Acceptatieverslag. Verkeer en Vervoer. Datum: 30 oktober 2013 Project naam: Acceptatieverslag VRU 3.1u
|
|
- Victor de Veen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Acceptatieverslag Datum: 30 oktober 2013 Project naam: Acceptatieverslag VRU 3.1u Sector Verkeer en Vervoer Postbus RK UTRECHT Telefoonnummer: Bezoekadres: Ravellaan 96
2 ALGEMENE GEGEVENS Onderwerp: Acceptatieverslag VRU 3.1u Opdrachtgever: Opdrachtnemer: Datum Opdracht: April 2013 Werknummer: P Opslag bestand: College van B&W, vertegenwoordigd door MT afd. Milieu en Mobiliteit van de gemeente Utrecht PL modelactualisatie, Expertise & Mobiliteit Acceptatieverslag VRU 3.1u.doc Datum: 30 oktober 2013
3 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding VRU versie 3.1u Doel rapportage Relatie met andere documenten Leeswijzer 2 2 Het verkeersmodel VRU 3.1u Kenmerken van het verkeersmodel Proces, status en vaststelling Toepasbaarheid 6 3 Acceptatietoets basisjaar Invoer Proces Uitvoer Conclusies Aanbevelingen 13 4 Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en Invoer 2015 en Uitvoer 2015 en Aandachtspunten, Conclusie en Aanbevelingen Aandachtspunten/opvallende zaken Conclusies en aanbevelingen 21 Inhoudsopgave
4 1 INLEIDING 1.1 VRU versie 3.1u Vanaf 1 juli 2011 is het Verkeersmodel Regio Utrecht 2.0 Utr 2.2 (kortweg Vru 2.0 Utr 2.2) in gebruik. Daarnaast werd buiten de gemeente Utrecht gebruik gemaakt van een regionale versie, VRU 2.2. Het regionale model is onlangs geactualiseerd naar VRU 3.0. Dit model dient als basis voor de actualisatie van de gemeente Utrecht, VRU 3.1u, waar deze rapportage betrekking op heeft. De actualisatie is uitgevoerd in samenwerking met het BRU en de provincie Utrecht. Iedere instantie stelt haar eigen model vast, voor de gemeente Utrecht is dit het VRU 3.1u, BRU en provincie werken met VRU 3.0. Het besluit om het regionale verkeersmodel voor de stad Utrecht te actualiseren kwam voort uit de behoefte om een actueel model in te zetten voor de volgende toepassingen: - Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL); - de jaarlijkse rapportage luchtkwaliteit; - de saneringstool VROM over luchtkwaliteit; - het berekenen van de verkeersaantrekkende werking van diverse bouwplannen voor berekeningen aan de luchtkwaliteit en geluidshinder in het kader van de Wet ruimtelijke ordening (WRO) en de Wet Milieubeheer, hoofdstuk luchtkwaliteit (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd). De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het huidige model zijn onder andere de volgende: - Integratie van regionaal model (VRU 2.2) en stedelijk model (VRU-UTR); - Volledig actueel en veel meer gedetailleerd en gekalibreerd OV-model; - Actueel basisjaar 2010, gebruik van actuele tellingen; - Prognoses voor 2015, 2020; - Gebruik van een actueel beleidsscenario (GE), sluit aan bij landelijke prognoses; - Overstap naar een nieuwe softwareomgeving (OmniTRANS versie 6) met bijbehorende voordelen: kortere rekentijden, nieuwe analysemogelijkheden. 1.2 Doel rapportage Doel van deze rapportage: oordeel over de kwaliteit (en daarmee de toepasbaarheid) van het verkeersmodel Het acceptatieverslag doet verslag van de toetsen die zijn uitgevoerd om de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van de modelresultaten te toetsen. De acceptatietest is bedoeld om op hoofdlijnen te beoordelen of het model voor de gemeente Utrecht geschikt is om te gebruiken voor o.a. planuitwerkingen en WRO procedures. De nadruk bij de toets ligt ook op de gemeente Utrecht, terwijl de omgeving wel invloed kan hebben op het resultaat. In dit verslag wordt niet ingegaan op de controles die zijn uitgevoerd bij het bouwen van het verkeersmodel. In de technische rapportage zijn gemaakte keuzes en het doorlopen proces van modelbouw verantwoord. De acceptatietest start op het moment dat het verkeersmodel modeltechnisch is opgeleverd door het adviesbureau. Uitgangspunt is dat, als zich een probleem voordoet ten aanzien van de toepasbaarheid van het verkeersmodel, dit wordt gesignaleerd en een aangepaste (of aanvullende) werkwijze wordt geadviseerd. Dit acceptatieverslag kan gebruikt worden indien een nadere uitleg of verklaring van het verkeersmodel wordt gevraagd. Tevens is het een naslagwerk voor de modeladviseurs voor de toepassing van het model. Inleiding 1
5 1.3 Relatie met andere documenten Naast dit acceptatieverslag zijn ten behoeve van de onderbouwing van het verkeersmodel de volgende documenten opgesteld: - Technische rapportage VRU 3.0: in deze rapportage zijn de feitelijke uitgangspunten van het model opgenomen en een toelichting op het bouwproces In de technische rapportage is een beoordelingskader opgenomen waarmee de werking van het modelsysteem is beoordeeld. - Documentatie mutaties VRU 3.0.2: aanvulling op technische rapportage VRU Technische rapportage VRU 3.1u: dit is het model voor de gemeente Utrecht, het geeft vooral de wijzigingen t.o.v. het regiomodel (VRU 3.0.2) weer. - Rapportage tellingen: een verslag van hoe de tellingen van het najaar 2012 zijn toegepast voor het basisjaar Leeswijzer De rapportage is opgesplitst in de volgende 3 delen: - het verkeersmodel VRU 3.1u (deel 1); - acceptatietoets van het basisjaar 2010 (deel 2); - acceptatietoets van het prognosejaar 2015 en 2020 (deel 3) Inleiding 2
6 2 HET VERKEERSMODEL VRU 3.1U In dit hoofdstuk wordt een korte omschrijving van het verkeersmodel gegeven. Ten eerste wordt ingegaan op de inhoudelijke kenmerken, dit is een samenvatting van de uitgebreidere technische rapportage. Daarnaast wordt kort stilgestaan bij de status en procedure om tot vaststelling van een model te komen. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de toepasbaarheid van het verkeersmodel, in de volgende hoofdstukken komt dit uitgebreider aan de orde. 2.1 Kenmerken van het verkeersmodel Het VRU 3.1u is een verkeersmodel dat de stad Utrecht, in samenwerking met BRU en Provincie, heeft laten ontwikkelen ten behoeve van de milieuproblematiek en als vertrekpunt voor verkeersontwerpen. Het model is gebaseerd op het regionale verkeersmodel (VRU 2.2) en stedelijk model (VRU 2.0-Utr 2.2) en het gezamenlijke vervolg daarop: het VRU 3.0. Studiegebied is het BRU-gebied, waarbij ook de beschrijvende waarde van de provinciale wegen voor de gehele provincie Utrecht gewaarborgd is. In het studiegebied zijn in elk geval de wegen opgenomen die in beheer zijn van de gemeente Utrecht en waar een wettelijke snelheid van 50 km/h of meer geldt. Voor wegen die niet in beheer zijn bij de gemeente Utrecht (zoals autosnelwegen, provinciale wegen en wegen buiten het Utrechtse grondgebied) is het verkeersmodel gebaseerd op de uitgangspunten van het VRU 3.0. Het VRU 3.1u heeft als basisjaar 2010 en als prognosejaren 2015 en Er is in VRU 3.0 ook een scenario voor 2030 opgesteld, dit is echter geen onderdeel van het vastgestelde model voor de gemeente Utrecht. Hier wordt in deze rapportage dan ook geen aandacht aan besteed. De peildatum, de datum tot waarop vastgesteld beleid is opgenomen als uitgangspunt voor het verkeersmodel, is 10 juli Het model bevat diverse schematiseringen van de werkelijkheid, zoals deze algemeen gebruikelijk zijn bij verkeersmodellen. Zo zijn van alle personen de aankomsten en vertrekken, de reismotieven, de vervoerswijzekeuze en de vertrektijdstippen geschematiseerd in: 4400 modelgebieden (zones), waarvan 913 voor de gemeente Utrecht; de vervoerswijzen personenauto (bestuurder en passagier), middelzware- en zware vrachtauto s, openbaar vervoer en fiets; 5 reismotieven; 4 dagdelen. Deze schematiseringen zijn mede gebaseerd op het landelijk onderzoek naar het verplaatsingsgedrag (het OVIN, Onderzoek Verplaatsingen in Nederland). Elk modeljaar heeft een eigen netwerk voor auto-, vracht-, OV,- en fietsverkeer. In een dergelijk netwerk kunnen we onder andere onderscheid maken in een rekennetwerk en een analysenetwerk. Het rekennetwerk bestaat uit alle "links" die in het modelnetwerk zitten (zie figuur a als voorbeeld). Een link is een wegvak welke tussen twee punten (nodes) ligt in een bepaald modelnetwerk. Het rekennetwerk vormt de basis om een modelberekening te maken voor in dit geval het studiegebied "Gemeente Utrecht". Het principe van het rekennetwerk is over de jaren hetzelfde gebleven, hieronder een voorbeeld uit eerdere modellen. Het verkeersmodel
7 Figuur a: rekennetwerk (VRU ) Figuur b: rekennetwerk t.p.v. Utrecht (VRU ) Vanuit de zones en de voedingslinks wordt het verkeer op het rekennetwerk toegedeeld. In figuur b is nader ingezoomd op figuur a. Te zien is het rekennetwerk ter plaatse van de gemeente Utrecht, met daarbij te zien de zones, voedingslinks en infrastructuur van het rekennetwerk. Het analysenetwerk bestaat over het algemeen uit wegen van de hoofdwegenstructuur van de gemeente Utrecht. De meest betrouwbare uitspraken kunnen gedaan worden over de wegen op hoofdstructuurniveau, zeker als daar ook kalibratiepunten op voorkomen. Afhankelijk van het type vraag en het gewenste detail- en kwaliteitsniveau kan men het benodigde analysenetwerk bepalen dan wel uitbreiden door middel van bijvoorbeeld extra onderzoek zoals verkeerstellingen. Uit verkeersonderzoek is gebleken dat de maximale en minimale verkeersintensiteiten op verschillende wegen onafhankelijk van elkaar in de stad op verschillende lokaties kunnen optreden en er dus stadsbreed gezien feitelijk geen sprake zou kunnen zijn van een gemiddelde werkdag. Door deze verschillen modelmatig uit te middelen wordt toch een goed bruikbaar verkeersmodel verkregen. In de vakantieperioden is het minder druk dan in de maanden zonder vakanties, zoals in het voor- en najaar. De in het model berekende jaargemiddelde etmaalperiode bevat daarom ca % minder verkeer dan in het drukkere voor- en najaarsseizoen. Dit jaargemiddelde etmaalcijfer is vooral van belang in het kader van milieuberekeningen. Het model kan op basis van lokale onderzoeksresultaten opgehoogd worden naar een lokaal gewenste (congestie) situatie voor het ontwerpen van verkeersinfrastructuur. Het model representeert een etmaalperiode van een jaargemiddelde werkdag. Er zijn buiten het model aanvullingen gemaakt om de modelcijfers voor gebruik in de milieuberekeningen te completeren. Hiervoor zijn op basis van verkeersonderzoeksresultaten aanvullingen gemaakt. Het betreft: een correctie van een gemiddelde werkdag naar een gemiddelde weekdag; een opsplitsing in 3 dagperioden zoals de geluidsberekeningen vereisen (07:00 19:00h; 19:00 23:00h; 23:00 07:00h); een opsplitsing in 3 voertuigklassen zoals luchtkwaliteitberekeningen vereisen (lichte, middelzware en zware voertuigen). Het toevoegen informatie over aantallen bussen en busequivalenten De gehanteerde factoren staan in de technische rapportage. Gebruikelijk is de voor de huidige situatie toegepaste benadering ook voor de toekomst te gebruiken. Daarom kan worden volstaan de toekomstsituatie te baseren op de empirie van het basisjaar Het model bevat 913 modelgebieden binnen de stad. Het model kan niet gebruikt worden voor toepassing binnen een enkel modelgebied. Als de onderzoeksvraag dat vergt, wordt er ingezoomd op lokale wegvakken en is het nodig een gebruikelijke (handmatige) aanpak te kiezen voor deze detailuitwerkingen. Het model bevat hoofdzakelijk de hoofdwegen van de gemeente Utrecht. Een verkeersmodel is een schematisering van de werkelijkheid; dat betekent ook dat in het algemeen de rekenresultaten niet zonder meer kunnen worden afgelezen, maar dat onderscheid moet worden gemaakt tussen verschillende niveaus van betrouwbaarheid. Op basis van modeltheorie en onderzoek kan het verkeersnetwerk worden onderverdeeld in twee categorieën: het analysenetwerk en het rekennetwerk. De intensiteiten op het analysenetwerk zijn getoetst en betrouwbaar gebleken. Deze kunnen dan ook direct uit het vekeersmodel worden afgelezen. De overige wegvakken behoren tot het rekennetwerk. Dit zijn veelal de kleinere wegen in het verkeersmodel, waarvan de betrouwbaarheid van de modeluitkomsten niet is getoetst aan de werkelijkheid. Toelichting keuze, analysenetwerk of rekennetwerk: Wegvakken die behoren tot de hoofdinfrastructuur (waar 50 km/h of meer mag worden gereden) behoren in principe tot het analysenetwerk, hierop gelden de volgende uitzonderingen: Het verkeersmodel
8 - wegvakken die worden gescheiden door een zone-link behoren tot het rekennetwerk; - weggedeeltes waarop geen of beperkt onderzoek heeft plaatsgehad kunnen ook nog tot het rekennetwerk behoren. Dit rekennetwerk is nodig voor de berekeningen en om betrouwbare resultaten te geven voor de intensiteiten op het analysenetwerk. De intensiteiten op de wegen van het rekennet zelf zijn echter minder betrouwbaar, c.q. de betrouwbaarheid ervan is niet onderzocht. De modelresultaten op het rekennetwerk mogen dan ook niet direct worden gebruikt. Voor deze wegvakken dient, afhankelijk van de vereiste nauwkeurigheid uit de onderzoeksvraag, afzonderlijk te worden nagegaan of de modelresultaten wel aan de gestelde criteria voldoen. Hiervoor zijn meestal handmatige aanpassingen/ toevoegingen of aanvullende tellingen benodigd. De prognosejaren van het model bevatten bouwplannen die een grote mate van realiteitswaarde hebben. Ze voldoen aan het criterium; relevante, redelijkerwijs te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen (op peildatum 10 juli 2013), en zijn als uitgangspunt geaccordeerd door het college van burgemeester en wethouders bij de vaststelling van het verkeersmodel. De uiteindelijke uitvoer van het model betreft verkeersintensiteiten van motorvoertuigen voor een etmaalperiode van een jaargemiddelde werkdag op het wegennet van de gemeente Utrecht voor verschillende jaren. Voor milieu wordt deze uitvoer omgezet naar de weekdag. Deze omzetting is beschreven in de technische rapportage. 2.2 Proces, status en vaststelling Het bouwen van een verkeersmodel gebeurt in drie afzonderlijke fasen. Onderstaand figuur geeft daarvan een beeld. A Invoer model in hoofdlijnen B Modelbouwproces door adviesbureau met technische rapportage C Acceptatie van de uiteindelijke invoer Figuur 2.1: schematische weergave modelbouw Fase A bestaat vooral uit het inventariseren van de basisgegevens voor het verkeersmodel. Hierbij moet gedacht worden aan de hoeveelheid inwoners en arbeidsplaatsen in Utrecht totaal en verdeeld per zone, de vormgeving van de weginfrastructuur en onderzochte verkeersintensiteiten op de wegvakken van het reken- en analysenetwerk.. Op basis van deze gegevens heeft adviesbureau Goudappel Coffeng het verkeersmodel gebouwd met behulp van het softwarepakket voor verkeersprognoses Omnitrans (Fase B). Nadat dit eerste concept is doorgerekend, zijn aanpassingen gedaan om het verkeersmodel beter overeen te laten komen met de werkelijkheid (kalibratie). Daarna worden de verkeersprognoses opgesteld. Daarbij zijn in deze fase onder meer ook uitgangspunten geformuleerd t.a.v. de verwachte economische ontwikkelingen in Nederland, van bijvoorbeeld de parkeertarieven en van het verplaatsingsgedrag (op basis van het OVIN). In de technische documentatie van het VRU 3.0 is nader beschreven hoe het verkeersmodel tot stand is gekomen. In fase C wordt het aldus ontwikkelde verkeersmodel voor een laatste maal getoetst op betrouwbaarheid en plausibiliteit. Deze rapportage gaat in op deze fase C van de bouw Het verkeersmodel
9 van het verkeersmodel. Van de processen A en B zijn rapportages gemaakt. Deze liggen ter inzage bij de afdeling Expertise & Mobiliteit. 2.3 Toepasbaarheid Een verkeersmodel is een complex geheel bestaande uit veel data, empirie, formules en schematiseringen. Als de bouwfase van het model is afgerond en het model is getoetst aan algemene criteria per bouwstap, volgt er nog een finale afweging of het model geaccepteerd kan worden voor gebruik. Dat wil niet zeggen dat de cijfers uit het model zonder meer in alle voorkomende gevallen één-op-één kunnen worden toegepast. Gezien de schematiseringen kan het zo zijn dat er hier en daar kanttekeningen en waarschuwingen geplaatst moeten worden bij het gebruik van verkeerscijfers. Ter illustratie De finale beoordeling van een verkeersmodel kan worden vergeleken met de oplevering van een huis door een aannemer. Het is gebruikelijk een net nieuw gebouwd huis in de laatste oplevering nog te toetsen op resterende kleine gebreken: klemmende deuren en lekkende kranen, scheef liggende pannen e.d. Een klein gebrek is geen reden om het huis geheel af te keuren, af te breken en maar weer opnieuw te bouwen. Want kleine gebreken zullen altijd blijven. Beter is het blij te zijn met het resultaat en kleine gebreken op te lossen. In analogie met het voorgaande kan men stellen dat het verkeersmodel zonder meer geschikt is voor gebruik, maar dat er per project mogelijk verbeterstappen gewenst zijn. In deze notitie is beschreven op welke wijze het opgeleverde verkeersmodel door de afdeling Expertise & Mobiliteit is getoetst op bruikbaarheid. Het verkeersmodel
10 3 ACCEPTATIETOETS BASISJAAR 2010 Vanuit risicomanagement is het nodig om te weten of het model in alle situaties het verkeer goed simuleert en of het model voor alle bouwplantoetsingen gebruikt kan worden. Hiervoor worden verschillende toetsen uitgevoerd om iets te kunnen zeggen over de kwaliteit en toepasbaarheid van het model. Dit is een aanvulling op toetsen die zijn uitgevoerd tijdens de modelbouwfase, deze zijn beschreven in de technische rapportage van de betreffende modelbouwfase. Achtereenvolgens wordt stilgestaan bij de invoer (kwaliteit, betrouwbaarheid, beoordeling gemaakte keuzes), het proces (oordeel over gehanteerde methodieken en uitgevoerde bewerkingen) en de uitvoer (kwaliteit en toepasbaarheid). Zo nodig worden aanbevelingen gedaan om de kwaliteit van het verkeersmodel in de toekomst verder te verbeteren. 3.1 Invoer 2010 In onderstaande paragrafen wordt de voor het basisjaar gehanteerde invoer beoordeeld Tellingen Voor de kalibratie van het verkeersmodel wordt gebruik gemaakt van verkeerstellingen gehouden gedurende 2 weken in september 2012 en nog een aantal tellingen daarna. Idealiter zijn de tellingen opgesplitst in aparte dagdelen en voertuigcategorieën, aparte richtingen en verzameld door middel van een betrouwbare meetmethode gedurende een langere periode in een representatieve periode zonder verstorende invloeden (weer, werkzaamheden). Alleen de tellingen waarin een verdeling over dagdelen en voertuigcategorieën is gemaakt zijn meegenomen in de kalibratie. Naast het detailniveau en de kwaliteit van de tellingen zijn de locaties en daarmee de dekking van het studiegebied van belang. Bij voorkeur dient op alle belangrijke routes binnen het studiegebied geteld te worden. Bij het samenstellen van het telprogramma is hier uitgebreid aandacht aan besteed. Alle relevante screenlines en cordons zijn opgenomen in het telprogramma. In de bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de (circa 325) telpunten. In de notitie Rapportage tellingen 2012 naar 2010 is beschreven hoe de tellingen van 2012 zijn gebruikt voor het jaar 2010 waarvoor het model is gekalibreerd. Concluderend kan worden gesteld dat de telset zoals is gehanteerd voor de kalibratie voldoende kwaliteit biedt om een goede beschrijving van het basisjaar te geven Sociaal Economische Gegevens De sociodata voor het basisjaar 2010 bestaat uit 913 (verkeers-) zones van de gemeente Utrecht. Elke zone beslaat een bepaald gebied (area). Elke zone heeft ook een zone zwaartepunt. Dit worden ook wel centroids genoemd in het verkeersmodel. Per centroid zijn voor het verkeersmodel de volgende sociaal economische gegevens van belang om uiteindelijk per zone de productie en attractie van auto- en vrachtverkeer te kunnen bepalen: - beroepsbevolking (bbv); - arbeidsplaatsen totaal (arbtot); - inwoners (inw); - inwoners en arbeidsplaatsen (inwarb); - arbeidsplaatsen detail (arbdet); - inwoners van 0 tot en met 34 jaar (inw034); - leerlingplaatsen (llp); - woningen (won); - vestigingen (bedrijven per type). In totaal heeft het VRU zones (gebieden). In het basisjaar 2010 heeft de gemeente Utrecht 759 zonegebieden (areas) en ook 759 zone zwaartepunten (centroids). In de prognosejaren 2015 en 2020 heeft de gemeente Utrecht naast de 759 zone zwaartepunten (centroids) ook nog 154 dummyzones. Deze dummyzones worden gebruikt om toekomstige ontwikkelingen in op te nemen. Acceptatietoets basisjaar
11 De inwoners, inwoners 0-34 en de woningen (met uitzondering van de Uithof, hiervoor is gebruik gemaakt van informatie van de instellingen op de Uithof) zijn afgeleid van bestuursinformatie. De aantallen komen overeen met de opgave van bestuursinformatie voor de situatie op 1 januari De woningen en inwoners zijn opgegeven middels x en y coördinaten. Dit houdt in dat er van elk woonobject een punt is af te lezen in het GIS systeem van de gemeente Utrecht. Er zijn een paar uitzonderingen waarbij handmatig kleine wijzigingen zijn doorgevoerd om de totalen voor input in het verkeersmodel overeen te laten stemmen met de informatie uit de bestuursinformatie. Deze uitzonderingen zijn verwaarloosbaar op de totale aantallen woningen en inwoners. Overige informatie is onder andere afgeleid van gegevens van het CBS en de vulling van Vru2.0 Utr2.1, jaar Parameters De diverse parameters die worden gebruikt in het verkeersmodel zijn in de projectgroep besproken en vastgesteld. De uitgangspunten zijn vastgelegd in de technische rapportage. Voor het bepalen van de parameters is gebruik gemaakt van landelijk geaccepteerde bronnen en zijn uitgebreid getoetst. De gehanteerde parameters hebben daarmee voldoende kwaliteit Netwerken De netwerken zijn opgebouwd uit de multimodale netwerken van het vigerende model, deze netwerken zijn regelmatig toegepast en kennen een hoge kwaliteit. De resultaten zijn beoordeeld op een juiste toedeling op het netwerk. Er zijn netwerken opgebouwd voor 2010, 2012, 2015 en Tussenliggende jaren zijn afgeleid uit deze netwerken waarbij mutaties zijn doorgevoerd op basis van de vastgestelde infralijst van de gemeente Utrecht. Omdat de planning van projecten regelmatig verandert is de aanbeveling om in de toekomst ook regionale- en rijksprojecten nauwkeuriger van een actuele planning te voorzien om zo de verschillende prognosejaren consistent te kunnen vullen. De PBMA zou hierbij als uitgangspunten kunnen dienen. De vervoerwijze 'fiets' kent een beperkte toepasbaarheid. Het model beschikt over fietsnetwerken, deze zijn echter beperkt getoetst op routekeuze en snelheden. Dit netwerk wordt in het huidige modelsysteem alleen gebruikt om de vervoerwijzekeuze uit te voeren en is hiervoor prima geschikt. Omdat er niet is gekalibreerd op fietstellingen (deze hebben ook een beperkte beschrijvende waarde omdat ze sterk fluctueren) zijn toedelingen op het netwerk niet bruikbaar. 3.2 Proces In dit hoofdstuk worden de stappen die zijn genomen om tot een goedgekeurd verkeersmodel te komen beoordeeld Ritproductie De ritproductie voor en na kalibratie is per definitie verschillend. In deze actualisatie is afgesproken om hierover geen verder onderzoek te doen. In het kader van het vervolg van de Provinciaal Brede Model Aanpak kan dit een onderwerp (op zich) zijn. Hiervoor moet dan wel extra tijd worden ingepland Matrixschatting Voor het onderzoeken van het proces van de matrixsschatting geldt hetzelfde als in de vorige paragraaf Kalibratie In de technische rapportage zijn de resultaten van de kalibratie opgenomen. De resultaten na kalibratie kunnen als volgt worden samengevat: Acceptatietoets basisjaar
12 T-waarde: Ochtendspits Restdag Dag Auto Mz Vracht Z Vracht Auto Mz Vracht Z Vracht Aantal: geen relevante afwijking grensgebied relevante afwijking geen relevante afwijking 92% 98% 97% 96% 100% 99% grensgebied 5% 1% 0% 3% 0% 0% relevante afwijking 3% 1% 2% 1% 0% 1% Avondspits Restdag Nacht Etmaal Auto Mz Vracht Z Vracht Auto Mz Vracht Z Vracht Auto Mz Vracht Z Vracht % 98% 96% 98% 98% 95% 98% 99% 99% 6% 1% 1% 2% 1% 2% 1% 0% 1% 5% 1% 3% 1% 2% 3% 0% 0% 0% Tabel 3.1: T-Waarden per dagdeel auto en vracht Als criteria zijn gesteld dat tenminste 80% van de randvoorwaarden geen relevante afwijking heeft en tenminste 95% van de randvoorwaarden geen relevante afwijking heeft of in het grensgebied valt. Conclusie: de resultaten van de kalibratie voldoen aan de gestelde criteria. Voor het openbaar vervoer is geen kalibratie uitgevoerd voor VRU 3.1u maar is overgenomen uit VRU 3.0, de kalibratie van het openbaar vervoer in VRU 3.0 voldoet aan de gestelde criteria. De telwaarden zijn aanvullend getoetst aan de toedeling uit VRU 3.1u. Zie onderstaande tabel met de resultaten. T-waarde: Openbaar vervoer Ochtend Avond Restdag Etmaal Aantal: ja misschien nee geen relevante afwijking 95% 95% 97% 98% grensgebied 4% 4% 2% 1% relevante afwijking 1% 1% 1% 1% Tabel 3.2: T-Waarden per dagdeel OV Aandachtspunt is de compleetheid en consistentie van de telset. Aanbevolen wordt deze vooraf te beoordelen en voldoende tijd te reserveren voor de beoordeling hiervan. Bij de bouw van VRU 3.0 heeft een zorgvuldige beoordeling plaatsgevonden Toedeling Het toedelingsproces gebeurt voor alle jaren op vergelijkbare wijze, deze toedeel-job is een onderdeel van het software pakket OmniTRANS en is opvraagbaar. Bij de toedeling wordt rekening gehouden met de capaciteit van kruispunten en wegvakken. In de routekeuze wordt eventuele vertraging als gevolg van te weinig capaciteit meegewogen. Geconstateerd is in VRU 2.0 UTR 2.2 dat de manier waarop de vertraging die door (zwaarbelaste) kruispunten wordt bepaald niet in alle gevallen overeenkomst met de praktijk. Door in VRU 3.0 rekening te houden met de aanwezigheid van veel fietsverkeer en/of openbaar vervoer wordt een realistischer vertraging op kruispunten berekend. Acceptatietoets basisjaar
13 Een aandachtspunt is de manier waarop met de capaciteit in de daluren en de vertraging op kruispunten wordt omgegaan. Door o.a. de verbreding van de spits is de belasting in een deel van de daluren nog behoorlijk hoog, omdat met een gemiddelde capaciteit voor de dalperiode wordt gerekend wordt de vertraging mogelijk onderschat. Aanbeveling is dit nader te onderzoeken en in een volgende modelversie verder te verbeteren. 3.3 Uitvoer De resultaten van het basisjaar 2010 zijn in de toetsgroep modellen (groep experts met lokale kennis en ervaring met verkeersmodellen) bekeken. Het gaat hier om een grote hoeveelheid informatie. De belangrijkste bevindingen zijn: - De resultaten van het verkeersmodel sluiten goed aan bij de gehanteerde tellingen - Aandachtspunt zijn werkzaamheden dit tijdens de tellingen plaatsvonden. Hoe hier mee is omgegaan is toegelicht in de rapportage tellingen van 2012 naar De resultaten sluiten goed aan bij de lokale kennis - Door de grote hoeveelheid nieuwe tellingen en wijzigingen aan het modelsysteem is het moeilijk een vergelijking te maken met het vorige model Evenwicht in ritgeneratie Naast een controle van het evenwicht tussen aankomsten en vertrekken in cordons (zie tabel in paragraaf ), kan ook per modelzone worden nagegaan, of het aantal aankomsten per etmaal ongeveer gelijk is aan het aantal vertrekken. Ideaalbeeld van een verkeersmodel is dat het aantal vertrekken en het aantal aankomsten per zone op een jaargemiddelde etmaalsituatie met elkaar in evenwicht zijn. Uit navraag onder modellen collega's blijkt dat dit ideaalbeeld nog lang niet overal wordt gehaald. Uit experimenten met vorige modellen bleek dat het in evenwicht brengen van de aankomsten en vertrekken per verkeerszone ook weer effecten heeft: we zien dan extra onevenwichtigheid op de wegvakken. Deze bevinding heeft ertoe geleid dat we geen evenwicht nastreven op zone-niveau, maar aansluiten op het eindresultaat van de kalibratie en de kalibratie-correctie voor de prognosejaren. In het kalibratieproces van het basisjaar worden de wiskundig berekende aankomsten en vertrekken gecorrigeerd op gemeten verkeersintensiteiten. Hierbij kan het voorkomen dat de telcijfers over een groter gebied onvoldoende samenhang hebben. Gevolg hiervan kan zijn dat het aantal aankomsten en vertrekken in het verkeersmodel wordt scheefgetrokken om de intensiteiten beter overeen te laten komen met de telcijfers. Aanbeveling voor vervolg in het PBMA: Onderzoek waar de scheefheid voorkomt in het model. Aandacht behoeven daarbij vooral de grote afwijkingen. Voor locates met een grote afwijking moet bij de toepassing van het verkeersmodel rekening worden gehouden met de scheefheid. Eventueel moet extra verkeersonderzoek worden gedaan Intensiteiten De toedeling van het verkeer aan het netwerk laat een logisch beeld zien. De intensiteiten komen goed overeen met de tellingen (zie kalibratie). Intensiteiten op individuele wegvakken zijn niet in deze rapportage opgenomen, deze zijn opvraagbaar bij de gemeente Utrecht Cordons en screenlines In de bijlage 2 is een afbeelding van de cordons en screenlines opgenomen, deze zijn op basis van deze individuele tellingen op etmaalbasis samengesteld. Deze cordons sluiten het betreffende gebied (zo goed mogelijk of geheel) af. Normaal gesproken moet op etmaalbasis gelden dat het totaal van het ingaande autoverkeer nagenoeg gelijk is aan het totaal van het uitgaande autoverkeer. De basistelset is getoetst op consistentie, in die zin dat er sprake zou moeten zijn van enige symmetrie. In de onderstaande tabellen zijn de verhoudingen heen en terug aangegeven. Acceptatietoets basisjaar
14 Cordons 2010 symmetrie BestaandeStad_In % BestaandeStad_Uit % Binnenstad_In % Binnenstad_Uit % LeidscheRijn_In % LeidscheRijn_Uit % Tabel 3.3: Mate van symmetrie op cordons Gemeente Utrecht (2010) Screenlines 2010 symmetrie SL1 Oost % SL1 West % SL2 Oost % SL2 West % SL3 Oost % SL3 West % SL4 Oost % SL4 West % Tabel 3.4: Mate van symmetrie op screenlines Gemeente Utrecht (2010) Rijkswegen 2010 symmetrie A12_1 Oost % A12_1 West % A12_2 Oost % A12_2 West % A12_3 Oost % A12_3 West % A12_4 Oost % A12_4 West % A2_1 Noord % A2_1 Zuid % A2_2 Noord % A2_2 Zuid % A2_3 Noord % A2_3 Zuid % A27_1 Noord % A27_1 Zuid % A27_2 Noord % A27_2 Zuid % A27_3 Noord % A27_3 Zuid % A28_1 Oost % A28_1 West % Tabel 3.5:Mate van symmetrie op screenlines Rijkswegen (2010) NRU 2010 Sym2010 Acceptatietoets basisjaar
15 NRU_1 Oost % NRU_1 West % NRU_2 Oost % NRU_2 West % NRU_3 Oost % NRU_3 West % NRU_4 Oost % NRU_4 West % Tabel 3.6:Mate van symmetrie op screenlines NRU (2010) Conclusie Er is gekeken of het aantal auto's dat over een etmaal een cordon/screenline "inrijdt" vrijwel gelijk aan het aantal getelde auto's dat een cordon/screenline "uitrijdt". Over het algemeen komt dit goed overeen, voor de punten waar de verschillen groter blijkt deze onbalans ook uit de telgegevens. Voor screenlines geldt dat hier eerder een onbalans kan optreden omdat het geen gesloten gebied betreft Knelpunten Met het statische model is het mogelijk om een indicatie te krijgen van mogelijke knelpunten per dagdeel (en opgeteld het etmaal): Voor de spitsen: 7-9 uur of uur; Voor de restdag: 9-16 uur of 18-7 uur. Spitsen Met het verkeersmodel kan van de ochtend- en avondspits een indicatie worden gegeven van mogelijk knelpunten op wegvakken en kruispunten. Voor de spitsen wordt de intensiteit opgehoogd met 10%. Er zijn hierbij 4 hoofdcategorieën te onderscheiden, weergegeven in onderstaande tabel. Nr IC-wegvak (bij kruispunt) IC-kpt of cyclustijd kpt indicatie 1 Laag Laag Waarschijnlijk geen probleem 2 Laag Hoog Mogelijk probleem 3 Hoog Laag Mogelijk probleem 4 Hoog Hoog Meest waarschijnlijk een probleem Tabel 3.7:Knelpunten IC of cyclustijd opmerking Minder reden tot nader onderzoek Nader onderzoek Nader onderzoek Meeste reden tot nader onderzoek Voordat nader onderzoek wordt uitgevoerd zal op basis van een intake nagegaan worden wat er verder speelt. Voor deze nadere uitwerking kan (aanvullend) verkeersonderzoek nodig zijn. Afhankelijk van de vraag kan ook de inzet van andere modellen/werkwijzen daarbij helpen: te denken valt aan microscopische of mesoscopische modellen. Het statische (macroscopische) model heeft hiervoor een signalerende functie Reistijden Het is niet zo gangbaar om een statisch model te toetsen op reistijden, dit past meer bij dynamische modellen. Het VRU 3.1u is niet getoetst op reistijden. Bij eerdere modelversies is gebleken dat de reistijden uit het model redelijk overeenkomen met de werkelijke reistijden Ritlengteverdeling In onderstaande tabel is de ritlengteverdeling van de verschillende jaren weergegeven. Hiermee wordt de verdeling van de verplaatsingen over een aantal afstandsklassen Acceptatietoets basisjaar
16 weergegeven. Het beeld van 2010 past bij het onderzochte verplaatsingsgedrag (MON, Ovin). In de technische rapportage is deze vergelijking gemaakt. Verder toont de grafiek dat de gemiddelde ritlengte langer wordt in 2015 en 2020 ten opzichte van Dit is een ontwikkeling die zich al jaren voordoet en past bij de verwachtingen km 11% 11% 10% 5-10 km 24% 24% 23% km 35% 35% 35% km 44% 44% 44% km 57% 58% 58% km 69% 70% 71% >50 km 100% 100% 100% Tabel 3.8: Ritlengteverdeling P+R In deze modelactualisatie zijn geen P+R voorzieningen opgenomen, hier zijn wel methoden voor, op projectbasis kan dit nader uitgewerkt worden Milieufactoren Voor de omrekening van de intensiteiten die door het verkeersmodel worden gegenereerd naar de categorieën die voor milieuberekeningen nodig zijn, wordt gebruik gemaakt van factoren. Deze factoren zijn bepaald op basis van een uitgebreide set kwalitatief hoogwaardige tellingen en worden op het totale netwerk toegepast. Deze factoren kunnen gebiedsspecifiek nog verschillen, bij het bepalen van de factoren is hiermee rekening gehouden en zijn factoren toegepast waardoor er vrijwel in alle gevallen geen onderschatting van de intensiteiten ontstaat. Voor projecten waar afwijkende factoren voor kunnen komen als gevolg van specifieke functies of omgevingsfactoren zal hier binnen het project aandacht aan besteed moeten worden. 3.4 Conclusies 2010 Het totale beeld scoort goed, gelet op de beschikbare gegevens. Per project waarop nader wordt ingezoomd kan aanvullend nadere uitwerking nodig zijn. Dit hangt samen met de onderzoeksvragen die dan spelen. 3.5 Aanbevelingen Voor het de verdere doorontwikkeling van het model bevelen we het volgende aan t.a.v. het basisjaar: Aandacht voor de ritgeneratie en het evenwicht hierin. Onderzoek naar mogelijkheden gebiedsspecifieke factoren voor milieu (weekdagmodel). Onderzoek naar mogelijkheden koppeling met dynamische modellen. Acceptatietoets basisjaar
17 4 ACCEPTATIETOETS VERKEERSPROGNOSES 2015 EN 2020 Pas wanneer het verkeersmodel geaccepteerd is voor het basisjaar, kan het geschikt worden gemaakt voor de prognosejaren. Hiervoor worden allereerst per zone alle bouwplannen en infraprojecten toegevoegd. Het is nauwelijks mogelijk om de invloed van de individuele aanpassingen te bekijken en te controleren of deze plausibel zijn. Immers, de verschillende aanpassingen beïnvloeden elkaar. Het realiseren van een nieuwe woonwijk heeft bijvoorbeeld als effect dat er meer verkeer gaat rijden over de invalsweg. Hierdoor kunnen er files ontstaan, waardoor andere weggebruikers kunnen kiezen voor een alternatieve route. Een gebruikelijke methode van het beoordelen van de plausibiliteit van prognoses is om wat meer afstand te nemen en op macroscopisch niveau de verschillen tussen de huidige en de toekomstige situatie te bekijken. Vervolgens kunnen we nagaan in hoeverre de groei tussen de verschillende opvolgende prognosejaren plausibel verloopt. 4.1 Invoer 2015 en SEG's In onderstaande tabellen zijn de SEG's voor de verschillende jaren weergegeven. Voor de details wordt verwezen naar de technische rapportage. Inwoners Index Utrecht Totaal Studiegebied Totaal Provincie Nederland Tabel 4.1:SEG's inwoners Arbeidsplaatsen Index Utrecht Totaal Studiegebied Totaal Provincie Nederland Tabel 4.2: SEG's arbeidsplaatsen Aandachtspunt bij het opstellen van de SEG's is altijd de omvang van de projecten en de status hiervan. Nu zijn alle projecten opgenomen waarover een besluit is genomen, de actualiteit hoeft hier niet altijd mee overeen te komen. Door externe ontwikkelingen (zoals de economische crisis) worden plannen herzien, uitgesteld of afgeblazen. In afzonderlijke scenario s kan dit zichtbaar worden gemaakt Parameters Parkeren Aandachtspunt is de manier waarop met parkeerweerstand wordt omgegaan. Nu zijn er parkeertarieven opgegeven voor het studie- en invloedsgebied. Hierdoor is het mogelijk dat gebieden buiten het invloedsgebied relatief aantrekkelijker worden omdat hier geen weerstand wordt meegenomen als dit de bestemming met de auto is. Advies is nader te onderzoeken of toevoegen van parkeertarieven voor een groter gebied wenselijk en haalbaar is. Daarnaast dienen wijzigingen aan parkeergebieden en tarieven altijd actueel gehouden te worden. Toekomstscenario Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en
18 Bij het opstellen van het toekomstscenario wordt zo veel mogelijk aangesloten bij landelijke uitgangspunten. Deze hoeven echter niet altijd aan te sluiten bij de lokale/regionale verwachtingen of de actuele ontwikkelingen. Afwijkingen van landelijke uitgangspunten dienen altijd goed onderbouwd te zijn. 4.2 Uitvoer 2015 en Autoverkeer Gem. Rest Rest Rest NL Auto, index 2015 Utrecht Studiegebied Prov + BL Gem. Utrecht Rest Studiegebied Rest Prov Rest NL + BL Tabel 4.3: Index autoverkeer 2015 Gem. Rest Rest Rest NL Auto, index 2020 Utrecht Studiegebied Prov + BL Gem. Utrecht Rest Studiegebied Rest Prov Rest NL + BL Tabel 4.4: Index autoverkeer 2020 Uit bovenstaande tabel blijkt dat het autoverkeer tussen 2010 en 2020 flink zal groeien. Voor verkeer van, naar en binnen de gemeente Utrecht betreft dit een index van 112 voor 2015 en 119 voor 2020 ten opzichte van De groei van het autoverkeer ligt wat hoger dan de ruimtelijke ontwikkelingen, het aantal inwoners en arbeidsplaatsen groeit voor de gemeente Utrecht met een index van 107 tot 2015 en 116 tot De andere vervoerswijzen compenseren dit grotendeels Openbaar vervoer Gem. Rest Rest Rest NL OV, index 2015 Utrecht Studiegebied Prov + BL Gem. Utrecht Rest Studiegebied Rest Prov Rest NL + BL Tabel 4.5: Index OV 2015 Gem. Rest Rest Rest NL OV, index 2020 Utrecht Studiegebied Prov + BL Gem. Utrecht Rest Studiegebied Rest Prov Rest NL + BL Tabel 4.6: Index OV 2020 Uit bovenstaande tabellen blijkt dat het gebruik van het openbaar vervoer ook verder toeneemt, vooral na Dit sluit ook aan bij de verwachting, met name de aanleg van de Uithoflijn zorgt voor een groei. De groei tussen 2010 en 2015 ligt voor het OV lager dan voor de auto, dit is te verklaren door het verschil in prijsontwikkeling. Onder andere door het efficiënter worden van auto s ligt de toename van de autokosten iets lager dan de het tarief voor de bus en tram. Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en
19 4.2.3 Langzaam verkeer Gem. Rest Rest Rest NL Fiets, index 2015 Utrecht Studiegebied Prov + BL Gem. Utrecht Rest Studiegebied Rest Prov Rest NL + BL Tabel 4.7: Index fiets 2015 Gem. Rest Rest Rest NL Fiets, index 2020 Utrecht Studiegebied Prov + BL Gem. Utrecht Rest Studiegebied Rest Prov Rest NL + BL Tabel 4.8: Index fiets 2020 Aan deze uitkomsten valt de hoge groei voor het fietsverkeer binnen de stad op. Mogelijk dat het duurder worden van auto (parkeren, brandstof) en OV (tarieven) de oorzaak is van de groei van het fietsverkeer. De groei van het fietsverkeer tussen stad en regio (rest studiegebied) blijft echter achter bij het OV en de auto, dit komt doordat in het verkeersmodel met name investeringen in de infrastructuur voor OV en auto zijn opgenomen, maatregelen om fietsgebruik te stimuleren zijn beperkt gemodelleerd. Met bijvoorbeeld de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch fietsen, en daarmee het toenemen van het bereik, is binnen dit model dus geen rekening gehouden Intensiteiten De ontwikkeling van de intensiteiten laat een logisch beeld zien gezien de ingevoerde uitgangspunten. Hierbij is naar het algemene beeld gekeken. Het is voor specifieke projecten altijd nodig om op detail een oordeel te geven over de uitgangspunten en resultaten voor het betreffende studiegebied. De intensiteiten voor 2015 en 2020 zijn niet per wegvak opgenomen in deze rapportage, op verzoek worden deze geleverd door de gemeente Utrecht Groei van het autoverkeer op cordons en screenlines Voor de afbeeldingen van de cordons en screenlines wordt verwezen naar bijlage 2. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de intensiteit op de verschillende cordons weergegeven. De ontwikkeling laat een logisch beeld zien. Cordons index2015 index2020 BestaandeStad_In BestaandeStad_Uit Binnenstad_In Binnenstad_Uit LeidscheRijn_In LeidscheRijn_Uit Totaal Tabel 4.9: Overzicht motorvoertuigen per etmaal op cordons Op de screenlines (zie onderstaande tabel) is de groei op screenline 1 bovengemiddeld. Dit is logisch gezien de ruimtelijke ontwikkelingen die aan de westkant van de stad plaatsvinden. De groei van Leidsche Rijn is terug te zien in dit cijfer. Daarnaast valt op dat op screenline 3 de groei in oostelijke richting groter is dan in westelijke richting. Door de maatregelen ten noorden van de binnenstad (zoals knip Monicabrug) Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en
20 veranderen de verkeersstromen waardoor ten zuiden van de binnenstad het drukker wordt, met name in oostelijke richting. Screenlines index2015 index2020 SL1 Oost SL1 West SL2 Oost SL2 West SL3 Oost SL3 West SL4 Oost SL4 West Totaal Tabel 4.10: Overzicht motorvoertuigen per etmaal op screenlines In onderstaande tabellen is de ontwikkeling van het verkeer op de Rijkswegen en NRU weergegeven. Punt wat hierin opvalt is de beperkte groei op NRU_3 West. De oorzaak hiervan ligt in diverse maatregelen in de stad waardoor het aantrekkelijker wordt via de Einsteindreef de stad in te gaan in plaats van via de Franciscusdreef. Er wordt daardoor minder gebruik gemaakt van het tussenliggende wegvak op de NRU. Rijkswegen index2015 index2020 A12_1 Oost A12_1 West A12_2 Oost A12_2 West A12_3 Oost A12_3 West A12_4 Oost A12_4 West A2_1 Noord A2_1 Zuid A2_2 Noord A2_2 Zuid A2_3 Noord A2_3 Zuid A27_1 Noord A27_1 Zuid A27_2 Noord A27_2 Zuid A27_3 Noord A27_3 Zuid A28_1 Oost A28_1 West Totaal Tabel 4.11: Overzicht motorvoertuigen per etmaal op Rijkswegen NRU index2015 index2020 NRU_1 Oost Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en
21 NRU_1 West NRU_2 Oost NRU_2 West NRU_3 Oost NRU_3 West NRU_4 Oost NRU_4 West Totaal Tabel 4.12: Overzicht motorvoertuigen per etmaal op NRU Knelpunten Voor een toelichting op de manier waarop knelpunten gesignaleerd kunnen worden wordt verwezen naar paragraaf Restdag in verhouding tot de andere dagdelen Aandachtspunt voor de prognosejaren betreft de restdag. Wanneer het vastgestelde groeiprogramma in het verkeersmodel is verwerkt, bestaat er een kans dat het wegennet overmatig belast wordt. Dit speelt vooral in de restdagperiode, de ervaringen met aangehouden capaciteiten en kruispuntsweerstanden kennen nu eenmaal (en dit geldt ook landelijk) een minder lange historie. Voorheen werd dit zelfs zonder extra weerstand berekend. Op basis van de etmaalplots nagaan of een intensiteit hoger is dan de maximale capaciteit voor een etmaal is niet eenvoudig. De oorzaak ligt erin dat zowel de spreiding van de intensiteit over de dag als de capaciteit zelf over de dag niet zo goed bekend is als van de spitsen. In het verleden werden restdag modellen puur op basis van Alles of Niets berekend: dus zonder rekening te houden met capaciteit. Dit leidde ertoe dat er dientengevolge ook hoge intensiteiten konden voorkomen, door het ontbreken van welke vorm van demping dan ook. Nu is wel rekening gehouden met zowel kruispuntvertraging als met vertraging op wegvakken: kortom er zit wel demping in, maar de mate waarin dit nog moet gebeuren vraagt om nader onderzoek. Hoe kunnen we dan toch signaleren of de restdag (te) sterk toeneemt? Bij de uitwerking van projectvarianten kan het volgende worden gebruikt: 1) bepaal uit het basisjaar de aandelen per dagdeel per richting (liefst ook nog uit tellingen); 2) doe het zelfde voor de prognosejaren; 3) deel de intensiteiten van de dagdelen van de prognosejaren door de intensiteiten van de dagdelen van het basisjaar. In onderstaande tabel is dit uitgewerkt in een voorbeeld. Dagdeel Mvt Basisjaar (a) mvt prognosejaar (b) (b) / (a) opmerking 7-9 uur , uur , uur ,5 Aandachtspunt omdat de groei van dit dagdeel veel groter is dan van de spits uur ,3 Minder groot aandachtspunt 0-24 uur ,32 Uitsplitsing in dagdelen maakt meer zichtbaar Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en
22 4.13: Signaleringstabel ontwikkeling intensiteiten per dagdeel (indicatief) Het verwerken van de aandachtspunten is een project op zich, gewaakt moet worden dat er geen onlogische routes ontstaan ingeval bijvoorbeeld er extra weerstanden op de kruispunten worden meegegeven. Uitwerking dient zowel in het basisjaar als in het prognosejaar plaats te vinden. Voordat nader onderzoek wordt uitgevoerd zal op basis van een intake nagegaan worden wat er verder speelt. Voor deze nadere uitwerking kan (aanvullend) verkeersonderzoek nodig zijn. Afhankelijk van de vraag kan ook de inzet van andere modellen/werkwijzen daarbij helpen: te denken valt aan microscopische of mesoscopische modellen. Het statische (macroscopische) model heeft hiervoor een signalerende functie Ritlengteverdeling Zie hiervoor paragraaf Conclusies Over de ontwikkeling tussen het basisjaar en het prognosejaar kunnen we opmerken dat de ontwikkeling op hoofdlijnen aansluit bij de verwachting. Het resultaat is hiermee goed bruikbaar en toepasbaar als basismodel. Er dient in projecten echter altijd zorgvuldig naar de lokale situatie gekeken te worden waarbij zo nodig verfijningen of verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Belangrijkste aandachtspunt voor verdere doorontwikkeling is de belasting en capaciteit in de restdagperiode. Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en
23 5 AANDACHTSPUNTEN, CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN In samenwerking met de regio (BRU en provincie) is de afgelopen periode hard gewerkt om te komen tot een gezamenlijk model VRU 3.0 met een nieuw basisjaar en met geactualiseerde prognosejaren 2015 en Voor de vervolgstap is het goed om de volgende aandachtspunten om te werken in concrete voorstellen. 5.1 Aandachtspunten/opvallende zaken In projectvarianten nadere uitwerking Nadere uitwerking in projectvarianten van diverse vraagstukken is altijd raadzaam om te overwegen zodra op projecten wordt ingezoomd. Per project is het daarom raadzaam om in een intake met samen met modelspecialisten na te gaan hoe de onderzoeksvraag en het model samengebracht kunnen worden. Beoordeling van de gehanteerde modelinput en projectspecifieke (detail)informatie is hier altijd onderdeel van. In sommige gevallen is een andere weg (erbij) inslaan raadzaam. N.B.: In geval er in projectvarianten gegevens van de Rijkswegen gebruikt worden, dan dienen in elk geval naast de gegevens uit het VRU 3.1u ook de gegevens van RWS zelf beschouwd te worden. Analysenetwerk en Rekennetwerk Bij het beoordelen van rekenresultaten uit het verkeersmodel moeten wij onderscheid maken tussen het analysenetwerk en het rekennetwerk. Berekende intensiteiten op het analysenetwerk mogen één-op-één worden afgelezen en gehanteerd. De wegvakken die niet tot het analysenetwerk behoren, maken deel uit van het rekennetwerk. Berekende intensiteiten op wegvakken van dit netwerk mogen niet zonder meer één-op-één afgelezen worden. Voor deze wegvakken dient, afhankelijk van de vereiste nauwkeurigheid uit de onderzoeksvraag, afzonderlijk te worden nagegaan of het model op de betreffende locatie wel aan de te stellen nauwkeurigheidscriteria voldoet. Veelal zullen handmatige toevoegingen/aanpassingen of aanvullende tellingen benodigd zijn. Binnenplanswegen Stationsgebied Het verkeersmodel is niet ontwikkeld om uitspraken te doen over de binnenplansewegen van het Stationsgebied. Op onderstaande afbeelding is weergegeven welk gebied dit betreft. Voor de wegen binnen het plangebied worden geen gegevens geleverd. Uitzondering hierop zijn de ontsluitende wegen, hiervoor wordt voor het gehele wegvak uitgegaan van de hoogste waarden die gelden op deze netwerkdelen. Figuur 5.1: Binnenplansgebied Situatie rond de Josephlaan Acceptatietoets verkeersprognoses 2015 en
AUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND audit RVMK Holland Rijnland
AUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND 1 INHOUD Aanleiding Stap 1 input Check zonedata op gemeenteniveau Check netwerken (oude en nieuwe model) Check wegvakken telgegevens Opdrachtgever Holland Rijnland
Nadere informatieUitgangspunten Verkeersmodel N34
N34 provinciale weg gedeelte Witte Paal grens Drenthe Uitgangspunten Verkeersmodel N34 Planstudie ombouw provinciale weg N34 deelplan B wegvak J.C. Kellerlaan Krimweg (N377) naar een veilige regionale
Nadere informatieTechnische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel
Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel Door: Rik Froma, onderzoeker verkeer en vervoer bij cluster ruimtelijke ontwikkeling Datum: 29 april 2014 0 Inhoudsopgave GEBRUIKT
Nadere informatie: Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden en Oost, Gulbergen (P.J.M.G. Blanksma) : Actualisatie SRE verkeersmodel
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 3 december 2012 Agendapunt : Portefeuille Onderwerp Probleemstelling : Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden
Nadere informatieBijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel
Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel Wat is een verkeersmodel? Een verkeersmodel is een model dat inzicht geeft in huidige en/of toekomstige verkeersen vervoerstromen. Een verkeersmodel wordt
Nadere informatie1 Inleiding. 2 Interne wegenstructuur. Kerkdriel Noord. Gemeente Maasdriel. Verkeerseffecten woningen fase 1. 18 september 2015 MDL013/Fdf/0074.
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieDefinitief Rapportage CO 2 -uitstoot Autoverkeer en lijnbussen Utrecht 2013
Definitief Rapportage CO 2 -uitstoot Autoverkeer en lijnbussen Utrecht 2013 SO Milieu & Mobiliteit Postbus 8406 3503 RK UTRECHT Telefoonnummer: 030 286 7118 Bezoekadres: Ravellaan 96 Datum: 14 augustus
Nadere informatieAcceptatieverslag VRU3.4
Acceptatieverslag VRU3.4 Verkeersmodel Regio Utrecht voor fiets, OV en motorvoertuigen oktober 2018 Utrecht.nl Colofon uitgave Ruimtelijke Kwaliteit en Duurzaamheid Ontwikkelorganisatie Ruimte Gemeente
Nadere informatie1 Uitgangssituatie 2020 autonoom
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieMER Waterfront. Opdrachtgever. Documentatie Verkeersprognoses. Gemeente Harderwijk Postbus AC HARDERWIJK
MER Waterfront Documentatie Verkeersprognoses projectnr. 202094 revisie 01 22 september 2009 Opdrachtgever Gemeente Harderwijk Postbus 149 3840 AC HARDERWIJK datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring
Nadere informatieNotitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit
Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit
Nadere informatieVoorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten.
21 november 2018 agendapunt 4.4. Onderwerp: Vaststelling Verkeersmodel MRDH 2.0. Portefeuille: Datum: Integraliteit van beleid 25 september 2018 Contactpersoon: Arjan Veurink Telefoonnummer: 088 5445 233
Nadere informatieRapportage verkeerscijfers CO2-monitor
Rapportage verkeerscijfers CO2-monitor Lisette Moeskops DIVV Inleiding De gemeentelijke doelstelling voor 2025 is om 40% minder CO 2 uit te stoten dan in het referentiejaar 1990. Deze doelstelling kan
Nadere informatieDefinitief. Rapportage CO2-uitstoot Autoverkeer en lijnbussen Utrecht 2015
Definitief Rapportage CO2-uitstoot Autoverkeer en lijnbussen Utrecht 2015 3 april 2017 Definitief 3 april 2017 2/29 Colofon uitgave Ruimtelijke Kwaliteit en Duurzaamheid Ontwikkelorganisatie Ruimte Gemeente
Nadere informatie1 Inleiding. Effecten aansluiten Ter Borch op A7. Gemeente Tynaarlo. 15 februari 2018 TYN007/Ksg/
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatie1 Verkeermodel. Bestemmingsplan Larserknoop (reparatie) Gemeente Lelystad. Uitgangspunten notitie modelberekeningen. 6 januari 2016 LLS120/Bqt/0877.
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieKlankbordgroep. Inhoud. Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid
Klankbordgroep Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid Amersfoort 10 januari 2012 Albert Nauta, Chantal van der Krogt Inhoud 1. Doel verkeersstudie 2.
Nadere informatieVerkeersmodel. Van SRE 2.0 naar SRE 3.0. Juni 2013. Carlo Bernards
Verkeersmodel Van SRE 2.0 naar SRE 3.0 Juni 2013 Carlo Bernards 1 Van SRE 2.0 naar SRE 3.0 2 Vandaag een toelichting op: Bouwen versus toepassen van een model Waarom een actualisatie van het verkeersmodel?
Nadere informatieVERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN
VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN
Nadere informatie1 Aanleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting modelanalyse. 27 juni 2018 ZHA355/Mes/
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel 15 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieOMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad
Oranjewoud Ruimte en Mobiliteit OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie Uitgangspuntennotitie Datum 23 november 2009 OJW100/Gsa/0674 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding Oranjewoud Ruimte & Mobiliteit
Nadere informatieVerkeerseffect aanpassing bestemmingsplan 'De Driehoek', vier scenario s
Notitie / Memo Aan: Gemeente Ermelo Van: Peter Nijhout, Marek Vesely & Jelmer Droogsma Datum: 12 oktober 2017 Kopie: Ons kenmerk: BE3581-105 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.
Nadere informatie1 Inleiding. Effecten aansluiten Ter Borch op A7. Gemeente Tynaarlo. 4 december 2015 TYN002/Ksg/
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieVoor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens die door de gemeenten zijn aangeleverd:
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieToelichting verkeersmodellen
Toelichting verkeersmodellen Juni 2012 Carlo Bernards Toelichting verkeersmodellen 2 Vanavond een toelichting op: Waarom een verkeersmodel? Hoe werkt een verkeersmodel? Kenmerken model Noordoostcorridor
Nadere informatieVerkeerseffecten stedelijke vernieuwing Jan van Riebeeck
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieN33 Assen - Zuidbroek
N33 Assen - Zuidbroek Bijlage 5 Uitgangspunten bij de verkeersberekeningen Dit is een uitgave van Rijkswaterstaat Kijk voor meer informatie op www.rijkswaterstaat.nl of bel 0800-8002 (ma t/m zo 06.00-22.30
Nadere informatieNotitie. Referentienummer Datum Kenmerk 10 december Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg
Notitie Datum Kenmerk 10 december 2013 332356 Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg In 2012 hebben Provinciale Staten het Uitvoeringsprogramma Visie OV 2020 vastgesteld. Een van de deelprogramma s is het
Nadere informatieVerkeersonderzoek Rossum Noord - t.b.v. realisatie 24 woningen in Rossum Noord - Gemeente Dinkelland
Verkeersonderzoek Rossum Noord - t.b.v. realisatie 24 woningen in Rossum Noord - ISO 9001 gecertificeerd Projectomschrijving Opdrachtgever Projectnummer 16.0089 Datum 20 april 2016 Status Definitief Auteur(s)
Nadere informatieOplegnotitie RVMK Holland Rijnland 3.0. Ter voorbereiding van het Ambtelijk Overleg 17 december 2013
Oplegnotitie RVMK Holland Rijnland 3.0 Ter voorbereiding van het Ambtelijk Overleg 17 december 2013 In deze notitie wordt verder in gegaan op de stand van zaken van de harmonisatie en actualisatie van
Nadere informatieFlevokust_verkeersmodel_Lelystad\ LLS Met de varianten Referentie 2011 Planjaar 2020 GE Planjaar 2020 RC Planjaar 2030 GE Planjaar 2030 RC
Memo nummer 02 datum 11 november 2014 aan R. Wilms Provincie Flevoland W. Kaljouw van Hans van Herwijnen Antea Group kopie Marijke Visser Robin Huizenga Antea Group Antea Group project Vervolg op de plan-
Nadere informatieVerkeersonderzoek Ter Aar
organisatienaam PREFIX naam Verkeersonderzoek Ter Aar aan Lex Niekel van René Formenoij datum 4-11-2013 betreft Verkeerseffect nieuwe wijk op wegennet Ter Aar 1. Aanleiding In de structuurvisie is besloten
Nadere informatieBijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2
Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands
Nadere informatiememo Verkeersgeneratie bestemmingsplan Rembrandtlaan Datum: 2 juni 2014
memo Postbus 0, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010-2055 Fax: 010-21039 E-mail: info@rho.nl Onderwerp: Verkeers bestemmingsplan Rembrandtlaan Datum: 2 juni 2014 Referte: ing. Hanno Hommel De verkeers van de
Nadere informatie1 Inleiding. Verkeersmodel metropoolregio (V-MRDH) 1.0. Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Handleiding toepassing modelsysteem
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatie'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom
Foto bereikbaarheid 2016 hoe, wat en waarom pagina 1 Foto Bereikbaarheid 2016 Algemeen over aanleiding en aanpak Bronnen Resultaat verder ingezoomd Voorbeelden Hoe verder pagina 2 Algemeen In BB1 stond
Nadere informatieVoorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel vast te stellen en het model voor gebruik beschikbaar stellen aan de MRDH-gemeenten.
20 december 2017 agendapunt 10 Onderwerp: Vaststelling MRDH-verkeer- en vervoermodel 1.0 Portefeuille: Datum: Strategie en beleid 7 december 2017 Contactpersoon: Arjan Veurink Telefoonnummer: 088 5445
Nadere informatieSTAQ in HAAGLANDEN. PLATOS 11 maart 2015. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. Bastiaan Possel
STAQ in HAAGLANDEN Beeld plaatsen ter grootte van dit kader PLATOS 11 maart 2015 Bastiaan Possel 2 Introductie Bastiaan Possel Adviseur Verkeersprognoses bij het team Verkeersprognoses (20 medewerkers)
Nadere informatie1 Inleiding. 2 Werkwijze modelsysteem. Technisch document projectmodel N279 Herijking Veghel. Provincie Noord-Brabant. Technische rapportage
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatie1 Inleiding. Verkeerseffecten kartcentrum te Limmen. Figuur 1.1: Locatie kartcentrum (bron: Google Maps) SAB Amsterdam. Concept
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatie: Wim Noom (buro) : William van Genugten (Royal HaskoningDHV) : Arjan de Vries (Synchroon BV)
HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan : Wim Noom (buro) Van : William van Genugten (Royal HaskoningDHV) Kopie : Arjan de Vries (Synchroon BV) Dossier : AC7968-102-103 Project : Babberspolder-Oost Betreft
Nadere informatieDe volgende uitgangspunten zijn gehanteerd in het bepalen van de verkeersgeneratie voor de diverse functies:
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieInformatieavond Verkeer 20 september 2012 De planstudie Ring Utrecht bevindt zich in de tweede fase van het onderzoeksproces. In de tweede fase wordt
Informatieavond Verkeer 20 september 2012 De planstudie Ring Utrecht bevindt zich in de tweede fase van het onderzoeksproces. In de tweede fase wordt het Voorkeursalternatief uit fase 1 uitgewerkt tot
Nadere informatie1 Ontwikkeling hoofdwegennet
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 ()57 666 222 F +31 ()57 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieAllereerst zal ingegaan worden op de huidige verkeersintensiteit. Daarna wordt de verkeersgeneratie van het initiatief gegegeven.
Memo Verkeersintensiteiten en verkeersgeneratie bij visie stadsentree Boekhorstlaan Aan: Mark Lorist / Martijn Koppert Van: Maarten Bosman / Mette Corsel Datum: 6 september 2015 1. Inleiding Een initiatiefnemer
Nadere informatieVerkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieVan Riezen & Partners Eindrapportage. Transformatie ING panden Haarlemmerweg Verkeerskundige onderbouwing bestemmingsplan
Van Riezen & Partners Eindrapportage Transformatie ING panden Haarlemmerweg Verkeerskundige onderbouwing bestemmingsplan Van Riezen & Partners Eindrapportage Transformatie ING panden Haarlemmerweg Verkeerskundige
Nadere informatieRINGWEG OOST LEIDEN verkeerssimulaties
RINGWEG OOST LEIDEN verkeerssimulaties 1 juni 2012 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 2 VARIANTEN RESULTATEN VARIANT 1 EN 2 UITWERKING VARIANT 1 CONCLUSIES 1 INLEIDING Voor de Ringweg Oost is voor de toekomstige
Nadere informatiememo Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016
memo Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010 2018555 Fax: 010 4121039 E mail: info@rho.nl Aan: Onderwerp: Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016 Referte:
Nadere informatie1 Inleiding. Effecten openstelling Overdiemerweg. Gemeente Gooise Meren. 26 augustus 2016 Gim003/Sls 26 augustus 2016
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570666222 F +31 (0)570666888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatie1 Achtergrond en vraagstelling
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieVerkeersonderzoek Ter Aar
organisatienaam PREFIX naam Verkeersonderzoek Ter Aar aan Lex Niekel van René Formenoij datum 4-11-2013 betreft Verkeerseffect nieuwe wijk op wegennet Ter Aar 1. Aanleiding In de structuurvisie is besloten
Nadere informatieOnderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan
*1024661* Gemeenteraad Gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan 1010707 Geachte gemeenteraad, In de commissie Fysiek zijn vragen
Nadere informatieLarserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse
Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse projectnr. 196305 revisie 3 23 maart 2010 Opdrachtgever Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave
Nadere informatieVerkeersmodel op maat: sneller en beter
Verkeersmodel op maat: sneller en beter Door veel meer data naar veel betere antwoorden Wim van der Hoeven Nationaal Verkeerskunde Congres Nieuwegein, 2 november 2011 Situatie In Nederland relatief veel
Nadere informatieFactsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid
Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan
Nadere informatieGoed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.
Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Henk Tromp Hans Voerknecht Dirk Bussche (Henk Tromp en Dirk Bussche zijn werkzaam bij Goudappel Coffeng,
Nadere informatieMilieukundig onderzoek RWS-kavel Forepark
Milieukundig onderzoek RWS-kavel Forepark Milieukundig onderzoek RWS-kavel Forepark Onderzoek naar de invloed op de luchtkwaliteit Status versie Definitief datum 9 december 2015 projectnummer 95017858
Nadere informatie1 Aanleiding en vraagstelling
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieVerkeersonderzoek Bedrijvenpark De Kroon Notitie
Verkeersonderzoek Bedrijvenpark De Kroon Notitie Documentnummer: Status en datum: Definitief/02 2 augustus 2016 Auteur: Ir. N. Rolink Opdrachtgever: Van Wijk Ontwikkeling Postbus 1393 3440 BJ Nieuwegein
Nadere informatie2 Toename verkeersbewegingen op de Rondweg
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieVerkeersonderzoek Tuitjenhorn / Warmenhuizen Gemeente Schagen
2013 Verkeersonderzoek Tuitjenhorn / Warmenhuizen Gemeente Schagen 0 16-12-2013 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 STUDIEGEBIED... 3 3 KENTEKENONDERZOEK... 4 3.1 Onderzoekslocaties... 4 3.2 Onderzoeksopzet...
Nadere informatieVerkeersgegevens Recreatieverdeelweg 3e fase: technische specificatie
Memo Aan: C.H. Steur (Provincie Zeeland) Van: William van Genugten Datum: 20 februari 2017 Kopie: L.C. van Sluijs (Provincie Zeeland) Ons kenmerk: N003_T&P_BE5806-103-100 Classificatie: Vertrouwelijk HaskoningDHV
Nadere informatieBijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2
Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het
Nadere informatieBogermanschool Houten
Gemeente Houten Bogermanschool Houten Akoestisch onderzoek Gemeente Houten Bogermanschool Houten Akoestisch onderzoek Datum 7 december 2011 Kenmerk HTN466\Bxt/6355 Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl
Nadere informatieFIETSMODELLERING: STAND VAN ZAKEN EN ONTWIKKELINGEN
FIETSMODELLERING: STAND VAN ZAKEN EN ONTWIKKELINGEN 7/06/2016 www.mintnv.be pieter.vanhouwe@mintnv.be 1 Bron : Fietsersbond 2 Wat zijn verkeersmodellen Een verkeersmodel is de wiskundige weergave van een
Nadere informatieMEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor
Logo MEMO Aan : De heer P.T. Westra Van : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn Kopie : Ceciel Overgoor Dossier : BA4962-100-100 Project : Milieuonderzoeken bedrijventerrein de Flier Nijkerk Betreft : Onderzoek
Nadere informatieZalmhaventoren. Technische. informatiebijeenkomst. verkeer en parkeren. Roel van Rijthoven Verkeersmodelspecialist Verkeer en Vervoer
Technische informatiebijeenkomst Zalmhaventoren verkeer en parkeren Roel van Rijthoven Verkeersmodelspecialist Verkeer en Vervoer 23-6-2016 Index Verkeersstromen en verkeersafwikkeling - Inleiding verkeersmodel
Nadere informatieVerkeersmodellen. I-room RHDHV Amersfoort. Peter Nijhout en Jan Algra 12 juli 2018
Verkeersmodellen I-room RHDHV Amersfoort Peter Nijhout en Jan Algra 12 juli 2018 Indeling I-roomsessie Deel 1: Introductie provincie Gelderland Waarom actualiseren model Ede Wageningen? Deel 2: Introductie
Nadere informatieVerkeersonderzoek bereikbaarheid Medisch Centrum Slotervaart
Verkeersonderzoek bereikbaarheid Medisch Centrum Slotervaart Opdrachtgever: Stadsdeel Nieuw West Uitvoering:, hoofdafdeling Strategie & Beleid, afdeling Verkeersonderzoek Contact: verkeersonderzoek@ivv.amsterdam.nl
Nadere informatie1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Ontwikkeling Winthonlaan 4-6 4. te Utrecht. 2.1 Toelichting programma. BJZ.nu bestemmingsplannen
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieFaradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F:
BVA Faradaystraat 2a Postbus 40089 8004 DB Zwolle T:038-4606747 F:038-4604912 Fietsenstalling Station Haren 1.117-1 - bepaling aantal stallingsvoorzieningen oostzijde - 10 maart 2014 Gemeente Haren 1.
Nadere informatieabcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,
abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301
Nadere informatieRapportage relatieve effectbepaling SALTO 2
TNO-rapport TNO 2015 R10073 Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2 Earth, Life & Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 Datum 14
Nadere informatieBijlage. 3 Verkeer. Verkeersmodel
Bijlage 3 Verkeer Verkeersmodel Inleiding Teneinde de effecten (van de varianten) van de parallelstructuur is gebruik gemaakt van een verkeersmodel. Het verkeersmodel dat voor deze studie is gebruikt
Nadere informatieVerkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieGemeente Leiderdorp. Bijdrage IKEA-vestiging aan het verkeersbeeld in Leiderdorp; doorrekening met de RVMK 2007
Gemeente Leiderdorp Bijdrage IKEA-vestiging aan het verkeersbeeld in Leiderdorp; doorrekening met de RVMK 00 Gemeente Leiderdorp Bijdrage IKEA-vestiging aan het verkeersbeeld in Leiderdorp; doorrekening
Nadere informatieNotitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten
Notitie Contactpersoon Sander Kamp Datum 7 februari 2017 Kenmerk N001-1233768KMS-evp-V03-NL Luchtkwaliteit Paleis het Loo 1 Inleiding Paleis het Loo is voornemens uit te breiden en een groei te realiseren
Nadere informatieSmart Modeling. Naar een scherpe aansluiting tussen de vraag naar verkeersanalyses en het te gebruiken verkeersmodel.
Smart Modeling Naar een scherpe aansluiting tussen de vraag naar verkeersanalyses en het te gebruiken verkeersmodel. Case: Noordelijke Randweg Utrecht Wim van der Hoeven Royal HaskoningDHV woensdag 11/6/201231
Nadere informatieAnalyse verkeerseffecten variant 2.1
Analyse verkeerseffecten variant 2.1 s-gravendijkwal - Henegouwerlaan Januari 2010 Januari 2010 2 1. Inleiding Ten behoeve van de uitwerkingsfase van variant 2.1c uit de Planstudie s-gravendijkwal - Henegouwerlaan
Nadere informatieONZE REFERENTIE A
ONDERWERP Impact perceel V op kruispunt C-As - Nelson Mandeladreef ONZE REFERENTIE 0 A DATUM --0 VAN J.R. Tigelaar AAN Martin de Koning KOPIE AAN Robert Schrauwen Inleiding Ten behoeve van de ontwikkeling
Nadere informatieSlimme, Routes, Slim Regelen, Slim Bestemmen. Inzoom intensiteiten autoverkeer. Hier komt tekst. Hoofdlijnenberaad 13 oktober Utrecht.
Slimme, Routes, Slim Regelen, Slim Bestemmen Inzoom intensiteiten autoverkeer Hoofdlijnenberaad 13 oktober 2015 Hier komt tekst Rekentool als foto die een toekomstsituatie beschrijft Analyse op schaalniveau
Nadere informatieVerkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieOnderbouwing gegevens verkeersmodel en wegeigenschappen door Provincie Zuid-Holland t.b.v. de Monitoringstool NSL 2015
Onderbouwing gegevens verkeersmodel en wegeigenschappen door Provincie Zuid-Holland t.b.v. de Monitoringstool NSL 2015 De Provincie heeft haar eigen verkeersmodel waarmee de aantallen voertuigen worden
Nadere informatie1 Inleiding. Verkeersonderzoek Marickenzijde. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: locatie nieuwbouwproject Marickenzijde. Gemeente De Ronde Venen
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieAkoestisch onderzoek Wilhelminalaan e.o.
030-286 00 00 Akoestisch onderzoek Wilhelminalaan e.o. Resultaten van een nul-onderzoek rapport van de afdeling Expertise Milieu februari 2016 www.utrecht.nl Colofon uitgave Expertise Milieu Milieu en
Nadere informatieEmissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg
Notitie Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn Aan RWS Noord Holland ir. E. Tenkink Van Ir. P.W.H.G. Coenen Kopie aan www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 541 98 37 Onderwerp Emissie ontwikkeling
Nadere informatieBetreft Verkeersmodelberekeningen De Grassen-Victoria Gemeente Heusden
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk Hwl-2015-016_DEFINITIEF 19 maart 2015 336621 Betreft Verkeersmodelberekeningen De Grassen-Victoria Gemeente Heusden 1 Inleiding De gemeente Heusden heeft plannen
Nadere informatieDatum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij
Notitie 20110073-02 Bouwplan Ringbaan West 15 te Weert Inventarisatie luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij 1 Inleiding
Nadere informatieDe BrabantBrede ModelAanpak (BBMA) nieuwe toekomstinzichten in de praktijk gebracht
De BrabantBrede ModelAanpak (BBMA) nieuwe toekomstinzichten in de praktijk gebracht Martijn Heynickx Provincie Noord-Brabant mheynickx@brabant.nl Michael van Egeraat Provincie Noord-Brabant mvegeraat@brabant.nl
Nadere informatieBijlage 15 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout
Bijlage 15 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0151516 16 januari 2015 301111 Betreft Verkeersafwikkeling VRI
Nadere informatieVerkeersonderzoek Schutterspark
Verkeersonderzoek Schutterspark projectnr. 197280 revisie 01 11 augustus 2009 Opdrachtgever Gemeente Brunssum Postbus 250 6440 AG BRUNSSUM datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave 11 augustus
Nadere informatieKentekenonderzoek Nunspeet. - gebied Stakenberg - Gemeente Nunspeet
Kentekenonderzoek Nunspeet - gebied Stakenberg - Gemeente Nunspeet Projectnummer K-036 Mei 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Werkwijze 2 2.1. Algemeen 2 2.2. Kordon 2 2.3. Opzet onderzoek 3 2.4. Weersomstandigheden
Nadere informatieResultaten mechanische tellingen autoverkeer 14 juli 2011
Resultaten mechanische tellingen autoverkeer 14 juli 2011 In deze memo wordt ingegaan op de resulaten van de mechanische tellingen. De tellingen zijn gehouden in de de volgende weken: Vakantieweek: week
Nadere informatieRapportage Monitoring OWN A4 Delft-Schiedam
Rapportage Monitoring OWN A4 Delft-Schiedam De verkeersintensiteiten op het onderliggend wegennet in beeld Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid Versie 1.1, 22 mei 2017 Definitief Vertrouwelijk Royal HaskoningDHV
Nadere informatieInleiding: een nieuw verkeersmodel t.b.v. prognoses provinciale wegennet
Onderbouwing gegevens verkeersmodel en wegeigenschappen door Provincie Zuid-Holland t.b.v. NSL 2018, SWUNG en prognoses voor de provinciale wegen binnen Zuid-Holland Inleiding: een nieuw verkeersmodel
Nadere informatieBataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling
Bataviastad Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Bataviastad, Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Datum 7 juli 21 LLS12/Glw/817 Kenmerk Documentatiepagina
Nadere informatieBUREAUSTUDIE FASE 1, BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEER
BUREAUSTUDIE FASE 1, BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEER GEMEENTE HAAKSBERGEN juni 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Ligging bedrijventerrein 2 2 Ontsluiting in de eerste fase
Nadere informatieInhoud. 1. inleiding. 2. Wettelijk kader. 3. Invoergegevens. 4. Resultaten, maatregelen en conclusie. Bijlage: Rekenbladen
Inhoud 1. inleiding 2. Wettelijk kader 3. Invoergegevens 4. Resultaten, maatregelen en conclusie 3 5 7 9 Bijlage: 1 Rekenbladen Adviesbureau RBOI 0785.008720.00 2 Inhoud 0785.008720.00 Adviesbureau RBOI
Nadere informatieLeidse Ring Noord. Informatieavond Verkeer / Lucht / Geluid
Leidse Ring Noord Informatieavond Verkeer / Lucht / Geluid 16 en 17 november 2015 Programma Welkom Harry Devilee / Projectleider Verkeer Thomas Dijker / Verkeersbeleid (Bastiaan Possel / Goudappel Coffeng)
Nadere informatie