Tussentijdse evaluatie 28 projecten. Ondernemerschap en Onderwijs. Hoofdrapport. drs. P. Gibcus dr. J.P.J. de Jong

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tussentijdse evaluatie 28 projecten. Ondernemerschap en Onderwijs. Hoofdrapport. drs. P. Gibcus dr. J.P.J. de Jong"

Transcriptie

1 Tussentijdse evaluatie 28 projecten Ondernemerschap en Onderwijs Hoofdrapport drs. P. Gibcus dr. J.P.J. de Jong Zoetermeer, januari 2010

2 Dit onderzoek is gefinancierd door SenterNovem. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling en onderzoeksvragen Aanpak Leeswijzer 13 2 Primair onderwijs Beginsituatie en doelen Inhoud en activiteiten Cijfers en organisatie Realisatie en effecten Verankering 38 3 Voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs Beginsituatie en doelen Inhoud en activiteiten Cijfers en organisatie Realisatie en effecten Verankering 57 4 Hoger onderwijs Beginsituatie en doelen Inhoud en activiteiten Cijfers en organisatie Realisatie en effecten Verankering 79 5 Visie derden Betrokkenheid Ervaren effecten Oordeel 86 6 Conclusies Primair onderwijs Voortgezet en middelbaarberoepsonderwijs Hoger onderwijs Visie van derden 96 Bijlagen I Overzicht projecten 97 II Interviews 99 III Enquêtes onder leerlingen en studenten 103 IV Groepsgesprekken primair onderwijs 109 V Telefonische enquête onder derden 111 VI Kwaliteitskader 117 VII Begeleiding en projectteam 119 3

4 4

5 Samenvatting De regeling Ondernemerschap en Onderwijs is in 2007 in het leven geroepen. De doelstelling van de regeling is tweeledig: 1 meer onderwijsinstellingen integreren ondernemerschap in het onderwijs 2 meer leerlingen en studenten laten ondernemend gedrag zien, zijn positief over ondernemerschap en starten binnen vijf jaar een eigen bedrijf. SenterNovem heeft behoefte aan een tussenevaluatie die inzicht geeft in de stand van zaken, zowel op het niveau van de projecten als over de projectgroepen heen. EIM heeft deze tussenevaluatie voor SenterNovem uitgevoerd. Primair onderwijs De deelname aan de O&O-regeling betekent voor de basisscholen een positieve impuls aan het ondernemerschapsonderwijs. Het stimuleren van ondernemendheid staat daarbij voorop. De projectactiviteiten voor ondernemendheid worden altijd gecombineerd met ondernemerschap en zijn vooral gericht op ervaringsgericht onderwijs. Een deel van de O&O-projecten richt zich primair op leerlingen, maar er zijn ook projecten die zich richten op zowel leerlingen als docenten. Er zijn al veel leerlingen bereikt met de O&Oprojecten, maar soms moet er nog wel een flinke slag gemaakt worden om het beoogde aantal te bereiken leerlingen te halen. Leerlingen kwalificeren de projecten als leuk, maar ook nuttig, serieus en leerzaam. Kinderen vinden zichzelf ondernemend. Een op de drie leerlingen zegt door het O&O-project ondernemender te zijn geworden. Twee derdevan de leerlingen reageert neutraal, met waarschijnlijk of zeker niet op de stelling of ze ondernemender zijn geworden. Leerlingen zijn zich er bewuster van geworden wat ondernemen is door het O&O-project. Ook zijn leerlingen overwegend positiever gaan denken over ondernemen. Vooral de zelfstandigheid spreekt kinderen aan bij ondernemerschap. Leerlingen in het primair onderwijs denken nog niet bewust na over werken in loondienst of als zelfstandig ondernemer. De diverse onderwijsinstellingen vullen de O&O-projecten ieder op hun eigen manier in, maar ze verlopen overwegend volgens planning. In enkele gevallen was wel een bijstelling nodig. De verwachting is dat bij de meeste projecten de doelstellingen zullen worden bereikt. Het bestuur en/of de directie steunt doorgaans het O&O-project, waardoor het voor de meeste basisscholen makkelijker is om verankering van het ondernemerschapsonderwijs te realiseren. De meeste basisscholen zijn hiernaar op weg. Zij geven aan in de toekomst door te willen gaan met het project. Voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs Door het O&O-project heeft het ondernemerschapsonderwijs een grotere vlucht genomen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. In het voortgezet onderwijs is vooral ondernemendheid het doel van het ondernemerschapsonderwijs. In het MBO komt naast ondernemendheid ook ondernemerschap meer tot uiting in het doel. De activiteiten binnen de O&Oprojecten zijn op te delen in 1) het runnen van een bedrijf, 2) het doorlopen van de facetten van ondernemerschap en 3) ondernemende competenties. 5

6 De projecten zijn praktijkgericht en worden vaak door groepjes leerlingen uitgevoerd. Leerlingen/studenten in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs zijn enthousiast over de O&O-projecten. Ze ervaren de projecten als leerzaam, nuttig en leuk. De betrokken leerlingen/studenten geven zelf aan dat de O&O-projecten impact hebben gehad. Van de leerlingen/studenten in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs vertoont 39% meer ondernemend gedrag en 61% geeft een neutrale reactie of geeft aan waarschijnlijk of zeker niet meer ondernemend gedrag te vertonen. 46% is beter in staat later zelf te ondernemen, de helft is zich meer bewust van wat ondernemen is, en 45% is positiever gaan denken over ondernemen of ondernemer zijn. Ondernemerschap past echter niet bij iedereen. Overigens weten veel leerlingen/studenten niet wat ze later willen worden, maar als ze het wel weten dan kiest iets meer dan de helft voor een toekomst als ondernemer. De meeste projecten in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs lopen redelijk volgens plan, maar een aantal projecten had wel bijstellingen nodig. De verwachting is dat de doelstellingen bij de meeste projecten worden gehaald. Soms is wel extra tijd en inspanning nodig om het doel te bereiken. Zo was het niet altijd even gemakkelijk om bedrijven bij het project te betrekken. Ook stuitte een aantal scholen in eerste instantie op weerstand van de docenten. Verankering van het O&O-project is of wordt op de meeste scholen een feit. De ene school is wel verder met de verankering dan de andere school. De verankering gaat vaak in kleine stappen. Hoger onderwijs Ondernemerschapsonderwijs krijgt een positieve impuls bij alle Centres of Entrepreneurship. Met name in het 3 e en het 4 e jaar van de betrokken HBOen universitaire opleidingen wordt veel nieuw onderwijs ontwikkeld, of zijn bestaande vakken in een nieuwe jas gegoten. Bij elkaar bieden de Centres meer dan 250 vakken aan, waarvan er minstens 200 met subsidie uit de O&O-regeling tot stand zijn gekomen. Bovendien zien we bij alle Centres een toeloop van studenten, of dat per saldo méér studenten ondernemerschapsonderwijs volgen dan voorheen. Het ligt niet voor de hand dat het aangeboden onderwijs na de subsidieperiode zal verdwijnen; de financieringsstructuur in het hoger onderwijs op basis van studentaantallen en behaalde studiepunten biedt hiervoor een verzekering. Er is veel spreiding in de manier waarop de betrokken instellingen het ondernemerschapsonderwijs invullen. Dit kan variëren van traditioneel onderwijs dat is gebaseerd op formele werkvormen met de docent in een centrale rol (hoorcolleges, theorie, vaste leerdoelen) tot ervaringsgericht, ondernemend onderwijs gebaseerd op informele werkvormen met docenten in een coachende rol (games, business plan-competities, ruimte voor persoonlijke leerdoelen van studenten, etc.). Zowel traditioneel als ondernemend onderwijs wordt door studenten als goed gewaardeerd: juist over mengvormen zijn studenten minder tevreden. Ook de effecten op ondernemerschap zijn doorgaans goed te noemen, maar bij de ondernemende onderwijsvormen zijn deze nog beduidend beter. 6 Studenten zijn in het algemeen tevreden over het aangeboden onderwijs: op een schaal met de antwoordcategorieën slecht, matig, voldoende, goed en uitmuntend, vindt het grootste deel van de 543 geënquêteerden de kwa-

7 liteit goed (gemiddelde score 7,4). De betrokken studenten geven zelf hoog op van de effecten van het ondernemerschapsonderwijs. Van de geënquêteerden zegt 74% zich door het onderwijs meer bewust te zijn van wat ondernemerschap is, 67% ziet verbetering van de eigen ondernemerscompetenties, 56% is positiever gaan denken over ondernemen, 53% vindt zichzelf meer geneigd om later zelf te gaan ondernemen, en 51% zegt meer ondernemend gedrag te vertonen. In de analyse viel op dat de via SenterNovem gesubsidieerde Centres of Entrepreneurship zich onderscheiden door concrete projectdoelstellingen die specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden zijn. Het projectplan is voor de Centres de leidraad voor de uitvoering, en we hebben gemerkt dat de Centres hier nauwgezet werk van maken. Het ligt in de verwachting dat het grootste deel (> 90%) van de geformuleerde doelstellingen (voor wat betreft onderwijsontwikkeling, bereik van studenten, start-ups, etc.) zal worden gerealiseerd. De betrokken instellingen hebben te maken met institutionele barrières, waardoor de meeste Centres of Entrepreneurship moeite hebben om door te dringen tot het vaste curriculum. Visie derden De stakeholders (bedrijven, docenten en ouders) zijn tevreden over het O&O-project en geven een 7,7 als rapportcijfer. De tevredenheid blijkt ook uit het feit dat 90% van de bedrijven en docenten positief is over toekomstige deelname aan een dergelijk project. Bedrijven hebben vooral de rol van expert of klankbord en docenten zijn gewoon docent binnen het project. De stakeholders zijn vooral betrokken bij het project omdat zij het belangrijk voor de maatschappij vinden. Ze vinden het lastig om de effecten in te schatten, maar denken dat de meerwaarde van het O&O-project is dat leerlingen of studenten zich meer bewust worden van ondernemerschap. Conclusie Voor alle onderwijsvormen geldt dat de O&O-regeling werkt. De betrokken onderwijsinstellingen besteden meer aandacht aan ondernemerschap en zijn in de meeste gevallen op weg om ondernemerschapsonderwijs te verankeren. De gepercipieerde effecten laten zien dat de regeling meer ondernemend gedrag en/of een meer ondernemende houding weet uit te lokken bij leerlingen/studenten. Binnen het hoger onderwijs constateren we dat een op de vijf studenten momenteel een bedrijf heeft en dat nog eens 19% bezig is met het opzetten van een bedrijf. Bovendien zijn alle betrokkenen enthousiast over de O&O-projecten. 7

8

9 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs in Nederland bevindt zich nog in een vroeg ontwikkelingsstadium. De nulmeting Onderwijs en Ondernemerschap uit 2007 laat zien dat een deel van de scholen de aandacht voor ondernemerschap in hun missie en strategie integreren, maar dat er duidelijk minder scholen zijn die deze visie ook in de onderwijspraktijk verankeren. De bewindspersonen van de ministeries van OCW, Economische Zaken en LNV zijn ervan overtuigd dat het ontwikkelen van ondernemende competenties bij leerlingen en studenten van belang is om op termijn het ondernemerschap in Nederland te stimuleren. Daarbij wordt niet uitsluitend gedacht aan het starten van een eigen bedrijf door de huidige leerlingen in een latere levensfase, maar ook aan het creëren van ondernemende werknemers voor bedrijven. Hierin wordt een voorwaarde gezien voor een ondernemend en innoverend bedrijfsleven en dientengevolge een sterke economie. Vanuit deze achtergrond is in 2007 de subsidieregeling Ondernemerschap en Onderwijs in het leven geroepen. De doelstelling van de regeling is: Meer onderwijsinstellingen integreren ondernemerschap in het onderwijs; Meer leerlingen en studenten laten ondernemend gedrag zien, zijn positief over ondernemerschap en starten binnen vijf jaar een eigen bedrijf. SenterNovem voert de regeling uit. In de regeling zijn 28 projecten opgenomen op verschillende onderwijsniveaus: primair onderwijs (9), voortgezet onderwijs (8), middelbaar beroepsonderwijs (5) en hoger onderwijs (6). Een overzicht van de projecten is te vinden in bijlage I. De projecten in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs zijn gekenmerkt als spoor 1 en de zes projecten in het hoger onderwijs als spoor 2. De projecten bevinden zich allemaal in de uitvoeringsfase. Er is behoefte aan meer inzicht in de stand van zaken, zowel op het niveau van de projecten zelf als over projectgroepen heen. Met andere woorden: er is behoefte aan een tussenevaluatie. Vanuit deze achtergrond heeft SenterNovem aan EIM gevraagd een tussentijdse evaluatie te doen van de 28 Ondernemerschap en Onderwijs - projecten (O&O-projecten) die op dit moment in het kader van de subsidieregeling Ondernemerschap en Onderwijs 2007 in Nederland worden uitgevoerd. 9

10 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen Doelstelling Voor deze tussentijdse evaluatie werd een aantal doelstellingen geformuleerd. In de eerste plaats was het van belang om uit te zoeken of de betrokken projecten op de goede weg zijn met het realiseren van de overkoepelende doelstellingen van de O&O-regeling, ofwel, of de betrokken instellingen ondernemerschap in het onderwijs integreren, en of meer leerlingen en studenten ondernemend gedrag laten zien. In de tweede plaats dient deze evaluatie een landelijk beeld te geven van de stand van zaken met betrekking tot de aanpak en uitvoering van de 28 O&O-projecten. De verwachting is dat de betrokken onderwijsinstellingen en beleidsmakers hieruit lering kunnen trekken met het oog op de verdere implementatie van de projecten respectievelijk de vormgeving van nieuw beleid gericht op ondernemerschapsonderwijs. Om deze doelstellingen (voortgang met betrekking tot de doelstellingen van de O&O-regeling en het creëren van een landelijk beeld) te realiseren hebben we in de evaluatie aandacht geschonken aan het bereik en de effecten van de projecten, de verankering van ondernemerschap in het onderwijs, kwantitatieve output, en de ontwikkeling van de projecten tot nu toe. Deze aandachtspunten hebben we vertaald naar een vijftal blokken van evaluatievragen die telkens terugkomen in deze evaluatie, te weten: A. Beginsituatie en doelen; B. Inhoud en activiteiten; C. Organisatie en cijfers; D. Realisatie en effecten; E. Verankering. Door deze aandachtspunten te kiezen wordt met deze tussenevaluatie een goed inzicht verkregen in hoe de verschillende projecten nu precies verlopen en wat de effecten zijn, en in het verlengde daarvan, wat kan worden geleerd voor de toekomst. Onderzoeksvragen In het verlengde van de doelstellingen zijn per blok een aantal onderzoeksvragen geformuleerd. In totaal betreft het 22 onderzoeksvragen (zie Figuur 1). Bij de onderzoeksvragen in blok C, D en E speelt ook de visie van derden (ouders, docenten en bedrijven) een belangrijke rol. Het kwaliteitskader bleek tijdens de tussenevaluatie niet bekend te zijn bij de onderwijsinstellingen. Aan deze onderzoeksvraag is in dit rapport verder geen aandacht besteed. 10

11 Figuur 1 Evaluatieblokken en onderzoeksvragen Evaluatie Onderzoeksvragen A Beginsituatie en doelen B Inhoud en activiteiten 1. startsituatie? 2. doelen en ambities? 3. gewenste effecten? 4. vakken en activiteiten? 5. werkvormen? Visie derden C Cijfers en organisatie 6. aantal studenten? 7. aantal docenten? 8. rol bedrijven? 9. rol andere partijen? 10. kennisdeling partners? 11. kennisdeling O&O? 12. betrokkenheid CvB? 13. tijdsinvestering? D Realisatie en effecten 14. projectverloop? 15. kwaliteitskader? 16. effecten op leerlingen? 17. interne effecten? 18. externe effecten? 19. leerervaringen? E Verankering 20. verankering in curriculum, visie, strategie? 21. verbindingen met andere lesprogramma s? 22. toekomstplannen? Bron: EIM. 1.3 Aanpak De evaluatie van de 28 O&O-projecten omvatte de volgende bouwstenen: I. Dossieranalyse; II. Interviews; III. Enquêtes onder leerlingen/studenten; IV. Groepsgesprekken met leerlingen in het primair onderwijs; V. Telefonische enquête onder stakeholders; VI. Analyse en rapportage. EIM verzorgde de projectleiding, interviews en de telefonische enquête onder stakeholders. Daarnaast nam EIM het voortouw bij de enquêtes onder leerlingen/studenten en bij de analyse en rapportage. IPM KidWise heeft de groepsgesprekken met leerlingen verzorgd en geassisteerd bij de enquêtes onder leerlingen/studenten. Iedere bouwsteen lichten we in het onderstaande kort toe. I. Dossieranalyse SenterNovem houdt van ieder project een dossier bij. In dit dossier zitten de projectplannen, de projectanalyse en de tussenrapportages. De dossiers zijn gescreend op informatie die kan worden gebruikt bij de beantwoording van de onderzoeksvragen. II. Interviews Bij iedere projectleider van de 28 projecten is een interview afgenomen. Vooraf hebben de projectleiders een brief ontvangen van SenterNovem met 11

12 daarin de aankondiging van de evaluatie. EIM heeft de projectleiders voor het gesprek nog een memo toegestuurd met daarin extra informatie en de gespreksleidraad. Afhankelijk van de situatie waren ook andere relevante personen binnen het project aanwezig tijdens het interview. Bij de Centres for Entrepreneurship hebben ook interviews plaatsgevonden met enkel partnerinstellingen. Tijdens de interviews met de projectleiders zijn alle evaluatieblokken aan de orde gekomen. In verband met de onderzoeksvragen over de verankering van de projecten in het curriculum van de onderwijsinstellingen zijn ook interviews gehouden met de directie of het management van de instelling. Bijlage II geeft een toelichting op de interviews. IV. Enquêtes onder leerlingen en studenten Gezien de omvang van de projecten in het hoger onderwijs is gewerkt met een internetenquête. Hieraan hebben 543 studenten deelgenomen, een respons van 32%. Uit eerdere ervaringen van EIM blijkt de respons van studenten op een dergelijke enquête doorgaans rond de 10% te liggen. Om de respons te verhogen, konden studenten vijf euro ontvangen of doneren aan een goed doel als dank voor hun deelname. De vragenlijst voor de enquête is gebaseerd op de door EIM ontwikkelde Entrepreneurship Education Monitor om de effecten van ondernemerschapsonderwijs zichtbaar te maken. De volgende dimensies zijn daarin meegenomen: bewustzijn, houding, gepercipieerd vermogen en ondernemend gedrag. Op de vragenlijst voor het hoger onderwijs is een vertaalslag aangebracht, zodat deze ook gebruikt kon worden in de andere onderwijstypen. In het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het MBO zijn de enquêtes klassikaal afgenomen. In het primair onderwijs is de enquête verzorgd door IPM KidWise. Afhankelijk van de wensen van de projectleider zijn de vragenlijsten a) vooraf naar de school gestuurd, zodat EIM of IPM KidWise na afloop van de interviews met de projectleiders de ingevulde vragenlijsten kon meenemen; b) na het interview met de projectleider of het groepsgesprek met leerlingen in het primair onderwijs ter plekke door EIM of IPM KidWise afgenomen; c) na het interview met de projectleider achtergelaten, zodat de projectleider ingevulde vragenlijsten per post kon retourneren. In het primair onderwijs hebben 180 leerlingen op vijf verschillende basisscholen de vragenlijst ingevuld. In het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs hebben 228 leerlingen op 11 verschillende scholen de vragen beantwoord. Zie ook bijlage III. IV. Groepsgesprekken met leerlingen in het primair onderwijs In aanvulling op de enquête onder leerlingen is in het primair onderwijs uitgebreid stilgestaan bij ondernemen en ondernemerschap middels groepsgesprekken. De groepsgesprekken gaven meer inzicht in de werkelijke beleving van leerlingen wat betreft ondernemendheid en ondernemerschap en het lesprogramma dat zij volgen of hebben gevolgd rond dit thema. IPM KidWise heeft groepsgesprekken gehouden in groep 8 (11 en 12 jaar). Telkens vonden twee groepsgesprekken plaats: 1) met zes jongens en 2) met zes meisjes. Op vijf scholen zijn groepsgesprekken gehouden. Voor een toelichting verwijzen we naar bijlage IV. 12

13 V. Telefonische enquête onder stakeholders Om de maatschappelijke effecten van de O&O-projecten in kaart te brengen, is een telefonische enquête onder derden, ook wel stakeholders (docenten, ouders en bedrijven) gehouden. Met deze enquête is gemeten in hoeverre de stakeholders een rol spelen bij de uitvoering van het O&Oproject en in welke mate zij betrokken zijn. Uiteindelijk hebben 137 stakeholders deelgenomen aan de telefonische enquête. De enquête is afgenomen door Stratus Marktonderzoek, een zusterbedrijf van EIM, gespecialiseerd in dataverzameling. De respons is met 81% aan te merken als hoog. Veelal waren de stakeholders al door de projectleiders van de diverse O&Oprojecten op de hoogte gesteld van de telefonische enquête. Dit bevorderde de respons zichtbaar in positieve zin. Zie ook bijlage V. VI. Analyse en rapportage De evaluatie volgde een zogenaamde eclectische aanpak: de onderzoeksvragen kwamen in meerder bouwstenen aan bod. De conclusies en aanbevelingen in dit rapport zijn derhalve gebaseerd op verschillende bronnen. Alle verzamelde informatie is zo goed mogelijk bestudeerd en verwerkt in het onderhavige rapport. 1.4 Leeswijzer De vijf bouwstenen (beginsituatie en doelen; inhoud en activiteiten; cijfers en organisatie; realisatie en effecten; verankering) hebben we voor iedere onderwijsvorm in kaart gebracht. In hoofdstuk 2 voor het primair onderwijs, in hoofdstuk 3 voor het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs en in hoofdstuk 4 voor het hoger onderwijs. Hoofdstuk 5 staat stil bij de visie van derden over de O&O-projecten. In hoofdstuk 6 volgen de conclusies. De bijlagen presenteren de achtergrond en methodologie van verschillende onderzoeksstappen. Bijlage I geeft een overzicht van de O&O-projecten. Bijlage II gaat in op de interviews. Bijlage III bespreekt de enquêtes onder leerlingen en studenten. Bijlage IV zoomt in op de groepsgesprekken in het primair onderwijs. Bijlage V betreft de telefonische enquêtes onder stakeholders. Bijlage VI laat het kwaliteitskader, zoals SenterNovem dit hanteert, zien. Ten slotte geeft bijlage VII de begeleiding en het projectteam weer. In een apart bijlagenboek worden de factsheets per project gepresenteerd. 13

14

15 2 Primair onderwijs De O&O-projecten die in het primair onderwijs lopen, worden uitgevoerd door een enkele basisschool (OBS Willespoort, OBS De Vogels, OBS De Vlaamse Reus en PCB De Klokbeker) of aangestuurd door een overkoepelende organisatie (Stichting Agora, Openbaar Primair Onderwijs Almelo (OPOA), Stichting voor Katholiek Basisonderwijs Gelderland (SKBG), ABCG en Stichting Onderwijscampus). Zie ook bijlage I. 2.1 Beginsituatie en doelen Bij start al in enige mate ondernemerschapsonderwijs op de scholen aanwezig Beginsituatie Voor aanvang van het O&O-project hadden drie van de negen projecten in het primaire onderwijs nog helemaal niets gedaan op het gebied van ondernemerschapsonderwijs, namelijk de scholen van SKBG, ABCG en Stichting Onderwijscampus. De basisscholen die betrokken zijn bij de zes andere projecten hebben wel activiteiten in die richting ontplooid. We zien binnen deze groep een tweedeling van scholen. De eerste groep hield zich bezig met bedrijfsbezoeken. De tweede groep geeft aan dat het docententeam en de directie een ondernemende houding hebben en creatief zijn. Ondernemendheid staat voorop Doelen Bij de O&O-projecten in het primair onderwijs staat ondernemendheid voorop. Bij zes van de negen projecten is het stimuleren van de ondernemende houding van leerkrachten of leerlingen het doel van het O&O-project. In de meeste van deze projecten is het eerste doel om een ondernemende houding bij leerkrachten te creëren. Het tweede doel is om een ondernemende houding bij leerlingen te stimuleren. Docenten hebben een voorbeeldfunctie voor leerlingen en kunnen een ondernemende houding overbrengen als zij deze zelf ook uitstralen. Bij drie projecten, OBS Willespoort, OBS De Vlaamse Reus en ABCG, betreft het doel een combinatie van ondernemendheid en ondernemerschap. Deze O&O-projecten moeten leerlingen in aanraking brengen met ondernemerschap, maar daarbij zijn de vaardigheden en houding een belangrijk aspect. Gewenste effecten sluiten aan op doel, namelijk ondernemend gedrag stimuleren Gewenste effecten De gewenste effecten sluiten naadloos aan bij de doelen. Doorgaans is het gewenste effect dat er meer ondernemend gedrag is bij leerkrachten en/of leerlingen. Het toegenomen ondernemend gedrag moet tot uiting komen in bijvoorbeeld meer lef, meer ideeën omzetten in daden, meer samenwerken, meer creativiteit. Ondernemerschap is een gewenst effect in een veel later stadium. Een paar scholen willen nog andere zaken met het O&O-project gaan uitdragen. OBS Willespoort wil het projectplan ondernemendheid verder gaan verspreiden over alle 19 basisscholen in de gemeente Ronde Venen om deze uiteindelijk structureel te verankeren in het onderwijsaanbod. Ook OPOA wil het marktaandeel van het O&O-project vergroten. SKBG wil een cultuur van ondernemerschap laten ontstaan. ABCG heeft voor ogen dat het O&O- 15

16 project straks aansluit bij het beleid van de scholen. OBS De Vlaamse Reus wil een lesprogramma ontwikkelen voor groep 5 tot en met 8 om stap voor stap een eigen bedrijfje op te bouwen. PCB De Klokbeker laat met het project de maatschappelijke betrokkenheid zien en hoopt daarmee de reputatie van de school op te krikken, zodat de instroom van leerlingen toeneemt. 2.2 Inhoud en activiteiten Twee typen O&O-projecten: 1) voor docenten en leerlingen; 2) voor leerlingen De manier waarop de O&O-projecten zijn ingevuld varieert enorm. Ieder project kent zijn eigen specifieke activiteiten. De O&O-projecten zijn echter wel in te delen in twee typen. Ten eerste zijn er projecten die in eerste instantie gericht zijn op het trainen van docenten in ondernemendheid en die daarna eventueel leerlingen bij het project betrekken. Ten tweede zijn er projecten die alleen maar gericht zijn op leerlingen en niet op docenten. We zullen voor beide typen projecten ingaan op de activiteiten die zijn ontplooid. Projecten gericht op docenten In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de activiteiten binnen de drie projecten van OPOA, SKBG en Stichting Onderwijscampus. Tabel 1 Inhoud en activiteiten van O&O-projecten die eerst docenten opleiden alvorens leerlingen bij het project te betrekken Penvoerder Activiteiten voor docenten Activiteiten voor leerlingen OPOA Teamgerichte en teamdoorbrekende nascholing. Leerkrachten van verschillende basisscholen zaten bij elkaar om met name van elkaar te leren. Inschakeling O&O-adviesgroep voor training op maat. Allerlei activiteiten, bijvoorbeeld het maken van een ondernemerskrant samen met een drukkerij, schoolbezoek van een aannemer, inrichten van het schoolplein. SKBG Kennismaking gehad met ondernemend onderwijs. Op iedere school is een nulmeting geweest die de aanwezige ondernemerschapskwaliteiten op de school in kaart heeft gebracht. In het lopende jaar volgen cursussen gericht op ondernemendheid/ondernemerschap. Aan het einde van het schooljaar vindt een eindmeting plaats en wordt een vergelijking met de nulmeting gemaakt. Geen. Hiervoor is een apart voorstel ingediend. Stichting Nulmeting (meetlat) uitgevoerd ten aanzien van het Ontwikkelen van een meetlat voor Onderwijscampus eigen gedrag en het gedrag richting leerlingen voor ondernemend gedrag voor leerlin- docenten. gen. Binnenkort wordt gestart met POP/PCP-gesprekken (Persoonlijk Ondernemers Plan/ Persoonlijk Competentie Plan) vinden plaats met docenten. Het trainen en bevorderen van ondernemend gedrag gebeurt ook via intervisiesessies door o.a. good practices door te spreken. activiteiten om de ondernemendheid van leerlingen te bevorderen. De activiteiten voor de onderbouw zijn gericht op ondernemendheid en voor de bovenbouw op ondernemerschap. Bron: EIM, op basis van interviews en dossieranalyse. 16

17 De docenten vervullen een functie van rolmodel voor kinderen en moeten ondernemendheid naar leerlingen kunnen overbrengen, daarom worden zij eerst getraind alvorens de leerlingen bij het project te betrekken. Dit principe wordt gehanteerd binnen de projecten van OPOA, SKBG en Stichting Onderwijscampus. Bij SKBG zijn de activiteiten alleen gericht op docenten en niet op leerlingen. Projecten gericht op leerlingen Activiteiten voor ondernemendheid altijd gecombineerd met ondernemerschap Bij de projecten die alleen gericht zijn op leerlingen en niet op docenten verschilt het groepsniveau sterk. Op de ene school loopt het O&O-project van groep 1 tot en met 8, terwijl op de andere school alleen de bovenbouw meedoet. Voor ieder groepsniveau zijn doorgaans aparte activiteiten ontwikkeld. De activiteiten hebben met elkaar gemeen dat ondernemendheid altijd wordt gecombineerd met ondernemerschap. Dit is ook het geval als het doel van het project alleen maar op ondernemendheid gericht is. Binnen de diverse projecten zijn zoveel activiteiten gaande dat het te veel is om ze allemaal in deze evaluatie weer te geven. Hiervoor verwijzen we naar het bijlagenboek met de factsheets. Om een indruk te geven van de diversiteit volgen per project twee voorbeelden in Tabel 2. Tabel 2 Voorbeelden van activiteiten bij O&O-projecten gericht op leerlingen Penvoerder Voorbeelden van activiteiten OBS Willespoort - movie world business: promotiefilmpjes maken (groep 8) - boekacademieshop: beheren van een letter- en boekwinkeltje (groep 3) OBS De Vogels Stichting Agora - ontwerpen en realiseren van de schooltuin/ontdektuin (alle groepen) - day for a change: vanuit een microkrediet van 20 euro een bedrijfje opzetten (groep 8) - runnen van een wereldwinkel - zelf maken en promoten van een cd PCB De Klokbeker - vormgeven van de schoolgids (groep 7) - werken in een restaurant (groep 1 en 2) ABCG - Kids in Bizz (groep 8) - werkplaats die door kleuters wordt gerund Bron: EIM, op basis van interviews en dossieranalyse. OBS De Vlaamse Reus hanteert een iets andere invulling van het project. Zij hebben een lesprogramma ontwikkeld bestaande uit vijf stappen: Stap 1: wat is ondernemen? Stap 2: wat wil jij gaan doen? Stap 3: hoe ga jij dit aanpakken? Stap 4: doe het maar! Stap 5: finale (organiseren open avond en presenteren van het product) Aan het begin van het project zijn ouders langsgekomen om tips te geven voor het opzetten van een bedrijfje. In dit project verzinnen de leerlingen zelf wat ze gaan doen. Bij de projecten beschreven in Tabel 2 zijn de projecten al bekend en ingekleurd. Overigens onderscheidt OBS De Vogels ook 17

18 dergelijke stappen. Op deze school worden kinderen begeleid in het opstellen van de doelen van het project, het opstellen van eigen leerdoelen, communicatie over de leerdoelen, het maken van een plan, de uitvoering van het plan en de evaluatie. O&O-projecten richten zich op ervaringsgericht onderwijs Werkvormen De O&O-projecten zijn met name gericht op ervaringsgericht onderwijs en niet zozeer op theorie. De projecten worden overwegend klassikaal uitgevoerd en soms ook in kleinere groepjes van leerlingen, zoals bij OBS De Vogels. Veel voorkomende werkvormen zijn gastsprekers uit het bedrijfsleven, bedrijfsbezoeken, workshops en spelletjes. 2.3 Cijfers en organisatie Aantal betrokken leerlingen en docenten verschilt sterk per project Cijfers Het aantal betrokken leerlingen en docenten verschilt sterk per O&O-project in het primair onderwijs. In Tabel 3 wordt een tussenstand gegeven van het aantal betrokken leerlingen en docenten. Bijna alle O&O-projecten zullen nog een of twee jaar doorlopen. De subsidieregeling O&O stopt voor Stichting Agora in Tabel 3 Cijfers O&O-projecten primair onderwijs (tussenstand september/oktober 2009) Project- Aantal Onderwijsinstelling Looptijd omvang* Subsidie Aantal leerlingen docenten in euro in euro projectplan realisatie realisatie OBS De Willespoort OBS De Vogels n.b Stichting Agora n.b OBS De Vlaamse Reus (a) >10 OPOA (b) PCB De Klokbeker (c) n.b SKBG ABCG (d) n.b Stichting Onderwijscampus (e) * Het betreft de omvang van het project zoals ingediend bij SenterNovem. n.b. = niet bekend (a) Aantal leerlingen (projectplan en realisatie) is 200 per schooljaar. (b) Aantal leerlingen projectplan: 232 OBS De Beemd, 188 OBS De Kubus, 128 OBS De Twijn, verspreidingsgebied OPOA-scholen. (c) Alle leerlingen op de school komen in aanraking met de ondernemerschapsactiviteiten. (d) Aantal leerlingen (realisatie) is 200 per schooljaar. (e) Aantal docenten betreft een schatting van EIM. Bron: EIM, op basis van interviews en dossieranalyse. 18

19 Al veel leerlingen bereikt met de O&Oprojecten, maar soms moet er nog wel een flinke slag gemaakt worden om het doel te halen Bij de O&O-projecten van SKBG en Stichting Onderwijscampus krijgen eerst de docenten training in ondernemend onderwijs. Leerlingen worden pas in een later stadium bij het O&O-project betrokken. Voor beide projecten geldt dat leerlingen in het schooljaar bij het project betrokken zullen worden. Voor de andere projecten geldt dat zij tot nu toe onder leerlingen al een flink bereik hebben gehad. Op alle scholen hebben 200 of meer leerlingen meegedaan. Kijken we naar de doelen ten opzichte van de realisaties, dan moet er soms nog een flinke slag gemaakt worden. Bij OBS Willespoort, OPOA, ABCG en Stichting Onderwijscampus wordt het project nog uitgebreid naar andere scholen, de scholen waar het project nu loopt zijn aan een pilottraject bezig (zie paragraaf 2.3.2), waardoor de realisatie van het aantal leerlingen na afloop van het O&O-project waarschijnlijk veel hoger ligt. Opvallend is ook dat bij vier O&O-projecten uit het projectplan niets blijkt over het aantal leerlingen dat men wil bereiken. Het aantal betrokken docenten bij het project varieert sterk per O&Oproject. Dit ligt vooral aan de opzet van het project. Bij Stichting Agora is het project gelijk breed uitgedragen onder 55 scholen, waardoor veel leerlingen, maar ook docenten bij het project betrokken zijn. Bij de andere projecten zijn veel minder scholen en dus ook minder docenten betrokken Organisatie Betrokken onderwijsinstellingen In Figuur 2 is te zien welke onderwijsinstellingen naast de penvoerders nog meer bij de projecten betrokken zijn. Figuur 2 Betrokken onderwijsinstellingen in het primair onderwijs bij O&O-projecten Penvoerder Betrokken onderwijsinstellingen Uitbreiding naar OBS Willespoort 19 basisscholen OBS De Vogels Werkgroep Brede School Stichting Agora Stichting Agora - 25 basisscholen (op 35 locaties), OPO Alkmaar - 10 basisscholen, OPO Hoorn - 10 basisscholen Primair onderwijs OBS De Vlaamse Reus OPOA PCB De Klokbeker OBS De Beemd, OBS De Twijn, OBS De Kubus, Saxion Hogeschool, PABO Christelijk College Groevenbeek alle 11 OPOA scholen SKBG 16 basisscholen, Hogeschool Windesheim, Scholengroep GelderVeste Saxion Hogeschool ABCG Pilot: OBS Het Rasholt, OBS De Schuthoek, OBS Burgemeester S.J. van Royenschool 25 basisscholen St. Onderwijscampus OpenBasis Pilot: OBS De Reynaert Stichting Prisma Pilot: OBS De Leeuwerik Onderwijs Borsele Pilot: OBS De Linden 30 basisscholen Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland (RPCZ), Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS), Stichting Educatief Ondernemen Bron: EIM, op basis van interviews en dossieranalyse. 19

20 Bij zeven van de negen O&O-projecten in het primair onderwijs zijn meerdere onderwijsinstellingen betrokken. Bij het ene project zijn veel meer onderwijsinstellingen betrokken dan bij andere projecten. Bij de projecten van de individuele scholen zijn geen (OBS Willespoort en OBS De Vlaamse Reus) of slechts een paar andere onderwijsinstellingen (OBS De Vogels en PCB De Klokbeker) betrokken. Bij OBS De Vogels is de Werkgroep Brede School betrokken. Deze werkgroep organiseert buitenschoolse activiteiten gericht op ondernemerschap, maar de mensen van de kinderopvang werken ook mee op de basisschool. Vooral bij O&Oprojecten aangestuurd door een overkoepelende organisatie zijn meerdere scholen betrokken Vooral bij de projecten die door een overkoepelende organisatie worden aangestuurd, namelijk Stichting Agora, OPOA, SKBG, ABCG en Stichting Onderwijscampus zijn meerdere onderwijsinstellingen betrokken. ABCG en Stichting Onderwijscampus doen eerst een pilot alvorens het project breed uit te zetten onder alle basisscholen die onder ze vallen. Bij Stichting Onderwijscampus was het in eerste instantie de bedoeling dat alle scholen gelijktijdig zouden instromen, maar er is gekozen voor een tussenstap door eerst drie pilotscholen bij het O&O-project te betrekken. Aan het einde van het O&O-project hebben bij ABCG en Stichting Onderwijscampus nog veel meer scholen meegedaan. Bij deze projecten gaan de andere scholen nu instromen. Rol bedrijven Bij zeven van de negen projecten zijn bedrijven betrokken, maar de mate verschilt per project Bij zeven van de negen O&O-projecten zijn bedrijven betrokken. In de O&Oprojecten van SKBG en Stichting Onderwijscampus hebben nog geen bedrijven geparticipeerd. Het aantal bedrijven dat is betrokken verschilt sterk per O&O-project. Bij het O&O-project van OBS De Vogels zijn twee bedrijven beperkt betrokken. Het project is nu vooral gericht op ondernemendheid en eigen interne initiatieven om bedrijfjes op te zetten en niet op het betrekken van externe bedrijven bij het project. Bij OBS Willespoort zijn maar liefst 65 bedrijven van de 85 benaderde bedrijven bij het O&O-project betrokken. Het betreft een gevarieerd palet aan bedrijven, bijvoorbeeld een bakkerij, een drukkerij, een scheepswerf en een bank. De basisscholen die onder Stichting Agora vallen hebben allemaal een eigen bedrijvennetwerk opgebouwd. Dit was overigens een eis van het project. De contacten uit het bedrijfsleven treden meestal op als gastspreker. Bij PCB De Klokbeker is een interne ondernemersvereniging opgericht (met name bestaande uit ondernemende ouders) die de taak heeft de contacten met het bedrijfsleven uit te breiden. Rol andere partijen Rol andere partijen is beperkter dan de rol van bedrijven De rol van andere partijen dan bedrijven is veel beperkter dan die van bedrijven. Een aantal keer wordt de Stichting Jong Ondernemen, de Kamer van Koophandel of de gemeente genoemd. ABCG heeft nog meer partijen bij het project betrokken, zoals Technieksteunpunt Drenthe en ENOVA (expertiseorganisatie op het gebied van vrouwen naar topfuncties ). Bij OBS De Vlaamse Reus spelen docenten (of projectleiders) zelf soms de rol van bepaalde instanties, zoals de rol van de Kamer van Koophandel. Voor het opbouwen van een bedrijvennetwerk is aan het begin van het project vanuit Syntens enige hulp geboden aan OBS De Vlaamse Reus. Bij SKBG zouden volgens het projectplan twee adviesbureaus, namelijk OinO-Advies en Pars 20

21 Pro Toto (PPT), meedoen aan het O&O-project. De keuze is gemaakt om het project in eigen beheer te doen. PPT is nog wel onderdeel van de stuurgroep visie en strategie. Kennisdeling met partners Stuurgroep of werkgroep zorgt voor kennisdeling onder de projectpartners Voor de kennisdeling is op bijna alle basisscholen een stuurgroep of werkgroep ingericht. Zo heeft bijvoorbeeld OBS De Vogels een Werkgroep Ondernemerschap (drie docenten en de directrice) opgericht. Zij geven het O&O-project verder vorm via de Leerlijn Ondernemerschap. De werkgroep komt zo n vijf keer per jaar bijeen om te vergaderen. In de stuur- of werkgroepen nemen meestal projectleiders en/of ondernemende docenten en/of de directie zitting. Bij OPOA bestaat de stuurgroep uit bedrijven. Deze stuur- of werkgroepen zetten de richting uit van het O&O-project of stellen deze bij. De frequentie waarop de groepen bij elkaar komen verschilt van elke maand tot een keer per kwartaal. Bij de O&O-projecten van de overkoepelende organisaties komen de projectleiders of docenten van de deelnemende basisscholen een paar keer per jaar bij elkaar om good practices te delen. Bij Stichting Agora gaat de kennisdeling nog een stapje verder. Zij organiseren de educatieve tour waarbij docenten op bezoek gaan bij collega s op andere scholen. Kennisdeling met andere O&O-projecten Minimale kennisdeling tussen de O&O-projecten Kennisdeling met andere O&O-projecten is er minimaal. De meeste projectleiders zijn aanwezig geweest bij de landelijke bijeenkomsten van Senter- Novem, maar dit wordt niet echt gezien als kennisdeling. OBS Willespoort en PCB Klokbeker hebben contact. Zij geven wel aan dat de projecten erg verschillend en daardoor niet vergelijkbaar zijn. OBS Willespoort heeft vele deelprojecten, terwijl PCB De Klokbeker aan de hand van grote lijnen werkt. Stichting Onderwijscampus heeft in de beginfase van de projectperiode nog wel contact gehad met twee andere O&O-projecten, maar inmiddels is het contact er niet meer. Betrokkenheid College van Bestuur College van Bestuur omarmt doorgaans het O&Oproject In het primair onderwijs worden de O&O-projecten doorgaans door het College van Bestuur omarmd. Bij SKBG en ABCG is er geen volledig zicht op de betrokkenheid van het College van Bestuur op de deelnemende scholen. Bij de ene basisschool gaat de betrokkenheid verder dan bij de andere basisschool. Bij OBS De Vogels en PCB De Klokbeker is de projectleider tevens de directeur. Bij OBS De Vogels organiseert het College van Bestuur in het kader van ondernemerschap themabijeenkomsten voor andere scholen in Oegstgeest. De besturen van Stichting Agora, OPO Alkmaar en OPO Hoorn hebben het projectplan voor O&O volledig omarmd, maar hebben op het bestuurlijke vlak alles gedelegeerd. Oorspronkelijk was in het projectplan van OPOA vastgelegd dat de directeuren een ondersteunende rol zouden hebben, maar dat bleek niet goed te werken. Aan het begin van het project is al besloten directeuren toe te voegen aan het runnernetwerk (stuurgroep). Het initiatief voor het opzetten van het O&O-project bij OBS De Vlaams Reus lag bij de directeur en de pro- 21

22 jectleider. De uitvoering daarentegen is vooral in handen van de projectleider en een (daarvoor uitgeroosterde) docent. 2.4 Realisatie en effecten Realisatie Projectverloop O&O-projecten lopen overwegend volgens planning, maar soms wel met een bijstelling Bij alle O&O-projecten geven de projectleiders aan dat het project overwegend volgens planning of voorspoedig verloopt. In sommige gevallen werd een bijstelling op het projectplan aangebracht of moesten enkele hobbels worden genomen. OPOA merkte dat het aanbrengen van gedragsveranderingen bij docenten wel goed loopt, maar dat de vorderingen minder snel gegaan zijn dan vooraf was ingeschat. Ook merkt OPOA op dat de projecten vaak seizoensgebonden zijn, waardoor ze maar in een bepaalde periode in het jaar kunnen worden uitgevoerd. SKBG merkt dat er vertraging is ontstaan bij het opstellen en vormgeven van de managementovereenkomsten met de diverse scholen. SKBG geeft aan dat de overeenkomsten een behoorlijke verandering betekenen voor de scholen, omdat niet meer het aantal leerlingen voor de begroting telt, maar de plannen die de school heeft opgesteld. Daarnaast heeft SKBG enige vertraging met het ontwikkelen van een webbased dashboard waarop per school de prestatie-indicatoren inzichtelijk gemaakt worden. ABCG heeft het O&O-project op de pilotscholen afgerond. Zij gaan de komende tijd het project breder uitzetten. Er worden problemen verwacht op het gebied van financiering voor de scholen die gaan instromen, omdat deze scholen niet zoals de pilotscholen een startbedrag als basis ontvangen en de markt voor externe financiering in het huidige economische tij niet gunstig is. Stichting Onderwijscampus heeft een nulmeting gehouden onder leerlingen van de drie pilotscholen. Het ontwikkelen van vragenlijsten voor deze nulmeting duurde langer dan gepland. OBS Willespoort heeft de Leren Ondernemen-prijs 2007 gewonnen en werd van alle O&O-projecten als beste beoordeeld. Omdat men momenteel de financiële verantwoording niet meer kan overzien, ligt het project stil. Realiseren van doelen Verwachting: meeste doelstellingen worden bereikt In het voorgaande hebben we gezien dat de O&O-projecten redelijk op schema lopen. De verwachting is dan ook dat de meeste doelstellingen bereikt zullen worden Effecten op leerlingen (intern) In de groepsgesprekken met leerlingen en bij de enquête onder leerlingen in het primair onderwijs is stilgestaan bij de volgende aspecten: A. Ondernemendheid; B. Betekenis van ondernemerschap; C. Beeld van ondernemerschap; D. Keuze voor ondernemerschap; E. Oordeel over het O&O-project. 22

23 De bovenstaande aspecten zijn gemeten op vijf scholen, namelijk OBS De Vogels, CBS De Rank (Stichting Agora), OBS De Vlaamse Reus, OBS De Twijn (OPOA) en PCB De Klokbeker (zie ook bijlage III en IV). Doordat de O&O-projecten erg verschillend van aard zijn, worden scores per project gepresenteerd en geen scores voor het totaal. Sterkste eigenschappen: goed met anderen omgaan en snel iets snappen A. Ondernemendheid Kinderen in groep 7 en 8 van de ondervraagde basisscholen denken dat andere mensen in de omgeving hen vooral zien als personen die goed met anderen om kunnen gaan en die snel iets snappen. Deze persoonlijke eigenschappen scoren op alle scholen ruim bovengemiddeld. Op CBS De Rank vinden de kinderen enthousiasme bij zichzelf ook een sterke eigenschap. Op PCB De Klokbeker scoren eigenschappen als dingen regelen en nieuwe dingen aanpakken relatief hoog. Kinderen vinden zichzelf ondernemend Ruim drie op de vier kinderen vindt zichzelf een ondernemend persoon. Dit varieert van heel erg ondernemend tot een klein beetje ondernemend. De meeste kinderen zeggen dat ze een beetje ondernemend zijn (zie Figuur 3). Figuur 3 Vraag: In hoeverre zie jij jezelf als ondernemend persoon? OBS De Vogels (n=39) CBS De Rank (Stichting Agora, n=24) OBS De Vlaamse Reus (n=46) OBS De Twijn (OPOA, n=22) PCB De Klokbeker (n=49) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Heel ondernemend Een klein beetje ondernemend Helemaal niet ondernemend Een beetje ondernemend Niet zo ondernemend Bron: IPM KidWise en EIM. Tussen de scholen bestaat wel een verschil in hoeverre kinderen zichzelf als ondernemend persoon zien. Op CBS De Rank geven kinderen het vaakst aan dat zij heel ondernemend tot een klein beetje ondernemend zijn. Op OBS De Vlaamse Reus vindt ruim 20% van de kinderen zichzelf heel ondernemend, maar aan de andere kant kent deze school ook een bijna even grote groep kinderen die zichzelf niet ondernemend vindt. Kinderen uit groep 8 zijn zich bewust van het belang van geld Vanuit hun opvoeding en vanuit school weten kinderen erg goed dat geld hebben, dit goed beheren en niet te veel tegelijk uitgeven belangrijk is. Zij zijn op een leeftijd waarop ze goed beseffen dat mooie en leuke spullen zoals een waveboard, Wii of een andere spelcomputer die ze graag willen heb- 23

24 ben geld kosten en ze weten exact hoeveel iets kost. Bij ons in de klas heeft iedereen een waveboard, deze kosten 57,- als je ze koopt op internet en ongeveer 100,- in de winkel. (meisje) Met name de meisjes zien de relativiteit in van geld. Een beetje geld maakt wel gelukkig, maar veel geld hebben maakt niet extra gelukkig. Het is belangrijker om later een leuke vriend (of vriendin) te hebben dan dat je veel geld hebt. Ik vind geld niet zo belangrijk. (meisje) Bijna alle kinderen in groep 8 krijgen wekelijks of maandelijks zakgeld, meestal komt dit neer op 8 tot 16 euro per maand. Soms gaat dit ook niet structureel maar krijgt het kind geld wanneer het nodig heeft. Veel kinderen verzinnen zelf wel eens plannetjes om geld te verdienen Wanneer kinderen iets graag willen hebben, vragen ze het allereerst aan hun ouders. Lukt dit niet dan hebben de meeste kinderen wel eens zelf plannetjes bedacht om geld te verdienen. Zakgeld sparen en klusjes bedenken zijn de manieren om geld te verdienen wanneer de kinderen graag iets zouden willen hebben. Veel kinderen moeten vaste klusjes doen om hun zakgeld te verdienen, maar klusjes doen is ook een mooie manier om geld te sparen om iets groots te kopen. Voorbeelden van klusjes zijn naar de glasbak lopen, grasmaaien, de auto wassen of stofzuigen of bij de vader in het bedrijf werken. Het gaat vaak om één klusje per keer. Kinderen rekenen vantevoren niet uit hoeveel klusjes zij moeten doen om het gewenste aan te kunnen schaffen, laat staan dat ze uitrekenen hoeveel klusjes ze moeten doen om hun kapitaal in algehele zin te vergroten. De meeste kinderen doen af en toe klusjes, maar zijn er niet heel fanatiek in. Ik wil wel een klusje doen zoals naar de glasbak lopen, maar een hele auto wassen vind ik te veel werk. Daarnaast zijn er ook ouders die het normaal vinden dat hun kind meehelpt in huis en hier niet voor betalen. Het hoort bij de opvoeding. Het verjaardagsgeld en het geld dat kinderen krijgen van opa en/of oma (of een ander familielid, bijvoorbeeld voor het rapport) is ook een goede manier om het spaartegoed aan te vullen. Vaak zijn juist dit de bedragen die het niveau van het spaartegoed aardig omhoog brengen. Op PCB De Klokbeker wachten relatief veel kinderen tot hun verjaardag, terwijl kinderen op OBS De Vlaamse Reus eerder geneigd zijn om geld aan ouders te vragen. Kinderen zijn niet planmatig bezig met het vergroten van hun kapitaal Sommige kinderen sparen hun zakgeld trouw voor grote doeleinden zoals een spelcomputer, anderen vinden het moeilijk hun spaarpot niet te plunderen en kopen zeer regelmatig dingen van hun eigen geld. Dit varieert van snoep, kleding, en dingen op de rommelmarkt tot boeken en spelletjes. Over het algemeen zijn de spaaracties van kinderen op betrekkelijk korte termijn gericht. Zij sparen net zo lang totdat ze bij elkaar hebben wat zij graag willen kopen en beginnen vervolgens van voren af aan als ze een nieuw doel hebben. Kinderen vinden het erg stoer om te vertellen dat hun 24

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Cliëntenaudit Stichting SEIN Cliëntenaudit Stichting SEIN Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom VBO Woonindex Tweede 2008 drs. P. Rosenboom Zoetermeer, 10 juli 2008 In opdracht van VBO Makelaars. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Tevredenheidsonderzoek Lest Best Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Lest Best Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Lest Best De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Stichting ActiefTalent Zoetermeer, donderdag 21 mei 2015 In opdracht van Stichting ActiefTalent De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Re-integratie Zeeland Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Succes2getherBV meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport In opdracht van Succes2getherBV Zoetermeer, maandag 20 mei 2019 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014-2015. Staatvandienst B.V.

Tevredenheidsonderzoek 2014-2015. Staatvandienst B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Staatvandienst B.V. Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Staatvandienst B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Bijstand naar Werk Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Bijstand naar Werk De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek Tevredenheidsonderzoek Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal, advies & begeleiding meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal,

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Nieuwe Koers BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Nieuwe Koers BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Thatcher & Aalderink Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek FITh bv

Tevredenheidsonderzoek FITh bv Tevredenheidsonderzoek 2015 FITh bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van FITh bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. P&M arbeidsreintegratie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. P&M arbeidsreintegratie Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 P&M arbeidsreintegratie Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van P&M arbeidsreintegratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Frits Suyver Zoetermeer, 17 februari 2004 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Tevredenheidsonderzoek 2014 Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Solvid Ondernemen BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Solvid Ondernemen BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, zondag 3 augustus 2014 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Marian Ruisch Coaching en Re-integratie De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / P&M arbeidsreintegratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / P&M arbeidsreintegratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 P&M arbeidsreintegratie Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van P&M arbeidsreintegratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV

Tevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Weustink&Partners BV Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Weustink&Partners BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Marian Ruisch Coaching en Re-integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Work Solutions Nederland BV

Tevredenheidsonderzoek Work Solutions Nederland BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Work Solutions Nederland BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Work Solutions Nederland BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie