Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2001 Nr. 19 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 9 november 2000 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1 heeft op 19 oktober 2000 overleg gevoerd met minister Borst-Eilers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 6 oktober 2000 inzake de werving van verplegenden en verzorgenden (VWS ). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Swildens- Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, Bijleveld- Schouten (CDA), Middel (PvdA), Essers (VVD), voorzitter, Oedayraj Singh Varma (Groen- Links), Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Rouvoet (RPF/GPV), Van Vliet (D66), Van Blerck- Woerdman (VVD), Passtoors (VVD), Eisses- Timmerman (CDA), Gortzak (PvdA), Hermann (GroenLinks), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA), Kant (SP), E. Meijer (VVD), Van der Hoek (PvdA) en Blok (VVD). Plv. leden: Van t Riet (D66), Rehwinkel (PvdA), Eurlings (CDA), Apostolou (PvdA), Örgü (VVD), Van Gent (GroenLinks), Van de Camp (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Ravestein (D66), Weekers (VVD), Schutte (RPF/GPV), Schimmel (D66), Terpstra (VVD), Udo (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Belinfante (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Ross-van Dorp (CDA), Th.A.M. Meijer (CDA), Duijkers (PvdA), Smits (PvdA), Marijnissen (SP), O.P.G. Vos (VVD), Hamer (PvdA) en Cherribi (VVD). Mevrouw Kant (SP) wijst er allereerst op dat haar fractie vanaf de eerste berichten over de werving van verpleegkundigen uit landen als Zuid- Afrika en de Filippijnen het standpunt heeft uitgedragen dat het niet ethisch en zelfs beschamend is om te werven in ontwikkelingslanden waar de hulp veel harder nodig is dan hier. Minister Borst heeft in een eerder debat in juni aangegeven dat zij hierover afspraken heeft gemaakt met haar collega s van Zuid-Afrika en de Filippijnen en zij heeft zelfs gezegd dat de minister van Zuid-Afrika de werving prima vond. Mevrouw Kant kan nauwelijks geloven dat er uit dergelijke landen, met name vanuit Zuid-Afrika geen bezwaren tegen deze werving bestaan, temeer daar er op aandringen van Nelson Mandela indertijd in Engeland is gestopt met het werven van Zuid-Afrikaanse verpleegkundigen. Uit een eigen onderzoek van de SP is inmiddels gebleken dat men in Zuid-Afrika helemaal niet zo gelukkig is met de situatie. Volgens ex-ambassadeur Niehaus heeft de Zuid-Afrikaanse ambassade laten weten dat zij de werving ongewenst vindt en heeft de Zuid-Afrikaanse minister van Volksgezondheid Tshabalala Msimang aanvankelijk bij minister Borst geprotesteerd. Verder heeft de zustervakbond van de AbvaKabo een schriftelijke verklaring gestuurd waarin zij duidelijk aangeeft dat de werving onethisch is. Zuid-Afrika heeft uiteindelijk alleen maar ingestemd met de Nederlandse voorstellen inzake de werving, omdat het simpelweg de mensen niet kan tegenhouden. Waarom heeft de minister in het eerdere debat niets gezegd over dit protest en deze stellingname van Zuid-Afrika? Waarom heeft zij er vervolgens ook niet naar geluisterd en niets gedaan met die signalen? Mevrouw Kant is dan ook van mening dat met de werving uit landen als Zuid-Afrika en de Filippijnen gestopt moet worden. Mevrouw Kant wijst er vervolgens op dat niet wordt voldaan aan de voorwaarde uit het convenant dat er geen tekort aan verpleegkundigen in het KST49143 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 1

2 land van herkomst mag zijn. In een artikel in «Zuidelijk Afrika» wordt namelijk gemeld dat verpleegkundigen daar wel degelijk hard nodig zijn. Ook wordt volgens mevrouw Kant niet voldaan aan de voorwaarde dat er geen mensen geworven zouden worden die nu zorg verlenen. Uit navraag bij het Luzac College is gebleken dat bijna al zijn cursisten die op de Filippijnen worden klaargestoomd om naar Nederland te gaan, op de Filippijnen in de gezondheidszorg werkten voordat zij aan de cursus begonnen. Mevrouw Kant heeft voorts grote bezwaren tegen de commerciële bemiddeling door bijvoorbeeld het Luzac College en het bemiddelingsbureau Matahari. Niet alleen ziekenhuizen moeten fors betalen voor de werving, maar ook verpleegkundigen wordt geld uit de zak geklopt. Kan de minister reageren op deze uitbuiting? Zij geeft ten slotte aan dat de werving van verpleegkundigen uit het buitenland geen oplossing biedt voor het personeelstekort in de Nederlandse zorgsector. Er wordt onvoldoende gedaan om nieuw personeel voor de zorg te krijgen en dat vervolgens ook te behouden. Voorts zijn er heel veel mensen met een zorgdiploma die niet meer in de gezondheidszorg werken. Dat heeft alles te maken met de arbeidsomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden. Het heeft dan ook prioriteit om die te verbeteren. Verder moet er dringend iets worden gedaan aan het grote tekort aan stageplaatsen voor mensen die in Nederland in opleiding zijn. De ziekenhuizen hebben geen tijd om deze mensen tijdens hun stage te begeleiden, maar zij hebben die tijd blijkbaar wel voor mensen uit Zuid-Afrika en de Filippijnen. Wellicht kan een opleidingsfonds worden ingesteld, zodat instellingen die stageplaatsen aanbieden daarvoor een financiële tegemoetkoming krijgen. De heer Weekers (VVD) wijst allereerst op de motie-oudkerk/weekers inzake de arbeidsmarktproblematiek in de zorgsector ( XVI, nr. 106), waarin wordt gevraagd om een actief wervingsprogramma s voor herintreders. De minister heeft onlangs laten weten dat er een ruw plan van aanpak ligt. Waarom is dat wervingsprogramma nog niet van start gegaan? Verder wordt in de motie gevraagd om specifiek te werven onder allochtonen. De heer Weekers releveert dat inmiddels bij een aantal projecten in Nederland zeer goede ervaringen zijn opgedaan met het werven van allochtonen. De minister heeft aangekondigd dat er in 2001 een kenniscentrum zal komen. Waarom komt dat er pas in 2001? Het lijkt alsof structurele oplossingen vooruit worden geschoven. Tot slot wordt in de motie gevraagd om criteria te ontwikkelen waarmee getoetst wordt of in voldoende mate eerst in Nederland en in de Europese economische ruimte (EER) is geworven. De minister is daar helemaal niet op ingegaan. Zij verwijst slecht naar haar collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en naar de arbeidsvoorziening. De heer Weekers vindt dat zorgelijk en brengt een aantal succesvolle Europese wervingsacties in Venlo en Noord-Brabant onder de aandacht. Er schijnen elders in Europa overschotten aan verpleegkundigen en verzorgenden te zijn. Waarom is men dan niet in staat om in elk geval binnen de EER succesvol te werven? Een ander aansprekend voorbeeld is de succesvolle wervingsactie van een grote thuiszorginstelling in Noord-Nederland. Wat hebben de instellingen die nu op Zuid-Afrikaanse, Filippijnse en Indonesische verpleegkundigen azen, nu concreet ondernomen om eerst te werven binnen Nederland en Europa? Kan de minister voorts inzicht geven in de arbeidsmarktsituatie in andere Europese landen? De heer Weekers stelt dat in de Wet arbeid vreemdelingen ook wordt aangegeven dat er alleen maar een tewerkstellingsvergunning aan mensen buiten de EER kan worden verleend indien de werving daarbinnen geen resultaat heeft opgeleverd. Volgens hem moet de minister haar collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot de orde roepen wanneer arbeidsvoorziening haar boekje te buiten gaat. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 2

