Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?"

Transcriptie

1 Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

2 Colofon Titel Auteur Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? Wil van Esch & Jan Neuvel Versie 01 Datum November 2010 Projectnummer Financiering: (Mede) op basis van de Wet SLOA, art.12 lid 10 ecbo s-hertogenbosch Postbus BP s-hertogenbosch T ecbo Utrecht Postbus DD Utrecht T info@ecbo.nl ecbo 2010 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever. 2 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Achtergrond, doel, opzet en uitvoering van het onderzoek Inleiding De positie van vmbo-gl/tl: tweestrijd over tweesprong? Doel en vraagstelling Opzet van het onderzoek Leeswijzer Van vmbo naar havo: de kans op succes De doorstroom van vmbo naar havo Studiesucces op het havo De verdere schoolloopbaan van afhakers: uitval als indicator Doorstroom naar het hbo als indicator voor studiesucces Aandachtspunten in de discussie over het studiesucces van routes Hoe het vmbo leerlingen voorbereidt op het havo Beeldvorming en houding: voorwaarden voor beleid Procedures ten behoeve van de doorstroom van vmbo naar havo Informeren van leerlingen en ouders over de doorstroom naar havo Determinatie van geschiktheid voor het havo Programmatische aanpassingen Naar havo en mbo: apart of samen? Aanleiding Onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Deelonderzoek 1: groei en succes Deelonderzoek 2: de vmbo-scholen aan het woord Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?...56 Literatuur Bijlage 1: Verantwoording van de onderzoeksopzet, -uitvoering en respons B.1 Onderzoeksopzet...61 B.2 Uitvoering van het onderzoek...63 B.3 Respons en representativiteit...64 Bijlage 2: Vragenlijst voor vmbo-decanen Afkortingen Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 3

4 4 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

5 1 Achtergrond, doel, opzet en uitvoering van het onderzoek 1.1 Inleiding In opdracht van de inmiddels opgeheven Adviesgroep vmbo is in 2007 een onderzoek gestart naar de verbindingsroute vmbo-havo. Het accent lag daarbij op de succeskansen van vmbo ers, het instroombeleid van havo-scholen inzake vmbo ers en de ervaringen van havo s met vmbo ers. Daarnaast zijn tl ers 1 op een aantal aspecten vergeleken met de doorstromende havo 3-leerlingen (Van Esch & Neuvel, 2007). De resultaten van dat onderzoek waren input voor een miniconferentie van de Adviesgroep vmbo over de relatie tussen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en havo. In het eindadvies vormt die relatie een van de vensters van waaruit naar de positie van het vmbo-tl wordt gekeken en worden voorstellen voor oplossingen aangereikt (Adviesgroep vmbo, 2008). In 2009 verscheen een rapport over een vervolgonderzoek naar de doorstroom van vmbo naar havo, waarin deels dezelfde onderwerpen aan de orde kwamen, deels ook aangevuld met nadere analyses van databestanden van DUO 2 (Van Esch & Neuvel, 2010). Kenmerkend voor beide onderzoeken is de havo-insteek. Bij havo s is onderzocht hoe zij staan ten opzichte van de komst van vmbo ers naar het havo, hoe de organisatorische relatie tussen vmbo en havo wordt vormgegeven en de mate waarin richting het vmbo voorlichting wordt gegeven over het havo. Het is een bekend gegeven dat de meeste havo s naast het vmbo-diploma nog aanvullende toelatingseisen stellen. Welke zijn dat? Worden er met zich aanmeldende vmbo ers intakegesprekken gevoerd? Ten slotte is nagegaan wat havo s richting vmbo ers doen als ze op het havo zitten. Het onderzoek bij de havo s vond plaats aan de hand van een schriftelijke vragenlijst die door de directie dan wel de decaan is ingevuld. De respons bedroeg bijna 50%. In voorliggend onderzoek komen vergelijkbare onderwerpen aan bod, maar nu vanuit de optiek van vmbo-scholen. Voordat we in het vervolg van dit hoofdstuk het doel, de opzet en uitvoering van het onderzoek bij vmbo s beschrijven, schetsen we in de volgende paragraaf de positie van het vmbo-tl (en gl). 1.2 De positie van vmbo-gl/tl: tweestrijd over tweesprong? Het vmbo-tl (en gl) is een samenvoeging van mavo en voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Zoals in het verleden vanuit het (voormalig) mavo leerlingen doorstroomden naar middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en havo, is dat thans ook het geval. Wel was het zo dat door de invoering van beroepsgerichte sectoren in het vmbo (en dus ook gl en tl) en van profielen in de bovenbouw van het havo, de overstapmogelijkheden een tijdlang beperkt waren. De mavo-havo-route vormde in het verleden een belangrijke stapelroute, met name voor de kansarmere leerlingen. Een tijdlang is het stapelen ontmoedigd. Verder speelde mee dat het vmbo werd gepositioneerd als onderdeel van de beroepsonderwijskolom. Het havo was daarbij niet in beeld. Tot voor enkele jaren geleden liep de doorstroom naar het havo behoorlijk terug. De laatste jaren zien we dat rond 1 op de 5 gediplomeerde tl ers voor havo kiest. De redenen voor deze opbloei zijn velerlei. Door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn (of worden) de stapelmogelijkheden verruimd. Er zijn 1 De theoretische leerweg in het vmbo duiden we aan als tl en leerlingen die de tl volgen als tl ers, de gemengde leerweg korten we af als gl en deelnemers aan de gl als gl ers. 2 Vanaf 2010 is het CFI samengegaan met de IB-Groep onder de naam DUO. Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 5

6 aanwijzingen dat het slechte imago van sommige mbo-opleidingen een rol speelt (Bijma, 2010; Monnink, Oostrom e.a., 2010; SARV, 2010). Een factor kan ook zijn dat leerlingen de havo-route kiezen om de beroepskeuze en de keuze voor een bepaalde mbo-opleiding uit te stellen (de parkeerfunctie). Verder kan een rol spelen dat leerlingen de havo-route nemen om sneller naar het hoger beroepsonderwijs (hbo) te kunnen. Een laatste factor is dat er steeds meer activiteiten zijn ontplooid om de andere inrichting van het vmbo (sectorkeuze) en van het havo (profielkeuze) soepeler op elkaar te laten aansluiten. De tweevoudige kwalificering van het vmbo-gl/tl voor mbo en havo kent voor- en tegenstanders. Marc van Veldhoven, voorzitter van het College van Bestuur (CvB) van ROC de Leijgraaf, betreurt het slechte imago van sommige mbo-opleidingen. De meeste vmbo ers zijn naar zijn mening beter af op een mbo-opleiding. Het overgrote deel van de vmbostudenten heeft een gemengde leerstijl: ze gedijen het best als ze met hart, hoofd en handen kunnen leren. Gaan ze door naar het havo, dan moeten ze gedwongen nog twee jaar op hun handen zitten (geciteerd in: Bijlma, 2010). Frank Kalshoven van De Argumentenfabriek is het daar niet mee eens. Je kunt niet zeggen dat vmbo-studenten over het algemeen typische mbo ers zijn. Zijn stelling is dat de verschillen tussen vmbo ers groot zijn en dat door het leveren van maatwerk vmbo ers op havo-niveau te brengen zijn. Een vmbo er die goed is in Engels, zou dat vanaf het begin op havo-niveau kunnen krijgen. Dat is maatwerk. Volgens Van Veldhoven kiezen degenen die voor het havo kiezen voor de bovenkant van de samenleving. De vraag is of dat wel zo is. Hij stelt het individueel belang voorop. Waar het om gaat, is wat goed is voor de individuele student. Vanuit dat uitgangspunt zou je ook de vraag kunnen stellen waarom het voor sommige vmbo ers niet gewenst zou zijn om naar het havo te gaan. Voorkomen moet worden dat rond leerlingen aan het eind van het vmbo een concurrentiestrijd gaat ontstaan tussen mbo en havo. In plaats van een tweesprong, wordt de overgang dan een tweestrijd. De mogelijkheid dat vmbo ers naar het havo kunnen gaan, geldt als een mogelijkheid om de gevolgen van de vroege selectie van het Nederlandse onderwijsstelsel bij te sturen. Een sterk punt van het Nederlandse stelsel is de mogelijkheid om door te stromen en om opleidingen te stapelen. Dit kenmerk moet worden gekoesterd en waar mogelijk verfijnd (Onderwijsraad, 2010, p. 9). De raad wijst verder op het risico van lager te presteren en achter te blijven bij plaatsing van leerlingen in afzonderlijke tl-klassen. De raad pleit voor gemengde brugklassen van vmbo-tl en havo om deze risico s te voorkomen. Leerlingen kunnen in deze klassen in de doorstroomvakken op twee niveaus instructie krijgen en beoordeeld worden volgens vmbo-tl-normen en volgens havo-normen. Voorts zou volgens de raad de scheiding tussen algemeen voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs minder strikt kunnen worden. Dat kan onder andere door meer menging van algemene en beroepsgerichte leerinhouden. De vakkenpakketten in ieder geval op het havo en wellicht ook op het vwo kunnen één of twee beroepsgerichte vakken omvatten die aansluiten op en onderdeel zijn van de profielen. In het vmbo kan de gl worden samengevoegd met de tl, zodat ook de vmbo-tl minimaal één beroepsgericht vak heeft. De raad kiest dus voor optimale afstemming tussen algemeen vormend onderwijs (avo) en beroepsonderwijs en benutting van de sterke kanten van beide vormen van onderwijs. Om een tweesprong adequaat te kunnen nemen, is het van belang van te voren te weten welke van de twee vertakkingen (mbo of havo) het best een vervolg biedt op de wensen en behoeften van vmbo ers. Nadat eerder de havo-insteek is onderzocht, richt dit onderzoek zich op de vmbo-insteek. 6 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

7 1.3 Doel en vraagstelling Het onderzoek naar de doorstroom van vmbo naar havo 4 oftewel de havo-route voor vmbo ers met een gl- of tl-diploma is tweeledig. Allereerst is het onderzoek erop gericht om die route in kaart te brengen; zowel wat betreft de leerlingstromen en de ermee samenhangende schoolloopbanen, als wat betreft het onderwijs dat die route mogelijk maakt of zou moeten maken. Een tweede doel is om aan te sluiten bij de discussie naar de positie van vmbo-gl/tl: gericht op mbo, op havo of op beide. Hiertoe zullen met name in het deel van het onderzoek dat is gericht op de schoolloopbanen van leerlingen, vergelijkingen worden gemaakt met leerlingen die langs een andere route naar havo 4 gaan (havo 3 naar havo 4) en leerlingen die via de theoretische leerweg naar het mbo gaan. Naast vragen die inspelen op het rendement (slaagkans) van die routes, is ook de doorstroom naar het hoger beroepsonderwijs (hbo) van belang in die vergelijking. Bij de beantwoording van deze hoofdvraag zal ook de (inhoudelijke) vormgeving van de route, zowel het gedeelte in het vmbo als in het havo, worden betrokken. Bij de beantwoording van de vraag naar het rendement moet immers ook de vraag worden betrokken over de onderwijscondities die deze route kansrijk moeten maken. Dus vragen over hoe vmbo ers in het vmbo en op het havo worden begeleid en ondersteund. De hoofdvragen die voortvloeien uit het tweeledige karakter van het onderzoek zijn derhalve ook in twee groepen in te delen: 1 vragen over de doorstroom van vmbo naar havo 4 en de schoolloopbanen van de leerlingen; 2 vragen over het onderwijs, in dit onderzoek het vmbo, gericht op de vormgeving van het vmbo-gedeelte voor leerlingen met havo-aspiraties. Vragen over de doorstroom 1 Zet de geconstateerde groei in de doorstroom in het nieuwe cohort (2008) door? Welke factoren (onder andere achtergrondkenmerken van leerlingen) spelen een rol in de doorstroom? Gaat de groei in de doorstroom ten koste van de doorstroom naar het mbo? 2 Hoe succesvol zijn vmbo ers op het havo? Hoe succesvol zijn ze in de overgang van havo 4 naar havo 5, wat als een van de moeilijkste overgangen in het havo wordt gezien? Welk percentage doubleert en welk percentage haakt af na klas 4? Welk percentage haalt het havo-diploma? Zijn er verschillen tussen leerlingen naar achtergrondkenmerken? 3 Waar gaan leerlingen die al dan niet het havo verlaten naar toe? Wat doen vmbo ers die zonder havo-diploma uitstromen? Wat doen vmbo ers die met een havo-diploma uitstromen? Spelen achtergrondkenmerken van leerlingen een rol in de verdere route die ze kiezen? 4 Hoe schatten decanen voor studiesucces van belang zijnde eigenschappen van vmbo ers in die naar het havo gaan, in vergelijking tot hen die naar het mbo gaan? Vragen over het onderwijs in het vmbo voor leerlingen met havo-aspiraties 5 Wat weten decanen en directies in de gemengde en de theoretische leerweg van de vervolgopleiding in het havo? Zijn ze op de hoogte van toelatingseisen van havo s? Hoe beoordelen ze die? Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 7

8 Zijn ze op de hoogte van de begeleiding van vmbo ers op het havo? Zijn ze op de hoogte van de schoolloopbaan en slaagkans van vmbo ers op het havo? 6 Hoe staan vmbo s (decanen en directies) tegenover de (groei in de) doorstroom van vmbo ers naar het havo? 7 Treffen vmbo s voorzieningen voor leerlingen die de havo-route willen gaan volgen? Zijn er vaste procedures en is daarbij samengewerkt met het havo? Worden leerlingen (en hun ouders) geïnformeerd over de havo-route? Wanneer? En op welke manier? Vindt er determinatie plaats? Wanneer wordt die geschiktheid nagegaan? Hoe? En waar wordt op gelet? Is het onderwijsprogramma aangepast voor leerlingen die de havo-route willen gaan doen? Vanaf welk punt in de opleiding gebeurt dat? Wat zijn de aanpassingen? Heeft dat gevolgen voor groeperingsvormen? 8 Hoe staan vmbo s tegenover een aparte oprit in het vmbo voor potentiële havisten? 1.4 Opzet van het onderzoek Het onderzoek naar de havo-route voor vmbo ers valt in twee delen uiteen: 1 een onderzoek naar de doorstroom van vmbo naar havo en de schoolloopbanen van die leerlingen; 2 een onderzoek onder decanen en directies van de bovenbouw van de gemengde en/of de theoretische leerweg van vmbo s naar de voorbereiding en begeleiding van leerlingen die naar het havo willen. Elk onderdeel kent een eigen opzet. Hierna worden de twee deelonderzoeken kort beschreven. In bijlage 1 is een uitgebreidere verantwoording te vinden. Deelonderzoek 1 is opgezet als een populatieonderzoek met gebruikmaking van administratieve gegevens over de deelname aan het onderwijs, de zogenaamde BRON-data die door DUO worden verzameld en beheerd. De populatie bevat alle leerlingen uit de gemengde en de theoretische leerweg van het vmbo die na het examen doorstromen naar havo 4. Om het studiesucces van vmbo ers te kunnen vergelijken met de doorstromers van havo 3 naar havo 4, zijn ook gegevens van die leerlingen in het onderzoek betrokken. We beschikken over de gegevens van vijf cohorten aan de hand waarvan per cohort de doorstroom kan worden bepaald, kan worden nagegaan of de eerder geconstateerde trend (toename in doorstroom) zich doorzet in cohort 2008 en wat het studiesucces is van vmbo ers op het havo in vergelijking met dat van doorstromers uit havo 3 en ten slotte waar leerlingen na het havo naartoe gaan. Deelonderzoek 2 is opgezet als een landelijk representatief survey-onderzoek onder decanen en directies van de bovenbouw van de gemengde en/of de theoretische leerweg van het vmbo. Uiteindelijk zijn 744 van de in totaal 792 locaties aangeschreven. De ontbrekende locaties zijn niet aangeschreven, omdat zij reeds meededen aan een onderzoek van de VOraad. Door 286 decanen en/of directies is een vragenlijst ingevuld. Dat komt neer op een respons van bijna 40%. Nadere controleanalyses geven geen aanleiding de representativiteit van de steekproef in twijfel te trekken. 8 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

9 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 presenteren we kwantitatieve analyses over de doorstroom van vmbo naar havo 4, het studiesucces op het havo, de vraag wat afhakers gaan doen en de doorstroom naar het hbo. Hoofdstuk 3 bevat de resultaten van de enquête onder vmbo-decanen en - directies. Onderwerpen zijn: beeldvorming en standpunt inzake extra toelatingsvoorwaarden van havo s, afspraken over de overgang, mate van informatie-inwinning en overdracht, bepaling van de geschiktheid en programmatische aanpassingen om de overgang soepeler te laten verlopen. Hoofdstuk 4 gaat in op de vraag of voor de gl/tl ers aparte stromen in het vmbo moeten worden ingericht. We sluiten af met een samenvatting met conclusies en dragen stof aan voor een discussie over de vraag: is het vmbo het voorportaal voor het mbo of dient ook de havo-optie een reële kans te krijgen? In een bijlage staat een uitgebreidere verantwoording van de onderzoeksopzet, -uitvoering en respons. Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 9

10 10 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

11 2 Van vmbo naar havo: de kans op succes Het vmbo is voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Die naam impliceert in ieder geval twee dingen. Allereerst geeft de bepaling voorbereidend aan dat het vmbo geen eindonderwijs is. Het diploma van geen van de vier leerwegen in het vmbo wordt als voldoende beschouwd om volwaardig in onze samenleving te kunnen functioneren, noch als burger noch als deelnemer aan de arbeidsmarkt. Daar is ten minste een startkwalificatie voor nodig. In het middelbaar beroepsonderwijs wordt het diploma mbo 2 als een startkwalificatie beschouwd en in het algemeen vormend onderwijs staat het havo-diploma daaraan gelijk. Een tweede implicatie die in de naam vmbo ligt opgesloten, is dat het vmbo voorbereidend beroepsonderwijs is met als natuurlijk vervolg het middelbaar beroepsonderwijs. De doorstroomregeling, die in 2002 in het leven is geroepen, beoogt die aansluiting zo soepel mogelijk te regelen via een koppeling van de vier vmbo-leerwegen aan de opleidingsniveaus in het mbo (zie voor de toepassing van die regeling Neuvel & Van Esch, 2010). De meeste vmbo ers vervolgen hun opleiding dan ook in het mbo, maar niet iedereen. Met name leerlingen uit de theoretische leerweg (tl ers) kiezen de havo-route en ze doen dat in toenemende mate. Ging in 1999 niet meer dan zo n 10% van de mavo-leerlingen naar het havo, in de jaren erna nam de doorstroom naar het havo bijna jaarlijks toe. In 2007 koos circa 20% van de tl ers en zo n 7% van de leerlingen uit de gemengde leerweg (gl ers) voor havo 4 (Van Esch & Neuvel, 2010). Het zal niemand verbazen dat die ontwikkeling kritisch wordt bekeken en dat er vraagtekens worden gezet bij de wenselijkheid van de doorstroom van vmbo naar havo. Twijfels zijn er met name over de kansen van vmbo ers om het havo succesvol af te ronden. Die twijfels leiden ertoe dat er vraagtekens worden geplaatst bij het verruimen van de toegankelijkheid van de havo-route voor vmbo ers. De kolomroute (vmbo naar mbo en eventueel verder naar het hbo) is volgens de critici niet alleen de meest aangewezen weg, maar ook de veiligste weg naar schoolsucces en het verwerven van een passende plek op de arbeidsmarkt. Enig historisch besef leert echter dat halfweg de jaren zeventig 35% van de mavo-leerlingen hun opleiding in het havo voortzette en dat dit percentage midden jaren tachtig even hoog was als in 2007, namelijk zo n 20% (Bronneman-Helmers, Herweijer & Vogels, 2002). Het mavo-onderwijs is sindsdien wel veranderd en een deel van de leerlingen die toentertijd naar de mavo gingen, starten nu op het havo. De cijfers uit het verleden doen vermoeden dat in het vmbo, in de gemengde en met name in de theoretische leerweg, meer potentiële havisten zitten dan critici suggereren. Wel moet de vraag worden gesteld of de huidige theoretische (en gemengde) leerweg een voldoende basis biedt aan leerlingen om het havo succesvol af te ronden. Zo sluit het aantal van zes verplichte theoretische vakken in de theoretische leerweg niet zonder meer aan op het bredere vakkenpakket in de bovenbouw van het havo. Dat is een van de redenen waarom veel havo s de sluizen niet wijd openzetten voor vmbo ers, maar bovenop het vmbo-diploma van de theoretische leerweg extra toelatingseisen stellen (zie voor een overzicht van die eisen Van Esch & Neuvel, 2010). In de discussie over de havo-route moet daarom niet alleen worden gekeken naar het studiesucces van vmbo ers op het havo, maar ook naar de ondersteuning en begeleiding van leerlingen in het vmbo, alsook op het havo. Van Esch en Neuvel (2007; 2010) beschreven hoe het havo dat doet. Die ondersteuning en begeleiding bleek nogal tegen te vallen. Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 11

12 In dit rapport komt aan de orde hoe het vmbo potentiële havisten begeleidt en ondersteunt. Dat gebeurt in hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk staat het studiesucces van vmbo ers die naar het havo gaan centraal. Met name gaat het erom wat de kansen zijn op het behalen van het havo-diploma. Die kansen zullen worden afgezet tegen de kansen van leerlingen die al op het havo zitten en die vanuit havo 3 overgaan naar havo 4. Het havo-diploma hoewel het gelijk wordt gesteld aan een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt zal voor de meesten toch een opstap zijn naar het hbo. In dit hoofdstuk wordt daarom ook de doorstroom naar het hbo beschreven. Het mbo-diploma niveau 4 geeft eveneens toegang tot het hbo, zij het dat tl ers gemiddeld genomen er twee jaar langer over zullen doen om daar te komen. Het is, in het kader van de discussie over de wenselijkheid van de havo-route voor tl ers daarom van belang om na te gaan wat hun kansen zijn om via het mbo door te stromen naar het hbo. In het onderzoek naar het studiesucces van tl ers is gebruikgemaakt van de zogenaamde BRON-gegevens (DUO). Die gegevens maken het mogelijk de schoolloopbanen van leerlingen in kaart te brengen, zoals onder andere het behalen van het havo-diploma en de doorstroom naar het hbo. Die gegevens zijn beschikbaar vanaf het schooljaar (schooljaar in klas 4 vmbo of klas 3 havo). Voor dit hoofdstuk is gebruikgemaakt van gegevens van vijf cohorten: leerlingen die tussen 2004 en 2008 van het vmbo naar het havo of het mbo zijn gegaan en leerlingen die in diezelfde periode doorstroomden van havo 3 naar havo 4. Elk cohort is aangeduid met het jaartal waarin de doorstroom plaatsvond. Zo verwijst cohort 2004 naar leerlingen die in het schooljaar in klas 4 van het vmbo of in klas 3 van het havo zaten en die in het daarop volgende schooljaar in havo 4 of op het mbo zaten. Van cohort 2004 en 2005 reiken de data voor de leerlingen die naar havo 4 zijn gegaan ver genoeg om het studiesucces op het havo en de doorstroom naar het hbo goed in beeld te kunnen brengen. Voor de doorstroom van tl ers naar het mbo kunnen we gezien de langere studieduur op het mbo alleen gebruikmaken van gegevens van cohort Voor vergelijking op enkele punten is tevens gebruikgemaakt van populatiegegevens ( 2010). In dit hoofdstuk wordt eerst de vraag beantwoord of de eerder geconstateerde stijgende lijn in de doorstroom van vmbo naar havo doorzet (paragraaf 2.1). Vervolgens komt de schoolloopbaan op het havo aan de orde (paragraaf 2.2), alsook wat leerlingen doen die het havo niet succesvol afronden (paragraaf 2.3). In deze twee paragrafen worden vmbo ers vergeleken met leerlingen uit havo 3. In paragraaf 2.4 wordt de doorstroom naar het hbo beschreven en wordt een vergelijking van de doorstroom gemaakt bij tl-leerlingen die de kolomroute in het mbo hebben gevolgd. In de laatste paragraaf (2.5) wordt aandacht besteed aan enkele punten in de evaluatie van de havo-route voor vmbo ers. 2.1 De doorstroom van vmbo naar havo 4 De afgelopen jaren is de doorstroom van vmbo naar havo 4 systematisch toegenomen (Van Esch & Neuvel, 2010). Tussen 2004 en 2007 groeide die doorstroom vanuit de gemengde leerweg van bijna 160 naar ruim 500 leerlingen, een stijging van bijna 4% naar ruim 7%. De doorstroom vanuit de theoretische leerweg (tl ers) nam in die periode toe van zo n leerlingen naar circa 8.350, in percentages van circa 15% naar bijna 21%. Bij elkaar genomen kwam de doorstroom uit het vmbo uit op ongeveer leerlingen in cohort ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

13 De vraag is of die trend zich in 2008 heeft doorgezet en of die trend ten koste gaat van de doorstroom naar het mbo. Een andere vraag is welke leerlingen juist doorstromen en hoe dat is in vergelijking met de doorstroom van havo 3 naar havo 4. Vergelijkingen worden gemaakt voor geslacht en afkomst en voor de profielkeuze. Verschillen in samenstelling kunnen een licht werpen op verschillen in studiesucces, zoals die al zijn opgemerkt door Van Esch en Neuvel (2010). Trends in de doorstroom van vmbo naar havo 4 De doorstroom van vmbo naar havo 4 vertoonde de afgelopen jaren een stijgende lijn. Met de gegevens van cohort 2008 is na te gaan of die trend doorzet. Die nieuwe gegevens zijn opgenomen in figuur 2.1a (gemengde leerweg) en 2.1b (theoretische leerweg). Daarin is ook de doorstroom naar het mbo opgenomen, zodat zichtbaar wordt hoe die beide stromen zich tot elkaar verhouden. Figuur 2.1a Doorstroom vanuit de gemengde leerweg naar havo 4 en mbo Figuur 2.1b Doorstroom vanuit de theoretische leerweg naar havo 4 en mbo Zowel voor de gemengde als voor de theoretische leerweg lijkt de doorstroom naar havo 4 te stabiliseren. Was er tot en met 2007 bij de gl ers jaarlijks een toename van 1 procentpunt of meer en bij de tl ers een toename van ruim 1 tot bijna 3 procentpunt per jaar, in 2008 beperkt de groei zich tot een half procentpunt voor de gemengde leerweg en tot zelfs minder dan een half procentpunt voor de theoretische leerweg. Die geringere toename is ook te zien in de aantallen: vanuit de gemengde leerweg gingen er ten opzichte van 2007 Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 13

14 ongeveer 50 leerlingen meer naar havo 4, terwijl dat in voorgaande jaren het twee- of drievoudige was. Ook vanuit de theoretische leerweg lijkt de groei te stokken. De afnemende groei doet zich ook bij onderscheiden groepen voor. Dat geldt voor jongens en meisjes uit de theoretische leerweg en eveneens voor tl ers van verschillende etnische afkomst. In de doorstroom van gl ers is het beeld nagenoeg vergelijkbaar: een afvlakking van de groei in nagenoeg alle groepen. Een uitzondering vormt de groep niet-westerse allochtone leerlingen. In die groep bedroeg de groei ten opzichte van 2007 nog zo n 2 procentpunt. Gaat de groei naar havo 4 ten koste van de doorstroom naar het mbo? De vraag of de groei in de doorstroom naar havo 4 de afgelopen jaren ten koste is gegaan van de doorstroom naar het mbo, wordt nagegaan bij leerlingen die een diploma van de gemengde of de theoretische leerweg hebben behaald. Er is in de analyses dus geen rekening gehouden met niet-gediplomeerde gl ers en tl ers. Kijken we eerst naar de leerlingen uit de theoretische leerweg, dan moet de bovengestelde vraag op basis van figuur 2.1b bevestigend worden beantwoord. Tussen 2004 en 2007 liep de doorstroom naar het mbo terug van 79% van alle gediplomeerde tl ers naar 74,4% in De in de vorige paragraaf geconstateerde mogelijke trendbreuk in de groei van de doorstroom naar havo 4, lijkt zich te weerspiegelen in de doorstroom naar het mbo. In 2008 is de doorstroom van gediplomeerde tl ers naar het mbo namelijk niet verder gedaald, maar handhaafde zich op het niveau van Wat betreft de gemengde leerweg ging de groei in de doorstroom naar havo 4 tussen 2004 en 2007 opmerkelijk genoeg nauwelijks ten koste van de doorstroom naar het mbo, zoals in figuur 2.1a is te zien. De lichte daling tussen 2006 en 2007 zet zich niet voort in De cijfers voor de doorstroom naar het mbo wijzen er dus eveneens op dat de groei van de doorstroom van vmbo-gl en vmbo-tl naar havo 4 stokt. Gegevens van het cohort dat in 2009 het vmbo heeft verlaten, kunnen meer duidelijkheid brengen of er feitelijk sprake is van een trendbreuk. De instroom in havo 4: vmbo ers en leerlingen uit havo 3 vergeleken Het studiesucces van vmbo ers die doorstromen naar het havo wordt mede afgemeten aan het succes van leerlingen die uit havo 3 doorstromen naar havo 4. Ook voor die groep is de overgang naar havo 4 een veel grotere stap dan eerdere overgangen (De Boer, 2002; Vermaas & Van der Linden, 2007). De overstap naar havo 4 is voor havisten dus ook niet zonder meer een garantie op studiesucces, in casu het behalen van het diploma. Allereerst wordt nagegaan hoe de instroom van vmbo ers in havo 4 zich qua omvang verhoudt tot de instroom van leerlingen uit havo 3. Vervolgens wordt gekeken of beide groepen op achtergrondkenmerken (geslacht en afkomst) en op het gekozen profiel in havo 4 overeenkomen, dan wel verschillen. Verhouding in de omvang tussen de instroom uit het vmbo en havo 3 Evenals de toename in de doorstroom van vmbo naar havo, groeide in de periode 2004 tot 2007 het aantal leerlingen dat van havo 3 naar havo 4 is gegaan. Door een sterkere toename uit het vmbo kon het aandeel vmbo ers in havo 4 toch groeien. Bestond in 2004 de instroom uit 17% vmbo ers, in 2007 kwam dat uit op 21% en die trend zette zich verder door in 2008 naar 22%. Ondanks een afvlakking van de instroom van het aantal tl ers in 2008 qua aantal steeg de doorstroom met niet meer dan circa 100 leerlingen kon het aandeel vmbo ers toch toenemen vanwege een afname van het aantal leerlingen uit havo ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

15 Verschillen in voorkennis en vaardigheden Leerlingen uit het vmbo en uit havo 4 verschillen allereerst in hun vooropleiding. In het algemeen is het vakkenpakket van leerlingen uit havo 3 breder en sluit beter aan op de profielen in havo 4 dan het vakkenpakket van vmbo ers. Veel havo s houden daar rekening mee door van vmbo ers ten minste een gemiddeld examencijfer van een 7 te eisen, een extra theoretisch vak en/of de eis tot het bijspijkeren van bepaalde vakken in havo 4 (Van Esch & Neuvel, 2007; Zie ook het volgende hoofdstuk waarin de voorbereiding op het havo aan de orde komt). Uit oogpunt van voorkennis en aansluiting van de programma s lijken havisten dus in het voordeel te zijn. Als het om algemene competenties gaat, zoals zelfstandigheid, studiehouding en de beheersing van studievaardigheden, is het beeld minder eenduidig. In ieder geval is het oordeel van decanen uit het havo op dit punt genuanceerd (Van Esch & Neuvel, 2010). Zie ook Bronneman-Helmers, Herweijer en Vogels (2002) over de problemen die leerlingen uit havo 3 in dit opzicht hebben bij de overgang naar havo 4. Persoonlijke achtergrondkenmerken en studiesucces Vmbo ers zijn gemiddeld een jaar ouder dan leerlingen uit havo 3. Analyses laten zien dat oudere leerlingen eerder geneigd zijn bij tegenslag (doubleren) te stoppen met het havo (Van Esch & Neuvel, 2009). Voor zover leeftijd een factor van betekenis is, zijn vmbo ers in het nadeel. Er is eveneens een, zij het een gering, verschil in de verhouding tussen jongens en meisjes. In alle cohorten bestaat de groep vmbo ers uit meer jongens dan meisjes. Het verschil is in cohort 2004 en 2005 iets groter (53 à 54% jongens) dan in cohort 2006 en 2007 (bijna 52% jongens). Die verhouding is bij de havisten omgekeerd: er stromen meer meisjes dan jongens door uit havo 3. Ook hier is het verschil in de eerste cohorten iets groter (cohort 2004: 52% meisjes) dan in de laatste cohorten (2007 en 2008: 50,8% meisjes). Gezien het gegeven dat meisjes het in het onderwijs, zeker op de hogere niveaus, beter doen dan jongens (CBS, 2007; CBS, 2007, Erratum, p. 3; ), speelt dat op het punt van studiesucces opnieuw de groep leerlingen uit havo 3 in de kaart. Als derde achtergrondkenmerk is gekeken naar afkomst. Tabel 2.1 toont de resultaten. Tabel 2.1 Instroomgroepen onderscheiden naar afkomst Vmbo Havo 3 Autochtoon Westers Niet-westers Autoch- Westers Niet-westers allochtoon allochtoon toon allochtoon allochtoon Cohort % % % % % % ,2 7,4 16,5 82,9 6,4 10, ,0 8,1 15,9 82,9 6,4 10, ,0 7,3 16,7 83,3 6,2 10, ,0 7,0 17,0 83,3 5,8 10, ,1 6,6 17,3 83,2 5,9 10,9 Beide instroomgroepen bestaan voor het grootste deel uit leerlingen van autochtone afkomst: van de vmbo ers is 76% autochtoon en van de leerlingen uit havo 3 circa 83%. Beide percentages zijn zeer stabiel met verschillen tussen de cohorten van hooguit een half procentpunt. Het percentage autochtone leerlingen is in alle cohorten zo n 7 procentpunt hoger bij havisten. De verhouding is precies omgekeerd voor niet-westerse allochtone leerlingen. Circa 16 à 17% van de vmbo ers is van die komaf tegenover 10 à 11% van de Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 15

16 havisten. De groep westerse allochtone leerlingen verschilt in beide groepen niet veel, hooguit een procentpunt. Er is ook nog gekeken of er verschillen zijn in de generaties. Iets minder dan een kwart van de allochtone leerlingen is van de eerste generatie en driekwart van de tweede generatie. Die verhouding wijzigt zich iets naar cohort 2008 toe. Daar is 22% van de eerste generatie. In de meeste cohorten telt de groep vmbo ers iets meer allochtone leerlingen van de eerste generatie. Rekening houdend met de beheersing van het Nederlands, betekenen de beschreven verhoudingen dat de kansen op studiesucces op het havo gemiddeld genomen wat gunstiger ingeschat kunnen worden voor de groep uit havo 3. Verschillen in het gekozen profiel De profielkeuze is minder overzichtelijk dan een aantal jaren geleden. Naast de vier hoofdprofielen zijn er nu allerlei combinaties mogelijk. Omdat de exacte vakken een belangrijk onderdeel zijn in de profielkeuze, zijn de profielen in twee groepen ingedeeld: profielen met een exacte component (alle combinaties met natuur & techniek en natuur & gezondheid) en profielen zonder een exacte component (alle overige profielen). De verdeling van de profielen in de twee instroomgroepen is te vinden in tabel 2.2. Tabel 2.2 Instroomgroepen onderscheiden naar gekozen profielen Totaal Vmbo Havo 3 Exacte Niet-exacte Exacte Niet-exacte Exacte Niet-exacte profielen profielen profielen profielen profielen profielen Cohort % % % % % % ,6 72,4 18,6 81,4 29,5 70, ,0 72,0 18,6 81,4 30,0 70, ,9 71,1 17,8 82,2 31,6 68, ,3 67,7 21,1 78,9 35,3 64, ,7 65,3 22,6 77,4 38,1 61,9 Een exact profiel wordt aanzienlijk minder vaak gekozen dan een niet-exact profiel. Dat geldt voor beide instroomgroepen. Er is wel een trend dat exacte profielen wat vaker worden gekozen. Overall gezien (kolom totaal in tabel 2.2) koos in cohort ,6% van de leerlingen exact en in cohort 2008 komt dat uit op 34,7%. Die trend doet zich zowel voor in het profiel natuur & techniek als in het profiel natuur & gezondheid. Vmbo ers kiezen duidelijk minder vaak een exact profiel dan leerlingen uit havo 3, maar ook bij de vmbo ers is de geconstateerde trend waarneembaar. De keuze voor exact loopt bij hen op van circa 18% in de eerste cohorten naar 22 à 23% in cohort De percentages voor de groep uit havo 3 zijn systematisch hoger: circa 30% in de eerste cohorten kiest exact en dat loopt op naar 38% in het laatste cohort. Die cijfers wijzen er tevens op dat de trend bij de havisten iets sterker is dan bij de vmbo ers. In het algemeen worden exacte profielen als moeilijker ervaren. Dat zou kunnen betekenen dat de kans op studiesucces bij die leerlingen wat lager moet worden ingeschat dan bij leerlingen die een niet-exact profiel kiezen. Echter, door (zelf)selectie zullen hoofdzakelijk die leerlingen een exact profiel kiezen, die dat hoogstwaarschijnlijk ook aan kunnen. Het is dus maar de vraag of de verhoudingen in de keuze van exact van invloed zijn op het studiesucces bij vmbo ers en leerlingen uit havo ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

17 2.2 Studiesucces op het havo Een belangrijk criterium in de discussie over wenselijkheid van de havo-route voor vmbo ers is het studiesucces op het havo, met name in vergelijking tot het studiesucces van leerlingen uit havo 3. Dat succes kan op verschillende momenten en manieren worden geoperationaliseerd. Er is voor de volgende indicatoren gekozen: de overgang van havo 4 naar havo 5; het havo-diploma; het aantal jaar waarin het diploma is gehaald; uitval in termen van het verlaten van het onderwijs zonder startkwalificatie (havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma op ten minste niveau 2). De overgang van havo 4 naar havo 5 als eerste indicator voor studiesucces Havo 4 blijkt aanzienlijk lastiger dan eerdere leerjaren van het havo. De overgang van havo 4 naar havo 5 is dan ook minder vanzelfsprekend als overgangen in de onderbouw van het havo (Bronneman-Helmers, Herweijer & Vogels, 2002). Dat geldt wellicht in nog sterkere mate voor vmbo ers die naar havo 4 gaan (zie hiervoor). De vraag is dus of het vmbo ers lukt om zonder te doubleren door te stromen naar havo 5. En zo niet, hoe ze dan hun schoolloopbaan vervolgen: een herkansing in havo 4 of afstroom naar het mbo. In de analyses is gebruikgemaakt van gegevens uit de cohorten 2004 tot en met De verdere schoolloopbaan na het eerste jaar havo 4 levert een onderscheid op in drie groepen: 1 leerlingen die na één jaar doorgaan naar havo 5 (of opstromen naar het vwo); 2 leerlingen die niet overgaan en havo 4 opnieuw doen; 3 leerlingen die niet overgaan en hun reguliere havo-opleiding afbreken. Die laatste groep bestaat uit leerlingen die het havo proberen af te maken in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), die afstromen naar het mbo of die met hun opleiding stoppen. Figuur 2.2 toont de drie groepen met links de vmbo ers en rechts de leerlingen uit havo 3. Figuur 2.2 Deelname aan het onderwijs één jaar na instroom in havo ,6 76,8 77,1 78,0 77,4 71,7 71,7 71,7 70,8 69, % 15,9 15,4 15,8 17,4 18,7 19,0 19,4 19,2 18,1 18,5 12,4 13,0 12,5 11,8 11,5 4,4 3,8 3,7 3,9 4, cohort vmbo cohort havo 3 na 1 jaar havo 4 in havo 5 doublure havo 4 uit havo De meeste leerlingen doen één jaar over havo 4 en gaan meteen door naar de vijfde klas. Vmbo ers lukt dat iets minder vaak dan leerlingen uit havo 3: zo n 70% om 76 à 77%. Bij Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 17

18 vmbo ers lijkt er sprake van een licht dalende trend: het percentage dat zonder doubleren naar havo 5 gaat, loopt terug van bijna 72% in 2004 naar circa 70% in Dat kan te maken hebben met de groei in de doorstroom en een mogelijk soepelere toelating, maar het is te voorbarig nu al conclusies aan deze cijfers te verbinden. Het percentage leerlingen uit havo 3 dat doubleert is vrij constant, waardoor het studiesucces van vmbo ers iets verder achter raakt bij dat van de havisten. Bovenstaande betekent niet dat vmbo ers havo 4 vaker opnieuw doen dan leerlingen uit havo 3. In tegendeel, havisten doubleren juist aanzienlijk vaker: 18 à 19% tegenover 12% van de vmbo ers. De verklaring is te vinden in figuur 2.2. Vmbo ers verlaten na de vierde klas veel vaker het havo dan leerlingen die uit havo 3 komen. Een klein deel stopt helemaal zoals we nog zullen zien, een kleine groep gaat naar het vavo en de meesten stromen door naar het mbo. De groep die het havo verlaat, is aanzienlijk groter dan de groep oorspronkelijke havisten. Bovendien loopt het verschil iets op: de uitstroom van vmbo ers na havo 4 loopt namelijk op van 16% naar 19%, terwijl de uitstroom van leerlingen uit havo 3 stabiel is op circa 4%. Het verschil in doubleren en uitstroom is te verklaren door een differentieel beleid in veel havo s: vmbo ers wordt daar niet toegestaan om klas 4 opnieuw te doen en leerlingen uit havo 3 wel. De meeste zittenblijvers gaan met een jaar vertraging alsnog naar havo 5: drie kwart van de circa 12% doublerende vmbo ers en ongeveer 4 op de 5 leerlingen van de 18% oorspronkelijke havisten. De vmbo ers die havo 4 opnieuw doen, zijn dus bijna even succesvol in het bereiken van havo 5 als doublerende leerlingen uit havo 3. Het totale percentage vmbo ers dat na 1 of 2 jaar havo 5 bereikt, komt bij vmbo ers uit op ongeveer 80% en bij leerlingen uit havo 3 op 93%. Het is duidelijk dat het studiesucces van vmbo ers op dit punt dus duidelijk achterblijft bij dat van leerlingen uit havo 3. Het differentiële doublurebeleid is hier, zoals eerder aangegeven, mede debet aan. Het havo-diploma als indicator voor studiesucces Een tweede indicator voor studiesucces is het behalen van het havo-diploma. De vraag is weer hoe vmbo ers het doen vergeleken met leerlingen uit havo 3. Leerlingen die via het vavo dat diploma halen of die het vwo-diploma halen, worden meegeteld in deze indicator voor studiesucces. Van twee cohorten (2004 en 2005) hebben nagenoeg alle leerlingen het havo verlaten en is de balans dus goed op te maken. Van cohort 2004 zat bij de laatste peiling circa 0,5% nog op het havo (vavo of vwo) en van cohort 2005 betrof dat zo n 2%. Voor cohort 2006 komen die percentages hoger uit: 8% van de vmbo ers en circa 11% van de leerlingen uit havo 3. Het percentage geslaagden kan in cohort 2004 en 2005 derhalve alleen nog marginaal stijgen, maar in cohort 2006 kan dat percentage nog substantieel toenemen. Uitgaande van de slaagkans in cohort 2004 en 2005 en de groep die uit cohort 2006 nog voortgezet onderwijs (vo) volgt, is te verwachten dat het percentage geslaagden in dat cohort zeker op het niveau van cohort 2004 en 2005 zal uitkomen. Figuur 2.3 toont de percentages geslaagden in cohort 2004 t/m 2006, waarbij vmbo ers en leerlingen uit havo 3 weer zijn onderscheiden. 18 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

19 Figuur 2.3 Havo-diploma behaald ,1 89,1 86, ,1 76,3 73,2 70 Vooropleiding havo 3 60 % * Cohort vmbo *Aangenomen mag worden dat de percentages in cohort 2006 op hetzelfde niveau als in cohort 2004 en 2005 zullen uitkomen (zie hiervoor). Iets meer dan 76% van de vmbo ers die naar havo 4 gaan, haalt het havo-diploma, van wie een klein aantal (ook) het vwo-diploma. Leerlingen uit havo 3 zijn op deze indicator duidelijk succesvoller: bijna 90% slaagt voor het havo-examen. Het differentiële doublurebeleid zoals hierboven opgemerkt, speelt hier zeker een rol in. Of dat ook geldt voor de eerder besproken kenmerken waarop beide groepen van elkaar verschillen, namelijk geslacht, afkomst en gekozen profiel, wordt hieronder nagegaan. Het geslacht Geconstateerd is dat meisjes in het algemeen succesvoller zijn in hogere vormen van onderwijs dan jongens. Ook hier blijkt dat het geval, zoals figuur 2.4 toont. Figuur 2.4 Havo-diploma onderscheiden naar instroom en geslacht (cohort ) ,2 79,7 76,2 88,0 90,2 89, % vmbo havo 3 jongens meisjes totaal In de twee cohorten die bijna volledig het havo hebben verlaten (cohort 2004 en 2005), heeft van de vmbo ers en oorspronkelijke havisten tezamen 88,5% van de meisjes en 85,1% van de jongens het havo-diploma (of vwo-diploma) gehaald; een verschil van zo n 3 procentpunt. Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 19

20 Bij vmbo ers (links in figuur) is dat verschil tussen jongens en meisjes groter, namelijk circa 6 procentpunt en bij leerlingen uit havo 3 (rechts in figuur) iets kleiner, ongeveer 2 procentpunt. Omdat de groep vmbo ers die doorstroomde meer jongens telde en de groep havisten meer meisjes, worden vmbo ers in de vergelijking van het studiesucces benadeeld. Een correctie voor de instroomverhouding tussen jongens en meisjes blijkt echter het verschil in studiesucces tussen vmbo ers en leerlingen uit havo 3 nauwelijks terug te brengen: het verschil wordt slechts met 0,3 procentpunt gereduceerd en komt na correctie uit op 12,6%. Het geslacht levert dus geen substantiële bijdrage in de verklaring van het verschil in studiesucces tussen vmbo ers en havisten. Etnische afkomst De drie naar etnische afkomst onderscheiden groepen autochtoon, westers allochtoon en niet-westers allochtoon verschillen eveneens in de slaagkans. Van de autochtone leerlingen haalt circa 88% het diploma, terwijl dat zo n 81% van de allochtone leerlingen lukt. Tussen allochtone leerlingen van westerse en niet-westerse komaf is geen duidelijk verschil gevonden. De generatie speelt wel een rol. Allochtone leerlingen uit de tweede generatie halen verhoudingsgewijs vaker het havo-diploma (83%) dan leerlingen uit de eerste generatie (74,6%). Dat verschil komt alleen voor in de groep uit havo 3. Bij vmbo ers is het generatie-effect vrijwel afwezig: het havo-diploma wordt in beide generaties door 74 à 75% gehaald. Figuur 2.5 Havo-diploma onderscheiden naar instroom en afkomst (cohort ) ,8 75,4 74,1 90,6 82,7 83, % vmbo havo 3 autochtoon W allochtoon NW allochtoon Een uitsplitsing naar vooropleiding en afkomst (figuur 2.5) laat zien dat bij havisten het verschil in slaagkans het grootst is. Iets meer dan 90% van de autochtone leerlingen uit havo 3 haalt het diploma tegenover circa 83% van de allochtone leerlingen. In de groep vmbo ers varieert het percentage geslaagden van 74,1% bij niet-westerse allochtone leerlingen tot 76,8% bij autochtone leerlingen. In de samenstelling van de instroomgroepen telt de groep vmbo ers verhoudingsgewijs duidelijk meer allochtone leerlingen. Hoewel die verhouding opnieuw nadelig uitpakt voor het studiesucces van vmbo ers in vergelijking met dat van havisten, verkleint een correctie voor die verhoudingen het gevonden verschil tussen vmbo ers en havisten slechts zeer marginaal (0,1 procentpunt) en is dat verschil dus niet te verklaren door de instroomverhoudingen in afkomst. 20 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

21 Het gekozen profiel Er is van uitgegaan dat exacte profielen moeilijker zijn dan de overige profielen. Er zijn vraagtekens gezet of dat van invloed is op het studiesucces, omdat door middel van (zelf)selectie potentiële bèta s voor een exact profiel zullen kiezen. Omdat aanzienlijk meer havisten dan vmbo ers een exact profiel kiezen, is het toch zinvol om het effect van gekozen profielen op het studiesucces na te gaan. Bij vmbo ers blijkt er inderdaad een verschil in studiesucces tussen profielen: leerlingen met een exact profiel zijn iets minder succesvol in het behalen van het diploma dan de leerlingen met een overig profiel (73,4% om 76,9%). Het verschil blijft echter beperkt en is bij de havisten nog geringer. Van de leerlingen met een exact profiel slaagde 89% en van de andere leerlingen 90%. Gezien die geringe verschillen in studiesucces, biedt deze factor evenmin een verklaring voor het verschil in slaagkans tussen vmbo ers en leerlingen uit havo 3. Geslacht, afkomst en het profiel leveren dus geen substantiële bijdrage in de verklaring voor de gevonden verschillen in studiesucces tussen vmbo ers en leerlingen uit havo 3. Het verschil in het percentage geslaagden moet dan ook hoofdzakelijk worden gezocht in het doublurebeleid van veel havo s, dat vmbo ers niet toestaat klas 4 opnieuw te doen en leerlingen uit havo 3 wel. De studieduur als indicator voor studiesucces Leerlingen die naar havo 4 gaan, kunnen in twee jaar het havo-diploma halen. Niet iedereen lukt dat echter, zoals uit de eerste indicator (doorstroom na havo 4) al viel op te maken. Een deel van de leerlingen doet havo 4 opnieuw. Als leerlingen de eerste keer niet slagen voor het examen, kan havo 5 ook opnieuw worden gedaan. Een deel van de leerlingen zal het diploma dus niet in twee, maar in drie of vier jaar halen. In cohort 2004 en 2005 haalt circa 53% van de vmbo ers het havo-diploma in twee jaar, zo n 18% doet er drie jaar over en circa 5% vier jaar of zelfs langer. Bij die laatste groep gaat het met name om leerlingen die naar het vavo zijn gegaan. De rest (24%) haalt het havo-diploma dus niet. Van de leerlingen uit havo 3 slaagt 59% erin om het diploma in twee jaar te halen, 24% lukt dat in drie jaar en 5 à 6% in drie jaar of langer. De overige leerlingen (11%) verlaten het havo zonder diploma. Gemiddeld halen meisjes het havo-diploma in minder jaren dan jongens: 70% van de meisjes lukt dat in twee jaar tegenover 64 à 65% van de jongens. Meisjes zijn dus niet alleen succesvoller in het halen van het diploma, ze doen er gemiddeld genomen ook iets korter over dan jongens. Voor afkomst zijn er nauwelijks verschillen in studieduur gevonden, maar wel, zoals hierboven bleek, verschillen in slaagkans. 2.3 De verdere schoolloopbaan van afhakers: uitval als indicator Wat doen leerlingen die het havo-diploma niet halen? Stoppen ze met hun opleiding, gaan ze naar het vavo of kiezen ze voor het mbo? In de beoordeling van de wenselijkheid van de havo-route voor vmbo ers zal ook gekeken moeten worden wat afhakers gaan doen en hoe succesvol ze zijn als ze hun opleiding in een andere vorm van onderwijs vervolgen. Met name is het de vraag of ze elders ten minste een startkwalificatie halen of dat ze als voortijdig schoolverlaters het onderwijs verlaten (uitval). Op dit punt is niet alleen een vergelijking tussen vmbo ers en leerlingen uit havo 3 zinvol, maar eveneens tussen vmbo ers die naar het havo gaan en vmbo ers die met een diploma van de theoretische leerweg doorstromen naar het mbo. Eerst wordt nagegaan wat tl ers die Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? ecbo 21

22 het havo verlaten, gaan doen en hoe hun keuzes zich verhouden tot die van leerlingen uit havo 3 die afhaken. Daarna wordt de uitval onder de loep genomen. Vanwege de langere schoolloopbaan van tl ers op het mbo is alleen gebruikgemaakt van de gegevens van cohort Wat betreft de havo-route wijken op dit punt de percentages in cohort 2005 nauwelijks af van die in cohort De verdere (school)loopbaan van afhakers De verdere schoolloopbaan van afhakers is opgenomen in tabel 2.3a en 2.3b. In tabel 2.3a zijn de percentages berekend op basis van het totale cohort 2004, in tabel 2.3b is dat gedaan op basis van de groep afhakers. Percentages van vmbo ers en leerlingen uit havo 3 zijn zo directer met elkaar te vergelijken. Tabel 2.3a Uitstroombestemming havo-leerlingen zonder diploma (cohort 2004), percentages berekend op basis van totale cohort Geen diploma totaal Uitval Schoolloopbaan na havo 4/5 zonder diploma Naar vavo Naar vwo Naar mbo Naar hbo Overig Vooropleiding % % % % % % % Vmbo 29,4 2,9 7,1 0,5 17,2 1,5 0,2 Havo 3 13,1 1,3 2,9 0,7 7,1 1,0 0,1 Totaal 15,9 1,6 3,7 0,7 8,8 1,1 0,1 Tabel 2.3b Uitstroombestemming havo-leerlingen zonder diploma (cohort 2004) percentages berekend op basis van groep uitstromers Geen diploma totaal Uitval Schoolloopbaan na havo 4/5 zonder diploma Naar vavo Naar vwo Naar mbo Naar hbo Overig Vooropleiding Aantal % % % % % % Vmbo ,8 24,4 1,6 58,9 5,3 0,5 Havo ,2 22,5 5,6 54,3 7,5 0,6 Totaal ,1 23,1 4,3 55,8 6,8 0,6 Als eerst naar de verhouding op basis van de volledige cohorten wordt gekeken, dan is in tabel 2.3a te zien dat 29,4% van de vmbo ers en 13,1% van de leerlingen uit havo 3 het reguliere havo zonder diploma heeft verlaten. Een deel van hen heeft het havo-diploma gehaald via het vavo of is geslaagd voor het examen vwo. Die leerlingen zijn opgenomen in het hierboven vermelde percentage dat een havo-diploma heeft gehaald. De echte uitval 3 blijft beperkt. Van de vmbo ers heeft bijna 3% het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie en van de leerlingen uit havo 3 is dat bijna 1,5%. De overige afhakers hebben hun opleiding in een ander type onderwijs voortgezet. Ruim twee keer zoveel vmbo ers als havisten kozen voor het vavo, namelijk 7,1% om 2,9%. De opstroom van leerlingen zonder havo-diploma naar het vwo is in beide groepen circa 0,5%. De meesten uit die twee groepen halen alsnog het havo- of vwo-diploma. Het merendeel van de afhakers kiest voor het mbo: 17,2% van alle vmbo ers ging alsnog naar het mbo en iets meer dan 7% van de leerlingen uit havo 3 deed dat. Dat verschil in uitstroom is, zoals eerder aangegeven, voornamelijk toe te schrijven aan het doublurebeleid 3 Niet uit te sluiten is dat een deel van deze groep in een niet geregistreerde opleiding instroomt, zoals een bedrijfsopleiding, schriftelijk onderwijs enzovoort. 22 ecbo Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo. Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis

Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo. Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis Colofon Titel Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo Auteurs Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke

Nadere informatie

Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong?

Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? Wil van Esch en Jan Neuvel Colofon Titel Van vmbo naar havo: tweestrijd over tweesprong? Auteurs Wil van Esch en Jan Neuvel Uitgave Expertisecentrum Beroepsonderwijs

Nadere informatie

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs FACTSHEET Toptalenten VO in het vervolgonderwijs De onderwijsprestaties van Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen hoog, maar er blijft ruimte voor verbetering. Deze factsheet geeft inzicht in de

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1 NOTITIE Aan: de staatssecretaris van het ministerie van OCW, de heer drs. S. Dekker Van: Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad Datum: 1 juli 2015 Betreft: Advies overgang vmbo naar havo Advies overgang

Nadere informatie

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Stapelaars in het voortgezet onderwijs [Geef tekst op] Stapelaars in het voortgezet onderwijs Een analyse van de basisschooladviezen en schooltypen van de stapelaars. Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Stapelaars

Nadere informatie

De studieloopbaan van mbo-deelnemers

De studieloopbaan van mbo-deelnemers Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 De studieloopbaan van mbo-deelnemers De verblijfsduur in relatie met het behaalde op het mbo. DUO/INP 1 juni 2012 Jaap-Jan

Nadere informatie

Een stukje Nederlandse droom: doorstroom van vmbo naar havo. Wil van Esch en Jan Neuvel

Een stukje Nederlandse droom: doorstroom van vmbo naar havo. Wil van Esch en Jan Neuvel Een stukje Nederlandse droom: doorstroom van vmbo naar havo Wil van Esch en Jan Neuvel Colofon Titel Een stukje Nederlandse droom: doorstroom van vmbo naar havo Auteur Wil van Esch & Jan Neuvel Versie

Nadere informatie

Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012

Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 1 Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 'Curiouser and curiouser!' Relatie eindcijfers op het vmbo en het succes op het MBO DUO/INP 1 juni 2012 Erik Fleur

Nadere informatie

Stapeling binnen Melanchthon

Stapeling binnen Melanchthon Stapeling binnen Melanchthon Na je examen doorstromen naar een ander niveau in het voortgezet onderwijs Marieke van den Vlekkert Maatje, MSc. Versie 3 februari 2013 Besproken in AD (18/12), MMT (18/12),

Nadere informatie

Een stukje van de Nederlandse droom. Doorstroom van vmbo naar havo. Wil van Esch en Jan Neuvel

Een stukje van de Nederlandse droom. Doorstroom van vmbo naar havo. Wil van Esch en Jan Neuvel Een stukje van de Nederlandse droom Doorstroom van vmbo naar havo Wil van Esch en Jan Neuvel Colofon Titel Een stukje van de Nederlandse droom: doorstroom van vmbo naar havo Auteurs Wil van Esch en Jan

Nadere informatie

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Colofon Titel Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Auteurs Regina Petit, Jan Neuvel en Wil van Esch Datum 18 april 2011 ecbo s-hertogenbosch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht 2012 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Colofon Titel Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld: replicatieonderzoek

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve Anneke Westerhuis 19 mei 2015 www.ecbo.nl Drie thema s: - Doorstroom als kenmerk van het onderwijsstelsel - Loopbaanpatronen

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo Anneke Westerhuis 9 mei 2017 www.ecbo.nl drie thema s: doorstroom in het onderwijsstelsel loopbaanpatronen in en rond het mbo

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl

Nadere informatie

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Jan Neuvel & Anneke Westerhuis Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Colofon Titel Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo.

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Januari 2015 INFORMATIEBOEKJE KLAS 2 OP WEG NAAR KLAS 3 VMBO 2 TH

Januari 2015 INFORMATIEBOEKJE KLAS 2 OP WEG NAAR KLAS 3 VMBO 2 TH Januari 2015 INFORMATIEBOEKJE KLAS 2 OP WEG NAAR KLAS 3 VMBO 2 TH Inhoudsopgave 1. Inleiding... blz. 1 2. Hoeveel jaar heb je nog voor de boeg op de SGL?... blz. 2 3. Het schooladvies... blz. 3 4. Revisie...

Nadere informatie

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Barbara van Wijk, Sandra van den Dungen en Erik Fleur Colofon Titel Over reguliere wegen, hobbelige sporen

Nadere informatie

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Basisrapport Colofon Titel Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport Auteurs Jan Neuvel & Anneke Westerhuis Datum November 2013 Projectnummer ecbo.13-187

Nadere informatie

kwalificatieniveau en -status in mbo

kwalificatieniveau en -status in mbo factsheet kwalificatieniveau en -status in mbo regio Haaglanden analyse per maart 2011 op basis van peiling januari 2011 door De Loos Monitoring, op verzoek van Spirit4You inleiding Op verzoek van Spirit4You

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim 20.000 vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen Februari 2019 Surrounded by Talent 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

30079 VMBO Voortgezet Onderwijs. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

30079 VMBO Voortgezet Onderwijs. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 30079 VMBO 31289 Voortgezet Onderwijs Nr. 69 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 januari 2017 Met deze

Nadere informatie

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327)

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327) Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Met ingang van 1 augustus 2014 worden nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond

Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Met ingang van 1 augustus 2014 worden nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen

Nadere informatie

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders de staat van het onderwijs 2 Onderwijskansen Een aantal ontwikkelingen veroorzaakt grotere verschillen tussen leerlingen in kansen voor goed onderwijs. Allereerst is het opleidingsniveau van ouders steeds

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Kwantitatieve gegevens examenkandidaten t/m Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL)

Kwantitatieve gegevens examenkandidaten t/m Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL) Kwantitatieve gegevens examenkandidaten 2008-2009 t/m 2012-2013 Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL) Carla van den Brandt Martine Hoefeijzers Wendy Albers Hans Plomp 1 TOTALE AANTAL EXAMENKANDIDATEN

Nadere informatie

Interne doorstroom Walewyc-mavo

Interne doorstroom Walewyc-mavo Interne doorstroom 2015-2016 Walewyc-mavo Dit rapport over de interne doorstroom toont informatie over de leerlingenstromen binnen de school. De informatie geeft u inzicht in de snelheid van doorstroom

Nadere informatie

OVERSTAP- en KEUZEMOMENTEN. op Christelijk College de NOORDGOUW

OVERSTAP- en KEUZEMOMENTEN. op Christelijk College de NOORDGOUW OVERSTAP- en KEUZEMOMENTEN op Christelijk College de NOORDGOUW () Op de Noordgouw kunnen leerlingen 3 verschillende diploma s halen: 1. MAVO-diploma 2. HAVO-diploma 3. Atheneum-diploma (+) VMBO-tl = MAVO

Nadere informatie

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw Colofon Titel De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 30 079 VMBO 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 69 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG. Datum 11 januari 2017 Betreft doorstroom vmbo-havo

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG. Datum 11 januari 2017 Betreft doorstroom vmbo-havo Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2015) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2015) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2015) in Rijnmond Sinds 1 augustus 2014 zijn nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen is met

Nadere informatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie DOOR- EN UITSTROOM UIT PRAKTIJKONDERWIJS, VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS EN ENTREE-OPLEIDINGEN (COHORT 2013/14, 2014/15 EN

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR06062016 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 06-06-2016 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht

Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN:

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: A. VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS B. VERSCHILLEN EN ONTWIKKELINGEN IN

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek experiment theoretische leerweg vmbo groen

Evaluatieonderzoek experiment theoretische leerweg vmbo groen Evaluatieonderzoek experiment theoretische leerweg vmbo groen Eerste tussenrapportage Ton Eimers Annet Jager Rita Kennis KBA projectnummer [2008.752] Nijmegen, 1 december 2009 Kenniscentrum Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Amsterdamse leerlingen gestart in het VO in 2007/ 08, gevolgd tot in 2013/ 14 Foto: Amsterdams lyceum, fotograaf Edwin van Eis (2009) In opdracht

Nadere informatie

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS - editie 2007 KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS REGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT - Samenvatting - Een initiatief van index Technocentrum Midden- en West-Brabant index Technocentrum Mozartlaan

Nadere informatie

Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4. Instroomcohort 2004 uit vmbo

Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4. Instroomcohort 2004 uit vmbo Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4 Instroomcohort 2004 uit vmbo Colofon Titel Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4, instroomcohort 2004 uit vmbo Auteur Jan Neuvel Datum November 2011

Nadere informatie

3 De situatie in de bbl

3 De situatie in de bbl DE SITUATIE IN DE BBL 3 De situatie in de bbl Zoals in de inleiding is aangegeven gaat de SER in dit eerste deel van het advies vooral in op de vraag van de minister in de adviesaanvraag naar de teruglopende

Nadere informatie

Interne doorstroom !mpulse Leeuwarden, school van OSG Piter Jelles

Interne doorstroom !mpulse Leeuwarden, school van OSG Piter Jelles Interne doorstroom 205-206!mpulse Leeuwarden, school van OSG Piter Jelles Dit rapport over de interne doorstroom toont informatie over de leerlingenstromen binnen de school. De informatie geeft u inzicht

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het

Nadere informatie

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017 Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR21062018 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 21-06-2018 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Monitoring Utrechtse School: Tweede meting

Monitoring Utrechtse School: Tweede meting Monitoring Utrechtse School: Tweede meting R. Kennis M. Roelofs T. Eimers E. Keppels 29 augustus 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond De mbo-instellingen zijn zeer terughoudend met de toelating van ongediplomeerde vmbo-leerlingen. Voor ongediplomeerde vmbo-ers loopt

Nadere informatie

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D17 (PA 4 september 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D17 (PA 4 september 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief Ingekomen stuk D17 (PA 4 september 2013) Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Sinds 1 augustus 2014 zijn de regels voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap voor het mbo van kracht. Voor de vo-scholen is met name de

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017 Twee derde van de middelbare scholieren in Amsterdam heeft een succesvolle schoolloopbaan. Dat wil zeggen dat zij een diploma halen

Nadere informatie

Het middelbaar beroepsonderwijs

Het middelbaar beroepsonderwijs Het middelbaar beroepsonderwijs Dick Takkenberg Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) levert grote aantallen gediplomeerden voor de arbeidsmarkt. De ongediplomeerde uitval is echter ook groot. Het aantal

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (bekostigd) onderwijs verlaten zonder dat zij een

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Stroomlijnen. Onderzoek naar de doorstroom van vmbo naar havo. CINOP, s-hertogenbosch. Wil van Esch en Jan Neuvel

Stroomlijnen. Onderzoek naar de doorstroom van vmbo naar havo. CINOP, s-hertogenbosch. Wil van Esch en Jan Neuvel Stroomlijnen Onderzoek naar de doorstroom van vmbo naar havo CINOP, s-hertogenbosch Wil van Esch en Jan Neuvel Colofon Titel: Stroomlijnen : Onderzoek naar de doorstroom van vmbo naar havo Auteurs: Wil

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S DIPLOMA S VMBO 2-24 De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling

Nadere informatie

Notitie afspraken op- en afstroom binnen VMBO bovenbouw

Notitie afspraken op- en afstroom binnen VMBO bovenbouw Notitie afspraken op- en afstroom binnen VMBO bovenbouw Aanleiding: Bij de invoering van het vernieuwde vmbo wordt door de vo-raad het duidelijke advies gegeven om zichtbaar te maken welke mogelijkheden

Nadere informatie

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Techniek: werken, leren en kiezen Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Achtergrond TP monitor Behoefte aan een feitelijk beeld van onderwijs & arbeidsmarkt bètatechniek & trends Set van indicatoren Cijfers

Nadere informatie

Regelingen voor voortgang en overgang tijdens de leerloopbaan. Inleiding

Regelingen voor voortgang en overgang tijdens de leerloopbaan. Inleiding Regelingen voor voortgang en overgang tijdens de leerloopbaan Inleiding Iedere leerling doorloopt de schoolperiode op zijn of haar eigen manier. Het proces van keuzes maken in leerniveau en uiteindelijk

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO

Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO ROA-R-2005/8 Robert de Vries Rolf van der Velden Researchcentrum

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

De route van havo naar mbo: uitweg of omweg?

De route van havo naar mbo: uitweg of omweg? De route van havo naar mbo: uitweg of omweg? Colofon Titel De route van havo naar mbo: uitweg of omweg? Auteurs Sandra van den Dungen, Anneke Westerhuis Datum April 2010 Projectnummer 30069.03 Ecbo s-hertogenbosch

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar

Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar 2015-2016 INHOUDSOPGAVE Samenvatting van de cijfers... 2 1 Inleiding... 3 2 Ontwikkeling aantal VSV ers... 4 2.1 VSV per onderwijsniveau...

Nadere informatie