Transsectorale innovatie door diffusie van technologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Transsectorale innovatie door diffusie van technologie"

Transcriptie

1 Transsectorale innovatie door diffusie van technologie Theorie, praktijk en toekomst drs. J.P.J. de Jong drs. A.P. Muizer dr. ir. E.L.C. van Egmond-de Wilde de Ligny (TUE) Zoetermeer, oktober 2005

2 ISBN: Bestelnummer: A Prijs: 40,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. 2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Definitie Het begrip innovatie Transsectorale innovatie Modellen van innovatie 10 3 Ontstaan van transsectorale innovatie Technologie Ontwikkeling en diffusie Betrokken partijen Determinanten en gevolgen van diffusie Institutionele veranderingen 21 4 Voorbeelden 23 5 Transsectorale innovatie in de toekomst Belangrijke sectoren Belangrijke kennisvelden 34 6 Conclusies 37 Bijlagen I Literatuur 41 II Diepte-interviews 45 III Databestanden 47 IV Generieke technologische kennisvelden 49 3

4

5 1 Inleiding Innovatie is een drijvende kracht achter de economische groei. Innovaties zijn van grote invloed op het concurrentievermogen van individuele bedrijven en organisaties, op markten, op ontwikkeling van bedrijfstakken en op ontwikkelingen in de economie en maatschappij. Schumpeter (1934) beschreef als eerste het proces van innovatie in het bedrijfsleven. Dynamiek van sectoren is in zijn optiek het gevolg van vernieuwende activiteiten van ondernemers, die op basis van nieuwe kennis, kunde en informatie tot 'neue Kombinationen' komen: nieuwe producten, processen, markten, toepassingen van ruwe grondstoffen of organisatievormen. Niet iedere innovatie heeft een even grote invloed op de dynamiek van het bedrijfsleven. Het contrast tussen adopties van volledig uitontwikkelde apparatuur door bedrijven is bijvoorbeeld van een andere orde dan een baanbrekende innovatie die door alle bedrijven in een sector wordt nagevolgd, en uiteindelijk leidt tot een geheel nieuwe manier van werken in een branche. In dit rapport onderscheiden we transsectorale innovaties van reguliere innovaties. Transsectorale innovatie houdt onder andere in dat partijen uit geheel verschillende branches tot baanbrekende innovaties komen. De term is geïntroduceerd door Nico Baken, verbonden als hoogleraar aan de TU Delft en aan KPN. Recent onderzoek heeft aangetoond dat bij innovaties in het MKB vrijwel altijd andere partijen worden betrokken (De Jong, 2005). Recent gaan stemmen op om ondernemers te stimuleren om meer over de grenzen van hun kolom heen te kijken en te zoeken naar (tijdelijke) samenwerkingsverbanden tussen onverwachte combinaties van partijen, kennis en technologie (zie bijv. Baken & Koudstaal, 2004; Syntens, 2005). Zo herkennen adviseurs van Syntens vanuit hun dagelijkse adviespraktijk dat met name transsectorale innovaties een baanbrekend effect hebben en leiden tot productiviteitsstijgingen in het MKB (Syntens, 2005). Transsectorale innovatie kan vaak niet los worden gezien van de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie. Dergelijke innovaties mogen van groot belang worden geacht. Als bedrijven, kennisinstellingen en intermediairs over de grenzen van sectoren heen aan innovaties werken, kunnen mogelijkheden tot productiviteitsstijging beter worden benut. Centrale vragen Het doel van deze studie is om het begrip transsectorale innovatie te definiëren, te plaatsen in de innovatieliteratuur, concrete voorbeelden te noemen, en te analyseren op welke gebieden in de komende tien jaar transsectorale innovatie met de grootste waarschijnlijkheid zal gaan optreden. Centraal staan de vragen: 1 Wat is transsectorale innovatie en waarin verschilt het van reguliere innovatie? 2 Hoe ontstaat transsectorale innovatie? 3 Welke voorbeelden zijn er te geven van transsectorale innovatie? 4 Welke sectoren krijgen in de nabije toekomst met transsectorale innovatie te maken, en in welke sectoren zal dat vooral ook het MKB zijn? 5 In welke technologische kennisvelden zullen veel transsectorale innovaties ontstaan? 5

6 Gehanteerde onderzoeksmethoden De informatie in dit rapport is gebaseerd op drie bronnen. Ten eerste heeft EIM in samenwerking met de Technische Universiteit van Eindhoven een literatuuronderzoek uitgevoerd. Een overzicht van de geraadpleegde literatuur vindt de lezer achterin dit rapport (bijlage I). Ten tweede zijn diepte-interviews gehouden met verschillende trendwatchers, branche- en technologiedeskundigen om praktische voorbeelden te vinden van transsectorale innovatie, zowel uit het verleden als te verwachten innovaties in de nabije toekomst. De gebruikte topiclijst en lijst van gesprekspartners is in bijlage II opgenomen. Ten derde zijn analyses uitgevoerd op een databestand met gegevens over technologische trends, kennisvelden en sectoren (innovatie- en structuurkenmerken). Meer details over deze analyse zijn vermeld in bijlage III. Opbouw rapport Hoofdstuk 2 start met de theorie van transsectorale innovatie. Allereerst geven we de definitie van transsectorale innovatie, waarbij we ingaan op de onderscheidende kenmerken en de verschillen met reguliere innovaties. Transsectorale innovatie is beslist geen compleet nieuwe vorm van innovatie, maar blijkt juist veel overlap te hebben met eerder gedefinieerde vormen radicale innovatie en architectonische innovatie. Vervolgens bespreken we in hoofdstuk 3 de ontstaanredenen van transsectorale innovaties. Kort samengevat ontstaat transsectorale innovatie door de ontwikkeling en diffusie van nieuwe technologie, waarbij niet alleen grotere bedrijven (koplopers) en kennisinstellingen het voortouw kunnen nemen, maar ook individuele ondernemers en uitvinders. Om het begrip handen en voeten te geven, presenteren we in hoofdstuk 4 actuele voorbeelden van transsectorale innovatie in het MKB. Hoofdstuk 5 geeft een analyse van technologische kennisvelden en sectoren waar transsectorale innovatie in de komende jaren het sterkst zal optreden. In de analyse zijn 26 kennisvelden en 41 sectoren onderscheiden. Onderstaande tabel geeft weer hoe de onderzoeksvragen en -methoden corresponderen met de verschillende hoofdstukken (tabel 1). tabel 1 Correspondentie tussen hoofdstukken, onderzoeksvragen en -methoden Hoofdstuk Onderzoeksvragen Gehanteerde methode 2 1 (definitie en verschillen) literatuur 3 2 (ontstaansredenen) literatuur 4 3 (cases) diepte-interviews 5 4 (sectoren), 5 (kennisvelden) analyse bestanden Het rapport besluit in hoofdstuk 6 met onze conclusies en enkele suggesties voor toekomstig onderzoek. 6

7 2 Definitie Dit hoofdstuk geeft eerst een algemene, brede definitie van innovatie (paragraaf 2.1). Daarna gaan we in op de onderscheidende kenmerken van transsectorale innovaties in vergelijking met reguliere innovaties (paragraaf 2.2). In paragraaf 2.3 passeren enkele bestaande innovatiemodellen de revue die we gebruiken om het begrip te plaatsen in de bestaande innovatieliteratuur. 2.1 Het begrip innovatie Innovatie is al meer dan zeventig jaar onderwerp van academisch onderzoek; het startpunt werd gevormd door het werk van Schumpeter (1934). Sindsdien zijn vele definities van innovatie opgesteld waarvan een bloemlezing in kader 1 is opgenomen. kader 1 Enkele definities van innovatie Elk denkbeeld, gedrag of voorwerp dat nieuw is, omdat het afwijkt van het gangbare (Barnett, 1953, in: Zaltman & Lin, 1986). Een complexe activiteit die bestaat uit de formulering van een nieuw idee of de oplossing van een probleem, en de feitelijke toepassing daarvan. Innovatie slaat niet alleen op de generatie van ideeen of het ontwikkelen van nieuwe producten of markten. In het innovatieproces werken deze zaken op een geïntegreerde manier samen (Myers & Marquis, 1969). Een idee, gebruik of voorwerp dat door individuen als nieuw wordt ervaren (Rogers & Shoemaker, 1971). Het proces waarbij een nieuw probleemoplossend idee wordt toegepast. Ideeën voor reorganisatie, kostenbeperking, toepassing van nieuwe begrotingssystemen, communicatiemethoden of het ontwikkelen van producten in teams zijn ook innovaties. Innovatie is het voortbrengen, accepteren en toepassen van nieuwe ideeën, processen, producten of diensten (Kanter, 1983). Technologische verandering in producten en diensten die een organisatie aanbiedt (productinnovaties) of een verandering in de manier waarop die producten & diensten worden gemaakt (procesinnovaties) (Tidd, Bessant & Pavitt, 2001). De succesvolle toepassing van creatieve ideeën binnen een organisatie (Amabile, 1988). Een proces dat het voortbrengen, accepteren, implementeren en invoegen van nieuwe ideeën, gebruiken of artefacten inhoudt binnen organisaties (Van de Ven, Angle & Poole, 1989). Het bewust in een rol, groep of organisatie invoeren en toepassen van ideeën, processen, producten of procedures die nieuw zijn voor de betreffende unit en die bedoeld zijn om het individu, de groep, de organisatie of de bredere samenleving van nut te zijn (West & Farr, 1989). In ruime zin is innovatie het vernieuwen van producten, productiemethoden of afzetwegen; in enge zin heeft het een technologische dimensie; innovatie veronderstelt het toepassen van uitvindingen bij de productie, terwijl haar kern gewoonlijk het gevolg is van technologische ontwikkeling (Grote Winkler Prins Encyclopedie deel 12, 1992). Het gebruik van nieuwe technologische kennis en marktkennis om een nieuw product of een nieuwe dienst aan klanten aan te bieden (Afuah, 2003). Elementen waarop definities vaak verschillen zijn (Van Egmond & Kuijsters, 2005): a) het onderwerp van innovatie (nieuw product, dienst, proces of organisatievorm), b) het effect van de innovatie (voldoen aan marktvraag), c) de mate van verandering (geleidelijk of sprongsgewijs). Na het bestuderen van vele definities, definiëren King & Anderson (2002) innovatie als: 7

8 Iets nieuws voor de sociale omgeving waarin het wordt geïntroduceerd, bijvoorbeeld voor een individu, groep, organisatie, sector of samenleving. De vernieuwing is gericht op bepaalde voordelen. Behalve financiële/bedrijfseconomische resultaten kunnen dit bijvoorbeeld zijn: persoonlijke groei, realisatie van ambities, tevredenheid, betere interpersoonlijke communicatie, maar ook maatschappelijke voordelen zoals veiligheid. Alleen bewuste pogingen vallen onder het innovatiebegrip. Stel dat het personeel van een bedrijf geen kan versturen of ontvangen vanwege een computerstoring. Het zou kunnen dat het verkoopresultaat verbetert omdat medewerkers noodgedwongen meer met klanten gaan telefoneren en persoonlijk op bezoek gaan. Het behaalde voordeel is geen gevolg van een doelgerichte actie en daarmee geen innovatie. Als het bedrijf echter een nieuw beleid gaat voeren waarbij klanten periodiek worden bezocht, en hierdoor de resultaten verbeteren, is wél sprake van innovatie. Routinematige veranderingen zijn volgens de definitie geen innovatie. Het aannemen van een nieuw personeelslid om iemand te vervangen die met pensioen gaat, kan niet als innovatief worden beschouwd. Wel innovatief kan zijn het creëren van een geheel nieuwe functie. Een idee is ten slotte een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde. Het vormt een startpunt, maar het kan op zichzelf nog geen innovatie worden genoemd. Essentieel is de feitelijke toepassing van het nieuwe. 2.2 Transsectorale innovatie Definitie De eerder besproken innovatiekenmerken zijn ook op transsectorale innovatie van toepassing, maar ook zijn er enkele onderscheidende elementen. We definiëren transsectorale innovatie als Risicovolle, doelbewuste, veelal technologische vernieuwing in bedrijven, gebaseerd op de implementatie van ideeën die zijn opgedaan buiten de eigen sector, gerealiseerd met behulp van partijen die niet tot de dagelijkse bedrijfsomgeving behoren, en leidend tot een nieuw paradigma op de manier van produceren/zakendoen in de sector. In figuur 1 zijn de onderscheidende kenmerken ten opzichte van reguliere innovatie weergegeven. figuur 1 Kenmerken van transsectorale innovatie Inspiratie uit andere sector Vaak technologiegedreven Transsectorale innovatie Ongebruikelijke combinatie Ander paradigma Risicovol 8

9 Inspiratie uit andere sector Transsectorale innovaties vinden hun inspiratie buiten de keten waar het innoverende bedrijf actief is, dus buíten de eigen bedrijfskolom. De principes van massaproductie en de lopende band werden in eerste instantie ontwikkeld voor de auto-industrie. Hierna verspreidden zij zich over verschillende sectoren, bijvoorbeeld naar de verpakkingssector. Het begrip 'sector' moet breed worden opgevat: het kan ook gaan om non-profitsectoren als onderwijs- en kennisinstellingen. Met andere woorden, ook toepassingen van nieuwe technologieën kunnen leiden tot transsectorale innovaties. Lasertechnieken worden bijvoorbeeld zowel toegepast in de zware-metaalindustrie als in de medischeapparatenindustrie. Betrokkenheid van ongebruikelijke partijen Hoewel het overschrijden van sector- en ketengrenzen een belangrijke dimensie is van transsectorale innovatie, is dit kenmerk alleen een onvoldoende afbakening ten opzichte van reguliere innovaties. In het MKB is de betrokkenheid bij innovatie van partijen uit verschillende sectoren eerder regel dan uitzondering. Zeer veel innovaties worden ontwikkeld in samenwerking met partijen uit de eigen bedrijfskolom, zoals leveranciers en klanten (zie bijv. Pavitt, 1984; De Jong & Marsili, 2004; Evangelista, 2000). De Jong (2005) laat in een kwantitatief onderzoek onder meer dan 500 MKB-bedrijven zien dat bij 91% van de innovaties partijen uit andere sectoren zijn betrokken als adviseur, uitvoerder, initiator of leverancier van kennis of middelen. Aan de ontwikkeling van transsectorale innovaties dragen verschillende partijen bij uit een ongebruikelijke combinatie van sectoren. Bedrijven uit heel verschillende geledingen en ketens van het particuliere en non-profit bedrijfsleven werken bijvoorbeeld samen om nieuwe producten, diensten en/of processen te ontwikkelen. Een voorbeeld is het gebruik van geluiddempende technieken uit de vliegindustrie voor de bestrijding van geluidsoverlast in het verkeer. Risicovol Transsectorale innovaties zijn meer risicovol dan reguliere innovatietrajecten. Voor de bedrijfstak van de initiërende partij is de innovatie geheel nieuw. Het gaat om de eerste toepassing van een bepaald(e) technologie, methode, werkproces of product in een sector. Het bedrijf moet er meer nieuwe kennis en/of vaardigheden voor opdoen. Of de innovatie bij de beoogde gebruikers aanslaat, moet nog maar blijken. In dit verband merken adviseurs van Syntens (2005) op, dat winnaars van innovatie-awards vaak transsectorale concepten toepassen. Het hogere risico blijkt uit het feit dat veel voormalige winnaars van innovatie-awards inmiddels ter ziele zijn gegaan of opgegaan in grotere organisaties. De metafoor van het roulettespel is illustratief: bedrijven die transsectoraal innoveren zetten in op minder getallen, hebben daardoor hogere winstkansen, maar ook meer kans om alles kwijt te raken. Ander paradigma Transsectorale innovaties overstijgen in eerste instantie het denkpatroon van andere ondernemers in de betreffende branche, maar er is één ondernemer die een nieuwe toepassing ziet in iets wat in een andere sector al aan de orde van de dag is. Transsectorale innovaties vergen een grote leerinspanning van het innoverende bedrijf, dat wil zeggen er is sprake van een zekere spronggrootte ten opzichte van wat al bestond. Het zijn vernieuwingen met een verrassingselement. Bij succes worden transsectorale innovaties echter op grote schaal gevolgd, omdat concurrenten volgen om hun continuïteit niet in gevaar te brengen. Zo is ooit is het proces van extruderen geïntroduceerd in de kunststofverwerkende industrie om procesmatig profielen in een bepaalde vorm te ver- 9

10 vaardigen. Later bleek deze techniek ook bruikbaar in de voedingsmiddelenindustrie. Extruderen wordt nu ingezet om snel en goedkoop grote hoeveelheden snackwaren, paardenbiks en hondenbrokken te vervaardigen. Deze techniek níet toepassen is er vandaag de dag ondenkbaar. Navolging door andere ondernemers zorgt ervoor dat een conventie wordt doorbroken, de manier van zakendoen in een sector verandert. Juist dit op grote schaal navolgen van de transsectorale innovatie leidt tot enorme productiviteitsstijgingen in een hele sector. Vaak technologiegedreven Voor het ontstaan van transsectorale innovaties hebben we vooralsnog twee hoofdoorzaken geïdentificeerd: technologische ontwikkelingen en institutionele veranderingen. Dit rapport beperkt zich tot transsectorale innovaties door de ontwikkeling van nieuwe technologie. In hoofdstuk 3 gaan we in meer detail in op de ontwikkeling en diffusie van technologie. Met institutionele veranderingen doelen we op veranderingen in weten regelgeving, marktwerkingsbeleid en bedrijfsondersteunende maatregelen/subsidies. Om te kunnen concluderen in hoeverre het introduceren en/of afschaffen van wet- en regelgeving tot transsectorale innovatie kan leiden, zou aanvullend onderzoek wenselijk zijn (zie hoofdstuk 6). 2.3 Modellen van innovatie Transsectorale innovatie is geen geheel nieuwe vorm van innovatie, maar vertoont juist overlap met de bestaande innovatieliteratuur. Deze paragraaf bespreekt een aantal bestaande modellen om het begrip transsectorale innovatie beter te kunnen plaatsen: radicale en incrementele innovatie context van de vernieuwing Abernathy-Clarkmodel Disruptive Technological Change model evolutie versus revolutie. Radicale en incrementele innovatie Innovatieauteurs wijzen met regelmaat op het onderscheid tussen radicale en incrementele innovaties. Innovaties kunnen worden ingedeeld op basis van spronggrootte, dat wil zeggen hun uitkomsten of effecten voor een bedrijf, de markt en de marktverhoudingen. Zo kan er sprake zijn van een grootscheepse, radicale innovatie (denk aan de introductie van de cd-speler door Philips), maar ook van een kleine, stapsgewijze verbetering in bestaande producten, diensten, werkprocessen of markten. De invoering van radicale innovaties gaat per definitie gepaard met nieuwe competenties en middelen die nodig zijn om de innovatie te kunnen invoeren. Schumpeter (1934) veronderstelt dat om te innoveren nieuwe informatie (kennis, kunde, vaardigheden, benaderingswijzen) nodig is om 'neue Kombinationen' te kunnen maken. Innovatie maakt de bestaande kennis en vaardigheden van het betreffende bedrijf overbodig of verandert deze. Schumpeter (1934) spreekt in dit verband van 'creative destruction'. Bij incrementele innovaties is dat niet het geval; deze vergen een beperktere leerinspanning van degene die innoveert en handhaaft de bestaande kennis en competenties. In dit verband beargumenteert Kirzner (1973) dat innovatiekansen ook het gevolg kunnen zijn van het feit dat ondernemers op verschillende momenten toegang vinden tot informatie. 10

11 Context van de vernieuwing Verwant aan het onderscheid tussen radicaal en incrementeel om innovaties te typeren is het criterium 'nieuw voor wie'. Zo stelt Braaksma (1995) dat relatief kleine ingrepen in productieprocessen als nieuw gekenschetst kunnen worden. Maar nieuw kan ook zijn: nieuw voor de wereld (bijv. het vliegtuig van de gebroeders Wright), nieuw voor de eigen bedrijfstak (kwaliteitszorg in het hoger onderwijs), of alleen nieuw voor het eigen bedrijf (het overschakelen van Windows op Linux). In algemeen-economisch onderzoek is het gebruikelijk om het criterium 'nieuw voor de bedrijfstak of wereld' te hanteren. Innovativiteit wordt dan bijvoorbeeld gemeten door te kijken naar het aantal patentaanvragen (bijv. Kleinknecht, 1993). Binnen bedrijfskundig onderzoek is het daarentegen gebruikelijker om als criterium 'nieuw voor de organisatie' te gebruiken (bijv. Kimberly & Evanisko, 1981; Collins et al., 1988; Panizzolo, 1998). Abernathy-Clarkmodel Abernathy & Clark (1985) onderscheiden twee vormen van kennis in elke innovatie: technologische kennis en marktkennis. Afhankelijk van de gevolgen van een innovatie voor beide vormen van kennis, onderscheiden zij vier soorten innovaties (figuur 2). figuur 2 Abernathy-Clarkmodel Technologische kennis Marktkennis Nieuw Huidig Huidig Niche Regulier Architectonisch Revolutionair Nieuw Bron: Abernathy & Clark (1985). Bij architectonische innovaties gaat bestaande technologische kennis op de helling. Tevens verandert de benodigde marktkennis, bijvoorbeeld over geschikte manieren om klanten te bedienen. Het is verreweg de meest radicale vorm van innovatie, omdat bestaande markten en machtsverhoudingen tussen marktpartijen veranderen. Een voorbeeld is de introductie van de personal computer. De markt voor schrijfmachines is hierdoor geheel verdwenen. Tegelijk zijn er nieuwe markten opengebroken, bijvoorbeeld die van het thuiswerken. Voor producten en distributeurs van schrijfmachines heeft dit enorme gevolgen gehad, maar er zijn ook nieuwe (toeleverende) industrieën gekomen, bijvoorbeeld voor computeronderdelen en kantoormeubilair voor de thuiswerkplek. Reguliere innovaties draaien daarentegen om kleine verbeteringen in bestaande kennis van technologie en markt. Bedrijven blijven gebruik maken van hun bestaande competenties en vaardigheden. Een voorbeeld is de recente introductie van Windows XP. Deze versie is ten opzichte van eerdere versies van dit besturingssysteem nagenoeg foutloos. Reguliere innovaties komen in de dagelijkse praktijk van het midden- en kleinbedrijf het meest voor. Niche (nieuwe markten) en revolutionaire innovaties (nieuwe kennis) nemen qua spronggrootte een tussenpositie in. Disruptive technological change model Ontwrichtende ('disruptive') technologieën hebben als kenmerk dat zij uiteindelijk geheel nieuwe markten helpen creëren, omdat op basis van de technologie nieuwe producten of diensten worden aangeboden. Het product of de dienst als gevolg van de 11

12 nieuwe technologie kost uiteindelijk minder dan vergelijkbare producten/diensten op basis van de oude technologie. In eerste instantie is echter sprake van een kostennadeel dat pas na enkele verbeterslagen in de nieuwe technologie wordt overwonnen. De nieuwe technologie is moeilijk te beschermen door middel van patenten. Volgens Clayton Christensen (1997) ontstaan als gevolg van een ontwrichtende technologische vondst in een sector andere concurrentieverhoudingen. Sommige bedrijven laten hun oren te veel hangen naar bestaande klanten en toeleveranciers en benutten daarom niet de mogelijkheden van de nieuwe technologie. Andere aanbieders kijken verder en weten op termijn meer voordeel te behalen. Evolutie versus revolutie Tushman et al. (1997) bespreken hoe het gebruik van technologische kennis in een willekeurige sector zich ontwikkelt. Elke sector kan worden gekenschetst door perioden waarin een dominante technologie incrementeel wordt verbeterd (evolutie), afgewisseld door perioden waarin een radicaal nieuwe technologie de oude technologie overbodig maakt (revolutie). Dit is weergegeven in figuur 3. figuur 3 Technologiecyclus Dominante technologie E V O L U T I E Gevecht om de standaard Tijdperk van incrementele verbetering R E V O L U T I E Technologische vondst (discontinuïteit) Bron: Tushman et al. (1997). Veel sectoren worden gedomineerd door een enkele technologische standaard. Zittende marktpartijen houden zich bezig met het via reguliere innovaties doorvoeren van incrementele verbeteringen. Op een zeker moment kan een radicale technologische vondst (discontinuïteit) de bestaande kennis van en verhoudingen tussen marktpartijen doen veranderen. Glasmeier (1997) bespreekt in dit verband het voorbeeld van de Zwitserse horloge-industrie. Die domineerde jarenlang de wereldmarkt door een uitmuntende kennis van fijnmechanica. In de jaren zeventig en tachtig kwamen echter Japanse concurrenten sterk opzetten. Zij baseerden zich op de superieure en veel goedkopere kwarts-technologie, waarmee zij al enige jaren ervaring hadden opgedaan in de productie van zakrekenmachines. De Zwitserse aanbieders reageerden veel te laat op deze discontinuïteit, temeer daar zij de markt jarenlang via kartelvorming hadden afgeschermd en onderling verdeeld. Consequentie was dat de Zwitserse horloge-industrie in korte tijd is weggevaagd. Andere voorbeelden van radicaal nieuwe technologieën zijn de pc (verving de schrijfmachine en tekstverwerker), de dvd-speler (videorecorder) en het vliegtuig (personenvervoer per schip op lange afstanden). Na een revolutionaire verandering ontstaat vaak een gevecht om de nieuwe standaard. Hiervan is de markt voor videorecorders in de periode een fraai voorbeeld. Uiteindelijk werd de VHS-standaard de winnaar over BETAMAX en Video2000 (Cusumano et al., 1997). 12

13 Nadere typering van transsectorale innovatie Net als in de innovatiemodellen is het onderscheid tussen transsectorale en 'gewone' innovaties gradueel. De besproken modellen zijn gebruikt om het begrip transsectorale innovatie nader te typeren (tabel 2). tabel 2 Nadere typering van transsectorale innovatie Model Plaats van transsectorale innovatie Radicale en incrementele innovatie Context van de vernieuwing Abernathy-Clarkmodel Disruptive Technological Change model Evolutie versus revolutie Transsectorale innovaties hebben een radicaal vernieuwend karakter. Transsectorale innovaties zijn ten minste nieuw voor de bedrijfstak waarin het innoverende bedrijf actief is. Transsectorale innovaties hebben relatief vaak een architectonisch karakter, d.w.z. veranderen technologische en marktkennis waarmee het bedrijf werkt. Ontwrichtende technologieën zijn een belangrijke bron van transsectorale innovatie. Transsectorale innovaties ontstaan in de periode na een technologische discontinuïteit. De meerwaarde van transsectorale innovatie is vooral dat het begrip de aandacht vestigt op de eerste toepassingen van nieuwe technologie in een bedrijfstak. Niet iedere innovatie is even belangrijk in termen van impact op het gedrag van bedrijven in een sector. Bij transsectorale innovatie gaat het om ongebruikelijke, verrassende combinaties die het gros van de ondernemers in een branche niet weet te bedenken. Deze innovaties gaan met grote risico's gepaard en kunnen tot enorme veranderingen leiden omdat ze bij gebleken succes op grote schaal worden nagevolgd. 13

14

15 3 Ontstaan van transsectorale innovatie Voor het ontstaan van transsectorale innovaties hebben we vooralsnog twee hoofdoorzaken geïdentificeerd: technologische ontwikkelingen en institutionele veranderingen 1. Dit hoofdstuk geeft achtergrondinformatie over het hoe en waarom van technologische ontwikkelingen en toepassingen als bron van transsectorale innovatie. Paragraaf 3.1 start met een definitie van technologie en een typering van de toepassing van technologie in bedrijfsprocessen. Paragraaf 3.2 behandelt de ontwikkeling en diffusie van technologie. Paragraaf 3.3 gaat in op de partijen die eraan bijdragen. Daarna volgen in paragraaf 3.4 de determinanten en gevolgen van diffusie van technologie. Het hoofdstuk eindigt met een korte verhandeling over de mogelijke rol van institutionele verandering als bron van transsectorale innovaties (paragraaf 3.5). 3.1 Technologie Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (1992) geeft twee definities van technologie (p. 3036): 'de leer van bewerkingen die natuurproducten moeten ondergaan om ze ten dienste van de industrie te laten functioneren' 'de leer van de bewerkingen en mechanische hulpmiddelen, van de methoden die met de fabricage samenhangen'. Deze definities maken duidelijk dat technologie in de volksmond wordt geassocieerd met industriële bedrijfsprocessen. In economische studies wordt technologie vaak gezien als een productiefactor. Technologie - in de betekenis van kennis en kunde - wordt verondersteld geïncorporeerd te zijn in fysiek kapitaal (machines, equipement) en menselijk kapitaal (kennis, vaardigheden). Stewart (1977) gaf aan dat het concept technologie duidt op het gebruik van machines evenals op het gebruik van materialen, procedures, processen en informatie. Technologieën vinden hun toepassing in bedrijfsprocessen. Dit maakt het mogelijk om de grondstoffen en halffabrikaten in gewenste producten of diensten te transformeren (Van Egmond & Kuijsters, 2005). Vaak kan een ondernemer een keuze maken uit een range van alternatieve technologieën. Bij de uiteindelijke keuze van een technologie dient rekening te worden gehouden met zaken als bewustzijn bij de ondernemer (onbekend maakt onbemind), verkrijgbaarheid, kosten, het moeten aanleren van nieuwe kennis, gedrag van concurrenten, het bestaan van standaarden in de eigen markt, wensen van klanten, risicohouding, etc. Dergelijke factoren én de beschikbare range van technologieën leiden ertoe dat technologie in het MKB verre van uniform wordt toegepast. Een classificatie van typen productieprocessen op basis van technologie-intensiteit wordt gepresenteerd in kader 2. 1 Andere kenmerken zoals demografie, sociale omgeving en cultuur veranderen zeer geleidelijk, gaan niet gepaard met discontinuïteiten en daarmee niet met transsectorale innovatie. 15

16 kader 2 Classificatie van productieprocessen naar technologie-intensiteit Technologiegebruik Type proces Voorbeelden van sectoren Zeer laag Ambachtelijke stukproductie Ambachten, persoonlijke diensten Ambachtelijke serieproductie Handmatige assemblage Gemechaniseerde assemblage Gemechaniseerde productie Geautomatiseerde productie Bouwnijverheid, softwareontwikkeling Kleding, elektronische apparatuur Autoindustrie, huishoudelijke apparaten Textiel Bulk & papier Zeer hoog Continuproductie Petrochemie, farmaceutica Gebaseerd op Sloper & Walker (1984, in: Van Egmond & Kuijsters, 2005). 3.2 Ontwikkeling en diffusie Diffusie van technologie is de stroming van technologische kennis en kunde van de ene omgeving naar de andere (Bozeman, 2000). Naar dit onderwerp hebben met name (technisch georiënteerde) economen onderzoek gedaan, maar ook historici en sociologen. Economisch onderzoek concentreert zich voornamelijk op de evolutie van technologieën, de effectiviteit en beïnvloedende factoren van technologieoverdracht. In deze en de volgende paragraaf volgen we deze laatste lijn. We gaan achtereenvolgens in op de ontwikkeling van nieuwe technologie de diffusie van nieuwe technologie partijen en mechanismen die een rol spelen bij diffusie. Ontwikkeling van nieuwe technologie De ontwikkeling en introductie van nieuwe technologie kan net als de ontwikkeling van andere innovaties worden weergegeven in een fasemodel. Fasemodellen geven de activiteiten weer die leiden tot de uiteindelijke implementatie van een vernieuwend idee. Centraal staat de beslissing van een bedrijf om een vernieuwend idee uit te voeren. Afhankelijk van de mate van detaillering kunnen voor en na deze beslissing een of meerdere stappen worden onderscheiden (King & Anderson, 2002). Het meest eenvoudige fasemodel is voorgesteld door Zaltman et al. (1973) en gaat uit van een initiatiefase en een implementatiefase. De eerste fase resulteert in een vernieuwend idee; de tweede in een concrete innovatie. Op basis van dit model zijn vele alternatieven ontwikkeld die in meer detail ingaan op de activiteiten in het innovatieproces. Een voorbeeld is de innovatietrechter van Wheelwright & Clark (1992) die onderscheid maakt naar een ideefase, screening, ontwikkeling en introductie. De tekortkomingen van fasemodellen zijn door diverse auteurs onderstreept. Het valt te betwijfelen of het innovatieproces echt volgens een aantal discrete fasen verloopt. Kline & Rosenberg (1986) gaven aan dat innovatie een proces is dat gezien moet worden als een voortdurend cyclisch gebeuren, dat een aantal fasen doorloopt. Ook in de context van technologieontwikkeling geeft een fasemodel slechts een ruwe benadering van de werkelijke situatie. Technologieën worden niet in isolatie ontwikkeld, maar ontwikkelen zich in systemen (Perez, 2004). Freeman et al. (1982) definiëren een technologisch systeem als een constellatie (stelsel) van innovaties die technisch en economisch zijn gerelateerd en verschillende sectoren aangrijpen. Hierdoor kunnen ze belangrijke sociale, institutionele en zelfs politieke veranderingen veroorzaken. Een voorbeeld is de verbrandingsmotor waar geleidelijk een technisch, economisch en soci- 16

17 aal stelsel van elementen zoals de auto, de lopende band, distributeurs en servicestations, en commerciële centrums, omheen gebouwd is. Uiteindelijk verliest elk technologisch systeem zijn potentieel om verder te groeien. Dat is vaak het moment waarop nieuwe technologieën de oude verdringen, en de manier van werken en produceren voor de betrokken bedrijven sterk verandert. Diffusie van technologie De link tussen technologieontwikkeling en innovaties van producten, diensten en werkprocessen in het MKB is snel te leggen. Nieuwe technologie leidt vrijwel direct tot mogelijkheden om nieuwe producten en/of diensten te ontwikkelen (productinnovatie), dan wel op een andere manier te vervaardigen (procesinnovatie). Als een technologie is ontwikkeld of in belangrijke mate verbeterd, kan diffusie plaatsvinden. Van diffusie is sprake zodra een nieuwe vinding van de originele 'uitvinder' wordt overgenomen door andere gebruikers (Rogers & Shoemaker, 1971). Papaconstantinou et al. (1995, in: Van Ex, 1999) omschrijven diffusie van technologie als het proces waarbij kennis en technische expertise door de economie wordt verspreid. Diffusie zorgt ervoor dat toepassingen van technologie tot stand komen en merkbaar worden voor het bedrijfsleven en de brede maatschappij. Nieuwe technologie kan worden verspreid in verschillende vormen, zoals kennis en vaardigheden, fysieke producten of componenten, specifieke gereedschappen/machines, in de vorm van informatie en documentatie, etc. Kort samengevat is diffusie van technologie de stap die volgt op een innovatieproces, waarin de betreffende technologie is ontwikkeld en/of verbeterd. Op haar beurt leidt de toepassing van technologie in het bedrijfsleven tot innovaties in producten en/of productieprocessen. Van transsectorale innovatie is sprake bij een eerste toepassing van nieuwe technologie in een bepaalde sector. Verder is niet iedere sector of keten even snel met het adopteren van technologie. Als toepassingen zich van de éne naar de andere keten verspreiden, is eveneens sprake van transsectorale innovatie. Zo is ooit het proces van extruderen geïntroduceerd in de kunststofverwerkende industrie om procesmatig profielen in een bepaalde vorm te vervaardigen. Later bleek deze techniek ook bruikbaar in de voedingsmiddelenindustrie. Extruderen wordt nu ingezet om snel en goedkoop grote hoeveelheden snackwaren, paardenbiks en hondenbrokken te vervaardigen. Generieke technologische kennisvelden De basiskennis voor veel innovaties op basis van technologische vondsten is te vinden in de wis-, natuur- en scheikunde en aanverwante disciplines. Veel transsectorale innovaties zijn gebaseerd op zogenaamde generieke technologieën, die per definitie hun toepassingen vinden in een breed palet aan producten en processen in verschillende sectoren (Van Egmond & Kuijsters, 2005). Een overzicht van dergelijke generieke technologische kennisvelden is weergegeven in kader 3. In bijlage IV hebben we per kennisveld een nadere omschrijving en enkele voorbeelden opgenomen. 17

18 kader 3 Overzicht van generieke technologische kennisvelden aandrijftechnologie aardwetenschappen akoestiek apparatenbouw biotechnologie chemie civiele techniek elektrotechniek energietechnologie fysica hoogfrequenttechnologie informatica lucht- en ruimtevaart materiaaltechnologie mechanica medische wetenschappen en technologie microbiologie micro-elektronica microsysteemtechnologie nanotechnologie optica procestechnologie productietechnologie sensortechnologie simulatie en ontwikkeling toegepaste wiskunde Bron: Dynamodatabase Ministerie van Economische Zaken. Patronen van technologiediffusie DeBresson (1995) stelt dat generieke technologieën in verschillende sectoren worden toegepast. Daarbij is meestal sprake van een vast patroon. In eerste instantie vindt toepassing plaats in zogenaamde demonstratiesectoren (veelal publiek gefinancierd zoals defensie of de medische sector, maar ook de financiële dienstverlening). Een eerste toepassing is nuttig om kinderziekten uit toepassingen te halen, de technologie verder te ontwikkelen en andere partijen te overtuigen van de technische haalbaarheid. Na de eerste 'exposure' volgen de meeste technologieën een voorspelbaar pad: eerste toepassingen vindt men vaak in de instrumenten- en machineonderdelenindustrie en de ingenieursbranche, vervolgens de machine- en apparatenindustrie, daarna andere businessto-business sectoren (energie, transport en communicatiediensten) en ten slotte consumentengoederen. Belemmeringen voor adoptie worden tijdens dit pad steeds meer economisch en minder van technische aard. 3.3 Betrokken partijen Partijen die transsectoraal kunnen innoveren Bij de ontwikkeling en diffusie van technologie spelen vele partijen een rol. Ten eerste kan een indeling worden gemaakt van partijen die een technologie adopteren. Zo onderscheidt de AWT (2005) zogenaamde 'koplopers', van 'ontwikkelaars', 'volgers' en 'overig MKB'. Koplopers zijn grotere bedrijven met een eigen R&D-afdeling. Waar fundamentele technologische ontwikkelingen hoofdzakelijk plaatsvinden in de laboratoria van universiteiten en kennisinstellingen, zijn het vaak de R&D-afdelingen van grote bedrijven waar de eerste toepassingen van nieuwe technologie in een sector worden ontwikkeld. Ontwikkelaars zijn bedrijven die innoveren door slimme, nieuwe combinaties te maken van bestaande kennis en technologieën. Volgers zijn bedrijven waar innoveren vooral neerkomt op het modificeren en implementeren van (elders) beproefde methoden (AWT, 2005). Bij ontwikkelaars en volgers is innovatie niet het domein van een R&D-afdeling, maar veel meer van individuele ondernemers die met groot enthousiasme aan vernieuwingsprojecten trekken. 18

19 Er kunnen daarmee verschillende typen van partijen worden onderscheiden die transsectoraal innoveren: enerzijds het R&D-intensieve grootbedrijf, anderzijds kleine bedrijven waarin met name de individuele ondernemer voortrekker is van transsectorale innovatie. Een hieraan verwante groep zijn uitvinders die een bevlogen idee kunnen hebben met transsectorale kenmerken. Meestal zijn dit mensen die ergens in loondienst werken, in elk geval met een andere inkomstenbron, die mogelijk een eigen bedrijf starten om een innovatie te exploiteren. Partijen die behulpzaam zijn bij transsectorale innovatie De theorie over innovatiesystemen geeft een kader waarin de actoren die een rol spelen bij de ontwikkeling en diffusie van technologie een plaats krijgen. Lundvall (1992) spreekt van 'een collectief van organisaties, instituties en mensen die interacteren in de productie en diffusie van nieuwe, economisch nuttige informatie'. Een innovatiesysteem bestaat uit componenten, relaties tussen deze componenten, en grenzen die onderscheid maken tussen het systeem en de rest van de wereld (Edquist, 2004). Diffusie van technologie vindt plaats tussen actoren in het innovatiesysteem die betrokken zijn bij ontwerp, toepassing, aanpassing en onderhoud van de technologie en kennis. Dit zijn individuele private ondernemingen en organisaties, maar ook de publieke en semipublieke instituten en organisaties. Daarnaast kan men een aantal zogenoemde 'innovatie promotion agents' identificeren die in de diffusiefase een belangrijke rol kunnen spelen (tabel 3). tabel 3 Bijdragen van partijen uit het innovatiesysteem aan de diffusie van technologie naar bedrijven Type actor Rollen leveranciers klanten concurrenten commerciële adviseurs/ingenieurs/ ontwikkelaars banken trainingsbureaus kennis- en onderwijsinstellingen (inclusief certificatie en standaardisatielaboratoria) brancheorganisaties overheid uitvoeringsinstanties (bijv. Senter- Novem, Octrooicentrum NL) - toepassingen van technologie in producten, diensten, machines, apparaten; levering technologische kennis; ondersteuning/bijdrage aan innovatieprocessen gericht op ingebruikname technologie - wensen/behoeften die met nieuwe technologie effectief zijn in te vullen - concurrentievoordeel door adoptie nieuwe technologie - ondersteuning/bijdrage aan innovatieprocessen gericht op ingebruikname technologie - financiering innovatie-uitgaven - verzameling nieuwe technologische kennis en/of vaardigheden - opslag en uitlening van informatie en gedocumenteerde feiten, ondersteuning/bijdrage aan innovatieprocessen gericht op ingebruikname technologie; opwaardering en standaardisatie van technologie - voorlichting en doorverwijzing - formulering en implementatie van technologiebeleid - implementatie van technologiebeleid (financiering, advisering, voorlichting, doorverwijzing, patentering, etc.) Gebaseerd op De Jong (2005) en Van Egmond & Kuijsters (2005). 19

20 3.4 Determinanten en gevolgen van diffusie Wat beïnvloedt diffusie? Tot in de jaren zestig werd in economisch en sociaal onderzoek naar technologie vooral aandacht besteed aan de wijze waarop technologie wordt ontwikkeld, en niet zozeer aan diffusie in het sociaal-economische systeem. Het proces van diffusie is complex en wordt nog steeds maar ten dele begrepen (Van Egmond & Kuijsters, 2005). Factoren die diffusie beïnvloeden zijn te rangschikken naar verschillende niveaus. Een bloemlezing is weergegeven in tabel 4. tabel 4 Factoren die de diffusie van technologie beïnvloeden Niveau Omgeving Determinanten Kenmerken nationaal innovatiesysteem (technologiebeleid, kwaliteit en kwantiteit opleidingen, kennisinstellingen, intermediaire partijen) (Lundvall, 1992; Dosi, 1997; Edquist, 2004) Internationale relaties, handelsverdragen (Strang & Meyer, 1993; Doloreux, 2002) Maatschappelijke acceptatie (Strang & Meyer, 1993) Sociale gewoontes (Doloreux, 2002) Aanbod en concurrentie (Bonanzinga et al., 1991) Dynamische omgeving (Bergman et al., 2004) Relaties met andere sectoren (innovatiesysteem) (DeBresson, 1995) Bedrijf Capaciteit om kansen te identificeren (Teece et al., 1997) Cultuur en bedrijfsmanagement (Calantone et al., 2002; Jerez-Gomez et al., 2005; Lemon & Sahota, 2004; Zhang et al., 2004) Gedeelde visie, openheid (Calantone et al., 2002) Sociaal netwerk, contacten met andere partijen (Mansfield, 1961, in: Van Egmond & Kuijsters, 2005; Midgley et al., 1992; Calantone et al., 2002) Human capital (Minguzzi & Passarro, 2000) Externe kennisbronnen (Kelly & Brooks, 1991; Von Hippel, 1988) Eigen kennisbasis en leercapaciteiten (Kelly & Brooks, 1991; Teece et al., 1997; Carbonara, 2004) Kenmerken technologie Meerwaarde, compatibiliteit, vereist kennisniveau, mogelijkheden tot experimenteren (Rogers & Shoemaker, 1971) Ontwikkelingsfase (Rogers & Shoemaker, 1971) Kosten/baten (Davies, 1979, in: Van Egmond & Kuijsters, 2005; Bonanzinga et al., 1991; DeBresson, 1995; Perez, 2004) Wetenschappers hebben in de afgelopen decennia verschillende modellen en factoren benoemd die de verspreiding van technologie over de samenleving helpen verklaren. Meest bekend is het werk van Rogers. Hij keek naar karakteristieken van de technologie zelf in relatie tot adoptie (zie Rogers & Shoemaker, 1971). Ook bekend is het epidemische model van Mansfield (1961, in: Van Egmond & Kuijsters, 2005) dat diffusie van technologie alleen kan plaatsvinden bij persoonlijk contact tussen mensen. Het tempo van verspreiding zou dan afhangen van de frequentie en manier waarop de contacten tussen de betrokken actoren plaatsvinden. Informatieverschillen en andersoortige netwerken zorgen er dan voor dat sommige bedrijven later op een technologie inspringen. Een alternatieve verklaring wordt gegeven door Davies (1979, in: Van Egmond & Kuijsters, 2005). Hij ging ervan uit dat de latere instap op een technologische inventie van een bedrijf ten opzichte van een ander niet te wijten valt aan gebrek aan informatie, maar een gevolg is van een optimaliserend gedrag van het bedrijf. Men zal een technologie pas overnemen indien de winsten die te danken zijn aan de verwerving van de nieuwe technologie de investeringskosten kunnen dekken. Feit is dat diffusie in een 20

21 vroeg stadium vraagt om een eenvoudig promotiemiddel, zoals kosteneffectiviteit op lange termijn. Perez (2004) beschouwt dit zelfs als sleutelfactor voor elke grote innovatiegolf tot nu toe. Ook de sociale omgeving heeft een grote invloed op het selectiemechanisme van nieuwe technologieën (bijv. Doloreux, 2002). Aan de ene kant kan zij tot grote tegenstand tegen de verspreiding van innovaties leiden, zoals in het geval van kernenergie. Aan de andere kant kan zij het 'lock-in' fenomeen veroorzaken. Een voorbeeld is het VHS videosysteem (Cusumano et al., 1997). Gevolgen van de diffusie van technologie De gevolgen van diffusie van technologie zijn te beschrijven op het niveau van bedrijven, sectoren en landen. Op bedrijfsniveau haalt Freeman (1974) het voorbeeld aan van het Duitse chemieconcern IG Farben dat in de periode tussen 1925 en 1939 het grootste R&D-programma ter wereld had. Door zijn R&D-activiteiten slaagde het erin om nieuwe inzichten en kennis te verwerven, nieuwe producten te ontwikkelen, en meer marktaandeel te verwerven. De inventies die IG Farben door eigen R&D-activiteiten tot stand wist te brengen faciliteerden verdere ontwikkeling en diffusie van nieuwe materialen en leidden tot commercieel succes. Het gaf zelfs aanleiding tot het ontstaan van een geheel nieuwe specifieke industriële sector (de chemische sector). IG Farben had vlak voor de tweede wereldoorlog zelf 17% van alle patenten in deze sector in handen. Op sectorniveau wijst Rosenberg (1976) op de resultaten van studies in de Amerikaanse olieindustrie om aan te geven welke effecten diffusie heeft gehad. Een studie geeft aan dat in 1914 de productiecapaciteit van de olieraffinaderijen in de VS 90 vaten per dag was, terwijl deze door de inzet van nieuwe technologie steeg tot meer dan vaten per dag in de jaren veertig en vijftig van de 20e eeuw. Niet alleen de productie verbeterde, ook de kosten voor arbeid, kapitaal en grondstoffen per eenheid van productie waren gedaald. Op het niveau van landen wordt de toename in economische groei in OECD-landen voor 50 tot 70% toegeschreven aan de ontwikkeling en diffusie van technologie (ES- CAP, 1989). De ontwikkeling en diffusie van technologie worden voorts verondersteld de maatschappij in brede zin te beïnvloeden. Belangrijke historische gebeurtenissen zijn direct terug te voeren op technologische vondsten die bepaalde partijen een (tijdelijk) voordeel gaven. De ontdekking van Amerika door Columbus en de eerste kolonisatiegolf rond het jaar 1500 werden mogelijk gemaakt door nieuwe zeiltechnieken, het kompas, verbeterde fortificatietechnieken en beter scheepsgeschut. De eerste industriële revolutie was een direct gevolg van de uitvinding van de stoommachine en de mechanisatie van handwerk. De emancipatie van de vrouw in de tweede helft van de twintigste eeuw werd mede mogelijk gemaakt door de uitvinding van de pil en tijdsbesparende huishoudelijke apparaten (wasmachines, koelkasten, stofzuigers, etc.) (Bertholet, 1989). 3.5 Institutionele veranderingen Mogelijk kunnen ook institutionele veranderingen leiden tot transsectorale innovaties. Met institutionele veranderingen doelen we op veranderingen in wet- en regelgeving, marktwerkingsbeleid en bedrijfsondersteunende maatregelen/subsidies. Er zijn vele historische voorbeelden van grootscheepse, transsectorale veranderingen die plaatsvonden door nieuwe wet- en regelgeving. De zogenoemde 'Managerial Revolution' in de eerste helft van de twintigste eeuw is bijvoorbeeld mede te danken aan de opkomst van nieuwe rechtsvormen (zoals de N.V. en de B.V.) die een scheiding mogelijk maakten tussen eigendom en management (Chandler, 1977). Dit gaf een impuls aan zeer grootschalige 21

22 productie en leidde tot een daling van het aantal bedrijven en bedrijfsoprichtingen (Wennekers et al., 2005). Institutionele veranderingen worden soms ook als voorwaarde beschouwd om de economische en maatschappelijke toepassingen van nieuwe technologie te kunnen realiseren (Perez, 2004). In dit verband geven Wennekers et al. (2005) het voorbeeld van de Tweede Industriële Revolutie, die plaatsvond tussen circa 1860 en Voortgestuwd door de grootschalige toepassing van elektriciteit en de benzinemotor leverde deze revolutie vele nieuwe producten op die nog steeds in gebruik zijn, zoals elektrisch licht, de auto, het vliegtuig, de telefoon, de koelkast, kunststoffen, aspirine, vaccins, de veiligheidsspeld en de ritssluiting. Echter, grootschalige productie van deze toepassingen was niet mogelijk geweest zonder de bovengenoemde 'Managerial Revolution'. Rechtsvormen als de N.V. en de B.V. hebben hun steentje bijgedragen aan het vermogen van de maatschappij om de voordelen van technologische vondsten ten volle te benutten. De huidige informatiseringsgolf in de samenleving is opnieuw (mede) het gevolg van technologische ontwikkelingen, met name op ICT-gebied (Thurow, 2003). De transitie naar een kenniseconomie vraagt om meer kleinschalige bedrijvigheid, en het ontstaan van netwerken tussen bedrijven en werknemers (Wennekers et al., 2005; Hislop, 2005). Het is interessant te constateren dat institutionele veranderingen worden doorgevoerd om dit proces te ondersteunen. Zo is de wet- en regelgeving rond het starten van een bedrijf het afgelopen decennium flink vereenvoudigd. Dit alles doet vermoeden dat ook institutionele veranderingen een bron kunnen zijn van transsectorale innovatie. Om hierover onderbouwde uitspraken te kunnen doen, zou aanvullend onderzoek nodig zijn (zie hoofdstuk 6). 22

Transsectorale innovatie door diffusie van technologie

Transsectorale innovatie door diffusie van technologie Transsectorale innovatie door diffusie van technologie Theorie, praktijk en toekomst drs. J.P.J. de Jong drs. A.P. Muizer dr. ir. E.L.C. van Egmond-de Wilde de Ligny (TUE) Zoetermeer, oktober 2005 ISBN:

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland Innovatie in het MKB in C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer, 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1096-8 Rapportnummer : A201363 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Global Entrepreneurship Monitor 2002 Global Entrepreneurship Monitor 2002 Niels Bosma Zoetermeer, 14 november 2002 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Cliëntenaudit Stichting SEIN Cliëntenaudit Stichting SEIN Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren 2012-2014 ISBN : 978-90-371-1135-4 Rapportnummer : A201430 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Wageningen University pilot avondonderwijs. Samenvatting van het monitoring- en evaluatieonderzoek

Wageningen University pilot avondonderwijs. Samenvatting van het monitoring- en evaluatieonderzoek Wageningen University pilot avondonderwijs Samenvatting van het monitoring- en evaluatieonderzoek Inge van den Ende en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Benchmark klanten Qredits

Benchmark klanten Qredits Benchmark klanten Qredits Lia Smit Zoetermeer, maart 2013 Rapportnummer: A201308 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016

Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016 Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2015/0187 Zoetermeer, 29 januari

Nadere informatie

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Dammis van 't Zelfde Zoetermeer, 16 september 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Stemming onder ondernemers in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB Stemming onder ondernemers in het MKB ISBN : 978-90-371-1130-9 Rapportnummer : A201424 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Succes2getherBV meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport In opdracht van Succes2getherBV Zoetermeer, maandag 20 mei 2019 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Frits Suyver Zoetermeer, 17 februari 2004 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Financieringsproblemen in de binnenvaart

Financieringsproblemen in de binnenvaart Financieringsproblemen in de binnenvaart Drs. M.J. Overweel Drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, 26 maart 2014 ISBN : 978-90-371-1120-0 Rapportnummer : A201414 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Tevredenheidsonderzoek Lest Best Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Lest Best Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Lest Best De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012 Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012 S.P. Meppelink Zoetermeer, april 2013 Rapportnummer: R201302 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl).

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek Tevredenheidsonderzoek Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal, advies & begeleiding meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Stichting ActiefTalent Zoetermeer, donderdag 21 mei 2015 In opdracht van Stichting ActiefTalent De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Re-integratie Zeeland Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV

Tevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Weustink&Partners BV Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Weustink&Partners BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie