Studiedienst van de Vlaamse Regering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studiedienst van de Vlaamse Regering"

Transcriptie

1 in Vlaanderen 2014 Groene mie in 201 ren Gro Grroene economie in Vlaand Groene economie in Vlaanderen 2014 Studiedienst van de Vlaamse Regering

2

3 Samenstelling Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering Veerle Beyst Kim Creminger Verantwoordelijke uitgever Josée Lemaître Administrateur-generaal Boudewijnlaan 30 bus Brussel Depotnummer D/2014/3241/343

4

5 MONITOR GROENE ECONOMIE 1. Inleiding Dit is de eerste editie van de monitor groene economie. Hiermee willen we een beeld schetsen van hoe het gesteld is met de vergroening van de economie in Vlaanderen. Deze topic staat zowel op internationaal, Europees als Vlaams niveau op de beleidsagenda. Zo is groene economie een van de prioritaire onderwerpen in het huidige Milieubeleidsplan (MINA). Ook in het volgende Milieubeleidsplan (MINA-5) wordt dit opgenomen als een van de hoofdthema s. Het nieuwe Regeerakkoord wil door middel van vergroening van de economie in het algemeen en van de fiscaliteit in het bijzonder, milieuvervuiling ontraden en bestraffen en milieuzorg belonen en bevorderen. Er werd samen met de departementen LNE en EWI, de Studiedienst van de Vlaamse Regering, het Agentschap Ondernemen, OVAM en ECOOM een project opgestart om de vergroening van de economie te monitoren. Een belangrijk en beleidsrelevant kader voor groene groei wordt aangereikt door de Green Growth Strategy van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). In dit kader heeft de OESO een uitgebreide indicatorenset opgezet om de vergroening van de economie in bepaalde regio s en landen in kaart te brengen. De OESO en de United Nations Environment Programme (UNEP) werkten nauw samen met andere organisaties zoals de Wereldbank, Eurostat, het Europees Milieuagentschap en de United Nations Statistics Division om een gemeenschappelijke set kernindicatoren voor groene economie te ontwikkelen. In het boek Vlaamse Regionale Indicatoren (VRIND 2014) werd een focus gewijd aan vergroening van de economie in Vlaanderen. 2. Waarom een vergroening van de economie monitoren? Het huidig economisch systeem is erop gericht met een zo efficiënt mogelijke inzet van productiefactoren (arbeid, kapitaal, grondstoffen ), zoveel mogelijk productie van goederen en diensten te realiseren. Consumptie van deze geproduceerde goederen en diensten zorgt ervoor dat onze materiële behoeften vervuld geraken, waardoor welvaart gecreëerd wordt. De creatie van maximale welvaart wordt in de hedendaagse economie als doel vooropgesteld en heeft de Westerse landen de voorbije decennia een hoog welvaartsniveau opgeleverd. Dit betekent niet noodzakelijk dat we ook een hoog welzijnsniveau ervaren. Wij kopen namelijk vaak producten die het minimaliseren van hun milieu-impact niet als hoofdkenmerk hebben. Veelal zijn ze zo ontworpen dat ze gebruik maken van nieuwe grondstoffen, dat ze tijdens hun levensloop veel hulpbronnen (water, energie,..) gebruiken en dat ze na hun gebruik als afval eindigen. Dit economisch systeem wordt ook wel een lineaire economie genoemd. Het lineaire model is op lange termijn onhoudbaar, grondstoffen zijn immers beperkt voorradig. Bovendien kan de natuur niet ongelimiteerd afval en schadelijke stoffen opnemen. Oorspronkelijk gebruikte het economisch systeem de natuurlijke omgeving zonder die fundamenteel aan te tasten, maar de grenzen van wat het natuurlijk systeem kan dragen komen dichterbij. Het doorgedreven proces van welvaartscreatie is zo op een aantal vlakken een bedreiging geworden voor de natuurlijke omgeving of heeft die reeds op onomkeerbare wijze aangetast. Grondstoffen worden duurder en natuurlijke hulpbronnen (materialen, energie, water, ruimte ) worden steeds schaarser. Het proces 3

6 van welvaartscreatie verstoort zo bepaalde evenwichten en kan zorgen voor een afname van het welzijn. Zowel uit ethische als pragmatische oogpunten kunnen we de natuurlijke omgeving van de mens niet blijven in gevaar brengen. Als we de toenemende vraag naar producten op de huidige wijze blijven beantwoorden, geraken de natuurlijke hulpbronnen waarop onze samenleving steunt, uitgeput en kunnen we het huidige proces van welvaartscreatie niet volhouden. Bovendien leidt de negatieve impact van het proces van welvaartscreatie op de natuurlijke omgeving globaal gezien tot een netto welzijnsverlies, zodat de economie in principe contraproductief wordt. Er dringt zich dus een heroriëntering van de lineaire economie naar een groene economie op. In een groene economie is het welvaartscreatieproces erop gericht een positieve bijdrage te leveren aan een globale welzijnsverhoging op korte én lange termijn. In een groene economie vormt de kwaliteit en leveringszekerheid van natuurlijke hulpbronnen (materialen, energie, water, ruimte ) en ecosysteemdiensten geen probleem meer. Een groene economie is veerkrachtig, robuust en respecteert de grenzen van onze planeet. Groene economie is gebaseerd op een nieuwe dynamiek die de milieu gerelateerde uitdagingen niet als een bedreiging ziet maar als een opportuniteit. Deze uitdagingen vereisen vernieuwende, creatieve oplossingen en innovatieve ondernemers. Ze bieden daardoor nieuwe kansen voor een zinvolle economische ontwikkeling. Een groen economisch systeem heeft geen voortschrijdende nadelige invloed meer op het ecologisch systeem en het welvaartscreatieproces draagt opnieuw bij tot een verhoogd welzijn. Een vergroening van de economie veronderstelt in essentie een systeemverandering en dus niet louter een optimalisatie van het bestaande systeem. Er moet samenhangend ingezet worden op een vergroening van de 3 bouwstenen van ons economisch systeem: 1) de producten en diensten (wat we produceren en consumeren), 2) de productie (hoe we produceren) en 3) de consumptie (hoe we consumeren). Het hele economische systeem (alle sectoren, alle actoren) moet daarbij gevat worden. Via het indicatorenkader van de OESO kan de mate waarin deze 3 bouwstenen reeds 'vergroend' zijn gemonitord worden. 3. Het indicatorenkader van de OESO Het meetkader van de OESO is gebaseerd op een uitgewerkt model van het huidige economisch systeem, zoals in onderstaande figuur schematisch wordt weergegeven. Economische input wordt hierbij via het productieproces omgezet in economische output, zijnde goederen en diensten. Voorbeelden van inputs zijn arbeid, kapitaal (zoals machines e.d.) maar ook vanuit het natuurlijk kapitaal (niet-hernieuwbare en hernieuwbare hulpbronnen zoals bossen, dieren, ertsen, water ) wordt input aan het productiesysteem geleverd. Het natuurlijk kapitaal heeft ook regulerende functies (sink functions in het schema) zoals het bufferen en in zekere mate afvangen van luchtvervuiling, watervervuiling zuiveren, het klimaat reguleren of lawaai bufferen. De OESO maakte de selectie van indicatoren op basis van hun beleidsrelevantie, wetenschappelijke correctheid en meetbaarheid. Het OESO-meetkader bestaat uit 5 sets. Een eerste en vrij algemene set heeft betrekking op de globale socio-economische context van een bepaalde regio of een bepaald land. Binnen deze set komen hoofdzakelijk de klassieke en alom bekende economische indicatoren voor, zoals het bbp, werkzaamheidsgraad en andere kenmerken 4

7 van economische groei. Als aanvullende indicator op het bbp wordt voor Vlaanderen ook de index of sustainable economic welfare (ISEW) opgenomen. Figuur 1: Meetkader OESO Bron: OESO (2011). De volgende vier sets van indicatoren hebben betrekking op de vraag in welke mate de onderzochte regio reeds een transitie maakt naar een groene economie of op welk vlak de regio goed scoort of vooral nog kan groeien in de richting van een groene economie. Een eerste groep van indicatoren betreft de milieu- en hulpbronnenproductiviteit. Deze indicatoren zijn een maat voor het al of niet productief omspringen van onze economie met de gebruikte hulpbronnen (energie, materialen, ruimte ). Een tweede groep indicatoren meet in welke mate het natuurlijk kapitaal wordt uitgeput om goederen en diensten (m.a.w. de output van het economisch productieproces) en dus welvaart te creëren. Een derde groep indicatoren brengt de milieudimensie van leefkwaliteit of de directe impact van het milieu op de mens in beeld. Een vierde groep indicatoren bespreekt de opportuniteiten die uit deze milieuoverwegingen ontstaan en in hoeverre het overheidsbeleid hier op inspeelt. Hieronder verstaan we innovatie, technologie, de groene sector en groene beleidsinstrumenten. Uit de lange lijst indicatoren van het OESO-meetkader werden voor Vlaanderen enkele belangrijke indicatoren gekozen. Naast databeschikbaarheid op regionaal vlak hielden we rekening met de relevantie voor het Vlaamse beleid. Waar een Vlaamse invulling niet mogelijk was, is er gekozen voor een variant van de indicator of een proxy. Hier en daar werden eigen indicatoren toegevoegd aan het meetkader. Je vindt alle ingevulde indicatoren in het Excel-bestand. 5

8 Figuur 2: overzicht indicatoren groene economie voor Vlaanderen Bron: OESO (2013), SVR. 6

9 4. Synthese Vlaanderen doet het economisch goed en behoort tot de Europese top wanneer het gaat over materiële welvaart. Uit alternatieve indicatoren zoals de ISEW blijkt wel dat deze welvaart niet automatisch leidt tot een hoger welzijn. Hulpbronnenefficiëntie is een cruciale vereiste wanneer we willen komen tot een vergroening van de economie. In Vlaanderen zijn het energiegebruik en de CO 2 -emissies ontkoppeld van de economische activiteit. Toch blijft de energieproductiviteit van Vlaanderen relatief laag ten opzichte van de meeste andere EU-lidstaten. In 2012 heeft Vlaanderen na Finland de laagste energieproductiviteit van de West-Europese lidstaten (EU15). Een belangrijke oorzaak voor dit lage cijfer is de energie-intensieve industrie zoals de chemie, de ijzer- en staalnijverheid en de voedingsnijverheid. Een belangrijk deel van haar productie wordt geëxporteerd, het energiegebruik en de samenhangende uitstoot worden echter toegerekend aan het Vlaamse Gewest. Het aandeel hernieuwbare energie stijgt maar fossiele brandstoffen blijven dominant in de energiemix. De inspanningen rond recyclage en hergebruik lonen maar er zijn toch nog waardevolle materialen die eindigen als afvalstof. Voor Vlaanderen geldt bovendien dat ruimte een zeer schaars goed is, maar een eenduidige verbetering van de ruimteproductiviteit is voorlopig nog niet waar te nemen. Bij de indicatoren over hulpbronnenproductiviteit is het moeilijk te zeggen wat de oorzaak is van een productiviteitsstijging. Is er echt sprake van een vergroening van de economie? Ligt dat aan bepaalde sectoren en halen zij daar ook concurrentievoordelen uit? Het bbp is de voorbije decennia vooral gestegen door technologische vooruitgang, omdat er meer geïnnoveerd wordt en er een hogere arbeidsproductiviteit is. Daarnaast is er in Vlaanderen een sterke verschuiving geweest in de economie, van industrie naar diensten. Diensten kunnen over het algemeen meer toegevoegde waarde creëren op een beperktere oppervlakte, met minder energieverbruik of schadelijke emissies. De trend van meer waardecreatie per eenheid bebouwde oppervlakte, per eenheid CO 2 -uitstoot enzovoort. heeft dus meer te maken met de structuur van de economie en minder met een structurele vergroening van het economische systeem. De druk op het natuurlijk kapitaal blijft hoog in Vlaanderen. Vele ecosystemen zijn aan het degraderen. Vooral in regio s als Vlaanderen, met een hoge bevolkingsdichtheid en waar veranderingen in landgebruik leiden tot een toenemende fragmentatie van natuurlijke habitats, wordt de biodiversiteit bedreigd. Er wordt ook te veel van het beschikbare zoetwater onttrokken waardoor er sprake is van waterstress. Milieucondities en milieu gerelateerde risico s hebben een impact op de gezondheid van de mens. Hoewel de blootstelling aan vervuilende polluenten is afgenomen, blijft de ziektelast door milieufactoren hoog. Overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen komen nog regelmatig voor in stedelijke hotspots door de concentratie van industriële activiteiten en het verkeer. We besluiten dat de overheid nog heel wat werk voor de boeg heeft om bedrijven en burgers meer te overtuigen om te kiezen voor groene productie en consumptie. De Europese Commissie stelt voor om de zware belastingdruk op arbeid te verlagen en te vervangen door milieu- of andere groene 7

10 belastingen. Daarnaast moet worden ingezet op een gedragsverandering bij de consument door in te spelen op hun bewust en onbewust consumptiepatroon. Op basis van deze indicatorenset trachten we de vergroening van de economie in Vlaanderen in kaart te brengen. Het is een eerste vingeroefening en ze is nog niet volledig. Zo heeft de OESO voor een aantal indicatoren nog geen methodiek opgesteld. Sommige indicatoren kunnen voor Vlaanderen nog niet berekend worden. Er is ook nood om nieuwe of andere indicatoren uit te werken en bestaande indicatoren verder te verdiepen om de resultaten beter te kunnen interpreteren. Tot nu toe is er bij de indicatoren over hulpbronnenproductiviteit enkel gekeken naar de aanbodszijde of de aan productiegerelateerde emissies en verbruiken. De aan consumptiegerelateerde milieu-impact is nog een lacune. Het effect van de import van consumptiegoederen is daarom nog niet in te schatten. Een andere lacune zijn indicatoren om het materialenbeleid op te volgen. Op Europees niveau wordt hier ook nog volop aan gewerkt. Het natuurlijk kapitaal wordt momenteel in kaart gebracht door indicatoren die vooral de toestand van de stocks beschrijven. Op termijn is het de bedoeling de waarde van het natuurlijke kapitaal op een gemonetariseerde manier weer te geven. Met betrekking tot eco-innovatie en andere beleidsinstrumenten die de vergroening kunnen stimuleren, zijn er nog mogelijkheden om extra indicatoren op te nemen. 8

11 MONITOR GROENE ECONOMIE Hoe deze monitor gebruiken? Elke indicator bestaat uit 2 tabbladen. Op het eerste tabblad vindt u de metadata horende bij de indicator. De metadata omvatten o.a. de definitie, de meetmethode, bron... Op het tweede tabblad vindt u de data, een tabel of grafiek en een bespreking van de indicator. Wanneer u op de hyperlink van een indicator klikt, komt u in het eerste tabblad met de metadata terecht. Economische groei, productiviteit en competitiviteit Arbeidsmarkt, opleiding en inkomen Koolstof- en energieproductiviteit Hulpbronnen-productiviteit 1 Socio-economische context en kenmerken van groei 1.1 reëel bbp 1.2 landbouw, % bruto toegevoegde waarde 1.3 industrie, % bruto toegevoegde waarde 1.4 diensten, % bruto toegevoegde waarde 1.5 bbp, in koopkrachtpariteiten 1.6 arbeidsproductiviteit 1.7 proxy: geharmoniseerde competitiviteitsindicator 1.8 inflatie: geharmoniseerde consumptieprijsindex (proxy voor België) 1.9 index voor duurzame economische welvaart 1.10 arbeidsmarktparticipatie 1.11 werkloosheidsgraad 1.12 ouderen-afhankelijkheidsratio 1.13 levensverwachting bij geboorte 1.14 inkomensongelijkheid: Ginicoëfficiënt 2 Milieu- en hulpbronnenproductiviteit 2.1 CO2-emissies 2.2 CO2-productiviteit 2.3 CO2-intensiteit 2.4 energieproductiviteit 2.5 energie-intensiteit 2.6 hernieuwbare energievoorziening 2.7 aandeel hernieuwbare elektriciteit 2.8 hoeveelheid restafval per inwoner 2.9 hoeveelheid primair bedrijfsafval 2.10 afvalrecuperatie (huishoudelijk afval) 2.11 afvalrecuperatie (bedrijfsafval): afval dat tweede leven krijgt Waterproductiviteit 2.12 toegevoegde waarde per eenheid waterverbruik Ruimteproductivi-teit 2.13 productiviteit van bebouwde oppervlaktes 3 Natuurlijk kapitaal Hernieuwbare stocks Zoetwater voorraden 3.1 water stress, totale zoetwater abstractie Niet-hernieuwbare stocks Minerale voorraden 3.2 aandeel ingezette alternatieven voor oppervlaktedelfstoffen Landvoorraden 3.3 evolutie bodembezetting Biodiversiteit en ecosystemen Milieu en gezondheid, risico's Milieudiensten CO 2 -productiviteit Energie-productiviteit Toegang tot drinkwater en afvalwaterbehandeling Materiaalproductiviteit (niet-energie) Dieren in het wild Gezondheidsproblemen en gerelateerde kosten 3.4 bedreigde zoogdieren 3.5 bedreigde vogels 3.6 bedreigde vaatplanten 4 Milieukwaliteit 4.1 verloren gezonde levensjaren door milieuvervuiling 4.2 blootstelling van de bevolking aan luchtvervuiling, PM10, PM2,5 4.3 blootstelling van de bevolking aan luchtvervuiling, ozon 4.4 bevolking aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie 5 Groene beleidsinstrumenten en economische opportuniteiten Technologie en innovatie Milieugoederen en - diensten Internationale financiële stromen Prijzen en transfers Opleiding en ontwikkelen van bekwaamheid Patenten voor groene groene patenten 5.1 groei Productie van 5.2 tewerkstellingsgraad in bepaalde milieusectoren milieugoederen en - omzet in de milieu- en energiesector 5.3 diensten Internationale Buitenlandse directe investeringen financiële stromen voor 5.4 groene groei Milieutaksen 5.5 niveau en structuur van de milieubelastingen 5.6 bereidheid om financiële inspanningen te leveren voor het milieu Energieprijzen 5.7 prijzen en taksen van brandstoffen voor het wegverkeer 5.8 levenslang leren 5.9 milieubewustzijn 9

12 Thema Socio-economische context en kenmerken van groei Indicator 1.1 Reëel bbp (Index 2005 = 100) Definitie Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Het reëel bbp is het (nominaal) bbp gecorrigeerd voor prijsevolutie en wordt uitgedrukt in volumes of in reële prijzen. Toename van het reëel bbp Geen Vlaams Gewest; internationaal vergelijkbaar Vergelijking tijd Jaarcijfers sedert 1990 (vanaf 1995 op basis van ESR 95 concept, geretropoleerde cijfers op basis van ESR 79 concept) Frequentie en stiptheid Officiële registratie: De data voor T komen jaarlijks beschikbaar eind T+1 of in het voorjaar van T+2. Herzieningen zijn mogelijk in het najaar van T+2. Schattingen en prognoses: deze lopen een vijftal jaren in de toekomst. Telkens is er in juni van elk jaar een update. Hier wordt de reeks afgesloten tot en met het laatste afgesloten kalenderjaar. Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode Het bbp wordt geschat op basis van jaarrekeningen van de bedrijven + schattingen voor de niet-jaarrekeningplichtige bedrijven (op basis van BTW, RSZ, ) Bron data Meer informatie Hermreg 10

13 BBP IN VOLUME (ketting met referentiejaar 2005) (in mln ) 6 Vlaams Reëel Gewest bbp groei indices (2005 = 100) indices (1990 = 100) ,8 72,8 100, ,2 1,8 74,1 101, ,8 1,3 75,1 103, ,5-0,7 74,5 102, ,6 4,0 77,5 106, ,8 3,2 80,0 109, ,9 1,3 81,0 111, ,4 4,7 84,8 116, ,9 1,7 86,3 118, ,9 3,8 89,5 123, ,8 3,8 92,9 127, ,1 0,3 93,2 128, ,9 1,2 94,4 129, ,0 0,8 95,1 130, ,0 3,5 98,4 135, ,2 1,6 100,0 137, ,5 2,9 102,9 141, ,8 3,6 106,6 146, ,0 0,7 107,3 147, ,5-3,1 103,9 142, ,3 2,2 106,2 146, ,6 2,4 108,8 149, ,7 0,0 108,8 149, ,1 0,3 109,2 150,0 Reëel bbp in mln. euro (links) Economische groei in % (rechts) Bespreking Tussen 1990 en 2013 steeg in Vlaanderen het reëel bbp. In de jaren van de financieel-economische crisis, daalde het bbp. De economische groei, dit is de groei van het reëel bbp, is een belangrijke indicator om uitspraken te doen over de gezondheid van een economie. Bij daling van de economische groei, spreken we van een laagconjunctuur. In de voorbije decennia valt vooral de lage (of zelfs negatieve) economische groei op tijdens de jaren (de dotcom-bubble) en sinds de crisis van 2008, In de meest recente jaren blijft de economische groei laag en trekt de economie moeilijk aan. 11

14 Thema Indicator Definitie Socio-economische context en kenmerken van groei 1.2 Aandeel van de landbouw in de totale bruto toegevoegde waarde en in de totale tewerkstelling Aandeel landbouw in bruto toegevoegde waarde: Verhouding van de bruto toegevoegde waarde in de landbouw tot de totale bruto toegevoegde waarde. Aandeel landbouw in totale werkgelegenheid: Verhouding van de werkgelegenheid in de landbouw tot de totale werkgelegenheid. Landbouw: gedefinieerd volgens A38 (Nace 2008): Sectie 'AA' (landbouw, bosbouw en visserij) Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid Geen Niveau Vlaams Gewest Jaarcijfers sedert 1995 (start regionale rekeningen volgens ESR95) Officiële registratie: De data voor T komen jaarlijks beschikbaar eind T+1 of in het voorjaar van T+2. Herzieningen zijn mogelijk in het najaar van T+2. Schattingen en prognoses Hermreg: deze lopen een vijftal jaren in de toekomst. Telkens is er in juni van elk jaar een update. Hier wordt de reeks afgesloten tot en met het laatste afgesloten kalenderjaar. Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode Bron data Meer informatie Toegevoegde waarde: op basis van administratieve bronnen (jaarrekeningen, BTW-gegevens,...); Werkgelegenheid: op basis RSZ en RSVZ, omgerekend naar definities ESR95. De data voor de recentste en voor toekomstige gegevens zijn afkomstig uit econometrische schattingen. Hermreg 12

15 Bruto toegevoegde waarde in basisprijzen Aandeel (lopende van de prijzen) landbouw, : Vlaams Gewest (in %) (In miljoen ) 3, Bruto toegevoegde waarde in landbouw, 1.806,3 bosbouw en 1.830,5 visserij 2.021, , , , , ,4 2,5 Totale bruto toegevoegde waarde , , , , , , , ,6 Aandeel bruto toegevoegde waarde in de landbouw 1,69 1,70 1,78 1,64 1,40 1,59 1,55 1,35 2,0 Bezoldigde 1,5 werkgelegenheid : Vlaams Gewest (In personen) 1, Werkgelegenheid in de landbouw Totale werkgelegenheid Aandeel 0,5 werkgelegenheid van de landbouw2,74 2,65 2,58 2,51 2,46 2,35 2,27 2,23 0, aandeel landbouw in bruto toegevoegde waarde aandeel landbouw in totale tewerkstelling Bespreking Het aandeel van de landbouw, bosbouw en visserij in de bruto toegevoegde waarde en in de tewerkstelling ligt zeer laag. In 2013 bedraagt het aandeel van de landbouw in de bruto toegevoegde waarde 0,93 %. Dat van de tewerkstelling ligt iets hoger met 1,53 %. Toch dalen beide aandelen opmerkelijk, en dat sinds In de Vlaamse economie vindt er steeds meer en meer een verschuiving plaats van de primaire en secundaire sector naar de tertiaire sector. 13

16 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid Socio-economische context en kenmerken van groei 1.3 Aandeel van de industrie in de totale bruto toegevoegde waarde en in de totale tewerkstelling Aandeel industrie in de bruto toegevoegde waarde: Verhouding van de bruto toegevoegde waarde in de industrie tot de totale bruto toegevoegde waarde. Aandeel industrie in totale tewerkstelling: Verhouding van de werkgelegenheid in de industrie tot de totale werkgelegenheid. Industrie: gedefinieerd volgens NACE rev. 1.1: Sectie 'D' + 'CB' (winning van niet-energiehoudende delfstoffen) - 'DF' (aardolieraffinage en kernenergie) Stijging toegevoegde waarde, behoud tewerkstelling industrie Geen Niveau Vlaams Gewest Jaarcijfers sedert 1995 (start regionale rekeningen volgens ESR95) Officiële registratie: De data voor T komen jaarlijks beschikbaar eind T+1 of in het voorjaar van T+2. Herzieningen zijn mogelijk in het najaar van T+2. Schattingen en prognoses: deze lopen een vijftal jaren in de toekomst. Telkens is er in juni van elk jaar een update. Hier wordt de reeks afgesloten tot en met het laatste afgesloten kalenderjaar. Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode Bron data Meer informatie Toegevoegde waarde: op basis van administratieve bronnen (jaarrekeningen, BTW-gegevens,...); Werkgelegenheid: op basis RSZ en RSVZ, omgerekend naar definities ESR95. De data voor de recentste en voor toekomstige gegevens zijn afkomstig uit econometrische schattingen. Hermreg 14

17 Bruto toegevoegde waarde in basisprijzen (lopende prijzen) : Vlaams Gewest Aandeel industrie, Vlaams Gewest (In miljoen ) Bruto toegevoegde 25 waarde ,4 in de industrie , , , , , , , ,5 Totale bruto toegevoegde ,3 waarde , , , , , , , ,3 Aandeel industriële bruto toegevoegde 24,1 waarde 24,0 24,1 23,5 22,8 22,8 21,9 21,7 20,6 20 Totale binnenlandse werkgelegenheid : Vlaams Gewest (In personen) Werkgelegenheid 10 in de industrie Totale werkgelegenheid Aandeel 5industriële werkgelegenheid 21,2 20,8 20,5 20,1 19,6 19,4 19,3 18,6 18,0 in % 0 Aandeel industriële bruto toegevoegde waarde Aandeel industriële werkgelegenheid Bespreking Het aandeel van de industrie neemt trendmatig af in de tijd. Dat is te verklaren door 1 uitbesteding van niet-industriële activiteiten aan de tertiaire sector (vb. catering); 2 sterkere concurrentie omwille van meer internationale activiteiten: dat drukt de prijzen; 3 relatief sterkere vraag naar persoonsgerichte diensten door een welvarender en ouder wordende bevolking. In 2008 en 2009 daalde het aandeel van de industrie in de bruto toegevoegde waarde sterker omwille van de crisis die vooral de uitvoergerichte activiteiten trof (dus meer de industrie). In de jaren 2010 en 2011 stabiliseerde het aandeel van de industrie in de bruto toegevoegde waarde, maar de conjunctuurverzwakking van 2012 en 2013 trof opnieuw de industrie harder, met een dalend aandeel van deze sector in de bruto toegevoegde waarde als gevolg. Het aandeel van de industrie in de totale werkgelegenheid neemt continu af. 15

18 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid Socio-economische context en kenmerken van groei 1.4 Aandeel van de diensten in de totale bruto toegevoegde waarde en in de totale tewerkstelling Aandeel diensten in totale bruto toegevoegde waarde: Verhouding van de bruto toegevoegde waarde in de tertiaire sector tot de totale bruto toegevoegde waarde. Aandeel diensten in tewerkstelling: Verhouding van de werkgelegenheid in de tertiaire sector tot de totale werkgelegenheid. Diensten: gedefinieerd als marktdiensten + niet-marktdiensten. Volgens NACE 2008 op A38-niveau: sectie GG t.e.m. TT Geen Niveau Vlaams Gewest Jaarcijfers sedert 1995 (start regionale rekeningen volgens ESR95) Officiële registratie: De data voor T komen jaarlijks beschikbaar eind T+1 of in het voorjaar van T+2. Herzieningen zijn mogelijk in het najaar van T+2. Schattingen en prognoses: deze lopen een vijftal jaren in de toekomst. Telkens is er in juni van elk jaar een update. Hier wordt de reeks afgesloten tot en met het laatste afgesloten kalenderjaar. Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode Bron data Meer informatie Toegevoegde waarde: op basis van administratieve bronnen (jaarrekeningen, BTW-gegevens,...); Werkgelegenheid: op basis RSZ en RSVZ, omgerekend naar definities ESR95. De data voor de recentste en voor toekomstige gegevens zijn afkomstig uit econometrische schattingen. Hermreg 16

19 Bruto toegevoegde waarde in basisprijzen (lopende prijzen) : Vlaams Gewest (In miljoen ) Aandeel diensten, Vlaams Gewest (in %) Bruto toegevoegde waarde in de dienstenbedrijfstakken , , , , , , , ,7 Totale 76 bruto toegevoegde waarde , , , , , , , ,6 Aandeel bruto toegevoegde waarde in de diensten 64, ,3 64,1 65,2 66,0 65,9 67,3 67,9 Totale binnenlandse werkgelegenheid : Vlaams Gewest 72 (In personen) Werkgelegenheid in de dienstenbedrijfstakken Totale 68 werkgelegenheid Aandeel werkgelegenheid van de diensten 68,1 68,7 69,2 69,9 70,4 70,7 71,0 71, Aandeel diensten in bruto toegevoegde waarde Aandeel diensten in werkgelegenheid Bespreking Het aandeel van de tertiaire sector neemt sterk toe in de tijd, en dit zowel voor de toegevoegde waarde als voor de werkgelegenheid. Waar het aandeel van de tertiaire sector in de bruto toegevoegde waarde in 2000 nog neerkwam op 65,9 %, is dit in 2013 toegenomen tot 74,1 %. Voor de werkgelegenheid zien we een toename van 70,7 % tot 77,1 %. Net zoals in alle andere ontwikkelde economieën, is er in Vlaanderen een toenemende tertiairisering aan de gang. Bovendien bleek de tertiaire sector beter bestand tegen de financieel-economische crisis dan de andere sectoren. 17

20 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid Socio-economische context en kenmerken van groei 1.5 bbp in koopkrachtpariteiten De bbp-cijfers worden hierbij aangepast waarbij rekening gehouden wordt met de koopkrachtverschillen tussen landen. Deze indicator is internationaal vergelijkbaar. Een toename van het bbp in kkp Geen Niveau Vlaams Gewest, deze indicator kan vergeleken worden met andere landen en regio's. Jaarcijfers sedert 1995 (start regionale rekeningen volgens ESR95) Officiële registratie: De Hermregdata voor T komen jaarlijks beschikbaar eind T+1 of in het voorjaar van T+2. Herzieningen zijn mogelijk in het najaar van T+2. Schattingen en prognoses: deze lopen een vijftal jaren in de toekomst. Telkens is er in juni van elk jaar een update. Hier wordt de reeks afgesloten tot en met het laatste afgesloten kalenderjaar. Op basis van de AMECO-databank wordt de verhouding van het bbp in kkp t.ov. het bbp van België ook toegepast op Vlaanderen. Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode Bron data Meer informatie De verhouding van bbp in kkp ten opzichte van het bbp voor België wordt toegepast op Vlaanderen. Dit is ook de methode die Eurostat toepast voor het berekenen van het bbp in kkp voor andere regio's van de EU-lidstaten. AMECO, 27/08/ gewesten: HERMREG, jun

21 jaar bbp in kkp (in miljoen euro kkp) Bbp in kkp (in mln. euro), Vlaams Gewest , , , , , , , , , , , , , , , , , , , Bespreking Het bbp in koopkrachtpariteiten is een interessante indicator in een internationale context, omdat het prijsverschillen tussen landen uitvlakt. We zien dat het bbp in koopkrachtpariteiten een gelijkaardige evolutie kent als het nominaal bbp voor het Vlaams Gewest, met een inzinking in door de crisis. Tussen 2012 en 2013 is het bbp in kkp quasi niet gegroeid. 19

22 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid Socio-economische context en kenmerken van groei 1.6 Arbeidsproductiviteit Bruto toegevoegde waarde per werkzame persoon, uitgedrukt in kettingeuro's met referentiejaar Een toename van de arbeidsproductiviteit in reële termen Geen Niveau Vlaams Gewest Jaarcijfers sedert 1995 (start regionale rekeningen volgens ESR95) Officiële registratie: De data voor T komen jaarlijks beschikbaar eind T+1 of in het voorjaar van T+2. Herzieningen zijn mogelijk in het najaar van T+2. Schattingen en prognoses: deze lopen een vijftal jaren in de toekomst. Telkens is er in juni van elk jaar een update. Hier wordt de reeks afgesloten tot en met het laatste afgesloten kalenderjaar. Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode Bruto toegevoegde waarde uit de jaarrekeningen van de bedrijven + schattingen voor de niet-jaarrekeningplichtige bedrijven. Selectie voor Vlaams Gewest. (op basis BTW, RSZ, ). Werkgelegenheid: op basis RSZ en RSVZ, omgerekend naar definities ESR95. De data voor de recentste en voor toekomstige gegevens zijn afkomstig uit econometrische schattingen. Bron data Meer informatie Hermreg 20

23 tabel + grafiek Vlaams Gewest Arbeidsproductiviteit (in kettingeuro's met referentiejaar 2005), Vlaams Gewest Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, in kettingeuro's (referentiejaar 2005) in miljoen euro #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### Totale werkgelegenheid #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### #### Arbeidsproductiviteit ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### ### Bespreking De arbeidsproductiviteit is de belangrijkste determinant van de Vlaamse welvaart. Op lange termijn gaat de arbeidsproductiviteit doorgaans in stijgende lijn, en dit tot en met In 2008 en meer nog in 2009 was er een inzinking als gevolg van de financieel-economische crisis. Nadien volgde een gedeeltelijk herstel. Maar de zwakke conjunctuur zorgde voor lage (of licht negatieve) groeicijfers in 2012 en Het gevolg was dat de reële arbeidsproductiviteit in die jaren vrij constant bleef. Het Vlaamse Gewest staat op een 3de plaats (na correctie voor pendel) in vergelijking met de 15 innovatieve benchmarkregio's in 2010, na West- en Zuid-Nederland. Het Vlaamse Gewest behoort dus tot de top 5. 21

24 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Socio-economische context en kenmerken van groei 1.7 Geharmoniseerde competitiviteitsindicator (Harmonized Competitiveness Indicator of HCI) / gebaseerd op de consumptieprijsindex De HCI is een maat voor de prijs- en kostencompetitiviteit van een land. De HCI voor het Vlaamse Gewest wordt berekend ten opzichte van een ruime set van 56 handelspartners. De reeks start in januari De Vlaamse HCI is in sterke mate afgestemd op de berekeningen van de HCI's van de eurolanden door de Europese Centrale Bank (ECB). Een exacte vergelijkbaarheid is niet mogelijk omdat de ECB het basismateriaal voor de berekeningen niet vrijgeeft en enkel de methode omschrijft in een aantal papers. Een daling van de HCI wijst op een verbeterende concurrentiekracht. Dat kan doordat de inflatie lager is in het Vlaamse Gewest in vergelijking met de meeste of de belangrijkste van de partnerlanden, doordat de wisselkoers van de euro gunstig evolueert ten opzichte van de niet-eurolanden of doordat er zich wijzigingen voordoen in het handelspatroon (meer handel met landen die qua inflatie en/of wisselkoers ongunstiger evolueren). Het omgekeerde is uiteraard waar voor een stijging van de Vlaamse HCI. Een lagere HCI (= competitievere Vlaamse economie) Geen Niveau Vlaams Gewest (zegt iets over de prijs- en kostencompetiviteit van de Vlaamse economie). Er zijn ook HCI's voor de eurolanden, maar die zijn niet strikt 100% vergelijkbaar. Vergelijking tijd Maandcijfers sedert 2004 Frequentie en stiptheid De Vlaamse HCI wordt jaarlijks door SVR berekend in mei. De recentste waarde voor de berekeningen slaat dan op januari/februari. Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode Het gaat is essentie om een gewogen reële wisselkoers (gewogen = naar een korf van handelspartners). Daarbij wordt rekening gehouden met inflatieverschillen met de handelspartners en met de intensiteit van de handelsrelaties. De export wordt zodanig verrekend dat rekening wordt gehouden met 'derde markteffecten' of de concurrentie die het Vlaams Gewest ondervindt op derde markten van andere exporteurs. Bron data Meer informatie SVR op basis van UNCTAD, Eurostat, INR en OESO. 22

25 tabel + grafiek Vlaams Gewest ### jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt ### nov dec jan feb maa apr mei 1,06 jun jul aug sep okt nov ### dec jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt 1,04 nov dec ### jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec ### jan feb 1,02 maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec ### jan feb maa apr mei 1 jun jul aug sep okt nov dec ### jan feb maa apr mei jun jul aug 0,98 sep okt nov dec ### jan feb maa apr mei juni juli augustus1 september oktober 0,96 november december ### januari februari maart april mei juni juli augustus1 september oktober november december ### januari februari maart 0,94 april mei juni juli augustus1 september oktober november december ### januari februari maart april mei juni 0,92 juli augustus1 1 Geharmoniseerde competitiviteitsindicator (HCI) Vlaams Gewest 0,9 Bespreking De HCI moet zo gelezen worden dat een daling wijst op een verbeterde concurrentiekracht. Dit kan omwille van volgende redenen: * een lagere inflatie in het Vlaamse Gewest in vergelijking met de meeste handelspartners; * een gunstige evolutie van de wisselkoers van de euro ten opzichte van de niet-eurolanden; * wijzigingen in het handelspatroon, bijvoorbeeld een groter gewicht van landen die qua inflatie en wisselkoers ongunstig evolueren; * een combinatie van bovenstaande Het omgekeerde is uiteraard waar voor een stijgende HCI. Concreet is de verzwakking van de Vlaamse HCI in 2009 en in de eerste helft van 2010 in belangrijke mate te wijten aan de goedkopere US dollar. De HCI verbeterde vervolgens tot in de zomer van 2012 door de daling van de euro ten opzichte van de US dollar. Ook de afname van de inflatieverschillen met belangrijke handelspartners speelt een rol. Vanaf het najaar van 2012 tot in de lente van 2013 verslechterde de HCI opnieuw. Dit kwam door de appreciatie van de euro ten opzichte van de Japanse Yen, de Chinese Yuan en de US dollar. Vanaf de zomer 2013 tot en met maart 2014 deed de Vlaamse HCI het opnieuw minder goed. De voornaamste redenen zijn de depreciërende dollar en Yen. Maar toch bevond het niveau van de Vlaamse HCI zich nog steeds onder dit van (dat wil dus zeggen dat de competitiviteitspositie dan nog slechter was). Vanaf april 2014 tot heden is er opnieuw een kentering ten goede: de verbeterening in de Vlaamse HCI is te wijten aan de depreciatie van de euro ten opzichte van de munten van de voornaamste niet-euro handelspartners (dollar, yen, pond, yuan, Indische roepia...) 23

26 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Dimensies Vergelijking ruimte Socio-economische context en kenmerken van groei 1.8 Inflatie: Geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) De geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) is een maatstaf die een correcte vergelijking mogelijk maakt tussen de inflatiegraden van de lidstaten van de Europese Unie. Deze index is een indicator voor de prijsstabliteit in de lidstaten van de Eurozone en wordt door de ECB gebruikt voor haar monetair beleid. De index wordt berekend op basis van een methodologie die geharmoniseerd is over de lidstaten heen. Deze index is niet beschikbaar op gewestelijk niveau. Het cijfer voor België wordt gebruikt als proxy voor Vlaanderen. De ECB streeft een inflatie na dat net geen 2% moet zijn. Dit wordt beschouwd als een gezond inflatiecijfer. Geen Niveau Rijk Vergelijking tijd Maandcijfers sedert 2002 Frequentie en stiptheid De Belgische HICP wordt maandelijks berekend door de FOD Economie, Middenstand en Energie Laatst gewijzigd 9/10/2014 Meetmethode De HICP meet de evolutie in de prijzen van een bepaalde korf van goederen en diensten aangekocht door de huishoudens. Het gewicht van de geconsumeerde goederen en diensten in deze korf wordt bepaald op basis van de consumptie door de huishoudens volgens de huishoudbudgetenquête waarvan de posten geharmoniseerd zijn op Europees vlak. Bron data Meer informatie NBB, Belgostat 24

27 2000 HICP, België 2001 (in %) ,3 2,1 2,5 2,3 2,4 3 1,7 3, ,7 3 2,7 2,5 2,2 3 3,1 3 2,8 2,5 1,9 1,9 1,8 2 2, Bespreking Tussen 1995 en 2014 kende de inflatie in België, die in dit geval als proxy voor de inflatie in Vlaanderen gebruikt wordt, een sterk fluctuerend verloop. In periodes van hoogconjunctuur zien we dat de inflatie sterk toeneemt, in periodes van laagconjunctuur en de daarmee gepaard gaande verslechterende economische situatie neemt de inflatie sterk af. In 2014 krijgen we voor het eerst sinds jaren een inflatie die zeer dicht bij 0 % ligt. Men vreest voor het eerst voor deflatie. Deflatie kan nefast zijn voor de prille economische groei. Deflatie impliceert dat prijzen dalen, waardoor consumenten de neiging kunnen hebben om (belangrijke) aankopen uit te stellen. Economen spreken pas over deflatie als de prijzen structureel dalen, en dat laatste is momenteel nog niet het geval omdat de dalende prijzen vooral het gevolg zijn door de dalende energie- en voedselprijzen. 25

28 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Socio-economische context en kenmerken van groei 1.9 Index voor duurzame economische welvaart (ISEW, index for Sustainable Economic Welfare) De ISEW is een aangepast bruto binnenlands product (bbp), dat de werkelijke economische welvaart, zoals die door de mensen wordt ervaren, beter weergeeft. Het normale bbp houdt geen rekening met de inbreng van onbetaalde arbeid, meer bepaald huishoudelijke arbeid, of met de productie van goederen en diensten door de overheid. Daarom wordt bij de bestedingen van de huishoudens, zoals die normaal in de berekening van het bbp worden opgenomen, een raming gevoegd van de waarde van de huishoudelijke arbeid en van de waarde van de overheidsdiensten. Anderzijds vergroten defensieve uitgaven, zoals de strijd tegen de inkomensonzekerheid, niet echt de welvaart maar houden die enkel in stand. Die uitgaven worden dus in mindering gebracht. Ten slotte houdt het bbp geen rekening met de inkomensongelijkheid. Ook dat wordt door de ISEW gecorrigeerd: wanneer de inkomensongelijkheid toeneemt, neemt de reële economische welvaart van de mensen af. Daarenboven is het bbp blind voor economische consequenties op lange termijn: economische groei kan ten koste gaan van het milieukapitaal dat aan toekomstige generaties wordt doorgegeven. De ISEW corrigeert die afwijking door de depreciatie van het natuurlijk kapitaal af te trekken. Toename van de ISEW Dimensies Vergelijking ruimte Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid ISEW per capita, bbp per capita Vlaams Gewest; Beperkte internationale vergelijkbaarheid omwille van verschillen in de methodologie. jaarlijks Laatst gewijzigd 16/07/2014 Meetmethode Bron data Meer informatie De ISEW vertrekt van de private consumptieve bestedingen in de veronderstelling dat deze een goede inschatting geven van de psychische diensten die consumenten ervaren bij het gebruik van goederen en diensten. Maar om te komen tot de echte baten zijn er aanpassingen nodig. De waarde van huishoudelijke arbeid, de welvaartsverliezen door inkomensongelijkheid en uitgaven met een defensieve aard worden in rekening gebracht. De echte kosten van economische activiteiten hebben voornamelijk betrekking op de achteruitgang van het milieu en de uitputting van het natuurlijk kapitaal. De ISEW houdt rekening met wateren luchtverontreiniging, de kosten van klimaatverandering, de aantasting van de ozonlaag en de vervangingskost voor het gebruik van niethernieuwbare energiebronnen. MIRA, Hogeschool Gent apport_isew_vlaanderen_update_2014_tw.pdf 26

29 1990 Index 1991 voor duurzame 1992 economische 1993 welvaart 1994 (ISEW) ISEW per capita 5376,4 5539,7 5566,3 5641,6 5769,1 5863,6 6053,6 6217,8 bbp per capita 19976, , , , , , , , ISEW per capita bbp per capita Bespreking Tussen 1990 en 2012 steeg in Vlaanderen het bbp per capita gestaag met ongeveer 28%. Tussen 2008 en 2012 kromp het bbp/capita ten gevolge van de financieel-economische crisis. De Index voor Duurzame Economische Welvaart voor Vlaanderen kende een ander verloop. Tussen 1990 en 2012 steeg de ISEW per capita met 16%. De duurzame economische welvaart in Vlaanderen nam toe tot het jaar 2000, om nadien terug te vallen. Tussen 2002 en 2008 daalde de ISEW/capita met bijna 15% door een toename van de inkomensongelijkheid. In 2009 steeg de ISEW/capita opvallend sterk (+10,5%) als gevolg van de financieeleconomische crisis (de kosten van onze economische activiteiten namen af). Het bbp per capita daalde toen sterk door de crisis. In 2010 daalde de ISEW/capita sterk (-10,9%) om de volgende 2 jaren ongeveer op een stabiel niveau te blijven- een contrast met de daling van het bbp/capita in deze periode. 27

30 Thema Indicator Definitie Socio-economische context en kenmerken van groei 1.10 Arbeidsmarktparticipatie: werkzaamheidsgraad De werkzaamheidsgraad meet het aantal werkenden ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20-64 jaar) Gewenste richting Dimensies % Vergelijking ruimte Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid Toename van de werkzaamheidsgraad Internationaal vergelijkbaar jaarlijks Laatst gewijzigd 16/10/2014 Meetmethode toegepast voor Vlaanderen Bron data Meer informatie Cijfers in kaart gebracht na bevraging (Labour Force Survey) FOD Economie - ADSEI - EAK, Eurostat LFS (Bewerking Departement WSE/Steunpunt WSE) 28

31 Werkzaamheidsgraad totaal (20-64 jaar) Werkzaamheidsgraad in de Europese Vlaanderen Unie, (in %) 73 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek - EAK, Eurostat LFS (Bewerking Departement WSE/Steunpunt WSE) Update Eurostat 20/06/2013 (%) Totaal Vlaams Gewest 68,9 68,6 68,6 68,1 69,7 70,4 70,6 71,9 72,3 71,5 72,1 69 Waals Gewest 60,5 60,4 60,1 60,6 60,3 61,6 61,6 62,6 62,8 61,7 62,2 Brussels H. Gewest 59,2 58,2 58,9 57,5 58,6 59,4 57,9 59,4 60,2 59,5 59,2 België 65,3 65,0 65,0 64,7 65,6 66,5 66,5 67,7 68,0 67,1 67, Bespreking Het behalen van een globale werkzaamheidsgraad van 76% bij de jarigen tegen 2020 maakt de kerndoelstelling uit van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. Bij het bepalen van deze streefnorm werd uitgegaan van de werkzaamheidsgraad van 2008, die toen 72,3% bedroeg en al een half decennium aan het groeien was. In 2013 komt de werkzaamheidsgraad met 71,9% onder dit startpunt. Door de wereldwijde economische malaise stokte ook de Vlaamse werkzaamheidsgraad in de meest recente jaren. 29

32 Thema Socio-economische context en kenmerken van groei Indicator 1.11 Werkloosheidsgraad, in % Definitie het aandeel van de werklozen (15-64 jaar) in de beroepsbevolking (15-64 jaar). Beroepsbevolking: het aantal personen dat actief is op de arbeidsmarkt, hetzij als werkende hetzij als werkloze (werkzoekende). Werkloze (in de ILObetekenis), iedere persoon die in de referentieweek geen bezoldigde betrekking had, actief op zoek is naar een betrekking (minstens één sollicitatie in de periode van vier weken die eindigt met de referentieweek) en beschikbaar zou zijn om binnen de twee weken te beginnen te werken. Gewenste richting verlaging van de werkloosheidsgraad Dimensies in % Vergelijking ruimte Vlaams Gewest Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid jaarlijks Laatst gewijzigd 16/10/2014 Meetmethode Bron data Meer informatie EAK-survey (Enquête Arbeidskrachten of Labour Force Survey), die op Europees niveau wordt georganiseerd. FOD Economie - ADSEI EAK, Eurostat LFS (bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) 30

33 Werkloosheidsgraad, in % Vlaams 6 Gewest 5,4 4,3 4,0 4,9 5,7 5,4 5,5 5,0 4,4 3,9 5, Bespreking In 2013 steeg de globale ILO-werkloosheidsgraad (15-64 jaar) in het Vlaamse Gewest verder tot 5,1%. Net zoals de voorgaande jaren waren Vlamingen op beroepsactieve leeftijd minder vaak op zoek naar een job dan gemiddeld genomen in de Europese Unie. 31

34 Thema Indicator Definitie Gewenste richting Dimensies Socio-economische context en kenmerken van groei 1.12 Ouderen-afhankelijkheidsratio Populatie (20-64 jaar)/ Populatie (65 jaar en ouder): deze ratio geeft aan hoeveel personen uit de actieve leeftijdsgroep instaan voor een oudere. Toename van de ouderen-afhankelijkheidsratio geen Vergelijking ruimte Vlaams Gewest Vergelijking tijd Frequentie en stiptheid jaarlijks Laatst gewijzigd 16/10/2014 Meetmethode Bron data Meer informatie wettelijke bevolking op basis van het Rijksregister FOD Economie - ADSEI 32

Pact Vlaanderen groeit in 2020 uit tot een competitieve, polyvalente kenniseconomie die op een duurzame manier welvaart creëert.

Pact Vlaanderen groeit in 2020 uit tot een competitieve, polyvalente kenniseconomie die op een duurzame manier welvaart creëert. Doelstelling 1.1.1 Vlaanderen groeit in 2020 uit tot een competitieve, polyvalente kenniseconomie die op een duurzame manier welvaart creëert. Kernindicatoren Arbeidsproductiviteit Definitie Bruto toegevoegde

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Statistisch Product. Milieu-uitgaven van ondernemingen

Statistisch Product. Milieu-uitgaven van ondernemingen Metadata Statistisch Product Milieuuitgaven van ondernemingen In milieu en economie wordt enerzijds dieper ingegaan op de uitgaven voor milieu, zowel van bedrijven als van de overheid en anderzijds wordt

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

7 FOCUS GROENE ECONOMIE. Visie op een groene economie FOCUS GROENE ECONOMIE 457

7 FOCUS GROENE ECONOMIE. Visie op een groene economie FOCUS GROENE ECONOMIE 457 FOCUS 7 FOCUS GROENE ECONOMIE Een vergroening van de economie staat zowel op internationaal, Europees en Vlaams niveau op de beleidsagenda. Zo is groene economie een van de prioritaire onderwerpen in het

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e HOEVEEL MENSEN WERKEN IN DE BOUW? HOE GROOT IS DE SECTOR IN LIMBURG? d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e totaal bouw bouw Limburg aandeel Limburg JAARLIJKSE CIJFERS VAN CONFEDERATIE BOUW

Nadere informatie

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE. 0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010 Pagina // Bijlage HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS uari Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2015 De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex stijgt in november naar 1,4%, ten

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Activiteitsgraad, werkzaamheidsgraad en werkloosheidsgraad Oktober 2015 A. Activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad Deze kerncijfers

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

FARMACIJFERS 2014. De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei. De kerncijfers

FARMACIJFERS 2014. De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei. De kerncijfers FARMACIJFERS 214 De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei De kerncijfers Verantwoordelijke uitgever : Catherine Rutten voor pharma.be, Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

Omschrijving: De werkzaamheidsgraad is het aandeel werkenden ( volgens IAB-statuut) in de bevolking.

Omschrijving: De werkzaamheidsgraad is het aandeel werkenden ( volgens IAB-statuut) in de bevolking. Methodologie Boordtabel Eindeloopbaan Steunpunt WSE Werkzaamheidsgraad naar leeftijd en geslacht De werkzaamheidsgraad is het aandeel werkenden ( volgens IAB-statuut) in de bevolking. - Voor België en

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Vooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel

Vooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel Vooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel Johan Van Gompel 9 mei 216 Economische groei Herstel Belgische economisch activiteit in lijn met die in Duitsland Reëel

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - augustus 2017 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in augustus 2,0% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013)

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1 Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder in 1983 en 2013 De Belgische bevolking van

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse Arbeidsmarkt

Diagnose van de Vlaamse Arbeidsmarkt WSE Arbeidsmarktcongres 2013 Diagnose van de Vlaamse Arbeidsmarkt Luc Sels Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen 1 Tijden van onzekerheid Procentuele kwartaal- en jaargroei van het BBP België en

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 :

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 : HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 : ZONDER UITZONDERING NEGATIEVE EVOLUTIES VANAF HET VIERDE KWARTAAL VAN 28 VERKORTE VERSIE 1 Opmaak maart 29. Provinciehuis

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

Studiedienst van de Vlaamse Regering Regionale economische vooruitzichten

Studiedienst van de Vlaamse Regering Regionale economische vooruitzichten Regionale economische vooruitzichten 2008-2014 Studiedienst van de Vlaamse Regering 1. Inleiding De Regionale economische vooruitzichten 2008-2014 zijn een gezamenlijke publicatie van het Federaal Planbureau

Nadere informatie

Uitdagingen op de arbeidsmarkt van morgen Chemie, kunststoffen en life sciences. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

Uitdagingen op de arbeidsmarkt van morgen Chemie, kunststoffen en life sciences. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Uitdagingen op de arbeidsmarkt van morgen Chemie, kunststoffen en life sciences Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Overzicht 1. Evolutie in de tewerkstelling 2. Vergrijzing van

Nadere informatie

Onze economie kan gezien worden als een grote boot. Om deze

Onze economie kan gezien worden als een grote boot. Om deze HOE GROEN IS DE VLAAMSE ECONOMIE? Arne Daneels & Veerle Beyst Onze economie kan gezien worden als een grote boot. Om deze boot op koers te houden, heeft de kapitein veel informatie nodig. Maar welke richting

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 17 23 april 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs Oktober 21 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Inhoudstafel INHOUD Inleiding 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 217-218 Inhoudsopgave 1. Verklarende woordenlijst... 2. Samenvatting... 4. PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP... 7 4. PERSONEN GEBOREN BUITEN EU28... 12

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen

Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen Update januari 2015 Dit overzicht van de regionale arbeidsmarkt wordt elk kwartaal ruim verspreid naar de stakeholders en lokale besturen in de regio. Elk jaar in januari

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd Persmededeling JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Dinsdag 13 november 2012 Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd Vlaams minister van Leefmilieu

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25 Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 25 23 juni 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt verder 3 Werkloze beroepsbevolking (20) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consument een stuk

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47 Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 47 20 november 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets meer banen en vacatures in het derde kwartaal 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde

Nadere informatie

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers ) UPDATE CIJFERS DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers 2008-2009) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening (Steunpunt WSE / Departement Werk en Sociale Economie) Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De data over

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de 5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 41 13 oktober 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie daalt naar 0,1 procent 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (37) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06 UNIZO KMO-BAROMETER UNIZO-Studiedienst, tel. 02 238 05 31 - fax 02 238 07 94 www.unizo.be Voor resultaten van vroegere edities van de KMO-barometer en andere KMO-statistieken zie: www.unizo.be/statistieken

Nadere informatie

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees

Nadere informatie

Hoe groen is de Vlaamse economie? December Vlaamse Overheid

Hoe groen is de Vlaamse economie? December Vlaamse Overheid Hoe groen is de Vlaamse economie? December 2016 Vlaamse Overheid WWW.LNE.BE WWW.VLAANDEREN.BE/SVR Auteurs: Veerle Beyst (Departement Kanselarij en Bestuur, Studiedienst van de Vlaamse Regering) Arne Daneels

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 1 Opmaak juli 29. 1. WERKLOOSHEID (BRON: VDAB, RVA) Cijfers t/m juni 29. West-Vlaanderen telde in juni 29.823 werklozen

Nadere informatie

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06. sep 07

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06. sep 07 UNIZO KMO-BAROMETER UNIZO-Studiedienst, tel. 02 238 05 31 - fax 02 238 07 94 www.unizo.be Voor resultaten van vroegere edities van de KMO-barometer en andere KMO-statistieken zie: www.unizo.be/statistieken

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen vwo economie II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie