Jaarverslag ROC van Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2014. ROC van Amsterdam"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2014 ROC van Amsterdam

2 ROC van Amsterdam Bezoekadres Fraijlemaborg CV Amsterdam Postadres Postbus CN Amsterdam Telefoon Fax Internet Kamer van Koophandel Amsterdam

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding en leeswijzer Voorwoord College van Bestuur Verslag Raad van Toezicht Profiel ROC van Amsterdam Juridische structuur, interne organisatiestructuur en personele bezetting Organogram ROC van Amsterdam Kerncijfers Missie, visie en strategie Missie Kernwaarden Route Strategische doelen Onderwijs Mbo Macrodoelmatigheid Entree-opleidingen Doorstroom vo mbo Doorstroom mbo - hbo en samenwerking met het hbo Gediplomeerd en dan?!? Taal en rekenen in het mbo Ondernemerschap Passend Onderwijs Project CRASH, mbo-studenten leren reanimeren Pilot Onderwijs ontregeld Volwassenenonderwijs Educatie en inburgering Vavo Voortgezet onderwijs (vo) Kwaliteit van het onderwijs Verzuimcontroles, absentiemelding en aanpak verzuim Analyses, verbeteringen en onderzoek Onderwijsinspectie mbo

4 10.2 Onderzoek examenbeveiliging Auditorganisatie Kwaliteit voortgezet onderwijs Bestrijding voortijdig schoolverlaten (vsv) Studenten / leerlingen / deelnemers Studentenaantal mbo Mbo onderwijsprestaties Prestaties i.r.t. andere ROC s Deelnemersaantallen volwassenenonderwijs Leerlingenaantal voortgezet onderwijs Tevredenheid studenten mbo Veiligheid Medewerkers Inleiding en uitgangspunten Personele bezetting en verhouding Primair proces (PP) / Secundair proces (SP) Benoemingen / wijzigingen directies Ziekteverzuim Professionalisering Mobiliteit Tevredenheid medewerkers Cao-ontwikkelingen Beheersing van uitkeringen na ontslag Governance en samenwerkingsrelaties Governance Klachten en afhandeling Vertrouwenspersonen Zeggenschap studenten Zeggenschap medewerkers Tevredenheid bedrijven beroepspraktijkvorming (bpv) Samenwerkingsrelaties Luchtvaart College Schiphol Krachtenbundeling ROCvA - ROCvF Onderwijs - arbeidsmarkt Marktpositie, marktontwikkelingen en huisstijl

5 14.1 Marktpositie en herkomst studenten Bedrijfsvoering Huisvesting ICT Onderwijsinformatie Invoering EduArte Bijlagen Jaarverslag Samenstelling van het Bestuur Samenstelling 2014 Raad van Toezicht Rooster van aftreden RvT Verklarende begrippen en afkortingen Strategisch huisvestingsplan FINANCIEEL JAARVERSLAG 2014 ROC VAN AMSTERDAM Financiële resultaat Continuïteitsparagraaf Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december Geconsolideerde staat van baten en lasten over Geconsolideerd kasstroomoverzicht over Overzicht totaalresultaat over Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening Opbrengstverantwoording Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten Enkelvoudige balans per 31 december Enkelvoudige staat van baten en lasten over Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening Overige gegevens Bijlagen bij Jaarrekening 2014 ROC van Amsterdam Bijlage A: Segmentatie naar onderwijssoorten Bijlage B: Overzicht Taal & Rekenen Controleverklaring

6 6

7 1. Inleiding en leeswijzer Voor u ligt het geïntegreerd jaardocument 2014 van het ROC van Amsterdam (hierna ROCvA), bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening. In het geïntegreerd jaardocument legt het Bestuur verantwoording af over het jaar Het document beschrijft de ontwikkelingen in 2014, de resultaten die zijn bereikt en de activiteiten die daarvoor zijn ondernomen. Tevens geeft het jaardocument een beeld van ROCvA en de inrichting van het instituut. In het jaardocument wordt ook de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (hierna VOvA) vermeld met in hoofdlijnen de ontwikkelingen en de resultaten over De stichting is een zelfstandig onderdeel van ROCvA en publiceert een eigen jaardocument voor de verantwoording van haar resultaten. Naast dit volledige jaardocument wordt voor het mbo nog een jaarkrant uitgebracht. Deze jaarkrant is specifiek bedoeld voor de relaties van het ROC en van de MBO Colleges. Naast de algemene gegevens zoals kengetallen over aantal studenten, medewerkers, rendement en bestrijding vsv wordt specifiek aandacht besteed aan elk MBO College. Het thema van ROCvA was voor 2014 studenten en leerlingen weten wat het verschil maakt'. Met dit thema benadrukt het Bestuur de belangrijke rol die studenten kúnnen spelen bij verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de ondersteuning. Het roept op tot dialoog met studenten voor reflectie op het geboden onderwijs en om informatie te krijgen voor verbetering ervan. Het thema staat niet op zichzelf, maar is representatief voor de koers van de afgelopen jaren waarin de rol van medewerkers en studenten centraal staat. Het jaarverslag begint met het verslag van het Bestuur en het verslag van de Raad van Toezicht (hierna RvT) over het jaar ROCvA werkt nauw samen met het ROC van Flevoland (hierna ROCvF). Vanuit die samenwerking wordt het toezicht op beide ROC s uitgevoerd door één RvT. Na een korte schets van ROCvA wordt de juridische structuur en de interne organisatiestructuur geschetst met het organogram van ROCvA en de kerncijfers over de belangrijkste resultaten van Daarna wordt in het jaarverslag ingegaan op de realisatie van de meerjarenstrategie, de koers en de strategische doelen voor In aparte hoofdstukken wordt vervolgens aandacht besteed aan het onderwijs, de mbo-studenten, vo-leerlingen en overige deelnemers, de medewerkers, de kwaliteit van het onderwijs, Governance, de bedrijfsvoering, de samenwerkingsrelaties en de marktontwikkelingen. Bij elk hoofdstuk wordt een korte beschrijving gegeven van de werkwijze en de resultaten in 2014 ten opzichte van de beoogde doelen en wordt tevens een vooruitblik gegeven voor De rapportage over risicomanagement is opgenomen In het financieel verslag In de bijlagen wordt de samenstelling van het Bestuur en de RvT in 2014 vermeld, inclusief het rooster van aftreden van de leden van de RvT. Tenslotte is een lijst met verklarende begrippen opgenomen. Na het jaarverslag volgt de jaarrekening met het financieel verslag, de financiële verantwoording van de specifieke regelingen en de financiële resultaten over 2014.Ook hier zijn enkele bijlagen bijgevoegd, namelijk de (meerjarige) doelsubsidies Ministerie OCW, het overzicht van verbonden partijen, de nota Helderheid 2010 en een bijlage met de segmentatie naar onderwijssoorten. 7

8 2. Voorwoord College van Bestuur Studenten en leerlingen weten wat het verschil maakt Ook in 2014 zijn we vooruit gegaan. De studententevredenheid is iets gegroeid, het jaarresultaat is licht gestegen en de medewerkerstevredenheid is opnieuw verbeterd. Deze drie factoren zijn belangrijke indicatoren voor de kwaliteit, dus het goede nieuws is dat de kwaliteit een trendmatige stijging laat zien. Daarbij bevestigde de inspectie in 2014 dat ons onderwijs op orde is. Maar kwaliteit blijft niet vanzelfsprekend, het moet onderhouden worden en het doel moet verbetering zijn. Daarbij is het belangrijk om voor ogen te houden voor wie je het doet. Daarom kreeg de kaderbrief van 2014 het hier boven vermelde thema dat studenten en leerlingen weten wat het verschil maakt. Dat achterhalen we door de dialoog aan te gaan. De studentenraden zijn belangrijke gesprekspartners. De Centrale Studentenraad stuurde mij een brief met drie kritische punten uit het studententevredenheidsonderzoek van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. Het ging om het onderwijs, het rooster en de informatievoorziening. Dat is weerbarstige problematiek, onze belofte staat dat we daar extra aandacht aan besteden. Samen met de studenten zoeken we naar een structurele oplossing. Ik merkte dat zij graag meedenken over beleid, waarbij ze soms met verbluffend simpele antwoorden komen. Toen wij op een MBO College met studenten over voorlichting voor aankomende studenten spraken, zeiden ze dat zij dat het beste konden. Jullie zenden alleen, zeiden ze, studenten vertellen het echte verhaal. Het is waar, zij kunnen het beste vertellen hoe het daadwerkelijk is. Dat is ook de kern van feedback, dit zetten wij graag in als instrument voor kwaliteitsverbetering. Om vooruitgang te kunnen zien en te stimuleren is een ijkpunt van de resultaten nodig, daarvoor hebben wij de interne benchmark. Middels die ranking worden de prestaties van de teams in perspectief geplaatst. Als Bestuur gebruiken wij de benchmark als uitgangspunt in de teamgesprekken. De teams bespreken resultaten met studenten. Door de dialoog te voeren krijg je handvatten voor verbetering. Dat wordt bevestigd door de docenten van het jaar: maar liefst twee docenten van het ROC van Amsterdam verwierven de landelijke titel docent van het jaar Mbo-docente Marloes van der Meer en vo-docent Jasper Rijpma noemen beiden feedback van de klas als belangrijk middel om hun lessen te verbeteren. In het vavo is het gewoon dat leerlingen de les beoordelen. Zoals docenten mij vertelden: ik krijg terug waar ik niet goed in ben maar ook waar ik wel goed in ben. Het geeft me inzicht waar ik meer aandacht aan moet besteden. Het is bijzonder prettig dat negatieve aandachtspunten zoals een zorgelijke financiële situatie verleden tijd zijn. Dat geeft ruimte en vrijheid, nieuwe initiatieven mogen, en kunnen weer groeien. Zo is op twee MBO Colleges het project ontregeld onderwijs gestart. Na overleg met het Bestuur, de gemeente en de onderwijsinspectie kregen twee teams de ruimte om binnen het inspectiekader het onderwijs opnieuw vorm te geven. Verlost van een aantal regels die zij als knellend ervoeren, kunnen zij zich meer op de student richten. Een initiatief als dit past binnen ons streven: beleid voeren vanuit ruimte en vertrouwen. En met maatwerk voor de student. Het draait immers uiteindelijk allemaal om die ene student, keer Edo de Jaeger, voorzitter College van Bestuur 8

9 3. Verslag Raad van Toezicht 2014 Tevreden met behaalde resultaten Opdracht en werkwijze Raad van Toezicht Integraal toezicht De missie van ROC van Amsterdam én ROC van Flevoland is: investeren in mensen, om een brug te slaan naar werk, vervolgopleiding en samenleving. De Raad van Toezicht (RvT) heeft als opdracht toezicht te houden op het beleid en de activiteiten van de Raad van Bestuur (RvB) van de Koepelstichting ROCvA-ROCvF en waar nodig te adviseren of kritisch mee te denken. Dit alles met het oogmerk de maatschappelijke doelstellingen en de daaruit vloeiende onderwijsdoelstellingen te helpen verwezenlijken. Het toezicht vindt plaats op alle aspecten van de betrokken instellingen. De kwaliteit van onderwijs en een gezonde financiële bedrijfsvoering staan structureel op de agenda. In 2014 richtte de aandacht van de RvT zich daarnaast vooral op het onderwerp macrodoelmatigheid, (de doorontwikkeling van) de krachtenbundeling van ROCvA en ROCvF, de integriteitscode, studenttevredenheid en de verdere ontwikkeling van de resultaatverantwoordelijke teams. Toetsingskader De Raad van Toezicht gebruikt de Branchecode goed bestuur in het mbo als leidraad voor zijn toezichthoudende taak. In het jaarlijkse managementcontract tussen RvT en RvB waren voor 2014 de volgende thema s opgenomen: kwaliteit van onderwijs (jaarresultaat en staat van de instelling) financiën organisatieontwikkeling (studenttevredenheid en macrodoelmatigheid) De hoofdelementen van de koers voor 2014: Focus op verhoging van tevredenheid van studenten/ leerlingen, medewerkers en stakeholders, door: het voeren van de dialoog met studenten/ leerlingen, stakeholders en collega s; borging van kwaliteit door planmatig en cyclisch werken volgens PDCA. Doorzetten van verbetering van de onderwijskwaliteit en verhoging van de prestaties. Professionalisering, met het accent op de ontwikkeling van eigen competenties. Doelgroep-specifiek profileren van het onderwijs (entree, mbo 2+3, mbo 4, vo, VAVO, Educatie), onder meer door succesvolle aansluiting op werk of vervolgonderwijs. Positionering (het beeld naar buiten en de herkenbaarheid in de gebouwen en de leercultuur in het vo). Sturing op de verhouding onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel. Informatievoorziening en vergaderfrequentie Kernvragen voor de Raad van Toezicht zijn elk jaar: waar staan ROCvA (inclusief VOvA) en ROCvF en de stichting als geheel en welke verbeterpunten zijn er? Welke koers kiest de Raad van Bestuur en kunnen de bestuursleden die goed onderbouwen? Om de toezichtrol naar behoren te kunnen vervullen, laat de RvT zich uitgebreid informeren door de RvB: Een belangrijke informatiebron zijn de Quadrimester-rapportages (Q-rapportages) die de voortgang per doelstelling laten zien. 9

10 In de informatievoorziening neemt de RvB ook benchmarks mee, zoals die van de MBO Raad. De ROC s binnen de vier grote steden in Nederland (G4) hebben een speciale benchmark die wordt geraadpleegd. Daarnaast wordt onder meer gebruik gemaakt van gegevens van studenten, gemeten met de JOB Monitor en de interne studenttevredenheidsmonitor. Ook beschikt ROCvA - ROCvF over een interne benchmark die sturingskracht geeft op alle niveaus in de organisatie. De interne benchmark laat de prestaties per MBO-team zien e n de onderlinge verhouding van de prestaties van alle teams van ROCvA - ROCvF, op het gebied van: jaarresultaat tevredenheid van: studenten, ouders, bedrijven/ instellingen voortijdige schooluitval (vsv) De RvT wint zelf ook informatie in: Zo is de RvT lid van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) en het Platform voor Raden van Toezicht van mbo-instellingen. De RvT spreekt eens per jaar met de OR van ROC van Flevoland en de OR van ROC van Amsterdam. De RvT spreekt eens per jaar met studenten (CSR ROCvA en SR ROCvF). De RvT bezoekt de jaarlijkse interne managementconferentie. De jaarlijkse themabijeenkomst van de RvT en de RvB was in 2014 gewijd aan Toekomstgericht mbo in de metropoolregio en vond plaats op MBO College Hilversum. Deze bijeenkomsten geven gelegenheid om nader kennis te maken met de directie en het college zelf. De RvT bezocht onder andere het Student Succes Centrum, waar studenten terecht kunnen met vragen rondom opleiding, loopbaanbegeleiding en vragen over o.a. studiefinanciering. De vergaderfrequentie in 2014: Het jaar begon met een ingelaste vergadering om de RvT uitgebreid te informeren over de examenfraude bij de opleiding Juridische Dienstverlening (niveau 4) van MBO College Zuid. De RvT kwam zes keer bijeen voor een reguliere vergadering. Hiernaast kwam de Onderwijscommissie vijf keer bijeen, de Auditcommissie vijf keer, de Remuneratie- commissie vier keer, de Agendacommissie zes keer en de Governancecommissie e e n keer. De commissies bestaan elk uit twee RvT-leden die zich laten informeren door het bestuur en directie. Evaluatie van de RvT Ook de werkwijze en onderlinge samenwerking van de leden van de RvT wordt getoetst. De Toezichtacademie (van Capgemini) heeft begin 2014 een evaluatie uitgevoerd en kwam met positieve aanbevelingen om de positie en meerwaarde van de RvT verder te versterken. Onderwerpen / thema s in 2014 Elk onderwerp dat de Raad van Toezicht bespreekt, heeft direct of indirect te maken met de kwaliteit van onderwijs en daarmee uiteindelijk met het welslagen van de missie van ROCvA- ROCvF. Zoals elk jaar was ook 2014 weer een bewogen jaar: met als dieptepunt een geval van examenfraude en hoogtepunten als de benoeming van twee ROCvA-docenten als Leraar van het Jaar (een docent van VOvA en een docent van MBO College Hilversum). Tal van zaken en thema s kwamen uitgebreid aan bod. Van gemeten onderwijskwaliteit tot gezond financieel beleid en van studenttevredenheid tot de betekenis van macrodoelmatigheid voor samenwerking met andere instellingen. Een overzicht: 10

11 Verbetering onderwijsrendement In 2010 werd de kwaliteit van onderwijs opgenomen in de beleidscyclus, in de vorm van een risicoanalyse die tijdens de Q-gesprekken van de RvT wordt geagendeerd. Met de prestatiebox beschikken de teams binnen de MBO Colleges over een krachtige tool om de prestaties zelf te verbeteren. De resultaten worden minimaal driemaal per kalenderjaar besproken en verantwoord, waarbij meteen aan de orde komt welke verbeteracties worden ingezet. Met de teams wordt besproken hoe zij hun prestaties kunnen verbeteren om voor studenten het verschil te maken. Voor het vijfde jaar op rij is er vooruitgang geboekt op zowel het jaar- als het diplomaresultaat. Bij ROCvA steeg het jaarresultaat van 68,1% naar 69,2% en het diplomaresultaat van 69,4% naar 71,0%. Bij ROCvF daalden het diplomaresultaat van 74,2% naar 72,8% en het diplomaresultaat van 74,2% vorig jaar naar 71,1% maar bleven nog boven het landelijk gemiddelde. De RvT stelde vast dat de norm van de onderwijsinspectie op alle niveaus is gehaald, behalve op niveau 3 bij ROCvA. De eerder ingezette verbetering van de vsv-cijfers zette dit jaar niet door. Voor 2013/ 2014 kwam het vsv-resultaat bij ROCvA uit op (ten opzichte van in het jaar ervoor). Door de verscherpte normering vanuit OCW ligt dit getal 25,5% boven de vsv-taakstelling. De RvB verklaarde dit onder andere doordat nu de zware gevallen nog over zijn, vooral op niveau 1 en niveau 3-4. ROCvF telde 299 voortijdig schoolverlaters en kwam daarmee 7,9% boven de verscherpte norm uit. Hier concentreerden de problemen zich vooral op niveau 1. Om voortijdig schoolverlaten zo goed mogelijk te voorkomen, hebben de RvB en de RvT besproken dat in 2015 onder andere wordt ingezet op een goede uitwisseling van kennis tussen de MBO Colleges over de aanpak van uitval. Kwaliteitsborging en onderwijsverbetering In 2013 beoordeelde de Onderwijsinspectie de kwaliteitsborging bij ROCvA als voldoende. De sturingsinformatie, onder andere ontsloten in de prestatieboxen en de interne benchmark, was op alle niveaus toereikend. ROCvF scoorde in het onderzoek onvoldoende, waarop de RvB de dialogen met de teams en directies heeft aangescherpt, waarbij de focus op examinering en kwaliteitsborging ligt. De RvT is tevreden met het resultaat van alle heronderzoeken door de Onderwijsinspectie in 2014, waaruit blijkt dat ook ROCvF nu voldoende scoort. Wel blijft de aandacht voor een verdere verbeteringsslag nodig. De RvT toont zich verheugd dat acties voor onderwijsverbetering niet alleen worden ingegeven door de nieuwe kwalificatiedossiers of Focus op vakmanschap, maar vooral ook door de noodzakelijke ontwikkeling in de branches waar we voor opleiden en de veranderende eisen vanuit het hbo. Na vele jaren van omvangrijke reorganisaties en gedwongen herplaatsingen is de RvT bovendien opgetogen dat er langzaam maar zeker meer ruimte komt om mensen op kwaliteit te werven. Studenttevredenheid en -betrokkenheid Een van de speerpunten voor 2014 was een grotere studenttevredenheid en daarom ook meer betrokkenheid van studenten. De RvT maakte in 2014 op een positieve manier kennis met studenten van de CSR. Samen met de CSR zijn door de RvB speerpunten en acties bepaald. Dat studenttevredenheid meer onder de aandacht van elk afzonderlijk team valt, wordt als een positieve ontwikkeling gezien. De RvT adviseerde dit zelfs als missie neer te leggen. De RvT is tevreden over de toegenomen dialoog met studenten en de betrokkenheid van de teams als het gaat om studenttevredenheid, maar stelt dat aandacht hier ook in 2015 nodig blijft. 11

12 Integriteitscode Juridische Zaken heeft een integriteitscode opgesteld voor ROCvA-ROCvF met gedragscodes voor bestuur, directie en medewerkers en wat de te nemen stappen zijn als de integriteitscode wordt geschonden. De code is vastgesteld door de RvT met de procesafspraak dat de RvB ervoor zorgt dat het document gaat leven bij mensen door het te bespreken binnen de organisatie. Integriteitsissues die iets zeggen over de cultuur in de ROC s worden eenmaal per jaar besproken met de RvT. De RvB meldt het de RvT direct als er een integriteitsissue is met een van de directeuren of bestuurders. Interne macrodoelmatigheid De Wet Macrodoelmatigheid regelt twee dingen: een betere aansluiting op de arbeidsmarkt een doelmatiger spreiding van opleidingen Deze lijn vanuit het Ministerie van OCW is door de RvB ook intern vertaald; een Model Toegepaste Macrodoelmatigheid (TOMADO) is ontwikkeld om per domein en per CREDO (opleiding) te kunnen zien hoe het is gesteld met: de aansluiting op de arbeidsmarkt de omvang, ontwikkeling en betaalbaarheid van de opleiding de kwaliteit en het rendement de relevantie De RvT waardeert de interessante manier om de interne doelmatigheid te benaderen. Verkenningsgesprekken met ROC TOP In het kader van de macrodoelmatigheid heeft het Ministerie van OCW gevraagd of ROCvA gesprekken aan wilde gaan met het in dezelfde regio gevestigde ROC TOP. De RvT ondersteunt het voeren van open gesprekken met partners in de regio. In de loop van 2014 zijn op verschillende niveaus gesprekken gevoerd. De lijn van RvB en RvT is een samenwerking met bestuurlijke borging. Klein binnen groot Het gekozen organisatiemodel Klein binnen groot zorgt voor actieve en betrokken teams die in hoge mate resultaatverantwoordelijk zijn. De RvT is verheugd dat de RvB er ook in 2014 weer in is geslaagd de overhead zo laag mogelijk te houden, zodat er zoveel mogelijk geld naar het primaire proces kon gaan. Zeker ook in vergelijking met G4-ROC s slagen we daar goed in. Hoge medewerker tevredenheid is wat de RvT betreft een van de noodzakelijke pijlers van de kwaliteit van onderwijs. In 2014 is het startsein gegeven aan de door de RvT ondersteunde pilot Onderwijs ontregeld. Bij dit project om docenten weer meer regie in handen te geven, zijn ook OCW en de Onderwijsinspectie betrokken. De deelnemende docenten tonen zich tot tevredenheid van de RvT enthousiast. Krachtenbundeling ROCvA-ROCvF De ingezette krachtenbundeling ROCvA-ROCvF wierp ook in 2014 weer zijn vruchten af, omdat deze voldoet aan de uitgangspunten: behouden en borgen van bestuurskracht inrichten/ verdergaand stimuleren van resultaatverantwoordelijke teams borgen van het concept Klein binnen groot borgen van de fiscale eenheid De RvT ondersteunt de koers van de RvB en adviseerde: 12

13 te blijven nagaan of keuzes uit het verleden nog steeds valide zijn; zeker te stellen dat de keuze bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van onderwijs; de eigen ingezette lijn te volgen en tegelijk het proces van de politiek niet uit het oog te verliezen. Financie n Een gezonde financiële bedrijfsvoering is voor RvB en RvT belangrijk en staat in de Auditcommissie structureel op de agenda. Het beleid is erop gericht zoveel mogelijk middelen voor het primaire proces aan te wenden en daarin slagen ROCvA en ROCvF opvallend goed ten opzichte van collega-instellingen. De lasten huisvesting en ICT en ook de personeelskosten van de andere secundaire processen zijn relatief gezien gedaald. ROCvA sluit het jaar af met een positief resultaat. Vastgesteld wordt dat het jaar 2015 voor ROCvA een financiële breuklijn in de tijd markeert, zowel op macro- als microniveau. Voorgaande jaren werden gedomineerd door kostenreducties (zoals de reorganisatie) in combinatie met niet gefinancierde groei in studentenaantallen (T-2). De in 2015 ontstane financiële ruimte vraagt om nieuw strategisch beleid. Gedurende het jaar bestond er zorg over de financiële situatie bij ROCvF. De grootste zorg betrof de groei van de studentenaantallen. Het financiële resultaat van ROCvF is positiever dan begroot en biedt een gezond perspectief voor de komende jaren. Examenfraude In januari 2014 werd fraude geconstateerd bij het team Juridische Dienstverlening niveau 4 van MBO College Zuid met vier schoolexamens Recht. De RvT is tevreden over hoe de RvB het voorval beheersbaar heeft gehouden. De RvT heeft zich goed laten informeren over het verloop van het proces en leerpunten besproken. Omdat deze leerpunten niet alleen gelden voor ROCvA en ROCvF, maar voor alle ROC s in Nederland, zijn ook de leden van de MBO Raad geïnformeerd. De Onderwijsinspectie oordeelde na onderzoek positief over de adequate acties van het bestuur en concludeerde dat passende maatregelen zijn getroffen voor de langere termijn. De RvT concludeerde met de RvB dat menselijke fouten nooit uit te sluiten zijn, maar dat in elk geval alles is gedaan om herhaling van examenfraude te voorkomen. VOvA De RvT heeft kennis genomen van het Regionaal Plan Onderwijs waarin alle huisvesting staat waarvoor de Gemeente Amsterdam verantwoordelijk is en dat elke vier jaar door de onderwijsbesturen wordt vastgesteld. Voor ROCvA/ VOvA geldt dat alle gewenste locaties en onderwijsaanbod zijn toebedeeld. De RvT moedigt aan om multifunctioneel naar elk nieuwbouwconcept te kijken, zodat een gebouw voor meerdere functies geschikt kan zijn. Dit maakt het opstellen van een programma van eisen niet eenvoudiger, maar de flexibiliteit kent ook veel voordelen. Dit advies is meegenomen. VOvA heeft door demografische ontwikkelingen te maken met een lichte daling van het aantal leerlingen. De RvT heeft daarom geadviseerd de nadruk te leggen op het vergroten van het marktaandeel in plaats van het aantal leerlingen. Samenstelling Raad van Toezicht Ferry Houterman (vanwege het wettelijke einde van zijn zittingstermijn) en Paul van Maanen (vanwege zijn nieuwe functie als voorzitter CvB bij ROC Midden Nederland) kondigden in 2014 hun vertrek aan. De RvT had daardoor de opdracht twee nieuwe RvT-leden te werven voor de portefeuilles Financiën en Onderwijs. Door een extern bureau is gezocht is naar 13

14 mensen (m/v) die naast gedegen ervaring op een van de gevraagde terreinen, beschikken over een breed netwerk (bij voorkeur in de metropoolregio Amsterdam/ Almere) en een politieke antenne hebben. Eind 2014 zijn deze kwaliteiten gevonden in Kenaad Tewarie (benoemd per 1 december 2014 op Financiën) en Renate Litjens (benoemd per 1 januari 2015 op Onderwijs). Anita Arts en Ronald Ootjers zijn eind 2014 herbenoemd. Besluiten en activiteiten Een overzicht van de besluiten door de Raad van Toezicht in 2014: goedkeuring jaarrekening en jaarverslag ROCvA en ROCvF 2013 toekenning variabele beloning RvB-leden over 2013 honorering bestuursleden wordt niet aangepast, maar blijft 90% van het maximum jaarbedrag reparatie nabestaandenpensioen RvB goedkeuring begroting ROCvA en ROCvF 2015 contract RvT - RvB 2015 verkoop gebouwen voormalig Stadstimmertuinen 1-3 en 2 in Amsterdam verkoop gebouw Vaartweg in Lelystad aankoop perceel Vijzelweg in Lelystad vaststelling Integriteitscode ROCvA-ROCvF goedkeuring nevenfunctie Edo de Jaeger herbenoeming Anita Arts en Ronald Ootjers benoeming Kenaad Tewarie als lid van de RvT (portefeuille Financiën) benoeming Renate Litjens als lid van de RvT (portefeuille Onderwijs) Overige activiteiten: functioneringsgesprekken met leden RvB (360⁰ feedback) voortgang volgen van de reorganisatie van ROC van Flevoland besprekingen Q-rapportages (inhoud, samenstelling, doelgroepen) bespreking notitie Risicomanagement bespreking invoering Focus op Vakmanschap bespreking aanwijzingsbevoegdheid Minister van OCW in het geval van wanbeheer bespreking aankomende verlaging van maximale topinkomens in het openbaar bestuur advies om de Leraren van het Jaar ook als interne ambassadeurs in te zetten voorbespreking onderwerpen 2015 (o.a. nieuw strategisch meerjarenplan en invoering passend onderwijs) 14

15 4. Profiel ROC van Amsterdam 2014 ROCvA verzorgt middelbaar beroepsonderwijs (mbo), voortgezet onderwijs (vo) en onderwijs voor volwassen. Ook een basisschool maakt deel uit van de organisatie. Het mbo wordt verzorgd op vier niveaus binnen 16 domeinen. In 2013 / 2014 werden ruim 300 mbo-opleidingen uitgevoerd. Deze werden verzorgd in de Beroeps Opleidende Leerweg (bol, voltijds) en in de Beroeps Begeleidende Leerweg (bbl, deeltijd). De vier opleidingsniveaus zijn: - niveau 1: assistent niveau; - niveau 2: basis beroepsbeoefenaar; - niveau 3: vak functionaris; - niveau 4: middenkaderfunctionaris / middenkaderspecialist. ROCvA heeft vestigingen in Amsterdam, Hoofddorp, Hilversum en Amstelveen. De mbostudenten zijn voor ruim 50% afkomstig uit Amsterdam en voor het overige deel uit naburige gemeenten zoals Almere, Amstelveen, Zaandam, Haarlem, Hilversum, Hoofddorp en diverse andere (kleinere) gemeenten. Daarbij komen voor sommige opleidingen studenten uit geheel Nederland. De organisatie is ingericht in verschillende, relatief zelfstandige MBO Colleges en scholen voor vo. De mbo-opleidingen worden uitgevoerd bij zeven verschillende MBO Colleges, elk met een eigen identiteit. Naast het mbo wordt binnen ROCvA voortgezet onderwijs verzorgd. Deze opleidingen zijn ondergebracht in de zelfstandige stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (hierna VOvA). In 2014 werd het vo uitgevoerd bij 12 verschillende scholen, ieder in een eigen gebouw met eigen kenmerken en een eigen sfeer. Het Hyperion Lyceum is nog gevestigd in tijdelijke huisvesting: oplevering van de nieuwbouw voor deze school staat gepland voor Voor de beide horecascholen is in 2014 nieuwbouw gerealiseerd die in 2015 in gebruik zal worden genomen. Opleidingen worden uitgevoerd in de volgende richtingen: - vmbo basisberoepsgericht; - vmbo kader; - vmbo theoretisch / mavo; - vavo; - vwo / lyceum. Ook maakt een school voor speciaal onderwijs, de Tobiasschool, onderdeel uit van het VOvA waar, naast vo en mbo, ook basisonderwijs wordt verzorgd. Tenslotte wordt binnen het VOvA bij twee afdelingen mbo-onderwijs uitgevoerd. Hierbij gaat het om studenten die speciale zorg en begeleiding behoeven. Het volwassenenonderwijs bestaat uit een onderdeel vavo, een onderdeel Educatie met opleidingen voor laaggeletterden en de uitloop van het onderdeel Inburgering. 15

16 5. Juridische structuur, interne organisatiestructuur en personele bezetting De Stichting ROCvA houdt de van overheidswege bekostigde onderwijsinstelling ROCvA in stand en is gebonden aan de bepalingen in de Wet Educatie Beroepsonderwijs, de Nota Helderheid en alle overige bepalingen die van toepassing zijn op onderwijsinstellingen in de mbo-sector. In 2008 hebben ROCvA en ROCvF het initiatief genomen om op een groot aantal gebieden intensief met elkaar te gaan samen werken en hierdoor hun krachten te bundelen. Om deze krachtenbundeling te realiseren heeft Stichting ROCvA samen met Stichting ROCvF de Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC van Flevoland opgericht. Op 13 januari 2009 hebben ROCvA, ROCvF en de Koepelstichting ROCvA-ROCvF een strategische samenwerkingsovereenkomst gesloten waarin afgesproken is om de krachten te bundelen met inachtneming van de uitgangspunten zoals vastgelegd in o.a. het besluitvormingsdocument Krachtenbundeling. Organisatiestructuur van de Krachtenbundeling Raad van Toezicht = toezichthouder houden Raad van Bestuur = bestuurder Koepel = Bestuurder RvT Koepel = Bestuurder RvT College van Bestuur bestuur = Bevoegd gezag CMR OR / WMR ROCvA ROCvA ROC vanamsterdam Stichting ROC van Amsterdam Koepelstichting Domeinen Domeinen Diensten Koepel = RvT Bestuurder Koepel = Bestuurder RvT College van van bestuur Bestuur = r = Bevoegd gezag gezag MR OR ROCF ROCvF Stichting ROC Flevoland ROC van Flevoland Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 16

17 Inrichting bestuur en toezicht Koepelstichting ROCvA - ROCvF De Koepelstichting is bestuurder van zowel Stichting ROCvA als van Stichting ROCvF. De Koepelstichting heeft twee organen, te weten de RvT en de RvB. De RvB kent een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). Raad van Toezicht De RvT heeft tot taak integraal toezicht te houden op het beleid van het algemeen bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden rechtspersonen. De Raad van Bestuur De RvB van de Koepelstichting bestond in 2014 uit vier leden: de heer E.C.M. de Jaeger, voorzitter (Dagelijks Bestuur). de heer R.C.A. Wilcke, vicevoorzitter (Dagelijks Bestuur). de heer R.J.W. Winter, lid. de heer G. Vreugdenhil, lid. De RvB vertegenwoordigt de Koepelstichting als bestuurder van Stichting ROCvA en Stichting ROCvF. Het bestaan van de Koepelstichting borgt dat beide ROC s structureel kunnen samenwerken. Die samenwerking vindt vooral plaats op die terreinen waarop dat voor de ondersteuning van het onderwijs doelmatig en noodzakelijk is, maakt het mogelijk richting het bedrijfsleven en de lokale overheid de krachten te bundelen en borgt de menselijke maat van het onderwijs en de zelfstandigheid van de beide onderwijsinstellingen. Doel van de Koepelstichting De Koepelstichting heeft als doel het bevorderen van de (bestuurlijke) samenwerking tussen de Stichting ROCvA en de Stichting ROCvF en de door deze twee stichtingen in stand gehouden bijzondere instellingen voor beroepsonderwijs en educatie onder meer door het bevorderen van gezamenlijk overleg, afstemming, kennisuitwisseling en (bestuurlijk) initiatief. In de uitwerking van samenwerking betekent dit dat er ondersteunend wordt gestuurd vanuit gemeenschappelijk beleid, gericht op uniforme inrichting van de ondersteunende organisatie en met identieke normeringen ten aanzien van inzet van personeel en de doorbelasting van kosten voor het bestuursapparaat en de centrale diensten. De Stichting ROC van Amsterdam. Stichting ROCvA heeft een civielrechtelijk bestuurder, te weten de Koepelstichting. Daarnaast heeft de onderwijsinstelling op basis van de WEB twee organen, een College van Bestuur en een Raad van Toezicht (RvT). Het CvB bestaat uit het minimum aantal personen, namelijk één te weten: de voorzitter de heer E.C.M. de Jaeger. Het CvB is als bevoegd gezag bij uitsluiting belast met de wettelijke taken en bevoegdheden opgenomen in de WEB. De RvT van Stichting ROCvA bestaat uit dezelfde personen als de RvT van Stichting ROCvF en de RvT van de Koepelstichting ROCvA-ROCvF. Deze leden hebben tot taak het houden van toezicht op het beleid van zowel het CvB als de Bestuurder, te weten de Koepelstichting ROCvA-ROCvF. Zelfstandigheid onderwijsinstelling ROCvA na de krachtenbundeling en eigen verantwoordelijkheid college van bestuur 17

18 A. Ten aanzien van onderwijs Samenwerking met Stichting ROC van Flevoland vindt plaats binnen de daaraan door de wet en de Minister van OCW gestelde eisen en beperkingen. Dit houdt in dat de onderwijsinstelling ROC van Amsterdam te allen tijde ten minste de kern van het curriculum van elk van de door haar aangeboden opleidingen zelf zal verzorgen. Stichting ROC van Amsterdam is ten aanzien van de door haar in stand gehouden onderwijsinstelling zelf verantwoordelijk voor alle wettelijke verplichtingen bijvoorbeeld met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, de positie van de deelnemer en de doelmatigheid. Het College van Bestuur van de onderwijsinstelling ROC van Amsterdam legt over de (borging van de) kwaliteit van het onderwijs als bevoegd gezag zelfstandig verantwoording af aan de Raad van Toezicht en aan de minister van OCW. B. Ten aanzien van bekostiging De bekostiging die toegekend wordt voor het verzorgen van onderwijs aan een bij de onderwijsinstelling ROCvA ingeschreven student blijft binnen het ROCvA en wordt gebruikt ter aanwending van het onderwijs en alle direct daarmee verband houdende kosten. Het College van Bestuur van de onderwijsinstelling legt over de rechtmatigheid van de verkrijging van de bekostiging en over de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding daarvan zelfstandig verantwoording af aan de Raad van Toezicht en aan de minister van OCW. Organisatorische eenheden van het ROC van Amsterdam A. MBO Colleges Het CvB heeft binnen de onderwijsinstelling ROCvA zeven organisatorische eenheden (MBO Colleges) ingericht, te weten Airport & Amstelland, Centrum, Hilversum, West, Westpoort & Noord, Zuid, Zuidoost en daarnaast de resultaatsverantwoordelijke eenheid VAVO. Twee van de zeven MBO Colleges (Airport & Amstelland en Westpoort & Noord) kennen intern nog aparte eenheden, waardoor naar buiten toe negen apart herkenbare MBO Colleges bestaan. De Voorzitters van de MBO Colleges zijn namens het CvB verantwoordelijk voor de onderwijskundige leiding en de uitoefening van de daarmee samenhangende algemene leiding en dagelijkse gang van zaken op het betreffende MBO College. Onderwijskundig overleg tussen de MBO Colleges vindt plaats binnen de domeinen. Binnen deze uitwerking van de samenwerking handelt ieder MBO College en ieder team zelfstandig ten aanzien van haar opdracht voor het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs en tevreden stakeholders. B. Domeinen Elk MBO College heeft een directie waarvan de voorzitter tevens domeinregisseur is van één van de onderwijskundige domeinen. De domeinen kennen vier kerntaken: examinering en daarbinnen specifiek de kwaliteit van de examenproducten, afstemming en standaardisering tussen de opleidingen binnen het domein, kennis van en relatie met de branche en marktbewerking en innovatie. C. Centrale diensten Het bestuur en het CvB worden ondersteund door zeven centrale diensten, te weten de Bestuursdienst, de dienst Facilitair Bedrijf, de dienst Financiën, de dienst HRM, de dienst ICT, de dienst PR, Communicatie & Marketing en de dienst Onderwijsinformatie. Per 1 januari 2015 zijn alle medewerkers in dienst van de stichting ROCvA en huurt ROCvF deze diensten in. 18

19 De ondersteunende centrale diensten werken voor alle MBO Colleges in beide ROC s volgens uniforme processen en met een eenduidige op elkaar afgestemde aansturing. Concernverhoudingen Stichting ROCvA is, al dan niet met derden, vennootschapschappelijk verbonden met een aantal afzonderlijke rechtspersonen: A. Dochtervennootschappen (BV s) Stichting ROCvA is 100% aandeelhouder en bestuurder van ROCA Contractonderwijs Holding BV die op haar beurt 100% aandeelhouder en bestuurder is van twee dochtermaatschappijen te weten ROCA Uitzendorganisatie BV en ROCA Centrum Vakopleiding BV. B. Aanverwante stichtingen In 2008 is de Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam opgericht door Stichting ROCvA in samenwerking met de gemeente Amsterdam. Het vmbo-deel van de opleidingen dat door Stichting ROCvA in stand werd gehouden, heeft zich afgesplitst en is overgedragen aan deze nieuwe stichting. Op 8 september 2011 zijn de statuten van deze stichting gewijzigd en is de stichting verder gegaan onder de naam Stichting Voortgezet onderwijs van Amsterdam (VOvA). Vanaf 1 juli 2011 is Stichting ROCvA de nieuwe bestuurder van de Stichting VOvA. Binnen de RvB is de heer R.J W. Winter aangewezen als gedelegeerd bestuurder om VOvA te leiden. Luchtvaart College Schiphol Stichting Luchtvaart College Schiphol heeft tot doel duurzame werkgelegenheid op de luchthaven Schiphol te bevorderen, waarbij werkgevers toegang tot talenten hebben en medewerkers en studenten zich (blijven) ontwikkelen. De activiteiten zijn gericht op mbo onderwijs in de luchtvaartsector op Amsterdam Airport Schiphol. Het Luchtvaart College Schiphol heeft statutair 6 bestuurders waarvan er 2 afkomstig zijn van de Schiphol Groep, 2 van de KLM en 2 van het ROC van Amsterdam. Momenteel zijn dat de heer E.C.M. de Jaeger en mevrouw R. Kleter (directeur Bestuurdienst van het ROCvA). Tot op heden verloopt de samenwerking naar wens en meent Stichting ROC van Amsterdam dat deze stichting de doelen van Stichting ROC van Amsterdam goed ondersteunt. Stichting Test je leefstijl Samen met het Deltion College en ROC Nijmegen heeft Stichting ROCvA op 5 juni 2009 de stichting Test je leefstijl opgericht. Het doel van de stichting is o.a. het informeren, adviseren en ondersteunen van organisaties werkzaam met of ten behoeve van jongeren en meer in het bijzonder van onderwijsinstellingen op het gebied van gezondheid en / of welzijn van leerlingen, deelnemers of studenten. Stichting OGB De Stichting Onroerend Goed Beroepsonderwijs (OGB) was voor 95% eigenaar van het pand aan de Opaallaan te Hoofddorp, ROCvA was voor 5% eigenaar van het pand dat door haar gehuurd werd. Op 1 januari 2013 zijn Stichting OGB en Stichting ROC van Amsterdam een juridische fusie aangegaan waarbij OGB is opgegaan in ROCvA. Per genoemde datum is Stichting OGB dan ook uitgeschreven uit het handelsregister. Het pand aan de Opaallaan is nu voor 100% van ROCvA. De RvT en de RvB hebben besloten het proces om de koepelstichting om te zetten in een coöperatie stop te zetten. De minister heeft op 2 juni 2014 de Tweede Kamer middels de 19

20 Notitie Toekomstgericht MBO geïnformeerd over het voornemen om te komen tot onder meer een versterking van de positie van mbo-colleges binnen een ROC ('gemeenschap van mbo-colleges') teneinde de mogelijkheden tot samenwerking te verruimen. Aangekondigd is dat daartoe een wetsvoorstel (naar verwachting medio 2016) wordt ingediend bij de Tweede Kamer. De RvT en de RvB hebben in 2014 aangegeven het aangekondigde wetsvoorstel en de inhoud daarvan af te willen wachten en de verdere uitwerking van het voorgenomen herontwerp daarop af te stemmen. 20

21 6. Organogram ROC van Amsterdam

22 7. Kerncijfers (bedragen x ) Financieel ( ) Totale baten Totale lasten (inclusief financiële lasten) Totale genormaliseerde lasten (exclusief vrijval / dotatie voorziening herstructurering) Resultaat boekjaar Genormaliseerd resultaat boekjaar (exclusief vrijval / dotatie voorziening herstructurering) Eigen vermogen Balanstotaal Solvabiliteitsratio (%) *) 31, Liquiditeit (%) **) 50, Rentabiliteit (%) ***) Rijksbijdrage / totale baten (%) Personele lasten / totale lasten (%) 72, Materiële lasten / totale lasten (%) 27, Totale genormaliseerde lasten / aantal studenten/deelnemers/leerlingen ( ) Aantal studenten/deelnemers/leerlingen per 1 oktober MBO VO Educatie & inburgering VAVO Totaal Deelnemersstijging/-daling MBO -0,7% +4,5% +1,0% -1.1% MBO deelnemers BOL MBO deelnemers BBL VOA geïndiceerden 22,5 24,8 26,4 26,8 22

23 Rendementen onderwijs (in %) Jaarresultaat 69,2 68,1 67,4 66,1 Diploma resultaat 71,0 69,4 68,9 67,0 VSV-ers 7,8 7,8 9,5 11, Diploma s MBO diploma s Personeel in dienst Totaal Fte (gemiddelde omvang gedurende kalenderjaar) Totaal personen Personeel primair proces Ondersteunend personeel Totaal man Totaal vrouw *) Solvabiliteit: eigen vermogen in % van het totaal vermogen. **) Liquiditeit: totaal vlottende activa als aandeel in vlottende passiva. ***) Rentabiliteit: genormaliseerd resultaat in % van het eigen vermogen. 23

24 8. Missie, visie en strategie 8.1 Missie De missie van ROCvA luidt: Ik investeer in mensen om een brug te slaan naar werk, vervolgopleiding en samenleving. De missie is bewust in de ik vorm geformuleerd om het belang en de verantwoordelijkheid van iedere medewerker te benadrukken. In de visie van het Bestuur zijn de medewerkers de stuwende en bepalende kracht in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de facilitering daarvan. Samenwerkend in teams, met een grote mate van verantwoordelijkheid voor de eigen resultaten, vormen de medewerkers de spil in het bereiken van een hoge kwaliteit van het onderwijs. Ook de visie is daarop geënt: Wij verzorgen onderwijs dat je uitdaagt je te ontwikkelen tot gewaardeerd vakman, actief burger en succesvol student. Het streven naar verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is vertaald in de ambitie om in 2015 tot de vijf beste ROC s van het land te behoren. Kwaliteit wordt daarbij uitgedrukt in jaarresultaat en diplomaresultaat, in tevredenheid en in het minimaliseren van voortijdige schooluitval. Bij tevredenheid gaat het om de waardering voor ons onderwijs door de studenten en leerlingen, door de bedrijven en instellingen waarvoor wij opleiden, door het toeleverend en afnemend onderwijs, door ouders en medewerkers. Verbetering van deze resultaten wordt aangepakt vanuit de gedachte dat dit bereikt kan worden door structureel planmatig en cyclisch te werken waarbij voortdurend de resultaten goed in beeld zijn en worden geanalyseerd op mogelijkheden tot verbetering, wat weer de basis vormt voor planvorming voor verdere verbeterstappen. De gebieden waarop en met behulp waarvan deze verbetering kan worden bereikt zijn geformuleerd in de vier P s : Presteren, Professionaliseren, Profileren en Positioneren: Bij verbetering van de prestaties gaat om: hogere kwaliteit, hogere tevredenheid en een verbetering van het rendement, gecombineerd met een lagere voortijdige uitval. Onder professionaliseren verstaan wij het werken aan een hoger niveau van kennis en vaardigheden van alle medewerkers, de houding van ieder om zich permanent te scholen en te verbeteren - mede door systematische feedback - en het onderhouden en optimaliseren van het eigen vakmanschap. Het profileren houdt in dat sprake is van herkenbaarheid (voor studenten, ouders, toeleverend en vervolgonderwijs) van opleidingen en niveaus. Met positionering wordt bedoeld dat wij onze MBO Colleges en vo-scholen in onderscheidende gebouwen huisvesten, waar sprake is van herkenbare beroepspraktijk en een prettig leerklimaat. Voor realisering van deze ambitie wordt gekozen voor een integrale aanpak. De doelstellingen en de richting van de strategie, verwoord in de vier P s, worden gerealiseerd door medewerkers die zich betrokken voelen bij de kwaliteitsverbetering, eigenaarschap ervaren en werken vanuit gemeenschappelijk kernwaarden. Deze kernwaarden worden in het eigen team en voor ieder individueel vertaald naar de persoonlijke werksituatie. 24

25 De integrale aanpak wordt weergegeven in onderstaande figuur, de gouden driehoek : Centraal in de gouden driehoek staat het model van Marzano. 1 De prestaties en de ontwikkeling van de student centraal, de beïnvloedende factoren op studentniveau, schoolniveau en vooral op docentniveau daaromheen met de rol van leiderschap, getekend als een alles omvattende kring. De student centraal en erkenning van het belang van vakbekwame en inspirerende docenten worden in het beleid prominent uitgelicht. Een punt van de driehoek wordt gevormd door de strategische doelen samengevat in de vier P s. Een andere hoek wordt gevormd door de kernwaarden die richting geven aan het gedrag van medewerkers en studenten. De derde hoek wordt gevormd door eigenaarschap en betrokkenheid van onze medewerkers. Zonder deze aspecten zal het niet lukken in onze organisaties stappen vooruit te zetten. Deze termen zijn representatief voor de beweging (c.q. het gedachtegoed) Route 66. Vanaf maart 2011 kennen wij deze beweging binnen ROCvA. Een aantal collega s heeft, geïnspireerd door voorbeelden van excellente organisaties, het voortouw hebben genomen in het vergroten van betrokkenheid en eigenaarschap van professionals binnen ons ROC. Deze beweging heeft in de periode na 2011 een aantal resultaten en inzichten opgeleverd. Nieuwe werkvormen die verstarrende kaders doorbreken zijn ontwikkeld, en opnieuw is gezocht naar de drijfveren van onze organisatie. Hiervoor is de missie geherformuleerd en zijn de volgende kernwaarden geformuleerd: Ambitieus; Aandachtig; Betrouwbaar; Prettig; Daadkrachtig / vakkundig. In de hoofdstukken 10 en 11 wordt nader ingegaan op de resultaten en daarmee de prestaties die in 2014 zijn behaald. Professionalisering komt aan de orde in hoofdstuk Op positionering en profilering wordt in hoofdstuk 8.2 ingegaan. De ontwikkelingen in 2014 ten aanzien van kernwaarden en Route 66 worden hierna vermeld. 1 Onderzoek van R.J. Marzano wijst uit dat de invloed die de school heeft op de leervorderingen en de ontwikkeling van studenten tot 67% bepaald kán worden door goede docenten. 25

26 In september 2014 heeft het Bestuur bij haar zelfevaluatie geconcludeerd dat de meerjarenstrategie heeft opgeleverd dat de basiskwaliteit van het onderwijs en van de organisatie is verbeterd en nu op orde is. Op alle onderdelen van de gouden driehoek hebben we belangrijke voortgang geboekt. De kernwaarden zijn bekend en worden op veel terreinen in praktijk gebracht. Eigenaarschap & betrokkenheid is op vele manieren bevorderd. Ook aan de top van de gouden driehoek zien we bij de vier P s goede vorderingen ten aanzien van het profileren van opleidingen en soms zelfs grote vorderingen ten aanzien van het positioneren in nieuwe gebouwen, het professionaliseren van medewerkers en het presteren in de vorm van hogere rendementen en een goede bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. Ook al zijn daarbij de taakstellingen niet behaald, de prestaties zijn indrukwekkend. Toch is het Bestuur van mening dat er onvoldoende reden is om volledig tevreden te zijn. De tevredenheidsscores bij studenten, bij medewerkers en bij bedrijven/instellingen zijn te laag, gerekend naar landelijke gemiddeldes en vooral gemeten naar onze ambitie. Al in februari 2014 constateerde het Bestuur dat een impuls nodig is voor een sprong in kwaliteit voor substantiële verbetering van de prestaties. Deze kwaliteitssprong is opgenomen in de kaderbrief voor 2015 en betreft elk MBO College en in principe elk team. Bij elk afzonderlijk team ligt de vraag om te bezien waarop zij wezenlijk kunnen verbeteren. Die sprong dient in de cijfers in de interne benchmark tot uitdrukking te komen in een 0,5 punt stijging in de overallscore voor de teams die nu onder de 6,5 zitten. De opdracht aan de directies van de MBO Colleges is om in overleg met de teams te bezien op welke onderdelen een sprong te realiseren is. Voor 2015 is in de kwaliteitssprong het doel, om te bereiken dat elk team op zijn manier bijdraagt aan de ambitie om bij de beste ROC s van het land te behoren. In het gesprek over hoe de kwaliteitssprong te realiseren wordt als referentiekader het model van de S-curves van Peter Robertson toegepast op elk organisatieonderdeel. De S-Curve is een denkwijze om de natuurlijke ontwikkeling van een organisatie enigszins te benaderen als jaargetijden. Daarbij komt nieuwe ontwikkeling niet vanzelf, zoals in de natuur, maar is het, om nieuwe ontwikkeling en groei mogelijk te maken, noodzakelijk om voor het punt van het afsterven (winter) over te springen op een nieuwe wijze van denken en doen, en dus van een anders functionerende organisatie. Hoewel er ook per team ontwikkelingsverschillen zijn en er nog teams zijn bij wie het schip nog onvoldoende op orde is, kan het denken in de S- curves helpen om meer toekomstgericht te werken en niet alleen vanuit het verleden te projecteren. Een belangrijke winst bij deze besprekingen is dat de dialoog wordt gevoerd tussen dienstverlening en onderwijs over wat nodig is bij de kwaliteitssprong. In september is het gesprek gevoerd tussen het Bestuur, de voorzitters van de directies van de MBO Colleges en de directeuren van diensten naar aanleiding van de brief van minister Bussemaker d.d. 2 juni Vooral de mogelijkheid om de ROC s in te richten volgens het model van de gemeenschap van MBO Colleges was hier onderwerp van gesprek. Geconcludeerd is dat het concept van MBO Colleges als onderdeel van een gemeenschap van MBO Colleges met een duidelijk onderwijskundig leiderschap bij de directies, een organisatievorm is die nu al door ROCvA in haar samenwerking met ROCvF wordt ingevuld. MBO Colleges als aparte identiteiten waarin de onderwijsteams de herkenbare eenheden vormen (klein binnen groot). De krachtenbundeling met ROCvF kan in het perspectief van de combinatie van gemeenschappen van MBO Colleges worden gezet. De brief van de minister biedt mogelijkheden om de uitdagingen te beantwoorden die het Bestuur heeft geschetst in de presentatie: naar een toekomstgericht ROC in de metropool regio Amsterdam, de krachtenbundeling voorbij. Daarbij gaat het om: een verdere profilering van MBO Colleges (een onderscheidend gezicht in hun omgeving), 26

27 macrodoelmatigheid het realiseren van de kwaliteitssprong. De keuze van het Bestuur voor de inrichting van de organisatie en de ontwikkeling in relatief zelfstandige MBO Colleges lijkt een afspiegeling van het denken van de minister. De brief van de minister besteed aandacht aan het onderwijskundige leiderschap van de MBO directeur en legt hier ook verantwoordelijkheid voor kwaliteit. In ROCvA wil het Bestuur nog een stap verder: de onderwijsteams zijn de eigenaar van de onderwijskwaliteit. In de dialoog tussen het Bestuur en de voorzitters van MBO Colleges over de toekomstige inrichting van het ROC is duidelijk gekozen voor voortzetting van de huidige ontwikkeling naar een gemeenschap van MBO Colleges onder het motto: we gaan er naar leven. Een laatste belangrijk strategisch onderwerp in 2104 betrof de wijze van samenwerking in Amsterdam (en Almere) met de collega s van ROC Top. Gekozen is voor een coöperatieve houding waarin op de gebieden Zorg en Welzijn en Entree naar inhoudelijke samenwerking is gezocht. De bestuurlijke constructie is daarbij niet leidend, maar het gezamenlijk vinden van de juiste antwoorden op de vragen van studenten en bedrijven/instellingen in de regio Amsterdam. Intussen zijn in 2014 de voorbereidingen getroffen voor het proces van het formuleren van een volgende fase in de meerjarenstrategie voor Meer dan bij de vorige strategische ronde willen we in dit proces studenten en bedrijven/instellingen tot een bijdrage uitnodigen Kernwaarden Het ontwikkelen van het werken vanuit gemeenschappelijke kernwaarden vindt plaats in verschillende fasen: Het verklaren van de waarden: medewerkers kennen de kernwaarden en de achterliggende gedachte. Het laden in gedrag: medewerkers vertalen de kernwaarden naar concreet eigen gedrag. Het beleven in de praktijk: medewerkers richten hun gedrag in volgens de kernwaarden. Het verankeren in de organisatie: de kernwaarden zijn verankerd in de structuren, werkwijzen en (HR-) instrumenten van de organisatie. Het jaar 2012 was het jaar van bepalen en verklaren van de kernwaarden, 2013 van laden en 2014 van het ervaren en beleven. De fasen zijn niet strikt gescheiden. Zo is met het ontwerp van de 360º-feedback al rekening gehouden met de kernwaarden, waarmee het een voorbeeld is van fase vier, de verankering in instrumenten. Ook bestaan tempoverschillen tussen de MBO Colleges en de deelscholen van het vo. Tenslotte is de aanpak per MBO College / deelschool afhankelijk van de keuzes die de directie daarin maakt. In het najaar van 2013 is bij zes van de zeven MBO Colleges en bij de centrale diensten onderzocht in welke mate medewerkers de kernwaarden kennen (kennis), het belang hiervan inzien (houding) en de kernwaarden al waarmaken in de praktijk (gedrag). De onderzoeksresultaten zijn input voor overleg in de teams om de volgende stappen te bepalen. De rapportage is begin 2014 opgeleverd. Op basis daarvan worden de volgende stappen gedefinieerd en uitgevoerd. 27

28 Uit het onderzoek kwam naar voren dat kennis van en houding ten opzichte van de kernwaarden hoog zijn en positief. Medewerkers willen ermee aan de slag. Gemiddeld 77% van alle respondenten kent de kernwaarden.. Opvallend hoog in alle MBO Colleges is de bereidheid van alle respondenten om met de kernwaarden te werken in de dagelijkse praktijk. Gemiddeld 93%. Het bijwonen van een workshop kernwaarden versterkt het enthousiasme en de bereidheid om mee te werken aan het versterken van de organisatie. Vooral de eigen rol wordt zichtbaar na het bijwonen van een workshop. In alle MBO Colleges benoemen de medewerkers het cruciale belang van voorbeeldgedrag en stimulans of het enthousiasme van leidinggevenden. Mede door de gekozen strategie om elk MBO College haar eigen koers te laten bepalen in het waarmaken van de kernwaarden lopen de MBO Colleges nu vrij ver uit elkaar. Meer dan de helft (57%) zegt de samenhang niet te begrijpen tussen R66, 4 P s en de kernwaarden. De gouden driehoek is (nog) niet voldoende bekend bij respondenten Vooruitblik In 2015 wordt het werken met kernwaarden doorgezet, waarbij betrokkenheid van studenten gewenst is. In de loopt van 2015 wordt een communicatiecampagne opgezet met als beoogde opbrengst inzicht binnen, en transparantie tussen MBO Colleges over de mate waarin kernwaarden herkend en ervaren worden. Het doel voor 2014 is opnieuw het doel voor 2015, het herkennen door de studenten van de kernwaarden in het gedrag van alle medewerkers van ROCvA Route 66 Ook in 2014 is gewerkt aan het invoeren van het gedachtegoed van Route 66 en de specifieke benaderingswijze van vraagstukken volgens de theorie U 2. Route 66 is de werknaam voor een beweging in ROCvA die ontstaan is in het najaar van In die periode ontstond bij Bestuur en management een gevoel of niet een andere wijze van denken en doen in onze organisatie nodig was om te komen tot verhoging van resultaten en kwaliteit met - in de toekomst - minder beschikbare middelen. In de jaren daarna hebben diverse activiteiten in het kader van Route 66 plaatsgevonden. Maart 2011 was een belangrijke mijlpaal in de beweging Route66. Een voltallig MT onderschreef samen met de directeuren van de centrale diensten de gepresenteerde uitgangspunten en de benaderingswijze van vraagstukken via de Theorie U. Het geheel werd benoemd als richting gevend voor implementatie van de meerjarenstrategie. In de periode daarna is op verschillende wijze en door een toenemend aantal personen gewerkt aan verder invoering en verspreiding van zowel gedachtegoed als methodiek. Het werken volgens gemeenschappelijke kernwaarden is een van meest in het oog springende activiteiten die is opgepakt. Ook de belangrijke rol van het individu, het kunnen verkrijgen van eigenaarschap en het nemen van verantwoordelijkheid zijn in vele vormen terug te vinden. Alleen al in de destijds geherformuleerde missie: ik investeer in mensen. Ook andere elementen zijn in meer of mindere mate gemeengoed geworden in de organisatie: de centrale rol van het team, het belang van de ondersteuning, de mens als cruciale factor, het belang van het voeren van het gesprek, het kwetsbaar durven opstellen, het onderkennen van het belang van deeloplossingen, etc. etc. 2 De Theorie U van O. Scharner betreft een benaderingswijze van vraagstukken waarbij ervan wordt uitgegaan dat naarmate de verkenning van het vraagstuk diepgaander is, en de persoonlijke verbinding sterker, de oplossing van het vraagstuk krachtiger en effectiever zal zijn. 28

29 In veel aspecten wordt vorm gegeven aan klein binnen groot, een belangrijke pijler van de sturingsfilosofie. Het team is de eenheid waarop verantwoording plaats vindt. Sturing vindt plaats op het niveau van het MBO College. Resultaten van teams zijn helder en transparant en verdwijnen niet (meer) in de anonimiteit van het gemiddelde van het MBO College. De RvB stelt zich op de hoogte van de situatie in de teams door de jaarlijkse teambezoeken waar successen en belemmeringen centraal staan. Met dezelfde doelstelling worden gesprekken gevoerd met de centrale studentenraad. Informatie uit de gesprekken wordt gebruikt bij het ontwerp van verdere stappen voor realisatie van de ambitie. Het klimaat in de organisatie is veranderd. Het bestuur kijkt anders, minder hiërarchisch naar de organisatie, er is meer sprake van aandacht. De dialoog wordt belangrijk geacht, met studenten, maar ook met de teams in de vorm van de genoemde teamgesprekken. De rol van de directies en met name de voorzitters is veranderd, schotten tussen functies worden doorbroken. Er is ontwikkeling in het platter maken van de organisatie. De ideeën vanuit Route66 worden nu breed gedragen. Er is ruimte geschapen, er is meer gelegenheid om initiatief te nemen. Een voorbeeld is wellicht de pilot Verdraaid goed onderwijs die heeft kunnen ontstaan in het klimaat dat is gecreëerd. Niet alle veranderingen zijn direct te relateren aan Route66. Feit is dat er veel is veranderd in de afgelopen jaren en dat Route66 daar duidelijk een steentje aan heeft bijgedragen. Overeind staat dat er nog veel moet gebeuren. In ieder verandertraject zijn meerdere factoren belangrijk. Bij Route66 wordt uitgegaan van het model van Robertson waarin vijf factoren worden onderscheiden: alignment, communicatie, emotie, consistentie en kritische massa. 3 We constateren dat in onze veranderingsbeweging vooral het element kritische massa, het volume, dat wil zeggen: voldoende aanhang, nog aandacht behoeft. In de afgelopen jaren zijn daar meerdere activiteiten op ondernomen, met als laatste initiatief de trajecten Route66 Experience waar in 2014 ruim 110 medewerkers aan hebben deelgenomen. De reacties van de deelnemers waren lovend en enthousiast. Enkele citaten uit de evaluatie zijn in dit jaarverslag opgenomen (zie kader). De vervolgactiviteiten worden in ieder geval gericht op verbreding van de beweging. Dit zal op verschillende manieren vorm krijgen, variërend van het verzorgen van trajecten tot het in beeld brengen van het netwerk van collega s die met activiteiten (ALG s) bezig zijn. 4 Bij de Experience trajecten is duidelijk geconstateerd dat er bij medewerkers behoefte bestaat aan het ontmoeten van collega s met overeenkomstige ideeën of vraagstukken om die gezamenlijk uit te werken. Activiteiten zullen, nog meer dan tot nu toe, worden verbonden met andere ontwikkelingen, zoals de implementatie van risicomanagement en het handelen volgens de integriteitscode. De rol van studenten zal prominenter worden bij ontwerp en implementatie en ten slotte zal meer aandacht worden besteed aan de rol van de leidinggevenden bij het veranderproces. Ook in het aanstaande traject van inrichting van de meerjarenstrategie voor de komende jaren zullen de uitgangspunten van Route66, in samenhang met de overige elementen van de koers, in het ontwerptraject worden meegenomen. Route66 Experience, enkele citaten uit de evaluatie. Een zeer voedende 5 dagen met veel variatie. We hebben in Hilversum met onze ALG al voortgang geboekt, dit was anders niet gebeurd, denk ik. Het was een cadeau dit 3 De S curve van Peter Robertson: Ontsnappen uit S-catraz - Always Change A Winning Team. (Robertson: 2003). 4 ALG: Action Learning Groups. Kleine groepen medewerkers die al werkend, en in onderlinge samenwerking, een gemeenschappelijk thema verder uitwerken. 29

30 programma, nu verder met dit voort te zetten en om te zetten in een cadeau voor het ROC van Amsterdam en wie weet ook voor het ROC van Flevoland. Ik vond het een cadeautje deze 5 dagen. Ik heb ontzettend fijne collega's ontmoet, het groepsgebeuren was mooi. De reis naar binnen heeft mij erg veel positieve energie gegeven. Wat ben ik blij dat ik bij het ROC werk en ik zal iedereen aanraden ook de Theory U dagen te gaan volgen. Zitten geweldige elementen in, ben echt op persoonlijk en professioneel vlak veel verder gekomen dan ik vooraf had kunnen bedenken (wel gehoopt, overigens). Ik heb het gevoel dat ik de rest van mijn leven op deze ervaring verder kan bouwen. Uiteraard zijn er elementen in het programma die mij minder aanspreken (eigenlijk alleen "communicatie en verbinding, dit komt omdat ik de docente te oppervlakkig vond), maar in het algemeen heeft het nieuwe bronnen bij mij aangeboord die vermoed, maar nog niet aangesproken waren. Ik wil het ROCVA danken voor deze mogelijkheid en voor deze zeer waardevolle ervaring! Het is indrukwekkend hoe veel ik geleerd heb. Ik vind dat jullie een geweldig programma bieden en ik vind dat het ROC hiermee een bewonderenswaardige keuze maakt. Hoe houden we dit levend en in ontwikkeling? 8.2 Strategische doelen 2014 Om de ambitie te realiseren worden door het Bestuur ieder jaar kaders en doelen geformuleerd in de jaarlijkse kaderbrief. De titel van de kaderbrief voor 2014 leidde: studenten en leerlingen weten wat het verschil maakt'. Hiermee geeft het Bestuur het belang aan van de rol die studenten en leerlingen kúnnen spelen bij verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het gesprek met studenten kan leiden tot inzichten hoe onderwijs aantrekkelijker en uitdagender te maken waardoor absentie en voortijdige schooluitval verminderen en de resultaten zullen verbeteren. Het motto van de kaderbrief daagt iedere medewerker uit daar in het dagelijkse gedrag vorm aan te geven. Voor 2014 zijn de volgende strategische doelen geformuleerd: - Focus op de kwaliteitssprong, verbetering van onderwijskwaliteit en verhoging van de prestaties; - Focus op verhoging van tevredenheid van studenten, externe stakeholders en collega s. - Professionalisering; - Profilering van het onderwijs (entree, mbo niveau 2-3, mbo niveau 4); - Positionering; (herkenbaarheid naar buiten en in de gebouwen) - Sturing op de verhouding PP / SP. In de verschillende hoofdstukken van dit jaarverslag zal op de resultaten van deze doelstellingen worden ingegaan. In dit hoofdstuk wordt een korte duiding gegeven. Focus op de kwaliteitssprong, verbetering onderwijskwaliteit en verhoging van de prestaties; Hiervoor waren in 2014 de onderstaande aspecten benoemd: Minimale basiskwaliteit is het voldoen aan het waarderingskader van de onderwijsinspectie; Substantiële verbetering op de onderstaande indicatoren: o Jaarresultaat o Tevredenheid van studenten o Tevredenheid van medewerkers 30

31 o Tevredenheid van praktijkopleiders van bpv bedrijven o Voortijdige schooluitval. Realisatie van een kwaliteitssprong bij elk team. Kennisdeling door teams. Aanpak van de kwaliteitssprong door de onderstaande werkwijze: o Bij elke team van, en inzicht in de ontwikkeling van de resultaten o Het in beeld brengen van de te maken sprong en het formuleren van een doelstelling. o Formuleren van gewenste interventies. De resultaten verbeteren, de basiskwaliteit is op orde. Het tempo van verbetering is echter te laag om de ambitie te realiseren. Kennis en bewustzijn van de resultaten, planmatige aanpak op basis van kennis en inzichten, onder andere door kennisdeling wordt gezien als een effectieve aanpak om een kwaliteitssprong te realiseren. Dit alles op teamniveau. Focus op verhoging van tevredenheid van studenten, externe stakeholders en collega s. Als sleutel voor realisatie hiervan wordt onderwijs van hoge kwaliteit en een goede organisatie ervan gezien. Onderwijs dat uitdaagt en goed is georganiseerd, waarbij goed wordt gecommuniceerd en waarbij wordt geluisterd naar de behoeften van studenten. Studenten weten welke factoren dat bepalen. Van iedere medewerker wordt nieuwsgierigheid en actieve interesse voor de mening van studenten verwacht. Zij zijn de dragers van informatie voor verbetering van de kwaliteit en verhoging van de resultaten. Daarnaast wordt, opnieuw, expliciet het planmatig en cyclisch werken volgens pdca gezien als werkwijze die leidt verbetering van werkwijze en producten. Profilering van het onderwijs (entree, mbo niveau 2-3, mbo niveau 4); Vorm geven aan de eigenheid van de verschillende onderwijssoorten die ook verschillende groepen studenten bedienen. Zorgen dat het onderwijs past bij de behoeften en de kenmerken van elke doelgroep. Professionalisering; Al meerdere jaren is het uitgangspunt dat goede mensen onvervangbaar zijn. Goede medewerkers kunnen worden verkregen door werving, en zeker ook door scholing. Van alle medewerkers wordt verwacht dat zij zich voortdurend zullen (bij)scholen. Hierover worden afspraken gemaakt. Daarnaast wordt reflectie op het eigen handelen en feedback van collega s en studenten gezien als effectieve methodes om uitvoering van de werkzaamheden te verbeteren. Het instrument van de 360 gaden feedback is ondersteunend hierbij, het gesprek over de uitvoering is zo mogelijk nog een belangrijker middel. Positionering; (herkenbaarheid naar buiten en in de gebouwen) Het creëren van een eigen identiteit zowel naar buiten als in de gebouwen. Een identiteit die herkenbaarheid bewerkstelligt waardoor gebruikers als studenten, het beroepenveld en de collega s zich thuis voelen en waardoor ze geïnspireerd worden. Het onderwijsportfolio van elke MBO College is een belangrijke factor bij het bewerkstelligen van deze positionering. Regionale partners worden betrokken bij het vorm geven en het regelmatig evalueren van identiteit en portfolio. Sturing op de verhouding PP / SP. 31

32 Het realiseren en bewaken van zoveel mogelijk medewerkers werkzaam in het primaire proces, dat wil zeggen bij het verzorgen van onderwijs is ook in 2014 een aandachtspunt gebleven bij de koers van het Bestuur. Gestuurd wordt op minimaal 70% van de personele inzet voor onderwijsuitvoerende medewerkers en maximaal 30% voor ondersteuning op instituutsniveau. Een ontwikkeling daarbij is het benoemen door de teams welke medewerkers dusdanig nauw met het onderwijs verbonden ondersteunende taken uitvoeren, dat zij feitelijk bij de onderwijsuitvoering behoren. 32

33 9. Onderwijs 9.1 Mbo De ontwikkeling van het onderwijs in het mbo vindt plaats volgens de onderwijsagenda die in samenwerking met ROCvF is opgesteld en gezamenlijk wordt uitgevoerd. Door alle MBO Colleges en door de domeinen wordt gewerkt aan invulling van de verschillende thema s. In 2014 bestonden er twee centrale platforms waarin onderwijsthema s worden geagendeerd, het Expertteam van programmamanagers van de domeinen en het overleg van de directeuren onderwijs van de MBO Colleges (DOOR). Dit betekent een verandering ten opzichte van 2013 toen er nog een onderwijsboard bestond in plaats van het overleg van de directeuren onderwijs. Sinds 10 maart 2014 is het overleg Directeuren Onderwijs actief. Onder voorzitterschap van de portefeuillehouder onderwijs van de RvB komen de directeuren onderwijs van de MBO Colleges bijeen om kennis te delen, ervaringen uit te wisselen en standpunten voor te bereiden op het gebied van de onderwijsontwikkeling. Het overleg heeft tot doel om het onderwijskundig leiderschap binnen de MBO Colleges te versterken nu in de komende twee jaar de opleidingen opnieuw ingericht gaan worden en veel leiderschap noodzakelijk is. Besproken onderwerpen zijn: De acties op het gebied van examenbeveiliging De inrichting van EduArte (nieuw registratie- en studentenvolgsysteem) De inrichting van de keuzedelen in de nieuwe kwalificatiedossiers De resultaten op het gebied van voortijdig schoolverlaten De inrichting van Entree, m.n. de afstemming in de uitgangspunten voor de diverse MBO Colleges Inrichten van het proces van herijken van de onderwijsstandaarden vanuit een gezamenlijke visie op het ontwerp van de opleidingscurricula binnen de nieuw in te voeren kwalificatiedossiers. Kansen vanuit Focus op Vakmanschap. Arbeidsmarktrelevantie. Met name niveau-2 vraagt veel aandacht. Daarnaast zijn verschillende pregnante vraagstukken ter hand genomen door zogenaamde combiteams van programmamanagers van domeinen en directeuren onderwijs. Zij verdiepen zich in het vraagstuk en doen voorstellen voor ontwerp en uitvoering aan het Bestuur en aan het MT. Vanaf 1 augustus 2014 worden de studenten opgeleid onder de nieuwe wet Doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging, die de verkorting van mbo opleidingen niveau 4 van 4 naar 3 jaar, en de intensivering van het onderwijs beoogt. Daarbij worden de opleidingen ontzien waarvan nu al duidelijk is dat ze per augustus 2016 wettelijk nominaal (weer) in 4 jaar moeten worden aangeboden. Op 4 maart 2014 heeft de minister duidelijkheid gegeven over de herziening van de kwalificatiestructuur in het middelbaar beroepsonderwijs. Het doel van de herziening is een aanzienlijke vermindering van het aantal kwalificatiedossiers en het vergroten van de samenhang binnen de dossiers. Daarnaast is het doel te komen tot een overzichtelijker en doelmatiger opleidingsaanbod en wil de minister bereiken dat de student makkelijker en beter kan kiezen. Ook de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt dient door de nieuwe structuur te verbeteren. De opbouw van de kwalificatiedossiers, waarop alle onderwijsprogramma s in het mbo zijn gebaseerd, is voor alle opleidingen hetzelfde: basisdeel, profieldelen en keuzedelen. 33

34 De verplichte invoeringsdatum is 1 augustus Aan opleidingen die eerder ervaring willen opdoen wordt de gelegenheid geboden om op vrijwillige basis op 1 augustus 2015 te starten met de nieuwe dossiers. Eind november is besloten dat de enkele nieuwe kwalificatiedossiers als voorloper al per 1 augustus 2015 ingevoerd zullen worden. Luchtvaardienstverlening (niveau 4), Luchtvaartonderhoud op niveau 3 en 4, Artiest niveau 4, make-up artiest (niveau 4), Sociaal Werk (niveau 4), Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4) Mediaredactie (niveau 4) De overige opleidingen volgen per 1 augustus De belangrijkste focus voor de verdere onderwijsverbetering is de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers in het schooljaar waardoor alle opleidingen hun onderwijsprogramma moeten herschrijven. Wij benutten dit tevens om de huidige complexe examinering bij veel opleidingen te vereenvoudigen. Daarnaast geven de kaders van Focus op Vakmanschap handvatten voor de onderwijsteams om de voortgaande modernisering van het onderwijs ter hand te nemen. We kiezen ervoor om deze herziening van de kwalificatiestructuur te beschouwen als het aangrijpingspunt voor een noodzakelijke verbetering van de kwaliteit van de onderwijsprogramma s en niet als een louter technische operatie. Aanpassingen zijn noodzakelijk in het kader van de ontwikkelingen in de branches waarvoor wordt opgeleid, de veranderende eisen vanuit het HBO waar gemiddeld 50% van de studenten niveau 4 verder wil studeren, en de verwachting van studenten om gedegen, uitdagender en moderner beroepsonderwijs. Hiermee zijn de acties voor onderwijsverbetering verbonden aan de kwaliteitssprong in de onderwijsteams van de MBO Colleges. In het najaar van 2014 is in het overleg van directeuren onderwijs, het overleg van de programmamanagers en in het over leg van het centrale MT, een aanpak ontwikkeld voor de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur. We hebben geen centrale dienst onderwijsontwikkeling en werken soms met een tijdelijke projectdirecteur, zoals bij invoering van de referentieniveaus taal & rekenen in het mbo, en bij de inrichting van het onderwijsinformatiesysteem EduArte. Bij de herziening van de nieuwe kwalificatiedossiers, waarbij alle opleidingen een nieuw curriculum moeten samenstellen, hebben de voorzitters van de directies, respectievelijk de domeinregisseurs, aan de RvB voorgesteld om bewust niet met een projectdirecteur te werken, maar het eigenaarschap vanaf het begin in de lijn te houden. Daarmee zijn de voorzitters in hun rol als domeinregisseur in deze fase eigenaar van de aansturing van de ontwerpfase, het ontwerp van het casco van de curricula van dezelfde opleidingen in een domein, die op meerdere MBO Colleges worden uitgevoerd. Als deze fase voorbij is start de ontwikkelfase van de opleidingen in de MBO Colleges, onder leiding van de directeuren onderwijs. Voor het ontwerp van het casco van het nieuwe onderwijsprogramma werken we per domein, onder verantwoordelijkheid van de domeinregisseurs, met ontwikkelteams bestaande uit ontwikkeldocenten uit de verschillende MBO Colleges en de programmamanager van het domein. Specialistische kennis wordt zo aan de voorkant van het ontwerp gedeeld en benut. Gelijktijdig wordt via de ontwikkeldocenten die uit de teams op de Colleges komen de verbinding met alle opleidingsteams geborgd. Na het ontwerp van het casco zullen de teams onder verantwoordelijkheid van de directies in de MBO Colleges het ontwerp passend maken voor de eigen gewenste situatie. 34

35 Voor afstemming van de planning van alle activiteiten is door de domeinregisseurs de zogenaamde strokenplanning opgesteld die op het MT van 17 december is vastgesteld. Vanuit deze planning bewaken zij gezamenlijk de uitvoering. Voor de verschillende taakgroepen die zijn ingericht is het zo duidelijk wat zij moeten opleveren, aan wie, en wanneer. Ook de besluitvorming met betrekking tot de verschillende aspecten is in de tijd vastgelegd. Verder is een besluit genomen over de middelen voor facilitering van het herontwerp, waarbij gekozen is voor het model: ontwerpen door het domein (een casco/grof ontwerp) en ontwikkelen door de ontwikkelteams die zo dicht mogelijk tegen de onderwijsteams aan leunen. Voor de eerste fase van het ontwerpen is een bedrag van uitgetrokken uit een voorschot op de middelen kwaliteitsverbetering. Onderwijsconferentie Op 22 oktober jl. vond de interne onderwijsconferentie Goed onderwijs maken we samen plaats met de leden van de RvB, alle directeuren van de MBO Colleges, directeuren van de centrale diensten en de programmamanagers domeinen. De conferentie was geïnitieerd door de RvB om vanuit gezamenlijke en gedeelde visieontwikkeling te komen tot uitwerkingen in de onderwijsagenda. Op een informele en betrokken wijze zijn in enkele rondetafelgesprekken de geagendeerde vraagstukken verder verkend en is informatie uitgewisseld. De onderwerpen waren: Entree, visie op niveau 2, ontregelen van het onderwijs, keuzedelen en Route 21. Dit laatste project is gericht op het verstevigen van het onderwijs met behulp van nieuwe media, gericht op de vaardigheden van de 21 e eeuw. Ook de wens om tot een geactualiseerd kwaliteitskader voor goed onderwijs te komen waarmee we de normen en waarden tussen de MBO Colleges verbindend definiëren is besproken. Ten aanzien van dit laatste punt is een project opgezet waarbij in de eerste fase een inventarisatie wordt gemaakt van de bestaande standaarden, inclusief de standaarden 2.0, waarna deze worden beoordeeld op compleetheid en actualiteitswaarde. Op basis van deze beoordeling zullen deze standaarden in 2015 worden bijgesteld en mogelijk worden aangevuld of worden vervangen. Na verwerking van de verschillende aanvullingen is een aantal voorstellen ter besluitvorming voorgelegd aan de RvB en aan het MT. besluitvorming of aan de voorwaarden is voldaan en de voorlopers daadwerkelijk per 1 augustus 2015 kunnen gaan starten besluitvorming over verdere stappen voor de inrichting van het onderwijs met keuzedelen besluitvorming over de visieontwikkeling voor het beroepsonderwijs op niveau 2 en de invulling van de diverse scenario s die hier mogelijk zijn (afhankelijk van de branche waarvoor wordt opgeleid en afhankelijk van de kenmerken van de doelgroep) besluitvorming over het starten met het combinatiedossier Dienstverlening op niveau 2 per 1 augustus De RvB stelde na de conferentie vast dat we in de afgelopen jaren behoorlijke stappen hebben gezet, waardoor dit soort interne gesprekken op goed niveau vanuit gevoel van eigenaarschap en betrokkenheid gevoerd kan worden. Expertiseteam programmamanagers. Het expertiseteam bestaat uit de programmamanagers van de domeinen. Het is een platform voor kennisdeling op de vier kerntaken van het domein: Examinering en standaardisering Ontwikkeling van strategische relaties 35

36 Marktbewerking en kennis van de arbeidsmarkt Innovatie De programmamanagers van de domeinen zijn in 2014 op diverse gebieden actief geweest. Examinering, waaronder het vraagstuk van beveiliging van examenproducten. Aanvragen bij regionale investeringsfondsen voor projecten op het gebied van onderwijsvernieuwing. Voorbereidingen voor de nieuwe kwalificatiedossiers (m.n. in landelijk verband). Een eerste gedachtebepaling over de inrichting van de keuzedelen, samen met de directeuren onderwijs. Route21. Modernisering van invulling van onderwijstijd. Aansluitend op de vernieuwingen in de onderwijsteams met behulp van het gebruik van nieuwe media. In samenspraak met de dienst ICT wordt gewerkt aan enkele onderwijsateliers/platforms waar docenten kennis delen en hun deskundigheid vergroten ten aanzien van hun vak en de nieuwe media. Route21 noemen we dit traject, dat behulpzaam wil zijn met het vormgeven aan het beroepsonderwijs van de 21 e eeuw. De inrichting van bedrijfsadviesraden per domein voor de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, van operationeel tot en met strategisch niveau. De inrichting van de Entree voorziening voor ongediplomeerde leerlingen. Visieontwikkeling ten aanzien van niveau 2. Docenten van het jaar. Wellicht is het beste onderwijsnieuws uit 2014 dat ROCvA in 2014 twee docenten van het jaar telde. In oktober 2014 hebben in vier categorieën de jaarlijkse verkiezingen van docent van het jaar plaatsgevonden: speciaal onderwijs, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Na nominatie door studenten vindt de uiteindelijke verkiezing door een vakjury plaats. ROCvA mocht zich vanaf 4 oktober gelukkig prijzen met de aanwezigheid van twee docenten van het jaar. Marloes van der Meer (MBO College Hilversum) voor het mbo, en Jasper Rijpma (Hyperion Lyceum) voor het voortgezet onderwijs. Als ambassadeurs voor hun onderwijssoorten zullen zij in het schooljaar actief zijn, binnen en buiten ROCvA, VOvA en ROCvF. De RvB had met beiden een lang en informatief gesprek, Marloes van der Meer heeft een aantal dagen meegelopen met de leden van de RvB. Gezamenlijk verzorgden Jasper en Marloes een workshop op de management-conferentie van 19 februari gericht op benutting van de kwaliteiten van jonge docenten. In 2014 is Passend Onderwijs ingevoerd en zijn de Entree opleidingen van start gegaan bij ROCvA. Hierover wordt in aparte hoofdstukken gerapporteerd. MBO Agenda In het laatste kwartaal van 2014 is door de dienst DMO van de gemeente Amsterdam in overleg met de beide ROC s en andere stakeholders voor Amsterdam de MBO agenda opgesteld. Doel ervan is inzet op vakmanschap in Amsterdam en het zichtbaar maken van kwaliteit door aandacht voor de kwaliteit van de opleidingen, door innovatie en door samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt. In de uitwerking betekent dat aandacht voor vsv, toeleiden naar stage en werk, aandacht voor excellentie en doorstroom naar een vervolgopleiding waaronder op het hbo. In april 2015 zal de MBO agenda door de gemeenteraad van Amsterdam geaccordeerd worden en daarmee het beleidskader vormen voor de samenwerking van de gemeente met de mbo-instellingen in de stad voor de komende vier jaar. 36

37 9.1.1 Macrodoelmatigheid Per januari 2014 is, in samenwerking met ROCvF, begonnen met het in beeld brengen van de macrodoelmatigheid van elk onderwijsteam met behulp van het intern ontwikkelde instrument TOMADO. Binnen vier kwadranten - arbeidsmarkt, omvang, kwaliteit en maatschappelijke relevantie is per team een totaalscore opgebouwd die een beeld geeft van de mate van interne macrodoelmatigheid van een onderwijsteam. Deze score is geanalyseerd door de programmamanager en de domeinregisseur van het domein waarbinnen het team actief is. De analyse leidt tot een advies hoe om te gaan met de twee goed te beïnvloeden factoren, kwaliteit en omvang, en mogelijk hoe om te gaan met de minder beïnvloedbare factoren. Voor de betreffende MBO Colleges kan dan op basis van dit advies een aanscherping van het onderwijsportfolio worden gemaakt. In juni 2014 heeft een interne conferentie over macrodoelmatigheid plaatsgevonden over de resultaten en bevindingen tot dan toe. In de periode tot november 2014 zijn er vanuit de domeinen adviezen met betrekking tot macrodoelmatigheid opgesteld en voorgelegd aan het Bestuur over de vraag welke opleidingen het beste op welke plaatsen binnen ROCvA en ROCvF kunnen worden neergezet. Het Bestuur heeft op 25 november besloten dat in de periode tot en met maart 2015 iedere directie van elk MBO College met de portefeuillehouder van het Bestuur overlegt over hun conclusies ten aanzien van het bestaande onderwijsportfolio en van het gewenste profiel van het MBO College. Op 15 april 2015 vindt een gezamenlijke vlootdag plaats met alle voorzitters en het Bestuur over het totale beeld, gericht op toekomstbestendige onderwijsportfolio s van alle MBO Colleges. Een extra element in de meningsvorming zijn de markt- en business aantrekkelijkheidsanalyses (MABA) waarbij ook de marktaandelen van de concurrentie in de analyse worden betrokken. De besluiten over de onderwijsportfolio s van de MBO Colleges vormen de basis voor de regionale rondes die vanuit het ministerie van OCW worden gestart. Conform de branchecode zijn er geen nieuwe opleidingen gestart die concurrerend zijn met opleidingen die door andere ROC s in die regio worden aangeboden. Ondertussen is het gemeengoed dat bij de studie-informatie voor toekomstige studenten een bijsluiter zit met informatie over de kansen op stage en werk met de betreffende opleiding Entree-opleidingen Voor de Entree-opleidingen was met ingang van het schooljaar 2014 / 2015 een nieuw kwalificatiedossier beschikbaar. De niveau 1 BOL-opleidingen van ROCvA zijn per 37

38 overgegaan op dit Entreedossier. ROCvA behoort hiermee landelijk tot de voorlopers, de meeste andere ROC s volgen in De niveau 1 BBL-opleidingen van ROCvA gaan per over op het Entreedossier. Bij alle MBO Colleges, met uitzondering van Amstelland, worden Entree-opleidingen aangeboden. Bij de invoering van Entree werkt ROCvA nauw samen met ROCvF. Hierbij wordt gewerkt vanuit de gemeenschappelijke uitgangspunten die in 2013 zijn geformuleerd. (zie jaarverslag over 2013) Het nieuwe kwalificatiedossier Entree valt buiten de huidige domeinen en buiten de bestaande examenstructuur. Daarom is ervoor gekozen Entree als apart domein toe te voegen. Entree zal zich profileren als een domein op doelgroep, dat samenhang zal aanbrengen tussen de Entree-opleidingen over onderwerpen lopend van intake en onderwijsinhoud, tot bindend studieadvies. Niet alle jongeren zonder diploma hoeven noodzakelijkerwijs naar Entree. De keuze Entree of mbo is instellingsbeleid. ROCvA en ROCvF hebben voor de volgende uitgangspunten gekozen: - Leerlingen uit het Praktijkonderwijs (PrO) blijven bij voorkeur ingeschreven bij het PrO, in combinatie met een dag BBL bij het ROC en examinering bij het ROC. - Ongediplomeerde jongeren uit vmbo basis en vmbo kader komen in een Entree-opleiding - Ongediplomeerde jongeren afkomstig uit vmbo-theoretisch of havo komen in een specialistische intake. Een toelatingsonderzoek en de mate van overbelastheid bepalen of de jongere in aanmerking komt voor Entree of voor mbo niveau 2 of 3. - Jongeren met een overgangsbewijs naar 4 havo/vwo gaan naar mbo niveau 3 of 4. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van materiaal voor Entree hebben de onderwijsteams, in samenwerking met het domein, verschillende producten zelf ontwikkeld, wat zowel de onderlinge verbondenheid als de expertise in de teams heeft bevorderd. Bij MBO College West zijn in februari 2015 de waarschijnlijk eerste Entree-diploma s van Nederland uitgereikt aan zo n 25 studenten die deelnamen aan een versneld traject Entree Dienstverlening en Zorg. Kenmerkend voor Entree is de inbedding in de lokale context. Met de (kern)gemeenten in de verschillende regio s worden afspraken gemaakt over toeleiding en eventuele uitval van de ongediplomeerde doelgroep. Vooral in Amsterdam, met meerdere Entree-locaties in de stad, is veel aandacht besteed aan de start van de Entree-opleidingen. In Amsterdam manifesteert niet alleen ROCvA, maar ook ROC TOP zich op de doelgroep kwetsbare jongeren. In het najaar van 2014 zijn de mogelijkheden voor samenwerking tussen ROCvA en ROC TOP op de Entree-opleidingen nadrukkelijk verkend. Uitgangspunt daarbij is dat de instellingen niet concurreren op de onderkant en waar mogelijk synergie zoeken. Het beeld dat voor ogen staat is een Entree Amsterdam, onder welke noemer beide instellingen opleidingen aanbieden. Mogelijk richt ROC TOP zich daarbij meer op de zwaardere doelgroep en ROCvA op de meer leerbare groep. Naar buiten toe, richting scholen, gemeente en werkgevers, opereren ROCvA en TOP, waar het gaat om de Entreeopleidingen, steeds meer in gezamenlijkheid Doorstroom vo mbo ROCvA hecht veel belang aan een gestructureerde samenwerking met het toeleverende en het afnemende onderwijs. Dit wordt gedaan door afstemming van het curriculum, de ondersteuning van het keuzeproces van de leerling en student, en door warme overdracht. 38

