Taaltips voor eindwerken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Taaltips voor eindwerken"

Transcriptie

1 Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Oostmeers 27, 8000 Brugge Departement industriële wetenschappen en technologie Campus Oostende Zeedijk 101, 8400 Oostende Tel. (059) fax. (059) Taaltips voor eindwerken Alain Maricau Gwendolyn Rogge Patrick Vandegehuchte Oostende, november

2 Algemene opmerkingen 1. Gebruik zo weinig mogelijk afkortingen. Als je het toch doet, gebruik dan alleen officieel erkende afkortingen. 2. Besteed voldoende aandacht aan leestekens. 3. Maak je zinnen niet te lang. Dat is eenvoudiger voor de lezer en wellicht vermijd je daardoor ook een aantal fouten. Te veel hele korte zinnetjes is uiteraard ook niet aangenaam om te lezen. 4. Raadpleeg bij twijfel de woordenlijst. Je vindt die op Daar kun je zowel in de woordenlijst als in de leidraad zoeken. De leidraad geeft je alle bijkomende uitleg bij de Nederlandse spelling van Een paar veel voorkomende afkortingen bijv. of bv.: bijvoorbeeld bl. of blz.: bladzijden ca.: circa, ongeveer tgov.: tegenover dhr.: de heer d.i.: dit is d.w.z.: dit wil zeggen t.o.v.: ten opzichte van, ten overstaan van Alfabetische lijst ALLE of ALLEN? Alle onderdelen zijn schokbestendig. Het zijn allemaal schokbestendige onderdelen. Alle werknemers nemen daaraan deel. Ze nemen daar allemaal aan deel. of Allen nemen daaraan deel. Vergelijk met andere(n), beide(n), enige(n), enkele(n), hoevele(n), de meeste(n), sommige(n), vele(n), verscheidene(n), weinige(n), zovele(n). Zelfstandig gebruikt, krijgen deze woorden in het meervoud de uitgang -n als zij betrekking hebben op personen. ALS Als het donker wordt, zal ze wel een hotel zoeken. (moment in de toekomst) Als de machine onherstelbaar is, moet ze vervangen worden. (voorwaarde) Als iemand erover begon, liep hij weg. (als + verleden tijd betekent telkens als) Vergelijk het laatste voorbeeld ook met: Toen iemand erover begon, liep hij weg. (=die ene keer) toen + verleden tijd vewijst naar één moment in het verleden. 2

3 BEZITSVORM Dit is Jans deel van het onderzoek. (naam + -s) Jokes bijdrage was heel belangrijk. (ook als de naam op doffe e eindigt) Andy s voorstelling was een succes. (na klinker: Bea s, Eli s, Margo s, Hannu s ) Lies eindwerk was niet tijdig klaar. (naam op s: plus apostrof) BOVENAAN / ONDERAAN Bovenaan zijn er een aantal verklikkerlichtjes. (NIET: van boven) Onderaan is er plaats voor gereedschap. (NIET: van onder) T OF D OF DT???? Je schrijft een werkwoordsvorm en je twijfelt of die vorm op een t of een d uitgaat. Gaat het om een persoonsvorm? De persoonsvorm (pv) is de vorm die verandert als je de zin in het meervoud zet. vb. Verder wor??d??t?? er ook nog een 74HC74 D flipflop bijgevoeg??d??t??. Verder worden er ook nog 74HC74 D flipflops bijgevoeg??d??t??. worden is de persoonsvorm en niet bijgevoeg??? Als het ww een pv is dan gaat het in de tegenwoordige tijd op een t uit na je, jij, hij, ze, zij [vrouwelijk enkelvoud], het en alle woorden of woordgroepen die in hun plaats kunnen staan. [grammaticaal noemen we dat de 2 de en 3 de persoon enkelvoud] Dus: ik drink maar: je drinkt ik antwoord jij antwoordt ik ga hij gaat ik bedoel zij bedoelt ik bepaal men bepaalt ik raad die daar raadt ik produceer de student op de derde rij produceert ik verbaas me dat meisje verbaast zich ik word de 74HC74 D-flipflop wordt PAS OP! Als je de volgorde je/ jij + pv omgedraaid (dus: pv + je/jij) dan wordt de pv gelijk aan de stam (dezelfde vorm als met ik). dus: drink je, antwoord jij, ga jij, bedoel jij, bepaal je, word je enz Dit vormt meestal alleen een probleem als de stam op d eindigt. ik antwoord je antwoordt antwoord je ik raad jij raadt raad jij ik duid aan jij duidt aan duid jij aan Deze opmerking geldt alleen voor je/jij!! 3

4 Dus: hij rijdt en ook rijdt hij zij duidt aan duidt zij aan de student raadt raadt de student En als het nu eens niet om een persoonsvorm gaat? Als het niet om een pv gaat, kan het ww nooit op -dt eindigen!! Dus: geen pv = geen -dt Is het dan d of t?? drie voorbeelden: 1. Ik heb alles op het tafeltje bij de ingang geze? Wat heeft ze op je vraag geantwoor.? Wie heeft er de normen bepaal.?... Van welk ww komen die vormen? 1. van zetten er staat een t (zelfs 2) in de infinitief dus: gezet 2. van antwoorden er staat een d in de infinitief dus: geantwoord 3. van bepalen er staat geen d of t in de infinitief In het derde geval kijk je naar de verleden tijd: Hij bepaalde dus ook : Hij heeft bepaald. Het is bepaald. Een bepaald doel enz Ander vb Ze hebben de hele dag gewerk?... (Hij werkte dus ook: gewerkt) Tenslotte: Verder wordt er ook nog een 74HC74 D flipflop bijgevoeg.. [Inderdaad: geen pv. Het ww is bijvoegen. Verleden tijd: voegde bij. Dus: wordt..bijgevoegd] DEELTEKEN OF TREMA (in de volksmond: twee puntjes) Bv. officiële, variëren, reële, industriële, discussiëren, vacuüm, reëel. Het staat alleen daar, waar anders de twee opeenvolgende klinkers samen uitgesproken zouden kunnen worden. (klinkerbotsing) Daarom geen trema in de volgende voorbeelden (geen klinkerbotsing): beogen, visuele, officieel, varieerde, gevarieerd, gediscussieerd, industrieel, voltooiing. Als je het woord op het eind van een regel splitst verdwijnt het deelteken. Het is dan overbodig. Splits echter zo weinig mogelijk! Bv. ge- [op de volgende lijn] eerd!!! Raadpleeg bij twijfel de woordenlijst!!! Wil je de regel kennen, vergelijk dan eens co-existentie en coördinatie Bij co-existentie voegen we twee aparte betekenissen samen: co (=samen) + existentie (=bestaan) coördinatie is niet meer te herkennen als de verbinding van co en ordinatie 4

5 DIE, DAT OF DEWELKE De methode die wij gevolgd hebben, is de eenvoudigste. Het probleem dat ons voortdurend parten speelde De onderdelen die ontbraken.. Gebruik nooit dewelke of hetwelk! Het zijn verouderde vormen. DEGENE DIE Wie de machine bedient moet alle gegevens. (NIET: degene die) Gebruik zoveel mogelijk wie i.p.v. degene die Gebruik nooit deze die DOCH Verouderd woord. Gebruik maar Hij gaf uitleg, maar niemand luisterde. (NIET: doch) DOORDAT zie OMDAT ENGELS zie SAMENSTELLINGEN 3 GAAN Morgen gaan we naar de firma om alles uit te testen. (=we bewegen ons daarheen) We zullen dat morgen in de firma uittesten. (= toekomst, NIET: we gaan!) We moeten het ontwerp nog verder uitwerken. (NIET: gaan uitwerken) Daarna zullen we dat nog eens vergroten. (NIET: gaan dat..gaan vergroten) Gebruik het werkwoord gaan alleen om aan te duiden dat je je ergens heen beweegt! Wees zuinig met gaan. Meestal kun je iets anders gebruiken of mag je het helemaal weglaten. GANS De gans vloog op. (vogel) We hebben de hele dag gewerkt. (NIET: ganse) Als het vat helemaal vol is, wordt automatisch. (NIET: gans) In goed Nederlands verwijst gans alleen naar een vogel. GEKEND GEVOLG Dat is iemand die ik vroeger gekend heb. (= een oude kennis) Hij vond dat de stof goed gekend was. (= de studenten hadden veel gestudeerd) de bekende parameters. de bekende voorbeelden. enkele bekende gegevens. (= waar je weet van hebt. NIET: gekend) Dit heeft tot gevolg dat het oliepeil.. (NIET: voor) HETWELK zie DIE HIERTOE We hebben tot nu toe nog niet gevonden wat de oorzaak is. (NIET: tot hiertoe) 5

6 HOOFDLETTERS 1. Op het congres in Milaan gebruikte professor Vanknullegem de Europese normen. Het eerste woord van de zin, aardijkskundige namen en hun afgeleiden en alle eigennamen krijgen een hoofdletter. 2. Volgende week maandag, op 21 maart, begint de lente. Zeven dagen later is het Pasen. Tijdsaanduidingen (dagen, maanden, seizoenen) worden met kleine letter geschreven, feestdagen met een hoofdletter. 3. Het boek heet De geschiedenis van de transistor. In titels en opschriften krijgt alleen het eerste woord een hoofdletter. 4. Er zijn verschillende mogelijkheden: met de trein, met de bus, te voet of met de fiets. Hij antwoordde: Oneindig is maar een woord. Onmiddellijk na een dubbelpunt schrijf je geen hoofdletter. Je schrijft na een dubbele punt wel een hoofdletter als iets tussen aanhalingstekens staat ( ) IDENTIEK De detaillering van het raam is identiek aan die van het achterzetraam. (OF: met) INGEVAL Als hij terugkomt, zullen we meer weten. (NIET: in geval) In geval van nood kunnen we nog altijd bij de buren schuilen. KHBO dat de samenwerking tussen de firma en de KHBO vlotter zou verlopen. (NIET: het) KOPPELTEKEN OF LIGGEND STREEPJE 1. In het DPB-gebouw had een 50-plusser het over de afwezigheid van een tussen-n in het woord klote-pc. In een samenstelling met letters, lettercombinaties, cijfers en andere tekens schrijf je een koppelteken tussen de delen. 2. Tijdens de gala-avond in het radio-omroepgebouw werd de hele bureau-inhoud ontvreemd. Om te vermijden dat samenstellingen verkeerd gelezen worden, gebruik je bij klinkerbotsing ook een koppelteken. 3. Ik had wel een back-up maar die was niet up-to-date. Ook bij Engelse samenstellingen schrijven we af en toe een koppelteken. Zie samenstelling. LANGS LEIDING Langs de muur stonden zeven antieke stoelen. Vooraan in de kamer stond een leeslamp. (NIET: langs voor) Door de kleine deur kwam je in een bergruimte. (NIET: langs) Onder leiding van de ingenieur gingen we aan de slag. (NIET: onder de leiding van) MATERIAAL Op de beurs kregen we allerhande werktuigen en machines te zien. Er was baggermaterieel, bergingsmaterieel, blusmaterieel, boormaterieel en bouwmaterieel. Alle asbestmateriaal moest verwijderd worden. De student vond dat hij nog geen materiaal genoeg had voor zijn eindwerk. De wetenschappers bestuderen nog het beendermateriaal van de mummie. 6

7 Materieel betekent werktuigen, gereedschap, hulpmiddelen. Het woord heeft geen meervoud! Materiaal betekent grondstoffen, bouwstoffen. Wat je verwerkt of verbruikt. Het heeft een meervoud. De kinderen gebruikten verschillende materialen om te knutselen. MEERDERE Er waren verscheidene (of: verschillende) mogelijkheden. Verscheidene studenten zagen het niet meer zitten. Vermijd meerdere. We maken niet zo n streng onderscheid tussen verscheidene en verschillende. MEERVOUDSVORMING 1. Stam + -en en/of s: contacten, stekkers, bedienden of bediendes (bij twijfel: zie woordenlijst) 2. Na medeklinker + a,i,o,u,y: s: collega s, taxi s, foto s, paraplu s hobby s (MAAR: sprays) 3. Na é: -s: cafés, procédés, clichés 4. Na au, eu, ui, ou: -s: bureaus, niveaus, milieus, etuis, bijous (de s uitspreken). 5. Na ie met klemtoon op ie: -ën: knieën, industrieën Na ie met klemtoon op andere lettergreep: -n: traliën, oliën Opmerking: hoeveelheden, maten, gewichten en munten. drie voet, tien meter, vijf liter, vier kilo, zes euro, een paar uur, twee dozijn, vijf ons, tien jaar, hoeveel keer Na een hoofdtelwoord, hoeveel, een paar staan deze woorden in het enkelvoud. MIDDEL MITS Zij leerden het meest door middel van computersimulaties.(niet: bij middel) OOK: met behulp van Het product kan gebruikt worden, mits de commissie ermee instemt. LIEVER NIET: Mits betaling Mits instemming van (Belgisch Nederlands) MOEST(EN) Mocht ik het weten, ik zou het zeker zeggen. (NIET: moest) Als ik het wist, ik zou het zeker zeggen. Wist ik het, ik zou het zeggen. MOGELIJK IBM komt mogelijk (of: misschien, wellicht) met een gratis versie DB2. (NIET: mogelijks) NAARGELANG Altijd in één woord geschreven! NIET (IN) HET MINST Ik dank de leerkrachten, mijn stagebegeleider en niet het minst mijn ouders. (Dus: ik dank mijn ouders heel speciaal, misschien wel het meest) De studenten waren niet in het minst geïnteresseerd. (Ze waren dus helemaal niet geboeid) NUMERIEK Numerieke besturing. (NIET: numerisch) 7

8 OGENBLIK Hij is op het ogenblik niet thuis. (NIET: voor) OMDAT en DOORDAT Hij zei dat hij thuisbleef omdat hij geen zin had. (reden) De muren scheurden doordat (of ook: omdat) de fundering verzakte. (oorzaak) Voor oorzaak gebruik je het best doordat, maar tegenwoordig kan omdat ook. OMDAT en OPDAT Ik heb die buis geverfd, omdat ze anders roest. (reden) Ik heb die buis geverfd, opdat ze niet zou roesten. (doel) Opdat is ook in de schrijftaal eerder stroef. Gebruik liever een bijzin met om of verwoord het op een andere manier. We moet een zwaardere processor installeren om die programma s te kunnen gebruiken. (i.p.v. opdat we.zouden kunnen gebruiken) OP HET EERSTE GEZICHT PS PUNT Op het eerste gezicht leek het een gemakkelijke opdracht. (NIET: op het eerste zicht) Afkorting van postscriptum (naschrift). Geruik dit alleen in een brief, mail, bericht enz Meestal bedoel je gewoon: opmerking Schrijf na een titel of opschrift NOOIT een punt! Veel afkortingen worden door een punt gevolgd, maar niet allemaal. Zie woordenlijst!! Een voorbeeld: tl tube luminescent (lichtgevende buis) Tl thallium t.l. ten laatste TL Turkse lira Nooit een punt na de internationale symbolen voor munten, maten en gewichten 4 m 2 l 50 g 20 km 5 hl 12 pk 10 s SAMENSTELLINGEN 1 schoolgebouw, hoofdprocessor, langetermijnplanning, linkerdijbeenbreuk.. Als je van twee of meer woorden een nieuw woord maakt dan schrijf je de delen aan elkaar. Een paar speciale gevallen: Met koppelteken: zwart-wit, ingenieur-architect.. (verwisselbare, evenwaardige delen) Knokke-Heist, Vlaams-Brabant, Midden-Amerikaanse.. (aardrijkskundige namen en afleidingen ervan) zwart-amerikaans, on-engels, anti-frans (één woorddeel met hoofdletter) A4-formaat, x-as, gft-afval, AWACS-vliegtuig (verbinding met cijfers, afkortingen, symbolen) de regering-martens, het rapport-jansens, de commissie-stokman (naar oprichter of inspirator) kant-en-klare maaltijd, een staakt-het-vuren, laag-bij-de-gronds antwoord (vaste woordgroep) zwart-witfoto, heen-en-weerdienst, doe-het-zelfzaak (woordgroep met ander woord samen) 8

9 gummi-jas, gala-avond, radio-omroep, antenne-installatie (o.w.v. uitspraak bij klinkerbotsing) SAMENSTELLINGEN 2 (MET TUSSENLETTERS -E- OF -EN-) Is het linkerdeel een zelfstandig naamwoord? nee ja schrijf -erodekool, knarsetanden Heeft het linkerdeel een meervoud dat eindigt op -en? nee schrijf -egerstenat, aspergesoep ja Heeft het linkerdeel een meervoud op -es? ja nee schrijf -egroentesoep SAMENSTELLINGEN 3 (ENGELSE WOORDEN) schrijf -enperensap, klassenraad, linzensoep Een in het Nederlands gebruikelijke samenstelling van Engelse woorden schrijven we in één woord. Online, accountmanager, businessclass, download, sciencefiction, voic , sixpack Dat geldt ook voor driedelige samenstellingen met twee of drie Engelse woorddelen. Publicrelationsbureau, humanresourcesafdeling, lowbudgetfilm,latenightshow Verdubbelingen worden altijd aan elkaar geschreven: byebye, walkietalkie, fiftyfifty. Met koppelteken: Bij klinkerbotsing of als een van de delen een initiaalwoord, losse letter, cijfer of symbool is, of om de leesbaarheid te bevorderen , pay-tv, music-hall (ook musichall), knowhow-overeenkomst (ook: knowhowovereenkomst) Bij verwisselbare delen: singer-songwriter, rock- n-roll, gin-tonic Woorden die in het Engels ook een koppelteken hebben en verbindingen met no, non, up, by enz. (bij twijfel zie woordenlijst) up-to-date, non-profit, no-nonsensepolitiek, no-iron, lay-out, plug-in, stand-by, back-upbestand, pop-upvenster, all-inpakket 9

10 Los naast elkaar: De meeste verbindingen met bijvoeglijk naamwoord compact disc, intensive care, low budget, big bang Gelegenheidsontleningen die eigenlijk uit het Engels geciteerd worden electronic data processing, stiff upper lip, world wide web Engelse drie- of meerledige functiebenamingen chief executive officer, technical sales assistant, public relations officer SAMENSTELLINGEN 4 (MET EEN PERSOONSNAAM) Een samenstelling met een persoonsnaam behoudt de hoofdletter. Alleen als de genoemde persoon niet betrokken is bij het nieuwe begrip schrijven we het woord met kleine letter. Samenstellingen met een persoonsnaam worden aan elkaar geschreven. een Shakespearedrama, een Clouseauplaat, een Madonnafan De hoofdletter wordt ook behouden als een instelling of een merk genoemd wordt naar een persoon. de Van Goghtentoonstelling, de Erasmushogeschool, een Philipslamp Als het verband met de persoon is verzwakt, verliest de samenstelling haar hoofdletter. beatlehaar, een molotovcocktail Samenstellingen met de naam van een uitvinder of ontdekker krijgen een kleine letter. De berlitzmethode, de coopertest, de dieselmotor, het montessorionderwijs, een fröbelschool, de gausscurve, de hubbleconstante, het dopplereffect,de poissonvergelijking, de laplacevergelijking STEEDS De klok loopt steeds achter. (voortdurend, aanhoudend) De module kan altijd aangepast worden. (ten allen tijde) Gebruik liever altijd dan steeds TELWOORDEN 1. In een doorlopende tekst is het vaak beter de telwoorden van één tot en met twintig in letters te schrijven. 2. We schrijven een getal in één woord, tot en met het woord duizend. Na het woord duizend volgt een spatie. De woorden miljoen, miljard, biljoen enz. schrijven we los. acht, achtentwintig, achthonderd, achthonderdachtentwintig, vierhonderdzevenendertigduizend, vierduizend vijfhonderdveertien, vierentwintig miljard achttien miljoen vijfhonderdtwintigduizend Rangtelwoorden worden op dezelfde manier geschreven. achtentwintigste, zevenhonderdvierendertigste, vijf miljoen tweehonderdduizend veertiende 10

11 Een rangtelwoord dat we met een cijfer schrijven, gevolgd door e of door ste/de, krijgt geen apostrof. de ste de 1e, 1ste, 3e, 3de, 105e, 105 of 1, 3 zoals WORD automatisch aangeeft. De teller en de noemer van een breuk schrijven we los, behalve in een meerledige samenstelling. twee derde van de bevolking (een groep mensen die samen twee derde uitmaken) twee zesden van deze taart (twee stukken die ieder één zesde zijn) een tweederdemeerderheid, een driekwartmaat TEMPERATUUR temperatuurbepaling, temperatuuropneming, temperatuurschommeling, temperatuurverhoging, temperatuurverlaging, temperatuurverschil Samenstellingen met temperatuur hebben geen genitief-s. TEN OVERSTAAN VAN Niet gebruiken! Hij was geïnteresseerd in onze houding ten opzichte van (t.o.v.) het plan. ook: (Hij was geïnteresseerd in onze houding ten aanzien van (t.a.v.) het plan.) Bemerk dat t.a.v. ook de afkorting is van ter attentie van. TERUG Ik heb zijn fiets geleend en straks breng ik die terug. (d.w.z. waar hij vandaan komt) Thuis zag hij dat er een barst in zit en meteen liep hij terug naar de winkel om te ruilen. Je bent weer (of: opnieuw) te laat! (d.w.z. nog een keer, de zoveelste keer) Gebruik terug alleen als het betekent naar de plaats van oorsprong, waar iets of iemand vandaan komt. Niet verwarren met weer of opnieuw! TOTAAL We hadden in totaal vier uur gewerkt. (NIET: in het totaal) VERWACHTEN We hadden die resultaten niet verwacht.(niet: ons verwacht aan) Ze hadden op een beter resultaat gehoopt. (NIET: zich verwacht aan) VERWEZENLIJKEN We zullen dit plan wellicht nooit kunnen verwezenlijken. We hebben dit voornemen niet kunnen verwezenlijken. Met het geld van de firma kon hij dan toch zijn ideaal verwezenlijken. Gebruik verwezenlijken alleen in de uitdrukkingen een plan, een ideaal, een voornemen verwezenlijken. In andere combinaties is het meestal fout. VOORALEER Voor we konden beginnen, moesten we eerst. (ook mogelijk maar liever niet: voordat we, vooraleer we, alvorens we. (te formeel!)) Alvorens de metingen uit te voeren, moesten we eerst. (NIET: vooraleer.te+ infinitief) 11

12 VRAAG VOORZETSELS (enkele voorbeelden van juist gebruik) Leraar in de mechanica aan de KHBO in Oostende Met (of: bij) een snelheid van. gelijkstellen met iets verbinden met voldoen aan parallel met identiek met (of: aan) evenredig met (of: aan) evenwijdig aan (of: met) door middel van (NIET: bij middel van) De vraag is, of.. ((NIET: stelt zich) WEERHOUDEN Vermijd dit woord! Deze mogelijkheid werd niet in overweging genomen. Deze mogelijkheid kwam niet in aanmerking. WEGLATINGSTEKEN of APOSTROF 1. Frits boek. (bezitsvorm vaneigennamen op een sisklank) 2. s maandags (afkorting van des) 3. twee camera s, drie piano s, vier ski s, zes paraplu s, veel hobby s (meervoud na medeklinker plus klinker) 4. drie pc s, vijf IC s enz (meervoud of bezitsvorm van afkortingen) MAAR: bureaus, niveaus, edities, etuis, jockeys, milieus, logés, procédés, garages, Jantjes boek, Maries jas WELKE ZO Welke mogelijkheden zijn er? (vraagwoord) De oplossing die het bedrijf voorstelde. (NIET: welke) De proefstand, waaraan we zolang gewerkt hebben (NIET: aan dewelke) De temperatuur liep zo hoog op dat het omhulsel (NIET: zodanig) We hadden de stroom afgesloten, zodat alles veilig was. (NIET: zodanig) Gebruik nooit zodanig! ZO N en ZULKE In zo n huis zou ik nog willen wonen. (enkelvoud van een woord dat ook meervoud heeft) Zulke huizen zijn heel duur. (meervoud van huis) Zulk papier is het best geschikt voor dit procédé. (stofnaam, dus altijd enkelvoud) 12

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling

Nadere informatie

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12 Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1040 woorden 26 februari 2014 4,5 16 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1 Leestekens Punt Aan het eind van

Nadere informatie

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS (ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je op een juiste manier in meervoud schrijven. - Hoofdletters op een juiste manier gebruiken. - Onbepaalde hoofdtelwoorden

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Spelling

Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting door een scholier 1180 woorden 1 juni 2004 6,5 85 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Alle spellingregels WW spelling Persoonsvorm? Ja Nee? TT: zo simpel

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm Samenvatting door L. 1035 woorden 12 november 2014 6,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1. Werkwoordspelling Persoonsvorm Vinden van de pv: zin in andere tijd zetten à veranderende

Nadere informatie

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1.2.3 Trappen van vergelijking 20 INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Spelling & Formuleren. Week 2-7

Spelling & Formuleren. Week 2-7 Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

als iets niet letterlijk is bedoeld.

als iets niet letterlijk is bedoeld. Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven

Nadere informatie

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen

Nadere informatie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2

Nadere informatie

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

Thema 10. We ruilen van plek

Thema 10. We ruilen van plek Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands

9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart 2018 9,6 2 keer beoordeeld Vak Nederlands onderwerp pvtt pvvt ik stam stam + de/te je/jij achter pv stam stam + de/te je/jij voor pv stam +t stam +

Nadere informatie

LIJST MET DE MEEST VOORKOMENDE SPELFOUTEN. AcroPDF - A Quality PDF Writer and PDF Converter to create PDF files. To remove the line, buy a license.

LIJST MET DE MEEST VOORKOMENDE SPELFOUTEN. AcroPDF - A Quality PDF Writer and PDF Converter to create PDF files. To remove the line, buy a license. Spelfout tegen: Woorden splitsen Wat heb ik fout gedaan? Voorbeeld MOGELIJKE REGELS 1a woord verkeerd gesplitst ploo-ien i.p.v. plooi-en Bij twee medeklinkers kun je tussen die medeklinkers splitsen. De

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Werkwoorden: de belangrijkste valkuilen

Werkwoorden: de belangrijkste valkuilen 1 Werkwoorden: de belangrijkste valkuilen 1.1 Hoe zit het ook alweer met dat kofschip? We hebben in het Nederlands regelmatige werkwoorden (werken werkte gewerkt) en onregelmatige werkwoorden (zien zag

Nadere informatie

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen. Samenvatting door een scholier 1095 woorden 29 juni 2004 5,8 70 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1: Reclame Werkwoordsspelling: Bij een werkwoord als persoonsvorm moet

Nadere informatie

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden Spelling Werkwoorden Spelling Werkwoorden is een programma voor het leren schrijven van de werkwoordsvormen. Deze module behandelt de spelling van infinitief, tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid

Nadere informatie

Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm

Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm Inleiding Veel mensen hebben moeite met de spelling van Nederlandse werkwoordsvormen. Vaak komt dat doordat ze de grammaticale basisregels

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

Spelling. 1. Werkwoorden

Spelling. 1. Werkwoorden Stijl en spelling Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste stijl- en spellingregels die in de onderbouw bij Nederlands zijn behandeld. Bij schrijfopdrachten en bij het examen wordt in de bovenbouw

Nadere informatie

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren

Nadere informatie

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Basisspelling Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 10

Inhoud. 1 Spelling 10 Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels

Nadere informatie

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115 Inhoud Inleiding 13 1 De vaart erin 17 Gebruik verzorgde spreektaal 17 Te ouderwets 17 Checklist ouderwets woordgebruik 19 Te populair 23 Vermijd de lijdende vorm 24 Hoe herkent u de lijdende vorm? 25

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling Samenvatting door L. 1375 woorden 4 november 2013 5,2 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Persoonvorm à tegenwoordige tijd - ik erbij of jij/je erachter = alleen

Nadere informatie

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling Basisspelling Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van de Nederlandse spelling; regels die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs nog wordt geoefend.

Nadere informatie

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d Categorie 44a Woorden met eind d of midden d die klinkt als t Thema 6 groep 7 Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) hond Ik schrijf t Ik schrijf d Categorie 44a

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2. Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden. Doelgroepen

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Deel 5

Samenvatting Nederlands Deel 5 Samenvatting Nederlands Deel 5 Samenvatting door een scholier 745 woorden 7 mei 2016 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Groene kaders deel 5 Beschrijvend verband Als de schrijver

Nadere informatie

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur

Nadere informatie

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8 Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke

Nadere informatie

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs Toetsen 91 92 Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager

Nadere informatie

Zbeling Sbeling Speling Spelling

Zbeling Sbeling Speling Spelling Zbeling Sbeling Speling Spelling Beknopt overzicht spellingregels: Meervoud van zelfstandige naamwoorden -s of s: Als er geen uitspraakprobleem is, schrijf je de -s vast: horloges, cafés, bureaus, milieus,

Nadere informatie

Huiss%jlbrochure. Schrij0ips. 1. Kleine of hoofdle6er?

Huiss%jlbrochure. Schrij0ips. 1. Kleine of hoofdle6er? Huiss%jlbrochure Schrij0ips 1. Kleine of hoofdle6er? Beroepen krijgen een kleine le6er. ministerie minister Afgeleiden krijgen ook een kleine letter: gedeputeerde gouverneur minister-president regeringscommissaris

Nadere informatie

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij. Groep 6 Spelling Thema 1 Op heterdaad betrapt ng (tong) ch (pech) ei (reis) ij (ijs) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

NEDERLANDS HELDER EN CORRECT

NEDERLANDS HELDER EN CORRECT NEDERLANDS HELDER EN CORRECT Praktische richtlijnen voor spreken en schrijven Peter Debrabandere Acco Leuven / Den Haag INHOUDSOPGAVE INLEIDING 13 1 HET NEDERLANDS IN VLAANDEREN 17 1.1 Enkele aspecten

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling 7 instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling Spelling thema 1 les 1/13a cat. 10 a/b 1 thema 1 les 3/13b t.t. 2 thema 1 les 5/14a cat. 33 a/b 3 thema 1 les 7/14b t.t. 4 thema 1 les 9/15a cat.

Nadere informatie

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over Naam Datum Klas Ik luister goed. Ik vul de woorden in. 1 in een 2 leerde ze op school 3 haar met haar 4 leest boeken uit de van de stad en gaat graag naar het zich bij opa en oma in de, dat is in 6 Met

Nadere informatie

i n h o u d Inhoud Inleiding

i n h o u d Inhoud Inleiding V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD Een didactiek om het begrip ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD aan te leren in het 4e leerjaar (Groep 6). Enkele voorafgaande opmerkingen over de toekomende tijd van het werkwoord.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

Overzicht categorieën Taal actief groep 7 Overzicht categorieën Taal actief groep Introductie Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8 Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte

Nadere informatie

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als

Nadere informatie

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 Ik hoor ju. ik schrijf je. kettinkje Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 buiginkje palinkje schuttinkje woninkje Categorie 43f Verkleinwoorden

Nadere informatie

B fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v.

B fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v. Meervouden A + s, en, of eren De meeste zelfstandige naamwoorden kunnen in het enkelvoud en in het meervoud voorkomen. In de Nederlandse taal kan dat op drie manieren. Voorbeelden + s tafel - tafels broer

Nadere informatie

Beginnersfouten Nederlandse Vertalers

Beginnersfouten Nederlandse Vertalers Beginnersfouten Nederlandse Vertalers Inhoud 1. Samenstellingen los schrijven die aan elkaar horen... 3 2. De komma tussen twee werkwoordsvormen vergeten... 3 3. Vele/velen en beide/beiden... 3 4. Die/dat...

Nadere informatie

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Wat is een zelfstandig naamwoord? Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets,

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling thema 1 les 1/13a cat. 13 a/b 1 thema 1 les 3/13b volt. dw. 2 thema 1 les 5/14a cat. 16 a/b 3 thema 1 les 7/14b volt. dw. 4 thema 1 les 9/15a cat. 16d

Nadere informatie

Studiewijzer TaalCompetent

Studiewijzer TaalCompetent TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen

Nadere informatie

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter WOORDPAKKET 6.1A WOORDPAKKET 6.1B WOORDPAKKET 6.2 Ik hoor een ie maar schrijf een i: woorden net als fabrikant. Ik hoor een ie maar schrijf een i in een tweeklank: woorden net als radio. Aardrijkskundige

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling thema 1 les 1/13a cat. 13 a/b 1 thema 1 les 3/13b volt. dw. 2 thema 1 les 5/14a cat. 16 a/b 3 thema 1 les 7/14b volt. dw. 4 thema 1 les 9/15a cat. 16d

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling

Nadere informatie

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. 1 Voeg een woord aan de zin toe zodat hij correct wordt. Micky werkt graag in tuin. Verbeter de fout in de zin. Floortje leeft

Nadere informatie

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1 Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 6 2. Werkwoorden schrijven, een verhaal (1). 9 We missen iemand Werkwoorden: een begin 3. Werkwoorden

Nadere informatie

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS (ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgd schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen (d, t of dt). Tijdens deze uitleg kun je oefenen

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Doelgroepen Leestekens op maat Leestekens op maat is bedoeld voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs, voor de

Nadere informatie

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren.

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren. WOORDPAKKET 5.1 Ik hoor doffe klinker in de achtervoegsels ig en -ige: woorden net als rustig(e). Ik hoor doffe klinkers in de achtervoegsels (e)lijk / -(e)lijke: woorden net als heerlijk(e). Ik schrijf

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Leestekens op maat Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Doelgroepen Leestekens op maat Leestekens op maat is bedoeld voor groep

Nadere informatie

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A Wat doe je in deze les? Bij Nieuwsbegrip lees je altijd een tekst met het stappenplan. Je gaat vaak op zoek naar verbanden in een tekst. Wat

Nadere informatie

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]?

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]? Het Adjectief Groen, groot, dik, donker, zijn allemaal adjectieven. We kunnen ze op verschillende manieren in een zin gebruiken. Als we het adjectief direct voor een substantief zetten, komt er soms een

Nadere informatie

3 LEERPLANDOELEN. De basisschool stelt zich als streefdoel voor taalbeschouwing:

3 LEERPLANDOELEN. De basisschool stelt zich als streefdoel voor taalbeschouwing: 3 LEERPLANDOELEN De basisschool stelt zich als streefdoel voor taalbeschouwing: Een kind wil, durft en kan op zijn niveau nadenken over aspecten van het taalgebruik en het taalsysteem door taalverschijnselen

Nadere informatie

Thema 4. Straatmuzikanten

Thema 4. Straatmuzikanten Thema 4 Straatmuzikanten Les 4.1 tinnen ideeën pakketten resultaat passage Les 1 de, jarig Een man met korte, grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje. Waar hoor

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Werkwoordspelling op maat

Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat Muiswerk Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden.

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen. Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL/BBL NEDERLANDS 3F module 1 Taalbegrip en taalverzorging basisfase Cohort 2018 2021 kwartiel 1 en 2 DOELSTELLINGEN: 1. Aan

Nadere informatie