De Geneesmiddelenwet: het vergunningstelsel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Geneesmiddelenwet: het vergunningstelsel"

Transcriptie

1 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus De Geneesmiddelenwet: het vergunningstelsel in een nieuw jasje René van Wissen en Freya van Schaik 1 Trefwoorden: Geneesmiddelenwet, farmaceutische vergunning, handelsvergunning, parallelhandelsvergunning, wederzijdseerkenningsprocedure, fabrikantenvergunning, groothandelsvergunning, zelfzorggeneesmiddelen, apotheekhoudende huisartsen, afleverstatus, registratie van geneesmiddelen, Wet op de Geneesmiddelenvoorziening, apotheker, etiketteren, verpakken 1. Inleiding Alweer ruim een jaar geleden, op 1 juli 2007, is de Geneesmiddelenwet (hierna ook: Gnw) in werking getreden en werd de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG) ingetrokken. De WOG kende veel uitvoeringsbesluiten. De Geneesmiddelenwet kent er maar twee: het Besluit Geneesmiddelenwet (Besluit Gnw) en de Regeling Geneesmiddelenwet (Regeling Gnw). 2 Hoewel het vergunningstelsel op een groot aantal punten ongewijzigd is gebleven, heeft de invoering van de Geneesmiddelenwet ook geleid tot een aantal belangrijke wijzigingen. Nu inmiddels de nodige ervaring is opgedaan met het nieuwe vergunningstelsel, leek het ons een goed moment de vergunningen en de meest opvallende wijzigingen en de gevolgen daarvan te bespreken. Eerst schetsen we een algemeen kader en bespreken we alle handelingen waarvoor een vergunning of een bepaalde bevoegdheid vereist is (paragraaf 2). Dan wordt een algemeen overzicht gegeven van de farmaceutische vergunningen in de zin van de WOG, die vrijwel allemaal op grond van het overgangsrecht zijn gelijkgesteld met farmaceutische vergunningen in de zin van de Gnw. Voor de vergunningtypen die de WOG kende, zijn namelijk in de Geneesmiddelenwet deels nieuwe vergunningtypen in de plaats gekomen, waaraan ook aandacht zal worden besteed (paragraaf 3.1). Na dat algemene overzicht wordt specifiek aandacht besteed aan de handelsvergunning (paragraaf 3.2), de fabrikantenvergunning (paragraaf 3.3), de groothandelsvergunning (paragraaf 3.4) en kort aan de aanwijzing laboratorium (paragraaf 3.5). We gaan apart in op de vergunning voor apotheekhoudende huisartsen, omdat dat een heel ander type vergunning is dan de farmaceutische vergunningen (paragraaf 4). Vervolgens wordt ingegaan op de nieuwe afleverstatussen van geneesmiddelen en het verdwijnen van de drogistenvergunning (paragraaf 5). We sluiten af met een conclusie (paragraaf 6). Wij streven er niet naar om op alle punten een uitputtend overzicht te geven van alle wijzigingen die zich als gevolg van de inwer- 1 René van Wissen is senior jurist bij Farmatec-BMC, een unit van het CIBG, dat deel uitmaakt van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Freya van Schaik is advocaat bij Houthoff Buruma. 2 Ten slotte zijn er nog twee sets beleidsregels gebaseerd op de Gnw: de Beleidsregels bestuurlijke boete Geneesmiddelenwet (Stcrt. 2007, 123, p ) en de Beleidsregels nadere invulling van het begrip gunstbetoon in de Geneesmiddelenwet (Stcrt. 2007, 123, p ), die tegelijk met de Gnw in werking zijn getreden. 2 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

2 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE kingtreding van de Geneesmiddelenwet hebben voorgedaan, maar schetsen een algemeen kader en maken op enkele plaatsen wat observaties over de belangrijkste wijzigingen van het vergunningstelsel. 2. Verboden behoudens vergunning of bevoegdheid De (Europese) wetgever wil, vanuit het oogpunt van bescherming van de volksgezondheid, dat niemand zonder wettelijke bevoegdheid of vergunning handelingen mag verrichten met betrekking tot geneesmiddelen. Daarom is er een gesloten stelsel, waarbij elke schakel in de levensloop van een geneesmiddel moet voldoen aan bepaalde eisen. Die levensloop gaat van de registratie van een geneesmiddel, via de bereiding door de fabrikant en de aflevering door de fabrikant of de groothandel tot de uiteindelijke terhandstelling door een apotheker, een drogist of een andere bevoegde. De volgende handelingen met geneesmiddelen kunnen worden onderscheiden: - afleveren: het anders dan door terhandstelling of uitvoer leveren van geneesmiddelen. 3 - bereiden: het geheel of gedeeltelijk vervaardigen van geneesmiddelen, met inbegrip van het verpakken of etiketteren daarvan. 4 Onder etiketteren moet worden verstaan het aanbrengen van vermeldingen op de buitenverpakking of op de primaire verpakking. 5 Verpakken is niet gedefinieerd, maar gelet op het feit dat de Geneesmiddelenwet het alleen heeft over de primaire verpakking en de buitenverpakking (oftewel de secundaire verpakking of de omdoos) en niet over de tertiaire verpakking (oftewel de overdoos) is de vermoedelijke bedoeling van de wetgever geweest dat verpakken betekent het aanbrengen van de buitenverpakking of de primaire verpakking. - doen bereiden: dit is het geven van opdrachten voor het bereiden. De fabrikant die doet bereiden, verricht alleen de vrijgifte van de geneesmiddelen, althans, de vrijgifte moet onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvinden. Vrijgifte is de verklaring door de QP (Qualified Person) dat een partij van een geneesmiddel geschikt is om op de markt te worden gebracht. De QP geeft een partij vrij als hij, op basis van een controle van de productiedocumentatie, heeft geconstateerd dat die partij voldoet aan alle GMP-eisen (GMP staat voor Good Manufacturing Practices; zie paragraaf 3.3.1) en eisen ten aanzien van de handelsvergunning. - drijven van een groothandel: het geheel van activiteiten, bestaande uit het aanschaffen, in voorraad hebben en afleveren of uitvoeren van door derden bereide of ingevoerde geneesmiddelen. 6 Een uitzondering hierop geldt als iemand alleen geneesmiddelen ver- 3 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder ii, Gnw. 4 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder ee, Gnw. 5 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder gg, Gnw. 6 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder kk, Gnw. Overigens heeft Richtlijn 2001/83/EG een ruimere definitie van dit begrip: iedere activiteit die erin bestaat geneesmiddelen aan te schaffen, te houden, te leveren of uit te voeren, uitgezonderd het verstrekken van geneesmiddelen aan het publiek [ ] (art. 1, aanhef en onder punt 17, van Richtlijn 2001/83/EG). In principe betekent dit dat de definitie uit de Gnw richtlijnconform moet worden geïnterpreteerd. Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

3 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus voert in opdracht van een groothandelaar; dat is niet vergunningplichtig. 7 - in de handel brengen: het als eerste op de markt te brengen van een geneesmiddel. Voordat een geneesmiddel op de markt mag worden gebracht moet het positief zijn beoordeeld op veiligheid en werkzaamheid. - invoeren: het binnen Nederland brengen van geneesmiddelen van buiten de EER (Europese Economische Ruimte; oftewel de EU-lidstaten plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). 8 Dit geldt niet voor het enkele vervoer in opdracht van een importeur 9 en onder omstandigheden ook niet voor invoer met het oog op uitvoer ter hand stellen: kort gezegd, het verstrekken van geneesmiddelen aan patiënten uitvoeren: het afleveren van geneesmiddelen vanuit Nederland naar buiten de EER verrichten van controles met geneesmid- 7 Dit is uitvoeringsbeleid van het ministerie van VWS. Er is nog één andere situatie die op grond van dit uitvoeringsbeleid niet vergunningplichtig is, maar die komt in de praktijk niet zo vaak voor: opslag in opdracht van één groothandel zonder dat daarbij GDP-verantwoordelijkheden (GDP = Good Distribution Practices; zie paragraaf 3.4.1) van de groothandel in kwestie worden overgenomen. Bijvoorbeeld: groothandel X slaat op bij bedrijf Y. Y heeft dan geen vergunning nodig indien het bedrijf uitsluitend als verhuurder van de ruimte optreedt. Dit betekent dat aan elk van de volgende voorwaarden moet worden voldaan: a) de volledige verantwoordelijkheid voor GDP berust bij X, b) Y is bij de uitvoering van geen enkel GDP-artikel betrokken (dus zorgt niet voor bijvoorbeeld temperatuurmetingen; en c) de locatie van Y is als opslaglocatie vermeld op de vergunning van X. 8 We hebben bewust de gelaagde definitie van de Gnw, die staat in art. 1, eerste lid, aanhef en onder hh, niet overgenomen. Die moet namelijk worden gelezen in combinatie met de definitie van derde land (art. 1, eerste lid, aanhef en onder dd, Gnw) en die van lidstaat (art. 1, eerste lid, aanhef en onder cc, Gnw). 9 Dit is uitvoeringsbeleid van het ministerie van VWS. 10 Op grond van uitvoeringsbeleid van het ministerie van VWS is een fabrikantenvergunning voor invoer niet vereist als het gaat om invoer met het oog op uitvoer wanneer de geneesmiddelen in een douane-entrepot verblijven. In dit geval mag met de geneesmiddelen niets worden gedaan (geen andere verpakking of labeling, geen analysecertificaten op naam van het Europese bedrijf, geen vermelding van het Europese bedrijf als 'fabrikant', enzovoorts). Er mag niet de indruk worden gewekt dat het om geneesmiddelen gaat die in de EER zijn bereid danwel vrijgegeven. Als de geneesmiddelen maximaal 24 uur in een douane-entrepot staan, is er in het geheel geen vergunningplicht. Er is echter een groothandelsvergunning vereist als de geneesmiddelen meer dan 24 uur in het douane-entrepot in transito blijven. Er is immers wel sprake van een Nederlandse organisatie die geneesmiddelen verhandelt. Dit geldt niet als er sprake is van een overmachtssituatie waardoor de geneesmiddelen langer dan 24 uur in het douane-entrepot staan (bijvoorbeeld een staking van de luchtverkeersleiding); dan ontstaat er dus niet opeens na 24 uur een vergunningplicht. 11 Om precies te zijn, is het het rechtstreeks verstrekken of doen bezorgen van een geneesmiddel aan de patiënt voor wie het geneesmiddel is bestemd, dan wel aan beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 36, veertiende lid, onder a tot en met d, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, mondhygiënisten of optometristen die geneesmiddelen onder zich hebben ten behoeve van toediening aan hun patiënten (art. 1, eerste lid, aanhef en onder ll, Gnw). Art. 1, derde lid, Gnw breidt dit nog uit met, kort gezegd, het rechtstreeks verstrekken of doen bezorgen van geneesmiddelen aan dierenartsen ten behoeve van de uitoefening van hun praktijk of aan kapiteins van zeeschepen. Het uitvoeringsbeleid van het ministerie van VWS op dit punt brengt mee dat ook aan sportverenigingen en aan kinderdagverblijven geneesmiddelen mogen worden afgeleverd, voor zover het gaat om EHBO-kits met zelfzorggeneesmiddelen. 12 Ook hier hebben we bewust de definitie uit de Gnw (art. 1, eerste lid, aanhef en onder jj) niet overgenomen, om dezelfde reden als bij de definitie van invoeren (zie voetnoot 8). 4 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

4 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE delen: het gaat dan om de controles met geneesmiddelen, bedoeld in art. 28, eerste lid, aanhef en onder b, c en e, Gnw. 3. Farmaceutische vergunningen systematiek en soorten 3.1 Algemeen Het Nederlandse stelsel voor farmaceutische vergunningen is ingericht zoals de Europese wetgever dat heeft voorgeschreven in het communautair geneesmiddelenwetboek (oftewel Richtlijn 2001/83/EG). 13 Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds vergunningen om bepaalde handelingen met geneesmiddelen te mogen verrichten, en anderzijds vergunningen om een specifiek geneesmiddel in de handel te brengen binnen de EER. Sommige partijen, die bijvoorbeeld alleen maar handelen in geneesmiddelen, zoals de groothandel, hebben alleen een groothandelsvergunning nodig. In deze paragraaf worden zowel vergunningen om bepaalde handelingen met geneesmiddelen te mogen verrichten besproken als die om een specifiek geneesmiddel in de handel te mogen brengen. Het woord vergunningen zal als verzamelnaam worden gebruikt, ook waar het gaat om de registratie van een geneesmiddel 14, de erkenning laboratorium en de aanwijzing laboratorium Het farmaceutische-vergunningstelsel van de WOG Op grond van de WOG en het daarop gebaseerd Besluit bereiding en aflevering van farmaceutische producten (BBA) bestond een uitgebreid stelsel van farmaceutische vergunningen (tussen haakjes staan, voor zover van toepassing, de codes van de vergunningen): 1) volledige fabrikantenvergunning (Avergunning): voor het verrichten van bereidingshandelingen en de vrijgifte van geneesmiddelen (paragraaf 2 BBA); 2) deelfabrikantenvergunning (A/d-vergunning): voor het verrichten van een deel van het bereidingsproces (het overige deel van het bereidingsproces moest door loonfabrikanten 15 worden verricht) en de vrijgifte van geneesmiddelen (paragraaf 2 BBA); 16 3) papieren fabrikantenvergunning (A/avergunning): voor het verstrekken van loonopdrachten, waarna de fabrikant zelf slechts overging tot de vrijgifte van geneesmiddelen (paragraaf 2 BBA); 4) loonfabrikantenvergunning (A/l-vergunning): voor het verstrekken van loonopdrachten of het verrichten van een deel van het bereidingsproces, zonder dat de loonfabrikant bevoegd was geneesmiddelen vrij te geven voor de markt (paragraaf 3 BBA); 5) importeursvergunning (B/i-vergunning): voor de aflevering van geneesmiddelen 13 Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311, van 28 november 2001, p. 67 e.v.); deze richtlijn is laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 136, van 30 april 2004, p. 34 e.v.). 14 Feitelijk was dat onder het WOG-stelsel al een handelsvergunning; maar in de Gnw héét het ook daadwerkelijk een handelsvergunning. 15 Zie punt 4 van de opsomming. 16 Deze vergunning wordt niet als zodanig genoemd in het BBA; het betreft een variant die in de praktijk is ontstaan. De code van de vergunning stond in de Regeling vergoedingen WOG. Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

5 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus die waren betrokken van buiten de EER (paragraaf 4 BBA); 6) importeursvergunning dental (B/id-vergunning): voor de aflevering van dentale geneesmiddelen die waren betrokken van buiten de EER (paragraaf 4 BBA); 7) groothandelaarsvergunning (B/g-vergunning): voor de aflevering van geneesmiddelen die waren betrokken van binnen de EER (paragraaf 5 BBA); 8) groothandelaarsvergunning dental (B/gdvergunning): voor de aflevering van dentale geneesmiddelen die waren betrokken van binnen de EER (paragraaf 5 BBA); 9) U.A.-vergunning (C-vergunning): een algemene vergunning voor het verrichten van handelingen met U.R. 17 -geneesmiddelen, eventueel te combineren met een van de andere beschreven vergunningen (paragraaf 6 BBA); 10) parallel-groothandelaarsvergunning (B/ pg): voor de aflevering van geneesmiddelen die in een andere EER-lidstaat dan Nederland in de handel waren gebracht (paragraaf 7 BBA); 11) erkenning laboratorium (E/l): voor het verrichten van controles ten behoeve van een fabrikant (artikel 5, vierde lid, BBA); 12) (parallel)registratie van een geneesmiddel: voor het in de handel mogen brengen van een bepaald geneesmiddel (artikel 3 WOG) Het farmaceutische-vergunningstelsel van de Geneesmiddelenwet Het vergunningstelsel is met de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet (Gnw) sterk vereenvoudigd, wat heeft geleid tot een forse daling van het aantal verschillende vergunningen. Wel bepaalt het overgangsrecht dat de WOG-vergunningen nog voor onbepaalde tijd geldig blijven, 18 met uitzondering van de U.A.-vergunningen (U.A. = Uitsluitend Apotheker), die onder het nieuwe recht niet meer nodig zijn. De Geneesmiddelenwet kent slechts vier verschillende farmaceutische vergunningen: de handelsvergunning, de fabrikantenvergunning, de groothandelsvergunning en de aanwijzing laboratorium. De bovenstaande twaalf vergunningtypen, met uitzondering van de U.A.-vergunning, kunnen onder een van die vergunningen worden geschaard: - A-, A/d, A/a-, A/l-, B/i-, B/id- en B/pgvergunningen worden gelijkgesteld met (dienovereenkomstig beperkte) fabrikantenvergunningen; - B/g- en de B/gd-vergunningen worden gelijkgesteld met groothandelsvergunningen; - E/l-erkenningen worden gelijkgesteld met aanwijzingen laboratorium; - (parallel)registraties van geneesmiddelen worden gelijkgesteld met (parallel)handelsvergunningen. Hoewel de vergunningssystematiek ingrijpend is gewijzigd, is er materieel betrekkelijk weinig veranderd. Dat neemt niet weg dat er wel een aantal vermeldenswaardige wijzigingen zijn, die in de volgende paragrafen worden besproken. 3.2 De handelsvergunning Algemeen Om een geneesmiddel in de handel te mogen brengen, dient een vergunning voor het in de 17 Uitsluitend Recept. 18 Art. 117 Gnw. Overigens vervallen ook de toestemmingen op grond van het BBA voor farmaceutisch toezicht door een niet-apotheker voor een fabrikantenvergunning, een importeursvergunning respectievelijk een parallel-groothandelaarsvergunning (art. 5, tweede lid, art. 33, tweede lid, en art. 45, tweede lid, BBA). 6 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

6 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE handel brengen te worden aangevraagd. 19 De handelsvergunning is niet nieuw: ook onder het oude stelsel gold dat een vergunning moest worden aangevraagd voor het in de handel mogen brengen van geneesmiddelen (die vergunning werd in de oude wet- en regelgeving echter nog aangeduid als registratie). 20 Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Niet alleen voor de (rechts)persoon die het geneesmiddel voor het eerst in Nederland in de handel brengt, is van belang dat voor het product een handelsvergunning is verleend. Artikel 40, tweede lid, Gnw betreft namelijk een verbod om een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend, in voorraad te hebben, te verkopen, af te leveren, ter hand te stellen of in te voeren. Die bepaling strekt verder dan artikel 6 van Richtlijn 2001/83/ EG voorschrijft: die bepaalt namelijk dat een geneesmiddel slechts in de handel mag worden gebracht wanneer een vergunning voor het in de handel brengen is afgegeven. Uit Richtlijn 2001/83/EG volgt niet tevens dat het in voorraad houden, ter hand stellen en afleveren van een geneesmiddel uitsluitend is toegestaan, indien voor het product een handelsvergunning is afgegeven. Een handelsvergunning kan via twee verschillende wegen worden verkregen. Voor sommige producten kan of moet zelfs 21 een communautaire handelsvergunning worden aangevraagd bij het Europees Geneesmiddelenbureau (European Medicines Agency (EMEA)) 22. Voor producten waarvoor geen communautaire handelsvergunning behoeft te worden aangevraagd, kan een nationale vergunning voor het in de handel brengen worden aangevraagd bij het College ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG). Het voordeel van de communautaire vergunning is dat deze per definitie in alle EU-lidstaten geldig is; 23 en ook in de overige EER-lidstaten, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland, omdat die de communautaire vergunning eveneens erkennen. 24 Met het oog op de leesbaarheid zullen we hierna in dit verband spreken over EER-lidstaten. Als parallelhandelaren een EMEA-geneesmiddel in een andere EER-lidstaat willen betrekken om dat vervolgens in Nederland op de markt te brengen, behoeven zij daarvoor geen aparte vergunning aan te vragen. Voor de parallelinvoer van op nationaal niveau geregistreerde producten, dient wel een parallelhandelsver- 19 Zie voor een uitgebreide behandeling van de handelsvergunning tevens M.D.H. Schutjens, De nieuwe Geneesmiddelenwet, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 2008, p. 6 e.v. 20 Zie art. 3 WOG. 21 Dit geldt onder meer voor nieuwe geneesmiddelen tegen hiv, diabetes en kanker en voor weesgeneesmiddelen (zie de bijlage bij Verordening (EG) nr. 726/2004 van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB 2004, L 136, p. 1 j Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 47/1999 tot wijziging van Protocol nr. 37 en bijlage II bij de EER-overeenkomst, PB 1999, L 284, p. 65). 22 Europees Geneesmiddelenbureau is de officiële Nederlandse naam van het European Medicines Agency, die (zie bijvoorbeeld art. 55 van Verordening (EG) nr. 726/2004). 23 Zie art. 13 lid 1 Verordening (EG) nr. 726/ Zie R.G.T. van Wissen, R.O.W.M. Riksen en G.J. van Ringen, Handboek farmaceutische vergunningen, Den Haag: Sdu, 2007, p. 35. In Liechtenstein geldt een communautaire handelsvergunning al vanaf het moment waarop die is verleend. Noorwegen en IJsland verlenen op grond van de communautaire handelsvergunning korte tijd later een nationale handelsvergunning. Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

7 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus gunning te worden aangevraagd bij het CBG. 25 Een parallelhandelsvergunning kan worden aangevraagd voor een geneesmiddel dat afkomstig is uit een andere EER-lidstaat waar een (nationale) handelsvergunning is verleend. Er moet dan wel sprake zijn van een geneesmiddel dat identiek is of slechts in geringe mate verschilt van een geneesmiddel waarvoor in Nederland al een handelsvergunning is afgegeven. Dat geneesmiddel wordt ook wel het referentiegeneesmiddel genoemd. Aan de verlening van de parallelhandelsvergunning gaat geen uitgebreide inhoudelijke beoordeling door het CBG vooraf. Meestal geldt dat de verpakking (door middel van heretikettering of ompakking en door toevoeging van een Nederlandstalige bijsluiter) geschikt moet worden gemaakt voor de Nederlandse markt. Het CBG beoordeelt vooral of de verpakking en de bijsluiter aan de geldende wettelijke eisen voldoen. De normale handelsvergunning (niet zijnde een parallelhandelsvergunning) wordt pas na overlegging van een registratiedossier met gedetailleerde gegevens en een uitgebreidere toetsing van die informatie verleend 26, tenzij in een andere EER-lidstaat al een handelsvergunning is verleend en wederzijdse erkenning van die vergunning kan plaatsvinden. Het CBG dient in beginsel nationale vergunningen uit andere EER-lidstaten te erkennen, tenzij er zwaarwegende redenen zijn die als ernstig risico voor de volksgezondheid worden beschouwd. Naast deze wederzijdse erkenningsprocedure bestaat nog de decentrale procedure. Die procedure gaat eveneens uit van coördinatie tussen de verschillende EER-lidstaten, maar is uitsluitend bestemd voor geneesmiddelen waarvoor nog nergens binnen de EU een handelsvergunning is verleend. 27 Bij de aanvraag van een handelsvergunning voor een generiek geneesmiddel kan worden volstaan met minder gedetailleerde informatie, indien het geneesmiddel bio-equivalent is aan een geneesmiddel waarvoor ten minste acht jaar daarvoor een handelsvergunning is verleend Het vervallen van de uitverkooptermijn Hiervóór gaven wij reeds aan dat een handelsvergunning niet alleen essentieel is voor het in de handel brengen van een geneesmiddel, maar in Nederland eveneens voor andere handelingen met het geneesmiddel, zoals het in voorraad hebben, verkopen, afleveren, ter hand stellen of invoeren van dat geneesmiddel. 29 Aangezien die handelingen ook worden uitgevoerd door anderen dan degene aan wie de handelsvergunning is verleend (bijvoorbeeld door een andere groothandel of een apotheker), rijst de vraag wat er gebeurt als de houder van de handelsvergunning een aanvraag indient tot intrekking van zijn handelsvergunning. Vroeger gold in dat geval een wettelijke uitverkooptermijn van 12 maanden. 30 Als een inschrijving op verzoek van de registratiehouder was doorgehaald of 25 Het CBG moet binnen 45 dagen een besluit nemen op een aanvraag van een parallelhandelsvergunning (art. 48, eerste lid, Gnw). Voor de behandeling door het CBG van een aanvraag om een parallelhandelsvergunning is de aanvrager een vergoeding verschuldigd van euro (art. 7.6 Regeling Gnw). 26 Zie art. 45 Gnw. Kort gezegd moeten de kwaliteit, de veiligheid en de werkzaamheid kunnen worden aangetoond. Behalve deze inhoudelijke eisen, dient nog aan een aantal formele eisen te worden voldaan. Het CBG moet binnen 210 dagen een besluit nemen op een aanvraag van een handelsvergunning (art. 44, tweede lid, Gnw). Zie voor de verschuldigde aanvraagvergoeding art Regeling Gnw. 27 De wederzijdse erkenningsprocedure en de decentrale procedure zijn geregeld in art. 44, derde lid, Gnw en in de art. 3.2 tot en met 3.5 Regeling Gnw. 28 Art. 42, vijfde lid, Gnw. 29 Art. 18, eerste lid, en art. 40, tweede lid, Gnw. 30 Art. 22 van het Besluit registratie geneesmiddelen (BRG). 8 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

8 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE bij het verstrijken van de vijfjarentermijn niet was verlengd, mocht het desbetreffende geneesmiddel nog 12 maanden lang ter aflevering in voorraad worden gehouden, worden verkocht, worden afgeleverd en worden verhandeld. Het was tijdens de uitverkoopperiode van 12 maanden echter niet meer toegestaan het product te bereiden of in te voeren. De wettelijke uitverkooptermijn is met de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet, vervallen. In de Geneesmiddelenwet is geen nieuwe uitverkoopregeling opgenomen. Het is onduidelijk of er bewust voor is gekozen geen uitverkoopregeling op te nemen. Wel duidelijk is dat het plotseling wegvallen van de uitverkoopregeling heel wat stof heeft doen opwaaien. Veel houders van handelsvergunningen werden overvallen door het plotseling vervallen van de uitverkoopregeling. Aangezien de parlementaire stukken met betrekking tot de Geneesmiddelenwet geen enkele verwijzing bevatten naar (het verdwijnen van) de uitverkoopregeling en ook op de website van het CBG vanaf de datum van inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet nog werd gerefereerd aan de uitverkooptermijn van 12 maanden, gingen velen ervan uit dat de uitverkoopregeling onverkort van toepassing zou blijven. Omdat ook niet was voorzien in een overgangsregeling, dreigden zij plotseling te worden geconfronteerd met de gevolgen van het wegvallen van de uitverkoopregeling. a. Hoewel houders van een (parallel)handelsvergunning zelf niet meer van plan waren een bepaald product in te voeren en te verkopen, voelde een groot aantal van hen zich genoodzaakt om (kostbare) registraties na 31 december 2007 aan te houden om hun afnemers (vooral groothandelaren en apothekers) in staat te stellen hun restvoorraad in 2008 te verkopen. b. De groothandelaren en apothekers werden op hun beurt voor de verkoopbaarheid van hun producten afhankelijk van de beslissing van de houder van een handelsvergunning om zijn registratie al dan niet aan te houden. Omdat het voor groothandelaren en apothekers vaak niet te voorzien is of een houder van een handelsvergunning aan het einde van het kalenderjaar een aanvraag zal indienen tot intrekking van de handelsvergunning, kan het gebeuren dat zij onverwachts met voorraden blijven zitten. Als de houder van de handelsvergunning besluit zijn registratie voor een bepaald product te laten doorhalen, blijven die producten als het ware steken in het distributiekanaal. De producten mogen immers niet meer in voorraad worden gehouden of worden verkocht. Het ontbreken van een uitverkoopregeling brengt dus met zich dat bruikbare en veilige geneesmiddelen met onmiddellijke ingang van de markt verdwijnen zonder dat de gebruikers van die middelen (en hun artsen en apothekers) zich daarop hebben kunnen voorbereiden en zich hebben kunnen beraden op het gebruik van een alternatief geneesmiddel. Het moge duidelijk zijn dat vele marktpartijen, van fabrikant of importeur tot patiënt, door het wegvallen van de uitverkoopregeling werden gedupeerd. Nadat vele partijen zich daarover bij het ministerie van VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hebben beklaagd, heeft IGZ op haar website het volgende gemeld: Momenteel wordt door deze instanties bekeken wat de beleidslijn wordt. Zodra deze is vastgesteld, zal dit aan het veld worden gecommuniceerd. In de tussenliggende periode houdt de inspectie [sic] hiermee rekening bij de uitoefening van het toezicht op de wet. Uit die laatste zin kan worden afgeleid dat IGZ, totdat een beleidslijn is vastgesteld, niet handhavend zal optreden tegenover de uitverkoop van producten waarvoor geldt dat de registratie is ingetrokken. Het ligt voor de hand om in de Wijzigingswet Geneesmiddelenwet of in een AMvB alsnog te voorzien in een uitverkoopre- Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

9 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus geling. Zo zou het CBG een handelsvergunning na een verzoek tot doorhaling aan het einde van het kalenderjaar nog een bepaalde periode (bijvoorbeeld 6 of 12 maanden) kunnen handhaven om groothandelaren en apothekers in de gelegenheid te stellen het betreffende product uit te verkopen. De doorhaling treedt dan feitelijk pas na een overgangstermijn in werking. Deze oplossing is volledig in lijn met (de ratio van) Richtlijn 2001/83/EG, waarin in de considerans uitdrukkelijk wordt overwogen dat elke regeling op het gebied van de productie, distributie en gebruik van geneesmiddelen de bescherming van volksgezondheid tot voornaamste doelstelling moet hebben ( 2) en dat dat doel moet worden bereikt door maatregelen die de ontwikkeling van de farmaceutische industrie en de handel in geneesmiddelen binnen de Gemeenschap niet mogen afremmen (onze cursivering; 3). Daarmee verhoudt zich niet dat een verzoek tot doorhaling aan het einde van het kalenderjaar ertoe leidt dat veilige, kwalitatief goede en werkzame producten die zich bij groothandelaren en apothekers bevinden onverkoopbaar worden. Een andere oplossing zou zijn om artikel 18, eerste lid, en artikel 40, tweede lid, Gnw aldus aan te passen dat een handelsvergunning alleen nog maar een vereiste is voor het in Nederland in de handel brengen van het geneesmiddel (in lijn met artikel 6 lid 1 Richtlijn 2001/83/EG) en niet voor het drijven van een groothandel en voor het in voorraad houden, ter hand stellen en afleveren van het geneesmiddel. Het zal interessant zijn te bezien of de wetgever zich iets aantrekt van de kritiek uit het veld en de Wijzigingswet Geneesmiddelenwet zal benutten om te voorzien in (de behoefte aan) een met de Europese regelgeving verenigbare uitverkoopregeling. 3.3 De fabrikantenvergunning Algemeen Een fabrikantenvergunning is vereist voor het bereiden, het doen bereiden en het invoeren van geneesmiddelen. 31 De term doen bereiden staat niet in de Geneesmiddelenwet maar wel in de Regeling Gnw. Aanvragen van fabrikantenvergunningen moeten worden ingediend bij Farmatec-BMC, een unit van het CIBG, dat deel uitmaakt van het ministerie van VWS. Farmatec-BMC vraagt advies over de aanvragen aan IGZ. De beslistermijn voor de aanvragen is 90 dagen. 32 Voor de behandeling van de aanvraag is een aanvraagvergoeding verschuldigd, waarvan de hoogte afhangt van de handelingen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. 33 Verder is er een jaarlijkse vergoeding verschuldigd; de hoogte daarvan is afhankelijk van de handelingen waarvoor de vergunning is verleend. 34 Het verschil tussen wat is aangevraagd en verleend is relevant als een aanvraag gedeeltelijk is afgewezen. Bij de beoordeling van de aanvraag is vooral van belang dat de fabrikant aantoont dat hij zal kunnen handelen conform GMP. 35 Die ligt voor een deel vast in de Regeling Gnw en voor het overige in de GMP-richtsnoeren Het nieuwe model van de fabrikantenvergunning + Europese database Voor de fabrikantenvergunning gebruikt het ministerie van VWS sinds enige tijd een nieuw model dat is vastgesteld door de Inspectors Working Party van de Europees Geneesmiddelenbureau. Dit heeft directe gevolgen voor de 31 Art. 18, eerste lid, Gnw. 32 Art. 20 Gnw. 33 Art. 19, eerste lid, j 7.10, eerste en tweede lid, Regeling Gnw. 34 Art. 19, tweede lid, j 7.11, eerste en tweede lid, Regeling Gnw. 35 Art. 27, eerste lid, Gnw j 2.1 eerste lid, Regeling Gnw. 10 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

10 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE aanvrager. Er is namelijk een nieuw aanvraagformulier, dat is geënt op het nieuwe model. In tegenstelling tot onder de WOG worden er onder de Geneesmiddelenwet geen individuele geneesmiddelen meer in de vergunning vermeld maar productgroepen (bijvoorbeeld Steriel, Niet-Steriel en Biologisch) met bijbehorende toedieningsvormen. 36 Het model voor de vergunning is opgebouwd op basis van de handelingen die de vergunninghouder mag verrichten: bereiding van gewone geneesmiddelen, invoer van gewone geneesmiddelen 37, bereiding van geneesmiddelen voor onderzoek en invoer van geneesmiddelen voor onderzoek. Verder worden de QP s en de eventuele loonfabrikanten en -laboratoria in de vergunning vermeld. Als een wijzigingsaanvraag wordt ingediend en aan de voor wijziging geldende eisen is voldaan, verleent de minister van VWS een vergunning in het nieuwe model. Diverse EER-lidstaten hebben nog te kampen met uitvoeringsproblemen die samenhangen met het nieuwe model. Het grote voordeel van het nieuwe model is dat een fabrikant niet telkens als hij een ander geneesmiddel wil bereiden of invoeren een wijzigingsaanvraag hoeft in te dienen bij Farmatec-BMC; als het geneesmiddel valt onder een toedieningsvorm binnen een bepaalde productgroep waarvoor de fabrikant al een vergunning heeft, hoeft hij dus geen wijzigingsaanvraag in te dienen. Als de fabrikant iets wil gaan doen wat buiten het bereik van zijn vergunning valt, moet hij natuurlijk wél een wijzigingsaanvraag indienen. Het model wordt (als het goed is) ook door de andere EER-lidstaten gebruikt. De introductie van het nieuwe vergunningmodel hangt samen met de zogeheten EudraGMP, een Europese database waarin alle fabrikantenvergunningen van de EER-lidstaten worden opgenomen. Per fabrikant wordt vermeld voor welke werkzaamheden een vergunning is verleend. De database is in eerste instantie bedoeld voor de overheden van de EER-lidstaten. 3.4 De groothandelsvergunning Algemeen Een groothandelsvergunning is vereist voor drijven van een groothandel in geneesmiddelen. 38 Groothandels in andere EER-lidstaten die beschikken over een aldaar verleende groothandelsvergunning mogen op basis van die vergunning geneesmiddelen afleveren in Nederland. 39 Aanvragen van groothandelsvergunningen moeten worden ingediend bij Farmatec- BMC, een unit van het CIBG. Farmatec-BMC vraagt advies over de aanvragen aan IGZ. De beslistermijn voor de aanvragen is 90 dagen. 40 Voor de behandeling van de aanvraag is een aanvraagvergoeding verschuldigd, waarvan de hoogte afhangt van de handelingen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. 41 Verder is er een jaarlijkse vergoeding verschuldigd; de hoogte daarvan is afhankelijk van de handelingen waarvoor de vergunning is verleend In principe, want het wordt wel specifiek in de vergunning vermeld als het gaat om producten met speciale eisen, zoals radiofarmaceutica, of producten die penicillines, sulfonamides, cytotoxica, cefalosporinen, substanties met hormonale activiteit of andere mogelijk gevaarlijke actieve ingrediënten bevatten. 37 Invoer valt thans onder de fabrikantenvergunning; de importeursvergunning bestaat niet meer. 38 Art. 18, eerste lid, Gnw. 39 Art. 18, achtse lid, Gnw. 40 Art. 20 Gnw. 41 Art. 19, eerste lid, j 7:10, derde lid, Regeling Gnw. 42 Art. 19, tweede lid, j 7:11, derde lid, Regeling Gnw. Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

11 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus Bij de beoordeling van de aanvraag is vooral van belang dat de groothandelaar aantoont dat hij zal kunnen handelen conform de Good Distribution Practices (GDP). 43 De Regeling Gnw bevat een verwijzing naar het Richtsnoer voor goede distributiepraktijken Handel in ongeregistreerde geneesmiddelen Op grond van artikel 40, tweede lid, Gnw, is het verboden ongeregistreerde geneesmiddelen in voorraad te hebben, te verkopen, af te leveren, ter hand te stellen of in te voeren. Mede op basis van een uitspraak in de Europharmacy-zaak, van 7 december 2006 van de Rechtbank s Hertogenbosch, 45 wordt echter als uitgangspunt genomen dat houders van een groothandelsvergunning (hierna: groothandels) ongeregistreerde geneesmiddelen binnen Nederland mogen afleveren aan andere groothandels. De rechtbank achtte Europharmacy B.V. niet schuldig aan het handelen in ongeregistreerde geneesmiddelen,omdat zij van oordeel was dat artikel 3, vierde lid, WOG, als volgt moest worden gelezen: Het is verboden: a. ongeregistreerde farmaceutische specialités en farmaceutische preparaten, dan wel geregistreerde farmaceutische specialités en farmaceutische preparaten, waarvan de inschrijving is geschorst, te bereiden, te verkopen, af te leveren, in te voeren of te verhandelen; b. ongeregistreerde farmaceutische specialités en farmaceutische preparaten ter aflevering in voorraad te hebben voor zover deze spécialités en preparaten bestemd zijn voor verstrekking in Nederland aan eindgebruikers. De gecursiveerde zinsnede is de nuancering die de rechtbank aanbracht op het verbod op handel in ongeregistreerde geneesmiddelen. Groothandels mogen de ongeregistreerde geneesmiddelen echter niet afleveren aan degenen die bevoegd zijn geneesmiddelen ter hand te stellen. De uitzondering hierop wordt gevormd door Nederlandse apotheken, mits er sprake is van een U-bochtconstructie, zoals in de DocMorris-zaak 46. In die zaak betrok een Nederlandse groothandel ongeregistreerde geneesmiddelen uit Duitsland, leverde die af aan een apotheek, die ze vervolgens ter hand stelde aan Duitse patiënten in Duitsland. Dit uitvoeringsbeleid gold onder de WOG maar geldt ook onder de Geneesmiddelenwet. Dat betekent dat artikel 40, tweede lid, Gnw als volgt moet worden gelezen: Het is verboden een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, in voorraad te hebben, te verkopen, af te leveren, of in te voeren voor zover dit geneesmiddel bestemd is voor ter handstelling in Nederland, danwel ter hand te stellen in Nederland. 3.5 De aanwijzing laboratorium Een aanwijzing laboratorium is vereist voor een laboratorium dat in opdracht van een fabrikant controles wil verrichten op geneesmiddelen. 47 Dat betekent dat een dergelijke aanwijzing vereist is als het laboratorium: - ervoor zorgt dat de bereiding van elke charge van geneesmiddelen, niet zijnde geneesmiddelen voor onderzoek, en de kwaliteitscon- 43 Art. 27, eerste lid, Gnw j 2.1 eerste lid, Regeling Gnw. 44 Art Regeling Gnw. 45 Parketnummer: 01/ , LJN AZ3935; zie «JGR» 2007/1, m.nt. Claessens. 46 «JGR» 2004/2, m.nt.vollebregt. 47 Het gaat om de controles, bedoeld in art. 28, eerste lid, aanhef en onder b, c en e, Gnw. 12 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

12 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE trole daarop in overeenstemming zijn met de eisen die daarvoor zijn beschreven in het dossier op grond waarvan de handelsvergunning wordt verleend; 48 - in geval van invoer van geneesmiddelen, niet zijnde geneesmiddelen voor onderzoek, ervoor zorgt dat elke ingevoerde charge zodanige kwalitatieve en kwantitatieve analyses, proeven en controles ondergaat, de kwantitatieve analyses van alle werkzame stoffen daaronder begrepen, dat gewaarborgd wordt dat de kwaliteit van de geneesmiddelen in overeenstemming is met de beschrijving daarvan in het dossier op grond waarvan de handelsvergunning is verleend; 49 - ervoor zorgt dat de bereiding van elke charge van geneesmiddelen voor onderzoek en de kwaliteitscontrole daarop in overeenstemming is met de eisen die daarvoor zijn beschreven in de productspecificatie en in het onderzoeksdossier. 50 Aanvragen van aanwijzingen laboratorium moeten worden ingediend bij Farmatec- BMC. Farmatec-BMC vraagt advies over de aanvragen aan IGZ. De beslistermijn voor de aanvragen is 90 dagen. 51 Aan de (aanvraag van een) aanwijzing laboratorium zijn geen kosten verbonden. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, worden aanvragen van aanwijzingen laboratorium niet getoetst aan de Good Laboratory Practices (GLP). Net als bij de fabrikantenvergunning is het van belang dat het laboratorium aantoont dat het zal kunnen handelen conform GMP. 52 De GMP ligt, zoals al aangegeven in paragraaf 3.3.1, voor een deel vast in de Regeling Gnw en voor het overige in de GMPrichtsnoeren. 4. Apotheekhoudende huisartsen De Geneesmiddelenwet bracht niet alleen wijzigingen mee op het gebied van farmaceutische vergunningen, maar tevens op het gebied van de vergunning voor apotheekhoudende huisartsen (hierna: APG-vergunningen). Net als bij de farmaceutische vergunningen ging het daarbij niet zozeer om inhoudelijke als wel om procedurele wijzigingen. Op grond van de WOG waren het de zogeheten Commissies voor gebiedsaanwijzing (Cogeba s) die de aanvragen behandelden. 53 Vanaf 1 juli 2007 moeten aanvragen met betrekking tot deze vergunningen worden ingediend bij Farmatec-BMC, die ze behandelt namens de minister van VWS. Onder de WOG gold, kort samengevat, nog dat een arts geneesmiddelen mocht bereiden en afleveren aan zijn patiënten 54 in de gemeente waarin hij gevestigd was als in die gemeente en in de aansluitende gemeenten geen apotheek gevestigd was. 55 De Cogeba s waren provinciale commissies die elk voor hun eigen provincie bevoegd waren om een kleiner of groter gebied vast te stellen dan het gebied dat van rechtswege was vergund, als dat volgens hen in het belang van de geneesmiddelenvoorziening was. De aldus gecreëerde bevoegdheid was dus, in te- 48 Art. 26, derde lid j 28, eerste lid, aanhef en onder b, Gnw. 49 Art. 26, derde lid j 28, eerste lid, aanhef en onder c, Gnw. 50 Art. 26, derde lid j 28, eerste lid, aanhef en onder e, Gnw. 51 Dit is geen wettelijke beslistermijn. Farmatec-BMC heeft deze beslistermijn vastgesteld op grond van art. 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 52 Art. 27, eerste lid, Gnw jo. art. 2.1 eerste lid, Regeling Gnw. 3 Art. 6 WOG. 54 In Gnw-terminologie is afleveren aan patiënten ter hand stellen. De WOG noemde zowel afleveren aan patiënten (in het klein) als afleveren in het groot (groothandel) afleveren. 55 Art. 6, eerste lid, WOG. Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

13 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus genstelling tot bij apothekers, niet een bevoegdheid op basis van hun wettelijke bevoegdheid 56, inschrijving in het BIG-register 57, en inschrijving in het register van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid 58 maar op grond van een vergunning. 59 De Tweede Kamer wilde niet dat in de Geneesmiddelenwet zou worden afgeweken van de inhoudelijke manier van beoordeling die tijdens de WOG was ontstaan. Dat heeft ertoe geleid dat het op 30 juni geldende (uitvoerings)beleid en de op die datum geldende jurisprudentie vanaf 1 juli 2007 dienden te worden voortgezet. Lastig aan de voortzetting van het voorheen geldende (uitvoerings)beleid was dat veel Cogeba s hun eigen beleid en werkwijze hadden en dat niet steeds kon worden gesproken over hét beleid van de Cogeba s. Er zijn twee soorten APG-vergunningen: hoofdvergunningen en associatievergunningen. In feite is de hoofdvergunning voor de huisarts die als eerste een vergunning aanvraagt. Als ook iemand met wie hij de praktijk gezamenlijk voert een vergunning aanvraagt, wordt diegene associatievergunninghouder. Bij de beoordeling van de aanvragen met betrekking tot APG-vergunningen wordt een kilometercriterium gehanteerd. Dat criterium had onder de WOG de status van beleid, maar is onder de Geneesmiddelenwet vastgelegd in de wet zelf. 61 Een APG-vergunning wordt verleend: [ ] indien de afstand tussen de meest dichtbij dat gebied gevestigde apotheker en de in dat gebied meest dichtbij die apotheek wonende potentiële patiënt ten minste 4,5 kilometer is. Indien de in het [sic] eerste volzin bedoelde afstand minder dan 4,5 kilometer is, maar meer dan 3,5 kilometer, verleent Onze Minister de vergunning indien dit in het belang is van de geneesmiddelenvoorziening. De term in het belang van de geneesmiddelenvoorziening wordt in het bijzonder ingevuld aan de hand van de kwaliteit van de openbaarvervoersvoorziening op het traject van de patiënten van de huisarts tot de dichtstbijzijnde apotheek. Het gaat er dus om of de apotheek in kwestie goed bereikbaar is voor de patiënten van de huisarts die de vergunning aanvraagt. Als een huisarts een hoofdvergunning aanvraagt, wordt vol getoetst aan het afstandscriterium. Bij een aanvraag van een associatievergunning wordt een andere werkwijze gehanteerd. De apothekers worden in kennis gesteld van de indiening van de aanvraag. De aanvraag wordt alleen inhoudelijk getoetst als een of meer apothekers daarover een zienswijze indienen dit conform de werkwijze van de meeste Cogeba s. Dit kan ertoe leiden dat de 56 Toen: art. 2, eerste lid, aanhef en onder a, WOG, nu: art. 61, eerste lid, aanhef en onder a, 62, eerste lid, aanhef en onder a, en derde lid, Gnw. 57 Dit is het register, bedoeld in art. 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De apotheker moet voldoen aan art. 22 Wet BIG en verkrijgt door inschrijving in het BIGregister de bevoegdheden, bedoeld in art. 23 Wet BIG. 58 Art. 18, vijfde lid, Gnw. 59 Dit geldt niet voor de apotheekhoudende huisartsen die alleen beschikten over een bevoegdheid van rechtswege, bedoeld in art. 6, eerste lid, WOG, die thans op grond van artikel 119, eerste lid, Gnw is gelijkgesteld met een bevoegdheid van rechtswege in de zin van de Gnw. 60 De dag voordat de Gnw in werking trad. 61 Art. 61, tiende lid, Gnw. 14 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

14 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE aanvraag gedeeltelijk wordt afgewezen (dus dat de associé(e) een kleiner vergunninggebied krijgt dan hij aanvraagt) of dat de aanvraag geheel wordt afgewezen. Als er geen zienswijzen zijn van apothekers wordt de vergunning verleend zonder inhoudelijke beoordeling. 5. De nieuwe afleverstatussen van geneesmiddelen en het verdwijnen van de drogistenvergunning De WOG kende de drogistenvergunning. Er waren twee soorten drogistenvergunningen: één voor bedrijven die werden gedreven door een drogist of die een drogist in dienst hadden (hierna: A-vergunning) 62 en één voor bedrijven zonder drogist maar die wat afgelegen lagen (oftewel niet in de buurt van een drogist of een apotheek; hierna: B-vergunning). 63 Houders van een A-vergunning mochten alle zelfzorggeneesmiddelen verkopen. Houders van een B-vergunning mochten maximaal twintig verschillende geneesmiddelen verkopen van een lijst met tien vaak voorkomende indicaties; het gaat dan om huis-tuin-en-keukenaandoeningen als verkoudheid, spierpijn en keelpijn. 64 In de Geneesmiddelenwet is de drogistenvergunning niet teruggekeerd. Betekent het verdwijnen van de drogistenvergunning nu dat drogisten geen zelfzorggeneesmiddelen meer ter hand mogen stellen? En zijn er geneesmiddelen die mogen worden verkocht door degenen die geen apotheker of drogist zijn? Met andere woorden: wie mag wat? Sinds de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet is de situatie als volgt. De Geneesmiddelenwet kent vier verschillende afleverstatussen: UR (Uitsluitend Recept), UA (Uitsluitend Apotheekhoudende), UAD (Uitsluitend Apotheekhoudende of Drogist) en AV (Algemene Verkoop). De UR- en de UAstatus bestonden in feite al onder de WOG; de afleverstatussen UAD en AV zijn nieuw. 65 Het CBG moet ten minste één keer per jaar van elke categorie geneesmiddelen een aparte lijst samenstellen en bekendmaken. 66 Hieronder per categorie een korte toelichting: - UR-geneesmiddelen: 67 dit zijn geneesmiddelen die uitsluitend op recept ter hand mogen worden gesteld door apotheekhoudenden en door, kort gezegd, personen en organisaties die de minister van VWS heeft aangewezen. 68 Apotheekhoudende is een nieuw begrip, waarmee wordt bedoeld gevestigde apothekers 69 en apotheekhoudende huisartsen. Een voorbeeld van een door de minister aangewezen organisatie is een krachtens de Quarantainewet aangewezen instelling die bevoegd is te enten tegen gele koorts UA-geneesmiddelen: 71 dit zijn geneesmiddelen die zonder recept maar uitsluitend in een apotheek ter hand mogen worden gesteld evenals door personen en instellingen die de minister heeft aangewezen. Het woord apotheek heeft zowel betrekking op geves- 62 Art. 2f, eerste lid, en tweede lid, aanhef en onder a en b, WOG. 63 Art. 2f, tweede lid, aanhef en onder c, WOG. 64 Dit was bepaald in de op de WOG gebaseerde Aanwijzing farmaceutische specialités (besluit van 20 april 1978; Stcrt. 1978, Zie art. 56 Gnw. Ook de andere bepalingen van hft. 5 Gnw gaan over de indeling van geneesmiddelen. Zie verder hft. 4 Regeling Gnw. 66 Art. 60 Gnw. 67 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder s, Gnw. 68 Zij mogen UR-geneesmiddelen ter hand stellen o.g.v. eerste lid, Gnw. 69 Dat zijn apothekers die zijn ingeschreven in het register, bedoeld in art. 18, vijfde lid, Gnw. 70 Zie voor een totaaloverzicht van de hier bedoelde personen en instellingen de art. 6.5 en 6.6 Regeling Gnw. 71 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder s.1, Gnw. Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

15 DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE JGRplus tigde apothekers als op apotheekhoudende huisartsen. - UAD-geneesmiddelen: 72 dit zijn geneesmiddelen die zonder recept maar uitsluitend in een apotheek of een verkooppunt onder toezicht van een drogist ter hand mogen worden gesteld alsmede door personen en organisaties die de minister heeft aangewezen. 73 Hoewel de drogistenvergunning niet meer bestaat, geldt ook onder de Geneesmiddelenwet het vereiste van een drogistendiploma indien een drogist UAD-middelen wenst te verkopen. - AV-geneesmiddelen: 74 dit zijn geneesmiddelen die zonder recept ook buiten een apotheek of een verkooppunt onder toezicht van een drogist ter hand mogen worden gesteld. Iedereen die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel staat en in het kader van een bedrijf verkoopactiviteiten verricht en de personen en organisaties die de minister heeft aangewezen mogen deze geneesmiddelen verkopen. 75 Over deze categorie is nog weleens onduidelijkheid. Het CBG heeft een stoffenlijst opgesteld voor AV-geneesmiddelen. Als de werkzame stof van een geneesmiddel voorkomt op die lijst, verleent het CBG op aanvraag van de fabrikant binnen dertig dagen de AV-status aan het desbetreffende geneesmiddel. Het is dus niet zo dat een geneesmiddel automatisch de AV-status heeft als de werkzame stof van dat geneesmiddel op de genoemde stoffenlijst van het CBG voorkomt. 6. Conclusie De Geneesmiddelenwet heeft niet geleid tot een ingrijpende materiële wijziging van het vergunningstelsel, maar er zijn wel wat vermeldenswaardige veranderingen ten opzichte van het oude stelsel. De belangrijkste (formele) wijziging betreft zonder meer dat het grote aantal farmaceutische vergunningen onder de WOG thans is teruggebracht tot een viertal vergunningen: de handelsvergunning, de fabrikantenvergunning, de groothandelsvergunning en de aanwijzing laboratorium. Hoewel de (parallel)handelsvergunning vóór de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet ook al bestond alleen nog niet zo heette is nieuw dat niet meer is voorzien in een wettelijke uitverkooptermijn. Daarmee dreigden vlak na de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet grote praktische problemen voor marktdeelnemers. Totdat een beleidslijn is vastgesteld, treedt IGZ naar verwachting niet handhavend op tegen de uitverkoop van producten waarvoor geldt dat de registratie is ingetrokken. De Geneesmiddelenwet heeft ook geleid tot andere wijzigingen van het vergunningstelsel. Zo is het kilometercriterium, dat onder de WOG al werd toegepast bij de beoordeling van APG-vergunningaanvragen in de wet zelf vastgelegd (en niet meer in beleid) en behandelt de minister van VWS de aanvragen (in plaats van de opgeheven Cogeba s 76 ). Verder 72 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder t, Gnw. 73 Art. 62, eerste lid, aanhef en onder d, Gnw. 74 Art. 1, eerste lid, aanhef en onder u, Gnw. 75 Dit vloeit voort uit art. 62, derde lid, Gnw. In de laatste zinsnede daarvan staat een verwijzing naar art. 2 van de Handelsregisterwet 1996; die is echter op 1 januari 2008 vervallen en vervangen door de Handelsregisterwet Met de Wijzigingswet Geneesmiddelenwet zal deze verwijzing vermoedelijk worden geactualiseerd. 76 Hierbij moet een nuancering worden gemaakt: de Cogeba s blijven tijdelijk in stand voor het afhandelen van de lopende zaken; dat vloeit voort uit art. 121, tweede lid, Gnw. 16 Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus, 2008 Sdu Uitgevers

16 JGRplus DE GENEESMIDDELENWET: HET VERGUNNINGSTELSEL IN EEN NIEUW JASJE bestaat de drogistenvergunning niet meer en zijn de afleverstatussen van geneesmiddelen gewijzigd. Het ministerie van VWS is thans druk doende met de voorbereiding van een wetswijziging waarin fouten in de Geneesmiddelenwet worden gerepareerd en lacunes worden ingevuld. Het ministerie streeft ernaar deze zogeheten Wijzigingswet Geneesmiddelenwet eind 2008 aan te bieden aan de Raad van State. Het zal interessant zijn te bezien of in het vergunningstelsel nadere wijzigingen zullen worden aangebracht of in een met de Europese regelgeving verenigbare uitverkoopregeling zal worden voorzien. Wordt dus vervolgd! Sdu Uitgevers Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht plus,

Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche. Notitie

Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche. Notitie Notitie de distributie van geneesmiddelen door de dentale groothandel naar tandartsen en mondhygiënisten in relatie met de Geneesmiddelenwet. E. Kolsteeg secretaris Nederlandse Vereniging van Groothandelaren

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 694 Wijziging van de Geneesmiddelenwet in verband met technische verbeteringen en verhoging van het boetemaximum A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 196 Wijziging van de Geneesmiddelenwet in verband met de noodzaak enige technische verbeteringen aan te brengen in die wet, alsmede houdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 215 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Informatie verkrijgen & onderhoud van vergunning voor parallelle invoer immunologisch diergeneesmiddel.

Informatie verkrijgen & onderhoud van vergunning voor parallelle invoer immunologisch diergeneesmiddel. Verkrijgen en onderhouden van een vergunning voor parallelle invoer van een immunologisch diergeneesmiddel In dit document staat informatie over de voorwaarden voor het verkrijgen en behouden van een vergunning

Nadere informatie

Eindrapport van het GDP-API inspectiebezoek aan Alliance Healthcare Nederland B.V. te Veghel, op 28 juli Utrecht, 2017

Eindrapport van het GDP-API inspectiebezoek aan Alliance Healthcare Nederland B.V. te Veghel, op 28 juli Utrecht, 2017 Eindrapport van het GDP-API inspectiebezoek aan Alliance Healthcare Nederland B.V. te Veghel, op 28 juli 2017 Utrecht, 2017 1. Geïnspecteerde locatie(s): Alliance Healthcare Nederland B.V. Pomphoekweg

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12040 30 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 28 april 2015, nr. WJZ / 14188328, tot

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 2. FABRIKANTEN, GROOTHANDELAARS EN BEMIDDELAARS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 2. FABRIKANTEN, GROOTHANDELAARS EN BEMIDDELAARS STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33012 25 november 2013 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 november 2013, kenmerk DWJZ

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 599 Wijziging van de Geneesmiddelenwet ter implementatie van richtlijn 2011/62/EU om te verhinderen dat vervalste geneesmiddelen in de legale

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nadere informatie

Parallelexport is het spiegelbeeld van parallelimport: het exporteren van geneesmiddelen naar landen waar de prijzen hoger liggen.

Parallelexport is het spiegelbeeld van parallelimport: het exporteren van geneesmiddelen naar landen waar de prijzen hoger liggen. Bijlage 1 Parallelexport en -import van geneesmiddelen Parallelimport van geneesmiddelen is het importeren en vervolgens in Nederland in de handel brengen van een elders in de EU/EER 1 geregistreerd geneesmiddel,

Nadere informatie

Codex Pharma Commenté / Becommentarieerde Codex Pharma Artikel 6, 1

Codex Pharma Commenté / Becommentarieerde Codex Pharma Artikel 6, 1 Lid 1 Een geneesmiddel mag slechts in de handel worden gebracht, nadat een vergunning voor het in de handel brengen, hierna VHB genoemd, is verleend hetzij door de minister of zijn afgevaardigde overeenkomstig

Nadere informatie

Handreiking Werkvoorraad geneesmiddelen

Handreiking Werkvoorraad geneesmiddelen Handreiking Werkvoorraad geneesmiddelen Januari 2011 Voor meer informatie en downloaden van de Handreiking: www.actiz.nl www.vgn.nl www.ggznederland.nl Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid en met gebruikmaking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 359 Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal Wij bieden U hiernevens

Nadere informatie

ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND BELEIDSDOCUMENT GEZAMENLIJK PREFERENTIEBELEID

ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND BELEIDSDOCUMENT GEZAMENLIJK PREFERENTIEBELEID ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND BELEIDSDOCUMENT GEZAMENLIJK PREFERENTIEBELEID 1. Definities In dit beleidsdocument wordt verstaan onder: apotheekhoudende: apotheker of apotheekhoudende huisarts; geneesmiddel:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 14 Beschikking van de Minister van Justitie van 8 januari 1996, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit homeopatische

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20221 17 juli 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 juli 2015, houdende regels voor

Nadere informatie

Wet van 8 februari 2007 tot vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet

Wet van 8 februari 2007 tot vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet (Tekst geldend op: 16-09-2010) Wet van 8 februari 2007 tot vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44795 11 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2015, nr. WJZ/15103002, tot

Nadere informatie

Inhoud Inleiding 10

Inhoud Inleiding 10 Inhoud 5 10 Inleiding 10 11 Algemene informatie 11 1 11Waarom is er een Geneesmiddelenwet? 11 2 12Wat zijn de hoofdpunten van de Geneesmiddelenwet? 12 3 13Welke andere vernieuwingen zijn er in de Geneesmiddelenwet?

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8336 27 maart 2013 Besluit Verlenging inschrijving in het Rbtv Gelet op: De Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb);

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

%HVOXLWYDQMXOLKRXGHQGHUHJHOVPHWEHWUHNNLQJWRWGH UHJLVWUDWLHHQKHWLQGHKDQGHOEUHQJHQYDQLPPXQRORJLVFKH IDUPDFHXWLVFKHSURGXFWHQ

%HVOXLWYDQMXOLKRXGHQGHUHJHOVPHWEHWUHNNLQJWRWGH UHJLVWUDWLHHQKHWLQGHKDQGHOEUHQJHQYDQLPPXQRORJLVFKH IDUPDFHXWLVFKHSURGXFWHQ Staatsblad 15-07-1993, 461. %HVOXLWYDQMXOLKRXGHQGHUHJHOVPHWEHWUHNNLQJWRWGH UHJLVWUDWLHHQKHWLQGHKDQGHOEUHQJHQYDQLPPXQRORJLVFKH IDUPDFHXWLVFKHSURGXFWHQ %HVOXLWLPPXQRORJLVFKHIDUPDFHXWLVFKHSURGXFWHQ>9HUVLHJHOGLJ

Nadere informatie

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 CVDR Officiële uitgave van Leeuwarden. Nr. CVDR7337_4 11 december 2018 Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 190 Wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

Utrecht, september 2016

Utrecht, september 2016 Eindrapport van het inspectiebezoek in het kader van Geneesmiddelen zonder Handelsvergunning aan ziekenhuisapotheek Nij Smellinghe te Drachten, op 25 mei 2016 Utrecht, september 2016 Documentnummer: 1008874

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 3 november 2014 Gezien in aanmerking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Datum 8 november 2013 Honorering van aanvraag omzetting groothandelsvergunning Registernummer Aanvraagnummer

Datum 8 november 2013 Honorering van aanvraag omzetting groothandelsvergunning Registernummer Aanvraagnummer > Retouradres Postbus 16114 2500 BC Den Haag Orange Pharma B.V. De heer drs. K.M. Barendregt Boeierstraat 10D 8102 HS Raalte Bezoekadres: Wijnhaven 16 2511 GA Den Haag T 070 340 75 00 F 070 340 74 26 www.farmatec.nl

Nadere informatie

Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame In deze toelichting zijn opgenomen de toelichtingen, die door het Bestuur zijn opgesteld in het kader van wijzigingen, die in de Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22913 19 december 2011 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 december 2011, nr. GMT/MVG-3096198,

Nadere informatie

BELEIDSDOCUMENT VOORKEURSBELEID 2015 CZ, Delta Lloyd en OHRA

BELEIDSDOCUMENT VOORKEURSBELEID 2015 CZ, Delta Lloyd en OHRA BELEIDSDOCUMENT VOORKEURSBELEID 2015 CZ, Delta Lloyd en OHRA 1. Definities In dit beleidsdocument wordt verstaan onder: apotheekhoudende: apotheker of apotheekhoudende huisarts; geneesmiddel: een geneesmiddel,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 3 april 2008 Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 17 november 2003 (OR. en) 2003/0001 (COD) LEX 478 PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 RICHTLIJN 2003/103/EG VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van, 2015,,

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van, 2015,, AMBTELIJK CONCEPT Besluit van houdende wijziging van het Besluit uitvoering Tabakswet en de bijlage bij de Tabakswet in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/40/EU inzake de productie, de presentatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 611 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer in verband met verduidelijking en verbetering van de regelgeving met

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 059 Algemene bepalingen met betrekking tot de erkenning van EG-beroepskwalificaties (Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties) Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 62 Wet van 6 februari 2003 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Nadere informatie

Eindrapport van het inspectiebezoek in het kader van Geneesmiddelen zonder Handelsvergunning aan Medsen OOG-Apotheek te Rotterdam, op 23 maart 2017

Eindrapport van het inspectiebezoek in het kader van Geneesmiddelen zonder Handelsvergunning aan Medsen OOG-Apotheek te Rotterdam, op 23 maart 2017 Eindrapport van het inspectiebezoek in het kader van Geneesmiddelen zonder Handelsvergunning aan Medsen OOG-Apotheek te Rotterdam, op 23 maart 2017 Utrecht, april 2017 1. Geïnspecteerde site(s): Medsen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 127 Besluit van 20 februari 2002, houdende wijziging van het Besluit in-vitro-diagnostica Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

I.P.C. SINDRAM VERWEIJ ADVOCATEN NIJMEGEN 024-324 37 09 / 06-49968172 SINDRAM@VERWEIJADVOCATEN.NL

I.P.C. SINDRAM VERWEIJ ADVOCATEN NIJMEGEN 024-324 37 09 / 06-49968172 SINDRAM@VERWEIJADVOCATEN.NL 1 I.P.C. SINDRAM VERWEIJ ADVOCATEN NIJMEGEN 024-324 37 09 / 06-49968172 SINDRAM@VERWEIJADVOCATEN.NL 2 ONDERWERPEN Aansprakelijkheid Titelbescherming wet BIG Voorbehouden handelingen Experimenteerartikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33598 28 juni 2016 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 juni 2016, kenmerk 926933-146877-CZ,

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van (Voor de EER relevante tekst) (SLECHTS DE TEKST IN DE DEENSE TAAL IS AUTHENTIEK)

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van (Voor de EER relevante tekst) (SLECHTS DE TEKST IN DE DEENSE TAAL IS AUTHENTIEK) EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.6.2011 C(2011)4837 def. UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.6.2011 tot wijziging, met het oog op uitbreiding, van de vergunning voor het in de handel brengen van het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/4 VERORDENING (EU) 2016/293 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende

Nadere informatie

VERORDENINGEN. 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1

VERORDENINGEN. 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 469/2009 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2013

Datum van inontvangstneming : 08/04/2013 Datum van inontvangstneming : 08/04/2013 Vertaling C-104/13-1 Zaak C-104/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 maart 2013 Verwijzende rechter: Augstākās tiesas Senāts (Letland)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn ensport

Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn ensport - 1 Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn ensport > Retouradres Postbus 2680 3500 DR Utrecht AANGETEKEND Inspectie voor de Gezondheidszorg WiIh. van Pruisenweg 52 Den

Nadere informatie

Farmatec CIBG Inlichtingen bij Ons kenmerk Bijlagen Uw brief Besluit

Farmatec CIBG Inlichtingen bij Ons kenmerk Bijlagen Uw brief Besluit > Retouradres Postbus 16114 2500 BC Den Haag Academisch Ziekenhuis Rotterdam, h.o.d.n. Erasmus MC De heer dr. P.J. Roos Postbus 2040 3000 CA ROTTERDAM Farmatec CIBG Bezoekadres: Wijnhaven 16 2511 GA Den

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2201 247 19 19december 2008 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 december 2008,

Nadere informatie

Beleidsdocument: Herregistratie van geneesmiddelen voor humaan gebruik ingeschreven via de nationale procedure

Beleidsdocument: Herregistratie van geneesmiddelen voor humaan gebruik ingeschreven via de nationale procedure OLLEGE TER BEOORDELING VAN GENEESIDDELEN Beleidsdocument: Herregistratie van geneesmiddelen voor humaan gebruik ingeschreven via de nationale procedure EB 42 14 maart 2013 EB-42 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Eindrapport van het GDP inspectiebezoek aan Ursapharm Benelux B.V. te Helmond, op 8 maart Utrecht, 2016

Eindrapport van het GDP inspectiebezoek aan Ursapharm Benelux B.V. te Helmond, op 8 maart Utrecht, 2016 Eindrapport van het GDP inspectiebezoek aan Ursapharm Benelux B.V. te Helmond, op 8 maart 2016 Utrecht, 2016 1. Geïnspecteerde locatie(s): Ursapharm Benelux B.V. Steenovenweg 5 5708 HN HELMOND 2. Activiteiten:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 461 Wet van 20 juni 2002 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie biociden richtlijn) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 2 2014 REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 25 september 2014 Gezien de aanwijzing

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102491_1/12 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011 Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 32128 Afdeling: Bestuur en Faciliteiten VERORDENING 17c Datum: 27 januari 2011 Onderwerp: Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011 De raad van de gemeente Terneuzen;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 043 Regels over de veiligheid en kwaliteit van medische hulpmiddelen (Wet medische hulpmiddelen) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Relevante teksten uit de Wet publieke gezondheid en uit de Geneesmiddelenwet

Relevante teksten uit de Wet publieke gezondheid en uit de Geneesmiddelenwet Relevante teksten uit de Wet publieke gezondheid en uit de Geneesmiddelenwet Onderstaand vindt u de teksten en toelichting op de voor u relevante artikelen uit de Wet publieke gezondheid, alsook uit de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17546 28 juni 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 21 juni 2013, nr. 2013-0000352681 tot wijziging

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_1-11 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

Procedure opname Doorgeleverde Bereidingen

Procedure opname Doorgeleverde Bereidingen 1/7 Z-Index Alexanderstraat 11 2514 JL Den Haag Postbus 16090 2500 BB Den Haag T 070-37 37 400 F 070-37 37 401 info@z-index.nl www.z-index.nl KvK: Haaglanden 27177027 Auteur(s) Bas van der Meer Procedure

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 12 Besluit van 14 december 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit bestuurlijke

Nadere informatie

Update circulaire doorleveren. circulaire doorleveren - achtergrond. circulaire doorleveren wettelijk kader 2

Update circulaire doorleveren. circulaire doorleveren - achtergrond. circulaire doorleveren wettelijk kader 2 Update circulaire doorleveren circulaire doorleveren - achtergrond Symposium bereidingen en kinderen Mirjam Crul OLVG 14 september 2016 2015: Abcur casus uitspraak Europese hof IGZ: volume doorleveringen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BK5057

ECLI:NL:RVS:2009:BK5057 ECLI:NL:RVS:2009:BK5057 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-12-2009 Datum publicatie 02-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200902426/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 437 Besluit van 22 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met derivaten van menselijk bloed Wij Beatrix,

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 894 Uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van de verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 420 Besluit van 30 mei 2005, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen in verband met Verordening (EG)

Nadere informatie

Subsidieregeling abortusklinieken

Subsidieregeling abortusklinieken Subsidieregeling abortusklinieken (Tekst geldend op: 19 02 2015) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juli 2014, kenmerk 641412 123384 PG, houdende regels voor de subsidiëring

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 043 Regels over de veiligheid en kwaliteit van medische hulpmiddelen (Wet medische hulpmiddelen) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 16 april 2019

Nadere informatie

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) TARIEFBESCHIKKING Nummer Datum ingang Datum beschikking Datum verzending TB/CU-5000-01 1 januari 2011 14 december 2010 16 december 2010 Volgnr. Geldig tot Behandeld door 34 directie Zorgmarkten Cure De

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit de Inspectie voor de Gezondheidszorg Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit de Inspectie voor de Gezondheidszorg Afspraken tussen de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport over de wijze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 827 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid

Nadere informatie

Regeling Geneesmiddelenwet

Regeling Geneesmiddelenwet VWS Regeling Geneesmiddelenwet Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 juni 2007, nr. GMT/MVG 2780607, houdende uitvoering van bepalingen van de Geneesmiddelenwet (Regeling

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag BELEIDSREGEL Experiment regelarme instellingen Wlz Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE L 298/16 16.10.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en

Nadere informatie

VWS Beleidsregels voor de beslissing op aanvragen voor Opiumwetverloven

VWS Beleidsregels voor de beslissing op aanvragen voor Opiumwetverloven VWS Beleidsregels voor de beslissing op aanvragen voor Opiumwetverloven 11 mei 1998/nr. GMV-981877 De Opiumwet en Opiumwetverloven De Opiumwet verbiedt het binnen- en buiten het grondgebied van Nederland

Nadere informatie

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wmg

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wmg TARIEFBESCHIKKING Nummer Datum ingang Datum beschikking Datum verzending 5100-1900-08-1 1 januari 2008 7 december 2007 10 december 2007 Volgnr. Geldig tot Behandeld door 36 directie Zorgmarkten Cure De

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. gelet op artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a van de Aanbestedingswet 2012;

PROVINCIAAL BLAD. gelet op artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a van de Aanbestedingswet 2012; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Utrecht Nr. 4392 14 juni 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10-04-2018, nummer 81CC3669, tot vaststelling van Besluit alleenrecht voor

Nadere informatie

Eindrapport van het GDP inspectiebezoek aan Henry Schein B.V. te Almere, op 25 februari Utrecht, 2016

Eindrapport van het GDP inspectiebezoek aan Henry Schein B.V. te Almere, op 25 februari Utrecht, 2016 Eindrapport van het GDP inspectiebezoek aan Henry Schein B.V. te Almere, op 25 februari 2015 Utrecht, 2016 1. Geïnspecteerde locatie(s): Henry Schein B.V. Veluwezoom 16 1327 AG ALMERE 2. Activiteiten:

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie