Het aanbod van kinderopvang per eind 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het aanbod van kinderopvang per eind 2004"

Transcriptie

1 Het aanbod van kinderopvang per eind 2004 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Sonja van der Kemp Marianne Kloosterman B2944 Leiden, 22 maart 2005

2

3 Voorwoord Per 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang in werking getreden. Het ministerie van SZW volgt de effecten van wet- en regelgeving op het aanbod van kinderopvang. Research voor Beleid heeft door middel van een enquête onder kinderopvangorganisaties in kaart gebracht wat de capaciteit is aan kinderopvang in Nederland per 31 december Tevens zijn deze gegevens vergeleken met gegevens over de periode van 1996 tot en met 2003, zodat ontwikkelingen in de tijd kunnen worden gesignaleerd. In het voorliggende rapport zijn de resultaten van het onderzoek beschreven. Het rapport bevat ten eerste een inleidend hoofdstuk, waarin de opzet van het onderzoek wordt beschreven. In hoofdstuk 2 volgt een weergave van de resultaten van het onderzoek, waarbij vergelijkingen worden gemaakt met eerdere metingen. In het derde en laatste hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek weergegeven. Langs deze weg willen we het Programmabureau Implementatie Wet kinderopvang bedanken voor het beschikbaar stellen van het adressenbestand van kinderopvangorganisaties. Tevens willen we alle kinderopvangorganisaties die de vragenlijst hebben ingevuld hartelijk bedanken voor hun medewerking. Verder gaat onze dank uit naar de MOgroep en de Branchevereniging ondernemers in de kinderopvang voor het aankondigen van het onderzoek in hun nieuwsbrieven. Tenslotte willen we het ministerie van SZW bedanken voor de prettige samenwerking. Marianne Kloosterman Projectleider 3

4 4

5 Inhoudsopgave Samenvatting 7 1 Inleiding Achtergrond Doel en vraagstelling Gehanteerde definities Onderzoeksopzet 12 2 Aanbod kinderopvang in Nederland Landelijke capaciteit kinderopvang Capaciteit kinderopvang per regio Gebruik van kinderopvang Organisatiekenmerken Kenmerken van het aanbod 25 3 Conclusies 27 Bijlage 1 Vragenlijst 29 5

6 6

7 Samenvatting Inleiding Het ministerie van SZW volgt de effecten van wet- en regelgeving op het aanbod van kinderopvang in Nederland. Met de invoering van de Wet kinderopvang (per januari 2005) wilde het ministerie zicht krijgen op de capaciteit, het gebruik en de aard van de formele kinderopvang in Nederland per eind Research voor Beleid heeft deze gegevens in kaart gebracht door alle kinderopvangorganisaties in Nederland in december 2004 te benaderen. Voor het onderzoek zijn alle kinderopvangorganisaties, die bekend zijn bij het Programmabureau Implementatie Wet kinderopvang, benaderd met het verzoek een enquête in te vullen. De organisaties konden kiezen of ze de enquête via internet wilden invullen of liever schriftelijk. In totaal hebben 874 kinderopvangorganisaties de enquête ingevuld. Dit is 66% van het totaal van 1319 organisaties die zijn aangeschreven. Om de ontwikkelingen ten opzichte van voorgaande jaren zichtbaar te maken zijn de resultaten van dit onderzoek vergeleken met gegevens uit de periode 1998 tot en met Capaciteit aan kinderopvang De ontwikkeling in de capaciteit aan kinderopvang is weergegeven in tabel A en figuur A. Hierin is het aantal kindplaatsen te zien. Dit is niet gelijk aan het aantal kinderen dat gebruik maakt van de opvang, aangezien de meeste kinderen niet alle dagen in de week worden opgevangen. Tabel A Ontwikkeling van de capaciteit aan kinderopvang vanaf de nulmeting tot eind Soort opvang Nulmeting Hele dagopvang Buitenschoolse opvang Gastouderopvang Totaal De gegevens over de jaren t/m 2003 zijn afkomstig uit de Monitor uitbreiding kinderopvang Vierde meting naar de status van de uitbreiding van de kinderopvang in Nederland. Netwerkbureau uitbreiding kinderopvang, De nulmeting betreft voor buitenschoolse opvang de situatie per en voor hele dagopvang de situatie per

8 Figuur A Ontwikkeling van de capaciteit aan kinderopvang vanaf de nulmeting tot eind x Nul gastouderopvang buitenschoolse opvang hele dagopvang Totaal Bij de vergelijking van de gegevens tussen 2003 en 2004 valt op dat er een relatief sterke stijging heeft plaatsgevonden van het aantal kindplaatsen, met name voor de buitenschoolse opvang. Voor een deel wordt de stijging verklaard doordat het adressenbestand van kinderopvangorganisaties in 2004 is uitgebreid met 137 organisaties. Voor een klein deel (10%) zijn dit werkelijk nieuwe organisaties die in 2004 zijn begonnen met het aanbieden van kinderopvang, maar voor een groot deel betreft het organisaties die al langer bestonden maar niet eerder bij het Programmabureau bekend waren en dus niet bij eerdere metingen zijn betrokken. Indien wordt gekeken naar de verschillende vormen van kinderopvang, blijkt dat bij de hele dagopvang naar schatting ongeveer 1/3 deel van de groei is toe te schrijven aan de toegevoegde organisaties. Bij de buitenschoolse opvang is dat circa 1/10 deel. Bij de gastouderopvang hebben de toegevoegde organisaties ertoe geleid dat het aantal kindplaatsen circa 1/10 deel minder is gedaald. Deze stijging die samenhangt met de toegevoegde organisaties is geen werkelijke stijging, maar puur een gevolg van een verbetering van het adressenbestand. Om de werkelijke relatieve stijging ten opzichte van 2003 te schatten, zijn de organisaties die in 2004 zijn toegevoegd buiten beschouwing gelaten. Voor de vergelijking van de capaciteit tussen 2003 en 2004 zijn twee verschillende schattingsmethoden gehanteerd. Op basis van de verschillende schattingen kan worden geconcludeerd dat de relatieve groei van het aantal kindplaatsen hele dagopvang tussen 2003 en 2004 waarschijnlijk rond de 6 à 7% ligt. Voor de buitenschoolse opvang ligt de relatieve groei van het aantal kindplaatsen waarschijnlijk tussen de 11% en 18%. Bij de gastouderopvang is er sprake van een relatieve daling van het aantal kindplaatsen met circa 15%. 8

9 Een mogelijke verklaring voor de relatief sterke stijging van de capaciteit van buitenschoolse opvang ten opzichte van de hele dagopvang is dat veel kinderen die de afgelopen jaren zijn ingestroomd in de (in 2001 en 2002 sterk gegroeide) hele dagopvang, inmiddels de leeftijd van vier jaar hebben bereikt en dat hun ouders nu gebruik willen maken van buitenschoolse opvang. Gebruik van kinderopvang Naast de capaciteit aan kinderopvang is tevens geïnventariseerd hoeveel kinderen er gebruik maken van de kinderopvang. In onderstaande tabel wordt het aantal kinderen dat gebruik maakt van de verschillende vormen van kinderopvang gerelateerd aan het aantal kindplaatsen. Tabel B Totaal aantal kinderen in Nederland dat gebruik maakt van formele kinderopvang, gerelateerd aan het aantal kindplaatsen Soort opvang Aantal kinderen Aantal kindplaatsen Aantal kinderen per kindplaats Hele dagopvang ,6 Buitenschoolse opvang ,6 Gastouderopvang 0 t/m 3 jaar t/m 12 jaar ,3 Totaal ,6 Uit het onderzoek blijkt dat in totaal zo n kinderen gebruik maken van formele kinderopvang in Nederland. Dit betekent dat circa één op de acht kinderen in Nederland in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar 1 gebruik maakt van hele dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang. Kenmerken van het aanbod De bovengenoemde capaciteit aan kinderopvang in Nederland wordt verzorgd door ruim 1300 organisaties voor kinderopvang met gezamenlijk ruim 4000 vestigingen. Omvang en marktaandeel Bijna tweederde van de kinderopvangorganisaties in Nederland heeft één vestiging. Deze organisaties hebben samen een marktaandeel van 17%. De 5% grootste organisaties in Nederland (met 11 of meer vestigingen) hebben gezamenlijk ongeveer de helft (48%) van de markt voor kinderopvang in handen. Tabel C Omvang en marktaandeel van kinderopvangorganisaties 1 vestiging 2 t/m 5 vestigingen 6 t/m 10 vestigingen 11 t/m 20 vestigingen 21 of meer vestigingen Aantal organisaties 61% 27% 7% 3% 2% Marktaandeel 17% 21% 14% 26% 22% 1 Volgens het CBS zijn er in Nederland in totaal circa 2,6 miljoen kinderen in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar. 9

10 Ten opzichte van 2003 is het aandeel organisaties met één vestiging en het marktaandeel van deze organisaties licht toegenomen. Aangeboden vormen van kinderopvang Van alle kinderopvangorganisaties in Nederland biedt 88% hele dagopvang, 54% buitenschoolse opvang en 17% gastouderopvang. Een groot deel van de organisaties biedt een combinatie van deze vormen (tabel D). Tabel D Vormen van kinderopvang per organisatie Percentage Alleen hele dagopvang 40% Alleen buitenschoolse opvang 6% Alleen gastouderopvang 6% Hele dagopvang en buitenschoolse opvang 37% Hele dagopvang en gastouderopvang 1% Buitenschoolse opvang en gastouderopvang 2% Combinatie van alle drie vormen 11% De meest voorkomende situatie is dat een organisatie alleen hele dagopvang biedt. Daarna volgt een combinatie van hele dagopvang en buitenschoolse opvang binnen één organisatie. Van alle kinderopvangorganisaties biedt 11% alle drie de vormen van kinderopvang aan. Samengevat In 2004 hebben de ontwikkelingen in de kinderopvang van de afgelopen jaren zich verder voortgezet. Dit wil zeggen dat er een stijging is van het aantal kindplaatsen voor hele dagopvang en buitenschoolse opvang en een daling van het aantal kindplaatsen voor gastouderopvang. 10

11 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Het streven van opeenvolgende kabinetten is het vereenvoudigen van de combinatie arbeid en zorg. In het kader daarvan zijn in het verleden diverse initiatieven ontplooid, waaronder de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (Rkb). De Rkb stimuleert het tot stand komen van een uitgebreider en omvangrijker aanbod van kinderopvangmogelijkheden. De regeling was in de periode 1997 tot eind 2003 van kracht. Er zijn in die periode verschillende metingen uitgevoerd om de effecten van deze regeling op het aanbod aan kinderopvang in kaart te brengen. Op basis van deze informatie kon worden geconcludeerd dat de doelstelling voor het realiseren van extra plaatsen in 2003 was behaald. 1 Met ingang van 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang in werking getreden. Deze wet regelt de kwaliteit en de financiering van de kinderopvang. Uitgangspunt is dat kinderopvang een zaak is van ouders, werkgevers en overheid. Het ministerie van SZW volgt de effecten van wet- en regelgeving op het aanbod van kinderopvang. Daarom heeft het ministerie behoefte aan informatie over de ontwikkelingen in het aanbod in Doel en vraagstelling Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van een betrouwbaar, landelijk representatief beeld van de capaciteit, het gebruik en de aard van de formele kinderopvang in Nederland per ultimo De bijbehorende onderzoeksvragen luiden als volgt: Capaciteit en gebruik kinderopvang Hoeveel kinderopvangplaatsen zijn er ultimo 2004 in Nederland? (totaal en uitgesplitst naar hele dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang) Hoeveel kinderen maken ultimo 2004 gebruik van formele kinderopvang? (totaal en uitgesplitst naar hele dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang) Hoeveel kindplaatsen voor hele dagopvang en buitenschoolse opvang zijn er ultimo 2004 per 100 kinderen in de betreffende leeftijdscategorie? (landelijk en per regio). Aard van aanbod kinderopvang Wat zijn organisatiekenmerken van de kinderopvangorganisaties? (rechtsvorm, omvang, aantal vestigingen en marktaandeel) Wat zijn de kenmerken van het aanbod van de kinderopvangorganisaties? (samenhang tussen vormen van kinderopvang, samenhang met andere dienstverlening) 1 Monitor uitbreiding kinderopvang Vierde meting naar de status van de uitbreiding van de kinderopvang in Nederland. Netwerkbureau uitbreiding kinderopvang,

12 1.3 Gehanteerde definities De in het onderzoek gehanteerde definities zijn hieronder weergegeven. Hele dagopvang is opvang voor 0 tot en met 3 jarigen in een kindercentrum (waaronder ook 24- uursopvang, verlengde opvang, flexibele opvang en halve dagopvang). Buitenschoolse opvang omvat zowel voorschoolse, naschoolse als vakantieopvang voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Tussenschoolse opvang valt hier niet onder. Gastouderopvang is kinderopvang in een gezinssituatie die tot stand komt door tussenkomst van een gastouderbureau. Een kindplaats is een beschikbare plaats voor opvang gedurende de maximale openingstijden van de vestiging en gedurende het gehele jaar. Dit betekent dat de omvang van een kindplaats in uren sterk kan verschillen tussen kinderopvangorganisaties (als gevolg van verschillen in openingstijden). Het aantal beschikbare kindplaatsen is een maat voor de beschikbare capaciteit van een kinderopvangorganisatie. Eén kindplaats wordt veelal door meerdere kinderen bezet, aangezien de meeste kinderen niet alle dagen in de week van kinderopvang gebruik maken. Een koppeling is één schriftelijke overeenkomst tussen een vraagouder en een gastouder. 1.4 Onderzoeksopzet In deze paragraaf volgt een beschrijving van de gebruikte onderzoeksmethode, de onderzoekspopulatie en respons en de analyse. Onderzoeksmethode De gegevensverzameling heeft plaatsgevonden in de maanden november en december van Daarbij is gekozen voor een enquête onder kinderopvangorganisaties, die via internet of schriftelijk kon worden ingevuld. De kinderopvangorganisaties ontvingen per post een toelichting op de internetenquête met daarin een internetadres, code en wachtwoord en tevens ontvingen ze een schriftelijk exemplaar van de vragenlijst. De enquête werd verzonden met een begeleidende brief van het ministerie van SZW. De brancheorganisaties MOgroep en de Branchevereniging ondernemers in de kinderopvang hebben het onderzoek aangekondigd in hun nieuwsbrieven en de leden verzocht aan het onderzoek mee te werken. Om de respons te verhogen zijn twee telefonische rappels uitgevoerd, waarmee de organisaties zijn herinnerd aan het onderzoek. Desgewenst kregen de organisaties de vragenlijst per of per post opnieuw toegestuurd. De schriftelijke vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. Ten opzichte van de metingen die in de periode 2000 t/m 2003 zijn uitgevoerd zijn er enkele wijzigingen in de onderzoeksmethode. Deze wijzigingen zijn ingegeven door een verandering in de informatiebehoefte. Ten eerste is bij eerdere metingen alleen gebruik gemaakt van een schriftelijke enquête en niet van een internetenquête. Bovendien zijn bij eerdere metingen de capaciteitsgegevens bij de organisaties per vestiging bevraagd, terwijl bij de huidige meting de gegevens bij 12

13 de organisaties per provincie zijn bevraagd. Deze wijzigingen hebben ook een aanpassing van de vragenlijst tot gevolg. Bij de vragen over de capaciteit is wel zoveel mogelijk aangesloten bij de vragenlijst die in eerdere jaren is gebruikt. Door de veranderingen in de onderzoeksmethode zijn de resultaten van deze meting niet volledig vergelijkbaar met de eerdere metingen. Onderzoekspopulatie en respons De onderzoekspopulatie bestaat uit alle kinderopvangorganisaties in Nederland die hele dagopvang, buitenschoolse opvang en/of gastouderopvang aanbieden. Voor het onderzoek is evenals bij eerdere metingen gebruik gemaakt van het adressenbestand van het Programmabureau Implementatie Wet kinderopvang. Het Programmabureau werkt onder verantwoordelijkheid van het ministerie van SZW. Het ondersteunt kinderopvangondernemers, gemeenten, werkgevers en ouders bij de invoering van de Wet kinderopvang. In 2004 zijn 137 organisaties aan het adressenbestand toegevoegd, die zichzelf hebben aangemeld om informatie te ontvangen van het Programmabureau. Voor een klein deel (10%) zijn dit werkelijk nieuwe organisaties die in 2004 zijn begonnen met het aanbieden van kinderopvang, maar voor een groot deel betreft het organisaties die al langer bestonden maar niet eerder bij het Programmabureau bekend waren en dus niet bij eerdere metingen zijn betrokken. Het adressenbestand bevatte de adresgegevens van 1335 kinderopvangorganisaties. Deze kinderopvangorganisaties zijn integraal benaderd. De netto populatie bestaat uit 1319 organisaties, aangezien we van 16 organisaties bericht hebben ontvangen dat ze meerdere malen in het adressenbestand voorkwamen of dat ze geen kinderopvang (meer) bieden. In totaal hebben 874 kinderopvangorganisaties de vragenlijst ingevuld. 1 Dit betekent dat een respons is behaald van 66% (= 874/1319). 2 Uit een nadere analyse van de respons blijkt dat de respons onder grote organisaties hoger is dan onder kleine organisaties (zie tabel 1.1). Tabel 1.1 Respons uitgesplitst naar aantal vestigingen per organisatie Aantal vestigingen Responspercentage 1 vestiging 65% 2 t/m 5 vestigingen 66% 6 t/m 10 vestigingen 72% 11 t/m 20 vestigingen 71% 21 vestigingen of meer 78% Analyse Aangezien de respons onder grote organisaties hoger was dan onder kleine organisaties, is bij de analyse gekozen voor weging van de onderzoeksresultaten op basis van het aantal vestigingen. Dit betekent dat de samenstelling van de respons naar grootteklasse zodanig wordt gecorrigeerd dat deze overeenkomt met de samenstelling van de populatie. Door het toepassen van weging wordt een betrouwbaar beeld verkregen van de kinderopvang in Nederland. Bij de bespreking 1 In totaal heeft 29% van de respondenten de enquête via internet ingevuld en 71% schriftelijk. 2 Bij aanvang van het eerste telefonisch rappel was de respons ongeveer 30%, bij aanvang van het tweede telefonisch rappel ongeveer 50%. 13

14 van de resultaten worden - tenzij anders vermeld - de gewogen percentages en aantallen gepresenteerd. Vervolgens is een schatting gemaakt van het aantal kindplaatsen en het aantal kinderen voor de totale populatie van kinderopvangorganisaties in Nederland. Daarbij is het aantal organisaties in het adressenbestand als uitgangspunt genomen. 14

15 2 Aanbod kinderopvang in Nederland Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de onderzoeksresultaten. Ten eerste wordt ingegaan op de capaciteit aan kinderopvang in Nederland. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met eerdere jaren. In paragraaf 2.2 wordt ingegaan op het gebruik van kinderopvang. In paragraaf 2.3 wordt tenslotte ingegaan op de kenmerken van de kinderopvangorganisaties die aan het onderzoek hebben meegewerkt. 2.1 Landelijke capaciteit kinderopvang Capaciteit op populatieniveau De landelijke capaciteit kinderopvang is het totaal van alle beschikbare kindplaatsen in Nederland. Eind 2004 is de totale capaciteit aan kinderopvang naar schatting bijna kindplaatsen. Voor kinderen van 0 tot 4 jaar zijn ongeveer plaatsen hele dagopvang beschikbaar. Voor kinderen van 4 t/m 12 jaar zijn ongeveer plaatsen buitenschoolse opvang beschikbaar. De capaciteit voor de gastouderopvang bedraagt naar schatting circa plaatsen. Tabel 2.1 Ontwikkeling van de capaciteit aan kinderopvang vanaf de nulmeting tot eind Soort opvang In onderstaande tabel worden de cijfers van 2004 vergeleken met de resultaten van eerdere metingen. Nulmeting Hele dagopvang Buitenschoolse opvang Gastouderopvang Totaal In figuur 2.1 is de ontwikkeling van de capaciteit aan kinderopvang grafisch weergegeven. 1 De gegevens over de jaren t/m 2003 zijn afkomstig uit de Monitor uitbreiding kinderopvang Vierde meting naar de status van de uitbreiding van de kinderopvang in Nederland. Netwerkbureau uitbreiding kinderopvang, De nulmeting betreft voor buitenschoolse opvang de situatie per en voor hele dagopvang de situatie per

16 Figuur 2.1 Ontwikkeling van de capaciteit aan kinderopvang vanaf de nulmeting tot eind x Nul gastouderopvang buitenschoolse opvang hele dagopvang Totaal Vergelijking capaciteit tussen 2003 en 2004 Vergelijking capaciteit tussen 2003 en 2004 op populatieniveau De stijging van het aantal kindplaatsen die tussen 1996 en 2003 is waargenomen, heeft zich in 2004 verder voortgezet. Als we de gegevens van 2003 en 2004 naast elkaar leggen, blijkt dat het aantal kindplaatsen hele dagopvang ten opzichte van 2003 met 9% is toegenomen en het aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang met 20% is toegenomen. Het aantal kindplaatsen voor gastouderopvang is met 14% afgenomen. Bij deze vergelijking valt op dat er sprake is van een relatief sterke stijging van het aantal kindplaatsen, met name bij de buitenschoolse opvang. De vraag werpt zich hierbij op of hierbij sprake is van een werkelijke stijging, of dat de verschillen in de resultaten een gevolg zijn van de verschillen in onderzoeksmethode. Om hier inzicht in te krijgen zijn enkele aanvullende analyses uitgevoerd. De resultaten van deze analyses worden hieronder beschreven. Veranderingen in het adressenbestand Een eerste verklaring voor de stijging is de uitbreiding van het adressenbestand van de populatie kinderopvangorganisaties in 2004 met 137 organisaties (zie ook hoofdstuk 1). Voor een klein deel (10%) zijn dit werkelijk nieuwe organisaties die in 2004 zijn begonnen met het aanbieden van kin- 1 De gegevens over de jaren t/m 2003 zijn afkomstig uit de Monitor uitbreiding kinderopvang Vierde meting naar de status van de uitbreiding van de kinderopvang in Nederland. Netwerkbureau uitbreiding kinderopvang,

17 deropvang, maar voor een groot deel betreft het organisaties die al langer bestonden maar niet eerder bij het Programmabureau bekend waren en dus niet bij eerdere metingen zijn betrokken. Naar schatting is ongeveer 1/5 deel van de totale groei van het aantal kindplaatsen tussen 2003 en 2004 toe te schrijven aan de organisaties die in 2004 aan het adressenbestand zijn toegevoegd. Dit is geen werkelijke groei, maar puur een gevolg van een verbetering van het adressenbestand. Om een indruk te geven van de invloed van de verbetering van het adressenbestand op de waargenomen groei is een schatting gemaakt welk deel van de groei kan worden toegeschreven aan de nieuwe organisaties. Indien wordt gekeken naar de verschillende vormen van kinderopvang, blijkt dat bij de hele dagopvang naar schatting ongeveer 1/3 deel van de groei is toe te schrijven aan de toegevoegde organisaties. Bij de buitenschoolse opvang is dat circa 1/10 deel. Bij de gastouderopvang hebben de toegevoegde organisaties ertoe geleid dat het aantal kindplaatsen circa 1/10 deel minder is gedaald. Vergelijking tussen 2003 en 2004 op organisatieniveau Om een indicatie te krijgen van de mate waarin bij bestaande organisaties in 2004 werkelijk een stijging van het aantal kindplaatsen heeft plaatsgevonden, zijn de gegevens over het aantal kindplaatsen in 2004 op organisatieniveau gekoppeld aan de onderzoeksgegevens van In totaal heeft bij 612 van de 874 organisaties in de respons een koppeling plaatsgevonden. 1 Uit de vergelijking op organisatieniveau blijkt dat bij de bestaande organisaties het aantal kindplaatsen voor hele dagopvang gemiddeld met 7% is gestegen. Bij 43% van de organisaties is sprake van een stijging van het aantal kindplaatsen, bij 32% is het aantal kindplaatsen gelijk gebleven en bij 25% is het aantal kindplaatsen gedaald. Voor de buitenschoolse opvang geldt dat het aantal kindplaatsen gemiddeld met 11% is gestegen. Bij 55% van de organisaties is sprake van een stijging van het aantal kindplaatsen, bij 22% is het aantal kindplaatsen gelijk gebleven en bij eveneens 22% is het aantal kindplaatsen gedaald. Op basis van deze vergelijking kan worden geconcludeerd dat bij bestaande organisaties een (aanzienlijke) stijging van het aantal kindplaatsen heeft plaatsgevonden. De vergelijking geeft echter geen volledig beeld van de verandering in capaciteit, aangezien het geen rekening houdt met organisaties die zijn opgeheven. Ook gefuseerde organisaties zijn buiten beschouwing gelaten. Tenslotte blijkt uit de analyse dat de gekoppelde organisaties gemiddeld kleiner zijn dan de organisaties die niet konden worden gekoppeld. Conclusie over vergelijking tussen 2003 en 2004 Voor de capaciteit aan hele dagopvang en buitenschoolse opvang zijn twee verschillende schattingsmethoden gehanteerd, namelijk een schatting op populatieniveau (tabel 2.1) en een schatting op organisatieniveau. 1 Deze vergelijking op organisatieniveau is niet mogelijk voor de gastouderopvang. 17

18 Bij de hele dagopvang leidt de berekening op populatieniveau tot een schatting van 9% stijging in het aantal kindplaatsen tussen 2003 en Ongeveer 1/3 deel van deze stijging kan worden toegeschreven aan de organisaties die in 2004 aan het adressenbestand zijn toegevoegd. Voor de organisaties waarbij een koppeling op organisatieniveau kon worden gemaakt, constateren we een stijging van het aantal kindplaatsen van 7% tussen 2003 en Op basis van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de relatieve groei van het aantal kindplaatsen hele dagopvang tussen 2003 en 2004 waarschijnlijk rond de 6 à 7% ligt. Bij de buitenschoolse opvang leidt de berekening op populatieniveau tot een schatting van 20% stijging in het aantal kindplaatsen tussen 2003 en Ongeveer 1/10 deel van deze stijging kan worden toegeschreven aan de organisaties die in 2004 aan het adressenbestand zijn toegevoegd. Voor de organisaties waarbij een koppeling op organisatieniveau kon worden gemaakt, constateren we een stijging van 11% tussen 2003 en Op basis van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de relatieve groei van het aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang tussen 2003 en 2004 waarschijnlijk tussen de 11% en de 18% ligt. Voor de gastouderopvang is op populatieniveau sprake van een daling van het aantal kindplaatsen tussen 2003 en 2004 met ongeveer 14%. Indien de organisaties die in 2004 aan het adressenbestand zijn toegevoegd buiten beschouwing worden gelaten, is er sprake van een daling van 15% ten opzichte van Een mogelijke verklaring voor de relatief sterke stijging van de capaciteit van buitenschoolse opvang ten opzichte van de hele dagopvang is dat veel kinderen die de afgelopen jaren zijn ingestroomd in de (in 2001 en 2002 sterk gegroeide) hele dagopvang, inmiddels de leeftijd van vier jaar hebben bereikt en dat hun ouders nu gebruik willen maken van buitenschoolse opvang. Capaciteit per organisatie In deze paragraaf wordt de capaciteit aan kinderopvang nader uitgesplitst naar type kinderopvang en organisatiegrootte. In onderstaande tabellen wordt naast het gemiddelde per organisatie ook de mediaan 1 weergegeven. Het verschil tussen het gemiddelde en de mediaan hangt voor een groot deel logisch samen met het feit dat de branche kinderopvang bestaat uit een groot aantal kleine organisaties en een beperkt aantal grote organisaties. Ten eerste wordt in tabel 2.2 het totaal aantal kindplaatsen per organisatie weergegeven, voor hele dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang gezamenlijk. 1 Definitie mediaan: de mediaan geeft het getal waar 50% van de respondenten onder zit en waar 50% van de respondenten boven zit. Vergeleken met het gemiddelde wordt de mediaan minder beïnvloed door extremen in de antwoorden. 18

19 Tabel 2.2 Aantal kindplaatsen per organisatie (hele dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang) (N = 578) Gemiddelde Mediaan 1 vestiging t/m 10 vestigingen vestigingen of meer Totaal Een kinderopvangorganisatie heeft gemiddeld 172 kindplaatsen. De mediaan ligt veel lager op 76. In de volgende tabellen worden dezelfde gegevens gepresenteerd per vorm van kinderopvang. In de berekening zijn alleen de organisaties meegenomen die de betreffende vorm van kinderopvang aanbieden. Tabel 2.3 Aantal kindplaatsen hele dagopvang per organisatie (N = 605) Gemiddelde Mediaan 1 vestiging t/m 10 vestigingen vestigingen of meer Totaal Organisaties die hele dagopvang aanbieden hebben gemiddeld 107 kindplaatsen. De mediaan ligt aanzienlijk lager op 53 kindplaatsen. Tabel 2.4 Aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang per organisatie (N = 394) Gemiddelde Mediaan 1 vestiging t/m 10 vestigingen vestigingen of meer Totaal Organisaties die buitenschoolse opvang aanbieden hebben gemiddeld 98 kindplaatsen. De mediaan ligt aanzienlijk lager op 46 kindplaatsen. Tabel 2.5 Aantal kindplaatsen gastouderopvang per organisatie (N = 125) Gemiddelde Mediaan 1 vestiging t/m 10 vestigingen vestigingen of meer Totaal

20 Organisaties die gastouderopvang aanbieden bemiddelen gemiddeld voor 37 kindplaatsen (dit komt overeen met 86 koppelingen). De mediaan ligt iets lager op 26 kindplaatsen. Bij organisaties die gastouderopvang bieden is de samenhang tussen het aantal kindplaatsen en het aantal vestigingen minder duidelijk dan bij organisaties die hele dagopvang of buitenschoolse opvang bieden. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat gastouderopvang bestaat uit bemiddeling tussen gastouders en vraagouders en vanuit één vestiging landelijk of regionaal bemiddeling kan worden aangeboden. De organisaties die gastouderopvang aanbieden geven aan dat gemiddeld 17% van de koppelingen een omvang heeft van 5 uur of minder. 2.2 Capaciteit kinderopvang per regio In onderstaande figuren is het aantal kindplaatsen op 31 december 2004 per regio weergegeven voor de hele dagopvang en de buitenschoolse opvang. Nederland is hiervoor ingedeeld in vier regio s, namelijk: Noord (Groningen, Friesland en Drenthe), West (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht), Oost (Overijssel, Flevoland en Gelderland) en Zuid (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg). De gegevens over het aantal kinderen per regio zijn afkomstig van het CBS, het betreft het aantal kinderen per 1 januari

21 Figuur 2.2 Aantal kindplaatsen hele dagopvang per regio In deze figuur is het aantal plaatsen hele dagopvang weergegeven per 100 kinderen van 0 t/m 3 jaar. Landelijk zijn er gemiddeld 15,2 plaatsen hele dagopvang beschikbaar per 100 kinderen. In 2003 werd een gemiddelde berekend van 13,9 plaatsen hele dagopvang per 100 kinderen. Het aantal plaatsen is in verhouding tot het aantal kinderen dus gestegen. Het aantal kindplaatsen hele dagopvang per 100 kinderen ligt in de regio West bijna twee keer zo hoog als in de regio Noord. 21

22 Figuur 2.3 Aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang per regio In deze figuur is het aantal plaatsen buitenschoolse opvang weergegeven per 100 kinderen van 4 t/m 12 jaar. Landelijk zijn er gemiddeld 4,1 plaatsen buitenschoolse opvang beschikbaar per 100 kinderen. Dit is iets hoger dan het gemiddelde in 2003 (3,4 plaatsen per 100 kinderen) 1. Uit deze figuur kan worden opgemaakt dat het aantal kindplaatsen per 100 kinderen in de regio West twee keer zo hoog ligt als in de regio Noord. De regio s Oost en Zuid bevinden zich daar tussenin. 1 In het rapport Monitor uitbreiding kinderopvang 2003 wordt aangegeven dat er in plaatsen per 100 kinderen waren, bij die berekening zijn de 12-jarigen echter niet meegerekend. 22

23 2.3 Gebruik van kinderopvang Naast de capaciteit aan kinderopvang is tevens geïnventariseerd hoeveel kinderen er gebruik maken van de kinderopvang. In onderstaande tabel wordt het aantal kinderen dat gebruik maakt van de verschillende vormen van kinderopvang gerelateerd aan het aantal kindplaatsen. Tabel 2.6 Totaal aantal kinderen in Nederland dat gebruik maakt van formele kinderopvang, gerelateerd aan het aantal kindplaatsen Soort opvang Aantal kinderen Aantal kindplaatsen Aantal kinderen per kindplaats Hele dagopvang ,6 Buitenschoolse opvang ,6 Gastouderopvang 0 t/m 3 jaar t/m 12 jaar ,3 1 Totaal ,6 Voor alle vormen van kinderopvang samen geldt dat één kindplaats gemiddeld wordt bezet door 1,6 kinderen. In onderstaande tabel wordt het aantal kinderen dat gebruik maakt van formele kinderopvang gerelateerd aan het aantal kinderen in Nederland in de betreffende leeftijdscategorie. Tabel 2.7 Percentage van de kinderen in Nederland dat gebruik maakt van formele kinderopvang Leeftijdscategorie Aantal kinderen in formele kinderopvang Aantal kinderen in Nederland Percentage 0 t/m 3 jaar % 4 t/m 12 jaar % Totaal % Ongeveer 1 op de 4 kinderen van 0 t/m 3 jaar in Nederland maakt gebruik van formele kinderopvang. Voor kinderen van 4 t/m 12 jaar is dit ongeveer 1 op de Bij de gastouderopvang is gevraagd naar het aantal koppelingen. Vervolgens is het aantal koppelingen omgerekend in kindplaatsen door het vermenigvuldigen met de omrekenfactor 0,43. De verhouding van 2,3 is een direct gevolg van deze omrekenfactor, aangezien één koppeling vrijwel altijd voor één kind geldt. 23

24 2.4 Organisatiekenmerken In deze paragraaf wordt weergegeven wat de organisatiekenmerken zijn van de kinderopvangorganisaties in Nederland. De onderwerpen die aan de orde komen zijn de omvang, het marktaandeel en de rechtsvorm van de organisaties. Omvang en marktaandeel Er zijn in Nederland ruim 1300 organisaties voor kinderopvang. Deze organisaties hebben gezamenlijk ruim 4000 vestigingen. Tabel 2.8 geeft de verdeling van de organisaties over de grootteklassen en het marktaandeel per grootteklasse weer. Het marktaandeel is bepaald op basis van het aantal kindplaatsen hele dagopvang en buitenschoolse opvang. De kindplaatsen in de gastouderopvang zijn hierbij, conform eerdere metingen, buiten beschouwing gelaten. Tabel 2.8 Omvang en marktaandeel van kinderopvangorganisaties 1 vestiging 2 t/m 5 vestigingen 6 t/m 10 vestigingen 11 t/m 20 vestigingen 21 of meer vestigingen Aantal organisaties 61% 27% 7% 3% 2% Marktaandeel 17% 21% 14% 26% 22% Uit deze tabel blijkt dat de 5% organisaties met 11 of meer vestigingen gezamenlijk bijna de helft (48%) van de markt voor kinderopvang in handen hebben. Ten opzichte van 2003 is met name het percentage organisaties met één vestiging toegenomen (61% t.o.v. 55% in 2003) en daarmee ook het marktaandeel van deze categorie (17% t.o.v. 14% in 2003). Tussen 2000 en 2003 was het marktaandeel van organisaties met één vestiging jaarlijks gedaald. Het marktaandeel van de grote organisaties (met meer dan 10 vestigingen) en de middelgrote organisaties (met 2 t/m 10 vestigingen) is vrijwel gelijk gebleven. Uit de enquête blijkt dat er in 2004 slechts in beperkte mate sprake is geweest van fusies tussen kinderopvangorganisaties. In totaal was 2% van de organisaties betrokken bij een fusie. Van alle ondervraagde kinderopvangorganisaties (N = 874) is 2% in 2004 gestart met hele dagopvang, 3% met buitenschoolse opvang en 1% met gastouderopvang. Voor een deel zijn dit geheel nieuwe organisaties, maar voor een deel ook organisaties die wel al andere vormen van kinderopvang aanboden. 24

25 Rechtsvorm Onderstaande tabel geeft de rechtsvorm van de kinderopvangorganisaties weer. Tabel 2.9 Rechtsvorm kinderopvangorganisaties Rechtsvorm Ongewogen Percentage aantal Stichting % Eenmanszaak % Vennootschap onder firma % Besloten Vennootschap % Maatschap 5 1% Anders 25 3% Onbekend 8 1% Totaal % Uit deze tabel blijkt dat de meeste kinderopvangorganisaties de rechtsvorm stichting of eenmanszaak hebben. Onder de categorie anders noemen verschillende organisaties de rechtsvormen commanditaire vennootschap en vereniging. Van de grote organisaties (met 11 vestigingen of meer) is 82% een stichting en 18% een besloten vennootschap. Bij de kleinere organisaties zijn de eenmanszaak, de stichting en het vennootschap onder firma de meest voorkomende rechtsvormen. 2.5 Kenmerken van het aanbod In deze paragraaf worden de kenmerken van het aanbod van de kinderopvangorganisaties besproken. Daarbij gaat het zowel om de verschillende vormen van kinderopvang, als om andere voorzieningen die worden aangeboden. Aangeboden vormen van kinderopvang Van alle kinderopvangorganisaties in Nederland biedt 88% hele dagopvang, 54% buitenschoolse opvang en 17% gastouderopvang. Een aanzienlijk deel van de organisaties biedt een combinatie van deze vormen. Tabel 2.10 geeft weer hoe vaak de verschillende combinaties voorkomen. Tabel 2.10 Vormen van kinderopvang per organisatie Percentage Alleen hele dagopvang 40% Alleen buitenschoolse opvang 6% Alleen gastouderopvang 6% Hele dagopvang en buitenschoolse opvang 37% Hele dagopvang en gastouderopvang 1% Buitenschoolse opvang en gastouderopvang 2% Combinatie van alle drie vormen 11% 25

26 De meest voorkomende situatie is dat een organisatie alleen hele dagopvang biedt. Daarna volgt een combinatie van hele dagopvang en buitenschoolse opvang binnen één organisatie. Van alle kinderopvangorganisaties biedt 11% alle drie de vormen van kinderopvang aan. De verschillende vormen van kinderopvang zijn verdeeld over alle grootteklassen. Wel bieden grote organisaties vaker dan kleine organisaties combinaties aan van verschillende vormen van kinderopvang. Overig aanbod Organisaties die kinderopvang aanbieden, kunnen daarnaast ook andere activiteiten ontplooien. In totaal biedt 21% van de kinderopvangorganisaties naast kinderopvang ook andere voorzieningen. Bij 11% van de organisaties maakt een peuterspeelzaal onderdeel uit van de aangeboden voorzieningen, bij 3% van de organisaties wordt ook welzijnswerk aangeboden. Eveneens 3% van de organisaties noemt tussenschoolse opvang als aanwezige voorziening. Daarnaast wordt een grote variëteit aan activiteiten genoemd, waar hier een selectie van wordt genoemd: sportactiviteiten, opvang van chronisch zieke of gehandicapte kinderen, zwangerschapsyoga, het organiseren van kinderevenementen, zaalverhuur, kinder- en jeugdwerk, jeugdzorg, ouderenwerk, kraamzorg, muziekles, onderwijs, huiswerkbegeleiding, opvoedingsondersteuning en tieneropvang. 26

27 3 Conclusies Hieronder worden de belangrijkste conclusies uit het rapport samengevat. Hele dagopvang Hele dagopvang is opvang voor 0 tot en met 3 jarigen in een kindercentrum (waaronder ook 24-uursopvang, verlengde opvang, flexibele opvang en halve dagopvang). Van alle kinderopvangorganisaties in Nederland biedt 88% hele dagopvang. Ultimo 2004 bedraagt de capaciteit voor hele dagopvang ruim kindplaatsen. Landelijk zijn er gemiddeld 15 plaatsen hele dagopvang beschikbaar per 100 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 3 jaar. In de regio West zijn de meeste kindplaatsen per 100 kinderen beschikbaar (16,6), in de regio Noord de minste (8,8). In totaal maken circa kinderen In Nederland gebruik van hele dagopvang. Eén kindplaats voor hele dagopvang wordt gemiddeld bezet door 1,6 kinderen. Buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang omvat zowel voorschoolse, naschoolse als vakantieopvang. Tussenschoolse opvang valt hier niet onder. In totaal biedt 54% van de kinderopvangorganisaties buitenschoolse opvang aan. Ultimo 2004 bedraagt de capaciteit voor buitenschoolse opvang ruim kindplaatsen. De capaciteit voor buitenschoolse opvang is ten opzichte van 2003 met 20% toegenomen. Per 100 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar zijn gemiddeld 4 plaatsen buitenschoolse opvang beschikbaar. In de regio West zijn de meeste kindplaatsen per 100 kinderen beschikbaar (4,9), in de regio Noord de minste (2,4). In totaal maken ruim kinderen in Nederland gebruik van buitenschoolse opvang. Eén kindplaats voor buitenschoolse opvang wordt gemiddeld bezet door 1,6 kinderen. Gastouderopvang Van alle kinderopvangorganisaties in Nederland biedt 17% gastouderopvang. Deze organisaties bemiddelen tussen gastouders en vraagouders. De capaciteit voor gastouderopvang bedraagt ultimo 2004 in totaal kindplaatsen. In totaal maken bijna kinderen gebruik van gastouderopvang. Vergelijking tussen 2003 en 2004 Voor de vergelijking van de capaciteit tussen 2003 en 2004 zijn twee verschillende schattingsmethoden gehanteerd. Op basis van de verschillende schattingen kan worden geconcludeerd dat de relatieve groei van het aantal kindplaatsen hele dagopvang tussen 2003 en 2004 waarschijnlijk rond de 6 à 7% ligt. Voor de buitenschoolse opvang ligt de relatieve groei van het aantal kindplaatsen waarschijnlijk tussen de 11% en 18%. Bij de gastouderopvang is er sprake van een relatieve daling van het aantal kindplaatsen met circa 15%. 27

28 Kenmerken van het aanbod In de branche kinderopvang heeft de 5% organisaties met meer dan 10 vestigingen bijna de helft van de markt voor kinderopvang in handen. Het marktaandeel van de kinderopvangorganisaties met één vestiging is ten opzichte van 2003 licht toegenomen van 14% naar 17%. Het aanbod van kinderopvang bestaat voor het grootste deel uit organisaties die alleen hele dagopvang aanbieden of die een combinatie van hele dagopvang en buitenschoolse opvang aanbieden. Naast kinderopvang biedt een deel van de kinderopvangorganisaties ook andere diensten. Bij 11% van de organisaties maakt een peuterspeelzaal onderdeel uit van de aangeboden voorzieningen, bij ongeveer 3% van de organisaties wordt ook welzijnswerk aangeboden. Eveneens 3% van de organisaties noemt tussenschoolse opvang als aanwezige voorziening. Daarnaast worden uiteenlopende activiteiten aangeboden. Tenslotte In 2004 hebben de ontwikkelingen in de kinderopvang van de afgelopen jaren zich verder voortgezet. Dit wil zeggen dat er een stijging is van het aantal kindplaatsen voor hele dagopvang en buitenschoolse opvang en een daling van het aantal kindplaatsen voor gastouderopvang. 28

29 Bijlage 1 Vragenlijst 29

30 30

31 Vragenlijst Inventarisatie Aanbod Kinderopvang TOELICHTING Deze vragenlijst is bedoeld voor alle organisaties die opvang bieden voor kinderen van 0-12 jaar (hele dagopvang, buitenschoolse opvang en/of gastouderopvang). De vragenlijst dient te worden ingevuld door diegene die beschikt over informatie betreffende het aantal kindplaatsen en het aantal kinderen voor alle vestigingen van de organisatie. Bij verschillende vragen wordt een aantal kindplaatsen of aantal kinderen gevraagd per (de peildatum). Het gaat daarbij uiteraard niet om het aantal kinderen dat op die exacte dag gebruik maakt van kinderopvang, maar om het aantal kindplaatsen dat de organisatie op dat moment heeft en het aantal kinderen waarvoor (naar verwachting) op die datum contracten lopen. U kunt daarbij uitgaan van de situatie op het moment van het invullen van de vragenlijst. Niet alle organisaties hoeven alle vragen in te vullen, zo heeft blok A betrekking op hele dagopvang, blok B op buitenschoolse opvang en blok C op gastouderopvang. Tenslotte worden nog enkele vragen gesteld over overig aanbod binnen de organisatie. Als u de verwijzingen in de vragenlijst volgt, wordt u vanzelf verwezen naar de vragen die voor u van toepassing zijn. Indien een gevraagd gegeven bij u onbekend is, vult u dan s.v.p. een? in. ALGEMENE GEGEVENS 1. Ten eerste vragen we u de adresgegevens van uw organisatie te controleren. Zijn er onjuistheden in de schrijfwijze van de naam of in de adresgegevens van uw organisatie, geef dan hieronder de verbeteringen aan. Naam organisatie : Postadres : Postcode en plaats : Vult u hieronder s.v.p. uw gegevens in. Deze vragenlijst is ingevuld door M / V Mijn functie is Ik ben voor vragen bereikbaar op telefoonnummer Mijn adres is Wat is de rechtsvorm van uw organisatie? 1 Stichting 2 Besloten vennootschap 3 Eenmanszaak 4 Vennootschap onder firma 5 Maatschap 6 Anders, namelijk. B2944/november

32 4. Hoeveel vestigingen voor kinderopvang behoren er per 31/12/2004 tot uw organisatie? (Eén vestiging is één locatie/gebouw waar één of meerdere vormen van kinderdagopvang worden aangeboden) (aantal) 5. Zijn er het afgelopen jaar (tussen 31/12/2003 en 31/12/2004) fusies geweest tussen uw organisatie en andere organisaties voor kinderopvang? 1 Ja 2 Nee GA NAAR VRAAG 7 6. Welke organisaties zijn bij deze fusie betrokken? (naam organisatie, vestigingsplaats) Wij verzoeken u de vragenlijst in te vullen voor het totaal van de gefuseerde organisatie. 7. In welke provincies heeft uw organisatie vestigingen voor kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en/of gastouderopvang? 1 Groningen 2 Friesland 3 Drenthe 4 Overijssel 5 Flevoland 6 Gelderland 7 Utrecht 8 Noord-Holland 9 Zuid-Holland 10 Zeeland 11 Noord-Brabant 12 Limburg Indien uw organisatie kinderopvang aanbiedt in meerdere provincies, vragen we u de vraagblokken A, B en C per provincie in te vullen. Indien u de enquête via internet invult worden de vragen automatisch per provincie aan u voorgelegd. Als u de vragenlijst schriftelijk wilt invullen vragen we u telefonisch contact op te nemen met Research voor Beleid (contactpersoon: Sonja van der Kemp, ), u ontvangt dan een aangepaste vragenlijst. A. Hele dagopvang Met hele dagopvang wordt opvang voor 0 tot en met 3 jarigen in een kindercentrum bedoeld (waaronder ook 24-uursopvang, verlengde opvang, flexibele opvang en halve dagopvang). 8. Biedt uw organisatie per hele dagopvang? 1 Ja 2 Nee GA NAAR VRAAG Sinds wanneer biedt uw organisatie hele dagopvang?.... (jaartal) 32

33 10. Wat is het aantal kindplaatsen voor 0 tot en met 3 jaar, hele dagopvang, per ? Bij het verwerken van de resultaten zullen wij het aantal kindplaatsen omrekenen met behulp van een omrekenfactor. U wordt verzocht dit omrekenen niet zelf te doen. Aantal kindplaatsen op a. Kindplaatsen waarbij tenminste 2160 en minder dan 2850 uren per jaar opvang wordt geboden b. Kindplaatsen waarbij tenminste 2850 en minder dan 3240 uren per jaar opvang wordt geboden c. Kindplaatsen waarbij tenminste 3240 en minder dan 6120 uren per jaar opvang wordt geboden d. Kindplaatsen waarbij tenminste 6120 uren per jaar opvang wordt geboden Totaal aantal kindplaatsen Invulinstructie: niet aanwezig = 0, onbekend =? 11. Hoeveel kinderen maken in totaal per gebruik van de hele dagopvang?. (aantal) B. Buitenschoolse opvang Met buitenschoolse opvang wordt zowel voorschoolse, naschoolse als vakantieopvang bedoeld. Tussenschoolse opvang valt hier niet onder. 12. Biedt uw organisatie per buitenschoolse opvang? 1 Ja 2 Nee GA NAAR VRAAG Sinds wanneer biedt uw organisatie buitenschoolse opvang?... (jaartal) 14. Wat is het aantal kindplaatsen voor 4 tot en met 12 jaar, buitenschoolse opvang, per ? Bij het verwerken van de resultaten zullen wij het aantal kindplaatsen omrekenen met behulp van een omrekenfactor. U wordt verzocht dit omrekenen niet zelf te doen. Aantal kindplaatsen op a. Kindplaatsen waarbij tenminste 1050 en minder dan 1650 uren per jaar opvang wordt geboden b. Kindplaatsen waarbij tenminste 1650 uren per jaar opvang wordt geboden Totaal aantal kindplaatsen Invulinstructie: niet aanwezig = 0, onbekend =? 15. Hoeveel kinderen maken in totaal per gebruik van de buitenschoolse opvang?... (aantal) 33

34 C. Gastouderopvang 16. Biedt uw organisatie per gastouderopvang (bemiddeling)? 1 Ja 2 Nee GA NAAR VRAAG Sinds wanneer biedt uw organisatie gastouderopvang?.... (jaartal) De volgende vraag gaat over het aantal koppelingen. Bij het verwerken van de resultaten zullen wij deze omrekenen naar kindplaatsen. U wordt verzocht dit omrekenen niet zelf te doen. Voor een koppeling hanteren we de volgende definitie: één schriftelijke overeenkomst tussen een vraagouder en een gastouder is één koppeling. 18. Wat is het totaal aantal koppelingen (voor 0 tot en met 12 jaar) per ?..... (aantal) 19. Hoeveel van deze koppelingen hebben een omvang van 5 uur of minder?. (aantal) 20. Hoeveel kinderen van 0 tot en met 3 jaar (hele dagopvang) maken per gebruik van de gastouderopvang?..... (aantal) 21. Hoeveel kinderen van 4 tot en met 12 jaar (buitenschoolse opvang) maken per gebruik van de gastouderopvang?..... (aantal) OVERIG AANBOD 22. Biedt uw organisatie voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan? 1 Ja 2 Nee GA NAAR VRAAG Bij hoeveel vestigingen biedt uw organisatie VVE aan?.. (aantal) 24. Biedt uw organisatie naast kinderopvang (hele dagopvang, buitenschoolse opvang en/of gastouderopvang) ook andere voorzieningen? 1 Ja 2 Nee EINDE VRAGENLIJST 25. Welke voorzieningen zijn dit? 1 Peuterspeelzaal 2 Welzijnswerk 3 Anders, namelijk.... Einde vragenlijst, bedankt voor het invullen. 34

35 Research voor Beleid Schipholweg Postbus AZ Leiden telefoon: (071) telefax: (071)

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008

MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008 MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008 dr. M.C. Paulussen-Hoogeboom dr. M. Gemmeke Amsterdam, 11 februari 2009 Regioplan publicatienr. Regioplan Beleidsonderzoek

Nadere informatie

Monitor uitbreiding kinderopvang 2003

Monitor uitbreiding kinderopvang 2003 Monitor uitbreiding kinderopvang 2003 Vierde meting naar de status van de uitbreiding van de kinderopvang in Nederland, november 2003 Voorwoord 3 In november 2003 is voor de vierde maal een onderzoek gedaan

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig

Nadere informatie

Kinderopvang in aandachtswijken

Kinderopvang in aandachtswijken Kinderopvang in aandachtswijken Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Barneveld,

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Aanbod en contracten in de kinderopvang. [Type hier Eindrapport subtitel van offerte]

Aanbod en contracten in de kinderopvang. [Type hier Eindrapport subtitel van offerte] Aanbod en contracten in de kinderopvang [Type hier Eindrapport subtitel van offerte] Den Haag, 10 juni 2014 Colofon Projectnummer: 35647 Auteurs: Yermo Wever Peter van Zijl (Pelosa BV) B&A B.V. Prinses

Nadere informatie

Werkgeversbijdrage kinderopvang

Werkgeversbijdrage kinderopvang Werkgeversbijdrage kinderopvang Resultaten van de eenmeting naar de situatie op peildatum 1 juli 2005 Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lilian van der Linden

Nadere informatie

Kinderopvang in Helmond

Kinderopvang in Helmond Kinderopvang in Helmond colofon Titel: Kinderopvang in Helmond Opdrachtgever: Gemeente Helmond Opdrachtnemer: Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Marian Foolen-Huys Datum: Januari 211 Gemeente

Nadere informatie

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE 2005-2016 Juni 2016 Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit

Nadere informatie

Monitor capaciteit kinderopvang

Monitor capaciteit kinderopvang Monitor capaciteit kinderopvang 2008-2011 MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2009 - eindrapport - dr. M.C. Paulussen-Hoogeboom dr. B. Dekker Amsterdam, 9 april 2010

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken 2004-2005 Maart 2005 Colofon Samenstelling drs. K.A.P.W. (Karianne) Smeets Vormgeving binnenwerk V. Loppies Druk Sector Document Processing, VNG

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Kengetallen Mobiliteitsbranche Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 drs. W. van Ooij dr. K.Karpinska MarktMonitor september 2013 Inhoudsopgave Samenvatting -------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Monitor uitbreiding kinderopvang 2002

Monitor uitbreiding kinderopvang 2002 Monitor uitbreiding kinderopvang 2002 Derde meting naar de status van de uitbreiding van de kinderopvang in Nederland, november 2002 Dit is een rapport van het Netwerkbureau Uitbreiding Kinderopvang op

Nadere informatie

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer 20120679Na van Judith Terwijn datum 29 oktober 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks een arbeidsmarktonderzoek

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. 2060705800 en 2060705720

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. 2060705800 en 2060705720 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

e kwartaal Kinderdagcentra Buitenschoolse opvang

e kwartaal Kinderdagcentra Buitenschoolse opvang Bijlage 2 1 e kwartaalrapportage kinderopvang 1. Gebruik kinderopvangtoeslag Het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvangtoeslag is gestegen naar gemiddeld 815.000 in het eerste kwartaal van.

Nadere informatie

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Dit rapport geeft een beeld van het gebruik van de formele kinderopvang in de gemeente

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-214, Q1 215 en Q2 215 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012 pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer 20120140N van Daniella van der Veen datum 21 februari 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert

Nadere informatie

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer N

pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer N pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer 20130221N van Judith Terwijn datum 22 april 2013 Inleiding Het Colland Bestuursbureau

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN De vragen in deze Landelijke VVE monitor hebben betrekking op de situatie in het schooljaar 2009 2010. Ideaal gesproken gaat u uit van één teldatum, het liefst

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Trendrapportage notariaat

Trendrapportage notariaat Trendrapportage notariaat Tarieven veel voorkomende akten Eindrapportage Een onderzoek in opdracht van het WODC Jaap Wils André Oostdijk B2919 Leiden, 22 oktober 2004 Voorwoord Dit is het eindrapport

Nadere informatie

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen pagina 1 18 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 Documentnummer 20111098N van Daniella van der Veen datum 29 november 2011 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks

Nadere informatie

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ruimte voor groei in de kinderopvang Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ruimte voor groei in de kinderopvang De vraag naar kinderopvang per gemeente Om een goed beeld te krijgen van de

Nadere informatie

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 2 december 2013 1 Introductie In deze beknopte samenvatting

Nadere informatie

Inspectierapport Orthopedagogisch Gastouderbureau Groningen (GOB) Hoendiep 1 9718TA Groningen

Inspectierapport Orthopedagogisch Gastouderbureau Groningen (GOB) Hoendiep 1 9718TA Groningen Inspectierapport Orthopedagogisch Gastouderbureau Groningen (GOB) Hoendiep 1 9718TA Groningen Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: Groningen Datum inspectie: 09-06-2015 Type onderzoek:

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen.

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen. SAMENVATTING 1. Doel en onderzoeksopzet De invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 heeft veel veranderingen gebracht voor de gebruikers van formele kinderopvang in kinderdagverblijven (KDV),

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 2 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-215, Q1 216 en Q2 216 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 3 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 6 Vergelijking Q1-216, Q2 216 en Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Participatie-effect kinderopvangtoeslag

Participatie-effect kinderopvangtoeslag Participatie-effect kinderopvangtoeslag Amsterdam, november 2009 In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Participatie-effect kinderopvangtoeslag Caroline Berden Lucy Kok Roetersstraat

Nadere informatie

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

CONTRACTUREN, PRIJZEN EN OPENINGSTIJDEN IN DAG- OPVANG EN BUITENSCHOOLSE OPVANG. - eindrapport -

CONTRACTUREN, PRIJZEN EN OPENINGSTIJDEN IN DAG- OPVANG EN BUITENSCHOOLSE OPVANG. - eindrapport - CONTRACTUREN, PRIJZEN EN OPENINGSTIJDEN IN DAG- OPVANG EN BUITENSCHOOLSE OPVANG - eindrapport - dr. M.C. Paulussen-Hoogeboom drs. I. C. van der Welle dr. M. Gemmeke dr. B. Dekker Amsterdam, 28 augustus

Nadere informatie

Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN

Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 L. Hingstman R. Kenens November 2002 Aantal inwoners per full-time

Nadere informatie

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK SPORTUITGAVEN ONDERZOEK Inleiding In de maand oktober heeft het NIBUD in samenwerking met de GPD-bladen en RTL-nieuws een onderzoek gedaan naar de sportuitgaven van consumenten. Het onderzoek is gedaan

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Cijfers kinderopvang derde kwartaal Tabel 1: Gemiddelde aantallen met kinderopvangtoeslag 12 2 e. 3 e. heel kwartaal kwartaal 2015

Cijfers kinderopvang derde kwartaal Tabel 1: Gemiddelde aantallen met kinderopvangtoeslag 12 2 e. 3 e. heel kwartaal kwartaal 2015 Cijfers kinderopvang derde 1. Gebruik kinderopvangtoeslag Tabel 1: Gemiddelde aantallen met kinderopvangtoeslag 12 heel 2013 2014 2015 2015 2015 Aantal kinderen (x 1000) Totaal 3 622 620 641 631 638 682

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2017 Publicatie april 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Geslacht respondenten CBS 2011* man 49% 49% vrouw 51% 51% totaal 100% 100%

Geslacht respondenten CBS 2011* man 49% 49% vrouw 51% 51% totaal 100% 100% Verantwoording onderzoek "4 en 5 mei" Veldwerkperiode: woensdag 11 april tot woensdag 18 april. Aantal uitgenodigd: 15628 Aantal onbezorgbaar: 197 Netto verstuurd: 15431 Respons: 7597 49% Onvolledig ingevulde

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Wet kinderopvang. Tegemoetkoming van het Rijk Aanvraagformulier Belastingdienst/Toeslagen 2005

Wet kinderopvang. Tegemoetkoming van het Rijk Aanvraagformulier Belastingdienst/Toeslagen 2005 Wet kinderopvang Tegemoetkoming van het Rijk Aanvraagformulier Belastingdienst/Toeslagen 2005 De Wet kinderopvang in het kort De Wet kinderopvang gaat per 1 januari 2005 in en regelt de kwaliteit en financiering

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg 1 Colofon: Onderzoek en rapportage: drs. E. Lange dr. J. Tuinstra Met medewerking van: H. Plat-Lieben Uitgave:

Nadere informatie

Inspectierapport Gastouderbureau De Cirkel (GOB) Twentepoort Oost RG ALMELO Registratienummer

Inspectierapport Gastouderbureau De Cirkel (GOB) Twentepoort Oost RG ALMELO Registratienummer Inspectierapport Gastouderbureau De Cirkel (GOB) Twentepoort Oost 10 7609RG ALMELO Registratienummer 837468863 Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Almelo Datum inspectie: 22-05-2015 Type

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Judith de Jong, Marloes Loermans, Marjan van der Maat, De aanvullende tandzorgverzekering, NIVEL, 2008) worden gebruikt.u

Nadere informatie

Inspectierapport Betaal de Oppas (GOB) Boekeloseweg 115 7553DM HENGELO OV Registratienummer 411409748

Inspectierapport Betaal de Oppas (GOB) Boekeloseweg 115 7553DM HENGELO OV Registratienummer 411409748 Inspectierapport Betaal de Oppas (GOB) Boekeloseweg 115 7553DM HENGELO OV Registratienummer 411409748 Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: HENGELO Datum inspectie: 13-11-2014 Type onderzoek:

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT - eindrapport - Natascha van den Berg Marga de Weerd

Nadere informatie

KvK-Bedrijvendynamiek

KvK-Bedrijvendynamiek KvK-Bedrijvendynamiek Eerste kwartaal 2017 April 2017 Inhoudsopgave 1. Het algemene beeld 2. Dynamiek start en stop per maand 3. Segmenten 4. Sectoren 5. Provincies 6. Faillietverklaringen Bijlagen 1.

Nadere informatie

*Inkomende post 3368 %PAGE%

*Inkomende post 3368 %PAGE% WISCAT-pabo inhoud Inleiding Afnames studiejaar 201 1-2012 Kandidaten studiejaar 201 1-2012 Trends tot en met 2 3 8 11 pagina 1 I 13 WISCAT-pabo. J Inleiding In deze rappodage zullen de toetsresultaten

Nadere informatie

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door

Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door Utrecht, 20 april 2012 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 3-meting december 2011 Rapportage: januari 2012 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn)

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn) CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn) Peiling 1 januari 2012 D.T.P. VAN HASSEL R.J. KENENS NOVEMBER 2013 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN BEROEPEN IN DE GEZONDHEIDSZORG CIJFERS

Nadere informatie

Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van uw kinderen.

Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van uw kinderen. SCP 9037702384 - Hoe het werkt met kinderen Bijlage Vragenlijst 2-1 INLEIDING Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

De HuisartsenOmnibus van oktober 2013

De HuisartsenOmnibus van oktober 2013 De HuisartsenOmnibus van oktober 2013 een online omnibusonderzoek bij 200 huisartsen De Hart&Vaatgroep Cardiovasculair risicomanagement Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en verantwoording 3 1.1 Het bureau

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2019 Publicatie juli 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2019 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Kinderopvang in Arnhem

Kinderopvang in Arnhem Kinderopvang in Arnhem (cijfers 2015) Februari 2017 Onderzoek & Statistiek 1 Inhoudsopgave: 1. Kerncijfers kinderopvang in Arnhem 2. Inleiding 3. Ontwikkelingen in de kinderopvang 4. Cijfers over kinderen

Nadere informatie

4 Onderzoeksverantwoording

4 Onderzoeksverantwoording 4 Onderzoeksverantwoording Het onderzoek Het veldwerk van de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 liep 11 weken en vond plaats van 19 september tot en met 6 december 2005. In totaal zijn 38.030 bedrijven

Nadere informatie

De Politieke Barometer Onderwijs

De Politieke Barometer Onderwijs De Politieke Barometer Onderwijs (meting januari 2012) Utrecht, januari 2012 DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven Cécile Mutgeert MEd Postbus 6813 500 AR Utrecht telefoon: 030 263 1080 e-mail:

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Inspectierapport Kinderopvang Thuis B.V. (GOB) Ringbaan-Oost HC Tilburg Registratienummer

Inspectierapport Kinderopvang Thuis B.V. (GOB) Ringbaan-Oost HC Tilburg Registratienummer Inspectierapport Kinderopvang Thuis B.V. (GOB) Ringbaan-Oost 240 5018HC Tilburg Registratienummer 193653667 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Tilburg Datum inspectie: 16-04-2019

Nadere informatie