bedrijfsvoering van het biomassaplein weergegeven. Tabel: Overzicht van resultaten bij de twee scenario s (Bron: Triple E (2013). Businessplan Biomassaplein; pag. 21) Resultatenberekening BMP Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 10 BMP Scenario 1 (Zelf verwerken) Resultaat uit gewone bedrijfsvoering BMP Scenario 2 (Verwerking uitbesteden) Resultaat uit gewone bedrijfsvoering De rapportage uitgebracht door Triple E treft u in de bijlage aan. 3

4 1.2 Het biomassaplein versterkt het landschap en draagt tevens bij aan andere duurzaamheidsdoelstellingen Het op te richten BMP dient echter niet alleen het doel van een rendabele exploitatie. Even zo belangrijke doelen van het gezamenlijk op te richten BMP zijn het realiseren van energie- en klimaatambities en het verbeteren van de kwaliteit van het landschap door middel van een landschapsfonds. Dit zorgt tevens voor continuïteit van het biomassaplein. Met de opbrengsten wordt immers de aanplant van nieuwe biomassa gefinancierd. De biomassa die geproduceerd wordt, zal worden ingezet als grondstof of als duurzame brandstof. Daarmee levert het biomassaplein een bijdrage aan een duurzamere economie en aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Het project sluit prima aan bij de ambitie van het samenwerkingsverband Noordoost Brabant om een kwart van de regionale energiebehoefte duurzaam op te wekken door o.a. biobased energy. 2.1 Procesgelden zijn benodigd voor de voorbereiding tot uitvoering. Hoewel er een rendabele business case is, moet een aantal principiële keuzes met betrekking tot de bedrijfsvoering nog gemaakt worden. De conclusie van Triple-E geeft duidelijk aan dat het BMP economisch haalbaar is en vormt de basis om de samenwerking verder te beklinken zodat daadwerkelijk met de voorbereiding tot uitvoering over gegaan kan worden. Hiervoor worden in Landschappen van Allure mogelijke procesgelden beschikbaar gesteld. Een eerstvolgende stap op weg naar een gezamenlijk BMP, is het nemen van een principebesluit door alle betrokken gemeenten. Uw college wordt voorgesteld om de intentie uit te spreken om gezamenlijk een biomassaplein op te richten. Dit onder voorbehoud van besluitvorming door de andere betrokken gemeenten en toekomstige instemming door de raad. De voorgestelde beslispunten worden gelijktijdig aan de colleges van de gemeenten Best, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Vught voorgelegd. Dit is niet alleen een volgende stap om de samenwerking te beklinken, maar ook benodigd voor het indienen van de aanvraag voor Landschappen van Allure. Kanttekeningen Het concept wordt vroeg of laat ingehaald door de markt. Juist daarom is een sterk verbond nodig tussen de participanten. Het concept is innovatief en heeft economisch veel potentie, waardoor het gevoelig is voor kopieergedrag door de markt. Dit kan uitmonden in concurrentie door derden. Uitvoering De gemeente participeert in een regionale samenwerking. Daarnaast zijn diverse andere landschapsbeheerders geïnteresseerd om bij het biomassaplein aan te sluiten, zoals Staatsbosbeheer. Ook sluit mogelijk gemeente Oisterwijk op korte termijn aan. Om de regierol die de gemeente wil spelen niet uit het oog te verliezen, zijn in de business case twee scenario s doorgerekend. Scenario 1 gaat uit van het geheel zelf verwerken van de biomassa. In scenario 2 wordt deze stap uitbesteed aan marktpartijen. Een keuze tussen beide scenario s is nog niet gemaakt. Er 4

5 moet nog een marktconsultatie plaatsvinden, om te peilen of de marktpartijen interesse hebben in een dergelijke samenwerking. Planning Maart-April aanvraag verder invullen en opzetten Eind April; aanvraag indienen Communicatie Intern n.v.t. Extern Na besluitvorming worden marktpartijen geconsulteerd over hun interesse en mogelijkheden om een rol te vervullen in het biomassaplein. Vorm Door Triple E, telefonisch of bezoek. Bijlagen 1. plan Triple E met onderbouwing Businesscase Biomassaplein Ter inzage 1. nvt 5