Milieuhandhavingscollege

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieuhandhavingscollege"

Transcriptie

1 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/31-VK van 28 mei 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry TAFFIJN en Johan DE SMET, advocaten, met kantoor te 1700 DILBEEK, Ninoofsesteenweg 244, bij wie keuze van woonplaats is gedaan, hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor en namens wie optreedt mr. Jan BERGÉ, advocaat, met kantoor te 3000 LEUVEN, Naamsestraat 165, bij wie keuze van woonplaats is gedaan, hierna de verwerende partij te noemen, ingeschreven in het register van de beroepen op 1 juli 2013 onder nummer 13/MHHC/51-M, MHHC-14/31-VK 28 mei

2 heeft het Milieuhandhavingscollege het volgende overwogen: 1. Voorwerp van het beroep Het beroep is gericht tegen de beslissing 10/AMMC/492-M/DW van 24 mei Met deze beslissing legt de gewestelijke entiteit aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van 844 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op euro, dit wegens het zonder machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos (hierna ANB) klepelen van een bosperceel waardoor de bodem en de strooisel-, kruid- of boomlaag werden beschadigd. 2. Verloop van de rechtspleging 2.1. Op 15 juli 2010 beslist de procureur des Konings van Brussel om het milieumisdrijf niet strafrechtelijk te behandelen. Met een brief van 4 oktober 2010 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. Op 24 mei 2013 legt de gewestelijke entiteit de voormelde alternatieve bestuurlijke geldboete op. De kennisgeving van deze beslissing aan de verzoekende partij gebeurt op 31 mei Met een aangetekende brief van 28 juni 2013 stelt de verzoekende partij beroep in tegen de voormelde beslissing. De verwerende partij dient op 9 juli 2013 bij de griffie een dossier in met een kopie van de bestreden beslissing en de stukken op grond waarvan de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. De verwerende partij dient op 23 augustus 2013 een memorie van antwoord in. De verzoekende partij dient op 1 oktober 2013 een memorie van wederantwoord in. De verwerende partij dient op 24 oktober 2013 een laatste memorie in Bij beschikking 13/MHHC/51-M/B1 van 4 november 2013 heeft de kamervoorzitter de behandeling van het beroep vastgesteld op de zitting van 5 december De verzoekende partij is vertegenwoordigd door mr. Amelia VANGRONSVELD die optreedt loco mr. Jan BERGÉ, haar raadsman. De verwerende partij is vertegenwoordigd door de mr. Julie VAN OVERSTRAETEN die optreedt loco mrs. Thierry TAFFIJN en Johan DE SMET, haar raadslieden. Bestuursrechter Josef NIJS brengt verslag uit. De partijen worden gehoord. De debatten worden gesloten en de zaak wordt voor uitspraak in beraad genomen. MHHC-14/31-VK 28 mei

3 3. Ontvankelijkheid Het beroep, dat op 28 juni 2013 is ingediend met een aangetekende brief, is tijdig en regelmatig naar vorm. Er stellen zich geen problemen met betrekking tot andere aspecten van de ontvankelijkheid ervan en de verwerende partij werpt desbetreffend geen excepties op. Het beroep is ontvankelijk. 4. Feiten De feiten die vaststaan en relevant zijn voor de beoordeling van het voorliggend beroep zijn de volgende Op 17 januari 2010 stelt een Natuurinspecteur van ANB vast dat twee bospercelen, gelegen aan de [ ] te [ ] (kadastraal bekend onder [ ]) volledig kapot geklepeld zijn en al de bomen en struiken ( ) tot splinters herleid. In het opgestelde proces-verbaal wordt verder gepreciseerd: Het klepelen is gebeurd tot in de bodem. De bovenste bodemlaag van enkele centimeters tot 10 centimeter is mee omgewoeld en vermengd met de houtmassa. De structuur van deze bosbodem evenals de aanwezige bosflora en fauna (salamanders, kikkers in winterslaap) zijn kapot geslagen ( ) Desbetreffend verhoord, verklaart mevrouw [ ] namens de verzoekende partij: ( ) we hebben het bos gekocht in het najaar van 2008, wij waren bij de aankoop op de hoogte van de herplantingsplicht. De vorige eigenaar had na het vellen van de populieren de koppen laten liggen. Al dit hout was overgroeid met bramen. Herplanten was technisch niet mogelijk. Ik heb advies gevraagd bij aannemers en de gemeente. De gemeente heeft ons gewezen op onze herplantingsplicht. Ik wou graag voldoen aan deze vraag het was absoluut niet mijn bedoeling om mij te onttrekken aan mijn plicht. Mijn aannemers zijnde [ ] en [ ] hebben de werken uitgevoerd. [ ] heeft het bos geklepeld. Onze vraag was het bos plantklaar te maken om onmiddellijk te kunnen planten met de soorten voorgesteld in de kapmachtiging. Onze intentie was direct te herplanten wat we ook gaan doen Op 10 februari 2010 legt ANB aan de verzoekende partij een bestuurlijke maatregel op die inhoudt dat uiterlijk tegen 31 maart 2011 de beide percelen dienen herbebost te worden met de in de maatregel omschreven boomsoorten en volgens een opgelegd plantverband. Op 26 juli 2011 laat ANB aan de gewestelijke entiteit weten dat de opgelegde bestuurlijke maatregel is uitgevoerd. 5. Beoordeling 5.1. De gewestelijke entiteit kwalificeert de vastgestelde feiten als een milieumisdrijf overeenkomstig artikel , 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM), meer bepaald als een schending van artikel 96 van het Bosdecreet van 13 juni 1990, voorschrift dat, zonder machtiging van ANB, ingrijpende wijzigingen en beschadigingen van de bodem of de strooisel-, kruid- of boomlaag verbiedt. Zij legt met toepassing van de artikelen tot en met DABM en artikel 76 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI DABM de voormelde alternatieve bestuurlijke geldboete op. MHHC-14/31-VK 28 mei

4 5.2. Met haar beroep beoogt de verzoekende partij de bestreden beslissing te horen vernietigen, minstens de opgelegde geldboete in belangrijke mate te [horen] matigen. Haar beroep steunt op de navolgende bezwaren: - schending van de redelijketermijneis jo. de zorgvuldigheidsplicht jo. de formele motiveringsplicht ; - schending van het personaliteitsbeginsel jo. de zorgvuldigheidsplicht ; - schending van de formele motiveringsplicht. Gezien zijn strekking, behoort het tweede bezwaar als eerste behandeld te worden De verzoekende partij ontwikkelt haar tweede bezwaar in twee onderdelen. Vooreerst wijst zij op het personaliteitsbeginsel, dat impliceert dat [zij] niet kan worden gesanctioneerd voor een gegeven waaraan zijzelf vreemd is. Zij laat gelden prudent te hebben gehandeld door de herbebossingsplicht van de vorige eigenaar naar behoren uit te voeren, wat overigens ook door ANB is vastgesteld. Zij heeft voor het klepelen haar vertrouwen gesteld in een gespecialiseerde aannemer. Het komt aan specialisten toe om te weten welke klepeltechniek al dan niet onder dit artikel 96 valt. Het feit dat die aannemer naar het oordeel van de administratie te ver is gegaan bij het uitvoeren van de klepeltechniek, kan [haar] niet worden tegengeworpen. Zij voegt toe: Indien de overheid kwaliteitswaarborgen inzake aannemers in bosbeheerswerken wenst, dan dient zij een erkenningsregeling in te stellen. Particulieren zijn ter zake niet bevoegd. Bijkomend laat zij gelden dat het in voorliggende zaak trouwens over een kwestie van interpretatie [gaat] : wat is een ingrijpende wijziging in de zin van artikel 96 van het Bosdecreet?. Naar haar mening verdraagt het begrip ingrijpende wijzigingen en beschadigingen (...) zich niet met het legaliteitsbeginsel inzake straffen. Het past om dienaangaande de volgende prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof te stellen: Schendt artikel 96 van het Bosdecreet, samen gelezen met de artikelen , eerste lid, 14, en [DABM], het legaliteitsbeginsel, neergelegd in de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, samen gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens [hierna EVRM] en artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten [hierna BUPO], doordat het aanleiding geeft tot sanctionering van ingrijpende wijzigingen en beschadigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag en geen enkele wetskrachtige indicatie gegeven wordt omtrent de aard van deze wijzigingen en beschadigingen?. Indien geoordeeld wordt dat deze bewoordingen het legaliteitsbeginsel schenden, vervalt de grondslag voor de bestuurlijke sanctie De verwerende partij acht het bezwaar in beide onderdelen ongegrond. Aangaande de verantwoordelijkheid van de verzoekende partij voor de gepleegde feiten, wijst zij erop dat de verzoekende partij degene was die de opdracht had gegeven aan de aannemers om het bos plantklaar te maken en dat zij zich niet zomaar op onwetendheid kan beroepen nu zij zich uit de offertes van de aannemers (pagina 3 t.e.m. 5 van stuk 6 zoals bijgebracht door verzoekende partij) een beeld [kon] vormen van de werken die zouden plaatsvinden. Daarenboven was verzoekende partij op de hoogte van de inbreuken op het Bosdecreet gepleegd door haar rechtsvoorganger; Van een normale, voorzichtige en vooruitziende persoon mag verwacht worden dat hij, gelet op de voorgaande verbalisering, extra waakzaam is bij het aanvatten van eender welke handeling op de bewuste percelen. Zij oordeelt eveneens dat verzoekende partij diegene is die de opdracht van de aannemer moet omschrijven en een onderzoeksplicht heeft (niet enkel inzake de toepasselijke wetgeving doch ook aangaande de keuze van een aannemer. Zo is het verwerende partij een raadsel waarom verzoekende partij nagelaten heeft met de Bosgroep waarvan zij lid is dan wel met het Agentschap voor Natuur en Bos, om zich op voldoende wijze te laten voorlichten over zowel haar verplichtingen op grond van het Bosdecreet als de juiste keuze van aannemer. Het stellen van een prejudiciële vraag acht de verwerende partij overbodig: Het artikel [96 van het Bosdecreet] bevat eenvoudige bewoordingen en is voldoende nauwkeurig. Het legaliteitsbeginsel is niet geschonden. Overigens vraagt zij zich af, onder verwijzing naar een arrest van het Milieuhandhavingscollege, of het legaliteitsbeginsel in deze zelfs van toepassing is en de prejudiciële MHHC-14/31-VK 28 mei

5 vraag dus wel gesteld kan worden. De punitieve aard van de bestuurlijke beboeting in het licht van het EVRM en het BUPO brengt immers niet mee dat een bestuurlijke geldboete een sanctie is in de strafrechtelijke betekenis van het woord, waarop de bepalingen van het Strafwetboek van toepassing zijn Nu een eventuele schending van het legaliteitsbeginsel de rechtsgrond zelf voor het milieumisdrijf zou teniet doen, dient het Milieuhandhavingscollege vooreerst dit onderdeel van het bezwaar te beoordelen. Terecht gaat de verzoekende partij ervan uit dat het legaliteitsbeginsel in strafzaken ook van toepassing is inzake bestuurlijke geldboeten zoals voorzien in titel XVI DABM. Deze bestuurlijke beboeting vormt immers een strafvervolging in de zin van artikel 6.1. EVRM en BUPO en behoort dan ook omringd te worden met de rechtswaarborgen voor strafvervolgingen bepaald in de artikelen 6 en 7 EVRM en het Zevende EVRM-Protocol en de artikelen 14 en 15 BUPO, die middels artikel 7.1.EVRM en 15.1 BUPO het legaliteitsbeginsel omvatten, zoals ook de artikelen 12 en 14 Grondwet. De mogelijkheid van een schending van dit beginsel, en meteen ook de mogelijkheid van een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof dienaangaande, bestaat dus wel degelijk. Met toepassing van artikel 26, 2, derde lid, van de Bijzondere Wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, oordeelt het Milieuhandhavingscollege te dezen evenwel niet te moeten ingaan op het verzoek om het Grondwettelijk Hof een prejudiciële vraag te stellen nu artikel 96 Bosdecreet het legaliteitsbeginsel op klaarblijkelijk wijze niet schendt. De bewoordingen ingrijpende wijzigingen en beschadigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag duiden uiteraard op relatief belangrijke wijzigingen en beschadigingen van de bodem, strooisellaag, kruidlaag en boomlaag van een bos. Indien het zo is dat de omschrijving aan de rechter enige interpretatieve marge laat, is dit als zodanig niet in strijd met het legaliteitsbeginsel. Luidens vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof dient immers rekening te worden gehouden met het algemene karakter van de wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen. Te dezen dringt zich evenwel de vaststelling op dat het volledig klepelen van een bosperceel tot enkele à een tiental centimeter in de bodem manifest onder de toepassing van het artikel valt. Dit te meer nu artikel 96 Bosdecreet een onderdeel vormt van het hoofdstuk VIII De bosbescherming van het Bosdecreet, dat wordt ingeleid door een artikel 90 dat in alle bossen op algemene wijze werkzaamheden, die wijzigingen van de fysische toestand voor gevolg hebben enkel toelaat mits een voorafgaande machtiging door ANB of mits ze voorzien zijn in goedgekeurd beheerplan, en dat voorts onder meer in zijn artikel 97 voor zowel openbare bossen ( 1) als privébossen ( 2) middels een reeks precieze verbodsbepalingen strooisel, planten en bomen beschermt, wat aanvullende wetskrachtige indicaties biedt over de strekking van de hier geviseerde bepaling. Dit onderdeel van het bezwaar is ongegrond Het andere onderdeel van het bezwaar voert in wezen de schending aan van artikel , eerste lid, DABM. Luidens deze bepaling kan een bestuurlijke geldboete uitsluitend worden opgelegd aan een overtreder. Noch het DABM, noch enige uitvoeringsbepaling van dit decreet omschrijven het begrip overtreder. In overeenstemming met de spraakbruikelijke betekenis van het woord moet ervan worden uitgegaan dat de overtreder de persoon is die een gebod of verbod schendt dat zich tot hem richt. Het begrip mag uiteraard niet aldus worden begrepen dat uitsluitend diegene die de strafbare gedraging materialiter heeft verricht als overtreder aangezien kan worden. Uit de draagwijdte van het begrip volgt dat de geschonden normen, die de toerekenbaarheid kunnen beperken door een gebod of verbod te formuleren dat zich slechts tot één of een paar categorieën personen richt, mede bepalen wie rechtens als overtreder kan worden aangezien. Te dezen werd de bestuurlijke geldboete opgelegd wegens de schending van een verbod dat in algemene bewoordingen is opgesteld, derwijze dat het zich tot eenieder richt. Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat de verzoekende partij, naar zij zelf toelicht, lid is van een bosgroep die onafhankelijk advies verleent rond duurzaam bosbeheer, inclusief bosbouwtechnische informatie. Tevens staat het onbetwist vast dat de verzoekende partij zelf de aannemers aanstelde, offertes kreeg voor het klepelen van alle bramen, onkruid, struiken en kleine doorscheuten en MHHC-14/31-VK 28 mei

6 aansluitend de opdracht tot de werkzaamheden gaf. De vraag daar gelaten of ook de betrokken aannemers als overtreder beboetbaar kunnen zijn, blijkt uit de som van bovenstaande feitelijkheden dat de verzoekende partij een persoonlijke zeggenschap over en verantwoordelijkheid voor het gebeurde had, die meebrengt dat zij terecht als overtreder is bestempeld en beboet. Ook dit onderdeel van het bezwaar is ongegrond In het bezwaar dat zij als eerste aanvoert, betoogt de verzoekende partij dat luidens artikel DABM de gewestelijke entiteit er onder meer toe is gehouden om een beslissing te nemen binnen een termijn van 180 dagen, na de kennisgeving van haar voornemen aan de vermoedelijke overtreder om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen. Zij stelt dat haar bij brief van 4 oktober 2010 kennis werd gegeven van de aanvang van de bestuurlijke beboetingsprocedure zodat de gewestelijke entiteit op uiterlijk 1 april 2011 een beboetingsbeslissing diende te nemen, doch dat deze beslissing pas op 24 mei 2013, of circa 2 jaar en drie maanden (sic) later, werd genomen. Onder verwijzing naar rechtsleer en rechtspraak van de Raad van State en het Milieuhandhavingscollege argumenteert zij dat de 180-daagse ordetermijn niet onbeperkt kan worden overschreden nu de overheid steeds gebonden blijft door de redelijke termijn. Zij acht de redelijke termijn geschonden, temeer nu de termijnoverschrijding van meer dan 2 jaar in generlei mate wordt verantwoord door de complexiteit van het dossier of door haar gedrag en bovendien klemt met de vaststelling dat tussen de kennisgeving enerzijds en de bestreden beslissing anderzijds geen bijkomende onderzoeksdaden werden gesteld of bijkomende opzoekingen werden verricht. Zij besluit dat de schending van de redelijke termijn leidt tot bevoegdheidsverlies, minstens aanleiding geeft tot vernietiging van de bestreden beslissing wegens kennelijke onzorgvuldigheid. In haar memorie van wederantwoord citeert zij de overwegingen, vermeld onder randnummer van het arrest nr. MHHC-12/22-VK, met betrekking tot het rechtens vereiste belang en omschrijft zij haar belang bij dit bezwaar als de door haar gedane belangrijke inspanningen ( ), onmiddellijk na de kennisname van de herbebossingsplicht, om met bekwame spoed inspanningen te leveren om de toestand op milieuvlak te regulariseren en in orde te stellen. Zij stelt met passende voortvarendheid te hebben gehandeld zodat zij aldus zeer wel een belang [heeft] om zich te beklagen over het stilzitten van het bestuur, geheel conform de uitspraak MHHC-12/22-VK van 8 mei Subsidiair betoogt zij verder dat de flagrante termijnoverschrijding aanleiding moet geven tot een aanzienlijke matiging van het boetebedrag omdat zij immers in zeer belangrijke mate de ernst van de feiten [afzwakt]. Zij laat gelden dat de desbetreffende overweging in de bestreden beslissing een loutere stijlformule is die geen enkel ( ) inzicht verschaft in de mate van matiging die dan wel zou zijn toegepast zodat zij strijdt met de eisen van de formele motiveringsplicht De verwerende partij herinnert er vooreerst aan dat de beslissingstermijn ex artikel DABM geen vervaltermijn doch een termijn van orde is zodat de overschrijding ervan niet kan leiden tot bevoegdheidsverlies van de gewestelijke entiteit of tot nietigheid van de bestreden beslissing. Evenmin wordt deze erdoor kennelijk onzorgvuldig. Bovendien voert zij aan, onder verwijzing naar rechtspraak van het Milieuhandhavingscollege, dat de verzoekende partij moet aantonen dat de redelijke termijn is overschreden rekening houdend met haar eigen houding en handelswijze. Zo zal, aldus de verwerende partij, enkel een verzoekende partij die het bestuur heeft aangemaand om een beslissing te nemen, op succesvolle wijze een schending van de redelijke termijneis kunnen aanvoeren. Bovendien moet de verzoekende partij aantonen, minstens redelijk aanneembaar maken, dat zij getuigt van het rechts vereiste belang. Zij moet meer bepaald aanneembaar maken dat zij in concreto benadeeld is door de vertraging bij het nemen van de bestreden beslissing. Bij rechtspersonen, beklemtoont zij, dient dat belang daarenboven van een hoge concrete graad van zwaarwichtigheid blijk te geven. Aangaande het in ondergeschikte orde aangevoerde bezwaar antwoordt de verwerende partij dat de gewestelijke entiteit in de bestreden beschikking uitdrukkelijk vermeldt dat de overschrijding van de beslissingstermijn aanleiding gaf tot het verlagen van het boetebedrag en dat de formele MHHC-14/31-VK 28 mei

7 motiveringsplicht niet werd geschonden nu dit uitdrukkelijk en duidelijk in de bestreden beslissing vermeld wordt. Zij besluit tot de ongegrondheid van het bezwaar De verzoekende partij voert in eerste orde de schending aan van de redelijke termijneis als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur juncto de zorgvuldigheidsplicht. In het geval waarin de gewestelijke entiteit krachtens artikel , eerste lid, DABM verplicht is, weliswaar binnen een termijn van orde, een beslissing te nemen, vergt dit beginsel dat zij als normaal voorzichtig en bedachtzaam handelende overheid zulks zou doen binnen een redelijke termijn, hierbij onder meer rekening houdend met de omstandigheden eigen aan de zaak, de omvang en complexiteit van het dossier en de houding doorheen de beboetingsprocedure van de overheid en de geverbaliseerde persoon. In het voorliggende beroep is de bestreden beslissing genomen op 24 mei 2013, hetzij meer dan 780 dagen na het verstrijken van de beslissingstermijn ex artikel , eerste lid, DABM. Terecht wijst de verwerende partij er op dat deze termijn, een termijn van orde is. De overschrijding ervan kan enkel mits schending van de redelijke termijneis als beginsel van behoorlijk bestuur, een gegrond bezwaar vormen tot vernietiging van de bestreden beboetingsbeslissing. Evenzeer terecht herinnert de verwerende partij er aan dat de verzoekende partij dient aan te tonen, minstens redelijk aanneembaar maken, dat zij getuigt van het rechtens vereiste belang bij het aanvoeren van dit bezwaar. Het rechtens vereiste belang bestaat erin dat zij in concreto is benadeeld door de vertraging bij het nemen van de bestreden beboetingsbeslissing. De vraag terzijde gelaten of te dezen de redelijke termijneis werd geschonden, stelt het Milieuhandhavingscollege met de verwerende partij vast dat de verzoekende partij niet aantoont, zelfs niet redelijk aanneembaar maakt, dat zij over het rechtens vereiste belang beschikt. Weliswaar toont de verzoekende partij aan dat zij inspanningen heeft geleverd om tot herbebossing van de percelen over te gaan, doch deze inspanningen zijn niet het gevolg van de vertraging in het nemen van de bestreden beslissing. Integendeel, zij zijn niets meer dan de naleving van de desbetreffend van toepassing zijnde decretale en reglementaire voorschriften, inzonderheid de uitvoering van de opgelegde bestuurlijke maatregel. Voor zover het de schending van de redelijke termijneis viseert, is het bezwaar onontvankelijk bij gebreke aan het rechtens vereiste belang in hoofde van de verzoekende partij In het subsidiair ontwikkelde bezwaar beklaagt de verzoekende partij er zich over dat de gewestelijke entiteit bij de beoordeling van het op te leggen boetebedrag slechts een stijlformule wijdt aan de impact van de flagrante termijnoverschrijding, die de ernst van de feiten afzwakt, op de uiteindelijke boete. Meer bepaald ziet zij in deze stijlformule een schending van de formele motiveringsplicht. De formele motiveringsplicht voor bestuurshandelingen met individuele draagwijdte zoals bestuurlijke beboetingsbesluiten is gecodificeerd in de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen (hierna Motiveringswet). Artikel 3 Motiveringswet vereist onder meer dat een motivering afdoende zou zijn. Toegepast op de bevoegdheid tot bestuurlijke beboeting op grond van artikel DABM juncto artikel , tweede lid, DABM, die de gewestelijke entiteit de beslissingsvrijheid geeft om het bedrag van de boete vast te leggen tussen minimum 0 EUR en maximum EUR, te vermeerderen met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten, brengt de verplichting tot een afdoende motivering inderdaad mee dat ieder besluit dat tot het opleggen van een geldboete beslist niet enkel de keuze voor beboeting maar ook het bedrag van de boete naar behoren zou motiveren. Het Milieuhandhavingscollege beaamt voorts dat, bij de toepassing van artikel DABM, de termijn die de gewestelijke entiteit neemt om tot een beslissing te komen inderdaad relevant kan zijn om de redelijkheid van de concreet opgelegde geldboete te beoordelen, in die zin dat ongerechtvaardigd dralen er op wijst dat de gewestelijke entiteit geen overheersend belang hecht aan de gepleegde feiten. MHHC-14/31-VK 28 mei

8 De flagrante overschrijding van de beslissingstermijn in voorliggend beroep, die niet de minste rechtvaardiging vindt in de omvang en complexiteit van de zaak doch integendeel uitsluitend haar oorzaak vindt in het onverantwoord langdurig stilzitten van de gewestelijke entiteit, staat te dezen lijnrecht in tegenspraak met de beoordeling die de bestreden beslissing formuleert aangaande de ernst van de feiten, rechtens het eerste criterium ter bepaling van het boetebedrag. De in de bestreden beslissing opgenomen overweging dat overeenkomstig artikel DABM, AMMC een boetebeslissing neemt binnen een termijn van honderdtachtig dagen ( ); dat deze 180- dagentermijn een termijn van orde is, waarvan de overschrijding niet gesanctioneerd wordt ( ); dat deze beslissingstermijn inmiddels verstreken is; dat AMMC in casu van oordeel is dat de feiten voldoende ernstig zijn om alsnog een bestuurlijke geldboete op te leggen; dat het evenwel aangewezen is om het boetebedrag te verlagen rekening houdend met de termijn die verstreken is sedert de start van de bestuurlijke beboetingsprocedure. doet niets af aan de eerdere vaststelling. Zoals de verzoekende partij terecht laat gelden, strijdt een dergelijke overweging met de formele motiveringsplicht. Immers, de naleving van de formele motiveringsplicht legt de gewestelijke entiteit te dezen de verplichting op om in de bestreden beslissing op afdoende wijze duidelijk te maken dat de opgelegde geldboete daadwerkelijk en op meetbare wijze is verminderd ten opzichte van de geldboete die zij zou opgelegd hebben indien zij de overdreven en buitenmatige overschrijding van de beslissingstermijn niet had vastgesteld. De zeer algemene en nietszeggende zinsnede in de bestreden beslissing dat het evenwel aangewezen is om het boetebedrag te verlagen rekening houdend met de termijn die verstreken is sedert de start van de bestuurlijke beboetingsprocedure beantwoordt niet aan een concrete invulling van deze verplichting. De bestreden beslissing schendt dan ook de formele motiveringsplicht en dient om deze reden vernietigd te worden. Het bezwaar is in de aangegeven mate gegrond Nu een eventuele gegrondverklaring van het laatste bezwaar tot geen ruimere vernietiging kan leiden, dringt een onderzoek ervan zich niet op De behandeling van het beroep door het Milieuhandhavingscollege heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. MHHC-14/31-VK 28 mei

9 Om deze redenen beslist het Milieuhandhavingscollege: 1. Het door de verzoekende partij ingediende beroep is ontvankelijk en gegrond. 2. De beslissing 10/AMMC/492-M/DW van 24 mei 2013 van de gewestelijke entiteit wordt vernietigd. Dit arrest is uitgesproken in Brussel op de openbare zitting van 28 mei 2014 door het Milieuhandhavingscollege, dat samengesteld is uit: Luk JOLY Carole M. BILLIET Ludo DE JAGER Josef NIJS Peter SCHRYVERS Bart PAESHUYSE voorzitter ondervoorzitter, kamervoorzitter bestuursrechter bestuursrechter bestuursrechter plaatsvervangend bestuursrechter, wettig verhinderd bij de uitspraak bijgestaan door Xavier VERCAEMER griffier. De griffier, De ondervoorzitter, Xavier VERCAEMER Carole M. BILLIET MHHC-14/31-VK 28 mei

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/63-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/5-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/3 35-VK van 9 augustus 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Willem SLOSSE, advocaat, met kantoor te 2018

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/41-VK van 30 april 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Kris DHAENE, advocaat, met kantoor te 9000 GENT, Sint-Lievenspoortstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/43-VK van 7 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreden mr. Ivan DEWEVER en mr. Kristin DEWEVER, advocaten, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/45-VK van 10 juli 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/40-VK van 18 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/92-VK van 7 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Pierre VANDE MAELE, advocaat, met kantoor te 8780 OOSTROZEBEKE,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/55-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip SOETAERT, advocaat, met kantoor te 8500 KORTRIJK, Doorniksewijk

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/90-VK van 7 november 2013 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Beslissing. hierna de. tegen. hierna de

Beslissing. hierna de. tegen. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/10-VK van 23 augustus 2011 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/99-VK van 27 november 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Louis CHRISTOFFELS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/90-VK van 18 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/24-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/15-VK van 7 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/39-K2 van 13 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/25-VK van 3 april 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Paul ROELAND, advocaat, met kantoor te 9000

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

advocaat hierna de tegen hierna de

advocaat hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/6-VK van 16 juni 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor gevestigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/25-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de NV [ ], met maatschappelijke zetel te [ voor en namens wie optreedt mr. Steven VAN GEETERUYEN, advocaat, met kantoor

Nadere informatie

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/ /4-VK van 16 februari 2012 In de zaak van mevrouw [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bert VERHAEGHE, advocaat, met kantoor te 8870 IZEGEM, Kasteelstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/28-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Nicky VAN LAEKEN, advocaat met kantoor te

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 51-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] samenwonende te [ ] bijgestaan door de heer Luc BUSSCHAERT, raadsman, hierna de verzoekende

Nadere informatie

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/23-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Stijn DE MEULENAER, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/20-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/4-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0121 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0072/0061 In zake: de heer John DE GENDT, wonende te 1080 Sint-Agatha-Berchem, René Comhairelaan 1, bus 009, waar

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/40-VK van 25 april 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart DE BECKER, advocaat, met kantoor te 8500

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/97-VK van 21 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor wie optreedt de heer Frédérick VAN KERREBROECK, raadsman, hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.12.1362.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1362.N 1. W F V, beklaagde, 2. HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde en burgerrechtelijk

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0055 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/91-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/1-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan SURMONT, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT, de Merodelei

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 APRIL 2016 P.15.0005.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0005.N C G P P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Koenraad Compernolle, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8340

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0494.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0494.N I A. O. B. C., beklaagde, eiser. II CONSULTING & PROSPECTION INTERNATIONAL nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Tabaksvest 95/5,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/79-VK van 2 december 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Frederiek WAUTERS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/06/ / 3 JULI Inzake :..., wonende te, bijgestaan door, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/06/ / 3 JULI Inzake :..., wonende te, bijgestaan door, advocaat te, 1 KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/06/ / 3 JULI 2012 Inzake :..., wonende te, bijgestaan door, advocaat te, Verzoekende partij Tegen:,, te..., vertegenwoordigd door, algemeen directeur

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/20-VK van 12 maart 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Dany CORNELIS, advocaat, met kantoor te 9840 DE PINTE-ZEVERGEM,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/52-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van De heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Raoul KERSTENS, advocaat, met kantoor te 8310 ASSEBROEK, Dhoorestraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/21-K6 van 23 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Laurent SAMYN, advocaat, met kantoor te 8730 BEERNEM, Mexicostraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.09.1627.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.09.1627.N W. L. F. C., beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Frank Verbruggen en mr. Dirk De Maeseneer, advocaten bij de balie

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.12.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0355.N WOONINSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST, met kantoor te 9000 Gent, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, eiser tot herstel, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010:

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010: Rechtspraak 2010 TER INLEIDING Artikel 16.4.65 van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voorziet een geanonimiseerde publicatie van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2015 F.14.0133.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0133.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister en Begroting, Financiën

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/4-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie