Ad 1: we stellen ons aan elkaar voor en geven antwoord op de vraag: wat is blijven hangen van de basiscursus?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ad 1: we stellen ons aan elkaar voor en geven antwoord op de vraag: wat is blijven hangen van de basiscursus?"

Transcriptie

1 EERSTE BIJEENKOMST PROGRAMMA 1. Rondje voorstellen 15 min 2. Verschillende citaten over leren: keuze + uitleg 20 min 3. Test: wat is mijn visie op leren? 30 min 4. Verschillen tussen onderwijskundige wetenschappers 10 min 5. Passief aanvaardend versus actief modificerend 30 min 6. Evaluatie/afspraken 15 min TOELICHTING OP HET PROGRAMMA: Ad 1: we stellen ons aan elkaar voor en geven antwoord op de vraag: wat is blijven hangen van de basiscursus? Ad 2: we lezen verschillende uitspraken over leren en kiezen de uitspraak die het meest aanspreekt; we lichten onze keuze toe. Ad 3: we maken een test, die duidelijk maakt wat onze visie is op leren en veranderen. welke patronen zien we in de antwoorden? Ad 4: instructie: hoe kijken Piaget, Vygotsky en Feuerstein aan tegen leren en de rol daarbij van de docent/volwassene? Ad 5: we maken keuzen vanuit het passief aanvaardende of het actief modificerend. Ad 6: we kijken terug op de middag en maken afspraken. 1

2 OPDRACHTEN Bron: STIBCO CITATEN Als er al grenzen zijn, dan ken ik ze niet. En als we er niet in slagen een kind te laten functioneren, dan hebben we zoiets als een stijve vinger die alleen maar in één richting kan wijzen: het is zijn fout. En een van de grootste problemen is hoe we deze stijve vinger meer flexibel kunnen maken, zodat we deze naar onszelf kunnen keren, naar de maatschappij, de opvoeder: heb ik alles gedaan wat ik kon om dit kind te veranderen? De eerste stap is de overtuiging. Wie niet gelooft, handelt ook niet. En hoe zal je dan verandering kunnen bewerkstelligen in het kind? Je hebt dus in de eerste plaats de vaste overtuiging nodig dat mensen gemodificeerd kunnen worden, onafhankelijk van hun etiologie, van de oorzaak van hun conditie, of deze nu organisch is of door de omgeving bepaald, of motivationeel. Wat het ook is: je moet geloven dat het modificeerbaar is. Als je dit hebt, dan heb je nog een methode nodig. Maar je moet in veranderbaarheid geloven; zonder dat zullen de beste methoden je niet helpen. Menselijke modificeerbaarheid is niet alleen geloof, maar ook een uitdaging en een verantwoordelijkheid. Het accepteren van de handicap, hoe aantrekkelijk en menselijk het soms ook mag lijken, leidt individuen in de richting van een dood einde in hun ontwikkeling. Alleen van de omgeving wordt geëist dat deze verandert en zich aanpast zodat het individu met de handicap meer comfortabel kan leven. In veel gevallen betekent een comfortabel leven nu echter een leven vol ongemak later; er wordt een zware prijs betaald door het kind dat gemak geboden wordt ten koste van haar of zijn ontwikkeling. Opvoeding en onderwijs zijn meer noodzakelijk voor een kind met ontwikkelingsachterstand dan voor een normaal kind.verstandelijk gehandicapte kinderen moeten ondanks hun tekorten en in feite juist omdat zij tekorten vertonen onderwezen worden. Feuersteins filosofie is liefdevol in de beste zin van dat woord. Hij accepteert mensen, wat hun handicap moge zijn, maar hij accepteert de handicaps niet als onvermijdelijk en onveranderbaar. We moeten niet het defect bestuderen, maar het kind dat door een bepaald defect getroffen wordt. Uiteindelijk is het niet het defect dat beslist over het lot van een persoonlijkheid, maar de sociale gevolgen van dit defect 2

3 Verstandelijk handicap moet gezien worden als een resultaat en niet als een oorzaak. Er is geen manier om mens te zijn zonder gemedieerde leerervaring. De echte mediatoren zijn de ouders. Kinderen aan wie het verleden niet overgedragen wordt door hun ouders, leven in een vlakke, horizontale wereld. Vandaag de dag moeten mensen, meer dan ooit, geïnformeerd worden over de gemedieerde leerervaring en het belang daarvan voor de mensheid. Geef bij onderstaande beweringen je mening d.m.v. een cirkel om een cijfer. 0 = geen mening (niets invullen) 1 = helemaal niet akkoord 2 = beetje oneens 3 = neutraal 4 = beetje akkoord 5 = helemaal akkoord 1 Intelligentie krijg je mee met de geboorte en heb je of heb je niet 2 Kinderen geven zelf aan wanneer ze toe zijn aan een ontwikkelingsstap (bv lopen, praten, zindelijkheid, lezen, schrijven) 3 Kinderen en volwassenen met problemen zijn gelukkiger temidden van lotgenoten 4 Het is beter in een klas allemaal leerlingen te hebben van hetzelfde niveau 5 Kinderen met ernstige leerachterstand kunnen niet leren abstract te denken 6 Kinderen met ernstige leerachterstand kunnen niet leren abstract te denken, want ze hebben het toch niet nodig 7 Hans heeft het plafond van zijn mentaal niveau bereikt, dus heeft het geen zin verder aan te dringen 8 Het is niet goed leerlingen op hun tenen te laten lopen bij dingen die net iets te moeilijk voor hen zijn 9 Als ouders moeite hebben om een school voor speciaal onderwijs te kiezen, duidt dat meestal op aanvaardingsproblemen 10 Wat erfelijk bepaald is kan toch niet veranderen 11 In een klas is het niet mogelijk de leerstof te

4 differentieren 12 Als ik al ettelijke malen heb geprobeerd iets uit te leggen, en de leerling snapt het nog niet, is dat een teken dat de leerling niet verstandig genoeg is. 13 Je moet leerlingen op hun niveau aanspreken _ 4

5 PASSIEVE ACCEPTATIE (VOLGEND) gewoontes worden niet doorbroken omgeving wordt afgeschermd kind wordt alleen gelaten in zijn exploratie (bijv. voor de tv zetten) ACTIEVE MODIFICATIE (ONTWIKKELEND) gewoontes worden doorbroken wanneer ze in ontwikkeling zijn met zoveel mogelijk aspecten van de omgeving in contact komen, met uitleg exploratie gebeurt samen (bijv. samen een tv-programma kiezen, samen kijken en commentaar geven) indeling in hokjes: samenstelling van homogene groepen in onderwijs: kinderen met leerachterstand van ongeveer hetzelfde niveau in schoolverband afwezigheid van categoriseren in schoolverband: samenstelling van niet homogene groepen in het onderwijs. De trage kinderen worden blootgesteld aan een veel hoger aanbod van stimuli frustraties worden vermeden tevreden zijn met het bereikte resultaat moeilijkheden worden niet uit de weg gegaan altijd verder uitdagen en zich afvragen wat de volgende ontwikkelingsstap is tevreden zijn met een zelfredzaamheidsdoel integratie is het doel: opgenomen worden door de gemmenschap in wederzijds respect en plichten leerkracht benadrukt leren van alleen concrete handelingen leertempo is laag lage eisen qua taal en rekenen, algemene en sociale vorming secundaire schoolleeftijd: alleen nog groepsonderwijs, algemene en sociale vorming vallen grotendeels weg (vanuit de opvatting dat handvaardigheid weinig denken vraagt en geen culturele uitbouw meer nodig is) aparte ontspanningsactiviteiten blijft voortdurend onder bewaking kind met afwijkend gedrag wordt geplaatst in residentiële opvang onder permanente verzorging leerkracht bevordert ook het leren mentaal handelen leertempo is hoog, met veel uitdagingen hoge eisen qua rekenen en taal, algemene en sociale vorming secundaire schoolleeftijd: algemene en sociale vorming blijven belangrijk op alle niveaus; elk beroep heeft denkvaardigheid nodig geïntegreerde ontspanningsactiviteiten leert onafhankelijk te leven: boodschappen, vervoer, werk leren sociaal verantwoord handelen is een leerdoel 5

6 PASSIEF ACCEPTEREND (VOLGEND) MENS NIET VERANDERBAAR GRENZEN AAN ONTWIKKELING GEBRUIK VAN STATISCHE TESTS PAST OMGEVING AAN HET NIVEAU AAN NADRUK OP PRAKTISCHE VAARDIGHEDEN ACTIEF MODIFICEREND (ONTWIKKELEND) MENS VERANDERBAAR ONTWIKKELING OPEN EIND DYNAMISCHE METHODEN MAAKT OMGEVING STIMULEREND NADRUK OP DENKMIDDELEN Bron: Stibco OPDRACHT: Bespreek in tweetallen de volgende vraag: Welke genoemde onderdelen uit bovenstaande schema s vind je passen bij jouw manier van werken met leerlingen? OPDRACHT: Bespreek in drietallen de volgende vragen: Beargumenteer je antwoord vanuit bovenstaande schema s. 1. Moet ik zelf met de examentraining beginnen in de examenklas of moet ik wachten tot de leerlingen er mee aankomen? 2. Peter zit te modderen met een opdracht..moet ik hem helpen of moet hij het zelf uitzoeken? (Hij heeft de opdracht al een keer eerder gedaan) 3. Er zijn onlusten in Israël. Zal ik het onderwerp nu behandelen of wachten totdat met aardrijkskunde bij het Midden Oosten ben? Uiteindelijk ben ik nu bezig met de koude en warme golfstromen, ook belangrijk lijkt mij. 4. Wanneer mogen kleuters leren lezen, vanaf hun zesde jaar of misschien ook eerder of juist later? 5. Een leerlinge in de brugklas vraagt aan het begin van de dag hoe het toch komt dat ruimtereizigers in hun raketten zweven. Zal ik het nu gaan uitleggen of vraag ik haar het zelf uit te zoeken in de mediatheek? 6. Kees hanteert een omslachtige wijze bij het vermenigvuldigen van breuken. Zal ik hem nu de methode van kruislings wegstrepen leren of moet ik daarmee nog wachten? 6

7 OPDRACHT: Je doet deze opdracht in een groepje van drie. Kies één van onderstaande vragen of stellingen. Neem als groep een standpunt in over deze vraag of stelling. 1. Kennis moet vast gezet worden door allerlei leeractiviteiten of moeten juist de leeractiviteiten ingezet worden om de kennis zichzelf eigen te maken? 2. Moet je een leerling pas wat leren als het er aan toe is, of kan je een leerling alles leren als je maar de juiste methode weet? 3. Daar waar de leerling niet intrinsiek gemotiveerd is zal ik alles in moeten zetten om hem/haar intrinsiek te motiveren. DOELEN VAN DEZE WERKMIDDAG: De deelnemers lossen dilemma s op aan de hand van hun visie op passief accepterend en actief modificerend onderwijs. De deelnemers reflecteren op hun eigen werkwijze ten aanzien van passief accepterend en actief modificerend onderwijs. 7

8 THEORIE (Bron: Gemedieerde leerervaring Mediatie In zijn theoretisch model stelt Feuerstein dat er twee types interactie tussen de mens en zijn omgeving zijn, die maken dat een mens leert. Met andere woorden, die verantwoordelijk zijn voor verschillen in de flexibiliteit waarmee we kunnen denken. Leren door directe blootstelling aan prikkels Dit is leren door stimulatie vanuit je omgeving. Je ervaart een prikkel, iets wat je ziet, hoort of voelt, en reageert daarop door iets te doen (of juist niet te doen). Naargelang je gedrag op die prikkel al dan niet belonend is zul je geneigd zijn dat gedrag in de toekomst méér of minder te herhalen. Dit veronderstelt dat je in staat bent tot zelfreflectie, om verbanden te kunnen leggen tussen de prikkel, je gedrag en de gevolgen daarvan. Deze vorm van leren vindt plaats als we deelnemers/leerlingen vragen een redactiesom op te lossen (Jan gaat met twee kilo appels en drie kilo peren naar de markt en ) en we ze daar verder niet bij begeleiden. Leren door gemedieerde leerervaringen Teveel dingen die wij weten zijn niet door eenvoudig contact met prikkels uit te leggen. Vooral niet processen van hogere mentale orde. Feuerstein stelt dat de tussenkomst van de mens een zeer centraal gebeuren is bij het leren. Die vorm van leren noemt Feuerstein een "gemedieerde leerervaring". Dit is een leerervaring waarbij een menselijke tussenpersoon (de mediator) de prikkels uit de omgeving bewust en doelgericht aanpast om een persoon daar zoveel mogelijk van te laten leren. Bovendien helpt de mediator met reflecteren. Het is daarbij de intentie de door de mediator gestuurde reflectie te laten leiden tot zelfreflectie. Als de redactiesom is opgelost vraag je aan je deelnemers/leerlingen: Wat heb je nu precies gedaan? Hoe heb je gecontroleerd of je antwoord klopt? Hoe ga je het de volgende keer aanpakken? Wat is nu precies mediatie? We kunnen het als volgt definiëren: Mediatie is een doelgerichte en gestructureerde interactie tussen mediator en gemedieerde, gericht op: Het ontwikkelen van leerdisposities (kunnen, willen, aanvoelen) bij de gemedieerde. Hierdoor kan hij zodanig profijt trekken uit zijn huidige ervaringen, dat hij adequaat om kan gaan met en kan anticiperen op toekomstige (leer-) situaties. Het ontwikkelen van cognitieve en metacognitieve vaardigheden, zodat de gemedieerde een zelfregulerend, autonoom en verantwoordelijk persoon wordt. Wat wordt er nu met een aantal van deze termen bedoeld? 8

9 Doelgericht Doelgericht houdt in dit verband in dat de mediator een bewuste specifieke selectie maakt van prikkels. Bij die selectie houdt hij er rekening mee dat de interactie moet leiden naar het doel dat hij zichzelf heeft gesteld (zijn intenties, gericht op ontwikkeling), maar ook dat de interactie betekenis heeft voor zijn deelnemer/leerling. Laten we nog eens kijken naar onze redactiesom. De docent wil niet alleen dat de deelnemers/leerlingen de huidige som kunnen oplossen, maar ook dat ze begrijpen hoe ze redactiesommen in het algemeen op kunnen lossen en nog breder: dat het nuttig is om nauwkeurig te lezen. Hiertoe zal hij het er bijvoorbeeld met de deelnemers/leerlingen over hebben wat er nu eigenlijk precies wordt gevraagd. Of welke informatie essentieel is en welke overbodig. Bovendien vraagt hij waar ze het selecteren van essentiële en overbodige informatie op hun sportvereniging of thuis toe kunnen passen. Het toepassen van het geleerde op verschillende gebieden geeft de les betekenis. Als we de bovenstaande selectie schematisch weergeven krijgen we het volgende: de mediator (H, human) stelt zich tussen de stimuli (S) en de gemedieerde (O, organisme) op en vertaalt een deel van de stimuli. Er komen ook nog heel veel andere prikkels op de gemedieerde af. De docent vraagt zijn deelnemers/leerlingen de essentiële informatie te selecteren, maar de overbodige informatie blijft wel aanwezig. Ook stelt hij zich op tussen de gemedieerde en diens reactie op de prikkels (R) en geeft hier feedback op. Onze wiskundedocent reageert op zijn deelnemers/leerlingen als die essentiële of overbodige informatie aanduiden. Gestructureerd In de interactie zijn verschillende structuren te onderkennen: Mediatiekenmerken Feuerstein onderkent 12 kenmerken waaraan een gemedieerde interactie kan voldoen. De eerste drie kenmerken zijn essentieel om van mediatie te mogen spreken. Om een idee van zijn invulling te geven vertel ik hier iets over de eerste vijf. Intentionaliteit en wederkerigheid De mediator stelt zich doelgericht op tussen de deelnemer/leerling en diens omgeving. Hij expliciteert bovendien wat zijn bedoelingen zijn met dit materiaal in dit lokaal op dit moment. Hier hebben we het al eerder over gehad. Hier hoort dus ook bij dat de wiskundedocent zijn deelnemers/leerlingen vertelt dat hij redactiesommen met ze gaat maken en waarom. Alleen als de deelnemers/leerlingen door hun houding en gedrag blijk geven dat ze de intenties van de mediator vatten en zich ervoor willen inzetten spreken we van 9

10 wederkerigheid. Dit houdt in dat de deelnemers/leerlingen zich niet langer passief opstellen, maar dat ze zich vrijwillig actief inspannen om het vooropgestelde doel van de mediator te realiseren. De deelnemers/leerlingen gaan dus ook voor zichzelf na wat de docent wil gaan doen en werken actief met hem mee. Transcendentie Een gemedieerde leerervaring blijft niet beperkt tot de bevrediging van de behoefte van het moment zelf, maar overstijgt de hier-en-nu situatie. Door met de deelnemers/leerlingen te reflecteren op wat voorbij is, te anticiperen op wat later kan gebeuren en oog te hebben voor de gevolgen van hun activiteiten voor zichzelf en voor anderen, stimuleert de mediator zijn deelnemers/leerlingen om hun onmiddellijke behoeftebevrediging te overstijgen en hun behoeftesysteem te verruimen. Het gaat niet slechts om het oplossen van een redactiesom, maar ook om het belang van nauwkeurig lezen, nagaan welke informatie relevant is en jezelf controleren. We gaan dus van het controleren van jezelf door de som na te lezen met het antwoord er naast en te kijken of dit klopt, naar jezelf controleren in het algemeen. Zingeving Door de deelnemers/leerlingen bewust te maken van de zin en de waarde van bepaalde stimuli (voorwerpen, activiteiten) kunnen ze een juistere kijk op hun omgeving ontwikkelen en kunnen ze gemotiveerd worden voor eventuele interacties: om die reden wordt zingeving beschouwd als het energetische principe van de gemedieerde leerervaring. De mediator spant zich in om betekenis en waarde van bepaalde stimuli extra in de verf te zetten en hoopt hierdoor te bereiken dat zijn deelnemers/leerlingen gemotiveerd raken om erop te reageren. Op langere termijn wil hij bij de deelnemers/leerlingen een houding ontwikkelen waarbij ze zich spontaan vragen stellen over de zin en de waarde van wat er zich in hun omgeving bevindt. Als ik bij de redactiesommen heb geleerd dat niet alle informatie relevant is, ga ik me bij een andere vak afvragen of ik álles uit mijn hoofd moet leren, of alleen datgene wat essentieel is. Dat scheelt een boel tijd. Bekwaamheidsgevoelens De mediator geeft positieve feedback waarbij hij een koppeling legt tussen het resultaat van een activiteit en de inbreng van de deelnemer/leerling. Hierdoor leert de deelnemer/leerlinge wat het precies was dat heeft geleid tot het gewenste resultaat. Helaas kennen de meeste van ons wel een collega die een deelnemer/leerling vertelt dat hij deze sommen nooit zal leren maken. Nog erger vind ik dat er ook deelnemers/leerlingen zijn die dit geloven en het bijltje er bij neer leggen. Het is al veel beter om deelnemers/leerlingen te prijzen als ze een som goed hebben opgelost. Echt effectief wordt het pas als je ook nog uitlegt waarom. Je hebt de relevante informatie er snel uitgehaald. Goed gedaan. Of Je hebt de som eerst helemaal doorgelezen en bent hem toen pas op gaan lossen. Prima.. Gedragsregulering en -controle Er zijn deelnemers/leerlingen die de stimulus (bv. de vraag) te vlug of te traag, te oppervlakkig of te grondig analyseren. Ze voorzien in gedachten noch het verloop, noch de gevolgen van hun reactie. Ze schatten de tijd en de (mentale) inspanning nodig om de opdracht uit te voeren, onjuist of helemaal niet in. De mediator leert zijn deelnemers/leerlingen dat het nodig en mogelijk is jezelf als voorwerp van 10

11 studie te nemen en te onderzoeken welke inspanning je zal moeten opbrengen voordat je start met de uitvoering van een opdracht. De mediator zal de deelnemers/leerlingen bovendien leren zichzelf te controleren en bij te sturen tijdens de uitvoering van de opdracht (self-monitoring) en te reflecteren op eigen denken en handelen. Wat dit inhoudt voor onze redactiesommen is denk ik inmiddels wel duidelijk. Visie achter mediatie De regiefunctie ligt bij de deelnemer De deelnemer neemt zelf beslissingen over de stappen van zijn leerproces. Hij draagt hiervoor zelf verantwoordelijkheid en voert als lid van het team zelf uit. De interactie is gericht op het leer- en ontwikkelingsproces van de deelnemer. (emancipatie) De interactie is zoveel mogelijk gericht op het inzetten en verder ontwikkelen van de (natuurlijke) netwerken van de deelnemer. (integratie) Deelnemer en mediator komen tot een gezamenlijk beeld van het kunnen/kennen van de deelnemer De interactie is gericht op het beschikbaar komen van het geleerde voor anderen Uitgangspunten van mediatie Begint met contact maken Moet aansluiten bij... Werken vanuit vertrouwen en hierbij een zeker risico nemen Is doelgericht Gebaseerd op gelijkwaardigheid; functionerend als team Verlangt van beiden een (zelf)reflexieve houding Gebaseerd op wederkerige adequaatheid om tot een gezamenlijke analyse komen Mediërende vorm Een vragende benadering stimuleert beiden een stapje verder te denken. De mediatiekenmerken gericht op het ontwikkelen van de cognitieve vaardigheden en metacognitieve vaardigheden 11

12 Cognitieve gereedschap De basisbouwstenen van het denken (cognitieve functies) (*) De hierboven genoemde cognitieve functies kunnen als bouwstenen gezien worden van een denkproces. Deze stenen worden vanuit de eerste (waarnemen) opgebouwd. Elke keer komt er een steen bij (zie het bovenstaande model). De steen van het niet blokkeren houden we apart. Wanneer deze namelijk gebruikt wordt, blokkeert het denkproces. Definities van cognitie Cognitie is een ruim begrip voor denken en waarnemen, dus gedragingen die ofwel tot kennisverwerving leiden of voor het gebruik van kennis nodig zijn. Cognitie, de ontwikkeling van denken en kennen, zorgt ervoor dat iedereen op zijn manier de wereld organiseert Onder cognitie worden processen van denken en waarnemen verstaan waardoor kennis wordt opgeslagen en kan worden gereproduceerd of toegepast Het geheel van activiteiten, waardoor het individu informatie vanuit zijn omgeving opneemt, verwerkt en toepast, wordt cognitie genoemd Cognitie is het kenvermogen Feuerstein: De term cognitief verwijst naar primaire functies van het individu zoals waarneming, geheugen, leren en denken. Feuerstein kiest cognitie als uitgangspunt voor de ontwikkeling van de mens; hiervoor heeft hij een drietal overwegingen: 1. Cognitie is bij de meeste menselijke activiteiten en bij het aanpassingsproces van het individu van het allergrootste belang; 12

13 2. Het moderne leven stelt bij uitstek zware eisen aan het cognitieve functioneren van het individu; 3. Cognitie biedt, wegens haar flexibiliteit, een vlotte route voor interventie vanuit de omgeving. Dit betekent niet dat de ontwikkeling binnen de Structurele Cognitieve Ontwikkeling beperkt blijft tot het cognitieve gebied. Ook andere subgebieden van de persoonlijkheid (bv affectieve ontwikkeling en zelfbeeld) worden beïnvloed. Feuerstein beschouwt het cognitieve subsysteem echter als de koninklijke weg waarlangs alle andere psychologische subsystemen bereikt en gemodificeerd kunnen worden (Feuerstein 1993, p23-24). Cognitieve vaardigheden De term cognitief verwijst naar vaardigheden als: onthouden, vergelijken, categoriseren, ruimtelijk oriëntatie, abstraheren et cetera. Bij het meeste wat mensen doen verwerken ze met deze vaardigheden informatie uit de sociale context. Cognitieve vaardigheden zijn dan ook vrijwel per definitie onderdeel c.q. voorwaarden voor andere (functionele, sociale, emotionele, affectieve en communicatieve) vaardigheden. Onder de term cognitieve vaardigheden gaan twee samenhangende aspecten schuil: de cognitieve structuur van een individu, als organisatie van verschillende denkmiddelen. Vergelijkend gedrag kan bijvoorbeeld opgevat worden als cognitieve structuur. Deze structuur bestaat uit verschillende denkmiddelen zoals: zorgvuldig opnemen van informatie, informatie interpreteren volgens een aantal parameters, zoeken naar gelijkenissen of verschillen op die parameters, conclusies trekken enzovoort. Als mensen denkmiddelen goed kunnen gebruiken in een geïntegreerd geheel zullen zij altijd teruggrijpen naar die cognitieve structuur. Het wordt een spontane, automatische reactie; een onderdeel van het gedragsrepertoire. Een nieuwe cognitieve structuur komt vervolgens tot uiting in alles wat een persoon in kwestie doet. In de dagelijkse praktijk worden zaken bijvoorbeeld spontaan aan elkaar gerelateerd door nieuw vergelijkend gedrag. Vanaf het moment dat de cognitieve structuur een wezenlijk onderdeel vormt van het gedragsrepertoire is er volgens Feuerstein sprake van een structurele verandering (BW Coenen 1998 p ). Cognitieve functies volgens Feuerstein en Haywood Feuerstein: Naar de mening van Feuerstein hebben mensen de mogelijkheid om hun cognitief functioneren te optimaliseren indien zij participeren in specifieke interacties. Deze modificeerbaarheid wordt teweeggebracht door de mediatie (mediërende leerervaringen). Door mediërende leerervaringen ontwikkelt elk individu efficiënte denkvaardigheden en groeit zo uit tot een zelfstandige en onafhankelijke leerder. C. Haywood: Het zijn processen die zo fundamenteel zijn dat zij vereist zijn om te gebruiken in het begrijpen en leren van een wijde waaier van gebeurtenissen en feiten. Een ieder beschikt a.h.w. over een cognitieve gereedschapskist met instrumenten (denkmiddelen) die essentieel zijn voor het denkend handelen. Dit zijn functies waarmee informatie uit de omgeving op een juiste manier geordend en verwerkt wordt. 13

14 TWEEDE BIJEENKOMST PROGRAMMA 7. Wat is blijven hangen van de vorige bijeenkomst? 10 min 8. Over kamelen en gorilla s: de cognitieve functies 20 min 9. Coachingsvragen a.d.h.v. Kamelen en gorilla s 30 min 10. Terugkoppeling 15 min 11. De input-, verwerkings- en outputfase 15 min 12. Terugkoppeling 15 min 13. De proeve van bekwaamheid 5 min 14. Evaluatie en afspraken maken 10 min TOELICHTING OP HET PROGRAMMA: Ad 1: we wisselen in tweetallen uit wat is blijven hangen van de eerste bijeenkomst. Ad 2: welke denkfuncties zet je in bij de opdracht over Kamelen en Gorilla s? we benoemen ze. Ad 3: een leerling leest de teksten Kamelen en Gorilla s oppervlakkig. Welke vragen/opdrachten kunnen we bedenken om de leerling aan het denken te krijgen? Ad 4: we wisselen de resultaten aan elkaar uit: hoe zorgen we ervoor dat iedereen de uitwerkingen krijgt? Ad 5: welke denkfuncties gebruikt de leerling in de input-, welke in de verwerking- en welke in de outputfase? Ad 6: we brengen verslag uit aan elkaar en maken het schema compleet. Ad 7: informatie over de proeve van bekwaamheid Ad 8: we kijken terug op de middag en maken afspraken 14

15 OPDRACHTEN Bron: Leren en instructie Boekaerts/Simons OPDRACHT: 1. Lees de teksten Kamelen en Gorilla s in de dierentuin. 2. Bespreek in tweetallen welke cognitieve functies vooral aan de orde zijn om de werkelijkheid te begrijpen of het probleem op te lossen. Kamelen Alle mensen die op de wereld leven moeten dagelijks water drinken Er zijn ook levende wezens die een lange tijd zonder water drinken kunnen. Deze dieren, bekend vanwege hun bulten, zijn de kamelen. Kamelen leven in grote woestijnachtige gebieden die heet en droog zijn. De mooiste en meest bekende kamelen leven in grote rivieren. Sommige mensen denken dat kamelen altijd water in hun bulten met zich mee dragen. Dat is niet zo, want die bulten zitten vol met vet en dat is hun voedsel. Gorilla s in de dierentuin Sommige gorilla s die in de dierentuinen leven zijn niet gelukkig. Hun probleem is dat ze het niet leuk vinden om de gehele dag te zitten. Gorilla s krijgen er ook genoeg van om steeds met dezelfde vriendjes te spelen. Dierentuinen proberen oplossingen te vinden voor de problemen van de gorilla s. Dierentuinen weten nu hoe ze de gorilla s bedroefder kunnen maken. De beste oplossing is om de gorilla s te laten verven. Gorilla s vinden verven leuk en ze eten hun schilderijen zelfs op. OPDRACHT: We onderscheiden in het leren van de leerling drie fasen: Bron: Kennis als gereedschap/activerend leren Erik Bolhuis/Henk Hoorn/Theo Veldhuis De opname fase (input): in deze fase verzamelt de persoon de gegevens, de informatie die nodig is voor de uitvoering van de taak voor de oplossing van het probleem. De leerling kan die informatie halen uit zijn waarneming en/of uit het geheugen. Problemen in deze fase liggen in de kwaliteit en kwantiteit van het 15

16 verzamelen van de gevens. De verwerkingsfase (elaboration): in deze fase worden de gegevens, die men verzamelde in de opname fase met elkaar in verband gebracht en bewerkt om de taak tot een oplossing te brengen. Het probleem wordt nader gedefinieerd en men hanteert oplossingsstrategieën. Problemen in deze fase liggen vooral in het niet of onjuist toepassen van de diverse denkmiddelen of cognitieve functies. De weergave fase (output): in deze fase wordt het resultaat van de twee voorgaande fasen op de een of andere manier weergegeven. Problemen in deze fase liggen vooral in de inadequate communicatie van de verworven inzichten. OPDRACHT: Geef aan welke cognitieve functies jij/de leerling inzet in de input-, de verwerking- en de outputfase. WERKOPDRACHT 1: Hou een kort mediatiegesprek met een leerling die jou om hulp vraagt. Schrijf direct na afloop van het gesprekje kort op: Met welke opdracht de leerling bezig was. In welke fase de leerling zat (input-, verwerkings- of outputfase) Welke vragen je aan de leerling hebt gesteld. Op welke cognitieve functies van de leerling je een beroep hebt gedaan. WERKOPDRACHT 2: Lees de theorische achtergrondinformatie van de eerste bijeenkomst. 16

17 DOELEN VAN DEZE WERKMIDDAG: De deelnemers kunnen aangeven welke cognitieve functies worden ingezet bij de input-, de verwerkings- en de outputfase. De deelnemers kunnen verschillende coachingsvragen stellen in deze 3 fasen. PROEVE VAN BEKWAAMHEID: Voor de proeve van bekwaamheid kies je uit de volgende opdrachten: Opdracht 1: Maak een video-opname van een individueel coachingsmoment met een leerling. Het gaat daarbij om een leerling die hulp nodig heeft bij het werk. Laat in de opname zien welke cognitieve functies je inzet om de leerling verder te helpen. Opdracht 2: Maak een video-opname van een instructieles, waarbij je aandacht schenkt aan een cognitieve functie. De instructieles is dus opgebouwd rond deze cognitieve functie. Voor beide opdrachten geldt verder het volgende criterium: De drie belangrijkste mediatiekenmerken (intentionaliteit en wederkerigheid, zingeving en transcendentie) worden door jou zichtbaar gemaakt. 17

18 THEORIE (Bron: Stibco) PEDAGOGEN DIE INVLOED HEBBEN GEHAD OP R. FEUERSTEIN Jean Piaget Deze Zwitserse ontwikkelingspsycholoog bouwde verder op de gedachte dat de ontwikkeling van een kind biologisch bepaald is. Het gaat zoals bij een plant die door de goede zorgen van de omgeving voldoende lucht, licht, water en voedingsstoffen krijgt. Daardoor komen alle eigenschappen van de plant, die in het zaad reeds zijn aangelegd, tot ontwikkeling. Ook het kind wordt geboren met een zekere aanleg en zal die gedurende zijn leven ontplooien. Het heeft volgens hem geen zin om kinderen informatie te geven als ze daar nog niet klaar voor zijn. Ontwikkeling doorloopt een bepaald aantal stadia die hiërarchisch op elkaar volgen. Elk stadium begint met een fase van onevenwicht waarin het kind geconfronteerd wordt met nieuwe ontdekkingen, die voortvloeien uit zijn eigen handelen. Het kind leert zich daaraan aan te passen en verwerft op die manier een nieuw evenwicht. Dat kan echter niet verworven worden als het kind nog niet beschikt over de nodige vaardigheden. Je kunt een kind met andere woorden niet forceren. Voorbeeld Een jong kind is met blauwe en rode blokjes aan het spelen. Het bouwt een toren, want dat heeft het al leren doen. Het weet hoe het de blokjes op elkaar moet zetten zonder dat ze vallen. Het benoemt de blokjes en nu een rode, en nu een blauwe,. Er is een evenwicht en het kind voelt zich prettig en veilig. Tijdens het spelen vallen de blokjes van elkaar en het toeval wil dat de blauwe blokjes aan de ene kant vallen en de rode aan de andere kant. Het kind merkt dat op en gaat in op de nieuwe ontdekking: sorteren volgens kleur. Het gaat hierop eindeloos oefenen met ander materiaal en andere kleuren en andere criteria en het krijgt op die manier het mechanisme van classificatie onder de knie. Het kind heeft iets bijgeleerd omdat er een nieuwe ontdekking ontstond bij wat het reeds kon. Het mechanisme van classificatie zou niet verworven geweest zijn als het kind er nog niet rijp voor was. Piaget geeft een belangrijke rol aan de omgeving en dus aan de interactie tussen kind en omgeving. Maar dat is niet zoals wij het zien. Volgens Piaget moet de omgeving wachten op de bereikte ontwikkeling van het kind en kan 18

19 er niet eerder iets nieuws worden aangeboden. Het is volgens hem ook afhankelijk van de aangeboren vermogens en dus van de aard van de aanleg of het kind met de interactie iets méér zal doen. Dat heeft belangrijke consequenties voor het onderwijs en voor de begeleiding van kinderen in het algemeen. Het leren dat op school gebeurt, levert geen bijdrage tot de ontwikkeling van het denken, omdat het kind enkel leert uit spontane ontdekkingen. En daarop moet je wachten, vandaar de term volgend onderwijs. Die opvattingen hebben in de jaren zestig veel aanhangers gekend. Men heeft echter moeten toegeven dat die theorie veel tekortkomingen vertoonde. Waar blijft immers de actieve stimulerende rol van de mens in de omgeving van het kind? Uit onderzoeken is bovendien gebleken dat kinderen toch in staat zijn om, eerder dan Piaget het voorstelt, leerinhouden te verwerven. Piaget onderschatte de invloed van de uitdaging en van de dialoog in sociaal contact op het denkpatroon. Lev Vygotsky Deze Russische psycholoog kwam in de jaren zeventig met een baanbrekende maar in die tijd ophefmakende, theorie dat het ontwikkelen van het kind verband houdt met de verworvenheden van de cultuur waarin het kind opgroeit. Het kind leert via de dialoog tussen de volwassenen en het kind. Het kind imiteert handelingen en luidopgesproken gedachten en verwerft op die manier een intrumentarium om komende problemen op te kunnen lossen. Maar de volwassene heeft zijn instrumentarium ook ooit gekregen van zijn volwassen omgeving, enzovoort. Wanneer we luisteren naar de monoloog van een jong kind bij zijn spel, horen we het dezelfde dingen zeggen als zijn ouders tegen hem zeggen. Vygotsky beklemtoonde ook de rol van het eigen initiatief van het kind in zijn ontwikkeling. Volgens hem is het kind niet de passieve ontvanger van de inhouden uit de omgeving. Het kind leert door actief deel te nemen aan het leerproces. Het feit dat er een groot verschil kan bestaan in de ontwikkeling van kinderen, komt volgens hem onder andere door het verschil in initiatiefname. Het zwak functionerend kind neemt nauwelijks deel aan zijn eigen ontwikkelingsproces en moet door zijn omgeving veel meer aangemoedigd, ondersteund en uitgelokt worden dan het kind met zogenaamd meer mogelijkheden. Hierdoor krijgt de omgeving van het kind een grotere rol toebedeeld. In gezinnen waarin kinderen weinig stimulerende omgang kennen, krijgen de kinderen ook minder kansen om hun denken te ontwikkelen. Die kinderen komen op school aan met een relatieve achterstand. 19

20 Vygotsky stelt zich dus lijnrecht tegenover Piaget wat de rol van de school in het leren betreft. Niet alleen de ouders maar ook de leerkracht in de klas kan dus zorgen voor het nodige denkinstrumentarium en zal dus zorgen voor cultuurafhankelijke overdracht. Hij spreekt dus van een ontwikkelend onderwijs in tegenstelling tot het volgend onderwijs. Vygotsky vangt nog een ander tekort van Piaget op door te stellen dat we niet moeten wachten op de nodige rijping om iets nieuws aan te bieden. Integendeel, het is zelfs goed om even op de ontwikkeling vooruit te lopen en het kind dus informatie aan te bieden dat net iets boven zijn petje gaat. Alleen dan kan het kind nieuwe begrippen en nieuwe vaardigheden leren om zijn denkinstrumentarium te verrijken. Het aanbod mag echter niet te ver weg liggen zodat het nog uitdagend genoeg is. Vygotsky spreekt in dat verband over de-zone-van-de-naaste-ontwikkeling. Het is de zone waarin het kind denkhandelingen kan stellen samen met en uitgelokt door de begeleider, maar waarin het die nog niet zelfstandig kan toepassen in meerdere situaties. Haywood Gul Haywood trad in 1992 in het spoor van Feuerstein en ontwikkelde een versie van diens programma voor heel jonge kinderen (van 4 tot 8 jaar). Zijn programma heet Bright Start en wil de kleuters cognitief en sociaal voorbereiden op het latere onderwijs. Naast specifieke leervoorwaarden heeft het kind ruimere cognitieve vaardigheden nodig om te kunnen denken aan leren. Het programma bestaat uit zeven met opeenvolgende klassikale lesjes. Het is vooral gericht op begeleiding en gaat ervan uit dat de kinderen ook van elkaar kunnen leren. Haywood vertrekt eveneens van de basisgedachte dat het denken van het kind ontwikkelbaar is. Het kind staat al vanaf zijn geboorte in interactie met zijn ouders, grootouders, broertjes, zusjes, buren. Hoe intensiever de interactie, hoe doelgerichter de mediatie en hoe ruimer het kind leert denken, zelfs al op zo n jonge leeftijd. Door het kind probleemoplossingsvaardigheden aan te leren en het bewust te maken van zijn eigen denken, wil Haywood latere leermoeilijkheden voorkomen. Door het te leren omgaan met regels en principes (het volgen, opstellen en toepassen) leert het kind zich te handhaven in zijn sociale omgeving. Het programma voorziet in een handboek voor ouders, met de bedoeling de aangeleerde cognitieve processen ook buiten de klasmuren toe te passen. Er worden activiteiten in voorgesteld die ouders thuis met de kinderen spelenderwijs kunnen doen. Het moet wel prettig blijven. Zo worden ouders goede mediators die hun steentje kunnen bijdragen tot de totale ontplooiing van hun kind. 20

21 DERDE BIJEENKOMST PROGRAMMA 1. Wat hebben we (bewust) gedaan met cognitieve functies? 20 min 2. De mediatiekenmerken: benoemen en herkennen 30 min 3. Het etiketteren van mediatiekenmerken 15 min 4. Terugkoppeling 15 min 5. Een persoonlijke sterkte/zwakte analyse 10 min 6. Actionplanning 10 min 7. Evaluatie/afspraken maken 20 min TOELICHTING OP HET PROGRAMMA: Ad 1: we wisselen in tweetallen uit wat we de afgelopen 2 weken bewust hebben gedaan met cognitieve functies. We rapporteren elkaars bevindingen in de groep. Ad 2: we bekijken de mediatiekenmerken van een collega op video. Ad 3: we geven in tweetallen aan welk mediatiekenmerk bij een item hoort. Ad 4: we sluiten ons aan bij een ander tweetal, vergelijken de uitkomsten en proberen het eens te worden. Ad 5: we gaan voor ons zelf na welke mediatiekenmerken we vaak (bewust) inzetten en welke we te weinig doen. Ad 6: we formuleren ons leerpunt voor de komende weken. Ad 7: we evalueren en maken afspraken. 21

22 OPDRACHTEN Geef aan onder welk mediatiekenmerk onderstaande items vallen. (idee en bron: STIBCO) nummer Item 1 Ik oefen het kind in het formuleren van doelen en het bedenken van strategieën om die doelen te bereiken 2 Ik maak met mijn groep afspraken 3 Ik leg uit in welke situaties de leerlingen het geleerde nodig hebben 4 Ik let als mediator niet op de zwakke facetten van de persoonlijkheid, maar op de sterke 5 Ik ga met een leerling aan de slag met zijn impulsieve gedrag 6 Ik geef tijdens de bespreking van de antwoorden de beurt aan leerlingen die het antwoord goed hebben 7 Ik vertel de leerlingen dat zij dit werkstuk maken om vaardigheden te trainen voor later 8 Ik ervaar tijdens mijn uitleg oogcontact met de leerlingen 9 Ik vraag een leerling wat hij vindt van de verkiezingsuitslag 10 Ik wijs de leerlingen erop dat hun identiteit wordt bepaald door de groep waar ze deel van uitmaken (bv. familie, school) 11 Ik stuur mijn leerlingen voor het eerst op pad om informatie op te zoeken 12 Ik vraag de leerlingen wat zij waardevol vinden aan de natuur 13 Ik vertel een leerling waarom hij iets goed heeft gedaan 14 Leerlingen met zelfvertrouwen kunnen beter veranderingen aan dan leerlingen zonder zelfvertrouwen 15 Ik plaats de opdracht die leerlingen moeten maken in functie van wat al geleerd is en nog geleerd gaat worden 16 Wanneer ik leerlingen niet in de rede val, doen ze dat ook niet bij mij 17 Ik hou rekening met een lichte terugval bij de leerlingen als ze deze opdracht maken 18 Leerlingen durven bij mij voor hun mening uit te komen 19 Ik motiveer mijn leerlingen door het werkstuk als geschenk te beschouwen 20 Ik laat mijn leerlingen veel samenwerken mediatiekenmerk 22

23 Hieronder staan de 12 mediatiekenmerken. Beoordeel jezelf op de mate waarin je deze kenmerken toepast. Onv Goed 1. Intentionaliteit/wederkerigheid Transcendentie Zingeving Bekwaamheidsgevoelens Gedragsregulering en controle Deelgenootschap Individuatie Doelbewustheid Openheid voor uitdagingen Bewustzijn van veranderbaarheid Optimisme Bewustzijn van lidmaatschap

24 Actionplanning Onderwerp: Datum: Leerpunt Wat ik normaliter zou doen Wat ik anders zal doen Tot welke concrete actiedoelen leidt bovenstaande 24

25 THEORIE Mediatiekenmerken in model (Bron: Stibco) De cognitieve functies in de input-, verwerkings- en outputfase (Bron: Kennis als Gereedschap/Activerend Leren Erik Bolhuis, Henk Hoorn en Theo Veldhuis) 25

26 VIERDE BIJEENKOMST PROGRAMMA 1. Energizer 10 min 2. De gemedieerde leeractiviteit 10 min 3. Zingeving, doelen en transcendentie 20 min 4. Het leermoment: inzet van cognitieve functie 10 min 5. Evaluatie en afspraken maken 20 min TOELICHTING OP HET PROGRAMMA: Ad 1: energizer: het oxymoron (zoek de tegenstelling in jezelf) Ad 2: uitleg over de gemedieerde leeractiviteit Ad 3: ik wil mijn leerlingen laten oefenen met een examentekst; wat geef ik ze mee over zingeving, doel en transcendentie? Ad 4: we gebruiken een oefening om te komen tot analyseren Ad 5: we kijken terug op de middag en maken afspraken over de proeve van bekwaamheid 26

27 OPDRACHTEN Opdracht 1: Op bladzijde 3 en 4 zie je een eindexamentekst voor Kader 4 (2006). Je wilt deze tekst gebruiken voor een stukje examentraining van leerlingen. Bepaal in tweetallen wat je de leerlingen vertelt over: a. zingeving (waarom moeten zij dit doen?) b. doelen (wat kunnen zij aan het eind van deze les?) c. transcendentie (in welke andere situaties kunnen zij dit gebruiken?) Opdracht 2: We analyseren een examentekst. 27

Mediërend leren. Inleiding. Wie is Reuven Feuerstein? (en de relatie met de Feuerstein-methodiek)

Mediërend leren. Inleiding. Wie is Reuven Feuerstein? (en de relatie met de Feuerstein-methodiek) Mediërend leren (en de relatie met de Feuerstein-methodiek) Inleiding Veel methodieken bestaan uit een dik boek, waarin wetenschappelijk wordt aangetoond dat het toepassen van de theorie van de auteur

Nadere informatie

Kan niet bestaat niet. Workshop Slotdag Project Van Hinderpaal naar Mijlpaal Stichting Perspectief 31 mei 2014

Kan niet bestaat niet. Workshop Slotdag Project Van Hinderpaal naar Mijlpaal Stichting Perspectief 31 mei 2014 Kan niet bestaat niet Workshop Slotdag Project Van Hinderpaal naar Mijlpaal Stichting Perspectief 31 mei 2014 Agenda Workshop Invullen Vragenlijst met stellingen Opdracht Kruip in de huid van Tim Wat is

Nadere informatie

Feuerstein Centrum Nederland. Katinka Hol

Feuerstein Centrum Nederland. Katinka Hol Feuerstein Centrum Nederland Katinka Hol Doel van deze middag (14.00-15.30): Kennismaken met de werkwijze van het Feuerstein Centrum Nederland; Inleiding in de Feuerstein methode; Kennismaken met de cognitieve

Nadere informatie

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Het gedragmodel. 1. Inleiding Het gedragmodel 1. Inleiding Het gedragmodel is een NLP-techiek, ontwikkeld door Peter Dalmeijer (zie www.vidarte.nl) en Paul Lenferink. Het model leert ons feedback te geven waarbij we anderen op hun

Nadere informatie

Jobcoaching. De Bakfiets. Onze diensten richten zich op de volgende programma s:

Jobcoaching. De Bakfiets. Onze diensten richten zich op de volgende programma s: Jobcoaching De Bakfiets Methodiek De Bakfiets Onze benadering begint altijd met het maken van persoonlijk contact. Door elkaar te leren kennen ontstaat een beeld van wat er leeft en wat het doel is. Vervolgens

Nadere informatie

Inspiratiedag Slimme spellen

Inspiratiedag Slimme spellen Inspiratiedag Slimme spellen Dany de Vooght - Ann Neetens Vrijdag 10u30-12u 22-03-2019 Vzw Sleutels tot participatie en inclusie om te leven en te leren" Structuur Slimme spellen 22 maart 2019 Leren is

Nadere informatie

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Instructiekaart voor de leerling nr. 5 A-vragen Formulering van de vraag Formulering van het antwoord Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Antwoord met één volledige

Nadere informatie

15 x PS. J. Warnez 15 x PS. Hinderkoppen 2 6/3/2015 1

15 x PS. J. Warnez 15 x PS. Hinderkoppen 2 6/3/2015 1 15 x PS Johan Warnez vzw den achtkanter vzw cebco Hinderkoppen II 6 maart 2015 Workshop = reflectie op initiatief (af-)nemen Context 1 Ondersteuning van volwassenen met verstandelijke beperking Inclusie,

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

De leerkracht maakt het verschil!!!

De leerkracht maakt het verschil!!! De leerkracht maakt het verschil!!! Albert Janssens Stelling: leerlingen komen naar school om te leren. Vraag 1: Maar Wat is dat: leren? Leren is het bewust verwerven van kennis, inzichten, vaardigheden

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

Didactisch Coachen: checklist voor het basisonderwijs

Didactisch Coachen: checklist voor het basisonderwijs Didactisch Coachen: checklist voor het basisonderwijs Inleiding Een beeldcoach filmt een aantal leraren op een leerplein. Toevallig komen twee leraren tijdens dat filmen opeenvolgend bij dezelfde leerling

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN 1 2 3 4 5 A Samen werken (spelen) Hierbij is het samenwerken nog vooral doel en nog geen middel. Er is nog geen sprake van taakdifferentiatie. De taak ligt vooraf

Nadere informatie

Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat. Frans Ottenhof

Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat. Frans Ottenhof Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat Frans Ottenhof De rol van de mentor * Wat is motiverend voor leerlingen? * Aan welke studievaardigheden kun je werken? Welke niet? * Wat heb je nodig

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen.

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen. Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen. In de TA wordt gesproken over het begrip strook. Een strook is een eenheid van erkenning. Mensen hebben een sterke

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Bouwstenen van het denken

Bouwstenen van het denken Werken met cognitieve bouwstenen heeft gegarandeerd resultaat Analyseren Veronderstellingen maken Logisch denken Breed denken Onveranderbaarheid inzien Verinnerlijken Niet egocentrisch communiceren Tijdsoriëntatie

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

LEREN LEREN WAT? HOE?

LEREN LEREN WAT? HOE? LEREN LEREN WAT? Bij leren leren ondersteunt de school je schoolse leren en biedt de school je methodieken om toe te passen in leersituaties buiten de school. HOE? Als school hebben we gekozen voor het

Nadere informatie

Beeldcoaching in de. kinderopvang. Visie In Beeld. Leren coachen met video

Beeldcoaching in de. kinderopvang. Visie In Beeld. Leren coachen met video Beeldcoaching in de kinderopvang Leren coachen met video V i s i e I n B e e l d H u z a r e n l a a n 2 4 7 2 1 4 e c E p s e Gebruik van video is de duidelijkste en snelste manier om te reflecteren op

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas: Ik geloof, geloof ik Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw Mijn naam en klas: Bezinningsmomenten In de godsdienstlessen stonden de afgelopen jaren verhalen centraal en de verschillende

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Compassie leven 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Inhoudsopgave Voorwoord Wekelijkse inspiraties 01 Geweld in de taal? Wie, ik?

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

KOL bijeenkomst 3 12-13

KOL bijeenkomst 3 12-13 KOL bijeenkomst 3 12-13 Terugblik: H1:demotoets uitwisselen Bijeenkomst 2 leerstijlen (slb) Wat heb je afgelopen stagedagen gezien/gedaan dat te maken heeft met leren? Aanvullen spin leren: Mijn leren

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt Instructie 1 De relatie met je cliënt Heb jij je voelsprieten uitstaan? Met behulp van dit werkblad onderzoek je of je je voelsprieten hebt uitstaan naar de cliënt. Kies een cliënt en vul met die cliënt

Nadere informatie

Een project van Jeelo gaat zo

Een project van Jeelo gaat zo Handleiding groep 3-8 Een project van Jeelo gaat zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe een project van Jeelo in elkaar zit. Voor groep 3-4 wijzer 2007 Zo gaat een

Nadere informatie

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Begaafde leerlingen komen er vanzelf... toch? Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Teambijeenkomsten Anneke Gielis Begaafde leerlingen

Nadere informatie

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam: Wereldgodsdiensten Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum Naam: Inhoudsopgave Inleiding Schema Beoordeling Deel 1 Test jezelf! Deel 2 Kies je onderwerp en aan de slag! Deel 3 Het ervaren

Nadere informatie

Een voorlopige balans (Periode 1)

Een voorlopige balans (Periode 1) Een voorlopige balans (Periode 1) Omschrijving van deze periode We hebben tijdens dit schooljaar al heel wat gediscussieerd, besproken, nagedacht, Je hebt in deze gesprekken, maar ook in de logboekopdrachten

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie, projectteam en netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie?

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie? Carol Dweck Wat is Intelligentie? 1 Wat is Intelligentie? Wat is Intelligentie? Meervoudige Intelligentie - Gardner 2 Voorlopige conclusie In aanleg aanwezig potentieel (50% erfelijk bepaald) Domeinspecifiek

Nadere informatie

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen Bijlage p. 1 Bijlagen Bijlage p. 2 Bijlage 1 Domeinoverschrijdende doelen - Leerplan BaO (p. 83-85) 5.2 Doelen en leerinhouden 5.2.1 Wiskundige problemen leren oplossen DO1 Een algemene strategie voor

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden zelfstandig leren Leren leren is veel meer dan leren studeren, veel meer dan sneller lijstjes blokken of betere schema s maken. Zelfstandig leren houdt in: informatie kunnen verwerven, verwerken en toepassen

Nadere informatie

Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners?

Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners? Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners? Ingrid Korenstra Bartiméus Expertisecentrum Doofblindheid 19-03-2015 Even voorstellen:

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Creatief en flexibel toepassen van Triplep Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Programma Overzicht Kennismaking Persoonlijke werving van ouders Een goede relatie opbouwen met de ouders

Nadere informatie

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Competenties De Fontein

Competenties De Fontein Competenties De Fontein We werken met de volgende 4 competenties: 1. Verantwoordelijkheid 2. Samenwerken 3. Organisatie en planning, zelfstandigheid 4. Motivatie - In klas 1 wordt gewerkt aan de volgende

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

De oplossingsgerichte flowchart

De oplossingsgerichte flowchart De oplossingsgerichte flowchart Inleiding De oplossingsgerichte flowchart is een hulpmiddel om de werkrelatie te beschrijven tussen cliënt en hulpverlener. Het instrument kan bij elke client-hulpverlener

Nadere informatie

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik Dit ben ik Op DOK12 verwerf ik kennis, vaardigheden en ontwikkel ik mij als persoon. Ik krijg ruimte om mijzelf goed te leren kennen, te zijn wie ik ben en mijn talenten te ontwikkelen. Ook leer ik oog

Nadere informatie

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL KINDEREN LEKKER IN HUN VEL 1. Welkom wij zijn Karin Hallegraeff en Noelle van Delden van Praktijk IKKE Karin stelt zich voor en er komt een foto van Karin in beeld. Noelle stelt zich voor en er komt een

Nadere informatie

Motiveren om te leren

Motiveren om te leren Motiveren om te leren Een succesvol opleidingsbeleid is afhankelijk van verschillende factoren. De keuze van een goede opleidingsaanbieder speelt een rol, net zoals een grondige behoeftedetectie en de

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO Hoofdfase LESBESCHRIJVING Jongere kind - Oudere kind Semester 1-2 - 3-4 - 5* Student: Linda Ouwendijk Studentnummer: 0813937 Paboklas: 2F Datum: 19-01-2010 Stageschool + BRIN:

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters Kies Actief Rapportage van Femke Peeters De huidige school van Femke Peeters Summa College Eindhoven Eindhoven Huidige opleiding: MBO, klas 3, richting Economie Kies Actief Geef richting aan je loopbaan!

Nadere informatie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING In gesprek met elkaar. Uitwerking van de stellingen. De onderstaande stellingen hebben we deze avond besproken onder elke stelling staan een aantal opmerkingen die

Nadere informatie

Herinrichting Schoolplein mavo 3

Herinrichting Schoolplein mavo 3 Herinrichting Schoolplein mavo 3 Pagina 1 van 7 Inleiding Binnenkort ga je aan de slag met het project Herinrichting van het schoolplein. Alle leerlingen van het derde leerjaar gaan ervoor zorgen dat ons

Nadere informatie

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten Tot een geloofsgesprek komen I Ontmoeten Het geloofsgesprek vindt plaats in een ontmoeting. Allerlei soorten ontmoetingen. Soms kort en eenmalig, soms met mensen met wie je meer omgaat. Bij de ontmoeting

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

De e-learning van Gastouderland

De e-learning van Gastouderland De e-learning van Gastouderland Ook voor gastouders is het belangrijk te blijven ontwikkelen. Daarom bieden wij diverse modules aan die speciaal ontwikkeld zijn voor de kinderopvang. Gastouderland werkt

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten.

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten. Bijeenkomst 1 Leerdoelen: Studenten kunnen Uitleggen waarom sommige informayie makkelijk vergeten wordt en welke factoren een rol spelen Expliciteren hoe hij zelf leert Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij

Nadere informatie

Datum: Les in reeks (nr1): Beginsituatie: wat is de aanpak van de kandidaten bij het beantwoorden van examenvragen

Datum: Les in reeks (nr1): Beginsituatie: wat is de aanpak van de kandidaten bij het beantwoorden van examenvragen LESPLANNEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN EXAMENTRAINING2 HAVO/VWO Leerdoelen les 1: Kandidaten reflecteren op: o welke strategie ze gebruiken om een examenvraag te kunnen beantwoorden o hoe ze met bronnen

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap De KNVB gelooft in de maatschappelijke meerwaarde van voetbal. Voetbal brengt de samenleving in beweging. Zo n 300.000 vrijwilligers zijn in Nederland actief bij

Nadere informatie

SAMENLEVEN BURGERSCHAPSLEREN HOOFDSTUK 1

SAMENLEVEN BURGERSCHAPSLEREN HOOFDSTUK 1 Samenleven Familie, vrienden, studiegenoten, docenten. Ze zijn belangrijk in je leven. Ze vormen je mening en bepalen je gedrag. Samen helpen ze je een eigen identiteit te ontwikkelen en een volwaardig

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen Het begrip Talent zegt vooral iets over de capaciteiten van een leerling. Sommige leerlingen hebben meer talent dan anderen.

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

Doel van deze presentatie is

Doel van deze presentatie is Doel van deze presentatie is Oplossingsgericht? Sjoemelen? Evaluatie van de praktische oefening. Verbetersuggesties qua oplossingsgerichtheid (niet met betrekking tot de inhoud van de gebruikte materialen)

Nadere informatie

Communiceren met ouders. Silke Jansen Orthopedagoog Gezin en Gedrag REC 4 Vierland

Communiceren met ouders. Silke Jansen Orthopedagoog Gezin en Gedrag REC 4 Vierland Communiceren met ouders Silke Jansen Orthopedagoog Gezin en Gedrag REC 4 Vierland Inhoud van de workshop 1. Kind binnen systeem 2. School en ouders gelijkwaardig? 3. Richtlijnen bij oudercontacten 4.

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS WWW.PESTWEB.NL DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS Kinderen en jongeren willen je hulp, als je maar (niet)... Wat kinderen zeggen over pesten Kinderen gaan over het algemeen het liefst met hun probleem naar hun

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

1 Het sociale ontwikkelingstraject

1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,

Nadere informatie

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt Positionering De Klankhof en t Kofschip, Etten-Leur Kernwoorden: Je mag er zijn Vertrouwen Positief kijken naar jezelf en anderen Meervoudige intelligentie Samen de merkbelofte van De Klankhof t Kofschip:

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Taalstimulering voor kinderen en volwassenen Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Enkele stellingen Taalontwikkeling 1. Voortalige fase: van 0 tot 1 jaar 2. Vroegtalige fase: van 1 tot 2,5 jaar Eentalige

Nadere informatie

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod Hulp bij ADHD Dit heeft mijn beeld van ADHD enorm verrijkt. Ik zie nu veel mogelijkheden om kinderen met ADHD goede begeleiding te bieden deelnemer workshop bij Fontys Hogescholen Copyright 2010 Hulp bij

Nadere informatie

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie.

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Via dit mailadres kunt u ook informatie aanvragen over de docentenhandleiding

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie