Dieselmanagement (3) E. Gernaat (ISBN ) 1 Elektronisch geregelde verdeelpompen. 2 EPIC-pomp van Lucas

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dieselmanagement (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Elektronisch geregelde verdeelpompen. 2 EPIC-pomp van Lucas"

Transcriptie

1 Dieselmanagement (3) E. Gernaat (ISBN ) 1 Elektronisch geregelde verdeelpompen Evenals bij de benzinemotoren heeft ook bij de Dieselmotoren de besturingscomputer zijn intrede gedaan 1. De regeling van het inspuitsysteem staat geheel onder controle van een computer. Men spreekt van Electronic Diesel Control (EDC). Het zal duidelijk zijn dat het belangrijkste aan te sturen onderdeel van een Dieselmotor de hogedruk-brandstofpomp is. Maar ook anderen systemen zoals voorgloei, uitlaatgasrecirculatie en turbolading worden door de EDC-computer geregeld. We beschrijven in eerste instantie een drietal elektronisch gestuurde pompen te weten: de EPIC-pomp van Lucas en twee Bosch pompen de VP- en de VP44-pomp. 2 EPIC-pomp van Lucas De Lucas EPIC-pomp is een volledig elektronisch geregelde roterende brandstofpomp. De volgende functies worden geregeld: startopbrengst, regeling stationair toerental; regeling deellastopbrengst, vollastregeling; regeling inspuitmoment, zelfdiagnose. Fig. 4.1 geeft de opengewerkte pomp weer met de voornaamste onderdelen 2.1 Werkingsprincipe van de EPIC-verdelerbrandstofpomp (fig. 4.2) De EPIC-verdelerbrandstofpomp is volledig met brandstof gevuld. De aandrijfas (2) wordt door de motor met het nokkenastoerental d.m.v. een getande riem aangedreven. Het achterste gedeelte van de as is voorzien van een inwendig conisch uitgedraaide aandrijfklauw met vier geleidebanen. Dit gedeelte bestaat uit de verdeelrotor (7), hogedrukplunjers (6), rolstoters (5) en rollen (4). De rolstoters hebben afgeschuinde vlakken aan de zijkanten, die de glijvlakken vormen voor de heen- en weergaande beweging in de conische draagvlakken van de aandrijfklauw. Door de horizontale beweging van de verdeelrotor worden de 1. Op dit werk is de Creative Commons Licentie van toepassing 1

2 Figuur 1: De Lucas EPIC-pomp 1) brandstoftoevoer, 2) overdrukklep, 3) magneetklep, 4) magneetklep, 5) connector, 6) vervroegingsplunjer, 7) magneetklep, 8) stopklep, 9) rotorpositiesensor, 10) persklep, 11) rotor, 12) hogedrukplunjer, 13) Hallsensor (pomptoerental/positie), 14) rolstotor, 15) transferdrukregelklep, 16) aandrijftandwiel, 17) aandrijfas 2

3 rolstoters over het conische draagvlak verplaatst. Hierdoor wordt de slag van de hogedrukplunjers gevariëerd. Om de aandrijfas bevindt zich een nokkenring (9), die afhankelijk van het inspuitmoment met de draairichting mee of tegen de draairichting in wordt verdraaid. Door het draaien van de verdeelrotor (7) komen de rollen tegen de nokken van de nokkenring aan en worden de hogedrukplunjers door de rollen en de rolstoters naar binnen gedrukt. Door de hogedruk die hierbij wordt opgewekt wordt de brandstof via de boring van de verdeelrotor naar de betreffende verstuiver gevoerd. Figuur 2: Hogedrukgedeelte van de EPIC-pomp A) radiale nokkenringverstelling, B) axiale verdeelrotorverstelling 1) verstelplunjer, 2) aandrijfas, 3) glijvlakken, 4) rollen, 5) rolstoters, 6) hogedrukplunjers, 7) verdeelrotor, 8) drukveer, 9) nokkenring, 10) transferpomp 2.2 Regeling van de brandstofopbrengst (fig. 4.3) De brandstofopbrengst wordt bepaald door de slag van de hogedrukplunjers. Deze slag is afhankelijk van de horizontale verplaatsing van de verdeelrotor. Wanneer de verdeelrotor zich in de lijn van de aandrijfas naar rechts verplaatst, glijden de rolstoters schuin naar buiten. De slag van de hogedrukplunjers wordt groter en de brandstofopbrengst neemt toe (fig. 4.3 A). Omgekeerd wanneer de verdeelrotor zich naar links beweegt worden de hogedrukplunjers naar binnen geforceerd en neemt de slag af (fig. 4.3 B). Bij stilstaande motor drukt de drukveer (1) de verdeelrotor in de meest rechtse positie (fig. A), waarbij de hogedrukplunjers hun grootste slag maken (vollast). Bij stationair draaiende motor wordt de rotorkamer achter de verdeelrotor met brandstof gevuld, waar- 3

4 Figuur 3: De opbrengst van de pomp verandert wanneer de verdeelrotor zich verplaatst in de lengterichting van de aandrijfas. A) vollaststand, B) nulopbrengst 1) terugdrukveer, 2) hogedrukplunjers, 3) rolstoters, 4) rotorkamer, 5) aanslag vollast, 6) verdeelrotor, 7) aanslag nulopbrengst, 8) nokkenring, 9) aandrijfas 4

5 door de brandstofdruk de rotor tegen de veerkracht in tot zijn aanslag verplaatst. Fig. B geeft dan de nulopbrengst van de pomp weer. De rotorkamer (7) is met twee magneetkleppen verbonden, die door de EDCcomputer worden aangestuurd (fig. 4.4). De EDC-computer leest de gaspedaalstand in en bepaalt vervolgens de bijbehorende druk in de rotorkamer. De computer wordt nauwkeurig geïnformeerd over de stand van de verdeelrotor door rotorpositiesensor (6). Het door deze inductieve sensor geleverde signaal wordt in de EDC-computer voortdurend vergeleken met de berekende waarde. De rotorstand kan vervolgens door het afwisselend aansturen van de toevoermagneetklep (3) en de retourmagneetklep (1) worden bijgesteld. De EDC-computer opent hierbij telkens slechts één magneetklep. De verstelling van de verdeelrotor kan alleen plaatsvinden tussen inspuitingen, wanneer de rollen niet worden belast. Tijdens het inspuiten zijn beide magneetkleppen gesloten. Regeltechnisch kan het geheel ook worden voorgesteld als fig Figuur 4: Opstelling van de toe- en afvoermagneetklep voor het regelen van de opbrengst 1) retourmagneetklep, 2) EDC-computer, 3) toevoermagneetklep, 4) spoel, 5) weekijzeren kern, 6) rotorpositiesensor, 7) rotorkamer, 8) verdeelrotor, 9) drukveer De gaspedaalstand is dan de gewenste waarde die wordt vergeleken met de teruggekoppelde waarde van de rotorpositiesensor. 5

6 Figuur 5: De opbrengstregeling van de EPIC-pomp regeltechnisch bekeken 2.3 Regeling van het inspuittijdstip (fig. 4.6) Het inspuitbegin wordt in een gesloten regeling voortdurend door de EDCcomputer geregeld. Dit geschiedt belasting en toerental afhankelijk, aan de hand van de in het geheugen opgeslagen referentievelden. De nokkenring wordt door de vervroegingsplunjer in de richting vroeg of laat versteld. De nokkenringpositiesensor (4) stuurt voor de werkelijke positie van de ring een inductief signaal naar de EDC-computer. Geïntegreerd met de nokkenringpositiesensor is een brandstoftemperatuursensor. De EDC-computer ontvangt informatie van een inductieve sensor (12) op de krukas en een Hallsensor op de pompas en nokkenas(13). Het toerental, de krukaspositie en de pomppositie (cilinderverdeling) kan zo worden bepaald. Er zijn ook uitvoeringen met een verstuivernaaldsensor. Met een dergelijke sensor is het exacte inspuitmoment bekend. Met behulp van een krukaspositiesensor is dan het inspuitmoment op een uiterst exacte wijze te regelen. De positie van de vervroegingsplunjer (8) wordt bepaald door de transferdruk, de drukveer (5) en de magneetklep (2). Aan zijde (A) van de vervroegingsplunjer werkt transferdruk en aan zijde (B) regeldruk. Deze regeldruk komt tot stand uit de transferdruk. De EDC-computer stuurt de vervroegingsmagneetklep met massasignalen (C) aan, waardoor deze variabel kan openen. Hierdoor kan de brandstof in de drukveerkamer stromen, die via een gekalibreerde boring (0,6 mm) met het pomphuis is verbonden. Door de drukverschillen (A en B) wordt de vervroegingsplunjer en daarmee de nokkenring traploos in de gewenste positie tussen vroeg en laat versteld. Als de krachten in de kamers gelijk zijn, blijft de vervroegingsplunjer in een gewenste stand staan. Beide kamers zijn voorzien van terugslagkleppen, 6

7 Figuur 6: De inspuitvervroegingsregeling A) transferdruk, B) regeldruk, C) massa-gestuurd signaal, D) variabele doorlaat 1) terugslagklep, 2) vervroegingsmagneetklep, 3) EDC-computer, 4) nokkenringpositiesensor, 5) drukveer, 6) gekalibreerde boring, 7) nokkenring, 8) vervroegingsplunjer, 9) transferpomp, 12) induktie-impulsgever krukaspositie, 13) Hallgever nokkenas 7

8 die het ongewenst pulseren van de nokkenring voorkomen. 2.4 Brandstofcircuit Fig. 4.7 geeft een volledig overzicht van het brandstofcircuit. Vanuit een lagedruk opvoerpomp de zgn. transferpomp (3) met filters en drukregelaar (2) komt de brandstof via een stopklep (6) en de opening in de rotor (8) in de ruimte van de hogedrukplunjers. De opbrengstregeling vindt plaats met behulp van de magneetkleppen (9) en (11) als eerder is beschreven. De aanpassing van het inspuitmoment vindt plaats d.m.v. de vervroegingsmagneetklep (10). De terugkoppel-sensoren zijn aangegeven met (14) en (15). De Hallsensor (4) geeft aan bij welke cilinder de inspuiting plaats vindt. Door draaiing van de Figuur 7: Overzicht van het brandstofcircuit. A = toevoer, B = retour, C = naar verstuivers. 1) filters, 2) drukregelaar, 3) transferpomp, 4) Hall-impulsgever, 5) terugslagklep, 6) stopklep, 7) plunjers, 8) verdeelgroef, 9) opbrengstklep 1, 10) vervroegingsklep, 11) opbrengstklep 2, 12) terugslagklep, 13) vervroegingsunit, 14) positiesensor, 15) positiesensor, 16 nokkenring rotor wordt volgens het principe van een verdeelpomp (fig. 4.8) afwisselend de plunjerruimte gevuld en vervolgens via een persklep naar de verstuivers geperst. 2.5 Elektromagnetische stopklep (Fig. 4.9) De stopklep is een brandstofafsluitklep waarmee de dieselmotor kan worden afgezet. Wanneer de motor draait blijft de stopklep geopend. De motor stopt 8

9 Figuur 8: Links: het vullen van de ruimte tussen de plunjers. Rechts: het wegpersen van de brandstof naar de verstuivers. ten gevolge van de onderbreking van de brandstoftoevoer. De klep wordt bij het starten van de motor door de EDC-computer aangestuurd en opent het verbindingskanaal tussen de transferpomp en de vulkanalen van het hogedruksysteem. Om zwarte rook bij het starten te voorkomen, opent de brandstofafsluitklep pas als de pomprotor zich in de door de EDC-computer berekende positie bevindt. Figuur 9: Elektromagnetische stopklep 1) drukveer, 2) spoel, 3) anker, 4) afdichtelement, 5) stopklep, 6) voedingsrelais 2.6 Elektromagnetische regelkleppen (Fig. 4.10) De elektromagnetische regelkleppen onderbreken bij de bekrachtiging door de EDC-computer de brandstofstroom. De brandstofkanalen zijn voorzien van 9

10 gekalibreerde boringen, die zorgen voor de hydraulische demping t.b.v. de magneetkleppen. De aansturing van de magneetklepen gebeurt door pulsen met een variabele tijdsduur (PWM-sturing). Figuur 10: Elektromagnetische regelklep 1) anker, 2) spoel, 3) plunjer, 4) toevoermagneetklep, 5) retourrnagneetklep, 6) magneetklep nokkenringverstelling 2.7 Transferdrukregelklep en overdrukklep (fig. 4.11) Als brandstof wordt geleverd, verschuift de toenemende brandstofdruk de plunjer tegen de drukveer in en opent een boring waardoor de brandstof kan terugstromen in de toevoerleiding. Door de werking van de drukveer stijgt de brandstofdruk evenredig met het pomptoerental. De overdrukklep bevindt zich in de retourleiding naar de brandstoftank. Het is een veerbelaste kogelklep, die de brandstofdruk in het inwendige van de pomp op 0,5 bar begrenst. 2.8 Blokschema en elektrisch schema Fig geeft in blokschema het regeloverzicht van het EPIC-systeem. Behalve de eigenlijke pompregeling zien we dat ook de EGR, de turbodruk en het gloeisysteem door de computer worden geregeld. Fig geeft het elektrische schema van de pompopstelling (Ford Transit). 10

11 Figuur 11: De transferdrukregelklep (links) en de overdrukklep (rechts) Links: A) transferdruk, B) retour 1) drukveer, 2) regelplunjer Rechts: A) toevoer pomphuis, B) retour naar brandstoftank, C) retour van retourmagneetklep, 1) drukveer, 2) ontluchtboring, 3) kogelklep Figuur 12: Blokschema van het Lucas EPIC-systeem 11

12 Figuur 13: Het elektrische schema van de EPIC-pomp 1) EDC-computer, 2) brandstofpomp, 3) krukaspositiesensor, 4) contactslot, 5) rijsnelheidssensor, 6) voedingsrelais, 7) accu, 8) gaspedaalsensor, 9) airco-schakelaar, 10) drukregelschakelaar airco, 11) drukschakelaar airco, 12) koelvloeistoftemperatuursensor, 13) EGR-klep, 14) uitschakelrelais airco, 15) inlaatluchttemperatuursensor, 16) MAP-sensor, 17) acceleratiedrukschuif, 18) kickdown relais, 19) kickdown magneetschakelaar, 20) diagnose connector, 21) vacuümregelaar, 22) kickdown houdrelais 12

13 3 Bosch VP-pomp Wanneer we de Bosch VP-pomp van fig vergelijken met de Bosch VEpomp dan zien we dat het hart van de pomp onveranderd is. Gelijk zijn de ingaande as met de opvoerpomp (8), de nokkenring (6), de regelschuif (5) en het pompverdeelhuis met daarin de pompplunjer (3). Verder zien we de drukregelaar (4) met de inspuitmomentversteller (10) die nu PWM-gestuurd wordt. De brandstofstop die elektrisch bekrachtigd wordt, wordt met (9) aangegeven. Nieuw zijn de componenten gemonteerd bovenin de pomp nl. de stelmotor of beter gezegd de actuator (2) voor de stand van de regelschuif (5) en een opbrengst- of regelschuifpositiesensor (1) die de computer informeert omtrent de stand van de regelschuif. Figuur 14: Doorsnede van de Bosch VP-pomp 1) opbrengstsensor, 2) actuator opbrengst, 3) pompplunjer, 4) drukregelaar, 5) regelschuif, 6) nokkenring, 7) rollenring, 8) opvoerpomp, 9) (elektro)stopklep, 10) inspuitmomentversteller 3.1 Actuator voor de opbrengst ( stelmotor regelschuif) De opbrengst-actuator (2) bestaat uit een as, die met behulp van een excentriek aan onderzijde, verbonden is met de regelschuif. Aan de bovenzijde is de as bevestigd aan een draaibare permanente magneet. Een vast gemonteerde elektromagneet wordt door de EDC-computer pulsgewijze aangestuurd. Afhankelijk 13

14 van de duty-cycle wordt de permanente magneet meer of minder door de elektromagneet (tegen de veerspanning in) aangetrokken. Hierdoor verdraait de as en derhalve de excentriek en verschuift de regelschuif (Zie fig. 4.15). Wanneer de elektromagneet niet wordt bekrachtigd dan trekt de veer de regelschuif naar de nulopbrengst. Er zijn een aantal bijzonderheden: Figuur 15: Links: de plaats van de opbrengstsensor (1), de opbrengstactuator (2) en de temperatuursensor (3) in de pomp. Rechts: werkings-principe van de opbrengstactuator (stelmotor regelschuif) De opbrengst-actuator gedraagt zich progressief. Zowel de duty-cycle als de frequentie (200 tot 500 Hz) worden door de computer aangepast. Aangezien de elektromagneet massa-gestuurd is zal een duty-cycle met een grotere laag / periodeverhouding de elektromagneet sterker bekrachtigen en zal de opbrengst toenemen. Wanneer bij een bepaalde gewenste opbrengst ongeveer 1/4 van de noodzakelijk regelweg is afgelegd wordt voor een snellere verplaatsing de frequentie geleidelijk opgevoerd totdat de gewenste stand is bereikt. 3.2 Opbrengst- of regelschuifpositiesensor (fig. 4.16) De opbrengstactuator verdraait de excentriek op de as waardoor de opbrengst verandert. Een opbrengstsensor controleert of de gewenste stand (opbrengst) ook bereikt is. Het betreft hier een inductieve sensor met kortsluitring. De complete sensor bestaat uit 2 spoeltjes. Een spoel waarvan de kern is uitgevoerd met een vaste kortsluitring ontvangt van de computer een sinusvormige wisselspanning met een frequentie van 10 khz en constante amplitude. De inductiviteit van de spoel L0 is constant. Ook voorziet de computer de andere spoel van een sinusvormige spanning maar deze is in fase verschoven. Indien beide amplituden aan elkaar gelijk zijn dan is de som van de spanningen gelijk aan nul. In werkelijkheid wordt door het regelcircuit de spanning 14

15 Figuur 16: Het elektrische principe van de opbrengstsensor op 2,5 V gehouden door de amplitudes met een vaste waarde van elkaar te laten verschillen. De tweede kortsluitring is verbonden met de regelschuifas en beïnvloedt bij verdraaiing de luchtspleet en derhalve de inductiviteit van de spoel (L1). De sleuf heeft hiervoor een conisch verloop. De verhouding tussen L0 en L1 is proportioneel met de verplaatsing van de regelschuifas. De verandering van de inductiviteit geeft ook een evenredige amplitude-verandering waardoor de spanning in het knooppunt ongelijk aan nul of beter gezegd ongelijk aan de referentie spanning (= 2,5 V) wordt. Het regelcircuit tracht het evenwicht te behouden door de amplitude weer aan te passen. De analoge spanning die hiervoor nodig is dient als gemeten waarde. Deze waarde wordt intern door de computer verwerkt en kan aan de buitenzijde niet worden gemeten. Regeltechnisch kan de opbrengstregeling voorgesteld worden als fig Fig. Figuur 17: Opbrengstregeling regeltechnisch voorgesteld geeft de aansluitingen van de opbrengstsensor en de actuator alsmede de brandstoftemperatuursensor op de EDC-computer. 15

16 Figuur 18: Aansluiting van de opbrengstregelcomponenten aan de EDC-computer van een Bosch VP 36/37 computer op een 1,9 TDI-motor. G81 brandstoftemperatuursensor, G149 opbrengstsensor (positie regelschuif), N146 opbrengstactuator (stelmotor regelschuif) 3.3 Inspuitvervroeging (fig. 4.19) Het inspuitmoment wordt net als bij de mechanische VE-pomp bepaald door de stand van de rollenring. De rollenringstand wordt aangepast door een inspuitversteller (plunjer) die wordt bekrachtigd door de afgeregelde druk verkregen vanuit de elektronisch aangestuurde drukregelaar N108. We zien in fig rechts dat de brandstof onder druk aan de bovenzijde binnenkomt waardoor de ring tegen de veerdruk in in de richting vroeg zal bewegen. Wanneer de computer vaststelt dat de vereiste vervroeging is bereikt zal de klep N108 openen waardoor de brandstof terug kan stromen naar de aanzuigkant (retour) van de schottenpomp. De regeling is pulsbreedte gestuurd. Pas boven een bepaald toerental wordt er vervroegd. Fig laat de Figuur 19: Inspuitvervroeging door het verdraaien van de rollenring. De drukregelaar regelt de druk door de retour van de brandstof te reguleren. aansluiting zien van de vervroegingsdrukregelaar op de EDC-computer en het oscilloscoopbeeld bij stationair draaiende motor en tijdens plotseling gasgeven. De inspuitvervroeging die bepaald wordt door de informatie verkregen uit de 16

17 signaal bij stationair draaaien computer signaal tijdens acceleratie 1 V/div 10 ms/div Figuur 20: Elektrische aansluiting (links) en aanstuursignalen (rechts) van de inspuitvervroegingsregelaar diverse sensoren (motortoerental, vullingsgraad, temperatuur e.d.) wordt door het systeem door middel van terugkoppeling gerealiseerd. Hiervoor is -zoals we al eerder hebben opgemerkt- de verstuiver van één cilinder voorzien van een spoeltje. Door het lichten van de naald variëert de zelfinductiecoëfficiënt van de spoel. Deze verandering wordt door de computer geregistreerd. Uit het tijdverschil tussen het verstuiversignaal en het krukasreferentiesignaal berekent de EDC-computer het werkelijke inspuittijdstip. Dit wordt vergeleken met het gewenste inspuittijdstip zoals door de sensoren is aangegeven. Zonodig vindt bijstelling plaats. Fig geeft de verstuiver met naaldverplaatsingssensor, de aansluiting hiervan op de EDC-computer en het met de oscilloscoop gemeten signaal weer. Regeltechnisch kan het inspuitvervroegingssysteem worden voorgesteld volgens fig Met behulp van informatie verkregen van de sensoren wordt door de computer de gewenste vervroegingswaarde vastgesteld. Veelal geschiedt dit d.m.v. een opzoektabel. Een daarbij behorent PWM-signaal wordt naar de spoel van de inspuitversteller gestuurd. Na het inlezen van het verstuiversignaal en het krukasreferentiesignaal wordt het gewenste en werkelijke inspuitmoment met elkaar vergeleken. Bij afwijking hiervan wordt het PWM-signaal naar de inspuitversteller aangepast. 3.4 De gaspedaalsensor De EDC-computer krijgt via de gaspedaalsensor informatie binnen omtrent de door de bestuurder gewenste motorbelasting. Afhankelijk hiervan zal de brandstofhoeveelheid worden gewijzigd. De computer verbindt hier echter een aantal voorwaarden aan. Zo mag bijv. het maximum motortoerental niet worden over- 17

18 Figuur 21: Doorsnede van de verstuiver met naaldverplaatsingssensor, de aansluiting van de verstuiver op de EDC- computer en het verstuiversignaal. Figuur 22: Regeltechnische voorstelling van de regeling van het inspuitmoment 18

19 schreden. De regelateurfunctie, zoals eerder beschreven, wordt op deze wijze gerealiseerd. Een gasklepschakelaar geeft aan dat de motor stationair draait. Het voorgeprogrammeerde stationair toerental kan worden gehandhaafd door de opbrengst te wijzigen. Hiermee is ook de stationairregeling een feit. Fig geeft het aanzicht van een gasklepsensor, de aansluiting op de computer en de uitgangsspanning. Tot slot de krukassensor (fig. 4.24) als toerental- en referen- Figuur 23: Links boven: aansluiting van de gaspedaalsensor op de EDC computer, links onder: verloop uitgangsspanning. Rechts: aanzicht van de gaspedaalsensor tiepuntgever zoals toegepast wordt op de Citroën Dieselmotoren. Het gaat om een inductieve sensor die signalen opwekt bij het passeren van metalen stiften. De stiften zijn gemonteerd om de 90 0 en 5 0 voor het BDP. Figuur 24: De krukassensor als toerental- en referentiepuntgever (Citroën) 19

20 4 Bosch VP44 De Bosch VP44 (fig. 4.25) is een radiaal pomp dat wil zeggen dat de inspuitplunjers dwars op de aandrijfas staan en niet zoals bij de VE- en VP-pomp in de lengterichting van de as. De pomp lijkt wat dat betreft op de EPIC-pomp van Lucas. Evenals bij de andere roterende pompen zuigt de hogedrukpomp zelf de brandstof aan en wordt de inspuitvervroeging geregeld. De inspuitdruk bedraagt max bar. Het aanzuigen van de brandstof geschiedt door Figuur 25: Opengewerkte tekening van de Bosch VP44-S5 pomp (tekening Bosch) 1) hogedrukruimte, 2) overstroomventiel, 3) magneet-hoeveelheidsregelklep, 4) persklep, 5) verdeelstuk, 6) magneetklep inspuitvervroeger, 7) hogedrukplunjers, 8) nokkenring, 9) brandstofopvoerpomp, 10) hoeksensor, 11) aandrijfas een interne vleugelpomp (9). De gehele pomp is met brandstof gevuld. Een drukregelklep (2) zorgt ervoor dat er een afgeregelde brandstofdruk heerst. Een magneetklep (3) regelt de hoeveelheid in te spuiten brandstof. Wanneer de magneetklep geopend is worden de plunjers naar hun onderste stand gedrukt en kan de brandstof de ruimte tussen de hogedrukplunjers vullen (fig. 4.26). Wanneer de pomp draait dan worden de plunjers naar binnen gedrukt door de nokken op de nokkenring. Wanneer de magneetklep gesloten is kan druk worden opgebouwd en wordt door het draaien van de verdeleras de verbinding met e e n van de verstuivers gemaakt en kan de inspuiting plaats vinden (fig. 4.27). 20

21 Figuur 26: Een vleugelpomp (boven) perst de brandstof via de openstaaande magneetklep naar de ruimte tussen de hogedrukplunjers (onder). Tek. VAG 21

22 Figuur 27: De nokken op de nokkenring drukken de plunjers naar binnen en zorgen voor de inspuiting. De magneetklep dient gesloten te zijn (tek. VAG). 22

23 De hogedrukmagneetklep wordt bediend door het regelapparaat. De klep sluit in de onderste plunjerstand. Het tijdstip van sluiten bepaalt het opbrengstbegin van de pomp. De brandstofopbrengst wordt bepaald door het moment dat de magneetklep door het regelapparaat weer geopend wordt. Met zou kunnen spreken van een duty-cycle geregeld signaal. De nullastopbrengst bedraagt ongeveer 5 mm 3 per inspuiting en maximaal kan 55 mm 3 worden ingespoten. Omdat bij het uitschakelen van het contact de magneetklep open gaat kan geen brandstof meer worden weggeperst waardoor de motor stopt. Een stopklep is derhalve overbodig (fig. 4.28). Figuur 28: Omdat bij het stilzetten van de motor de magneetklep niet bekrachtigd wordt zal er geen inspuiting kunnen plaatsvinden. Een stopklep is overbodig (tek.vag). 4.1 Inspuitverstelling (fig. 4.29) De informatie omtrent de inspuitverstelling krijgt het EDC-regelapparaat van de verstuivernaaldsensor, de koelvloeistoftemperatuursensor en de motortoerentalsensor. De belastingsinformatie wordt verkregen vanuit de berekende hoeveelheid brandstof. Door verdraaiing van de nokkenring kan het inspuitmoment worden versteld. De nokkenring is hiervoor verbonden met de plunjer van de inspuitregelaar. In de rusttoestand drukt de veer de nokkenring naar links in de positie laat. Zie de bovenste figuur. Waneer de motor draait zorgt de opvoerpomp met drukregelaar voor een brandstofdruk evenredig met het toerental. De stuurdruk voor de inspuitvervroeging wordt verkregen door de inspuitbeginklep. Als het toerental toeneemt wordt de brandstofdruk door de klep inspuitbegin toegelaten tot de ringvormige kamer (fig. links onder). Hierdoor 23

24 wordt de doseerzuiger naar rechts gedrukt en komt de opening vrij waardoor brandstof onder druk achter de plunjer van de inspuitregelaar wordt toegelaten. De nokkenring verdraait naar rechts en de inspuiting wordt vervroegd (fig. rechts onder). De met het toerental variërende brandstofdruk zorgt dan voor de toerental-afhankelijke inspuitvervroeging. Figuur 29: Opstelling van de inspuitmomentversteller. Boven: in rustoestand drukt de veer de nokkenring naar de laat positie. Links onder: vanuit de inspuitbeginklep wordt brandstof onder druk toegelaten tot de ringvormige kamer. Rechts onder: de brandstof onder druk komt nu achter de zuiger van de regelaar en verdraait de nokkenring in de richting vroeg. 4.2 Hoekverdraaiingssensor Op de aandrijfas van de verdelerpomp is een sensorwiel gemonteerd. Deze tandkrans bestaat uit een groot aantal tanden. Voor een viercilinder motor zijn om de 90 0 een aantal tanden weggelaten. Verder is de tandkrans niet vast met de aandrijfas verbonden maar draait mee met de bewegingen van de inspuitmomentversteller. Uiteraard is het systeem ook uitgevoerd met een (inductieve) 24

25 krukaspositiesensor. Het pulswiel bevat per cilinder één tand zodat voor een viercilinder motor vier pulsen per krukasomwenteling worden opgewekt. Nu is het voor de computer mogelijk om de hoekpositie van de nokkenring vast te stellen, het toerental van de pomp te meten alsmede de positie van de inspuitmomentversteller. Een voorbeeld van de signaalverwerking geeft fig Het signaal van de hoekverdraaiingsensor (a) geeft een cilinder-referentiepunt (de ontbrekende tanden). Wanneer we een aantal tanden wachten dan bevinden de plunjers zich in de onderste stand van de nokkenring (c). De hogedruk magneetklep kan dan de brandstoftoevoer sluiten. Afhankelijk van de gewenste inspuiting kan na een aantal tanden de magneetklep weer worden geopend waardoor de levering van brandstof beëindigd is. Figuur 30: Regeling van het inspuitmoment en de inspuithoeveelheid 25

26 5 Vragen en opgaven EPIC pomp 1. Op welke wijze zal toerentalregeling c.q. begrenzing plaatsvinden bij een elektronisch gestuurde pomp zoals de EPIC van Lucas? 2. Op welke wijze wordt het toerental van de pomp gemeten (fig. 4.1)? 3. Hoeveel perskleppen zal de pomp van fig. 4.1 hebben? 4. Op welke aansluiting zal de brandstofretourleiding worden aangesloten? (fig. 4.1) 5. Bestudeer fig Gevraagd wordt: (a) Verklaar de opbrengstregeling van de EPIC-pomp met behulp van fig. A en B. (b) Welke figuur geeft de stand maximale opbrengst? (c) In welke positie staat de rotor (A of B) wanneer de motor stilstaat? 6. Op welke wijze worden de plunjers naar binnen gedrukt? 7. Op welke wijze is het gaspedaal met de pomp verbonden? 8. Omschrijf de relatie tussen klep 1 en 3 van fig Waarom zijn tijdens het inspuiten beide magneetkleppen (1 en 3) gesloten? 10. Hoe wordt gerealiseerd dat de inspuitvervroeging toeneemt met het oplopen van het motortoerental? 11. Op welke wijze kan inspuitverlating plaats vinden bij een constant toerental? 12. Wat voor een type pomp is pomp 9 (fig. 4.6)? 13. Geef de functie weer van alle magneetkleppen in fig Zal het inspuitbegin of het inspuiteinde wijzigen wanneer er meer brandstof wordt ingespoten? 15. Zou het systeem ook kunnen werken zonder rotorpositiesensor? Verklaar het antwoord. 16. Opent de stopklep onmiddellijk na het aanzetten van het contact? Verklaar het antwoord. 17. Hoe zou de grafieklijn van de transferdruk er uitzien bij oplopend toerental? 18. Welke klep zorgt voor een overdruk van 0,5 bar in het huis van de pomp? 19. Het blokschema van fig is van een andere auto dan het elektrische schema van fig Waaraan is dit duidelijk te herkennen? 20. Wat zijn de aansluitingen van de magneetkleppen op de computer in fig VP pomp 21. Omschrijf het verschil in functie tussen onderdeel 1 en 2 van fig Wat voor een soort signaal wordt door de EDC-computer op de spoel L0 van fig gezet? 26

27 23. Op welke wijze wordt de inductiviteit van de spoel L1 verandert wanneer de opbrengstas van stand verandert? 24. Omschrijf het regelcircuit met behulp van fig op het moment dat het gaspedaal verder wordt ingetrapt. 25. Hoeveel spanning meet men op computerpin 7 (fig. 4.18)? 26. Wat voor een oscilloscoopbeeld verwacht u op computerpin 4 aan te treffen? 27. Geef in fig de draairichting van de pomp aan. 28. Op welke wijze kan de EDC-computer de werkelijke vervroeging vaststellen? 29. Verklaar de werking van de vervroegingsregeling aan de hand van fig Tussen welke waarden mag de spanning van de gaskleppotentiometer variëren bij een geheel ingetrapt gaspedaal? 31. Welke grootheden bepaalt de computer met behulp van de vliegwielinductiesensor? VP44 pomp 32. Wat verstaat men onder een radiaalpomp? 33. Hoeveel bar bedraagt ongeveer de maximaal bereikbare inspuitdruk van de pomp? 34. Is de magneetklep (3) geopend of gesloten wanneer brandstof de plunjerruimte vult? 35. Wanneer begint de pomp met inspuiten? 36. Wanneer wordt de inspuiting beëindigd? 37. Beïnvloedt de hoeveelheid ingespoten brandstof het inspuitbegin of het inspuiteinde? 38. Is de brandstofdruk in de pomp constant of variëert deze? 27

E. Gernaat (ISBN , uitgave 2012)

E. Gernaat (ISBN , uitgave 2012) Dieselmanagement (4) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1, uitgave 2012) 1 Elektronisch geregelde verdeelpompen Evenals bij de benzinemotoren heeft ook bij de Dieselmotoren de besturingscomputer zijn intrede

Nadere informatie

Dieselmanagement (5) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Unit-injectoren en unitpompen

Dieselmanagement (5) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Unit-injectoren en unitpompen Dieselmanagement (5) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Unit-injectoren en unitpompen De pompverstuiver ook wel unit-injector genoemd is in feite een brandstofinspuitpomp voorzien van een magneetklep

Nadere informatie

1 Mechanisch geregelde hogedrukinspuitpompen

1 Mechanisch geregelde hogedrukinspuitpompen Dieselmanagement (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Mechanisch geregelde hogedrukinspuitpompen In de inspuittechniek dienen we de verstuivers, de leidingen en de diverse pompen te onderscheiden

Nadere informatie

E. Gernaat (ISBN ), uitgave Overzicht meest toegepaste CR-hogedrukpompen

E. Gernaat (ISBN ), uitgave Overzicht meest toegepaste CR-hogedrukpompen Dieselmanagement (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1), uitgave 2012 1 Overzicht meest toegepaste CR-hogedrukpompen 1.1 De Denso HP2-hogedrukpomp In het jaar 2000 komt de hogedrukpomp HP2 van Denso op

Nadere informatie

Dieselmanagement (2) E. Gernaat (ISBN ) 1 Direct en indirect ingespoten motoren 2 Overzicht

Dieselmanagement (2) E. Gernaat (ISBN ) 1 Direct en indirect ingespoten motoren 2 Overzicht Dieselmanagement (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Direct en indirect ingespoten motoren 2 Overzicht Onderscheid moet worden gemaakt tussen personen- en bedrijfswagen Dieselmotoren 1. De eisen

Nadere informatie

EAT-245 Diagnose Motormanagement diesel 1

EAT-245 Diagnose Motormanagement diesel 1 EAT-245 Diagnose Motormanagement diesel 1 Zelfstudie en huiswerk 10-08 2 Inhoud INTRODUCTIE 3 BRANDSTOFSYSTEEM DIESEL 5 SCHEMATISCH OVERZICHT VAN HET DIESELSYSTEEM ALGEMEEN 5 TE BEHANDELEN ONDERDELEN 6

Nadere informatie

Directe benzine-inspuiting

Directe benzine-inspuiting Directe benzine-inspuiting E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-9-4 1 Bedrijfsmodes Directe benzine-inspuitsystemen zijn al een groot aantal jaren op de markt. Ze bewerkstelligen echter niet de grote doorbraak

Nadere informatie

Figuur 1: De plaats van de gloeistiften. Links: voorkamer, midden: wervelkamer, rechts: directe inspuiting (MOT)

Figuur 1: De plaats van de gloeistiften. Links: voorkamer, midden: wervelkamer, rechts: directe inspuiting (MOT) Dieselmanagement (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Overige regelingen De EDC-computer bestuurt niet alleen de hogedruk-inspuitpomp maar ook de andere noodzakelijke motorsubsystemen 1. We denken

Nadere informatie

E. Gernaat (ISBN , uitgave 2012)

E. Gernaat (ISBN , uitgave 2012) Dieselmanagement (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1, uitgave 2012) 1 Direct en indirect ingespoten motoren 2 Overzicht Onderscheid moet worden gemaakt tussen personen- en bedrijfswagen Dieselmotoren.

Nadere informatie

Elementaire meettechniek (6)

Elementaire meettechniek (6) Elementaire meettechniek (6) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Autotechnische signalen In dit hoofdstuk laten we een aantal met de oscilloscoop opgenomen autotechnische signalen zien 1. Bij elk signaal

Nadere informatie

Transmissietechniek in motorvoertuigen (4)

Transmissietechniek in motorvoertuigen (4) Transmissietechniek in motorvoertuigen (4) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-02-4) 1 Transmissie met Continu Variabele Transmissie (CVT) Fig. 4.1 geeft een opgewerkte opstelling van een CVT-versnellingsbak

Nadere informatie

Historische autotechniek (1)

Historische autotechniek (1) Historische autotechniek (1) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Benzinetoevoer 1.1 De benzinepomp Voor carburateur-motoren onderscheiden we: de mechanisch aangedreven benzinepomp; de elektrisch aangedreven

Nadere informatie

Beschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5.

Beschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5. Beschrijving 3 4 5 Plaatsing componenten. ansluitingen. Huis 3. Permanente magneet 4. nker 5. Klep = Luchtstroom -polige stelmotor Universele informatie Sensoren en stelelementen 6 V 8 4 8 6 4 = Uit; =

Nadere informatie

Transmissietechniek in motorvoertuigen (5)

Transmissietechniek in motorvoertuigen (5) Transmissietechniek in motorvoertuigen (5) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-02-4) 1 Geautomatiseerde versnellingsbakken De moderne elektronica, al dan niet in combinatie met hydraulica, biedt de mogelijkheid

Nadere informatie

Historische autotechniek (3)

Historische autotechniek (3) Historische autotechniek (3) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Bobine-ontsteking 1.1 Het opwekken van bougievonken 1.1.1 Opbouw van een bobine Het werkingsprincipe van de ontstekingsinstallatie is in de

Nadere informatie

MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN

MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN Elektrische functie printen MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN 147 MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Beschrijving Een elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties

Nadere informatie

5 Elektronische sturing (VSE) 5.1 Werking Schema. Tractor

5 Elektronische sturing (VSE) 5.1 Werking Schema. Tractor 5 Elektronische sturing (VSE) 5.1 Werking 5.1.1 Schema 9 10 M 4 Tractor 8 2 7 7 5 1 5 1 6 3 3 62 1. Cilinders 2. ECU 3. Hoeksensor 4. Kingpensensor 5. Hydrauliek unit 6. Centreerleiding 7. Stuurleidingen

Nadere informatie

Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal

Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren Beschrijving 0. Sensor. Tandkrans. Signaalaansluiting. Signaalaansluiting 3. Afschermmantelaansluiting Principeschema. Tandkrans (recht weergegeven) Afgegeven

Nadere informatie

De werking van het YS brandstof systeem

De werking van het YS brandstof systeem Het brandstofsysteem van de YS is een zeer uitgebreid en efficiënt systeem wat je maar zelden tegenkomt in de modelbouw. In feite is het een systeem wat gekopieerd is uit de autoindustrie, en wel de motoren

Nadere informatie

EVMT 20 Brandstofsystemen 1

EVMT 20 Brandstofsystemen 1 EVMT 20 Brandstofsystemen 1 en huiswerk Naam Cursist: Trainer: Datum: copyright 2011 2 3 Introductie Dit zelfstudiepakket is een voorbereiding op de RPT-dag "Brandstofsystemen 1", die je binnenkort gaat

Nadere informatie

Historische autotechniek (2)

Historische autotechniek (2) Historische autotechniek (2) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Carburateurs 1.1 Constant vacuüm carburateurs (S.U. en Zenith-Stromberg) De constant-vacuüm carburateur bekender onder de naam S.U.-carburateur

Nadere informatie

Historische autotechniek (2)

Historische autotechniek (2) Historische autotechniek (2) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Carburateurs 1.1 De Zenith carburateur De hier beschreven Zenith carburateur vertoont veel overeenkomsten met de Solex carburateur. Aan de

Nadere informatie

Transmissietechniek in motorvoertuigen (6)

Transmissietechniek in motorvoertuigen (6) Transmissietechniek in motorvoertuigen (6) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-02-4) 1 DSG-versnellingsbak De Direct Shift Transmissie (Getriebe), ook wel een parallelle versnellingsbak (PSG) genoemd is een

Nadere informatie

Open vragen Technische Leergang Hydrauliek. Ing. R. van den Brink

Open vragen Technische Leergang Hydrauliek. Ing. R. van den Brink Open vragen Technische Leergang Hydrauliek Ing. R. van den Brink 2013 1 Hoofdstuk 1 1 Wat verstaat men 'technisch' gezien onder 'hydrauliek' 2 Wat wordt er bedoeld met 'elektro-hydraulische regeltechniek'?

Nadere informatie

1 Inleiding proportionaal-hydrauliek

1 Inleiding proportionaal-hydrauliek 1 Inleiding proportionaal-hydrauliek 1.1 Wat is proportionaal-hydrauliek? In de proportionaal-hydrauliek worden de hydraulische componenten zoals pompen, stuurschuiven, overdrukkleppen, reduceerkleppen,

Nadere informatie

Historische autotechniek (2)

Historische autotechniek (2) Historische autotechniek (2) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Carburateurs 1.1 De Solex-carburateur Er zijn vele uitvoeringen van Solex carburateurs. We bekijken hier een relatief eenvoudige maar complete

Nadere informatie

E. Gernaat (ISBN , uitgave 2012)

E. Gernaat (ISBN , uitgave 2012) Dieselmanagement (8) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1, uitgave 2012) 1 Overige regelingen De EDC-computer bestuurt niet alleen de hogedruk-inspuitpomp maar ook de andere noodzakelijke motorsubsystemen.

Nadere informatie

HYDROVAC B E N D I X

HYDROVAC B E N D I X I. Wat is een HYDROVAC? HYDROVAC B E N D I X Het is een servo-remsysteem dat werkt met onderdruk die de remmen door hydraulische druk bekrachtigen. Wanneer we een remsysteem gebruiken dat op het principe

Nadere informatie

Historische autotechniek (4)

Historische autotechniek (4) Historische autotechniek (4) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Dynamo en regelaar 1.1 Gelijkstroomdynamo De klassieke, historische dynamo (generator) staat bekent onder gelijkstroomdynamo. Moderne dynamo

Nadere informatie

De overdrive. Overdrive 1 - Voorste overdrive huis

De overdrive. Overdrive 1 - Voorste overdrive huis De overdrive Er zijn tijden geweest dat de topsnelheid van auto s als maar toenam. Vooral door de verbetering van de wegen, in het midden van de jaren twintig, was er plotseling behoefte aan een hogere

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

Rijdynamica van motorvoertuigen (7)

Rijdynamica van motorvoertuigen (7) Rijdynamica van motorvoertuigen (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-8-7) 1 Stuurinrichtingen 1.1 Achtergrond en indeling Ook stuurinrichtingssystemen maken een continu proces van verbeteringen en aanpassingen

Nadere informatie

In- en uitgangssignalen van microprocessoren

In- en uitgangssignalen van microprocessoren In- en uitgangssignalen van microprocessoren E. Gernaat 1 Overzicht signalen Informatie van en naar een microprocessor kan parallel of seriëel gebeuren. Bij parallel-overdracht zal elke lijn (draad) een

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

7 InF Trucks STUU RH UIS

7 InF Trucks STUU RH UIS 7 InF Trucks STUU RH UIS WER KPLAATSI NSTRU KTI ES A, B. D. E. F. \:. H. Stuurhuis en ventielhuis Zuiger Stuuras Sectoras Worm Kogels Kogelomlooppijp Stroombegrenzingsventiel J, K. L. M. N. P. o. Ventiel

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (8)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (8) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (8) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Introductie hybride voertuigen We beginnen met een beknopt overzicht van de hybride uitvoeringen. 1.1 Overzicht

Nadere informatie

1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor?

1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor? Opgaven Hoofdstuk 8 Gasmotoren 1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor? 4. Wat verstaat u onder een stoichiometrische gasmotor?

Nadere informatie

Lezen meetwaardenblokken Tdi motoren

Lezen meetwaardenblokken Tdi motoren VG Lezen meetwaardenblokken Tdi motoren Meetwaardenblokken lezen pagina 000, motorcode GR,HF,LH, SV Motor loopt stationair Displayveld Omschrijving Weergegeven waarde Komt overeen met 1 Motortoerental

Nadere informatie

X C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 1 voertuigentechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 1 variant b Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of

Nadere informatie

PRINCIPE VAN HET CENTRAALVETSMEERSYSTEEM

PRINCIPE VAN HET CENTRAALVETSMEERSYSTEEM PRINCIPE VAN HET CENTRAALVETSMEERSYSTEEM Het Centraal-vetsmeersysteem is een progressief vetsmeersysteem, dat vet tot en met de NLGI klasse II kan verpompen en verdelen. Progressief wil zeggen dat de vetstroom,

Nadere informatie

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Vraag 1 Een luidspreker en een microfoon zijn in principe op dezelfde manier opgebouwd. Alleen werken ze in omgekeerde richting. Wat bij een luidspreker

Nadere informatie

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :44 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :44 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05 // Storing Mogelijke oorzaak Motor slaat slecht aan Brandstof pomp werkt niet doordat: 1. Zekering van het brandstofpomprelais is doorgebrand; 2. Onderbreking in de leiding naar het pomprelais of naar

Nadere informatie

Hybride voertuigen (2)

Hybride voertuigen (2) Hybride voertuigen (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-xxxxxxxx) 1 Inverters en converters Inverters en converters zijn elektronische modulen om de batterij-spanning om te zetten. Over het algemeen wordt een inverter

Nadere informatie

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :12 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :12 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05 // D-Jetronic van Bosch (beschrijving van Robert Bosch GMBH) 1 Inleiding Het D-Jetronic-inspuitsysteem van Bosch is een intermitterend werkend systeem. De D-Jetronic bestaat uit drie samenwerkende systemen:

Nadere informatie

Rijdynamica van motorvoertuigen (3)

Rijdynamica van motorvoertuigen (3) Rijdynamica van motorvoertuigen (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-8-7) 1 Schokdemping 1.1 Dempingsfactor De beweging van de afgeveerde massa zou in de praktijk zonder schokdemping slechts in geringe mate

Nadere informatie

Overspeed bij Dieselmotoren

Overspeed bij Dieselmotoren Overspeed bij Dieselmotoren WERKGROEP DIESELS 21 juni 2011, versie 1.0 WERKGROEPLEDEN: René Dirven Sjaak Blom Alex Zomer Gerben van Hal André Sikkink Niels van den Hurk Dirk-Jan de Jong Dick van der Donk

Nadere informatie

Examen VMBO-GL. voertuigentechniek CSE GL. tijdvak 1 woensdag 19 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL. voertuigentechniek CSE GL. tijdvak 1 woensdag 19 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL 2010 tijdvak 1 woensdag 19 mei 13.30-15.30 uur voertuigentechniek CSE GL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 70 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 70 punten

Nadere informatie

"De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel. "Weet jij een voorbeeld van zo n pomp?

De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel. Weet jij een voorbeeld van zo n pomp? Van zuigen tot pompen "De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel "Weet jij een voorbeeld van zo n pomp? Karel denkt even na Een zuigerpomp "Een vetspuit misschien? Karel gokt op

Nadere informatie

VMT 21 Brandstofsystemen 2

VMT 21 Brandstofsystemen 2 VMT 21 Brandstofsystemen 2 Zelfstudie en huiswerk Naam Cursist: Trainer: Datum: copyright 2011 Zelfstudie 2 Zelfstudie 3 Introductie Dit Zelfstudiepakket is een voorbereiding op de RPT-dag "Brandstofsystemen

Nadere informatie

HANDLEIDING DIESELTESTKIT

HANDLEIDING DIESELTESTKIT HANDLEIDING DIESELTESTKIT 2 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Gebruik van de koffer... 4 2.1 Controle van de injectoren... 4 2.1.1 Testeenheid aansluiten... 4 2.1.2 Aansluiten van de verstuivers op de testeenheid...

Nadere informatie

- Verschillen tussen 2-slag - en 4-slag dieselmotoren

- Verschillen tussen 2-slag - en 4-slag dieselmotoren - Arbeidsproces 2-slag dieselmotor - Arbeidsproces 4-slag dieselmotor - Verschillen tussen 2-slag - en 4-slag dieselmotoren Samengesteld door : R. van Aalderen Docent scheepswerktuigkundige vakken Noorderpoort

Nadere informatie

HELP, DE ACCU LOOPT LEEG. Technische Avond van Old-Timers Oirschot, Oirschot, 17 juni 2005 INHOUDSOPGAVE

HELP, DE ACCU LOOPT LEEG. Technische Avond van Old-Timers Oirschot, Oirschot, 17 juni 2005 INHOUDSOPGAVE HELP, DE ACCU LOOPT LEEG Technische Avond van Old-Timers Oirschot, Oirschot, 17 juni 2005 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Werking van het laadcircuit 3. Controle van het laadcircuit 4. Reparaties en afregeling

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning

Nadere informatie

Elementaire meettechniek (3)

Elementaire meettechniek (3) Elementaire meettechniek (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Multimeters 1.1 Analoge en digitale uitvoeringen Multimeters kent men in vele uitvoeringen 1. Met multimeters kunnen we -zoals het woord

Nadere informatie

Opdracht: Vermogensmeting met de dynamometer. Benodigd materiaal: Opstelling dynamometer met benzinemotor. Opdracht 1: Controle van de opstelling

Opdracht: Vermogensmeting met de dynamometer. Benodigd materiaal: Opstelling dynamometer met benzinemotor. Opdracht 1: Controle van de opstelling Opdracht: Vermogensmeting met de dynamometer Benodigd materiaal: Opstelling dynamometer met benzinemotor Opdracht 1: Controle van de opstelling Op een montageframe bevindt zich de motor en de wervelstroomrem.

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige

Nadere informatie

2) Welke fabrikant zorgde voor een belangrijke mijlpaal in de introductie van turbo Diesels?

2) Welke fabrikant zorgde voor een belangrijke mijlpaal in de introductie van turbo Diesels? Opdracht : Turbo Handboek van Turbo World Vragen en opgaven Hoofdstuk 2 Geschiedenis van de Turbo 1) Op welke wijze bemerkt een bestuurder het 'turbogat'? 2) Welke fabrikant zorgde voor een belangrijke

Nadere informatie

Montagehandleiding ZT-50 N Vacuum Cruise Control

Montagehandleiding ZT-50 N Vacuum Cruise Control Montagehandleiding ZT-50 N Vacuum Cruise Control ZT-50N Cruise Control Bedieningsfuncties Aanzetten : Snelheid verlagen : Zet de On/Off knop op On. Inschakelen : Let op! Zodra de Cruise Control niet gebruikt

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

Navio Electronische besturingssystemen

Navio Electronische besturingssystemen MD-can besturingscomputer Het is moeilijk om in de bestaande PLC techniek een PLC te vinden die magneten van kleppen rechstreeks kan aansturen. Daarom heeft Hydrosta een eigen besturingscomputer ontwikkeld.

Nadere informatie

Practicum complexe stromen

Practicum complexe stromen Practicum complexe stromen Experiment 1a: Een blokspanning over een condensator en een spoel De opstelling is al voor je klaargezet. Controleer of de frequentie ongeveer op 500 Hz staat. De vorm van het

Nadere informatie

Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 5

Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 5 Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 5 ISBN 978-90-79302-12-3 Steele B.V Ep Gernaat 1 Bepaling van de vereiste hoeveelheid brandstof 1.1 Required Fuel Wanneer we uitgaan van de in de vorige hoofdstukken

Nadere informatie

1.4 De tweeslag motor. Afbeelding 7. Het tweeslag proces, de uitvoering volgens Detroit Diesel.

1.4 De tweeslag motor. Afbeelding 7. Het tweeslag proces, de uitvoering volgens Detroit Diesel. 1.4 De tweeslag motor Bij de tweeslag motor duurt het arbeidsproces tweeslagen, dus een neerwaartse en een opwaartse slag. Duidelijk zal zijn dat deze motor zelf geen lucht aan kan zuigen. Bij deze motor

Nadere informatie

Vermogen Elektronica : Stappenmotor

Vermogen Elektronica : Stappenmotor Naam : Sven Martens / Rob Nijs Nr : 07 /09 Datum : 8/12/04 Vermogen Elektronica : Stappenmotor 1 1 De stappenmotor De stator bevat een aantal spoelen en om de rotor te laten draaien moeten deze spoelen

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 2 woensdag 23 juni 09.00 10.30 uur VOERTUIGENTECHNIEK CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Het gebruik van een symbolenboekje

Nadere informatie

Motor start niet. Startmotor defect Batterij leeg Elektrische aansluiting(en) defect. Startinrichting werkt niet

Motor start niet. Startmotor defect Batterij leeg Elektrische aansluiting(en) defect. Startinrichting werkt niet Motor start niet Startinrichting werkt niet Startmotor defect Batterij leeg Elektrische aansluiting(en) defect Motor draait te langzaam om aan te slaan Motor draait voldoende snel maar slaat niet aan Zie

Nadere informatie

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (3)

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (3) De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (3) Timloto o.s. / E. Gernaat / ISBN 978-90-79302-06-2 Op dit werk is de Creative Commens Licentie van toepassing. Uitgave: september 2012

Nadere informatie

WERKING VAN BRANDSTOFSYSTEMEN

WERKING VAN BRANDSTOFSYSTEMEN WERKING VAN BRANDSTOFSYSTEMEN BRANDSTOFSYSTEMEN Het brandstofsysteem is het belangrijkste, kostbaarste en meest complexe van alle motorsystemen. De prestaties, brandstofverbruik, emissies en duurzaamheid

Nadere informatie

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Opbouw van een frequentieregelaar Alle typen frequentieregelaars werken volgens hetzelfde hoofdprincipe, zie fig. 1. Hierbij wordt de driefasenspanning van

Nadere informatie

1.3 Transformator Werking van een dynamo

1.3 Transformator Werking van een dynamo zekering. b. Je gaat twee weken met vakantie en laat al die lampen aanstaan. Hoeveel gaat die stommiteit je kosten? 1 kwh kost 0,12. 1.3 Transformator Magnetische flux (f) is een maat voor het aantal magnetische

Nadere informatie

X C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 1 voertuigentechniek SPE KB 2009 minitoets bij opdracht 1 variant d Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of

Nadere informatie

AT-242 Benzinemotormanagement. Ontsteking. Zelfstudie en huiswerk 10-08

AT-242 Benzinemotormanagement. Ontsteking. Zelfstudie en huiswerk 10-08 AT-242 Benzinemotormanagement 1 Ontsteking Zelfstudie en huiswerk 10-08 2 Inhoud INTRODUCTIE 3 DOELSTELLINGEN 4 CONVENTIONELE ONTSTEKING 5 ELEKTRONISCHE ONTSTEKING 6 HALL-SENSOR 7 INDUCTIEVE SENSOR 7 OPTISCHE

Nadere informatie

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2010 tijdvak 1 vrijdag 28 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 15 tot en met 22 In dit deel van het examen staan vragen waarbij

Nadere informatie

krijgen van het lucht/brandstof mengsel. Om een betere vulling tijdens deze inlaatslag te krijgen kunnen we een turbo toepassen.

krijgen van het lucht/brandstof mengsel. Om een betere vulling tijdens deze inlaatslag te krijgen kunnen we een turbo toepassen. Diesel in de winter Onder normale omstandigheden zult u geen enkel probleem hebben met uw dieselmotor. In de winterperiode kunnen er wel problemen ontstaan. Indien u geruime tijd niet getankt heeft en

Nadere informatie

Dossier Proportionele drukregelventielen

Dossier Proportionele drukregelventielen Dossier Proportionele drukregelventielen Festo Belgium nv Kolonel Bourgstraat 101 BE-1030 Brussel www.festo.com Proportionele drukregelventielen In het dossier persluchtverzorging werd het drukregelventiel

Nadere informatie

Algemeen. -Inlaatluchtcircuit -Brandstofcircuit -Elektrisch! elektronisch circuit

Algemeen. -Inlaatluchtcircuit -Brandstofcircuit -Elektrisch! elektronisch circuit Algemeen. Het LA. W. 8P 22- systeem waarmee de 1998 i motor van de PSA groep is uitgerust, bestaat uit een verdelerloze digitale elektronische ontsteking met statische vervroeging geïntegreerd in een elektronisch

Nadere informatie

1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18

1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18 2 Hydraulische onderdelen 19 2.1 Oliereservoir 19 2.2 Pompen

Nadere informatie

HYDRAULIEK Adviesbureau de Koster v.o.f.

HYDRAULIEK Adviesbureau de Koster v.o.f. HYDRAULIEK Adviesbureau de Koster v.o.f. 2013 Pagina 1 Voorwoord: Voor u ligt het boek Hydrauliek. De betekenis van dit boek spreekt voor zich. Het boek bevat enerzijds basiskennis die minimaal noodzakelijk

Nadere informatie

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (3)

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (3) De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-11-6) 1 In- en uitgangssignalen van microprocessoren 1.1 Overzicht signalen Informatie van en naar een microprocessor

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL 2004

Examenopgaven VMBO-GL 2004 Examenopgaven VMBO-GL 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 9:00-11:00 uur VOERTUIGENTECHNIEK CSE GL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Het gebruik van een symbolenboekje is toegestaan. Dit examen bestaat

Nadere informatie

De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN

De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN De Gigant.nl Kleppen en Ventielen zijn zeer geschikt om te worden toegepast bij conventionele (vloer)verwarming. Middels de

Nadere informatie

DAFTrucks SLEEPAS,H EFI N RIC HTI NG ELECTRO.HYDRAULISCH ERKPLAATSINSTRUCTIES

DAFTrucks SLEEPAS,H EFI N RIC HTI NG ELECTRO.HYDRAULISCH ERKPLAATSINSTRUCTIES ERKPLAATSINSTRUCTIES DAFTrucks SLEEPAS,H EFI N RIC HTI NG ELECTRO.HYDRAULISCH Beschrijving systeem en komponenten Werking van de hefinstallatie. Heffen. Hiervoor moet de schakelaar in het dashboard op

Nadere informatie

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen SCHAKELENDE VOEDING INLEIDING Bij de examenstof over voedingen is sinds 2007 behalve de stof in hoofdstuk 3.3. van het cursusboek ook kennis van de werking van schakelende voedingen opgenomen. De voordelen

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

EAT-141 Meten met de scoop

EAT-141 Meten met de scoop EAT-141 Meten met de scoop Zelfstudie en huiswerk 10-08 2 Inhoud INLEIDING 3 DOELSTELLING 4 SCOOPMETING 5 VERSCHILLENDE SCOOPS 7 SIGNAALBEOORDELING 7 SOORTEN SPANNINGEN EN STROMEN 9 HUISWERKOPDRACHT 12

Nadere informatie

5 D-Jetronic van Bosch

5 D-Jetronic van Bosch 5 D-Jetronic van Bosch 5.1 Inleiding Het D-Jetronic-inspuitsysteem van Bosch is een intermitterend werkend systeem. De D-Jetronic bestaat uit drie samenwerkende systemen: - brandstof systeem; - luchtsysteem;

Nadere informatie

Motor- en voertuigprestatie (3)

Motor- en voertuigprestatie (3) Motor- en voertuigprestatie (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-79302-01-7 1 Brandstofverbruik 1.1 Specifiek brandstofverbruik Meestal wordt het brandstofverbruik uitgedrukt in het aantal gereden kilometers per

Nadere informatie

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator Alternator In dit hoofdstuk zal ik het vooral hebben over de functie is van de alternator in de wagen. En hoe het basisprincipe is van deze generator. 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator

Nadere informatie

Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013

Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013 Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013 Drie fasen spanning zijn drie gelijktijdig opgewekte wisselspanningen die ten opzichte van elkaar 120 in fase verschoven zijn. De spanningen

Nadere informatie

Branderketel 12V DC/ 24 V DC

Branderketel 12V DC/ 24 V DC Branderketel 12V DC/ 24 V DC Inhoudsopgave: blz Technische specificaties 2 Speciale waarschuwingen 3 Branderverstuiver / elektroden 3 Brandstofpomp 4-5 Elektrisch schema 6 Printplaat 6 Probleem / oplossing

Nadere informatie

Onderzoek werking T-verter.

Onderzoek werking T-verter. Onderzoek werking T-verter. De Beer Gino Page 1 02/10/2007 Inhoudstabel: 1. Doelstellingen. 2. Benodigd materiaal. 3. Bespreking van de frequentieregelaar. 4. Instellingen en gebruik van de frequentieregelaar.

Nadere informatie

AT-243 Dieselmotormanagement

AT-243 Dieselmotormanagement AT-243 Dieselmotormanagement Zelfstudie en huiswerk 10-08 2 Inhoud INTRODUCTIE 3 DOELSTELLINGEN 4 DIESELINSPUITSYSTEMEN 5 ROETMETING 5 MOGELIJKE AFSTELLINGEN AAN DE BRANDSTOFPOMP 6 BRANDSTOFFILTERS VERVANGEN

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (4) Vragen zie boek

Klimaatbeheersing (4) Vragen zie boek Klimaatbeheersing (4) Vragen zie boek E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 De mobiele R134a airconditioning 1.1 Werking en indeling Een airconditioning is samengesteld uit een groep componenten

Nadere informatie

Dossier Proportionele drukregelventielen

Dossier Proportionele drukregelventielen Dossier Festo Belgium nv Kolonel Bourgstraat 101 BE-1030 Brussel www.festo.com Het drukreduceerventiel of drukregelventiel In het dossier persluchtverzorging werd het drukregelventiel behandeld. Zoals

Nadere informatie

VARIABELE KLEPTIMING VRAGEN

VARIABELE KLEPTIMING VRAGEN 26 EAT - Motormechanische systemen VARIABELE KLEPTIMING VRAGEN VRAGEN BLZ 92, 93 EN 94 1 Bij veel motoren wordt een variabele kleptiming gebruikt. a Wat is het doel van variabele kleptiming? Het doel van

Nadere informatie

- Kenmerken benzinemotor

- Kenmerken benzinemotor - Kenmerken benzinemotor - Kenmerken dieselmotor - Verschillen tussen benzine- en dieselmotoren Samengesteld door : R. van Aalderen Docent scheepswerktuigkundige vakken Noorderpoort Eemsdollard; Energy

Nadere informatie

De werking van motoren

De werking van motoren 1 Oriëntatie Klaas is één van de jongens van de opleiding die niet op de lagere landbouwschool heeft gezeten. Op zijn vorige school, de MAVO, is er bij het vak Techniek wel iets over motoren gezegd, maar

Nadere informatie