3 Ook de heer Weekers wijst op het grote tekort aan stageplaatsen in Nederlandse zorginstellingen. Het valt niet uit te leggen dat geld en energie wordt gestoken in het naar Nederland halen van verpleegkundigen uit andere continenten, terwijl men het kennelijk vertikt om mensen die hier een opleiding volgen, te begeleiden. Als de instellingen hun verantwoordelijkheid nemen, zou het probleem daarmee structureel kunnen worden opgelost. Aan het geven van tewerkstellingsvergunningen zou de voorwaarde moeten worden gekoppeld dat instellingen voldoende stageplaatsen beschikbaar stellen. Is het mogelijk om instellingen die een bovengemiddeld aantal stageplaatsen beschikbaar stellen, te belonen? Kunnen instellingen die hun verantwoordelijkheid niet nemen, op de een of andere wijze worden gestraft? Verder zou het goed zijn als stageplaatsen openbaar worden gemaakt via internet. De heer Oudkerk (PvdA) spreekt zijn zorgen uit over het grote personeelsgebrek in de gezondheidszorg en over de merkwaardige manier waarop daarmee wordt omgegaan. De nood is zo hoog dat alles op alles moet worden gezet om het ziekteverzuim in de sector omlaag te krijgen en nieuwe mensen in de zorg aan het werk te krijgen. Er moet eerst in eigen land worden geworven, vervolgens kan werving plaatsvinden binnen de EER en pas als dat allemaal niet gelukt is, kan worden geworven in andere continenten onder de uitdrukkelijk randvoorwaarde dat er geen negatieve gevolgen zijn voor het land van herkomst. De heer Oudkerk is van mening dat er in Nederland nog voldoende arbeidspotentieel is onder allochtonen en herintreders. Hij erkent dat de minister niet de werkgever is, maar dat betekent niet dat zij daarmee de verantwoordelijkheid bij anderen kan leggen. De heer Oudkerk stelt voor om concreet op papier te zetten waar de verschillende verantwoordelijkheden liggen. Het is onverstandig om tijd en geld te spenderen aan het werven in het buitenland terwijl nog niet alle mogelijkheden om succesvol binnen Nederland te werven, zijn benut. Zo moeten de instellingen ertoe overgaan om mensen die slechts een gering aantal uren willen werken, aan te nemen. Verder is het van de gekke dat Nederlandse cursisten geen stageplaats in Nederland kunnen vinden. Instellingen zeggen dan wel dat zij geen tijd en geld willen besteden aan stagiaires die toch zo weer vertrokken zijn, maar ook de verpleegkundigen uit andere continenten werken slechts een relatief korte tijd bij deze instellingen. Er wordt dus met twee maten gemeten. De heer Oudkerk onderkent desgevraagd het nut van een financiële bijdrage voor stageplaatsen, waarmee wellicht de negatieve houding van instellingsbestuurders ten aanzien van stagiaires voor een deel kan worden weggenomen. De heer Oudkerk plaatst vervolgens kanttekeningen bij het gebrek aan resultaat van wervingsacties in Duitsland en België. Uit navraag is hem gebleken dat daar wel degelijk werkloze verplegers en verzorgers zijn. Er moet derhalve spoed worden betracht met het verbeteren van de wervingsactiviteiten binnen Europa. Hij sluit zich voorts aan bij de opmerkingen van voorgaande sprekers over de wervingsactiviteiten in landen buiten de EER. Er wordt een beeld geschetst alsof personeelsfunctionarissen eindeloos proberen om in Nederland en andere Europese lidstaten aan personeel te komen, waarna zij zich ten langen leste tot bijvoorbeeld de Filippijnen wenden, terwijl de instellingen het personeel uit andere continenten via een commercieel bureau gewoon op een presenteerblaadje krijgen aangeboden. Naar de mening van de heer Oudkerk wordt niet aan de criteria uit het convenant voldaan. Het commerciële bemiddelingsbureau Odian geeft namelijk in zijn brief aan dat het contracten heeft afgesloten voor 40 Filippijnse, hooggekwalificeerde verpleegkundigen. Het gaat dus om ervaren, werkende verpleegkundigen en verzorgenden uit die landen. Zij worden daar opgeleid met schaarse middelen en zij gaan hier vervolgens aan het werk. Dat druist in tegen het gewenste ontwikkelingsbeleid. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 3

4 De heer Oudkerk vraagt zich vervolgens af waarom de minister het, vanuit haar verantwoordelijkheid voor een adequate zorgverlening, niet wenselijk acht om de motie op stuk nr. 106 naar de letter uit te voeren. Een adequate zorgverlening kan toch alleen maar worden bewerkstelligd als continuïteit in de instellingen wordt gegarandeerd? Dat is met deze noodoplossing niet het geval. Kan de minister daarop ingaan? De heer Buijs (CDA) wijst allereerst op de huidige situatie van enerzijds het gebrek aan stageplaatsen voor leerling-verpleegkundigen en het grote aantal potentiële herintreders en anderzijds de noodmaatregelen om verpleegkundigen van buiten de EER aan te trekken. De huidige zorgwekkende situatie steekt schril af tegen de acties die volgens de minister zijn ondernomen. De werving van verplegend personeel uit andere continenten dient zoveel mogelijk beperkt te worden. Het is eigenlijk een grove schande dat er verpleegkundigen van buiten de EER worden aangetrokken, terwijl er in Nederland zo n groot arbeidspotentieel is. Zijn fractie gaat dan ook slechts in het uiterste geval akkoord met het beleid van de minister onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de criteria uit het convenant volledig worden nageleefd. Bovendien moet er sprake zijn van een noodsituatie. Is er met de arbeidsvoorziening overigens ook over een terugkeergarantie gesproken? Klopt het verder dat minister Borst de woorden van haar collega van Zuid-Afrika niet correct heeft weergegeven? De heer Buijs plaatst vervolgens kanttekeningen bij het rendement van de vele door de minister genoemde maatregelen om de arbeidsmarktproblematiek in de zorgsector op te lossen. Volgens de minister zou 2000 het jaar van de waarheid worden. Kan de minister aangeven of sommige maatregelen ook daadwerkelijk succes hebben? Hoe wordt omgegaan met de aanbevelingen van het Landelijk centrum voor verpleging en verzorging? De heer Buijs wil eens in de twee maanden concreet geïnformeerd worden over de voortgang en de resultaten van de activiteiten om de werkgevers te stimuleren tot het voeren van een ander beleid. Wat ligt verder ten grondslag aan de uitlatingen van de minister dat zij, juridisch gezien, geen mogelijkheden heeft om het wervingsbeleid buiten de EER te verbieden? Meent zij wellicht dat er door de criteria die zijn opgesteld in samenwerking met de arbeidsvoorziening, bijna sprake is van een verbod? De praktijk wijst immers iets anders uit. Heeft de minister overigens de indruk dat die criteria ook daadwerkelijk worden nageleefd? Wordt bijvoorbeeld voldaan aan de prioriteit genietende voorwaarde dat het aantrekken van een verpleegkundige van buiten de EER gepaard moet gaan met het aantrekken van een verpleegkundige met een achterstandspositie uit Nederland? De heer Buijs spreekt de hoop uit dat de door de heer Weekers aangedragen voorbeelden een olievlekwerking kunnen hebben. Ook de initiatieven van het AMC en het AZVU zijn hoopgevend. Verder is het een goede zaak als instellingen via internet actiever gaan werven. Desgevraagd geeft de heer Buijs nog aan dat zijn fractie de motie op stuk nr. 106 indertijd niet gesteund heeft, omdat de toezeggingen van de minister zeer hoopgevend waren. Hij ging er destijds van uit dat die motie overbodig zou zijn. Hij is dan ook zeer teleurgesteld over de resultaten tot dusver. Mevrouw Van Vliet (D66) constateert allereerst dat iedereen het erover eens is dat verplegend en verzorgend personeel eerst in Nederland moet worden geworven. Als dat niet lukt, kan vervolgens binnen Europa worden geworven en pas in alleruiterste nood mag werving in landen buiten Europa plaatsvinden. De minister heeft hiervoor heldere criteria opgesteld, maar het probleem zit in de controle op een stringente toepassing van die criteria. Mevrouw Van Vliet meent dat de arbeidsvoorziening die controle niet goed genoeg ter hand neemt en daarop moet worden Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 4

5 aangesproken. Kan de minister haar collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzoeken om de Kamer inzicht te geven in de toepassing van de criteria en de controle daarop? Ook mevrouw van Vliet vindt het pijnlijk dat er verpleegkundigen in Zuid- Afrika en op de Filippijnen worden geworven, terwijl er in Nederland nog wel degelijk mensen zijn die graag in de gezondheidszorg willen werken. Wat het tekort aan stageplaatsen voor leerling-verpleegkundigen betreft, is het uitermate ergerlijk dat ziekenhuizen zo kortzichtig zijn dat zij louter voor hun eigen instelling mensen willen opleiden. Het is betreurenswaardig dat deze stagiaires worden gezien als een last, terwijl zij natuurlijk wel degelijk heel hard mee kunnen werken. Mevrouw Van Vliet verzoekt de minister dit bij haar collega van Onderwijs onder de aandacht te brengen. Zij kan zich volledig vinden in het voorstel van de heer Weekers om ziekenhuizen die een bovengemiddeld aantal stageplaatsen realiseren, te belonen. Er bestaan immers opleidingsfondsen waaruit deze stages kunnen worden gefinancierd. Het zou nog beter zijn als het voorstel zou leiden tot extra geld in die fondsen. Mevrouw Van Vliet wijst er vervolgens op dat er in Nederland wel degelijk herintreders zijn die graag willen overstappen op een baan in de gezondheidszorg. Veel mensen haken echter af, omdat zij eerst moeten worden opgeleid en in die hoedanigheid worden geconfronteerd met een forse achteruitgang in salaris. Als mensen met een goede baan bereid zijn om zich om te scholen voor een baan in de gezondheidszorg, dan is het van de gekke dat zij worden beloond op het niveau van een achttienjarige. Er wordt hier door de ziekenhuizen in Nederland verschillend mee omgegaan. Kan de minister daar meer concrete informatie over geven? Het verdient wellicht aanbeveling om, in de lijn van het voorstel van de heer Weekers, ziekenhuizen te belonen die in dezen een goed beleid voeren. Het is mevrouw Van Vliet gebleken dat in Nederland opgeleide verpleegkundigen die bijvoorbeeld in Zwitserland werkzaam zijn en die in de Nederlandse gezondheidszorg aan het werk willen, eerst een herexamen moeten afleggen en een bedrag van f 1200 voor moeten betalen. Ook op dat punt wil zij meer helderheid. Mevrouw Van Vliet erkent dat er nog een heleboel mogelijkheden op de Nederlandse arbeidsmarkt zijn en dat werving binnen Nederland de absolute voorkeur heeft boven werving in de EU en op andere continenten. Zij kan zich echter voorstellen dat de instellingen worden afgeschrikt door alle problemen die een dergelijke werving binnen Nederland met zich brengt. Wellicht is het ook goedkoper om in het buitenland te werven. Kan de minister daar inzicht in geven? Desgevraagd vindt mevrouw Van Vliet vindt het te ver gaan om een werving buiten de EU te verbieden als werving binnen Nederland en de EU geen resultaat heeft opgeleverd. Daarbij moet wel aan alle criteria zijn voldaan. Voorts is een terugkeerregeling noodzakelijk, zodat een deel van de in Nederland opgedane ervaring kan worden ingezet in het land van herkomst. Zij denkt echter dat, gezien het bovenstaande, een dergelijke werving vooralsnog niet nodig is. Zij geeft tot slot aan niets te voelen voor een verboden lijst, een lijst met landen waaruit niet geworven zou mogen worden. Mevrouw Hermann (GroenLinks) merkt allereerst op dat de grote problemen in de Nederlandse zorgsector in feite worden veroorzaakt door de wijze waarop in Nederland tegen verpleegkundigen wordt aangekeken. Het is een zeer ernstige zaak dat zij worden behandeld als een wegwerpartikel. Het was in het verleden schering en inslag dat leerling-verpleegkundigen die na drie jaar hard werken en studeren hun diploma kregen, tegelijkertijd hun ontslagbrief kregen omdat zij te duur waren geworden. Daar ligt de wortel van het kwaad waartegen in deze tijd in verhevigde mate moet worden gestreden. De zorg kan de mensen die het werk met hart en ziel willen doen, niet meer krijgen en en dat is nog erger zij kan die mensen ook niet meer vasthouden. Slechts 18% van de mensen die werk- Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 5

6 zaam zijn in de zorg, vindt dat zij in staat worden gesteld om hun werk goed te doen. Dat betekent dat 82% het gevoel heeft dat zij niet kunnen geven wat zij zouden willen geven. Mensen raken daardoor ontmoedigd en zoeken ander werk. Dat is de grootste oorzaak van de huidige arbeidsmarktproblematiek. Mevrouw Hermann ziet dan ook niets in het werven van buitenlandse verpleegkundigen, die bovendien niet weten hoe het er in de Nederlandse zorgsector aan toe gaat. Mevrouw Hermann geeft vervolgens aan dat haar de fractie de motie op stuk nr. 106 destijds van harte heeft gesteund, omdat zij eveneens van mening is dat het beschikbare arbeidsmarktpotentieel veel beter benut kan worden. Zij erkent dat het voor werkgevers een enorme organisatorische rompslomp is om veel mensen met een kleine deeltijdbaan in dienst te nemen. De instellingen voeren voorts aan dat zij dan in financiële problemen zouden komen, omdat de overheadkosten van kleine deeltijdbanen veel hoger zijn. Het zou de minister dan ook sieren als zij de instellingen financieel in de gelegenheid stelt om door middel van kleine deeltijdbanen tot een volledige bezetting te komen. Mevrouw Hermann wijst in dit verband nog op de hoge vergoeding die commerciële bureaus zoals Odian voor hun bemiddeling bij de werving in het buitenland vragen. Zij doet de oproep om het geld, dat kennelijk toch gevonden kan worden, aan te wenden om gemotiveerde Nederlandse mensen aan het werk te krijgen. Ten slotte spreekt mevrouw Hermann eveneens haar teleurstelling uit over de uitspraak van de minister dat zij het vanuit haar verantwoordelijkheid voor een adequate zorgverlening niet wenselijk acht om de motie naar de letter uit te voeren. Er moeten maatregelen worden genomen die resultaat opleveren. Nu wordt in feite gekozen voor de weg van de minste weerstand. Het antwoord van de regering De minister spreekt allereerst uit dat zij niet blij is met het feit dat Nederlandse instellingen verpleegkundigen aantrekken van buiten de EER. Zij zou willen dat dit niet nodig was en dat instellingen hun energie meer dan nu zouden steken in het werven van verpleegkundigen en herintreders binnen Nederland. Volgens de instellingen is er sprake van een noodsituatie waarbij zij moeten kiezen tussen het tijdelijk aantrekken van mensen van andere continenten of het doormodderen met het acute personeelstekort. In die afweging hebben twee ziekenhuizen, te weten het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag en het AMC in Amsterdam ervoor gekozen om tijdelijk Zuid-Afrikaanse verpleegkundigen aan te trekken, waarbij zij uiteraard eerst al het mogelijke hebben gedaan om mensen in Nederland of binnen de EER te werven. Het is overigens helemaal niet zo aantrekkelijk om Zuid-Afrikaans personeel in dienst te nemen, omdat hiermee hogere kosten gemoeid zijn voor zowel de uitzendbureaus als de instellingen. Verder moeten zij nog een opleiding volgen om het taalprobleem en de cultuurverschillen enigszins weg te werken en kunnen die mensen slechts twee jaar in Nederland werken. De minister merkt vervolgens op dat werving van buiten de EER alleen verboden zou kunnen worden als de wet in die zin wordt gewijzigd. Daartoe ziet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid echter geen aanleiding. Het is derhalve zaak om deze werving zoveel mogelijk binnen de regels van fatsoen te laten plaatsvinden. De bewindsvrouwe heeft met het oog daarop haar verantwoordelijkheid genomen en stringente afspraken gemaakt met de sociale partners en de arbeidsvoorziening. De bewindsvrouw geeft aan dat er momenteel 34 verpleegkundigen uit Zuid-Afrika in het Westeinde Ziekenhuis aan het werk zijn en dat het AMC eventueel mensen uit Zuid-Afrika te werk wil stellen. Voorts liggen er bij Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 6

7 de arbeidsvoorziening nog vergunningaanvragen voor zeven Filippijnse verpleegkundigen. De minister heeft haar Zuid-Afrikaanse collega op de tuberculoseconferentie in Amsterdam gevraagd naar haar mening over het werven van Zuid-Afrikaanse verpleegkundigen voor Nederlandse instellingen. Daar was minister Tshabalala Msimang niets van bekend, maar zij zei wel meteen dat zij tegen een «braindrain» was. Zij wilde in ieder geval geen ervaren verpleegkundigen kwijt, maar gaf wel aan dat zeer veel pas opgeleide verpleegkundigen door de slechte economische situatie in Zuid- Afrika geen werk in de gezondheidszorg kunnen krijgen. De Zuid- Afrikaanse minister heeft vervolgens tijdens de Wereld gezondheid assemblee aangegeven dat zij uiteraard het liefst zou willen dat zij alle pas afgestudeerde verpleegkundigen een baan in de gezondheidszorg zou kunnen aanbieden. Aangezien dit niet mogelijk was, zag zij wel een win-winsituatie in een tijdelijke tewerkstelling in de Nederlandse gezondheidszorg. Zij achtte het een goede zaak als net afgestudeerde Zuid- Afrikaanse verpleegkundigen in Nederland werkervaring kunnen opdoen, mits zij dan ook na twee jaar terugkomen. Het is beide ministers overigens een lief ding waard als het bij één wervingsactie blijft. De Zuid-Afrikaanse minister heeft verder aangegeven dat er geen wilde campagnes moeten worden gehouden, maar dat de afspraken met betrekking tot deze werving moeten worden vastgelegd in een «government to government agreement», zodat de nadelen voor Zuid-Afrika tot het uiterste beperkt worden. Er wordt momenteel gewerkt aan zo n overeenkomst. Minister Borst memoreert vervolgens dat zij de Zuid-Afrikaanse regering schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de afspraken die in het Nederlandse convenant met de arbeidsvoorziening zijn vastgelegd. Daarop heeft de heer Niehaus in een brief van 7 mei aangegeven dat de algemene strekking van die voorstellen voor Zuid-Afrika aanvaardbaar was. De bewindsvrouw zegt naar aanleiding van een vraag van mevrouw Kant toe, de brief van haar Zuid-Afrikaanse collega van 20 maart 2000 aan de Kamer te doen toekomen. Zij citeert desgevraagd de laatste passage uit deze brief: «The department of Health in the Republic of South Africa is not in support of any recruitment campaign across international borders that is not regulated by the relevant legislative frameworks. I will therefore appreciate if you could discourage such recruitment campaigns within the Netherlands. I do hope that you appreciate our dilemmas and concerns». Zij geeft verder aan dat de Zuid-Afrikaanse ambassade vanmorgen telefonisch heeft aangegeven dat er snel een «government to government agreement» moet worden opgesteld, omdat daarin de wederzijdse voordelen op papier kunnen worden gezet. Daarin zal overigens prominent worden opgenomen dat het niet kan gaan om mensen die in Zuid-Afrika in de gezondheidszorg werken of gewerkt hebben. Het gaat dus alleen om verpleegkundigen die net hun diploma hebben gehaald. Dergelijke afspraken zullen ook moeten worden gemaakt met de arbeidsvoorziening en de instellingen. De minister zal in overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bezien of de bestaande regels kunnen worden opgerekt, in die zin dat de arbeidsvoorziening ertoe verplicht wordt om zich te houden aan de wensen van Zuid-Afrika. De minister merkt op dat voor de 40 ervaren verpleegkundigen die het commerciële bureau Odian zou hebben geworven, geen vergunning is aangevraagd. Het bemiddelingsbureau Matahari richt zich op Indonesische verpleegkundigen die hun opleiding in Nederland afronden. Er is op dit punt al jaren geleden met Indonesië een regeringsovereenkomst afgesloten die tot ieders tevredenheid verloopt. Matahari is nu twee jaar actief en werkt met 40 praktikanten. Zij krijgen een jaar scholing en doen werkervaring op. Vervolgens moet een reguliere tewerkstellingsvergunning worden aangevraagd. Als die wordt verleend, kunnen zij nog een jaar in Nederland werken. De bewindsvrouw wijst erop dat de positieve ervaringen met het werven Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 7

8 binnen de EER allemaal worden opgedaan in de grensstreek. De mensen blijven in dat geval gewoon in hun eigen land wonen. Het lukt de uitzendbureaus niet om mensen van buiten de grensstreken te werven. Voor hen wegen de eventuele financiële voordelen niet op tegen een verhuizing naar Nederland. Zij erkent vervolgens volmondig dat de problemen met het werven van mensen binnen Nederland moeten worden opgelost. Het oplopende personeelstekort in de instellingen wordt veroorzaakt door een te hoge werkdruk, een hoog ziekteverzuim et cetera. Hoewel dat in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de instellingen is, heeft het ministerie van Volksgezondheid zeer veel geld vrijgemaakt om een aantal activiteiten in gang te zetten. Daartoe zijn ook afspraken met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemaakt. Het gaat daarbij om het terugdringen van het ziekteverzuim, het verhogen van de uitstroom uit de WAO, herintredingsprojecten, het verhogen van de instroom in de opleidingen via een opleidingsfonds, het behoud van werknemers via het ouderenbeleid, het verbeteren van het Arbo-beleid, de werving van allochtonen en het verbeteren van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Zij bespeurt tijdens haar werkbezoeken aan zorginstellingen een groot gevoel van verantwoordelijkheid. De instellingen zijn bereid om er hard aan te trekken om met behulp van het eigen personeel nieuwe mensen te werven, maar vooral ook om het eigen personeel te behouden. Er is op dat gebied dus sprake van een geleidelijke omslag, waarbij er uiteraard verschillen tussen de diverse instellingen zijn. Het is voorts een goede zaak dat de verpleegkundigen veel zelfbewuster zijn geworden. Er wordt, in het verlengde van de aanbevelingen van het Landelijk centrum voor verpleging en verzorging, in overleg met het AVVV een activiteitenplan voorbereid. Het gaat daarbij om het interessanter maken van de verpleegkundige loopbaan en een betere positionering van de verpleegkundige. Verder moet de academisering van de verpleegkundige in Nederland doorgezet worden. Het is noodzakelijk dat er een positieve draai aan het vak wordt gegeven, omdat de verpleegkundigen steeds zelfstandiger moeten werken. De minister onderkent het probleem van het tekort aan stageplaatsen. Instellingen geven aan dat zij geen tijd hebben om leerlingen een kwalitatief hoogwaardige begeleiding te geven, maar zij zullen daar toch in moeten investeren. De kans is immers klein dat leerlingen in een ziekenhuis willen blijven werken dat geen stageplaatsen aanbiedt. Door de aanneming van de motie-dijkstal is per 1 januari 2001 een bedrag van 40 mln. voor opleiding en stage beschikbaar. Met dat bedrag kunnen wellicht stagebegeleiders worden aangesteld. Instellingen kunnen uit dat opleidingsfonds een bedrag krijgen als zij daadwerkelijk stagiaires gaan opleiden en daarover ook verantwoording kunnen afleggen. De minister geeft desgevraagd aan dat zij hierbij niet denkt aan een beloning bovenop een redelijke vergoeding van de kosten. Over de herintreders die een kleine deeltijdbaan willen, merkt de bewindsvrouw op dat de mensen op de werkvloer hier vaak huiverig tegenover staan omdat die mensen niet flexibel genoeg zouden zijn, terwijl de praktijk uitwijst dat die herintreders na verloop van tijd vaak langer en onregelmatiger willen gaan werken als blijkt dat de combinatie van werken en zorg goed uitpakt. Er zal een opnieuw een screening plaatsvinden in adressenbestanden met potentiële herintreders. Het is daarbij echter noodzakelijk dat er in de regio s gericht wordt geworven, opdat mensen die zich aanmelden, ook met open armen worden ontvangen. De minister bevestigt desgevraagd dat er momenteel potentiële herintreders zijn. Het is overigens verstandig als ziekenhuizen herintreders die een goede baan achterlaten, meteen zo hoog mogelijk inschalen. Ziekenhuizen die daarop beknibbelen, vissen met de huidige arbeidskrapte achter het net. Het verdient aanbeveling om het jaarlijkse budget van 250 mln. voor arbeidsmarktbeleid ook voor dit soort zaken aan te wenden. Dat budget is Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 8

9 wel enigszins geoormerkt, maar er kan flexibeler mee omgegaan worden dan men nu soms denkt. Over de Nederlandse verpleegkundigen die bijvoorbeeld vanuit Zwitserland weer in Nederland willen komen werken en dan een bedrag van f 1200 moeten betalen, merkt zij op dat ook de Nederlandse verpleegkundigen een dergelijk bedrag voor de BIG-registratie moeten betalen. Het is niet verstandig om een onderscheid te maken, maar het staat de ziekenhuizen uiteraard vrij om dat bedrag voor hun rekening te nemen. De minister wijst er tot slot met betrekking tot de werving onder allochtonen op dat het project TOPAZ al jaren zeer goede resultaten heeft opgeleverd. Er zijn 4000 allochtonen ingestroomd op een totaal van Zeker in grootstedelijke wijken waar verpleeg- en verzorgingshuizen ook veel allochtone cliënten hebben, wordt zwaar ingezet op het verhogen van het percentage allochtone werknemers. Het beeld is derhalve niet zo negatief als de heer Weekers heeft geschetst. Nadere gedachtewisseling Mevrouw Kant (SP) erkent dat het momenteel om relatief weinig verpleegkundigen uit andere continenten gaat, maar dat de deur daarmee wel is opengezet. Zij stelt met nadruk dat het niet waar is dat men in Zuid- Afrika geen bezwaar heeft tegen de werving en dat er wel degelijk wordt geworven onder ervaren verpleegkundigen van buiten de EER. De minister heeft een onjuist beeld geschetst. Hoe is het overigens mogelijk dat die werving toch plaatsvindt terwijl de ministers van beide landen het niet gewenst vinden? Naar haar mening zou de minister dan ook moeten zoeken naar mogelijkheden om die werving een halt toe te roepen en die landen op een andere wijze te helpen. Als dat niet mogelijk is, dan zou de minister wellicht financieel kunnen garanderen dat iemand in Zuid-Afrika zorg kan verlenen gedurende de periode dat een Zuid-Afrikaanse verpleegkundige in Nederland aan het werk is. Op die wijze wordt een bijdrage geleverd aan de opbouw van Zuid-Afrika. Hoe gaat de minister erop toezien dat er echt geen ervaren verpleegkundigen uit Zuid-Afrika en de Filippijnen geworven worden? De arbeidsvoorziening heeft immers aangegeven dat zij dat criterium niet kan hanteren. De minister heeft zelf gezegd dat zij de werving onder ervaren verpleegkundigen niet fatsoenlijk acht. Dan zal zij ook naar middelen moeten zoeken om een dergelijke werving tegen te gaan. De heer Weekers (VVD) houdt zorgen over een strikte toepassing van de criteria. Als de deur verder wordt opengezet dan binnen de wettelijke kaders noodzakelijk is, wordt daarmee de weg van de minste weerstand gekozen. Hij vraagt de minister mede namens de heer Oudkerk om de Kamer binnen een halfjaar te rapporteren over de instellingen die daadwerkelijk een tewerkstellingsvergunning hebben gekregen, wat die instellingen daaraan voorafgaand hebben gedaan aan werving in Nederland en in de EER en wat die instellingen doen aan scholing en stageplaatsen. De minister moet daarbij aangeven in hoeverre wordt voldaan aan de criteria uit het convenant. Hij is de minister erkentelijk voor de toezegging om instellingen die echt werk maken van stageplaatsen, te belonen. Kan zij de Kamer over de werking van een dergelijke regeling informeren? Die regeling moet in ieder geval niet bureaucratisch zijn en zal een beloning moeten behelzen bovenop het budget van het ziekenhuis. Ook bij het voorbeeld van een verpleegkundige uit Zwitserland die in Nederland wil komen werken, speelt niet alleen het probleem van de BIG-registratie, maar is het vooral de bureaucratie waar zij tegenaan loopt. Daar moet iets aan gedaan worden. De heer Weekers stelt tot slot dat mensen uit andere continenten in Nederland mogen werken, mits aan alle criteria is voldaan en er in het Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr. 19 9

10 land van herkomst een overschot op dit segment van de arbeidsmarkt is. Hoe is overigens geregeld dat er geen «braindrain» uit die landen zal plaatsvinden? De heer Oudkerk (PvdA) wijst op een brief van de minister van 15 mei 2000, waarin zij de verwachting uitspreekt dat in juni de eerste groep van 25 mensen uit de Filippijnen naar Nederland zal komen en dat er in de loop van het jaar 70 tot 90 Filippijnse verpleegkundigen komen. Deze mensen worden gerekruteerd aan de hand van de eis dat zij minimaal vierenhalf jaar werkervaring na hun diplomering hebben opgedaan en dat zij van de afgelopen vijf jaar ten minste drie jaar als verpleegkundige werkzaam zijn geweest. Verder wordt aangegeven dat 40 van hen nog dit jaar in Nederlandse zorginstellingen aan het werk zullen gaan. Dit is in tegenspraak met de informatie van de minister. Er is geen sprake van een overschot aan verpleegkundigen in het land van herkomst en er wordt bovendien niet voldaan aan het criterium dat het om pas afgestudeerde verpleegkundigen moet gaan. De heer Oudkerk geeft nogmaals aan dat de werving van verpleegkundigen uit andere continenten ongewenst is als niet aan alle criteria is voldaan. Hij schort zijn oordeel over dit kabinetsbeleid op totdat de juiste gegevens boven tafel zijn. De heer Buijs (CDA) is van mening dat men in Nederland met de discussie over het werven van verpleegkundigen uit andere continenten nog steeds bezig is met een symptoombestrijding van de echte onderliggende ziekte. Het is zeer teleurstellend dat er in Nederland dergelijke noodmaatregelen moeten worden genomen. De minister heeft gezegd dat in het jaar 2000, het jaar van de waarheid, alles goed zal komen. Dat jaar begint echter al aardig op z n eind te lopen en er zijn nog geen resultaten zichtbaar. Hij is dan ook zeer benieuwd of alle inspanningen en maatregelen van de minister zodanig zullen uitwerken dat men echt van deze discussie verlost wordt. Hij sluit zich ten slotte aan bij het verzoek om een rapportage. Mevrouw Van Vliet (D66) merkt allereerst op dat de berichtgeving van de SP dat men in Zuid-Afrika tegen de werving is, onjuist is gezien de briefwisseling tussen de bewindslieden van beide landen. Zij constateert vervolgens dat aan de motie op stuk nr. 106 is voldaan. De criteria worden immers ontwikkeld, maar die moeten dan ook goed getoetst moeten worden. De betrokken bewindslieden zullen daar nog eens goed naar moeten kijken. Zij deelt tot slot de mening van de heer Weekers over de bureaucratische rompslomp voor Nederlandse verpleegkundigen uit het buitenland die weer in Nederland willen werken. Kunnen mensen die over alle diploma s en werkervaring beschikken, echt niet aan de slag voordat zij in het BIG-register zijn opgenomen? Is het wellicht mogelijk dat zij toch eerder aan het werk kunnen? Mevrouw Hermann (GroenLinks) geeft aan, er in het geheel niet gerust op te zijn. Er treedt veel te veel vertraging op bij het tewerkstellen van bijvoorbeeld mensen die in een asielzoekerscentrum verblijven of die met een vluchtelingenstatus in Nederland verblijven. Op mensen die bijna of geheel gekwalificeerd zijn, moet nog een circus van bureaucratie worden losgelaten, terwijl die mensen zeer hard nodig zijn. Bovendien gaan hun motivatie en vaardigheden met de dag achteruit. Mevrouw Hermann is dan ook van mening dat onorthodoxe maatregelen nodig zijn. Is de minister daartoe bereid? Zij merkt voorts op dat ook Suriname het in het verleden bijzonder ongewenst vond dat gediplomeerde verpleegkundigen met geld en werkaanbod naar Nederland werden gelokt. Speelt deze problematiek nu ook en wat is de mening van de minister daarover? Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr

11 Ten slotte dreigt er vertraging op te treden in de regularisering en formalisering van de arbeidsverbanden voor de alfahulpen. Is er per 1 januari 2001 iets geregeld? Als dat niet het geval is, waarom dan niet? De minister is van mening dat mevrouw Kant het te demagogisch formuleert, omdat zij de brieven en woorden van de minister en de ambassadeur interpreteert als een strikte afwijzing. Het ligt allemaal iets genuanceerder. De minister is bereid om in de «government tot government agreement» de voorwaarde op te nemen dat met de werving kan worden gestopt zodra Zuid-Afrika al haar eigen verpleegkundigen werk kan bieden. Daartoe zou een convenant kunnen worden opgesteld met de zorginstellingen en de koepelorganisaties. Zij wijst er op dat Zuid-Afrika niet op de prioritaire lijst van minister Herfkens staat. Er wordt op individuele basis, van ziekenhuis tot ziekenhuis, wel het nodige gedaan in Zuid- Afrika, maar er is geen formele ontwikkelingsrelatie op het gebied van de volksgezondheid. De minister zal de arbeidsvoorziening verzoeken om de gevraagde rapportage over de naleving van de criteria op te stellen. Zij wijst er vervolgens op dat het geld dat nu beschikbaar komt voor het financieren van stageplaatsen, ooit in de ziekenhuisbudgetten heeft gezeten. Het is echter een goede zaak dat er extra geld voor stageplaatsen komt en dat zal zeker niet gekort worden op de huidige ziekenhuisbudgetten. De bewindsvrouw merkt met betrekking tot de bureaucratie op dat bij de verpleegkundigen die in de overigens voortreffelijke Zwitserse gezondheidszorg werken, het probleem speelt dat Zwitserland geen lid is van de Europese Unie. Volgens de regels mogen zij dus niet zomaar binnen de Unie werken en moet er eerst een beoordelingsperiode in acht worden genomen. De minister wil kijken of er een aanzienlijke bekorting van die procedure kan worden bewerkstelligd. Ook potentiële arbeidskrachten die in een asielzoekerscentrum verblijven, moeten eerst beoordeeld worden. Dan blijkt vaak dat zij een deel van de Nederlandse gezondheidszorg niet goed genoeg beheersen en dat er enige bijscholing moet plaatsvinden. Zij zouden echter wel kunnen werken onder supervisie. De ambtenaren die hierover gaan, zijn bij elkaar gezet om ervoor te zorgen dat de procedures sneller kunnen worden doorlopen. De minister is het ermee eens dat de voorwaarde dat het alleen maar om vers gediplomeerden mag gaan, in de «government to government agreement» moet worden opgenomen. Zij merkt met betrekking tot de Filippijnse verpleegkundigen op dat die overal ter wereld aan het werk zijn. Er liggen nu echter maar zeven aanvragen waar de arbeidsvoorziening nog stevig op zit te broeden. Dat geeft al aan dat zij haar taak serieus neemt. De bewindsvrouw merkt verder op dat er geen enkele actie gaande is om Surinaamse verpleegkundigen te werven. Zij acht dat ook onwenselijk. Als de Suriname regering goede plannen heeft voor de gezondheidszorg, dan zal Nederland daar een stevige financiële bijdrage aan geven. De minister kan ten slotte melden dat de gevolgen van de herziening van het belastingstelsel zich voor de alfahulpen niet in 2001 laten gelden. Dat zal pas voor het eerst in 2002 het geval zijn. Er wordt namelijk gewerkt aan een tarievenherziening met ingang van Daarmee kan ook een ruimere mogelijkheid worden geboden om alfahulpen in het CAO-gebouw te laten stromen. Er is dus inderdaad sprake van enige vertraging. De voorzitter van de commissie, Essers De griffier van de commissie, Teunissen Tweede Kamer, vergaderjaar , XVI, nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 241 Enquête vliegramp Bijlmermeer Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 In de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 23 235 Thuiszorg Nr. 68 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 26 april 2000 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

Uw brief van. 31 maart 2008

Uw brief van. 31 maart 2008 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 13 juni 2008 BVE/I&I/21221 Uw brief van 31 maart 2008 Uw kenmerk 2070815960 Onderwerp Vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Algemeen Arbeidsmarktbeleid Nr.AAM/ASAM/02/1400 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 13

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen. Tweede Kamer, 54e vergadering, Donderdag 14 februari 2008 Algemeen Concurrentievermogen Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 816 Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2000 2003 Nr. 26 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Swildens- Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter,

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Marijnissen (SP) over de problemen bij Haagse Wijk- en Woonzorg (2017Z11100).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Marijnissen (SP) over de problemen bij Haagse Wijk- en Woonzorg (2017Z11100). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Onderwerp Vragen ex artikel 39 van het Reglement van Orde betreffende zorginstellingen.

Onderwerp Vragen ex artikel 39 van het Reglement van Orde betreffende zorginstellingen. www.prv-overijssel.nl Leden van Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 80 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum ZC/2004/52

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 442 Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met de werving van arbeidsaanbod uit landen van buiten de Europese Economische Ruimte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 586 Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met samentelling van uitkeringstijdvakken ingevolge de Werkloosheidswet voor de toepassing van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004

Nadere informatie

Vragen van het lid Kant aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het aantrekken van verpleegkundigen van buiten de EU.

Vragen van het lid Kant aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het aantrekken van verpleegkundigen van buiten de EU. Hoogervorst dus niet aan om de druk op een van de partijen eenzijdig te laten toenemen, maar de wederzijdse verantwoordelijkheid moet wel beter worden opgepakt; anders komen wij er immers niet uit op het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 814 Emancipatiebeleid 2000 Nr. 11 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Swildens- Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, Bijleveld- Schouten

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 833 Beroepspensioenregelingen Nr. 3 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 juli 2001 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (M. Rutte)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (M. Rutte) Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met de werving van arbeidsaanbod uit landen van buiten de Europese Economische Ruimte op een bij convenant overeengekomen wijze Memorie van antwoord

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008-2009 22112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie CI VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 16

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 26 maart 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 26 maart 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 44 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 juli 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over arbeidsmarktbeleid.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over arbeidsmarktbeleid. Arbeidsmarktbeleid Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over arbeidsmarktbeleid. Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, net

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 33 182 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 008 Zorgnota 2002 24 036 Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit Nr. 47 Herdruk 1 1 Eerder abusievelijk gedrukt onder nr. 77. 2 Samenstelling:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 981 Verantwoord verslaggeven over sociale verzekeringen Nr. 4 1 Samenstelling: Leden: Witteveen-Hevinga (PvdA), ondervoorzitter, Rosenmöller

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1310 Vragen van het lid

Nadere informatie

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 13 september 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 13 september 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 2050 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 40 79 11 F 070 40 78

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 877 Staat van de Europese Unie 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie H 1 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 Rapport Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 2 Klacht Verzoeker, die werkzoekend was en een WW-uitkering ontving, klaagt over de wijze van informatieverstrekking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

2016D27974 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D27974 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D27974 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune. Pensioenonderwerpen Aan de orde is het VAO Pensioenonderwerpen (AO d.d. 06/11). Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) G VERSLAG VAN

Nadere informatie

vra2000vws.017 LIJST VAN VRAGEN

vra2000vws.017 LIJST VAN VRAGEN vra000vws.07 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 000 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) LIJST

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 9 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 9 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 26 631 Modernisering AWBZ Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-21 Jeugdraad Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de IND uit Utrecht. Datum: 10 maart Rapportnummer: 2011/089

Rapport. Rapport over een klacht over de IND uit Utrecht. Datum: 10 maart Rapportnummer: 2011/089 Rapport Rapport over een klacht over de IND uit Utrecht. Datum: 10 maart 2011 Rapportnummer: 2011/089 2 Klacht Verzoekster afkomstig uit Ethiopië, klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning) Nr. 123 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Lijst van vragen - totaal

Lijst van vragen - totaal Lijst van vragen - totaal Kamerstuknummer : 33149-30 Vragen aan Commissie : Regering : Volksgezondheid, Welzijn en Sport 33 149 Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld------------------

Nadere informatie

2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 23 972 Bestrijding langdurige werkloosheid Nr. 57 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 15 april 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 650 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 februari 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010 > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over IND uit Utrecht. Datum: 10 maart 2011. Rapportnummer: 2011/090

Rapport. Rapport over een klacht over IND uit Utrecht. Datum: 10 maart 2011. Rapportnummer: 2011/090 Rapport Rapport over een klacht over IND uit Utrecht. Datum: 10 maart 2011 Rapportnummer: 2011/090 2 Klacht Verzoeker, afkomstig uit Marokko, klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 104 Langdurige zorg Nr. 23 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 maart 2015 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Advies nummer 8 's-gravenhage, 16 oktober 1996 ROP-advies nr. 8, blad 2 Commentaar gericht aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 299 Ziekenhuiszorg Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

vws Huisartsenzorg Tandheelkundige zorg Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Den Haag, juli 2000

vws Huisartsenzorg Tandheelkundige zorg Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Den Haag, juli 2000 vws0001134 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Den Haag, juli 2000 Inleiding Bij deze wil ik u informeren over de uitkomsten van het overleg «huisartsenzorg

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2 Klopt het dat er meer dan een half miljoen spookburgers zijn die als tweederangsburger door het leven moeten?

2 Klopt het dat er meer dan een half miljoen spookburgers zijn die als tweederangsburger door het leven moeten? AH 1909 2019Z01619 Antwoord van staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 221 Wijziging van de Abw, de IOAW en de IOAZ in verband met het verruimen van de mogelijkheid tot tijdelijke ontheffing van de sollicitatieverplichting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 32 529 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Bedrijfspresentatie. Euroforce B.V.

Bedrijfspresentatie. Euroforce B.V. Bedrijfspresentatie Algemeen is opgericht in 2001 en is begonnen als uitzendorganisatie, inmiddels heeft Euroforce zich ontwikkeld tot een breder dienstverlenende organisatie en hebben we veel ervaring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Nadere informatie

We willen na twee jaar wel bezien in hoeverre de doorgevoerde maatregelen het beoogde effect hebben gehad.

We willen na twee jaar wel bezien in hoeverre de doorgevoerde maatregelen het beoogde effect hebben gehad. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 131 Reïntegratie arbeidsongeschikten Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 20 februari 2002 De commissie voor de Rijksuitgaven 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1624 Vragen van het lid

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 003 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2007 Nr. 34 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 452 Internationalisering van het onderwijs Nr. 17 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter,

Nadere informatie

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt.

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Bedrijfscommissie voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen. Verslag van bevindingen

Bedrijfscommissie voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen. Verslag van bevindingen Bedrijfscommissie voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Verslag van bevindingen Verslag van de hoorzitting op 15 mei 2007 inzake het verzoek om bemiddeling dan wel advies van de ondernemingsraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 december 1999 De vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 24 724 Studiefinanciering Nr. 163 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 februari 2017 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie