Oplegvel Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Afstemmings- en

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oplegvel Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Afstemmings- en"

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer O6. RZy gy. OOr Inboeknummer o6bstor6sr Beslisdatum B%W 22 augustus 2006 Dossiernummer 6sq qsa Oplegvel Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Afstemmings- en fraudeverordening WWB zoop (AFVaoop) 1 Samenvatting Evaluatie AFV2005. Per 1 januari 2005 is de WWB volledig van kracht gegaan. Ten gevolge hiervan heeft de raad diverse verordeningen vastgesteld, waaronder de AFV2005. De AFV2005 was ter vervanging van de Wet Boeten en Maatregelen. Conform het verzoek van de raad, is de verordening geevalueerd en dit heeft tot enkele wijzigingen in de verordeningen geleid in het kader van de volgende gedragingen: Lik op stuk beleid; Rechtmatig verstrekken van de uitkering; Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening. Sociale Verzekeringsbank (SVB). Per 1 juli 2006 zal de SVB de integrale uitvoering ter hand nemen op het gebied van AOW en aanvullende bijstand. De SVB gaat de aanvullende bijstand voor deze personen verzorgen. Dit heeft gevolgen voor de AFV. Hiervoor is een aparte bepaling opgenomen. Door middel van vet en onderstre en is in het voorstel aangegeven welke onderdelen nieuw/ gewijzigd zijn. 2 Bijlage(n) Als bijlage bij dit voorstel behoort: Evaluatie Sanctie(inloop)spreekuur en Afstemmings- en fraudeverordening WWB 2005, maart De bijlage ligt ter inzage in de leeskamer.

2 gemeente Eindhouen Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer O6. RZy gy. OOr Inboeknummer o6bstor6sr Beslisdatum B%W 22 augustus 2006 Dossiernummer 6sq qsa Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de Afstemmings- en fraudeuerordening WWB zoog 1 Inleiding De AFV2005 die per 1 januari 2005 van kracht is gegaan, is geevalueerd. Op basis van de evaluatie wordt een voorstel gedaan tot enkele aanpassingen in de AFV2005. Daarnaast neemt de gemeente Eindhoven vanaf 1 juli 2006 deel aan een pilot. Dit betreft een pilot waarbij de SVB de integrale uitvoering van de uitkeringsverstrekking over gaat nemen bij personen die zowel aangewezen zijn op een AOW als WWB uitkering. In totaal doen 8 gemeenten aan deze pilot mee. Met betrekking tot het sanctiebeleid is door de SVB verzocht dit uniform uit te willen voeren. Daarom is een extra bepaling in de AFV2007 opgenomen. Hierbij wordt wel opgemerkt dat de strekking en hoogte van de sancties vergelijkbaar zijn met het Eindhovense beleid. Ook heeft de gemeente inspraak op het sanctiebeleid zoals dat door de SVB uitgevoerd zal worden. Hiermee zal de rechtsgelijkheid geborgd worden. 2 Wat willen we bereiken Transparante en eenduidige uitvoering van wet- en regelgeving, waarbij voldoende ruimte is voor het toepassen van maatwerk om reintegratie te bevorderen en misbruik, oneigenlijk gebruik en fraude tegen te gaan, dan wel te bestraffen. Op basis van de uitgevoerde evaluatie kan geconcludeerd worden dat met name op het onderdeel eenduidige uitvoering de verordening een aanpassing behoeft. Evaluatie. De evaluatie van de AFV kent drie invalshoeken. Enerzijds zijn gedurende het gebruik van de verordening signalen afgegeven, daarnaast heeft WZI ten behoeve van de uitvoering een inloopspreekuur opgericht waar casemanagers casussen kunnen bespreken, tot slot heeft dossieronderzoek plaatsgevonden om de uitvoering van de verordening en de gevolgen hiervan voor de clienten inzichtelijk te krijgen. Op basis van deze drie invalshoeken zijn positieve effecten geconstateerd in relatie tot reintegratie, maar ook tekortkomingen die met name

3 betrekking hebben op het rechtmatigheiddeel van de verstrekking van de uitkering. Geconstateerd is dat in bepaalde gevallen onvoldoende handvatten aanwezig zijn voor de casemanager. De insteek van de verordening (op basis van de vastgestelde kaders WWB), is om met name, daar waar nodig, gedragingen die reintegratie belemmeren adequaat en op basis van individualisering / maatwerk te kunnen sanctioneren. Op basis van dossieronderzoek en de ingevoerde "sanctie spreekuren" waar casussen besproken worden, kan geconcludeerd worden dat de verordening op goede wijze vorm geeft aan deze intentie. De geest van de verordening wordt door de casemanagers goed toegepast. De wijzigingen die worden voorgesteld aan de hand van uitgevoerde evaluatie doen dan ook geen afbreuk aan de intentie van de verordening dan wel aan het Kader Handhaven, zoals deze eerder door de raad zijn vastgesteld. De wijzigingen hebben betrekking op het eenvoudiger en eenduidiger verwoorden van het beleid in de verordening. Individualisering en maatwerk blijft hierbij uitgangspunt. 3 Wat gaan we daarvoor doen De voorgestelde correcties dragen eraan bij dat de uitvoering van sancties, eenvoudiger en eenduidiger plaats kan vinden, zonder af te doen aan het maatwerk en individualiseringsprincipe, zoals vastgesteld in wetgeving en kaders. Hieronder staat artikelsgewijs beschreven / toegelicht daar waar wijzigingen hebben plaatsgevonden. In de verordening is aangegeven door middel van ondersrre en welke onderdeien een tekstuele igeen inhoudeiijkej wijziging hebben ondergaan. Door middel van vet en onderstre en is aangegeven welke onderdelen nieuw/ gewijzigd zijn. Artikel 7. Begri psomschrij vi ngen. De begripsomschrijvingen zijn uitgebreid wegens nieuwe begrippen en andere begrippen die een nadere omschrijving behoefde waarin nog niet (voldoende) was voorzien. Artike/2 en 3. In het kader van de WWB dient de AFV een tweeledig doel: het verlagen van de bijstand; bestrijding fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik. In de AFV2005 waren deze twee opdrachten in een artikel verwerkt, in de nieuwe verordening is gekozen om per onderwerp een apart artikel te benoemen. Artikel 4. Lid 2: indien gewenst, is het nu niet mogelijk om lik-op-stuk beleid toe te passen aangezien in de verordening is opgenomen dat de verlaging wordt uitgevoerd met

4 ingang van de volgende kalendermaand. Soms zitten er twee maanden tussen het besluit tot sanctioneren en het daadwerkelijk uitvoeren ervan doordat de uitkering achteraf betaalbaar wordt gesteld. Voorgesteld wordt om expliciet in de verordening op te nemen dat de sanctie direct uitgevoerd kan worden zolang er maar geen sanctie plaatsvindt over een periode waarbij er nog geen sprake was van sanctiewaardig gedrag. Lid 5: door het toevoegen van dit lid, kan eenvoudiger toepassing worden gegeven aan het ten uitvoer leggen van de sanctie. Indien het wenselijker is wegens persoonlijke omstandigheden om bij een hoge sanctie deze te verdelen over meerdere maanden, dan geeft dit lid hiertoe de bevoegdheid. Lid 6: tekstuele wijziging. Artikel 5. Lid 1: tekstuele wijziging. Lid 2: tekstuele wijziging. Artikel 6: Lid 2: de periode waarin een gedraging als recidive wordt aangemerkt is verkort van 24 naar 12 maanden. Artikel 7. Lid 2: de huidige verordening biedt onvoldoende richtlijn om eenduidig om te gaan met gedragingen in het kader van de inlichtingenplicht en gedragingen in het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik. De huidige term: "die het rechtmatig verstrekken van de uitkering belemmeren", is te beknopt, daarom wordt een toevoeging voorgesteld. Derhalve artikel 6, lid 2 en lid 3a herzien op dit onderdeel: Artikel 6, lid 2: gedragingen die de rechtmatige verstrekking van de uitkering belemmeren dan wel tegenwerken: Sub a: Gedraging in het kader inlichtingenplicht licht ÃćâĆňâĂİ richtlijn: 5 /o Sub b: Gedraging in het kader inlichtingenplicht zwaar ÃćâĆňâĂİ richtlijn 25 /o Sub c: Gedraging in het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik ÃćâĆňâĂİ richtlijn 50 /o Sub d: Gedraging in het kader van fraude ÃćâĆňâĂİ richtlijn100o/o Lid 4: het vierde lid van artikel 6 blijkt in de praktijk te weinig handvatten te geven om eenduidig om te kunnen gaan met het concretiseren van een sanctie. Dit artikel is dan ook aangepast zodat er een duidelijkere richtlijn bestaat hoe om te gaan met de verschillende situaties, te weten: er wordt niet aan een verplichting voldaan waardoor inkomsten niet worden verkregen (sub a en b), hoogte van sanctioneren indien sprake is van vermogen boven het toegestane vermogen (sub c) en de richtlijn indien iemand verwijtbaar een beroep doet op de WWB (sub d). Artikel 8. Lid 1: tekstuele wijziging.

5 Artikel 11. Personen waarvan de bijstand via de SVB wordt verstrekt, betreft een nieuwe doelgroep voor WZI. In de vorige verordening was deze doelgroep nog niet aanwezig en dus ook niet benoemd in de verordening. Artikel 13. Tekstuele wijziging. 4 Wat kost het Aan dit voorstel zijn geen financiele kosten verbonden. 5 Inspraak Het advies van de Clientenraad is opgevraagd en zal separaat worden nagezonden (conform afspraak) en wordt ter inzage gelegd voor de commissie. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, G. Kok-Mol, wnd. secretaris.

6 Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 augustus en 7 november 2006; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 8, eerste lid sub b en 18 tweede lid en artikel Ba van de Wet werk en bijstand; besluit: 1 in te trekken: de Afstemmings- en fraudeverordening WWB ÃćâĆňâĂİ 2005 per 1 januari 2007; 2 vast te stellen: de Afstemmings- en fraudeverordening WWB ÃćâĆňâĂİ 2007 en inwerking te laten treden per 1 januari Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel l. Begripsomschrijvingen. 1. Deze verordening verstaat onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende: persoon met een uitkering ingevolge de wet; c. bijstandsnorm: landelijke norm en gemeentelijke toeslag. Bij personen tot 21 jaar valt de bijzondere bijstand, voorzover verstrekt voor levensonderhoud, ook onder de bijstandsnorm; d. afstemmen: het verlagen van de bijstand op grond van artikel 18, tweede lid, van de wet; e. benadelingsbedrag: het schadebedrag dat door de belanghebbende aan de dienst wordt toegebracht; f. SVB: Sociale verzekeringsbank; g. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; h. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Eindhoven; inlichtingenplicht: de verplichting, als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de wet; j. misbruik: het niet, niet volledig of onjuist verstrekken van informatie waardoor ten onrechte bijstand wordt ontvangen; k. oneigenlijk gebruik: het ten onrechte ontvangen van bijstand, als gevolg van het door belanghebbende handelen in strijd met het doel en de strekking van de wet; I. benadelingsbedrag:financiele benadeling van de gemeente. 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken.

7 Artikel 2. Het verlagen van de bijstand. Het college verlaagt de bijstand overeenkomstig deze verordening indien belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid, of artikel 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen. Artikel 3. Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik. Het college draagt zorg voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Paragraaf 2. Het verlagen van de bijstand. Toepassen en uitvoeren van een verlaging. 1. De verlaging wordt toegepast op de bijstandsnorm of bijzondere bijstand en de verlaging bedraagt per maand niet meer dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm. 2. De verlaging wordt direct uitgevoerd. Indien dit niet mogelijk is, wordt de verlaging uitgevoerd met ingang van de eerst volgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het toepassen van een verlaging aan belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die betreffende maand geldende bijstandsnorm. 3. In afwijking van het tweede lid kan de verlaging met terugwerkende kracht worden opgelegd. 4. Een verlaging wordt over een bepaalde periode toegepast. 5. Een verlaging wordt over een maand uitgevoerd. Het college kan het noodzakelijk achten om uitvoering van de verlaging te spreiden over meerdere maanden. 6. Indien belanghebbende inmiddels geen bijstand meer ontvangt, kan een verlaging niet worden toegepast. Indien belanghebbende binnen een periode van zes maanden opnieuw bijstand gaat ontvangen, wordt een besluit genomen over het alsnog toepassen dan wel afzien van een verlaging op dat moment. Artikel 5. Afzien van het toepassen van een verlaging. 1. Het college ziet af van het toepassen van een verlaging indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; 2. Het college volstaat met een schriftelijke waarschuwing indien sprake is van een gedraging als bedoeld in artikel 7, tweede lid, sub a, tenzij: binnen de voorafgaande 12 maanden een vergelijkbare gedraging heeft plaatsgevonden of; er sprake is van ten onrechte verstrekte bijstand.

8 3. Het college kan afzien van het verlagen van de bijstand indien zij daarvoor dringende redenen aanwezig acht. 4. Het college ziet af van het toepassen van een verlaging indien de gedraging meer dan 12 maanden voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte bijstand is verleend. Een verlaging wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden. Artikel 6. Samenloop van gedragingen en recidive. 1. Indien belanghebbende zich tegelijkertijd schuldig maakt aan meerdere gedragingen, inhoudende het niet nakomen van verplichtingen zoals genoemd in artikel 2 eerste lid, vindt voor toepassing van de verlaging cumulatie plaats; 2. Het percentage van de verlaging zoals genoemd in artikel 7 wordt verdubbeld indien belanghebbende zich binnen 12 maanden na de vorige verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan dezelfde verwijtbare gedraging. Artikel 7. De gedragingen en de omvang van de verlaging. 1. Gedragingen die reintegratie belemmeren hebben een verlaging van de bijstand tot gevolg. Voor de omvang van de verlaging geldt als richtlijn: a. 25 /o van de bijstandsnorm gedurende een maand bij een verwijtbare lichte gedraging; b. 100a/o van de bijstandsnorm gedurende een maand bij een verwijtbare zware gedraging. 2. Gedragingen die het rechtmatig verstrekken van de bijstand belemmeren dan wel tegenwerken, hebben een verlaging van de bijstand tot gevolg. Voor de omvang van de verlaging geldt als richtlijn: a. 5</o van de bijstandsnorm gedurende een maand bij een verwijtbare lichte gedraging in het kader van de inlichtingenplicht, met inachtneming van het gestelde in artikel 5 tweede lid; b. 25a/o van de bijstandsnorm gedurende een maand bij een verwijtbare zware gedraging in het kader van de inlichtingenplicht; c. 50/o van de bijstandsnorm gedurende een maand in geval van oneigenlijk gebruik; d. 100a/o van de bi standsnorm edurende een maand in eval van misbruik. 3. Gedragingen die betrekking hebben op zeer ernstige misdragingen hebben een verlaging van de bijstand tot gevolg. Voor de omvang van de verlaging geldt de richtlijn, zoals genoemd in het eerste lid onder sub a en b.

9 Van ÃćâĆňâĂİ tot Van ÃćâĆňâĂİ tot ,ÃćâĆňâĂİ ,ÃćâĆňâĂİ Raadsnummer O6.RZ757.OOI 4. Gedragingen die betrekking hebben op een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan kunnen een verlaging van de bijstand of bijzondere bijstand tot gevolg hebben, afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag, met in achtneming van onderstaande: a. indien het benadelingsbedrag niet vast te stellen is, geldt als richtlijn een verlaging van 10o/o tot het moment dat belanghebbende de tekortkoming heeft opgeheven; b. indien het benadelingsbedrag vast te stellen is, wordt de bijstand, waaronder ook bijzondere bijstand, verlaagd overeenkomstig het benadelingsbedrag; c. in geval van onverantwoord interen bij vermogen geldt als richtlijn een verlaging van 20o/o van de bijstand gedurende een periode overeenkomstig onderstaande tabel: Bedragen Duur sanctie Tot 6 maanden ,ÃćâĆňâĂİ / 4.540,ÃćâĆňâĂİ 9 maanden Van ÃćâĆňâĂİ tot ,ÃćâĆňâĂİ / ,ÃćâĆňâĂİ 12 maanden Vanaf ,ÃćâĆňâĂİ /45.375,ÃćâĆňâĂİ 18 maanden 24 maanden d. Indien belanghebbende door eigen toedoen bijstandsafhankelijk wordt, geldt als richtlijn een verlaging van 100a/o gedurende 1 maand. 4. Bij de beoordeling van een verlaging zoals genoemd in het eerste tot en met het vierde lid, houdt het college rekening met: a. de ernst van de gedraging; b. de verwijtbaarheid van de gedraging; c. persoonlijke omstandigheden. Paragraaf 3. Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik. Artikel 8. Terugvordering. 1. Het college vordert de kosten van bijstand terug in de gevallen, zoals genoemd in de artikelen 58 en 59 van de wet, voor zover zich daartegen geen wettelijke regeling verzet. 2. Het college kan afzien van terugvordering indien: a. het terug te vorderen bedrag lager is dan een door het college nader vast te stellen bedrag of; b. daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. 3. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de invordering van terug te vorderen bijstand of kwijtschelding ervan.

10 Artikel 9. Verhaal. 1. Het college verhaalt, tot het tijdstip waarop de artikelen 56, 61 en 62 van de wet in werking treden, de kosten van bijstand in de gevallen en overeenkomstig de regels van de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met 105 en artikel 141 Algemene bijstandswet. 2. Het college verhaalt, na inwerkingtreding van de artikelen 56,61 en 62 van de wet, de kosten van bijstand overeenkomstig paragraaf 6.5 van de wet. 3. Het college kan afzien van verhaal indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. 4. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de invordering van te verhalen bijstand of kwijtschelding ervan. Artikel 10. Verlaging van de bijstand. Het college verlaagt de bijstand overeenkomstig het bepaalde in deze verordening, onverminderd de eventuele terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand, indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur van of het recht op (voortzetting va n) bijstand. Artikel 11. Personen waarvan de bijstand vi a de 5 VB wordt verstrekt. Voor bijstandsgerechtigden van 65 jaar en ouder waarvan de bijstand aanvullend op de AOW door de SVB wordt verstrekt, gelden de afstemmings- en terugvorderings(beleids)regels, zoals door de SVB worden gepubliceerd. Artikel 12. Aangifte Openbaar Ministerie. Het college is verplicht proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie indien het niet nakomen van de informatieverplichting leidt tot een financiele benadeling van de gemeente waarvan het bedrag hoger is dan de aangiftegrens. Paragraaf 4. Slotbepalingen. Artikel 13. Hardhei dsclausule. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing ervan tot kennelijke onbillijkheid leidt. Artikel 14. Nacfere regels. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening. Artikel 15. Dei nwerki ng tredi ng. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

11 ÃćâĆňâĂİ 2007 (AFV2007)". Raadsnummer O6.RZ757.OOI Artikel 16. Ci teer ti te!. Deze verordening wordt aangehaald als "Afstemmings- en fraudeverordening WWB

12 Algemene toelichting In de algemene toelichting komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde: verlagen van de bijstand; II. bestrijding fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik; III. relatie met de reintegratieverordening; IV. opbouw verordening. I. Verlagen van de bijstand Met de inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet (de artikelen 14 tot en met 14f, nader uitgewerkt in het Maatregelenbesluit en Boetebesluit) te vervallen. In plaats daarvan zullen gemeenten zelf hun sanctiebeleid moeten gaan vormgeven. De WWB kent slechts een soort sanctie: het verlagen van de bijstand. De boete als sanctie voor bijstandsgerechtigden die hun inlichtingenplicht hebben geschonden, verdwijnt. Artikel 18 WWB bevat de opdracht aan gemeenten om een maatregelenbeleid in een verordening vast te leggen. Dit artikel luidt: 1. Het college stemt cfe bijstanden de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. 2. Indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschi etend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de ui t deze wet dan wel de artikelen 28, tweede li d, of 29, eerste li d, van de Wet structuur ui tvoeri ngsorgani sa ti e werk en inkomen voortvloei ende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zichjegens het college zeer ernstig misdragen, verlaagt het college overeenkomstig de verordening, bedoeldin arti kei 8, eerste lid, onderdeel b, de bijstand ofde langdurigheidstoeslag. Van een verlaging wordt afgezienindien elke vorm van verwij tbaarhei d ontbreekt. 3. Het college heroverweegt een besluit als bedoe/din het tweede lid binnen een door hem te bepalen termijn die ten hoogste drie maanden bedraagt. 4. Bij de toepassing van het eerste lid wordt onder belanghebbende mede verstaan het gezin. In het eerste lid van artikel 18 wordt gesproken over het afstemmen van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. In deze bepaling wordt benadrukt dat het vaststellen van de hoogte van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen voor de bijstandsgerechtigden maatwerk is, waarbij recht wordt gedaan aan de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van bijstandsgerechtigden. In het tweede lid wordt een directe koppeling gelegd tussen de rechten en verplichtingen van bijstandsgerechtigden: het recht op bijstand is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk

13 van bijstand te worden. Dit betekent dat de vaststelling van de hoogte van de bijstand niet alleen afhangt van de toepasselijke bijstandsnorm en de beschikbare middelen van belanghebbende, maar ook van de mate waarin de opgelegde verplichtingen worden nagekomen. Wanneer het college tot het oordeel komt dat een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, wordt de bijstand verlaagd. Er is dus geen sprake van een bevoegdheid, maar van een verplichting. Alleen wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van zo n verlaging. Verlaging van de bijstand moet plaatsvinden overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Dit is de afstemmingsverordening Wet werk en bijstand. De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: 1. Het tonen van voldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 18, tweede lid). 2. De plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 9). Deze plicht bestaat uit twee soorten verplichtingen: De plicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en deze te aanvaarden en; De plicht gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling. Deze verplichtingen zijn nader uitgewerkt in specifieke verplichtingen die zijn toegesneden op de situatie en mogelijkheden van de bijstandsgerechtigde. De reintegratieverordening vormt de juridische basis voor opleggen van deze specifieke verplichtingen. Deze verplichtingen zullen in het besluit tot het verlenen van bijstand moeten worden neergelegd. 3. De informatieplicht (artikel 17, eerste lid). Op een bijstandsgerechtigde rust de verplichting aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. 4. De medewerkingsplicht (artikel 17, tweede lid). Dit is de plicht van bijstandsgerechtigden om desgevraagd het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. De medewerkingsplicht kan uit allerlei concrete verplichtingen bestaan, zoals: Het toestaan van huisbezoek; Het meewerken aan een psychologisch onderzoek. 5. Artikel 18, tweede lid, noemt een gedraging die in ieder geval een schending van de medewerkingsplicht inhoudt: hetzichjegens het college zeer ernstig misdragen. De Wet SUWI legt ook verplichtingen op aan bijstandsgerechtigden. Het betreft de verplichting om alle gevraagde gegevens en bewijsstukken aan de Centrale

14 organisatie werk en inkomen te verstrekken die nodig zijn voor de beslissing door het college (artikel 28, tweede lid Wet SUWI) en de verplichting om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te delen aan de Centrale organisatie werk en inkomen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand, het geldend maken van het recht bijstand of de hoogte of de duur van de bijstand. Het verlagen van de bijstand op grond van het feit dat belanghebbende zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate is nagekomen, wordt in de terminologie van de WWB aangeduid als het afstemmen van de bijstand op de mate waarin belanghebbende de opgelegde verplichtingen nakomt. Met het begrip afstemmen wordt het uitgangspunt van de WWB, dat rechten en plichten een kant van dezelfde medaille vormen, benadrukt. Op grond van artikel 18, tweede lid, WWB kan zowel de bijstand (dat wil zeggen: algemene bijstand en bijzondere bijstand) als de langdurigheidstoeslag worden verlaagd. In deze verordening wordt de verlaging met name toegepast over de bijstandsnorm (de op belanghebbende van toepassing zijnde norm plus eventuele toeslagen). Maar ook dient bij de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor bijzondere bijstand beoordeeld te worden of belanghebbende zijn verplichtingen in voldoende mate is nagekomen. Dit geldt dan vooral voor de plicht om voldoende besef van verantwoordelijkheid te tonen voor de voorziening in het bestaan. Dus indien belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van een voorliggende voorziening dan kan dit deel van de bijzondere bijstand afgestemd worden op de situatie dat belanghebbende hier wel gebruik van zou hebben gemaakt. Jongeren van 18 tot 21 jaar ontvangen een lagere algemene bijstandsuitkering die wordt aangevuld door middel van aanvullende bijzondere bijstand in de kosten van levensonderhoud. De afstemming kan in deze gevallen tevens plaatsvinden op de bijzondere bijstand. Indien de afstemming alleen op de lage jongerennorm zou plaatsvinden, zou dit leiden tot rechtsongelijkheid ten opzichte van de groep 21- jarigen en ouder. De keuze om niet een verlaging toe te passen op de langdurigheidstoeslag houdt verband met artikel 36, eerste lid sub c. Op grond van deze bepaling moet het college de langdurigheidstoeslag weigeren als iemand gedurende 60 maanden (= vijf jaar) naar het oordeel van het college onvoldoende heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en aanvaarden. De verplichting om de langdurigheidstoeslag te weigeren verhoudt zich niet met een eventuele verplichting deze toeslag te verlagen. Het ligt niet voor de hand om bij niet-bijstandsgerechtigden, die in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag, een verlaging op de langdurigheidstoeslag

15 toe te passen. De enige verplichting die zij kunnen schenden in verband met de langdurigheidstoeslag is het verstrekken van geen of onvoldoende gegevens waardoor het college de rechtmatigheid van het verstrekken van bijstand niet kan vaststellen. In dit geval zal dan ook een afwijzing of het buitenbehandeling stellen van een aanvraag volgen. Verlaging op maa C Het college voert een verlaging op maat uit. In de afstemmings- en fraude verordening zijn voor gedragingen die een schending van een verplichting betekenen, richtlijnpercentages vastgesteld. De hoofdregel is dat het college een verlaging af dient te stemmen op: ernst van de gedraging; mate van verwijtbaarheid; persoonlijke omstandigheden. Deze bepaling brengt met zich mee dat het college bij elke verlaging van de bijstand zal moeten nagaan op welke wijze de bijstand verlaagd dient te worden. Een afwijking van de richtlijn kan zowel een verzwaring als een matiging van de verlaging betekenen. II. Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als misbruik goed bestreden wordt, vergroot dit onder de Eindhovense burgers het draagvlak van de bijstandsverstrekking. Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het lnkomensdeel. Bespaarde middelen kunnen dan voor andere doelen (als armoedebestrijding en reintegratie) worden ingezet. Bij de behandeling van de Wet werk en bijstand is naar aanleiding van een amendement van het Tweede Kamerlid Weekers artikel Ba ingevoegd dat voorschrijft dat gemeenten in een verordening regels moeten vastleggen voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen bijstand en voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De WWB schrijft voor dat de gemeente een verordening opstelt die de handhaving regelt. Deze verordening mag onderdeel zijn van de afstemmingsverordening. Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van het beleid. Toch moet de gemeente een goed handhavingsbeleid voeren in het kader van het financiele beheer. Dit financieel beheer brengt met zich dat er voortdurend aandacht blijft bestaan voor de bestrijding van mis- en oneigenlijk gebruik. Tot handhaving behoort ook het terugvorderen van gelden die ten onrechte zijn verstrekt. In de WWB is dit een bevoegdheid. De gevallen waarin de gemeente kan terugvorderen zijn in de WWB vastgesteld. In deze verordening is aangegeven dat

16 de gemeente Eindhoven van de bevoegdheid tot terugvorderen gebruik gaat maken. In de WWI3 is eveneens bevoegdheid opgenomen om bijstand te verhalen op derden. Deze bevoegdheid vervalt grotendeels zodra de Wet herziening kinderalimentatiestelsel in werking treedt. In deze verordening wordt geregeld dat de gemeente Eindhoven van de bevoegdheid om te verhalen op derden gebruik gaat maken. Ook na de inwerkingtreding van de Wet herziening kinderalimentatiestelsel zal van de beperkte bevoegdheid tot verhaal gebruik worden gemaakt. De algemene regels omtrent terugvordering en verhaal, invordering en kwijtschelding in deze verordening worden door burgemeester en wethouders nader uitgewerkt in beleidsregels ten behoeve van individuele beslissingen. III. Relatie met de reintegratieverordening Gemeenten moeten ook een reintegratieverordening vaststellen. In deze verordening zullen zij moeten vastleggen hoe zij clienten gaan ondersteunen bij de arbeidsinschakeling en hoe zij omgaan met het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. De algemene verplichting staat in de wet genoemd. In de reintegratieverordening wordt aandacht geschonken aan de voorzieningen die de gemeente inzet. De vertaling daarvan vindt plaats in de individuele beschikking. Indien een client de verplichtingen niet nakomt, leidt dit in beginsel tot een verlaging van de uitkering, waarvoor de basis is gelegd in de afstemmingsen fraudeverordening. IV. Opbouw verordening De verordening is als volgt opgebouwd: Paragraaf 1: Algemene bepalingen In paragraaf 1 staan de algemene bepalingen genoemd, zoals begripsomschrijvingen en de opdracht aan het college. Paragraaf2: Het verlagen van de bijstand In dit onderdeel van de verordening zijn opgenomen de wijze waarop verlaging wordt toegepast en uitgevoerd, uitgangspunten welke aanleiding geven tot het afstemmen van de uitkering e.d.. Paragraaf 3: Bestrijding mi sbrui k en oneigenlijk gebruik In paragraaf 3 is de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand opgenomen. Tevens maken verhaal, terugvordering en invordering onderdeel uit van deze paragraaf. Paragraaf@: Slotbepalingen

17 Dit betreft het sluitstuk van de verordening en betreft bepalingen zoals de hardheidsclausule, citeertitel en ingangsdatum.

18 Artikelgewijze toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen uit de WWB. De gebruikte begrippen bijstandsnorm en bijstand worden overeenkomstig de WWB toegepast: bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 WWB, op belanghebbende van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 WWB, door het college vastgestelde verhoging of verlaging; bijstand: algemene en bijzondere bijstand; Hieronder volgt een nadere uitwerking van een drietal begripsomschrijvingen: 1. Inlichtingenplicht. De inlichtingenplicht strekt niet verder dan tot hetgeen redelijkerwijs nodig is voor de vaststelling van het recht op bijstand en de uitvoering van de WWB. Ondanks dat kan de inlichtingenplicht inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van belanghebbende. Derhalve dienen het college en het CWI bij het verzamelen van inlichtingen proportionaliteit en subsidiariteit in acht te nemen. Voorts dient het college in het individuele geval na te gaan of bepaalde onbeloonde activiteiten de arbeidsmarktkansen van belanghebbende bevorderen of zijn maatschappelijk functioneren positief beinvloeden. Het college dient de aan de bijstand te verbinden verplichtingen op haar bevindingen hieromtrent af te stemmen. Om de juistheid en volledigheid van de inlichtingen aan te tonen, dient belanghebbende de aan het college of het CWI te verstrekken inlichtingen zoveel mogelijk te voorzien van bewijsstukken. Het overleggen van bankafschriften is een belangrijk voorbeeld. Beschikt belanghebbende niet meer over bepaalde bewijsstukken en kunnen deze ook niet meer geproduceerd worden en is dit laatste verwijtbaar, dan is het aan belanghebbende om op andere wijze een zo goed mogelijk inzicht te geven in de relevante feiten en omstandigheden. Het niet, niet behoorlijk of niet tijdig overleggen van (gevraagde) bewijsstukken /informatie wordt aangemerkt als het niet nakomen van de inlichtingenplicht en kan leiden tot het verlagen van de bijstand op grond van de afstemmings- en fraudeverordening en mogelijk ook tot intrekking/herziening en terugvordering van de bijstand. 2. Oneigenlij kgebruik. Van oneigenlijk gebruik is sprake indien een belanghebbende in strijd met het doel en de strekking van een regeling handelt, waardoor de dienst ten onrechte bijstand verstrekt.

19 3. Misbruik. Van misbruik is sprake indien een belanghebbende in strijd met wettelijke voorschriften handelt waardoor ten onrechte bijstand wordt verstrekt. Een nadere uitwerking van bovenstaande definities is te vinden in de toelichting bij artikel 6 lid 2). Artikel 2 Het verlagen van de bijstand. In dit artikel is de bevoegdheid van het college opgenomen om bijstand te verlagen, indien een bijstandsgerechtigde niet voldoet aan de verplichtingen gesteld verbonden aan het recht op bijstand. Artikel 3 Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik. Dit artikel legt bij het college de verantwoordelijkheid neer om te zorgen voor het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik. Paragraaf 2 Het verlagen van de bijstand. Artikel 4 Toepassen en uitvoeren van een verlaging Lid 1: In dit lid is het uitgangspunt vastgelegd dat een verlaging wordt toegepast op de bijstandsnorm (bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet). Verder wordt in dit lid aangegeven dat een verlaging over de periode van een maand niet hoger kan zijn dan de van toepassing zijnde norm. Indien een klant meerdere gedragingen heeft uitgevoerd waarvoor een verlaging geldt en dit heeft tot gevolg dat de verlaging hoger is dan de bijstandsnorm, dient de verlaging over meerdere maanden te worden verspreid. Li d 2: Het verlagen van de uitkering die in de nabij toekomst wordt verstrekt, is een eenvoudige methode en sluit aan bij het lik-op-stuk beleid. De verlaging wordt dan direct uitgevoerd. Indien dat niet mogelijk is, dan met ingang van de eerstvolgende kalendermaand, waarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm. Bij het direct uitvoeren van een verlaging dient wel rekening gehouden te worden met de volgende twee situaties: Belanghebbende heeft op moment X (b.v. 16 oktober) een gedraging verricht die een verlaging tot gevolg moet hebben. Toepassing van de verlaging kan vanaf 16 oktober uitgevoerd worden. In de praktijk zal het dan gebeuren dat de verlaging over twee maanden verdeeld wordt (in dit voorbeeld: 16 oktober tot 16 november).

20 Belanghebbende heeft gedurende een periode van 2 maanden meerdere gedragingen nagelaten I verricht die gevolgen hebben voor de reintegratie. Dit wordt geconstateerd op 16 oktober. Toepassing van de verlaging kan direct uitgevoerd worden (over bijstand september indien deze nog niet betaald is en anders oktober). De gedraging(en) vind(en)t immers al gedurende een langere periode plaats. Lid3: Wanneer bijstand nog niet (volledig) is uitbetaald, kan het praktisch zijn om de verlaging van de bijstand te verrekenen met het bedrag dat nog moet worden uitbetaald. In dat geval moet de bijstand wel worden herzien en teruggevorderd. (In de toelichting op de wet is tevens opgenomen dat verlaging van de uitkering ook mogelijk is door middel van extra terugvordering indien misbruik pas na het beeindigen van de uitkering wordt geconstateerd en er niet sprake is van misbruik voor het volledige uitkeringsbedrag). Li d 4: Dit lid regelt dat een verlaging voor een bepaalde tijd wordt uitgevoerd. Hierbij geldt als uitgangspunt een maand. Door de verlaging gedurende een bepaalde periode uit te voeren, weet belanghebbende die met een verlaging van de bijstand wordt geconfronteerd waar hij aan toe is. Het college kan na afloop van de periode waarvoor de verlaging is uitgevoerd opnieuw de bijstand verlagen. Hiervoor is dan wel weer een apart besluit nodig. Tevens is het mogelijk om de verlaging uit te voeren (voor een bepaalde periode) totdat belanghebbende de tekortkoming(en) heeft hersteld. Het college is op grond van artikel 18, derde lid, WWB verplicht een verlaging die langer dan drie maanden duurt aan een herbeoordeling te onderwerpen. Gemeenten mogen zelf bepalen wanneer die herbeoordeling plaatsvindt, als dat maar gebeurt binnen drie maanden nadat het besluit is genomen. Bij zo n herbeoordeling is een nieuw besluit met een afweging van alle relevante feiten en omstandigheden niet nodig. Een marginale beoordeling volstaat: het college moet beoordelen of het redelijk is dat de verlaging wordt gecontinueerd. Daarbij kan worden gekeken naar de omstandigheden waarin belanghebbende verkeert, maar met name of nu wel aan de verplichtingen wordt voldaan. Dus, in het kader van de heroverweging, beoordeelt het college of en in hoeverre de omstandigheden en het gedrag van belanghebbende aanleiding geven te besluiten tot herziening, beeindiging of voortzetting van de verlaging. Lid5: Dit lid geeft aan op welke wijze de verlaging uitgevoerd dient te worden. In principe dient deze over een maand uitgevoerd te worden (een maand is ook: tot ). Indien er bijzondere redenen zijn, bijvoorbeeld,

21 belanghebbende geeft aan problemen te krijgen met de woningstichting en er is geen reserve meer, dan kan in individuele gevallen besloten worden om de verlaging over twee of meer maanden te spreiden. Lid6: Dit lid regelt dat, indien een verlaging niet uitgevoerd is vanwege het feit dat de bijstandsuitkering inmiddels is beeindigd, deze alsnog uitgevoerd kan worden indien belanghebbende binnen 6 maanden opnieuw bijstand gaat ontvangen. Een verlaging kan alleen plaatsvinden op een lopende bijstandsuitkering. Indien deze dus beeindigd wordt, kan geen besluit tot verlaging meer worden genomen (tenzij er met terugwerkende kracht een maatregel kan / wordt opgelegd). Wel dient dan in de beeindigingsbeschikking opgenomen te worden dat er een verwijtbare gedraging heeft plaatsgevonden (voornemen tot toepassen van verlaging) maar dat het besluit hierover genomen zal worden indien belanghebbende terugkomt in de bijstand (binnen 6 maanden). Besluit. Het verlagen van de bijstand vindt plaats door middel van een besluit. Wanneer de verlaging bij een lopende bijstand wordt toegepast, wordt een besluit tot vaststelling van de algemene bijstand op grond van artikel 45 WWB genomen. Wordt een verlaging met terugwerkende kracht uitgevoerd, dan moet een besluit tot herziening van de bijstand worden genomen (artikel 54, derde lid). Tegen beide besluiten kan door belanghebbende bezwaar en beroep worden aangetekend. Bovengenoemde eisen vloeien rechtstreeks voort uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in het bijzonder het motiveringsbeginsel. Het motiveringsvereiste houdt in dat een besluit kenbaar is en van een deugdelijke motivering wordt voorzien. In het besluit tot toepassen van een verlaging worden, conform de Awb, in ieder geval vermeld: Casusbeschrij vin g Mate van verwijtbaarheid -) is klant verwijtbaar? Ja, dan ook de volgendeitems: Artikel 4 lid 2 van toepassing? Nee, dan ook volgende items: Ernst gedraging. Persoonlijke omstandigheden. Mate van frustreren van arbeidstraject. Corrigerende werking / doel en nut sanctie. Op basis van bovenstaande beoordelen: lichte gedraging of zware gedraging / richtlijnbedrag of afwijken van richtlijnbedrag.

22 Artikel 5 Afzien van het toepassen van een verlaging. Lid 1: In de wet is geregeld dat in ieder geval van het verlagen van de bijstand wordt afgezien indien iedere mate van verwijtbaarheid ontbreekt (art. 18 lid 2 WWB). In de verordening is deze bepaling ter verduidelijking opgenomen. Indien bijvoorbeeld belanghebbende door overmacht niet in staat is geweest aan een bepaalde verplichting te voldoen, is geen sprake van verwijtbaarheid. Een ander voorbeeld is het feit dat belanghebbende redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn van een verplichting. Li d 2: Er wordt standaard volstaan met een waarschuwing indien de gedragingen, zoals genoemd in artikel 6, lid 2, geen gevolgen hebben zoals genoemd in dit lid. Het is bedoeld als een middel om, zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van de bijstand, het gedrag van belanghebbende te corrigeren. Een waarschuwing kan in diverse situaties voldoende effectief zijn. Een voorbeeld van "eenzelfde gedraging is indien iemand voor de tweede maal de inschrijving CWI niet heeft verlengd. Indien een persoon voor een tweede maal niet aan een bepaalde verplichting voldoet kan geen beroep gedaan worden op het feit dat de klant onbekend met de verplichting was. Een schriftelijke waarschuwing is geen besluit tot verlaging van de bijstand. Bij herhaling van de gedraging wordt in principe een verlaging toegepast. Li d 3: Het betreft een bevoegdheid. Er zijn immers gedragingen denkbaar waarbij het niet wenselijk is dat standaard wordt volstaan met een waarschuwing. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan personen die door eigen toedoen ontslagen worden waardoor ze een beroep doen op een uitkering terwijl men in het eigen levensonderhoud kon voorzien door inkomen uit arbeid. Tevens wordt door die gedraging het recht op een voorliggende voorziening (WW) verspeeld. Li d 4: In de verordening wordt geregeld dat het college kan afzien van een verlaging van de uitkering indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. Of er sprake is van dringende redenen is afhankelijk van de concrete situatie en kan dus niet op voorhand worden vastgelegd. Dit lid kan gezien worden als een hardheidsclausule. Indien alle individualiseringsgronden reeds beoordeeld zijn en dat niet leidt tot het afzien van een verlaging van de bijstand, kan op basis van dringende redenen, alsnog afgezien worden van een verlaging van de bijstand. De gevolgen van verlaging kunnen bijvoorbeeld voor

23 belanghebbende onaanvaardbaar zijn. In verband met een eventuele recidive is het van belang om het afzien van een verlaging wegens dringende redenen schriftelijk mede te delen. Li d 5: Een reden om af te zien van een verlaging is dat de gedraging te lang geleden heeft plaatsgevonden (verjaring). Omwille van de effectiviteit ( lik op stuk ) is het nodig dat een verlaging zo spoedig mogelijk nadat de gedraging is verricht, wordt toegepast en uitgevoerd. In dit verband past het college dan ook geen verlaging toe bij gedragingen die langer dan een jaar geleden zijn verricht. Voor gedragingen die een schending van de inlichtingenplicht inhouden en als gevolg waarvan ten onrechte bijstand is verleend of een te hoog bedrag aan bijstand is verleend, geldt in de verordening een verjaringstermijn van vijf jaar. Met deze termijn wordt aangesloten bij de termijn die staat in artikel 14e van de Algemene bijstandswet in verband met het opleggen van een boete wegens nietnakoming van de inlichtingenplicht. Een termijn van vijf jaar ligt voor de hand gelet op de ernst van de gedraging (fraude) en gelet op het feit dat de gemeente vaak tijd nodig zal hebben om de omvang van de fraude (het benadelingsbedrag) vast te stellen. Artikel 6 Samenloop van gedragingen en recidive. Lid 1: De regeling voor de samenloop van gedragingen heeft betrekking op verschillende gedragingen van belanghebbende die (min of meer) gelijktijdig plaatsvinden. Indien sprake is van schending van meerdere verplichtingen als gevolg van een gedraging, dan dient voor het verlagen van de bijstand te worden uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste verlaging van toepassing is. Indien sprake is van meerdere gedragingen en dus ook schending van meerdere verplichtingen, dan worden de verschillende gedragingen met de bijbehorende verlagingen bij elkaar opgeteld. Li d 2: Indien binnen 12 maanden na een eerste verwijtbare gedraging sprake is van een herhaling van de verwijtbare gedraging, wordt de grotere mate van verwijtbaarheid tot uitdrukking gebracht in een verdubbeling van de verlaging van de bijstand. Met eerste verwijtbare gedraging wordt de eerste gedraging verstaan die aanleiding is geweest tot een verlaging van de bijstand, ook indien de verlaging uiteindelijk wegens dringende redenen niet is toegepast. Voor het bepalen van de aanvang van de termijn van 12 maanden geldt het tijdstip waarop het besluit tot verlaging van de bijstand bekend is gemaakt aan belanghebbende.

24 Bij de uitvoering van de verdubbeling wordt het percentage verdubbeld. Indien dit op basis van persoonlijke omstandigheden onwenselijk is, kan worden volstaan met een verdubbeling van de periode in plaats van een verdubbeling van het percentage (met inachtneming van artikel 3 lid 1). Artikel 7 De gedragingen en de omvang van de verlaging.. Lid 1r De gemeenteraad heeft bij besluit de 19 april 2004 de kaders Reintegratie, Handhaven en Inkomen vastgesteld en de kaders vormen de basis van deze verordening. Voortvloeiend uit de kaders wordt het niet naleven van verplichtingen in het kader van reintegratie het zwaarst aangepakt. Dit heeft te maken met het feit dat de uitstroom uit de bijstand direct belemmerd wordt en zodoende langer een beroep op bijstand wordt gedaan. Gedragingen die reintegratieactiviteiten belemmeren zijn onderverdeeld, als uitgangspunt, in twee gedragingen: lichte en zware gedragingen. Voorbeelden verplichtingenin het kader van reintegratie: registratie CWI; gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening; meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsactivering in de vorm van sociale activering dan wel arbeidsinschakeling; het trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen of te aanvaarden; meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling; gedragingen die de inschakeling in arbeid bevorderen; gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en artikel 10, eerste lid van de wet. Het niet voldoen aan bovenstaande verplichtingen heeft in meer of mindere mate directe gevolgen voor het continueren van de bijstand. Bijvoorbeeld het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het CWI of het niet tijdig laten verlengen van de registratie kan op verschillende wijzen van invloed zijn op de situatie van belanghebbende. Indien dit direct tot gevolg heeft dat belanghebbende voor een bepaalde voorziening niet in aanmerking kan komen, is sprake van een zware gedraging. Daarnaast is het feit dat belanghebbende geen inschrijving heeft dan wel niet tijdig heeft verlengd een gedraging die eraan bijdraagt dat het CWI niet op de hoogte is van het feit dat iemand werkzoekend is. Voor een belanghebbende die

25 aangewezen is op bemiddeling door het CWI heeft deze gedraging meer gevolgen dan voor een belanghebbende die niet door het CWI bemiddeld wordt. Maa tvverk Afhankelijk van de persoonlijke situatie, de kans op reintegratie en het belemmeren van deze kans door de gedraging, zal een verlaging moeten plaatsvinden. Eerst dient de ernst van het feit beoordeeld te worden zodat duidelijk is of sprake is van een zware of lichte gedraging. Vervolgens dienen de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden beoordeeld te worden. Op deze wijze kan beoordeeld worden of het richtlijnbedrag proportioneel is dan wel bijgesteld dient te worden. Het doel van het verlagen van de bijstand is correctie en niet genoegdoening. Bij het verlagen van de bijstand dient hier dan ook rekening mee gehouden te worden. Li d 2: Sub a en b: Inlichtingen plicht De gemeente is verplicht om de bijstand rechtmatig te verstrekken. In dit kader zijn bijstandsgerechtigden verplicht om de gemeente inlichtingen te verschaffen die op wat voor wijze dan ook van invloed zijn op het recht op bijstand. Gedragingen die het doel van het rechtmatig verstrekken van de bijstand belemmeren dan wel tegenwerken, hebben een verlaging van de bijstand tot gevolg. Belanghebbende dient immers te voldoen aan de inlichtingenplicht (sub a en b). In de kaders inkomen en handhaven staat aangegeven op welke wijze de gemeente omgaat met het rechtmatig verstrekken van bijstand. Inherent hieraan is dat de gemeente belanghebbende op de hoogte stelt van de verplichtingen, welke zijn verbonden aan het recht op bijstand. De gemeente draagt zorg voor een borging van de rechtmatige verstrekking van de bijstand door middel van hoogwaardig handhaven. De organisatie wordt op een dergelijke wijze ingeregeld dat zoveel mogelijk signalen worden verkregen uit systemen die van invloed zijn om het recht op bijstand te kunnen beoordelen en verifieren. Hierbij valt te denken aan het Inlichtingenbureau en de Gemeentelijke basisadministratie. Daarnaast zal de gemeente ook actief activiteiten uitvoeren om het recht op bijstand te kunnen blijven beoordelen. Hierbij valt de denken aan het uitvoeren van bijvoorbeeld themacontroles. Voorbeelden van verplichtingen: tijdig verstrekken van gegevens; verstrekken van juiste en volledige gegevens; nakomen van de inlichtingenplicht.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Deze verordening verstaat onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND Algemene toelichting 1. Inleiding In de Wet werk en bijstand (WWB) wordt de gemeenteraad opgedragen een aantal verordeningen vast te stellen. Dit zijn een reïntegratieverordening,

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2613_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 9 maart 2004; gelet op

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 15 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 8b, van de Participatiewet

Nadere informatie

Algemene toelichting

Algemene toelichting Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand Sinds de inwerkingtreding van de WWB per 1 januari 2004 is het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet vervallen. In plaats

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum :

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum : 131 Raadsvoorstel Reg. nr : 0610023 Ag. nr : 14 Onderwerp Vaststelling van de nieuwe Afstemmingsverordening 2006 in het kader van de Wet werk en bijstand. Samenvatting De wijzigingen zijn nodig in verband

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696; gelet op artikel 8, lid 1 en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM.

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen. De begrippen

Nadere informatie

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN )

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de WIJ.

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004.

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. De regeling in de Wet werk en bijstand Met de inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet

Nadere informatie

Toelichting Afstemmingsverordening

Toelichting Afstemmingsverordening Toelichting Afstemmingsverordening Algemene toelichting Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Jaar: 2010 Nummer: 118 Besluit: B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel - 2 - Class.nr.: -1.848 Nr.: 12 f. De raad der gemeente DANTUMADEEL; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting TOELICHTING T Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, IOAW, IOAZ,

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn Registratienummer: 10.17758 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen uit de WWB, Bbz 2004, Ioaw, en Ioaz.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen uit de WWB, Bbz 2004, Ioaw, en Ioaz. Maatregelenverordening WWB, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz 2012 Artikelgewijze toelichting HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Gemeente Grave DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nr. 12B De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 30 september 2010, inzake

Nadere informatie

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR39307_1. Maatregelenverordening Wet werk en bijstand

CVDR. Nr. CVDR39307_1. Maatregelenverordening Wet werk en bijstand CVDR Officiële uitgave van Noordenveld. Nr. CVDR39307_1 1 mei 2018 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van

Nadere informatie

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015 Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door

Nadere informatie

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015.

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015. - 1 - Raadsvoorstel ALGEMENE GEGEVENS Agendapunt Registratienummer 2014-000985/r Portefeuillehouder CT Griffier 0561-691201 BIJLAGEN (in te vullen door griffier) Voorstel nee ja, Concept besluit Begrotingswijziging

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen

Toelichting. Algemeen Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 zijn de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in werking getreden. Hierdoor wijzigt o.a. de

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Bijlage bij nr. 2007-044 (gewijzigd) De raad van de gemeente Houten; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007; Gezien het advies van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Scherpenzeel. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2007,

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Scherpenzeel. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2007, CVDR Officiële uitgave van Scherpenzeel. Nr. CVDR61753_3 8 november 2016 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Scherpenzeel De raad van de gemeente Scherpenzeel, gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606 Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606 Roden, 15 juni 2006 Onderwerp maatregelenverordening Wet Werk en Bijstand Voorstel verordening aanpassen Motivering De Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 3 maart 2009,

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en De Raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en gelet op artikel 8, lid 1, sub b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de gemeente bij verordening

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

-1- gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

-1- gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; -1- No.: 6.1/260804 De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. : 20 oktober 2014 Besluit nummer Onderwerp IOAW en IOAZ : RB14.0119 : Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, De raad van de gemeente

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De raad van de gemeente Sint Anthonis; overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 13R. 00044

RAADSBESLUIT 13R. 00044 RAADSBESLUIT 13R. 00044 Gemeente Woerden 13R.00044 ^ 359 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: 6. H-1 Onderwerp: vaststellen Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Woerden De raad van de gemeente

Nadere informatie

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen.

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen. Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a. Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a. Verordening afstemmingsbeleid WWB en WIJ Afdeling Werk, Inkomen en Zorg September 2009 1 Gemeente Achtkarspelen en gemeente Kollumerland c.a. de Raad van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden. Dienst : SOZA SOZA SWMG

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden. Dienst : SOZA SOZA SWMG Aanbiedingsformulier Onderwerp Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden In te vullen door afdeling Bestuursondersteuning B&W Nr: 04.1274/09-11- 2004 Agenda Ontwerper Parafanten Directeuren

Nadere informatie

1. Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.

1. Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. Algemene toelichting op de Maatregelenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 De regeling in de Wet werk en bijstand Artikel 8, eerste lid, onderdeel b, WWB bevat de opdracht aan de gemeenteraad om een maatregelenbeleid

Nadere informatie

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in WWB

Nadere informatie

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Woensdrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 juni 2004, nr. 2004.06.15, inzake het vaststellen van een maatregelen- en handhavingsverordening,

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013 Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 25 april 2013, nummer R2013.0019, gepubliceerd 22 mei 2013, in werking getreden met ingang van 23 mei 2013,

Nadere informatie

Algemene toelichting - 1 -

Algemene toelichting - 1 - Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand (WWB) Met de volledige inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet (de artikelen 14 tot

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam De raad van de gemeente Werkendam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2013, met overneming van de daarin

Nadere informatie

gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van bedrijfskapitaal vanuit het Bbz Hiervoor blijft aparte financiering bestaan.

gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van bedrijfskapitaal vanuit het Bbz Hiervoor blijft aparte financiering bestaan. ALGEMENE TOELICHTING Met ingang van 1 januari 2010 is het Wetsvoorstel bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet BUIG) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wet BUIG

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT

Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT-14-13315 HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 GEMEENTE BEVERWIJK De raad van de gemeente Beverwijk ; Gelet op artikel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005

: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005 Gemeente n Eergen op Zoom Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp : 2 8 APR, 2005 : SMD/05/04 : Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005 Aan de gemeenteraad, Voorstel De boeteverordening Wet inburgering

Nadere informatie

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Rechten en plichten in de WWB De gemeenteraad heeft in de WWB een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort De raad van de gemeente Montfoort, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012, gelet op: artikel 147, eerste lid en artikel 108, tweede lid Gemeentewet, artikel 8, lid 1, onderdeel

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

Voorstel om te besluiten De "Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers" vast te stellen.

Voorstel om te besluiten De Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers vast te stellen. Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 14 juli 2004 / 153/2004 (gewijzigd: verordening) Onderwerp Wwb: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Programma / Programmanummer

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW CVDR Officiële uitgave van Brunssum. Nr. CVDR194664_1 24 oktober 2017 Afstemmingsverordening WWB en IOAW Afstemmingsverordening WWB en IOAW ISD BOL 2012 De raad van de gemeente Brunssum; Gezien het voorstel

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari

Nadere informatie

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN De raad van de gemeente Buren, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, gelet op artikel 8a van de

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT gelet op de artikelen 7 en 8 en 10, tweede lid, van de

Nadere informatie

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld)

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Appingedam. Nr. 0 1 januari 1900 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Appingedam; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2008 Citeertitel Maatregelenverordening Wet

Nadere informatie

Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand. en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle

Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand. en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Ingaande 1 juli 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1. Begripsomschrijving... 3 HOOFDSTUK 2. FRAUDEBESTRIJDING...

Nadere informatie

Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog,

Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog; Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog, gelet op de artikelen

Nadere informatie