39 Vmbo-scholen en mbo-opleidingen werken samen bij de uitvoering van oriëntatie activiteiten ten behoeve van een goede keuze van de vmbo-leerlingen voor een mbo-opleiding. Het aanbod van ROCvA is toegankelijk via Het gehele jaar worden er ter voorbereiding van de overstap van vmbo naar mbo oriëntatieactiviteiten aangeboden. In is in samenwerking met ROCvF met ca vmbo leerlingen gestart met het event Meet the student. In de eerste helft van 2014 hebben bij ROCvA zo n vmbo leerlingen gebruik gemaakt van oriëntatieactiviteiten van mbo opleidingen In februari 2014 zijn de 12 aanvragen voor vakmanschapsroutes toegekend die in oktober 2013 door ROCvA en ROCvF zijn aangevraagd. 5 Het gaat om opleidingen niveau 2 in de beroepsrichtingen handel, administratie, techniek, mobiliteit, horeca, uiterlijke verzorging en zorg. In augustus 2014 zijn de vmbo leerlingen gestart met deze routes. Per augustus 2016 kunnen zij worden verwacht in het mbo. MBO College Centrum bereidt samen met De Berkhoff en de Hubertus Vakschool van het VOvA een aanvraag voor van de vakmanschapsroute in de horeca- en bakkerijopleidingen. Bij goedkeuring zullen de leerlingen van beide vmbo scholen in september 2015 starten met de vakmanschapsroute die toe leidt naar niveau 2 bakken, gastheerschap en koken. Het experiment vakmanschapsroute is onderdeel van de verkenning van de positie van niveau 2, de relatie met Entree en de samenwerking met vmbo. De samenwerking wordt gezien als een belangrijk instrument om studenten aan te trekken. In maart zijn namens de RvB de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio s waar ROCvA onderwijs verzorgt middels een brief geïnformeerd over invoering van Focus op Vakmanschap. In de brief worden de verschillende veranderingen toegelicht en wat dit betekent voor leerlingen van het vo die per 1 augustus 2014 naar ROCvA kwamen. Ingegaan wordt op de vooropleidingseisen, op veranderingen in het toelatingsbeleid en op de invoering van Passend Onderwijs. De directies van de MBO Colleges hebben de opdracht om het overleg hierover met de decanen van het voortgezet onderwijs in hun regio of gemeente te intensiveren. Vooral in de maanden mei, juni en juli zijn hebben de veranderingen van de opleidingseisen en daarmee ook van het toelatingsbeleid van mbo opleidingen geleid tot veel extra vragen en in één geval tot een klacht over de intake en het toelatingsbeleid. Ook de noodzaak van beperking van de instroom bij een aantal opleidingen van het domein Zorg & Welzijn vanwege een tekort aan stageplaatsen leidde tot veel vragen. Ten slotte waren er meer dan anders vragen over de administratieve afhandeling van de aanmeldingen en de resultaten van de intakeprocedure. De transitie van People Soft naar EduArte in mei is hier naar alle waarschijnlijkheid de oorzaak van geweest. Afgesproken is dat het Informatiecentrum nog meer dan anders als vraagbaak zal fungeren voor vragen van leerlingen, ouders en decanen over de resultaten van de intake en toelating van v(mb)o leerlingen. In de maanden september tot met november hebben directieleden van enkele MBO Colleges in Amsterdam in dit kader het initiatief genomen om op directieniveau in gesprek te gaan met hun collega s van zeven vmbo scholen. Naast kennismaking was verder samenwerking, specifiek gericht op oriëntatie en voorlichting, het doel van dit overleg. 5 De vakmanschapsroute, een vervolg op het VM2-project is een experiment dat ruimte geeft aan vmbo en mbo-opleidingen om samen het beroepsgerichte deel van het vmbo vorm te geven. Door flexibilisering van het vmbo-examen, een naadloze overgang van vmbo naar mbo en door programmatische aansluiting worden leerlingen sneller naar niveau 2 van het mbo geleid. 39

40 Alle vmbo scholen hebben dit initiatief om op directieniveau in gesprek te gaan bijzonder gewaardeerd. In 2015 zullen meer van dergelijke gesprekken georganiseerd worden. Belangrijke thema s daarbij zijn de afstemming ten aanzien van het aanbod aan keuzedelen in de nieuwe kwalificatiedossiers bij mbo niveau 2 en 3, en het aanbod aan keuzedelen bij nieuwe beroepsgerichte examens in het vmbo. De overstap vmbo mbo en vooral de voorbereiding daarop door een realistische keuze voor een mbo opleiding is in september het onderwerp geweest van de eerste decanenbijeenkomst van ROCvA Doorstroom mbo - hbo en samenwerking met het hbo Op 4 februari 2014 is het regionaal convenant mbo-hbo ondertekend door de bestuurders van de twaalf onderwijsinstellingen van het regionaal netwerk mbo-hbo Noord-Holland en Flevoland. Daarmee zijn op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt over de ontwikkeling van een generieke doorstroommodule mbo-hbo en het realiseren van gezamenlijke voorlichtingsen begeleidingsprogramma s (loopbaanoriëntatie en begeleiding). Iedere mbo-instelling in deze regio is nu eigenaar geworden van een domein waarin deze module door docenten mbo en hbo verder inhoudelijk wordt uitgewerkt. Er is voor ROCvA en ROCvF een gezamenlijke projectleider aangesteld die rapporteert aan het Bestuur over de voortgang van de implementatie. Voor uitvoering van het convenant is op 24 april een themamiddag georganiseerd, waar 80 vertegenwoordigers van alle betrokken instellingen van gedachten hebben gewisseld over de inhoud, vorm en positie van deze te ontwikkelen doorstroommodule. De resultaten zijn gebruikt als input voor invulling van de module. In juni is in het bestuurlijk overleg van het regionaal netwerk een voorstel voor invulling van deze module met ingang van het schooljaar Toelatingseisen PABO Mbo-studenten die naar de pabo willen, moeten vanaf 1 augustus 2015 aan toelatingseisen voldoen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek in het kader van het werken aan de kwaliteit van de lerarenopleiding basisonderwijs. Voor studenten die in 2015 hun mbo opleiding afronden is een tijdelijk, landelijk gecoördineerd, ondersteuningsaanbod beschikbaar. Hiervoor werken diverse partijen samen in het project Instroom Pabo. Dit project is gestart in het schooljaar Vanaf september 2014 starten 35 studenten van MBO College West en MBO college Amstelland met lessen aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. De lessen worden verzorgd door docenten van de pabo en de ipabo. De opleiding Onderwijsassistent in Amstelveen laat drie docenten participeren in dit programma om deze vakken te kunnen integreren in het eigen curriculum. Associate degree (AD) Op bestuurlijk niveau is door de HvA en ROCvA de intentie uitgesproken om gezamenlijk brede opleidingen AD te ontwikkelen, gekoppeld aan de behoefte vanuit de Metropool Regio Amsterdam om de economie te versterken. De HvA heeft hiervoor een projectleider aangesteld. Het uiteindelijke model kan een community college voor AD s worden in de stad Amsterdam. Voor studenten mbo niveau 4 die niet het volledige hbo programma kunnen of willen doorlopen is dit een extra mogelijkheid. Het schooljaar wordt benut voor het onderzoek naar de haalbaarheid van deze opleidingen. Hogeschool InHolland heeft in 2014 in samenwerking met ROCvA een aanvraag ingediend voor een AD programma ICT-beheer. Beoogde uitvoeringslocaties zijn Amsterdam, Hilversum en Diemen. Het programma zal in nauwe samenwerking met ROCvA worden verzorgd, waarbij de helft van het programma op de mbo-locaties wordt aangeboden. 40

41 9.1.5 Gediplomeerd en dan?!? In januari 2014 is de tweede fase van het project Gediplomeerd en dan?!? gestart (voorheen School Ex 2.0 ). Op basis van de resultaten van de eerste fase, mei - december 2013, is door het Bestuur besloten twee pijlers toe te voegen en deze met de eerste pijler als overkoepelend project te organiseren onder de naam Gediplomeerd en dan?!?. De drie pijlers zijn: School Ex 2.0; Het programma van OCW van maart 2013 met de onderstaande twee doelen: o Stimuleren van jongeren om door te leren in, of te kiezen voor een opleiding met een goed arbeidsmarktperspectief. o Doorgeleiden naar de ketenpartners zoals gemeentes, van gediplomeerde jongeren die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben. De samenwerking met de ketenpartners met als doel de studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op hun vervolgstap. Het onderzoek naar mogelijkheden van het opzetten van alumnibeleid. Doelstelling van het gehele project is er een actueel, valide en compleet beeld beschikbaar is van de vervolgstappen van (oud-) studenten. De focus bij de uitvoering is gelegd op de exit-begeleidingsgesprekken en de doorgeleiding naar het UWV/leerwerkloket. Studenten kunnen op een digitaal enquêteformulier aangeven of zij een begeleidingsgesprek willen bij het vinden van een passende opleiding of bij het vinden van werk. Het project is uitgevoerd in nauwe samenwerking met ROC van Flevoland. De resultaten zijn soms in totaliteit weergegeven. In januari 2015 is besloten dat het project wordt voortgezet in 2015 ondanks het wegvallen van de financiering door OCW. Pijler 1 School Ex De doelgroep betreft alle studenten die in het kalenderjaar 2014 zijn opgegaan voor diplomering. Middels een digitale enquête is deze groep bevraagd over hun vervolgstap na het afronden van hun studie. Op 31 december 2014 waren er enquêtes ingevuld. ROCvA enquêtes (74%) en ROCvF enquêtes (71%). Daarnaast weten we van studenten dat zij in 2014 een diploma hebben behaald, géén enquête hebben ingevuld, maar wel zijn gaan doorstuderen binnen ROCvA of ROCvF. In totaal weten we van (84%) van de examenstudenten wat hun volgstappen zijn. Van de respondenten zijn in de periode 21 oktober 31 december, studenten benaderd door een callcenter. De doelgroep betrof studenten die in januari september een diploma hebben behaald, géén enquête hebben ingevuld en géén vervolgstudie bij ROCvA of ROCvF zijn gestart. Van deze groep is dus niet de intentie vastgelegd maar de feitelijke situatie. Van deze respondenten zoekt 7% nog werkt, 40% heeft werk gevonden en 42% doet een vervolgstudie buiten ROCvA of ROCvF. De resterende 11% doet iets anders of weet het nog niet (3%). Het ROC heeft (on)bewust een belangrijke rol bij het verkrijgen van werk, 31% van de studenten die werken, hebben dit verkregen via de school (ROCvA 30%, ROCvF 38%). Er waren tot eind 2014 extra gelden beschikbaar voor uitvoering van het programma. Voor elke enquête wordt door het ministerie een vergoeding gegeven. De hoogte van de vergoeding wordt uiterlijk september 2015 door de minister vastgesteld. 41

42 Het verzamelen van feitelijke cijfers over wat studenten na hun diplomering zijn gaan doen en hoe succesvol ze zijn geven we prioriteit omdat dit benut kan worden in de kwaliteitsontwikkeling van de opleidingen. Het (landelijke) project School-Ex is in december 2014 succesvol afgesloten. ROCvA en ROCvF weten van 84% van de in 2014 gediplomeerde studenten (9.193) wat hun vervolgstap is: werken of doorleren. Deze informatie is beschikbaar het niveau van de instelling, het MBO College en de opleiding. Daarnaast is bekend hoe deze studenten werk hebben gevonden: zelf gevonden, of via school. Ook weten we of de student hulp wil bij het zoeken naar werk. Pijler 2 Samenwerking ketenpartners In samenwerking met gemeente Amsterdam (WSP/DMO) zijn vacatures onder de aandacht gebracht van de studenten van de Amsterdamse MBO Colleges en zijn in de zomer van 2014 een aantal job events georganiseerd. Tevens zijn er activiteiten ontwikkeld om de studenten te ondersteunen bij het vinden van werk, en zijn er workshops ontwikkeld, gericht op zelfstandig ondernemerschap. Pijler 3 Alumni beleid Na gesprekken met verschillende partijen is besloten om een mogelijk alumnibeleid verder uit te werken volgens het model van de Haagse Hogeschool. Dit model gaat uit van een netwerk met een centrale alumni database die ten dienste staat van de teams die alumniactiviteiten willen ontwikkelen. Brede invoering van alumnibeleid geven we nog geen prioriteit. Samenvatting School Ex resultaten 2014 ROCvA Vervolgstap (n=7.729) Doorleren HBO 18% 1419 BOL 31% 2413 BBL 12% 927 Totaal 61% 4759 Werken Werken 20% 1536 Werk zoeken 7% 559 Totaal 27% 2095 Overig Weet het nog niet 8% 602 Iets anders doen 5% 373 Totaal 13% 975 Werk en ondernemerschap Werk gekregen via de school 30% 460 (n=1536) Zelfstandig ondernemerschap 6 27% 420 (n=1534) Hulpvragen Vinden van werk (n=559) 36% 200 Vinden juiste vervolgopleiding 3% 145 (n=4759) Ondersteuning algemeen 7 20% 193 (n=975) Alumni 6 Gevraagd aan studenten die als vervolgstap hebben aangegeven: werk zoeken, iets anders doen of weet nog niet. 7 Studenten die als vervolgstap hebben aangegeven iets anders te gaan doen of het nog niet weten 42

43 Wil contact houden 24% 1882 Vervolg in 2015 In 2015 is er geen vergoeding per enquête vanuit het ministerie. Desondanks is in januari 2015 besloten om het verzamelen van gegevens over de vervolgstappen van de examenstudenten in 2015 voor te zetten. Er is prioriteit gegeven aan pijler 1. Deze gegevens leveren sturings- en verantwoordingsinformatie op, waarmee, in samenwerking met onze ketenpartners, beter de verbinding kan worden gelegd met de arbeidsmarkt. Inzicht in de vervolgstappen van de examenstudenten past ook in de diverse externe ontwikkelingen zoals de MBO Agenda van de gemeente Amsterdam, het nieuwe toetsingskader van de inspectie en de ontwikkelingen rondom de macrodoelmatigheid Taal en rekenen in het mbo Schets van de context: - Alle mbo-studenten niveau 4 nemen vanaf najaar 2014 verplicht deel aan het landelijke Centraal Examen (CE) taal. Vanaf 2015 wordt deelname aan het CE rekenen verplicht. Voor mbo-studenten niveau 2 en 3 start het invoeringstraject CE een jaar later. - Er is een doorlopende leerlijn vastgesteld van po tot wo. Voor het mbo betekent dit dat mbo-studenten niveau 4 voor Nederlandse taal en rekenen aan het 3F niveau moeten voldoen en de mbo studenten niveau 2 en 3 aan niveau 2F. - Het project taal en rekenen is op 31 december 2014 afgerond - In 2015 is ondersteuning beschikbaar in de vorm van de Servicegroep taal en rekenen. De verhoging van de niveaus Nederlands en rekenen is in ROCvA sinds 2010 ingericht als een centraal gecoördineerd project in nauwe samenwerking met ROC van Flevoland. Bij de eerste pilot examens COE in 2012 lagen de resultaten onder het landelijk gemiddelde waarbij rekenen nog lager scoorde dan Nederlands. In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan verbetering en afstemming van de programma s, scholing van docenten en inrichting van het toets en exameninstrumentarium. Resultaatoverzichten zijn beschikbaar op ROC-, college- en team-niveau. Hierdoor kan gericht gestuurd worden op verdere verbetering. Alle MBO Colleges beschikken voor de instellingsexamens over een gestandaardiseerd exameninstrument, de TOA van bureau ICE. In alle MBO Colleges zijn deskundige en gefaciliteerde toetsleiders en inhoudelijk deskundige taal- en reken experts aanwezig als aanspreekpunt voor collega s. In veel colleges zien we vakgroepen ontstaan waarin verder aan professionalisering gewerkt wordt. Eind 2014 is het project taal en rekenen met de slotconferentie Wat werkt in de klas?' afgesloten. Met interne en externe gasten zijn de opbrengsten gedeeld: Voorbeelden vanuit MBO Colleges hoe taalgericht beroepsonderwijs in de praktijk uitgewerkt kan worden. Professionalisering van taal - en rekendocenten. In alle MBO Colleges heeft dit een vaste plek in het trainingsaanbod gekregen. o In alle MBO Colleges zijn taalassessoren opgeleid o Er is een interne training voor rekendocenten ingericht o Er zijn examenfunctionarissen getraind als vaststeller en constructeur zodat we op termijn beschikken over voldoende interne deskundigheid om onze eigen (taal)examens te construeren, vast te stellen en te evalueren. 43

44 o Er zijn door de projectgroep centrale expertbijeenkomsten georganiseerd waarin inspiratie, kennis en goede voorbeelden uit Colleges gedeeld werden. De MBO Colleges hebben door resultaatoverzichten zicht op de voortgang van de niveauverhoging en de examenlogistiek op College-, team- en studentniveau. Elk College heeft op basis daarvan eigen prioriteiten gesteld De dienst onderwijsinformatie is ingericht om de diploma s en resultaatlijsten taal en rekenen te leveren De dienst ICT is ingericht op het ondersteunen van de MBO Colleges bij de digitale Centrale- en Instellingsexamens o Er is functioneel beheer beschikbaar en een getrainde helpdesk voor de examenapplicaties. De examenorganisatie en -logistiek per MBO College functioneren goed. o Deskundige toetsleiders en contactpersonen zijn gefaciliteerd en zijn intern en extern aanspreekpunt voor het uitvoeren van de wettelijk taken. o De platformbijeenkomsten op roc-niveau zorgen voor afstemming tussen de colleges en de centrale diensten, voor evaluatie en bijstelling van organisatie en logistiek. Uit de resultaatoverzichten blijkt dat Het taal- en rekenniveau van de studenten langzaam stijgt langzaam. De lichte achterstand ten opzichte van het landelijk gemiddelde zien we langzaam kleiner worden. De extra inzet van docenten en de investeringen in de professionalisering van docenten blijkt dus te werken. Vooruitblik 2015 Het project is afgerond, de projectgroep is opgeheven, verdere implementatie ligt bij de MBO Colleges. Voor ondersteuning hiervan is de Servicegroep taal en rekenen gevormd. De servicegroep werkt vraaggestuurd op basis van vragen vanuit de MBO Colleges. Specifiek wordt ondersteuning van examencommissies geboden bij het toepassen en implementeren van de (uiterst complexe) regelgeving. De gefaseerde invoering van de slaag-zakregeling en de voortdurende bijstellingen vanuit het ministerie maken dat dit ingewikkeld is en tijd vraagt om op collegeniveau deskundigheid en routine op te bouwen. Daarnaast is de kennis en het netwerk van de servicegroep beschikbaar voor de professionalisering van medewerkers. Het professionaliseringsmodel dat is gehanteerd voor Nederlandse taal en rekenen, wordt in 2015 ook ingezet voor docenten MVT. Een nieuwe taak voor de servicegroep is het organiseren van een kwalitatieve verbeterslag van de examens MVT door screening van de examens en, waar nodig, het doorvoeren van aanpassingen, damen met constructeurs. Er is met CITO een certificeringsroute ingericht voor examenfunctionarissen MVT die worden opgeleid als vaststeller en constructeur. Voor de implementatie van taal en rekenen in de MBO Colleges is in 2015 minimaal eenzelfde budget als in 2014 beschikbaar Ondernemerschap Invulling van ondernemerschap is een verantwoordelijkheid van de MBO Colleges. Het thema past bij sommige opleidingen beter dan bij andere. De overweging om hier aandacht aan te besteden is aan de directies. Bij twee MBO Colleges, Zuidoost en Zuid wordt voor enkele groepen niveau 4 studenten, naast het reguliere curriculum, het landelijke, door het kenniscentrum ontwikkelde certificaat Ondernemerschap aangeboden. In de zomer van 2014 zullen de eerste studenten opgaan voor de examens hiervoor. Daarnaast wordt bij 44

45 meerdere opleidingen in enkele MBO Colleges en in verschillende vormen aandacht besteed aan ondernemerschap binnen het bestaande curriculum. Centraal hierbij staat het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden bij studenten Passend Onderwijs De wet Passend Onderwijs is op 1 augustus 2014 in werking getreden en vervangt de Leerling Gebonden Financiering (LGF). Passend Onderwijs staat voor passende begeleiding en zorg aan iedere student die dat nodig heeft voor een gelijke kans op succes. De Wet Gelijke Behandeling is leidend. Na aanmelding kent de school een zorgplicht voor plaatsing van een kandidaat op een passende plek (onder andere door regionale samenwerking). De onderwijsinstelling krijgt een vast (zorg)budget, waarmee het alle benodigde interne en externe begeleiding indiceert en organiseert. De onderwijsinstelling is voor de buitenwereld transparant over haar begeleidingsmogelijkheden en benoemt in een onderwijs ondersteuningsprofiel haar basiszorg en haar zorgbreedte. In de periode voor augustus 2014 zijn in de voorwaardelijke sfeer voorbereidingen getroffen voor de uitvoering. De teams hebben ondersteuningsprofielen opgesteld van hun mogelijkheden van ondersteuning en er is voor elk MBO College specialistische ondersteuning ingericht. Deze is ondergebracht bij het LEC. Verder zijn er afspraken gemaakt met externe gespecialiseerde ondersteuningsinstellingen voor benodigde specialistische hulp. Voor overkoepelende expertise en coördinatie voor het gehele ROC is het Expo gevormd, het expertisecentrum passend onderwijs. Het Expo fungeert als ROC breed informatie- en expertisecentrum voor Passend Onderwijs en is daarna het Amsterdams loket voor Entree studenten. De middelen die in 2014 zijn vrijgekomen zijn op basis van het aantal studenten dat in aanmerking komt voor leerlinggebonden financiering(lgf) toegedeeld aan de LEC s van de MBO Colleges. Er is ROC breed een scholingsaanbod ingericht waar docenten, intakers en studieloopbaanbegeleiders zich kunnen bekwamen in de benodigde vaardigheden die nodig zijn voor de toelating en begeleiding van studenten met een beperking. De scholing kan individueel worden gevolgd, maar ook in company worden ingekocht. De benodigde administratieve registratie die onderwijs aan studenten met een beperking met zich mee brengt is in het informatiesysteem EduArte geregeld. Ook is er een bijlage bij de onderwijsovereenkomst opgesteld waarin formeel het recht op ondersteuning en mogelijk op ondersteunende middelen is vastgelegd. In het schooljaar is sprake van een toename van zo n 25% studenten waarvoor een ondersteuningsplan is opgesteld. Voor een deel komt dat door de grotere bekendheid met studenten met een beperking, voor een deel omdat zich meer studenten aanmelden die recht hebben op extra voorzieningen. Verwacht wordt dat dit aantal nog verder zal toenemen in de komende jaren tot misschien wel een toename met 50% ten opzichte van de periode voor augustus De activiteiten van het Expo ontwikkelen zich, naast de specialistische intake en de opvang en plaatsing van crisisleerlingen meer op de opvang van speciale doelgroepen, zoals de Entree leerlingen, en op de pro-screening van leerlingen uit het praktijkonderwijs. 45

46 De ontwikkeling in de toekomst richt zich op het beter toerusten van de teams met name door middel van kennis over onderwijs aan studenten met beperkingen en op het efficiënt organiseren van specialistische hulp, hetzij intern georganiseerd, hetzij ingekocht bij externe instanties. Aan de hand van de ervaringen en de evaluaties wordt elk jaar beoordeeld hoe de beschikbare middelen het meest effectief kunnen worden ingezet. In 2015 leveren de verschillende LEC s een evaluatie van de resultaten van het eerste jaar, gekoppeld aan een verbeterplan voor het scholjaar De evaluatie en het verbeterplan vinden plaats op basis van het format voor de ondersteuningsplannen die worden gehanteerd. In het tweede en derde jaar van de uitvoering worden door het Expo audits uitgevoerd om de effectiviteit van de aanpak in beeld te brengen en aanbevelingen te formuleren voor de fase daarna Project CRASH, mbo-studenten leren reanimeren ROCvA is in januari 2014, in samenwerking met ROCvF gestart met de uitvoering van het project CRASH een initiatief van de Nederlandse Reanimatie Stichting (NRS). In 2013 zijn hiervoor de voorbereidingen getroffen (zie jaarverslag over 2013). Het project geeft uitvoering aan de gezamenlijke ambitie van de NRS en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologen om heel Nederland hartveilig te maken. CRASH staat voor Cursus Reanimeren voor Alle Studenten in Holland. De reanimatielessen worden, afhankelijk van de mbo-opleiding de binnen het reguliere curriculum of binnen de lessen burgerschap aangeboden en bestaan uit een e-learning module en een praktijktraining. In de periode van 1 januari tot juli 2014 hebben in totaal bij ROCvA en ROCvF 413 studenten van acht verschillende opleidingen bij zes MBO Colleges deelgenomen aan het project en het reanimatiebewijs ontvangen. De studenten maken eerst kennis met de theorie door middel van een e-learning module reanimatie. Als ze deze succesvol hebben afgerond krijgen ze de praktijktraining door gecertificeerde instructeurs van de Nederlandse Reanimatieraad (NRR). Er zijn in totaal circa acht opleidingen en zestien docenten bij betrokken geweest. In december heeft overleg plaatsgevonden met de Nederlandse vereniging voor Cardiologie (NVVC) en de Nederlandse Reanimatiestichting over de voortgang van het project. Met het NVVC is afgesproken om in 2015 samen met ROCvF het resterende deel van de licenties voor het e-learning deel van de reanimatie training te gebruiken en de samenwerking met een jaar te verlengen. In december 2014 zijn nog eens ca. 120 studenten van de opleidingen Sport & Bewegen gestart met de e-learning module met als doel het behalen van het reanimatiebewijs. De studenten zijn zeer tevreden over de training. De score in de evaluatie is gemiddeld 8,5 Met de NRS wordt overlegd hoe de reanimatietraining structureel in het curriculum kan worden aangeboden met erkenning van deze inspanning door maatschappij en arbeidsmarkt Pilot Onderwijs ontregeld. In 2014 is onder de naam Onderwijs Ontregeld een pilot van start gegaan waarin wordt onderzocht in hoeverre een andere manier van organiseren en werken, waarbij de relatie docent - student volstrekt centraal staat, en de docent meer dan voorheen de regie in handen heeft, leidt tot kwalitatief beter onderwijs. De onmiddellijke aanleiding voor de pilot waren de ervaringen van een opleidingsmanager bij MBO College Zuidoost dat door de uitvoering van administratieve werkzaamheden rond het onderwijs de aandacht voor de onderwijsinhoud, pedagogiek en didactiek steeds meer in het 46

47 gedrang komt. Uit een enquête onder alle medewerkers van MBO College Zuidoost bleek dat dit gevoel breed leeft. Ook de docenten gaven aan hier last van te hebben. De pilot is opgezet vanuit de inzichten uit de zorgsector waar onderzoek leidde tot het besef dat we toe moeten naar een andere manier van organiseren en werken, waarbij de (onderwijs)organisatie minder afhankelijk is van bestaande regelgeving en regelsystemen In overleg met het ministerie, de onderwijsinspectie en de gemeente Amsterdam is gestart men een pilot in drie onderwijsteams. Team AM (Administratie) MBO College Zuidoost. Luchtvaartdienstverlening (alleen de versnelde trajecten) MBO College Airport: Juridische Dienstverlening (vanaf februari 2015) MBO College Amstelland Er wordt gewerkt vanuit de volgende visie: stel de relatie docent-student centraal in alles wat we doen, maak de docent hiervoor verantwoordelijk en geef hem het vertrouwen en de regelruimte om deze op een professionele wijze in te vullen. De vermelde teams krijgen de vrijheid af te wijken van in- en externe regels. Ze ontwikkelen hun eigen maatstaf voor de kwaliteit van onderwijs. Met deze maatstaf als uitgangspunt wordt bestaande regelgeving tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast. Kernpunten van de pilot zijn: Leerplicht; de samenwerking met Leerplicht wordt veel meer binnen school vorm gegeven, nog voordat studenten uitvallen. De 16-uursmeldingen worden niet meer gedaan. Maatwerk; er wordt meer ruimte gecreëerd voor maatwerk aan studenten. De verplichting tot het programmeren van 1000-uren onderwijstijd en de verhouding BOT-BPV zal voor sommige studenten worden losgelaten. Betrokkenheid studenten; studenten worden meer dan voorheen betrokken bij de vormgeving en uitvoering van het onderwijs. BPV; het onderwijsteam zal zelf de accreditatie van de BPV-bedrijven gaan verzorgen Een klankbordgroep met daarin onder meer een vertegenwoordiging van het ministerie, de onderwijsinspectie en bureau leerplicht begeleidt de pilot en bewaakt de voortgang. Op 1 september hebben enkele vertegenwoordigers van twee pilot teams aan het Bestuur gerapporteerd over de bevindingen bij de eerste fase van de pilot. Kernelementen in de bevindingen waren: het enthousiasme en de energie die de pilots hebben losgemaakt bij de leden van de beide teams, de aanpak van de teams voor de inrichting van het onderwijs en de begeleiding voor het nieuwe schooljaar en het overleg met de afdeling Leerplicht van de gemeente Amsterdam en de gezamenlijke nieuwe vormgeving van bestrijding van absentie kwam ter sprake. Er vinden nu geen schriftelijke meldingen meer plaats, de ambtenaar van leerplicht is regelmatig op locatie aanwezig en bekend bij de studenten. Op aanwijzing van de studieloopbaanbegeleiders neemt zij contact op met studenten die verzuimen om dit te beëindigen of aanvullende maatregelen te nemen. Het enthousiasme bij de docenten is groot, er is veel meer contact met de ouders, de absentie is afgenomen en het onderwijs is meer toegesneden op de behoeften van de student. Er wordt meer dan voorheen rekening wordt gehouden met wat studenten al kunnen en nodig hebben, de betrokkenheid van de studenten is, mede daardoor, groter. De docenten geven aan het gevoel te hebben met onderwijs bezig te zijn in plaats van met rapportage over verplichtingen. Terug naar de kern, het verzorgen van goed onderwijs. Het Bestuur heeft na deze rapportage ingestemd met voortzetting van de pilots. Wel is er 47

48 behoefte aan informatie van de succeselementen van het concept voor reproduceerbaarheid ervan. Ook het waarborgen van de continuïteit en wat nodig is om het enthousiasme te behouden en de beweging een slag verder te helpen is een factor. Het ministerie van OCW heeft eveneens aangegeven graag inzicht te hebben in de ontwikkeling van de pilots. Er is behoefte aan validatie van de ontwikkelingen en resultaten. Naar aanleiding hiervan is in november 2014 aan de bureaus Eridanos, Synthetron en het Welten Instituut van de Open Universiteit. opdracht gegeven een kwalitatief onderzoek uit te voeren naar de resultaten van de pilots. Naast de kwantitatieve gegevens wordt geprobeerd om inzicht in de kwaliteiten van de verandering te krijgen. De resultaten uit dit onderzoek worden opgeleverd in de zomer van Volwassenenonderwijs Educatie en inburgering Het taal en rekenonderwijs aan laaggeletterden is bij ROCvA per 1 januari 2013 ondergebracht in de zelfstandige organisatorische eenheid Educatie. Deze staat onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van het Bestuur in de persoon van R. Winter. Een gedeelte van de eenheid Educatie houdt zich bezig met de afhandeling van de nog lopende contracten op het gebied van inburgering van nieuwkomers. Eind 2014 zal de volledige afbouw van de eenheid inburgering hebben plaatsgevonden. De eenheid Educatie heeft in 2014 boven verwachting gepresteerd zowel met de eigen activiteiten als bij de afbouw van Inburgering. Er kon een extra contract voor de gemeente Amsterdam worden uitgevoerd. De inspanningen hebben als resultaat gehad dat vrijwel alle af te rekenen contracten konden worden verrekend. Naar de mening van de RvB verdient de eenheid Educatie, waarbinnen deze prestatie is geleverd, veel complimenten. Verwacht wordt dat eind 2014 een licht voordelig resultaat kan worden gerealiseerd. Voor Educatie Amsterdam is een businesscase opgesteld over de jaren toto en met 2017, wanneer de verplichting om bij het ROC aan te besteden voor educatie aan laaggeletterden komt te vervallen Vavo In 2014 functioneerde het vavo in Amsterdam, de Joke Smitschool voor het tweede jaar als zelfstandige organisatorische eenheid met een tweehoofdige directie en met R. Winter als verantwoordelijk bestuurder. De beide schoolleiders zijn in 2014 benoemd als voorzitter, respectievelijk lid van de directie. De school was in 2014 tijdelijk gehuisvest aan het Koningin Wilhelminaplein vanwege de verbouwing van de Reinier Vinkeleskade. Per 1 januari 2015 zal de afdeling terug verhuizen naar de Reinier Vinkeleskade. Met ingang van het schooljaar zijn de deelnemers van het vavo in Almere ingeschreven bij het Joke Smit College. Het onderwijs wordt nog verzorgd op de locatie in Almere onder de verantwoordelijkheid van de directie van het Joke Smit College. Vanaf 1 augustus 2015 treden, na een kwantitatieve personele reductie, de overgebleven medewerkers in dienst bij ROCvA. Het aantal fte zal maximaal 4,6 fte bedragen. Vanwege de pensionering van een substantieel aantal collega s kan in deze jaren veel personeel worden aangenomen. Projecten als Eerst de Klas en Onderwijstrainee worden 48

49 door de directie omarmd om te zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige instroom van ambitieuze jonge docenten. Het aantal deelnemers is in 2014 behoorlijk toegenomen: Aantal deelnemers Deelnemersaantal Bron: ROCvA: EduArte De toename wordt voornamelijk gezien als het gevolg van de gewijzigde financiering (per ) van gemeentelijke naar Rijksfinanciering waardoor de mogelijkheid ontstond om te werven buiten de gemeente Amsterdam. Hiervan is ook met succes gebruik van gemaakt. Examenresultaten. Vanwege de in 2013 veranderde bekostigingsregeling hanteert de overheid een nieuwe registratie van examenresultaten. In deze nieuwe registratie wordt gekeken naar het percentage vakken met een onvoldoende, dat wil zeggen, lager dan 5,5 bij het centraal examen (CE). In onderstaand overzicht zijn de resultaten van de afgelopen jaren doorgerekend naar de nieuwe systematiek. Bij deze berekeningswijze betekenen lagere percentages dus betere resultaten. Examenresultaten Mavo 48 % 46 % 44% 43% Havo 46 % 42 % 31% 37% Vwo 60 % 51 % 37% 46% Bron: ROCvA: EduArte Ten opzichte van 2011 zijn de resultaten bij alle opleidingen verbeterd. In 2014 zijn echter minder goede resultaten behaald bij zowel de havo als bij het vwo. Het resultaat bij de opleiding mavo / vmbo-t was opnieuw, zij het gering, iets verbeterd ten opzichte van Gemiddeld CE- cijfer over alle vakken en alle leerlingen van het Joke Smit College: Schooljaar vmbo - CE havo - CE vwo - CE 2010 / ,5 5,6 5, / ,2 5,8 5, / ,6 6,1 5, / ,7 5,9 5,5 Het algemeen gemiddelde CE-cijfer lag in 2014 bij alle drie schoolsoorten boven de norm van 5,5. Om een diploma te behalen dient het gemiddelde van alle cijfers van een leerling minimaal 5,5 te zijn. Verschil tussen schoolexamens (SE) en centrale examens (CE) Vmbo-t / Mavo - 0,2 + 0,5 + 0,6-0,5 Havo 0,0 0,0 0,0 0,0 Vwo - 0,4-0,5 + 0,3-0,5 Bron: ROCvA: EduArte Bij geen van de drie opleidingssoorten is het verschil tussen SE en CE groter dan het maximaal toegestane verschil van 0,5. Hiermee is het in 2013 geconstateerde te grote verschil bij vmbo t van 0,6 punt teruggebracht tot de wettelijke toegestane norm. 49

50 9.3 Voortgezet onderwijs (vo) De stichting VOvA richt zich op continuïteit en verdere ontwikkeling van breed openbaar vo in Amsterdam. Onder de stichting vallen tien scholen voor vo en op twee afdelingen wordt mbo-onderwijs verzorgd. School De Berkhoff Hubertus Vakschool LUCA Praktijkschool ROC Op Maat West (mbo) ROC Op Maat Zuidoost (mbo) Stelle College Tobiasschool Westburg College n.v.t. n.v.t. Bredero Beroepscollege Bredero Mavo Bredero Lyceum / Havo Hyperion Lyceum totalen Elke school heeft 1 tot 2 schoolleiders of opleidingsmanagers die de dagelijkse gang van zaken op de school leiden. Er bestaat een managementoverleg van de Bredero-scholen en van de scholen beneden het IJ, daarnaast bestaat een gezamenlijk managementoverleg. Het ontwerp en de uitwerking van de streeforganisatie is in 2014 afgerond. Het is gericht op verdere profilering en ontwikkeling van de onderdelen van het VOvA. Onderdeel ervan is de op harmonisatie van de taken schoolleiders en teamleiders en de afbakening van de rollen tussen directie, schoolleiding afgerond. Er is een meerjarenperspectief ontwikkeld en de verschillende deelscholen hebben elk een specifiek marketingplan ontwikkeld. Het management is versterkt door een heldere beschrijving van rollen, taken en verantwoordelijkheden voor de schoolleiding van de deelscholen. Ook hebben in 2014 in het management van enkele scholen van het VOvA enkele interne wisselingen plaats gevonden waarvan een positieve impuls wordt verwacht. Onderdeel van de streeforganisatie ervan is ook het samenvoegen van vergelijkbare onderdelen zoals ROC op Maat en de huidige twee deelscholen horeca. Het nieuwe gebouw op de zuidas voor deze horecaschool hiervoor zal in 2015 worden betrokken. Afronding van de implementatie van de streeforganisatie is voorzien voor augustus Kaderbrief VOvA. In 2014 is voor de eerste maal een aparte kaderbrief voor het VOvA samengesteld voor het kalenderjaar Gebleken is dat het uitbrengen van één kaderbrief voor zowel mbo als vo niet altijd bevorderlijk was voor de helderheid van de specifieke kaders van het voortgezet onderwijs. Bij het VOvA bestond veel behoefte aan een eigen kaderbrief om de eigenheid van de onderwijssoort en de aparte kaders die dat met zich mee brengt beter tot uiting te laten komen, en daarmee de functionaliteit van de kaderbrief als sturingsinstrument te vergroten. De kaderbrief is geënt op de kaderbrief 2015 voor het mbo. De strekking, tot uiting komend in het motto Ik draag bij aan de kwaliteitssprong is overeenkomstig, en vertaald naar de specifieke omstandigheden van het VOvA en met de specifieke kaders voor het VOvA. Het document is geformuleerd vanuit dezelfde sturingsfilosofie en uitgangspunten ten aanzien van inzet van middelen en medewerkers als bij het mbo. De parameters daarvoor 50

51 verschillen. De kaderbrief is in het VOvA met enthousiasme begroet en wordt gezien als een ondersteuning van de eigenheid en aparte identiteit van het VOvA. Bij het Bredero College is uitvoering van het innovatieplan Nieuwe Havo naar een profiel met toeleiding naar het hbo, in 2014 verder doorgezet. De basis van de verandering is in het onderwijsteam gelegd, dat opereert door middel van de methode Leerkracht. Hierover is in het jaarverslag over 2013 uitgebreid gerapporteerd. De Nieuwe Havo heeft een succesvolle wervingscampagne achter de rug. Voor het schooljaar is er een toename van rond de 100 leerlingen meer dan bij de start van In de landelijke en plaatselijke publiciteit is in 2014 veel positieve aandacht geweest voor het vernieuwende onderwijsconcept van het Hyperion College. Besloten is om, gezien de grote belangstelling in , vijf eerste klassen te starten. De ambitie van de directie is om het programma voor de bovenbouw ingrijpend te vernieuwen en zo in te richten dat (voortdurend) ingespeeld wordt op maatschappelijke ontwikkelingen. Om dit te realiseren zijn extra middelen nodig. Hiervoor is een subsidieverzoek ingediend bij het de Dienst Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) van de gemeente Amsterdam. De gemeente heeft voor het schooljaar beschikbaar gesteld voor de verdere ontwikkeling en vernieuwing van het Hyperion programma en voor de ontwikkeling van de bovenbouw van atheneum plus en gymnasium. Voor een extra impuls van de kwaliteit van de examens is door de gemeente Amsterdam eveneens een subsidie toegekend. 51

52 10. Kwaliteit van het onderwijs 10.5 Verzuimcontroles, absentiemelding en aanpak verzuim. Op basis van de positieve resultaten van de voorgaande jaren heeft Bureau Leerplicht Plus van de Gemeente Amsterdam in 2014, namens de onderwijsinspectie, het toezicht uitgevoerd volgens een risicogericht onderzoek, dat wil zeggen, afhankelijk van signalen van mogelijke probleemsituaties. In 2014 is bij ROCvA bij 22 opleidingen het tijdig melden van verzuim onderzocht. Bij drie opleidingen was de verzuimregistratie en/of het melden niet op orde; er was sprake van een te grote foutenmarge. Deze opleidingen krijgen in 2015 een hercontrole. De correcte uitvoering van de werkprocessen heeft bij deze drie opleidingen verscherpte aandacht. Waar nodig worden medewerkers extra geschoold voor het adequaat uitvoeren van de afgesproken werkprocessen. De melding van presentie bij de opleiding Motorvoertuigen van MBO College Westpoort is voor de tweede maal als onvoldoende beoordeeld. In het schooljaar vindt een heronderzoek plaats. De projectleider verzuimbeleid ondersteunt de opleiding bij de inrichting van de verzuimprocedures en monitort of het verzuim tijdig wordt gemeld. Bureau Leerplicht heeft in november 2014 een nulmeting verzuim uitgevoerd bij MBO College Airport. Hieruit kwam naar voren dat er nog een verbeterslag te maken is bij het traject voorafgaand aan de uitschrijving, en het tijdig melden bij DUO van de 18+ers. Er is een verbeterplan opgesteld waarvan de uitvoering in juni 2015 met Bureau Leerplicht wordt geëvalueerd. In de eerste twee weken van mei heeft ROCvA geen verzuimmeldingen kunnen doen als gevolg van problemen met het certificaat van EduArte. Dit is gecommuniceerd met Bureau Leerplicht Plus van Amsterdam. Deze heeft aangegeven hier rekening mee te houden in de onderzoeken naar tijdig melden van verzuim. In het kader van de aanpak 18+ is vanaf 1 oktober 2014 dezelfde termijn voor het melden van verzuim gehanteerd als voor 18- namelijk al na 16 klokuren in plaats van na vier weken aaneengesloten verzuim. Het aantal verzuimmeldingen is hierdoor enorm toegenomen. Bij de MBO Colleges van ROCvA worden bijvoorbeeld nu jaarlijks circa meldingen gedaan 8. Een complicerende factor voor de aanpak van verzuim bij 18+ studenten is dat er geen wettelijke handhavingsmogelijkheden zijn die kunnen worden ingezet om verzuim bij deze doelgroep te reduceren. De verzuimprocedures zijn nu alle ingericht volgens een gestandaardiseerd verzuimprotocol met ruimte voor de MBO Colleges om invulling te geven aan de eigen verzuimaanpak. Voor de registratie is vanaf mei 2014 één digitaal registratiesysteem gerealiseerd. Procedures en werkprocessen zijn met de invoering van EduArte geüniformeerd voor alle MBO Colleges. Voor correcte uitvoering hiervan zijn in 2014 alle betrokken medewerkers geschoold. Voortdurende monitoring van de ontwikkeling van het verzuim en het snel nemen van maatregelen bij constatering van toename ervan vormen de basis voor adequate bestrijding. In toenemende mate wordt dit uitgevoerd in samenwerking met externe instanties zoals 8 Bij de eerder vermelde pilot Verdraaid Goed Onderwijs wordt melding van verzuim op een andere wijze aangepakt. De leerplichtambtenaar is regelmatig bij het team aanwezig en heeft nauw contact met het onderwijs. In samenspraak wordt de melding aan DUO gedaan en bekeken welke activiteiten er voor verzuimende studenten worden ingezet. 52

53 Bureau Leerplicht, RBL, RMC en Ingrado, een koepel van leerplichtorganisaties en, waar mogelijk, met de ouders. In 2014 is op de Amsterdamse MBO Colleges in samenwerking met Bureau Leerplicht een pilot gestart bij 10 teams, om het verzuim bij 18+ studenten anders aan te pakken. Ouders van studenten worden hierbij zoveel mogelijk betrokken. De eerste resultaten zijn bemoedigend. In september 2015 wordt de pilot in zijn geheel geëvalueerd Analyses, verbeteringen en onderzoek Onderwijsinspectie mbo De analyse van de kwaliteit van het mbo-onderwijs vindt structureel plaats op instituutsniveau, op het niveau van het MBO College en op teamniveau. Eenmaal per jaar wordt op het niveau van het gehele ROC, op basis van de rendementen, een risicoanalyse uitgevoerd. De focus ligt daarbij op die opleidingen waarvan de rendementen onder de norm liggen. Bij ieder MBO College worden, na analyse van de resultaten, door de directies, in nauwe samenspraak met de teams, verbeterplannen en acties geformuleerd en uitgevoerd. Deze analyses vormen daarmee de input voor de jaarplannen en verbeterplannen van de teams. De teams krijgen in oktober een overzicht van de resultaten van al hun opleidingen van het schooljaar daarvoor met de opdracht deze te analyseren en zo nodig te komen tot verbeteracties. Daarnaast krijgen de teams tweemaal per jaar de resultaten van het interne tevredenheidsonderzoek onder studenten eveneens met de opdracht voor analyse en mogelijk het ondernemen van verbeteracties. Onderzoek door de onderwijsinspectie. In mei en juni 2013 hebben onderzoeken van de onderwijsinspectie plaatsgevonden. De kwaliteit van vijf opleidingen is beoordeeld, evenals de kwaliteit van de borging van kwaliteit op instellingsniveau. De kwaliteit van de borging op instellingsniveau is bij ROCvA in 2013 als voldoende beoordeeld. Er werden geen financiële risico's geconstateerd. Het Bestuur is zeer tevreden met deze beoordeling en ziet deze als een bevestiging dat de verbetering van de kwaliteit zich in goede zin ontwikkelt, en dat de inrichting en aansturing van de kwaliteitszorg deugdelijk is ingericht. Vanuit het onderzoek zijn Onderzoeken Kwaliteitsverbetering (OKV) aangekondigd voor het najaar van 2014 bij de hieronder vermelde opleidingen. In november en december 2014 hebben er 5 OKV s plaatsgevonden bij 4 mbo opleidingen. De opleidingen zijn bij de voorbereiding begeleid onder meer door afname van audits door externe auditoren. In mei en juni 2014 zijn in opdracht van het Bestuur bij 3 opleidingen van ROCvA externe audits uitgevoerd op de kwaliteit van de examinering. De resultaten van de audits gaven voldoende vertrouwen in een positieve uitkomst van de OKV s. Resultaten van de Onderzoeken Kwaliteitsverbetering van de onderwijsinspectie. Opleiding MBO College Onderwijs Examinering Borging Schoonheidsspecialist niveau 3 bol Zuid n.v.t. voldoende n.v.t. Manager ondernemer Horeca niveau 4 bol Centrum n.v.t. voldoende voldoende Tweewielertechniek niveau 2 bbl Westpoort n.v.t. voldoende n.v.t. Haarverzorging niveau 2 bol Zuid n.v.t. n.v.t. voldoende Onderwijstijd. 53

54 Bij MBO College Airport is in het schooljaar , conform de voorgeschreven procedure, bij de opleiding Beveiliger niveau 2, crebo afgeweken van de nieuwe urennorm voor BBL opleidingen. Op 2 december 2013 heeft het Bestuur ingestemd met de aanvraag voor afwijking van de urennorm. Het Bestuur heeft geconstateerd dat aan alle voorwaarden wordt voldaan die door de minister van OCW worden gesteld ten aanzien van het benutten van de ruimte die wordt geboden om een uitzondering te maken op de vastgestelde BBL urennorm. De kwaliteit van de opleiding is voldoende, er is een onderwijsvisie, het rendement is voldoende en de tevredenheid van de studenten en van het bedrijfsleven is goed. Ook de borging van de onderwijskwaliteit is van voldoende niveau. Het verzoek is voorgelegd aan de studentenraad van het MBO College. Deze heeft zich in alle voorwaarden en de realisatie ervan verdiept en specifiek nader onderzoek verricht naar de tevredenheid van de studenten. Op basis van dit onderzoek heeft zij ingestemd met het gebruik maken van de ruimte in de wet om af te wijken van de BBL urennorm. De afwijking van de urennorm is opgenomen in de OER, de studenten zijn er tijdig over geïnformeerd Onderzoek examenbeveiliging De Inspectie van het onderwijs voerde van 18 tot en met 20 maart 2014 een onderzoek uit naar de examenbeveiliging bij ROCvA. Aanleiding voor het onderzoek was de melding op 24 januari 2014 van het Bestuur van ROCvA aan de inspectie, van examenfraude bij de opleiding Juridische Dienstverlening bij MBO College Zuid. De melding van examenfraude is voor de minister aanleiding geweest om de inspectie te vragen na te gaan of de maatregelen die het ROCvA treft om het risico op examenfraude te minimaliseren adequaat zijn. Het Bestuur en de directie van het MBO College hebben na het bekend worden van het incident maatregelen genomen om te voorkomen dat het incident van invloed zou zijn op de validiteit van de examinering bij de betreffende opleiding. Daarnaast is aan een extern bureau opdracht gegeven onderzoek te doen naar de oorzaken van het incident. Op basis van de bevindingen uit dit onderzoek en de daarin opgenomen aanbevelingen zijn maatregelen genomen ten aanzien van de beveiliging van examinering. Deze maatregelen zijn doorgevoerd bij alle opleidingen van alle MBO Colleges van zowel bij ROCvA als bij ROCvF. De RvB heeft half september 2014 een voortgangsrapportage voor de inspectie opgesteld. De belangrijkste punten daaruit waren: Het project Examenbeveiliging ROCvA verloopt grotendeels volgens planning. Het handboek examinering is aangepast en specifieke procedures zijn uitgewerkt. Er is een beleidsplan informatiebeveiliging opgesteld. De protocollen met betrekking tot de examinering taal & rekenen van TOA (toetsenbank onderwijs & arbeidsmarkt) en CITO (centraal instituut toetsontwikkeling) zijn aangepast en worden toegepast. Elk MBO College heeft voor de generieke examens een examenlokaal, het beveiligd printen is binnen de MBO Colleges ingevoerd en afsluitbare kasten voor de archivering van examenwerk zijn aanwezig. De rollen en bevoegdheden m.b.t. examen- en informatiebeveiliging zijn belegd. Het werken met een token bij het gebruik van EduArte is half september gestart bij één MBO College. Na twee weken succesvol draaien heeft invoering bij de andere colleges plaats gevonden. Naar verwachting vindt vanaf 1 januari 2015 het resultatenbeheer volledig plaats in EduArte. 54

55 Op 29 september heeft er een voortgangsgesprek met de onderwijsinspectie plaatsgevonden. De inspectie bevestigt in haar rapportage, op basis van haar bevindingen, de conclusies uit de eerste fase van het onderzoek dat het bestuur van ROCvA voldoende in control is op het gebied van de beveiliging van de examens. Het bestuur heeft direct na de ontdekking van de fraude adequaat actie ondernomen en heeft naar aanleiding van de fraude passende maatregelen getroffen voor de langere termijn om examenfraude in de toekomst te voorkomen. Daarmee was het inspectie onderzoek formeel afgerond. De maatregelen naar aanleiding van het incident hebben uiteindelijk in de volle breedte van ROCvA en ROCvF gezorgd voor een substantiële verbetering van de examenbeveiliging Auditorganisatie Het Bestuur heeft in het najaar van 2014 opdracht gegeven een organisatie op te zetten voor de uitvoering van interne audits bij de onderwijsteams. Dit besluit is voortgekomen uit een aanbeveling van de regiegroep examinering waarin de betroken directieleden verzocht hebben om opnieuw een structureel systeem van interne audits te introduceren over alle aspecten waarop de onderwijsinspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeelt: examinering en diplomering, onderwijs, en kwaliteitsborging. Recente onderzoeken door de onderwijsinspectie hebben duidelijk gemaakt hoe belangrijk de inspectie beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs door middel van audits vindt. Een andere belangrijke overweging is dat het Bestuur zich op basis van deze audits proactief zelf kan verwittigen van de kwaliteit van het onderwijs in de teams. Het doel van de organisatie van interne audits is om systematisch en regelmatig onderling auditen binnen de instellingen mogelijk te maken, waarbij de kwaliteit van het onderwijs door onafhankelijke collega s buiten het betreffende MBO College wordt beoordeeld. Daarvoor wordt gewerkt met een vaste pool van deskundige, interne auditoren en volgens een planning waarbij elk team één keer per drie jaar een audit op onderwijs, examinering en op kwaliteitsborging krijgt. In het schooljaar 2014 / 2015 is gestart met de uitvoering van deze interne audits. Het huidige aantal beschikbare auditoren is te gering om aan de vraag naar audits te kunnen voldoen. Om te komen tot voldoende auditoren en om de deskundigheid te garanderen wordt er scholing georganiseerd voor nieuwe auditoren, en bijscholing van de al beschikbare auditoren. Dit traject van professionalisering en kennisdeling is gestart in januari 2015 en loopt tot het einde van het kalenderjaar Besloten is om in deze fase ook externe auditoren mee te laten kijken bij de uitvoering van de audits om juist de normerende beoordeling meer accent te geven. In het verleden werd bij de interne audits veel accent op de beoordeling van het proces gelegd Kwaliteit voortgezet onderwijs In de maanden maart en april heeft bij drie scholen van het VOvA een kwaliteitsonderzoek door de onderwijsinspectie plaatsgevonden. De Tobiasschool, vmbo basis beroepsgericht De Berkhoff, vmbo basisberoepsgericht De Luca Praktijkschool. Bij alle drie de scholen is het basisarrangement toegekend. 55

56 Op 26 juni hebben inspectiebezoeken plaatsgevonden. Alle scholen hebben nu het basisarrangement behalve de afdeling havo van het Brederolyceum en het Hyperion. Het Hyperion bestaat nog te kort. De schoolleiding heeft in 2014 de inspectie verzocht een onderzoek uit te voeren om een beeld te geven van de stand van zaken. Op 6 januari 2015 is een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. In de conceptrapportage van 11 februari is het basisarrangement toegekend. Bij het Brederolyceum was sprake van onvoldoende opbrengsten over de laatste 3 jaar. In is een flinke verbetering van het rendement gerealiseerd. Het inspectieoordeel met betrekking tot de meerjarenopbrengsten voortgezet onderwijs 2015 van het Bredero Lyceum, gebaseerd op de resultaten behaald in 2012,2013 en 2014 is: voldoende voor havo en vwo. Op verzoek is naar de inspectie een verslag verzonden met de afbouw van het vwo van Bredero met daarin aandacht voor de planmatige afbouw met betrekking tot het aantal docenten. Bij het Stelle College heeft in de periode Q2 een heronderzoek naar tijdig melden van verzuim plaatsgevonden. Dit is met een voldoende afgerond Bestrijding voortijdig schoolverlaten (vsv) In het kader van de bestrijding van voortijdig schoolverlaten worden door het ministerie jaarlijks taakstellingen opgesteld. Hierbij worden de uitvalcijfers gerelateerd aan het aantal studenten en wordt onderscheid gemaakt naar niveau. De taakstellingen ten aanzien van de maximale uitval zijn jaarlijks verzwaard. (zie tabel) Niveau 1 Niveau 2 Niveau / ,5 % 13,5 % 4,25 % 2013 / ,5 % 11,5 % 3,50 % 2014 / ,5 % 10,0 % 2,75 % Alleen bij het behalen van deze taakstellingen (op instellingsniveau) wordt prestatiesubsidie vsv toegekend. De taakstellingen worden binnen ROCvA doorvertaald naar de MBO Colleges en daarbinnen naar de teams. Dit betekent dat alle teams een vsv taak hebben op basis van het aantal studenten en het niveau van de studenten. De voortgang op het voorkomen van vsv maakt deel uit van zowel de Q-gesprekken tussen RVB en directie als de rapportagegesprekken tussen directie en opleidingsmanagers. Maandelijks ontvangen de directies nominatieve overzichten van de uitval. De vsv resultaten over het schooljaar 2013 / 2014 zagen er als volgt uit: Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3-4 Totaal vsv t/m september taakstelling % tov taakstelling 116,7% 101,4% 152,1% 125,3% Het aantal voortijdig schoolverlaters was met studenten nagenoeg gelijk aan het aantal in het schooljaar 2012 / 2013 (1.650). Het aantal ligt wel 25,5% boven de verscherpte taakstelling van (bron: DUO). Van de 4 ROC s in de westelijke stedelijke gebieden (G4) is het vsv percentage van ROCvA Amsterdam evenwel het laagst. Bij niveau 2 is de beoogde taakstelling net niet behaald, acht studenten teveel. 56

57 Bij de niveaus 1 en 3-4 lag het resultaat ruim boven de taakstelling. Per MBO College zagen de vsv-resultaten over het schooljaar 2013 / 2014 er als volgt uit: Zuidoost Zuid Westpoort-Noord Hilversum Centrum West VOvA Airport Amstelland vsv t/m september taakstelling % tov taakstelling 95,9% 128,0% 136,9% 126,6% 115,3% 100,0% 161,5% 142,5% 202,3% 125,3% Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de MBO Colleges. Twee van de vermelde acht MBO Colleges hebben de taakstelling gerealiseerd, de andere, en de mbo teams bij het VOvA zijn daar niet in geslaagd. Het algemene beeld is dat de MBO Colleges onverminderd bovenop de schooluitval zitten. Een belangrijke constatering is ook dat er goed zicht is op de werkelijkheid achter de cijfers, bijvoorbeeld een scherp beeld van hoeveel en welke jongeren zich na de zomer alsnog weer voor een opleiding gaan inschrijven en dan van de vsv-lijst verdwijnen. In 2015 wordt het uitwisselen van informatie tussen MBO Colleges over hun aanpak verder opgepakt. Overzicht vsv-resultaten over de afgelopen jaren: 2009 / / / / / ,7% 11,2% 9,5% 7,8% 7,8% Bron: DUO De tendens is dat er na jaren van afnemende vsv cijfers een stabilisatie plaatsvindt. Deze stabilisatie is ook zichtbaar bij de andere grootstedelijke ROC s. Er zijn in de afgelopen jaren diverse activiteiten uitgezet die hebben geleid tot een aanzienlijke reductie van het aantal vsv ers. De vraag is wat nu nog mogelijk is om een verdere daling te realiseren. Binnen ROCvA en in de regio wordt hier het gesprek over gevoerd. Hierbij zal ook gesproken worden over de haalbaarheid van nog verdere aanscherping van de taakstellingen voor de komende jaren. Overzicht vsv-resultaten over de eerste maanden van het schooljaar 2014 / 2015 (t/m dec.) Totaal Vsv per MBO College Zuidoost Zuid Westpoort - Noord Hilversum Centrum West VOvA Airport Amstelland Totaal Resultaat t/m dec % t.o.v. taakstelling 26,8% 20,5% 39,8% 24,0% 19,9% 28,0% 5,9% 26,8% 69,4% 27,4% Gezien de aangescherpte taakstellingen is het zeer onzeker of ROCvA deze ín zal kunnen realiseren. Dit geldt specifiek voor niveau 3-4 maar ook voor niveau 1 en 2. Het resultaat tot en met december 2014 bevestigt dit beeld. Met 276 vsv s zit ROCvA eind 2014 boven de beoogde taakstelling. 57

58 11. Studenten / leerlingen / deelnemers 11.1 Studentenaantal mbo AT AT AT AT AT BT Aantallen per jaar Groei / krimp t.o.v. voorgaand jaar 3,1% - 0,8% - 1,1% 1,0% 4,5% -0,0% Bron: ROCvA, EduArte, BT=beleidstelling niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 Totaal Percentage per niveau % BT ,1% 20,1% 26,9% 49,9% 100,0% % BT ,1% 21,5% 26,9% 48,3% 100,0% Bron: ROCvA, EduArte bbl bol-deeltijd bol-voltijd Totaal Percentage per leerweg % BT ,2% 0,0 82,8% 100,0% % BT ,4% 0,1% 80,5% 100,0% Bron: ROCvA, EduArte Na de accountantscontrole in juni 2015 zal het vermelde aantal studenten definitief worden vastgesteld. Gezien de huidige stand van zaken van de studentenadministratie wordt niet verwacht dat het aantal nog naar beneden zal worden bijgesteld. Het aantal studenten is vrijwel gelijk met de accountantstelling over 2012 / Er is opnieuw sprake van een verschuiving van BBL naar BOL. Dit is positief voor de bekostiging vanwege de hogere weging van studenten in de BOL. Ook het aandeel studenten op niveau 4 is weer toegenomen. VOA-geïndiceerden / / / / / / ,9% 28,2% 26,8% 26,4% 24,8% 23,2 % Bron: ROCvA, EduArte Het aantal VOA geïndiceerde studenten van ROCvA vertoont in de afgelopen jaren een licht dalende tendens met een afname van ruim 4% over de laatste vijf jaar. Percentage mbo-studenten afkomstig uit APCG-gebieden / / / / / ,6% 41,2% 41,2% 39,6% 39,2% 44,2% Bron: ROCvA, EduArte 9 VOA staat voor Voorbereidende Onderwijsactiviteiten. De gelden zijn bedoeld voor extra activiteiten, bijvoorbeeld voor begeleiding. 10 APCG-gebieden: armoedeprobleemcumulatiegebieden of Probleemcumulatiegebieden zijn op postcode onderscheiden gebieden waarin op drie criteria een drempelwaarde wordt overschreden: - het aantal inwoners met een laag inkomen (> 15%); - het aantal inwoners dat een uitkering ontvangt (> 13%); - het aantal inwoners dat een niet westerse afkomst heeft (> 7%). Scholen met studenten uit deze regio s ontvangen extra middelen om achterstanden te bestrijden. 58

59 Het aantal studenten dat afkomstig is uit APC gebieden is in het schooljaar 2014 / 2015 gestegen, na een lichte daling in de afgelopen jaren. Het percentage voor ROCvA was in de afgelopen jaren redelijk constant en schommelde rond de 40%. Daarmee ligt het ruim boven het landelijk gemiddelde van alle ROC s en eveneens boven het gemiddelde van de G4 11 De ROC s uit Rotterdam, Zadkine en Albeda, en ROCvA hebben landelijk het hoogste percentage studenten uit APCG-gebieden Mbo onderwijsprestaties Jaarresultaat mbo 2009 / / / / Jaarresultaat 63,4% 66,1% 67,4% 68,1% 69,2% Diplomaresultaat 62,1% 67,0% 68,9% 69,4% 71,0% Vsv 12,7% 11,2% 9,5% 7,8% 7,8% Bron: DUO Het jaarresultaat is verbeterd met 0,3% ten opzichte van het jaar daarvoor, waarmee voor het vierde jaar op rij sprake is van verbetering. Het diplomaresultaat is eveneens licht toegenomen. Het percentage voortijdig schoolverlaten is stabiel gebleven. De directies geven aan dat waarschijnlijk het maximaal haalbare is bereikt. Het gemiddelde jaarresultaat van de ROC s in Nederland bedroeg in 2013 volgens de landelijke benchmark 72,0 %. Daarmee blijft ROCvA met het resultaat van opnieuw onder het landelijke gemiddelde. De resultaten worden wel beter, maar de andere ROC s slagen daar ook in, en gemiddeld minstens zo goed. In de onderstaande tabel wordt het gemiddelde jaarresultaat van ROCvA vergeleken met die van de G4-instellingen: Jaarresultaat ROCvA ROC Top 12 ROC Zadkine ROC Albeda ROC Mondriaan ROC Midden-Ned / % 59,8 % 60.2 % 60.4 % 66.8 % 68.7 % 2010 / ,1 % 63,3 % 58,1 % 58,6 % 68,2 % 65,8 % 2011 / ,4 % 60,6% 64,8% 62,9% 67,1% 67,8% 2012 / ,1% 68,2% 70,4% 66,5% 68,8% 68,1% 2013 / ,2% 69,5% 64,9% 68,4% 68,1% 73,2% Bron: DUO Het jaarresultaat is over de laatste vier schooljaren gestegen met 5,8%. Aan deze stijging liggen verschillende oorzaken ten grondslag: De stijging van het rendement is bemoedigend, maar nog onvoldoende om in 2015 tot de beste ROC s te gaan behoren. Het Bestuur heeft daarom in 2014 opgeroepen tot het realiseren van een kwaliteitssprong en heeft met de directies van alle MBO Colleges per team besproken wat nodig is om deze kwaliteitssprong te bewerkstelligen. Ook in de gesprekken met de teams is dit onderwerp van gesprek. 11 G4: de ROC s in de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. 12 De resultaten over 2011 / 2012 en 2012 / 2013 zoals vermeld in de kolom ROC Top betreffen ROC TOP, het onderdeel van het voormalige ROC Amarantis dat opleidingen verzorgt in Amsterdam en Almere. De resultaten van de overige jaren betreffen ROC Amarantis. 59

60 Prestatiebox, risicoanalyses en interne benchmark. De rendementscijfers worden per team gepresenteerd in een prestatiebox. Hierin is per opleiding aangegeven wat over een periode van drie jaar de rendementscijfers zijn, evenals de resultaten van de tevredenheidsmetingen bij studenten, praktijkopleiders en medewerkers en de ontwikkeling van het voortijdig schoolverlaten. Mede op basis van de analyse van deze informatie formuleren de teams verbeterplannen voor het komende schooljaar of stellen de bestaande plannen bij. In 2014 is voor de vierde maal een interne benchmark gepubliceerd, een ranking list van alle mbo teams op basis van hun jaarrendement en tevredenheidsscores. Het doel van deze benchmark is om de teams een beeld te geven van de betekenis van hun prestaties en om hen te stimuleren deze te verbeteren. Jaarresultaat mbo per niveau 2009 / / / / Niveau 1 77,2% 78,3% 81,9% 81,7% 78,1% Niveau 2 62,7% 64,0% 65,3% 70,3% 71,9% Niveau 3 59,2% 63,5% 64,1% 62,8% 63,5% Niveau 4 64,8% 65,7% 68,0% 66,2% 68,8% Bron: ROCvA, EduArte Diplomaresultaat mbo per niveau 2009 / / / / Niveau 1 70,6% 70,9% 73,4% 72,4% 73,9% Niveau 2 60,2% 61,7% 64,6% 68,8% 72,1% Niveau 3 60,6% 68,4% 69,1% 66,6% 68,3% Niveau 4 69,2% 69,8% 71,4% 70,7% 72,9% Bron: ROCvA, EduArte Het jaarresultaat is in 2013 / 2014 gestegen bij de niveaus 2, 3 en 4. Alleen bij niveau 1 was sprake van vermindering van het resultaat. Dit is niet verontrustend daar het resultaat alsnog behoort tot de landelijke top. Ook dit jaar was het resultaat bij niveau 3 het laagste en is de positieve ontwikkeling gering. In de besprekingen van de directies met het bestuur heeft dit structureel en voortdurend de aandacht. Verwacht wordt dat de verbetering van het resultaat zich in 204 /2015 zal voortzetten. Het diplomaresultaat is eveneens gestegen zowel totaal als bi alle niveaus. Dit stemt tot tevredenheid waarbij geconstateerd wordt dat de verbetering zich zal moeten doorzetten om de ambitie te realiseren. Ontwikkeling aantal diploma's mbo Aantallen per kalenderjaar Niveau Totaal mbo Bron: RocvA EduArte Groei / krimp t.o.v. voorgaand jaar Niveau ,5% 27,9% 1,7% -3,8% -12,4% 4,7% 2 11,1% 2,4% 2,9% -4,9% 2,8% 3,5% 3 14,0% 18,5% -4,3% 2,3% -7,3% 8,7% 4 7,9% 6,5% -0,3% 6,6% -8,2% 11,7% 60

61 Totaal mbo 8,4% 10,2% -0,1% 0,8% -5,3% 7,7% Bron: ROCvA, EduArte Interne doorstroom naar een hoger mbo-niveau Niveau naar hoger niveau totaal per niveau % opstroom niveau ,8% niveau ,1% niveau ,7% Eindtotaal 2013 / ,1% Eindtotaal 2012 / ,6% Eindtotaal 2011 / ,8% Bron: ROCvA, EduArte 11.3 Prestaties i.r.t. andere ROC s Het jaarresultaat van alle ROC s in Nederland is in de afgelopen jaren gestegen. Uit de in mei 2014 verschenen sectorrapportage studiesucces van de MBO Raad over de resultaten van het schooljaar blijkt dat het gemiddeld jaarresultaat van alle ROC s in dat jaar opnieuw is toegenomen, ditmaal met 2,6% tot 72,0%. In 2012 bedroeg de stijging 1,7%. Het jaarresultaat van ROCvA over het jaar is ook toegenomen ten opzichte van het jaar daarvoor maar blijft nog onder het landelijk gemiddelde. In vergelijking met zes anders ROC s in grootstedelijke gebieden behaalt ROCvA een gemiddeld resultaat met een vierde plaats. Wel met een beter resultaat dan de drie ROC s in Rotterdam en Den Haag. Kenmerken van de studentenpopulatie. % Autochtoon % Allochtoon % APC-gebied ROCvA ,6 ROC s hebben in het algemeen een heterogene studentenpopulatie. Dit geldt in het bijzonder voor de ROC s in de Randstad. ROCvA heeft, samen met de beide ROC s in 61

62 Rotterdam, het Albeda College en ROC Zadkine, het hoogste percentage studenten woonachtig in een achterstandsgebied en eveneens het hoogste percentage studenten met een niet westerse achtergrond. Landelijk is bijvoorbeeld het aantal studenten uit APC gebieden bij ROC s gemiddeld 18,4% en daarmee beduidend lager dan in de randstad. Over het algemeen leidt een hoger percentage studenten uit APC-gebieden en van niet westerse herkomst tot een wat lager jaarresultaat. In de praktijk blijkt dat extra inspanningen bij de onderwijsuitvoering en de loopbaanbegeleiding dit effect enigszins kunnen corrigeren. In de breedte van de organisatie wordt hier dan ook op ingezet Deelnemersaantallen volwassenenonderwijs Aantal deelnemers Educatie per jaar Bron: ROCvA, EduArte De afname van het aantal deelnemers is, evenals in 2013 het gevolg van de afbouw van de programma s voor inburgering en verlaging van het budget voor educatie. Aantal deelnemers vavo per jaar Groei / krimp t.o.v. voorgaand jaar -7,9% 1,7% 0,3% -6,1% 15,7% -132,% Bron: ROCvA, EduArte 11.5 Leerlingenaantal voortgezet onderwijs 2009 / / / / / / 2015 RR RR RR RR Het aantal leerlingen in 2014 is vrijwel gelijk gebleven aan dat van Hiermee is de groeidoelstelling niet behaald. Gezien de positieve effecten van vernieuwing van onderwijsconcepten en positionering van de Nieuwe Havo en het Hyperion College wordt verwacht dat het realiseren van groei in de komende jaren toch mogelijk moet zijn. Het VOvA prognosticeert daarom voor 2015 een toename van het leerlingenaantal van 2%. De verwachting is dat in de jaren 2016 en 2017 een groei van 4% mogelijk moet zijn Tevredenheid studenten mbo ROCvA meet regelmatig haar resultaten om met deze informatie het onderwijs en de dienstverlening te verbeteren. Een onderdeel daarvan is meting van de tevredenheid van de studenten door afname van enquêtes en door gesprekken met de studenten. Eenmaal per twee jaar wordt deelgenomen aan de landelijke JOB monitor. Daarnaast wordt elk jaar tweemaal een eigen studenttevredenheidsonderzoek afgenomen. De teams analyseren hun uitkomsten en formuleren verbeteringen. In alle MBO College, en dikwijls in elk team, worden enkele malen per jaar ronde tafel gesprekken gevoerd waarbij met studenten wordt gesproken over de resultaten van de onderzoeken en over de ervaringen van studenten met het onderwijs. Het Bestuur bespreekt de resultaten met de CSR. 62

63 Voor 2014 was als doelstelling geformuleerd dat de studenten minimaal een 7,0 geven voor hun tevredenheid over hun opleiding en dat minimaal 70% van de mbo-studenten aangeeft dat het onderwijs hen uitdaagt. Deze doelstellingen zijn ambitieus. Bij ROCvA is met een cijfer van 6,9 over de tevredenheid over de opleiding de doelstelling bijna behaald. De tevredenheid over de uitdaging van het onderwijs wijkt nog behoorlijk negatief af ten opzichte van de doelstelling. Ook het landelijk gemiddelde bij de JOB monitor ligt met 53% ruim onder dit percentage. Toch handhaaft het Bestuur deze doelstelling en richt zich op het realiseren van een kwaliteitssprong ten aanzien van verbetering van de tevredenheid van studenten. In 2014 is de JOB Monitor opnieuw afgenomen. De definitieve resultaten zijn op 17 juni 2014 beschikbaar gesteld. Respons definitief: ROCvA Landelijk ,5 % 27,4 % ,8 % 41,7 % ,1 % 51,1 % De respons is ruim 8% gestegen tot boven de 40% maar blijft nog wel onder het landelijke percentage. Deze was landelijk ruim 9% hoger dan in Het lukt de MBO Colleges nog onvoldoende om studenten die volledig op BPV zijn te stimuleren de enquête in te vullen. JOB monitor Ontwikkeling van de tevredenheid over opleiding en over school JOB Monitor ROCvA Landelijk Cijfer school Cijfer opleiding De RvB stelt vast dat de tevredenheid landelijk en bij ROCvA licht is toegenomen. In de maanden rond de zomervakantie heeft elk onderwijsteam met studenten gesproken over de resultaten van het afgenomen onderzoek. Ook is gesproken met de centrale studentenraad (CSR). De CSR heeft voor het schooljaar een vijftal speerpunten vastgelegd. Deze zijn: - Betrek studenten bij de sollicitatiegesprekken met nieuwe docenten; - Betaal voorgeschreven, niet gebruikte studieboeken, terug; - Gebruik mobiele apparatuur om studenten te informeren over roosterwijzigingen; - Laat docenten klantgerichter met studenten communiceren; - Investeer in informatievoorziening naar studenten en ouders. De RvB en de voorzitters van de MBO Colleges onderschrijven deze verbeterpunten. Voor de realisatie van het terugbetalen van niet gebruikte studieboeken is in samenwerking met de beide CSR en een procedure vastgesteld. In 2014 is ook, voor de zesde maal, het interne onderzoek naar tevredenheid onder mbo studenten afgenomen, de STO-1-6. Ook bij dit onderzoek was de respons beduidend hoger dan bij het vorige onderzoek, bij ROCvA 50,6%, (was 38,7%). 63

64 Belangrijke vragen bij het onderzoek, en vergelijkbaar met het JOB onderzoek, zijn de vragen naar de tevredenheid over de school en over de opleiding. De tevredenheid wordt hierbij uitgedrukt in een rapportcijfer. Vergeleken met 2013 zien de scores van het interne onderzoek er als volgt uit: Rapportcijfer voor tevredenheid over opleiding en school uit STO 2014 en STO 2013 Tevredenheid over de opleiding Tevredenheid over de school MBO College STO 2014 STO 2013 STO 2014 STO 2013 Zuidoost 6,4 5,9 6,1 5,7 Zuid 6,6 6,4 6,3 6,0 Westpoort 6,4 6,5 5,8 6,0 Noord 6,3 6,3 6,1 6,0 Hilversum 6,4 6,0 6,1 5,8 Centrum 6,6 6,2 6,3 6,1 West 6,0 6,2 5,6 6,0 Airport 6,3 6,0 6,1 5,7 Amstelland 6,3 6,4 6,2 6,3 Almere 6,2 6,2 5,5 5,4 Lelystad 6,3 6,0 5,7 5,8 De verschillende vestigingen van de MBO Colleges Westpoort-Noord en Airport-Amstelland zijn als aparte MBO Colleges opgenomen. De tevredenheid over de opleiding is toegenomen bij 6 van de 11 MBO Colleges. Bij 2 bleef de score gelijk en bij 3 was deze afgenomen. De tevredenheid over de school is bij 7 van de 11 MBO Colleges toegenomen, en bij 4 afgenomen. Vergelijking STO-1-6 met JOB-monitor Tevredenheid over opleiding en school op het aggregatieniveau van het ROC. Cijfer tevredenheid over de school Cijfer tevredenheid over de opleiding ROCvA Landelijk STO n.v.t. STO n.v.t. JOB STO n.v.t. STO n.v.t. JOB De RvB stelt vast dat in 2014 de tevredenheid is toegenomen zowel bij de STO als bij de JOB. De score van het STO-onderzoek is lager dan de tevredenheid bij de JOB-monitor Dit verschil is het gevolg van de correctie bij de JOB op de resultaten van de uiteindelijke respons waarbij de kenmerken van responderende studenten worden gecorrigeerd op de kenmerken van de totale populatie De resultaten van de STO en de JOB geven dezelfde ontwikkeling weer ten aanzien van toename van de tevredenheid, en van de thema s waarop nog laag wordt gescoord: Onderwijs / Rooster / Informatievoorziening De beantwoording van de open vraag uit de STO-1-6 enquête geeft een beeld van de oorzaken waarom deze drie thema s laag scoren. Studenten gaven aan dat zij tevreden zijn over hun docenten, maar dat het gegeven onderwijs best wel wat uitdagender mag zijn. Ze 64

65 zijn ontevreden over de roosterwijzigingen en de communicatie daarover. De opmerkingen over de informatievoorziening betroffen vaak het ontbreken van informatie en het krijgen van niet eenduidige informatie. Elk onderwijsteam heeft inmiddels met haar studenten gesproken over de resultaten van het afgenomen onderzoek en over de achterliggende redenen van lage scores. De RvB heeft de resultaten besproken met de centrale studentenraad (CSR). Verhoging van de tevredenheid, de dialoog daarover met de studenten, ook door de docenten zelf, en het werken aan de eerder geformuleerde verbeterpunten, blijft een belangrijk aandachtspunt voor alle geledingen van beide ROC s. Verbeterpunten zijn: - Investeer in informatievoorziening naar studenten en ouders. - Laat docenten klantgerichter met studenten communiceren; - Gebruik mobiele apparatuur om studenten te informeren over roosterwijzigingen; - Betaal voorgeschreven, niet gebruikte studieboeken, terug; - Betrek studenten bij de sollicitatiegesprekken met nieuwe docenten; Eerstejaars studenten. In 2104 is in november en december het tweejaarlijks onderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid van de eerstejaarsstudenten. Het onderzoek is samen met het interne tevredenheidsonderzoek (STO) onder alle studenten uitgevoerd. Er zijn 7 extra vragen toegevoegd die alleen bestemd waren voor eerstejaarsstudenten. De extra vragen aan eerstejaarsstudenten gingen onder meer over het oriëntatieproces, de redenen voor de keuze van de student, toetsing van de verwachtingen en de eerste ervaringen, toekomstplannen en ambities van de studenten. De vragen waren aangepast, waardoor een vergelijking met 2012 niet overal mogelijk was. De algemene vragen van het STO zijn ook apart geanalyseerd voor de eerstejaarsstudenten. Uit de analyse blijkt dat eerstejaarsstudenten over het algemeen tevredener zijn dan studenten die al langer op school zitten. De verschillen zijn echter niet heel groot. De eerstejaars studenten zijn bevraagd op de onderstaande thema s. Wanneer gaan studenten op zoek naar een vervolgopleiding? 20% van de studenten bij ROCvA gaat na 1 juli zoeken. In 2012 was dit nog 21%. Dit is een geringe, maar gunstige ontwikkeling. Een zorgvuldig oriëntatieproces vergt tijd en late aanmeldingen leggen extra druk op de schoolorganisatie. Bij welke scholen hebben studenten zich aangemeld voor de opleiding? Na ROCvA werden het vaakst ROC Top (Amsterdam) en het Nova College (Haarlem) genoemd. Een voorspelbare uitkomst gezien de ligging van deze twee ROC s en het verzorgingsgebied van ROCvA. Welke informatiebronnen spelen de grootste rol bij de keuze voor de opleiding? Familie is de belangrijkste informatiebron voor eerstejaarsstudenten. Vergeleken met vorige metingen is het belang van familie toegenomen. Wat zijn de belangrijkste redenen om te kiezen voor een opleiding? Het vooruitzicht op een baan (50%) was de belangrijkste reden om te kiezen voor een 65

66 opleiding. Ook in 2012 was dit de belangrijkste reden. Arbeidsmarktrelevantie is een belangrijke overweging voor studenten. Daarnaast worden in volgorde van belangrijkheid de onderstaande redenen genoemd. o Praktijklessen o Sfeer op school (gezelligheid) o In de buurt van mijn huis o De school staat goed bekend o Modern schoolgebouw Brengt de opleiding tot nu toe wat ze er van verwacht hadden?* 50% van de studenten gaf aan dat de opleiding meestal of altijd brengt wat ze er van verwacht hadden. Dat is meer dan in Oók meer studenten dan in 2012, namelijk 17% gaven aan dat de opleiding weinig of veel te weinig brengt. In 2012 was dit 11%. Gaan studenten de opleiding afmaken? De meeste studenten (88%) gaf aan de opleiding waarschijnlijk of zeker af te willen gaan maken. Dit was 86%. Het aantal studenten dat aangaf de opleiding zeker af te gaan maken is hoger dan in Toen 58% tegen 64% in Zowel in 2012 als in 2014 gaf 4% van de studenten aan dat ze de opleiding zeker of waarschijnlijk niet gaan afmaken.. Wat gaan studenten doen na hun opleiding? Minder studenten gaven aan dat ze na de opleiding een hbo-opleiding willen gaan volgen In 2014: 33%, in 2012: 36%. Meer studenten wilden een andere mbo-opleiding gaan doen. In 2014: 22%, in 2012: 14%. Minder studenten gaven aan te willen gaan werken. In 2014: 17%, in 2012: 22%. Tevredenheid eerstejaarsstudenten ten opzichte van alle studenten. Het cijfer voor de opleiding en school is hoger bij eerstejaarsstudenten dan bij de overige studenten. Conclusies en aanbevelingen De directies hebben naast de bovenstaande, algemene resultaten ook een meer gedetailleerd overzicht van de resultaten bij hun MBO College ontvangen. In elke college worden aan de hand van de resultaten en de aanbevelingen passende acties ondernomen. De onderstaande aanbevelingen zijn voor de MBO Colleges opgesteld. Stimuleer leerlingen sterker om op tijd te beginnen met de oriëntatie en aanmelding en neem bijvoorbeeld de onderstaande maatregelen: o Zorgvuldige uitvoering van Kernprocedure II o Uitvoering van het Aanvalsplan VO dat in 2014 in ontwikkeling was. o Goede bereikbaarheid tijdens de zomervakantie voor informatie over opleidingen, intakes en inschrijvingen. Betrek ouders nog actiever in het oriëntatie proces Gezien het feit dat veel eerstejaarsstudenten aangeven dat familie de belangrijkste informatiebron is, kan dit een belangrijke factor zijn bij verbetering van het oriëntatieproces.. Zorg dat de informatie over de opleidingen goed aansluit op de keuzemotieven van de studenten, bijvoorbeeld vooruitzicht op een baan. 66

67 Nog meer aandacht voor het scheppen van een realistisch opleidingsbeeld. Hoe sterker de opleiding aansluit op de verwachting, hoe tevredener de student. Zorg dat de opleidingstrajecten goed blijven aansluiten op doorstroom naar een hoger opleidingsniveau Het aantal studenten dat aangeeft door te willen stromen naar het hbo is gedaald, maar aangezien in veel gevallen de kansen op de arbeidsmarkt groeien bij een hoger opleidingsniveau, blijft het zaak om doorstroom naar een hoger mbo niveau, mhbotrajecten en andere initiatieven om de doorstroom binnen het mbo en naar het hbo te stimuleren Veiligheid Het Bestuur beschouwt veiligheid in en rond de school als een belangrijk factor in de organisatie. Een veilig leer- en werkklimaat is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van mensen, de productiviteit en het werkplezier en daarmee voor de kwaliteit en de continuïteit van de organisatie. ROCvA organiseert de beleidsvorming en uitvoering van veiligheid in samenwerking met het ROC van Flevoland. Er is een centrale regiegroep ingericht waarin het Bestuur, enkele directieleden van MBO Colleges en van corporate diensten, de persvertegenwoordiger en de centrale veiligheidsregisseur. Deze voert regie op de beleidsvorming en de uitvoering daarvan. Elk MBO College heeft een veiligheidscoördinator voor coördinatie van de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Om de zes weken is er afstemmingsoverleg tussen de veiligheidsregisseur en de veiligheidscoördinatoren o.a. over de besluiten van de regiegroep. In 2014 is de regiegroep breder samengesteld om sociale veiligheid organisatorisch een goede plek te geven. Het in 2013 functionerende platform veiligheid bleek daarvoor te smal vertegenwoordigd Naast de regiegroep veiligheid bestaat er een centrale Arbocommissie die zich bezig houdt met het beleid en de controle op de uitvoering van veiligheid, gezondheid en welzijn. Onderwerpen die hierbij onder meer aan de orde komen zijn de risico-inventarisatie en evaluatie, de incidentregistratie, het ziekteverzuim, de bhv-organisatie en ontruimingsoefeningen. Alle MBO Colleges hebben daarnaast een eigen Arbocommissie. Op alle MBO Colleges is in 2014 een crisis / communicatieteam ingericht. Ook zijn diverse systemen duidelijker gepositioneerd waardoor er geen onduidelijkheden meer bestaan over verantwoordelijkheden bij storingen. Fysieke veiligheid Het voornemen voor 2014 om alle certificaten en vergunningen op te slaan in het programma Planon is gerealiseerd. In nauwe samenwerking met de interne afdeling Beheer en Onderhoud zijn voor alle locaties de ontruimings- en gebruiksmeldingsplattegronden geactualiseerd. Waar van toepassing is bij gemeenten een nieuwe gebruiksmelding gedaan. De veiligheidscoördinatoren plaatsen nu zelf de collegegebonden certificaten en controles in Planon. Incidenten in 2014 Fysieke veiligheid. In 2014 bleek in enkele ovens bij MBO College Centrum asbest te zitten. Om risico s te vermijden zijn deze stoffen preventief en zonder overlast voor het onderwijs verwijderd, en zijn de betreffende onderdelen of machinerie vervangen. 67

68 Daarnaast zijn er in 2014 er geen onveilige situaties of incidenten gemeld ten aanzien van gebouw-technische zaken. Alle controles door stadsdeelcontroleurs of door de brandweer zijn met een positief resultaat afgerond, met hier en daar enige op- en aanmerkingen. Het Incident Registratie Systeem (IRS) kende in 2014 teveel storingen en is überhaupt ingewikkeld om in te vullen. In 2015 zal een voorstel worden geformuleerd om een eenvoudiger systeem te gaan gebruiken dat ook aan Planon gekoppeld kan worden. Sociale veiligheid: Het aantal meldingen verdachte zaken rond de gebouwen is afgenomen. Uit de JOB enquête 2014 blijkt dat het gevoel van veiligheid bij studenten in onze gebouwen in het algemeen stabiel is gebleven maar nog enigszins achterblijft bij het landelijk gemiddeld. Resultaten ten aanzien van veiligheid uit de JOB enquête JOB enquête ROCvA 3,7 3,7 Landelijk 3,8 3,8 (de resultaten zijn weergegeven in een 5 puntenschaal) Het gevoel van veiligheid ligt 0,1 onder het landelijk gemiddelde. Voor een ROC in een grootstedelijk gebied is dat een heel goede score. Bovendien is het resultaat stabiel in de afgelopen jaren. De regiegroep veiligheid heeft aan het JOB onderzoek een vijftal vragen laten toevoegen over: veiligheid op school en de stage/werkplek, het (digitaal) worden gepest, getreiterd of bedreigd en het lastigvallen met ongewenst seksueel gedrag. De scores op deze vragen waren goed met als laagste een 3,9 en als hoogste een 4,8, op een 5 puntenschaal. In navolging van de in 2013 ingezette lijn worden crisis/communicatieteams preventief sneller actief gemaakt om eventuele onrust snel te kunnen inventariseren en mogelijke vragen van pers direct te kunnen beantwoorden. Voornemens en doelen voor 2015: Om de regiegroep en veiligheidsregisseur vanuit de juiste uitgangspunten te laten opereren is de notitie Veiligheid DE norm in de maak. Deze zal in het eerste half jaar van 2015 worden vastgesteld en leidraad zijn bij beleidsvoornemens, jaarplanning en actieplannen rond veiligheidsaspecten. In 2015 zal het bestaande beleid ten aanzien van cameratoezicht worden geactualiseerd op basis van de in de loop der tijd ingevoerde-, en mogelijk geworden ict toepassingen. 68

69 12. Medewerkers 12.1 Inleiding en uitgangspunten Het strategisch HRM beleid heeft als uitgangspunt dat een goede onderwijskwaliteit staat of valt met het werken met goede mensen. HRM levert voor de realisatie van de strategische doelen vooral een bijdrage aan de P van Professionalisering. In 2014 is de lijn voortgezet van het Plan van Aanpak Professionalisering waarvoor in 2012 en 2013 al flinke aanzetten aan zijn gegeven. Hierin staat hoe de verdere professionalisering van de medewerkers gerealiseerd gaat worden in de periode tot Voor onze scholen is het van levensbelang om bij alle veranderingen en bij het realiseren van onze strategische doelen en ambities, over voldoende en vooral ook over goed gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers te kunnen beschikken. Professionalisering en middellange personeelsplanning zijn instrumenten waarmee het realiseren van deze doelstelling kan worden ondersteund. Om deze ondersteuning zo goed mogelijk te doen en bij te dragen aan het versterken van de kwaliteit van onze medewerkers, heeft de ontwikkeling van deze instrumenten in 2014 dan ook hoge prioriteit gekregen. Uitgangspunt voor de beleidsacties is dat de ontwikkeling van aanbodgericht naar vraaggericht onderwijs vraagt om flexibiliteit in de personeelsvoorziening en verbreding van de inzetbaarheid van onze medewerkers. Hierbij hebben we sterk de overtuiging dat de individuele kwaliteit van onze medewerkers het verschil maakt. Beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen HRM Tot en met 2013 hebben we vrijwel elk jaar te maken gehad met reorganisaties en herplaatsingen van boventalligen in de organisatie. De strategie van 2013 was nog sterk gericht op het in evenwicht brengen van mensen en middelen. In 2014 zijn we meer in control geraakt en is er ruimte ontstaan voor realisatie van de professionaliseringsagenda. Wij zien 2014 als een brugjaar, waarin we ons goed voorbereid hebben op de inzet van nieuwe instrumenten, zoals de bekwaamheidsprofielen, de gesprekscyclus en de 360 feedback, en het portaal Hart voor Talent voor loopbaan en scholing, om daar in 2015 goed mee te kunnen werken. De omslag van reorganiseren naar werven betekent ook dat wij een aantal nieuwe instrumenten hebben ontwikkeld om het recruitmentproces professioneler en effectiever te maken. De focus van de thema s is in 2014 geüpdatet naar: Personeelsplanning Recruitment & Arbeidsmarktcommunicatie Professionele beroepshouding Inzetbaarheid 12.2 Personele bezetting en verhouding Primair proces (PP) / Secundair proces (SP) Per 31 december 2014 waren medewerkers werkzaam bij ROCvA en VOvA in een bezetting van in totaal 2.338,1 fte. waarvan 327,5 bij het VOvA. Bezetting Aantal medewerkers Totaal Man Vrouw PP SP 69

70 ROCvA totaal Mbo % 44% 56% 70% 30% VOvA % 47% 53% 76% 24% Daarnaast waren er nog 41 Lio ers (leraren in opleiding) werkzaam met een totale formatie van 22,58 fte. De vermelde aantallen zijn exclusief stagiairs. Totaal aantal Fte 2014 Eenheid FTE totaal FTE PP FTE SP Aandeel SP Norm MBO College Zuidoost 184,1 144,1 40,0 21,71% 21% MBO College Westpoort en Noord 262,2 210,5 51,7 19,71% 21% MBO College Hilversum 308,5 236,1 72,4 23,48% 21% MBO College Centrum 165,9 124,2 41,7 25,11% 21% MBO College West 259,5 198,7 60,8 23,42% 21% MBO College Airport en Amstelland 272,2 222,7 49,5 18,20% 21% MBO College Zuid 219,1 165,5 53,5 24,43% 21% Totaal MBO Colleges: 1.671, ,9 369,6 22,11% 21% Afbouw Inburgering 0, ,00% 25% VAVO 61,9 52,0 10,0 16,11% 25% Educatie Amsterdam 30,0 17,6 12,4 41,39% 25% Totaal Educatie, Inburgering, vavo 91,9 69,6 22,4 24,36% 25% Centrale diensten 248,0 4,6 243,4 98,16% 100% ROCvA 0, ,00% 100% Totaal Centrale Diensten 248,0 4,6 243,4 98,16% 100% Totaal mbo en Educatie 2.011, ,0 635,4 31,59% 30% VOvA 327,5 245,7 81,8 24,98% 21,00% De uitgangspunten van het formatiebeleid zijn voor het mbo: - verhouding Primair proces / Secundair proces op ROC-niveau: 70 / 30; - verhouding Primair proces / Secundair proces per MBO College: 79 / 21; - voor het VOvA is dat maximaal 20% indirect ondersteunende medewerkers. Het streefpercentage bij het mbo van maximaal 30% van de personeelsomvang werkzaam bij het secundaire proces, is in 2014 in fte bijna gerealiseerd met een percentage van 31,59%. Ten opzichte van 2013 is het vrijwel gestabiliseerd. Voor een professionele bedrijfsvoering is het van belang dat periodiek de arbeidsplaatsenplanning zowel kwantitatief als kwalitatief wordt geanalyseerd om tijdig te kunnen sturen. In september 2014 is het kwantitatieve meerjarenformatieplan afgerond. Vooral als gevolg van de uitstroom van ouderen wegens pensionering ontstaat er in de vermelde periode een vervangingsvraag van in totaal 349 fte, 259 fte bij het primaire proces en 90 fte bij de ondersteunende processen. 70

71 Voor het eerst in jaren is er geen sprake meer van reorganisaties zoals bijvoorbeeld bij het volwassenenonderwijs. Dit biedt de kans het grootste gedeelte van de vacatures naar eigen keuze in te vullen en bewust te gaan werken aan verjonging van het personeelsbestand en aan het verhogen van de kwaliteiten van de medewerkers ten behoeve van betere resultaten en het realiseren van de kwaliteitssprong. We kunnen meer invloed uitoefenen op het niveau van de docenten, instructeurs en ondersteunende medewerkers, maar ook op de verhouding van medewerkers in vaste en in tijdelijke dienst. In de eerste drie maanden van 2015 wordt de vermelde vervangingsvraag op teamniveau bij elk MBO College kwalitatief uitgewerkt ten behoeve van gerichte recruitment en selectie. Op grond van deze uitwerkingen wordt er door de dienst HRM in de maanden april en mei 2015 een integraal kwalitatief meerjarenformatieplan opgesteld. De verwachting is dat we hiermee de komende jaren zowel een kwalitatieve slag (sterkere teams en meer jongere medewerkers), als een verlaging van de GPL kunnen realiseren. De verhouding PP-SP heeft in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling laten zien. De gerichte sturing heeft effect gesorteerd. Juist in een tijd van toenemende verantwoordingsen regeldruk zijn we toch in staat geweest de SP formatie dicht naar de gewenste normen terug te brengen Benoemingen / wijzigingen directies Met ingang van 1 januari 2014 is de heer A. Knetsch benoemd tot voorzitter van de directie van MBO College West. Per 1 juni is de heer A. (Albert) Zeggelaar gestart als directeur onderwijs voor MBO College West. Binnen ons beleid om medewerkers door een intern ontwikkel opleidingstraject kansen te geven voor een functie op directieniveau, starten er in 2015 twee medewerkers als directeur in opleiding gestart bij MBO College West en MBO College Centrum Ziekteverzuim Overzicht verzuimpercentages inclusief en exclusief extra langdurig verzuim (langer dan 52 weken). ROCvA mbo VOvA Inclusief extra lang 6,7 6,4 6,1 5,7 5,0 4,9 5,6 6,3 Exclusief extra lang 5,1 5,0 4,9 4,5 4,5 4,4 5,0 5,1 Verzuimcijfers 2014 ROCvA mbo en VOvA in vergelijking tot voorgaande jaren. Inclusief Extra langdurig verzuim Exclusief extra langdurig verzuim ROCvA totaal 5,7 6,1 6,4 6,7 6,6 4,5 4,9 5,0 5,1 5,2 Centrale diensten 5,4 5,9 5,5 8,1 8,0 3,8 4,2 3,6 4,5 5,1 Zuidoost 4,4 5,8 7,4 6,3 6,6 3,6 4,9 5,6 4,9 4,4 Westpoort en Noord 7,7 7,9 5,5 6,1 6,4 4,9 6,3 4,0 4,5 5,4 Hilversum 4,8 5,3 6,5 6,4 6,2 4,3 4,3 5,3 5,4 5,3 Centrum 5,1 4,6 6,5 6,8 6,3 5,0 3,8 5,0 5,3 5,0 West 7,6 7,2 5,7 5,2 5,5 6,3 6,2 5,2 4,3 4,3 71

72 Airport 3,5 3,8 6,2 5,4 6,8 3,3 3,3 5,3 5,1 5,7 Amstelland 4,2 6,8 6,7 2,2 4,8 4,4 Zuid 6,3 5,2 3,8 4,7 4,5 3,5 Vavo 4,6 7,3 4,4 6,3 Educatie 11,7 12,0 10,4 10,5 9,3 9,8 11,6 6,8 7,7 7,7 VOvA 6,3 5,6 4,9 5,0 5,0 5,1 5,0 4,4 4,2 3,5 Ten opzichte van 2013 valt op: - Daling van het totale ziekteverzuim in 2014 bij ROCvA. (6,1% naar 5,7%) - Stijging van het totale ziekteverzuim in 2014 bij het VOvA. (5,6% naar 6,3%) Het streven voor 2014 was om het ziekteverzuim te beperken tot maximaal 5%. Het totale verzuim bij ROCvA daalde voor het derde jaar op rij maar was het percentage met 5,7% nog boven de beoogde norm. In 2014 bedroeg de afname 0,4% Bij de centrale diensten was eveneens sprake van een afname, hier met 0,5%. Bij VOvA was opnieuw sprake van een stijging, evenals in Bij het mbo bleef bij vier colleges het totale verzuimpercentage onder de 5%, bij MBO College Airport (3,5%), Amstelland (4,2%), Zuidoost (4,4%) en Hilversum (4,8%). Bij MBO College Centrum bleef het percentage net boven de 5% steken, 5,1%. Ook bij het vavo was het ziekteverzuim lager dan 5% wat een grote verbetering, 2,7% minder, betekende ten opzichte van Als enkele specifiek oorzaken worden gezien: - Een nog relatief lage verzuimdrempel. Er wordt aan gewerkt om deze te verhogen - Werkverdeling behoeft aandacht, het rooster van docenten zit redelijk vol en geeft een hoge ervaren werkdruk - Soms is er nog weinig sprake van een aanspreekcultuur. Het is nodig om deze verder aan te scherpen Op centraal niveau zijn onderstaande acties ondernomen om het verzuim te verlagen: - Gestart met Raet verzuimmanager. Hierdoor kunnen de stappen volgens de wet Poortwachter goed gevolgd worden en wordt het verzuimdossier in één systeem opgebouwd. Ook de Arbodienst gaat hierin werken met een afgeschermde omgeving voor de medische gegevens. - Besloten is om eigen risicodrager te worden voor de ziektewet per Dit is financieel gezien erg voordelig. Bureau Aon is ingeschakeld om de hoogte van de uitkeringen te berekenen en de opvolging van de zieke medewerkers te doen. - Evalueren van de gemaakte afspraken met de Arbodienst ArboNed. Er is een centraal contract met daarin mogelijkheden om het contract specifiek in te vullen per MBO College. - Tijdens het interne case management overleg worden effectieve werkwijzen uitgewisseld. Hierdoor leren de Colleges onderling van elkaar wat wel, en wat niet goed werkt. - Aanbod met betrekking tot verlaging van het ziekteverzuim op Hart voor Talent Op decentraal niveau zijn onder andere onderstaande acties ondernomen om het verzuim te verlagen. Niet alle vermelde acties worden op bij elk MBO College toegepast: - Training vanuit de Arbodienst gericht op aanpak van het grijze verzuim en het verhogen van de verzuimdrempel - Workshop psychisch verzuim gegeven door de Arbodienst - Studiedag waarbij je kunt deelnemen aan een workshop Energie in het werk. - Het verzuimbeleid is opnieuw geformuleerd en de samenwerking tussen P&O, de leidinggevende en de Arbodienst is geïntensiveerd - Drie beleids-smt s per jaar voor alle leidinggevenden 72

73 - Aanpakken van thema s uit het medewerkeronderzoek, en met name efficiënt werken en rolduidelijkheid Professionalisering Een professionele beroepshouding is voor iedere medewerker in onze organisatie een vereiste en wordt steeds belangrijker. Dit kan het verschil maken tussen een gemiddelde en een goede organisatie. Managers kunnen deze houding stimuleren door verbetering van de aanspreekcultuur, goede functionerings- en beoordelingsgesprekken, bevorderen van goede onderwijsprestaties in het team en door binnen de financiële kaders maximaal te presteren. In de CAO en in het professioneel statuut wordt hier veel belang aan gehecht. Docenten worden gestimuleerd om feedback te vragen en te reflecteren op hun eigen ontwikkeling (onder meer door 360 feedback). De verdere ontwikkeling van iedere medewerker is een belangrijke factor voor de kwaliteitsverbetering die wij nastreven. Ieder wordt gevraagd verantwoording af te leggen over wat hij of zij aan professionalisering heeft gedaan; in het functioneringsgesprek en vanaf 2017 ook in het Lerarenregister. Ontwikkeling van vakinhoudelijke en didactische vaardigheden en van samenwerking in het team wordt gestimuleerd door studiedagen en scholingen. Binnen ROCvA worden onder centrale regie en in samenwerking met ROCvF de onderstaande activiteiten voor professionalisering uitgevoerd. Daarnaast is nog sprake van activiteiten door de MBO Colleges en van individuele scholingsactiviteiten. HR-instrumenten In 2013 zijn voorbereidingen getroffen voor een update van een aantal instrumenten na instemming van de OR voor de inzet ervan. In 2014 is de ontwikkeling en update van deze instrumenten uitgevoerd waardoor professionalisering nu optimaal ondersteund kan worden. Iedere functie is nu voorzien van een bekwaamheidsprofiel die zijn opgenomen in het personeelsinformatiesysteem Raet. De bekwaamheden zijn opnieuw beschreven, waarbij rekening is gehouden met de kernwaarden en de nieuwe bekwaamheidseisen in de wet BIO. De beschrijving van de bekwaamheden bestaat uit gedragskenmerken op 4 niveaus. Deze gedragskenmerken zijn de basis voor de 360 feedback ronde. Doel van de 360 feedback is dat iedere medewerker onderzoekt hoe hij of zij zich verder kan ontwikkelen. De professionaliseringstrajecten worden in samenwerking met ROCvF uitgevoerd. Bij de onderstaande aantallen medewerkers is geen onderscheid gemaakt tussen de medewerkers van de beide instellingen. Professionalisering docenten Twee docenten hebben de cursus Coach in het onderwijs afgesloten en 3 schoolopleiders zijn gecertificeerd en opgenomen in het beroepsregister van het VELON (Vereniging van Lerarenopleiders Nederland). Schoolopleiders begeleiden stagiaires, zij-instromers en nieuwe docenten. 12 docenten hebben deelgenomen aan de training Coachend begeleiden van studenten welke in januari 2015 wordt afgerond met een certificaat. Pedagogisch Didactisch Getuigschrift (PDG) De dienst HRM organiseert, coördineert en begeleidt trajecten voor zij-instromers. Ook in 2014 zijn onbevoegde docenten (zij-instromers) aangesteld en in de gelegenheid gesteld het Pedagogisch Didactisch Getuigschrift ten behoeve van de BVE te behalen. In 2014 is 21 keer een GITP-test aangevraagd. Daarvan hadden 13 deelnemers aantoonbaar hbo werk- en denkniveau. Vijf deelnemers hebben de test niet op hbo niveau afgesloten. 73

74 Drie keer is afname niet uitgevoerd, eenmaal omdat de kandidaat toch over een hbo diploma bleek te beschikken, vanwege uitstel, of het komen te vervallen van de aanvraag. Assessorentraining Om er voor te zorgen dat er voldoende docenten zijn om het PDG-eindassessment af te nemen is in 2014 een verkort traject aangeboden aan bevoegde docenten die voldoende hebben aan een basiscursus. Aan dit verkorte traject hebben 7 docenten succesvol deelgenomen. In juni 2014 hebben 27 van de 28 deelnemers die in 2013 zijn gestart met PDG-trajecten het certificaat behaald. Eén deelnemer is gestopt en in september 2014 opnieuw gestart. In 2014 zijn twee groepen nieuwe deelnemers gestart met in totaal 34 deelnemers. Daarvan hebben zeven deelnemers in december 2014 het certificaat behaald. Enkele deelnemers zijn voortijdig gestopt vanwege het aflopen van hun arbeidsovereenkomst. Naar verwachting zullen de overige deelnemers het certificaat in maart 2016 in ontvangst kunnen nemen. Het nieuwe traject duurt als gevolg van het landelijke herontwerp 18 maanden in plaats van 10 zoals daarvoor. Begeleiding docenten in opleiding Ook in 2014 is een training Werkbegeleider aangeboden aan docenten die docenten in opleiding, zoals zij-instromers, en studenten van de lerarenopleiding begeleiden. Aan deze training hebben 12 deelnemers deelgenomen. Deeltijd lerarenopleiding In 2014 is besloten dat zowel de registratie als de bekostiging van deelnemers aan de deeltijd lerarenopleiding de verantwoordelijkheid is van het MBO College waar de medewerker werkzaam is. Er vindt geen centrale registratie meer plaats waardoor ook niet gerapporteerd kan worden hoeveel personen hier aan hebben deelgenomen. Lerarenbeurs In 2014 hebben 43 docenten de lerarenbeurs aangevraagd waarvan 34 een beurs toegekend hebben gekregen. De lerarenbeurs kon in 2014 alleen aangevraagd worden voor bachelor en masteropleidingen bij OCW erkende instituten. Niet meer voor korte cursussen. Negen docenten zijn uiteindelijk niet gestart of hebben de opleiding niet afgemaakt. Certificering rekendocenten In begin 2014 is vastgesteld dat certificering een voorwaarde is om rekenles te mogen geven. De certificering is gebaseerd op aantoonbaar 3F niveau en een assessment didactiek. Zonder certificaat kan iemand na 1 januari 2015 niet meer ingezet worden voor rekenles. In 2014 hebben er twee trajecten gelopen voor certificering van rekendocenten. LB-scholing Na de uitvoering van de pilots in 2013 zijn de 3 ontwikkelde modules voor de scholing van LB-docenten opgenomen in het reguliere scholingsaanbod. De scholing is niet gekoppeld aan promotie, maar is speciaal ontworpen voor docenten die zich willen ontwikkelen binnen hun LB-functie. De twee modules Onderwijskunde en Didactiek en Kwaliteitszorg en Examinering gaan begin 2015 weer van start. De module Coachend begeleiden van studenten is in de tweede helft van 2014 gevolgd door 6 docenten. LC-scholing 74

75 De grote hausse van de LC-scholing is voorbij. Nog zo n 160 docenten nemen deel aan de LC-scholing lichting met mogelijkheid om post HBO te diplomeren in oktober Onze eigen LC-scholing is in 2014 gevalideerd door het Lerarenregister en zal daarom meetellen bij de verantwoording van het voldoen aan de nascholingsverplichtingen. Scholing Examinering: de Quest for Fair Play en e-learning. Sinds 2012 staat de kwaliteit van examinering breed in de belangstelling en is daarmee aanleiding voor scholingstrajecten voor verbetering ervan. In het eerste jaar heeft het minimaal voldoen aan de landelijke standaarden centraal gestaan. Het tweede jaar was gericht op borging van processen en procedures. In 2014 is extra aandacht besteed aan de professionaliteit van de Team Examen Commissies (TEC.). Ook vanuit OC&W kwam de vraag om extra aandacht te besteden aan professionalisering van examenfunctionarissen, inclusief de kwaliteit van de uitvoering van examentaken. Onze ambitie was dat de TEC s van elkaar zouden kunnen leren, elkaar op ideeën zouden brengen, elkaar zouden helpen en elkaar zouden kunnen informeren over hun visie en inzichten. Hierbij is gekozen voor het inzetten van een innovatieve leeroplossing, het: Beleven=leren, een leermethode door middel van een online game, ontwikkeld door het adviesbureau SENS. De leerdoelen werden geïntegreerd in een pakkende verhaallijn en de competentie werd aangewakkerd door spelelementen en prijzen. De online game speelde zich af op het social media platform van LinkedIn. De TEC s konden met een geringe tijdsinvestering op elke plaats en via elke computer meedoen. Hun kennis van de procedures werd getoetst door dilemma s in de vorm van filmpjes. De TEC-leden moesten reageren op de praktijksituaties die daarin werden nagespeeld en aangeven hoe dit opgelost zou moeten worden. Door onderstaande QR-codes te scannen is het mogelijk één van de dilemma's en de oplossing daarvan te bekijken: De online game over examinering is op 23 mei 2014 afgesloten met een webinar. De finale is gewonnen door de TEC van het team Brood & Banket van MBO College Centrum van ROCvA. Zij wonnen een reis naar Londen. Er is een filmpje gemaakt over de Quest om ook degenen die er niet aan deelgenomen hebben een indruk te kunnen geven. Het materiaal van de Quest is gebruikt om een e- learning module voor TEC-leden te maken. Ten slotte hebben we een boekje gemaakt waarin de hele Quest (inclusief alle bijdragen van TEC-leden) is na te lezen. Door middel van het scannen van QR-codes kunnen ook de filmpjes bekeken worden. Daarnaast zijn er nog twee e-learning modules ten behoeve van Examinering ontwikkeld: de module Introductie Examinering voor nieuwe docenten en de module Rollen in de BPV ten behoeve van de beoordeling door praktijkbegeleiders van onze studenten tijdens hun stage in de bedrijven. Alle modules zijn vanaf begin 2015 te volgen via het portaal Hart voor Talent. Hart voor Talent 75

76 Tijdens de managementconferentie op Valentijnsdag 2014 is het nieuwe portaal Hart voor Talent gelanceerd. Hart voor Talent is te vinden via Portaal voor Talent. Het portaal bestaat uit een loopbaandeel en een scholingsdeel. Voorbeelden van activiteiten die gedaan kunnen worden zijn: het lezen van artikelen, filmpjes bekijken, boekentips raadplegen, vragenlijsten of testjes invullen, een actieplan maken, de e-coach raadplegen. Alles wat een medewerker doet op het loopbaangedeelte is vertrouwelijk en kan niet door iemand anders worden bekeken. Alleen als iemand expliciet aangeeft bepaalde informatie te willen delen, kan het door anderen worden gezien. Op het scholingsgedeelte is een aanbod van ruim 60 relevante trainingen en scholingsmogelijkheden te vinden. Per training staat er een uitgebreide beschrijving, inclusief informatie over de doelgroep, de inhoud, de prijs, etc. Iedereen die wil deelnemen aan een scholing kan zich hier digitaal aanmelden. De leidinggevende van de betreffende persoon krijgt dan automatisch via de mail het verzoek om de aanvraag goed te keuren. Om dit mogelijk te maken is Hart voor Talent gekoppeld aan het Personeelsinformatiesysteem Raet. In de eerste helft van 2014 zijn de kinderziektes in het gebruik verholpen. Na de zomervakantie 2014 was Hart voor Talent volledig operationeel. In 2015 wordt de volgende stap in het gebruik van Hart voor Talent het opnemen van de geplande scholingen van alle MBO Colleges. Lerarenregister Onder het motto Een professionele docent is geregistreerd hebben wij in 2014 in het kader van de Registerpilot de volgende punten als focus genomen: o Het creëren van draagvlak en betrokkenheid voor het Lerarenregister, ervoor zorgen dat het Lerarenregister een natuurlijke plek krijgt in het proces van professionalisering o De manier waarop wij de registratie van onze docenten kunnen bevorderen o De rol die 360 feedback en zelf-assessment instrumenten kunnen spelen bij reflectie en het bepalen van ontwikkeldoelen. o De manier waarop wij meer van onze professionaliseringsactiviteiten kunnen valideren. Omdat het Lerarenregister pas in 2017 wettelijk van start gaat, hebben we nog niet veel aandacht aan de communicatie besteed en ons voornamelijk gericht op vraagstukken rond de inrichting van het register. In 2014 hebben 33 docenten van ROCvA zich vrijwillig geregistreerd. De dienst HRM onderzoekt in 2015 of het actief gebruik van de mogelijkheden van Hart voor Talent mee kan tellen als professionaliseringsactiviteit voor het Lerarenregister. Management Development De 17 e groep van de Leergang Managementvaardigheden voor docenten met coördinerende taken en potentieel leidinggevenden is op 22 mei 2014 afgesloten met de certificering van 10 deelnemers. De 4 e groep van het Management Development Programma voor opleidingsmanagers is op 28 maart 2014 afgesloten, waarbij 14 deelnemers een certificaat ontvingen en hun leerervaringen en projectopbrengsten hebben toegelicht in rondetafelgesprekken. Het programma is daarna geëvalueerd. Besloten is om over te gaan naar een andere opzet. De dienst HRM ontwikkelt samen met een aantal voorzitters van MBO Colleges een nieuw programma dat aansluit bij de ontwikkeling in de organisatie naar zelfstandigheid, autonomie en leiderschap in de MBO Colleges. Het wordt een gezamenlijk traject voor hoofden van dienst en opleidingsmanagers, waarbij naast onderwijskundig leiderschap andere vragen rond leiderschap in het programma worden opgenomen. Het nieuwe programma zal in 2015 van start gaan. 76

77 12.6 Mobiliteit ROCvA heeft, in samenwerking met ROCvF, een mobiliteitsbureau ingericht dat zich richt op het bieden van loopbaan- en outplacementbegeleiding aan alle (boventallige) medewerkers en uitkeringsgerechtigden van de organisatie en het bewaken van de formatie door het beheren van de vacatures. De werkzaamheden richten zich op drie verschillende gebieden: instroom (recruitment), doorstroom (loopbaanontwikkeling en professionalisering), en uitstroom (herplaatsing en outplacement). Daarnaast heeft HRM voor mobiliteit en loopbaan ook een taak in het bewaken van de formatie door het beheren van de vacatures. Uitstroom Evenals in de afgelopen jaren is aandacht besteed aan het begeleiden van boventallige medewerkers en uitkeringsgerechtigden van werk naar werk. Het aantal medewerkers dat in aanmerking kwam voor herplaatsing en/of outplacement was in 2014 sterk minder dan in voorgaande jaren vanwege de verminderde noodzaak om te reorganiseren. De begeleiding naar een (andere) functie binnen of buiten de organisatie bestond o.a. uit individuele contacten, groepsbijeenkomsten, workshops en jobsearch. Waar mogelijk zijn de interne vacatures benut om medewerkers te plaatsen. Doorstroom In 2014 is aan alle medewerkers een digitale omgeving beschikbaar gesteld waar zij zelf aan de slag kunnen met hun professionalisering, opleiding, loopbaanontwikkeling en vitaliteit. Hart voor talent. Na de introductie en een wat aarzelende start zien we dat steeds meer medewerkers de digitale omgeving kunnen vinden. In 2015 zal extra aandacht worden besteed om het gebruik van het portaal te stimuleren en daarmee de professionalisering van medewerkers. Evenals voorgaande jaren is op verzoek van medewerkers of leidinggevenden loopbaanbegeleiding geboden in de vorm loopbaangesprekken, workshop of training. In 2015 zal dit worden gecontinueerd en zullen de mogelijkheden extra aandacht onder de aandacht worden gebracht. Instroom Als gevolge van de toenemende personeelsvraag in de komende jaren wordt recruitment een belangrijk onderdeel van de HR-functie. Na jaren van reorganiseren ontstaat er ruimte voor de MBO Colleges om nieuwe medewerkers aan te trekken. Voor het eerst sinds jaren zien we dat er in 2014 meer vacatures zijn ingevuld met externe kandidaten dan met interne collega s. Verwacht wordt dat deze trend zich in 2015 zal voortzetten. Dit biedt mogelijkheden om de teams te versterken met die kwaliteiten die nodig zijn om de teamprestaties te verhogen. Deze ontwikkeling vraagt om het versterken en anders inrichten van het recruitmentproces. De verwachting is dat in de komende jaren moeilijker zal worden om tijdig de goede mensen te vinden voor vacatures. Door tijdig de werving en selectie te verbeteren wordt hierop geanticipeerd. HRM voor mobiliteit en loopbaan vervult hierbij een spilfunctie als coördinatiepunt van de verschillende activiteiten en het benutten van de verschillende (social) media (o.a. LinkedIn) om vacatures bekend te maken en kandidaten te actief te werven. In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen om de werving en selectie van nieuwe medewerkers te versterken en kunnen realiseren. ROCvA zal zich gericht gaan positioneren en profileren als onderscheidend werkgever door mogelijkheden voor professionalisering, loopbaanmogelijkheden, arbeidsvoorwaarden (kaders voor belonen), teamgericht werken, Talent Pool en goede roosters om piekbelasting 77

78 te verminderen. Dit is noodzakelijk omdat niet alleen onze personeelsvraag in de komende jaren toeneemt, maar ook die van de omringende ROC s. 78

79 Vacatures in 2014 ROCvA Aantal vacaturemeldingen Ingevuld met interne kandidaten Ingevuld boventalligen Ingevuld uitkeringsgerechtigden Ingevuld verlenging/mutatie Externe kandidaten Niet bekend of in behandeling Waar mogelijk zijn de vacatures ingevuld met boventallige medewerkers en uitkeringsgerechtigden. Veel vacatures zijn ingevuld door het verlengen van tijdelijke aanstellingen. Voor het eerst zien we dat voor beide instellingen meer vacatures worden ingevuld met externe kandidaten. De verwachting is dat deze trend zich in 2015 zal voortzetten. Vooruitblik 2015 De hiervoor geschetste werkwijze wordt in 2015 voortgezet. Om medewerkers te faciliteren om zelf aan de slag te gaan met hun loopbaan- en professionaliseringsvragen wordt extra aandacht besteed aan de mogelijkheden die de organisatie daarvoor biedt. Vanuit mobiliteit en loopbaan zijn dit, naast een aanbod van digitale mogelijkheden en e-coaching, een aanbod van workshops, een loopbaancheck en de mogelijkheid voor een individueel loopbaangesprek. In het bijzonder zal in 2015 aandacht besteed worden aan het voeren van zogenoemde verjaardagsgesprekken waarin medewerkers worden uitgenodigd om te reflecteren op hun loopbaan. Anders dan in de voorgaande jaren zullen de loopbaanadviseurs meer aanwezig zijn op de MBO Colleges. Verder zal in 2015 de aandacht gericht zijn op het versterken van de recruitmentfunctie door ondersteuning van de MBO Colleges bij de werving van nieuwe medewerkers, door de inzet van verschillende (digitale) middelen, het opbouwen en beheer van een talentpool en door activiteiten die bijdragen aan de bekendheid en het imago van de organisaties als aantrekkelijke werkgevers Tevredenheid medewerkers Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek Van werkdruk naar werkplezier in 2013 is nader onderzoek gedaan naar de werkdruk. Het blijkt dat dit dikwijls eerder een spreidingsprobleem is dan een piekbelastingsprobleem. Veel medewerkers staan bijzonder veel of juist bijzonder weinig uren voor de klas. Dit betekent dat we veel gerichter werk gaan maken van een evenwichtiger werkverdeling. De cao biedt daarvoor ook ruimte. Met de OR zijn afspraken gemaakt over onze interne toepassing van de kaders die de cao stelt over de werkverdeling. Onder de titel Grip op je werk zijn drie varianten afgesproken die teams kunnen hanteren. Teams kiezen aan de hand van een beoordeling van de taak/werk volwassenheid van het team welke variant voor hen het meest passend is. In twee teams loopt een pilot over het terugdringen van de regeldruk en het effect hiervan op de werkdruk. Door een rechtvaardige werkverdeling zal werkdruk kunnen veranderen in werkplezier en dat maakt dat wij ons kunnen onderscheiden ten opzichte van andere ROC s, waarvoor wij beter in staat zullen zijn te komen tot een goede invulling van de toekomstige personeelsvraag. 79

80 In 2014 is een start gemaakt met de voorbereiding voor het nieuwe medewerkeronderzoek dat begin 2015 uitgezet gaat worden. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het bureau Effectory dat is uitgekozen door de MBO Raad waardoor de resultaten kunnen worden vergeleken met de gehele MBO sector. Voor het VOvA is de vragenlijst aangepast, zodat deze beter aansluit bij het VOvA. Wel blijft de vergelijkbaarheid gegarandeerd. De eerste resultaten die bij het verschijnen van dit jaarverslag bekend waren, wezen op een substantiële verhoging van de tevredenheid van de medewerkers Cao-ontwikkelingen In augustus 2014 is de nieuwe CAO-MBO van kracht geworden. De belangrijkste wijzigingen hadden betrekking op de duurzame inzetbaarheid van alle werknemers en de werkverdeling van met name mede werkers werkzaam in het primaire proces. De regelingen BAPO verlof zijn vervallen ten gunste van een nieuwe regeling Seniorenverlof. Daarin is onder andere plaats voor een Persoonlijk budget van 50 uur voor alle werknemers. Ten aanzien van de inzetbaarheid en werkverdeling van medewerkers PP is er, in de docententaak, een minimum percentage voor voorbereiding en nazorg afgesproken in het geval de werkverdeling tot stand is gekomen volgens de zogenaamde toedelingsoptie. In het schooljaar zal de nieuwe CAO voor wat betreft de werkverdeling volledig in werking treden. De cao-bepalingen rondom de werkverdeling bleken tot veel discussies te leiden. Het beleid rondom de werkverdeling heeft mede daarom extra aandacht gekregen in de vorm van een aparte beleidsnotitie, genaamd Grip op je werk. Deze beleidsnotitie is begin 2015 vastgesteld. Dit betekent dat het Bestuur en de OR overeenstemming hebben bereikt over het beleid rondom de werkverdeling. Per 1 januari 2015 wordt de nieuwe Wet Werk en Zekerheid van kracht. In de tweede helft van 2014 is veel aandacht besteed aan de analyse en interpretatie van de wijzigingen en de (voorbereiding van de) invoer daarvan. De Dienst HRM heeft bijeenkomsten georganiseerd voor alle P&O ers en PSA-medewerkers om hen te informeren over alle wijzigingen en om gezamenlijke werkafspraken te maken over de implementatie. De wijzigingen, werkafspraken en adviezen zijn door de dienst HRM samengevat in twee handreikingen, één over de cao MBO en één over de Wet Werk en Zekerheid. De hoofden P&O hebben een belangrijke rol gespeeld in de verdere communicatie over de inhoud van deze handreikingen binnen het eigen MBO College Beheersing van uitkeringen na ontslag De beheersing van de ontslaguitkeringen heeft in 2014 op dezelfde manier plaatsgevonden als in voorgaande jaren: Beperking van de instroom (met uitzondering van reorganisaties en reducties). Tweejaarlijkse toetsing op de rechtmatigheid van de ontslaguitkering door Dienst HRM. Inschakeling van het Mobiliteitsbureau van Dienst HRM gericht op het beperken van de ontslaguitkeringen door herplaatsing en outplacementactiviteiten. 80

81 13. Governance en samenwerkingsrelaties 13.1 Governance Het Bestuur van ROCvA en de RvT werken binnen de branchecode die door de BVE-sector is opgesteld, Goed bestuur in het mbo, en binnen de overige Governance-elementen in de wettelijke regelgeving over jaarverslaglegging in het onderwijs. 13 Voor de verslaglegging over 2014 is gebruik gemaakt van de checklist van de MBO Raad die de elementen van zowel regelgeving als branchecode omvat. Het Bestuur heeft geconstateerd dat in 2014 aan alle genoemde punten uit de checklist wordt voldaan. Verantwoording over de overige punten zoals vermeld in de checklist, en daarmee in de branchecode, vindt op verschillende punten in dit jaarverslag en in de jaarrekening plaats. In deze paragraaf over Governance wordt specifiek ingegaan op de sturing van de organisatie en het beheersen en toezicht houden, op de afhandeling van klachten, de zeggenschap van studenten en medewerkers, de tevredenheid van bedrijven beroepspraktijkvorming en de samenwerkingsrelaties. De sturing van de organisatie, het beheersen en toezicht houden werd ook in 2014 vormgegeven door het werken volgens een vaste beleidscyclus. Op basis van de meerjarenstrategie geeft het Bestuur in de jaarlijkse kaderbrief aan welke doelen voor dat kalenderjaar centraal staan en binnen welke kaders wordt gewerkt. Alle organisatieonderdelen formuleren op basis hiervan in een jaarplan hun doelen, de beoogde resultaten en de acties om die te bereiken. Driemaal per jaar vinden hierover verantwoordingsgesprekken plaats tussen het Bestuur en de voorzitters van directies van de MBO Colleges, die ook regisseur zijn van een of meer domeinen. Ook met de gedelegeerd bestuurder van VOvA en met de directeuren van de centrale diensten worden deze verantwoordingsgesprekken, de zogenaamde Q- gesprekken gevoerd. 14 Deze cyclus van gesprekken over de resultaten van in jaarplannen geformuleerde doelen en acties vindt ook plaats in de MBO Colleges tussen de directies en de opleidingsmanagers en in de vo-scholen tussen de directie en de schoolleiders. Enkele cruciale resultaten worden vastgelegd in managementcontracten. Het Bestuur sluit een managementcontract met de voorzitters van de MBO Colleges en de gedelegeerd bestuurder van het vo en met de directeuren van de centrale diensten. Daarnaast sluit het Bestuur een managementcontract met de RvT. Centrale thema s in de cyclus van verantwoordingsgesprekken zijn de financiële realisatie, de kwaliteit van het onderwijs en personele aspecten als professionalisering, ziekteverzuim en de verhouding tussen medewerkers in het onderwijsproces en in de ondersteunende processen. Maandelijks brengt Dienst Financiën een financiële rapportage uit zodat de actuele financiële situatie voortdurend goed in beeld is. Voor de kwaliteit van het onderwijs wordt eenmaal per jaar een risicoanalyse uitgevoerd op instituutsniveau naar aanleiding van het jaarresultaat en het diplomaresultaat. In 2014 is daarnaast, voor het derde jaar, op teamniveau een inschatting gepresenteerd van de kwaliteit van het onderwijs, van de examinering en van de kwaliteitsborging. Deze inschatting wordt gemaakt door de opleidingsmanager in samenspraak met de directies van de MBO Colleges. Ze wordt, onderbouwd met een 13 Branchecode Goed bestuur in het mbo, d.d Q-gesprekken vinden plaats per quadrimester (periode van 4 maanden). 81

82 analyse en met vermelding van mogelijke acties die naar aanleiding daarvan zijn geformuleerd, aangeboden aan- en besproken met het Bestuur. Deze analyse op zowel instituutsniveau als op teamniveau leidt tot verbeterplannen die, afhankelijk van de actie, eveneens op zowel teamniveau, het niveau van het MBO College, als op ROC niveau kunnen worden uitgevoerd. Verdere informatie voor het verkrijgen van een beeld van de kwaliteit van het onderwijs komt uit de tevredenheidsmetingen onder studenten, medewerkers en beroepenveld, eventueel inspectieonderzoek en uit audits. Alle informatie wordt op teamniveau of per opleiding geleverd om de teams in staat te stellen verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteitsverbetering. Naast het vragen naar de tevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs worden enkele groepen stakeholders nadrukkelijk betrokken bij kwaliteitsverbetering. ROCvA onderscheidt de volgende stakeholders: - medewerkers; - studenten / leerlingen / deelnemers; - bedrijven en instellingen, kenniscentra, VNO-NCW, MKB, bedrijfsleven per gemeente, Kamer van Koophandel, branches, Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs; - het onderwijsveld, partnerscholen en toeleverende en afnemende scholen - (vmbo / havo / vwo en hbo); - de overheid, gemeenten, stadsdelen, ministerie OCW. Voor participatie van de studenten, vertegenwoordigers van het werkveld en van de medewerkers in de ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het onderwijs is structureel overleg ingericht. Met studenten wordt overlegd door middel van ronde tafelgesprekken gevoerd en overleggen van klassenvertegenwoordigers. In elk MBO College is een SR ingericht en voor het gehele ROC bestaat een CSR. Inspraak van medewerkers is geborgd door de aanwezigheid van de OR bij het mbo en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) bij het vo. Bij elk MBO College is een Onderdeelcommissie (OC) geïnstalleerd die de zeggenschap op collegeniveau behartigt. Gemiddeld iedere 14 dagen vindt overleg plaats tussen het CvB en het DB van de OR. Daarnaast informeert het Bestuur zich over de stand van zaken in de teams door de jaarlijkse teamgesprekken. Elk jaar voert de portefeuillehouder van het Bestuur een open gesprek met twee teams van elk MBO College, met het vavo en met teams van het voortgezet onderwijs. De gesprekken hebben een open karakter en zijn informerend en signalerend van karakter. De teams brengen het Bestuur op de hoogte van ontwikkelingen, mogelijke zorgen en knelpunten, er is ruim gelegenheid voor het stellen van vragen of het uiten van kritiek. Tegelijkertijd informeert het Bestuur het team, aan de hand van de punten die door het team aan de orde worden gesteld, over het gevoerde beleid, de ontwikkelingen voor de nabije toekomst en de daarbij behorende informatie. Met het beroepenveld worden per domein op operationeel niveau bedrijfsadviescommissies (BAC s) en werkveldcommissies gevormd. Hier wordt de inhoud van het onderwijs besproken, in het bijzonder van de examinering maar ook de arbeidsmarktbehoefte, de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de plannen van de betreffende teams Klachten en afhandeling ROCvA kent verschillende klachtenregelingen, zowel voor externe klachten als voor klachten van intern betrokkenen zoals medewerkers, studenten en hun ouders. De regelingen zijn 82

83 toegankelijk via internet en via de portal. Daarnaast bestaat binnen ROCvA een klokkenluidersregeling. Ook is in ROCvA een eigen ombudsman werkzaam voor klachten over het onderwijs. De ombudsman functioneert als laagdrempelig, dus eenvoudig toegankelijk klachtenloket Hij is neutraal en onafhankelijk en probeert bij klachten een brug te slaan tussen de klager en de organisatie om vanuit de klachten terug te keren naar de kernwaarden van het ROC van Amsterdam. Door interventie van de ombudsman ontstaat er weer de nodige ruimte om te communiceren, te luisteren en te accepteren. Dit genereert aandacht en een serieuze, respectvolle houding (prettig) wat uitmondt in concrete oplossingen of maatregelen (daadkracht). Op die manier is het ROC van Amsterdam een betrouwbare organisatie en ontstaat er weer ruimte voor ambities. In 2014 werden er 440 meldingen en klachten ingediend bij de ombudsman. Een toename ten opzichte van voorgaande jaren (424 in 2013). De toename deed zich vooral voor bij de studenten. Het aantal klachten en verzoeken om advies door medewerkers was vrijwel gelik aan dat van De meeste klachten van studenten gingen over de onderwijskwaliteit en de organisatie en coördinatie ervan, over toelating en plaatsing en over administratieve kwesties. Dit laat zich verklaren door de toegenomen complexiteit van het middelbaar beroepsonderwijs complexer, o.a. vanwege de landelijke eisen voor Nederlands en rekenen. In 2014 waren er minder klachten van studenten over studievoortgang, faciliteiten en begeleiding en zorg. Dit komt door een verbeterde aanpak van en communicatie over het signaleren van negatieve studieresultaten of studiehouding en de oplevering van nieuwe gebouwen met meer en betere voorzieningen. Aantal meldingen en klachten Ombudsman 2014 Studenten Medewerkers Totaal Jaar Klachten Advies Totaal Bron: Jaarverslag 2013 Ombudsman ROCvA 13.3 Vertrouwenspersonen ROCvA kent vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten. In 2014 hadden 20 medewerkers van ROCvA een taak als vertrouwenspersoon voor studenten en leerlingen, 14 bij het mbo en 6 bij het VOvA.. Daarnaast kent ROCvA één vertrouwenspersoon voor medewerkers die ongewenst gedrag op de werkvloer ervaren. De vertrouwenspersonen voor studenten en de vertrouwenspersoon voor medewerkers werken vanuit het reglement voor vertrouwenspersonen. Zij houden zich bezig met ongewenste omgangsvormen, discriminatie, geweld en pesten zowel fysiek als misbruik van 83

84 digitale media. Gewerkt wordt vanuit de gedragscode die is opgesteld voor studenten en medewerkers. Deze gedragscode staat op internet en op het intranet. Het bestaan ervan, evenals de aanwezigheid van de vertrouwenspersonen, wordt vermeld in de studiegidsen. Medewerkers zullen alleen een melding van ongewenst gedrag maken als zij erop vertrouwen dat het indienen van een klacht of melding geen gevolgen heeft voor hun functie of positie in de organisatie. Geconstateerd wordt dat melder sneller de stap nemen om met de vertrouwenspersoon in gesprek te gaan, vermoedelijk door de toenemende confrontatie in het privéleven met misstanden van ongewenst gedrag, en de ervaring van toename van ongewenst gedrag via de social media. De vertrouwenspersoon richt zich tot de melder, de medewerker die ongewenste omgangsvormen op de werkvloer heeft ervaren. De vertrouwenspersoon luistert, spiegelt en probeert de vragen van de melder te beantwoorden, de melder te steunen en te adviseren met volledige in acht neming van de privacy. De interne gedragscode en de kernwaarden van de organisatie steunen ons om met elkaar de dialoog aan te gaan als wij ongewenst gedrag beleven. Door de dialoog ontstaat er ruimte voor vertrouwen en groei van kennis in ons zelf, in elkaar, en in de organisatie. De melders delen hun persoonlijk verhaal met de Vertrouwenspersoon en spreken hun zorg uit over wat zij op de werkvloer beleven. De inventarisering van de meldingen en de mogelijke signalering van onveiligheid in de organisatie worden besproken met het Bestuur. In 2015 zullen, in samenwerking met ROCvF, gezamenlijk 13 vertrouwenspersonen voor studenten geschoold worden als vertrouwenspersoon nieuwe stijl die dan daardoor volledig gecertificeerd zijn als vertrouwenspersoon volgens de landelijke richtlijnen van vertrouwenspersonen Zeggenschap studenten ROCvA heeft sinds juni 2012 een Centrale Studentenraad (CSR). Ook elk MBO College heeft een studentenraad (SR). De CSR bestaat uit twee vertegenwoordigers van elk MBO College. Zowel de CSR als de decentrale SR hebben een van de medewerkers van ROCvA als coach. De CSR vergadert eenmaal per maand steeds op een ander locatie van ROCvA. Iedere woensdag komt het DB bijeen, gezamenlijk met de coach. De voorzitter van het Bestuur wordt tweemaal per jaar uitgenodigd bij het plenaire overleg van de CSR en overlegt daarnaast zeven maal per jaar met het DB van de CSR. Ook in 2014 is de CSR bij diverse vraagstukken door het Bestuur om advies gevraagd. De CSR werkt met werkgroepen die ieder een thema verzorgen. Op verschillende punten werkt de CSR samen met de CSR van ROCvF. Ten slotte heeft de DB overleg met de voorzitter van de OR. Belangrijke activiteiten in 2014 waren: De jaarlijkse Valentijn actie op 14 februari. Bij de interne managementconferentie gingen de deelnemers s middags in gesprek met studenten uit verschillende MBO Colleges over tips en tops die door de CSR onder alle studenten waren opgehaald. 84

85 Op 8 mei heeft de centrale studentenraad CSR van ROCvA een eigen conferentie georganiseerd voor de leden van de studentenraden van de MBO Colleges, voor directies, opleidingsmanagers en docenten. Doel was het werk van de studentenraad meer bekendheid te geven en de organisatie van studenteninspraak inhoudelijk en praktisch te stimuleren en ondersteunen. Alle MBO Colleges waren vertegenwoordigd in MBO College Zuidoost, samen met een delegatie van de VO school van Bonaire en van het Ter Aa College (ROC) uit Helmond. Ook een delegatie van de studentenraad van ROCvF heeft actief geparticipeerd. Diverse opleidingsmanagers gaven acte de presence, evenals de docenten die optreden als coach van de studentenraden. In totaal een kleine honderd deelnemers. Er werden workshops werden verzorgd door experts van buiten en van binnen ROCvA. Enkele onderwerpen waren: het gebruik van social media voor verbetering van de communicatie, organisatie van medezeggenschap, continuïteit in de studentenraden en de uitslagen van de JOB enquête. Mogelijke verbeterpunten uit de JOB-monitor zijn door CSR onder aandacht gebracht van alle MBO Colleges. Eén lid van het DB van de CSR inventariseert het plan van aanpak van elk MBO College. Ten aanzien van het niet gebruiken van lesboeken is door actie van de CSR een besluit genomen door de RvB en is er een regeling getroffen. Deze houdt in dat, als aan het eind van het schooljaar aantoonbaar is dat de hele klas geen gebruik heeft gemaakt van een boek, dan zullen de kosten daarvan door de betreffende opleiding worden terugbetaald aan de student(en). Aandacht voor studieverlenging en studievertraging van voornamelijk DB leden van de CSR. In oktober is een training gegeven aan alle DB-leden over het thema balans tussen studie en studentenraadsactiviteiten. Ook worden er studievoortgangsgesprekken gevoerde tussen de coach en elk DB lid. In dit kader is ook gepland om de opvolgers in de studentenraden te werven in december / januari in plaats van in de periode april/mei om de werkdruk in de examenperiode te verminderen. Aandacht voor geoorloofde absentie van leden van de studentenraden voor taken t.b.v. de studentenraden. De brief voor docenten en managers met informatie over de rechten van leden van studentenraden is aangepast. De tekst is opgenomen in het studentenstatuut en in het huishoudelijk reglement. Het dagelijks bestuur van de CSR heeft in 2014 zijn netwerk verbreed en versterkt door te participeren bij congressen, trainingen, werkbezoeken en interne contacten waaronder met de veiligheidsregisseur, de afdeling PR, en de centrale beleidsmedewerkers. In 2015 zal opnieuw een Valentijnsactie worden georganiseerd met wederom presentatie van de resultaten op de managementconferentie op 20 februari. Om bekendheid studentenraden te bevorderen is een promotiefilm in de maak en wordt de website maandelijks geüpdatet. Een belangrijke ontwikkeling voor 2015 is de overweging om de centrale studentenraden van ROCvA en ROCvF samen te voegen. Hierover overlegt de CSR met het Bestuur. In september 2015 zal de CSR deelnemen aan de European Education Forum in München over het thema Student Participation in Student Councils. Studentenraden uit verschillende 85

86 landen komen bijeen om ervaringen uit te wisselen en van elkaars organisaties en cultuur te regelen Participerende landen zijn: (Nederland, Finland, Estland, Letland, Hongarije, Zweden en Denemarken) Zeggenschap medewerkers Het Bestuur en de OR hebben in 2014 in een open overlegstructuur diverse onderwerpen besproken. Ook zijn enkele onderwerpen ter advisering en / of instemming voorgelegd aan de OR. Het Bestuur en de voltallige OR voeren zes keer per jaar overleg. Het DB van de OR overlegt gemiddeld 1 x per 14 dagen met het Bestuur. CvB ROCvA en CvB ROCvF overleggen 5 x per jaar gezamenlijk met de DB-voorzitters van OR ROCvA en OR ROCvF. In 2014 is het Bestuur een dagdeel uitgenodigd bij een tweedaagse van de gezamenlijke OR ROCvA en OR ROCvF. Een lid van de RvT bespreekt periodiek de gang van zaken binnen de organisatie met (een afvaardiging van) de OR. In 2014 is de voltallige OR eenmalig in gesprek geweest met de voltallige RvT. Onderstaand de belangrijkste onderwerpen die in 2014 besproken zijn in het overleg tussen de OR en de het Bestuur: Cao onderhandelingen Krachtenbundeling ROCvA-ROCvF Zomeropening voor inschrijving studenten Onderwijsplanning Grip op je werk Commissie Halsema een lastig gesprek Kaderbrief 2015 Mbo staking 2015 Brief minister Bussemaker aan de kamer ( ) Gemeenschappelijke centrale diensten TOMADO Aantal aanmeldingen Gedragscode In de werkgroepen van de OR Onderwijs, Financiën, Personeel & Arbo en PR zijn diverse zaken besproken. Deze OR-werkgroepen komen ongeveer 5 keer per jaar bijeen, bespreken inhoudelijke zaken voor en bereiden zaken voor die uiteindelijk in de formele overlegvergadering tussen OR en het Bestuur op de agenda worden geplaatst Tevredenheid bedrijven beroepspraktijkvorming (bpv) Ook in 2014 hebben de teams van ROCvA het jaarlijkse onderzoek naar de tevredenheid van de praktijkopleiders in de beroepspraktijkvorming afgenomen. Het was voor de derde maal dat dit digitaal uitgezette onderzoek is uitgevoerd. De vragenlijst bestaat uit twintig vragen over de thema s informatievoorziening, bereikbaarheid, professionaliteit begeleiding, competenties van de student en examinering. De resultaten waren als volgt.. 86

87 De zijn, met Cluster vragen Informatievoorziening vooraf Verwachtingen van praktijkopleider zijn duidelijk BPV begeleider telefonisch bereikbaar BPV begeleider per bereikbaar Aantal contactmomenten met BPV begeleider Begeleiding door BPV begeleider Deskundigheid van BPV begeleider Voorbereiding van student Beroepshouding van de student Kennisniveau van de student Aansluiting theorie op praktijk Kwaliteit van de opdrachten Uitvoerbaarheid van de opdrachten Betrokkenheid van het bedrijf bij vormgeving BPV Rol bedrijf bij beoordeling Vertrouwen in examinering Tevredenheid over eindgesprek Algeheel rapportcijfer (10 puntenschaal) uitzondering van het algehele rapportcijfer afgezet op vijfpuntenschaal. Het algehele rapportcijfer is afgezet op een tienpuntenschaal. scores Over de gehele linie is er sprake van verbetering.. Bij 13 van de 17 aspecten sprake van een hogere score dan in Slechts bij 1 aspect was er een lichte teruggang en driemaal was de score gelijk aan die in Rapportcijfer per college MBO College Rapportcijfer Zuidoost 6,3 5,8 Zuid 6,2 6,2 Westpoort 6,5 5,8 Noord 6,4 6,0 Hilversum 6,3 6,1 Centrum 6,8 6,4 West 6,2 6,7 Airport 6,8 6,4 Amstelland 5,9 6,2 ROCvA 6,4 6,2 Alle mbo colleges, met uitzondering van MBO College Amstelland, hebben een score van ruim boven de 6,0. Bij 7 van de 11 mbo colleges is het algehele rapportcijfer hoger dan in 2013, eenmaal was de score gelijk. Bij 3 colleges is het rapportcijfer voor tevredenheid gedaald, bij de colleges Westpoort, West en Amstelland. Elk MBO College bespreekt de rapportage met vertegenwoordigers van haar relaties beroepspraktijkvorming om een specifieker beeld te krijgen van punten waarover nog ontevredenheid bestaat en waar de samenwerking kan worden verbeterd. Naast de scores worden daarbij ook de opmerkingen van de praktijkopleider besproken. 87

88 88

89 13.7 Samenwerkingsrelaties Luchtvaart College Schiphol ROCvA is samen met Schiphol Nederland BV en KLM partij in de Stichting Luchtvaart College Schiphol (LCS). Iedere partij neemt voor een derde deel aan de stichting. Het doel van de stichting is het bevorderen van duurzame werkgelegenheid op de luchthaven Schiphol, waarbij werkgevers toegang tot talenten hebben en medewerkers en studenten zich (blijven) ontwikkelen. De activiteiten zijn gericht op mbo-onderwijs in de luchtvaartsector op Amsterdam Airport Schiphol. Samen met het bedrijfsleven op Schiphol en met het beroepsonderwijs onderzoekt LCS welke behoeften bedrijven hebben op het gebied van werken en leren. Daarop ontwikkelt en organiseert zij innovatieve arbeidsmarkt- en onderwijsprogramma s die bedrijven helpen bij duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. LCS werkt nauw samen met MBO College Airport en Amstelland. Deze samenwerking betreft in grote lijnen de onderstaande thema s: - LCS vertaalt de behoefte van het bedrijfsleven naar werk-leertrajecten op maat waarbij MBO College Airport en Amstelland optreedt als partner voor het onderwijsprogramma; - LCS brengt haar expertise inzake veranderingen op de arbeidsmarkt in en denkt mee bij de stragische- en inhoudelijke vraagstukken ten aanzien van onderwijsprogramma s; - LCS zet actief haar bedrijvennetwerk binnen de luchtvaartsector in bij vragen van het MBO College Airport en Amstelland, bijvoorbeeld op het gebied van stageplaatsen voor docenten en studenten en beroepenoriëntatie; - LCS is ambassadeur voor het MBO College Airport en Amstelland richting het bedrijfsleven in de luchtvaart Krachtenbundeling ROCvA - ROCvF ROCvA en ROCvF bundelen vanaf 1 januari 2009 hun bestuurlijke krachten in een overkoepelende organisatie. Met name voor ROCvF maakte de schaalgrootte van de organisatie het feitelijk onmogelijk om te voldoen aan de voortdurend noodzakelijke innovatie van de organisatie, het onderwijs alsook van de onderliggende informatiesystemen, in relatie tot de dynamiek van de omgeving waarin het beroepsonderwijs opereert. Deze samenwerking is in 2012 geëvalueerd. Een aanbeveling uit het onderzoek was om de samenwerking voort te zetten. In 2014 heeft Het Bestuur met ondersteuning van het notarisbureau Van Doorne een mogelijke aanpassing van de juridische structuur onderzocht, specifiek de omzetting van de Koepelstichting in een coöperatie (UA). Hierover wordt gerapporteerd in hoofdstuk 5 van dit jaarverslag. In 2014 heeft met name de laatste fase van de integratie van de corporate diensten zijn beslag gekregen door per 1 januari 2015 de diensten van ROCvF, met daarbij alle medewerkers van die diensten, onder te brengen bij ROCvA. Deze overgang heeft plaatsgevonden met instemming van de beide ondernemingsraden en overeenkomstig de afspraak met de inspectie omzetbelasting om de integratie ook organisatorisch vorm te geven. In eerdere fasen, mede uitgevoerd in 2014, was de inhoudelijke afstemming al gerealiseerd en was, voor de overgang, de kostenverhouding in ROCvF in overeenstemming gebracht met de verhoudingen zoals die in ROCvA bestaan. Ook was de integratie al fysiek vorm gegeven door de medewerkers van de verschillende diensten op 1 locatie te concentreren. De gehele operatie heeft geleid tot reductie van de kosten en vergroting van de kwaliteit op de verschillende gebieden waarop de diensten ondersteunen Onderwijs - arbeidsmarkt 89

90 De relatie met de arbeidsmarkt wordt op verschillende niveaus vorm gegeven. De teams overleggen op operationeel niveau met bedrijven en instellingen over de uitvoering van het onderwijs, waaronder de beroepspraktijkvorming. De domeinen en de directies van de MBO Colleges overleggen via de bedrijfsadviescommissies (BAC) over ontwikkelingen in de branches en in het onderwijs. Het doel is elkaar te infomeren, te adviseren en inspireren om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren. In de verantwoordingsgesprekken zijn de inrichting van de BAC s en de punten die voortkomen uit deze overleggen een vast agendapunt. Door alle domeinen is een top 20 van bedrijven benoemd om goed te kunnen bepalen welke bedrijven relevant zijn voor bespreking van thema s op het gebied van aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt en arbeidsmarktrelevantie. Daarnaast neemt ROCvA nog op andere niveaus deel aan overleg over de duurzame relatie arbeidsmarkt onderwijs zoals het Platform Arbeidsmarkt Onderwijs in Amsterdam (PAO) waar, in samenwerking met de HvA, InHolland, de sociale partners en de gemeente Amsterdam sector- of domein overstijgende thema s besproken worden. Ten behoeve van versterking van de internationale concurrentiepositie van de metropoolregio Amsterdam is de Economic Board opgericht. ROCvA draagt bij aan het board programma Human Capital De Economic Board onderscheidt zeven economische clusters en zet met de speerpuntthema s Kennis & Innovatie, Human Capital, Duurzaamheid en Internationalisering in op versterking van de regionale economie 15. Voor ieder cluster is een Human Capital Agenda opgesteld. Bij het opstellen hiervan is ROCvA vanuit de domeinen betrokken geweest. Er zijn zes relevante programmalijnen vastgesteld: - talent benutten; - employability; - internationalisering arbeidsmarkt; - doelmatige opleidingeninfrastructuur; - nieuwe partnerships onderwijs-arbeidsmarkt; - kiezen voor de toekomst. Daarnaast is de toepassing van ICT een algemeen thema bij alle programmalijnen. Op 6 juni is het uitvoeringsprogramma Ontwikkelen en werk maken van talent gepresenteerd aan 400 vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid, waaronder burgemeester Van der Laan. De presentatie gebeurde door Henriette Maasen van de Brink, als lid van de Economic Board en verantwoordelijk voor de Human Capital Agenda. Een van de onderdelen van dit uitvoeringsprogramma is MBO Excellentie. De Amsterdam Economic Board heeft, in het kader van de regeling sectorplannen van het kabinet, eind augustus 2014 een project ingediend dat excellentie bij studenten stimuleert. De aanvraag is een onderdeel van het uitvoeringsprogramma Ontwikkelen en werk maken van talent. De MBO Colleges Zuid en Zuidoost participeren in deze aanvraag. Op 23 juni werd op MBO College Zuid de bijeenkomst voor Verrassend vakmanschap gehouden met genodigden uit de creatieve industrie en van de overheid in het onderwijs met medewerking van negen super getalenteerde ROCvA studenten. 15 De economische clusters zoals onderscheiden door de Economic Board: Creatieve Industrie, Logistiek, ICT / e-science, Financiële- & Zakelijke Dienstverlening, Toerisme & Congressen, Life Science & Health en Flowers & Food. 90

91 De bijeenkomst had een interactief karakter waarbij getalenteerde mbo-ers die starten op de arbeidsmarkt praten met mensen uit het bedrijfsleven, het (vervolg)onderwijs en overheden praten over keuzes en vervolgstappen in loopbaan van de student. Het geeft de samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt een extra dimensie. In 2015 zal opnieuw een dergelijke bijeenkomst worden georganiseerd. Toekenning aanvragen Regionaal Investeringsfonds MBO. 16 ROCvA heeft met succes twee aanvragen ingediend bij het Regionaal investeringsfonds MBO. De aanvraag van MBO College Zuid is toegekend voor het realiseren van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Creatieve Industrie 2.0. Bij MBO College Airport is de aanvraag van het House of Logistics toegekend. Van de 33 aanvragen die landelijk waren ingediend is slechts de helft toegekend, waaronder de twee aanvragen van ROCvA. 16 Verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt is een onderdeel van het regeringsbeleid. Het kabinet wil daarvoor de duurzame publiek-private samenwerking (pps) stimuleren in het beroepsonderwijs. Mbo-instellingen, bedrijfsleven en regionale overheden kunnen samen een aanvraag indienen voor subsidie uit het Regionaal Investeringsfonds mbo. 91

92 14. Marktpositie, marktontwikkelingen en huisstijl 14.1 Marktpositie en herkomst studenten De belangrijkste herkomstgemeentes en regio s voor ROCvA zijn Amsterdam, Haarlemmermeer en omstreken, de Gooi- & Vechtstreek en Almere. De meeste mbostudenten wonen in Amsterdam, namelijk Hierna volgt Almere met studenten, gevolgd door Haarlemmermeer en omstreken met studenten en de Gooi- & Vechtstreek met studenten. ROCvA is met studenten (65.8%) van alle mbo studenten in Amsterdam overtuigend marktleider. Op afstand volgt ROC Top met 16,2%. Ook in de Gooi- & Vechtstreek is ROCvA veruit de grootste speler met een marktaandeel van 49,6%. Na ROCvA volgt in deze regio MBO Amersfoort met 12,8% en ROC Midden Nederland met 12,3%. In de regio Haarlemmermeer en omstreken is het Nova College marktleider met een marktaandeel van 38,1%. ROCvA is met 32,3% in deze regio ook een grote speler. Marktaandelen. Studentenaantallen en marktaandelen ROCvA 2014/2015 t.o.v. 2013/2014. Het betreft hier ongewogen aantallen studenten. De aantallen kunnen enigszins afwijken van de aantallen formeel bekostigde studenten die in de jaarverslagen staan vermeld. Jaar Ontwikkeling Marktaandeel Instelling 2013/ /2015 aantal % 2013/ /2015 ROCvA ,6% 18,9% 19,4% ROCvF ,5% 4,0% 3,9% ROC MN ,7% 12,9% 12,4% Deltion ,4% 9,5% 9,8% Friese Poort ,8% 9,4% 9,4% Horizon ,1% 8,1% 8,0% Nova ,4% 8,0% 7,8% Landstede ,4% 7,8% 7,9% Leiden ,7% 6,1% 6,4% MBO A'foort ,0% 4,9% 4,8% Regio ,4% 3,9% 3,7% ROC Top ,3% 3,5% 3,4% MBO Utrecht ,4% 3,1% 3,1% Totaal ,2% 100% 100% Bron: bestand DUO-CFI, bew erkt door afdeling Marketing, februari /2015 is referentietelling, 2013/2014 is bekostigingstelling ROCvA is marktleider met een aandeel van 19,4%. Het aandeel is ten opzichte van 2013 / 2014 gegroeid met 0,5. ROCvA is hiermee de grootste stijger in de regio. ROCvA wordt gevolgd door ROC Midden Nederland met een marktaandeel van 12,4% (-0,5) en het Deltion College met een aandeel van 9,8% (+0,3). ROC Midden Nederland laat de grootste daling in marktaandeel zien. Vanaf 2010/2011 is er een dalende trend te zien in het aantal studenten in de regio. Het aantal is in 2014/2015 ten opzichte van 2010/2011 gedaald met -3,1 ( studenten). Het marktaandeel van ROCvA laat de afgelopen 5 jaar een stijgende trend zien. In 2010/2011 had het ROCvA nog een marktaandeel van 17,9%. Inmiddels is dit in 2014/2015 gestegen naar 19,4% (+1,5). ROCvA laat hiermee de grootste stijging zien. 92

93 De grootste daling in de afgelopen 5 jaar is te zien bij het Nova College. Het marktaandeel daalt van 8,7% naar 7,8% (-0,9). Ook ROC Midden Nederland laat een forse daling zien (-0,8). ROC Top is gestart in 2012/2013 met een marktaandeel van 3,9%. Dit aandeel is gedaald naar 3,4% (-0,5). In 2013 is ROCvA gestart onderzoeken te doen naar de verhouding tussen aanmeldingen en daadwerkelijke plaatsing, het zogenaamde afhaakonderzoek. Als gevolg van de overgang naar een nieuw administratiesysteem (EduArte) is een rapportage over het ROCvA dit jaar niet mogelijk. In 2015 zal het weer mogelijk zijn een rapportage over deze verhouding te leveren. 93

94 15. Bedrijfsvoering 15.1 Huisvesting Het huisvestingsprogramma is in 2014 opnieuw uitgevoerd binnen de gestelde normen van maximaal 9% van de lump sum en een tarief van 102,50 per m 2 bruto vloeroppervlak. Ook de inhoudelijke doelstellingen voor 2014 werden gerealiseerd. Strategisch Huisvestingsplan Het strategisch huisvestingsplan is geactualiseerd op basis van de gesprekken met de directies van de MBO Colleges. De meerjarenraming behorend bij het Strategisch Huisvestingsplan is geënt op de. componentenmethode. De taxatieronde voor alle nieuwbouwpanden en voor de bestaande panden is in 2014 afgerond. Eind 2014 zijn plannen ontwikkeld voor een fundamentele aanpak van de locatie Elandsstraat in Amsterdam. Het strategisch huisvestingsplan is als aparte bijlage opgenomen (paragraaf 16.5). Nieuwbouw en renovatie De bouw van de nieuwbouw van de horecavakschool in de Betuwestraat te Amsterdam (ca m 2 bvo) is eind 2014 afgerond. In het voorjaar van 2015 zal het centraal bureau van het VOvA zijn intrek doen in het gebouw, in augustus zullen de beide vmbo scholen Hubertus en Berkhoff het gebouw betrekken. Renovatie en uitbreiding Tobiasschool in Amsterdam (Rietwijkerstraat, (ca m 2 bvo). Er was vertraging door bezwaren vanuit de buurt tegen verlening van de omgevingsvergunning. Deze bezwaren zijn afgewezen. Een aantal omwonenden is daartegen weer in beroep gegaan. De vraag van enkele buurtbewoners om schorsing van de werkzaamheden is door de Raad van State afgewezen. De bodemprocedure loopt nog zeker tot het voorjaar van Door de afwijzing van het verzoek om schorsing van de bouw kon de sloop eind 2014 worden afgerond en de heropbouw beginnen. Verwachte afronding in de zomer van De tijdelijke huisvesting blijft beschikbaar tot 1 november Nieuwbouw Hyperion College / Overhoeks Amsterdam Noord. (ca m 2 bvo) Kavel 6 op Overhoeks is door de gemeente Amsterdam definitief toegewezen als locatie voor de nieuwbouw. De financiering van de nieuwbouw is toegewezen. Verwachte realisatie in In de tussentijd wordt de tijdelijke huisvesting op Overhoeks uitgebreid om de groei van de school tot 2018 te kunnen opvangen. Nieuwbouw Stelle College Zeeburgereiland Amsterdam (ca m2 bvo) In het najaar van 2014 zijn de RvT en het bestuur akkoord gegaan met nieuwbouw voor het Stelle College op het Zeeburgereiland. De huidige locatie in Oost aan de Mr. Treublaan zal in 2017 worden verruild voor deze nieuwbouw. De financiering is geborgd bij de gemeente Amsterdam. De sportlessen zullen uitgevoerd gaan worden in een door de gemeente te bouwen sporthal vlakbij de kavel van de school. Renovatie R. Vinkeleskade Amsterdam (ca m 2 bvo). De renovatie is eind 2014 afgerond. Het vavo is teruggekeerd op de Vinkeleskade. De tijdelijke locatie aan het Kon. Wilhelminaplein is per 31 december 2014 definitief opgeleverd aan de verhuurder. 94

95 Verhuizingen en verbouwingen Naast de grote verhuizing van het vavo van het Kon. Wilhelminaplein terug naar de Vinkeleskade waren er twee kleine verhuizingen: - De Frank Sanders Akademie is teruggekeerd naar de locatie aan de Postjesweg. De vrijgekomen ruimte aan de Europaboulevard is bestemd voor de Kunstopleidingen aldaar en voor de opvang van de verwachte groei in Enkele praktische bouwopleidingen van MBO College Noord zijn ondergebracht bij het SSP in Diemen. Daardoor is aan de Meeuwenlaan in Noord ruimte vrijgekomen om de Entreeopleidingen te huisvesten. Er zijn in 2014 diverse zomerprojecten uitgevoerd: - Examencentrum 4 e etage Fraijlemaborg, MBO College Zuidoost: - Invulling van vrijgekomen ruimten door vertrek opleidingen van Zadkine, MBO College Westpoort: Tempelhofstraat - Examencentrum Laan van Spartaan, MBO College West. - Studentensuccescentrum, MBO College Hilversum. De vestigingen aan de Draaikom in Huizen (256 m 2 ) en de Dudokweg in Heerhugowaard (367 m 2 ) zijn gesloten. De vestiging van Educatie Amsterdam aan de Postjesweg is met ruim m 2 ingekrompen. Het huurcontract met ROC Zadkine aan de Tempelhofstraat (ca. 600 m 2 ) is opgezegd per 1 juli De vrijgekomen ruimte wordt gebruikt voor MBO College Westpoort. Vastgoedtransacties In de laatste maanden van 2014 is het pand aan de Voormalige Stadstimmertuin 1-3 Amsterdam aan de koper, Innova Investment, geleverd. Signing Eind 2014 is een integraal signingproject gestart waarbij alle locaties van ROCvA worden voorzien van de nieuwe huisstijl. Het project is Europees aanbesteed. Het loopt door tot in het voorjaar ICT De dienst ICT werkt vanuit de missie ICT doet het gewoon. Bij innovaties en inrichting van beheer is dit in de komende jaren het uitgangspunt voor Dienst ICT was een jaar waarin voor ICT veel concrete resultaten zijn bereikt, conform de beschreven plannen in het activiteitenplan Op het gebied van infrastructuur is er een omvangrijke uitrol geweest van een krachtiger WIFI netwerk. Ook zijn alle vestigingen nu aangesloten op een zeer snel glasvezelnetwerk en is de internetsnelheid flink opgeschroefd (naar 10 Gb). De bronsystemen Raet, Eduarte en Magister (VOVA) zijn nu voeding voor het systeem van Identity Management (wie mag er inloggen). Vraagsystemen maken gebruik van die informatie en beschikken daardoor altijd over actuele studenten en personeel. Bijna docenten zijn voorzien van een tablet om te gebruiken in de lessen en voor de aanwezigheidsregistratie. Met de nieuwe standaard printomgeving kunnen gebruikers veilig printen. Daarnaast is een nieuwe scanomgeving gerealiseerd die ingezet wordt bij het verder digitaliseren van processen. 95

96 Voor kaartmanagement is een vereenvoudiging en een standaardisatie doorgevoerd. Hierdoor zijn de totale kosten voor toegangsbeheer afgenomen. De veiligheid rond het digitale gebruik van applicaties en systemen is vastgelegd in een beleidsnotitie en bijbehorende activiteitenplan. In 2014 zijn, als onderdeel daarvan, de gedragsregels vastgesteld. Alle gebruikers van EduArte loggen nu veilig in met een digipass: naast de loginnaam en een sterk wachtwoord is dit een extra beveiliging, bijvoorbeeld met betrekking tot het invoeren van cijfers. Sharepoint is verder uitgerold. De focus lag enerzijds op het implementeren van de Onedrive en de Teamsites als opslagmedium in de cloud voor personeel en voor teams. Anderzijds hebben alle MBO Colleges een intranetsite gebouwd in Sharepoint. Het nieuwsdeel daarvan is in 2014 beschikbaar gekomen. Bij het uitrollen van het nieuwe design zal ook de content beschikbaar komen. In 2015 zal de gepersonaliseerde pagina voor personeel en studenten worden gerealiseerd (mijn documenten, mijn cijfers, mijn applicaties etc). De dienst ICT heeft daarvoor, onder eigen regie, circa 170 cursussen verzorgd voor de medewerkers. Deze bijscholing loopt in 2015 door. Landelijk is de gehele MBO-sector in 2014 formeel aangesloten bij SURF. In de komende 2 jaar zal geleidelijk alle software via SURF besteld kunnen worden. Het internet werd al afgenomen via SURF. Voor 2015 en daarna neemt het gebruik van de cloud verder toe. Via internet komt steeds meer beschikbaar. Ook zal de gebruiker in toenemende mate steeds meer een eigen device gaan gebruiken. Voor studentenwerkplekken betekent dat een ingrijpende reductie en voor de docent een andere didactische aanpak. De dienst ICT wil daarbij intensiever gaan ondersteunen Onderwijsinformatie De dienst Onderwijsinformatie bestaat uit de clusters Studentenzaken en Informatievoorziening. Studentenzaken verzorgt de registratie van alle gegevens van de student in opleiding. Dit cluster werkt met decentrale bureaus Studentenzaken die gelokaliseerd zijn op de MBO Colleges. Hiervoor is gekozen om de teams optimaal te kunnen ondersteunen. Het cluster Informatievoorziening is verantwoordelijk voor het functioneel beheer, het informatiemanagement en de rapportage van de onderwijslogistiek. De beide clusters zijn in de jaren 2012 en 2013 ingericht en operationeel geworden. In 2014 is verder gewerkt aan stroomlijning van processen en werkwijzen van de kernregistratie van gegevens rond de studenten. Daarbij is in 2014 de inrichting het ondersteunende informatiesysteem op alle nieuwe ontwikkelingen gekomen als gevolg van de invoering van Focus op Vakmanschap. Belangrijke componenten hiervan zijn de consequenties van de invoering van de Entree opleidingen, met het daarbij horende toelatingsbeleid, de voorbereiding op het nieuwe bekostigingsmodel, de cascadebekostiging en de inrichting van het vernieuwde onderwijs en de bijbehorende examinering, als gevolg van het vorm geven van de nieuwe kwalificatiedossiers. Met name deze laatste ontwikkeling zal zeker in 2015 nog een behoorlijke inspanning met zich meebrengen. Ten slotte was voor 2014 de invoering van EduArte een belangrijke en omvangrijke operatie. (zie 15.4) 96

97 15.4 Invoering EduArte ROCvA heeft in samenwerking met ROCvF gekozen voor de invoering van EduArte, een onderwijslogistiek systeem ter ondersteuning van vooral administratieve processen in het onderwijs en de bedrijfsvoering. Na de volledige uitrol zal het pakket integraal gebruikt worden voor de volgende processen: Digitaal aanmelden en intake Studentenadministratie Presentieregistratie en koppeling met verzuimloket Facturering van Wettelijk Cursus Geld Beheren van kwalificerende structuren Beheren van ontwikkelingsgerichte structuren Registreren van toets- en examenresultaten en diplomeren Loopbaanbegeleiding Zorg & ondersteuning De impact van de invoering van EduArte is erg fors. Het raakt het hart van het onderwijs en van de bedrijfsvoering. De invoering betekent een omvangrijke hoeveelheid werk en vraagt om grote flexibiliteit van de medewerkers. Het doel, een systematiek waarbij alle informatie over studenten, voor onderwijs en bedrijfsvoering, op één plek te vinden is, vergt een bepaalde mate van standaardisatie en compliance tot aan elke individuele docent. Iedereen moet mee doen. Het doen van nut en noodzaak van invoering is een belangrijk aspect van het project. De eerste reacties zijn positief. Ondanks dat alles nog niet perfect verloopt, is er sprake van brede verwachting dat de invoering een grote verbeterstap zal betekenen. Bij de start van het schooljaar 2014 / 2015 is de projectorganisatie uitgebreid met een beheer- en ontwikkelteam voor verdere inrichting en implementatie van EduArte in het onderwijs. Vanwege de omvang van de operatie en van de organisatie is besloten om de uitrol in twee fasen te laten verlopen. De implementatie van het intakeproces is op een aantal MBO Colleges moeizaam verlopen. Vanuit het project is onvoldoende onderkend welke impact aan verandermanagement dit voor sommige colleges vergde. Gezamenlijk is dit door de betreffende MBO Colleges en de projectleiding aangepakt en opgelost. Een aspect dat speelde bij de implementatie betrof het verkrijgen van een certificaat van DUO voor het verzuimloket. Kern van het probleem was dat DUO geen gezamenlijk certificaat voor ROCvA en ROCvF wilde verstrekken. Na intensief overleg met de direct betrokkenen van DUO is dit inmiddels opgelost. In onderstaande tabel is op hoofdlijnen aangegeven welke onderdelen zijn gerealiseerd in Onderdeel Bevat Realisatie Studentenadministratie Registratie deelnemers mei 14 Digitaal aanmelden en Intake Aanbod van opleidingen is digitaal beschikbaar mei 14 Intake proces deels ondersteund door Eduarte Uitbreiding ondersteuning door Eduarte vanaf februari 2015 (specialistische intake) Aan-en afwezigheidregistratie Digitaal registreren aanwezigheid mei 14 Automatische koppeling met verzuimloket 97

98 Onderdeel Bevat Realisatie Diplomeren (1) Diploma komt uit Eduarte, resultatenlijst uit Trajectplanner Diplomeren (2) Resultaatstructuren en slaag-zakregeling kwalificerende deel van opleidingen in Eduarte Conversie examenresultaten Trainingen teams invoeren examenresultaten en kandidaat stellen Examenresultaten worden gepubliceerd via Selfservice app. Begeleiding studenten Intake (2), doorontwikkeling (1 e lijn) Loopbaanbegeleiding en pluscoaching Inventarisatie, registratie en verwijzing extra begeleiding en ondersteuning van studenten Ondersteuning van studenten (2 e lijn) BPV coördinatie en begeleiding Administratieve ondersteuning voor LEC s Specialistische intake Trajecten aanmaken voor aanbod van ondersteuningstrajecten voor studenten Werken met de trajecten Educatie Studentenadministratie Aan-en afwezigheidregistratie Verwerking van resultaten 98 mei 14 december 14 Conversie heeft uitloop naar februari 15 Inrichting december 2014 Implementatie MBO Colleges 2015 Inrichting december 2014 Implementatie MBO Colleges 2015 december 2014 Document management Oude document archiefsystemen zijn overgezet oktober 2014 systeem (DMS) naar EduArte Kaartmanagement systeem Oude kaartsystemen zijn vervangen door een augustus 2014 (KMS) nieuw systeem Digipass Alle medewerkers moeten inloggen om in Eduarte te kunnen werken ( beveiliging) december 14 (live jan. 15) Facturatie facturering wettelijk cursusgeld vanuit Eduarte november 14 Om de beveiliging van EduArte te verbeteren is een token gekoppeld aan uitvoering van de processen. Hierbij krijgt elke ROC medewerker die toegang moet hebben tot EduArte een apparaatje (token) dat via een pincode geactiveerd kan worden. Naast het gebruikelijke inloggen met de gebruikersnaam en een wachtwoord is dan ook een code van dit persoonlijke token nodig. Vooruitblik Het jaar 2015 zal in het teken staan van het in gebruik nemen van EduArte door de onderwijsteams. De doelstelling is om samen met de MBO Colleges EduArte zo in te richten dat de onderwijsorganisatie professioneel ondersteund wordt in de administratieve processen in het primaire proces. Het in gebruik nemen van EduArte is een kans om administratieve processen in het onderwijs van de verschillende teams van het MBO College effectiever in te richten cq in lijn te brengen met elkaar. Voor de implementatie is een trainingsprogramma opgesteld voor alle medewerkers. In 2015 worden nog de onderstaande onderdelen van EduArte, die voor het onderwijs van belang zijn, in ontwikkeling genomen. Resultaatstructuren onderwijsprogramma. Toets- en examenlogistiek. Onderwijsportaal, een gebruiksvriendelijke interface voor docenten en studenten. De voorbereidingen om te komen tot uitrol in het eerste kwartaal van 2015, hebben plaatsgevonden. Vanaf maart 2015 werken alle MBO Colleges van beide ROC s met een zelfde inrichting in EduArte.

99 16. Bijlagen Jaarverslag Samenstelling van het Bestuur 2014 De heer drs. Edo C. M. de Jaeger (1958) Voorzitter College van Bestuur ROC van Amsterdam Voorzitter Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC van Flevoland Portefeuille: Strategische positionering en beleid Strategische relaties Interne en externe governance Bestuurs-, algemene- en juridische zaken Veiligheid / de Veilige School MBO Colleges: o MBO College Airport o MBO College Amstelland o MBO College Lelystad o MBO College Zuid o Business College Domeinen: o Luchthaven o Logistiek o Sport o Mode & Uiterlijke Verzorging o Kunst & Cultuur Diensten: o PR, Marketing & Communicatie o Bestuursdienst Maatschappelijke functies - Voorzitter Samenwerkingsverband ROC van Nederland (merknaam ROC4NL.EU) - Lid Politieonderwijsraad en Voorzitter Commissie Horizontale Afstemming en Verantwoording (de Commissie HAV is vanaf 2014 operationeel) - Lid Dagelijks en Algemeen Bestuur stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) - Lid van het Bestuur van Luchtvaart College Schiphol (v/h Stichting Schiphol College) - Lid Algemeen Bestuur Amsterdam Netwerk Council - Lid Raad van Advies van Topsport Amsterdam - Ambassadeur Olympisch Stadion - Adjudant van HM de Koningin in buitengewone dienst, honorair lid van de hofhouding - Reserveofficier (luitenant-kolonel) Garderegiment Jagers De heer Ronald C.A. Wilcke (1953) Vicevoorzitter Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC van Flevoland Voorzitter College van Bestuur ROC van Flevoland Portefeuille: Strategisch onderwijsbeleid mbo 99

100 Domeinontwikkeling Kwaliteitszorg Strategische relaties: mbo-hbo Human Resources MBO Colleges: o MBO College Centrum o MBO College West o MBO College Westpoort / Noord o MBO College Zuidoost Domeinen: o Horeca, Bakkerij & Facilitair o Toerisme & Recreatie o Zorg & Welzijn o Techniek & Technologie o Mobiliteit o Handel & Ondernemen Dienst: o HRM Maatschappelijke functies - Voorzitter bestuur Stichting Sportservice Flevoland en Olympisch Netwerk (tot ) - Voorzitter Bedrijfstakgroep Motorvoertuigen-, Carrosserie- en Tweewielertechniek van de MBO Raad - Voorzitter Benoemingsadviescommissie MBO Raad - Lid Raad van Toezicht en Voorzitter commissie onderwijs, onderzoek en contractactiviteiten Noordelijke Hogeschool Leeuwarden - Lid bestuur de Nieuwe Meso - Lid Stuurgroep Human Capital van de Amsterdam Economic Board (vanaf ) - Lid Amsterdam Logistic Board - Lid bestuur Innovam (Bevam) - Lid bestuur JINC - Lid Kerngroep Jeugd gemeente Almere De heer Ricardo J.W. Winter (1951) Lid Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam ROC van Flevoland Gedelegeerd bestuurder Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA) Portefeuille onderwijs: vo, vavo, vmbo mbo, mbo-1 / Entree-opleidingen, kwetsbare jongeren strategische relaties, m.n. vo voor het totale werkgebied ROC van Amsterdam-ROC van Flevoland en VO Raad vsv-beleid en zorgstructuur Maatschappelijke functies - Voorzitter Btg HTVF (bedrijfstakgroep Horeca, Toerisme & Recreatie, Voeding en Facilitaire Dienstverlening van de MBO Raad) - Lid Bestuur Stichting Innovatieve TeamStages - Lid Raad van Toezicht van Circus Elleboog - Lid Raad van Toezicht Jongerenencultuurfonds - Lid Bestuur Kenwerk 100

101 - Lid Bestuur OSVO: behalve penningmeester ook verantwoordelijk voor de portefeuille arbeidsmarkt en personeelsbeleid - Lid Bestuur Samenwerkingsverband VO Amsterdam De heer Gerrit Vreugdenhil (1955) Lid Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam ROC van Flevoland Portefeuillehouder bedrijfsvoering Portefeuille: Financiën ICT Student en onderwijsinformatie Huisvesting Facilitair Planning en control (waaronder interne- en externe verantwoording) MBO Colleges: o MBO College Almere o MBO College Hilversum Domeinen: o Marketing, Economie & Administratie o Veiligheid o Media & Vormgeving o ICT Diensten: o Financiën o ICT o Onderwijsinformatie o Facilitair Maatschappelijke functies - Voorzitter van de Raad van Toezicht van Amaris Zorggroep in de Gooi en Vechtstreek en Eemland - Voorzitter Btg ESB&I - Lid Raad van Toezicht Stichting Prisma te Almere - Lid Raad van Toezicht van Stichting ex:plain - Lid bestuur Stichting ECABO - Penningmeester van een klein pensioenfonds 16.2 Samenstelling 2014 Raad van Toezicht Mevrouw mr. G.H. Faber Voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Governancecommissie Lid Remuneratiecommissie Maatschappelijke functies - Burgemeester gemeente Zaanstad Voorzitter Veiligheidsregio Zaanstreek - Waterland Voorzitter Stichting Marketing Zaanstreek *) gebonden aan de functie van Burgemeester gemeente Zaanstad 101

102 - Voorzitter Adviescommissie Ruimtelijke ontwikkeling van de Provincie Noord-Holland - Voorzitter Bestuur Stichting Nationaal Brandweer Monument - Voorzitter Raad van Toezicht Reumafonds - Lid Politiediversiteitsraad - Voorzitter Veiligheidsberaad/Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) - Lid Politie Onderwijsraad - Bestuurslid Nederlandse Rode Kruis Mevrouw drs. J.C.H.G. Arts Vicevoorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Remuneratiecommissie Lid Onderwijscommissie (a.i. periode tot )1 september 2014 tot 1 januari 2015) Maatschappelijke functies - Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Flevoziekenhuis Bestuurder Flevozorg BV *) gebonden aan de functie van vz. RvB St. Flevoziekenhuis - Lid Raad van Toezicht NOS - Lid Raad van Advies SEO Economisch Onderzoek te Amsterdam - Lid Higher Education Development Board van Windesheim Flevoland - Auditor Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ) - Lid Comité van aanbeveling Verenging Dutch Health Hub - Lid Comité van aanbeveling Stichting Annemieke Timmerman De heer ir. F.P. Bijdendijk Lid Raad van Toezicht Voorzitter Auditcommissie Maatschappelijke functies: - Onafhankelijk consultant - Voorzitter Bestuur Stichting Nationaal Renovatie Platform (NRP) te Rotterdam - Voorzitter Bestuur Voedselbank Amsterdam te Amsterdam - Lid Raad van Toezicht Stichting Cordaan te Amsterdam - Lid van de Raad van Commissarissen Wonam BV te Amsterdam De heer F.I.M. Houterman, Directeur Houterman Management Consultancy BV (lid RvT tot en met ) Lid Raad van Toezicht Lid Governancecommissie Lid Auditcommissie Maatschappelijke functies - Lid Raad van Toezicht BNN VARA Omroep - Lid Raad van Toezicht CNV Publieke Zaak - Lid Raad van Toezicht waarborgfonds Kinderopvang/Ruimte Onderwijs - Lid Raad van Toezicht Metropole Orkest - Lid Raad van Toezicht Jongeren Cultuurfonds Commissariaten - Rabobank Amsterdam 102

103 - Amsterdam RAI - Hampshire Hotel Group - Tahal / GTC (Kardan Group) De heer E.P. van Maanen (afgetreden per 1 september 2014) Lid Raad van Toezicht Voorzitter Onderwijscommissie Maatschappelijke functies - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Leiden - Lid Adviesraad Expertisecentrum Handicap + Studie - Lid Raad van Toezicht Scholengemeenschap Schoonoord te Zeist - Lid Raad van Toezicht LFB De heer drs. R.C.Th. Ootjers Lid Raad van Toezicht Lid Onderwijscommissie Maatschappelijke functies - Fractievoorzitter CDA Staten van Noord Holland - Voorzitter Stichting Oude Hollandse Kerken De heer drs. K. Baldewpersad Tewarie RA (Lid RvT m.i.v ) Lid Raad van Toezicht Lid Auditcommissie Maatschappelijke functies: Huidige functies: - Consultant Dasym Investment Strategies - Voorzitter van de jury van The Other Network, jaarlijkse verkiezing van de multiculturele zakenman van het jaar - Lid van de auditcommissie van de FNV - Lid van Raad van Toezicht en Lid Auditcommissie Reumafonds Nederland Voormalige functies: - CFO VION Food - CFO/CIO Euretco Holding B.V - CFO en lid van de hoofddirectie van Laurus NV - Voorzitter Raad van Advies Jones lang Lasalle - Lid van het Bestuur Stichting NOTS Investments, actief op gebied van microkredieten - Lid van het Bestuur van Stichting Suikeroom, participatiefonds om multiculturele ondernemers op weg te helpen - Adviseur van St. India RUN 103

104 16.3 Rooster van aftreden RvT 2014 Een lid Raad van Toezicht treedt volgens rooster, doch uiterlijk vier jaar na zijn benoeming, af en is eenmaal herbenoembaar. Naam Benoemd 1 e herbenoeming Aftredend en niet herbenoembaar dhr. F.I.M. Houterman* dhr. ir. F.P. Bijdendijk mw. mr. G.H. Faber mw. drs. J.C.H.G. Arts** dhr. drs. R.C.Th. Ootjers** dhr. E.P. van Maanen***) Dhr. drs. K.B. Tewarie RA *) dhr. F.I.M. Houterman is per afgetreden conform het rooster van aftreden **) mw. drs. J.C.H.G. Arts en dhr. drs. R.C.Th. Ootjers zijn per herbenoemd ***) dhr. E.P. van Maanen is per afgetreden i.v.m. zijn benoeming als voorzitter College van Bestuur bij ROC Midden Nederland 104

105 16.4 Verklarende begrippen en afkortingen Afkorting / Begrip AD ALG APCG AT BAR BBL BOL BOT BPV BVO BYO CE COE CRASH CSR DEC DMO DOOR DUO DWI E&I EduArte Entree ERP Expo FoV FTE G4 GPL HRM HvA IRS JOB Job Monitor LB en LC LCS LEC LGF Definitie Associate Degree. Een formele graad in het hoger beroepsonderwijs. Na succesvolle voltooiing van deze 2-jarige opleiding kan een student na twee jaar een hbo-bachelor behalen. Action learning groups. Groepen die al werkende en in onderlinge samenwerking een gemeenschappelijk thema uitwerken. Armoedeprobleemcumulatiegebieden of Probleemcumulatiegebieden. Op postcode onderscheiden gebieden waarin op drie criteria een drempelwaarde wordt overschreden: scholen met studenten uit deze regio s ontvangen extra middelen om achterstanden te bestrijden Accountantstelling: telling aantal studenten na accountantscontrole Bedrijfsadviesraad. Beroepsbegeleidende leerweg, werken gecombineerd met leren. Beroepsopleidende leerweg Begeleide onderwijstijd. Beroepspraktijkvorming Bruto vloeroppervlak Bring Your Own Device: werknemers en studenten maken gebruik maken van hun eigenapparatuur bij het werk of de studie. Centraal examen, landelijk examen. Centraal Ontwikkelde Examens (taal en rekenen) (landelijk) Cursus Reanimeren voor Alle Studenten in Holland Centrale Studentenraad Domeinexamencommissie: verantwoordelijk voor de examenproducten Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling: dienst van de gemeente Amsterdam Overleg van de directeuren onderwijs van de MBO Colleges. Dienst uitvoering onderwijs. Dienst van het ministerie van OCW die o.a. de formele kengetallen t.a.v. rendement en vsv vaststelt. Dienst Werk en Inkomen: dienst van de gemeente Amsterdam Educatie en Inburgering: organisatorische eenheid van ROCvA Administratiepakket voor ondersteuning van de processen rond de studentenadministratie, de onderwijscatalogus, de aan- en afwezigheidsregistratie en het studentenvolgsysteem. Onderwijsniveau voor studenten zonder diploma van het vmbo, gericht op doorstroom naar niveau 2 van het mbo of op doorstroom naar de arbeidsmarkt. Enterprise Resource Planning: computersoftware ter ondersteuning van alle processen ten aanzien van de bedrijfsvoering en de onderwijslogistiek binnen ROCvA-ROCvF Expertisecentrum Passend Onderwijs Focus op Vakmanschap: wetgeving voor mbo van ministerie OCW Full Time Equivalent: rekeneenheid waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte wordt uitgedrukt De vier grote steden in Nederland: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Gemiddelde personeelslast. Human Resource Management Hogeschool van Amsterdam Incident Registratiesysteem voor registratie van incidenten t.a.v. veiligheid. Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs Landelijk tevredenheidsonderzoek van de JOB onder studenten mbo. Leraar B en leraar C. Functies van docenten. Stichting Luchtvaart College Schiphol Loopbaanexpertisecentrum Leerling gebonden financiering. Financiële middelen voor ondersteuning van studenten met een beperking. 105

106 LOB Loppbaanoriëntatie en begeleiding. LWO Leerwegondersteunend onderwijs MAB Markt- en businessaantrekkelijkheidsanalyse. Analyse van het marktaandeel van het ROC en de concurrerende instellingen in het verzorgingsgebied. Matchpoint Steunpunt voor MBO Colleges van ROCvF voor intake en specialistische begeleiding. MEC MBO College Examencommissie: verantwoordelijk voor de organisatie van de examens en toezicht houdend op de TEC s MT Managementteam. O2 Ondernemerschap OR Ondernemingsraad PAO Platform Arbeidsmarkt Onderwijs: overlegplatform in Amsterdam PDG Pedagogisch Didactisch Getuigschrift. Document dat de bevoegdheid verleend voor docent LB, afsluiting van de zogenaamde BVE-cursus PP Primair proces. Onderwijsuitvoerende activiteiten. PRC&M Public Relations, Communicatie en Marketing: centrale dienst van ROCvA en ROCvF PrO Praktijkonderwijs: voortgezet onderwijs voor geïndiceerde leerlingen met een IQ van 80 of lager Q1, Q2, Q3 Quadrimester. Periode van 4 maanden, ritme van de verantwoordingsgesprekke. QR code Quick Respons code. Tweedimensionale streepjescode om snel toegang tot informatie te verschaffen. REC Regionale Expertise Centra. Opleidingsinstituten voor leerlingen met een specifieke begeleidingsbehoefte. RMC Regionaal Meld en Coördinatiepunt Route21 Groep medewerkers van het ROC die werken onderwijsontwikkeling gericht op vaardigheden van de 21 e eeuw, met toepassing van nieuwe media. Route66 Beweging in het ROC van medewerkers gericht op verdere ontwikkeling van de organisatie vanuit een andere wijze van benadering van vraagstukken. RR Referentieraming, voorlopige telling in oktober op basis van eigen gegevens RvT Raad van Toezicht SBB Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven SchoolEx2.0 Programma van OCW gericht op het stimuleren van jongeren om door te leren of te kiezen voor een opleiding met een goed arbeidsmarktperspectief. SE Schoolexamen. SP Secundair proces. Activiteiten ondersteunend aan het onderwijs. STO Studententevredenheidsonderzoek. Intern onderzoek naar tevredenheid van studenten. TEC Team examencommissie Theory U Theorie van O. Scharner waarbij ervan wordt uitgegaan dat diepgaandere verkenning van een vraagstuk, en een persoonlijke verbinding ermee leidt tot betere oplossingen. TOA Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt: een digitale toetsenbank voor het meten van onder andere taal en rekenvaardigheden TOMADO Model van het ROC om de arbeidsmarktrelevantie van een opleiding in beeld te brengen VAVO Voortgezet Algemeen Onderwijs voor Volwassenen VOA Voorbereidende onderwijsactiviteiten. VOvA Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs: onderwijs voor leerlingen met beperkingen VSV Voortijdig Schoolverlaten WTF Werktijdfactor: term om een deeltijd aan te duiden in het Nederlandse onderwijs. Een volledige aanstelling betekent een wtf van 1,0. 106

107 16.5 Strategisch huisvestingsplan Bouwen aan de Toekomst - Strategisch Huisvestingsplan en Realisatie (Ver)Nieuwbouw Review periode aan Raad van Bestuur en directeuren Facilitair Bedrijf en Financiën Rapport: 5 maart 2015 Voor informatie: Paul van Delft / Jos Bakker Versie: Concept 1 Datum:

108 Inhoudsopgave 1. Inleiding Vooraf Het eerste Strategisch Huisvestingsplan Herzieningen naderhand Anno Het beleid Creatie van een moderne leeromgeving Investeren met beleid De projecten De (ver)nieuwbouwprojecten Het resultaat Het resultaat

109 1 Inleiding 1.1 Vooraf In 1997 ging het ROC van Amsterdam van start via een majeure fusieoperatie van instellingen van middelbaar beroepsonderwijs, voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. In de periode werd het eerste Strategisch Huisvestingsplan voorbereid. Dit eerste plan zag het licht op 19 juli Het eerste Strategisch Huisvestingsplan 1999 In 1999 telde het ROC ruim mbo-studenten in alle sectoren en niveaus, waarvan in voltijd en 8000 in deeltijd. Gekoppeld aan een deel van het mbo waren er voorts vmbo-leerlingen. Last but not least was er een zeer groot scala aan Educatieopleidingen, met meer dan deelnemers. Het gebouwenbestand was enorm groot en divers. Het totale metrage was ruim m2, waarvan m2 mbo, m2 volwassenenonderwijs en m2 voortgezet onderwijs en 3000 m2 centrale diensten - verdeeld over 90 locaties. De kern van het eerste SHP was een herstructurering van het toen nog in units verdeelde ROC naar multisectorale opleidingenclusters voor mbo, een afdeling vmbo en een afdeling Educatie. Het aantal vestigingsplaatsen zou met name in het mbo sterk worden teruggebracht en strategisch gepositioneerd worden langs de openbaarvervoerassen in de stad. Voorts was het streven om een evenwichtige spreiding over het verzorgingsgebied te bereiken, zichtlocaties in een kwalitatief goede omgeving te betrekken en rekening te houdend met de concurrentie. De keuze viel voor het mbo Amsterdam vanuit die optiek niet op een unilocatie of campus maar op een windstrekenmodel met grote nieuwbouwprojecten in Zuidoost, Noordwest, Noord, West en Zuid. De mbo-vestiging in Hoofddorp (de Nationale Luchtvaartschool) behield logischerwijs haar onderkomen vlakbij Schiphol. Datzelfde gold voor de horecascholen nabij het centrum van Amsterdam. Ook de vmbo-scholen behielden in principe de bestaande locaties. Educatie ten slotte zou evenals het mbo in grotere eenheden geclusterd worden, maar grotendeels los van het mbo, in relatief kleine voorzieningen zo dicht mogelijk bij de deelnemers. 1.3 Herzieningen naderhand In 2002 werd het Dudok College (nu MBOC Hilversum) onderdeel van het ROC. Zo kwam de bijna m2 grote unilocatie in Hilversum bij het gebouwenbestand. In 2003, 2007 en 2009 volgden updates van het plan naar aanleiding van actuele ontwikkelingen - met name in de studentenaantallen, maar tevens door de komst in 2009 van het Bredero College voor Voortgezet Onderwijs bij het ROC en door het vanaf dat jaar bestaande samenwerkingsverband met het ROC van Flevoland. 109

110 De filosofie achter het SHP bleek echter een lang leven beschoren: de herzieningen beïnvloedden de omvang van het programma, niet de aard ervan: multisectorale concentraties van opleidingen langs de openbaar vervoerassen, zoveel mogelijk inhoudelijke en zo mogelijk fysieke verbinden met de omgevingen van de colleges, klein binnen groot, een moderne leer- en werkomgeving, en investeren met beleid. Recentelijk zijn vooral verschuivingen in de manier van onderwijsverzorging bepalend geweest voor het huisvestingsbeleid: de grote vlucht van ICT en sociale media en de hernieuwde nadruk op instructie en vakmanschap. 1.4 Anno 2015 Anno 2015 heeft het ROC mbo-studenten, waarvan in voltijd en 5000 in deeltijd. Het volwassenenonderwijs is gekrompen tot 1500 deelnemers. Het voortgezet onderwijs heeft 3000 leerlingen. Het aantal locaties bedraagt nu 35, het totale metrage m2 voor mbo, 7000 m2 voor voortgezet onderwijs, m2 voor het voortgezet onderwijs en 5000 m2 voor de centrale diensten: in totaal m2 op 39 locaties. 2 Het beleid 2.1 Creatie van een moderne leeromgeving Kwaliteit van onderwijs telt, voor elke student, in elke studierichting, op elk niveau. Daar hoort een aantrekkelijke leeromgeving bij. En voor de medewerkers een adequate en plezierige werkomgeving. Daarom heeft het ROC de afgelopen jaren diverse nieuwe gebouwen in gebruik genomen en aantrekkelijke oude gebouwen gerenoveerd. Het creëren van een contextrijke, veilige en gezonde leer- en werkomgeving voor studenten en medewerkers was het doel van de investeringen. 1. Aantrekkelijke leeromgeving: de aantrekkelijkheid van de leeromgeving kenmerkt zich door de inbedding in de beroepscontext van de praktijk- en instructielokalen. Het gebruik van moderne media is gemeengoed geworden: smartboards en wifi zijn ondersteunend aan de onmisbare bijdrage die docenten en onderwijsondersteunend personeel bieden. 2. Veilige, gezonde en duurzame leeromgeving: bij het materiaalgebruik is zoveel mogelijk gekozen voor duurzame, energiezuinige oplossingen. Door klimaatbeheersing, goede akoestiek en prima ventilatie kan de leeromgeving met recht gezond genoemd worden. Daarnaast is er veel aandacht besteed aan veiligheid, waaronder in het bijzonder de sociale veiligheid. Door gebruik te maken van vides, open zichtlijnen en glas ontstaan transparante gebouwen met een open en aangename sfeer. 110

111 3. Klein binnen groot: een thuisbasis creëren binnen het grote geheel, een plek waar de student zich thuis voelt en de mensen kent. Elk groot gebouw bestaat uit een scala van opleidingen die bij elkaar passen of elkaar juist aanvullen zodat verrassende combinaties kunnen ontstaan. Iedere opleiding heeft een eigen sfeer. Kleinschalige organisatie, servicegerichtheid, hoge onderwijskwaliteit en persoonlijke aandacht staan voorop. 2.2 Investeren met beleid Het fundament van het SHP was van meet af aan investeren met beleid. Dit fundament bleef gedurende de gehele bijna 20-jaarsperiode SHP keihard overeind. Het fundament houdt in: 1. klein binnen groot: de uitstraling naar buiten moet de menselijke maat hebben, voor de bedrijfsvoering is het daarentegen essentieel grootschalig te denken en handelen. 2. adequate budgetten. Minder locaties beperken de beheerskosten, (ver)nieuwbouw biedt extra gebouwkwaliteit tegen acceptabele lasten. Het ROC heeft gedurende het gehele SHP-traject gestuurd op een huisvestingslastenniveau dat maximaal op een plafond van 9% van de lump sum zou uitkomen. Ook bij renovaties van architectonisch aantrekkelijke oudbouw is dit uitgangspunt gehanteerd. Bij de selectie van gebouwontwikkelaars en aannemers is dit voortdurend het richtsnoer geweest. 3. strakke projectorganisatie. In totaal is sinds het eerste SHP voor circa 200 miljoen geïnvesteerd in de nieuwe leer- en werkomgeving. Toch is het ROC er steeds in geslaagd binnen het afgesproken 9%-plafond te blijven. Door een uitgebreid systeem van inspraak in de plannen maar ook bewaking van de financiële kaders is dit doel blijvend bereikt. 4. voortdurende monitoring en zonodig aanpassing van het plan. Direct bij aanvang werden de te verwachten financiële consequenties opgenomen in een meerjarenraming die tweemaal per jaar, naar aanleiding van de referentietelling in oktober en de accountantstelling in februari wordt geactualiseerd. Met name begin 2009 heeft dit geleid tot een reductie van het te realiseren metrage toen bleek dat de studentenaantallen acherbleven bij de verwachtingen. 5. reductie van de vierkantemeternormering en uitlijning van het metrage daarop. Er is strak gestuurd op het bereiken van een zo efficiënt mogelijke benutting en bezetting van de gebouwen, zowel bestaand als nieuw. Aanvankelijk was het uitgangspunt 80% van de aloude OKF-norm; deze werd in 2003 verlaagd naar 70% en in 2009 zelfs naar 60%, toen bleek dat er nog steeds letterlijke dan wel verborgen leegstand was. 6. invoering van een vierkantemetertarief. Om de colleges te verleiden tot vierkantemeterreductie gold vanaf 2004 een vierkantemetertarief. Vanaf dat moment leverde het inleveren van vierkante meters dus financieel voordeel op voor de colleges. Dat gaf een sterke impuls om overtollige ruimte vrijwillig af te stoten. 7. verkoop van oude gebouwen. Met de gemeente Amsterdam werd een package deal gesloten voor de verkoop van een groot aantal gebouwen. Voorts werd een aantal gebouwen op de vrije markt verkocht. Voorzover de gebouwen nog nodig waren voor het onderwijs omdat de vervangende nieuwbouw nog niet gereed was, werden terughuurafspraken gemaakt. 111

112 8. voorkomen van dubbele lasten. Bij de huur van gebouwen werd voor wat betreft de huurperiode nauwkeurige afstemming gezocht met de opleverdata van de nieuwbouw. Zo werd de periode van dubbele lasten geminimaliseerd. 9. risicobeperking. Het streven naar zoveel mogelijk verbinding met de omgeving houdt in dat de colleges waar mogelijk onderdeel zijn van een multifunctioneel gebouw of gebouwencomplex. Het ROC investeert daarbij echter alleen in de onderwijsvierkantemeters die de bekostiging vanuit het Ministerie van OC&W toelaat. Er zijn dus geen extra vierkante meters gebouwd voor commercieel onderwijs. En vooral, er is niet op risicobasis meegedaan aan de creatie van aanvullende functies (ruimte voor bedrijven en instellingen) in de multifunctionele gebouwen. Dat terrein is voor de geselecteerde projectontwikkelaars. Het ROC bewaakt alleen het inhoudelijk concept van het gebouw. 3 De projecten 3.1 De (ver)nieuwbouwprojecten In de loop van de tijd zijn 8 nieuwbouwprojecten gerealiseerd en 7 renovatieprojecten. Er staan voor de jaren nog 2 nieuwbouwprojecten in de steigers : Amsterdam Centrum-Oud West renovatie Da Costastraatcluster. Hier staan de gerenoveerde panden van het horeca- en toerismecluster in totaal m2 - van MBOC Centrum, midden in een omgeving die als geen ander deel van Amsterdam behalve de absolute binnenstad horeca en toerisme uitstraalt : Amsterdam Zuidoost nieuwbouw Fraijlemaborg. Hier staat het MBOC Zuidoost voor zakelijke dienstverlening, veiligheidsopleidingen en handel, midden in de omgeving van de Amsterdamse Poort. Tevens is hiernaast het bestuursgebouw gecreëerd. Het schoolgebouw meet m2, het bestuursgebouw 4000 m : Amsterdam-Westpoort nieuwbouw Tempelhofstraat. Hier staat het MBOC Westpoort voor techniek, handel en administratie. Het gebouw heeft een omvang van m2, in de bedrijvenomgeving rondom Westpoort en Sloterdijk. Binnen het gebouw is een kinderdagverblijf gevestigd, naast enkele instellingen op het gebied van de ontwikkeling van technisch onderwijs : Amsterdam West renovatie Postjesweg. Hier staat de samen met woningcorporatie Ymere gerenoveerde m2 grote voormalige edelsmedenschool het Sieraad - in een zeer internationale omgeving die bruist van creatieve activiteiten. Naast Educatieopleidingen vindt hier de Frank Sanders Akademie voor Musicaltheater onderdak. Van de m2 huurt het ROC momenteel de helft, de andere helft wordt door Ymere verhuurd aan bedrijven : Amsterdam Zuid renovatie Ruysdaelstraat. Het pand dient als onderkomen voor het Jan des Bouvrie College voor interieurontwerp en handel, onderdeel van MBOC Zuid. Het metrage is 2000 m2. 112

113 : Amsterdam Oost renovatie Javaplantsoen. Het in 3 tranches gerenoveerde pand van 2500 m2 biedt onderdak aan de school die bekend staat als Luca, het praktijkonderwijs vmbo : Amstelveen nieuwbouw Maalderij. Hier staat de nieuwbouw voor MBOC Amstelland voor zakelijke dienstverlening die een organisatorische twee-eenheid vormt met het MBOC Airport in Hoofddorp. De omgeving wordt gekenmerkt door diverse bedrijvigheid. Het gebouw bevat 7000 m2 onderwijs en 1000 m2 overige voorzieningen: kinderopvang, fysiotherapie en fitness : Amsterdam Noord nieuwbouw Gare du Nord. Hier staat de nieuwbouw voor MBOC Noord in een twee-onder-een-kapmodel met de ook tot het ROC behorende mavoschool van het Bredero College. Het opleidingenaanbod is breed, met nadruk op zakelijke dienstverlening en bouw. Het mbo meet 7500 m2, er is een Bouwlab van 1000 m2 en de Brederomavo meet 5500 m2. De omgeving is sterk in ontwikkeling door de ligging aan de Noordzuidmetrolijn. Binnen het gebouw vinden we 3000 m2 aanvullende functies: vestigingen van enkele maatschappelijke instellingen naast kleinschalige commerciële bedrijven : Amsterdam Zuid nieuwbouw Europaboulevard. Hier vinden we aan het eind van de Noordzuidlijn de nieuwbouw voor MBOC Zuid waarin multifunctionaliteit bij uitstek zichtbaar is. Via een entree met commerciële bedrijven is de school bereikbaar met roltrappen. De school heeft een omvang van m2, de aanvullende voorzieningen meten m2. Deel van het schoolcomplex is een volwaardige sporthal, die gebruikt wordt voor de eigen sportopleidingen, maar ook door buurt en verenigingen. Daarnaast zien we opleidingen in de sectoren mode, uiterlijke verzorging, kunst en cultuur en zakelijke dienstverlening : Amsterdam West nieuwbouw Laan van Spartaan. Hier zijn op m2 de opleidingen van MBOC West voor Zorg en Welzijn gevestigd, in een omgeving die vele bedrijven en instellingen kent op dit gebied. Binnen het gebouw zijn tevens Circus Elleboog en een tandartspraktijk gevestigd, samen m : Amsterdam Zuid Reinier Vinkeleskade. Hier vinden we op 4000 m2 het in 2014 gerenoveerde pand voor het VAVO, het Joke Smit College : Amsterdam Zuid Betuwestraat. Hier wordt in 2015 de 6500 m2 nieuwbouw voor het vmbo-horeca Hubertus&Berkhoff - geopend tegenover MBOC Zuid. Deel van de school zijn 2 lesrestaurants die tevens een openbare functie voor de omgeving vervullen. Ook het centraal bureau van de Stichting VOvA komt hier : Amsterdam Zuid-West Rietwijkerstraat. Hier wordt in 2015 de 4000 m2 grote renovatie afgerond van de Tobiasschool, de vrije school voor primair en vmbo-onderwijs voor kinderen met een autistisch profiel. Het onderwijs is meer dan gewoon gericht op kleinschaligheid en veiligheid, gebaseerd op de ideeën van Rudolf Steiner. 14. Naast de bovengenoemde gerealiseerde of bijna-gerealiseerde projecten staan er voor de komende paar jaar nog twee nieuwbouwprojecten voor het voortgezet onderwijs op de rol: 5000 m2 voor het Stelle College voor intersectoraal vmbo - op Zeeburgereiland in Amsterdam Oost (2017) - en 8000 m2 voor het Hyperion Lyceum voor technisch georiënteerd gymnasium - de nieuwste loot aan de stam van het ROC (2018), gelegen op Overhoeks in Amsterdam Noord. 15. Een bijzonder vermelding verdient hier nog het 4000 m2 metende College Hotel in Amsterdam Zuid de voormalige meao die tot boetiekhotel is omgebouwd en voorzien van een samenwerkingsovereenkomst is verkocht 113

114 aan een hotelketen. Studenten van MBOC Centrum lopen hier stage om zich het herecavak en de horecacultuur in de echte praktijk eigen te maken. 16. Een tweede bijzondere vermelding verdient hier het samen met stadsdeel Zuidoost gerealiseerde CEC Zuidoost ter grootte van m2, waarin het ROC thans nog 1000 m2 huurt voor Educatie en 1000 m2 voor het vmbo binnen een multifunctioneel complex van instellingen, bedrijven en woningen. 4 Het resultaat Het resultaat De investeringen in nieuwbouw en renovatie hebben geleid tot vervanging van inadequate, ongezonde, energieslurpende en onveilige oudbouw door een moderne en aantrekkelijke leer- en werkomgeving met veel verbindingen naar de omgeving en een architectonische uitstraling die er zijn mag, zonder daarin door te slaan naar onderwijspaleizen. Het aantal vierkante meters mbo is per student met meer dan een derde ingekrompen: 10% toename van m2 tegenover 70% toename van het aantal naar ruimtebehoefte gewogen studenten. Dit is mede mogelijk geworden door een forse uitbreiding van de bedrijfstijd: de gebouwen zijn nu gemiddeld veel lander open en beter bezet dan voorheen. Door concentratie van huisvesting in efficiënte gebouwen zijn er geen overtollige vierkante meters meer. Het aantal locaties is daarbij meer dan gehalveerd, waardoor fors bespaard is op de beheerslasten. Het aantal vierkante meters Volwassenenonderwijs is met 90% gekrompen, gepaard aan de inkrimping van het aantal deelnemers. Er zijn meer dan 30 gebouwen verkocht en er zijn in totaal 15 (ver)nieuwbouwprojecten uitgevoerd, met een omvang die varieert van 2000 tot m2 per project. Financieel gezien is deze operatie blijvend uitgevoerd binnen het 9%-plafond, geholpen door de meerjarenraming en haar voortdurende actualisering op basis van recente ontwikkelingen in de studentenaantallen. De huisvestingslasten zijn steeds binnen het financiële kader gebleven, ondanks de grote verschuivingen in de huisvestingsvraag de loop van de tijd: 1. de aanvankelijke toename van het mbo van naar studenten, de latere stagnatie daarvan en de recente verschuiving van deeltijd naar voltijd ; 2. de opkomst van het competentieleren en de daaropvolgende revival van instructie en vakmanschap; 3. het steeds grotere cluster scholen voor voortgezet onderwijs met aanvankelijk 2000 leerlingen tegen nu 5000 leerlingen 4. en de enorme terugloop van het volwassenenonderwijs, van meer dan deelnemers vlak voor de millenniumwisseling naar iets minder dan 1500 nu. 5. de grote vlucht van ICT en social media in het onderwijs. 114

115 Al met al is een innovatieve, contextrijke, veilige en gezonde onderwijsoutillage gecreëerd in combinatie met een grote efficiencyslag. Het onderwijs heeft een kwaliteitsimpuls gekregen en is een echt onderdeel geworden van zijn omgeving. En, last but not least, door de efficiencyslag blijven meer middelen over voor het primair proces. 115

116 17. FINANCIEEL JAARVERSLAG 2014 ROC VAN AMSTERDAM 17.1 Financiële resultaat Het jaar 2014 is afgesloten met een positief resultaat: Voor het derde achtereenvolgende jaar is de rentabiliteit positief; De vermogenspositie is verder versterkt. De solvabiliteit bevindt zich geconsolideerd nu al twee jaar op/boven de norm van de onderwijsinspectie. Enkelvoudig is de solvabiliteit nog 29%, maar genormaliseerd voor de subsidie Salarismix al op de norm van 30%. Ook met betrekking tot de liquiditeit is in 2014 een belangrijke verbetering bereikt. Geconsolideerd voldoet ROCvA ultimo 2014 voor het eerst aan de norm van de onderwijsinspectie (current ratio van 0,5). De volgende verbetering is om ook enkelvoudig aan deze norm te kunnen voldoen. Het jaar 2014 is financieel een stabiel jaar geweest waarin bijna alle MBO Colleges conform begroting of (veel) beter dan begroting hebben gepresteerd. Uitzondering betreft MBO College West waar de organisatie, meer dan verwacht, moet krimpen wegens een krimp in deelnemers door de (stage- en werkgelegenheids)problematiek in de Zorg. Bij andere MBO Colleges was de uitdaging meer gelegen in de groei van deelnemersaantallen. Doordat hiervoor in de begroting 2014 reeds middelen apart waren gezet, kon deze groei gefaciliteerd worden en leidde dit tot minimale voorfinancieringsproblematiek. Met ingang van het schooljaar zijn de deelnemers van het VAVO in Almere ingeschreven bij ROCvA in casu het Joke Smit College. Het onderwijs wordt dit schooljaar nog verzorgd op de locatie in Almere onder de verantwoordelijkheid van de directie van het Joke Smit College. Vanaf 1 augustus 2015 treden, na een kwantitatieve personele reductie, de overgebleven medewerkers in dienst bij ROCvA. Gezien de t-1 bekostigingssystematiek van het VAVO krijgt VAVO Amsterdam te maken met voorfinancieringsproblematiek. Hier is in de begroting 2015 rekening mee gehouden. VOvA eindigt operationeel conform begroting. Op de verschillende latencategorieën zijn nog wel verschillen zichtbaar in de vergelijking met begroting. De vorig jaar aangekondigde bijsturing in de personele sfeer is zichtbaar in de personele lasten. Daar tegenover staat een stijging in de huisvestings- en overige lasten. De kosten die zijn geboekt ten laste van de voorziening herstructurering bedragen 6,7 miljoen. Het wachtgeld dat gedoteerd is ten gunste van de voorziening herstructurering bedraagt 5,7 miljoen. Per saldo is de voorziening herstructurering derhalve afgenomen met circa 1,0 miljoen. Prognoses maken duidelijk dat deze voorziening toereikend is om de lasten in de komende jaren te kunnen dekken, derhalve is geen extra dotatie benodigd. Het financiële resultaat 2014 van ROCvA bedraagt 3,1 miljoen (begroot 0,9 miljoen). De stijging ten opzichte van begroting wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door niet bestemde interne baten. Omdat reeds werd geprognosticeerd dat de MBO Colleges ruimere positieve resultaten zouden halen dan begroting en MBO College West een lager resultaat zou behalen dan begroot, zijn deze baten niet alsnog bestemd gedurende het jaar, maar ingezet 116

117 om de MBO Colleges in 2015 te kunnen compenseren voor hun hogere resultaten 2014 en het tekort bij MBO College West te kunnen opvangen. Het jaar 2015 Het jaar 2015 staat aan de vooravond van het herzien van de meerjarenstrategie in het teken van een kwaliteitssprong. Deze sprong voorwaarts is niet alleen mogelijk, het is ook noodzakelijk. Door de toenemende dynamiek in de maatschappij is de opdracht van het onderwijs niet om stil te staan, maar om volledig mee te bewegen. En verder te springen dan de maatschappij verwacht. Om deze sprong in kwaliteit mogelijk te maken in steeds complexer wordende verhoudingen zal een continue verbetering van de professionaliteit van mensen en middelen uitgangspunt zijn. De begroting 2015 reflecteert de financiële uitkomst van keuzes die het bestuur heeft gemaakt voor het jaar Tegelijkertijd vormen ze het financiële kader voor nog te maken keuzes. Door groei van zowel het macrobudget als het relatieve aandeel van ROCvA hierin komen meer financiële middelen beschikbaar voor het onderwijs. De kwaliteitsmiddelen maken een extra impuls mogelijk. Tegelijkertijd wordt er geïntensiveerd en worden kwalificatiedossiers herzien. De extra middelen zijn naar verwachting echter niet structureel. De extra middelen worden dus zodanig ingezet dat: er een zichtbare sprong wordt gemaakt in onderwijsrendementen; het onderwijs zoveel mogelijk wordt gefaciliteerd; de professionaliteit/kwaliteit van personeel en processen omhoog gaat; dit niet ten koste gaat van de flexibiliteit in de bedrijfsvoering en begroting; en de financiële huishouding structureel op orde blijft. Financieel begroten alle organisatieonderdelen van ROCvA conform de rentabiliteitsdoelstelling van 1%. Vanuit het begroting surplus dat dan ontstaat wordt 1,0 miljoen gereserveerd om de concernonderdelen die de 1% rentabiliteitseis in 2014 overschreden te kunnen compenseren in Er resteert dan in de begroting 2015 een exploitatie overschot van 1,3 miljoen (2014: 0,9 miljoen), waarvan ROCvA enkelvoudig 1,0 miljoen. Baten 2014 De baten van ROCvA bestaan voor een groot gedeelte uit de overheidsbijdragen van het Rijk en de gemeenten. Deze bijdragen bedroegen in % van de totale baten (2013: 94,9%). In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de baten ten opzichte van de begroting 2014 en realisatie 2013 weergegeven. bedragen x EUR realisatie 2014 begroting 2013 realisatie mutatie t.o.v. begroot mutatie t.o.v Rijksbijdragen OCW ,7% ,4% ,4% ,9% ,5% Overige overheidsbijdragen ,3% ,5% ,5% -73-0,7% ,7% Deelnemersbijdragen ,7% ,3% ,9% ,1% ,8% Contractactiviteiten ,9% ,8% ,7% ,7% ,9% Overige baten ,3% ,0% ,5% ,7% ,8% ,0% ,0% ,0% ,8% ,1% De totale baten zijn ten opzichte van 2013 met 1,1% toegenomen. De negatieve ontwikkelingen binnen de contractactiviteiten (wegvallen van de baten Inburgering) en de 117

118 overige overheidsbijdragen en de deelnemersbijdragen worden gecompenseerd door de positieve ontwikkeling binnen de Rijksbijdragen OCW en de overige baten. Ten opzichte van de begroting valt met name de stijging van de Rijksbijdragen OCW op ( 4,3 miljoen). Deze stijging kent de volgende oorzaken: daadwerkelijke toekenning van additionele middelen is hoger dan waar in de begroting rekening mee werd gehouden (Salarismix 1,0 miljoen en Professionalisering 0,7 miljoen); balansposten vanuit standen ultimo 2013 zijn in 2014 ingezet, terwijl deze balansposten in het begrotingsproces 2014 nog niet bekend waren (Taal & Rekenen 0,8 miljoen en VSV 0,3 miljoen); en tenslotte is de overgangsbekostiging Passend Onderwijs (belang 0,8 miljoen) relatief laat bekend geworden en zijn enkele, wat kleinere, additionele middelenstromen lager of niet begroot door de MBO Colleges (bijvoorbeeld School Ex, lerarenbeurs / verlofsubsidie). In de overige baten is een vrijval van de voorziening verlieslatende contracten opgenomen ad 0,4 miljoen welke niet was begroot. Deze voorziening hangt samen met de leegstand van het pand Postjesweg. Aangezien een deel van de vierkante meters alsnog intern gebruikt kon worden of kon worden teruggegeven aan de verhuurder, was de leegstand en daarmee de voorziening verlieslatende contracten lager en moest een deel van de gevormde voorziening vrijvallen. Lasten 2014 Bij de lasten is 2,0% toename zichtbaar ten opzichte van de begroting en 2,4% toename ten opzichte van voorgaand jaar. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling in de lasten ten opzichte van begroting 2014 en realisatie 2013 weergegeven. bedragen x EUR realisatie 2014 begroting 2013 realisatie mutatie t.o.v. begroot mutatie t.o.v Personeelslasten ,2% ,7% ,1% ,6% ,5% Vrijval voorziening herstructurering 0 0,0% 0 0,0% ,0% ,0% Afschrijvingen ,5% ,7% ,9% 6 0,0% ,6% Huisvestingslasten ,5% ,1% ,3% ,3% 840 4,8% Overige instellingslasten ,7% ,5% ,6% ,2% ,8% ,0% ,0% ,0% ,0% ,4% Zoals eerder vermeld is, op basis van de prognose door het jaar heen, er voor gekozen bepaalde baten in 2014 niet te bestemmen. Dit kunnen baten betreffen die relatief laat in het jaar bekend worden (loon- en prijscompensatie vanuit het Ministerie van OCW), echter ook interne reserveringen die niet worden uitgegeven. In de begroting is er echter wel rekening mee gehouden dat deze baten leiden tot met name personele lasten. Deze personele lasten doen zich echter dan niet voor wat leidt tot bovenstaande mutatie binnen de personele lasten ten opzichte van begroting. De stijging ten opzichte van de begroting met betrekking tot de huisvestingslasten en de overige lasten hangt hoofdzakelijk samen met de eerder beschreven stijging van de (Rijks)baten. De MBO Colleges kozen hierbij niet voor het aangaan van langdurige verplichtingen met personeel, maar voor bestedingen op het gebied van huisvesting / overige instellingslasten. Dit werd voornamelijk zichtbaar in het laatste kwartaal Daar komt de verhoging van de activeringsgrens ultimo 2013 bij waardoor aanschaffingen onder deze activeringsgrens nu in het geheel in de exploitatie terechtkomen in plaats van door activering op de balans. 118

119 Daarnaast vallen twee lastenposten op: Stijging van de huurlasten ( 0,6 miljoen): door de renovatie van de Reijnier Vinkeleskade was het VAVO genoodzaakt tijdelijke huisvesting te huren. Afboeken activa ( 1,1 miljoen): activa die het onderwerp van claims zijn (klimaatinstallaties van de nieuwbouwpanden in West en Zuid) zijn voorzichtigheidshalve afgeboekt. Nettoresultaat 2014 Het exploitatieresultaat 2014 ( 3,1 miljoen) is 2,2 miljoen hoger dan begroot. In 2013 was het exploitatieresultaat met 5,7 miljoen, 4,9 miljoen hoger dan begroot. Indien het resultaat echter werd genormaliseerd voor de vrijval van de voorziening herstructurering ad 4,6 miljoen, betrof het genormaliseerde, netto resultaat 1,1 miljoen, wat 0,2 miljoen hoger was dan begroot. In onderstaande tabel is de opbouw van het nettoresultaat weergegeven. bedragen x Realisatie 2014 Begroting 2014 Realisatie 2013 Stichting ROCvA VOvA ROCA Contractonderwijs Holding B.V Exploitatieresultaat Vrijval voorziening herstructurering Netto resultaat

120 De belangrijkste oorzaken van het hogere resultaat dan begroot zijn de volgende: Bedragen x Exploitatieresultaat boekjaar volgens begroting 900 Extra baten MBOC's Extra lasten MBOC's Resultaten boven begroting MBOC's MBOC West resultaat ten opzichte van begroting -768 Vrijval intern getroffen voorziening concerntegenvallers Totaal MBO Colleges *) VOvA resultaat ten opzichte van begroting 103 VAVO resultaat ten opzichte van begroting (inclusief renovatie) -246 Educatie en Inbugering resultaat ten opzichte van begroting Totaal onderwijs Vrijval voorziening leegstand 350 Lagere afschrijvingslasten en afboeken activa klimaatinstallaties -728 Vrijval intern getroffen voorziening concerntegenvallers 232 Totaal huisvesting In december ontvangen loon- en prijscompensatie 983 HRM: geen doorgang MD-programma en budget professionalisering niet geheel benut 300 Overige Netto resultaat boekjaar *) De MBO Colleges zullen in 2015 gecompenseerd worden voor de behaalde resultaten boven begroting in Financieel beleid en financiële indicatoren ROCvA heeft in het strategisch financieel beleid een aantal financiële prestatie indicatoren opgenomen die worden gebruikt bij de interne sturing van de organisatie. Hieronder allereerst een samenvatting van de huidige stand van deze indicatoren op basis van enerzijds de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening 2014 en anderzijds de verwachtingen voor de toekomst ( ) vanuit de meerjarenbegroting zoals opgesteld eind 2014 (enkelvoudig). Vervolgens worden de indicatoren en de prestatie ten opzichte van de norm uiteengezet per indicator. 120

121 Ratio's ROCvA Geconsolideerd Enkelvoudig Enkelvoudig Exploitatie Rentabiliteit 1,3% 1,1% 0,4% 1,0% 1,0% Personeelslasten in % baten 70% 70% 72% 72% 73% Financierbaarheid Solvabiliteit II (incl. voorzieningen) 40% 37% 40% 40% 42% Solvabiliteit I (excl. voorzieningen) 31% 29% 30% 31% 32% Interest Coverage Ratio 5,99 5,59 5,04 5,36 5,55 Current Ratio 0,5 0,4 0,5 0,6 0,7 Current ratio incl. rc faciliteit 0,6 0,6 0,6 0,7 0,8 Debt Service Coverage Ratio 3,5 3,6 1,1 2,7 2,1 Loan to value 48% 48% 48% 47% 46% Rentabiliteit: De rentabiliteit is gedefinieerd als het exploitatieresultaat, uitgedrukt in percentage van de totale baten. Het toezichtkader van de onderwijsinspectie hanteert als norm een rentabiliteit van meer dan 0%. Intern binnen ROCvA wordt aan alle organisatieonderdelen een normatief percentage opgelegd van 1%. Zoals te zien in de tabel wordt deze norm in 2014 behaald. Tevens naar de toekomst toe bevindt de rentabiliteit zich structureel op een gezond niveau. Voor 2015 is een bewuste keuze gemaakt om af te wijken van de norm om de organisatie te kunnen compenseren in 2015 voor de behaalde resultaten boven begroting in Overigens is aan de organisatieonderdelen zelf wederom een rentabiliteitseis van 1% opgelegd voor Personeelslasten in % van de totale baten: Doelstelling is om van elke euro aan baten een maximaal percentage ten goede te laten komen aan personeel. ROCvA hanteert een percentage van 70% van de baten wat ten goede moet komen aan personele lasten. Dit betreft alle personele lasten inclusief externe inhuur en overige personele lasten. Zoals te zien in de tabel wordt deze norm in 2014 behaald. Het streven is om dit percentage te laten toenemen. Dit is ook zichtbaar in de cijfers voor Om te voorkomen dat de begroting te veel wordt vastgelegd met vaste lasten (waaronder salarissen van vast personeel) wordt eveneens gestuurd op een flexibele schil (tijdelijke arbeidscontracten, inhuur, etc.) van 15%. Solvabiliteit I en II: Voor de solvabiliteit worden in het toezichtkader van de onderwijsinspectie twee definities gehanteerd. Solvabiliteit I: eigen vermogen, uitgedrukt in percentage van het totaal vermogen en solvabiliteit II: eigen vermogen, vermeerderd met voorzieningen als percentage van het totaal vermogen. Het toezichtkader van de onderwijsinspectie hanteert als norm een solvabiliteit van minimaal 30% voor beide ratio s. De interne norm van ROCvA sluit hierbij aan. Zoals in de tabel zichtbaar is, behaalt ROCvA enkelvoudig de norm wel voor solvabiliteit II, maar voor solvabiliteit I (nog)niet. Twee opmerkingen zijn hierbij van belang: Indien gekeken wordt naar ROCvA geconsolideerd (inclusief VOvA) bedraagt de ratio solvabiliteit I 31% en wordt de norm derhalve behaald. Het geconsolideerde eigen vermogen ultimo 2014 bedraagt 80,4 miljoen (2013: 121

122 76,1 miljoen). Dit levert een solvabiliteit van 31% (2013: 30%). De solvabiliteit is positief beïnvloed door het positieve netto resultaat. In de kortlopende schulden is een bedrag van 5,5 miljoen opgenomen inzake subsidie Salarismix. Dit bedrag heeft betrekking op 2015 echter is door het Ministerie van OCW per abuis reeds in 2014 overgemaakt. Indien de (enkelvoudige) schulden en daarmee het totaal vermogen voor dit bedrag zouden worden gecorrigeerd, om te komen tot een genormaliseerde solvabiliteit bedraagt de solvabiliteit I 30% en is deze daarmee ook op de norm. Naar de toekomst toe handhaaft ROCvA de bereikte norm. Interest coverage ratio: Deze ratio geeft aan hoe vaak de rentelast van een jaar kan worden betaald uit de operationele kasstroom en is hiermee van belang voor onze financierbaarheid en onze financiers. De gedachte is dat het ROCvA een dusdanig duurzame kasstroom genereert dat de verplichtingen vanuit de leningenportefeuille op korte en lange termijn gedragen kunnen worden zonder dat dit invloed heeft op de bewegingsruimte om extra te investeren indien noodzakelijk. De onderwijsinspectie heeft hier nog geen normering voor vastgesteld. Intern is de norm gesteld op 3,0. ROCvA voldoet voor 2014 en de toekomstige jaren (ruim) aan deze norm. Liquiditeit current ratio: De liquiditeit wordt genormeerd via de indicator current ratio, dat wil zeggen in hoeverre kunnen de kortlopende schulden op korte termijn worden betaald uit de kortlopende bezittingen. Het toezichtkader van de onderwijsinspectie hanteert als norm een current ratio van minimaal 0,5. De interne norm van ROCvA sluit hierbij aan. Zoals in de tabel zichtbaar is, behaalt ROCvA enkelvoudig de norm in 2014 (nog) niet. Twee opmerkingen zijn hierbij van belang: Indien gekeken wordt naar ROCvA geconsolideerd (inclusief VOvA) bedraagt de ratio current ratio 0,5 en wordt de norm derhalve behaald. Ultimo 2014 was de stand van de geconsolideerde liquide middelen 20,4 miljoen positief (2013: 6,2 miljoen positief). De stichting heeft daarnaast nog een, thans niet gebruikte, rekening courant faciliteit bij het Ministerie van Financiën van 20,5 miljoen. Indien wij deze faciliteit in beschouwing nemen bij berekening van de current ratio, bedraagt deze ratio 0,6 (zie ook in bovenstaande tabel) en wordt de norm derhalve behaald. Naar de toekomst toe handhaaft ROCvA de bereikte norm. Debt-Service coverage ratio: Deze ratio geeft aan hoe vaak de rente en aflossingsverplichtingen kunnen worden betaald uit de operationele kasstroom. De gedachte is dat het ROCvA een dusdanig duurzame kasstroom genereert dat de verplichtingen vanuit de leningenportefeuille op korte en lange termijn gedragen kunnen worden. De operationele kasstroom moet dan (minimaal) voldoende zijn om de rentelasten en de benodigde aflossingen te dragen. De onderwijsinspectie heeft hier nog geen normering voor vastgesteld. Intern is de norm gesteld op 1,5 om toch nog enige bewegingsruimte te behouden. ROCvA voldoet voor 2014 aan deze norm en ook voor de toekomstige jaren wordt aan de norm voldaan, met uitzondering van 2015 wegens de lagere rentabiliteit. 122

123 Loan to value: Deze indicator normeert de (langlopende) financiering als een percentage van de waarde van de gefinancierde vaste activa (gebouwen en terreinen). Het geeft aan welk deel van de vaste activa ROCvA maximaal wilt financieringen met (langlopend) vreemd vermogen. De vaste activa, veelal onderwijsvastgoed, wordt hierbij normaliter gewaardeerd op bedrijfswaarde. Dat wil zeggen de waarde bij gecontinueerd gebruikt voor onderwijsdoeleinden. De onderwijsinspectie heeft hier nog geen normering voor vastgesteld. Intern is de norm gesteld op maximaal 50%. De achtergrond hiervan is dat de externe financiering op ons bezit niet hoger mag zijn dan de marktwaarde bij herbestemming. Zoals in bovenstaande tabel zichtbaar is, voldoet ROCvA voor 2014 aan de norm en ontwikkelt deze indicator zich naar de toekomst toe positief. Dit komt doordat de langlopende leningen consequent teruglopen (door aflossing), terwijl de investeringen in de vaste activa grotendeels vanuit de operationele kasstroom worden gefinancierd. Verder is omvang van de investeringen voorlopig beperkt. Treasury en financiering ROCvA voldoet aan het Besluit Beleggen en Belenen. ROCvA heeft een treasury-statuut en een meerjaren financieringsplan. Het treasury-beleid is gericht op besturing en beheersing, de verantwoording en het toezicht op de financiële vermogenswaarden en geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. In dit kader heeft ROCvA maandelijks de monitoring uitgevoerd op de financiële baten en lasten, de liquiditeitspositie en de debiteurenpositie. In de toelichting op de langlopende schulden in de jaarrekening is een overzicht opgenomen van de lopende financieringen, waaronder de overeenkomst met het Ministerie van Financiën inzake schatkistbankieren (inclusief de looptijden en de rentevaste perioden). ROCvA heeft in 2014 beleningen nog beleggingen uitgezet. ROCvA heeft een treasurycommissie. Het afgelopen jaar heeft deze commissie met name ingezet op het toevoegen van ROCvF in het werkende stramien van ROCvA qua beheersing van de kasstromen. Uitdagingen voor 2015 liggen in het ook toevoegen van VOvA in dit stramien, in het toevoegen van een rolling forecast en in het verbeteren van de toelichting op het gebied van treasury in de Q rapportages (ratio s, indicatoren). Risicoanalyse en risicomanagement In 2104 is voortgebouwd op de lijn die in 2013 is ingezet. In dat jaar heeft visievorming plaatsgevonden, is de stand van zaken onderzocht door KPMG met een advies voor verdere inrichting, zijn er uitgangspunten geformuleerd en is er een schets opgesteld voor verdere aanpak. Als belangrijke uitgangspunten van risicomanagement zijn in 2013 geformuleerd: - Risico s zijn niet volledig uit te bannen. - Risicomanagement dient gericht te zijn op het voorkomen van verrassingen en niet zozeer op het voldoen aan de regels. - Een goede inrichting van de organisatie en het goed uitvoeren van het werk voorkomt de meeste risico s. - Risicomanagement is een structureel element van ieders werkzaamheden en kan daarmee worden teruggebracht tot het individuele niveau. - Duidelijkheid bij iedere medewerker van zijn / haar verantwoordelijkheden is daarmee een voorwaarde voor goed uitvoeren van werkzaamheden en daarmee voorkomen van risico s. - Ontevredenheid is een belangrijke indicator voor het signaleren en identificeren van risico s en tegelijkertijd een belangrijk sturingsmechanisme om risico s te beperken. - In 2014 is hier aan toegevoegd dat risicomanagement ook het voorkomen van het missen van kansen omvat. 123

124 De in 2013 geformuleerde aanpak is in 2014 verder geconcretiseerd. De kenmerken ervan zijn - Positionering als een natuurlijk en vanzelfsprekend element van de werkzaamheden van iedere medewerker en heldere communicatie van het belang van risicomanagement. - Derhalve geen aparte dienst of afdeling risicomanagement maar het thema als structureel onderdeel van ieders werkzaamheden. - Deze inrichting sluit aan bij de besturingsfilosofie, het stimuleren van eigenaarschap en betrokkenheid op individueel niveau. - Het werken vanuit gemeenschappelijke kernwaarden wordt voortzetten om de binding met de doelen van de organisatie te versterken en daardoor de risico s voortkomend uit gedrag van medewerkers te verminderen. - Risicomanagement is opgenomen in de verantwoordingscyclus en is een element bij de gesprekscyclus van functioneren en beoordelen. - Tevredenheid wordt gebruikt als indicator voor succes en van potentiële risico s, en daarmee als sturingsmechanisme voor het verminderen of voorkomen van risico s. In 2014 is de verbinding gemaakt van risicomanagement met het realiseren van de beoogde kwaliteitssprong. Van ieder team is in beeld gebracht waar het team staat in zijn ontwikkeling, welke kansen er zijn voor verdere ontwikkeling en welke risico s er bestaan voor stagnatie of terugval. Deze inventarisatie is onderwerp van gesprek geweest in de dialoog in de MBO Colleges en tussen de directies en het Bestuur. Op basis daarvan zijn op teamniveau acties geformuleerd en uitgevoerd. De agendapunten bij de verantwoordingsgesprekken tussen de directies en het Bestuur worden besproken vanuit risicomanagement, in de vorm van het identificeren van mogelijke kansen of bedreigingen. Op directieniveau is risicomanagement, in combinatie met de kwaliteitssprong, tweemaal het thema geweest bij een gezamenlijk overleg tijdens de Vlootdagen. Hierbij is aandacht besteed aan de voornaamste mogelijke risico s die worden onderscheiden en aan het gedragsaspect. Deze onderwerpen vallen voor een deel samen. Gedrag wordt als een van de voornaamste risico s benoemd, naast financiën, imago en ontevredenheid. Elementen van gedrag die risico s met zich mee kunnen brengen en naar voren komen zijn: onvoldoende bewustzijn of besef van mogelijke risico s, onvoldoende betrokkenheid bij de organisatie of het werk, en een tekort schietende aanspreekcultuur. De algemene lijn voor de aanpak die hieruit wordt getrokken is hoe het individu te bereiken en welk leiderschap daarvoor nodig is. Bij de Vlootdagen is ingezoomd op het aspect van dilemma s die in de praktijk spelen en waar iedere medewerker wordt geconfronteerd, en op het leiderschap dat wordt vereist ten aanzien van risicomanagement; het bewerkstelligen van zorgvuldig, alert en loyaal gedrag. Geconstateerd wordt dat sturingsfilosofie en het bestaande instrumentarium voldoende zijn om adequaat risicomanagement uit te voeren. De inspanningen zijn gericht op verbetering van de kwaliteit en de toepassing ervan, bijvoorbeeld door het voortzetten van het werken vanuit kernwaarden, het verder ontwikkelen van reflectie en feedback, onder andere door inzet van de 360 graden methodiek, verhoging van de kwaliteit van de gesprekscycli en het doorzetten van het bevorderen van eigenaarschap en betrokkenheid. De volgende risico s worden onderkend: Nieuwe bekostigingsvoorwaarden en verdeelstaven (Focus op Vakmanschap) Vanaf 2015 is de nieuwe bekostigingssystematiek in werking getreden wat wil zeggen dat de rijksbijdrage voor het eerst volgens de nieuwe bekostigingsregels is berekend. De aangenomen onderliggende wet richt zich op het doelmatiger inrichten van mbo-opleidingen en de modernisering van de mbo-bekostiging. Voor de jaren 2015 tot en met 2018 is nog voorzien in een overgangsbekostiging om te zorgen voor een geleidelijk overgang naar het 124

125 nieuwe bekostigingsmodel. Onduidelijk is nog hoe de financiële uitwerking zal zijn van het nieuwe model (waaronder de cascade) op de afzonderlijke MBO Colleges. In 2015 zullen deze effecten na ontvangst van de bestanden op deelnemer niveau in beeld worden gebracht en worden doorgerekend. Vanuit de berekeningen van het Ministerie ten behoeve van de berekening van de overgangsbekostiging lijkt het impact op ROCvA positief (2015: 2,6 miljoen (80%)). Risico bestaat dat er bij onderdelen sprake zal zijn van een krimp in de bekostiging waarbij gestuurd zal moeten worden op het opbouwen van een flexibele schil evenals het in evenwicht houden van incidentele baten en lasten. Daarnaast zal ondernemerschap moeten worden gestimuleerd waarbij onder andere bij het aantrekken van nieuw personeel aandacht gegeven dient te worden. Ook zal de sturing er op gericht moeten zijn de studentaantallen minimaal stabiel te houden. Financieringsrisico De financierbaarheid van ROCvA is afhankelijk van de financiële positie en de verwachte ontwikkelingen daarin. ROCvA financiert de noodzakelijke investeringen zoveel als mogelijk vanuit de operationele kasstroom. Voor de financiering van grote investeringsprojecten zal aanvullende financiering nodig zijn. De borging (door OCW, door sectorfonds BVE en/of andere partijen) kan een knelpunt vormen. Hier wordt bewust op gestuurd door het leveren van goed onderwijs en het onderhouden van goede relaties met alle stakeholders. Nieuwe kwalificatiedossiers De invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers geeft iedere opleiding de kans het curriculum en de examinering te herzien. Hiermee wordt tevens de kans gecreëerd op aantrekkelijker onderwijs met een hoger rendement en minder uitval. Onduidelijkheid bestaat nog over welke kosten hiermee gepaard gaan. Hiertoe zijn middelen gereserveerd voor de ontwikkelgroep ( 0,8 miljoen). De onderwijsverbeteringen die doorgevoerd moeten worden zullen tot stand moeten komen door een samenwerking tussen domeinen, MBO Colleges en onderwijsteams. Personeelsbestand Binnen ROCvA is sprake van een vergrijzing van het personeelsbestand (de vraag naar personeel voor de jaren bedraagt 349 fte). Enerzijds biedt dit mogelijkheden om het personeelsbestand te verjongen en de mogelijkheid om de flexibiliteit in het personeelsbestand te waarborgen en de gemiddelde personele last te verlagen. Anderzijds verdwijnt veel kennis en kan kwalitatieve frictie ontstaan. Voor de handhaving van de flexibele schil is het van belang dat de ruimte zich de komende jaren wel voordoet. Tevens wordt het steeds lastiger om voldoende kwalitatieve medewerkers aan te trekken. Ook bij andere ROC s zal dit risico zich voordoen. Het opbouwen van een strategisch personeelsbeleid en inzetten van specifieke scholing waar nodig is daarom van groot belang. Wachtgeldverplichtingen De in gang gezette reorganisaties beperken weliswaar het exploitatierisico op lange termijn, maar veroorzaken tegelijkertijd grote wachtgeldverplichtingen. ROCvA is immers, net als alle andere ROC s, eigen risicodrager inzake wachtgeld. Vanuit het Rijk wordt hiervoor jaarlijks binnen de lumpsum een bedrag ontvangen (2014: 5,7 miljoen). De afgelopen jaren blijkt dat de kosten die ROCvA maakt (fors) hoger liggen dan deze wachtgeldvergoeding. ROCvA anticipeert hierop door een voorziening voor de wachtgeldvergoedingen te vormen. Het risico is dat deze voorziening te laag is. 125

126 Posten in de jaarrekening met grote mate van schattingselementen Binnen het ROC wordt een voorziening aangehouden voor reorganisatie- en uitkeringsverplichtingen. De voorziening betreft geschatte toekomstige uitgaven voor WW-uitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen ( voorzover deze voor rekening van ROCvA komen) van voormalige medewerkers, en voor verder voor ontslaguitkeringen en afkoopsommen van huidige medewerkers die ontslagen zijn, alsmede bijkomende kosten voor omscholing en juridische bijstand. De berekening van de voorziening herstructurering is gebaseerd op de bestaande sociale plannen waarvoor instemming van de OR is verkregen. De belangrijkste uitgangspunten bij de berekening zijn: 1. De kosten voor WW (wettelijk) zijn per persoon geschat op basis van de informatie die het UWV verstrekt. Deze informatie is op individueel niveau en voorziet in de geplande einddatum van de uitkering. De onttrekking uit deze voorziening is op basis van de werkelijke kosten. De dotatie wordt gebaseerd op een inschatting van de te verwachten kosten. Rekening is gehouden met mogelijke wachtgeldaanspraken van medewerkers waarmee een vaststellingsovereenkomst is afgesloten en van medewerkers met een tijdelijk dienstverband waarvan per 31 december bekend is dat het contract niet verlengd zal worden. Er wordt geen rekening gehouden met de kans dat iemand ander werk vindt. 2. De kosten voor WW (bovenwettelijk) bestaat uit een tweetal componenten, te weten: Het eigen risico van het ROC waarin de kosten per persoon zijn geschat en een collectief deel voor ontslagen vóór en tot De onttrekking uit deze voorziening is op basis van de werkelijke kosten. De dotatie wordt gebaseerd op de door WW-Plus gemaakte inschatting/prognose. Deze prognose dekt een looptijd van 2015 t/m Voor de bepaling van de voorziening van het ROC wordt voor een horizon van 5 jaar vooruit de kosten meegenomen; 3. De kosten voor prepensioenen zijn per persoon geschat op basis van de gemaakte afspraken en de facturen van ABP. Deze regeling is ultimo 2014 komen te vervallen en dit betekent dat geen nieuwe instroom is in deze regelingen. Het jaar 2014 is hiermee tevens het laatste jaar waarin gelden worden onttrokken als gevolg van deze regelingen; 4. De kosten voor ontslaguitkeringen, afkoopsommen, omscholing en geschillen worden, voor zover mogelijk, geschat per persoon. De onttrekking uit deze voorziening is op basis van de werkelijke kosten. De dotatie wordt gebaseerd op een inschatting van de te verwachten kosten. Voor wat betreft de loonkosten is dit op basis van de huidige loonkosten, rekening houdend met individuele vertrekregelingen en/of pensioneringen. Overige kosten worden voor zover mogelijk geschat op basis van ervaringscijfers. De horizon voor de kosten is vastgesteld op vijf jaar ( ) in de toekomst. In het verleden is de inschatting gemaakt dat deze horizon overeenkomt met het gemiddelde gebruik van de uitkeringen. Inmiddels is het technisch mogelijk gemaakt door WW-plus om verder in de toekomst te prognosticeren. De betrouwbaarheid van de schattingen wordt wel minder naarmate verder in de toekomst wordt geprognosticeerd. Hierbij is men afhankelijk van individuele factoren als afstand tot de arbeidsmarkt, opleiding, leeftijd, arbeidsvoorwaarden alsmede algemene economische omstandigheden en werkgelegenheid. Vooralsnog zijn er geen indicatie s die aanleiding geven om de horizon te wijzigen. Om inzicht te geven in de mate van schattingsonzekerheid, is berekend welke impact het zou hebben indien de horizon 6 of 7 jaar zou zijn. De uitkomsten hiervan zijn: - Horizon 6 jaar: Extra dotatie van circa EUR 1,9 mln; ( ten opzichte van 5 jaar ) - Horizon 7 jaar: Extra dotatie van circa EUR 1,6 mln. ( ten opzichte van 6 jaar ) 126

127 De extra dotaties aan de voorziening hebben uitsluitend betrekking op uitgangspunten 2 en 4. Waardering vastgoed De gebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Deze activa worden duurzaam door de Stichting gebruikt. Periodiek wordt overwogen of sprake is van bijzondere waardeverminderingen aan de hand van de zogenoemde impairment triggers die de verslaggevingsregels benoemen. ROCvA heeft de intentie deze gebouwen niet te verlaten en voor onderwijsdoeleinden te gebruiken. Indicaties van deelnemers(groei) de komende jaren zijn positief en de bezetting van de gebouwen is goed. Voorts kunnen de huidige en toekomstige afschrijvingslasten gedekt worden door toekomstige opbrengsten (bron: meerjarenhuisvestingsplan). Derhalve geen indicaties van waardevermindering. Gebouwen en terreinen die buiten gebruik gesteld zijn, zijn gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op berekeningen van externe taxateurs. Binnen ROCvA betreffen dit de panden aan de Zocherstraat en Stadstimmertuinen 2. Deze beide panden zijn gewaardeerd op de verwachte verkoopprijs. Waardering boven de kostprijs wordt opgenomen in de herwaarderingsreserve. Wet- en regelgeving Wet- en regelgeving binnen het onderwijs is sterk veranderend en vaak complex. ROCvA vergewist zich door deelname aan diverse gremia en cursus- en studiedagen van de vele veranderingen en neemt actie waar nodig. Het vermelden waard in dit kader zijn de (Europese) aanbestedingsregels. Deze maken onderdeel uit van het Beleidsplan inkoop en van de interne beleidsregels. Projecten waarvoor een aanbestedingsplicht geldt, worden geleid door de centrale afdeling Inkoop waar de juist expertise omtrent de (Europese) aanbestedingsregels aanwezig is. De afdeling Inkoop stelt een jaarkalender op waarop alle aanbestedingen staan vermeld die voor dat betreffende jaar gepland staan. Na een aanbesteding geldt de verplichting voor de gehele organisatie om zich te committeren aan de afgesloten overeenkomst. Deze verplichting wordt tevens gefaciliteerd door het lopende project om meer en meer te komen tot (digitale) vastlegging van de bestelling waardoor binnenkomende facturen automatisch gematcht en geboekt worden en de nadruk verschuift van autorisatie van de factuur naar autorisatie van de bestelling / volledigheid van de verplichtingen. Overige maatregelen van controle betreffen contractregisters en interne analyses. 127

128 17.2 Continuïteitsparagraaf Ontwikkeling studentenaantallen ROCvA (mbo) De (gewogen) aantallen zijn gebaseerd op de accountantstellingen (tot en met 2013). De forse stijging tussen 2012 en 2013 hangt samen met de verhoging van de prijsfactoren voor met name techniekopleidingen. In de Rijksbekostigingsbrief 2015 heeft het ministerie van OCW de deelnemersaantallen inclusief deze nieuwe prijsfactoren aan de instellingen teruggekoppeld. De raming 2014 is gebaseerd op de interne, zogenoemde, beleidstelling. Dit is de telling die ROCvA aan de accountant voorlegt ter controle. De groei vanaf 2015 en verder is gebaseerd op de verwachte groei van de macro-aantallen volgens het Ministerie van OCW, zoals afgegeven in de Rijksbegroting. Het procentuele groeipercentage laat een voorzichtige groei zien. In de meerjarenbegroting wordt er echter van uitgegaan dat ROCvA geen hogere groei zal hebben dan de andere mbo instellingen en wordt derhalve niet geanticipeerd op een hoger niveau van de Rijksbekostiging (lumpsum). De Rijksbekostiging voor 2015 is uiteraard gebaseerd op ontvangen beschikkingen. De demografische en economische ontwikkelingen van de regio zijn zodanig dat niet verwacht wordt dat op korte termijn een krimp in studentenaantallen zal optreden. De MBO College zijn goed gepositioneerd en gefundeerd in de regio Amsterdam. De onderwijskwaliteit is in zijn algemeenheid op orde. De stijging van de Rijksbijdrage in het volgende overzicht wordt derhalve niet verklaard door de lumpsum, maar door de aangekondigde stijging in de additionele middelen voor kwaliteitsafspraken (Studiewaarde (voorheen Studiesucces) en BPV). 128

129 Staat van baten & lasten en balans (x 1.000) geconsolideerd enkelvoudig Staat baten en lasten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen College-, cursus en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (x 1.000) geconsolideerd enkelvoudig Balans Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Totaal activa Algemene reserve Bestemmingsreserve pubiek Bestemmingsreserve privaat Resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva Solvabiliteit 31% 29% 30% 31% 32% Current ratio 0,5 0,4 0,5 0,6 0,7 129

130 Toelichting op de prognose van de Staat van baten & lasten en balans De voorgaande tabel is voor het jaar 2014 gebaseerd op de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening 2014 en voor de jaren gebaseerd op de, op 17 december 2014 door de Raad van Toezicht goedgekeurde, meerjarenbegroting (enkelvoudig). De meerjarenbegroting is ontleend aan de planning & control cyclus. Omdat de verwachtingen voor de komende jaren sinds december 2014 nauwelijks zijn gewijzigd, achten wij het raadzaam om reeds goedgekeurde cijfers te presenteren. Dit leidt alleen tot een afwijking in het eigen vermogen tussen 2014 en 2015, omdat de werkelijkheid 2014 ietwat afwijkt van wat in de meerjarenbegroting werd voorspeld. Financieringsstructuur De financierbaarheid van de organisatie zal, onder een stijgende solvabiliteits- en liquiditeitsratio, de komende jaren naar verwachting verbeteren. Enerzijds zal niet of zeer beperkt opname plaatsvinden van nieuwe langlopende leningen. Anderzijds blijven de investeringen naar verwachting onder het niveau van de afschrijvingen. Door de positieve exploitatieresultaten wordt het eigen vermogen verder versterkt en voldoet ROCvA aan de interne norm van 1% rentabiliteit. Voor 2015 is een bewuste keuze gemaakt om af te wijken van deze norm om de organisatie te kunnen compenseren in 2015 voor de behaalde resultaten boven begroting in Overigens is aan de organisatieonderdelen zelf wederom een rentabiliteitseis van 1% opgelegd voor 2015 en voldoet ROCvA als geheel wel aan de rentabiliteitsnorm van het toezichtkader van de onderwijsinspectie, te weten 0%. De ultimo 2014 bestaande herwaarderingsreserve (bestemmingsreserve publiek) werd verwacht ultimo 2015 geheel gerealiseerd te zijn door verkoop van overtollig vastgoed (2 panden). Inmiddels is duidelijk dat dit wellicht nog doorloopt naar De omvang van de voorzieningen (met name personele) blijft naar verwachting stabiel. Het renterisico op langlopende leningen is beperkt. Tot en met 2016 wordt voor circa 6% (circa 6 miljoen) van de uitstaande leningen de rente herzien. Huisvesting Het ROC van Amsterdam hanteert een gedetailleerd strategisch huisvestingsplan. Daarin is de optimale huisvestingssituatie aangegeven, hetgeen inhoudt: de meest geschikte gebouwen, op de meest geschikte plaats voor de MBO Colleges, VOvA en Educatie afzonderlijk en het ROC van Amsterdam als geheel. Het Strategisch Huisvestingsplan is in 2014 een nieuwe fase ingegaan: het is geactualiseerd op basis van de prognoses voor de jaren Voor het ROC van Amsterdam wordt een per saldo gelijkblijvend aantal mbo-studenten verwacht. Er zijn wel duidelijke verschillen tussen de MBOC s: op de ene plek is er groei, op een andere krimp. De studenten moeten gezien de ontwikkeling van het totaal binnen bestaande huisvesting worden opgevangen. Maar knelpunten kunnen ontstaan door de van elkaar verschillende situaties per MBOC. VOvA zal groeien als gevolg van de toestroom naar het Hyperion Lyceum; de ontwikkeling Educatie is en blijft ongewis gezien de steeds grotere invloed van marktwerking. De grote huisvestingsmutaties zijn anno en daaropvolgende jaren verschoven van het MBO naar de VOvA. De VOvA heeft ultimo 2014 de renovatie van de Vinkeleskade in gebruik genomen. In 2015 volgen de nieuwbouw voor de horecascholen Hubertus & Berkhoff en de gerenoveerde Tobiasschool. Op Overhoeks zal in de komende jaren nieuwbouw verschijnen voor het Hyperion Lyceum, op Zeeburgereiland nieuwbouw voor het uit Oost vertrekkende Stelle College. Voor Hyperion wordt in de tussenliggende jaren de tijdelijke huisvesting gelijk opgaand aan het aantal leerlingen uitgebreid. 130

131 Na de grote nieuwbouwoperaties bestaat nagenoeg al het onroerend goed van ROC van Amsterdam uit eigendomspanden. Slechts voor specifieke doelgroepen wordt op kleine schaal gehuurd. Voor de VOvA-locaties geldt in bijna alle gevallen dat het juridisch eigendom bij het ROC berust. Het economisch claimrecht komt de gemeente Amsterdam toe. In financieel opzicht blijft gelden dat de centrale uitgaven (eigenaarslasten) voor huisvesting niet boven 9% van de lumpsum bekostiging vermeerderd met additionele middelen uitkomen. Dit is expliciet beleid. In het ROC van Amsterdam is deze norm al enkele jaren bereikt. Dit betekent dat nieuwbouw of aanhuur van ruimte alleen zal plaatsvinden als daaraan een harde prognose ten grondslag ligt die niet opgevangen kan worden binnen bestaande huisvesting. Net als in het verleden zal door middel van halfjaarlijkse actualisering van de financiële meerjarenraming worden geborgd dat de huisvesting niet uit de pas gaat lopen ten opzichte van de studentenaantallen. Minstens zo belangrijk als de kwantiteit in vierkante meters is de kwaliteit van de gebouwen. In het mbo verschuift het accent na de moderniseringsslag van bouwen en renoveren naar kwaliteitsborging door middel van goed beheer en optimalisering van de voorzieningen. In dat kader wordt een model ontwikkeld om de prestaties van de verschillende gebouwen, zowel afzonderlijk als ten opzichte van elkaar, te meten en beoordelen. Het gaat daarbij om technische aspecten, maar ook om belevingsaspecten van studenten en medewerkers. Belangrijk onderdeel van die beleving vormen de klimaatvoorzieningen licht, ventilatie, warmte en geluid. Op dit terrein wordt versterking van het niveau Frisse Scholen beoogd tot minimaal klasse C. Op veiligheidsgebied ligt het accent op het optimaliseren van de sociale veiligheid, naast het blijvend borgen van de fysieke veiligheid. Een laatste onderdeel van de kwaliteit is de signing. Op dat gebied is vermeldenswaardig dat via een groot project in de nieuwe huisstijl zichtbaar gemaakt wordt op de gebouwen. Personele bezetting ROCvA Personele bezetting in fte Beroepsonderwijs Management/directie Onderwijzend personeel Overige medewerkers Het meerjarenformatieplan dat in september 2014 gereed is gekomen gaat uit van de volgende kwantitatieve conclusies ten aanzien van de personeelsvraag in de periode : Frictievraag: om te kunnen voldoen aan de normering dat minimaal 70% van de baten wordt ingezet voor personele lasten: 15 fte (waarvan 10 PP en 5 SP); Frictievraag: om te kunnen voldoen aan de normering dat van de totale loonsom minimaal 70% van de arbeidsplaatsen (fte s) wordt ingezet voor onderwijsuitvoerend personeel (PP) en maximaal 30% van de arbeidsplaatsen voor 131

132 onderwijsondersteunend en management personeel: 30 fte dient te verschuiven van SP naar PP. Vervangingsvraag als gevolg van leeftijd / uitstroom: 338 fte (waarvan 223 PP en 115 SP). En voorts is de afname als gevolg van afbouw Educatie 4 fte PP. Concluderend moet er totaal geworven worden in de planperiode: = 349 fte. In bovenstaande tabel zijn deze conclusies verwerkt en voorts ook de overgang van het personeel van de Centrale diensten van ROCvF naar ROCvA per 1 januari De verhouding PP/SP heeft in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling laten zien. De SP formatie ligt dichtbij de normering. Gezien de uitstroom in ook het SP zal het in de komende jaren mogelijk worden de normering op een natuurlijke wijze te bereiken. Nieuwe onderwijsontwikkelingen als Focus op Vakmanschap en de invoering van nieuwe verbrede kwalificatiedossiers geven mede richting aan de concrete invulling van de wervingsvraag en de inzetbaarheid (zowel kwantitatief als kwalitatief) van medewerkers. Het formatiebeleid kent, naast de reeds genoemde, de volgende kaders: Voor de MBO Colleges geldt een verdeling van minimaal 79% van de fte s in PP en maximaal 21% van de fte s in eigen SP; Het SP in onder te verdelen in de volgende categorieën: direct onderwijsondersteunend personeel (12%) en indirect onderwijsondersteunend personeel en management (18%); Elke MBO College heeft een flexibele schil van minimaal 15% in haar lerarenformatie; Elke leraar of andere PP functionaris wordt voor minimaal 50% van zijn arbeidstijd ingezet op primaire onderwijstaken en/of activiteiten; In het kader van een evenwichtige en rechtvaardige lessentaak verdeling in een team, en in het kader van werkdruk spreiding wordt een (full-time) leraar maximaal ingezet op 28 lessen * 45 minuten * 40 weken (850 klokuren) en minimaal op 480 klokuren; een part-time leraar wordt naar rato van de betrekkingsomvang op lessen ingezet; Ieder MBO College formuleert een personeelsplan waarin onder andere is opgenomen hoe men de uitstroom van pensionerende leraren en de instroom van jonge leraren gaat reguleren, met mede de opdracht om de GPL te beheersen. Op basis van het meerjarenformatieplan en de kwantitatieve conclusies die daaruit voortkomen, zijn de organisatieonderdelen nu bezig met een eigen meerjarenformatieplan om hieraan een nadere, ook kwalitatieve, invulling te geven. In 2015 zullen deze plannen worden samengevoegd om tot een ROCvA-breed, meerjaren, beleidsrijk, formatieplan te komen. 132

133 Ontwikkeling leerlingaantallen en personele bezetting VOvA (vo) Kengetal (per 31/12) (per 31/12) (per 31/12) (per 31/12) Personele bezetting in FTE: - Management / Directie 22,1 22,1 22,1 22,1 - Onderwijzend Personeel (OP, OOPd) 245,7 253,1 260,7 268,5 - Overige medewerkers (OOPi) 59,7 59,7 59,7 59,7 TOTAAL aantal fte's: 327,5 334,9 342,5 350,3 Leerlingaantallen: toe/afname leerlingaantallen: 0,1% 3,0% 3,0% Het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam hanteert voor dit onderwerp het model zoals verstrekt door OCW. De gegevens m.b.t. meerjarige continuïteit zijn gebaseerd op, en direct gekoppeld aan, de verwachte omvang van het aantal leerlingen. Het VOvA voorzag eerst een bescheiden groei van leerlingen. Voor 2015 is het leerlingaantal ongeveer gelijk gebleven. Voor de jaren daarna (2016 en 2017) wordt een lichte groei verwacht (2% - 4%). Hierbij zijn de volgende opmerkingen te maken: - de inzet van middelen is direct gekoppeld aan leerlingaantallen en inkomsten. - de leerlingprognoses zijn gekoppeld aan de verwachte ontwikkelingen m.b.t. groei en krimp. Risicobeheersing en controlesysteem Zie risicoanalyse en risicomanagement, blz. 123 en verder. Belangrijkste risico s en onzekerheden Zie risicoanalyse en risicomanagement, blz. 124 en verder. Rapportage RvT Zie Jaarverslag onder Verslag Raad van Toezicht, blz

134 Nota Helderheid 2014 Hieronder worden de thema s van Helderheid per thema toegelicht. 1. Uitbesteding Binnen ROCvA wordt slechts in beperkte mate de onderwijstaak uitbesteed aan derden. In het verslagjaar 2014 is door MBO College Centrum een bedrag van onderwijs uitbesteed aan NIHO beheer B.V., Stichting Vacansoleil, Inwerking B.V., Terra Opleidingen en overige. ROC op Maat (samenwerking met Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA)): op twee locaties wordt dit onderwijs aangeboden en dit betreffen plusvoorzieningen in de zin dat zij onderwijs aanbieden voor leerlingen die uitgevallen zijn uit het MBO en VO. Het gaat om de overbelaste leerlingen die alsnog de mogelijkheid krijgen AKA MBO 1 te behalen. Voor leerlingen die uit het VO zijn uitgevallen en een OP Maat traject nodig hebben worden deze nog ingeschreven als VO leerling met bijbehorende bekostiging. AKA uitvoeren in het VO is mogelijk vanwege de beleidsregel AKA en de benodigde samenwerkingsovereenkomst tussen ROCvA en VOvA. Hierin wordt de onderwijskwaliteit en de inschrijving geregeld. De leerlingen krijgen onderwijs in kleinere groepen dan het MBO en krijgen tevens meer intensieve begeleiding. 2. Overzicht inzet van rijksbijdrage investeringen in private activiteiten Door de Stichting ROC van Amsterdam wordt voor 100% deelgenomen in de dochtervennootschap ROCA Contractonderwijs Holding B.V. (Holding). De participatie bedraagt 5 miljoen aan aandelen. Tot 2007 werden in deze vennootschap middels twaalf 100% dochtervennoot-schappen de private opleidingsactiviteiten van ROCvA uitgevoerd. Het geconsolideerde eigen vermogen van de Holding bedraagt per 31 december ,5 miljoen positief. Een nadere specificatie wordt weergegeven in de toelichting op de enkelvoudige balans van Stichting ROC van Amsterdam, welke is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. In boekjaar 2014 heeft de Holding geen activiteiten gekend. 3. Eigen fonds les- en cursusgelden, niet uit de Rijksbijdrage De stichting heeft geen fonds met betrekking tot les- en cursusgelden. In een aantal gevallen wordt het wettelijk cursusgeld niet betaald door de student zelf maar door derden (bedrijven of instellingen). Dit geschiedt, conform de voorschriften, via een schriftelijke machtiging van de student zelf. 4. Studenten die ROCvA na 1 oktober relatief snel hebben verlaten In totaal hebben in de periode van 2 oktober t/m 31 december studenten de instelling verlaten, waarvan 522 met en studenten zonder diploma. In dezelfde periode hebben zich 58 studenten ingeschreven zonder dat daarvoor bekostiging wordt ontvangen. 134

135 135

136 Overzicht van de studenten die na 1 oktober zijn ingeschreven voor een opleiding zonder dat daarvoor bekostiging wordt ontvangen (periode t/m ), het betreft studenten die wel onderwijs volgen maar waarvoor geen bekostiging wordt ontvangen: 5. Overzicht geïntegreerde trajecten educatie beroepsonderwijs Van de studenten op 1 oktober 2014 inschreven in het beroepsonderwijs volgden 5 deelnemers gelijktijdig een traject in het Volwassenonderwijs. 6. Overzicht overstap tijdens het schooljaar naar andere opleiding / leerweg binnen de instelling Ten gevolge van de invoering van het competentiegerichte onderwijs waarbij studenten in de loop van het jaar kiezen voor een uitstroomprofiel is het aantal studenten dat overstapt naar een andere opleiding de afgelopen jaren sterk toegenomen. Feitelijk gaat het om dezelfde opleiding. In totaal zijn studenten overgestapt naar een andere opleiding. 7. Overzicht voor welke bedrijven / organisaties maatwerktrajecten zijn georganiseerd Behoudens bij het Volwassenonderwijs heeft de Stichting in beperkte mate maatwerktrajecten uitgevoerd voor bedrijven en instellingen. Dit betreft aanvullende werkzaamheden voor studenten van CREBO-geregistreerde opleidingen. De volgende contracten zijn uitgevoerd in 2014: MBO College Airport CTSN BV, afdeling diagnose Forensisch centrum Teylingerein G4S Aviation Security Intersafe House I-Sec Nederland BV KLM KLM catering services Trigion Aviation Security Schiphol Trigion Beveiliging BV Vebego Luchtvaart College Schiphol Koninklijke Marechaussee 136

CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013

CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013 CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013 1 Slim krachten bundelen, vanuit klein binnen groot Edo de Jaeger vz. RvB ROCvA en ROCF vz CvB ROCvA Ronald Wilcke vice vz RvB ROCvA en ROC F en vz. CvB ROC F

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. ROC van Flevoland

Jaarverslag 2014. ROC van Flevoland Jaarverslag 2014 ROC van Flevoland ROC van Flevoland Bezoekadres Straat van Florida 1 1334 PA Almere Postadres Postbus 30131 1303 AC Almere Telefoon 036-549 5900 Fax 036-549 5999 Internet http://www.rocvflevoland.nl

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT bij ROC van Amsterdam - Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. : ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2013. : ROC van Amsterdam Jaarverslag 2013 ROC van Amsterdam Uitgave : ROC van Amsterdam Kenmerk : Jaarverslag 2013 ROCvA Vastgesteld door het College van Bestuur : 02-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht : 02-06-2014

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. : ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2012. : ROC van Amsterdam Jaarverslag 2012 ROC van Amsterdam Uitgave : ROC van Amsterdam Kenmerk : Jaarverslag 2012 ROCvA Vastgesteld door de Raad van Toezicht : 28-06-2013 Goedkeurende accountantsverklaring : 28-06-2013 Aangeboden

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT. bij

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT. bij DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT bij ROC van Amsterdam-Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE ROC van Flevoland ROC van Flevoland Het Regionaal Opleidingen centrum van Flevoland behoort tot een van de ruim 40 ROC s van ons land. Inspelend op de veranderende

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van. Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van. Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs bij ROC van Amsterdam-ROC van Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. : ROC van Flevoland

Jaarverslag 2013. : ROC van Flevoland Jaarverslag 2013 ROC van Flevoland Uitgave : ROC van Flevoland Kenmerk : Jaarverslag 2013 ROCvF Vastgesteld door het College van Bestuur : 02-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht : 02-06-2014

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2011. ROC van Amsterdam Jaarverslag 2011 ROC van Amsterdam Versie 1.0 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 14 mei 2012 1 ROC van Amsterdam Fraijlemaborg 141 1102CV Amsterdam Postadres: Postbus 2584 1000CN Amsterdam Tel. 020-5791000

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. : ROC Flevoland

Jaarverslag 2012. : ROC Flevoland Jaarverslag 2012 ROC Flevoland Uitgave : ROC Flevoland Kenmerk : Jaarverslag 2012 ROCF Vastgesteld door de Raad van Toezicht : 28-06-2013 Goedkeurende accountantsverklaring : 28-06-2013 Aangeboden bij

Nadere informatie

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden: Concretisering Code Goed Bestuur voor Onderwijs Primair Inleiding De leden van de PO-Raad hebben in 2010 de Code Goed Bestuur vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Het bestuur

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Visie en Toezicht Conform artikel 2 lid 2 van

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. ROC Flevoland

Jaarverslag 2011. ROC Flevoland Jaarverslag 2011 ROC Flevoland 1 ROC Flevoland Bezoekadres: Straat van Florida 1 1334 PA Almere Postadres: Postbus 30131 1303 AC Almere Tel. 036-5495900 Fax. 036-5495999 Internet: http://www.rocflevoland.nl/

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo 1 Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo 2 3 1 Inleiding De Raad van Toezicht van Stichting Bravoo houdt als intern toezichthouder integraal toezicht op de gang van zaken binnen de stichting

Nadere informatie

Intern toezichtkader PVO Walcheren

Intern toezichtkader PVO Walcheren Intern toezichtkader PVO Walcheren Februari 2015, intern toezichtkader stichting PVO Walcheren Pagina 1 Voorwoord Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband

Nadere informatie

twee nieuwe leden waaronder een beoogd voorzitter

twee nieuwe leden waaronder een beoogd voorzitter Vacature twee leden Raad van Toezicht waaronder een beoogd voorzitter Stichting Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Noord-Holland De Stichting De Stichting Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Noord-Holland (SVVONH),

Nadere informatie

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA VOORWOORD In dit verslag van obs de Delta treft u op schoolniveau een verslag aan van de ontwikkelingen in het afgelopen schooljaar in het kader van de onderwijskundige ontwikkelingen,

Nadere informatie

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS. Utrecht, maart 2016 Kenmerk:

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS. Utrecht, maart 2016 Kenmerk: TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS Utrecht, maart 2016 Kenmerk: 4765491 INHOUD 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Wettelijk kader

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Vastgesteld door de Raad van Toezicht van SGR op 14 april 2015 Inleiding Vanaf 2011 zijn bij de SGR de functies van bestuur en intern toezicht gescheiden. Deze functiescheiding

Nadere informatie

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT PROFIELSCHETS TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ORGANISATIEONTWIKKELING EN HRM SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ONDERNEMERSCHAP (BEDRIJFSLEVEN) OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN

Nadere informatie

IN hoofdlijnen Jaarverslag 2012

IN hoofdlijnen Jaarverslag 2012 IN hoofdlijnen Jaarverslag 212 Kijk voor de volledige versie op www.rockopnh.nl Gewoon een goede school Kwalitatief goed onderwijs als basis 212 was een overgangsjaar voor wat betreft het strategisch beleidsplan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie Nr. 214 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht geleding datum advies selectie en 26-09-2014 benoemingscommissie RvT advies CvB/MT 29-09-2014 voorgenomen besluit raad van toezicht 27-11-2014 advies

Nadere informatie

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Pagina 1 van 5 Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Artikel 1. Algemeen De Raad van Toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep,

Nadere informatie

Aandacht voor jouw ambitie!

Aandacht voor jouw ambitie! Aandacht voor jouw ambitie! ROC Rivor is hét opleidingscentrum van regio Rivierenland. Wij bieden een breed scala aan opleidingen, cursussen en trainingen voor jongeren en volwassenen. Toch zijn we een

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

Aanvullend Reglement Raad van Toezicht Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. (2 oktober 2012)

Aanvullend Reglement Raad van Toezicht Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. (2 oktober 2012) Aanvullend Reglement Raad van Toezicht Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. (2 oktober 2012) Algemeen De raad van toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep, statutair gevestigd te Groningen,

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting ROC TOP Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42625 Onderzoeksnummer : 289366 Periode onderzoek : Jan -Oktober 2016 Datum vaststelling : November 2016

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Reglement Raad van Toezicht ter uitvoering van artikel 14, lid 3, van de statuten van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Ermelo Begrippen In dit reglement wordt onder Raad verstaan

Nadere informatie

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Preambule Dit reglement is een directiestatuut in de zin van artikel 32 van

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: Deskundigheid Noorderpoort Lid Raad van Toezicht Sociale domein 1. ORGANISATIE Noorderpoort Noorderpoort bereidt jongeren en volwassenen voor op hun rol in de

Nadere informatie

Transitieverklaring van ROC Leiden, ID College, ROC Mondriaan en Nova College

Transitieverklaring van ROC Leiden, ID College, ROC Mondriaan en Nova College Transitieverklaring van ROC Leiden, ID College, ROC Mondriaan en Nova College 1. Achtergrond en perspectief De ernstige financiële problemen van het ROC Leiden noodzaken tot een nieuw perspectief voor

Nadere informatie

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht?

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? VTOI, 17 april 2015 Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? clemens.geenen@dyade.nl 1 Programma 1. Toezichtplan 2. Wat is de relatie tussen kwaliteit

Nadere informatie

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader 1 Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool 2 INLEIDING 3 De Raad van Toezicht van De Haagse Hogeschool formuleert in dit de inhoudelijke uitgangspunten van zijn toezicht en de manier waarop hij daaraan invulling

Nadere informatie

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie :

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie : RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij ROC van Amsterdam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 40833 Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie

Nadere informatie

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2016 / 17. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2016 / 17. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op ROC Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD gewoon een goede school 2016 / 17 Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op www.rockopnh.nl Kwaliteit van en voor leerlingen Een belangrijke maatstaf in de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT INLEIDING Sinds 24 oktober 2011 is het Raad van Toezichtmodel bij de Meerwaarde operationeel. De dagelijkse leiding is vanaf die datum in handen van een eenhoofdig

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ROC A12 Onderwijsassistent, 93500 Veiligheid en vakmanschap (Aankomend medewerker grondoptreden), 95081 Ondernemer detailhandel,

Nadere informatie

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College Profiel & Selectieprocedure Directeur-bestuurder Stellingwerf College juni 2016 Onze school Het Stellingwerf College, een openbare school voor vmbo, mavo, havo, vwo en verrijkt en versneld vwo in Oosterwolde

Nadere informatie

Datum 8 juli 2016 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van lid Jadnanansing (PvdA) over het bericht Mbo-student negatief over lessen

Datum 8 juli 2016 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van lid Jadnanansing (PvdA) over het bericht Mbo-student negatief over lessen >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Auditdienst Rijk Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een scheiding

Nadere informatie

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187) a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Vakinstelling SVO Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 68095 Onderzoeksnummer : 289306 Periode onderzoek : Mei 2016-November 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Het vmbo van de toekomst Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Voorstellen Mirjam Bosch, plv. directeur CSV Veenendaal Dennis Heijnens, adviseur bij Actis Advies Programma deelsessie

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht. 12 november 2014, versie 2.0

Toezichtkader Raad van Toezicht. 12 november 2014, versie 2.0 Toezichtkader Raad van Toezicht 12 november 2014, versie 2.0 Besluit Raad van Toezicht d.d. 29 oktober 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding p.3 De verschillende rollen van CvB en RvT p.3 Toezicht en bestuur

Nadere informatie

De LOB-scan voor mbo

De LOB-scan voor mbo 35 BIJLAGE 3 De LOB-scan voor mbo De LOB-scan Doel van de LOB-scan is om zicht te krijgen op hoe Loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB) in jullie onderwijsinstelling er op dit moment voor staat. De

Nadere informatie

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC TOP te Amsterdam 22158 Financiële beroepen (Financiële beroepen) en 93200 Financiële beroepen (Financieel administratief medewerker) Januari,

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Inleiding. Vanaf 1 augustus 2011 zijn bij De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal

Nadere informatie

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA Profiel Raad van Toezicht Stichting de Woonmensen/ KWZA KP 14 november 2012 1 Inleiding Uitgangspunt voor de bezetting van de Raad van Toezicht is, dat deze bestaat uit generalisten die gezamenlijk een

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE SAMENWERKING TUSSEN ROC VAN AMSTERDAM EN ROC FLEVOLAND RAPPORT. Utrecht, 7 augustus 2012 H

ONDERZOEK NAAR DE SAMENWERKING TUSSEN ROC VAN AMSTERDAM EN ROC FLEVOLAND RAPPORT. Utrecht, 7 augustus 2012 H ONDERZOEK NAAR DE SAMENWERKING TUSSEN ROC VAN AMSTERDAM EN ROC FLEVOLAND RAPPORT Utrecht, 7 augustus 2012 H3312837 Voorwoord Dit rapport met kenmerk H3312837 bevat de resultaten van een incidenteel onderzoek

Nadere informatie

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD bezoekadres Stationsstraat 29 a 9401 KW Assen postadres Postbus 479 9400 AL Assen telefoon (0592) 30 84 58 fax (0592) 33 15 35 e-mail info@ypsylon.nl KvK Friesland 56.48.77.54 www.ypsylon.nl Functieprofiel

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Dienst P&O ROC West-Brabant

Jaarverslag 2012 Dienst P&O ROC West-Brabant Dienst Personeel & Organisatie Jaarverslag 2012 Jaarverslag 2012 Dienst P&O ROC West-Brabant Maart 2013 Dienst P&O Jaarverslag Dienst P&O 2012 Pagina 1 Voorwoord Voor de Dienst P&O was 2012 een bewogen

Nadere informatie

Colofon : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Vastgesteld door College van Bestuur : 9 februari 2016

Colofon : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Vastgesteld door College van Bestuur : 9 februari 2016 Reglement Adviesraad Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Vastgesteld door College van Bestuur : 9 februari 2016 Kenmerk CvB : 2016/000171/CvB-REG Woord vooraf Dit reglement heeft

Nadere informatie

Overleg met de Toezichthouder

Overleg met de Toezichthouder Overleg met de Toezichthouder Handreiking Goede Medezeggenschap Handreiking goede medezeggenschap Overleg met de toezichthouder Inleiding Deze handreiking goede medezeggenschap is onderdeel van een reeks

Nadere informatie

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT In de zelfevaluatie Raad van Toezicht worden de volgende onderwerpen besproken, met behulp van een vragenlijst: De mate waarin de Raad van Toezicht

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht FUNCTIEPROFIEL Lid Raad van Toezicht met financiële expertise Samen leren, samen leven! PublicSpirit drs. Marylin E.A. Demers senior consultant Amersfoort, maart 2019 1 van 5 Organisatie & context Stichting

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ROC van Amsterdam com43 - Verkoopspecialist Juli 2012 Plaats: AMSTERDAM BRIN: 25PZ Onderzoeksnummer: 126565 Onderzoek uitgevoerd in: april 2012 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VERENIGING VAN TOEZICHTHOUDERS IN ONDERWIJSINSTELLINGEN VTOI januari 2016 Checklist verantwoording RvT in het jaarverslag Pagina

Nadere informatie

Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado

Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado Vastgesteld tijdens Algemene Vergadering 18 april 2019 2 1. Inleiding Ingrado is een landelijke opererende vereniging waarvan de gemeenten en de RMC-regio

Nadere informatie

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo.

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Jaarplan 2013-2014 VOORWOORD Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Met die titel dagen wij onszelf uit en ieder

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Jaarverslag Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2015 VOORWOORD Ontwikkeling en herijking. Dat zijn misschien wel de meest kenmerkende woorden voor onze Stichting

Nadere informatie

Functieprofiel Raad van Toezicht

Functieprofiel Raad van Toezicht Functieprofiel Raad van Toezicht Opgesteld: november 2014 Vastgesteld: 25 november 2014 Functieprofiel Raad van Toezicht SALTO 1 Functieprofiel Raad van Toezicht SALTO Organisatieschets In 2001 zijn de

Nadere informatie

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer Profielschets bestuurder SWV PO en SWV VO Zoetermeer 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Situatieschets... 3 3. Profiel en werkzaamheden gezamenlijke bestuurder... 5 3.1. Werkzaamheden... 5 3.2. Kennis,

Nadere informatie

Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren. Els de Ruijter Maartje van den Burg

Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren. Els de Ruijter Maartje van den Burg Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren Els de Ruijter Maartje van den Burg 1 oktober 2015 Onderwerp workshop 1. Wetgeving per 01-08-2014 2. Toezicht 3. BOT & Beroepspraktijkvorming 4. Afwijken

Nadere informatie

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur,

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur, a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie 349195 Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015 Geacht

Nadere informatie

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht Auteur Raad van Toezicht Inlichtingen Sandra Vermuelen, secretaris RvT Sandra.vermeulen@hu.nl Datum 23 mei 2017 Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht Versie Vastgesteld

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU Leidse instrumentmakers School te Leiden Fijnmechanische techniek (Researchinstrumentmaker) 4255204/4 BRIN: 02OV Onderzoeksnummer:

Nadere informatie

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PROFIEL Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PublicSpirit drs. Marylin E.A. Demers Senior consultant Amersfoort, november 2015 Organisatie & context Het

Nadere informatie

Invoering entreeopleiding

Invoering entreeopleiding Invoering entreeopleiding Inleiding De entreeopleiding is geïntroduceerd in het kader van het actieplan Focus op Vakmanschap. Focus op Vakmanschap kent een tweetal pijlers: doelmatige leerwegen en modernisering

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur 1. De Werf kijkt vooruit De Werf is een algemeen bijzondere basisschool die onderwijs verzorgt

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Friesland College te Leeuwarden Ondernemer detailhandel November 2014 BRIN: 25LG Onderzoeksnummer: 277525 Onderzoek uitgevoerd in: September 2014

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement Voorblad agendapunt 3 speerpunt Informatiemanagement Ruud vd Belt en Peter Antonis In bijgaande notitie treft u de bestuursopdracht Informatiemanagement (IM) aan. De samenleving en werkorganisaties zijn

Nadere informatie

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Eind september ging Deloitte met CFO s uit het hoger onderwijs in gesprek over de uitdagingen om de prestatieafspraken te realiseren, ook al is

Nadere informatie

Jaarverslaggeving onderwijs

Jaarverslaggeving onderwijs Jaarverslaggeving onderwijs Input Evaluatie invoering RJ 660 Brief CFI d.d. 16 december 2009 Afstudeerproject Johan Berkouwer Samenvatting in MAB en Het jaar verslagen Actuele ontwikkelingen Knelpunten

Nadere informatie

Geert van der Tang, directeur VTOI-NVTK Woensdag 7 november 2018

Geert van der Tang, directeur VTOI-NVTK Woensdag 7 november 2018 Geert van der Tang, directeur VTOI-NVTK Woensdag 7 november 2018 Opbouw VTOI-NVTK Kaders van bestuur en toezicht Gemeenschappelijk doel Inrichten effectieve overlegstructuur Afronding VTOI-NVTK VTOI-NVTK

Nadere informatie

Toezichtkader Montessori Vereniging Haarlemmermeer

Toezichtkader Montessori Vereniging Haarlemmermeer Toezichtkader Montessori Vereniging Haarlemmermeer Inhoud Inleiding... 3 Wat houdt het (intern) toezicht in?... 4 Werkwijze toezichthoudende deel van het bestuur/ toezichtkader... 6 1. Openbare identiteit...

Nadere informatie

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen Vastgesteld nov 2017 WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK Toezichtkader Bibliotheek Velsen 2017-2020 AANLEIDING TOEZICHTKADER Niets duurt voort, behalve verandering Heraclitus Voor je ligt het tussentijdse

Nadere informatie

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2017 / 18. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2017 op

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2017 / 18. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2017 op ROC Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD gewoon een goede school 2017 / 18 Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2017 op www.rockopnh.nl Kwaliteit van en voor leerlingen Een belangrijke maatstaf in de

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit)

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit) FUNCTIEPROFIEL Functies: Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit) 1. ORGANISATIEBESCHRIJVING De Meerwegen scholengroep is een christelijke

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ALBEDA COLLEGE Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra definitief augustus 2013 H3331188 Plaats: Rotterdam BRIN: Onderzoeksnummer: 00GT 242810 Onderzoek

Nadere informatie

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht. 6. Raad van Toezicht 14-04-2014 Versie 6.02 Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht Status Definitief Artikel 1: Positionering Raad van Toezicht Ingevolge de statuten bestuurt het College van Bestuur

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Clusius College te Alkmaar Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam medewerker groenvoorziening) 97252 Bloemendetailhandel (Medewerker bloembinden)

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Hoeveel leden telt uw intern toezicht? 2. Wat

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU AOC Terra Plaats : Groningen BRIN nummer : 01NJ Onderzoeksnummer : 290340 en 290341 Datum onderzoek : 10 t/m 27 oktober 2016

Nadere informatie

ROC. Kop van Noord-Holland. roc in beeld. van gewoon goed naar nog beter. Kijk voor het volledige jaarverslag 2014 op

ROC. Kop van Noord-Holland. roc in beeld. van gewoon goed naar nog beter. Kijk voor het volledige jaarverslag 2014 op ROC Kop van Noord-Holland roc in beeld van gewoon goed naar nog beter Kijk voor het volledige jaarverslag 214 op www.rockopnh.nl van gewoon goed naar nog beter! Grafieken en tabellen geven goed weer hoe

Nadere informatie

T O E Z I C H T S K A D E R

T O E Z I C H T S K A D E R T O E Z I C H T S K A D E R Eindversie; vastgesteld door bestuur SWV PO de Meierij d.d. 4 februari 2016 Preambule Het Toezichthoudend bestuur past de Code Goed Onderwijsbestuur toe zoals deze is opgesteld

Nadere informatie

Dit is het ROC van Twente. Onderwijsvisie

Dit is het ROC van Twente. Onderwijsvisie in feiten en cijfers Dit is het ROC van Twente ROC van Twente is dé onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de regio Twente. Ruim 2000 medewerkers verzorgen beroepsopleidingen,

Nadere informatie

Bouwen aan excellentie. vroeg beginnen!

Bouwen aan excellentie. vroeg beginnen! WELKOM Bouwen aan excellentie vroeg beginnen! First LEGO League Bouwen aan excellentie een tussenstand Sturingsprincipe Deltion ruimte leegte RUST kaders versus ON RUS T chaos Verbinden van trots en besef

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S DIPLOMA S VMBO 2-24 De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie