J a a r v e r s l a g Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "J a a r v e r s l a g 2 0 0 8. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie"

Transcriptie

1 J a a r v e r s l a g Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

2 J a a r v e r s l a g Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie I n h o u d s o p g a v e Voorwoord 2 1. Inleiding: de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 4 2. Toetsingen in Aantallen Ontwikkelingen 8 3. Advisering Communicatie De Erkenningscommissie in internationaal perspectief Aanbevelingen Summary of the 2008 Annual Report of the Accreditation Panel for Behavioural Programmes 16 B i j l a g e n Bijlage 1: Instellingsbesluit 18 Bijlage 2: Overzicht functies en relevante nevenactiviteiten voorzitter en leden in Bijlage 3: Kwaliteitscriteria 24 Bijlage 4: Organisaties die gedragsinterventie bij de Erkenningscommissie kunnen indienen 25 Bijlage 5: Overzicht van alle tot en met 31 december 2008 beoordeelde gedragsinterventies 26 Bijlage 6: Beschrijving van alle tot en met 31 december 2008 erkende gedragsinterventies 27 Mei 2009

3 Vo o r w o o r d Bij deze treft u aan het vierde jaarverslag van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Het jaar 2008 was een druk en inspirerend jaar voor de Erkenningscommissie. Er werd achttien keer een gedragsinterventie ter beoordeling aangeboden. Dit heeft geleid tot vier erkende gedragsinterventies, twee gedragsinterventies voor volwassenen en twee gedragsinterventies voor jeugdigen. Verderop in dit jaarverslag kunt u lezen welke interventies dit zijn. De commissie constateert een lichte verbetering in de kwaliteit van de ingediende programmadesigns. Het aantal erkende programmadesigns is nog nooit zo groot geweest. En gemiddeld genomen voldoen de designs beter aan de toetsingscriteria. Toch zijn er voldoende redenen om niet genoegzaam achterover te leunen. Punten die nog steeds veel aandacht behoeven zijn bijvoorbeeld de wijze waarop de doelgroep voor de gedragsinterventie wordt geselecteerd, de inbedding van de gedragsinterventie in het totale behandelaanbod en de wijze waarop effectevaluaties worden ingericht. Daarnaast zal men de erkende gedragsinterventies moeten gaan uitvoeren. Dat stelt de betreffende organisaties voor nieuwe uitdagingen. De beschrijving van de criteria, zoals in 2005 vastgesteld, bleken bij de toepassing ervan door indieners en commissie op enkele punten ruimte te laten voor verschillen in interpretatie. Dit leidde tot onduidelijkheden bij ontwikkelaars van gedragsinterventies en de Erkenningscommissie. Daarom heeft de Erkenningscommissie in 2008 met inbreng van de betrokken beleidsdirecties en veldorganisaties de beschrijving van de criteria verhelderd. Er zijn twee adviezen afgeleverd. Een daarvan betrof de ontwikkelingvan het Landelijk Kader Instrumentarium Jeugdstrafrechtsketen. Daarnaast heeft zij een advies gegeven over YOUTURN, de basismethodiek die vanaf 1 januari 2008 binnen alle justitiële jeugdinrichtingen wordt ingevoerd. van de functies en nevenfuncties van de leden en het werken met uitgebreide verschoningsprocedures in geval belangenverstrengeling kan optreden spelen daarbij een essentiële rol. Dat draagt er toe bij dat de Erkenningscommissie geloofwaardig en acceptabel is voor alle partijen die met haar van doen hebben. Nieuw voor de Erkenningscommissie is dat jaarlijks enkele zittende leden zullen moeten plaatsmaken voor nieuwe leden. Hierdoor kan makkelijker worden ingespeeld op het veranderende aanbod van te beoordelen gedragsinterventies en blijft de commissie voortdurend kritisch op haar eigen functioneren en beoordelingsvermogen. In 2008 heeft de Erkenningscommissie een schema van aftreden voor haar leden opgesteld. Behoud van deskundigheid en vernieuwing waren daarvoor de basis. Als eerste heeft de Erkenningscommissie afscheid moeten nemen van mw. prof dr. C. Bijleveld. Mevrouw Bijleveld heeft veel voor de Erkenningscommissie betekend. Bij deze dank ik haar voor haar bijdrage. Ik ben verheugd te kunnen melden dat de heer prof. dr. R. Vermeiren in 2008 lid is geworden van de Erkenningscommissie. Als vanzelf zal de Erkenningscommissie in 2009 doorgaan met het beoordelen van gedragsinterventies. Daarnaast zal de nodige aandacht uitgaan naar de vraag hoe zij een bijdrage zal kunnen leveren aan de kwaliteitstoetsing in het veld van de forensische zorg. En, zoals reeds bij haar instelling bepaald, zal er een procesevaluatie van de erkenningsprocedure plaatsvinden. De Erkenningscommissie zal deze gelegenheid te baat nemen zichzelf te evalueren met als doel na te gaan of haar werkwijze aanpassing behoeft. Tot slot stelt de Erkenningscommissie zich ten doel in contact te blijven met de ontwikkelaars, indieners en uitvoerders van gedragsinterventies. Zij zal daartoe in het najaar van 2009 een conferentie organiseren. Bovendien staat er een aantal werkbezoeken bij aanbieders van gedragsinterventies op stapel. Rest mij tot slot de commissieleden en de medewerkers van het bureau hartelijk te bedanken voor hun inzet voor en betrokkenheid bij de Erkenningscommissie gedurende het afgelopen jaar. De Erkenningscommissie is een deskundige commissie, die het belangrijk vindt zichzelf voortdurend scherp te houden. Dat betekent onder meer dat zij profiteren wil van de lessen die soortgelijke commissies in het buitenland hebben geleerd. Op 23 oktober vond daarom op haar initiatief de eerste International Expertmeeting on the Accreditation of Behaviour Programmes for Offenders plaats. Er blijken veel punten van overeenstemming tussen de commissies te zijn. Zo lijken de meeste toetsingscriteria sterk op elkaar. Het is geruststellend om dit te constateren. Alle erkenningscommissies delen de ervaring, dat het implementatieen evaluatieproces dat volgt nadat een gedragsinterventie is erkend, uiterst kwetsbaar is. Een erkenning wordt nogal eens gezien als eindpunt, terwijl dit in feite niet meer is dan een eerste stap in de richting van het werken met evidence-based gedragsinterventies. Het is daarom noodzakelijk het proces na de erkenning te borgen. In dit jaarverslag wordt hierover een nadere aanbeveling gedaan. En natuurlijk zijn er ook verschillen tussen de commissies. De Nederlandse Erkenningscommissie lijkt bijvoorbeeld meer nog dan bij andere commissies het geval is, te hechten aan haar onafhankelijkheid ten opzichte van beleid en uitvoering. Het publiekelijk bekend maken Prof. dr. Willem van Tilburg Voorzitter 2 Jaarverslag Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 3

4 1. I n l e i d i n g D e E r k e n n i n g s c o m m i s s i e G e d r a g s i n t e r v e n t i e s J u s t i t i e De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie beoordeelt de kwaliteit van gedragsinterventies voor jeugdigen en volwassenen. Van goedgekeurde interventies mag worden verwacht dat zij recidive verminderen of voorkomen. Zo levert de Erkenningscommissie een bijdrage aan een veiliger Nederland. Onder een gedragsinterventie wordt verstaan een programmatisch en gestructureerd geheel van methodische handelingen gericht op het beïnvloeden van iemands gedrag of omstandigheden, met als doel het voorkomen van recidive. De Erkenningscommissie heeft naast het beoordelen van gedragsinterventies nog twee taken: het adviseren over de effectiviteit van gedragsinterventies aan de minister van Justitie en het communiceren over de activiteiten van de commissie (zie Bijlage 1, Instellingsbesluit). De commissie voert deze taken uit met een zo groot mogelijke zorgvuldigheid en deskundigheid. Zij neemt daarbij een onafhankelijke positie in: de commissie laat zich bij de beoordeling van gedragsinterventies slechts leiden door de haar gegeven kwaliteitscriteria, die zijn vastgesteld door het ministerie van Justitie (zie Bijlage 3, Kwaliteitscriteria). Inhoudelijke deskundigheid behoort tot de rolopvatting van de Erkenningscommissie. Met het oog hierop is in de Erkenningscommissie relevante wetenschappelijke kennis (bijvoorbeeld uit de criminologie, psychologie, pedagogiek, kinder- en jeugdpsychiatrie en onderzoeksmethodologie) samengebracht met kennis over de uitvoeringspraktijk. De voorzitter en leden participeren op persoonlijke titel. Met het oog op transparantie zijn de nevenactiviteiten in kaart gebracht en op de website opgenomen (zie Bijlage 2, Overzicht voorzitter en leden, functies en relevante nevenactiviteiten). Er is een verschoningsprocedure. Leden en medewerkers van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie: Bovenste rij, van links naar rechts: Prof. dr. Paul Emmelkamp, prof. dr. Robert Vermeiren, prof. dr. Pier Prins, prof. dr. Ruud Bullens, prof. dr. Guus van Heck, drs. Thijs van der Heijden MBA (hoofd bureau en secretaris) Onderste rij van links naar rechts; Mevr. Marianne Moene (beleidsmedewerker bureau), dr. Erik Bulten, prof. dr. Willem van Tilburg (voorzitter), drs. René Poort, dr. Leonieke Boendermaker (Niet op deze foto: prof. dr. Stefan Bogaerts, prof. dr. Jo Hermanns, prof. dr. Peter van der Laan) Een bureau ondersteunt de commissie bij het uitvoeren van haar taken. Daarnaast ondersteunt dit bureau de indienende organisaties bij het indienen van gedragsinterventies en informeert zij de minister van Justitie over de voortgang. De secretaris van de Erkenningscommissie is hoofd van het bureau. Het ministerie van Justitie heeft een aantal instellingen aangewezen die gedragsinterventies ter beoordeling aan de Erkenningscommissie kunnen indienen. Deze zijn in bijlage 4 opgenomen. In 2008 heeft de commissie achttien keer een gedragsinterventie beoordeeld. Zij heeft één adviesaanvraag gekregen. Ook heeft ze haar communicatietaak verder voortgezet. * In eerdere jaarverslagen wordt uitgebreider ingegaan op de taken en reikwijdte van de opdracht van de commissie: zie pagina Documenten. 4 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 5

5 2. To e t s i n g e n i n Aantallen De Erkenningscommissie kwam in 2008 vier keer bijeen, namelijk op 11 maart, 10 juni, 7 oktober en 9 december, om de ingediende interventies te beoordelen. Zij heeft in totaal achttien keer een verzoek voor toetsing ontvangen. Alle verzoeken zijn in behandeling genomen. Het betrof achttien interventies. Er werd zes keer een gedragsinterventie voor volwassenen en twaalf keer een gedragsinterventie voor jeugdigen aangeboden. Vier van de achttien gedragsinterventies kregen het oordeel Erkend. Zie tabel 1. Tabel 1 Interventies Doelgroep Gedragsinterventies die in Nieuwe Perspectieven Jeugdigen 2008 het oordeel Erkend Sociale Vaardigheden op Maat Jeugdigen kregen Arbeidsvaardigheden Volwassenen CoVa+ Volwassenen Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer (NPT): Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer biedt hulp voor jongeren na vrijheidsbeneming. Het werkt op vrijwillige óf gedwongen basis met jongeren van 16 tot en met 23 jaar van wie het delictgedrag samenhangt met antisociale denkpatronen, gedragsproblemen en vaardigheidstekorten. De terugkeer van de jongere uit een justitiële jeugdinrichting wordt door de interventiewerker intensief begeleid. Hij zet gedragsinterventies in de eigen context van de jongere in. De werkrelatie met de jongere is intensief, direct én doortastend. Het programma begint al als de jongere nog vastzit en duurt minimaal 9 maanden. Acht gedragsinterventies kregen het oordeel Voorlopig erkend. Zie tabel 2. Interventies Doelgroep Tabel 2 MTFC Jeugdigen Gedragsinterventies die in WSART Jeugdigen 2008 het oordeel Voorlopig Leren van Delict Jeugdigen erkend kregen In control! Jeugdigen Brains 4 Use Jeugdigen DGT Jeugdigen Werken aan je toekomst Jeugdigen Leefstijltraining (TVPM) Volwassenen Een programma krijgt de status Voorlopig erkend als deze in onvoldoende mate aan de kwaliteitscriteria voldoet. De Erkenningscommissie heeft er echter wel voldoende vertrouwen in dat een mogelijk effectieve interventie kan ontstaan, mits enkele noodzakelijke aanpassingen worden doorgevoerd. De status Voorlopig erkend is geldig voor een periode van twee jaar en kan niet worden verlengd. Afhankelijk van haar bevindingen bij herbeoordeling, kan de Erkenningscommissie het oordeel Erkend, Niet erkend, verdere uitwerking gewenst en Niet erkend geven. Zes gedragsinterventies kregen het oordeel Niet erkend, verdere uitwerking gewenst (drie), of het oordeel Niet erkend (drie). Zie tabel 3. Sociale Vaardigheden op Maat: De training is bedoeld voor jongeren van jaar met probleemgedrag dat o.a. voortkomt uit onvermogen tot zelfstandig en adequaat hanteren van lastige sociale situaties. De interventie biedt de mogelijkheid om, afhankelijk van de problematiek en het recidiverisico van de jongere, een algemene sociale vaardigheidstraining aan te bieden en/of een training gericht op conflicthantering en/of het vergroten van de assertiviteit. Er wordt gebruik gemaakt van een cognitieve gedragstherapeutische aanpak, waarbij extra aandacht is voor het motiveren, de cognities en geloof in eigen kunnen. De trainingen bestaan uit bijeenkomsten. Interventies Doelgroep Tabel 3 FFT Jeugdigen Gedragsinterventies die MDFT Jeugdigen in 2008 het oordeel Out of the Circle Jeugdigen Niet erkend, verdere IKJIJWIJ Volwassenen uitwerking gewenst of Korte leefstijltraining Volwassenen Niet erkend kregen ART-W Volwassenen Arbeidsvaardigheden (ArVa): Het doel van de gedragsinterventie Arbeidsvaardigheden is om volwassen justitiabelen inzicht te geven en vaardigheden te leren waarmee ze (beter) in staat zijn werk te krijgen en te houden. De training bestaat uit drie modules die in totaal 22 sessies van twee uur omvatten. De eerste module Kiezen voor werk is gericht op arbeidsmotivatie en het krijgen van een realistisch beeld over de arbeidsmarkt. In de tweede module Kunnen werken worden vaardigheden aangeleerd voor het krijgen en behouden van werk. In de derde module Werk zoeken wordt informatie gegeven over instanties en wordt geoefend met het gebruiken van zoekkanalen. Training voor Cognitieve Vaardigheden plus (CoVa+): De CoVa+ is gericht op het aanpassen van cognitieve disfuncties bij justitiabelen met een intelligentieniveau tussen een IQ van 70 en 90. Kern van de aanpak is de sociale probleemoplossing, aangevuld met elementen van angermanagement, cognitieve herwaardering, assertiviteitstraining en emotieherkenning. De training bestaat uit 36 groepsbijeenkomsten van 1,5 uur. De Korte leefstijltraining en de ART-W verloren bij herbeoordeling de status Voorlopig erkend. De Erkenningscommissie moest bij deze twee interventies constateren dat de aangebrachte verbeteringen onvoldoende waren om tot een erkenning over te gaan. Dit is een nieuw fenomeen in de drie jaar dat de Erkenningscommissie functioneert. Van de achttien interventies werden acht gedragsinterventies voor de eerste keer ter beoordeling aangeboden. Vier daarvan kregen het oordeel Voorlopig erkend en vier het oordeel Niet erkend, verdere uitwerking gewenst (één) of Niet erkend (drie). De overige tien gedragsinterventies betroffen herbeoordelingen: Twee kregen daarom het oordeel Niet erkend, verdere uitwerking gewenst, vier het oordeel Voorlopig erkend en vier het oordeel Erkend. Zie tabel 4 op pagina 8. 6 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 7

6 Tabel 4 Aantallen eerste beoordelingen / herbeoordelingen en uitkomsten in 2008 Eerste beoordeling / Aantal Erkend Voorlopig erkend Niet erkend, verdere Niet erkend Herbeoordeling uitwerking gewenst Eerste beoordeling Herbeoordeling In bijlage 5 staat een totaaloverzicht van alle tot en met 31 december 2008 beoordeelde gedragsinterventies. Bijlage 6 bevat een korte beschrijving van alle interventies die tot en met 31 december 2008 het oordeel Erkend hebben gekregen. 2.2 Ontwikkelingen De commissie constateert een lichte verbetering in de kwaliteit van de ingediende programmadesigns. Bedroeg de gemiddelde score over alle beoordeelde gedragsinterventies in 2007 iets meer dan twaalf punten, in 2008 was dit getal een fractie hoger dan dertien punten (er kunnen 0, 1 of 2 punten per criterium worden behaald. Er zijn 10 criteria. Dit betekent dat in totaal 20 punten per programmadesign worden behaald). De theoretische onderbouwing (criterium 1), en de onderbouwing van de fasering, duur en intensiteit (criterium 6) en het stramien van vaardigheden (criterium 5) is in veel gevallen onvoldoende. Zoals hierboven al werd aangegeven, constateerde de Erkenningscommissie een verbetering op criterium 10 (Evaluatie). Vier van de in totaal achttien beoordeelde gedragsinterventies behaalde de volle score op dit punt. In 2007 bedroeg dit aantal twee, terwijl dat jaar slechts dertien gedragsinterventies werden beoordeeld. Ondanks deze gunstige ontwikkeling blijft de kwaliteit van de plannen waarmee na erkenning en implementatie het effectonderzoek moet worden uitgevoerd een punt van zorg. Dit effectonderzoek is namelijk een voorwaarde om op termijn tot een evidence-based werkwijze te komen. Van de vijf erkende gedragsinterventies scoorden vier gedragsinterventies één punt op dit criterium, hetgeen betekent dat de Erkenningscommissie de nodige onvolkomenheden in de onderzoeksplannen constateerde. Hierdoor bestaat het risico dat de gegevens die uit de effectevaluaties naar voren zullen komen niet altijd betrouwbaar zijn. Het advies van de Erkenningscommissie is daarom om deze onvolkomenheden in de evaluatieplannen te repareren, alvorens tot de feitelijke evaluatie over te gaan. Deze kwaliteitsverbetering heeft voor een deel te maken met het feit dat in 2008 meer gedragsinterventies werden herbeoordeeld dan in 2007, waarbij de gedragsinterventies duidelijk verbeterd waren. De commissie trekt daaruit de conclusie dat het werken met verschillende niveaus van oordelen (Erkend, Voorlopig erkend, Niet erkend verdere uitwerking gewenst en Niet erkend) de ontwikkelaars aanzet tot het verbeteren van de designs van gedragsinterventies. De grootste verbeteringen deden zich voor op criterium 9 (Programma-integriteit) en criterium 10 (Evaluatie). Evenals in 2007, was de score het laagst op criterium 4 (Effectieve behandelmethoden). Hiermee komt tot uitdrukking dat er op dit moment nauwelijks empirische evidentie aanwezig is voor de effectiviteit van de in Nederland uitgevoerde gedragsinterventies. Alhoewel sprake is van een lichte verbetering ten opzichte van voorgaande jaren op het gebied van de selectie van justitiabelen voor de interventie (criterium 2), constateert de commissie nog steeds ernstige tekortkomingen op dit punt. Zo blijven de validiteit en de betrouwbaarheid van gebruikte instrumenten veelal onduidelijk. De gehanteerde afbreekwaarden voor wel of geen deelname zijn vaak onhelder. Met betrekking tot de continuïteit (criterium 8) trad een lichte verslechtering ten opzichte van vorige jaren op. Er is wel aandacht is voor ( volgtijdelijke ) continuïteit voor zover sprake is van de overdracht van justitiabelen van de strafinstellingen naar het ambulante werk, maar er zijn erg weinig interventies die inhoudelijk doorlopen van strafinrichting naar de eigen leefsituatie. Er is dus wel zorgcontinuïteit, maar het ontbreekt vaak aan interventiecontinuïteit. Het lijkt alsof iedere werksoort voornamelijk zijn eigen type interventies uitvoert. Justitiabelen hebben waarschijnlijk veel meer aan een interventie als die niet alleen hun persoonlijk functioneren ( tussen de oren ) verandert maar hen ook leert dit in de gewone wereld toe te passen en daar de sociale context bij te betrekken. Verheldering kwaliteitscriteria Zowel voor de indieners als voor de Erkenningscommissie is het van belang dat de kwaliteitscriteria helder en éénduidig zijn. Dat maakt het voor de indiener mogelijk om de criteria goed toe te passen bij het beschrijven van interventies. Voor de commissie is het nodig om consistent te kunnen beoordelen. De beschrijving van de criteria, zoals in 2005 vastgesteld, bleken bij de toepassing ervan door indieners en commissie op enkele punten ruimte over te laten voor verschillen in interpretatie. Daarnaast stonden elementen niet altijd op een logische plek in de beschrijving. Tot slot werden dezelfde elementen bij meerdere criteria genoemd. Dit leidde tot onduidelijkheden bij ontwikkelaars van gedragsinterventies en de Erkenningscommissie. Daarom was al in 2007 gestart met een doorlichting van de tekst door de leden van de commissie samen met de medewerkers van het bureau van de Erkenningscommissie. Vervolgens is de beschrijving van de criteria vergeleken met een aantal beoordelingen die de commissie heeft gemaakt van gedragsinterventies. Zo kon worden geanalyseerd welke operationaliseringen de commissie had gemaakt van (elementen van) kwaliteitscriteria, en of dit tot nadere explicitering van de tekst moest leiden. Hierna is gecontroleerd of de aangepaste beschrijving van de Nederlandse criteria niet afweek van internationale standaarden. De Erkenningscommissie heeft de aangepaste beschrijving vergeleken met de beschrijving van de criteria zoals die door de Engelse Erkenningscommissie (the Correctional Services Accreditation Panel) wordt gehanteerd. Tot slot is de tekst voorgelegd aan enkele deskundigen die ruime ervaring hebben met het ontwikkelen en beschrijven van gedragsinterventies voor het jeugdveld en het volwas-senen veld, om te toetsen of de tekstuele aanpassingen daadwerkelijk hebben geleid tot een heldere, meer eenduidige en beter bruikbare beschrijving van de criteria. Hun opmerkingen zijn verwerkt. Sinds de bijeenkomst in december 2008 beoordeelt de Erkenningscommissie de gedragsinterventies aan de nieuwe beschrijving van de criteria. De indieners zijn ruim op tijd op de hoogte gesteld van de nieuwe beschrijving van de criteria, zodat men daar rekening kon houden bij de verzoeken voor beoordeling. 8 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

7 3. A d v i s e r i n g 4. C o m m u n i c a t i e In februari 2008 heeft de Erkenningscommissie een advies uitgebracht aan het Ministerie van Justitie over het Landelijk Kader Instrumentarium Jeugdstrafrecht. In dit advies gaat de Erkenningscommissie in op de aansluiting van de in het Landelijk Kader gehanteerde criteria bij de door de Erkenningscommissie gehanteerde criteria voor selectie, de voorstellen voor het aanpassen of ontwerpen van één of meer standaardinstrumenten waarmee voor jongeren indicaties voor gedragsinterventies gesteld kunnen worden en het initiatief om te komen tot een landelijk kader alsmede de daarbij gekozen benadering. Vanaf 1 januari 2009 gaan de justitiële jeugdinrichtingen werken volgens één vaste basismethodiek, YOUTURN genaamd. De Erkenningscommissie heeft aangegeven dit een goede ontwikkeling te vinden. Wel wees zij op enkele risico's die gepaard gaan met de gekozen invulling van deze basismethodiek. Het communicatieplan, waarin de communicatietaak van de Erkenningscommissie is uitgewerkt, werd in 2006 vastgesteld. Sindsdien is verdere uitvoering gegeven aan dit plan. De belangrijkste communicatiemiddelen die de commissie tot haar beschikking heeft zijn: Beoordelingsbrieven aan indieners: Organisaties die een gedragsinterventie hebben ingediend bij de Erkenningscommissie krijgen per brief een terugkoppeling van de beoordeling door de commissie. In 2008 heeft de commissie de lijn voortgezet dat zij in deze brieven haar beoordelingen uitvoerig toelicht. De commissie geeft aan waar de beschrijving voldoende op scoort en waar de interventie, naar haar oordeel, nog onduidelijkheden bevat of twijfels over bestaan. Deze informatie kunnen de ontwikkelaars en indieners gebruiken om de gedragsinterventies te verbeteren. In december 2008 heeft de Erkenningscommissie van het Ministerie van Justitie het verzoek gekregen advies uit te brengen over mogelijk onwenselijke en/of onnodige overlap en dubbelingen van typen interventies voor jeugdigen. De commissie waardeert het streven om orde aan te brengen in het aanbod van gedragsinterventies en stelt het op prijs hierover advies te geven, ook gezien het feit dat het verzoek mede zijn aanleiding vindt in de aanbeveling van de commissie (in haar jaarverslagen 2006 en 2007) om niet de instellingen en organisaties, maar de kenmerken van doelgroepen als uitgangspunt te nemen voor gedragsinterventies. Het advies, dat aan het eind van het verslagjaar nog niet afgerond was, zal tegen deze achtergrond worden opgesteld. Een digitale nieuwsbrief: Deze verschijnt vier keer per jaar. De nieuwsbrief bevat voornamelijk informatie over uitkomsten van beoordelingen en welke interventies zijn erkend en voorlopig erkend. In 2008 meldden zich ongeveer 120 nieuwe personen aan voor de nieuwsbrief. Het totaal aantal aangemelde personen bedraagt eind 2008 ruim 490. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via de website van de Erkenningscommissie (pagina Nieuwsbrief). Een internetsite: Belangrijkste onderdeel van deze pagina is een overzicht van de interventies die door de Erkenningscommissie het oordeel Erkend en het oordeel Voorlopig erkend hebben gekregen. Er wordt beknopte informatie verstrekt over deze interventies, evenals contactgegevens voor meer informatie. In 2008 is ook een aantal onderzoeksartikelen aan de website toegevoegd over effectstudies, meta-analyses en reviews over de effectiviteit van gedragsinterventies. Deze zijn te vinden op de pagina Documenten. Ook in 2008 heeft de commissie zich op diverse nationale en internationale bijeenkomsten gepresenteerd: - La Conference Européenne de la Probation in Neuchâtel (maart) - Studenten van de Universiteit van Amsterdam (mei) - Congres voor de jeugdzorg (mei) - NSCR (september) - The Efcap 10th Anniversary Congress on Mental Health, Juvenile Delinquency and Juvenile Justice in Amsterdam (oktober) - HALT-Nederland (november). - Presentatie voor The Australian State in Attorney-General and Minister of Justice, The Honorable Mr. John Hatzistergos te Den Haag (december). 10 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 11

8 5. D e E r k e n n i n g s c o m m i s s i e i n i n t e r n a t i o n a a l p e r s p e c t i e f Op 23 oktober vond op initiatief van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie de eerste International Expertmeeting on the Accreditation of Behaviour Programmes for Offenders plaats. Canada, Denemarken, Engeland en Wales, Finland, Noorwegen, Schotland, Zweden en Nederland hadden leden, voorzitters en medewerkers afgevaardigd naar de expertmeeting. De expertmeeting werd voorgezeten door Richard Harding, voormalig Inspector of Custodial Services van Australië en tegenwoordig werkzaam bij de University of Western Australia, Centre for Law and Public Policy. Het feit dat alle bestaande justitiële erkenningscommissies vertegenwoordigd waren, maakte de expertmeeting tot een bijzondere ontmoeting. De bijeenkomst is een goede start voor internationale kennisuitwisseling op het gebied van (effectiviteit van) justitiële gedragsinterventies en het werken met erkenningspanels voor justitiële gedragsinterventies. De expertmeeting ging vooraf aan een onderzoek onder alle panels waarbij allerlei aspecten rond de procedures, organisatie, taak en dergelijke geïnventariseerd zijn. Uitwisseling van ervaringen Doel van de expertmeeting was het uitwisselen van ervaringen met het beoordelen van gedragsinterventies en het bespreken van de dilemma s die daarbij komen kijken. De deelnemers spraken met elkaar over vier hoofdonderwerpen: kwaliteitscriteria, site accreditation, de samenstelling en organisatie van panels en de beoordelingsdomeinen waarop de panels zich richten. Per hoofdonderwerp zijn hieronder enkele algemene bevindingen vermeld. Kwaliteitscriteria Engeland en Wales hebben bij de start van de erkenningscommissie een set van tien criteria vastgesteld aan de hand waarvan gedragsinterventies worden beoordeeld. De criteria zijn gebaseerd op de What Worksliteratuur. De andere panels, zoals het Nederlandse panel, hebben deze set overgenomen. In sommige landen zijn de criteria enigszins aangepast of uitgebreid met andere criteria (vaak gericht op de uitvoering van interventies). De criteria worden allemaal even belangrijk gevonden. Er lijkt geen reden te bestaan om sommige criteria zwaarder te wegen dan andere. Uit de discussie bleek dat de set van tien behoorlijk compleet gevonden wordt. Opmerkelijk was dat Denemarken een criterium had toegevoegd dat de ethische aspecten toetst van de behandeling van deelnemers aan de interventies. Site accreditation Alle erkenningscommissies voeren program accreditation uit: de accreditering van programmadesigns van gedragsinterventies. De vraag was of panels ook site accreditation zouden moeten uitvoeren: het beoordelen van de wijze waarop gedragsinterventies worden uitgevoerd in de praktijk. Want een programmadesign kan nog zo goed in elkaar zitten en onderbouwd zijn, een Deelnemers aan de International Expertmeeting on the Accreditation of slechte uitvoering kan de effectiviteit ervan behoorlijk bedreigen. Men was het erover eens dat Behaviour Programmes for Offenders, 23 oktober 2008 site accreditation weliswaar heel belangrijk is, maar géén taak van een panel kan zijn. Panels moeten wel aandacht vragen voor het belang van de integere uitvoering van gedragsinterventies en de controle daarop. De ervaring leert namelijk dat de erkenning van een gedragsinterventies vaker als eindpunt dan als beginpunt van een complex en langdurig proces wordt beschouwd. Samenstelling en organisatie van panels Algemeen werd gevonden dat de deskundigheid van en daarmee het vertrouwen in een panel vergroot wordt door een meer diverse samenstelling van het panel. Ook is het belangrijk om zoveel mogelijk relevante disciplines, zowel wetenschappelijk als uit de uitvoeringspraktijk, in een panel te hebben voor een optimale kwaliteit van de beoordeling. Panels moeten wel opletten dat ze niet tegelijkertijd toetser and adviseur zijn: als een panel adviseert over een interventie kan het moeilijk dezelfde interventie beoordelen. Het lijkt soms lastig om deze rollen goed te scheiden. De verleiding is soms groot om indieners te helpen bij het ontwikkelen van gedragsinterventies. Een andere algemene bevinding was no accreditation without evaluation : het verzamelen van wetenschappelijke evidentie over de werking van gedragsinterventies is onmisbaar. Tegelijk werd daar ook een groot risico geconstateerd: vaak ontbreken onderzoeksgelden of worden eens toegezegde onderzoeksgelden voor andere doelen gebruikt. Erkenningscommissies moeten dan hun invloed aanwenden om het onderzoek alsnog uitgevoerd te krijgen. De gedachte werd geopperd om cross country -onderzoek naar interventies te stimuleren of via de EU onderzoek van de grond te krijgen. Ook werd voorgesteld een internetsite op te richten met daarop bijvoorbeeld overzichten van erkende gedragsinterventies en mogelijkheden voor kennisuitwisseling. Beoordelingsdomeinen Alle erkenningscommissies richten zich op de beoordeling van gedragsinterventies voor volwassenen, en enkele ook op interventies voor de jeugd. Uitgebreid werd gesproken over de vraag of de beoordelingsdomeinen van de panels vergroot kunnen of moeten worden. Het idee om de scope uit te breiden werd gesteund, bijvoorbeeld de accreditatie van een systeem in plaats van een interventie. Daar is in Engeland enige ervaring mee opgedaan. De erkenningscommissie in Schotland houdt zich bezig met het beoordelen van zogenaamde approved activities. Approved activities zijn allerlei activiteiten die niet primair gericht zijn op het verminderen van recidive, maar die wel heel nuttig zijn voor een terugkeer in de samenleving, zoals het leren lezen en schrijven of het leren van een vak. Panels zouden zich ook kunnen richten op het adviseren van beleid. Er is immers veel kennis aanwezig, en het zou zonde zijn om deze kennis niet te gebruiken. Vervolg Alle bevindingen uit de expertmeeting worden neergelegd in een Guide. Deze is bestemd voor managers, beleidsmakers, onderzoekers en leden/medewerkers van erkenningscommissies. De Guide zal naar verwachting in de loop van 2009 verschijnen (onder andere te downloaden via de website van de Erkenningscommissie: Op dezelfde website staat ook een uitgebreider verslag van de expertmeeting. Gezien de brede belangstelling van andere, Nederlandse organisaties voor de expertmeeting, zal een vervolgbijeenkomst worden georganiseerd in Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 13

9 6. A a n b e v e l i n g e n 6.1 Aandacht voor implementatie en evaluatie van erkende gedragsinterventies Evenals in het vorige jaarverslag, vraagt de Erkenningscommissie aandacht voor het gegeven dat een erkenning een belangrijke, maar niet meer dan een eerste stap is in de richting van werken met evidence-based gedragsinterventies. Uit de internationale expertmeeting die de Erkenningscommissie in het najaar van 2008 heeft georganiseerd, komt naar voren dat in sommige landen erkende gedragsinterventies niet of gebrekkig worden geïmplementeerd en dat de effectevaluaties achterwegen blijven. Men moet dan na verloop van jaren tot de teleurstellende conclusie komen dat het instellen van de erkenningscommissie niet heeft opgeleverd wat men er oorspronkelijk van verwachtte, namelijk een verzameling van geïmplementeerde, theoretische onderbouwde en effectief gebleken gedragsinterventies. Laten we in Nederland van deze ervaringen leren! Knelpunten in de implementatie kunnen worden voorkomen als reeds bij de ontwikkeling van gedragsinterventies wordt nagedacht over de uitvoerbaarheid van de interventie. Want wat is het nut van een theoretisch goed onderbouwd design, als deze in de praktijk niet of slecht uitvoerbaar blijkt te zijn, bijvoorbeeld omdat het afnemen van de benodigde risicotaxatie instrumenten te veel tijd in beslag neemt? Of omdat door allerlei praktische omstandigheden (zoals reisafstand) te weinig justitiabelen instromen in een ambulante groepstherapie of veel deelnemers voortijdig uitvallen? Daarnaast is het proces dat begint nadat een gedragsinterventie het oordeel Erkend heeft gekregen relevant. Zijn de voorwaarden voor implementatie en evaluatie aanwezig op het moment dat een gedragsinterventie in uitvoering wordt genomen? Belangrijk is om zeker te stellen dat de condities voor het werken met evidence-based gedragsinterventies aanwezig zijn, zowel bij de ontwikkeling als bij de uitvoering en evaluatie van gedragsinterventies. Het werken met financiële prikkels, zoals de financiering van de uitvoering van alleen erkende gedragsinterventies, is daarbij een noodzakelijke voorwaarde, maar zal op zichzelf waarschijnlijk onvoldoende zijn. Het gaat er ook om dat medewerkers en leidinggevenden het belang van evidence-based werken inzien en dat zij er kennis over hebben. Ideaal is als ontwikkeling, uitvoering en wetenschap dichter bij elkaar komen te staan. Bijvoorbeeld door relaties tussen veldorganisaties en wetenschappelijke organisaties te stimuleren en de uitvoeringspraktijk beter te betrekken bij de ontwikkeling en evaluatie van gedragsinterventies. Hier en daar worden reeds initiatieven in deze richting ontplooid. De Erkenningscommissie is van mening dat deze ontwikkeling moet worden verbreed en gestimuleerd. Het is in dit verband bemoedigend te constateren dat - blijkens de expertmeeting kwaliteitszorgsysteem en monitoring van gedragsinterventies voor jeugdige delinquenten er door beleidmakers en veldorganisaties wordt nagedacht over de vraag hoe het vervolg op een erkenning het best kan worden vormgegeven. Deze bijeenkomst zal in het jaar 2009 een vervolg krijgen. De Erkenningscommissie wil graag actief bijdragen aan deze belangrijke ontwikkeling. 6.2 Bouw meer kennis op over de doelgroep De Erkenningscommissie vraagt aandacht voor het uitgangspunt om bij de keuze van aan te bieden gedragsinterventies de kenmerken van de doelgroepen als uitgangspunt te nemen en niet alleen uit te gaan van het bestaande aanbod van gedragsinterventies. Dit veronderstelt dat de doelgroep landelijk in kaart wordt gebracht, zowel kwalitatief als kwantitatief. Daarbij zal niet alleen gekeken moeten worden naar de aard en de omvang van het delictgedrag en de criminogene en protectieve factoren (dat gebeurt al in meerdere of mindere mate), maar ook naar de recidiverisico s en naar de persoonsfactoren die betrekking hebben op de responsiviteit (zoals leeftijd, geslacht, leerstijlen, intelligentie, etniciteit). Op basis van deze inzichten kan vervolgens gekomen worden tot een dekkend aanbod van gedragsinterventies. Het huidige kabinet staat een persoonsgerichte aanpak voor. Dit betekent dat de kenmerken van de doelgroep leidend zijn bij het stellen van prioriteiten ten aanzien van de te ontwikkelen gedragsinterventies. Het initiatief uit het jeugdveld om niet meer de individuele instelling of organisatie als vertrekpunt te nemen maar te werken aan een landelijk palet van jeugdinterventies is goed. De inhoud van dit palet zal echter wel moeten zijn gefundeerd op gedegen kennis van de doelgroepen. De Erkenningscommissie beveelt aan om onderzoek hiernaar te stimuleren. 6.3 Eerdere aanbevelingen nog steeds belangrijk Ontwikkel meer kennis over meisjescriminaliteit De Erkenningscommissie heeft tot twee keer toe een gedragsinterventie beoordeeld die was gericht op het terugdringen van het delictgedrag onder meisjes. Deze gedragsinterventie is niet erkend door de commissie. De commissie constateert dat er weinig wetenschappelijke gefundeerde kennis bestaat om aparte gedragsinterventies voor meisjes op te baseren. Zij beveelt daarom aan om wetenschappelijk onderzoek naar het ontstaan van meisjescriminaliteit te stimuleren. Daarnaast vindt zij het wenselijk om te onderzoeken of - gezien de specifieke kenmerken van de doelgroep - meisjesspecifieke gedragsinterventies gerechtvaardigd zijn. Stimuleer innovatie In eerdere jaarverslagen werd erop gewezen dat de meeste van de aangeboden gedragsinterventies voor een belangrijk deel gebaseerd zijn op cognitief gedragsmatige uitgangspunten. Dit is begrijpelijk aangezien het meeste effectonderzoek betrekking heeft op cognitieve gedragstherapieën en de resultaten van dit onderzoek veelbelovend zijn. Omdat er zo weinig bekend is over de werking van andersoortige gedragsinterventies, zal men minder geneigd zijn deze gedragsinterventies te ontwikkelen, toe te passen en vervolgens te evalueren. Zo dreigt er een tamelijk eenzijdige, zichzelf versterkende focus te ontstaan op de inzet van cognitieve gedragstherapieën. Hierdoor verdwijnen alternatieve aanpakken buiten beeld of worden niet voldoende uitgewerkt. De Erkenningscommissie blijft daarom aandacht vragen voor stimuleren van onderzoek naar gedragsinterventies die niet (uitsluitend) zijn gebaseerd op cognitief gedragstherapeutische uitgangspunten. 14 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 15

10 7. Summary of the 2008 Annual Report of the Accreditation Panel for Behavioural Programmes B i j l a g e n The Accreditation Panel for Behavioural Programmes, set up on 30 August 2005, assesses the quality of behavioural programmes for juvenile and adult offenders. Once accredited, behavioural programmes may be expected to reduce or prevent recidivism. In this way, the Panel makes a contribution towards creating a safer society in the Netherlands. In addition to its assessments of behavioural programmes, the Panel also advises the Minister of Justice on the effectiveness of behavioural programmes, and it communicates about the Panel s activities. In carrying out its tasks, the Panel takes an independent position: when assessing behavioural programmes, it merely uses the quality criteria imposed by the Ministry of Justice as its guideline. In 2008, the Panel was asked eighteen times to assess a behavioural programme, three times more than in Four behavioural programmes have been fully accredited: two for adults and two for juveniles. The first one is the New Prospects upon Return training, which offers help to juveniles whose criminal behaviour is linked to anti-social thinking patterns, behavioural problems and lack of skills to return to society. The second programme, Employment Skills, is aimed at making adult offenders better understand how to get and keep a job, and teaches them the skills to achieve this. The third accredited programme is a training course in social skills and/or conflict management for juvenile offenders aged between 14 and 21. The fourth accredited behavioural programme focuses on adjusting cognitive dysfunctions in adult offenders with an IQ between 70 and 90; in this programme, social problem-solving is the core of the approach used. In 2008, the Accreditation Panel issued recommendations on the development of the Juvenile Justice System Tools Framework (Kader Instrumentarium Jeugdstrafrechtsketen) and YOUTURN, a basic method which has been rolled out in all institutions for juvenile offenders since 1 January On 23 October 2008, the first International Expert Meeting on the Accreditation of Behavioural Programmes for Offenders took place at the initiative of the Accreditation Panel. During that meeting, representatives of similar panels from other countries exchanged ideas. Those panels proved to have a lot in common, such as the testing criteria. All panels also shared the opinion that the implementation and evaluation process - which occurs after a behavioural programme has been accredited - is vulnerable. Accreditation is often considered the final destination, whereas it is no more than an initial step towards working with evidence-based behavioural programmes. Differences between the panels primarily had to do with administrative differences in the various countries. For example, the Dutch Accreditation Panel seemed to attach more value to its independence in respect of policy and implementation than other panels. In this annual report, the Panel will make a number of recommendations, such as its emphasis on the importance of more attention for the implementation and evaluation phase once the intervention programme has been accredited, and a more effective identification of the target groups. Moreover, it still believes that recommendations made previously, such as developing more know-how on criminality among girls and promoting innovation, are still important. In 2009, the Accreditation Panel will also focus attention on the issue of how it can contribute towards quality assessment in the field of forensic care, and it will organize a conference in the autumn with people developing behavioural intervention programmes, those requesting such programmes and those working to carry out such programmes. 16 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 17

11 B i j l a g e 1 Artikel 7 1. De leden van de Commissie worden op eigen aanvraag door de Minister ontslagen. 2. De leden kunnen voorts door de Minister worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden. Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, Staatscourant van 21 oktober 2005 De Minister van Justitie, Besluit: Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: de Minister: de Minister van Justitie; De Commissie: de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Artikel 8 1. De Commissie heeft een secretaris. 2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de Commissie. 3. Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd. 4. De secretaris en de andere medewerkers zijn geen lid van de Commissie. 5. De Minister benoemt, bevordert, schorst en ontslaat, na overleg met de voorzitter van de Commissie, de secretaris, en, na overleg met de secretaris, de andere medewerkers. 6. De Minister draagt, na overleg met de Commissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Commissie. Artikel 2 Er is een Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Artikel 3 De Commissie heeft tot taak te beoordelen of gedragsinterventies kunnen leiden tot vermindering of het voorkomen van recidive van de deelnemers, te adviseren aan de Minister over de effectiviteit van gedragsinterventies en te communiceren over haar activiteiten. Artikel 4 1. De Commissie heeft een voorzitter en ten hoogste elf overige leden. 2. De voorzitter en de overige leden worden door de commissie gehoord, door de Minister benoemd. 3. De benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste drie jaren. Herbenoeming kan eenmaal en voor ten hoogste drie jaren aansluitend plaatsvinden. Artikel 5 1. De leden van de Commissie worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de in artikel 3 genoemde taken. 2. Van de Commissie maken in ieder geval deel uit: a. deskundigen op het gebied van gedragswetenschappen; b. deskundigen op het gebied van de uitvoeringspraktijk; Artikel 9 1. De Commissie stelt een reglement vast. Dit bevat in ieder geval regels over werkwijzen en procedures met het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van de in artikel 3 genoemde taken. 2. Het reglement alsmede elke wijziging daarvan wordt zo spoedig mogelijk gezonden aan de Minister en behoeft diens goedkeuring. Artikel 10 De Commissie kan zich op onderdelen van haar taak laten bijstaan door personen van zowel binnen als buiten de overheid, van wie de deskundige inbreng van belang kan zijn in verband met de zorgvuldige voorbereiding en totstandkoming van de beoordeling van gedragsinterventies. Artikel 11 De Commissie stelt jaarlijks voor 1 april een verslag op van de werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Het verslag wordt aan de Minister toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 12 Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Artikel 6 Met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit worden als leden van de Commissie benoemd: a. Mw. dr. G.H.M.M. ten Horn (voorzitter); g. Prof. dr. P.M.G. Emmelkamp; b. Mw. prof. dr. mr. C.C.J.H. Bijleveld; h. Prof. dr. G.L. van Heck; c. Mw. Dr. L. Boendermaker; i. Prof. dr. J. Hermanns; d. Dr. S. Bogaerts; j. Prof. dr. P.H. van der Laan; e. Prof. dr. R. Bullens; k. Drs. R.M. Poort; f. Dr. B.H. Bulten; l. Prof. dr. P.J.M. Prins. Artikel 13 Dit besluit treedt met ingang van 1 september 2005 in werking. Dit besluit en de bijbehorende toelichting zullen worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant. Den Haag, 12 oktober De Minister van Justitie, J.P.H. Donner. 18 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 19

12 Toelichting Justitie levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door onder andere vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen uit te voeren. Een van de doelen daarbij is om te voorkomen dat een dader na terugkeer in de samenleving terugvalt in crimineel gedrag. Bij minderjarigen geldt bovendien de eis dat de vrijheidsstraf en de vrijheidsbenemende maatregel dienen bij te dragen aan de opvoeding van de jeugdige. De recidive van gedetineerden is hoog. Gedragsinterventies moeten die recidive verminderen. Een (justitiële) gedragsinterventie is gericht op het beïnvloeden van iemands gedrag om ondermeer recidive te voorkomen. Gedragsinterventies kunnen worden aangeboden als voorwaarde of als onderdeel van de strafrechtelijke sanctie of maatregel. De interventies kunnen zowel binnen een instelling (intramuraal) of buiten een instelling (extramuraal) worden uitgevoerd. Om de kwaliteit van intramurale en extramurale gedragsinterventies te kunnen vaststellen, wordt de rkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie ingesteld. Deze commissie heeft de opdracht te beoordelen of gedragsinterventies (kunnen) leiden tot vermindering of het voorkomen van recidive van zowel meerderjarigen als minderjarigen. De taken van de Erkenningscommissie zijn omschreven in artikel 3 van deze regeling. Om te kunnen beoordelen of gedragsinterventies veelbelovend zijn, heeft het ministerie van Justitie kwaliteitscriteria opgesteld. De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie maakt gebruik van deze criteria bij het beoordelen van voorgelegde gedragsinterventies. De beoordelingen van de commissie zullen leiden tot een lijst van gedragsinterventies, waarvan verwacht mag worden dat de toepassing daarvan de recidive vermindert. De inhoudelijke en wetenschappelijke onderbouwing van die oordelen zal er toe bijdragen dat organisaties die zijn belast met de uitvoering van gedragsinterventies hun werk kunnen verbeteren. Bij de samenstelling van de commissie is rekening gehouden met de hiervoor noodzakelijke deskundigheid. De commissie is onafhankelijk. De leden worden op grond van hun wetenschappelijke kennis en/of kennis van de uitvoeringspraktijk op persoonlijke titel benoemd. De positief beoordeelde gedragsinterventies worden gepubliceerd in de jaarverslagen van de Erkenningscommissie. Daarnaast publiceert de commissie tussentijdse rapportages op een website. De commissie zal voorts de Minister kunnen adviseren over de uitvoeringsen toepassingsaspecten van de criteria. De Erkenningscommissie zal drie tot vier keer per jaar bijeenkomen. De commissie zal worden ondersteund door een Bureau Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Het hoofd van het Bureau treedt op als secretaris van de Erkenningscommissie en is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de algehele coördinatie van de indiening en behandeling van de aanvragen voor erkenning en de rapportages die daaruit voortvloeien. De Minister van Justitie, J.P.H. Donner Overzicht functies en nevenactiviteiten voorzitter en leden van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie in Doel van dit overzicht is om inzicht te geven in de functies die voorzitter en leden bekleden en andere materiële en niet-materiële belangen die zij hebben (in dit overzicht aangeduid als nevenactiviteiten ) die relevant kunnen zijn voor het werk van de commissie. Voorzitter Prof. dr.w. (Willem) van Tilburg, emeritus hoogleraar klinische psychiatrie (VU medisch centrum te Amsterdam), en tot 2007 eerste geneeskundige van de instelling GGZ Buitenamstel. - Voorzitter van de werkgroep richtlijnontwikkeling multidisciplinaire richtlijn huiselijk geweld van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en het Trimbos-instituut. - Voorzitter van de richtlijnencommissie voor de toepassing van dwang in de psychiatrie van de Nederlandse Vereniging Psychiatrie - Lid van de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek Leden Dr. L. (Leonieke) Boendermaker, als senior onderzoeker werkzaam bij het Kenniscentrum Jeugd en Opvoeding van het Nederlands Jeugdinstituut en bij de afdeling Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen. Expert op het terrein van zorgaanbod in de (justitiële) jeugdzorg en meer in het bijzonder het zorgaanbod en de praktijk in gesloten instellingen voor jeugdigen. - Lid van de Raad van Toezicht van de Hoenderloo Groep Prof. dr. S. (Stefan) Bogaerts, hoofd Onderzoeksafdeling Criminaliteitspreventie, Sanctietoepassing, Jeugdbescherming en Slachtofferzorg van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Hoogleraar forensische psychologie aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Adviserend lid met betrekking tot de onderzoeksimplicaties van de te beoordelen gedragsinterventies. - Bestuurslid van de Vereniging Forensische Seksuologie - Expert/gedragsdeskundige bij strafzaken aan de rechtbank van Leuven - In het verleden betrokken bij onderzoek naar de Cognitieve Vaardigheidstraining (CoVa) Prof. dr. R. (Ruud) Bullens, bijzonder hoogleraar forensische kinder- en jeugdpsychologie aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam. Senior consultant bij De Waag. Directeur van het Diagnostisch Expertise Centrum. Veel ervaring met verrichten van forensische diagnostiek en behandeling van zowel jongeren als volwassenen. - Lid van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) - Lid van de Landelijke Expertisegroep bijzondere zedenzaken. B i j l a g e 2 20 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 21

13 Dr. B.H. (Erik) Bulten, hoofd diagnostiek onderzoek en opleidingen van de Pompestichting. Senior onderzoeker aan het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen (ACSW) van de Radboud Universiteit Nijmegen. - Geen relevante nevenactiviteiten Prof. dr. P. M.G. (Paul) Emmelkamp, hoogleraar klinische psychologie aan de faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Senior consultant bij De Waag. Uitgebreide kennis over de effectiviteit van cognitieve en sociale vaardigheidstrainingen, expertise op het gebied van de forensische psychologie. - In het verleden betrokken bij onderzoeken naar het effect van gedragstherapie bij TBSgestelden en naar de diagnostiek van psychopathie - Betrokken bij onderzoek naar de evaluatie van de Leefstijltraining Prof. dr. P. J.M. (Pier) Prins, hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychologie aan de Programmagroep Klinische Psychologie van de faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam. Gespecialiseerd in gedragsverandering & interventies op het gebied van gedragsstoornissen en emotionele stoornissen bij kinderen en jongeren. - Lid van het bestuur van de Frentrop Stichting Prof. dr. R.R..J.M. (Robert) Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie LUMC en medisch directeur stichting Curium-LUMC; hoogleraar forensische kinder- en jeugdpsychiatrie VUMC. Expertise op vlak van forensische kinderpsychiatrische diagnostiek en ontwikkelingspsychopathologie van gedragsproblemen bij adolescenten. - Bestuurslid afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Prof. dr. G. L. (Guus) van Heck, hoogleraar klinische gezondheidspsychologie aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Vice-voorzitter programmacommissie Risicogedrag en Afhankelijkheid ZonMw, expert op het gebied van de ontwikkeling en toepassing van gedragsinterventies, onder meer in de verslavingszorg. - Geen relevante nevenactiviteiten Bureau van de Erkenningscommissie Drs. Th. P. (Thijs) van der Heijden MBA, secretaris van de Erkenningscommissie en hoofd van het bureau van de Erkenningscommissie. Drs. J.M. (Janneke) Kramers, beleidsmedewerker van het bureau van de Erkenningscommissie (tot 31 december 2008). Prof. dr. J. (Jo) Hermanns, deeltijd hoogleraar Algemene Opvoedkunde aan de Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA), bijzonder hoogleraar Kohnstamm-leerstoel (UvA). Lector Hulpverlening in een gedwongen kader aan de Hogeschool Utrecht en zelfstandig adviseur. Betrokken bij innovaties en implementatie daarvan in jeugdbeleid, jeugdzorg, en jeugdbescherming. - Lid van de Adviescommissie Toelating en Begeleiding (ACTB) in het Speciaal Onderwijs - Lid van de Programmacommissie Jeugdzorg van ZonMw Prof. dr. P. H. (Peter) van der Laan, bijzonder hoogleraar Sociaal Pegagogische Hulpverlening aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Senior onderzoeker aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), Leiden. - Lid van Steering Committee van de Campbell Crime and Justice Group Drs. R. M. (René) Poort, senior-adviseur bij Reclassering Nederland. Voormalig secretaris van de programmacommissie, die ten behoeve van de drie landelijke reclasseringsinstellingen gedragsinterventies beschreef en beoordeelde. Kennis van de uitvoeringspraktijk in de volwassenenreclassering. Voormalig lid van de werkgroep gedragsinterventies van Terugdringen Recidive. - Geen relevante nevenactiviteiten 22 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 23

14 B i j l a g e 3 B i j l a g e 4 Kwaliteitscriteria Organisaties die gedragsinterventie bij de Erkenningscommissie kunnen indienen 1. Theoretische onderbouwing: de gedragsinterventie is gebaseerd op een analyse van het delictgedrag en een expliciet veranderingsmodel waarvan de werking wetenschappelijk is aangetoond. 2. Selectie van justitiabelen: het type justitiabele waarop de gedragsinterventie zich richt wordt duidelijk gespecificeerd en geselecteerd. 3. Dynamische criminogene en protectieve factoren: de gedragsinterventie is gericht op het beïnvloeden van veranderbare risicofactoren en op protectieve factoren die samenhangen met het criminele gedrag. 4. Effectieve (behandel)methoden: er worden (behandel)methoden toegepast die aantoonbaar effectief of veelbelovend zijn. 5. Vaardigheden: de aanpak is mede gericht op het leren van praktische, sociale en probleemoplossende vaardigheden. 6. Fasering, intensiteit en duur: de intensiteit en duur van de gedragsinterventie sluiten aan bij de problematiek van de deelnemer. 7. Betrokkenheid en motivatie: betrokkenheid van de deelnemer bij de gedragsinterventie en motivatie voor deelname moeten worden bevorderd en gestimuleerd. Een beperkte groep van organisaties* kan interventies ter beoordeling aan de Erkenningscommissie voorleggen. Het gaat om de volgende organisaties: De indieners van gedragsinterventies voor volwassenen: - Directie van Reclassering Nederland - Directie Leger des Heils / Jeugdzorg & Reclassering - Directie van de Stichting Verslavingsreclassering GGZ-Nederland, namens de organisaties vallend onder deze stichting - Sectordirectie Gevangeniswezen van de Dienst Justitiële Inrichtingen, namens penitentiaire inrichtingen - Directie Sanctie- en Preventiebeleid, ministerie van het Justitie De indieners van gedragsinterventies voor minderjarigen: - Bureaus Jeugdzorg - MOgroep - Directie van het Leger des Heils / Jeugdzorg & Reclassering - Halt Nederland, namens de Halt-bureaus - Landelijk Bureau van de Raad voor de Kinderbescherming - Sectordirectie Justitiële Jeugdinrichtingen van de Dienst Justitiële Inrichtingen, namens de rijks- en particuliere en justitiële jeugdinrichtingen - Directie Justitieel Jeugdbeleid, ministerie van Justitie. 8. Continuïteit: er moeten duidelijke verbindingen zijn tussen de gedragsinterventie en de totale begeleiding van de justitiabele. 9. Interventie-integriteit: de gedragsinterventie wordt uitgevoerd, zoals is bedoeld. 10. Evaluatie: een doorlopende evaluatie geeft inzicht in de effectiviteit van de gedragsinterventie. * Organisaties die niet rechtstreeks interventies bij de commissie ter beoordeling kunnen indienen, kunnen dit doen door tussenkomst van de organisaties die hier wel voor zijn aangewezen. 24 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 25

15 B i j l a g e 5 B i j l a g e 6 Overzicht van alle tot en met 31 december 2008 beoordeelde gedragsinterventies Beschrijving van alle tot en met 31 december 2008 erkende gedragsinterventies Gedragsinterventies Indieners Jaar van Beoordeling beoordeling Arbeidsvaardigheden (ArVa) Reclassering Nederland 2006/2008 Erkend (voorheen Arbeid) CoVa Reclassering Nederland 2005/2007 Erkend ART Wiltshire Leger des Heils, Jeugdzorg en Reclassering 2006/2008 Niet erkend** CoVa+ Leger des Heils, Jeugdzorg en Reclassering 2006/2008 Erkend Huisvesting en Wonen Leger des Heils, Jeugdzorg en Reclassering 2006 Niet erkend Multidimensional Treatment Leger des Heils, Jeugdzorg en Reclassering 2008 Voorlopig erkend Foster Care (MTFC) Leefstijltraining voor Justitiabelen Stichting Verslavingsreclassering GGZ 2006/2008 Voorlopig erkend (LST) (voorheen Terugvalpreventie middelen) Korte Leefstijltraining Stichting Verslavingsreclassering GGZ 2006/2007/ Niet erkend** 2008 MultiDimensionale Familie Stichting Verslavingsreclassering GGZ 2008 Niet erkend Therapie (MDFT) Slachtoffer in Beeld Raad voor de Kinderbescherming 2005 Niet erkend Tools4U Raad voor de Kinderbescherming 2007* Erkend Washington State Agression Raad voor de Kinderbescherming 2008 Voorlopig erkend Replacement Training (WSART) Multisysteem therapie Raad voor de Kinderbescherming 2007 Voorlopig erkend IKJIJWIJ DJI/GW 2008 Niet erkend Agressieregulatie op Maat DJI/JJI 2007* Erkend Dialectische gedragstherapie DJI/JJI 2007/2008 Voorlopig erkend Boosheid de Baas DJI/JJI 2007 Niet erkend Brains4Use DJI/JJI 2007/2008 Voorlopig erkend In Control! DJI/JJI 2008 Voorlopig erkend Functional Family Therapy (FFT) DJI/JJI 2008 Niet erkend** Leren van Delict DJI/JJI 2008 Voorlopig erkend Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer DJI/JJI 2007/2008 Erkend Out of the Circle DJI/JJI 2008 Niet erkend Sociale Vaardigheden op Maat DJI/JJI 2006/2008 Erkend Herstelopvoeding DJI/JJI 2007 Niet erkend Werken aan je Toekomst DJI/JJI 2007/2008 Voorlopig erkend Buitenprogramma Work Wise DJI/JJI 2007 Voorlopig erkend Equip DJI/JJI 2006 Niet erkend** Solide basis voor de toekomst DJI/JJI 2006/2007 Niet erkend** Competentievergroting in het DJI/JJI 2006 Niet erkend leven van alledag Handboek methode jeugd- MOgroep 2006 Niet beoordeeld reclassering Youth at Risk BJZ Limburg 2006 Niet erkend Agressieregulatie op Maat Agressieregulatie op Maat is een intramurale training voor jongens en meisjes van jaar met een forse agressieproblematiek die reactieve en/of proactieve agressie vertonen. Het primaire doel van de training is het verbeteren van de zelfregulatie. De interventie maakt gebruik van een cognitieve gedragsmatige aanpak met dramatherapeutische technieken, waarbij continu aandacht is voor het motiveren. Er wordt maatwerk geleverd door intensiviteit en inhoud van de interventie af te stemmen op de hulpvraag van de jongere. Via modules wordt er gewerkt aan o.a. stressreductie, beheersingsvaardigheden, impulscontrole, conflicthantering, het veranderen van disfunctionele cognities en het ombuigen van negatieve interactiecirkels met verzorger(s). De training wordt zowel individueel als groepsgericht aangeboden. De individuele training vindt wekelijks plaats, de groepstraining bestaat uit 12 sessies van 1,5 uur en wordt om de week aangeboden. Indienende organisatie Datum beoordeling Erkenningscommissie Sector Justitiële Jeugdinrichtingen JI, Oktober 2007 Rijksinrichting de Doggershoek Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Status geldig tot Meerderjarigen Oktober 2012 Intra- of extramuraal Intramuraal Arbeidsvaardigheden (ArVa) Het doel van de gedragsinterventie Arbeid is om justitiabelen inzicht te geven en vaardigheden te leren waardoor ze (beter) in staat zijn werk te krijgen en te houden. De training bestaat uit drie modules die in totaal 22 sessies van twee uur omvatten. De eerste module Kiezen voor werk is gericht op arbeidsmotivatie en het krijgen van een realistisch beeld over de arbeidsmarkt. In de tweede module Kunnen werken worden vaardigheden aangeleerd voor het krijgen en behouden van werk. In de derde module Werk zoeken wordt informatie gegeven over instanties en wordt geoefend met het gebruiken van zoekkanalen. Indienende organisatie Datum beoordeling Erkenningscommissie Reclassering Nederland Juni 2008 Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Status geldig tot Meerderjarigen Juni 2013 Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal 26 Jaarverslag 2008 * In het betreffende jaar twee keer beoordeeld ** Niet erkend, verdere uitwerking gewenst Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 27

16 Cognitieve Vaardigheden (CoVa) Denken is de basis van gedrag. En juist daar gaat het bij een grote groep delictplegers structureel mis. Het ontbreekt hen vaak aan goede vaardigheden, waardoor ze eerst handelen en dan pas gaan nadenken. De CoVa leert nieuwe denkvaardigheden aan. De training bestaat uit 22 sessies van 2,5 uur, die tweemaal per week plaatsvinden, en neemt daarmee circa drie maanden in beslag. Indienende organisatie Datum beoordeling Erkenningscommissie Reclassering Nederland December 2007 Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Status geldig tot Meerderjarigen December 2012 Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer biedt hulp voor jongeren na vrijheidsbeneming. Het werkt op vrijwillige óf gedwongen basis met jongeren van 16 tot en met 23 jaar van wie het delictgedrag samenhangt met antisociale denkpatronen, gedragsproblemen en vaardigheidstekorten. De terugkeer van de jongere uit een justitiële jeugdinrichting wordt door de interventiewerker intensief begeleid. Hij zet gedragsinterventies in de eigen context van de jongere in. De werkrelatie met de jongere is intensief, direct én doortastend. Het programma begint al als de jongere nog vastzit en duurt minimaal 9 maanden. Indienende organisatie Datum beoordeling Erkenningscommissie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichtingen, Spirit Maart 2008 Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Status geldig tot Minderjarigen Juni 2013 Intra- of extramuraal Start intramuraal, vervolg extramuraal Cognitieve Vaardigheden plus (CoVa+) De CoVa+ is gericht op het aanpassen van cognitieve disfuncties bij justitiabelen met een intelligentieniveau tussen een IQ van 70 en 90. Kern in de aanpak is de sociale probleemoplossing, aangevuld met elementen van angermanagement, cognitieve herwaardering, assertiviteitstraining en emotieherkenning. De training bestaat uit 36 groepsbijeenkomsten van 1,5 uur. Indienende organisatie Datum beoordeling Erkenningscommissie Leger des Heils, Jeugdzorg & Reclassering Juni 2008 Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Status geldig tot Meerderjarigen Juni 2013 Sociale Vaardigheidstraining op Maat De interventie is een training voor jongens en meisjes in de leeftijd van jaar met probleemgedrag dat voor een deel voortkomt uit onvermogen tot zelfstandig en adequaat hanteren van lastige sociale situaties. De interventie biedt de mogelijkheid om, afhankelijk van de problematiek en het recidiverisico van de jongere een algemene sociale vaardigheidstraining aan te bieden en/of een training gericht op conflicthantering en/of het vergroten van de assertiviteit. Er wordt gebruik gemaakt van een cognitieve gedragstherapeutische aanpak, waarbij extra aandacht is voor het motiveren en het vergroten van het geloof in eigen kunnen. De trainingen bestaan uit bijeenkomsten van 1,5 uur (voor groepen, 1 uur voor individuele training). Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal Indienende organisatie Datum beoordeling Erkenningscommissie DJI, sector Justitiële Jeugdinrichting. Oktober 2008 Ontwikkeld door De Doggershoek. Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Status geldig tot Minderjarigen Oktober 2013 Intra- of extramuraal Intramuraal 28 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 29

17 Tools4U Tools4U is bedoeld voor normaal begaafde jongens en meisjes (IQ > 85) in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar, die één of meerdere delicten hebben gepleegd. Jongeren leren cognitieve en sociale vaardigheden om voor hen risicovolle situaties op een pro-sociale wijze op te lossen. In de plus-variant (Tools4U+) worden enkele opvoedingsvaardigheden van de ouders versterkt. Het aantal bijeenkomsten van de training is afhankelijk van het aantal te trainen vaardigheden en het niveau van de jongere: minimaal 8 tot maximaal 16 (plus-variant). Tools4U kan worden opgelegd door de officier van justitie of de kinderrechter en wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Raad voor de Kinderbescherming. Tools4U is voortgekomen uit de sociale vaardigheidstraining als taakstraf voor minderjarigen. Indienende organisatie Raad voor de Kinderbescherming Oktober 2007 Datum beoordeling Erkenningscommissie Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Status geldig tot Minderjarigen Oktober 2012 Intra- of extramuraal Extramuraal 30 Jaarverslag 2008 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 31

18 C o l o f o n Uitgave Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, mei 2009 Teksten Bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Fotografie Folkert van Dunné, Amsterdam Ontwerp Richard Sluijs, Den Haag Druk DeltaHage, Den Haag C o n t a c t / m e e r i n f o r m a t i e Bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Telefoon (070) erkenningscommissie@minjus.nl Website U kunt zich aanmelden voor de digitale nieuwsbrief van de Erkenningscommissie via de website, pagina Nieuwsbrief. 32 Jaarverslag 2008

19 Dit is een uitgave van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. De commissie is opgericht in het kader van het kabinetsbrede programma Naar een veiliger samenleving. Mei 2009

Jaarverslag 2005. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Jaarverslag 2005. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Jaarverslag 2005 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Juni, 2006 Jaarverslag 2005 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Inhoudsopgave Voorwoord 4 1. Inleiding 6 2. De Erkenningscommissie

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g 2 0 0 7. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

J a a r v e r s l a g 2 0 0 7. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie J a a r v e r s l a g 2 0 0 7 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie J a a r v e r s l a g 2 0 0 7 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie I n h o u d s o p g a v e Voorwoord door de

Nadere informatie

Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie J a a r v e r s l a g 2 0 0 7 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie I n h o u d s o p g a v e Voorwoord door de voorzitter 2 1. Inleiding: de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Nadere informatie

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Versie augustus 2010 In dit document worden de procedures beschreven aangaande: 1. De indiening 2. De beoordeling van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 270 Reclasseringsbeleid Nr. 112 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Jaarverslag 2009 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Jaarverslag 2009 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Ministerie van Justitie Jaarverslag 2009 2009 Erkenningscommissie Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Gedragsinterventies Justitie Jaarverslag

Nadere informatie

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op 30-8-2005, Sociëteit De Witte, te Den Haag Dames en heren, De Minister zei het al: de recidivecijfers zijn zorgwekkend. Van de

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Interventies die werken

Interventies die werken Interventies die werken Leonieke Boendermaker 20 januari 2009 themadossiers 2 1 Inhoud 1. Wat werkt? wat werkt bij gedragsstoornissen/delicten Wat werkt niet 2. Erkenningen Cie. Min.Justitie Jeugdinterventies

Nadere informatie

SOVA /AR op Maat Presentatie

SOVA /AR op Maat Presentatie SOVA /AR op Maat Presentatie Doelgroep Sociale Vaardigheden op Maat Jongens en meisjes in de leeftijd van 15-21 jaar Jongeren met probleemgedrag dat o.a. voortkomt uit onvermogen tot zelfstandig en adequaat

Nadere informatie

Jaarverslag 2010 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Jaarverslag 2010 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie Jaarverslag 2010 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Jaarverslag 2010 Erkenningscommissie Gedragsinterventies

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

Interventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker

Interventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker Interventies voor jji en jeugdzorgplus Leonieke Boendermaker 20 mei 2009 Evident? 1. Problemen doelgroep 2. Interventies die leiden tot vermindering problemen 3. Noodzaak goede implementatie 2 Om wat voor

Nadere informatie

Geachte Minister, Dames en Heren,

Geachte Minister, Dames en Heren, Effect op vermindering recidive erkend Inleiding ter gelegenheid van de installatie van de Erkenningcommissie Gedragsinterventies Justitie, Ministerie van Justitie, Den Haag, 30 augustus 2005 Mw. Dr. G.H.M.M.

Nadere informatie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen GGzE centrum kinder- en jeugd psychiatrie Universiteit van Tilburg, Tranzo http://www.youtube.com/watch?list=pl9efc

Nadere informatie

Commissiereglement NBA

Commissiereglement NBA Commissiereglement NBA 1. Grondslag 1.1 Dit reglement kent als grondslag artikel 11, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep. Daarin is bepaald dat het bestuur de NBA bestuurt. 2. Overwegingen

Nadere informatie

logoocw Instellingsbesluit Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon BOA/2005/37330 van 1 september 2005

logoocw Instellingsbesluit Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon BOA/2005/37330 van 1 september 2005 logoocw Instellingsbesluit Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon BOA/2005/37330 van 1 september 2005 Overwegende: - dat er te weinig sprake is van gedeelde kennis over geschiedenis, cultuur en samenleving,

Nadere informatie

Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies

Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies Bijlage Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies 1. Theoretische onderbouwing: de gedragsinterventie is gebaseerd op een expliciet veranderingsmodel waarvan

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (hierna: erkenningscommissie of commissie) is een belangrijke rol toegedicht in de totstandkoming van een (beperkt) aanbod van justitiële

Nadere informatie

Intensieve begeleiding na meerdere delicten of detentie. Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer

Intensieve begeleiding na meerdere delicten of detentie. Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer Intensieve begeleiding na meerdere delicten of detentie. Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer Speciaal voor jongeren tussen 16 en 24 jaar die terugkeren uit detentie of

Nadere informatie

jaarverslag Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

jaarverslag Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 2012 jaarverslag Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Prof. dr. Willem van Tilburg Voorzitter Inleiding Beoordelingen Advisering

Nadere informatie

Interventie Grip op Agressie

Interventie Grip op Agressie Interventie Grip op Agressie 1 Erkenning Erkend door deelcommissie Justitiële interventies Datum: december 2012 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Hilde Niehoff (2012). Justitieleinterventies.nl:

Nadere informatie

Ik onderschrijf het advies van de Commissie Bevolkingsonderzoek.

Ik onderschrijf het advies van de Commissie Bevolkingsonderzoek. Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Briefadvies Amendement DENSE-studie Uw kenmerk : 701406-129805-PG Ons kenmerk : I-1611/JB/pm/894-O1

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing Hoe vergelijk je methodieken op basis van welke criteria? Marjolein Oudhof Mariska van der Steege 23 april 2009 Inhoud workshop Werken

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

Referentiedocument Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Referentiedocument Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Referentiedocument Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Doelstelling en inhoud van referentiedocument 1.2 Achtergronden Erkenningscommissie Gedragsinterventies

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8813 31 maart 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27372 1 september 2015 Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 augustus 2015, nr. MBO/803345,

Nadere informatie

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN 24 november 2017 INHOUD HOOFDSTUK 1: Rol en status van het Reglement 1 HOOFDSTUK 2: Samenstelling RAC 1 HOOFDSTUK 3: Taken RAC 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 juli 2015, nr. 622653, houdende instelling van de Commissie Vooronderzoek naar

Nadere informatie

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager. Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager www.bpmo-academy.nl Wat is kwaliteitsmanagement? Kwaliteitsmanagement beoogt aan te sturen op het verbeteren van kwaliteit. Tevens houdt het zich bezig met het verbinden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58771 22 oktober 2018 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Binnenlandse

Nadere informatie

Postmaster opleiding diagnostiek en behandeling (SG)LVB

Postmaster opleiding diagnostiek en behandeling (SG)LVB mensenkennis Ik vond het een meerwaarde om binnen te kijken in een andere keuken. Het is inhoudelijk een sterke opleiding, mede door de goede organisatie en begeleiding. Postmaster opleiding diagnostiek

Nadere informatie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Gezondheidsraad H e a l t h C o u n c i l o f t h e N e t h e r l a n d s Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Briefadvies Amendement bij het onderzoek naar NIPT voor prenatale

Nadere informatie

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Prof. mr. T. (Ton) Liefaard SWR-conferentie, 27 september 2014 Opbouw 1. Leeftijdsgrenzen in het strafrecht Welke leeftijdsgrenzen kennen we en

Nadere informatie

Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer

Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer Den Dolder, maart 2018 Versie: 2.1 Auteur(s): Anna Hulsebosch/Renate Dekker Dolderseweg 120, 3734 BL Den Dolder Postbus 37, 3734 ZG Den Dolder

Nadere informatie

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Published in: Onderwijs Research Dagen(ORD), 11-12 Juni 2014, Groningen,

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Stefaan Pleysier Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) Faculteit Rechtsgeleerdheid, KU Leuven Inhoud Wat voorafging Krachtlijnen van nieuw

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Preventieve interventies Effectief tijdig ingrijpen bij risicojongeren

Preventieve interventies Effectief tijdig ingrijpen bij risicojongeren Preventieve interventies Effectief tijdig ingrijpen bij risicojongeren De laatste inzichten in de preventie van jeugdcriminaliteit Programma Ochtendprogramma Voor het ochtendprogramma in de Grote Zaal

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Agenda. Opwarmer. Voorstellen en Opzet. Waaruit bestaat Triple P: Positief Opvoeden? Wat is Triple P Positief Opvoeden

Agenda. Opwarmer. Voorstellen en Opzet. Waaruit bestaat Triple P: Positief Opvoeden? Wat is Triple P Positief Opvoeden Agenda 1. Voorstellen en Opzet 2. Opwarmer: Triple P en OvTJ: Hand in hand of oog om oog/tand om tand? Congres Triple P 24 april 2012 Workshop Verhouding OvTJ en Triple P Drs. Nita van Veluw, programmaleider

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19676 0 ONG. MAAND 2014 Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 juli 2014, kenmerk

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen Samenvatting Jeugdcriminaliteit vormt een ernstig probleem. De overgrote meerderheid van de jeugdigen veroorzaakt geen of slechts tijdelijk problemen voor de openbare orde en veiligheid. Er is echter een

Nadere informatie

Samenvatting Het draait om het kind

Samenvatting Het draait om het kind Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14 januari 2000 Onderwerp: Beleidsvisie landelijk kennis/behandelcentrum eetstoornissen Hierbij doe ik u een mijn «beleidsvisie voor

Nadere informatie

Implementatie van erkende interventies. De uitdagingen voor Tools4U en WSART

Implementatie van erkende interventies. De uitdagingen voor Tools4U en WSART Implementatie van erkende interventies De uitdagingen voor Tools4U en WSART Han Spanjaard Ede, 5-2-2009 Doelgroep Tools4U Jongeren 12-18 jaar (IQ > 85) Matig risico op herhaling Vaardigheidstekorten bij

Nadere informatie

Reglement van de Akademie van Kunsten

Reglement van de Akademie van Kunsten Reglement van de Akademie van Kunsten Het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, gelet op het bepaalde in artikel 3.8, derde lid, van het Reglement van de Koninklijke Nederlandse

Nadere informatie

2013/ Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer: Willemstad, 14 mei Afd:

2013/ Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer: Willemstad, 14 mei Afd: Aan d.t.k.v. de Raad van Ministers de Minister van Economische Ontwikkeling Dr. I.S. Martina Molenplein z/n Alhier Uw nummer (letter): Onderwerp: Bijlagen: 2013/023567 Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer:

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Aantal pagina s (inclusief deze): 7

Aantal pagina s (inclusief deze): 7 Onderwerp Agendapunt Opsteller notitie Reglement Wetenschappelijke Adviesraad 2.c. Peter Schoof, 1 september Aantal pagina s (inclusief deze): 7 Reden verzending RvT Inhoud Besluit Bijlagen Raad van Toezicht

Nadere informatie

Wat werkt voor de oudere werknemers?

Wat werkt voor de oudere werknemers? Wat werkt voor de oudere werknemers? Hoe houdenwe mensenlangergezondaanhet werk Drs Wendy Koolhaas Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Disciplinegroep Gezondheidswetenschappen, Sociale Geneeskunde

Nadere informatie

Beschrijving Kwaliteitscriteria

Beschrijving Kwaliteitscriteria Beschrijving Kwaliteitscriteria Ingaande 1 juli 2012 Kwal iteitscriteria 1. Theoretische onderbouwing: de gedragsinterventie is gebaseerd op een analyse van het delictgedrag en een expliciet veranderingsmodel

Nadere informatie

Uitnodiging. Congres: Het gezin centraal. Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling

Uitnodiging. Congres: Het gezin centraal. Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling Uitnodiging Congres: Het gezin centraal Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling Datum: Donderdag 1 oktober 2015 Tijd: Plaats: 09.30-16.00 uur The colour kitchen, Utrecht Project: Gezinsgericht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68793 28 november 2017 Besluit van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 november 2017,

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING 1. Ten behoeve van een goede invoering van leerlinggebonden financiering stelt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de periode

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer (SEB) hem voor het ondernemersexamen taxivervoer

Nadere informatie

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie Stichting VHAN Reglement Wetenschapscommissie Aangepaste versie januari 2015 Inhoudsopgave 1. Begripsbepalingen 2. Taakopdracht 3. Samenstelling commissie, benoeming en zittingsduur 4. Werkwijze en besluitvorming

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 07-06 Datum : 13 november 2007 Partijen : de cliëntenraad , vertegenwoordigd door zijn voorzitter, ,

Nadere informatie

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis POST-HBO OPLEIDING Forensische psychiatrie mensenkennis Post-hbo opleiding forensische psychiatrie Initiatief De post-hbo opleiding is een initiatief van de: Dr. Henri van der Hoeven Stichting (Forum Educatief),

Nadere informatie

Memo Academic Skills; the basis for better writers

Memo Academic Skills; the basis for better writers Memo Academic Skills; the basis for better writers With the rise of broader bachelor degrees and the University College, Dutch universities are paying more attention to essays and other written assignments.

Nadere informatie

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Infosheet Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Tijdig ingrijpen betekent voorkomen dat een de fout ingaat. Wie wil dat niet? Dat is dan ook precies wat deze infosheet beoogt: inzicht

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g 2 0 0 7. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

J a a r v e r s l a g 2 0 0 7. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie J a a r v e r s l a g 2 0 0 7 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie De Praktijk#1 C r e a t i e v e r w e r k e n o m m e n s e n w e e r o p d e r a i l s t e k r i j g e n Gedragsinterventies

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Planmatig en flexibel

Planmatig en flexibel Planmatig en flexibel Procesevaluatie gedragsinterventie CoVa+ Jos Kuppens Anton van Wijk Eric-Jan Klöne Samenvatting Planmatig en flexibel Procesevaluatie gedragsinterventie CoVa+ Jos Kuppens Anton van

Nadere informatie

Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies. Advies 11 januari 2011

Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies. Advies 11 januari 2011 Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies Advies 11 januari 2011 Colofon Afzendgegevens Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Kalvermarkt 53 2511 CB Den Haag

Nadere informatie

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Measuring quality of life in children with JIA Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Marlot Schuurman 1642138 mei 2011 Afdeling Psychologie

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rotterdam Nr. 122443 17 juli 2017 Regeling Brede Raad 010 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van de

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 1 Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 2 Structure of the presentation - What is intercultural mediation through the internet? - Why

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2017 No. 31 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 25 juli 2017 tot wijziging van het Landsbesluit Nationale UNESCO Commissie Sint Maarten in verband

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Landelijke menukaart 2012 Gedragsinterventies als leerstraf

Landelijke menukaart 2012 Gedragsinterventies als leerstraf Gedragsinterventies als leerstraf Erkende gedragsinterventies als leerstraf Naam Inhoud Frequentie* Uren Respect limits Regulier 10 bijeenkomsten / 1 ouderbijeenkomst Respect limits Regulier Plus 10 bijeenkomsten

Nadere informatie

24 e Symposium Gezinsonderzoek Radboud Universiteit Nijmegen

24 e Symposium Gezinsonderzoek Radboud Universiteit Nijmegen 24 Symposium Gezinsonderzoek Donderdag 22 november 2007 Ochtend: Jeugd- en gezinsbeleid: Visie en uitwerking Middag: Psychopathologie bij ouders en aanpak probleemgedrag Vrijdag 23 november 2007 Ochtend:

Nadere informatie

Erkenningscommissies voor justitiële gedragsinterventies

Erkenningscommissies voor justitiële gedragsinterventies ARTIKELEN Erkenningscommissies voor justitiële gedragsinterventies De stand van zaken in een aantal Europese landen en Canada en relevante ontwikkelingen voor Nederland Pauline Aarten, René Poort & Peter

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017 REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 07 Artikel De Commissie Normstelling Erkenningsregeling Goede Doelen a. De Commissie Normstelling is verantwoordelijk

Nadere informatie

Opleiding PECB IT Governance.

Opleiding PECB IT Governance. Opleiding PECB IT Governance www.bpmo-academy.nl Wat is IT Governance? Information Technology (IT) governance, ook wel ICT-besturing genoemd, is een onderdeel van het integrale Corporate governance (ondernemingsbestuur)

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie