Steff Delorge. Mentor: Meneer Dirix L. GIP. Windenergie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Steff Delorge. Mentor: Meneer Dirix L. GIP. Windenergie"

Transcriptie

1 Steff Delorge Mentor: Meneer Dirix L. GIP Windenergie 6 BTW

2

3 Woord vooraf Dit werk over windenergie is een onderdeel van de geïntegreerde proef van het 6 de jaar Biotechnische wetenschappen van de Tuinbouwschool in Sint Truiden. Ik heb het onderwerp windenergie gekozen, omdat het de toekomst is. Ik vond het een heel interessant onderwerp, waar ik veel meer over wou weten. Graag wil ik enkele mensen bedanken voor de steun die ze me gaven. Zonder hen zou het nooit gelukt zijn om dit eindwerk tot een goed einde te brengen. Ten eerste wil ik meneer Dirix van harte bedanken, omdat hij mijn mentor wou zijn gedurende het hele schooljaar. Hij verbeterde mijn gip wanneer ik het vroeg en zei wat er beter kon. Ook stond hij altijd achter mij en hij moedigde me aan wanneer het nodig was. De ICT-vaardigheden die ik kon gebruiken voor dit eindwerk heb ik ook aan hem te danken. Verder wil ik mevrouw Leemans bedanken voor de spellingscontrole, meneer Claes voor de goede raad en meneer Genoe voor het helpen met verbeteren van de wiskundeopdracht. Ten slotte dank ik mijn ouders voor hun steun.

4

5 Inhoudsopgave Woord vooraf... 3 Inleiding Wat is wind? De atmosfeer De troposfeer De stratosfeer De mesosfeer De thermosfeer De exosfeer Wat is luchtdruk? Welke krachten bepalen de wind? De luchtdrukgradiëntkracht De Corioliskracht De wrijvingskracht De middelpuntszoekende kracht De luchtcirculatie De schaal van Beaufort Hoe werkt een windturbine? De delen van een windturbine De rotor met wieken De gondel De hoofdas De tandwielkast De generator De rem Het kruisysteem Het controlesysteem De mast De werking van een windturbine Hoe wordt de windkracht omgezet in de beweging van de wieken? Typen windmolens... 29

6

7 2.4.1 Kleine windturbines Kleine verticale as windturbines Kleine horizontale as windturbines Energy ball en windwall windturbines Grote windturbines Soorten Afmetingen Opbrengst Veiligheids- en omgevingsaspecten Veiligheid Te weinig wind Onderhoud Defect Ijsafzetting Te veel wind Belang van de omgeving Trekvogels Vliegtuigen Slagschaduw De prijs Welke eisen moet men stellen om een economisch verantwoord windmolenpark in de gemeente Gingelom te bouwen? Waar moeten we rekening mee houden bij de bouw van een windmolenpark? Ruimtelijk: bundeling als fundamenteel uitgangsprincipe Grondgebruik Wonen Landbouw Bedrijventerreinen Zeehavengebieden Sport en recreatie Landschap Geluidsimpact De slagschaduw... 40

8

9 Veiligheid Natuur Luchtvaart, militaire en burgerlijke radars, installaties Vergunningsplicht Mijn lokalisatieplan Identiteit van de indiener Beschrijving van het voorstel Bundelingsprincipe Geluid Slagschaduw Natuur Monumenten en landschappen Veiligheid Overige aandachtspunten: Mijn perceel Kosten - batenanalyse Baten Subsidies Groene stroom certificaten (GSC) De kosten De bouw Onderhoudskosten Vergoeding grondeigenaar Besluit Lijst van figuren, tabellen en grafieken Bijlage 1: Het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag Bijlage 2: verslag van de eerste onderzoeksvraag Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag Bijlage 4: verslag van de tweede onderzoeksvraag Bijlage 5: Opdracht wiskunde

10

11 Inleiding Wind is iets heel bijzonder, we zouden ons geen leven kunnen voorstellen zonder wind. Dankzij dit natuurverschijnsel kunnen we onze eigen groene stroom produceren d.m.v. een windturbine. Ik ben zelf ook een windturbine gaan bouwen, waar we dan 2 onderzoeken hebben op uitgevoerd. Ook ben ik gaan kijken of het economisch verantwoord is om een windmolen in mijn Gemeenten te plaatsen.

12

13 1 Wat is wind? Wind is een zeer belangrijk natuurverschijnsel. Wind is het resultaat van krachten in de atmosfeer die de beweging van lucht veroorzaakt. Wanneer deze lucht zich gaat verplaatsen van een hoog drukgebied naar een laag drukgebied ontstaat er wind. 1.1 De atmosfeer De totale luchtlaag om de aarde wordt de atmosfeer genoemd. De atmosfeer kan ingedeeld worden in verschillende lagen: De troposfeer Dit is de eerste laag van de atmosfeer. Deze heeft een hoogte van ongeveer 11 km. Als je in de troposfeer omhoog gaat, neemt de temperatuur per kilometer 6 á 7 graden af. Het weer wordt door deze laag bepaald De stratosfeer Deze ligt boven de troposfeer (11 km tot 50 km). In het onderste gedeelte van deze laag stopt de temperatuur met dalen. Hier is de temperatuur ongeveer -55 C. Hoger in de stratosfeer stijgt de temperatuur. Op 47 kilometer boven het aardoppervlak is de temperatuur 0 C. In de stratosfeer wordt door zonnestralen ozon (O 3 ) uit zuurstof (O 2 ) gevormd. Dit gebeurt tussen de 20 en 40 km boven het aardoppervlak. Daarom wordt dit gedeelte van de stratosfeer ozonsfeer genoemd De mesosfeer Deze laag ligt boven de stratosfeer (50 km tot 85 km). Ze begint op 52 km hoogte. In de mesosfeer daalt de temperatuur De thermosfeer Deelvraag 1 13

14 Deze laag ligt boven de mesosfeer. Deze laag begint op ongeveer 90 km hoogte en de temperatuur stijgt enorm in deze laag. De hoogste temperatuur ligt boven 1000 C De exosfeer Deze ligt boven de thermosfeer. Aan deze laag is geen echt einde, omdat deze laag vervaagt in de ruimte. Figuur 1: Verticale indeling van de atmosfeer Wind is het resultaat van krachten in de troposfeer die de beweging van lucht veroorzaakt. De lucht gaat zich verplaatsen van gebieden met een hoge luchtdruk naar gebieden met een lage luchtdruk met als gevolg dat wind ontstaat. De hardheid van de wind verschilt naargelang van de grootte van de drukverschillen, hoe groter de drukverschillen over een bepaalde afstand, hoe harder het gaat waaien. Deze drukverschillen zijn op hun beurt weer een gevolg van veranderingen in de opwarming van het aardoppervlak, bijvoorbeeld tussen de tropen en poolstreken of tussen land en zee. Deelvraag 1 14

15 1.2 Wat is luchtdruk? De luchtdruk is de kracht die het gewicht van een luchtkolom in de atmosfeer op een oppervlak uitoefent (figuur 2). In de weerberichten wordt de luchtdruk weergegeven in hectopascal (hpa). Alle gassen die aanwezig zijn in de atmosfeer dragen bij aan de luchtdruk, dus kan gezegd worden dat luchtdruk de som is van alle drukken, die de gassen in de lucht elk afzonderlijk uitoefenen. De luchtdruk is dus afhankelijk van de dichtheid en de samenstelling van de lucht. Hoe groter de hoogte boven het aardoppervlak, hoe kleiner het gewicht van de resterende luchtkolom zal zijn. De luchtdruk neemt dus af met toenemende hoogte (figuur 3). Figuur 2: uitgeoefende kracht op het aardoppervlak neemt af met de hoogte Figuur 3: de luchtdruk De luchtdruk wordt gemeten met een barometer (figuur 4). Daarop staat de luchtdruk vaak nog aangegeven in millibar. Een millibar is gelijk aan 1 hectopascal. De meeste barometers bevatten een luchtledig doosje dat afhankelijk van de drukverandering meer of minder ingedrukt wordt. De beweging wordt overgebracht op een wijzerplaat, waarop de luchtdruk kan worden afgelezen. Deelvraag 1 15

16 Op weerkaarten worden lijnen getrokken van plaatsen met gelijke luchtdruk; dergelijke lijnen noemt men isobaren. Hierdoor is het mogelijk om luchtdrukpatronen op de weerkaart waar te nemen (figuur 5). Figuur 4: een barometer Figuur 5: een weerkaart 1.3 Welke krachten bepalen de wind? Uit de natuurkunde is bekend dat er op voorwerpen die van richting of snelheid veranderen, een of meer krachten moeten werken; bij stilstand of constante snelheid werken er geen krachten of heffen de werkzame krachten elkaar op. Twee krachten kunnen elkaar bijvoorbeeld opheffen als ze even groot zijn, maar precies tegengestelde kanten opwijzen. Voor lucht geldt hetzelfde als voor alle andere voorwerpen uit de natuurkunde. In dit geval zijn de volgende krachten van belang: de luchtdrukgradiëntkracht, de corioliskracht en de wrijvingskracht. Als de lucht zich niet in een strakke rechtlijnige beweging bevindt, maar wordt meegevoerd in een slingerend stromingspatroon, is er ook nog sprake van een middelpuntzoekende kracht. Deelvraag 1 16

17 1.3.1 De luchtdrukgradiëntkracht Figuur 6: de luchtdrukgradiëntkracht Wanneer er over een bepaald gebied luchtdrukverschillen optreden, spreekt men gewoonlijk van een luchtdrukgradiëntkracht. De luchtdrukgradiëntkracht wijst van hoge druk naar lage druk De Corioliskracht Figuur 7: de corioliskracht De Corioliskracht wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde. Door de Corioliskracht krijgt de stroming een afbuiging, afhankelijk van de plaats op aarde en de windsnelheid. Op het noordelijk halfrond is er een afbuiging naar rechts, die groter is naarmate de plaats waar men zich bevindt verder van de evenaar verwijderd is. Verder geldt dat naarmate de windsnelheid hoger is, de lucht sterker afbuigt. Deelvraag 1 17

18 Figuur 8: de corioliskracht en luchtdrukgradiëntkracht Op deze tekening zien we dat een benadering zich in evenwicht stelt tussen de luchtdrukgradiëntkracht, die naar het lagedrukcentrum is gericht en de corioliskracht, die precies de tegenovergestelde kant op wijst. De wind die dan waait noemen we de geostrofische wind. Figuur 9: de corioliskracht en luchtdrukgradiëntkracht De wrijvingskracht Dicht bij het aardoppervlak moeten we rekening houden met de wrijvingskracht. Deze is afhankelijk van de ruwheid van het oppervlak. Bijvoorbeeld een polderlandschap is niet zo ruw, een bosachtig landschap is zeer ruw. Door de wrijvingskracht neemt de windsnelheid af; tegelijkertijd wordt daardoor de afbuiging als gevolg van de corioliskracht minder en beweegt de stroming weer meer in de richting van het lagedrukcentrum. Een factor die ook een invloed heeft op de wrijvingskracht en dus de windsnelheid en windrichting, is de mate van de stabiliteit van de atmosfeer: in een stabiele atmosfeer is de wrijving het grootst. Deelvraag 1 18

19 1.3.4 De middelpuntszoekende kracht Figuur 10: de middelpuntzoekende kracht De luchtdrukgradiëntkracht en de corioliskracht zijn er altijd, ongeacht het stromingspatroon. Volgt de lucht een gekromde baan dan is er nog een andere kracht in het spel: de middelpuntzoekende kracht. Deze kracht doet de lucht afwijken van zijn rechtlijnige pad en dwingt hem in een gekromde baan. De middelpuntzoekende kracht wijst steeds in de richting van het middelpunt van de cirkelbaan die wordt gevolgd. 1.4 De luchtcirculatie Als warme lucht door opwarming opstijgt, komt een algemene luchtcirculatie op gang die de hele atmosfeer op aarde beïnvloedt. In de buurt van de evenaar wordt het aardoppervlak het meest verwarmd. De lucht zet uit en stijgt op. Onder de stijgende luchtbeweging ontstaat een tekort aan luchtdeeltjes. De druk is hier dus lager dan gemiddeld. We vinden hier dus een lagedrukgebied. Dit vrijwel permanente lagedrukgebied wordt de intertropische convergentiezone of afgekort ITC genoemd. Bovenin de troposfeer is er sprake van een toenemende luchtdruk die als het ware langs de grens met de stratosfeer wordt weggedrukt naar hogere breedte. Rond 30 graden breedte zakt de afgekoelde lucht weer naar beneden (figuur 11). De kolom lucht is hier zwaarder dan gemiddeld. Aan het aardoppervlak is hier dan sprake van een hogedrukgebied en daar wordt de druk weggevoerd naar plekken waar de luchtdruk lager is. Dit is onder andere het geval rond de tropen. Hierdoor ontstaat er Deelvraag 1 19

20 een vrijwel constante wind tussen 30 graden en 0 graden breedte. Dit zijn de passaatwinden (figuur 12). De windstromen in deze regio maken de algemene luchtcirculatie echter nog niet compleet. Rond de polen is het koud. De lucht is er zwaar en drukt op het aardoppervlak. Er heerst hier een permanent hogedrukgebied. Het teveel aan lucht wordt langs het aardoppervlak weggeduwd richting 60 graden lage breedte. Juist op die plek wordt vanuit lagere breedte ook warme lucht aangevoerd. Deze sterk in temperatuur verschillende windstromen komen met elkaar in botsing (figuur 13). Hier wordt de warme luchtstroom over de koude luchtstroom heen gedrukt en stijgt de lucht op (figuur 14). Deze stijgende lucht condenseert en er ontstaat in die gebieden vaak neerslag, zoals in ons land. Figuur 11: warme lucht stijgt op Figuur 12: passaatwinden Deelvraag 1 20

21 Figuur 13: koude en warme luchtstromen komen in botsing met elkaar Figuur 14: warme luchtstroom schuift over de koude luchtstroom 1.5 De schaal van Beaufort We meten de snelheid van wind in meter per seconde en we drukken deze uit in beaufort. Beaufort baseerde de windkracht op de hoeveelheid zeil die een groot schip kon vervoeren bij een zwakke bries, storm of orkaan. Deelvraag 1 21

22 Tabel 1: de schaal van Beaufort Deelvraag 1 22

23 2 Hoe werkt een windturbine? Een windturbine bestaat uit drie hoofdbestanddelen: de mast, de gondel en de wieken. Door de aanwezigheid van wind gaan de wieken in beweging komen, waardoor de wind wordt omgezet in elektriciteit. 2.1 De delen van een windturbine De wieken De Mast Figuur 15: onderdelen van de windmolen Deelvraag 2 23

24 2.1.1 De rotor met wieken De moderne windturbine bestaat uit een rotor met drie wieken of windbladen. Ze worden gemaakt uit polyester versterkt met glasvezels of koolstofvezels. De rotor met windbladen eraan vast zet de kinetische energie om in mechanische rotatieenergie in de rotor-as. Figuur 16: de wieken De gondel De gondel kan beschouwd worden als de machinekamer van de windturbine. De gondel is draaibaar gemonteerd bovenop de meestal stalen toren, dit om de rotor in goede windrichting te plaatsen. Deze machinekamer is via de toren bereikbaar en bevat het machinefundament met hierop alle belangrijkste componenten zoals de hoofdas met lagering, de tandwielkast, de generator, de remmen en het kruissysteem. Figuur 17: de gondel Deelvraag 2 24

25 2.1.3 De hoofdas De rotornaaf is bevestigd aan de hoofdas die via de lagers alle krachten die inwerken op de rotor overbrengt op de structuur. Deze hoofdas brengt het koppel over naar de tandwielkast. Figuur 19: de hoofdas De tandwielkast De tandwielkast verhoogt het toerental van de rotor naar het noodzakelijke generator toerental. Bv. een kw windmolen van 52 m diameter draait ongeveer 20 omwentelingen per minuut en de generator omwentelingen per minuut, de nodige overbrengingsverhouding is dan 1500/20= 75 Figuur 18: de tandwielkast De generator Deelvraag 2 25

26 Een moderne windturbine levert zijn stroom aan het openbare net. Dit gebeurt met een generator. We kunnen een generator vergelijken met een dynamo: de mechanische energie binnenkomend via een draaiende as wordt omzet in elektrische energie. Figuur 20: de generator De rem Windmolens zijn zeer veilig uitgevoerd d.m.v. een aerodynamische remsysteem. Deze rem wordt gebruikt bij noodsituaties om de windmolen stil te leggen en wanneer de turbine aan onderhoud toe is Het kruisysteem Het kruien of in de wind plaatsen van de gondel gebeurt volledig automatisch. De windvaan geeft een signaal aan de computer die op haar beurt een hydraulische of elektrische motor stuurt. De motor heeft een klein tandwiel dat de gondel via de grote tandkrans kan verdraaien Figuur 21: het kruisysteem Deelvraag 2 26

27 2.1.8 Het controlesysteem Windmolens zijn hoogtechnologische machines. Een windturbine wordt volledig automatisch bestuurd via een intern computersysteem. Met een modemverbinding kunnen gegevens door de beheerder van op afstand worden opgevraagd De mast Via de mast of toren kunnen werknemers zich verplaatsen naar de gondel voor onderhoud of herstellingen. 2.2 De werking van een windturbine Een windturbine is simpel gezegd een grote omgekeerde ventilator: in plaats van elektriciteit om te zetten in wind, wordt wind omgezet in elektriciteit. Door de aanwezigheid van wind gaan de wieken beginnen te draaien. Via een set tandwielen wordt deze draaiing versneld overgezet op een stang, die verbonden is met een dynamo of generator. Deze dynamo wekt net als bij een fiets een wisselstroom op. Omdat de frequentie van deze stroom afhankelijk is van de windsnelheid en het stroomnet niet kan omgaan met variabele wisselstroom, wordt deze stroom eerst omgezet in gelijkstroom. Deze gelijkstroom wordt vervolgens weer omgezet in wisselstroom, maar dan met een vooraf bekende frequentie die compatibel is met het stroomnet. Figuur 22: werking van een windturbine Deelvraag 2 27

28 2.3 Hoe wordt de windkracht omgezet in de beweging van de wieken? Bij de vormgeving van de wieken van de windturbine wordt uitgegaan van het principe van de liftkracht. Doordat de wieken de energie van de wind maximaal benutten, wordt het hele systeem in beweging gezet. De bouw van de vleugels van een vliegtuig is eveneens op dit principe gebaseerd. Figuur 23: de omzetting van wind in beweging van de wieken Het profiel van een wiek (ook van een vleugel) is zo gemaakt dat de lucht die langs de bovenzijde stroomt een langere weg moet afleggen dan de lucht eronder. Men heeft dan een snellere luchtstroming aan de bollere zijde dan langs de plattere kant. Zo ontstaat er bovenaan een kleinere druk dan aan de onderzijde. Dit drukverschil zorgt voor een resulterende opwaartse kracht, de liftkracht, die loodrecht staat op de richting van de aanstromende lucht, en waardoor de wieken in beweging worden gezet. Een wiek in een luchtstroming ondervindt niet alleen een liftkracht (zoals een vleugel), maar ook een weerstandskracht of drift. Deze kracht is het gevolg van de wrijving van de lucht over het oppervlak (luchtweerstand) en van de verschillende drukkrachten op de wiek. De kracht is evenwijdig aan de richting van de luchtstroming, loodrecht op de liftkracht. Deelvraag 2 28

29 2.4 Typen windmolens We hebben verschillende soorten windturbines: kleine windmolens en grote windmolens, die op hun beurt nog eens verticaal of horizontaal kunnen zijn Kleine windturbines Deze windturbines worden gebruikt door milieuvriendelijke gezinnen die stroom willen opwekken op een natuurlijke manier. Er zijn verschillende kleine windturbines op de markt. We kunnen deze indelen in verticale as windturbines, horizontale as windturbines en de energy ball en windwall windturbines Kleine verticale as windturbines Deze zijn speciaal ontwikkeld om de windturbine te plaatsen in een bebouwde omgeving. Door hun bouw staan de verticale as windturbines altijd in de juiste positie ten opzichte van de wind. Figuur 24: verticale as WTB figuur 25: verticale as WTB Deelvraag 2 29

30 Kleine horizontale as windturbines Dit zijn traditionele windturbines met 2, 3 of meer wieken bevestigd aan een horizontale as. De optimale stand van de windturbine is met de wieken naar de wind toe. Deze turbines zijn het meest gunstig in het open veld, landbouwgebied of platteland. Figuur 26: horizontale as WTB figuur 27: horizontale as WTB Energy ball en windwall windturbines Deelvraag 2 30

31 Dit zijn de nieuwste soort windturbines met een horizontale as, maar met boogvormende windbladen. Alle bladen samen vormen een opengewerkte bal, die zich met behulp van een staart naar de wind toe draait. figuur 28: energyball turbine Figuur 29: windwall turbine Grote windturbines Figuur 30: verticale en horizontale windturbine Deelvraag 2 31

32 Soorten Er zijn twee soorten grote windturbines: windturbines met een verticale as en windturbines met een horizontale as. De meest voorkomende zijn windturbines met een horizontale as, maar hier en daar vind men ook een windturbine met een verticale as. Het nadeel van deze windturbines met een verticale as is dat deze windturbines op gang moeten worden geholpen en vandaar dat deze niet vaak voorkomen Afmetingen Bij de hoogte van een windturbine spreken we over een masthoogte. Deze is bij een grote windturbine tussen 70 à 100 m hoog. De rotorlengte van zo n windturbine is 33 à 40 m lang Opbrengst De opbrengst van een windmolen wordt berekend naargelang het aantal vollasturen. Één windturbine met een vermogen van 2,3 MW zou jaarlijks 2000 vollasturen draaien, wat een productie oplevert van 2,3 MW x 2000 vollasturen per windmolen= 4600 MWh. Een gemiddeld gezin verbruikt jaarlijks 3500 kwh. 1 windturbine is dus goed voor 1300 gezinnen (4600 MWh / 3500 kwh). 2.5 Veiligheids- en omgevingsaspecten Veiligheid Te weinig wind Bij een kleine hoeveelheid wind (minder dan windkracht 2= 1,6 m/s) gaan de windturbines niet draaien, omdat er niet voldoende opbrengst is. Deelvraag 2 32

33 Onderhoud Minstens 1 keer per jaar moet de windmolen gecontroleerd worden. Dit onderhoud wordt gedaan om slijtage in de turbine te voorkomen. Indien nodig gaat men de defecte onderdelen herstellen of vervangen Defect Wanneer er een onderdeel stuk is, werkt de windmolen niet meer Ijsafzetting Bij ijsafzetting wordt de windmolen stil gezet om gevaren te voorkomen Te veel wind Bij een grote hoeveelheid wind (windkracht 10= 24,5 m/s) wordt de turbine automatisch afgeremd om overbelasting te voorkomen. 2.6 Belang van de omgeving Vooraleer men een windturbine mag plaatsen, moet er nagegaan worden of de omgeving geen hinder ondervindt aan deze windturbine Trekvogels Windmolens hebben verschillende nadelige effecten op de vogels. De effecten op vogels zijn onder te verdelen in directe sterfte, verlies van leefgebied en barrière vorming. Deelvraag 2 33

34 2.6.2 Vliegtuigen Vliegtuigen kunnen d.m.v. een windturbine hinder ondervinden, waardoor ze het moeilijk krijgen bij de landing. Dit kan tot zware gevolgen leiden, bv. crashen van een vliegtuig Slagschaduw Een windturbine veroorzaakt een slagschaduw. De grootte van de slagschaduw hangt af van de grootte van de wieken. Deze is zeer irriterend voor de bewoners, omdat het geen constante schaduw is. Je moet het je voorstellen of het licht constant aan en uit gaat. 2.7 De prijs Een grote windmolen (vermogen 2 megawatt) levert energie voor ongeveer 1200 gezinnen en kost ongeveer euro. De kostprijs van een 600 kilowatt (=0,6 Megawatt) windmolen is In opbouw, onderhoud en exploitatie blijkt een windturbine tot 8x duurder te zijn dan een klassieke centrale in verhouding tot de hoeveelheid geproduceerde energie. De brandstof is uiteraard wel gratis met als supplement een positieve invloed op het milieu. Deelvraag 2 34

35 3 Welke eisen moet men stellen om een economisch verantwoord windmolenpark in de gemeente Gingelom te bouwen? Windenergie weerspiegelt de balans tussen economie en ecologie, waarbij ecologische randvoorwaarden worden afgewogen in het streven naar een economische meerwaarde. Daarnaast is er een verbetering van de milieukwaliteit van het productiepark en een verminderde afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen en een verminderd risico op prijsschokken van fossiele brandstoffen. De Vlaamse hernieuwbare energietechnologie sector bestaat uit een kleine 500 bedrijven en realiseerde een geschatte omzet van 280 miljoen euro. De werkgelegenheid in de gehele sector wordt geraamd op 1227 voltijdse equivalenten. Binnen deze sector neemt windenergie zowel qua omzet als qua werkgelegenheid de belangrijkste plaats in: ongeveer 40 % van de omzet en dan hoofdzakelijk voor on shore toepassingen. 3.1 Waar moeten we rekening mee houden bij de bouw van een windmolenpark? Ruimtelijk: bundeling als fundamenteel uitgangsprincipe Door windturbines te bundelen, moet het behoud van de nog resterende open ruimte in het sterk verstedelijkte Vlaanderen worden gegarandeerd. De voorkeur gaat dan ook uit naar het realiseren van windenergieopwekking door middel van een clustering van windturbines. Een verspreide inplanting van verschillende individuele turbines is niet aangewezen. Vanaf 3 windturbines wordt van een cluster gesproken Grondgebruik De funderingsokkel bedraagt meestal 100 à 300 m 2 afhankelijk van de grootte van de turbine. Het moet de bedoeling zijn om zoveel mogelijk bestaande wegen en paden te gebruiken, zowel voor aanvoer van materiaal als voor onderhoud. Deelvraag 3 35

36 Men treft ook best een regeling over de ontmanteling van de turbine na buitendienststelling, over sloopplicht na negatieve revisie en dergelijke Wonen De mogelijke impact op het wooncomfort voor geluidshinder, visuele hinder, slagschaduw, lichtbebakening dient toegelicht te worden. De aanvaardbaarheid van deze impact kan verschillen naargelang de ligging van het gebouw en naargelang de instemming of betrokkenheid van de bewoners Landbouw In principe kunnen alle landbouwgebieden mits planningsinitiatief in aanmerking komen voor de inplanting van windturbines. Specifieke aandacht moet besteed worden aan de aanwezigheid van serres, waar de problematiek van slagschaduw onderzocht moet worden. De mogelijke effecten van de inplanting van windturbines ten aanzien van efficiënt bodemgebruik of eventuele verstoring van de uitbating dienen beschreven te worden. Er mag niet uit het oog verloren worden dat landbouwgebieden meestal open gebieden zijn in het buitengebied Bedrijventerreinen Windturbines op of langs bedrijventerreinen behoren tot de mogelijkheden. In een aantal gevallen is er dan ook een directe relatie tussen de geproduceerde energie en de afname ervan voor het bedrijventerrein. Wel is het aangewezen bijzondere zorg te besteden aan de inplanting van turbines in relatie met de aanwezige of toekomstige bedrijfsgebouwen in de omgeving. Ze kunnen de vrije vormen van inrichting van het gebied beperken, wat economisch dient afgewogen te worden. Deelvraag 3 36

37 De mogelijke impact op het werkcomfort door geluidshinder, visuele hinder, slagschaduw, lichtbebakening dient toegelicht te worden. Het is van belang de omliggende bedrijven en de bedrijventerreinbeheerder bij de planning te betrekken. De realisatie van een windturbinepark gebeurt bij voorkeur aan de rand van deze gebieden of langs bovengrondse lijninfrastructuren aldaar Zeehavengebieden Zeehavengebieden, havengebieden en de aansluitende terreinen zijn, vanuit ruimtelijk, milieu- en windtechnische oogpunt zeer geschikt voor de inplanting van windturbines of een windmolenpark. Door hun ligging en oriëntatie vormen deze terreinen windrijke zones. Tevens zorgen de bestaande infrastructuur en netaansluiting voor vereiste bereikbaarheid. De natuur ontwikkelt zich in overeenstemming met de steeds evoluerende economische infrastructuur en activiteiten. Het is aangewezen een globale structuurvisie op te stellen voor de inplanting van windturbineparken in deze gebieden Sport en recreatie Campings, weekendverblijfparken, kunnen als geluidsgevoelig bestempeld worden. De verenigbaarheid dient in de lokalisatie getoetst te worden rekening houdend met de aansluitende bestemmingsgebieden, met het type recreatiegebied qua huidig gebruik. Ook het huidige achtergrondgeluidniveau zal hierbij richtinggevend zijn. Met betrekking tot sportfaciliteiten gaat de voorkeur uit naar zones waar reeds een vorm van geluidsstoring aanwezig is Landschap Het effect van windmolens in een landelijke omgeving kan groter zijn dan in een verstedelijkte omgeving. In een landelijke omgeving wordt het turbinepark eerder als Deelvraag 3 37

38 contrasterend gekarakteriseerd. Ze werken schaalverkleinend, vergroten de meetbaarheid van het landschap en tasten de weidsheid en openheid aan. Anderzijds kan het contrasterende aspect van een turbinepark in een open en landelijke omgeving zonder hoge actuele landschapswaarden, een nieuw landschap opleveren. Tegenover het aspect landschap kunnen volgende afwegingselementen worden aangegeven: - er dient om een landschappelijke reden aansluiting gezocht bij bestaande grootschalige infrastructuren zoals zeehaventerreinen, sluizencomplexen, lijninfrastructuren. - de aanwezigheid van andere constructies die een belangrijke impact hebben op het landschap (Bv. masten, bruggen) en waarmee een bundeling van windturbines kan plaatsvinden. - de schaal van in het gebied aanwezige landschapselementen. - de interferentie met cultuur historische kenmerken van het gebied is bepalend. - de aanwezigheid van lijninfrastructuren waarvan de herkenbaarheid in het landschap door de inplanting van windturbines verhoogt. Bv. autosnelwegen, rivieren, spoorwegen, hoogspanningsleidingen. - aangeven van de landschappelijke invloedzone van het windmolenpark. - inschatting van de visuele impact van het project, rekening houdend met de gewenste bebakening zoals geëist door het directoraat-generaal van de luchtvaart. Verder zijn belangrijk: - aandacht aan de vormgeving en plaatsing van de transfo- en bedieningsgebouwen, de wegenis of bedieningwegen naar de turbines - bij windmolens is de verhouding van de masthoogte en/of de rotor diameter meer bepalend dan de hoogte van de turbine. - enkel de relatief langzaam draaiende driewieken zijn aanvaardbaar. - er is een sterke voorkeur naar een gelijke hoogte en een gelijke type van de windmolens per groep. Een mengeling van verschillende hoogtes en types van windturbines op 1 locatie kan storend zijn. Deelvraag 3 38

39 3.1.9 Geluidsimpact Geluidshinder door windmolens wordt door twee verschillende geluiden veroorzaakt: - het pulsgeluid: dit is het pulserende geluid dat veroorzaakt wordt als een molenwiek de paal passeert; - het tonale geluid: dit is het permanente zoemende geluid dat veroorzaakt wordt door de tip van de wiek. Deze tipsnelheid kan oplopen tot 250 km/h. De mate waarin hinder door windturbines kan optreden, is afhankelijk van verschillende factoren zoals de bronsterkte van de windmolen, de opstellingsvorm, de ashoogte en het aantal windturbines. Ook de aard van de ondergrond en de afstand tot de omwonenden spelen een rol. In onderstaande grafiek kan men zien dat het brongeluid van de turbine afneemt naarmate we ons verder gaan verplaatsen. Grafiek 1: geluidsimmissie in db in functie van brongeluid. Om geluidshinder voor omwonenden te voorkomen mogen windturbines niet te kort bij met huizen staan: de windturbine moet op voldoende afstand staan (vuistregel 4 x de ashoogte van de turbine). De minimumafstand bedraagt 250 m. Deelvraag 3 39

40 Alle windturbines moeten zo worden ontworpen dat ze op de gevel van nabijgelegen woningen niet meer dan 47 decibel aan geluidsbelasting veroorzaken: - Woongebieden: overdag 44 db, s avonds en s nachts 39 db - Agrarische gebieden: overdag 48 db, s avonds en s nachts 43 db - Op < 500 m afstand van industriegebied: In woongebied: 43 db s nachts. Niet in woongebied: 45 db s nachts. - Op < 500 m van KMO gebied ( ambachtelijke gebieden en ontginningsgebieden tijdens de ontginning) In woongebied: 39 db s nachts Niet in woongebied: 43 db s nachts - Industriegebieden: 55 db s nachts - Buffergebieden: 50 db s nachts - Andere gebieden: 43 db s nachts De maximale geluidsbelasting wordt berekend aan de hand van de jaargemiddelde windsnelheid op de zogenaamde masthoogte van de windturbine De slagschaduw Draaiende wieken van windturbines kunnen hinder veroorzaken door slagschaduw., zowel voor omwonenden als mensen die in de omgeving werken, evenals voor de tuinbouw (serres). Aangezien de slagschaduw volgens berekeningsprogramma s steeds beperkt blijft tot 30 u per jaar op een afstand van ongeveer tweemaal de totale hoogte van de windturbine, kan men de hinder steeds als aanvaardbaar beschouwen indien er geen vreemde woningen binnen het aangeduide gebied t.o.v. de windturbine vallen. Deelvraag 3 40

41 Figuur 31: zone waarin hinder wat betreft slagschaduw voor vreemde woni ngen in principe te groot zal zijn Veiligheid De windturbines moeten gecertificeerd zijn. De veiligheidsaspecten moeten duidelijk beschreven zijn. In het geval van aanzienlijke risico s is een veiligheidsstudie noodzakelijk. om een goede veiligheid te garanderen moet een windturbine een remsysteem, controlesysteem, bliksembeveiligingssysteem en een ijsdetectiesysteem hebben Natuur De te verwachten effecten op de fauna en flora worden (vooral vogels, vleermuizen) in internationale publicaties als mogelijke bedreiging vernoemd en zijn dus een essentieel element in de besluitvorming bij de inplanting van windmolens. Naast de effectieve aanvaring kan verstoring optreden die afhankelijk van de aard van verstoring en mate van de gewenning of van uitwijkmogelijkheden, blijvend kan zijn. Voor de belangrijkste natuurgebieden, waaronder Vlaams Ecologische netwerken, speciale beschermingszones- habitatrichtlijnen en speciale beschermingszones- Deelvraag 3 41

42 vogelrichtlijnen, andere gebieden met belangrijke ecologische waarden en natuurreservaten dient een omgevingsanalyse uit te maken welke afstand als buffer aangewezen is. Deze afstand kan onder meer bepaald worden afhankelijk van een ornithologische analyse of in geval van significante negatieve effecten op een speciale beschermingszone, een algemene beschrijving waar rekening wordt gehouden met de omgevingsfactoren. In dit aspect natuur spelen vogels een zeer belangrijke rol. Winmolens hebben verschillende effecten op vogels. Deze hangen af van de locatie, het aantal windmolens, de hoogte, de opstelling en uitvoering van de windmolens, de periode (seizoenen, dag of nacht), de weersomstandigheden. De effecten op vogels zijn onder te verdelen in indirecte sterfte, verlies van leefgebied en barrièrevorming. Zo kunnen vogels tegen de wieken van een windmolen aanvliegen wat kan leiden tot een directe sterfte. Dit gebeurt dan vooral s nachts of bij slecht weer. Daarnaast mijden veel vogels de windmolens en de omgeving ervan waardoor ze hun broedplaats verlaten. Verder kunnen door windmolenopstellingen barrières ontstaan, waar de vogels een omleiding gaan maken om naar hun broedplaats te gaan. Dit kost veel energie, dus moeten de vogels ook meer eten, terwijl er minder foerageertijd beschikbaar is Luchtvaart, militaire en burgerlijke radars, installaties De mogelijke impact op militaire en burgerluchtvaart moet worden nagegaan, niet alleen in de nabijheid van luchthavens maar ook ten aanzien van bv. radarinstallaties. In deze gevallen zullen bebakenvereisten en/of hoogtebeperkingen worden opgelegd. Bijzonder aandacht dient worden te besteed aan de effecten van lichtbebakening op de omwonenden en de omgeving Vergunningsplicht Voor de bouw van een grootschalige windturbine is naast een stedenbouwkundig- vergunning ook een milieuvergunning nodig. Deelvraag 3 42

43 De stedenbouwkundige vergunning wordt steeds aangevraagd bij de provinciaal stedenbouwkundige ambtenaar. Bij de milieuvergunning worden de turbines onderverdeeld in klassen: kw tot en met 500 kw: klasse 3 (melding bij gemeente) ; - meer dan 500 kw tot en met 5000 kw: klasse 2 (aanvraag bij gemeente) ; - meer dan 5000 kw, alsook installaties voor het opwekken elektriciteit door middel van windenergie voor zover de activiteit betrekking heeft op 20 windturbines of meer, of 4 windturbines of meer die een aanzienlijke invloed hebben op een bijzonder beschermd gebied : klasse 1 ( aanvraag bij bestendige deputatie van de provincie). 3.2 Mijn lokalisatieplan Identiteit van de indiener Naam: Delorge Steff Statuut: particulier Adres: Houtstraat 4, 3890 Gingelom Tel.: steff.delorge@telenet.be Beschrijving van het voorstel Aantal windturbines: 3 windturbines Vermogen van de windturbines (in MW): 2,3 MW Ashoogte: 100 m Wiekdiameter: 60 m Ligging: x-coördinaat: y-coördinaat: Deelvraag 3 43

44 3.2.3 Bundelingsprincipe Dit perceel bevindt zich op een perfecte afstand van de woonkern om geluidstoornis te voorkomen (100 m mast X 4= 400m): Van het perceel tot Boekhout= 650,39 m Van mijn perceel tot Jeuk= 1,80 km Van het perceel tot Mielen- Boven- Aalst= 957,52 m Van het perceel tot Engelmanshoven= 1,38 km. Dit perceel is goed bereikbaar. Bewoners hebben geen last van slagschaduw. De slagschaduw bereikt de woonkern niet. Er is geen bepaalde broedplaats, dus de windturbines kunnen de vogels niet belasten Geluid Kleinste afstand van een windturbine tot een vreemde woning of woongebied: 650,39 m Slagschaduw Kleinste afstand van een windturbine tot een vreemde woning, kantoor of ander verblijfsgebouw: 650,39 m Natuur Mijn perceel bevindt zich midden in landbouwgebied. Binnen een straal van 500 m vindt men alleen maar landbouwvelden terug. Deelvraag 3 44

45 3.2.7 Monumenten en landschappen Rond mijn perceel bevinden zich geen monumenten of beschermde landschappen Veiligheid Om een goede veiligheid te garanderen moet een windturbine een remsysteem, controlesysteem, bliksembeveiligingssysteem en een ijsdetectiesysteem hebben Overige aandachtspunten: Afstand tot dichtstbijzijnde luchthavens (militaire luchtvaart, burgerluchtvaart, sportvliegvelden), (vliegplein Brustem): 6,38 km (militaire luchtvaart, sportvliegtuigen) Radarinstallaties en andere communicatie-apparatuur in de omgeving die mogelijk kunnen gestoord worden: - luchthaven in Brustem. Deze bevindt zich 6,38 km van mijn perceel. - gsm masten. Deze bevinden zich ongeveer 750 m van mijn perceel Mijn perceel Figuur 32: mijn perceel Deelvraag 3 45

46 Mijn perceel is gelegen in Boekhout. Dat is een klein dorpje van de gemeente Gingelom. Het perceel is gelegen midden in landbouwgebied. Figuur 32: mijn perceel en omliggende dorpen Legende Mielen- Boven- Aalst Jeuk Mechelen Engelmanshoven Boekhout Deelvraag 3 46

47 Figuur 33: mijn perceel (luchtfoto) 3.3 Kosten - batenanalyse Baten Subsidies VLIF- investeringssteun Het Vlaamse landbouwinvesteringsfonds (VLIF) maakt het mogelijk om als land- of tuinbouwer vestigings en/of investeringssteun te genieten. Het minimum investeringsbedrag bedraagt bv euro per turbine. Voor de investering in windmolens kan men 28 % VLIF investeringssteun genieten. Eenmalige investeringsaftrek Deelvraag 3 47

48 De verhoogde investeringsaftrek is gericht op investeringen voor een rationeler energiegebruik in de industrie en een verbetering van industriële energetische processen. De investeringen die in aanmerking komen voor deze steunmaatregel werden onderverdeeld in 6 groepen en 12 categorieën. Het aanwenden van windenergie valt onder groep 5 (gebruik van hernieuwbare energieën) en categorie 11 (energieproductie op basis van hernieuwbare energieën). Belangrijk hierbij is dat het gaat om nieuwe investeringen, voor vervangende apparatuur kan deze steun niet bekomen worden. De eenmalige investeringsaftrek wordt genomen op de winst van het belastbaar tijdperk waarin de installatie werd verkregen, voor het jaar 2012 bedroeg de verhoogde aftrek 13,5 % Groene stroom certificaten (GSC) Eén GSC komt overeen met 1000 KWh door u in Vlaanderen opgewekte groene stroom. Groene stroom certificaten worden bijgehouden in een centrale databank die men online kan raadplegen. Aan deze GSC is een bepaalde waarde gekoppeld, ze kunnen worden verkocht aan enerzijds een elektriciteitsleverancier tegen overeengekomen prijs of anderzijds aan een distributienetbeheerder tegen een wettelijke vastgelegde minimumprijs. Deze minimumprijs hangt af van de gebruikte technologie. Voor windenergie op land is de minimumprijs per certificaat voor installaties in dienst na 01/01/12 tot 01/01/13 indien aangesloten op het distributienet. - 90: windenergie op land, biomassa en biogas uit organische - biologische stoffen; - 60: organisch biologisch deel van restafval, stortgas (vergisting van organisch biologische stoffen in stortplaatsen en biogas rioolwaterzuiveringsslib; (geen ecologiepremie) 100 (ecologiepremie ontvangen): biogas uit vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen biogas uit GFT- vergisting met compostering; - 90: waterkracht, getijden- en golfslagenergie, aardwarmte; - 60: andere technieken. Deelvraag 3 48

49 De elektriciteitsleveranciers in Vlaanderen moeten elk jaar een bepaald percentage van hun elektriciteitsleveringen aan de eindverbruikers kunnen aantonen met een GSC. In 2002 bedroeg het percentage 8 % en dit neemt toe tot 20,5 % in Vanaf leveringsjaar 2012 wordt het aantal in te leveren GSC bepaald door het percentage van dit jaar van de geleverde elektriciteit te vermenigvuldigen met de totale bandingscoëfficiënt (verhouding tussen het aantal toegekende certificaten in het voorafgaande jaar en de totale productie van groene stroom in het voorafgaand jaar). De GSC moeten telkens op 31 maart van het jaar volgend op het levensjaar ingediend worden. Elektriciteitsleveranciers kunnen GSC verkrijgen door zelf elektriciteit op te wekken op basis van hernieuwbare energiebronnen of door GSC te kopen van derden. Elektriciteitsleveranciers die een tekort hebben moeten een boete betalen van 125 euro per ontbrekend GSC. Deze boete wordt verlaagd naar 100 euro vanaf leveringsjaar De kosten De bouw De kosten van een windturbine zijn sterk afhankelijk van de hoogte van de as van de windturbine. Een windturbine kost per meter as +/ , dus een windturbine van 60 m kost Een gemiddelde windturbinemolen kost Grafiek 2: verdeling investeringskosten van de windturbine Deelvraag 3 49

50 De uiteindelijke kosten van een windturbine worden voor het grootste deel bepaald door de plek waar hij geplaatst wordt. De windsnelheid verschilt van locatie tot locatie en hierbij ook de opbrengst/rendement van de turbine. Tabel 2: soorten windturbines in verhouding met de energie Onderhoudskosten De eerste generatie windturbines hadden hoge onderhoudskosten. Nu zijn deze sterk gereduceerd tot 1,5 à 2 % per jaar van het totale investeringsbedrag inclusief een aansprakelijkheidsverzekering Vergoeding grondeigenaar De vergoedingen die door de exploitant aan de grondeigenaar en in voorkomend geval de pachter zullen betaald worden, kunnen van tweeërlei aard zijn: - forfaitaire bedragen afhankelijk van het aantal en de aard van de rechten die worden verleend. De bedragen verschillen doorgaans naargelang men pachter of eigenaar is. Er kunnen vergoedingen voorzien worden per turbine, elektriciteitscabine, voor slagschaduw, onder- en bovengrondse innamen, enz. De vergoedingen worden meestal jaarlijks uitbetaald; - een percentage van de inkomsten gegenereerd door de windturbine. Deze inkomsten kunnen voorkomen uit enerzijds de verkoop van de geproduceerde stroom en anderzijds de verkoop van groene stroom- of CO2- certificaten. Het is Deelvraag 3 50

51 echter aangewezen hierbij een minimum te hanteren, bijvoorbeeld op basis van de gemiddelde opbrengst van een windturbine met eenzelfde vermogen. Deelvraag 3 51

52 Deelvraag 3 52

53 Besluit Om tot een economisch verantwoord windturbineproject te komen moet er winst gemaakt worden. Aangezien de inkomsten afhangen van de productie van de windmolen moet er dus een zo groot mogelijke productie van elektriciteit zijn. Dit hangt af van verschillende factoren. We onderzochten o.a. de locatie: er zijn windrijke en windarme locaties. Het is dus belangrijk een project in te plannen in een windrijke zone. In ons eerste onderzoek hebben we dit ook als resultaat gehad: wanneer de windsnelheid toeneemt, neemt de totale productie elektriciteit ook toe. Ook het type windmolen speelt een rol: er zijn types die hoger zijn, types waarvan de diameter van de wieken groter is. In ons tweede onderzoek zijn we dit ook gaan testen: Wanneer de diameter van de wieken te klein of te groot was, hadden we een lagere productie elektriciteit. Besluit 53

54 Besluit 54

55 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Lijst van figuren, tabellen en grafieken Figuur 1: verticale indeling van de atmosfeer Figuur 2: uitgeoefende kracht op het aardoppervlak neemt af met de hoogte Figuur 3: de luchtdruk Figuur 4: een barometer Figuur 5: een weerkaart Figuur 6: de luchtdrukgradiëntkracht Figuur 7: de corioliskracht Figuur 8: de corioliskracht en luchtdrukgradiëntkracht Figuur 9: de corioliskracht en luchtdrukgradiëntkracht Figuur 10: de middelpuntzoekende kracht Figuur 11: warme lucht stijgt op Figuur 12: passaatwinden Figuur 13: koude en warme luchtstromen komen in botsing met elkaar Figuur 14: warme luchtstroom schuift over de koude luchtstroom Figuur 15: onderdelen van de windmolen Figuur 16: de wieken Figuur 17: de gondel Figuur 19: de hoofdas Figuur 18: de tandwielkast Figuur 20: de generator Figuur 21: het kruisysteem Figuur 22: werking van een windturbine Figuur 23: de omzetting van wind in beweging van de wieken Figuur 24: verticale as WTB Figuur 25: verticale as WTB Figuur 26: horizontale as WTB Figuur 27: horizontale as WTB Figuur 28: energyball turbine Figuur 29: windwall turbine Figuur 30: verticale en horizontale windturbine Lijst van tabellen, figuren en grafieken 55

56 Figuur 31: zone waarin hinder wat betreft slagschaduw voor vreemde woningen in principe te groot zal zijn Figuur 32: mijn perceel Figuur 32: mijn perceel en omliggende dorpen Figuur 33: mijn perceel (luchtfoto) Figuur 34: bouw windturbine Figuur 35: bouw windturbine Figuur 36: bouw windturbine Figuur 37: multimeter Figuur 38: anemometer Figuur 39: bouw windturbine Figuur 40: bouw windturbine Figuur 41: bouw windturbine Figuur 42: multimeter Figuur 42: bouw windturbine Figuur 43: bouw windturbine Figuur 44: bouw windturbine Figuur 42: bouw windturbine Figuur 43: bouw windturbine Figuur 44: bouw windturbine Tabel 1: de schaal van Beaufort Tabel 2: soorten windturbines in verhouding met de energie Grafiek 1: geluidsimmissie in db in functie van brongeluid Grafiek 2: verdeling investeringskosten van de windturbine..49 Lijst van tabellen, figuren en grafieken 56

57 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Bijlage 1: Het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 1 Wat is de invloed van de windsnelheid op het rendement van een windmolen? 1.1 De hypothese Omschrijving Wanneer de windsnelheid verhoogt, zal het geleverde vermogen van de turbine omhoog gaan. Maar hoe hoger de windkracht, hoe langzamer het rendement omhoog gaat. Het rendement van onze windturbine gaat even constant zijn en dan gaat het geleidelijk aan omlaag gaan Ondersteuning (%) In deze tabel kunnen we zien dat naarmate de windsnelheid vergroot het vermogen vergroot. Maar hoe hoger de windkracht, hoe lager het rendement. Formules: elektrische energie= U*I Kinetische energie= ½*m*v 2 Massa van lucht= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 Rendement= elektrische/kinetische energie Bijlage 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 57

58 1.2 Aanpak We maken een turbine We gebruiken een bladblazer voor het produceren van wind. We meten de kinetische energie= ½*m*v 2 en m= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 We meten elektrische energie van de dynamo: P= U*I We bepalen het rendement= elektrische energie/kinetische energie 1.3 Theorie De onderdelen van mijn windturbine Bijlag 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 58

59 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Formules E kin =½ m.v² P totaal =½ m.v² / t m =. V =. A. x P totaal =½.. A. x. v² / t v = x / t P totaal =½.. A. v³ Massa= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 E= U*I Rendement= elektrische energie/kinetische energie 1.4 Materiaal 4 PVC buizen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 4 PVC ellebogen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 2 PVC T s ( ), (diameter= +/- 4 cm) 3 wieken (aerodynamisch) (15 cm) Elektriciteitsdraad (tweedraad) Strips ( om de turbine vast te maken aan de tafel) Multimeter. Anemometer Lamp 1 (3W-10W) Lamp 2 (wanneer lamp 1 zou stuk springen) (3W-10W) Dynamo (omdat we een lamp nemen tussen 3 en 10 Watt zullen we ook een dynamo moeten nemen van 3W-10W, zo niet springt de lamp stuk. Bladblazer Bijlage 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 59

60 1.5 Methode Bouw van de windmolen Stap 1 Figuur 34: bouw windturbine Stap 2: Hier verbinden we de rotor met de elektriciteitskabel. Figuur 35: bouw windturbine Stap 3 Hier maken we aan de rotor de 3 rotorbladen vast. We gebruiken de wieken van een vliegtuig omdat ze steviger en aerodynamisch zijn. Figuur 36: bouw windturbine Omschrijving van de proef Bijlag 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 60

61 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Als leverancier van de windenergie gebruiken we een bladblazer. We gebruiken een anemometer om de windsnelheid te meten. Als elektriciteitsproducent gebruiken we een dynamo met windbladen er aan vast. De windbladen gaan we uit een vliegtuig halen omdat ze steviger zijn dan plastiek en aerodynamisch zijn. We maken de turbine vast aan de tafel met lijmklemmen, zodat de turbine niet wordt weg geblazen. Aan de dynamo hangen we een lampje, spanningsmeter en ampèremeter. We meten dan de spanning over het lampje en de stroomsterkte doorheen de stroomkring. Bladblazer 48 cm Windturbine Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Bijlage 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 61

62 Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) Bijlag 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 62

63 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Wat moeten we meten? De spanning (U(V)) en de stroomsterkte (I(A)) meten we met een multimeter Spanning Eenheid: Volt Stroomsterkte Ampère Figuur 37: multimeter Windsnelheid (v(m/s)) Snelheid Eenheid: meter per seconde Figuur 38: anemometer Belangrijk De dynamo moet overeenstemmen met het lampje: wanneer de dynamo niet overeenstemt, gaat het lampje kapot springen. De afstand tussen de windmolen en de bladblazer moet exact hetzelfde blijven. Maak de windmolen aan de tafel vast (stabiliteit) Bijlage 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 63

64 1.5.5 Verwerking van de meetresultaten Eerste meting Windsnelheid (mph) (45-48 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 45,5 20,34 1, ,549 46,7 20,88 1, ,920 48,0 21,46 1, ,551 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 20,34 1 0,32 3,125 0,32 20,88 1 0,28 3,571 0,28 21,46 1 0,29 3,448 0,29 Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Bijlag 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 64

65 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 20, ,65 0,32 0, , ,58 0,28 0, , ,23 0,29 0,0642 Gemiddelde 0, Tweede meting Windsnelheid (mph) (50-52 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 50,6 22,62 2, ,805 51,4 22,98 2, ,484 52,1 23,29 2, ,410 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Bijlage 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 65

66 Windsnelheid (m/s) spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) elektrische energie P= U*I 22,62 2 0,42 4,76 0,84 22,98 2 0,43 4,65 0,86 23,29 2 0,43 4,65 0,86 Ten slotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 22, ,16 0,84 0, , ,42 0,86 0, , ,45 0,86 0,1489 Gemiddelde 0,1543 Bijlag 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 66

67 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Derde meting Windsnelheid (mph) (57-60,2 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 57,7 25,794 2, ,092 58,8 26,286 2, ,836 60,2 26,912 2, ,835 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 25, ,56 5,36 1,68 26, ,57 5,26 1,71 26, ,51 5,88 1,53 Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Bijlage 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 67

68 Rendement (%) Geïntegreerde proef Studierichting Biotechnische wetenschappen Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 57, ,92 1,68 0, , ,509 1,71 0, , ,57 1,53 0,1717 Gemiddelde 0,1974 Eindresultaat Windsnelheid (mph) mph mph 57-60,2 mph Rendement 0,0716 0,1543 0,1974 Invloed van de windsnelheid op het rendement 0,25 0,2 y = 0,0221x - 0,3765 R² = 0,9029 0,15 0,1 0,05 Reeks1 Lineair (Reeks1) Windsnelheid (m/s) Bijlag 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 68

69 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Tijdsplan Voorbereiding van de proef Bouw van de turbine: 3 uur Verzameling van materiaal: 15 min Opbouw van de proef: 30 min Uitvoering van de proef We doen de proef 3x na mekaar. We hebben een 45 minuten nodig om de proef uit te voeren. We hebben dus 135 minuten nodig Verwerking van de resultaten Verwerking proef: 1 uur Schrijven van een verslag: 5-6 uur 1.7 Veiligheid Voorzorgsmaatregelen voor je begint Maak de windmolen goed vast aan de tafel Voorzorgsmaatregelen tijdens de proef Hou de handen buiten bereik van de wieken van de windturbine Niet met vochtige handen met stroom werken Bijlage 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 69

70 Het best is om te werken met een installatie zonder spanning maar dat gaat niet altijd en daarom gaan we de risico s afschermen d.m.v. aarding, fysieke afscherming, Isolatie Voorzorgsmaatregelen na de proef Berg alles netjes op Persoonlijke beschermingsmiddelen Labojas 1.8 Besluit Aan de hand van de grafiek kunnen we dus waarnemen dat het rendement toeneemt met een toenemende windsnelheid. Bij ons nemen we heel kleine getallen waar, omdat onze proef maar op kleine schaal is. Bijlag 1: het onderzoeksplan van de eerste onderzoeksvraag 70

71 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Bijlage 2: verslag van de eerste onderzoeksvraag 2 Wat is de invloed van de windsnelheid op het rendement van een windmolen? 2.1 Inleiding De onderdelen van mijn windturbine Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 71

72 2.1.2 Formules E kin =½ m.v² P totaal =½ m.v² / t m =. V =. A. x P totaal =½.. A. x. v² / t v = x / t P totaal =½.. A. v³ Massa= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 P= U*I Rendement= elektrische energie/kinetische energie 2.2 Hypothese Omschrijving Wanneer de windsnelheid verhoogt, zal het geleverde vermogen van de turbine omhoog gaan. Maar hoe hoger de windkracht hoe langzamer het rendement omhoog gaat. Het rendement van onze windturbine gaat even constant zijn en dan gaat het geleidelijk aan omlaag gaan Ondersteuning (%) In deze tabel kunnen we zien dat naarmate de windsnelheid vergroot het vermogen vergroot. Maar hoe hoger de windkracht hoe lager het rendement. Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 72

73 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Formules: elektrische energie= U*I Kinetische energie= ½*m*v 2 Massa van lucht= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 Rendement= elektrische/kinetische energie 2.3 Aanpak We maken een turbine We gebruiken een bladblazer voor het produceren van wind. We berekenen de kinetische energie= ½*m*v 2 en m= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 We berekenen elektrische energie van de dynamo: P= U*I We bepalen het rendement= elektrische energie/kinetische energie 2.4 Materiaal 4 PVC buizen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 4 PVC ellebogen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 2 PVC T s ( ), (diameter= +/- 4 cm) 3 wieken (aerodynamisch) (15 cm) Elektriciteitsdraad (tweedraad) Strips ( om de turbine vast te maken aan de tafel) Multimeter. Anemometer Lamp 1 (3W-10W) Lamp 2 (wanneer lamp 1 zou stuk springen) (3W-10W) Dynamo (omdat we een lamp nemen tussen 3 en 10 Watt zullen we ook een dynamo moeten nemen van 3W-10W, zo niet springt de lamp stuk. Bladblazer Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 73

74 2.5 Methode Bouw van de windmolen Stap 1 Figuur 39: bouw windturbine Stap 2: Hier verbinden we de rotor met de elektriciteitskabel. Figuur 40: bouw windturbine Stap 3 Hier maken we aan de rotor de 3 rotorbladen vast. We gebruiken de wieken van een vliegtuig omdat ze steviger en aerodynamisch zijn. Figuur 41: bouw windturbine Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 74

75 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Omschrijving van de proef Als leverancier van de windenergie gebruiken we een bladblazer. We gebruiken een anemometer om de windsnelheid te meten. Als elektriciteitsproducent gebruiken we een dynamo met windbladen er aan vast. De windbladen gaan we uit een vliegtuig halen omdat ze steviger zijn dan plastiek en aerodynamisch zijn. We maken de turbine vast aan de tafel met lijmklemmen, zodat de turbine niet wordt weg geblazen. Aan de dynamo hangen we een lampje, spanningsmeter en ampèremeter. We meten dan de spanning over het lampje en de stroomsterkte doorheen de stroomkring. Bladblazer 48 cm Windturbine We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 75

76 2.5.3 Wat moeten we meten? De spanning (U(V)) en de stroomsterkte (I(A)) meten we met een multimeter Spanning Eenheid: Volt Stroomsterkte Eenheid: ampère Figuur 42: multimeter Windsnelheid (v(m/s)) Snelheid Eenheid: meter per seconde Figuur 43: anemometer Belangrijk de dynamo moet overeenstemmen met het lampje: wanneer de dynamo niet overeenstemt, gaat het lampje kapot springen. De afstand tussen de windmolen en de bladblazer moet exact hetzelfde blijven. Maak de windmolen aan de tafel vast (stabiliteit) Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 76

77 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Resultaten Rendement bij windsnelheden tussen 20 à 22 m/s a) Kinetische energie Windsnelheid (mph) (45-48 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 45,5 20,34 1, ,549 46,7 20,88 1, ,920 48,0 21,46 1, ,551 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. b) Elektrische energie Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 20,34 1 0,32 3,125 0,32 20,88 1 0,28 3,571 0,28 21,46 1 0,29 3,448 0,29 Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 77

78 Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. c) Rendement Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 20, ,65 0,32 0, , ,58 0,28 0, , ,23 0,29 0,0642 Gemiddelde 0, Rendement bij windsnelheden tussen 22 à 24 m/s a) Kinetische energie Windsnelheid (mph) (50-52 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 50,6 22,62 2, ,805 51,4 22,98 2, ,484 52,1 23,29 2, ,410 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 78

79 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. b) Elektrische energie Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 22,62 2 0,42 4,76 0,84 22,98 2 0,43 4,65 0,86 23,29 2 0,43 4,65 0,86 Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. c) Rendement Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 22, ,16 0,84 0, , ,42 0,86 0, , ,45 0,86 0,1489 Gemiddelde 0,1543 Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 79

80 Rendement bij windsnelheden tussen 25 á 27 m/s a) Kinetische energie Windsnelheid (mph) (57-60,2 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 57,7 25,794 2, ,092 58,8 26,286 2, ,836 60,2 26,912 2, ,835 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. b) Elektrische energie Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 25, ,56 5,36 1,68 26, ,57 5,26 1,71 26, ,51 5,88 1,53 Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 80

81 Rendement (%) Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. c) Rendement Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 57, ,92 1,68 0, , ,509 1,71 0, , ,57 1,53 0,1717 Gemiddelde 0, Conclusie 0, ,0002 Invloed van de windsnelheid op het rendement 0, ,0001 0, m/s m/s m/s Windsnelheid (m/s) Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 81

82 Het rendement neemt toe met een stijgende windsnelheid. We hadden het in onze hypothese fout: Hoe hoger de windkracht, hoe langzamer het rendement omhoog gaat. Het rendement van onze windturbine gaat even constant zijn en dan gaat het geleidelijk aan omlaag gaan. We zien in onze grafiek dat het rendement van windsnelheid 1 (20-22 m/s) naar windsnelheid 2 (22-24 m/s) verdubbelt en bij windsnelheid 3 (25-27 m/s) verdrievoudigt. Bijlage 2: Verslag van de eerste onderzoeksvraag 82

83 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 3 Wat is de invloed van de totale oppervlakte van de wieken op het rendement van een windmolen? 3.1 De hypothese Omschrijving Wanneer we de wieken gaan vergroten en de snelheid constant gaan houden, zal het geleverde vermogen van de turbine omhoog gaan. Het rendement zal toenemen naarmate de wieken groter worden Ondersteuning We gebruiken de formules: elektrische energie= U*I Kinetische energie= ½*m*v 2 Massa van lucht= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 Rendement= elektrische/kinetische energie 3.2 Aanpak We maken 3 turbines, waarvan de wieken telkens verschillen in grootte. We gebruiken een bladblazer voor het produceren van wind (constante snelheid). We meten de kinetische energie= ½*m*v 2 en m= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 We meten de elektrische energie van de dynamo: P= U*I We bepalen het rendement= elektrische energie/kinetische energie 3.3 Theorie Eerste windturbine Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 83

84 Tweede windturbine Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 84

85 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Derde windturbine Formules E kin =½ m.v² P totaal =½ m.v² / t m =. V =. A. x P totaal =½.. A. x. v² / t v = x / t P totaal =½.. A. v³ Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 85

86 Massa= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 E= U*I Rendement= elektrische energie/kinetische energie 3.4 Materiaal 4 PVC buizen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 4 PVC ellebogen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 2 PVC T s ( ), (diameter= +/- 4 cm) 3x 3wieken (lengte 15,18, 21cm) (aerodynamisch) Bladblazer (constante snelheid) Elektriciteitsdraad (tweedraad) (lengte= +/- 30 cm) Strips ( om de turbine vast te maken aan de tafel) Multimeter. Anemometer Lamp (3W-10W) 1 Lamp extra (wanneer de lamp zou stuk springen) (3W-10W) Dynamo (omdat we een lamp nemen tussen 3 en 10 watt zullen we ook een dynamo moeten nemen van (3W-10W), zo niet springt de lamp stuk. Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 86

87 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Methode Bouw van de windmolen Stap 1 Figuur 42: bouw windturbine Stap 2: Hier verbinden we de rotor met de elektriciteitskabel. Figuur 43: bouw windturbine Stap 3 Hier maken we aan de rotor de 3 rotorbladen vast. We gebruiken de wieken van een vliegtuig omdat ze steviger en aerodynamisch zijn. Figuur 44: bouw windturbine Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 87

88 3.5.2 Omschrijving van de proef Als leverancier van de windenergie gebruiken we een bladblazer. We gebruiken een anemometer om de windsnelheid te meten. Als elektriciteitsproducent gebruiken we een dynamo met windbladen er aan vast. De windbladen gaan we uit een vliegtuig halen omdat ze steviger zijn dan plastiek en aerodynamisch zijn. We maken de turbine vast aan de tafel met lijmklemmen, zodat de turbine niet wordt weg geblazen. Aan de dynamo hangen we een lampje, spanningsmeter en ampèremeter. We meten dan de spanning over het lampje en de stroomsterkte doorheen de stroomkring. Bladblazer 48 cm Windturbine Lengte van het windblad Windsnelheid (mph= x 0,44704) (45-48 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 15 cm Constant (meten) Mph x 0,44704= m/s 18 cm Constant (meten) Mph x 0,44704= m/s 21cm Constant (meten) Mph x 0,44704= m/s We meten eerst de windsnelheid. We Berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 88

89 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 7cm Constant (meten) 14 cm Constant (meten) 21cm Constant (meten) Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 7cm Constant (meten) 14 cm Constant (meten) 21cm Constant (meten) Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 89

90 3.5.3 Wat moeten we meten? De spanning (U(V)) en de stroomsterkte (I(A)) meten we met een multimeter Spanning eenheid: Volt stroomsterkte ampère Windsnelheid (v(m/s)) Snelheid eenheid: meter per seconde Belangrijk De dynamo moet overeenstemmen met het lampje: wanneer de dynamo niet overeenstemt gaat het lampje kapot springen. De afstand tussen de windmolen en de haardroger moet exact hetzelfde blijven. Maak de windmolen aan de tafel vast (stabiliteit) Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 90

91 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Verwerking van de meetresultaten Eerste meting Lengte van het windblad Windsnelheid (mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) kinetische energie (W) Ek= ½*m*v ,1 19,715 3, , ,7 19,983 2,63 525, ,67 3, ,72 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 15 19, ,49 6,122 1, , ,52 5,769 1, ,67 3 0,48 6,25 1,44 Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v2 Elektrische energie P= U*I Rendement dynamo (%) 15 19, ,41 1,47 0, , ,1 1,56 0, ,67 681,72 1,44 0, , , Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 91

92 Tweede meting Lengte van het windblad Windsnelheid (mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v ,1 19,714 2, , ,1 19,714 2, , ,7 19,983 2,63 525,1 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 18 19, ,52 5,769 1, , ,52 5,769 1, , ,52 5,769 1,56 Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v2 Elektrische energie P= U*I Rendement dynamo (%) 18 19, ,26 1,56 0, , ,26 1,56 0, , ,1 1,56 0, ,80 0, Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 92

93 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Derde meting Lengte van het windblad Windsnelheid (mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v ,1 19,715 3, , ,67 3, , ,67 3, ,72 We meten eerst de windsnelheid. We berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) elektrische energie P= U*I 21 19, ,49 6,122 1, ,67 3 0,48 6,25 1, ,67 3 0,48 6,25 1,44 Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 93

94 Rendement (%) Geïntegreerde proef Studierichting Biotechnische wetenschappen Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v2 Elektrische energie P= U*I Rendement dynamo (%) 21 19, ,41 1,47 0, ,67 681,72 1,44 0, ,67 681,72 1,44 0, ,685 0, ,35 0,3 0,25 0,2 0,15 0,1 0,05 Invloed van de oppervlakte van de wieken op het rendement 0 19,66 19,68 19,7 19,72 19,74 19,76 19,78 19,8 19,82 Snelheid (m/s) 3.6 Tijdsplan Voorbereiding van de proef Bouw van de 3 turbines: 5 uur Verzameling van materiaal: 20 min Opbouw van de proef: 45 min Uitvoering van de proef We doen de proef 3x na mekaar. We hebben een 60 minuten nodig om de proef uit te voeren. We hebben dus 180 minuten nodig. Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 94

95 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Verwerking van de resultaten Verwerking proef: 1,5 uur Schrijven van een verslag: 5-6 uur 3.7 Veiligheid Voorzorgsmaatregelen voor je begint Maak de windmolen goed vast aan de tafel Voorzorgsmaatregelen tijdens de proef Hou de handen buiten bereik van de wieken van de windturbine Niet met vochtige handen met stroom werken Het best is om te werken met een installatie zonder spanning maar dat gaat niet altijd en daarom gaan we de risico s afschermen d.m.v. aarding, fysieke afscherming, Isolatie Voorzorgsmaatregelen na de proef Berg alles netjes op Persoonlijke beschermingsmiddelen Labojas 3.8 Besluit Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 95

96 We kunnen waarnemen dat het rendement het grootst is bij een windmolen met de lengte van de wieken gelijk aan 18 cm. Bijlage 3: Het onderzoeksplan van de tweede onderzoeksvraag 96

97 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Bijlage 4: verslag van de tweede onderzoeksvraag 4 Wat is de invloed van de totale oppervlakte van de wieken op het rendement van een windmolen? 4.1 De hypothese Omschrijving Wanneer we de wieken gaan vergroten en de snelheid constant gaan houden, zal het geleverde vermogen van de turbine omhoog gaan. Het rendement zal toenemen naarmate de wieken groter worden Ondersteuning We gebruiken de formules: elektrische energie= U*I Kinetische energie= ½*m*v 2 Massa van lucht= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 Rendement= elektrische/kinetische energie 4.2 Aanpak We maken 3 turbines, waarvan de wieken telkens verschillen in grootte. We gebruiken een bladblazer voor het produceren van wind (constante snelheid). We berekenen de kinetische energie= ½*m*v 2 en m= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 We berekenen elektrische energie van de dynamo: P= U*I We bepalen het rendement= elektrische energie/kinetische energie 4.3 Theorie De onderdelen van mijn windturbine Eerste windturbine Bijlage 4: Verslag van de tweede onderzoeksvraag 97

98 Tweede windturbine Bijlage 4: Verslag van de tweede onderzoeksvraag 98

99 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Derde windturbine Formules E kin =½ m.v² P totaal =½ m.v² / t m =. V =. A. x P totaal =½.. A. x. v² / t v = x / t P totaal =½.. A. v³ Bijlage 4 : Verslag van de tweede onderzoeksvraag 99

100 Massa= (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3 E= U*I Rendement= elektrische energie/kinetische energie 4.4 Materiaal 4 PVC buizen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 4 PVC ellebogen ( ), (diameter= +/- 4 cm) 2 PVC T s ( ), (diameter= +/- 4 cm) 3x 3wieken (lengte 15,18, 21cm) (aerodynamisch) Bladblazer (constante snelheid) Elektriciteitsdraad (tweedraad) (lengte= +/- 30 cm) Strips ( om de turbine vast te maken aan de tafel) Multimeter. Anemometer Lamp (3W-10W) 1 Lamp extra (wanneer de lamp zou stuk springen) (3W-10W) Dynamo (omdat we een lamp nemen tussen 3 en 10 watt zullen we ook een dynamo moeten nemen van (3W-10W), zo niet springt de lamp stuk. Bijlage 4: Verslag van de tweede onderzoeksvraag 100

101 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Methode Bouw van de windmolen Stap 1 Figuur 42: bouw windturbine Stap 2: Hier verbinden we de rotor met de elektriciteitskabel. Figuur 43: bouw windturbine Stap 3 Hier maken we aan de rotor de 3 rotorbladen vast. We gebruiken de wieken van een vliegtuig omdat ze steviger en aerodynamisch zijn. Figuur 44: bouw windturbine Bijlage 4 : Verslag van de tweede onderzoeksvraag 101

102 4.5.2 Omschrijving van de proef Als leverancier van de windenergie gebruiken we een bladblazer. We gebruiken een anemometer om de windsnelheid te meten. Als elektriciteitsproducent gebruiken we een dynamo met windbladen er aan vast. De windbladen gaan we uit een vliegtuig halen omdat ze steviger zijn dan plastiek en aerodynamisch zijn. We maken de turbine vast aan de tafel met lijmklemmen, zodat de turbine niet wordt weg geblazen. Aan de dynamo hangen we een lampje, spanningsmeter en ampèremeter. We meten dan de spanning over het lampje en de stroomsterkte doorheen de stroomkring. Bladblazer 48 cm Windturbine We meten eerst de windsnelheid. We Berekenen dan de massa van lucht met de formule (r*r*π)*v*1,293 kg/m 3. Daarna berekenen we de kinetische energie. Dit doen we met de formule ½*m*v 2. Daarna berekenen we het vermogen van onze dynamo. We meten de spanning, stroomsterkte en de weerstand. Met de formule P= U*I berekenen we de elektrische energie. Tenslotte berekenen we het rendement door de formule: elektrische energie/kinetische energie. We drukken het rendement uit in %. Bijlage 4: Verslag van de tweede onderzoeksvraag 102

103 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Wat moeten we meten? De spanning (U(V)) en de stroomsterkte (I(A)) meten we met een multimeter Spanning eenheid: Volt stroomsterkte eenheid: ampère Windsnelheid (v(m/s)) Snelheid eenheid: meter per seconde Belangrijk Dynamo moet overeenstemmen met het lampje: wanneer de dynamo niet overeenstemt gaat het lampje kapot springen. De afstand tussen de windmolen en de haardroger moet exact hetzelfde blijven. Maak de windmolen aan de tafel vast (stabiliteit) Bijlage 4 : Verslag van de tweede onderzoeksvraag 103

104 4.5.5 Resultaten Het rendement bij de lengte van de windbladen= 15 cm a) Kinetische energie Lengte van het windblad Windsnelheid (mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v ,1 19,715 3, , ,7 19,983 2,63 525, ,67 3, ,72 b) Elektrische energie Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 15 19, ,49 6,122 1, , ,52 5,769 1, ,67 3 0,48 6,25 1,44 c) Rendement Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v2 Elektrische energie P= U*I Rendement dynamo (%) 15 19, ,41 1,47 0, , ,1 1,56 0, ,67 681,72 1,44 0, , , Bijlage 4: Verslag van de tweede onderzoeksvraag 104

105 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Rendement met de lengte van de windbladen= 18 cm a) Kinetische energie Lengte van het windblad Windsnelheid (mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v ,1 19,714 2, , ,1 19,714 2, , ,7 19,983 2,63 525,1 b) Elektrische energie Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 18 19, ,52 5,769 1, , ,52 5,769 1, , ,52 5,769 1,56 c) Rendement Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v2 Elektrische energie P= U*I Rendement dynamo (%) 18 19, ,26 1,56 0, , ,26 1,56 0, , ,1 1,56 0, ,80 0, Bijlage 4 : Verslag van de tweede onderzoeksvraag 105

106 Rendement met de lengte van de windbladen= 21 cm a) Kinetische energie Lengte van het windblad Windsnelheid (mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v ,1 19,715 3, , ,67 3, , ,67 3, ,72 b) Elektrische energie Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 21 19, ,49 6,122 1, ,67 3 0,48 6,25 1, ,67 3 0,48 6,25 1,44 c) Rendement Lengte van het windblad Windsnelheid (m/s) kinetische energie (W) Ek= ½*m*v2 Elektrische energie P= U*I Rendement dynamo (%) 21 19, ,41 1,47 0, ,67 681,72 1,44 0, ,67 681,72 1,44 0, ,685 0, Bijlage 4: Verslag van de tweede onderzoeksvraag 106

107 Rendement (%) Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Conclusie Invloed van de oppervlakte van de wieken op het rendement van een windmolen 0,35 0,3 0,25 0,2 0,15 0,1 0, cm 18 cm 21 cm lengte van de wieken Uit ons onderzoek blijkt dat het rendement het grootst is met een windmolen met de lengte van de wieken gelijk aan 18 cm. Bij een lengte van 15 en 21 cm is onze windturbine het minst rendabel. We hadden het fout in onze hypothese: het rendement blijft niet toenemen, naarmate de wieken vergroten. Mogelijke oorzaken: Bij 15 cm is het normaal dat het rendement lager ligt dan bij 18 cm. Hier is de oorzaak dat de oppervlakte van de wieken verschilt in grootte, Waardoor we minder rendement krijgen. Bij 21 cm zijn de wieken groter, waardoor er meer wind wordt opgevangen: het toerental van de dynamo is te groot (overbelasting), waardoor we minder rendement krijge Bijlage 4 : Verslag van de tweede onderzoeksvraag 107

108 Bijlage 4: Verslag van de tweede onderzoeksvraag 108

109 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Bijlage 5: Opdracht wiskunde 5 Lineaire regressie en correlatie De wiskunde opdracht wordt gemaakt aan de hand van het eerste onderzoek: wat is de invloed van de windsnelheid op het rendement van een windmolen? Uit dit onderzoek haal ik de elektrische energie en de windsnelheid om aan de hand van lineaire regressie de wiskunde opdracht te berekenen. 5.1 Resultaten Eerste meting Windsnelheid (mph) (45-48 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 45,5 20,34 1, ,549 46,7 20,88 1, ,920 48,0 21,46 1, ,551 Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 20,34 1 0,32 3,125 0,32 20,88 1 0,28 3,571 0,28 21,46 1 0,29 3,448 0,29 Bijlage 5: opdracht wiskunde 109

110 Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 20,34 384,549 0,32 0, ,88 415,920 0,28 0, ,46 451,551 0,29 0,0642 Gemiddelde 0, Tweede meting Windsnelheid (mph) (50-52 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 50,6 22,62 2, ,805 51,4 22,98 2, ,484 52,1 23,29 2, ,410 Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 22,62 2 0,42 4,76 0,84 22,98 2 0,43 4,65 0,86 23,29 2 0,43 4,65 0,86 Bijlage 5: opdracht wiskunde 110

111 Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 22,62 528,805 0,84 0, ,98 554,484 0,86 0, ,29 577,410 0,86 0,1489 Gemiddelde 0, Derde meting Windsnelheid (mph) (57-60,2 mph) Windsnelheid (m/s) Massa lucht (kg) Kinetische energie (W) Ek= ½*m*v 2 57,7 25,794 2, ,092 58,8 26,286 2, ,836 60,2 26,912 2, ,835 Windsnelheid (m/s) Spanning over het lampje (U(V)) Stroomsterkte stroomkring (I(A)) Weerstand (R=U/I) Elektrische energie P= U*I 25, ,56 5,36 1,68 26, ,57 5,26 1,71 26, ,51 5,88 1,53 Bijlage 5: opdracht wiskunde 111

112 Windsnelheid (m/s) Kinetische energie Elektrische energie Rendement dynamo (%) 25, ,092 1,68 0, , ,836 1,71 0, , ,835 1,53 0,1717 Gemiddelde 0, Wiskunde oefening Gegeven: Bereken nu op de elektrische energie en de windsnelheid de regressierechten en de correlatie. Regressie rechten (Y= ax +b) Correlatie a=? b=? r=? a n i 1 xi xgem) *( yi ygem n i 1 ( xi xgem) 2 b= ygem a* xgem n i 1 n i 1 R= ( xi xgem) *( yi ygem) ( xi xgem) 2 * n i 1 ( yi ygem) 2 0,2359-4,5881 0,9711 Y= 0,2359X 4,5881 Bijlage 5: opdracht wiskunde 112

113 Elektrische enrgie Geïntegreerde proef studierichting biotechnische wetenschappen ,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 elektrische energie als functie van de windsnelheid y = 0,2359x - 4,5881 R² = 0, ,00 5,00 10,00 15,00 20,00 25,00 30,00 Windsnelheid Bijlage 5: opdracht wiskunde 113

Geluid. De norm: 47 db L den

Geluid. De norm: 47 db L den Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

Windenergie. Verdiepende opdracht

Windenergie. Verdiepende opdracht 2015 Windenergie Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel leer je meer over windenergie. Pagina 1 Inhoud 1. Windenergie... 3 1.1 Doel... 3 1.2 Inhoud... 3 1.3 Verwerking... 9 Pagina 2 1. Windenergie

Nadere informatie

Alles in de wind. Over windenergie. Hoe werkt een windturbine? Tandwielkast vroeger en nu. Direct Drive

Alles in de wind. Over windenergie. Hoe werkt een windturbine? Tandwielkast vroeger en nu. Direct Drive Hoe werkt een windturbine? Het basisprincipe is eenvoudig. De rotorbladen (wieken) zitten gemonteerd op een as. Als het waait draaien de rotorbladen en gaat de as draaien. De as laat vervolgens een generator

Nadere informatie

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen 7 juni 2007 inhoud energie waarom windenergie voor- en nadelen van windenergie windaanbod vergunningen en regelgeving aspecten van belang: windplan Vlaanderen

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 10 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Tri-Eco, econologie in actie.

Tri-Eco, econologie in actie. Tri-Eco, econologie in actie. Energie infodag Land- en Tuinbouw: Jan Viroux (TriEco) Donderdag 27 januari 2009 Inleiding Wat is een windmolen? Bouw en werking. Principes en soorten. Stappenplan naar realisatie

Nadere informatie

Testen en metingen op windenergie.

Testen en metingen op windenergie. Testen en metingen op windenergie. Inleiding Als we rond groene energie begonnen te denken, dan kwam windenergie als een van de meest vanzelfsprekende vormen van groene energie naar boven. De wind heeft

Nadere informatie

Spiekbriefje Frisse Wind

Spiekbriefje Frisse Wind Spiekbriefje Frisse Wind Feiten over windenergie voor feestjes, verjaardagen of andere bijeenkomsten. Er worden dan veel halve waarheden over windenergie verkondigd, en dat is jammer, want windenergie

Nadere informatie

Windmolens (windenergie) Haaltert

Windmolens (windenergie) Haaltert Windmolens (windenergie) Haaltert Een kort informatief document van de verschillende criteria voor het implementeren van windmolens. Juni 2008 In een klein land als België is het belangrijk uit iedere

Nadere informatie

Profielwerkstuk Windturbines

Profielwerkstuk Windturbines 1 Inhoudsopgave Onderwerp: pagina: Titelpagina 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Functies van een windturbine 4 1.1 De onderdelen van de turbine 4 1.2 Typen windturbines 4 1.3 Opbrengst van de

Nadere informatie

Het gebruik van energie wordt steeds meer. Dus zijn er ook meer bronnen nodig. Sommige gassen raken

Het gebruik van energie wordt steeds meer. Dus zijn er ook meer bronnen nodig. Sommige gassen raken Werkstuk door een scholier 1870 woorden 2 maart 2008 6,1 355 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Wat is windenergie en hoe werkt een windturbine? Windenergie is de energie die door de wind wordt geleverd.

Nadere informatie

LESMODULE OVER WINDENERGIE

LESMODULE OVER WINDENERGIE YOUNG ENERGY PROJECT - STUDENTEN LESMODULE OVER WINDENERGIE Inhoudsopgave Instructiebladen Les 1 Module windenergie, Instructieblad 1.1 4 Les 1 Ontdek, Instructieblad 1.2 5 Les 2 Onderzoek, Instructieblad

Nadere informatie

Juridische en ruimtelijke aspecten

Juridische en ruimtelijke aspecten Openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines Juridische en ruimtelijke aspecten Startpunt: In het verleden zijn er reeds verschillende vergunningsaanvragen van kleine en middelgrote

Nadere informatie

Hoe kunnen treinen op wind rijden? Les in de Groene Top Trein

Hoe kunnen treinen op wind rijden? Les in de Groene Top Trein ctie produ Hoe kunnen treinen op wind rijden? Les in de Groene Top Trein lesboekje02.indd 1 20-11-2015 13:20 Welkom in de Groene Top Trein! Het gaat deze trein voor de wind, want deze trein rijdt op wind.

Nadere informatie

Theorie windmodellen 15.1

Theorie windmodellen 15.1 Theorie windmodellen 15.1 15 THEORIE WINDMODELLEN 15.1 Inleiding Doordat er drukverschillen zijn in de atmosfeer waait er wind. Tengevolge van horizontale drukverschillen zal een luchtbeweging willen ontstaan

Nadere informatie

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen September 12, 2012 Deze marktstudie werd uitgevoerd in samenwerking met Gfk Significant uit Leuven. 1 Gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden geïnterviewed.

Nadere informatie

Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines

Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen 1 Doelstelling Dordrecht 2015 Routekaart Duurzaamheidsdoelstellingen 2010-2015: Doelstelling 2015 Duurzame energie 132 TJ

Nadere informatie

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen naar aanleiding van introductie wethouder Wagemakers Hoe is de provincie tot de keuze van de twee locaties gekomen? In de provincie Zuid Holland wordt

Nadere informatie

Werkblad:weersverwachtingen

Werkblad:weersverwachtingen Weersverwachtingen Radio, tv en internet geven elke dag de weersverwachting. Maar hoe maken weerdeskundigen deze verwachting, en kun je dat niet zelf ook? Je meet een aantal weergegevens en maakt zelf

Nadere informatie

1. BESCHRIJF HET PRODUCTIEPROCES VAN DE INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT Gedetailleerde beschrijving van de procedés.

1. BESCHRIJF HET PRODUCTIEPROCES VAN DE INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT Gedetailleerde beschrijving van de procedés. Addendum C6 Materialen, grondstoffen en processen Voeg de gegevens als bijlage C6 bij het formulier, tenzij anders vermeld. 1. BESCHRIJF HET PRODUCTIEPROCES VAN DE INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT.

Nadere informatie

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene ASPIRAVI Project E403 Lichtervelde en Wingene Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie

Nadere informatie

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult Kleine windturbines Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur Filip Arnou Green Energy Consult Windenergie De wind is een onuitputtelijke en natuurlijke bron om elektriciteit

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur

Tentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur E E R S T D I T L E Z E N!! 1. Vermeld duidelijk je NAAM en REGISTRATIENUMMER in de linkerbovenhoek van elk in te leveren foliovel (de foliovellen

Nadere informatie

WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal

WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal Wat en waar? - Windpark van 4 windturbines - Maximaal vermogen van 2.3 MW elk (9,2 MW) - Alle windturbines zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Zulte -

Nadere informatie

Studenten van de elektronica afdeling van het VTI testen de vorig jaar gebouwde Savonius windturbine uit.

Studenten van de elektronica afdeling van het VTI testen de vorig jaar gebouwde Savonius windturbine uit. Studenten van de elektronica afdeling van het VTI testen de vorig jaar gebouwde Savonius windturbine uit. VTI Aalst: een school van techniek en toegepaste wetenschappen. De Beer Gino, http://users.telenet.be/laboee/

Nadere informatie

Wedstrijd alternatieve vormen van energie voor leden en niet-leden van de K VIV

Wedstrijd alternatieve vormen van energie voor leden en niet-leden van de K VIV Wedstrijd alternatieve vormen van energie voor leden en niet-leden van de K VIV Voorstel Wind 03 : Windturbines met flexibeler opbrengst door Eddy Thysman Tweede document met bijkomende informatie (Een

Nadere informatie

Introductie windenergiesector

Introductie windenergiesector Introductie windenergiesector Blok 2 Sander Lagerveld Dag 10 Windenergie 1 Duurzaam werken op Zee Toepassing van windenergie in Nederland Duurzaam werken op zee 2 Windmolens verschijnen vanaf 12e eeuw

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

HELICON GREEN THEMA WINDENERGIE ENGINEERING Green Engineering, Helicon Opleidingen MBO Boxtel Auteur: Maarten Stassen Eindredactie: Antoinette Brugman

HELICON GREEN THEMA WINDENERGIE ENGINEERING Green Engineering, Helicon Opleidingen MBO Boxtel Auteur: Maarten Stassen Eindredactie: Antoinette Brugman HELICON GREEN ENGINEERING THEMA WINDENERGIE Green Engineering, Helicon Opleidingen MBO Boxtel Auteur: Maarten Stassen Eindredactie: Antoinette Brugman Inhoud Inleiding... 3 Windenergie als duurzame energie

Nadere informatie

Kleine en middelgrote windturbines Technische aspecten

Kleine en middelgrote windturbines Technische aspecten Kleine en middelgrote windturbines Technische aspecten Karel Van Wyngene Power-Link, Universiteit Gent 1 Inhoud - Vermogen in de wind - Types windturbines - Aanbod kleine en middelgrote windturbines -

Nadere informatie

Wedstrijd alternatieve vormen van energie voor leden en niet-leden van de K VIV

Wedstrijd alternatieve vormen van energie voor leden en niet-leden van de K VIV Wedstrijd alternatieve vormen van energie voor leden en niet-leden van de K VIV Voorstel Wind 07 : Windturbines met meer dan dubbele opbrengst door Eddy Thysman Tweede document met bijkomende informatie

Nadere informatie

Opstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER)

Opstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER) Opstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER) N Windpark Krammer W Z O Het grootste burgerinitiatief van Nederland. Coöperatie Zeeuwind Coöperatie Deltawind Zeeland samenwerking Goeree-Overflakkee leden

Nadere informatie

WINDTURBINES (HE 11)

WINDTURBINES (HE 11) WINDTURBINES (HE 11) De wind benutten om elektriciteit op te wekken en het broeikaseffect te bestrijden. 1 INLEIDING Gebruik maken van de wind voor energiedoeleinden is geen nieuw gegeven. De mens verplaatste

Nadere informatie

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden. Weersverwachtingen Radio, tv en internet geven elke dag de weersverwachting. Maar hoe maken weerdeskundigen deze verwachting, en kun je dat niet zelf ook? Je meet een aantal weergegevens en maakt zelf

Nadere informatie

ASPIRAVI. Project Brecht E19 uitbreiding

ASPIRAVI. Project Brecht E19 uitbreiding ASPIRAVI Project Brecht E19 uitbreiding Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie

Nadere informatie

De slimste investering in uw eigen windenergie De Blauwe Molen.

De slimste investering in uw eigen windenergie De Blauwe Molen. De slimste investering in uw eigen windenergie De Blauwe Molen www.windenergyholland.com www.windenergyholland.com Slim ondernemen met de Blauwe Molen De Blauwe Molen is de slimste investering in uw eigen

Nadere informatie

Alternatieve energiebronnen

Alternatieve energiebronnen Alternatieve energiebronnen energie01 (1 min, 5 sec) energiebronnen01 (2 min, 12 sec) Windenergie Windmolens werden vroeger gebruikt om water te pompen of koren te malen. In het jaar 650 gebruikte de mensen

Nadere informatie

Changing winds. Windmills.

Changing winds. Windmills. Changing winds Windmills. Changing winds 10Kw Changing winds is de merknaam van windmolens gebouwd door: metaalconstructie Van Vlaenderen. Onze windmolens zijn er van superieure kwaliteit. We maken enkel

Nadere informatie

KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG.

KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG. KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG. 1. ALGEMEEN Ten noorden van de E313, de autosnelweg Hasselt Antwerpen, ter hoogte van Herentals, wenst EDF-Luminus twee windturbines

Nadere informatie

> Schatting van de verplaatsingssnelheid

> Schatting van de verplaatsingssnelheid >>> Context De Meteosat satelliet De Meteosat satellieten zijn geostationaire satellieten, dat wil zeggen dat de bewegingsrichting gelijk is aan die van de Aarde en de rotatieperiode dezelfde is als die

Nadere informatie

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Eindexamen havo wiskunde B pilot II Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:

Nadere informatie

Cliptoets Windenergie. Docentenhandleiding

Cliptoets Windenergie. Docentenhandleiding Cliptoets Windenergie Docentenhandleiding We hebben iedere dag energie nodig. Die wekken we vooral op met olie, gas en steenkool. Maar die grondstoffen raken op. Bovendien vervuilen ze het milieu. Het

Nadere informatie

ASPIRAVI. Windpark Assenede

ASPIRAVI. Windpark Assenede ASPIRAVI Windpark Assenede SAMEN GEDREVEN DOOR DE WIND WINDPARK ASSENEDE Windpark Assenede: Projectlocatie Projectkenmerken Timing / planning van de werken Investeer mee via Aspiravi Samen cvba Aankoop

Nadere informatie

Die aantrekkingskracht noemt men ook de zwaartekracht.

Die aantrekkingskracht noemt men ook de zwaartekracht. Als we iets uit onze hand loslaten, valt het steeds op de grond. Als we springen, komen we vanzelf weer op de grond terecht. Voorwerpen en lichamen worden als het ware naar de aarde toegetrokken. Die aantrekkingskracht

Nadere informatie

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en tem Profielwerkstuk door een scholier 1083 woorden 10 maart 2016 6 7 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Weerstand en tem Hoe heeft de tem invloed op de weerstand van

Nadere informatie

Windenergie & Windpark Neer. Har Geenen Eric van Eck

Windenergie & Windpark Neer. Har Geenen Eric van Eck Windenergie & Windpark Neer Har Geenen Eric van Eck Inhoud van deze presentatie 1. Waarom duurzame energie 2. Potentieel windenergie 3. Overheidsbeleid en wetgeving 4. Windpark Neer 5. Ontwikkeling wind

Nadere informatie

Informerend gedeelte bij Omzendbrief LNE/2009/01 RO/2009/01: Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines

Informerend gedeelte bij Omzendbrief LNE/2009/01 RO/2009/01: Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines Informerend gedeelte bij Omzendbrief LNE/2009/01 RO/2009/01: Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines Dit informerend gedeelte is zowel bedoeld voor de vergunningverlenende

Nadere informatie

Stille windmolen voor ondernemers

Stille windmolen voor ondernemers Stille windmolen voor ondernemers Windenergie is een van de schoonste methoden om groene elektriciteit op te wekken. Dit kan uitstekend met de Blauwe Molen. Dit Hollandse product heeft een diameter van

Nadere informatie

WINDENERGIE : STROMINGSLEER

WINDENERGIE : STROMINGSLEER INHOUD: Drag-kracht en lift-kracht Krachten op roterende wiek De pitch hoek en de angle of attack Krachtwerking De rotorefficiëntie C P Karakteristieken van een turbine Beschouwen we een HAWT (horizontal

Nadere informatie

ASPIRAVI. Project Blankenberge

ASPIRAVI. Project Blankenberge ASPIRAVI Project Blankenberge Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie verbruiken

Nadere informatie

Praktische toelichting rond grote en kleine windturbines. 7 april 2009 K. Dehertog (Evelop), Kelly Mermuys (POVLT,Proclam vzw)

Praktische toelichting rond grote en kleine windturbines. 7 april 2009 K. Dehertog (Evelop), Kelly Mermuys (POVLT,Proclam vzw) Praktische toelichting rond grote en kleine windturbines 7 april 2009 K. Dehertog (Evelop), Kelly Mermuys (POVLT,Proclam vzw) GROTE WINDTURBINES Werkingsprincipe Vergunningen Rendabiliteit Stappenplan

Nadere informatie

Innoveren met financiering van zonnepanelen

Innoveren met financiering van zonnepanelen Innoveren met financiering van zonnepanelen Dexia Corporate Jean-Michel Baetslé, Gedelegeerd Bestuurder Inhoud Inleiding Fotovoltaïsche zonne-energie Voor- en nadelen van een fotovoltaïsch systeem Steun

Nadere informatie

Veel gestelde vragen rondom Windenergie

Veel gestelde vragen rondom Windenergie Veel gestelde vragen rondom Windenergie Waarom windenergie? Op mondiaal, Europees, nationaal, provinciaal en lokaal niveau zijn doelstellingen geformuleerd voor de opwekking van duurzame energie. Windenergie

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I Eindexamen natuurkunde - havo 006-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Itaipu uitkomst: In dat jaar waren er gemiddeld generatoren in bedrijf. voorbeelden van een berekening: methode Als een generator continu

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

windenergie worden steeds belangrijker Beyza

windenergie worden steeds belangrijker Beyza windenergie worden steeds belangrijker Beyza 1 INHOUDSOPGAVE 2 VOORWOORD 3 3 INLEIDING 4 4 WINDENERGIE 5 5 VOOR- EN NADELEN VAN WINDENERGIE 5 6 GESCHIEDENIS 5 7 BEPERKINGEN BIJ HET PLAATSEN VAN WINDMOLENS

Nadere informatie

Overzicht onderzoeken

Overzicht onderzoeken Overzicht onderzoeken Activiteit Windenergie Communicatieplan maken Afspraken tussen overheden maken (convenant, regionale afspraken, e.d.) Gemeentelijk windbeleidsplan opstellen Toelichting Het opstellen

Nadere informatie

Kleine windturbines. Stand van zaken. infoavond KWT 23 september 2014. Karel Van Wyngene

Kleine windturbines. Stand van zaken. infoavond KWT 23 september 2014. Karel Van Wyngene Kleine windturbines Stand van zaken Karel Van Wyngene Universiteit Gent, Power-Link Windkracht 13, Demo-disseminatieproject (NIB/FvT) Overzicht - Onderscheid KMWT - Types windturbines - Invloed locatie

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Atmosfeer 11 mei 2017 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 11 mei 2017, 13:30-16:30 uur

Tentamen Inleiding Atmosfeer 11 mei 2017 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 11 mei 2017, 13:30-16:30 uur TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER 11 mei 2017, 13:30-16:30 uur E E R S T D I T L E Z E N!! 1. Vermeld duidelijk je NAAM en REGISTRATIENUMMER in de linkerbovenhoek van elk in te leveren foliovel (de foliovellen

Nadere informatie

Datum: 11 oktober 2006 Tijd: 09.00 12.00 uur

Datum: 11 oktober 2006 Tijd: 09.00 12.00 uur Tentamen Blijvende Energiebronnen (4P510) Datum: 11 oktober 2006 Tijd: 09.00 12.00 uur N.B. Aangezien de vraagstukken van dit tentamen door verschillende docenten worden beoordeeld, dient u elk vraagstuk

Nadere informatie

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt.

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt. Werken met klimaatgegevens Introductie Weer en klimaatgegevens worden gemeten. Om deze meetgegevens snel te kunnen beoordelen worden ze vaak gepresenteerd in de vorm van grafieken of kaarten. Over de hele

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud 1. Voorwoord 2. Hoe haalt een windmolen zijn energie uit de wind 3. Bij welke invalshoek van de wind is de energieopbrengst maximaal?

Inhoud. Inhoud 1. Voorwoord 2. Hoe haalt een windmolen zijn energie uit de wind 3. Bij welke invalshoek van de wind is de energieopbrengst maximaal? Inhoud Inhoud 1 Voorwoord 2 Hoe haalt een windmolen zijn energie uit de wind 3 Bij welke invalshoek van de wind is de energieopbrengst maximaal? 5 Wat is de invloed van het toerental op de energieopbrengst?

Nadere informatie

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: 09-11-2016 Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept 1 INHOUD blz. 1. Inleiding... 3 2. Windturbine Krabbegors algemeen...

Nadere informatie

warmte en licht energie omzetting elektriciteit In een lamp wordt energie omgezet

warmte en licht energie omzetting elektriciteit In een lamp wordt energie omgezet Energieomzetting We maken veel gebruik van elektrische energie. Aan elektrische energie hebben we niet zoveel. Elektrische energie is maar een tussenvorm van energie. Bij een elektrische verwarming, willen

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je

Nadere informatie

INFORMATIEKRANT WIJ BOUWEN AAN UW TOEKOMST! www.limburgwindt.be. Limburg win(d)t is opgericht door Aspiravi en LRM. WAT DOET LIMBURG WIN(D)T?

INFORMATIEKRANT WIJ BOUWEN AAN UW TOEKOMST! www.limburgwindt.be. Limburg win(d)t is opgericht door Aspiravi en LRM. WAT DOET LIMBURG WIN(D)T? www.limburgwindt.be v.u.: Rik Van de Walle - nv - Trichterheideweg 8-3500 Hasselt WAT DOET LIMBURG WIN(D)T? onderzoeken waar er in Limburg wind- molenparken kunnen komen bouwen en exploiteren van windenergie-

Nadere informatie

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek Beleidsnotitie Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek Aanleiding De afgelopen periode is de interesse voor kleine windturbines in Nederland toegenomen. Verwacht wordt dat de komende jaren

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door

Nadere informatie

6,5. Werkstuk door een scholier 1628 woorden 16 oktober keer beoordeeld. Geschiedenis van de windmolen. Horizontale assen. Molen en windmolen

6,5. Werkstuk door een scholier 1628 woorden 16 oktober keer beoordeeld. Geschiedenis van de windmolen. Horizontale assen. Molen en windmolen Werkstuk door een scholier 1628 woorden 16 oktober 2012 6,5 29 keer beoordeeld Vak Anders Geschiedenis van de windmolen De eerste windmolens zijn ontstaan 500-900 jaar na Christus. Deze windmolens werden

Nadere informatie

Windenergie. Algemene informatie

Windenergie. Algemene informatie Windenergie Algemene informatie Windenergie is altijd belangrijk geweest voor Nederland. In onze geschiedenis betekende de wind een onmisbaar hulpmiddel om ons over het water voort te bewegen. De zeilvloten

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

Windenergie 0900-9892. Kleine windturbines. Gebouwde omgeving

Windenergie 0900-9892. Kleine windturbines. Gebouwde omgeving Windenergie Kleine windturbines Windenergie is altijd belangrijk geweest voor Nederland. In onze geschiedenis betekende de wind een onmisbaar hulpmiddel om ons over het water voort te bewegen en om land

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn.

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn. DOSSIER Kleine windmolens Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn. Er zijn veel typen windmolens op de markt, met mast, zonder mast, horizontaal of verticaal.

Nadere informatie

KLIMAAT GLOBAAL. We beginnen met enkele observaties: aardrijkskunde 4 e jaar. De zonnehoogte in Ukkel doorheen de dag, doorheen het jaar.

KLIMAAT GLOBAAL. We beginnen met enkele observaties: aardrijkskunde 4 e jaar. De zonnehoogte in Ukkel doorheen de dag, doorheen het jaar. KLIMAAT GLOBAAL We beginnen met enkele observaties: De zonnehoogte in Ukkel doorheen de dag, doorheen het jaar. Enkele vragen bij de afbeelding: wat is de maximale zonnehoogte (= culminatiehoogte) begin

Nadere informatie

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines 4. Toetsingskader kleinschalige windturbines In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het toetsingskader. In het toetsingskader zijn de criteria opgenomen voor de plaatsing van een kleinschalige windturbine.

Nadere informatie

Windenergie in Brussel

Windenergie in Brussel Windenergie in Brussel Utopie of realtiteit? Els Ampe Vlaamse Club 20 september 2010 1 Klassiekers 2 Klassiekers 3 Windenergie in de stad? 4 Imagine 5 Imagine Zero energy house San Francisco 07 6 Imagine

Nadere informatie

Voorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017

Voorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017 Voorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017 WIE ZIJN WE WERKWIJZE HOE IDENTIFICEREN WIJ EEN MOGELIJK PROJECT? VOORSTELLING PROJECT Ruimtelijke inplanting Kenmerken turbines OMGEVINGSASPECTEN Wonen,

Nadere informatie

Windenergie in eigen beheer

Windenergie in eigen beheer Windenergie in eigen beheer Elvie Plevoets Onze missie Boeren & tuinders Wie zijn wij? Informeren & inspireren rond nieuwe kansen & uitdagingen Ondersteunen & begeleiden bij concrete projecten Economische,

Nadere informatie

Reken op ons! Donkere wolken boven de zonnepanelen (vervolg)

Reken op ons! Donkere wolken boven de zonnepanelen (vervolg) 10/12/2010 Donkere wolken boven de zonnepanelen (vervolg) Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche vind koppigheid een slechte eigenschap voor een regering en gaat in op het voorstel van de sector

Nadere informatie

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland Lelystad, juli 2014 Het plan Het Federatieplan Windenergie bestaat uit onderlinge afspraken tussen bewoners, grondeigenaren en windmoleneigenaren in

Nadere informatie

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenvatting maken is nuttig. 6 Totaalbeeld Samenatten Je moet nu oor jezelf een oerzicht zien te krijgen oer het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenatting maken is nuttig. Begrippenlijst: 11: formule ariabele grootheid

Nadere informatie

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2) les omschrijving 12 Theorie: Halfgeleiders Opgaven: halfgeleiders 13 Theorie: Energiekosten Opgaven: Energiekosten 14 Bespreken opgaven huiswerk Opgaven afmaken Opgaven afmaken 15 Practicumtoets (telt

Nadere informatie

Algemene informatie over windmolens

Algemene informatie over windmolens Algemene informatie over windmolens Heeft u naar aanleiding van onderstaande informatie vragen of behoefte aan andere informatie? Stuur een e-mail naar info@windvoorburen.nl en wij proberen u zo goed mogelijk

Nadere informatie

HAVO & VHBO 1995 Natuurkunde tijdvak 1

HAVO & VHBO 1995 Natuurkunde tijdvak 1 2 2 1 uitkomst: 1,2 10 2 W 1 gebruik van P = I 2 R 3 3 2 uitkomst: 2,9 10 2 A 1 gebruik van P p = P s 1 gebruik van P = VI 3 3 3 uitkomst: 2,5 h 1 berekenen laadvermogen 1 gebruik van U = Pt 2 2 4 uitkomst:

Nadere informatie

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

RAADSCOMMISSIE. Nummer: RAADSCOMMISSIE Onderwerp: Nummer: Datum vergadering: 4 februari 2014 Locatieonderzoek kleine windmolens op bedrijventerreinen Hooidijk, Groot Verlaat en Dolderkanaal in Steenwijk en Boterberg in Oldemarkt.

Nadere informatie

Windmolens in Almere Wat komt daar allemaal bij kijken? Windenergie in Almere

Windmolens in Almere Wat komt daar allemaal bij kijken? Windenergie in Almere Windmolens in Almere Wat komt daar allemaal bij kijken? In dit boekje is te vinden: Rekening houden met de omgeving Geluid Slagschaduw Veiligheid Uitzicht Ecologie Geldstromen (opbrengsten en kosten) Professionele

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Energie Rijk. Lesmap Leerlingen

Energie Rijk. Lesmap Leerlingen Energie Rijk Lesmap Leerlingen - augustus 2009 Inhoudstafel Inleiding! 3 Welkom bij Energie Rijk 3 Inhoudelijke Ondersteuning! 4 Informatiefiches 4 Windturbines-windenergie 5 Steenkoolcentrale 6 STEG centrale

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

ASPIRAVI. Windpark Haaltert

ASPIRAVI. Windpark Haaltert ASPIRAVI Windpark Haaltert SAMEN GEDREVEN DOOR DE WIND WINDPARK HAALTERT Windpark Haaltert: Projectlocatie Projectkenmerken Timing van de werken Investeer mee via Aspiravi Samen cvba Aankoop van groene

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl) Wiskunde B (oude stijl) xamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 1.0.0 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen; het examen bestaat uit 17 vragen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl) Derdegraadsfunctie In figuur 1 is de grafiek getekend van de figuur 1 functie f (x) = (x 2 1) (x 2). y y O x x p 1 Toon aan dat voor deze functie geldt f (x) = x 2 4x 1. 4p 2 Bereken voor welke waarden

Nadere informatie

WINDENERGIE : GESCHIEDENIS

WINDENERGIE : GESCHIEDENIS INHOUD: Oudheid en Middeleeuwen Europese windmolens Het einde van windenergie? Het western wheel Elektriciteitsopwekking Technologische evoluties Situatie in Vlaanderen Windmolens met verticale as in Khaf,

Nadere informatie