Thema 1 CU VNVND 13174_Taalbende_Spelling_Handleiding_6_cover.indd 4-1 Naamloos : :02

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thema 1 CU VNVND 13174_Taalbende_Spelling_Handleiding_6_cover.indd 4-1 Naamloos-1 3 06-07-12 10:47 05-09-12 10:02"

Transcriptie

1 Thema 1 CU VNVND

2 Plantyn Motstraat 32, 2800 Mechelen T F klantendienst@plantyn.com Dit boek werd gedrukt op papier van verantwoorde herkomst. Ontwerp binnenwerk: Crius Opmaak binnenwerk: Imago Mediabuilders Ontwerp en opmaak cover: The Line, HandMade Monsters Illustraties: Dirk Vandamme Illustratieverantwoording: Scanrail - Fotolia.com, Beboy - Fotolia.com, nattstudio - Fotolia.com NUR 191 Plantyn nv, Mechelen, België Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgeverij Plantyn heeft alle redelijke inspanningen geleverd om de houders van intellectuele rechten op het materiaal dat in dit leermiddel wordt gebruikt, te identificeren, te contacteren en te honoreren. Mocht u ondanks de zorg die daaraan is besteed, van oordeel zijn toch rechten op dit materiaal te kunnen laten gelden, dan kunt u contact opnemen met uitgeverij Plantyn. Zij zal uw legitieme aanspraken honoreren tegen de gangbare markttarieven. ISBN /0 D2012/0032/171

3 LES 1 Hoor, regel & (t)weet! TAALBENDEDOELEN De leerlingen herhalen de strategie voor het schrijven van hoorwoorden (verlengingsregel, verdubbelingsregel en verenkelingsregel) en weetwoorden. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik kan de schrijfstappen voor het schrijven van hoorwoorden, regelwoorden (verlengingsregel, verdubbelingsregel en verenkelingsregel) en weetwoorden juist toepassen. 2 Deze les gaat over... De strategieën voor het schrijven van hoorwoorden (verlengingsregel, verdubbelingsregel en verenkelingsregel) en weetwoorden. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie VOOR DE LES Je hangt de wandplaten met de schema s vooraan in de klas. Je kopieert de BLOON-taak voor alle leerlingen. LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen passen de verlengingsregel juist toe (verwerking). De leerlingen schrijven woorden met een vrije klinker in een open lettergreep juist (verwerking). De leerlingen schrijven woorden met een dubbele medeklinker juist (verwerking). Dit leren we nu. De leerlingen passen de verlengingsregel juist toe (verwerking). De leerlingen schrijven woorden met een vrije klinker in een open lettergreep juist (verwerking). De leerlingen schrijven woorden met een dubbele medeklinker juist (verwerking). MATERIAAL Spellingboek p Wandplaten / kopieerbladen van het schema met de hoorwoorden (kopieerblad 1.1), het schema van verdubbelen en verenkelen (kopieerblad 1.2) en het schema met de verlengingsregel (kopieerblad 1.3) BLOON-taak (kopieerblad 1.6) NA DE LES Je deelt de BLOON-taak uit. 1.1

4 LESVERLOOP LES 1 1 Dit kan ik al! Hoor, regel & (t)weet! spellingboek p. 6 DIT KAN IK AL! Ik kan de schrijfstappen voor het schrijven van hoorwoorden, regelwoorden (verlengingsregel, verdubbelingsregel en verenkelingsregel) en weetwoorden juist toepassen. Deze les gaat over... Hoorwoorden In de vorige leerjaren hebben de leerlingen kennisgemaakt met 1 De stappen voor hoorwoorden verschillende spellingstrategieën om juist te leren schrijven. Je kunt daarover meer lezen in de algemene handleiding. In 1deze eerste les wordt die kennis opgehaald. 2 Eventuele problemen komen direct boven water. In de volgende Zeg het lessen woord worden de regelwoorden Luister aandachtig. en de weetwoorden nog in voldoende stukjes: kop, herhaald. buik en staart Deze les gaat over... Kijk goed wat Schrijf het woord op. je schreef. Herhaal de verschillende strategieën (schrijfstappen) klassikaal. Gebruik daarvoor de schema s. Illustreer de schema s met voorbeelden die de leerlingen zelf aanbrengen. LES Ga inductief 1 Hoor, te werk. regel Laat de leerlingen & (t)weet! zelf de schrijfwijze van de verschillende 1 woorden ontdekken en 2becommentariëren. Laat de leerlingen voorbeelden noteren onder elk schema. het woord aandachtig. in stukjes: kop, Laat zo veel mogelijk leerlingen hardop buik meedoen, en staart. vooral de leerlingen die moeite hebben met spelling. Om een leerling te behoeden voor het DIT KAN IK AL! openbaar 3 fouten maken, kan het helpen 4 om een vraag eerst aan een Ik kan de schrijfstappen voor het schrijven van hoorwoorden, leerling te stellen regelwoorden die waarschijnlijk (verlengingsregel, een verdubbelingsregel goed antwoord en zal geven. Direct daarna stel je een verenkelingsregel) vergelijkbare en vraag weetwoorden aan goed juist een wat toepassen. leerling die meer moeite het woord op. met spelling heeft. Die leerling zal door je de schreef. positieve ervaring van het goede antwoord de kennis makkelijker opslaan. spellingboek p. 6 Deze les gaat over... 1Hoorwoorden 1 De stappen voor hoorwoorden Luister aandachtig. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 4 Zeg het woord in stukjes: kop, buik en staart. 3 4 Schrijf het woord op. Kijk goed wat je schreef. 1 2 aandachtig. het woord in stukjes: kop, buik en staart

5 Regelwoorden 2 De stappen voor verlengen spellingboek p. 7 1 Luister aandachtig. Kijk goed wat je schreef. 5 2 Zeg het woord. Hoor je als staart een t of een p? Schrijf dan wat je hoort. 4 Maak het woord langer. 3 3 De stappen voor verdubbelen en verenkelen spellingboek p. 8 Stap 1 Ik hoor een korte klinker (a, e, i, o, u). Stap 1 Ik hoor een lange klinker (aa, ee, oo, uu). Stap 2 Hoor je maar één medeklinker: bossen? Stap 2 Hoor je maar één medeklinker: lopen? 7 DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Stap 3 Schrijf twee medeklinkers: bossen. Stap 3 Schrijf één klinker: lopen. Dat noemen we verdubbelen. Dat noemen we verenkelen. Weetwoorden 4 De stappen voor het leren schrijven van weetwoorden

6 spellingboek p. 8 Weetwoorden 4 De stappen voor het leren schrijven van weetwoorden Kijk goed en onthoud de moeilijke letter(s). Bedek het woord en prent het als een foto in je geheugen. Schrijf het woord op, controleer en... verbeter. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 spellingboek p oefening Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 2 en 3 (aanloop) en 4 (uitdaging) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Op weg Sommige woorden kunnen in twee of meer kolommen worden geplaatst. Als leerlingen die woorden juist in één of twee kolommen hebben ondergebracht, is dat prima. Vergelijk de antwoorden en laat de leerlingen aan elkaar uitleggen waarom ze voor een bepaalde kolom hebben gekozen. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 hoorwoord weetwoord verlengen schuilplaats kunstwerk toetsenbord verenkelen apotheek kanalen eenzame vanavond apotheek irritant signaal digitaal universiteit militair café s verdubbelen mislukken irritant communiceren schubben maaltijd beeldscherm blinddoek vanavond web toetsenbord irritant vanavond - web - toetsenbord. 1.4

7 Oefening 2 Nog een paar stappen verder Eigen antwoord van de leerlingen. diff.: aanloop Oefening 3 CU! spellingboek p. 10 oefening 2 Oefening 3 CU! Lees de zin. Vul de ontbrekende letters aan. Gebruik de juiste schrijfstappen. Schrijf daarna het hele woord op. Ik zie jullie a ll emaal heel goed vanuit mijn sch ui lpl aa ts. diff.: aanloop spellingboek p. 11 oefening 3 Ik zie jullie allemaal heel goed vanuit mijn schuilplaats. Driemaal r a den waar dat mag zijn. Driemaal raden waar dat mag zijn. Het is heel gema kk el ij k om jullie vanaf deze plek te observ e ren. Het is heel gemakkelijk om jullie vanaf deze plek te observeren. In de Taalbende noemt ie dereen me de verborg en juf. In de Taalbende noemt iedereen me de verborgen juf. We kunnen best met elkaar in c onta c t blijven via chat, ping, whatsapp en sms. We kunnen best met elkaar in contact blijven via chat, ping, whatsapp en sms. Allemaal woorden die behoren tot de ei gent ij dse taal, de taal van nu. Allemaal woorden die behoren tot de eigentijdse taal, de taal van nu. Ben jij ook d i g i taal? Of ben je meer voor an a loog? Ben jij ook digitaal? Of ben je meer voor analoog? Vanavond bereiden we de reis s a men voor in de c aravan. Vanavond bereiden we de reis samen voor in de caravan. 11 DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Oefening 4 Bijna je doel bereikt! Eigen antwoord van de leerlingen. diff.: uitdaging spellingboek p. 12 oefening 4 1.5

8 spellingboek p Flits! Oefening 4 Bijna je doel bereikt! Zoek nu zelf woorden. Werkwijze In het dictee staan de hoorwoorden (zijn, kunstwerken, veel, elk), regelwoorden (hoofdstad, maaltijd, standbeelden, rookverbod, Brussel, straten, hoorwoord lekker, eten, weetwoord nuttigen) en verlengen weetwoorden verenkelen (België, pleinen, verdubbelen restaurant) door elkaar. Lees eerst het hele dictee. Dicteer dan elke zin in zinvolle delen. De leerlingen luisteren en noteren. Geef voldoende tijd om de passende schrijfstappen te volgen. Verbeter direct na het dictee en bespreek, indien nodig, bepaalde kwesties klassikaal. Flits! Dictee Je krijgt een dictee. Brussel is de hoofdstad van België. Brussel is de hoofdstad van België. Er zijn veel standbeelden en andere kunstwerken op de straten en pleinen. Je kunt Er zijn er veel ook standbeelden een lekkere en andere maaltijd kunstwerken nuttigen. In elk restaurant is wel een rookverbod. op de straten en pleinen. Je kunt er ook een lekkere maaltijd nuttigen. 5 Reflectie In elk restaurant is wel een rookverbod. Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Vertel me hoe je het doet! Dit heb ik vandaag geleerd! spellingboek p. 12 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik herhaalde de schrijfstappen voor hoorwoorden, regelwoorden (verlengen, verdubbelen en verenkelen) en weetwoorden. 12 Opmerkingen Kijk samen terug op de les. Zijn er leerlingen die willen vertellen wat ze ervan vonden? Herhaal samen de strategieën. Laat de leerlingen verwoorden welke voordelen de schrijfstappen bieden. Vraag aan de leerlingen wat ze gemakkelijk en moeilijk vonden in deze les. Tijdens deze les voelde ik mij: Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: De leerlingen geven hun evaluatie ook in het spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 1.6

9 LES 2 (T)weetwoorden TAALBENDEDOELEN De leerlingen herhalen de denkweg voor het leren en schrijven van weetwoorden, in deze les toegepast op: woorden met de vrije klinker ie als i geschreven, woorden uitgesproken met s als t geschreven, woorden uitgesproken met s als c geschreven, woorden uitgesproken met k als c geschreven. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik gebruik de denkweg voor het leren van weetwoorden. 2 Deze les gaat over... De strategie voor het leren schrijven van weetwoorden. 3 Aan de slag! Oefenen LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven woorden met een vrije klinker ie als i juist (verwerking). Dit leren we nu. De leerlingen schrijven woorden met een vrije klinker ie als i juist (verwerking). MATERIAAL Spellingboek p BLOON-taak (kopieerblad 1.7) VOOR DE LES Je kopieert de BLOON-taak voor alle leerlingen. NA DE LES Je deelt de BLOON-taak uit. 4 Flits! Dictee 5 Reflectie 2.1

10 LESVERLOOP LES 2 (T)weetwoorden 1 Dit kan ik al! spellingboek p. 13 DIT KAN IK AL! LES 2 (T)weetwoorden Ik gebruik de denkweg voor het leren schrijven van weetwoorden. spellingboek p. 13 Quiz DIT KAN IK AL! De leerlingen maken Ik gebruik eerst de denkweg een korte voor het quiz leren om schrijven de kennis van weetwoorden. en woordbeelden 1 3 Medicijnen haal je bij de uit de vorige les op te frissen. Bespreek de quiz klassikaal. Vrachtautos Vrachtauto s Vragtauto s Vragtautos LES 2 (T)weetwoorden mogen maximaal 44 ton aan goederen vervoeren. Quiz appoteek. apoteek. apotheek. appotheek. 2 In onze stad is geen 4 Mijn broer trekt met vrienden door de 1 universiteid. 3 Medicijnen woestein haal je bij de universitijd. Vrachtautos woestijn appoteek. universiteit. Vrachtauto s van apoteek. Marokko. unieversiteit. Vragtauto s apotheek. DIT KAN IK AL! Vragtautos appotheek. mogen maximaal 44 ton Ik gebruik aan goederen denkweg vervoeren. voor het leren schrijven van weetwoorden. 2 In onze stad is geen 4 Mijn broer trekt met vrienden door de universiteid. woestein Deze les universitijd. gaat over... woestijn universiteit. van Marokko. Ken unieversiteit. je het schema voor het leren schrijven van weetwoorden nog? Weetwoorden Maak het stappenplan volledig. 1 Vul in! Kies uit: foto - moeilijke - controleer - bedek. 3 Medicijnen haal je bij de Vrachtautos appoteek. Vrachtauto s apoteek. Vragtauto s apotheek. Deze 1 les gaat over De leerlingen Vragtautos herhalen daarna de strategie om appotheek. weetwoorden te leren mogen maximaal 44 ton aan goederen vervoeren. schrijven. Ken je het schema voor het leren schrijven van weetwoorden nog? Weetwoorden 2 Maak In onze het stad stappenplan is geen volledig. 4 Mijn broer trekt met vrienden door de Vul universiteid. in! Kies uit: foto - moeilijke - controleer Bedek - bedek. het woord woestein Kijk goed en Schrijf het woord op, universitijd. en prent het woestijn onthoud de controleer en... universiteit. als een foto van Marokko. moeilijke letter(s). verbeter. Quiz 1 unieversiteit. 2 in je geheugen. 3 2 Deze les gaat over... Doorloop samen nog eens het schema van de weetwoorden. De woorden zijn niet klankzuiver en er is geen regel voor. Het schema is eigenlijk geen echt stappenplan, Bedek maar het woord een onthoudstrategie die aanzet Deze Kijk les goed gaat over en... Schrijf het woord op, tot bewustwording onthoud de van woordbeelden. en prent het Herhaal ook controleer nog eens en het... juiste als een foto gebruik moeilijke van de letter(s). afdekkaart. verbeter. Ken je het schema voor het leren schrijven in je geheugen. van weetwoorden nog? Maak het stappenplan volledig. Vul in! Kies uit: foto - moeilijke - controleer - bedek. Weetwoorden DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 13 spellingboek p DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Kijk goed en onthoud de moeilijke letter(s). Bedek het woord en prent het als een foto in je geheugen. Schrijf het woord op, controleer en... verbeter

11 Leg daarna de nadruk op de woorden waarover het in deze les gaat: woorden met de vrije klinker ie als i geschreven, woorden uitgesproken met s als t geschreven, woorden uitgesproken met s als c geschreven, woorden uitgesproken met k als c geschreven. Welke woorden met die spelling kennen de leerlingen al? De meeste leerlingen zullen politie foutloos schrijven, maar twijfelen misschien bij woorden als ambitie, coalitie, militie... Wijs de leerlingen erop dat ze altijd kunnen zoeken naar een woord dat ze kennen om (een deel van) de schrijfwijze te achterhalen (analogiestrategie). Datzelfde gaat op voor bijvoorbeeld citroen en cilinder. Om woorden met een c die als k klinkt te onthouden, zullen leerlingen die woorden regelmatig moeten lezen en schrijven. Toon op frequente tijdstippen visueel aan hoe je een woord in een woordenboek, in het Groene Boekje of op een goede website opzoekt (bv. de woordenlijst van de Nederlandse Taalunie: woordenlijst.org). Ook het opzoeken van de juiste spelling in een betrouwbare bron is een belangrijke strategie. 3 Aan de slag! De leerlingen oefenen de woorden van deze les samen of in kleine groepen. Ze leggen de woordkaarten op een stapeltje met de prent naar boven. Daarna nemen ze elk om beurten een kaartje en dicteren ze dat aan de ander(en). Ze controleren de schrijfwijze direct en verbeteren in hun spellingboek. De kaarten van de woorden waarin foutjes sluipen, worden tijdens de oefening even apart gelegd. Bekijk na afloop over welke woorden het gaat. Bespreek die moeilijke woorden klassikaal. 4 Flits! spellingboek p. 14 Werkwijze Lees eerst het hele dictee. Dicteer dan elke zin in zinvolle delen. De leerlingen luisteren en noteren het ontbrekende woord. Voorzie voldoende tijd voor elk woord. Verbeter direct na het dictee en bespreek, indien nodig, bepaalde kwesties klassikaal. Dictee De piloot had een cilinder gestolen met daarin geheime informatie. Hij kaapte een helikopter om te ontkomen aan een detective die het document te pakken wilde krijgen. Hij vloog in cirkels en diagonalen boven de oceaan tot zijn brandstof bijna op was. Op televisie was te zien hoe de politie hem tot in het stadion achtervolgde. Daar landde hij midden in een feest voor officieren, op een centimeter van de barbecue. De directeur verklaarde de prima operatie tot honderd procent geslaagd. 2.3

12 5 Reflectie Dit heb ik vandaag geleerd! spellingboek p. 15 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik herhaalde de stappen voor het leren schrijven van weetwoorden. Opmerkingen Kijk samen terug op de les. Zijn er leerlingen die willen vertellen wat ze ervan vonden? Herhaal samen de stappen voor het onthouden van weetwoorden. Vraag aan de leerlingen wat ze gemakkelijk en moeilijk vonden in deze les. Tijdens deze les voelde ik mij: Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: De leerlingen geven hun evaluatie ook in het spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. 15 DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 De eerste twee lessen van het jaar worden met een toets afgesloten. Die toets geeft inzicht in het spellingniveau per leerling, zodat gericht kan worden gewerkt aan eventuele tekortkomingen. 2.4

13 LES 3 Weten, weten en nooit meer vergeten! TAALBENDEDOELEN De leerlingen herhalen de denkweg voor het leren schrijven van weetwoorden, in deze les toegepast op de vrije klinker ie geschreven als i in woorden zoals serieus, ingenieur en officieel. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik gebruik de denkweg voor het leren schrijven van weetwoorden. 2 Deze les gaat over... De strategie voor het leren schrijven van weetwoorden. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie VOOR DE LES Je kopieert de BLOON-taak voor alle leerlingen. LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven een vrije klinker ie als i aan het einde van een woord. De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i, gevolgd door a, o, u. De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i. De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i met isch, -ische. Dit leren we nu. De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i in -ieus, -ieur, -ieel, -iaal. De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i (verwerking). De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i met -isch, -ische (verwerking). De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i aan het einde van een woord (verwerking). De leerlingen schrijven de vrije klinker ie als i, gevolgd door a, o, u (verwerking). MATERIAAL Spellingboek p BLOON-taak (kopieerblad 1.8) NA DE LES Je deelt de BLOON-taak uit. 3.1

14 LESVERLOOP LES 3 Weten, weten en nooit meer vergeten! 1 Dit kan ik al! spellingboek p. 16 LES 3 Weten, DIT KAN weten IK AL! en nooit meer vergeten! Ik gebruik de denkweg voor het leren schrijven van weetwoorden. spellingboek p. 16 Quiz DIT KAN IK AL! Ik gebruik de denkweg voor het leren schrijven van weetwoorden. De leerlingen maken eerst een korte quiz om de kennis en woordbeelden 1 Welke zin is correct? uit de vorige les op te frissen. Bespreek de quiz klassikaal. Quiz Vanwege de file werd de diregent met de helikopter naar de klieniek gebracht. Vanwege de file werd de dirigent met de helikopter naar de kliniek gebracht. Vanwege de file werd de dirigent met de heliekopter naar de klienik gebracht. 2 Als het mooi weer is, roosteren we lekkere hapjes op de barbeque. 1 Welke barbicue. zin is correct? barbecue. Vanwege de file werd de diregent met de helikopter naar de klieniek gebracht. Vanwege de file werd de dirigent met de helikopter naar de kliniek gebracht. 3 Later Vanwege word ik de file werd de dirigent met de heliekopter naar de klienik gebracht. officier 2 Als offisier het mooi weer is, roosteren we lekkere hapjes op de in het barbeque. leger. barbicue. 4 Alhoewel barbecue. direkteur 3 Later directeur word ik van de officier bioscoop me ook mooi lijkt. offisier in het leger. 4 Alhoewel direkteur Deze les gaat over... directeur van de bioscoop me ook mooi lijkt Let op, als je de vrije, ongedekte klinker ie hoort! Meestal schrijf je ie. Maar er zijn veel weetwoorden waar je die ie als i moet schrijven! Deze les gaat over... 2 Deze les gaat over... Ga nog eens na of de leerlingen de term vrije klinker kennen en Let op, als je de vrije, ongedekte klinker ie hoort! gebruiken. In het vijfde leerjaar hebben de leerlingen kennisgemaakt met Meestal schrijf je ie. Maar er zijn veel weetwoorden waar je die ie als i die term. moet schrijven! Met vrije klinkers (aa, ee, ie, oo, uu, eu, oe) wordt bedoeld dat ze vrij kunnen voorkomen. Dat betekent niet alleen in gesloten lettergrepen, zoals in koek en keus, maar ook in open lettergrepen, zoals koe en keu. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Voor de leerlingen zijn de woorden die in deze les aan bod komen weetwoorden. Er zijn spellingregels voor i / ie, maar die zijn te ingewikkeld voor het onderwijs. De basis is dat er een verschil is tussen inheemse en uitheemse woorden, waarbij ook beklemtoond en onbeklemtoond een rol spelen (gieter - gitaar). Leerlingen die dat interessant vinden, kunnen proberen die twee categorieën van elkaar te onderscheiden. Op de website van Onze Taal is er meer over te vinden: DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Door middel van een korte schrijfopdracht worden een aantal frequente woorden geoefend. 3.2

15 spellingboek p. 17 Schrijf het passende woord bij de prent. Gebruik je afdekkaart. Kies uit: radio - elektriciteit - dialoog - detective - piloot - station. elektriciteit detective station piloot radio dialoog 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefening 2 (aanloop) is in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Iiiiiiiiiiiiii! Geef per groep of duo de opdracht om de betekenis van vijf woorden en een afgeleid woord in het woordenboek op te zoeken. Zet daarvoor de volgende woorden op het bord. 17 DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 1 kritisch 1 harmonieus 2 regisseur 2 financieel 3 officieel 3 terminaal 4 serieus 4 adviseur 5 mondiaal 5 volumineus Er zijn verschillende goede betekenissen en afleidingen mogelijk. De afleidingen maken een aantal andere spellingproblemen duidelijk: bv. verenkelen (terminaal - terminale), het gebruik van het trema (officieel - officiële), de vrouwelijke vorm (adviseur - adviseuse) en de s-z-wisseling (serieus - serieuze). Het opmerken daarvan is voor dit moment voldoende. 3.3

16 spellingboek p. 18 oefening 1 Aan de slag! Oefening 1 Iiiiiiiiiiiiii! Je krijgt vijf woorden van je leerkracht. Zoek die woorden op in het woordenboek. Schrijf de betekenis of één van de betekenissen op. Schrijf ook een afgeleid woord op. Bijvoorbeeld officieel: officiële of opinie: opiniepeiling. Schrijf nog één woord met een vrije i op dat je zelf in het woordenboek hebt gevonden. Schrijf ook de betekenis en een afgeleid woord op. woord met i betekenis afgeleid woord 1 kritisch 1 geneigd kritiek te leveren 1 kritische 2 regisseur 2 leider van 2 regisseuse toneelopvoeringen, film- en 3 officieel 3 televisieopnamen 3 officiële van regerings- of 4 serieus 4 ambtswege, echt, wettig 4 serieuzer ernstig, oprecht Aan de 5 slag! mondiaal 5 5 mondialisering Oefening 1 Iiiiiiiiiiiiii! over de hele wereld Je krijgt vijf woorden van je leerkracht. 6 6 genomen Zoek die woorden op in het woordenboek. Schrijf de betekenis of één van de betekenissen op. Schrijf ook een afgeleid woord op. Bijvoorbeeld officieel: officiële of opinie: opiniepeiling. Schrijf nog één woord met een vrije i op dat je zelf in het woordenboek hebt gevonden. Schrijf ook de Oefening betekenis en 2 een Woordenfoto s afgeleid woord op. maken Lees elk woord. Kijk goed. Onderstreep wat je moeilijk vindt. Bedek het woord met ije afdekkaart. betekenis afgeleid woord Schrijf het woord op. Controleer 1 harmonieus en verbeter, als dat nodig 1 is. met elkaar 1 harmonieuze overeenstemmend ingenieur tropisch officier kwaliteit affiche 6 2 financieel 2 geldzaken betreffend; 2 financiële geldelijk 3 terminaal 3 aflopend (met de dood) 3 terminale opinie kritisch aspirientje realiteit elektriciteit 4 adviseur 4 raadsman, iemand die 4 adviseuse adviseert 18 5 volumineus 5 omvangrijk, dik 5 volumineuzer DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd : diff.: aanloop spellingboek p. 18 oefening 2 Oefening 2 Woordenfoto s maken Schrijfoefening om woordbeelden in te oefenen. Deze oefening is nuttig voor elke leerling die moeite heeft met sommige vaste achtervoegsels (-ieur, -isch, -cier, -teit...). 3.4

17 Oefening 3 De vrije i onder de knie De leerlingen oefenen de woorden van deze les samen of in kleine groepen. Ze leggen de woordkaarten op een stapeltje met de prent naar boven. Daarna nemen ze elk om beurten een kaartje en dicteren ze dat aan de ander(en). Ze controleren de schrijfwijze direct en verbeteren in hun spellingboek. De kaarten van de woorden waarin foutjes sluipen, worden tijdens de oefening even apart gelegd. Bekijk na afloop over welke woorden het gaat. Bespreek die moeilijke woorden klassikaal. spellingboek p. 19 oefening 3 Flits! 4 Flits! Luister goed en schrijf het woord in de zin. Gisteren las ik op een officiële website van de Belgische Werkwijze staat een serieus artikel. Lees eerst het hele dictee. Dicteer dan elke zin in zinvolle delen. De Het ging over de fabrikant van nieuwe uniformen leerlingen luisteren en noteren het ontbrekende woord. Geef voldoende tijd voor voor militairen elk woord. Verbeter. direct na het dictee en bespreek, indien nodig, bepaalde kwesties klassikaal. Die industrieel, een ingenieur uit een Dictee tropisch land, gebruikt een speciale Gisteren las ik op een officiële website van de Belgische staat een serieus kwaliteit stof. Die stof is praktisch onbrandbaar. artikel. Het Nu ging willen ook over machinisten de fabrikant van de nieuwe en politieagenten uniformen voor militairen. Die industrieel, een ingenieur uit een tropisch land, gebruikt een speciale uniformen van die stof. Dat betekent automatisch dat er kwaliteit stof. Die stof is praktisch onbrandbaar. Nu kilometers willen ook machinisten stof en nodig politieagenten zal zijn. Financieel uniformen van heel die aantrekkelijk, stof. Dat betekent automatisch dat er kilometers stof nodig zullen zijn. Financieel heel aantrekkelijk, de man zal er miljoenen de man zal er miljoenen aan verdienen. aan verdienen. spellingboek p. 20 Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Vertel me hoe je het doet! 5 Reflectie Dit heb ik vandaag geleerd! spellingboek p. 20 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik herhaalde de schrijfstappen voor weetwoorden. Opmerkingen Kijk samen terug op de les. Zijn er leerlingen die willen vertellen wat ze ervan vonden? Herhaal samen de stappen voor het onthouden van weetwoorden. Vraag aan de leerlingen wat ze gemakkelijk en moeilijk vonden in deze les. Tijdens deze les voelde ik mij: 20 Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: De leerlingen geven hun evaluatie ook in het spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 3.5

18 LES 4 Woorden die werken TAALBENDEDOELEN De leerlingen schrijven de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd juist schrijven. 2 Deze les gaat over... Het vormen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Het vormen van de stam en de ik-vorm. Het gebruiken van de term persoonsvorm. 3 Aan de slag! Oefenen LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen kunnen de ik-vorm van het werkwoord vormen. Dit leren we nu. De leerlingen leren de stam en de ik-vorm van het werkwoord vormen (verwerking). De leerlingen leren de drie vormen van de tegenwoordige tijd juist vormen. MATERIAAL Spellingboek p Wandplaat / kopieerblad met het schema van de tegenwoordige tijd (kopieerblad 1.9) 4 Flits! Dictee 5 Reflectie 4.1

19 LESVERLOOP LES 4 Woorden die werken 1 Dit kan ik al! spellingboek p. 21 DIT KAN IK AL! LES 4 Woorden die werken Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd juist schrijven. Quiz Quiz DIT KAN IK AL! Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd juist schrijven. De leerlingen maken eerst een korte quiz om de kennis en woordbeelden uit 1 de Welke vorige zin is correct? les op te frissen. Bespreek de quiz klassikaal. In onze familie wordt prima piano, viool en gitaar gespeeld. In onze famillie wordt prima piano, viool en gittaar gespeeld. In onze famielie wordt priema piano, viool en gitaar gespeeld. 2 Welke zin is correct? De millitair bestudeerde de affieche met een serieus gezicht. 1 De Welke militair zin is bestudeerde correct? de affiche met een serieus gezicht. In onze familie wordt prima piano, viool en gitaar gespeeld. De millitair bestudeerde de afiche met een serieus gezicht. In onze famillie wordt prima piano, viool en gittaar gespeeld. In onze famielie wordt priema piano, viool en gitaar gespeeld. 3 Welke zin is correct? Praktiesch elke week doet de politieagent zijn unieform in de was. 2 Welke zin is correct? Praktisch elke week doet de politieagent zijn uniform in de was. De millitair bestudeerde de affieche met een serieus gezicht. Praktisch elke week doet de polietieagent zijn unieform in de was. De militair bestudeerde de affiche met een serieus gezicht. De millitair bestudeerde de afiche met een serieus gezicht. 4 Met dit 3 speciale Welke zin is correct? specieale Praktiesch elke week doet de politieagent zijn unieform in de was. apparaat Praktisch schiet elke de juwelier week doet gaatjes de politieagent in je oren. zijn uniform in de was. Praktisch elke week doet de polietieagent zijn unieform in de was. spellingboek p Met dit speciale Deze les specieale gaat over... apparaat schiet de juwelier gaatjes in je oren. 1 De persoonsvorm t.t. Deze les gaat over... Benoem De persoonsvorm het onderwerp is een werkwoordsvorm van vandaag: die afhangt van het de vormen persoon van de persoonsvorm in 1 van de De het tegenwoordige persoonsvorm onderwerp. t.t. tijd. De persoonsvorm is een werkwoordsvorm die afhangt van de persoon van het onderwerp. 2 Deze les gaat over... Weten de leerlingen nog wat de persoonsvorm is? De persoonsvorm is een werkwoordsvorm die afhangt van de persoon van het onderwerp. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Benoem dat er in de tegenwoordige tijd maar drie vormen zijn (ik-vorm, ik-vorm + t, wij-vorm) en dat die drie vormen op verschillende momenten worden gebruikt. Vraag altijd wie voorbeelden kent. Duid ook de leerlingen aan die zich stil houden. Bescherm hen voor fouten door hun na een goed antwoord van een zelfverzekerd kind bijna dezelfde vraag te stellen. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :

20 Tip om de persoonsvorm te vinden! Vraag altijd: wat doet het onderwerp? Het antwoord (altijd een werkwoord) is de persoonsvorm. ik-vorm Kijk, ik: ik speel, ik luister, ik vind de wereld slaapt jij-vraag: speel jij? luister jij? in vind een sneeuwwit jij? bed. bevelzin: speel! luister! zit! Hier en daar jij / hij / zij /... wanneer de ik-vorm heeft de al nacht op een t eindigt: ik zit - hij zit er ongemerkt ik-vorm + t een huis op neergezet. jij: jij speelt, jij luistert, jij vindt Ik loop naar buiten, hij / zij: zij speelt, hij luistert, het regent, men vindt, er loopt spring en glij, maak vreemde sporen wij-vorm op de witte sprei. wij luisteren, zij vinden, jullie spelen Tot de zon ontwaakt en de wereld Laat het gedicht voorlezen en bespreek dat. Wat gebeurt er precies? drup voor drup Vinden de leerlingen het mooi zachtjes of juist wakker niet? maakt. Waarom (niet)? Daarna maken de leerlingen de opdracht alleen of per twee. Loop rond Geert de Kockere (Uit: Dag lachemaan, Altiora) om te zien of het al lukt. Schrijf van de zinnen hierboven het onderwerp en de persoonsvorm in de juiste kolom. Het onderwerp is groen gedrukt. Vul de andere kolom aan met hetzelfde werkwoord. spellingboek p. 22 ik-vorm hij / zij / het / men / er Ik loop ik slaap ik heb Ik spring Ik glij Ik maak ik ontwaak ik maak Hij slaapt de wereld slaapt de nacht heeft Hij springt Hij glijdt Hij maakt de zon ontwaakt de zon maakt 22 Neem daarna het werkwoordschema en doorloop het vormen van de stam en de ik-vorm. Weten de leerlingen allemaal nog wat een infinitief is? Maak duidelijk dat stam en ik-vorm vaak hetzelfde zijn, maar soms niet. Overloop de probleemgevallen die ook in het spellingboek een plaats hebben gekregen (geven, verhuizen, vervelen - vervellen). Help vooral leerlingen die het taalgevoel niet van afkomst hebben meegekregen om gebruik te maken van het schema. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Bekijk de rest van het schema. Sta voldoende stil bij werkwoorden waarbij de ik-vorm op een d eindigt. Vertel de leerlingen nooit dat ze moeten kiezen tussen t, d en dt : dat maakt het onnodig complex. Er is in principe een ik-vorm en een ik-vorm + t. Oefen geruime tijd met het invullen van spelen wanneer je twijfelt aan de spelling. Vertel dat volwassenen dat ook soms doen: spelen of lopen invullen. Vooral bij de jij-vraag is dat een goede strategie. Wijs op de valkuil. Vind je dat mooi? Vindt je broer dat mooi? 4.3

21 2 Zorg voor een duidelijk menu Bedenk een originele naam en url (websiteadres) voor je website. Spelen invullen lost zo n probleem direct op. Speel je? Speelt je broer? Het benoemen Maak een van mooie 1e, lay-out 2e (het en uiterlijk 3e persoon van je site). gebeurt Doe niet te druk in een met kleurtjes volgende les. Wanneer de prentjes, klas houd altijd het rustig. met goede voorbeelden komt en het schema goed kan aanvullen, stap je over naar de bevelzin. Laat eerst de opdracht maken. Bespreek daarna samen. Wat valt de leerlingen op? Schrijf een goede tekst die niet te lang is. Ben je niet goed in spelling? Vraag dan hulp of zoek het op. infinitief stam ik-vorm bevelzin spellingboek p. 24 maken mak- maak maak zetten zett- zet zet verzinnen verzinn- verzin verzin bouwen bouw- bouw bouw zorgen zorg- zorg zorg bedenken bedenk- bedenk bedenk maken mak- maak maak doen doe- doe doe houden houd- houd houd schrijven schrijv- schrijf schrijf zijn zij- ben ben vragen vrag- vraag vraag zoeken zoek- zoek zoek 24 DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 Zoals je aan het begin van de uitleg al hebt gezegd: in een bevelzin (gebiedende wijs) gebruik je altijd de ik-vorm, ook al geef je een bevel aan verschillende mensen tegelijk. Controleer of de leerlingen stam en ik-vorm goed uit elkaar houden. De stam van schrijven is echt schrijv. Daarvan vormen ze de ik-vorm schrijf, omdat Nederlandse woorden niet op een v kunnen eindigen. De stam van verzinnen is verzinn. Aangezien Nederlandse woorden echter niet op dubbel n kunnen eindigen, moet in de ik-vorm een n worden geschrapt. De stam van vragen is vrag. Aangezien er dan echter een uitspraakprobleem ontstaat, komt er een a bij in de ik-vorm: ik vraag. Bespreek al die gevallen. onderwerp tegenwoordige tijd spellingboek p. 25 ik,... jij? stam vind jij, u, hij, zij, het stam + t vindt wij, jullie, zij infinitief vinden Oefening 1 Analoog en digitaal Onderstreep de persoonsvorm of markeer die met fluo. Het onderwerp is groen gedrukt. Vul daarna de kolommen in. Het gewicht van euro s Je wilt 100 euro in een portemonnee steken en die informatie aan een vriend meedelen. Zo hoeft hij niet te tellen, als je hem de geldbuidel geeft. Dat is heel eenvoudig. Je schrijft gewoon het getal 100 op de portemonnee. Je noemt dat digitale informatie. Zulke informatie werkt met cijfertjes (digits). Je kunt het ook wat moeilijker maken. Je weegt 1 euro. Je leest 8,5 gram op de weegschaal en dat moet je ook aan je vriend vertellen. Hij weegt vervolgens hoeveel euro er in je geldbuidel zit. Hij leest 850 gram op zijn weegschaal en hij weet nu dat je beurs 100 euro bevat. Je gebruikt gewicht als analoog voor aantal. Je gebruikt analoge informatie. Op onze thermometers geeft de lengte van een streepje een temperatuur aan. In de auto geeft een wijzer de snelheid of het toerental aan. In het dagelijkse leven gebruik je zo heel veel analoge 4.4

22 wi ho ge sch no we ka we lee mo we be ge sta 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 3 (aanloop) en 4 (uitdaging) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Analoog en digitaal Deze niet zo eenvoudige tekst is overgenomen uit thema 1 van het taalboek. Ze handelt over het vinden van de persoonsvorm. De leerlingen zullen een hele kluif aan deze opdracht hebben, omdat er veel schrijfwerk aan te pas komt. onderwerp Het is een belangrijke oefening tegenwoordige voor het inslijpen tijd van stam - ik-vorm - stam + t. ik,... jij? stam vind Bespreek de oefening klassikaal. Laat aan de hand van de resultaten de leerlingen jij, u, hij, extra zij, het oefenen. stam + t vindt wij, jullie, zij infinitief vinden spellingboek p oefening 1 Oefening 1 Analoog en digitaal Onderstreep de persoonsvorm of markeer die met fluo. Het onderwerp is groen gedrukt. Vul daarna de kolommen in. Het gewicht van euro s Je wilt 100 euro in een portemonnee steken en die informatie aan een vriend meedelen. Zo hoeft hij niet te tellen, als je hem de geldbuidel geeft. Dat is heel eenvoudig. Je schrijft gewoon het getal 100 op de portemonnee. Je noemt dat digitale informatie. Zulke informatie werkt met cijfertjes (digits). Je kunt het ook wat moeilijker maken. Je weegt 1 euro. Je leest 8,5 gram op de weegschaal en dat moet je ook aan je vriend vertellen. Hij weegt vervolgens hoeveel euro er in je geldbuidel zit. Hij leest 850 gram op zijn weegschaal en hij weet nu dat je beurs 100 euro bevat. Je gebruikt gewicht als analoog voor aantal. Je gebruikt analoge informatie. Op onze thermometers geeft de lengte van een streepje een temperatuur aan. In de auto geeft een wijzer de snelheid of het toerental aan. In het dagelijkse leven gebruik je zo heel veel analoge informatie. je hij je je je zulke informatie je je je je hij je beurs we een dikkere streep wilt hoeft geeft schrijft noemt werkt kunt weegt leest moet weet bevat gebruiken staat willen hoeven geven schrijven noemen werken kunnen wegen lezen moeten weten bevatten gebruiken staan DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd will hoev gev schrijv noem werk kunn weg lez moet wet bevatt gebruik sta onderwerp persoonsvorm infinitief stam

23 wil hoef geef schrijf noem werk kan weeg lees moet weet bevat gebruik sta ik-vorm stam + t wilt hoeft geeft schrijft noemt werkt kunt weegt leest moet weet bevat gebruikt staat 26 Oefening 2 Toekomst en verleden DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 In deze oefening is er extra aandacht voor de jij-vorm met en zonder t (stuur je, vind je, vernietig je). Het is ook een reflectie-opdracht: leerlingen worden zich bewust van hun (on)zekerheid bij het vinden van de juiste vorm. Oefening 2 Toekomst en verleden Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Kleur het bolletje voor de zin: oranje, wanneer je het schema gebruikte; blauw, als je aan spelen dacht om de juiste vorm te vinden; groen, als je geen hulpmiddel nodig had. spellingboek p. 27 oefening 2 verschillen Jouw leven verschilt toen die jouw leeftijd hadden. nogal van het leven van je ouders, bestaan Computers, mobiele telefoons en tablets bestaan nog niet zo lang. denken Je denkt misschien wel eens dat die zaken er altijd al waren. vergeten Je vergeet dat je ouders briefjes schreven, als ze elkaar iets wilden vertellen. schrijven Jij schrijft misschien nu je bericht in msn, sms of ping? sturen Of stuur je nog wel eens een papieren brief? vinden Aha, vind je dat te veel moeite? verwachten Een futuroloog* schreef onlangs dat hij verwacht gedaan is met onze privacy. dat het vernietigen Digitale berichten blijven altijd terug vindbaar, al je ze. vernietig verbranden Maar als je een papieren brief verbrandt, is hij echt weg. denken Denk daar maar eens over na! * futuroloog: toekomstkundige. Iemand die bijvoorbeeld technische ontwikkelingen voorspelt of de situatie van het milieu over vijftig jaar. 4.6

24 diff.: aanloop Oefening 3 Zinnen knutselen spellingboek p. 28 oefening 3 Oefening 3 Zinnen knutselen Vul de tabel aan. Schrijf daarna een korte zin in de derde kolom. infinitief ik-vorm zin veranderen verander verraden verraad Oefening 3 Zinnen knutselen verbranden Vul tabel aan. verbrand Schrijf daarna een korte zin in de derde kolom. reizen reis diff.: aanloop spellingboek p. 28 oefening 4 reageren infinitief reageer ik-vorm zin veranderen begeleiden verraden fotograferen verbranden vinden reizen worden reageren verander begeleid verraad fotografeer verbrand vind reis word reageer Oefening 4 Nog eens op een rij begeleiden begeleid Vul het werkwoordschema in voor deze werkwoorden: raden - beloven - zenden - vallen - gluren - fotograferen vinden. fotografeer infinitief zonder infinitief met vinden worden vind word d beloven d raden vallen zenden Oefening 4 Nog eens op een rij De leerlingen werken het schema uit voor een aantal werkwoorden. Oefening 4 Nog eens op gluren een rij vinden Vul het werkwoordschema in voor deze werkwoorden: raden - beloven - zenden - vallen - gluren - vinden. infinitief zonder infinitief met ik beloof d ik raad d jij beloven belooft hij vallen belooft gluren ik val jij raden raadt hij zenden raadt vinden ik zend jij valt jij zendt ik hij beloof valt ik hij raad zendt jij belooft ik gluur hij belooft jij gluurt jij ik hij jij raadt vind raadt vindt 28 ik hij val gluurt jij valt ik hij jij zend vindt zendt hij valt DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 hij zendt ik gluur ik vind jij gluurt jij vindt 28 hij gluurt hij vindt DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :32 4.7

25 Je wilt Je vindt 4 Flits! oefen je spellingboek p. 29 Brand je Werkwijze Lees Een eerst foutje het mag. hele Schrijf dictee. het hier eenmaal Dicteer goed. dan elke zin in zinvolle delen. De leerlingen Vertel me luisteren hoe je het doet! en noteren de persoonsvorm én het onderwerp. Geef voldoende tijd voor elk woord. Verbeter direct na het dictee en bespreek, indien nodig, bepaalde kwesties klassikaal. Dictee In deze les herhaal je nog eens de persoonsvorm. Je wilt die natuurlijk foutloos schrijven. Je vindt het niet leuk om fouten te maken. Daarom oefen je heel goed! Brand je nu van verlangen om je resultaat te horen? Of vindt je buur dat je het al heel goed kunt? 5 Reflectie Dit heb ik vandaag geleerd! spellingboek p. 29 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik herhaalde de werkwoordspelling van de tegenwoordige tijd. Opmerkingen Tijdens deze les Kijk samen terug op de les. Zijn er leerlingen die willen vertellen wat ze ervan vonden? Herhaal samen het schema voor het schrijven van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Laat de leerlingen ook verwoorden hoe de stam en de ik-vorm worden verkregen. Vraag aan de leerlingen wat ze gemakkelijk en moeilijk vonden in deze les. voelde ik mij: Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: De leerlingen geven hun evaluatie ook in het spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :

26 LES 5 Quiche met broccoli TAALBENDEDOELEN De leerlingen herhalen de denkweg voor het leren schrijven van weetwoorden, in deze les toegepast op woorden waarin we: cc schrijven, maar ks zeggen: succes, cc schrijven, maar k zeggen: accordeon, qu schrijven, maar k of kw zeggen: aquarium, quotiënt. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik kan weetwoorden met c als k juist schrijven. 2 Deze les gaat over... De strategie voor het leren schrijven van weetwoorden, toegepast op woorden met cc en q. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie VOOR DE LES LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven woorden met s geschreven als t juist. De leerlingen schrijven woorden met k geschreven als c juist. De leerlingen denken na over klankcombinaties in de standaardtaal en een andere taal (verwerking). Dit leren we nu. De leerlingen schrijven woorden met ks of kk geschreven als cc juist. De leerlingen denken na over klankcombinaties in de standaardtaal en een andere taal (verwerking). De leerlingen schrijven woorden met q juist. MATERIAAL Spellingboek p BLOON-taak (kopieerblad 1.10) Woordenboek voor elke groep NA DE LES Je deelt de BLOON-taak uit. Je kopieert de BLOON-taak voor alle leerlingen. 5.1

27 LESVERLOOP LES 5 Quiche met broccoli 1 Dit kan ik al! LES 5 Quiche met broccoli DIT KAN IK AL! Ik kan weetwoorden met cc en q juist schrijven. spellingboek p Quiz DIT KAN IK AL! De leerlingen maken Ik kan eerst weetwoorden een korte met cc quiz en q juist om schrijven. de kennis en woordbeelden uit de 1 vorige les op te halen. Bespreek de quiz klassikaal. jij niet in de zon? Quiz LES 2 Jouw 5 jeugd Quiche met broccoli 23 Volgende Jouw jeugd week verschilt verhuist DIT KAN IK AL! verschild verhuisd de hele verschildt school naar een Ik nieuw kan weetwoorden gebouw. met cc en q juist schrijven. behoorlijk van die van je ouders. 4 Ik 3 Volgende vind week verhuist vindt je broer verhuisd maar een opschepper. de hele school naar een nieuw gebouw. 1 4 Ik Verbrandt Deze les Verbrand vindgaat over... jij niet vindt de zon? je broer Lees de maar tekst. een opschepper. 2 Jouw Kleur jeugd alle woorden met de letters cc en q. verschilt verschild Deze Huilend les verschildt gaat stormde over... ze het klaslokaal binnen. Ik had haar nog nooit gezien, maar de behoorlijk accordeon van die die ze van meesleepte, je ouders. herkende ik direct. De accordeonist bij de supermarkt speelde Lees de er tekst. altijd op. Vlak bij het aquarium liet ze zich plotseling vallen, alsof haar Quiz Verbrandt Verbrand 1 verschilt Verbrandt verschild Verbrand verschildt jij behoorlijk niet in de van zon? die van je ouders. 2 Deze 3 Volgende les gaat week accu over... Kleur leeg alle was. woorden Zou met de een letters accident q. zijn gebeurd? Quasi kalm legde meester Stefan Woorden verhuist quiche met cc broccoli en woorden weg, die hij met aan q het zijn eten nieuwe was. Hij liep leerstof. naar haar toe, knielde bij verhuisd haar neer en vroeg wat er scheelde. Ze antwoordde in een vreemd accent. Wij De leerlingen lezen de tekst eerst stil. Daarna kleuren ze alle woorden hele school naar een nieuw gebouw. Huilend verstonden stormde haar nauwelijks, ze het klaslokaal maar binnen. de meester Ik had wist haar met nog succes nooit een gezien, gesprek maar met de met de letters cc en q. Verbeter onmiddellijk klassikaal. Laat de tekst accordeon haar te voeren. die ze Ze meesleepte, antwoordde herkende accuraat ik op direct. zijn vragen. De accordeonist Wat zou er bij zijn de gebeurd? supermarkt hardop 4 Ik speelde lezen. er altijd Zo op. wordt Vlak bij meteen het aquarium de juiste liet ze uitspraak zich plotseling geoefend vallen, alsof en haar stellen de vind leerlingen accu leeg vast was. Zou dat: er een accident zijn gebeurd? Quasi kalm legde meester Stefan vindt de quiche met broccoli weg, die hij aan het eten was. Hij liep naar haar toe, knielde je broer letters maar een cc opschepper. als k (accu) of als ks (accent) worden uitgesproken; bij haar neer en vroeg wat er scheelde. Ze antwoordde in een vreemd accent. Wij de verstonden letter q haar als nauwelijks, k (quiche) maar of als de meester kw (quasi) wist met wordt succes uitgesproken. een gesprek met Besteed haar te voldoende voeren. Ze antwoordde aandacht accuraat aan de op betekenis zijn vragen. Wat van zou de er woorden. zijn gebeurd? Voor sommige woorden wordt de betekenis duidelijk vanuit de context. Deze les gaat over... Laat andere woorden door de leerlingen verklaren. Laat de betekenis opzoeken in een woordenboek of geef zelf een verklaring of synoniem. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :33 30 Lees de tekst. Kleur alle woorden met de letters cc en q. DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :33 Huilend stormde ze het klaslokaal binnen. Ik had haar nog nooit gezien, maar de accordeon die ze meesleepte, herkende ik direct. De accordeonist bij de supermarkt speelde er altijd op. Vlak bij het aquarium liet ze zich plotseling vallen, alsof haar accu leeg was. Zou er een accident zijn gebeurd? Quasi kalm legde meester Stefan de quiche met broccoli weg, die hij aan het eten was. Hij liep naar haar toe, knielde bij haar neer en vroeg wat er scheelde. Ze antwoordde in een vreemd accent. Wij verstonden haar nauwelijks, maar de meester wist met succes een gesprek met haar te voeren. Ze antwoordde accuraat op zijn vragen. Wat zou er zijn gebeurd? spellingboek p. 30 spellingboek p

28 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 2 en 3 (aanloop) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Ik schrijf niet wat ik hoor! De leerlingen werken het best in duo s. Zo kunnen ze elkaar ondersteunen. Woorden met cc en q zijn weetwoorden. Controleer of ze de schrijfstappen voor het schrijven van weetwoorden goed toepassen bij het ordenen van de woorden. Vooral het nakijken en eventueel verbeteren is belangrijk. Deel eventueel de correctiesleutel uit. Aan de slag! spellingboek p. 31 oefening 1 Oefening 1 Ik schrijf niet wat ik hoor! Schrijf de woorden die je kleurde in de passende kolom. Gebruik je afdekkaart. Ik hoor k. Ik hoor ks. Ik hoor k. Ik hoor kw. Ik schrijf cc. Ik schrijf cc. Ik schrijf q. Ik schrijf q. accordeon accident quiche aquarium accordeonist accent quasi accu succes broccoli accuraat diff.: aanloop Oefening 2 Een accordeonist met een accent Laat de in te vullen woorden eerst hardop lezen. Zo wordt de juiste uitspraak geoefend. Laat daarna lezen wat op de verschillende prenten te zien is. De leerlingen kunnen individueel of in duo s aan de slag. Laat de leerlingen elkaars werk controleren. spellingboek p. 32 oefening 2 Oefening 2 Een accordeonist met een accent Schrijf het passende woord bij de prent. Kies uit: accent - aquarium - vaccin - squash - accordeon - quotiënt - accu - broccoli. 31 DTB_ Spellingboekje_Thema1.indd :33 accu quotiënt 5.3 accent vaccin

SPELLINGBOEK 2 DEEL B

SPELLINGBOEK 2 DEEL B SPELLINGBOEK 2 DEEL B LES 6 Echte, rechte en slechte tanden DIT KAN IK AL! Ik schrijf woorden met het dubbele staartje -gt. Deze les gaat over... We stegen met een zucht, tot boven in de lucht. We zaten

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 5 DEEL A

SPELLINGBOEK 5 DEEL A SPELLINGBOEK 5 DEEL A LES 6 Ons feestgedrag onder de loep DIT KAN IK AL! Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en de. Ik kan de regel van verdubbelen en verenkelen toepassen. Ik kan hoofdletters

Nadere informatie

LES. les 1 rap rat, rap! THEMA 5. dit kan ik al! deze les gaat over... de a van rat. aan de slag! man, man, man SPELLINGBOEK

LES. les 1 rap rat, rap! THEMA 5. dit kan ik al! deze les gaat over... de a van rat. aan de slag! man, man, man SPELLINGBOEK THEMA 5 LES 1 les 1 rap rat, rap! dit kan ik al! ik kan de letter a schrijven. ik kan woorden met de korte a lezen. SPELLINGBOEK deze les gaat over... 1 de a van rat schrijf a driemaal over. a schrijf

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 3 DEEL B

SPELLINGBOEK 3 DEEL B SPELLINGBOEK 3 DEEL B LES 1 A, b, c, kook je mee? DIT KAN IK AL! Ik ken het alfabet. Deze les gaat over... Aan de slag! Oefening 1 Kookwedstrijd Aan het einde van het schooljaar wordt een wedstrijd georganiseerd.

Nadere informatie

Welkom in je nieuwe spellingboek. Om snel je weg te vinden, geven we je enkele tips. Een les is altijd op dezelfde manier opgebouwd.

Welkom in je nieuwe spellingboek. Om snel je weg te vinden, geven we je enkele tips. Een les is altijd op dezelfde manier opgebouwd. Hallo, Welkom in je nieuwe spellingboek. Om snel je weg te vinden, geven we je enkele tips. Een les is altijd op dezelfde manier opgebouwd. Weet je het nog? In dit deeltje herhalen we kort wat we vorige

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag 15 januari 016 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: De leerlingen leren om kritisch te kijken naar de verschillende artikelen uit 7Days. De leerlingen leren strategieën toe te passen

Nadere informatie

Thema 1 Wat een toffe bende!

Thema 1 Wat een toffe bende! Thema 1 Wat een toffe bende! Plantyn Motstraat 32, 2800 Mechelen T 015 36 36 36 F 015 36 36 37 klantendienst@plantyn.com www.plantyn.com Dit boek werd gedrukt op papier van verantwoorde herkomst. Ontwerp

Nadere informatie

Films kijken op internet: verboden of niet?

Films kijken op internet: verboden of niet? Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Hoe leer ik uit... Naam: Klas: Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...

Nadere informatie

Taaljournaal, tweede versie

Taaljournaal, tweede versie SPELLING Taaljournaal, tweede versie Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Vakonderdeel: MONDELING TAALGEBRUIK: SPREKEN EN LUISTEREN

Vakonderdeel: MONDELING TAALGEBRUIK: SPREKEN EN LUISTEREN Vakonderdeel: MONDELING TAALGEBRUIK: SPREKEN EN LUISTEREN Doelen Oordelen of een woord al of niet klankzuiver is. Taalhandelingen ontwikkelen: reageren in gesprekken met eenvoudige, maar relevante vragen

Nadere informatie

Ik kan stukjeswoorden met een korte klank en verdubbelen van de medeklinker juist schrijven. hart kam vriendin worst getal kwast fles brug trap kers

Ik kan stukjeswoorden met een korte klank en verdubbelen van de medeklinker juist schrijven. hart kam vriendin worst getal kwast fles brug trap kers THEMA 1 LES 2 Hoor ik dubbel? SPELLINGBOEK Dit kan ik al! Ik kan stukjeswoorden met een korte klank en verdubbelen van de medeklinker juist schrijven. Deze les gaat over... 1 Kort en dan... Kleur in elk

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Lees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart.

Lees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart. Snel aan de slag! Wat heeft u nodig? Het juiste Spelling in beeld-oefenboekje Een schriftje waar uw kind in kan werken Een pen waarmee uw kind prettig werkt Een markeerstift of een aantal kleurpotloden

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 Ann Dauw ISBN 978-11-301-4350-8 9 781130 143508 DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 05-03-18 14:48 THEMA 1 LES 4 Korte tak en lange boom Dit kan ik al! Ik kan hoorwoorden met een korte of lange klank juist

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 5-6

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 5-6 Ann Dauw ISBN 978-11-301-4351-5 9 781130 143515 DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 5-6 05-03-18 14:48 THEMA 2 LES 1 A, b, c, doe je mee? Dit kan ik al! Ik kan klinkers en medeklinkers herkennen. SPELLINGBOEK

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. 5. Onderweg naar een feestje doe je nog even snel een boodschap.

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL P. 02-03 Luisteroefeningen ZOEK DE VERSCHILLEN De leerlingen zoeken op twee prenten de verschillen, zonder elkaars prent te zien P. 04-05 Leesoefeningen JIJ

Nadere informatie

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

Extra oefeningen voor werkwoordspelling Extra oefeningen voor werkwoordspelling Inleiding Bij Taal actief 2 is voor groep 6 een apart werkboekje samengesteld voor de voorbereiding op de spelling van de werkwoorden. Veel gebruikers van Taal actief

Nadere informatie

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Acht leesadviezen voor thuis

Acht leesadviezen voor thuis Acht leesadviezen voor thuis Advies1 Advies 2 Advies 3 Advies 4 Advies 5 Advies 6 Advies 7 Advies 8 Overleg met uw kind over de tijdstippen waarop er het best kan worden ge. Als uw kind daarin inbreng

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Thema 2. Rennen voor geld

Thema 2. Rennen voor geld Thema 2 Rennen voor geld Les 2.1 Berlijnse calorieën zekerheden zebra s onmiddellijk Les 1 reis, ijs Sjoerd vertelt zijn opa dat hij rondjes gaat lopen op een sportterrein. Wat een ander woord voor terrein?

Nadere informatie

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN Doelen De termen lay-out, cursief en vetjes correct gebruiken De bedoeling van een lay-out inzien De bedoeling van cursieve en vetgedrukte woorden inzien.

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Inleiding Waarom klopt het niet als je werdt schrijft? Is het kookte of kookde? Als je onvoldoende Nederlands spreekt als tweede

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING

De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING LES 9 De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING SUGGESTIES VOOR LINKEN Je kunt het kopieerblad met de dobbelsteen (de 5 W-vragen en de H-vraag) kopiëren voor alle leerlingen. Laat ze zelf de dobbelsteen versieren

Nadere informatie

HANDLEIDING SPELLING DEEL A. De Taalbende 2 Thema 1 Wat een toffe bende! Spelling

HANDLEIDING SPELLING DEEL A. De Taalbende 2 Thema 1 Wat een toffe bende! Spelling HANDLEIDING SPELLING DEEL A De Taalbende 2 Thema 1 Wat een toffe bende! Spelling LES 1 In mijn hut TAALBENDEDOELEN Spelling De leerlingen schrijven korte klanken in klankzuivere MKM-woorden. Taalbeschouwing

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt u bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst Zelf vind ik het best erg voor de mensen in Egypte

Nadere informatie

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Lou en Lena: NEE tegen geweld! Mijn prentenboek Prentenboek voor leerlingen 1 e en 2 e leerjaar Lou en Lena: NEE tegen geweld! Mijn naam:... Mijn klas:... Mondiale Vorming - Plan België Hallo, ik ben Lou. En dit is mijn zus Lena. We

Nadere informatie

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma Huiswerk op De Springplank Informatiebrochure voor ouders / verzorgers Deze brochure is opgezet om u als ouders/verzorgers te informeren over de rol van huiswerk op De Springplank. We hopen dat deze informatie

Nadere informatie

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt Speciale les over auteursrecht tekst niveau AA Thuis films kijken 1 Jij kijkt vast wel eens naar een film. 2 Dat kan in de bioscoop. 3 Maar je kunt films ook thuis bekijken. Op internet. 4 Dat is lekker

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter WOORDPAKKET 6.1A WOORDPAKKET 6.1B WOORDPAKKET 6.2 Ik hoor een ie maar schrijf een i: woorden net als fabrikant. Ik hoor een ie maar schrijf een i in een tweeklank: woorden net als radio. Aardrijkskundige

Nadere informatie

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les: Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie

Nadere informatie

Analyse van getallen tot (2)

Analyse van getallen tot (2) WERKBOEK 5 Les 7 Analyse van getallen tot 1 000 000 (2) Dit kan ik al! Ik kan getallen tot 1 000 000 lezen en schrijven. Ik kan getallen tot 1 000 000 op een getallenas plaatsen. Ik kan getallen tot 1

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen! In dit document kunt u lezen wat de kinderen leren in elke kern. In de eerste zes kernen zal dit voornamelijk ingaan op het aanleren van woorden en letters. In de laatste kernen komt het lezen al wat meer

Nadere informatie

Woordenschat blok 04 gr4 Les 1 Enzovoort: en ga zo maar verder. Hierboven: boven iets, bijvoorbeeld een lijn. Hieronder: onder iets, bijvoorbeeld een

Woordenschat blok 04 gr4 Les 1 Enzovoort: en ga zo maar verder. Hierboven: boven iets, bijvoorbeeld een lijn. Hieronder: onder iets, bijvoorbeeld een Woordenschat blok 04 gr4 Les 1 Enzovoort: en ga zo maar verder. Hierboven: boven iets, bijvoorbeeld een lijn. Hieronder: onder iets, bijvoorbeeld een lijn. Ondersteboven: iets staat op zijn kop, de onderkant

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra

Nadere informatie

1.1. Thema 1 Jij HOORT erbij!

1.1. Thema 1 Jij HOORT erbij! 11 Thema 1 Jij HOORT erbij! Plantyn Motstraat 32, 2800 Mechelen T 015 36 36 36 F 015 36 36 37 klantendienst@plantyncom wwwplantyncom Dit boek werd gedrukt op papier van verantwoorde herkomst Ontwerp en

Nadere informatie

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik? : Overzicht lesverloop 25 1 De leerlingen lezen individueel een aantal eenvoudige raadsels over voorwerpen uit een boekentas om ze daarna in duo s aan elkaar voor te lezen. Ze zoeken telkens samen naar

Nadere informatie

Taken en lessen bij de duizendpoten

Taken en lessen bij de duizendpoten 1 Taken en lessen bij de duizendpoten 2 Tips Hou een papierklem bij aan de rand van dit boekje. Het kan je telkens helpen om in een stappenplan te tonen waar je bent gebleven. Hou dit boekje bij in je

Nadere informatie

Thema 4. Straatmuzikanten

Thema 4. Straatmuzikanten Thema 4 Straatmuzikanten Les 4.1 tinnen ideeën pakketten resultaat passage Les 1 de, jarig Een man met korte, grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje. Waar hoor

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

1. Beeldbeschrijving 2. 2. Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier 4. 3. De benaderingen 5

1. Beeldbeschrijving 2. 2. Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier 4. 3. De benaderingen 5 Het drukke kind Handleiding Het drukke kind Inhoudsopgave 1. Beeldbeschrijving 2 2. Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier 4 3. De benaderingen 5 4. Actieplan voor het

Nadere informatie

W E R K B O E K 2 B L O K _Wiskanjers_Ljr2.indb :21

W E R K B O E K 2 B L O K _Wiskanjers_Ljr2.indb :21 WERKBOEK 2 BLOK 3 2-3-13_Wiskanjers_Ljr2.indb 1 15-02-16 14:21 De maal- en deeltafel van 2, 10 en 5 Les 13 Dit kan ik al! Ik kan het keer- of maalteken benoemen en correct gebruiken. Ik kan de maal- en

Nadere informatie

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen Introductie Introductie Gamen, Hyven, informatie zoeken, filmpjes kijken, muziek luisteren, spullen kopen of verkopen. Internetten doen we allemaal. Soms voor de lol, soms serieus, soms thuis, soms op

Nadere informatie

SPOT EEN JOB! Later wil ik worden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

SPOT EEN JOB! Later wil ik worden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS SPOT EEN JOB! Wie zoekt die vindt! Er zijn veel manieren om vacatures te vinden. In dit lespakket worden de jongeren aan het werk gezet om via verschillende kanalen vacatures te vinden: kranten, internet,

Nadere informatie

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 Ann Dauw ISBN 978-11-301-4350-8 9 781130 143508 DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 05-03-18 14:48 THEMA 2 LES 3 Bram speelt een lied Dit kan ik al! Ik kan woorden met twee of drie klanken schrijven. SPELLINGBOEK

Nadere informatie

WERKSCHRIFT 6 BLOK 4 EN 5

WERKSCHRIFT 6 BLOK 4 EN 5 WERKSCHRIFT 6 BLOK 4 EN 5 Blok 4 Les 1 Cijferen: delen met natuurlijke getallen tot 10 miljoen en kommagetallen tot op 0,001 Dit kan ik al! Ik kan delen tot 10 000 000 en tot op 0,001 nauwkeurig. Ik kan

Nadere informatie

TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN

TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN Doelen Verdiepen van de beweeglijkheid van zinnen. Onderscheiden van nodige en bijkomende informatieve delen. Zinnen inkorten en langer maken. Materiaal Werkboek

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden. 1 Lezen 1.1 Lezen wat er staat Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden. Leren kun je op allerlei manieren doen. Je kunt een opleiding of cursus volgen, maar je

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie

akelige doosjes Dag 3 Monsters in Lesdoelen Materialen Voorbereiding Coöperatieve werkvormen in deze les

akelige doosjes Dag 3 Monsters in Lesdoelen Materialen Voorbereiding Coöperatieve werkvormen in deze les Dag 3 Monsters in akelige doosjes Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: monsternamen en raadseltjes verzinnen Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > Monsternamen verzinnen

Nadere informatie

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO Sta in je recht Lessen over (kinder)rechten voor Speed-date Wij hebben een rechtsysteem waar iedereen zich aan moet houden. Maar welke rechten zijn dat dan? Welke ken je en welke rechten lijken jou vanzelfsprekend?

Nadere informatie

Handleiding niveau B. week 7 9 februari 2009 handleiding niveau B

Handleiding niveau B. week 7 9 februari 2009 handleiding niveau B Handleiding niveau B Vooraf In Australië woeden op dit moment hevige bosbranden die veel slachtoffers geëist hebben. Verschillende scholen hebben aangegeven hierover een tekst te willen. Daarom besteedt

Nadere informatie

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht: Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart

Nadere informatie

2.1 FaVoriete leestips

2.1 FaVoriete leestips Verhalend 2.1 FaVoriete leestips Van klasgenoten heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften die mij leuk lijken: 1.... 2.... 3.... Van de leraar heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften

Nadere informatie

Juf Sabine en juf Maaike

Juf Sabine en juf Maaike Je moet daar heel wat voor kunnen: - Je moet goed kunnen lezen - En ook goed begrijpen wat je leest - Je moet goed kunnen opzoeken - En goed kunnen kiezen wat je wel en niet nodig hebt. - Je moet je verhaal

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s

Nadere informatie

Bij u schuil ik, u bent mijn schild,

Bij u schuil ik, u bent mijn schild, Bij u schuil ik, u bent mijn schild, in uw woord stel ik mijn hoop. Psalm 119:114 inleiding Laten we eerlijk zijn: het is niet zo eenvoudig om regelmatig uit de Bijbel te lezen en te bidden. Onze volle

Nadere informatie

KOPIEERBLADEN. THEMA 5: Ik wil ridder worden! Plantyn - TotemTaal - Thema 5: ik wil ridder worden!

KOPIEERBLADEN. THEMA 5: Ik wil ridder worden! Plantyn - TotemTaal - Thema 5: ik wil ridder worden! KOPIEERBLADEN THEMA 5: Ik wil ridder worden! 97 97 Wat moet je doen om ridder te worden? Vind je dit goed? Moet er nog iets bij? Als je de opdrachten hier goed uitvoert, krijg je een ridderdiploma. Page

Nadere informatie

Liefde, voor iedereen gelijk?

Liefde, voor iedereen gelijk? Seksuele diversiteit graad 2 Lesvoorbereiding Liefde, voor iedereen gelijk? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de verhalen 'Het geheim van Mirjam'

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Hoe plan ik mijn huiswerk

Hoe plan ik mijn huiswerk Marije Kuin & Bianca E. Boyer Hoe plan ik mijn huiswerk EEN PRAKTISCH WERKBOEK Dit werkboek is van:... Vormgeving omslag: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Vormgeving binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie