Standaardantwoorden Universiteit van Aruba Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Standaardantwoorden Universiteit van Aruba Faculteit der Rechtsgeleerdheid"

Transcriptie

1 Standaardantwoorden Universiteit van Aruba Faculteit der Rechtsgeleerdheid Tentamen: Arubaans staatsrecht (Ba 2) Studiejaar: 2014/2015 Datum: vrijdag 23 januari 2015 Tijd: 14:00-17:00 uur Docent(en): V.V.R. Van Bogaert en R.R. Santos do Nascimento AANWIJZINGEN Lees de regels met betrekking tot de gang van zaken bij tentamens goed door! - Beantwoord de vragen op de verstrekte antwoordformulieren en vermeld op ieder vel enkel het volgende: o de naam van uw faculteit; o uw collegekaart- /studentnummer; o de titel en de datum van het desbetreffende tentamen. - Motiveer ieder antwoord en verwijs zoveel mogelijk naar relevante rechtsbronnen. - Onleesbare antwoorden komen niet in aanmerking voor een cijfer. Bij onleesbare antwoorden noteert de docent: niet leesbaar. - Gebruikmaking van niet- geannoteerde wetboeken (zoals de Gouden Kluwer, de Blauwe VNW en de wetgevingsbundels uit de SNAAR- reeks van BJu) is toegestaan. Overig materiaal is enkel toegestaan voor zover de Examencommissie u hiervoor een expliciete toestemming heeft gegeven. - Vermeld duidelijk op uw antwoordformulier NIET NAKIJKEN, indien u wenst dat de docent uw tentamen niet nakijkt. - Lever zodra u klaar bent of na afloop van het tentamen alle antwoordformulieren in. Het vragenformulier mag u behouden. - Dit tentamen bestaat uit 7 (zeven) open vragen. U dient alle 7 (zeven) vragen te beantwoorden. Aan het eind van het tentamen staat een facultatieve bonusvraag waarmee u maximaal 0.5 op 10 kunt verdienen. Het eindcijfer kan ondanks een eventueel behaalde bonus nooit hoger zijn dan een U kunt maximaal 60 punten op dit tentamen behalen. - Tijd en plaats van de inzage van de toets: dinsdag 10 februari 2015, van tot uur, plaats wordt z.s.m. bekendgemaakt. VEEL SUCCES!

2 Arubaans staatsrecht (Ba 2) Vrijdag 23 januari Internationale rechterlijke instanties zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hebben een bepaalde visie over de verhouding tussen internationale en nationale mensenrechtenbescherming. Naast dat het een en ander vaak verdragsrechtelijk is bepaald, stelt het EHRM bijvoorbeeld dat nationale autoriteiten better placed zijn om de nationale verhoudingen te beoordelen en daarin keuzes van complexe aard te maken. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld en wat de verhouding is tussen nationale en internationale grondrechten. (5 punten) [Van der Pot 2014, p ] De mensenrechten in verdragen werken op grond van incorporatie door in de nationale rechtsorde en kunnen voor zover ze een ieder verbindend zijn in de zin van artt GW (jo. art. 5 Statuut) strijdige formele wetten opzij zetten. (1 punt) In diverse verdragen is bepaald dat verdragsbepalingen niet mogen worden uitgelegd als beperkingen op nationaal reeds gewaarborgde grondrechten (vgl. art. 53 EVRM, art. 32 ESH, art. 5 lid 2 IVBPR en art. 5 lid 2 IVESCR). Verdragsrechtelijke mensenrechten bepalingen kunnen enkel de nationale grondrechtenbescherming enkel vergroten, niet verminderen! (2 punten) Dat nationale autoriteiten better placed zijn om de nationale verhoudingen te beoordelen etc., houdt verband met de verhouding tussen de nationale en internationale mensenrechtenbescherming. Grondrechtsnormen die (historisch) ontwikkeld zijn op nationaal niveau en die hun weerslag hebben gekregen in de nationale constituties zijn veelal preciezer en onvoorwaardelijker geformuleerd, doordat de nationale autoriteiten beter zicht hebben op de maatschappelijke verhoudingen binnen hun jurisdictie en daarom beter in staat zijn complexe keuzes te maken ten aanzien van bijvoorbeeld de vraag of een beperking van een grondrecht in een specifieke situatie noodzakelijk is. (2 punten) N.B.: De grondrechtenbescherming op basis van de NL se Grondwet is wegens het toetsingsverbod aan de GW voor de rechter in art. 120 GW problematisch. Desalniettemin biedt de GW bescherming tegen inbreuken door lagere overheden, daar beperking van grondrechten veelal slechts bij wet is toegestaan. 2. Geef kort aan waarover de zaak Hoogendijk tegen Nederland (EHRM 6 januari 2005, appl. no /00) ging, wat het oordeel en de argumentatie was van Europees Hof voor de Rechten van de Mensen in deze zaak en leg tot slot uit wat het belang was van deze zaak voor het recht op gelijke behandeling (van mannen en vrouwen). (10 punten) Casus: Sinds begin jaren 70 genoot mw. Hoogendijk een arbeidsongeschiktheids- uitkering. In 1990 ontving H. de mededeling van de bevoegde overheidsinstanties dat op basis de Reparatiewet AAW de uitkering zal worden stopgezet indien zij vóór 1 januari 1979 arbeidsongeschikt is geworden en in het jaar voorafgaand aan het ontvangen van de uitkering geen inkomen uit werk had genoten (inkomensvereiste). Mw. H. sinds 1972 AO en was in het jaar voorafgaand aan de uitkering nog getrouwd; haar man was de kostwinner van het gezin en H. werkte aldus niet. Haar uitkering

3 zou aldus worden stopgezet, doch zijn was niet in staat te werken gezien haar fysieke als psychische problemen en ze was het aldus niet eens met deze beslissing. Volgens H. heeft er in de Nederlandse maatschappij een cultuurverandering plaatsgevonden die rond de jaren 70 van de twintigste eeuw was begonnen. Vroeger werkte getrouwde vrouwen niet en was de man de kostwinner, waardoor het onredelijk zou zijn om vrouwen die vóór 1979 arbeidsongeschikt waren en een uitkering genoten over een kam te scheren met vrouwen die in de jaren 60/70 zijn opgegroeid en in de jaren 90 een arbeidsongeschiktheidsuitkering genieten, daar het sinds de jaren 80/90 gebruikelijk is geworden dat ook getrouwde vrouwen werken en voorafgaand aan hun arbeidsongeschiktheid een inkomen uit werk genieten. E.e.a. wordt geïllustreerd door statistische gegevens: van de groep van 5,100 personen die op basis van het niet- voldoen aan het inkomensvereiste hun uitkering verloren waren ongeveer 65% vrouw en 35% man. (4 punten) Rechtsvraag: Was de intrekking van de AAW- uitkering een schending van mw. H. s rechten op grond van artikel 14 EVRM (recht op gelijke behandeling) daar de implementatie van het inkomensvereiste leidde tot indirecte discriminatie van vrouwen, daar deze nieuwe regel meer vrouwen dan mannen zou raken? (1 punt) (De (schijnbaar) neutrale formulering van het inkomensvereiste zou meer vrouwen dan mannen raken en daardoor discriminatoir zijn) N.B.: Artikel 14 EVRM luidt als volgt: The enjoyment of the rights and freedoms set forth in [the] Convention shall be secured without discrimination on any ground such as sex, race, colour, language, religion, political or other opinion, national or social origin, association with a national minority, property, birth or other status. Redenering van het EHRM: Het Hof stelt voorop dat art. 14 bescherming biedt tegen discriminatie ten aanzien van het genot van de rechten beschermd door het EVRM (en de daarbij behorende protocollen). Doch niet ieder verschil in behandeling kan leiden tot een schending van artikel 14. Dit is slechts het geval wanneer een Staat burgers in gelijke omstandigheden anders behandelt, zonder dat er een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor bestaat. (1 punt) Het Hof stelt verder dat het niet is uitgesloten dat een regel discriminatoir is wanneer een nieuw(e) algemeen beleid of een algemene maatregel wordt ingevoerd die voor een bepaalde groep personen disproportionele negatieve effecten heeft, terwijl die regel niet specifiek was bedoeld die groep te benadelen. (erkenning van indirecte discriminatie) (1 punt) Ten derde stelt het Hof dat statistische gegevens op zich onvoldoende zijn om indirecte discriminatie aan te tonen, doch zij geven wel een indicatie dat hiervan sprake kan zijn, met name als er sprake is van een significant verschil in percentage tussen mannen en vrouwen die door de regel worden benadeeld. Het is dan aan de Staat om aan te tonen dat er een objectieve rechtvaardiging bestaat voor het geconstateerde verschil. (omkering bewijslast) (1 punt)

4 Conclusie: Er is gezien de statistische gegevens een indicatie dat er sprake is van indirecte discriminatie van vrouwen als gevolg van de Reparatiewet AAW. Doch, volgens het Hof is er sprake van een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de nieuwe wet. Het inkomensvereiste is op gelijke wijze van toepassing op mannen en vrouwen, ongeacht hun burgerlijke staat en is juist geïntroduceerd om de discriminatoire uitsluiting van getrouwde vrouwen voor het verkrijgen van een AAW- uitkering ongedaan te maken. Daarbij was het wel noodzakelijk om in het kader van het algemeen belang rekening te houden met de extra kosten die een dergelijke wijziging met zich brengt. Ten einde de kosten binnen acceptabele grenzen te houden, heeft de overheid ervoor gekozen om een inkomensvereiste te stellen aan de aanpraak op een uitkering. Kortom, er was geen sprake van een schending van artikel 14 EVRM. (2 punten) 3. In het kader van grondrechten wordt gesproken van de leer van de positieve verplichtingen en van de zgn. gedifferentieerde rechtswerking. Leg aan de hand van voorbeelden het verschil uit tussen deze twee benaderingen van grondrechten. (8 punten) De leer van de positieve verplichtingen dient in verband te worden gebracht met zgn. klassieke grondrechten, die in principe een plicht tot een laten voor de overheid in houden (negatieve verplichting); doch, er bestaat volgens deze leer ook een aan deze plicht gekoppelde positieve verplichting voor de overheid, m.a.w. een plicht tot een doen. Bijvoorbeeld het recht op leven ex artikel 2 lid 1 EVRM, behelst niet enkel de plicht van de overheid om niemand van het leven te beroven, maar behelst tevens de positieve plicht om mensen te beschermen tegen levensgevaar, zoals het EHRM heeft gesteld in de zaak Öneryildiz, waarin werd aanvaard dat de Turkse overheid de plicht had mensen te beschermen tegen de risico s van ontploffing die bestaan wanneer men te dicht in de buurt van een vuilnisbelt woont. (3 punten + 1 punt voor voorbeeld) De gedifferentieerde werking dient in verband te worden gebracht met zgn. sociale grondrechten, die in principe een doen voor de overheid inhouden (positieve verplichting). Volgens deze leer kan men echter de verplichtingen die uit sociale grondrechten voortvloeien onderverdelen in verschillende gradaties van doen (differentiëren), beginnend bij een niet- doen (nalaten/onthoudingsplicht; negatieve verplichting) en via een beschermingsplicht en verzekeringsplicht, eindigend bij een bevorderingsplicht. Doordat ze ook een negatieve plicht inhouden, kunnen sociale rechten ook een rol spelen bij de interpretatie van klassieke grondrechten. De vrijheid van onderwijs bijvoorbeeld dient in het licht van de verzekeringsplicht van de overheid te worden bezien dat burgers onderwijs kunnen ontvangen (vgl. art. I.20 lid 1 Streg. in samenhang met leden 2 en 3 van die bepaling). In dit kader heeft zich in Nederland een strijd ontvouwen omtrent subsidiëring van bijzondere scholen. (3 punten + 1 punt voor voorbeeld)

5 4. a. Becommentarieer de volgende stelling: Ministers en parlementariërs kunnen in Aruba gedurende de vervulling van hun ambt/functie volledig vrij zijn in het uiten van hun mening, omdat zij absolute immuniteit genieten. (4 punten) In artikel III.20 Streg. is het volgende bepaald: De leden van de Staten, de ministers en ander personen die deelnemen aan de beraadslaging, kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergaderingen van de Staten of van commissies daaruit hebben gezegd of aan deze schriftelijk hebben overgelegd. (0.5 punt) Hieruit vloeit voort dat parlementariërs en ministers enkel in rechte niet vervolgd of aangesproken kunnen worden met betrekking tot hetgeen zij gedurende de vergaderingen van de Staten of van de Statencommissies hebben gezegd of schriftelijk hebben overlegd. De immuniteit geldt aldus niet absoluut, doch is plaats bepaald (relatief). (1 punt) Daarnaast geldt deze regel niet enkel voor ministers of Statenleden, maar voor alle personen die aan de beraadslagingen deelnemen (m.a.w. ook deskundigen die bijvoorbeeld bij een vergadering van een Statencie. worden uitgenodigd). De (relatieve) immuniteit is aldus niet gebonden aan een eventuele functie die een persoon vervuld. (1 punt) Tot slot zijn de personen die deelnemen aan de vergaderingen in de Staten(commissies) niet volledig vrij om te zeggen wat ze willen en hoe ze dat willen. Zij zijn gebonden aan het Reglement van Orde voor de Staten en deze (gedrags)regels (dienen te) worden gehandhaafd door de voorzitter van de Staten. Het is op basis van de scheiding der machten en de bescherming van het democratisch proces dat het de rechter verboden is zich uit te laten over en zich te mengen in politieke discussies binnen de Staten. (1.5 punt) b. Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft in de zaak Lampe tegen Wever de vordering van Lampe toegewezen en zich daarbij gebaseerd op het arrest van het EHRM in de zaak Cordova tegen Italië. Zowel het Hof als de Hoge Raad zijn het GEA niet gevolgd in zijn redenering. Leg uit waarom zij dat niet hebben gedaan en wat hun argumenten dan wel waren. (8 punten) Uitleg Cordova- zaak: De zaak Cordova ging over een Italiaanse parlementariër die ook functionele immuniteit (vrijwaring) genoot volgens de Italiaanse constitutionele regelgeving. Dit wil zeggen dat hij zowel binnen als buiten het parlement niet in rechte kan worden vervolgd of aangesproken voor zijn uitlatingen. Een parlementariër heeft in een verkiezingsdebat buiten het parlement zaken gezegd die geen verband hielden met dat debat en beledigend waren voor de heer Cordova. Het EHRM heeft hier overwogen dat parlementaire immuniteit niet op een disproportionele wijze het recht op toegang tot een rechter (ex art. 6 lid 1 EVRM) mag belemmeren. Dit is het geval wanneer de immuniteit ook zou gelden voor beledigende uitlatingen gedaan buiten de muren van het parlement en gedaan buiten de kaders van het politieke debat. (3 punten) Uitleg waarom Cordova niet gevolgd: Deze zaak was verschillend van die van Lampe v. Wever, daar het hier ging om (beledigende) uitlatingen gedaan tijdens

6 een vergadering van het parlement! De vraag was of de immuniteit toegekend aan deelnemers aan een parlementair debat ex artikel III.20 Streg. ook een onaanvaardbare inbreuk vormt op het recht op toegang tot de rechter (art. 6 lid 1 EVRM). (1 punt) Wat hebben het Hof en de HR dan wel overwogen? De voornoemde vraag diende aan de hand van de zaak A tegen het Verenigd Koninkrijk te worden opgelost; hierin was vrijwel eenzelfde situatie als die in de zaak Lampe v. Wever aan de orde. In A tegen het Verenigd Koninkrijk heeft het EHRM overwogen dat de immuniteit die zich beperkt tot vergaderingen binnen de muren van het parlement geen disproportionele inbreuk is op art. 6 lid 1 EVRM, daar no immunity attaches to statements made outside Parliament, even if they amount to a repetition of statements made during the course of Parliamentary debates on matters of public interest. Nor does any immunity attach to an MP's press statements published prior to parliamentary debates, even if their contents are repeated subsequently in the debate itself. ( ) [This] immunity [die binnen de vergaderingen van het parlement geldt] ( ) is moreover designed to protect the interests of Parliament as a whole as opposed to those of individual MPs. ( ). (2 punten) Vervolgens wordt tevens gesteld dat een parlementariër in het parlement op grond van het Reglement van Orde voor de Staten van Aruba mogelijkheden heeft om tegen beledigende uitspraken op te treden (redresmogelijkheid aanwezig). Het Reglement van Orde voor de Staten van Aruba bevat in de artikelen 37 tot en met 39 immers diverse maatregelen die de Statenvoorzitter of de Staten zelf kunnen of moeten nemen indien een spreker afwijkt van het onderwerp in beraadslaging en/of beledigende uitdrukkingen gebruikt. (vgl. ook de zaak van A tegen het Verenigd Koninkrijk). (2 punten) Kortom, er was geen sprake van een schending van art. 6 lid 1 EVRM. 5. Dient het Koninkrijk van het Statuut conceptueel bezien te worden als een voortzetting van het Koninkrijk der Nederlanden waar de Grondwet van 1815 over spreekt, of als een fundamenteel nieuwe entiteit met nieuwe organen die in 1954 is opgericht? Beantwoord deze vraag eerst vanuit het perspectief van Logemann en vervolgens vanuit het perspectief van Van der Hoeven. (1o punten) Volgens Logemann vielen het Koninkrijk en Nederland in de Interimregelingen nog samen, maar sinds het Statuut is het Koninkrijk met zijn organen een nieuwe entiteit die te onderscheiden is van Nederland met zijn organen. Wanneer Logemann spreekt over de Koninkrijksorganen, noemt hij deze organen pouvoirs constitués, waarmee hij aangeeft dat het Statuut deze organen en het nieuwe Koninkrijk in het leven heeft geroepen (5 punten). Tegenover deze visie staat de visie van Van der Hoeven die in de nieuwe rechtsorde nog steeds de oude Nederlandse instellingen herkent, maar die naast de verzorging van specifieke Nederlandse belangen ook tot taak hebben om algemene staatstaken te verzorgen, zij het met inspraak van de Caribische Koninkrijksdelen. Aldus is volgens Van der Hoeven niet een nieuwe entiteit in het

7 leven geroepen, maar hebben oude entiteiten en oude instellingen nieuwe functies en nieuwe verhoudingen gekregen in de aanloop tot en in het Statuut (5 punten). 6. Hillebrink gaat in op een aantal structuurvisies op het Koninkrijk. Noem er drie en geef daarbij een korte omschrijving van de desbetreffende structuurvisie. (6 punten) - federatie; - confederatie; - constitutional association; - dominions; - Puerto Rico ; - New Caledonia ; - Cook Islands and Niue ; - West Indies Associated States ; - Colonies. (+ uitleg) 7. Leg uit waarom volgens Nap de gevolmachtigde minister deel uitmaakt van de rijksministerraad, maar toch buiten het bestek van de ministeriële verantwoordelijkheid en de eis van homogeniteit van de (rijks)ministerraad valt. Ga in uw antwoord in op het al dan niet bestaan van een Koninkrijksparlement. (5 punten) Volgens Nap maakt de Gevolmachtigde Minister deel uit van de ministerraad van het Koninkrijk, kennelijk omdat het Statuut dit uitdrukkelijk in artikel 7 bepaalt. Het probleem dat zich bij Nap voordoet, is dat volgens hem de ministerraad van het Koninkrijk op zijn beurt een samenstellend onderdeel vormt van de regering van het Koninkrijk, samen met de (persoon van de) Koning. Hierdoor zou de Gevolmachtigde Minister een Minister van het Koninkrijk zijn. Echter, volgens artikel 8 Statuut wordt hij door de regering van Aruba, Curaçao of Sint Maarten benoemd en spreekt hij in de ministerraad namens de regering die hem benoemt. Omdat hij zijn instructies ontvangt van de regering die hem benoemt, is hij verantwoording verschuldigd aan die regering en niet aan een parlement. Hierdoor kan hij noch gebonden zijn aan de vertrouwensregel of de homogeniteitsregel. Daar komt bij dat volgens Nap er geen Koninkrijksparlement bestaat, hetgeen een parlementair stelsel op Koninkrijksniveau haast onmogelijk maakt. Het probleem wordt in de praktijk en in het Statuut volgens hem ondervangen doordat de Staten- Generaal optreedt als parlement van het Koninkrijk. Echter, ook aan de S- G is de GevMin geen verantwoording verschuldigd, hetgeen hem zoals Nap stelt een vreemde eend maakt. 8. Leg uit hoe het internationale recht in de nationale rechtsorde van Aruba doorwerkt en waarop deze norm van doorwerking is gebaseerd. (4 punten) Doorwerking van het internationale recht in de nationale rechtsorde van Aruba is gebaseerd op een regel van Nederlands ongeschreven staatsrecht die via artikelen 3 en 5 Statuut ook op Aruba van toepassing. Al het internationaal recht werkt door via het systeem van incorporatie (of adoptie). Dit wil zeggen dat het internationaal recht als zodanig (d.w.z. zonder omzetting naar nationaal recht) rechtstreeks in de

8 nationale orde doorwerkt. Dit is voor de eerste maal door de HR bij het Grenstractaat Aken- arrest vastgesteld en later bij o.a. de grondwetsherziening van 1953 bevestigd. Bonusvraag (3 punten) Geef aan wat de beperkingssystematiek is van de volgende in de Staatsregeling neergelegde grondrechten: Algemene opmerking ten aanzien van de beperkingssystematiek van grondrechten in de Streg.: Veelal wordt slechts aangegeven of de beperking slechts door de formele wetgever mag geschieden (bij de wet, de wet bepaalt ), of dat de formele wetgever de beperking van het grondrecht in kwestie kan delegeren (de wet stelt regels, bij of krachtens de wet ). Daarnaast is het ten slotte mogelijk dat er doelcriteria worden aangegeven; d.w.z. omstandigheden die beperking rechtvaardigen. Dit komt echter in de Streg. niet vaak voor. a. het (actief en passief) kiesrecht; Art. I.10 Streg.: Iedere in Aruba woonachtige Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen, alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij landsverordening gestelde uitzonderingen. Dit grondrecht mag enkel door de formele wetgever worden beperkt. Geen delegatie mogelijk ( bij landsverordening ). b. het recht tot vergadering en betoging; Art. I.13 Streg.: 1. Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens landsverordening. 2. Bij landsverordening kan dit recht beperkt worden ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Dit grondrecht mag conform het eerste lid ook enkel door de formele wetgever worden beperkt. Geen delegatie mogelijk ( behoudens ieders verantwoordelijk- heid volgens landsverordening ). Daarnaast worden er in lid 2 een aantal doelcriteria genoemd; m.a.w. de omstandigheden die een beperking rechtvaardigen. c. de vrijheid van onderwijs. Art. I.20 lid 2 en lid 3 Streg.: 2. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij landsverordening * aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij landsverordening te regelen. 3. Het ontvangen van onderwijs is vrij, behoudens bij landsverordening te stellen beperkingen. Beperkingen op de vrijheid van het geven van onderwijs mag worden gedelegeerd door de formele wetgever ( bij landsverordening te regelen ). Echter, de vrijheid van het ontvangen van onderwijs mag enkel door de formele wetgever worden beperkt ( bij landsverordening te stellen beperkingen ). * Enkel de vormen van onderwijs ten aanzien waarvan de beperkingen kunnen worden opgelegd dienen te worden vastgesteld in een Landsverordening. De beperkingen zelf niet.

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

Constitutioneel recht

Constitutioneel recht Constitutioneel recht Prof. mr. C.A.J.M. Kortmann Bewerkt door Prof. mr. P.P.T. Broeksteeg Prof. mr. B.P. Vermeulen Mr. C.N.J. Kortmann Zevende druk Kluwer a Wotters Kluwer business INHOUD AFKORTINGEN

Nadere informatie

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 In houdsopgave Voorwoord 5 Leeswijzer 13 Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 1 Beoefening van het Caribische staatsrecht 21 1.1 Caribisch staatsrecht 21 1.2 Systematiek van het Caribische staatsrecht

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend. Raad van State, 200300512/1 Datum uitspraak: 29-10-2003 Datum publicatie: 29-10-2003 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Bij besluit van 17

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk?

Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk? Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk? 2 Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat niet alleen uit Nederland, zoals we misschien al snel geneigd zijn te denken. Het Koninkrijk omvat namelijk

Nadere informatie

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2015 (OR. en) 10817/10 DCL 1 DERUBRICERING van document: d.d.: 8 juni 2010 nieuwe status: Betreft: ST 10817/10 Publiek FREMP 27 JAI 523 COHOM 153 COSCE 17 Besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1)

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1) 2009Z12644 Vragen van de leden Brinkman en Bosma (beiden PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de rechter in hoger beroep op de Nederlandse Antillen

Nadere informatie

Module Verkiezingen 2017/331

Module Verkiezingen 2017/331 ECLI:NL:RVS:2017:363 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2017 Datum publicatie 13-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201701125/1/A2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1 1 Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1 Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland en Provinciale Staten van Flevoland stellen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1 WET van 20 december 1988, houdende regels betreffende de samenstelling en de bevoegdheden van de Staatsraad (Wet Staatsraad) (S.B. 1988 no. 95), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:4181

ECLI:NL:CRVB:2014:4181 pagina 1 van 5 ECLI:NL:CRVB:2014:4181 Instantie Datum uitspraak 12-12-2014 Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Centrale Raad van Beroep 14-1024 AKW Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

is een domme zet 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding

is een domme zet 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding Om de samenleving rechtvaardig te ordenen zijn er regels nodig die door de overheid zijn gemaakt. Al die (gedrags)regels bij elkaar noemen we recht. Het is de taak

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Landsverordening houdende bepalingen betreffende de uitoefening van de vrijheid

Nadere informatie

Beginselen van de democratische rechtsstaat

Beginselen van de democratische rechtsstaat Beginselen van de democratische rechtsstaat Prof. mr. M.C. Burkens Prof. mr. H.R.B.M. Kummeling Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen Prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven Inleiding tot de grondslagen van het Nederlandse

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17 IX Onderzoeksopzet 1 Hoofdstuk 1. Achtergrond 3 Hoofdstuk 2. Probleemstelling 7 Afdeling I. Academisch debat 7 Afdeling II. Eigen bijdrage academisch debat 9 Hoofdstuk 3. Onderzoeksvragen en -methodologie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

De invloed van het Europese fair balance -beginsel op het Nederlandse recht

De invloed van het Europese fair balance -beginsel op het Nederlandse recht De invloed van het Europese fair balance -beginsel op het Nederlandse recht Lezing opening facultair jaar Faculteit der Rechtsgeleerdheid Leiden, 3 september 2008 Prof. mr. Tom Barkhuysen Inleiding Onderwerp

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) 5931/10 LIMITE PUBLIC JUR 56 INST 25 COUR 12 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep vrienden van het voorzitterschap

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot

Nadere informatie

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Conferentie de responsieve rechtsstaat 22.09.2016 CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Mr. Paul van Sasse van Ysselt BA Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Constitutionele

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Intitulé : LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Citeertitel: Landsverordening erkenning buitenlandse diploma's Vindplaats : AB 1995

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum Wob en Wbp 1 2 Wob en Wbp Basisnormen Wbp 27 oktober 2011 Stadhuis Assen Mr. dr. Aline Klingenberg Ontwikkelingen Wob Afweging tussen beide Basisnormen Wbp Verdrag van Straatsburg uit 1981, EU richtlijn

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK 201403327/1/A2. Datum uitspraak: 24 april 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vereniging Vrouwen Partij, gevestigd te Den Haag, appellante, het centraal stembureau voor

Nadere informatie

GESCHIEDENIS SO3 TV

GESCHIEDENIS SO3 TV GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2 samen te werken. Volgens de fractie is artikel 12a van het Statuut gebaseerd op twee waarden: gelijkwaardigheid van de landen en de vrijheid van de landen om samen te werken. De fractie citeert uit de

Nadere informatie

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire

Nadere informatie

INHOUD. Verkort aangehaalde literatuur. Afkortingen EERSTE BOEK INLEIDING De aanvang van de westerse staatsleer 3

INHOUD. Verkort aangehaalde literatuur. Afkortingen EERSTE BOEK INLEIDING De aanvang van de westerse staatsleer 3 Verkort aangehaalde literatuur Afkortingen XV XIX EERSTE BOEK INLEIDING 1 Afdeling I Van staatsleer tot staatstheorie 3 1. De aanvang van de westerse staatsleer 3 2. De onafhankelijke en soevereine staat

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

VERSTERKING VAN DE DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE OP KONINKRIJKSNIVEAU

VERSTERKING VAN DE DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE OP KONINKRIJKSNIVEAU VERSTERKING VAN DE DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE OP KONINKRIJKSNIVEAU 1. Inleiding Al ruim tien jaar wordt in bijeenkomsten van het Contactplan en later het Parlementair Overleg Koninkrijksrelaties (POK) gesproken

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 30 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 29 ste juni 2016 tot wijziging van het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering

Nadere informatie

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen.

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen. 1 Inleiding In wetten worden veel zaken geregeld: studiefinanciering, de huur van een studentenkamer, de koop van studieboeken en kleding, maar ook verkeersregels en belastingheffing. Hiermee en met vele

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER STAATSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 STAATSRECHT 2 RECHTSSTAAT 3 CONCORDANTIEBEGINSEL 4 BESTUURLIJKE HANDHAVING ALGEMEEN

Nadere informatie

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 1/5 Advies nr. 111/2018 van 7 november 2018 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37202

Nadere informatie

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht Prof.mr. A.D. Belinfante Mr. J.L. de Reede Beginselen van het Nederlands Staatsrecht druk Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1997 VOORWOORD II AFKORTINGEN 13 I INLEIDING 15 1. Benadering van

Nadere informatie

Casus 2 Werken in een mannenwereld

Casus 2 Werken in een mannenwereld Casus 2 Werken in een mannenwereld Lange tijd is het de gewoonste zaak van de wereld geweest dat vrouwen voor gelijke functies minder verdienden dan mannen en ook overigens minder rechten hadden dan hun

Nadere informatie

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren. Quiz over politiek, Europa en staatsrechtelijke spelregels Toelichting In de periode 2008-2010 werkte ik als staatsrechtjurist binnen het projectteam versterking Grondwet bij het Miniserie van BZK. Dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 945 Parlementair Overleg Koninkrijksrelaties 2007 Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter

Nadere informatie

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE C 326/266 Publicatieblad van de Europese Unie 26.10.2012 PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, OVERWEGENDE dat krachtens de

Nadere informatie

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend: Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op

Nadere informatie

De Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport Mevr. M. Alcalá-Wallé Schottegatweg Oost 10 Curaçao. 1 Inleiding

De Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport Mevr. M. Alcalá-Wallé Schottegatweg Oost 10 Curaçao. 1 Inleiding Aan De Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport Mevr. M. Alcalá-Wallé Schottegatweg Oost 10 Curaçao Uw nummers (letters): Onderwerp: Bijlage(n): 2017/47867 2017/47869 2017/47902 Uw brieven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare

Nadere informatie

(R2116) MEMORIE VAN TOELICHTING. Nr. 3. Vergaderjaar I. ALGEMEEN DEEL. 1. lnleiding

(R2116) MEMORIE VAN TOELICHTING. Nr. 3. Vergaderjaar I. ALGEMEEN DEEL. 1. lnleiding Vergaderjaar 2018-2019 35 119 (R2116) Voorstel van rijkswet van het lid Bosman tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden teneinde mogelijk te maken dat Cura\:aO en Sint Maarten

Nadere informatie

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen;

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen; Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen Het bestuur, gelet op artikel 33 van de Pensioenwet; gelet op de Code Pensioenfondsen,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:445

ECLI:NL:RBDHA:2017:445 ECLI:NL:RBDHA:2017:445 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-01-2017 Datum publicatie 07-02-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 7638 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 25-07-2008 Datum publicatie 05-08-2008 Zaaknummer 07/6768 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

A 2017 N 83 PUBLICATIEBLAD. H e e f t b e s l o t e n: Artikel 1

A 2017 N 83 PUBLICATIEBLAD. H e e f t b e s l o t e n: Artikel 1 A 2017 N 83 PUBLICATIEBLAD MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 27 ste september 2017, houdende de bekendmaking in het Publicatieblad van het besluit van de 21 ste augustus 2017, van de Raad van Advies, tot

Nadere informatie

No.W /I/Vo 's-gravenhage, 20 februari 2018

No.W /I/Vo 's-gravenhage, 20 februari 2018 ... No.W04.18.0031/I/Vo 's-gravenhage, 20 februari 2018 Bij brief van 16 februari 2018 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de voet van artikel 21a, eerste lid, van de Wet

Nadere informatie

Internationaal recht en cannabis II Regulering van cannabisteelt en -handel voor recreatief gebruik: positieve mensenrechtenverplichtingen

Internationaal recht en cannabis II Regulering van cannabisteelt en -handel voor recreatief gebruik: positieve mensenrechtenverplichtingen Samenvatting Internationaal recht en cannabis II Regulering van cannabisteelt en -handel voor recreatief gebruik: positieve mensenrechtenverplichtingen versus VN-drugsverdragen Hebben overheden internationaalrechtelijk

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:1466

ECLI:NL:CRVB:2014:1466 pagina 1 van 5 ECLI:NL:CRVB:2014:1466 Instantie Datum uitspraak 09-05-2014 Datum publicatie 12-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Centrale Raad van Beroep 13-5281 ANW Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2019 No. 32 Landsverordening tot wijziging van de leeftijdgrens en de sanctie in de Vergunningslandsverordening. IN NAAM VAN DE KONING! De Gouverneur van Sint

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Dienst Wegverkeer (RDW) uit Zoetermeer. Datum: Rapportnummer: 2011/097

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Dienst Wegverkeer (RDW) uit Zoetermeer. Datum: Rapportnummer: 2011/097 Rapport Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Dienst Wegverkeer (RDW) uit Zoetermeer. Datum: Rapportnummer: 2011/097 2 Klacht Verzoeker kan zijn Nederlandse rijbewijs in Spanje niet omwisselen

Nadere informatie

A. Definities. B. Algemene bepalingen

A. Definities. B. Algemene bepalingen ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR REGISTERMAKELAARS EN REGISTERTAXATEURS IN ROERENDE ZAKEN, LEDEN VAN DE FEDERATIE VAN TAXATEURS, MAKELAARS EN VEILINGHOUDERS IN ROERENDE ZAKEN, WELKE VOORWAARDEN ZIJN GEDEPONEERD

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en

Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Universiteit Maastricht Trefwoorden : algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 5847 Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Van catalogusformules en strong reasons: de ontwikkeling van de artikel 10 jurisprudentie van het EHRM van 2010 tot en met 2016 (deel I) Nieuwenhuis, A.J. Published

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING - ZAAK C-12/17 Voorwerp en grondslag van de prejudiciële verwijzing Verzoek krachtens artikel 267 VWEU

Nadere informatie

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd

Nadere informatie

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019 1/5 Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot de attesten voor de belastingvermindering voor premies voor een rechtsbijstandsverzekering (CO-A-2019-120)

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 47 Landsverordening van de 2 de juli 2014, tot wijziging van de Sanctielandsverordening inzake de wijze van implementatie van vastgestelde sanctieverordeningen

Nadere informatie

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches?

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches? HUMAN RIGHTS Alternative Approaches? Utrecht, 3 april 2008 Peter van Krieken Toegang tot het loket Artseneed - artsenleed Samenleving v. individu 1ste generatie v. 2e generatie rechten China EVRM General

Nadere informatie