CO2 JAARVERSLAG 2013, 2014

Transcriptie

1 CO2 JAARVERSLAG 2013, 2014 CO2 impact UTS Nederland daalt in 2014 met 9% t.o.v. referentiejaar 2012, de totale uitstoot ligt daardoor 64% lager dan het basisjaar CFP

2 Executive summary In opdracht van UTS Nederland heeft Corporate Facility Partners B.V. (CFP) de milieu-impact vastgesteld en gerapporteerd in het UTS jaarverslag 2013 & Met het CO2 jaarverslag worden de milieu prestaties van UTS Nederland objectief meetbaar en vergelijkbaar. In de CO2 meting worden alle milieueffecten uitgedrukt in CO2 uitstoot. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt wat de milieu-impact is van UTS als gevolg van haar bedrijfsactiviteiten, wat de ontwikkelingen zijn ten opzichte van voorgaande jaren, wat de impact is van de getroffen maatregelen en welke verbeteringen nog mogelijk zijn. De CO2 uitstoot wordt door UTS al geruime tijd als een belangrijke prestatieindicator gezien op het gebied van duurzaamheid. Sinds 2008 worden de milieueffecten als gevolg van de bedrijfsvoering van de verschillende vestigingen van UTS in kaart gebracht. De aandacht voor verbetering van milieuprestaties resulteert in vrijwel continue daling van de CO2 uitstoot van UTS. Naast verbetering van energieprestaties vormt het brandstofverbruik van het eigen wagenpark een belangrijk speerpunt om kosten en CO2 uitstoot verder te verlagen. De totale CO2 uitstoot als gevolg van de bedrijfsactiviteiten van de UTS vestigingen komt in 2013 uit op ton CO2. Doordat verschillende vestigingen groene stroom en groen gas afnemen komt de CO2 footprint uit op ton CO2. Voor 2014 geldt dat de totale CO2 uitstoot uitkomt op ton CO2. Op basis van inkoop van groene stroom en groen gas komt de footprint over 2014 uiteindelijk uit op ton CO2. UTS weet hiermee haar milieu-impact jaarlijks verder te verlagen. Alleen het laatste jaar (2014) laat een lichte stijging zien ten opzichte van het voorgaande jaar (+3% t.o.v. 2013). Dit wordt grotendeels veroorzaakt door stijging van uitstoot als gevolg van vervoersbewegingen (+8%). Ten opzichte van 2012 is de CO2 footprint gedaald met 12% in 2013 en 9% in Ten opzichte van het basisjaar in 2007 is de uitstoot gedaald met 64%. De twaalf vestigingen van UTS Nederland hebben deelgenomen aan deze CO2 rapportage. De dekkingsgraad van informatie betreft 79% en voldoet daarmee aan de eisen vanuit het protocol voor CO2 verslaglegging (min. 76%). De dekkingsgraad is wel gedaald ten opzichte van het CO2 jaarverslag 2012/2012, toen betrof deze 94%. Een ander belangrijk aandachtspunt vormt het gebruik van nieuwe omrekenfactoren. Voor Nederland zijn nieuwe omrekenfactoren als standaard vastgesteld en deze zijn ook gehanteerd bij de berekening van de CO2 uitstoot in dit jaarverslag. Dit heeft tot gevolg dat de CO2 uitstoot voor UTS op jaarbasis gemiddeld 14% hoger ligt ten opzichte van de oude omrekenfactoren (vanuit het internationale Greenhouse Gas Procotol). Meer toelichting hierover in paragraaf 3.2. Deze nieuwe uniforme lijst met emissiefactoren is bekrachtigd door partijen als de overheid en milieucentraal. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

3 Inhoudsopgave Executive summary... 1 Inhoudsopgave Scope van het onderzoek Twaalf participerende vestigingen Verbruiksgegevens: dekkingsgraad 79% CO2 footprint Totale footprint UTS 2014: ton CO Vier locaties vertegenwoordigen 54% van de totale uitstoot van UTS Geconsolideerde CO2 Jaarrekeningen 2013 & CO2 benchmark Uitstoot per vestiging met 40% gedaald t.o.v Nieuwe emissiefactoren Ook zonder groene energie blijft vervoer dé CO2 driver Grootste daling bij categorie verwarming t.o.v Besparingspotentieel per categorie Grootste besparingen mogelijk bij afval Besparingspotentieel per vestiging Categorie elektriciteit: besparingspotentieel 38K Categorie gas: besparingspotentieel 32K Categorie vervoer: stijging van 7% in Categorie water: 30% daling, potentieel 0.8K Categorie papier laat 32% stijging zien Categorie afval: sterke stijging restafval (+32%) Conclusies Corporate Facility Partners BV. Dit rapport is uitsluitend bestemd voor de opdrachtgever. De inhoud van dit rapport is gebaseerd op omstandigheden bij en informatie ter beschikking gesteld door de opdrachtgever. Op geen enkele wijze kan worden gegarandeerd dat beschreven omstandigheden volledig in overeenstemming zijn met de daadwerkelijke (financiële) exploitatie. Derden die van dit rapport kennisnemen kunnen aan dit rapport geen rechten ontlenen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Corporate Facility Partners BV. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

4 Inleiding In opdracht van UTS is door Corporate Facility Partners (CFP) een onderzoek uitgevoerd naar de CO2 prestaties van de twaalf UTS vestigingen in 2013 en Dit rapport omvat het CO2 jaarverslag met daarin de resultaten vanuit het onderzoek. Van de betreffende twaalf vestigingen is over het boekjaar 2013 en 2014 de CO2 footprint vastgesteld en gebenchmarkt op de relevante onderdelen. De milieu impact van de verschillende verbruik-categorieën (uitgedrukt in CO2) is gebenchmarkt met cijfers van vergelijkbare gebouwen en organisaties. De referentiecijfers komen uit het CFP expertsysteem, dat data van 26 miljoen m 2 gebouwen en honderden organisaties bevat. De belangrijkste milieueffecten als gevolg van de bedrijfsvoering worden in het jaarverslag gekwantificeerd en geobjectiveerd. Ook zijn de effecten van de maatregelen hiermee controleerbaar en communiceerbaar. Het opstellen van de CO2 footprint, het analyseren van de bevindingen en rapportage in het CO2 jaarverslag is uitgevoerd door CFP. De dataverzameling is uitgevoerd door medewerkers van de twaalf vestigingen van UTS. De opbouw van dit CO2 jaarverslag is als volgt: hoofdstuk 1 geeft de scope van het onderzoek weer, inclusief de bijbehorende (verbruiks)data. Hoofdstuk 2 gaat over de CO2 footprint van UTS als totaal. Hoofdstuk 3 gaat dieper in op de verschillende verbruikscategorieën en benchmarking van de resultaten. Hoofdstuk 4 geeft nader inzicht in de besparingsmogelijkheden. Tot slot worden in het 5 e en laatste hoofdstuk de belangrijkste conclusies geformuleerd. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

5 1. Scope van het onderzoek 1.1 Twaalf participerende vestigingen In onderstaande tabel worden de deelnemende vestigingen weergegeven die in de scope van het onderzoek zijn inbegrepen. Van de deelnemende vestigingen zijn de verbruiken over 2013 en 2014 omgerekend en uitgedrukt in een CO2 footprint als totaal en per categorie. Ten opzichte van het vorige onderzoek (kalenderjaren 2011, 2012) zijn er vijf vestigingen afgevallen: - UTS Management, Wolga 2 Den Haag - UTS Abbink Rotterdam, Bunschotenweg 200 Rotterdam - UTS Cors de Jongh, Sloterweg 312 Badhoevedorp - UTS Cors de Jongh, Figeeweg 3 Haarlem - UTS Van Daal, Flight Forum 3800 Eindhoven Per 1 januari 2013 is er geen fysieke verhuisorganisatie meer gevestigd op Wolga 2. Tot deze periode waren UTS van der Geest en UTS Nederland samen gevestigd op deze locatie. UTS van der Geest is verhuisd naar Zuiderweg 70 (ingetrokken bij UTS Abbink) in Rijswijk en kort daarna verhuisd naar Zuiderweg 90 in Rijswijk. Om onduidelijkheid te voorkomen in de verbruiken per locatie, is ervoor gekozen om de locaties Zuiderweg 70, 80 (UTS Abbink) en locatie Zuiderweg 90 (Nu UTS van der Geest) te splitsen en op te nemen als twee aparte locaties. UTS Nederland is momenteel gevestigd op Wolga 2 Den Haag, maar aangezien dit alleen een kantoorlocatie betreft (3,9 fte) wordt deze locatie niet meer meegenomen in de CO2 footprint. Naam locatie Adres Plaats kantoor m 2 overig UTS Van Egeraat Blankenweg 11 Bergen op Zoom UTS Van den Berg Takkebijsters 10 Breda Verhuizingen UTS Abbink Den Haag Wolga 14 Den Haag UTS Bernardt Business Park Elsloo Verhuizigen Stein 16 UTS Grijpma Transportcentrum Enschede Verhuizingen 13 UTS Van Hoek Emdenweg 2 Groningen UTS Wiersma Ceresweg 48 Leeuwarden Verhuizingen UTS Verkroost Bijsterhuizen 11- Nijmegen Verhuizingen 31 UTS Van der Lee Nucleonenweg 23 Utrecht UTS Hersevoort BV Nervistraat 3,5,7 Zwolle UTS Abbink Zuiderweg 70,80 Rijswijk UTS van der Geest Zuiderweg 90 Rijswijk m 2 CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

6 1.2 Verbruiksgegevens: dekkingsgraad 79% De scope van milieu-indicatoren is afgeleid van de internationale richtlijn voor CO2 prestaties, het Greenhouse Gas protocol. De methodiek en de scope worden gespecificeerd in een protocol dat is opgesteld voor de dataverzameling van UTS. Dit protocol wordt gebruikt bij eventuele verificatie van de cijfers. De omrekenfactoren zijn gebaseerd op de nieuwe standaard voor emissiefactoren in Nederland. Meer hierover in paragraaf 3.2. De dekkingsgraad 1 van data in 2013 en 2014 bedraagt 79%. Dit percentage is lager dan de dekkingsgraad in 2011 en 2012, welke 94% betrof. Ondanks de daling in nauwkeurigheid, voldoet de dekkingsgraad aan de vereiste dekking volgens het protocol van 76%. Een belangrijke verklaring voor de daling in de dekkingsgraad is de privatisering van tien organisaties binnen UTS. Hierdoor is de dataverzameling door meer organisaties uitgevoerd dan voorheen. In het volgende verslag wordt er getracht om de dekkingsgraad weer te verhogen. Categorie Eenheid Oppervlakte m 2 Medewerkers FTE Elektriciteit kwh Gas m 3 Water m 3 Afval kg OV (woon-werk) km Auto (woon-werk) km Auto (km) km Auto (benzine) l Auto (diesel) l Bestelwagen (km) km Bestelwagen l (benzine) Bestelwagen l (diesel) Vliegtuig 0 0 km (Europees) Vrachtwagen km (km) Vrachtwagen l (diesel) Papier kg 1 Dekkingsgraad: mate van compleetheid van verbruiksdata die door UTS aangeleverd is CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

7 2. CO 2 footprint 2.1 Totale footprint UTS 2014: ton CO2 Door de milieu indicatoren om te rekenen naar eenzelfde eenheid (CO2), worden de indicatoren vergelijkbaar en belangrijkste drivers voor je milieuimpact zichtbaar. In onderstaande figuren wordt de CO2 balans van UTS in 2013 en 2014 weergegeven. In de periode is de CO2 uitstoot met 3% toegenomen. Dit is grotendeels het gevolg van een sterke stijging in vervoersbewegingen in 2014, wat heeft geresulteerd in een 7% stijging van de CO2 uitstoot voor de categorie vervoer. Verderop in dit jaarverslag worden de belangrijkste verschuivingen ten opzichte van voorgaande jaren weergegeven en toegelicht. De totale CO2 uitstoot als gevolg van de bedrijfsactiviteiten van de UTS vestigingen komt in 2013 uit op ton CO2. Doordat verschillende vestigingen groene stroom en groen gas afnemen komt de CO2 footprint uit op ton CO2. Voor 2014 geldt dat de totale CO2 uitstoot uitkomt op ton CO2. Op basis van inkoop van groene stroom en groen gas komt de footprint over 2014 uiteindelijk uit op ton CO2. CO2 footprint UTS 2013 CO2 footprint UTS 2014 Vervoer; ton CO2 Elektricit Verwarming; 186 Papier; 56 Water; 1 Afval; 278 Vervoer; Elektriciteit; 286 Verwarming; ton ton CO2 CO2 Papier; 56 Afval; 368 Water; 0,4 Figuur 1: CO 2 footprint UTS 2013 Figuur 2: CO 2 footprint UTS 2014 Beide cirkeldiagrammen laten zien dat het grootste gedeelte van de CO2 uitstoot wordt veroorzaakt door vervoer (69% in 2013 en 72% in 2014). Naast vervoer zijn elektriciteit, gas en afval de belangrijkste drivers van CO2 uitstoot. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

8 2.2 Vier locaties vertegenwoordigen 54% van de totale uitstoot van UTS Onderstaande grafiek geeft de uitstoot weer per vestiging als totaal in ton CO2 (figuur 3). In totaal komt de uitstoot over 2014 van alle locaties uit op ton CO2. Vier van de twaalf locaties met de meeste uitstoot vertegenwoordigen ruim de helft (54%) van de totale uitstoot van UTS. De vestiging van UTS Verkroost Verhuizingen in Nijmegen heeft met 585 ton CO2 de hoogste uitstoot. De vestiging van UTS Abbink (Zuiderweg 70 Den Haag) neemt met 477 ton een tweede plaats in op hoeveelheid CO2 uitstoot. De (kantoor)vestiging van UTS in Den Haag heeft de laatste uitstoot met 5,3 ton CO2. De totale uitstoot ligt bij de vestiging in Nijmegen met 585 ton CO2 het hoogst. De locatie in Den Haag heeft met 5 ton een beperkte uitstoot, dit wordt verklaard door het feit dat hier alleen kantooractiviteiten worden uitgevoerd. Nijmegen Rijswijk, Zuiderw. 70 Utrecht Elsloo Bergen op Zoom Rijswijk, Zuiderw. 90 Groningen Leeuwarden Breda Zwolle Enschede Den Haag Figuur 3: Totale uitstoot per vestiging (2014) in tonnen CO 2 In de onderste grafiek (figuur 4) wordt de uitstoot in kilogram CO2 per m 2 per milieu-categorie weergegeven. Hierin komt de uitstoot voor vestiging Zuiderweg 90 in Rijswijk het hoogst uit. De vestigingen Enschede, Elsloo, Zwolle, Rijswijk (70), Utrecht en Leeuwarden komen per m 2 op een vergelijkbare uitstoot uit Rijswijk, Zuiderw. 90 Nijmegen Groningen Bergen op Zoom Enschede Elsloo Breda Zwolle Rijswijk, Zuiderw. 70 Utrecht Leeuwarden Den Haag Elektriciteit Verwarming Water Papier Afval Vervoer Figuur 4: Uitstoot per vestiging per m 2 (2014) in tonnen CO 2 CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

9 2.3 Geconsolideerde CO2 Jaarrekeningen 2013 & 2014 De milieu-effecten als gevolg van de bedrijfsactiviteiten van de UTS vestigingen als totaal worden in de onderstaande geconsolideerde CO2 Jaarrekening uitgedrukt in tonnen CO2 uitstoot. De uitstoot is zowel voor 2013 als voor 2014 vastgesteld en wordt weergegeven in de linker kolom van iedere balans. De benchmark 2 wordt weergegeven in de rechter kolom. De benchmark wordt bepaald door de uitstoot van een groep gemiddelde organisaties en gebouwen. Per categorie wordt een referentiegroep samengesteld waaruit de benchmark wordt berekend. UTS Geconsolideerde CO 2 Jaarrekening 2014 Werkelijke uitstoot Ton CO 2 Benchmark uitstoot Ton CO 2 Vervoer % Vervoer % Verwarming 116 4% Verwarming 128 6% Elektriciteit % Elektriciteit 95 4% Water 0,4 0% Water 0,4 0% Papier 56 2% Papier 56 2% Afval % Afval 121 5% % % Saldo t.o.v. benchmark 657 Totale CO 2 uitstoot Totaal Figuur 5: CO2 jaarrekening UTS 2014 Ten opzichte van het kalenderjaar 2013 is de uitstoot in 2014 met 3% gestegen. Deze stijging wordt veroorzaakt door hoger verbruik in de categorieën vervoer (+8%) en afval (+32%). In de categorieën verwarming, elektriciteit en water daalt het verbruik. UTS Geconsolideerde CO 2 Jaarrekening 2013 Werkelijke uitstoot Ton CO 2 Benchmark uitstoot Ton CO 2 Vervoer % Vervoer % Verwarming 186 6% Verwarming 192 9% Elektriciteit % Elektriciteit 126 4% Water 0,5 0% Water 0,6 0% Papier 56 2% Papier 57 3% Afval % Afval 94 4% % % Saldo t.o.v. benchmark 726 Totale CO 2 uitstoot Totaal * benchmark obv m2 ** benchmark obv FTE Figuur 6: CO2 jaarrekening UTS UTS wordt zowel met de referentiegroep als de benchmark vergeleken. In het CFP Expert systeem (database) zijn referentie organisaties & gebouwen geselecteerd. De mediaan vormt hierin de referentiegroep, het 1 e kwartiel vorm de benchmark. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

10 3. CO 2 benchmark 3.1 Uitstoot per vestiging met 43% gedaald t.o.v De jaarlijks dalende trend van CO2 uitstoot heeft tot en met 2014 doorgezet. De cijfers van 2014 laten een daling zien van 4% ten opzichte van De totale uitstoot ligt daarbij aanzienlijk lager dan het basisjaar (-64%). De daling is deels het gevolg van het samenvoegen en/of afstoten van vestigingen. Tevens is de uitstoot per vestiging met 43% gedaald ten opzichte van het basisjaar Hierbij dient rekening gehouden te worden met het feit dat tussentijds de omrekenfactoren zijn aangescherpt. Wanneer de nieuwe omrekenfactoren ook zouden gelden voor 2007, zou het besparingspotentieel nog hoger uitkomen. Totale uitstoot Aantal Uitstoot (ton CO2) locaties per vestiging Daling uitstoot 2012 t.o.v % Figuur 7: Vergelijk uitstoot per vestiging 2014 vs UTS weet haar milieu-impact jaarlijks verder te verlagen. In het laatste jaar (2014) komt de daling uit op 4% ondanks een stijging van uitstoot als gevolg van vervoersbewegingen (+8%). Ten opzichte van 2012 is de CO2 footprint gedaald met 9% in 2013 en 12% in Figuur 8: Verloop CO 2 uitstoot UTS in de periode 2009 t/m Nieuwe emissiefactoren 3 De totale uitstoot is opnieuw bepaald op basis van nieuwe emissiefactoren die voor Nederland zijn vastgesteld en als nieuwe standaard gelden voor organisaties in Nederland. Om de ontwikkeling in uitstoot over meerdere jaren vergelijkbaar te houden is de historische data (t/m 2012) ook berekend op basis van de nieuwe omrekenfactoren. Doordat de emissiefactoren hoger liggen, stijgt de uitstoot ook ten opzichte van voorgaande jaren. Voor UTS houdt dit in dat de uitstoot met circa 14% stijgt ten opzichte van de oude omrekenfactoren Nieuwe emissie Oude emissie Stijging (%) 14% 13% 14% 16% 14% Figuur 9: Vergelijkingstabel CO 2 uitstoot o.b.v. nieuwe en oude omrekenfactoren 3 Op basis van nieuwe lijst met uniforme CO2 emissiefactoren voor Nederland (Green Deal CO2 emissiefactoren) CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

11 3.3 Ook zonder groene energie blijft vervoer dé CO2 driver Om de impact per categorie inzichtelijk te maken, zijn alle milieu-drivers omgerekend naar CO2, inclusief het deel van energie wat groen is ingekocht). Het overzicht (figuur 10) laat zien dat ook wanneer UTS geen gebruik zou maken van groene energie, vervoer nog altijd veruit de grootste driver van CO2 blijft. In 2014 vertegenwoordigde vervoer 71% van de totale CO2 footprint. Omdat de vervoersbewegingen een directe relatie hebben met het primaire proces van UTS, dient de organisatie zich vooral te richten op de mogelijkheden om de vervoersbewegingen uit te voeren met een zo laag mogelijke milieu-impact. Efficiënte routes, brandstofzuinige vrachtauto s zijn voorbeelden die hier aan kunnen bijdragen Elektriciteit Verwarming Water Papier Afval Vervoer Figuur 10: Uitstoot UTS 2009 t/m 2014 in tonnen CO Grootste daling bij categorie verwarming t.o.v Om de verschillen in CO2 uitstoot in per categorie inzichtelijk te maken, is in figuur 11 een overzicht weergegeven van de mutaties in deze periode. Hierin is te zien dat de grootste daling in CO2 uitstoot zich voordoet in de categorie verwarming (-33%). Daarnaast heeft UTS ook in de categorieën water en elektriciteit de CO2 uitstoot verlaagd. De grootste stijging is zichtbaar in de categorie afval (+32%). Afval; 32% Vervoer; 8% Papier; 0% 2014 Water; -30% Verwarming; -33% Elektriciteit; -14% Figuur 11: Mutatie uitstoot UTS ten opzichte van het voorgaande jaar CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

12 4. Besparingspotentieel per categorie 4.1 Grootste besparingen mogelijk bij afval Op basis van de verbruiken van de UTS vestigingen is een potentiële besparing in euro s inzichtelijk gemaakt. De financiële besparing is gebaseerd op de mogelijke besparing in verbruik ten opzichte van de best practice. Belangrijk aandachtpunt hierbij is dat vervoer en papier niet wordt meegenomen omdat het een directe relatie heeft met het primaire proces. Binnen de categorie afval is het grootste besparingspotentieel te zien. Dit is ook deels het gevolg van een sterke stijging van restafval ten opzichte van voorgaande jaren. Dit kan deels veroorzaakt worden doordat meer afval van projecten retour is genomen en door UTS als restafval wordt afgevoerd. Een andere verklaring is de implementatie van het nieuwe werken op meerdere locaties, waardoor veel oud meubilair is afgevoerd. Nader onderzoek is nodig om te bepalen wat deze stijging van restafval veroorzaakt en om de besparingsmogelijkheden verder te kunnen vaststellen. In onderstaande cirkeldiagram wordt het besparingspotentieel in tonnen CO2 weergegeven. Elektriciteit; 67 Verwarming; 26 Water; 0 Papier; 7 Vervoer; Afval; 267 Figuur 11: besparingspotentieel UTS per categorie in ton CO 2 CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

13 In onderstaande cirkeldiagram wordt het besparingspotentieel in euro s weergegeven. Elektriciteit; Verwarming; K Water ; 800 Afval; Figuur 12: Totale besparingspotentieel per categorie in euro s Afvalverwerkers bieden veelal aan om een afvalscan (kosteloos) uit te voeren. Samen met de afvalverwerker kan vervolgens een plan worden vastgesteld om de hoeveelheid restafval (en papier) vanuit de eigen bedrijfsvoering en vanuit de dienstverlening te verminderen. Op de volgende pagina s wordt verder ingegaan op de prestaties per vestiging en per categorie. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

14 4.2 Besparingspotentieel per vestiging: grootste potentieel bij vestiging Nijmegen (afval) Door de milieucijfers van de verschillende vestigingen te vergelijken met de benchmark wordt per categorie en per vestiging het verbeterpotentieel inzichtelijk. In onderstaand overzicht (figuur 13) worden deze potentiële besparingen per vestiging weergegeven. Nijmegen heeft het grootste besparingspotentieel op het gebied van restafval. Daarnaast zijn de grootste besparingen mogelijk bij de vestigingen Groningen (papier), Bergen op Zoom (papier en elektriciteit) en Rijswijk Zuiderweg 70 (papier) Nijmegen Groningen Bergen op Zoom Den Haag Rijswijk, Zuiderw. 70 Utrecht Leeuwarden Elsloo Rijswijk, Zuiderw. 90 Enschede Zwolle Breda Elektriciteit Verwarming Water Papier Afval Figuur 13: Besparingspotentieel UTS per vestiging t.o.v. benchmark in euro s CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

15 4.3 Categorie elektriciteit: besparingspotentieel 38K Van de twaalf vestigingen maken vijf vestigingen gebruik van groene stroom. In totaal vertegenwoordigd dit 23% van het totale elektraverbruik (situatie 2014). Het gebruik van groene stroom draagt bij aan een verlaging van de CO2 footprint van UTS met 100 ton CO2. In onderstaande grafiek (figuur 14) wordt de CO2 uitstoot per vestiging (in kg CO2 per m 2 ) weergegeven. Hierin laat de vestiging van UTS in Bergen op Zoom het hoogste verbruik zien waardoor deze locatie ook het hoogste besparingspotentieel ( 13K) heeft , ,8 14,2 10,9 4,3 12,2 2,3 6,3 9,2 3,0 6,4 14,7 - Elektriciteit Best Practice Referentiegroep Figuur 14: Kg CO 2 uitstoot per m 2 door elektragebruik (o.b.v. grijze stroom) per vestiging Ondanks het (gedeeltelijk) gebruik maken van groene stroom, start verduurzaming bij het verminderen van het verbruik. Op basis van het werkelijke verbruik per locatie is een besparingspotentieel vastgesteld ten opzichte van de referentiegroep. Het totale besparingspotentieel komt uit op 37,9K per jaar. Bergen op Zoom Den Haag Utrecht Elsloo Groningen Rijswijk, Zuiderw Figuur 15: Besparingspotentieel elektra per vestiging De besparingen zijn gebaseerd op prestaties ten opzichte van referentieorganisaties en -gebouwen. Om meer gedetailleerd inzicht te krijgen in een verbeterpotentieel en de bijbehorende verbetermaatregelen wordt geadviseerd om een energiescan uit te laten voeren. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

16 4.4 Categorie gas: besparingspotentieel 32K Door vijf van de twaalf UTS vestigingen wordt gebruik gemaakt van groen gas. Hierdoor weet UTS als totaal 94 ton CO2 te besparen, dit komt neer op 45% van de oorspronkelijke CO2 uitstoot als gevolg van gasgebruik. Onderstaand overzicht (figuur 16) geeft de CO2 uitstoot weer per vestiging in kg CO2 per m 2. De vestigingen Bergen op Zoom en Groningen laten het hoogste verbruik zien, de Vestigingen Nijmegen en Utrecht laten het laagste verbruik per m 2 zien ,9 4,2 9,0 4,1 6,8 12,6 2,1 0,7 1,3 4,5 2,6 6,2 Verwarming Best Practice Referentiegroep Figuur 16: Kg CO 2 uitstoot door gasgebruik per m 2 per vestiging Het gasverbruik per vestiging ligt laag in verhouding tot de referentiegroep. Het besparingspotentieel komt uit op ca. 32K. De vestigingen Den Haag, Bergen op Zoom en Groningen hebben een verbruik per m 2 wat hoger ligt dan de referentiegroep. Hiervoor ligt een besparingspotentieel van respectievelijk 9K (Den Haag) en 7K (Bergen op Zoom en Groningen). Den Haag Bergen op Zoom Groningen Enschede Zwolle Rijswijk, Zuiderw. 90 Elsloo Breda Rijswijk, Zuiderw Figuur 17: Besparingspotentieel gas per vestiging CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

17 4.5 Categorie vervoer: stijging van 7% in 2014 Ondanks een 100% afname van het aantal vliegreizen is de totale CO2 uitstoot per categorie gestegen met 7%. Onderstaand overzicht (figuur 18) geeft de mutaties per categorie weer. Zakelijk autovervoer is met 51% sterk gestegen evenals het gebruik van openbaar vervoer voor woon-werk verkeer t.o.v (+97%). Deze sterke stijging wordt veroorzaakt door betere registratie van het type woon-werk verkeer. In het verleden werd een zeer beperkt aantal OV kilometers opgegeven. Overigens vormt het wagenpark de grootste categorie in absolute aantallen, waarvan het brandstofverbruik licht is gedaald (-4%) in 2014 ten opzichte van Zakelijk autovervoer; 51% Zakelijk openbaar vervoer; 0% Woon-werk openbaar vervoer; 97% Woon-werk auto; 27% Wagenpark; -4% Vliegreizen; - 100% 2014 Figuur 18: Mutaties vervoer per categorie (2014 t.o.v. 2013) De belangrijke driver van de CO2 uitstoot binnen de categorie vervoer vormt het wagenpark. Door een daling van het aantal fte over de jaren en een stijging van het zakelijk autovervoer, is een stijgende trend te zien in CO2 uitstoot per fte Wagenpark Vliegreizen Woon-werk openbaar vervoer Zakelijk autovervoer Zakelijk openbaar vervoer Woon-werk auto Figuur 19: Kg CO 2 uitstoot door vervoer per fte per jaar CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

18 In het vergelijk van CO2 uitstoot per fte per vestiging, laat de vestiging van Leeuwarden een grote uitschieter zien. Verhoudingsgewijs hebben hier veel vervoersbewegingen per fte plaatsgevonden. De vestiging in Den Haag (Wolga 2) heeft het laagste verbruik wat te verklaren is door het feit dat dit een kantoorlocatie betreft Vervoer Best Practice Referentiegroep Figuur 20: CO 2 uitstoot vervoer UTS per fte CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

19 4.6 Categorie water: 30% daling, potentieel 0.8K Het besparingspotentieel in euro s en kilogram CO2 is binnen de categorie water beperkt. Het verbruik is flink gedaald, in 2014 ligt het verbruik 30% lager in verhouding tot Dit wordt deels veroorzaakt door betere verbruik cijfers voor het specifieke verbruik van UTS op locaties waar meerdere bedrijven zijn gevestigd. Uiteraard kunnen er wel besparende maatregelen worden getroffen, denk hierbij aan het toepassen van waterbesparend sanitair bij een renovatie of verbouwing Water Best Practice Referentiegroep UTS Figuur 21: CO 2 footprint water per vestiging (kg CO 2/fte) Het gemiddeld verbruik van UTS ligt nog wel iets boven de referentiegroep, voor de vestigingen in Utrecht, Bergen op Zoom, Rijswijk (Zuiderweg 90) en Breda ligt hier nog een (beperkt) besparingspotentieel. Utrecht 400 Bergen op Zoom 300 Rijswijk, Zuiderw. 90 Breda Figuur 22: Besparingspotentieel water per vestiging CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

20 4.7 Categorie papier blijft vrijwel gelijk met 2013 Binnen de categorie papier is de minste verschuiving te zien. De CO2 uitstoot als gevolg van het inkopen van papier is in 2014 (55,8 ton) vrijwel gelijk met 2013 (56,0 ton). Binnen deze categorie wordt alleen het papier meegenomen dat door UTS zelf is ingekocht. Hierbij gaat het om verpakkingsmateriaal, drukwerk, printpapier etc. Onderstaand geeft de CO2 footprint van papier weer in kilogram CO2 per vestiging per fte. Hierbij heeft de vestiging in Groningen (per fte) het hoogste verbruik van papier. De grote verschillen kunnen mogelijk verklaard worden door de aanschaf van grote hoeveelheden nieuwe verhuisdozen Papier Best Practice Referentiegroep UTS Figuur 23: CO 2 footprint papier per vestiging (kg CO 2/fte) In totaal vertegenwoordigd papier 2% van de totale CO2 footprint van UTS (2014). Gezien het feit dat het papierverbruik (inkoop papier/karton) direct gerelateerd is aan de core business (vergelijkbaar met vervoer), wordt hiervoor geen besparingspotentieel vastgesteld. CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

21 4.8 Categorie afval: sterke stijging restafval (+32%) In de afgelopen jaren vertegenwoordigde de categorie afval circa 5-7% van de totale CO2 footprint van UTS. Door daling van verschillende andere indicatoren en een sterke stijging van restafval (+32%) vertegenwoordigd deze categorie nu ca. 12% van de totale footprint van UTS. De categorie afval vertegenwoordigd de hoeveelheid restafval die jaarlijks wordt geproduceerd als gevolg van de bedrijfsvoering van de UTS vestigingen Afval Best Practice Referentiegroep Figuur 25: CO 2 footprint afval per vestiging (kg CO 2/fte) De uitstoot van vestiging Nijmegen vormt met 7807 kg CO2 per fte een flinke uitschieter in verhouding tot de andere locaties. Nader onderzoek is nodig om na te gaan waardoor dit veroorzaakt wordt. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat een grote hoeveelheid projectafval van klanten hierin is meegenomen. Op basis van de opgegeven verbruikscijfers in relatie tot de referentiegroep is het totale besparingspotentieel voor afval ca. 195K per jaar. Onderstaand overzicht geeft weer welke vestigingen een besparingspotentieel hebben en wat de omvang hiervan is. Nijmegen Groningen Rijswijk, Zuiderw. 70 Leeuwarden Utrecht Elsloo Den Haag Figuur 26: Besparingspotentieel restafval per vestiging CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,

22 5. Conclusies De resultaten uit het CO2 Jaarverslag bevestigen de dalende trend van CO2 uitstoot. Ten opzichte van 2012 is de CO2 footprint gedaald met 12% in 2013 en 9% in Door inkoop van groene stroom en groen gas is de CO2 footprint met 194 ton CO2 verlaagd. Wanneer UTS haar energie voor alle locaties volledig groen zou inkopen, zou dit neerkomen op een verlaging van 651 ton CO2. Vervoer vertegenwoordigd nog altijd het grootste deel van de CO2 uitstoot van UTS. Een groei in bedrijfsactiviteiten en vervoersbewegingen in de toekomst zal daarmee direct resulteren in een stijging van de CO2 footprint. Dit kan deels worden ondervangen door het verbruik binnen op andere categorieën te beperken of te vergroenen. De compleetheid van dataverzameling voldoet aan de criteria vanuit het protocol voor verslaglegging. Voor een aantal categorieën is meer data beschikbaar gekomen (waaronder woon-werk verkeer openbaar vervoer). Als totaal is de volledigheid van data wel gedaald en vormt een aandachtspunt voor het volgende CO2 verslag. Daarnaast is in dit verslag gebruik gemaakt van nieuwe omrekenfactoren. Om trends goed te kunnen weergeven heeft CFP de historische jaren ook berekend op basis van deze nieuwe omrekenfactoren. Voor de categorieën water, elektriciteit en gasverbruik heeft UTS een daling weten te realiseren met het gasverbruik als uitschieter (-29%). Dit wordt deels verklaard door een warmere periode. Mogelijk dat hier nog andere maatregelen van UTS aan hebben bijgedragen. Tot slot is een besparingspotentieel vastgesteld waarbij afval het grootste verbeterpotentieel laten zien. Geadviseerd wordt om met betrokken partijen verder onderzoek te doen naar reductiemogelijkheden of om betere registratie realiseren van projectafval en eigen afval. Op grond van de werkzaamheden en ontvangen verbruik data van UTS heeft CFP geen onjuistheden afwijkingen van het protocol kunnen constateren die effect hebben op de betrouwbaarheid van de resultaten van de UTS CO2 jaarverslag 2013 & 2014 welke zijn verwerkt in deze rapportage. Apeldoorn, 27 november 2015 CFP G.J.Vaatstra (MSc) CFP UTS CO 2 Jaarverslag 2013,