Hoofdstuk 7. Het Gewestelijk Expresnet (GEN)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 7. Het Gewestelijk Expresnet (GEN)"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 7 Het Gewestelijk Expresnet (GEN)

2 1. Algemene inleiding De invoering van een Gewestelijk Expresnet (GEN ) vormt een belangrijke troefkaart, zowel voor de stad als voor de totaliteit van het centrale gewest van België. De term gewest dekt hier meer dan de administratieve grenzen van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Door deze uitbreiding van het begrip gewest, die trouwens kadert in de geest van de ontwikkeling van de Europese ruimte, wordt het probleem van het GEN een aangelegenheid met een weerslag op federaal vlak en niet enkel een zuiver Brusselse aangelegenheid Op het niveau van de Brusselse agglomeratie De term Brusselse agglomeratie geldt hier voor het grondgebied, beperkt door de administratieve grenzen. Op dit niveau vormt het GEN een basiselement in de «multicriteria»-benadering die de huidige mobiliteitsen bereikbaarheidsproblemen van de stad kan verbeteren. In het bijzonder zou het pendelaarsprobleem, dat reeds uitvoerig werd behandeld, kunnen worden gestabiliseerd. De volgende 10 jaren verwacht men een toeneming van het aantal pendelaars op de assen tussen Brussel en de beide andere gewesten met Een van de doelstellingen van een project zoals het GEN zou erin bestaan deze toeneming op te vangen en aldus de wegen te bevriezen op hun huidig verzadigingspeil. Daarbij komt dat de uitbreiding van het netwerk van het openbaar vervoer in de stad zelf eveneens een factor is van ontlasting van het stedelijk wegennet Op het niveau van het gewest in de ruime zin Op dit tweede niveau van het onderzoek zal rekening moeten worden gehouden met de ontwikkelingen van de laatste decennia inzake de stadsorganisatie; deze territoriale wijzigingen hebben de definitie van het begrip stad en de plaats die deze laatste dient te spelen in de beleidsmaatregelen inzake ruimtelijke ordening volledig gewijzigd. Tijdens de recente geschiedenis van de stadsontwikkeling heeft men de progressieve verdwijning kunnen waarnemen van de traditionele steden, gebaseerd op het monocentrisme, ten bate van de multicentrale steden. De periferie heeft zich economisch sterk ontwikkeld, wat leidt tot een progressieve verruiming van het begrip stadscentrum, dat zelfs verouderd raakt. De industriële ontwikkelingsassen verbinden de oude steden onderling en leiden tot het ontstaan van polen op een schaal die het oude stadsgebied ruimschoots overtreft (men kan onder meer denken aan de geografische gebieden die vandaag als dusdanig worden erkend, zoals het Ruhrbekken of de Randstad). Tegenwoordig dient de ontwikkeling van de stadsinfrastructuur eerder te worden onderzocht in termen van netwerken dan van echte polen. Een onderzoek van de morfologische structuur van de stadsagglomeraties in termen van netwerken is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met de parameter «vervoersinfrastructuur».

3 En omgekeerd, zowel op het niveau van de grote Europese aggregaten waarover wij het zo juist hebben gehad, als van Brussel en zijn periferie, lijkt het duidelijk dat een vervoerbeleid moet worden uitgewerkt in een kader dat rekening houdt met de aan gang zijnde morfologische mutaties, dat wil zeggen een kader dat ruimer is dan de administratieve grenzen. Het SESAME-project, dat in deze studie al dikwijls geciteerd werd, hecht bijzondere aandacht aan dit onderscheid tussen administratieve zones en invloedszones van het vervoerbeleid. In de door het project voorgestelde methode wordt dan ook een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de openbare vervoerszone en het administratieve gebied. de financiering en het beheer van het toekomstige GEN zullen de oprichting vergen van een originele en samenhangende structuur die specifiek is aangepast aan het verruimde kader. Misschien moet wel de oprichting worden overwogen van een stadsgemeenschap (zie hoofdstuk 2 van deze studie). Men beseft wel dat het financieringsprobleem een hachelijke onderneming is en heel wat debatten in politieke kringen meubelt. Verder in dit hoofdstuk zullen wij er dieper op ingaan; in deze inleiding wensten wij enkel de draagwijdte van het debat te verruimen tot buiten de Brusselse grenzen alleen. In dezelfde gedachtegang zouden wij E. Jacobs (71) kunnen citeren : «Onder vervoerszone verstaan wij bepaalde gebieden waarin de vraag naar vervoer, zowel van reizigers als van goederen, dezelfde kenmerken heeft. Wat de vervoerskenmerken betreft, vormen de vervoerszones één geheel. Zo stemmen de vervoerszones van stedelijke gewesten doorgaans overeen met het natuurlijk hinterland van deze stedelijke gewesten. De agglomeratie waarin het transportgebeuren zich afspeelt en die, hierdoor, de stedelijke functies heeft, stemt normaliter niet overeen met een politiek, administratief, financieel of fiscaal geheel». Deze laatste opmerking is bijzonder goed op zijn plaats in de debatten over het Brusselse GEN; het geplande tracé overschrijdt zowel de administratieve als de politieke en fiscale grenzen van de Brusselse agglomeratie en de verwachte gebruikers zijn verspreid over de drie gewesten. De «openbare vervoerszone» (om de terminologie van het SE- SAME-project over te nemen) die dan bediend zal worden zal onmogelijk kunnen herleid worden tot een welbepaalde institutionele zone;

4 2. Wat verstaat men onder GEN? Het zou een onbeduidend antwoord zijn enkel de betekenis van het acroniem te vermelden : GEN voor Gewestelijk Expresnet (als vertaling van «Réseau Express Régional» - RER, om de terminologie over te nemen die in gebruik werd genomen bij de invoering van het Parijse net een dertigtal jaren geleden). Dit brengt ons echter amper vooruit : wij zullen zien dat het Parijse voorbeeld enkel één geval betreft onder vele andere en dat de kenmerken ervan niet zonder meer overdraagbaar zijn op gelijkaardige netten in andere grote steden. Het Parijse netwerk is bij voorbeeld opgebouwd op spoorweginfrastructuur, hybride tussen de metro en de trein, terwijl het netwerk van Zürich een geïntegreerd geheel van spoorweg- en weginfrastructuren bevat (zoals voor het Brusselse project). Er bestaat dus niet één enkele eenvoudige definitie van het GEN. In het beste geval kunnen wij een lijst voorstellen van kenmerken die men aantreft in (bijna) alle GEN-projecten (72). Het gaat om een snel systeem voor doorgaand verkeer Het rijdt doorgaans op eigen bedding of heeft ten minste voorrang op ander verkeer De haltes zijn kort (beperkte tijd voor het in- en uitstappen van de reizigers) Het systeem werkt in een uitgestrekt gebied (stadszone en grote periferie, megalopolis) Het bedient de stedelijke centra, en dit doorgaans via een tunnel of een ondergrondse infrastructuur Het verzorgt de verbinding met andere vervoertakken (lokaal en interstedelijk gemeenschappelijk vervoer, spoorwegstations, overstapparkeerterreinen) Ten minste een deel van de infrastructuur is een spoorweginfrastructuur Er is sprake van een samenwerking tussen de verschillende maatschappijen van het openbaar vervoer Het beschikt over een eigen en geïntegreerd tariferingssysteem waarover de betrokken maatschappijen het eens zijn Op het traject bevinden zich een hoog aantal haltes (wat het GEN onderscheidt van de klassieke trein), en dit meer in het bijzonder in de stadszones De dienst is regelmatig, met een hoge frequentie

5 3. Enkele buitenlandse voorbeelden 3.1. Parijs Het Parijse voorbeeld is het eerste waaraan men denkt wanneer men het over het GEN heeft. De Parijse RER (Réseau Express Régional) is immers het bekendst en het dichtst bij. Het Parijse RER-netwerk waarvan de bouw werd aangevat in 1964, telt vandaag 380 kilometer lijnen, naast de 200 km beschikbare metrolijnen in de streek van Parijs. Het bevat 4 lijnen (A, B, C en D) die aan de uiteinden naar 19 terminals leiden. De treinstellen met twee verdiepingen bedienen meer dan 200 stations in een perimeter van 50 km rondom de stad. Het netwerk verzekert dagelijks het vervoer van bij de 4 miljoen inwoners uit de buitenwijken naar hun arbeidsplaats in de Parijse agglomeratie. Op het netwerk zijn twee maatschappijen actief. Enerzijds de RATP (Régie Autonome des Transports Parisiens) die de exploitatie verzekert van de lijnen A en B binnen de grenzen van de Parijse stadsperiferie. De SNCF neemt het beheer over voor de delen van het traject van deze twee lijnen buiten de periferie. De lijnen C en D anderzijds liggen wel voor het grootste deel op het grondgebied van de stad, maar worden volledig beheerd door de SNCF. De beide maatschappijen stellen een groot gedeelte van hun infrastructuur ter beschikking; er wordt immers zowel gebruik gemaakt van klassieke spoorlijnen en metrolijnen als van RER-lijnen, wat een organisatorische uitdaging op zich vormt.

6 De integratie van de tarifering berust op een opdeling in lijnsecties voor de kaartjes (de gebruiker betaalt naargelang van de lijn die hij gebruikt; de overstap van de ene lijn op de andere houdt in dat hij een tweede kaartje betaalt) en in concentrische zones voor de abonnementen. De Parijse RER lijkt zijn doelstellingen te hebben bereikt; de afgelopen 30 jaren is het vervoersaanbod op de assen voorstad-parijs-voorstad meer dan verviervoudigd. Het lijkt nochtans moeilijk uit het Parijse voorbeeld lessen te trekken die van toepassing zijn op het Brusselse geval; zowel de afmetingen van de parameters (omvang van de stad, belang van de vervoersvraag, enz) als het politiek en besluitvormingskader verschillen totaal tussen de beide steden. De bouw van de RER beantwoordde aan de noodzaak om de metropool te verbinden met alle voorsteden die de laatste 60 jaren op een anarchistische wijze waren opgedoken rondom Parijs; het was de bedoeling van het project om opnieuw een samenhang tot stand te brengen binnen een stedelijk weefsel zonder structuur dat zich voortdurend uitbreidde. In het geval van Brussel zal het er eerder op aankomen relatief gestructureerde stadszones onderling te verbinden. Binnen dit geheel liggen talrijke relatief onderling afhankelijke steden (San Mateo, Fremont) waarvan sommige de omvang hebben van San Francisco zelf (Oakland en Berkeley, gelegen aan de baai juist tegenover San Francisco). De stadscentra hebben zich ontwikkeld rondom de baai; dit leidt tot talrijke problemen van bereikbaarheid en verbinding tussen de verschillende agglomeraties (rekening houdend met het feit dat de totale perimeter van de baai circa 200 km bedraagt). De bruggen over de baai (zoals de beroemde Golden Gate) en de autosnelwegen langsheen de perimeter van de baai hebben te kampen met zware congestieproblemen San Francisco Geografisch kader en stadsmorfologie Het geografisch kader van San Francisco is erg bijzonder. De stad zelf telt amper inwoners. Zij maakt echter deel uit van een heel wat ruimere megapolis die de hele zone van de Baai (the Bay area) bevat en zich uitstrekt over 5 districten (San Mateo, Marin, San Francisco, Alameda en Contra Costa).

7 Het district van de baai telt in totaal bijna 10 miljoen inwoners met bijzonder grote mobiliteitsbehoeften, gelet op de verspreiding van de stedelijke centra. Het is op het niveau van het district dat bereikbaarheidsproblemen tussen de verschillende stadskernen rijzen; het is eveneens op dat niveau dat beslissingen inzake mobiliteit en ruimtelijke ordening worden genomen De BART (Bay Area Rapid Transit) De geschiedenis van het GEN in San Francisco begon in Meteen na de oorlog werd de stad geconfronteerd met een aangroei van de bevolking, wat leidde tot een snelle stijging van het automobielpark. De eerste opstoppingen doken op en er werd gezocht naar oplossingen. In 1947 werd begonnen met de studie van een hoge snelheidsspoorlijn onder de baai; deze lijn diende de ontlasting van de bay bridge (tussen San Francisco en Oakland) te verzekeren. Het project wordt nooit verwezenlijkt, maar het idee bleef bestaan. Het is echter pas in 1957 dat een commissie, belast met het bestuderen van de mobiliteitsproblemen in de bay (de San Francisco Bay Area Rapid Transit Commission) een ontwerp van GEN opneemt in haar algemeen vervoersplan. De bouw van de BART begint in 1964; het aanvankelijk project omvat 120 km snelspoorlijnen met 33 stations in 17 gemeenten, verdeeld over drie districten. Het omvat ook de organisatie van verbindingen met het bestaande spoorwegennet en de aanpassing van lijnen buiten dienst. De totale kostprijs van het project werd indertijd geraamd op 996 miljoen dollar. Het zal worden gefinancierd door het district van de bay, door een lokale instantie (de California Toll Bridge Authority, die verantwoordelijk is voor het innen van de tolgelden op de bruggen over de bay) en door een intekening door het publiek. In september 1972, na talrijke juridische en financiële moeilijkheden, wordt het eerste deel van een lijn in gebruik genomen. Het overige gedeelte van het netwerk wordt stapsgewijze in dienst genomen tot en met 1974, het jaar waarin de tunnel onder de baai wordt ingewijd. De laatste uitbreiding had plaats in mei Het voertuigenpark van de BART telt zowat 670 rijtuigen (440 rijtuigen die werden aangekocht voor de indienstneming van het net, 150 die werden aangekocht bij het Franse bedrijf Alstom in de loop van de jaren 80, en 80 nieuwe die in 1995 werden gekocht). Momenteel telt het BART-netwerk 5 radiale lijnen die 39 stations in San Francisco en het oostelijk deel van de baai bedienen. Elk station geeft aansluiting op het bus- tram- en metronetwerk. Alle stations die gelegen zijn in zones met een geringere bevolkingsdichtheid zijn voorzien van overstapparkeerterreinen («park and ride»). Zo worden in het kader van het BARTPOOL-programma, 28 parkeerterreinen uitsluitend ter beschikking gesteld van de gebruikers via een formule van contracten.

8 3.3. München U-Bahn en S-Bahn Het systeem van het openbaar vervoer van München telt een bus-, een tram- en een metronetwerk, alsmede regionale treinen die aanleunen bij wat wij het GEN noemen. Wat de spoorweginfrastructuur van de stad en de periferie betreft, wordt in de Duitse terminologie een onderscheid gemaakt tussen: de U-Bahn (Untergrundbahn) : dat is het equivalent van onze metro. Talrijke grote Duitse steden (München, maar ook Bremen, Hamburg, Berlijn en heel wat andere) zijn ermee uitgerust. De U-bahn blijft beperkt tot de centrale stad en de nabije voorsteden. De S-Bahn (Schnellbahn) : dit is een spoorwegnet dat instaat voor het pendelverkeer tussen het stadscentrum en de grote periferie; gelet op de bovenvermelde criteria (algemene inleiding, punt 3), kan men in dit geval spreken van GEN. In de meeste Duitse steden waar dit systeem toegepast wordt73, rijdt de S-Bahn in open lucht, behalve in het centrum van de stad waar het ondergronds is Beheers- en exploitatiestructuren Zoals in alle grote Duitse steden, komen ook te München verschillende instellingen die verantwoordelijk zijn voor het openbaar vervoer samen in de schoot van een vervoersgemeenschap (Verkehrsverbund of Verkehrsgemeinschaft). In München is dat de MVV ( Münscher Verkehrsund Tarifverbund GmbH).

9 De vervoersgemeenschap bundelt de maatschappijen (Deutsche Bundesbahn, privé bedrijven,...) en de lokale autoriteiten (steden, districten). Het is in de MVV dat gedragslijnen worden opgesteld in verband met het vervoerbeleid, tarievenpolitiek, dienstregelingen, coördinatie van lijnen, enz... Merken we op dat de beslissingsbevoegdheid in laatste instantie berust bij de politieke overheid. De MVV bestaat sinds Het netwerk dekt een totale oppervlakte van km² en wordt gebruikt door inwoners. Jaarlijks worden reizigers vervoerd (74) Tariefbeleid De opneming van het transportsysteem in een vervoersgemeenschap heeft talrijke gevolgen in termen van tarifering. De tarieven en het distributie- en valideringssysteem van de kaartjes moeten eveneens eenvormig en geharmoniseerd worden. Het principe dat toegepast wordt in het systeem van München (en dat men aantreft in bijna alle Duitse steden) behelst het gebruik van één enkel kaartje dat geldig is op het gehele openbare vervoersnet van de stad (of eerder, de openbare vervoerszone, om de terminologie van de SESAME-studie te gebruiken, die ons hier beter geschikt lijkt). De tarieven zijn daarentegen opgebouwd op basis van een zonesysteem. Het door het netwerk bediende grondgebied is onderverdeeld in concentrische tariefzones (Tarifzonen) rondom een centrale zone die overeenstemt met het stadscentrum. Het aantal zones is hoger voor de tarifering van abonnementen dan voor de tarifering van de eenvoudige kaartjes. Voor de eenvoudige kaartjes wordt het tarief berekend volgens het aantal tijdens het traject doorkruiste zones. Voor het abonnement zal het afhangen van het aantal zones waarop de gebruiker gedekt is gedurende de geldigheidsperiode. Er wordt een algemeen onderscheid gemaakt tussen de stadszones en de gewestelijke zones Zürich Inleiding : voorstelling van de context In het kader van onze studie is het geval van Zürich in meer dan één opzicht interessant. Inzake mobiliteit zijn er tussen Brussel en Zürich immers een aantal gelijkaardige kenmerken. a) In de eerste plaats is de uitgestrektheid van de agglomeratie van Zürich ongeveer dezelfde als die van de Brusselse agglomeratie. Het stadscentrum telt inwoners, terwijl de gehele agglomeratie inwoners heeft, en die van het kanton De stad heeft een oppervlakte van 92 km². b) De problemen inzake mobiliteit en stedelijke morfologie van de beide steden zijn eveneens vergelijkbaar. In de periode heeft Zürich, precies zoals Brussel, een sterke stedelijke exodus gekend; personen zijn van de stad naar het platteland getrokken, terwijl het aantal arbeidsplaatsen in de stad toenam met eenheden.

10 Dit overschot aan banen in de stad heeft natuurlijk aanleiding gegeven tot een belangrijke stroom van pendelaars. In 1991 raamde men het aantal autobestuurders die dagelijks de politieke grenzen van de stad overschreden tussen 7 en 21 uur op (tegen in 1970); het aandeel van de pendelaars in dit aantal vertegenwoordigde eenheden75. De problemen die deze vloed van pendelaars meebrengt zijn vergelijkbaar met de problemen die wij kennen te Brussel : opstopping van de hoofdverkeersaders, immobilisatie van het openbaar vervoer (dat aldus grotendeels zijn aantrekkingskracht verliest), verzadiging van de straten in de woonwijken wegens het parkeren of wegens het gebruik ervan als sluipweg, vermindering van de levenskwaliteit, enz... Deze problemen sporen de stadsbewoners er natuurlijk toe aan de agglomeratie te verlaten en zich te vestigen in de periferie, wat de trajecten van het woon- werkverkeer verhoogt en leidt tot een vicieuze cirkel in de vorm van een ontvolking van het stadsweefsel. c) Het in Zwitserland gehanteerde besluitvormingsproces vertoont ook gelijkenissen met het Belgische systeem. Inzake ruimtelijke ordening omvat de politieke organisatie van Zwitserland drie besluitvormingsniveaus, waarvan de bevoegdheden theoretisch goed omschreven zijn : De confederatie : zij bepaalt op federaal niveau en overeenkomstig de grondwet, de algemene richting inzake ruimtelijke ordening. Het is op dat niveau dat de aspecten van nationaal belang worden bepaald (stedenbouw, organisatie van de infrastructuur, controle op de beleidsplannen,...) in het kader van de nationale wet op de ruimtelijke ordening. De gemeenten : het zijn zij die de stedelijke structuur organiseren; zij beschikken over een grote beslissingsbevoegdheid maar zijn verplicht rekening te houden met een aantal grondwettelijke regels waarvan niet kan worden afgeweken. Deze drie institutionele niveaus geven niet precies de structuur weer die van toepassing is in België; in de twee gevallen dient het besluitvormingsproces evenwel te verlopen via niveaus, waarvan de bevoegdheden inzake organisatie van het vervoer niet steeds precies te scheiden zijn. Het voor Zürich ontwikkelde vervoerbeleid berust op 5 grote assen : Vermindering van het gemotoriseerde verkeer Reorganisatie van het stedelijk wegennet om de woonzones veilig te stellen Een erg restrictief parkeerbeleid, dat in het bijzonder de pendelaars beoogt De bevordering van de milieuvriendelijke transporttakken (verplaatsingen te voet, fiets) De bevordering van het gemeenschappelijk vervoer Vooral dit laatste punt interesseert ons. De kantons : overeenkomstig de voorschriften op confederaal vlak, vaardigen zij bijzondere wetten en uitvoeringsordonnanties uit.

11 Het gemeenschappelijk vervoer en het GEN Alhoewel Zwitserland niet beschikt over een autonijverheid van grote omvang, is het land toch erg gesteld op gemotoriseerde mobiliteit. De motoriseringsgraad beloopt 454 auto s/1000 inwoners voor de totaliteit van het land; de motoriseringsgraad is nochtans iets lager te Zürich (387 auto s/1000 inwoners) (76). Deze trouw aan de auto kan worden verklaard door socio- economische factoren, maar ook door elementen van geografische aard (op de km² totale oppervlakte van het land, is amper km² verstedelijkt; de uiterst geringe bevolkingsdichtheid van de niet- stedelijke gebieden en de verspreiding van de voorzieningen zijn 2 elementen die de sterke automobielcultuur verklaren). Zürich heeft nochtans steeds een belangrijke traditie inzake openbaar vervoer gekend. Reeds in 1882 bouwde de stad een eerste tramlijn. In 1991 bereikte het aandeel van het openbaar vervoer in het totale stadsverkeer 55 %. Het VBZ-net (Verkehrsbetriebe Zürich, de vervoersgemeenschap van Zürich) telt op dit ogenblik 363 trams en 297 bussen die dagelijks 1 miljoen reizigers vervoeren. Op grotere schaal breidt het gehele netwerk van de openbare vervoerszone van Zürich zich uit over 700 km (300 km openbaar vervoer in de strikte zin en 400 km lokale en periferie-netwerken, waaraan nog 1000 km dient te worden toegevoegd voor de gewestelijke netten die het hele kanton dekken) (77). Het hele kanton telt momenteel 262 lijnen. Deze lijnen en de exploitatiemaatschappijen zijn alle vertegenwoordigd in een beheers-, organisatie- en financieringsstructuur : de ZVV (Zurcher Verkehrsverbund). De ZVV is een partnership van de in het kanton werkzame maatschappijen. Het is in november 1981 dat de burgers van het kanton Zürich bij referendum het project van GEN goedkeurden. Dit project vertegenwoordigde een infrastructuurinvestering van 2 miljard Zwitserse frank. Het project vergde de bouw van een nieuw station, de installatie van 5 nieuwe radiaallijnen, de bediening van de gehele agglomeratie en van 26 stations op het grondgebied van de stad, alsmede voldoende rollend materieel om op de piekuren een frequentie van treinen om de 10 minuten te verzekeren. De indienstneming van het GEN S-bahn in 1991 vormde het startschot voor de werking van een ware vervoersgemeenschap in het gehele kanton. De VBZ en de ZVV hebben een uitermate belangrijke rol gespeeld in de daadwerkelijke totstandkoming van deze vervoersgemeenschap. De VBZ, die de gekozenen groepeerde van de verschillende gemeenten van het kanton, alsmede de planners en ingenieurs van de verschillende exploitatiemaatschappijen, heeft een geïntegreerde benadering van de problemen van het openbaar vervoer op het gehele grondgebied mogelijk gemaakt. De VBZ heeft eveneens de samenwerking in de hand gewerkt met talrijke economische geledingen en met het openbare leven : samenwerking met de scholen en ondernemingen in het kader van vervoersplannen, partnership met Nissan (de VBZ bood aan Nissan een deel van zijn reclameruimte aan, terwijl Nissan abonnementen op het gemeenschappelijk vervoer aanbood aan de kopers van een nieuw model)... De ZVV, opgericht bij de indienstneming van het GEN, verzekert de integratie van het vervoer op een hoger niveau. De ZVV is verantwoordelijk voor de budgettering, financiering en tarifering op het gehele netwerk van het kanton. Zij is eveneens verantwoordelijk voor de coördinatie van de diensten en de toepassing van de tariefintegratie (bij voorbeeld het eenvormig maken van de kaartjesautomaten).

12 De invoering van het GEN ging vanaf 1990 gepaard met een plan «Züri- Linie» dat drie groepen van metingen bevatte om de weerslag van het GEN op het gewest te optimaliseren. Dit plan beoogde enerzijds voor elke inwoner van de stad een snelle aansluiting op het GEN te verzekeren anderzijds, nieuwe prestaties aan te bieden aan de stadszones die te kampen hadden met een slechte bediening. Men kan ervan uitgaan dat deze twee doelstellingen bereikt werden, aangezien wordt aangenomen dat op dit ogenblik 96% van de inwoners van Zürich op minder dan 300 m afstand van hun woning beschikken over een bus- of tramhalte78. Tenslotte, het verbeteren van de kwaliteit van de dienst. Concreet genomen : het verhogen van de frequentie, de voertuigen van het openbaar vervoer laten rijden op eigen bedding, uitwerken van een systeem waarbij bussen en trams op kruispunten voorrang hebben, toepassen van een aantrekkelijke tariefpolitiek, overstapparkeerterreinen bouwen voor pendelaars, enz... De weerslag van het openbaar vervoerbeleid van Zürich is globaal genomen positief; het aandeel van de gebruikers van het openbaar vervoer bereikt vandaag 60% en het percentage pendelaars dat gebruik maakt van de auto is gedaald van 24 tot 18%, terwijl de motoriseringsgraad gestabiliseerd is. De doelstellingen waarvan men te Brussel nog droomt, konden dus worden verwezenlijkt in dit Zwitserse voorbeeld. De tariefpolitiek heeft de VBZ bovendien de mogelijkheid geboden om 65% van zijn kosten te dekken, en dit ondanks de permanente stijging van de onderhoudskosten en van de kosten voor de verbetering van de diensten. 4. Het Brusselse GEN 4.1. De inzet Wij zullen hier niet opnieuw ingaan op het belang van de GEN-parameter onder alle andere elementen die kunnen bijdragen tot een duurzaam mobiliteitsbeleid. Wij hebben al voldoende de noodzaak benadrukt om na te denken over de mobiliteit vanuit een multicriteria benadering, waarin het GEN een hoofdrol zou moeten spelen. Het is vooral voor het beheer van de pendelaarsstromen dat het GEN heilzaam zou kunnen blijken te zijn De aanwezige transportmaatschappijen Zoals het voorbeeld van Zürich, bevat het Brusselse project een onderdeel wegvervoer en een onderdeel spoorvervoer. Op termijn (horizon 2010), zal het spoornet 7 lijnen bevatten (lijnen R1 tot R7; zie grafiek). Het netwerk op de weg zal 5 radiale assen naar de grote periferie tellen (lijnen R8 tot R12) alsmede lijnen die aansluiting geven op de GEN-stations buiten het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Op deze lijnen zullen bussen in eigen bedding rijden; bij gebrek aan echte eigen beddingen, zullen Het geval van Zürich lijkt een totaal succes te zijn.

13 maatregelen moeten worden genomen om de voorrang van de voertuigen van het openbaar vervoer te vergemakkelijken, zonder evenwel het verkeer op de hoofdassen te hinderen (zoals bij voorbeeld het geval is in de Stallestraat). Hierbij zijn 4 vervoermaatschappijen betrokken : de NMBS (onder federale voogdij) de MIVB (onder voogdij van het Brusselse Gewest) de Waalse TEC (onder voogdij van het Waalse Gewest) De Lijn (onder voogdij van het Vlaamse Gewest) Het project omvat ten dele de uitbouw van nieuwe infrastructuur. Een ander onderdeel van het project berust evenwel op de aanpassing of het hergebruik van de infrastructuur waarover de maatschappijen beschikken Spreiding van de werkzaamheden De uitvoering (79) van de werken omvat drie etappes. - 1ste fase (voltooiing aanvankelijk gepland tegen 2000 (80)) : het studiesyndicaat SOFRETU (momenteel SYSTA) heeft de halve spoorlijnen vastgelegd waarvan de prioritaire aanleg de beste kosten- batenratio biedt; tijdens deze fase van de werken zullen de drie volgende stroken worden ontwikkeld : het vak van lijn 5, afkomstig uit Aalst het vak van lijn 3, afkomstig uit Braine-le-Comte (R3 zuid) het vak van lijn 6, afkomstig uit Dendermonde het vak van lijn 7, afkomstig uit Halle Deze vier lijnen hebben het voordeel dat zij een reeds exploiteerbaar net vormen ( de lijnen zijn onderling verbonden), en een ruime perimeter bedienen zonder overlapping. De verbinding tussen de halve lijnen R3-R5 zal voorlopig lijn A noemen (Braine-le-Comte - Aalst); de verbinding R7- R6 zal lijn B vormen (Halle-Dendermonde). Lijn A zal een traject bedienen van 63 km met 25 stations. Zij zal voornamelijk gebruik maken van bestaande infrastructuur (lijnen 96 en 50) en slechts minimale aanpassingen vergen; er is nochtans een bijkomend station voorzien te Ganshoren. Lijn B zal een traject van 54 km bedienen en gebruik maken van de infrastructuur van de lijnen 26, 161 en 60. Zij zal 22 stations bedienen, waaronder 2 nieuwe (Alsembergsesteenweg en Vivier d Oie). Zij zal daarentegen aanzienlijke aanpassingen van de bestaande lijnen vergen (verdubbeling van de sporen, aanleg op 4 sporen, enz...). De exploitatie van deze beide lijnen zal een park van 114 rijtuigen vergen. Wat het wegennet betreft, zal de eerste fase toegespitst zijn op de volgende elementen : ontwikkeling van de lijn R12 (as Brussel-Overijse-Waver) uitbouw van de lijn R8 op de as Brussel-Ninove; vooraf zullen op de Ninoofsesteenweg aanpassingswerken moeten worden uitgevoerd om de bussen op eigen bedding te laten rijden bouw van eigen beddingen op de Leuvensesteenweg, met indienstneming van de lijnen R10 (Brussel-Haacht) en R11 (Brussel-Leuven) bediening van de stations op de reeds ontwikkelde spoorlijnen.

14 - 2de fase (horizon 2005) : het spoorwegaanbod zal worden uitgebreid, maar zal niet voltooid zijn voor het einde van de bouwwerken van de Schuman-Josaphat-tunnel. Tijdens deze fase zullen voornamelijk verstevigingswerken worden uitgevoerd aan de bestaande infrastructuur : drie specifieke sporen voor het GEN en 4 sporen in het kader van de indienstneming van de HST. Al de spoorlijnen zullen operationeel zijn tegen het einde van deze fase, met uitzondering van het noordelijk gedeelte van lijn R7, waarvan de verwezenlijking afhangt van de nog niet afgewerkte tunnel. Het GEN aanbod aan autobussen zal daarentegen volledig operationeel moeten zijn, wat nog de uitvoering vergt van eigen beddingen (Noordstation-Bockstael-Houba Brugmann, Karel V-Simonis, Bergensesteenweg). Het project zal bovendien oog moeten hebben voor de noodzaak van aansluitend busvervoer aan de GEN-spoorterminals. - 3de fase (horizon 2010) : voltooiing van de Schuman-Josaphat-tunnel en van lijn R7. Na afloop van deze fase zal het totaal park van het GEN 476 spoorrijtuigen, 167 autobussen en 20 nieuwe metrostellen tellen Financieringsstructuur Oprichting van een gemeenschappelijk orgaan De concrete exploitatie van een GEN-netwerk vergt de oprichting van een gemeenschappelijk beheersorgaan waarin, zoals het geval is te Zürich en München, de vertegenwoordigers zetelen van alle bij het netwerk betrokken openbare vervoermaatschappijen. Dit orgaan zal het openbaar vervoerbeleid moeten organiseren in het hele door het GEN gedekte gebied (in de inleiding van dit hoofdstuk zagen wij reeds dat deze zones niet binnen politieke of administratieve grenzen te vatten zijn). Op dit ogenblik gaat men in de richting van een gemeenschappelijk technisch orgaan dat niet politiek is (en dit om de bijzondere contractuele banden te behouden die elke maatschappij verbindt met haar gewest), waarin de vertegenwoordigers van de 4 vervoermaatschappijen (MIVB, TEC, De Lijn en NMBS) en de GEN-maatschappij (een maatschappij die losstaat van de NMBS maar die met deze laatste verbonden is via nog te bepalen banden) zetelen. Dit orgaan zal aan de overheid voorstellen moeten voorleggen met het oog op de verwezenlijking van de gemeenschappelijke mobiliteitsdoelstelling en de verdeling organiseren van de ontvangsten die via de geïntegreerde tarifering worden geïnd. Het gemeenschappelijk orgaan zal geregeld een begeleidingscomité, samengesteld uit gebruikers, raadplegen.

15 De pas opgerichte GEN-maatschappij zal een deel van de NMBSinfrastructuur overnemen en verantwoordelijk zijn voor de aankoop van het nieuw rollend materieel in het kader van het spoorweggedeelte van het project. Het kapitaal van de vennootschap zal worden ingebracht door de openbare vervoermaatschappijen en de publieke of para-publieke financieringsinstellingen. De eigen middelen van de GEN-maatschappij zullen ten belope van 20% van de vereiste investering instaan voor de aankoop van het rollend materieel Financiering van de investeringen De «financiering» van het GEN-project is momenteel nog ter studie en geeft aanleiding tot uitvoerige debatten tussen de maatschappijen en de politieke en economische partijen (81). Wij van onze kant beschikken op dit ogenblik enkel over de gegevens die voorkomen in de Sofretu-studie, die reeds dateert van De cijfers die wij hier vermelden zijn enkel ter informatie. Op dit ogenblik kunnen wij enkel de grote lijnen van het probleem schetsen. Het studiesyndicaat ging ervan uit dat alle nieuwe infrastructuurinvesteringen zouden worden gefinancierd met overheidsmiddelen. Financiële middelen zouden ter beschikking worden gesteld door de Belgische federale overheid, de drie gewesten en zelfs de Europese gemeenschap Financiering van het exploitatietekort Blijft tenslotte het exploitatietekort, dat geraamd wordt op 3 à 5 miljard frank per jaar. Dit recurrent tekort zou ten dele kunnen worden gefinancierd door de federale overheid. De prognoses van de Sofretu-studie houden rekening met een jaarlijkse tegemoetkoming van 2,110 miljard. Op basis van deze hypothese, vergelijkt de onderstaande tabel de bedragen van de overheidssubsidie per traject in 4 GEN-netten (die wij trouwens in detail beschreven op de vorige pagina s) : Brussel, Parijs, München en Zürich. In dit perspectief werden begin van dit jaar, op initiatief van de federale Minister van Verkeer, verschillende maatregelen voorgesteld. Deze voorstellen gingen van de invoering van een systeem van rekeningrijden tot het nemen van fiscale maatregelen om de autobestuurders af te straffen (hergroepering van de vaste taksen op het autobezit in één enkele verkeersbelasting die eerder het gebruik treft, afschaffing van de forfaitaire fiscale aftrek van 6 frank per met de auto afgelegde kilometer in het woon-werkverkeer, enz...). Deze maatregelen werden besproken op de 5 ronde tafels, georganiseerd rondom het mobiliteitsprobleem. De definitieve financieringsvoorwaarden van het exploitatietekort en de verdeling van de uitgaven tussen de partners moeten nog worden vastgesteld; men is nochtans afgestapt van het idee van rekeningrijden (zie hoofdstuk 8). Wat de investeringen in rollend materieel betreft, zou een nog te bepalen variabel gedeelte (tussen 50 en 100%) (82) gedragen moeten worden door de exploitatiemaatschappijen zelf. Deze laatste zullen hiermee rekening houden in hun nieuw tariefbeleid.

16 4.5. Een eenvormig tarief Op dit ogenblik hanteren de vier maatschappijen verschillende tariefmethodes. De NMBS baseert zich op de lengte van het afgelegde traject, de MIVB gebruikt een zonale tarifering met één enkele zone, zowel voor de kaartjes als voor de abonnementen, De Lijn hanteert een zonale tarifering voor de kaartjes die rekening houdt met de lengte van het traject voor de abonnementen, en het TEC-net past een zonale tarifering maar met verschillende zones toe. Er is dus een harmonisatie nodig; de verbruiker moet tenminste de mogelijkheid hebben om zich binnen de gehele agglomeratie te verplaatsen met één enkel kaartje. De integratiezone zal zich uitstrekken over een perimeter van 11 km rondom het centrum. Verschillende tarieven zullen worden toegepast naargelang men zich verplaatst binnen de 19 gemeenten of van buiten deze zone naar de 19 gemeenten. Er is nog een grondiger tariefstudie nodig om het toe te passen tariefsysteem nauwkeurig te bepalen (bij voorbeeld, concentrische zones of lijnen). Het belangrijkste probleem vormt natuurlijk de aanvaarding van een verdeelsleutel der ontvangsten tussen de maatschappijen. De praktische toepassingsmodaliteiten van een tariefintegratie worden momenteel onderzocht door een werkgroep, die haar besluiten zou moeten voorleggen aan de Interministeriële Conferentie van 30 september 1999.

17 5. Besluit Op 30 maart 1999 werd reeds een interministeriële conferentie georganiseerd om de besluiten van de 5 ronde tafels te bespreken. Na afloop hiervan werd een principe akkoord bereikt tussen de federale Minister van Verkeer en zijn collega s van de drie gewesten in verband met de concrete uitvoering van het project. Het GEN lijkt vandaag dus ook een federaal project geworden te zijn, wat verheugend is. Wij wensen dat alle middelen worden aangewend met het oog op de uitvoering ervan.

18

Emmanuel De Bock en medestanders UITEENZETTING

Emmanuel De Bock en medestanders UITEENZETTING GEMEENTE UKKEL Gemeenteraad Motie van h. De Bock: Indiening van een motie inzake mobiliteit VOORSTEL VAN RESOLUTIE inzake de uitbreiding van de MTB-zone (metro-tram-bus) naar de haltes in de rand om Brusselaars

Nadere informatie

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB Vergelijking van de CO 2 -uitstoot per vervoermiddel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB 100% Gerecycleerd papier Januari

Nadere informatie

Lightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse

Lightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse Samenvatting van de masterthesis van Toon Bormans met als promotor Prof.Dr.S.Proost- KUL. Lightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse NB: lightrail = sneltram Inleiding : 1. Kosten/

Nadere informatie

Het Gewestelijk Expres Net (GEN)

Het Gewestelijk Expres Net (GEN) Brussel, 27 juni 2006 Gemeenschappelijke verklaring SERV, CESRBC en CESRW Het Gewestelijk Expres Net (GEN) Gemeenschappelijke verklaring van de sociaal economische raden van Vlaanderen (SERV), Brussel

Nadere informatie

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel 69 Stadsperimeter Brussel Helsinki 70 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 600.000 inwoners " Hoofdstedelijke regio : 1.050.000 inwoners " Grootstedelijk gebied: 1.350.000 inwoners o Netwerk " Regionale treinen:

Nadere informatie

PlanninG en FinancierinG

PlanninG en FinancierinG 1 budgetta ire PlanninG en FinancierinG Het groeiende succes van eersteklas openbaar vervoer voor iedereen vormt de sluitsteen voor de toegankelijkheid tot de verschillende functies in het Gewest. Als

Nadere informatie

Klein Kasteeltje. KVS Grote Markt. Madou toren

Klein Kasteeltje. KVS Grote Markt. Madou toren 8 2014 2015 2017 8 Voltooiing van de om 2016 Klein Kasteeltje KVS Grote Markt Madou toren Zav el sluiting van de metro 2018 2019 2020 Delacroix De bouwplaats van de omsluiting van de metro van de Kleine

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt heeft betrekking op het stuk van de spoorlijnen gelegen tussen de brug van de Vrijwilligerslaan en de Fernand Demanybrug, ter hoogte van

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het betreffende zwarte punt heeft betrekking op een stuk van spoorlijn 50 ter hoogte van het station Sint-Agatha-Berchem, gelegen op het grondgebied van

Nadere informatie

Bordeaux. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Bordeaux. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel 22 Stadsperimeter Brussel Bordeaux 23 Visitekaart o Bevolking : " Stad: 245.000 inwoners " Grootstedelijk gebied: 750.000 inwoners o Netwerk " Regionaal OV-netwerk: 15 lijnen TER + 4 buslijnen " Stedelijk

Nadere informatie

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017 83 Stadsperimeter Brussel München 84 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 1.400.000 (sterke groei verwacht tegen 2030) " Grootstedelijk gebied: 5.500.000 o Netwerk " Regionale treinen: 14 lijnen " Metro: 6

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt:

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Artikel 2 Bij het Ministerie

Nadere informatie

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting

Nadere informatie

nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS Brabantnet - Stand van zaken drie tramlijnen

nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS Brabantnet - Stand van zaken drie tramlijnen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Brabantnet - Stand van zaken

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De wijk Vogelenzang ligt ten zuidwesten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het grondgebied van de gemeente Anderlecht. Het gebied van het zwarte punt heeft betrekking

Nadere informatie

Enquête. Dienstregeling naleven. 12 Test-Aankoop 559 december 2011

Enquête. Dienstregeling naleven. 12 Test-Aankoop 559 december 2011 Enquête Op de drie vervoernetten laat de stiptheid te wensen over. De klanten van De Lijn verlangen ook meer beschutting aan de haltes. En gebruikers van de MIVB zouden zich graag veiliger voelen. N Dienstregeling

Nadere informatie

DE PERSPECTIEVEN VOOR DE KOMENDE JAREN IN HET BRUSSELS GEWEST

DE PERSPECTIEVEN VOOR DE KOMENDE JAREN IN HET BRUSSELS GEWEST 4 DE PERSPECTIEVEN VOOR DE KOMENDE JAREN IN HET BRUSSELS GEWEST 1. DE VOORNEMENS VAN DE REGERING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROGRAMMA VOOR DE INRICHTING VAN HET BOVENGRONDSE

Nadere informatie

/ Beschrijvende fiche

/ Beschrijvende fiche / Beschrijvende fiche Beschrijvende fiche spoorinvesteringsproject Vlaanderen Ontwerpinvesteringsprogramma 2016-2020 Nieuwe Vlaamse Spoorprioriteiten Project V-130: Bevorderen van de Combi-Mobiliteit in

Nadere informatie

Brussel, 5e voortgangsbijeenkomst 17 november conclusie

Brussel, 5e voortgangsbijeenkomst 17 november conclusie Brussel, 5e voortgangsbijeenkomst 17 november 2005 Verbetering van de prestaties A Uitdagingen B C D Als van de buslijnen voor de vooruitgang van de bussen Enkele voorbeelden van vastgestelde problemen

Nadere informatie

Lijn 54 St-Niklaas Mechelen. Spoorlijn in verval

Lijn 54 St-Niklaas Mechelen. Spoorlijn in verval Lijn 54 St-Niklaas Mechelen Spoorlijn in verval Puurs, 14 november 2011 Waarom deze persontmoeting? De sporen 1 en 2 in station Puurs zijn verrot Treinen rijden 20km/h, sinds 10 augustus 2011 Avondspits,

Nadere informatie

VR DOC.0291/1

VR DOC.0291/1 VR 2018 3003 DOC.0291/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie Het gebied van het zwarte punt betreft een stuk spoorlijn 5OA, gelegen langs de tuinwijk «Het Rad», op het grondgebied van de gemeente Anderlecht, ter hoogte van de Bergensesteenweg.

Nadere informatie

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters IV. Beschrijving van de drijvende krachten en Analyse van druk en impact Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters 15 100 Aantal per ha BLO (runderen en varkens) 12 9 6

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren

Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren Advies Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren Brussel, 25 mei 2018 Mobiliteitsraad Wetstraat 34-36

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp

Nadere informatie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten 1/9 Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten Artikel 1. TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Deze collectieve arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt betreft een stuk van spoorlijn 26 in open lucht, gelegen voorbij de Eugène Plaskysquare op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek.

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63; Samenwerkingsakkoord tussen de staat, de gemeenschappen, de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie en de gewesten tot oprichting van een algemene gegevensbank Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus

Nadere informatie

Europese Raad WERKBLAD

Europese Raad WERKBLAD Europese Raad Jullie vinden het belangrijk dat mensen sneller en goedkoper met de trein kunnen reizen tussen Europese hoofdsteden. Zo hoeft niet iedereen meer in het vliegtuig te stappen voor korte afstanden.

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 OCTIES VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE WERKGEVERS IN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 OCTIES VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE WERKGEVERS IN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 OCTIES VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE WERKGEVERS IN DE PRIJS VAN HET VERVOER VAN DE WERKNEMERS -------------------- Gelet op de wet

Nadere informatie

2. Vervoer van deur tot deur

2. Vervoer van deur tot deur 1.4.5 S-abonnement Dit gratis abonnement is bestemd voor personen die gedomicilieerd zijn in een van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die recht hebben op een leefloon of op een

Nadere informatie

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2012)

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2012) WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2012) Voor de verplaatsingen die de arbeiders en bedienden in de bouw doen, is in vele gevallen

Nadere informatie

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit. Mobiliteit tussen regio s met een stedelijk karakter 23/11/15

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit. Mobiliteit tussen regio s met een stedelijk karakter 23/11/15 Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit Mobiliteit tussen regio s met een stedelijk karakter 23/11/15 BRV strategische visie Het Vlaams ruimtelijk beleid maakt zich sterk voor een goede integratie

Nadere informatie

1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN

1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN 04 1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN 1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN HARMONISERING Integratie Publieke verantwoordelijkheid parking.brussels zet in op een harmonisering en vereenvoudiging van de parkeerregels

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt betreft een stuk van spoorlijn 26 die door de "Paepedellewijk loopt, gelegen op het grondgebied van de gemeente Oudergem. Deze zone strekt

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en werknemers

Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en werknemers COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19/9 VAN 23 APRIL 2019 BETREFFENDE DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE WERKGEVERS IN DE PRIJS VAN HET EMEENSCHAPPELIJK OPENBAAR VERVOER VAN DE WERKNEMERS, GEWIJZIGD DOOR DE

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Project plan-mer. Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe) A1/E19 (Machelen) Advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie

Project plan-mer. Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe) A1/E19 (Machelen) Advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DE GEWESTELIJKE ONTWIKKELINGSCOMMISSIE REGION DE BRUXELLES-CAPITALE LA COMMISSION REGIONALE DE DEVELOPPEMENT Project plan-mer Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe)

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2014 INZAKE VASTSTELLING, BEREKENING EN

KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2014 INZAKE VASTSTELLING, BEREKENING EN KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2014 INZAKE VASTSTELLING, BEREKENING EN BETALING VAN DE FEDERALE BASISDOTATIE VOOR DE HULPVERLENINGSZONES. 1 (inw. 1 januari 2014) (B.S. 25.06.2014) Gelet op de wet van 15

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Vernieuwen inzake stadsvervoer. Het openbaar vervoer

Hoofdstuk 6. Vernieuwen inzake stadsvervoer. Het openbaar vervoer Hoofdstuk 6 Vernieuwen inzake stadsvervoer Het openbaar vervoer 1. Inleiding 1.1. Complementariteit van het openbaar vervoer met het wegvervoer De ontwikkeling van complementaire / alternatieve vervoermiddelen

Nadere informatie

Onze 6 punten voor een betere mobiliteit in Hasselt

Onze 6 punten voor een betere mobiliteit in Hasselt Onze 6 punten voor een betere mobiliteit in Hasselt 1) Openbaar vervoer 2) Park en Ride Signalisatie 3) Doorgaand verkeer 4) Binnen de grote ring 5) Sluipverkeer 6) Alternatieve vervoersmiddelen De Situatie

Nadere informatie

Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand

Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand 1470000 Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand Eindejaarspremie... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1974 (3.071)... 2 Vervoerskosten... 3 Collectieve arbeidsovereenkomst van

Nadere informatie

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen 5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen 5.1. Begrip Vroeger werd een firmawagen ter beschikking gesteld aan werknemers die veel beroepsmatige verplaatsingen aflegden. De laatste jaren is het toekenningsgebied

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt betreft een stuk van spoorlijn 161 ter hoogte van het Verboeckhovenplein, op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek. De perimeter

Nadere informatie

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 juli 2014)

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 juli 2014) WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 juli 2014) Voor de verplaatsingen die de arbeiders en bedienden in de bouw doen, is in vele gevallen

Nadere informatie

MOBILITEIT EN VERPLAATSINGSKOSTEN VOOR DE BOUWVAKARBEIDERS NIEUWE REGELING VANAF 1 OKTOBER 2007

MOBILITEIT EN VERPLAATSINGSKOSTEN VOOR DE BOUWVAKARBEIDERS NIEUWE REGELING VANAF 1 OKTOBER 2007 MOBILITEIT EN VERPLAATSINGSKOSTEN VOOR DE BOUWVAKARBEIDERS NIEUWE REGELING VANAF 1 OKTOBER 2007 Vanaf 1 oktober 2007 wordt de regeling van de mobiliteitsvergoeding in de bouw flink gewijzigd. De mobiliteitsvergoeding

Nadere informatie

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: augustus 2017

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: augustus 2017 Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: augustus 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website

Nadere informatie

VLOTVLAANDEREN. Het centrum in cijfers

VLOTVLAANDEREN. Het centrum in cijfers Het centrum in cijfers 1,155 miljoen inwoners in het Brussels Gewest BRUSSELS GEWEST 1,155 miljoen inwoners 1,106 miljoen inwoners in Vlaams-Brabant BRUSSELS GEWEST 1,155 miljoen inwoners 619.000 jobs

Nadere informatie

Genève. mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Genève. mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel Genève Stadsperimeter ussel Genève Visitekaart evolking: Stad: 202.000 inwoners Grootstedelijk gebied: ongeveer 950.000 inwoners Verwachte bevolkingsgroei met ongeveer 200.000 inwoners tegen 2030 ewerkstelling:

Nadere informatie

Luik, naar een duurzame mobiliteit tegen 2025

Luik, naar een duurzame mobiliteit tegen 2025 Luik, naar een duurzame mobiliteit tegen 2025 De heer Jean-François Leblanc, Strategische cel, Stad Luik Datum Historische situering Place Saint-Lambert Staalindustrie 2 Een stad in reconversie Een geheeld

Nadere informatie

Stadsvernieuwingsproject Station aan Zee

Stadsvernieuwingsproject Station aan Zee Stadsvernieuwingsproject Station aan Zee (Geraadpleegd op 05/12/14,http://www.oostende.be/file_uploads/88054.pdf) Declerck Abdoulaye MAK/ 1B1 Stadsvernieuwingsproject in Oostende Station aan Zee Waarom

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

Brusselse technologiesector

Brusselse technologiesector Smart city, smart mobility?! 14 januari 2015 Persconferentie Agoria Brussel Brusselse technologiesector Informatie- en communicatietechnologie (ICT) IBM, Unisys, Sogeti, Steria, Zetes, Atos Worldline,

Nadere informatie

Tarieven van de verkeersbelasting Vrachtwagens

Tarieven van de verkeersbelasting Vrachtwagens Tarieven van de verkeersbelasting Vrachtwagens Tarieven geldig van 1 juli 2018 tot 30 juni 2019 Opgelet: de informatie hieronder is enkel van toepassing voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor het

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD EN DE STRUCTUUR VAN HET MEERJARENBELEIDSPLAN VAN DE HULPVERLENINGSZONES. (B.S. 12.09.2014) Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 68046 BELGISCH STAATSBLAD 24.12.2008 Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

plaatsen voor wagens

plaatsen voor wagens Parkeerbeheer en tarieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Parkeren in Brussel 1.154.000 bewoners 510.000 privé-voertuigen +/- 77.000 bestelwagens +/- 200.000 binnenkomend verkeer 290.000 plaatsen

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet houdende instemming met het Protocol inzake de

Nadere informatie

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING Prof. dr. Jan Wouters en Maarten Vidal * Hoewel in de praktijk lokale, gedecentraliseerde overheden (gemeenten,

Nadere informatie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten 1/7 Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Bedrijfsvervoerplannen: ze werken!

Bedrijfsvervoerplannen: ze werken! Bedrijfsvervoerplannen: ze werken! Waarom een bedrijfsvervoerplan opstellen? De bedrijfsvervoerplannen (BVP) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben als doel de overstap te bevorderen van gemotoriseerde

Nadere informatie

Verschillende geldigheidsperiodes zijn hierbij mogelijk: 1 week, 1, 3 of 12 maanden voor traject- en nettreinkaarten. 15 dagen voor Railflex.

Verschillende geldigheidsperiodes zijn hierbij mogelijk: 1 week, 1, 3 of 12 maanden voor traject- en nettreinkaarten. 15 dagen voor Railflex. Bijkomende toelichting bij de CAO van 12 januari 2010 inzake het woonwerkverkeer en de financiële bijdrage door de werkgever in de vervoerkosten van de werknemers in de sociale werkplaatsen. 1. Woonwerkverkeer

Nadere informatie

Waarom zijn er meer files in Brussel terwijl het aantal auto s op de weg vermindert?

Waarom zijn er meer files in Brussel terwijl het aantal auto s op de weg vermindert? 06 VRAAG Mobiliteitsdiagnose in Brussels Hoofdstedelijk Gewest Oktober 2017 Waarom zijn er meer files in Brussel terwijl Net zoals de meeste Europese grootsteden heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie?

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie? DE PROBLEMATIEK VAN DE AANHANGWAGENS De eerste Europese richtlijn betreffende verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen 1 bepaalt dat alle Lidstaten de nodige maatregelen

Nadere informatie

BTW aftrek voor bedrijfswagens 2013

BTW aftrek voor bedrijfswagens 2013 BTW aftrek voor bedrijfswagens 2013 De Federale Overheidsdienst Financiën heeft in haar Addendum dd 11 december 2012 (BTW-beslissing E.T. 119.650/3) de nieuwe regelgeving vrijgegeven rond de BTW-aftrek

Nadere informatie

Tarieven van de verkeersbelasting Vrachtwagens

Tarieven van de verkeersbelasting Vrachtwagens Tarieven van de verkeersbelasting Vrachtwagens Tarieven geldig van 1 juli 2016 tot 30 juni 2017 Opgelet: de informatie hieronder is enkel van toepassing voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor het

Nadere informatie

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen 11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen B.S. 20 juli 2011 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze

Nadere informatie

Word fietsambassadeur en help de pendelaar op de fiets

Word fietsambassadeur en help de pendelaar op de fiets Word fietsambassadeur en help de pendelaar op de fiets Hallo, Brussel is de filehoofdstad van Europa. De files los je niet op met meer wegen en auto s, maar met openbaar vervoer en de fiets. Elke dag komen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /3 van 22 februari over

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /3 van 22 februari over RAAD VAN STATE ~WETGEVING 2 2 ~o2d 2ms I ~~~-F~j RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 52.794/3 van 22 februari 2013 over een voorontwerp van decreet 'houdende instemming met het internationaal verdrag

Nadere informatie

1 CENTRALE MOBILITEITSKNOOP VOOR DE STADSREGIO TURNHOUT

1 CENTRALE MOBILITEITSKNOOP VOOR DE STADSREGIO TURNHOUT COMMUNICERENDE VATEN Hoe kunnen we het handelsapparaat aan de Steenweg op Gierle laten samenwerken met het winkel kerngebied in het centrum van Turnhout zodanig dat ze elkaar versterken in plaats van beconcurreren?

Nadere informatie

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: oktober 2016

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: oktober 2016 Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: oktober 2016 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website

Nadere informatie

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap 3290104 Integratiecentra Overwerk... 1 Nachtarbeid... 2 Arbeid op zon en feestdagen... 3 Eindejaarspremie... 4 Vervoerskosten...

Nadere informatie

BRUSSEL HERADEMT. Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

BRUSSEL HERADEMT. Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest BRUSSEL HERADEMT Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest WAAROM EEN LAGE-EMISSIEZONE? Bepaalde vervuilende stoffen afkomstig van

Nadere informatie

MAKE YOUR BRUSSELS MOBILITY 19 NOVEMBER 2017

MAKE YOUR BRUSSELS MOBILITY 19 NOVEMBER 2017 MAKE YOUR BRUSSELS MOBILITY 19 NOVEMBER 2017 BURGERRESOLUTIE Gelet op de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die

Nadere informatie

Klimaat en mobiliteitsknoop verzoenbaar? ir. Jan Bosschem, CEO ORI

Klimaat en mobiliteitsknoop verzoenbaar? ir. Jan Bosschem, CEO ORI Ronde tafel Vlaamse Klimaattop 25 oktober 2016 Klimaat en mobiliteitsknoop verzoenbaar? ir. Jan Bosschem, CEO ORI Advies- en ingenieursbureaus Bureaux d ingénierie et de consultance Houston! We have a

Nadere informatie

VR DOC.0398/1BIS

VR DOC.0398/1BIS VR 2018 2704 DOC.0398/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring - voorontwerp van decreet

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

Inspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht transporttechniek-ecostad

Inspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht transporttechniek-ecostad Inspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht transporttechniek-ecostad Verplaatsingen in Vlaanderen vandaag (2007) Dagelijks gebruik transportmiddel of enkele keren per week 89% de auto 48% de fiets

Nadere informatie

Doelstelling 5: duurzaam en efficiënt verplaatsings en vervoersgedrag

Doelstelling 5: duurzaam en efficiënt verplaatsings en vervoersgedrag BELEIDSDOELSTELLING MOBILITEITSPLAN VLAANDEREN 2030 D5 Duurzaam en efficiënt verplaatsingsen vervoersgedrag We verplaatsen ons en vervoeren goederen op een duurzame en efficiënte manier. Op die manier

Nadere informatie

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap 3290105 Nederlandstalige organisaties voor socio-professionele inschakeling in Brussel Eindejaarspremie... 1 Aanvullend pensioen...

Nadere informatie

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Publicatie : 2002-07-17 MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR 26 JUNI 2002. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid en een Interministerieel Comité

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-201801205-275) Betreffende het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2020-2030 en het bijbehorende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.417/3 van 12 november 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Nota met betrekking tot het artikel 10 Stallestraat

Nota met betrekking tot het artikel 10 Stallestraat Brussel, januari 2010 Nota met betrekking tot het artikel 10 Stallestraat Context Naar aanleiding van een eerste klacht met betrekking tot lawaai en trillingen in hoofdzaak veroorzaakt door de doortocht

Nadere informatie

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG!

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > > DE GEMEENTE: WAT, WAAR, HOE EN WAAROM? Simpel gezegd is een gemeente een stuk grondgebied met een eigen bestuur, dat verkozen is door en verantwoording aflegt

Nadere informatie

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 TUSSEN: Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, naamloze vennootschap van publiek

Nadere informatie

Aanbod openbaar vervoer,

Aanbod openbaar vervoer, Aanbod openbaar vervoer, 2000-2012 Conclusie Het treinenaanbod is tussen 2000 en 2012 toegenomen (20% meer treinkilometers). Vooral het treinenaanbod op het decentraal spoor is sterk uitgebreid. De gemiddelde

Nadere informatie

Tanguy Veys Volksvertegenwoordiger

Tanguy Veys Volksvertegenwoordiger Artikel 2 In artikel 2 worden volgende wijzigingen aangebracht: het derde lid wordt vervangen door volgende bepaling: 2. Spooronderneming: het autonome overheidsbedrijf zoals bedoeld in artikel 3, 1; ;

Nadere informatie

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: mei 2017

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: mei 2017 Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: mei 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website plaatsen.

Nadere informatie

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL pagina 1 van 6 Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting CIRC 05.02.04/1 Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 BEDRIJFSVOORHEFFING Inkomen

Nadere informatie

Mobiliteitsconferentie RESOC Meetjesland NMBS Mobility

Mobiliteitsconferentie RESOC Meetjesland NMBS Mobility Mobiliteitsconferentie RESOC Meetjesland NMBS Mobility 19 mei 2011 Destination mieux 1. Het netwerk 2. Aanbodsverbeteringen Juni 2007 10.06.07 : heropening stopplaats Evergem op lijn 58 Eeklo - Gent December

Nadere informatie