nederlands tijdschrift voor heelkunde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "nederlands tijdschrift voor heelkunde"

Transcriptie

1 jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012 nederlands tijdschrift voor heelkunde in dit nummer 3 Van de voorzitter 4 VAGH: Jong, klaar en tijdelijke baan 7 Schoemakerprijzen: Beste proefschrift én artikel voor Van Santvoort, tweede prijs voor Hartholt et al. 12 Discussie: De chirurg-intensivist: vergane glorie of gouden toekomst? 13 Cartoon 14 Column: Angstcultuur? Hoe durf je! 15 BJS-Lecture: Welke toekomst heeft de traumatologie in Europa? 21 Congresverslag: Het terrein van de borstkankerspecialist - Not one size fits all 23 Over de grens: Slalommen tussen de veldbedjes 26 Casus: Onderarmamputatie 31 Archief: Woorden wekken, beelden trekken 33 Historie: Helden van de endoscopie 35 Korte berichten 37 Personalia 39 Colofon

2 NIEUW Nu ook verkrijgbaar bij Van Beek uit Sneek De uiterst budget vriendelijke CIRCULAIRE CHEX STAPLER Ons laparoscopisch gamma nu nog completer! Conmed-Detachatip, laparoscopisch re-usable/disposable instrumentarium. Micro France, re-usable instrumentarium. Trocarts, Yellow port, Lagis en de kleploze trocart van Surgiquest. Retrieval bags Espiner, kunnen beslist niet scheuren. Laparoscopisch zuig/spoelsysteem van Fairmont. Camera hoes met het unieke klik systeem van Fairmont. Rookgas evacuatie filters van Fairmont. Insuflatiefilters van Fairmont. Octo-port, de acces port voor single port surgery. EndoGrab, laparoscopisch retractie systeem. SILS. Kijk voor meer informatie op onze website: Of maak vrijblijvend een afspraak met één van onze productspecialisten via het telefoonnummer of stuur een naar Van Beek Medical BV Zeilmakersstraat 31J 8601 WT Sneek T: M: E: Postbus AE Sneek W: W: medicor An ARSEUS MEDICAL company

3 Van de voorzitter Turbulente tijden Rob Tollenaar Voorzitter NVvH Voor u ligt het eerste nummer van het Nederlands Tijdschrift voor Heelkunde van dit jaar. De hoofdredactie heeft mij als voorzitter gevraagd voortaan het blad te openen. Daarop heb ik volmondig ja gezegd, want eigenlijk vind ik het niet meer dan logisch dat de voorzitter een verenigingsorgaan opent. Het tijdschrift bindt ons en geeft ons de mogelijkheid onze mening te ventileren over alles wat ons bezighoudt. En er komt genoeg op ons af: concentratie, transparantie, regionale netwerkvorming, DOT, kwaliteitsnormen en de uitwerking van de financiële afspraken met minister Schippers. Stuk voor stuk onderwerpen waar we al mee te maken hebben of krijgen en ook al volop in de weer zijn. Want onze vereniging probeert een actieve rol te spelen. We sturen graag mee, want de nodige onderwerpen gaan ons direct aan. Daarom hoop ik ook dat de leden zich zoveel mogelijk laten horen en hun mening kenbaar maken in het NTvH. Ik sluit me dan ook graag aan bij de oproep die Geert Kazemier in zijn editorial in het vorige nummer deed. Stuur kopij in! Leuk in dat kader is te vermelden dat dit nummer vol staat met stukken van jonge chirurgen en AIOS die bezig zijn hun ambities op allerlei fronten vorm te geven. En uiteraard zijn we vereerd met het feit dat prof. Rommens de BJS-Lecture in ons tijdschrift wilde publiceren. Onlangs werd me gevraagd of ik voorzitter van alle chirurgen ben. Ik kon niet anders dan bevestigend te antwoorden, want dat ben ik ook echt en zo voel ik het ook. Tegelijkertijd zetten sommige leden vraagtekens bij het feit dat ik sinds kort ook afdelingshoofd in Leiden ben. Natuurlijk heb ook ik me afgevraagd of deze twee taken wel te combineren zijn. Beide kosten immers veel tijd. Een van de redenen waarom ik echter toch op beide ja heb gezegd, is dat het bureau van de NVvH het laatste jaar enorm geprofessionaliseerd is. Er zit nu een directeur die weet waar ze het over heeft en die een uitstekend team om zich heen heeft, dat als een geoliede machine functioneert op het gebied van kwaliteit, opleiding en beroepsbelangen. Daarnaast hebben we een professioneel PR-beleid ingezet, wat betekent dat we snel en accuraat kunnen schakelen. We hebben bovendien goede, betrokken en deskundige bestuursleden, zowel in het Dagelijks Bestuur als het Algemeen Bestuur, waarin iedereen zijn eigen portefeuille uitstekend invult. Het betekent dus dat je als voorzitter met name de verantwoordelijkheid hebt de agenda te bewaken, dat je anderen moet stimuleren door te gaan met goede dingen doen en de voortgang in de gaten moet houden. Daarbij heb ik een belangrijke en uitstralende taak naar de buitenwereld. Ik denk kortom dat ik vooral dankzij het bureau en mijn mede-bestuursleden mijn taak als voorzitter kan combineren met mijn werk als afdelingshoofd in het LUMC. Maar wat gaat er nou de komende jaren veranderen? Waar hoop ik mijn stempel op te kunnen drukken? Die vragen zal ik spoedig beantwoorden. Eerst wil ik met zoveel mogelijk mensen spreken en meningen peilen. Daar hoort u ook bij. Hoe meer u mij laat weten, des te beter kan ik, het bestuur, opereren. In het volgende nummer zal ik in ieder geval een voorzet geven, dat beloof ik u alvast. Want we zitten niet stil. Daar zijn de tijden in de zorg te turbulent voor. «nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari

4 VAGH Jong, klaar en tijdelijke baan Te veel chirurgen opgeleid? Te weinig plek? Financiële onzekerheid (nu weer over DOT)! Minder banen door fusies. Geen doorstroming waardoor filevorming op elk niveau. Wil overal werken, gepromoveerd en nu nog half jaar CHIVO, geen kinderen en alle aandacht voor werk...maar GEEN vacatures. Dit zijn enkele antwoorden die de jonge klaren gaven op de vraag Wat ervaart u als grootste probleem op de huidige arbeidsmarkt voor chirurgen? Dit jaar komen er bij de VAGH in toenemende mate noodkreten binnen van differentianten en jonge klaren ten aanzien van de banenmarkt na het afronden van de opleiding. Is de arbeidspositie van de jonge klare chirurg nog nooit zo slecht geweest als nu in deze tijden van grote eurocrisis en financiële onzekerheid? Vele jonge klaren zouden gezamenlijk in de bekende bus zitten (inmiddels een heuse Engelse dubbeldekker) om van sollicitatie naar sollicitatie te rijden, waarbij niet alleen alle hoeken van ons land maar ook (ver) daarbuiten worden aangedaan om elke kans op een mogelijke baan te benutten. werkeloos en van zes jonge klaren konden geen gegevens achterhaald worden (Tabel 1). De zeven werkloze chirurgen waren allen nog aan het solliciteren, vijf van hen zijn vrouw. En allen zijn niet langer dan zes maanden werkeloos. Wat direct opvalt is een verdubbeling van het aantal jonge klaren zonder vaste aanstelling in absolute zin. In vijf jaar tijd van 74 naar 141 in Met deze volop solliciterende jonge klaren in de spreekwoordelijke bus dan ook gevuld. Tabel 1. Arbeidspositie jonge klaren 2011 N = N = N = N = N = N = 271 Vaste aanstelling (%) 160 (51%) 160 (56,9) 152 (55,3) 152 (56,9) 175 (63,4) 154 (56,8) Geen vaste aanstelling (%) 141 (45%) 109 (38,8) 117 (42,5) 112 (41,9) 95 (34,4) 74 (27,3) Werkloos (%) 7 (2%) 8 (2,9) 4 (1,5) 3 (1,1) 6 (2,2) 9 (3,3) Onduidelijk (%) 5 (2%) 4 (1,4) 2 (0,7) 0 (0) 0 (0) 6 (2,2) De Jonge Klaren Enquête is gehouden onder chirurgen die van t/m hun C-briefje hebben behaald. Van alle jonge klaren werd de arbeidspositie achterhaald, via ons eigen netwerk van contacten en via de gegevens van de chirurgische secretariaten. Resultaten Op waren er In totaal 314 jonge klare chirurgen, van hen had 51% (160) een vaste baan, 45% (141) had een tijdelijke aanstelling, zeven waren Namens de VAGH, Ernst Schoenmaeckers, AIOS, UMC, Utrecht Hidde Kroon, AIOS, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp Babs Zonderhuis, AIOS, VUmc, Amsterdam De respons op de digitale Jonge Klaren Enquête is dit jaar toegenomen tot 70% (58% in 2010). Van de 221 jonge klaren die gerespondeerd hebben, is 40% gepromoveerd en is 16% van plan dit binnen drie jaar te gaan doen. 75% van de jonge klaren is man en 47% van werkt op dit moment in een perifeer ziekenhuis met opleiding. 86% begeert een vaste baan in een perifeer ziekenhuis met opleiding. Direct na de opleiding stroomt 7% door in een vaste functie als maatschapslid of staflid. Het merendeel van de jonge klaren heeft na de opleiding een tijdelijke functie als chef, CHIVO of fellow (Tabel 2). De overgrote meerderheid jonge chirurgen werkt op dit moment in zijn of haar differentiatiegebied (Figuur 1). Van de jonge klaren die GE/onco differentieerden, heeft 52% een vaste baan, van de trauma-differentianten is dit 55% en van de vaat-differentianten 48%. 4 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012

5 Tabel 2. Eerste baan jonge klare volgend op de opleiding n % Fellow 80 37% CHIVO 67 31% Chef 53 24% Maat/staflid 16 7% Onderzoeker 1 0.5% Werkloos 1 0.5% Tabel 3. Salaris 1 e baan na opleiding n % Assistentenloon 26 12% AMS aanvangsschaal 78 36% AMS + ORT + Pensioen 92 42% Specialistensalaris 17 8% niets 5 2% Verder blijkt er een groter percentage mannen dan vrouwen een vaste betrekking te hebben (51% versus 45%) en vergroot een afgeronde promotie de kans op een (62% van gepromoveerden heeft een vaste baan versus 53% van de niet-gepromoveerden). Van de respondenten is 70% kostwinnaar van het gezin. Het salaris van de eerste baan is sterk variabel: 42% van de respondenten ontvangt AMS met pensioenafdracht en ORT, 12% krijgt een assistentensalaris uitbetaald (Tabel 3). Twee van de vijf jonge klaren die niets verdienen, zijn overigens niet werkloze chirurgen maar chirurgen die onbetaald werk verrichten om hun vaardigheden i.v.m. herregistratie op peil te houden. Op de vraag of de jonge klare bereid is te verhuizen voor een vaste baan antwoordde 20% dat ze bereid zijn zelfs naar het buitenland te verhuizen, 64% is bereid binnen geheel Nederland te verhuizen, 15% wil alleen binnen de eigen regio verhuizen en 2% wil niet verhuizen voor een vaste baan. Een opvallend verschil is te zien in de doorstroom vanuit de verschillende regio s; het percentage jonge klaren zonder vast contract uit de verschillende opleidingsregio s varieert sterk tussen de 27% en 63% (Tabel 4.)» Tabel 4. Percentage jonge klaren zonder vast contract afkomstig uit de verschillende opleidingsregio s. REGIO VU 44% AMC 63% Leiden 52% Rotterdam 27% Utrecht 58% Groningen 61% Nijmegen 42% Maastricht 56% % GEEN VASTE BAAN Komt uw huidige differentiatie overeen met de differentiatie (aandachtsgebied) van jaar 6 uit uw opleiding? % % 9.6% 0 ja nee deels nvt Figuur 1. Werkzaam binnen eigen differentiatiegebied. nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari

6 Discussie Het responspercentage op de jonge klaren enquête is nog niet eerder zo hoog geweest als dit jaar. Dit zou verklaard kunnen worden door het gemak van het digitaal invullen van de enquête en het grote aantal herinneringsmails. Maar ook het feit dat de jonge klare chirurg middels deze enquête zijn zorg over de huidige situatie op de arbeidsmarkt kan uitspreken. Het aantal werkloze chirurgen is over de jaren stabiel rond de zeven, maar het aantal jonge klaren zonder vaste baan is van 2006 tot 2011 in absolute zin verdubbeld. Slechts 51% van de jonge klaren heeft een vaste baan. Dit betreft 141 chirurgen die het moeten stellen zonder de zekerheid van een vaste betrekking, wat neerkomt op in totaal de groepsgrootte van bijna twee gehele opleidingsjaren. Het feit dat deze grote groep niet werkloos thuis zit maar wel een tijdelijke baan heeft, betekent dat er voldoende werk is voor deze chirurgen en dat er mogelijk wel uitbreidingsmogelijkheden zijn binnen de huidige maatschappen en vakgroepen. In sommige klinieken worden chef de clinique-plekken jaar in jaar uit in stand gehouden met als enkel doel meer productie: hoog volume van laag complexe ingrepen, zonder een vast maatschapslid aan te nemen. Twaalf procent van de jonge klaren werkt voor een assistentensalaris. Dit zijn met name chirurgen die na het afronden van hun opleiding tijdelijk kunnen blijven werken in hun opleidingskliniek. Er zijn echter ook jonge klaren die dit loon nog meer dan een jaar na het afronden van de opleiding ontvingen. Het betalen van een assistentensalaris aan een collega-chirurg die functioneert als fellow of als chef de clinique is onwenselijk en leidt tot onderlinge verschillen oplopend tot meer dan 1000 euro netto per maand. 36% van de jonge klaren ontving een salaris volgens de AMS-aanvangsschaal, zonder ORT en pensioen. Deze jonge klaren zullen in de loop van de tijd geconfronteerd worden met pensioensafdracht die op een later moment zal moeten worden betaald. Deze onderbetaling van collegachirurgen is zorgelijk, de komende jaren zullen uitwijzen hoe deze situatie zich ontwikkeld. 78% van de jonge klaren werkt in het differentiatiegebied waarin ze zijn opgeleid en nog eens 9% werkt deels in dat gebied. Deze cijfers laten zien dat ondanks een gebrek aan controle of regulatie van aantallen differentianten in de verschillende subspecialismen, de instroom van jonge klare differentianten toch goed in de pas loopt met de vraag op de arbeidsmarkt. Het merendeel van de jonge klaren die in deze enquête zijn meegenomen, differentieerde namelijk slechts één jaar. Met de invoering van het nieuwe opleidingscurriculum (per januari 2011), waarin de AIOS de laatste twee jaar van de opleiding differentieert, en de ingevoerde certificering van chirurgen, zal het in de toekomst moeilijker zijn om van differentiatiegebied te veranderen bij een toegenomen vraag naar gedifferentieerde chirurgen. Ook is de verwachting dat er met het verdwijnen van de CHIVO-opleidingen, welke een structureel vervolgtraject gedurende twee jaar na de opleiding vormden, het aantal werkzoekende jonge klaren op de arbeidsmarkt verder zal oplopen. Nog zorgwekkender is dat de groep opgeleid volgens SCHERP zal moeten concurreren met jonge klaren met afgeronde CHIVO-opleidingen (sommigen chivo en fellow) die nog niet zijn doorgestroomd. Het ziet er dus naar uit dat er jarenlange fellowplekken gevolgd dienen te worden alvorens een vaste plek te kunnen bemachtigen. Voor het grote verschil in het percentage vaste betrekkingen tussen de opleidingsregio s is geen goede verklaring te geven. In bepaalde regio s is een aantal jonge klaren direct doorgestroomd naar een stafplek met name binnen de academische centra. Het gaat hier echter om kleine aantallen waardoor de spreiding procentueel snel groter wordt. Naar aanleiding van deze resultaten van deze enquête en het hierop volgend symposium gehouden tijdens de afgelopen Najaarsvergadering, heeft de voorzitter van de NVvH, dr. P.J. van den Akker tijdens de Algemene Ledenvergadering een moreel appèl gedaan op de chirurgen om, waar mogelijk, jonge collega s binnen hun maatschap of vakgroep aan te nemen met name indien er sprake is van het structureel inhuren van een chirurg voor een tijdelijke functie, de financiële onzekerheid van de DOT ten spijt. De nabije toekomst zal bewijzen of dit voldoende is om de doorstroom van jonge klaren naar een vaste aanstelling te versnellen. De uitkomsten van deze enquête zijn gepresenteerd tijdens het VAGH symposium over de arbeidspositie van de jonge klare op de Najaarsvergadering op 25 november 2011 in Ede. «6 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012

7 Schoemakerprijzen Dubbel voor Van Santvoort Tijdens de Najaarsdag 2011 viel Hjalmar van Santvoort twee keer in de Schoemakerprijzen. Zowel zijn proefschrift als zijn artikel A Step-up Approach or Open Necrosectomy for Necrotizing Pancreatitis won de eerste prijs. Hieronder een korte samenvatting van zijn proefschrift. Op 8 oktober 2010 promoveerde ik op het proefschrift getiteld: Acute Pancreatitis: new frontiers in diagnosis and treatment, onder professor Hein Gooszen en professor Louis Akkermans van de afdeling Heelkunde van het UMC Utrecht. In mijn proefschrift worden achttien studies op het gebied van acute pancreatitis beschreven die in de periode van 2004 tot 2010 werden uitgevoerd in de ziekenhuizen van de Pancreatitis Werkgroep Nederland. Deze werkgroep is een samenwerkingsverband van meer dan twintig Nederlandse ziekenhuizen waarin chirurgen, MDL-artsen en radiologen zich hebben verenigd met als doel de behandeling van acute pancreatitis te verbeteren. Dit doel wordt nagestreefd door een combinatie van centralisatie, consultatie en multicentrisch onderzoek. In het proefschrift worden vijf thema s beschreven: Het definiëren van acute pancreatitis en haar complicaties Uit een systematisch literatuuronderzoek bleek dat de wereldwijde Atlanta-classificatie voor acute pancreatitis, waarin algemeen gebruikte definities voor complicaties van acute pancreatitis zijn opgenomen (bv. pancreasabces, pseudocyste), ontzettend slecht wordt toegepast in de literatuur. Met een interobserver-studie onder Nederlandse radiologen werd aangetoond dat ook in de dagelijkse praktijk er grote onduidelijkheid heerst over het gebruik van de Atlanta-definities. In een tweede interobserver-studie in drie Amerikaanse en vijf Europese pancreas-centra werd een nieuw-ontwikkelde set van objectieve descriptieve termen voor complicaties van pancreatitis op beeldvorming onderzocht. Deze beschrijvende terminologie bleek een goede interobserver agreement te hebben, en zal worden opgenomen in de nieuwe wereldwijde classificatie voor acute pancreatitis. A C U T E P A N C R E A T I T I S New frontiers in diagnosis and treatment Het voorkomen van infecties bij acute pancreatitis Uit een prospectieve beschrijvende studie bij meer dan 700 patiënten met pancreatitis bleek dat 24% van de patiënten gedurende de opname een infectie kreeg, hetgeen gepaard ging met een mortaliteit van meer dan 30%. Verschillende strategieën ter preventie van infecties werden onderzocht in systematische reviews en een landelijke gerandomiseerde gecontroleerde trial. Uit de PROPATRIA-studie bleek dat enteraal toegediende probiotica infecties niet kunnen voorkomen. Enterale voeding, in vergelijking met parenterale voeding, blijkt infecties en mortaliteit wel te reduceren. De optimale timing van de start van enterale voeding wordt nu onderzocht in de landelijke PYTHON-studie ( ACUTE PANCREATITIS New frontiers in diagnosis and treatment dr. H. van Santvoort, AIOS, UMC Utrecht hjalmar van santvoort hjalmar van santvoort nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari

8 Vroege endoscopische interventie voor biliaire pancreatitis Uit een systematisch literatuuronderzoek en een metaanalyse van gerandomiseerde trials die ERCP vergeleken met conservatief beleid bij acute biliare pancreatitis, bleek dat ERCP geen gunstig klinisch effect heeft. De gepoolde data bleek echter statistisch underpowered voor patiënten met voorspeld ernstige pancreatitis. Een prospectieve, observationele studie met 153 patiënten met voorspeld ernstige biliare pancreatitis toonde aan dat ERCP wellicht wel complicaties kan voorkomen bij de subgroep van patiënten met tekenen van cholestase. Deze vraag zal verder moeten worden onderzocht in een nieuwe landelijke gerandomiseerde trial van de Pancreatitis Werkgroep Nederland (de APEC-studie). Interventie voor necrotiserende pancreatitis In verschillende systematische literatuurstudies, retrospectieve en prospectieve observationele cohortstudies en de landelijk gerandomiseerd PANTER-trial werden verschillende minimaal invasieve interventie-strategieën onderzocht. Waar vroeger de primaire laparotomie de gouden standaard was, is nu gebleken dat de beste behandeling, zowel qua klinische als economische uitkomsten, bestaat uit de zogenaamde minimaal invasieve step-up approach. Deze strategie bestaat uit percutane drainage, mits nodig gevolg door videoscopisch-geassisteerde, retropertioneale débridement (VARD). Met percutane drainage als eerste stap kan 30% van de patiënten zonder enige vorm van operatie succesvol behandeld worden. Steriele necrose dient in principe altijd conservatief behandeld te worden, en bij geïnfecteerde necrose gaat uitstel van interventie tot tenminste 3-4 weken na aanvang van de ziekte gepaard met minder complicaties. De volgende stap ter verbetering van de uitkomst van geïnfecteerde necrotiserende pancreatitis is wellicht het gebruik van endoscopisch transgastrische drainage en necrosectomie. Deze technieken worden nu vergeleken met de chirurgische step-up approach in de landelijke TENSION-studie ( Het verkrijgen van medisch ethische goedkeuring voor een Nederlandse multicentrische studie In een prospectieve studie naar de procedure voor het verkrijgen van medische ethische toestemming en lokale uitvoerbaarheid van multicentrisch onderzoek werd aangetoond dat de Richtlijn Externe Toetsing van de Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek (CCMO) uit 2004 niet goed gevolgd werd. Hierdoor was de indieningsprocedure voor medisch ethische goedkeuring in Nederland een lang en inefficiënt proces. Mede naar aanleiding van deze resultaten heeft de CCMO verschillende stappen ondernomen om de efficiëntie van het indieningsproces te verbeteren. Toekomstige studies zullen moeten uitwijzen of deze stappen effect hebben gehad. Het onderzoek in dit proefschrift is niet mogelijk geweest zonder de grote inzet van vele chirurgen en arts-assistenten in de ziekenhuizen van de Pancreatitis Werkgroep Nederland. Met deze succesvolle samenwerking heeft Nederland in de afgelopen zeven jaar de toppositie van het internationale pancreasonderzoek bereikt. «Stellingen geïnfecteerde necrotiserende pancreatitis kan succesvol behandeld worden met een percutane drainage en hoeft geen risicovolle operatie te ondergaan. werd de afgelopen jaren slecht gevolgd, waardoor medisch ethische toetsing van multicentrisch onderzoek in Nederland een toujours. Hjalmar van Santvoort was coördinerend arts-onderzoeker in de Pancreatitis Werkgroep Nederland en stond mede aan de basis van samenwerkingsverbanden met internationale pancreas-centra in (o.a.) Heidelberg, Seattle, Boston en Rochester. Op dit moment is hij werkzaam als vierdejaars AIOS Heelkunde in het UMC Utrecht en hij zal zich in 2012 differentiëren in de Gastrointestinale/ Oncologische Chirurgie. In deze functie, en als post-doc binnen de Pancreatitis Werkgroep Nederland, houdt hij zich nog actief bezig met onderzoek van het pancreas. 8 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012

9 Hartholt et al. werden runners-up Het artikel Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands, van Klaas Hartholt et al., in 2010 in Archives of Internal Medicine gepubliceerd, won de tweede prijs bij de Schoemakerprijzen. Hieronder volgt een korte Nederlandse samenvatting van het artikel. Introductie Eén op de drie personen ouder dan 65 jaar valt jaarlijks. De helft hiervan valt zelfs meerdere malen per jaar. Een valincident kan in deze leeftijdsgroep tot aanzienlijk lichamelijk letsel leiden. In verband met het bij de val opgelopen letsel bezoekt een groot deel van de oudere vallers een huisarts of de Spoedeisende Hulp. In 10% van alle valincidenten leiden de gevolgen van de val tot een ziekenhuisopname. Ziekenhuisopname na een val is voornamelijk nodig bij een heupfractuur (50%), fractuur van de bovenste extremiteit (13%) of hoofdletsel (10%). Naast lichamelijk letsel heeft een val vaak ook grote langdurige negatieve invloed op de kwaliteit van leven door bijvoorbeeld valangst. De oorzaak van vallen bij ouderen is meestal multifactorieel bepaald. Risicofactoren die verband houden met valincidenten zijn onder andere hogere leeftijd, vrouwelijk geslacht, gebruik van bepaalde geneesmiddelen en comorbiditeit. Omdat dr. K. A. Hartholt, arts-onderzoeker, afd. Inwendige Geneeskunde-Geriatrie en Heelkunde-Traumatologie, Erasmus MC, Rotterdam dr. N. van der Velde, klinisch-geriater, afd. Inwendige Geneeskunde-Geriatrie, Erasmus MC, Rotterdam dr. C.W.N. Looman, statisticus, Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg,Erasmus MC, Rotterdam dr. E.M.M. van Lieshout, researchcoördinator Traumachirurgie, Afd. Heelkunde-Traumatologie, Erasmus MC, Rotterdam M.J.M. Panneman, onderzoeker, Consument en Veiligheid, Amsterdam dr. E.F. van Beeck, arts-epidemioloog, Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC, Erasmus MC, Rotterdam prof. dr. P. Patka, hoofd Spoedeisende Hulp, Afd. Spoedeisende Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam dr. T.J.M. van der Cammen, klinisch-geriater, afd. Inwendige Geneeskunde-Geriatrie, Erasmus MC, Rotterdam de onderliggende oorzaak voor het vallen meestal niet aangepakt wordt, blijft de kans op een nieuwe val onverminderd aanwezig. De Nederlandse bevolking vergrijsd in snel tempo. Naar schatting is in 2040 een kwart van de bevolking 65 jaar of ouder (15% in 2008). Deze vergrijzing wordt wereldwijd waargenomen. De verwachting is dat een dergelijke verschuiving in de bevolkingsopbouw een grote invloed heeft op leeftijdsgebonden zorgbehoefte. Aangezien valincidentie en valgerelateerd letsel leeftijdsafhankelijk zijn, zal ook de valgerelateerde zorgconsumptie naar verwachting stijgen. Het doel van deze studie is trends te bepalen in dit valgerelateerde zorggebruik en opnameduur in het ziekenhuis bij ouderen. Methode Alle valgerelateerde ziekenhuisopnamen tussen 1981 en 2008 in Nederland werden verzameld. Een valgerelateerde ziekenhuisopname was gedefinieerd als code E880 E888 van de International Classification for Diseases, 9 th revision (ICD-9) van de Wereld Gezondheidsorganisatie. Ouderen werden gedefinieerd als personen van 65 jaar en ouder. Alle gegevens over ziekenhuisopnamen en letsels werden verkregen vanuit de Stichting Consument en Veiligheid. Deze database omvat onder andere gegevens over het geslacht, leeftijd, opnameduur, aandoening en eventuele externe oorzaak voor letsel. De gegevens in de database werden door de stichting Consument en Veiligheid geverifieerd met het geboorteregister. Aantallen valgerelateerde ziekenhuisopnamen, hoofddiagnose en opnameduur in het ziekenhuis werden geanalyseerd in 5-jaars leeftijdsgroepen gedifferentieerd voor geslacht gedurende de studieperiode. De incidentie en het aantal nieuwe gevallen per specifieke periode werden uitgedrukt per personen in de betreffende leeftijdsgroep. De verandering werd uitgerekend in 2008 ten opzichte van Om een eventuele trend te bepalen in het aantal ziekenhuisopnamen, werd een regressiemodel met Poisson-error en Log-link gebruikt, waarbij de log (populatie omvang op 1 januari in elk jaar van de studie) werd gebruikt. Een p<0,05 werd als statistisch significant beschouwd.» nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari

10 Vrouw 65 jr Man 65 jr A Jaar Figuur 1: Valgerelateerde ziekenhuisopnamen in Nederland, A; Absolute aantal valgerelateerde opnamen bij personen 65 jaar in Nederland. B; Incidentie per ouderen. De valgerelateerde ziekenhuisopnamen waren vooral met een heup-, pols- of bovenarmfractuur en schedel-, hersenletsel. Het aantal heupfracturen daalde licht (van 48,0% om 1986 tot en met 41,8% in 2008). Het aandeel van patiënten met een polsfractuur, bovenarmfractuur of hoofdletsel steeg van 13,6% (2.563) in 1986 tot 23,8% (8.095) in Het traumamechanisme veranderde nauwelijks gedurende de studieperiode, en de meeste valincidenten vonden plaats in de nabijheid van een bed, stoel of trap, en werden veroorzaakt door struikelen en uitglijden. Figuur 2: Leeftijdspecifieke incidentie voor valgerelateerde ziekenhuisopnamen in Nederland bij personen van 65 jaar en ouder, in 1981, 1994 en Resultaten Tussen 1981 en 2008 steeg het aantal valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen van tot en met per jaar (137% stijging), zoals weergegeven in Figuur 1A. De sterkste toename in absolute aantallen was te zien in de categorie 80-plussers, van opnamen in 1981 tot en met in 2008 (210% stijging). De gemiddelde leeftijd van de patiënten nam toe van 73,3 jaar tot 81,0 jaar gedurende de studieperiode. Bijna driekwart van alle opgenomen patiënten was vrouw. De incidentie van val-gerelateerde ziekenhuisopnamen (Figuur 1B) nam toe van 87,7 per ouderen in 1981 tot 141,2 in 2008 (stijging 61%). De stijging was het meest uitgesproken bij de oudste ouderen (Figuur 2), namelijk mannen en vrouwen van 95 jaar en ouder. De jaarlijkse groei van valgerelateerde ziekenhuisopnamen verschilde voor mannen en vrouwen (p<0,001). Het aantal opnamen steeg in de studieperiode na correctie voor leeftijd en populatie samenstelling bij mannen met 1,3% per jaar en bij vrouwen met 0,7% per jaar. De opnameduur verminderde sterk tussen 1991 en Was de gemiddelde opnameduur na een val in 1991 nog 26,3 dagen, in 2008 was dat afgenomen tot 11,1 dagen. Deze afname werd gezien voor zowel mannen en vrouwen in alle leeftijdsgroepen. Het totaal aantal ziekenhuisdagen nam af van in 1981 tot in Deze afname kwam vooral door een vermindering van het aantal ligdagen van vrouwen. 10 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012

11 Discussie Om inzicht te krijgen in absolute aantallen, incidentie en trends van valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen werden alle in de periode tussen 1981 en 2008 geregistreerde ziekenhuisopnamen in Nederland geanalyseerd. De meest voorkomende diagnosen voor opnamen waren schedel-hersenletsel en heup-, pols- en bovenarmfracturen. Ondanks een sterke stijging van het aantal valgerelateerde ziekenhuisopnamen nam het benodigde aantal ligdagen in het ziekenhuis sterk af. Dit was het gevolg van een sterke daling van de individuele opnameduur. Sterke punten van deze studie zijn de lange followup en een bijna complete landelijke registratie van alle ziekenhuisopnamen (<5% ontbrekende data). Een mogelijke tekortkoming is dat de studie alleen de opnamediag nose laat zien en niet onderliggende problemen of aandoeningen zoals de sociale situatie, comorbiditeit en medicatiegebruik. De gevonden resultaten komen overeen met letselspecifieke studies van zowel heup-, arm- en polsfracturen uit andere landen. De stijgende incidentie van valgerelateerde opnamen kan niet alleen verklaard worden door de vergrijzende populatie. Andere factoren, zoals leefstijlveranderingen, toegenomen mobiliteit (onder andere door hulpmiddelen zoals rollator) en zelfstandig wonen op hoge leeftijd kunnen bijdragen aan een verhoogd valrisico. Aan de andere kant kan verondersteld worden dat er een steeds lagere drempel is om ouderen op te nemen en te opereren door verbeterde medische mogelijkheden. De reductie in ligduur kan gedeeltelijk verklaard worden door verbeterde prothesiologie (sneller belasten en mobiliseren), verbeterde operatieve en anesthesiologische technieken en afspraken met revalidatie- instellingen voor snel ontslag. Samenvattend, valincidenten zijn een serieus en toenemend gezondheidsprobleem in een vergrijzende populatie. Ondanks een sterke stijging in het aantal opnamen is de benodigde zorgbehoefte, gedefinieerd als opnameduur, niet gestegen door een sterke afname van de individuele ligduur. Inzicht in dergelijke trends zijn noodzakelijk voor het optimaal verdelen en aanwenden van de kostbare en schaarse middelen. Optimalisering van valpreventieprogramma s zou kunnen bijdragen aan een afname van het valrisico bij ouderen en daarmee leiden tot een vermindering van het aantal valgerelateerde letsels. Het onderzoek werd gesubsidieerd door ZonMw projectnummer Het volledige, Engelstalige artikel Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands, Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman; Esther M.M. van Lieshout; Martien J.M. Panneman; Ed F. van Beeck; Peter Patka; Tischa J.M. van der Cammen vindt u in Archives of Internal Medicine. 2010; 170(10): «nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari

12 Discussie De chirurg-intensivist: vergane glorie of gouden toekomst? De keuze is in onze/uw handen Het hedendaagse chirurgische leven wordt gedomineerd door (financiële) onzekerheid, overgang van DBC naar DOT, (gedwongen) fusies en toename van regionalisatie. Wij worden hierin min of meer gedwongen om keuzes te maken door druk van onder andere politiek, verzekeraars en maatschappij. Desondanks wil ik een andere onzekerheid opnieuw ter discussie stellen, de chirurg-intensivist. De discussie rondom deze functie is naar mijn mening nooit afgerond en nog steeds actueel, wellicht meer dan ooit. De Intensive Care-geneeskunde heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt in de afgelopen twee á drie decennia. In de jaren tachtig bepaalde de chirurg zelf het beleid van zijn patiënt op zijn eigen chirurgische Intensive Care. Momenteel wordt het beleid op de Intensive Care bepaald door de intensivist in een closed format-model, waarbij de intensivist het hoofdbehandelaarschap van de chirurgische patiënt overneemt vanaf de drempel van de Intensive Care. De medische en perioperatieve zorg van de patiënt, ook de chirurgische, heeft hiermee enorm aan kwaliteit gewonnen. Zo heeft de ontwikkeling van de Intensive Care-geneeskunde een enorme bijdrage geleverd aan de verbetering in mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische Intensive Care-patiënt, meer nog dan de ontwikkeling van peroperatieve technieken. Deze ontwikkeling heeft ook zijn keerzijde. De invloed en zeggenschap van de chirurg op de Intensive Care is flink afgenomen en de vraag is of het eindstadium al bereikt is. Zou het ooit zover komen dat de intensivist de indicatie tot de relaparotomie stelt en de chirurg op consultatieve basis de buik komt openen? Dat de intensivist bepaalt of het ischemische stuk ileum wel of niet verwijderd moet worden? En of er wel of geen stoma aangelegd moet worden? Of schets ik hiermee een irreëel doemscenario? R.M. Wilting Traumachirurg-intensivist i.o. MUMC+ Maastricht De chirurgische zorg en Intensive Care-geneeskunde hebben enorme raakvlakken als het over de chirurgische patiënt gaat. Deze chirurgische patiënt betreft 30 tot 60% (afhankelijk van het beschikbaar zijn van een 24-uurs recovery) van het totale aantal patiënten op de Intensive Care. Betrokkenheid van de chirurg is dus een vereiste. De waarde van een chirurg-intensivist beperkt zich echter niet tot de discussie aan bed van de patiënt. De chirurg-intensivist zorgt voor continuïteit van chirurgische kennis en expertise op de Intensive Care, verhoogt de kwaliteit van de IC-bespreking, verbreedt en intensiveert het onderwijs aan A(N)IOS, draagt bij aan protocollen op de Intensive Care voor de chirurgische patiënt en zorgt afhankelijk van zijn competenties voor een goede en/of betere communicatie tussen chirurg en intensivist. Op dit moment zijn er dertien geregistreerde chirurg-intensivisten in Nederland, verdeeld voor verschillende soorten ziekenhuizen. Enkele hiervan hebben volledig voor een van beide specialismen gekozen. Ondanks de onzekere toekomst van de chirurg-intensivist, zijn er op dit moment zeven chirurgen in opleiding tot intensivist en zullen er binnenkort nog drie starten. Juist in deze tijd van groter wordende maatschappen en in gelijke tred groter wordende Intensive Care s, regionalisatie en centralisatie van zorg, is het van belang om een chirurg-intensivist in uw chirurgische vakgroep te hebben. Hoe u deze functie invult, is volledig afhankelijk van lokale afspraken, wensen en mogelijkheden. Omdat ik zelf bijna klaar ben met de opleiding tot intensivist, heb ik na een periode van bellen, schrijven en mailen een indruk gekregen hoe chirurgisch Nederland over de chirurg-intensivist denkt. Opvallend genoeg verschilt dit nog al met de intensivisten. Intensivisten zien het belang van een chirurg op hun Intensive Care, willen graag een chirurg-intensivist in hun midden hebben, en zijn hierbij over het algemeen bereid om de betreffende persoon vanuit de moedermaatschap in de vakgroep te laten zitten. De chirurgische vakgroepen echter zijn vaker (ook onderling) verdeeld en zien vaker beren op weg. De 50% afwezigheid, financiële consequenties, dienstcompensatie, dag-/weekindeling, en wellicht ook de onbekendheid, worden als bezwaren gezien. Mijns inziens zijn dit secundaire factoren die 12 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012

13 met goede afspraken in goede banen geleid kunnen worden. Bovendien wegen deze niet op tegen de eerder genoemde voordelen van een chirurg-intensivist in een ziekenhuis. Mocht u overigens nog denken dat het financieel onaantrekkelijk is, dan verwijs ik u naar de penningmeesters van chirurgische maatschappen met een chirurg-intensivist! Zoals gezegd zijn de eerdergenoemde onzekerheden die op dit moment de chirurg bezighouden en de keuzes die we daarbij maken, voor een groot deel beïnvloed door politiek, verzekeraars en maatschappij. De keuze om de chirurg-intensivist te behouden is echter volledig in onze handen. Wij zullen als beroepsgroep een keuze moeten maken of wij de chirurg-intensivist willen behouden als super -specialist en in welke vorm, of een toekomst accepteren met een consultatieve rol voor de chirurg op de Intensive Care. Wat doet u als (ziekenhuis-)maatschap? Neemt u de mogelijkheid tot kwaliteitsverbetering rondom de chirurgische patiënt op de Intensive Care met beide handen aan en blijft u, ook op uw Intensive Care, een leidende rol houden? Of blijft u de beren op de weg zien en neemt u het risico buitenspel gezet te kunnen worden door anesthesisten en internisten? Ook zal onze moedervereniging een keuze moeten maken en deze moeten uitdragen. Als zij de chirurg-intensivist wil behouden, dan zal zij beleid moeten maken of en hoe de opleiding tot chirurgintensivist in het SCHERP-model geïmplementeerd kan worden. Wilt u naar aanleiding van dit artikel reageren? Dat kan naar de redactie: redactie@nvvh.knmg.nl of rechtstreeks naar de auteur: rwilting1@home.nl. «Cartoon nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari

14 Column Angstcultuur? Hoe durf je! Willem Wisselink Goed. Als je uit vrees voor je leven en dat van je familie gedwongen bent opzichtig te huilen, wat zeg ik, voor het zicht van de wereld moet gillen van ellende en verdriet bij de uitvaartstoet van je alle-mensenrechten-geschonden-hebbende staatshoofd, dan, wellicht dán is de term angstcultuur op zijn plaats. Maar juist in landen als Noord-Korea hoor je daar nou niemand over en we begrijpen allemaal waarom. Je zou bijna zeggen dat waar geklaagd wordt over een angstcultuur, die per definitie niet kan bestaan. Neem nou Nederland. Volgens Elsbeth Etty, in haar recente zwanenzang als columnist voor het NRC, had angstcultuur woord van het jaar mogen zijn: zo vaak gebruikt, dat het aan inflatie onderhevig is. Inderdaad, welke bank, inspectie-, onderwijs- of zorginstelling is in 2011 nu níet door een angstcultuur geteisterd? Zelfs chirurgen zijn bang, zoals u onlangs nog in de landelijke pers heeft kunnen vernemen. Bibberen voor het hoofd van de IC! Gelooft u het? Ik denk dat inflatie nog zacht is uitgedrukt, nee, het begrip angstcultuur is hier zoetjes aan door de grond gedevalueerd - de euro kan er een puntje aan zuigen - negatief geworden, er is eerder sprake van een omgekeerde angstcultuur. Bij ons zijn het niet meer de burgers die vrezen, maar is het de dictator die bang is geworden. Iedere ook maar enigszins gezagdragende zal beamen dat het afbraakrisico angstig grote vormen begint aan te nemen. De leider die zich anno nu nog denkt te kunnen profileren als doortastend of charismatisch, komt vroeg of laat een keer op de koffie. Voor je het weet heb je een Albayrakje aan je broek. En het gebeurt ongemerkt. Er rommelt wat maar uit laksheid, desinteresse of pure gedweeheid (niet uit angst, hou op, waar ben je bang voor?) houdt iedereen zijn mond, althans in het openbaar. En dan gaat het mis. Alles wordt opgekropt, de spanning stijgt en de (media)bom barst: er is een angstcultuur: de baas communiceert slecht en het werkklimaat is onveilig. Recent schetste coassistent Mara Simons, onder pseudoniem (is ze bang?) in een landelijk dagblad ten hemel schreiende taferelen over belabberd communicerende chirurgen die schrééuwen om tegenwicht. Heeft íemand deze malloten ooit op hun gedrag gewezen? Recht in hun gezicht, ter plekke? Mara? Of hoe je ook heten mag? We koesteren onze democratie. Een veilig werkklimaat, veilig melden, crew resource management, empowerment, vrijwel onbeperkte arbeidszekerheid. Maar dan moet ook wel iedereen zijn mond open doen. Democratie verplicht. En, toch, het lijkt wel of juist door al die veiligheid een collectieve hibernatie is ingetreden: niemand maakt zich nog druk, tot het te laat is. Zeker in de gezondheidszorg, waar het gaat om leven of dood, mogen we niet in slaap vallen. Een beetje druk, directe communicatie en misschien een klein snufje angst, zijn onontbeerlijk voor het beste resultaat. Houdt ons scherp! En, natuurlijk, waar gesneden wordt, vallen steken. Zeker in klassieke spanningsvelden, zoals tussen chirurg en anesthesist en, sinds brede invoering van het zogenaamde closed format, ook steeds vaker de intensivist. De moderne, goed opgeleide en gecertificeerde intensive care arts heeft terecht de directe verantwoording op de IC van ons overgenomen. En dat wrijft. Chirurgen, toch al geen kampioenen in empathie en conflictbeheersing, kunnen daar op twee manieren mee omgaan: we blijven stevig communiceren over onze patiënten, respectvol, direct en wetenschappelijk onderbouwd, of, we zeggen niets, vermijden de academische discussie, schreeuwen moord en roepen in de krant, anoniem natuurlijk: angstcultuur! Angstcultuur en roepen, ik zei het al, een contradictio in terminis. Angsthazencultuur noemen we dat. «14 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012

15 BJS-Lecture Welke toekomst heeft de traumatologie in Europa? De Duitse prof. dr. med. P.M. Rommens sprak afgelopen Najaarsdag de BJS-Lecture uit. Hieronder vindt u een enigszins ingekorte versie van zijn lezing. Veranderingen in onze samenleving Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen ik aan het begin van mijn chirurgische carrière stond, is er heel wat veranderd in deze wereld, in onze samenleving, in de geneeskunde in het algemeen en in ons vak in het bijzonder. Wat het meest in het oog springt is de gestegen levensverwachting van ons allen. Dankzij dit langer leven, maar ook omwille van lagere geboortecijfers, toont de demografische ontwikkeling een veroudering van onze bevolking. De gemiddelde leeftijd van de Japanse bevolking is nu al 46,7 jaar, die van Duitsland 46,0, en die van het Verenigd Koninkrijk 41,1 jaar. Vele van onze oudere medeburgers zijn ziek, maar een toenemend aantal is gezond en nog steeds zeer actief. De mobiliteit en het genieten van actieve vrijetijdsbesteding zijn toegenomen voor alle leeftijden en inkomensklassen, de verwachtingen aan een hoge levenskwaliteit en naar een zo goed mogelijk herstel van functionele deficiten zijn gewijzigd en blijven toenemen. Naast geld en geluk is gezondheid een van de meest begeerde goederen in het leven. Gezondheid is een godsdienst, waarvoor steeds meer mensen veel tijd, geld en energie investeren, zegt de Duitse arts en theoloog Manfred Lütz in zijn boek Lebenslust: wider die Diäten- Sadisten, den Gesundheitswahn und den Fittness-Kult. Medische informatie is overal te krijgen. De definitie, symptomen, behandelingsrichtlijnen en prognose van ziektes en letsels zijn gratis beschikbaar op het internet. Vele patiënten beweren dat ze alles over hun ziekte weten en willen met de arts van hun keuze in gesprek komen over de behandelingsalternatieven voor hun aandoening. Patiënten en belangengroepen willen meer dan ooit tevoren een voorspelbaar resultaat van ons medisch handelen. Deze nieuwe houding, die een mengeling is van vraag naar hoge kwaliteit, informed consent en medecontrole over de medische behandeling, houdt niet halt voor de poorten van de traumatologie. Zij vragen: wat doet een traumachirurg eigenlijk? Geneeskundig onderzoek is populair geworden, de zaak van alleman met vooraan de industrie, maar ook de media en de politiek. Ook over onderzoek en haar resultaten zijn patiënten veel beter geïnformeerd dan vroeger zij het door objectieve data of door populaire propaganda. Zij gebruiken deze nieuw gewonnen kennis om zichzelf een beeld te vormen over hoe een behandeling moet lopen, hoe snel de revalidatie zal zijn en welk resultaat men uiteindelijk kan verwachten. Elke afwijking van dit schema wordt kritisch bekeken en/of aan de orde gesteld. Omdat onze geneeskundige prestaties door geld van de gemeenschap worden vergoed, willen vele administraties en instituten meebeslissen wat we te doen en te laten hebben. Hun opinie is op medische evidentie gebaseerd. Wat niet door evidentie bewezen is, is niet valide. Wij, de» prof. dr. med. P. M. Rommens, directeur Zentrum für Muskuloskeletale Chirurgie, Klinik und Poliklinik für Unfallchirurgie, Universitätsmedizin Mainz, Duitsland pol.rommens@unimedizin-mainz.de nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari

16 medische acteurs, zijn daarom minder zelfstandig geworden; wij moeten op elk ogenblik in staat zijn te verklaren waarom wij bepaalde beslissingen nemen, wij moeten voor complicaties of gefaalde chirurgie verantwoording afleggen tegenover patiënten, hun families of tegenover de rechter. Van de centrale persoon in de geneeskunde is de arts of specialist herleid tot slechts één van de medespelers in een keten van medische en technische directieven, die ontwikkeld werden door anderen, meestal nietgeneesheren. Dit alles wordt in moderne terminologie case management genoemd. Deze reeks van veranderingen hebben een duidelijke invloed op de ontwikkeling van de arts-patiënt-relatie: gedurende de laatste decennia zijn de verwachtingen en controles van patiënten en hun vertegenwoordigers naar de behandelende arts toe zeer duidelijk toegenomen. Veranderingen in ons beroep Parallel aan deze indringende veranderingen in onze samenleving, is ook ons inzicht in de pathofysiologie en het pathomechanisme van ziektes en letsels in belangrijke mate gestegen. De actuele stand van kennis in de genees-, heelen verloskunde weerspiegelt een spectrum van medische bagage, dat niet meer door één of zelfs meerdere personen tegelijk kan beheerst worden. Wie vandaag een medische verantwoordelijkheid wil dragen, moet zich beperken tot een bepaald gebied, waarvoor hij of zij een speciale interesse heeft. In 2011 kan je niet tegelijk huisarts, internist, oogarts en traumatoloog zijn. Dit betekent specialisatie. Specialisatie is niets nieuws. De UEMS (Union Européenne des Médecins Spécialistes) heeft 37 secties, die alle een medische specialiteit in Europa vertegenwoordigen. De sectie chirurgie, die maar één van de 37 is, herbergt divisies van algemene chirurgie, coloproctologie, hepatopancreatobiliaire chirurgie, chirurgische oncologie, thoraxchirurgie, transplantatiechirurgie, endocriene chirurgie en traumachirurgie. We moeten dankbaar zijn voor de snelle toename aan kennis in de geneeskunde, omdat deze goed is voor onze patiënten. Maar, als gevolg daarvan, worden we geconfronteerd met een explosie van specialisaties en subspecialisaties, waarin wijzelf onze weg moeten vinden. Ook in de traumatologie beleven we een snelle toename aan kennis enerzijds en subspecialisatie anderzijds. De sectie chirurgie van de UEMS erkent de nood aan subspecialisatie om aan de verwachtingen van de bevolking voor een hoge kwaliteit in de geneeskunde te voldoen. Zij komt op voor een opleiding tot geneesheer-specialist met een brede competentie en ervaring in de heelkunde, maar verzet zich tegen medische virtuosos van één enkele operatie. De UEMS is daarom tegen de erkenning van een te groot aantal chirurgische subspecialiteiten. Een ander argument tegen een ver doorgedreven specialisatie bestaat in het hoger risico, dat patiënten tussen de mazen van het verzorgingsnet vallen. Er is nood aan teamwerk, wanneer de problemen van de patiënten de grenzen van het eigen enge spectrum overschrijden. Teamwerk is op zich helemaal niet slecht, integendeel. Maar wanneer het teamwerk er in feite geen is en gekenmerkt wordt door vele wrijvingen en misverstanden, kan dat ten nadele van de verzorgingskwaliteit zijn. We moeten in de zich snel ontwikkelende chirurgie steeds opnieuw het goede evenwicht vinden tussen brede scholing en diepgang door specialisatie en superspecialisatie. Wordt deze goede raad van de wijze heren van de UEMS werkelijk gevolgd? Eerder niet: in Duitsland streven de wervelzuilen- en de voetchirurgen naar een eigen specialiteit, anderzijds beleven we de certificering van borstcentra, centra voor de interdisciplinaire behandeling van huidkanker, morbide obesitas of diabetes. Is de trend naar superspecialisatie en tegelijkertijd interdisciplinaire teamvorming nog te stoppen? Is traumatologie een specialiteit? Wat betekent dit alles voor de traumatologie? Kunnen we in dit deel van de chirurgie ook veranderingen waarnemen? Zijn de veranderingen in de samenleving en in de geneeskunde ook voelbaar in ons beroep? De definitie van de traumatologie veranderde sinds het begin van de jaren tachtig niet. Traumatologie omvat de preventie, diagnostiek, conservatieve en operatieve behandeling, nabehandeling en rehabilitatie van posttraumatische letsels in alle leeftijdsklassen. We ontdekken onmiddellijk een groot verschil met andere specialiteiten. Traumatologie is niet gefocusseerd op één orgaan, een stelsel of een deel daarvan, haar medische opdracht omvat letsels van het gehele menselijke lichaam, zonder rekening te houden met anatomische grenzen. Sommigen zien de opdracht van de traumatoloog beperkt tot een kleine reeks van technische handelingen in de vroege posttraumatische fase, de traumachirurg als een soort acute care physician. De rest van de noodzakelijke reconstructieve ingrepen zou dan door orgaanspecialisten kunnen doorgevoerd worden. Is dat een beter model? Omwille het grote aantal orgaanspecialisten, dat in elk ziekenhuis dag en nacht snel beschikbaar zou moeten zijn, lijkt dat niet haalbaar. Ook voor het ziekenhuis is dit geen realistische, economische organisatie. De traumatoloog is het best verantwoordelijk voor de gehele patiënt na diens opname in het ziekenhuis. Patiënten met letsels van de hersenen, de thorax, het abdomen, het bekken, de wervelzuil of de extremiteiten komen eerst onder de hoede van de traumatoloog. 16 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 21 - nummer 1 - februari 2012

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

INFORMATIEBRIEF VOOR DE PATIËNT

INFORMATIEBRIEF VOOR DE PATIËNT INFORMATIEBRIEF VOOR DE PATIËNT Titel van het onderzoek Een gerandomiseerd onderzoek naar operatieve versus niet-operatieve behandeling van breuken van het kopje van het spaakbeen. Inleiding Geachte heer/mevrouw,

Nadere informatie

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks lopen 7.700 bewoners van een verpleeg- of verzorgingshuis van 65 of ouder letsel op waarvoor behandeling op een SEH-afdeling noodzakelijk is. Bijna de helft wordt

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

INTERVIEW. Curriculum Vitae. VCMS Amsterdam AMC in gesprek met Prof. dr. O.R.C. Busch

INTERVIEW. Curriculum Vitae. VCMS Amsterdam AMC in gesprek met Prof. dr. O.R.C. Busch INTERVIEW VCMS Amsterdam AMC in gesprek met Prof. dr. O.R.C. Busch Prof. dr. O.R.C. Busch begon in 1998 in het AMC met zijn Fellowship Gastro-Intestinale chirurgie. Sindsdien houdt Prof. Busch zich naast

Nadere informatie

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September 2015. GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September 2015. GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015 FINANCIELE ZEKERHEID GfK September 2015 1 Opvallende resultaten Meer dan de helft van de Nederlanders staat negatief tegenover de terugtredende overheid Financiële zekerheid: een aanzienlijk deel treft

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Ouderen op de SEH: na een val in beeld

Ouderen op de SEH: na een val in beeld rapport Ouderen op de SEH: na een val in beeld Onderzoek 12 t/m 25 september 2016 op de SEH Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO)

Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) Home no. 1 Februari 2018 Themanummer Cardiovasculair Eerdere edities Verenso.nl Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) Geen bewijs voor effectiviteit van preventieve cardiovasculaire medicatie

Nadere informatie

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder)

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Samenvatting De ernst van het probleem rond vallen bij ouderen blijkt uit het grote aantal Spoedeisende hulpbehandelingen (SEH), het hoge aandeel opname na SEH-behandeling,

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Patiënt informatiebrief DRAINAGE Studie

Patiënt informatiebrief DRAINAGE Studie Patiënt informatiebrief DRAINAGE Studie Endoscopische versus percutane galwegdrainage voor operatie van een hilair cholangiocarcinoom Geachte mevrouw/mijnheer, Dit onderzoek, waarvoor uw medewerking wordt

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting en Conclusie

Chapter 10. Samenvatting en Conclusie Chapter 10 Samenvatting en Conclusie 91 SAMENVATTING EN CONCLUSIE De thesis behandelt de resultaten van chirurgie op de thoracale sympaticusketen en bestaat inhoudelijk uit twee delen en een scharnierartikel

Nadere informatie

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 31016 Ziekenhuiszorg Nr. 623 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Hierbij

Nadere informatie

PATIËNTINFORMATIE STUDIE NAAR HET EFFECT VAN INTRA ARTERIËLE

PATIËNTINFORMATIE STUDIE NAAR HET EFFECT VAN INTRA ARTERIËLE PATIËNTINFORMATIE STUDIE NAAR HET EFFECT VAN INTRA ARTERIËLE BEHANDELING OP DE GEZONDHEIDSTOESTAND BIJ EEN HERSENINFARCT Geachte heer / mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch

Nadere informatie

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Micro endoscopische operatie (buisjesmethode) voor lage rughernia minder effectief U doet mee aan de Sciatica MED Trial, het doelmatigheidsonderzoek naar de behandeling

Nadere informatie

Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees

Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees Professor dr. A van der Heide Dr. L van Zuylen Drs. E Geijteman Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees Professor dr. Zuurmond Dr. R Perez Drs. B Huisman Medicatiemanagement in de laatste

Nadere informatie

Meting maart 2014 DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN

Meting maart 2014 DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN Meting maart 2014 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN Nederland is duidelijk op weg naar een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Niels Schenk en Pearl Dykstra Erasmus Universiteit Rotterdam Mei 2013 INTRODUCTIE Onderzoek naar

Nadere informatie

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Is er een expertisecentrum?

Is er een expertisecentrum? Hand-out perspectief lysosomale stapelingsziekten 05-06-2014 De ervaringen met de zorg van patiënten met lysosomale stapelingsziekten zijn door middel van een online enquête onderzocht, in het kader van

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Verbetert de zorg na de behandeling van dikke darmkanker

Nadere informatie

Fietsongevallen en alcohol

Fietsongevallen en alcohol Fietsongevallen en alcohol Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks vinden gemiddeld 2.700 behandelingen plaats op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis in verband met letsel opgelopen

Nadere informatie

Drie-dimensionale echografie voor het verbeteren van cosmetisch resultaat bij borstkanker patiënten; TURACOS trial

Drie-dimensionale echografie voor het verbeteren van cosmetisch resultaat bij borstkanker patiënten; TURACOS trial Drie-dimensionale echografie voor het verbeteren van cosmetisch resultaat bij borstkanker patiënten; Geachte mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH

NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH Slide 5 Ik ga u een stukje van mijn oratie laten zien, die ik op 11-12-13 heb uitgesproken. Voor degenen die daar ook waren,

Nadere informatie

MOSAIC studie Informatiebrief voor cases

MOSAIC studie Informatiebrief voor cases 1 MOSAIC studie Informatiebrief voor cases Informatiebrief betreffende het onderzoek (MOSAIC studie): de gevolgen van acute hepatitis C virus infectie bij HIV positieve en HIV negatieve mannen die seks

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje.

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Patiënteninformatie Prevent Trial ABR Nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Originele titel: Preventie van parastomale hernia door versterking

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

blijf staan valpreventie in verzorgingshuizen

blijf staan valpreventie in verzorgingshuizen blijf staan valpreventie in verzorgingshuizen Valongelukken in verzorgingshuizen - de cijfers Jaarlijks raken ongeveer 3600 bewoners van verzorgingshuizen zodanig verwond dat ze op een Spoedeisende Hulpafdeling

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Observationeel onderzoek van de BioMimics 3D-stent bij de behandeling van perifeer vaatlijden Officiële titel: Een prospectief,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 138 Uitstel van ouderschap De positie van de vrouw in de westerse maatschappij is de laatste tientallen jaren fundamenteel veranderd. Vrouwen zijn hoger opgeleid dan vroeger en werken vaker buitenshuis.

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Osteoporose: de feiten

Osteoporose: de feiten Reinier de Graaf Groep Osteoporose: de feiten Dieu Donne Niesten Orthopedisch chirurg RdGG CBO richtlijn 2011 Osteoporose is een chronische aandoening die in hoofdzaak bij ouderen voorkomt Mede als gevolg

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje.

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Patiënteninformatie Prevent Trial ABR Nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Originele titel: Preventie van parastomale hernia door versterking

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

INFORMATIEBRIEF HOSPITAL-ADL STUDIE

INFORMATIEBRIEF HOSPITAL-ADL STUDIE INFORMATIEBRIEF HOSPITAL-ADL STUDIE Titel van het onderzoek: Ontrafelen van het mechanisme achter ziekenhuis-gerelateerd functieverlies (Hospital-ADL studie). Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u vriendelijk

Nadere informatie

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN CORONAIRLIJDEN Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden behandeld middels coronaire bypasschirurgie (CABG) en een

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Type darmoperatie voor geperforeerde diverticulitis

Type darmoperatie voor geperforeerde diverticulitis Type darmoperatie voor geperforeerde diverticulitis Geachte heer, mevrouw, Bij u is vastgesteld, dat er mogelijk sprake is van een perforatie (gaatje) van de dikke darm ten gevolge van divertikels (uitstulpingen).

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011 cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 211 Sterfte bij vrouwen en mannen Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke oorzaak van overlijden

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?

Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli? INTERVIEW d.d. 28 december 2009 Coeliakiepoli Op het interview-wenslijstje van Nynke en Zara staat Dr. Luisa Mearin. Zij is kinderarts MDL in het LUMC te Leiden en heeft als eerste met haar collega s in

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS

OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS Susanne Smorenburg, programmamanager Ben Sajetcentrum Marjon van Rijn, docent / onderzoeker HvA / AMC Symposium HBO-V van de Toekomst

Nadere informatie

Patiënt informatie over de TREND studie Medisch wetenschappelijk onderzoek

Patiënt informatie over de TREND studie Medisch wetenschappelijk onderzoek Patiënt informatie over de TREND studie Medisch wetenschappelijk onderzoek TREND-studie Deelnemende ziekenhuizen in Nederland: Chirurgische of endoscopische behandeling van grote poliepen in de endeldarm?

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen BIJLAGE 1 Vragenlijst Vragen die betrekking hebben op de borging van de kwaliteit van de zorg. A. Algemeen Ik werk momenteel als arts

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47466 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Govaert, J.A. Title: Value-based healthcare in colorectal cancer surgery : improving

Nadere informatie

MONITOR WERK Meting maart 2014. 34993 Maart 2014 Francette Broekman

MONITOR WERK Meting maart 2014. 34993 Maart 2014 Francette Broekman MONITOR WERK Meting maart 2014 34993 Maart 2014 Francette Broekman GfK Intomart 2014 34993 Achmea Volgens Nederland Werk Maart 2014 1 Inleiding GfK Intomart 2014 34993 Achmea Volgens Nederland Werk Maart

Nadere informatie

Ergonomie van het zitten

Ergonomie van het zitten Ergonomie van het zitten In de oudheid was het een privilege om te mogen zitten, tegenwoordig is het in sommige beroepen eerder regel dan uitzondering en zitten we meer dan 8 uur per dag. Nog nooit heeft

Nadere informatie

chronische alvleesklierontsteking

chronische alvleesklierontsteking patiënteninformatie chronische alvleesklierontsteking U heeft last van een terugkerende ontsteking van de alvleesklier. We noemen dit een chronische alvleesklierontsteking. Wat is een chronische alvleesklierontsteking?

Nadere informatie

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Geachte heer/mevrouw, Zwolle, april 2010

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Geachte heer/mevrouw, Zwolle, april 2010 Patiënteninformatie Prevent trial Isala kliniek ABR nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Originele titel: Preventie van parastomale hernia

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen Goede zorg van groot belang Nederlanders staan open voor private investeringen Index 1. Inleiding p. 3. Huidige en toekomstige gezondheidszorg in Nederland p. 6 3. Houding ten aanzien van private investeerders

Nadere informatie

SAMENVATTING 149 Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven omtrent biomateriaal-gerelateerde infecties in de Orthopedie. Als doelstelling van dit proefschrift wordt geformuleerd

Nadere informatie

NRC-Studie. Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie

NRC-Studie. Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie Patiënt Informatie Brief Afdeling Orthopaedie Medisch Centrum Haaglanden Januari 2008 Geachte heer, mevrouw, Inleiding U heeft een rotator cuff

Nadere informatie

Verpleegkundige in opleiding

Verpleegkundige in opleiding Volg je hart, gebruik je hoofd Verpleegkundige in opleiding Opleiding verpleegkunde Zoek je zinvol werk en wil je graag voor mensen zorgen? Word dan verpleegkundige! Kom naar VUmc. Wij zijn je ideale partner

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Ooglid correcties. Wens chirurgie, Martin Janssen (Janssen kliniek Oisterwijk)

Ooglid correcties. Wens chirurgie, Martin Janssen (Janssen kliniek Oisterwijk) Wens chirurgie, Martin Janssen (Janssen kliniek Oisterwijk) Het is altijd goed om naar aanleiding van de uitnodiging te spreken over wenschirurgie, om zelf eens terug te kijken op je eigen vakgebied, om

Nadere informatie

Factsheet Hospital Elderly Life Program (HELP) Kwetsbare. ouderen

Factsheet Hospital Elderly Life Program (HELP) Kwetsbare. ouderen Factsheet Hospital Elderly Life Program (HELP) Kwetsbare ouderen Inhoudsopgave Factsheet Hospital Elderly Life Program (HELP) Gevolgen van een delier 3 Preventieve maatregelen 4 Inzet van geschoolde vrijwilligers

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

Resultaten jonge klaren enquête 2014. Marjolein Kremers Penningmeester De Jonge Specialist

Resultaten jonge klaren enquête 2014. Marjolein Kremers Penningmeester De Jonge Specialist Resultaten jonge klaren enquête 2014 Marjolein Kremers Penningmeester De Jonge Specialist Enquête 2014 1322 respondenten 79% Medisch specialist 21% Aios Opleidingsregio s evenredig verdeeld M/V verdeling:

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de minister mr J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Utrecht, 10 mei 2010 Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten

Nadere informatie

ONDERZOEK HARTREVALIDATIE: KAN HET KORTER? Sabrine de Vries Spithoven ANIOS Cardiologie

ONDERZOEK HARTREVALIDATIE: KAN HET KORTER? Sabrine de Vries Spithoven ANIOS Cardiologie ONDERZOEK HARTREVALIDATIE: KAN HET KORTER? Sabrine de Vries Spithoven ANIOS Cardiologie 21-11-2014 INHOUDSOPGAVE Introductie Relevantie Onderzoeksvragen Methode Resultaten Discussie Conclusie Aanbeveling

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

5.4 Gastro-intestinaal

5.4 Gastro-intestinaal 5.4 Gastro-intestinaal 5.4.1 Indicator: Deelname aan de Dutch UpperGI Cancer Audit (DUCA) De mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische behandeling van slokdarmkanker heeft de laatste jaren veel aandacht

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

Werkloosheid in : stromen en duren

Werkloosheid in : stromen en duren Werkloosheid in 24 211: stromen en duren Wendy Smits, Harry Bierings en Robert de Vries Als het aantal mensen dat werkloos wordt groter is dan het aantal werklozen dat er in slaagt weer aan het werk te

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

WMO-huishoudelijke hulp in natura Ontwikkelingen in Nijmegen. Analyse en vooruitblik

WMO-huishoudelijke hulp in natura Ontwikkelingen in Nijmegen. Analyse en vooruitblik WMO-huishoudelijke hulp in natura Ontwikkelingen in Nijmegen Analyse en vooruitblik Afdeling Onderzoek en Statistiek 8 maart 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Ontwikkeling 2008-2011, de cijfers...

Nadere informatie

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 FACTSHEET Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 De spoedeisende hulp (SEH) staat volop in de belangstelling van het beleid. Het aantal SEH-locaties,

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak Officiële titel: De rol van endoscopische echografie

Nadere informatie