1 Informatie verzamelen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Informatie verzamelen"

Transcriptie

1 1 Informatie verzamelen 1.1 Lezen Wat is het? Om op een goede en handige manier een artikel uit een tijdschrift of welke andere tekst dan ook te lezen kun je een bepaalde manier van lezen toepassen: een leesstrategie. Een leesstrategie zegt iets over de manier waarop je een tekst gaat opnemen, een plan. Hoe doe ik het? Voorbereiden Vraag je af waarom je de tekst wilt lezen. Is dit om:. te beoordelen of het de moeite waard is om verder te lezen (zie stappenplan ORIENTEREN). antwoord te vinden op een korte vraag (zie stappenplan ZOEKEN). de grote lijn van een tekst te kennen (zie stappenplan GLOBAAL LEZEN). alles precies te weten (zie stappenplan STUDEREND LEZEN). een mening over de inhoud te geven (zie stappenplan KRITISCH LEZEN). Zoek uit waar de tekst over gaat. Het is handig als je weet wat het doel is van een tekst. De meeste teksten over een serieus onderwerp zijn bedoeld om te informeren. Sommige reclameteksten lijken met opzet op informatieve teksten. Voorbeeld hiervan is de zogenaamde advertorial zoals je die in een vakblad vindt. Zoek naar de hoofdzaken uit een tekst. Hoofdzaken zijn termen, begrippen en situaties. Bijzaken zijn definities, voorbeelden en beschrijvingen. Hoofdzaken zijn vaak te vinden op de volgende plaatsen:. de titel. ondertitel. de lead (de vet- of cursief gedrukte eerste alinea). de tussenkopjes. de laatste alinea. opvallend gedrukte woorden (cursief, vet of GROOT). de illustraties (tekeningen, foto s of grafieken). Herken de alinea s: de tekst springt in, dat wil zeggen dat de tekst meer naar het midden staat. Er staat nieuwe informatie, vaak samengevat in een kernzin. Dit is vaak de eerste of de laatste zin. De kernzin bevat vaak de belangrijkste begrippen, de kernwoorden. Verbindingswoorden zijn voegwoorden tussen twee zinnen. Ze geven informatie over de betekenis van de tekst (omdat? reden; doordat?oorzaak; voordat, nadat? tijd; en?opsomming; of? keuze; maar? tegenstelling). BSL - WB_A4_1KMM 009

2 10 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p De volgende ordening kom je vaak tegen in alinea s:. vroeger nu toekomst. wat wie waar wanneer waarvoor. probleem oorzaak - doel actie resultaat. probleem oorzaak gevolg conclusie. probleem oplossing voordeel nadeel advies Uitvoeren Volg het stappenplan van je keuze: leesstrategieën (stappenplannen) Stappenplan ORIENTEREN. Lees de titel, de lead (de cursief of vetgedrukte eerste alinea), de tussenkopjes, de illustraties en veel voorkomende woorden.. Bepaal of de tekst voor jouw doel geschikt is.. Ga, afhankelijk van je doel, verder met een van de volgende stappenplannen. Stappenplan ZOEKEN. Oriënteer je op de tekst volgens stappenplan ORIENTEREN. Lees je vraag. Zoek je antwoord door in de tekst te kijken naar tussenkopjes en anders gedrukte woorden. Zoek in de alinea s naar kernzinnen en kernwoorden. Stop met lezen als je je antwoord gevonden hebt. Stappenplan GLOBAAL LEZEN. Oriënteer je op de tekst volgens stappenplan ORIENTEREN.. Lees de hele tekst door ( gewoon lezen, zoals in een leesboek).. Let op titel, de lead, tussenkopjes en alinea s.. Noteer per alinea in de belangrijkste zaken in steekwoorden of. Markeer met een lichtgevende stift de belangrijkste zaken. Markeer niet te veel, alleen de kernzin en kernwoorden). Stappenplan STUDEREND LEZEN. Neem de tekst door volgens stappenplan GLOBAAL LEZEN. Noteer per alinea in de belangrijkste zaken in steekwoorden of. Markeer met een lichtgevende stift de belangrijkste zaken.. Markeer niet te veel, beperk je tot de kernzin en kernwoorden.. Zoek de betekenis van de woorden die je niet kent.. Maak een samenvatting van elke alinea.. Verschillende manieren om een tekst samen te vatten zijn: noteren van de hoofdzaken formuleren van je conclusies (geef de oorzaken en gevolgen aan) maken van een schema (zie ook 2.3 Schema maken), tekening of mindmap (een visueel schema) van de inhoud noteren van de kern (maximaal 30 woorden) noteren van je mening over de tekst, met argumenten beschrijven van de hoofdzaken, conclusies en je mening aan een ander. BSL - WB_A4_1KMM 010

3 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 11 Stappenplan KRITISCH LEZEN. Bestudeer de tekst volgens stappenplan STUDEREND LEZEN. Stel jezelf vragen over de tekst (is dit waar, waarom is dat zo, waarom is dit belangrijk, is dit logisch, wat zijn de feiten en wat de meningen, welke voor- en nadelen zijn er, is de informatie betrouwbaar, zijn er meer bronnen, enz.).. Noteer je vragen en opmerkingen en je eigen mening. Afronden Neem je vragen en opmerkingen bij de tekst en je mening, mét argumenten, mee naar je les of studieactiviteit. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Een goede voorbereiding is het halve werk: de juiste literatuur, volledig en goed leesbaar.. Probeer uit wat jij prettig vindt: vragen en aantekeningen noteren in de tekst, in een schrijfblok of met behulp van een laptop.. Een goede houding en omgeving (muziek aan of juist uit?) en goede verlichting helpen bij aandachtig lezen. Hoe kan het anders? Varianten 1 De leerlingen verdelen de theorie in stukjes (bijvoorbeeld: ieder neemt een paragraaf of een hoofdstuk) om te lezen en vervolgens te vertellen aan medeleerlingen. 2 Je kunt je aantekeningen ook weergeven in een schema of mindmap (zie 2.3 Schema maken). Voorwaarden: Praktisch Materialen Pen en papier of laptop, markeerstift Groepsgrootte Individueel Voorbereidingstijd Geen Uitvoeringstijd Afhankelijk van de gekozen leesstrategie: hoe grondiger, hoe meer tijd het vraagt. Bij studerend lezen kun je slechts een paar bladzijden per uur halen. BSL - WB_A4_1KMM 011

4 12 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p Voorbeelden. Globaal lezen bij een inleiding in de restauratietechniek (bij de kwalificatie Medewerker schilderen).. Studerend lezen bij een hoofdstuk over kitten en beschermingsmaterialen (bij de kwalificatie Autoschadehersteller). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen heb je de informatie begrepen, opgenomen en verwerkt? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt? BSL - WB_A4_1KMM 012

5 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n Aantekeningen maken tijdens een klassikale les/hoorcollege Wat is het? Aantekeningen maken is het op papier weergeven van informatie die de docent geeft, zodat je later de structuur van het verhaal en de hoofdpunten kunt teruglezen. Hoe doe ik het? Voorbereiden. Ga zo zitten dat je de docent goed kunt horen en zien.. Zorg dat je de vragen of opmerkingen over de stof die de docent gaat bespreken bij de hand hebt, zodat je die op een passend moment kunt bespreken. Uitvoeren. Schrijf mee met het verhaal van de docent. Geef niet letterlijk, maar in grote lijnen weer wat hij/zij vertelt.. Maak gebruik van afkortingen en symbolen die voor jou begrijpelijk zijn (<, >,?, $, &,,, <, +, - enz.).. Noteer de verwijzingen naar de literatuur die de docent opgeeft, zodat je die later kan nazoeken.. Stel de vragen die je bij de theorie hebt voorbereid. Afronden. Lees voordat je de ruimte verlaat je aantekeningen door en stel vragen aan de docent als informatie voor jou nog onduidelijk is.. Werk zonodig (als de informatie onvolledig of onduidelijk is) je aantekeningen uit en vul ze aan met behulp van je boek of andere bronnen. Schrijf ze niet over, dat kost te veel tijd, maar controleer ze wel op leesbaarheid. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Ga ervan uit dat de docent de theorie behandelt volgens een vaste opbouw met de volgende fasen: inleiding, kern en afsluiting/samenvatting.. Ook als de docent zelf geen vragen stelt aan de leerlingen, kan jij om verduidelijking of voorbeelden vragen.. Als tijdens het college de aandacht van jou of je groepsgenoten verslapt, kun je de docent om een pauze vragen. Passief luisteren houdt geen mens lang vol.. Gebruik in geval van een PowerPoint-presentatie de prints van de sheets om aantekeningen te maken. Je kunt om de sheets vragen bij het begin van de les, of ze van een elektronische leeromgeving halen, waar ze van tevoren op staan. Hoe kan het anders? Varianten 1 De leerlingen verdelen de tekst in stukjes (bijvoorbeeld: ieder neemt een paragraaf of een hoofdstuk) om te presenteren/doceren aan medeleerlingen. 2 De docent betrekt zijn publiek bij het college en stelt prikkelende vragen, die je bij de les houden (responsiecollege). BSL - WB_A4_1KMM 013

6 14 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p 3 De theorie is toegepast op een praktijkgerichte casus uit de praktijk van jou of van een medeleerling. 4 Ter illustratie van de theorie laat de docent een videofragment of filmpje zien. 5 Je filmt het college (in overleg met de docent) en verwerkt de informatie in aantekeningen bij het afspelen van het filmpje. 6 Je neemt het college op met opnameapparatuur (in overleg met de docent) en verwerkt de informatie in aantekeningen bij het afspelen van het geluidsfragment. BSL - WB_A4_1KMM 014

7 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 15 Voorwaarden Praktisch Materialen Pen en papier of laptop, zonodig opnameapparatuur Groepsgrootte (of meer) Voorbereidingstijd Afhankelijk van de opgegeven theorie Uitvoeringstijd minuten Voorbeelden. Een inleiding Marketing (bij de kwalificatie Commercieel medewerker).. Een klinische les in de praktijk over de ziekte diabetes mellitus (bij de kwalificatie Verzorgende). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: heb je de informatie begrijpelijk kunnen noteren in de vorm van aantekeningen? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt? BSL - WB_A4_1KMM 015

8 16 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p 1.3 Uitleg/instructie Wat is het? Je krijgt een mondelinge toelichting over een stuk theorie. Andere benamingen zijn ook wel: hoorcollege, lezing, instructieles. De docent kan deze les geven, maar deze rol kun je als leerling ook overnemen, zoals in een spreekbeurt of presentatie. Een instructie kan ook per film/video gegeven worden. Hoe doe ik het? Voorbereiden. Ga zo zitten dat je de docent goed kunt horen en zien.. Zorg dat je de theorie en pen en papier of laptop bij de hand hebt. Uitvoeren. Luister actief naar de informatie van de docent of medeleerling.. Let op de weergave/samenvatting aan het begin van de uitleg over wat er de vorige keer is besproken. Maak zonodig aantekeningen.. Stel de vragen die tijdens de uitleg bij je opkomen op een passend moment.. Let ook op de afsluiting van de uitleg: een samenvatting of een opdracht om de theorie toe te passen. Afronden. Lees voordat je de ruimte verlaat je aantekeningen door en stel vragen als informatie voor jou nog onduidelijk is. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Ga er vanuit dat de docent de uitleg geeft volgens een vaste opbouw met de volgende fasen: inleiding, kern en afsluiting/samenvatting.. Ook als de docent zelf geen vragen stelt, kan jij om verduidelijking of voorbeelden vragen.. Als tijdens het college de aandacht van jou of je groepsgenoten verslapt, kun je de docent om een pauze vragen. Passief luisteren houdt geen mens lang vol.. Gebruik in geval van een PowerPoint- presentatie de prints van de sheets om aantekeningen te maken. Je kunt om de sheets vragen bij het begin van de les, of ze van een digitale leeromgeving halen waar ze van tevoren op staan. Hoe kan het anders? Varianten 1 Leerlingen verdelen de tekst in stukjes (bijvoorbeeld: ieder neemt een deel van een vaardigheid of handeling waar een je instructie over moet geven) om uit te leggen aan medeleerlingen. 2 De uitleg is toegepast op een praktijkgerichte casus uit de praktijk van jou of van een medeleerling. 3 Ter illustratie kijk je naar een videofragment of filmpje, die je op bepaalde momenten stop kunt zetten en zonodig terugspoelen en opnieuw bekijken. BSL - WB_A4_1KMM 016

9 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 17 Praktisch Voorwaarden Praktisch Materialen Pen en papier of laptop, zonodig geluidsversterking, overhead/beamer, videorecorder/dvd-speler, televisie enzovoort. Groepsgrootte (of meer), afhankelijk van de ruimte en de mogelijkheid voor geluidsversterking. Voorbereidingstijd Afhankelijk van de opgegeven theorie. Uitvoeringstijd minuten, bij langere uitleg is een pauze nodig. Voorbeelden Wat heb ik geleerd?. Een instructie incontinentiemateriaal (bij de kwalificatie Apothekersassistente).. Een instructieles over omgaan met gevaarlijke stoffen (bij de kwalificatie Chauffeur Goederenvervoer).. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: is de informatie begrijpelijk geworden door de uitleg/instructie? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt? BSL - WB_A4_1KMM 017

10 18 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p 1.4 Vragen stellen Wat is het? Vragen zetten je aan het denken. Vragen kun je stellen tijdens een gesprek, na het lezen van een tekst of bijvoorbeeld na het zien van een film. Om goede vragen te stellen moet je rust en tijd nemen en (als je een gesprek voert) goed luisteren. Door goede vragen te stellen laat je zien dat je meer wilt leren. Goede vragen brengen je vaak verder in je denken en je begrip. Hoe doe ik het? Voorbereiden Regels om goede vragen te maken helpen je bij je vraagstelling. Deze regels gaan over:. het soort vragen;. waar vragen over gaan;. technieken voor het stellen van vragen. Er zijn 2 soorten vragen: 1 Open vragen beginnen met: wat, waar, wanneer, hoe. Ze laten de ander veel ruimte voor een antwoord: hoe heb je het ervaren?. 2 Gesloten vragen kun je alleen met ja of nee beantwoorden: was het moeilijk?. Gesloten vragen kunnen suggestieve vragen zijn, bijvoorbeeld: dus jullie kunnen elkaar niet helpen? Vragen kunnen gaan over: 1 Kennis: feiten weergeven en beschrijven (wat, wanneer enz.). 2 Inzicht: begrijpen, uitleggen en verklaren (hoe, waarom). 3 Toepassing: probleem oplossen, ontwikkelen (laten zien hoe). 4 Analyse: onderzoeken en bewijzen (vergelijken, wat zijn verschillen of overeenkomsten). 5 Verbinden/samenvoegen: iets nieuws bedenken, creativiteit inzetten (welk ontwerp, wat zou er gebeuren als). 6 Evaluatie: concluderen, besluiten (wat is de beste, wat gaan we doen). Technieken voor het stellen van vragen: 1 Doorvragen: vragen om verduidelijking, aansluiten bij wat al eerder is gezegd: kun je daar nog meer over vertellen? of hoezo?. 2 Herhalen: dit doe je als je de laatste woorden van de ander vragend herhaalt: het was alleen maar narigheid, dan zeg jij: alleen maar narigheid?. 3 Kritische vragen: helpen je kritisch te na te denken: is dat waar of waarom is dat zo? 4 Samenvatten: je geeft in eigen woorden weer wat de ander gezegd heeft. Dit gaat over een heel stuk, als een vorm van afronding. 5 Parafraseren: je herhaalt in je eigen woorden wat de ander net gezegd heeft. Daarmee controleer je of je begrepen hebt wat de ander gezegd heeft. Het gaat over een klein stukje tekst, dat de ander verwoord heeft: dus je zegt dat je gisteren een conflict met je begeleider had. BSL - WB_A4_1KMM 018

11 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 19 Uitvoeren Stel je vragen schriftelijk (bijvoorbeeld per mail) of mondeling in een gesprek of lessituatie. Afronden Neem je vragen mee naar je les of studieactiviteit. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Gebruik in een gesprek het ezelsbruggetje LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen.. Zorg ervoor dat je met je vragen aansluit op wat de ander vertelt. Als je je spontaan opgewelde vragen stelt, kan het zijn dat je niet aansluit en dat de ander het gevoel krijgt dat je niet luistert. Onthoud de andere vragen voor een later moment.. Pas op met waarom -vragen, deze kunnen bedreigend overkomen en het gevoel geven dat je de ander ter verantwoording roept. Dit hangt erg uit af van de toon waarop je de vraag stelt, een strenge toon geeft vaak een verdedigende reactie.. Stel geen vage vraag als je iets eng of moeilijk vindt, je nodigt de ander dan uit om onder het antwoord uit te komen.. Stel niet meerdere vragen tegelijk. Je gesprekspartner raakt hierdoor makkelijk in verwarring.. Vragen naar emoties hebben vaak wat introductie nodig, anders kan de ander zich er door overvallen voelen. Varianten voor het vragen stellen op papier: 1 De theorie in stukjes verdelen (bijvoorbeeld: ieder neemt een paragraaf of een hoofdstuk) om te lezen en vervolgens vragen te maken en te stellen aan medeleerlingen. 2 Dit kan ook in een kleine groepen: elke groep maakt vragen die door een andere groep beantwoord worden. 3 Vragen maken en gebruiken om een quiz te houden, bijvoorbeeld met juist/onjuistvragen of eenduidige antwoorden (anders is het moeilijk om te jureren). 4 Vragen maken als voorbereiding op een toets. Hiermee stel je de vragen die een docent zou kunnen stellen. 5 Vragen verzamelen in een doos of brievenbus. De docent beantwoordt elke les één of meer vragen. Oefen in kleine groepjes het stellen van vragen in een veilige situatie: zet verkeerd uitgevallen vragen om in goede vragen. Praktisch Voorwaarden Praktisch Materialen Pen, papier of laptop wanneer je de vragen schriftelijk wilt voorbereiden. Groepsgrootte Individueel, in tweetallen of in kleine groepen BSL - WB_A4_1KMM 019

12 20 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p Voorbereidingstijd Afhankelijk van de vorm of opdracht:. vragen voorbereiden voor een gesprek: minuten;. vragen bij een tekst: minuten. Uitvoeringstijd Afhankelijk van de gekozen vorm of opdracht. Voorbeelden. Vragen maken bij de theorie over de anatomie en fysiologie van het hart (bij de kwalificatie Verpleegkundige).. Vragen maken ter voorbereiding van een gesprek met een accountmanager (bij de kwalificatie Verkoper). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: hebben de vragen tot meer of betere kennis, inzicht, toepassing, analyse, verbinding of evaluatie geleid? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt?. Wat vinden je groepsgenoten van bovenstaande punten? BSL - WB_A4_1KMM 020

13 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n Informatie halen uit boeken, tijdschriften en kranten Wat is het? Boeken, tijdschriften, artikelen uit kranten of vakbladen zijn goede informatiebronnen. Ze zijn bruikbaar als je gericht wilt zoeken naar ideeën, foto s wilt verzamelen of theorie wilt bestuderen. De informatie kun je daarna verwerken, bijvoorbeeld in een verslag of presentatie. Hoe doe ik het? Voorbereiden. Baken je onderwerp goed af en beperk je tot enkele trefwoorden. Zorg dat je weet wat je zoekt en waarom je het zoekt.. Verzamel de boeken, tijdschriften en/of kranten die je wilt gebruiken. Maak gebruik van internet, (digitale) bibliotheek, mediatheek.. Gebruik boeken die niet ouder zijn dan vijf jaar. Als je in tijdschriften en kranten zoekt, beperk je dan tot een bepaalde periode, bijvoorbeeld het afgelopen kalenderjaar. Kortom: gebruik de meest recente informatie. Uitvoeren. Maak een eerste selectieronde: welke bronnen zijn bruikbaar? Leg de rest weg.. Lees de informatie door en vat samen wat je denkt te kunnen gebruiken. Kopieer desgewenst de artikelen of knip uit wat je nodig hebt.. Noteer direct waar je de informatie hebt gevonden. Maak een duidelijke bronvermelding. Afronden. Controleer de gevonden informatie op tegenstrijdigheden of witte plekken in de informatie. Vul zonodig de informatie aan uit nieuwe bronnen. Voeg een bronvermelding toe. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. In de literatuurvermelding onderaan een artikel vind je vaak nuttige tips voor nieuwe boeken of tijdschriften, waar je verder in kunt zoeken.. Vermeld altijd de naam van de krant of het tijdschrift en ook de datum van uitgave en de jaargang. Dat geldt voor tekst en ook voor foto s die je gebruikt.. Als je (achtergrond)informatie uit een boek haalt, zoek dan in de inhoudsopgave voorin of in het trefwoordenregister achterin. Het trefwoordenregister in tijdschriften zit meestal in de laatste uitgave van een jaargang.. Tekst kun je, net als foto s, als illustratiemateriaal gebruiken. Schrijf de bron erbij.. Als je specifieke informatie zoekt, bijvoorbeeld cijfermateriaal om je verhaal te ondersteunen, raadpleeg dan ook specifieke bronnen. Vraag daarnaar in de mediatheek.. Zorg ervoor dat je wegwijs bent in het zoeksysteem van de mediatheek/bibliotheek. Welke soorten catalogi zijn er en welke wil je gebruiken (systematische catalogus, trefwoordencatalogus, auteurscatalogus, titelcatalogus)? BSL - WB_A4_1KMM 021

14 22 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p. Je kunt ook online zoeken in digitale bibliotheken, databanken genaamd. De meeste scholen hebben abonnementen op digitale vakbibliotheken die passen bij de eigen beroepsopleidingen. Het kan ook mogelijk zijn thuis in te loggen.. Soms zul je boeken of tijdschriften moeten reserveren. Niet al het materiaal mag uitgeleend worden en zul je dan ter plekke moeten beoordelen of kopiëren. Hoe kan het anders? Varianten 1 Mogelijkheden om de informatie te verwerken zijn: een schema een samenvatting een verslag een werkstuk een mondelinge presentatie een (foto)collage. 2 Elke leerling neemt een informatiebron voor zijn rekening (bijvoorbeeld: ieder neemt een boek of een tijdschrift) om uit te zoeken en te verwerken tot een presentatie aan medeleerlingen. Praktisch Voorwaarden Praktisch Materialen Boeken, tijdschriften, kranten, vakbladen enzovoort. Groepsgrootte 1-25 Voorbereidingstijd geen Uitvoeringstijd 1-2 uur Voorbeelden. Diëten, een zoekopdracht in tijdschriften (bij de kwalificatie Helpende Zorg en Welzijn).. Zuinig autorijden (bij de kwalificatie Autoverkoper). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: heeft het verzamelen van informatie uit boeken, tijdschriften en kranten je geholpen om de informatie te vinden die je zocht? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt? BSL - WB_A4_1KMM 022

15 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n Informatie halen uit een dvd/video of televisieprogramma Wat is het? Dvd s, video s, tv-programma s zijn goede informatiebronnen. Ze zijn bruikbaar als je gericht wilt zoeken naar ideeën, een mening wilt vormen of kennis wilt maken met nieuwe situaties. De informatie kun je op een later moment gebruiken in een filmverslag of presentatie. Hoe doe ik het? Voorbereiden Kiezen. Baken je onderwerp goed af en beperk je tot enkele trefwoorden. Zorg dat je weet wat je zoekt en waarom je het zoekt.. Beperk je tot een bepaalde periode, omdat de informatie anders verouderd kan zijn. Via bijvoorbeeld en is er veel filmmateriaal via internet terug te zoeken. Ook de openbare bibliotheek en de mediatheek van je opleiding beschikken over audiovisueel materiaal. Dit is in te zien via een (online) catalogus. Uitvoeren Zoeken. Maak een eerste selectieronde: welk materiaal is bruikbaar? Leg de rest weg. Bekijk het beeldmateriaal en noteer wat voor jouw onderwerp interessant is en wat je denkt te kunnen gebruiken.. Bekijk eerst het hele programma en daarna in delen. Zet de band stil en vat samen wat je denkt te kunnen gebruiken. Als je het niet kunt opnemen, maak dan klad aantekeningen terwijl je kijkt. Deze aantekeningen werk je meteen daarna uit.. De informatie die je gevonden hebt kun je in eigen woorden verwerken in je tekst, maar je kunt stukjes tekst ook letterlijk aanhalen. Je citeert dan iemand en dat vermeld je.. Kopieer desgewenst filmpjes of maak een samenstelling van wat je nodig hebt.. Noteer welke informatie je waar gevonden hebt. Maak een duidelijke bronvermelding. Presenteren. Als je beeldmateriaal gebruikt om je onderwerp te presenteren, zorg dan dat je beschikt over een goede selectie met een duidelijk begin- en eindpunt.. Zorg dat het op tijd klaar staat en controleer de apparatuur, zodat je zeker weet dat het allemaal werkt. Afronden. Controleer het beeldmateriaal op kwaliteit. BSL - WB_A4_1KMM 023

16 24 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Vermeld altijd de naam van het programma of film, de maker en het jaar van uitkomen.. Als je specifieke informatie zoekt, bijvoorbeeld historische beelden, raadpleeg dan ook specifieke bronnen, zoals een historische vereniging, museum of stadsarchief. Hoe kan het anders? Varianten 1 Mogelijkheden om de informatie te verwerken zijn: een samenstelling van een aantal beelden (compilatie) een mondelinge presentatie met daarin een filmfragment ter illustratie bij je thema. 2 Elke leerling neemt een taak voor zijn rekening (bijvoorbeeld: ieder neemt een tvprogramma of film) om uit te zoeken en te verwerken tot een presentatie aan medeleerlingen. 3 Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid ( Hilversum) is een modern multimediamuseum plus archief met een grote keuze uit de Nederlandse televisiegeschiedenis. Voorwaarden: Praktisch Materialen Dvd- speler, videorecorder en televisie, dvd s, videobanden, internetsites en televisieprogramma s. Eventueel een brander en laptop (inclusief de juiste software) om materiaal te bewerken. Groepsgrootte Alleen, in tweetallen of kleine groepen Voorbereidingstijd minuten Uitvoeringstijd 1-2 uur Voorbeelden. Spelende kinderen (bij de kwalificatie Sociaal cultureel werker).. Nieuwe vormen (bij de kwalificatie Verkoop mobiliteitsbranche). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: heeft de informatie uit dvd/ video of televisie je geholpen aan een idee, mening of theorie. Heb je de informatie goed kunnen gebruiken in een filmverslag of presentatie? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld. BSL - WB_A4_1KMM 024

17 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 25. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt?. Wat vinden je groepsgenoten van bovenstaande punten? BSL - WB_A4_1KMM 025

18 26 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p 1.7 Literatuurstudie Wat is het? Een literatuurstudie is het bestuderen van bronnen om meer over een onderwerp te weten te komen. Met behulp van boeken, tijdschriften, internet, cd s en dergelijke kun je je kennis uitbreiden, ideeën opdoen over een onderwerp of argumenten verzamelen voor een bepaalde mening. Het wordt ook wel literatuuronderzoek genoemd. Hoe doe ik het? Voorbereiden. Stel een zoekprofiel op. Dat wil zeggen: bepaal wat je zoekt en baken het af. Vertaal de beschrijving van je probleem in zoektermen, die geschikt zijn als herkenningswoord en dus als ingang bij het zoeken naar literatuur. Verzamel ook aanverwante termen en begrippen en woorden met dezelfde betekenis.. Verdeel, als je in tweetallen werkt, de taken. Uitvoeren. Zoek systematisch met behulp van de zoektermen in de door jou verzamelde bronnen naar de informatie.. Begin met het oriënterend lezen van de literatuur.. Kijk bij deze literatuur of er in de literatuurverwijzing voor jou bruikbare literatuur staat. Dit is het zogeheten sneeuwbaleffect.. Beoordeel of het materiaal bruikbaar is voor jouw doel en noteer direct waar de tekst over gaat. Zo kun je later gemakkelijker beslissen of het nuttig is voor jouw vraag. Afronden. Verwerk de literatuur die je gevonden hebt op de manier die past bij je opdracht. Maak een samenvatting, bereid je voor op een werkstuk of een mondelinge presentatie (bijvoorbeeld voor stap 7 van de 7-sprong).. Kijk terug naar je oorspronkelijke opdracht. Geeft de literatuur nu antwoord op je vraag: heb je ideeën verzameld, heb je je kennis uitgebreid, heb je de juiste argumenten verzameld? Zo nee, zoek dan verder.. Noteer nauwkeurig je bronnen, dat wil zeggen: vermeld in volgorde: auteur(s), jaartal van publicatie, titel, uitgever, plaats van uitgave.. Noteer literatuur als volgt: Boeken Auteur, voorletter(s) (geen academische titels), jaartal tussen haakjes, TITEL van de publicatie, plaats en uitgeverij. Voorbeeld: Baarda, D.B. & M.P.M. de Goede (2001). Basisboek Methoden en Technieken. Houten: Wolters-Noordhoff BSL - WB_A4_1KMM 026

19 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 27 Tijdschrift- of krantenartikel Auteur, voorletter(s) (geen academische. titels), TITEL van de publicatie. Naam tijdschrift of krant. Nummer, jaargang, pag artikel. Voorbeeld: Bush. R.F., F. Hair & P.J. Solomon. (1979). Consumers level of prejudice and response to black models in advertisements. Journal of Marketing Research (vol. 16: ). Internetpagina Webadres en datum van het bezoeken van de website Voorbeeld: 29 februari Vermeld op de literatuurlijst alle literatuur die je hebt bestudeerd. Het gaat daarbij niet alleen om boeken of tijdschriften, maar ook om krantenartikelen en internetpagina s. Deze lijst doe je in je eindrapport. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Om goed naar informatie te kunnen zoeken is het handig om naar een mediatheek/ bibliotheek te gaan. Hoe groter de theek hoe meer kans van slagen.. Zorg ervoor dat je wegwijs bent in het zoeksysteem van de mediatheek/bibliotheek. Welke soorten catalogi zijn er en welke wil je gebruiken (systematische catalogus, trefwoordencatalogus, auteurscatalogus, titelcatalogus)?. Je kunt ook online zoeken in digitale bibliotheken, databanken genaamd. De meeste scholen hebben abonnementen op digitale vakbibliotheken, passend bij de eigen beroepsopleidingen. Het kan ook mogelijk zijn thuis in te loggen.. Soms zul je boeken of tijdschriften moeten reserveren. Niet al het materaal mag uitgeleend worden en zul je dan ter plekke moeten beoordelen of kopiëren.. Gebruik zoveel mogelijk de nieuwste informatie, dus kijk naar het jaar van publicatie.. Maak onderscheid tussen betrouwbare en onbetrouwbare informatie. Onbetrouwbare informatie is gedateerd, niet volledig, niet kloppend en kan tot gevolg hebben dat je verkeerde conclusies trekt.. Als je iemand letterlijk aanhaalt, dat wil zeggen citeert, vermeld je dat.. Deze activiteit staat of valt bij goed lezen en samenvatten (zie 1.1 Lezen en 2.2 Samenvatten). Vooral bij het aanleren van deze activiteit is het belangrijk dat je hier specifiek aandacht aan geeft. Hoe kan het anders? Varianten 1 Een literatuurstudie verdelen over een aantal leerlingen maakt het werk lichter. Wel is het belangrijk dat je de taken onderling goed verdeelt, zodat je geen dingen dubbel doet. 2 Een tekst herschrijven in leesbaar Nederlands. 3 Aan de hand van de literatuur vragen stellen en die zelf of door anderen (in kleine groepjes) laten beantwoorden. BSL - WB_A4_1KMM 027

20 28 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p Praktisch Voorwaarden Praktisch Materialen Pen, papier, pasje voor de mediatheek/bibliotheek, inlogcodes voor digitale databanken. Groepsgrootte Individueel of in tweetallen. Voorbereidingstijd Afhankelijk van de grootte van het onderwerp van literatuurstudie 1-2 uur. Uitvoeringstijd 2-10 uur Voorbeelden. Klachtenprocedures (bij de kwalificatie Luchtvaartlogisticus).. Terrorismebestrijding in Nederland vanaf 2001 (bij de kwalificatie Vrede en veiligheid). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: heeft de literatuurstudie geleid tot uitbreiding van je kennis, nieuwe ideeën of de juiste argumenten? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met duidelijk voorbeelden.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt?. Wat vinden je groepsgenoten van bovenstaande punten? BSL - WB_A4_1KMM 028

21 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n Telefoneren Wat is het? De (mobiele) telefoon is een belangrijk communicatiemiddel. Je kunt snel informatie vragen en geven. Omdat je elkaar niet kunt zien moet je duidelijk zijn in wat je zegt. Een goed stemgebruik maakt dat je beter te verstaan bent. Er bestaat zoiets als telefoonetiquette : omgangsregels voor juist telefoongebruik. Deze regels gaan over taalgebruik en een correcte afhandeling van telefoongesprekken. Hoe doe ik het? Voorbereiden Bellen Bereid je voor op een telefoongesprek met behulp van deze vragen: Wat is het onderwerp? Wat wil je weten? Met wie wil je spreken? Wie komt nog meer in aanmerking? Voor wie wil je eventueel bericht achterlaten of bel je zelf terug? Bereid je praktisch voor: Heb je op dit moment voldoende tijd hebt voor dit gesprek? Is het voor de ander ook een geschikt moment? Heb je een rustige plek om te bellen? Heb je voldoende beltegoed (als je mobiel belt)? Heb je het juiste telefoonnummer? Heb je pen en papier bij de hand? Heb je de benodigde papieren/brieven/documenten/gegevens klaar liggen? Uitvoeren. Zorg ervoor dat je niet gestoord wordt tijdens het telefoongesprek.. Begroet de persoon die de telefoon opneemt, dat geeft je gesprekspartner de kans om even aan je stem te wennen, waardoor hij je naam goed zal verstaan (goedemorgen, goedemiddag enz.).. Onthoud (of noteer) de naam van degene aan de andere kant van de lijn.. Spreek vriendelijk.. Speek duidelijk en niet te snel. Bedenk dat je gesprekspartner je niet kan zien en dus alleen op het geluid van je stem af moet gaan.. Maak duidelijk wie je bent en wie je wilt spreken of waarom je belt.. Vraag of het moment goed gekozen is of wanneer het wel schikt.. Excuseer je als het niet het goede moment is.. Zorg dat degene met wie je het gesprek voert, jouw naam goed heeft verstaan en weet waarover het gaat.. Als je het gesprek kunt voeren met de juiste persoon: houd je vragen of aantekeningen erbij. schrijf belangrijke dingen op. neem de tijd om je punten en vragen af te werken.. Bedank je gesprekspartner.. Groet de ander voor je het gesprek afbreekt. BSL - WB_A4_1KMM 029

22 30 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p Gebeld worden. Zeg duidelijk je naam als je de telefoon aanneemt.. Als je weet dat je teruggebeld wordt: zorg er dan voor dat je zelf de telefoon aanneemt of dat je anderen hebt laten weten dat jij teruggebeld wordt. zorg ervoor dat je voorbereid bent: pen en papier, alle spullen bij de hand.. Als je teruggebeld wordt op een moment dat het je niet uitkomt en je kunt dat zeggen, maak dat dan duidelijk en wees helder over het moment waarop het gesprek wél kan plaatsvinden. Doorverbinden. Houd de wachttijd voor degene die belt kort.. Als de lijn bezet is, vraag dan wat de beller wil: wachten of teruggebeld worden of een boodschap doorgeven.. Schrijf de naam en het telefoonnummer van de beller op als hij teruggebeld wil worden.. Als je wel kunt doorverbinden, noem dan de naam van degene met wie je de beller doorverbindt en ook omgekeerd: de naam van de beller tegen degene met wie wordt doorverbonden. Je stelt ze dus eigenlijk aan elkaar voor.. Bedank de beller voor het wachten.. Als de beller iemand wil spreken die niet in de buurt is, ga dan niet roepen, maar ga de persoon zoeken of halen of spreek af dat die persoon direct terugbelt. Afronden. Moet je terugbellen, noteer dan in je agenda wanneer je dat gaat doen.. Als je het gesprek hebt kunnen voeren, werk dan de informatie uit. Orden de gegevens duidelijk. Noteer de naam van de persoon met wie je gesproken hebt, de datum en de gemaakte afspraken. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Als je telefoneert om informatie te vragen, bereid dan je vragen goed voor, zodat je niets vergeet. Terugbellen omdat je dingen vergeten bent komt niet zo sterk over als je bijvoorbeeld een stageplaats zoekt.. Als je veel telefoontjes moet voeren en je moet daarbij aantekeningen maken, gebruik dan een koptelefoon of headset, zodat je je handen vrij hebt om te schrijven of gegevens in te voeren in een laptop of computer.. Het klinkt misschien raar, maar glimlach tijdens het telefoneren. Hierdoor gaat je stem iets hoger klinken, wat aardiger klinkt voor je gesprekspartner.. Spreek als het mogelijk is een voic in, maar houd er rekening mee dat je niet teruggebeld wordt. Bel zelf opnieuw.. Zorg ervoor dat je met je vragen aansluit op wat de ander vertelt. Als je je spontaan opgewelde vragen stelt kan het zijn dat je niet aansluit en dat de ander het gevoel krijgt dat je niet luistert. Onthoud de andere vragen voor een later moment.. Stel niet meerdere vragen tegelijk. Je gesprekspartner raakt hierdoor makkelijk in verwarring. BSL - WB_A4_1KMM 030

23 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 31 Hoe kan het anders? Varianten 1 Telefoongesprekken die je in je beroep moet voeren, kun je heel goed voorbereiden op school in een practicum aan de hand van casussen. Je oefent dan met behulp van een telefooncentrale of callcenter. 2 Als je iemand wat langer achter elkaar wilt spreken, bijvoorbeeld voor een interview, maak dan een afspraak voor het telefoongesprek. Dit kun je per mail of per telefoon doen. Praktisch Voorwaarden Praktisch Materialen Telefoonscript, pen, papier of (mobiele) telefoon evt. met headset. Groepsgrootte Individueel, in tweetallen of in kleine groepen met observanten Voorbereidingstijd Afhankelijk van de vorm of opdracht:. vragen voorbereiden voor een telefoongesprek: 5-15 minuten. Uitvoeringstijd Afhankelijk van het aantal te voeren telefoontjes. Voorbeelden. Aan de telefoon, practicum (bij de kwalificatie Doktersassistente).. Een stageplaats zoeken (bij elke kwalificatie mogelijk). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: heeft het telefoongesprek tot de juiste informatie of een goed resultaat geleid? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt? BSL - WB_A4_1KMM 031

24 32 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p 1.9 Interviewen Wat is het? Een interview is een vraaggesprek waarin je informatie over een thema verzamelt. Er zijn verschillende soorten interviews, bijvoorbeeld de losse vorm, zoals je die vaak op tv en radio hoort en de interviews met een vastere vorm. De vragen zijn dan al meer of minder vastgelegd. In een enquête liggen de vragen helemaal vast. Hoe doe ik het? Voorbereiden. Stel vast wat het doel van je interview is en welke gespreksthema s je wilt bespreken.. Houd rekening met de tijd die je beschikbaar hebt.. Bereid het gesprek voor door het maken van vragen (zie 1.4 Vragen stellen). Formuleer de vragen zo neutraal mogelijk en gebruik geen ingewikkelde taal.. Breng een volgorde aan in de vragen. Stel eerst de algemene en inleidende vragen en daarna pas de vragen die dieper op het onderwerp ingaan. Zorg voor een goede openingsvraag.. Maak een afspraak met de persoon die jou de beste informatie kan geven.. Neem een blocnote, pen en papier of opnameapparatuur (in je mobiele telefoon?) mee naar het interview. Voor het opnemen moet je wel eerst toestemming vragen. Uitvoeren. Maak rustig kennis met de geïnterviewde en zorg voor een ontspannen sfeer.. Houd het interview binnen de gestelde tijd met daarin de verschillende fasen: begin, waarin je het doel, de tijd die je hebt en je gesprekthema s vertelt. midden, waarin je het thema verkent door doorvragen en samenvatten. afsluiting, waarin je het gesprek samenvat.. Gebruik verschillende typen vragen door elkaar: open vragen waarop iemand een open antwoord kan geven (kost over het algemeen meer tijd). gesloten vragen die alleen met ja of nee te beantwoorden zijn (geschikt om de geïnterviewde een stellige uitspraak te ontlokken).. Spreek af hoe je met gegevens zult omgaan. Mag je namen gebruiken?. Wil de geïnterviewde het eindresultaat nog lezen voordat het gepubliceerd wordt?. Moeten er nog foto s worden gemaakt? Doe dit nu of maak een nieuwe afspraak.. Bedank de geïnterviewde voor zijn tijd en aandacht. Afronden. Werk het interview zo snel mogelijk uit. Je weet dan beter hoe het gesprek is verlopen en wat de sfeer was. Ook je eigen aantekeningen begrijp je dan beter.. Zorg dat je de afspraak nakomt met de geïnterviewde over de inzage in het eindresultaat. BSL - WB_A4_1KMM 032

25 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 33 Aandachtspunten om missers in een gesprek te voorkomen. Het kan handig zijn om je gesprekspartner al op de hoogte te stellen van de thema s en de vragen die je wilt gaan stellen. Zo kan hij zich goed voorbereiden en voelt hij zich niet overvallen.. Gebruik in een gesprek het ezelsbruggetje LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen.. Zorg ervoor dat je aansluit met je vragen op wat de ander vertelt. Als je de spontaan opgekomen vragen stelt kan het zijn dat je niet aansluit en dat de ander het gevoel krijgt dat je niet luistert. Onthoud de andere vragen voor een later moment.. Pas ervoor op dat je geen waardeoordelen (afkeuringen of goedkeuringen) in je vragen stopt. Je moet je blijven concentreren op de informatie. Jouw mening is nu niet aan de orde.. Vermijd suggestieve vragen waarin jij je eigen invulling geeft.. Vragen naar emoties hebben vaak wat introductie nodig, anders kan de ander zich erdoor overvallen voelen. Hoe kan het anders? Varianten 1 Een interview met een groepsgenoot is een leuke kennismaking met een opleiding. 2 Als het moeilijk is om een afspraak te maken om iemand te ontmoeten voor een interview, kun je voorstellen een telefonisch interview op afspraak te houden. 3 Als je met twee leerlingen een interview houdt kun je de taken verdelen: de één vraagt en de ander noteert. Ook kun je elkaar aanvullen. 4 Een interview over hetzelfde thema met verschillende mensen kan uiteenlopende informatie opleveren. Dit kan boeiend vergelijkingsmateriaal zijn. 5 Als je wat meer ervaring hebt, kun je ook werken met een gespreksagenda. Je gebruikt dan geen uitgeschreven vragen voor je interview, maar alleen een lijstje met gesprekspunten. Praktisch Voorwaarden Materialen Blocnote, pen, papier of opnameapparatuur Groepsgrootte Individueel of in tweetallen Voorbereidingstijd minuten Uitvoeringstijd. interview afnemen: minuten. interview uitwerken: 2-3 uur BSL - WB_A4_1KMM 033

26 34 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p Voorbeelden. Interview een ervaren mediavormgever over zijn loopbaan (bij de kwalificatie Mediavormgever).. Interview een lid van de Medezeggenschapsraad van de school over de agenda van het komend jaar (bij het profiel Burgerschapscompetenties). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: heeft het interview tot meer informatie over het thema geleid? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt?. Wat vinden je groepsgenoten van bovenstaande punten? BSL - WB_A4_1KMM 034

27 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n Enquête houden Wat is het? Een enquête is een vragenlijst met vastgestelde vragen die je aan verschillende mensen voorlegt. Door het houden van een enquête verzamel je informatie over een van te voren bepaald thema. Uit de antwoorden die je krijgt op de vragen wil je conclusies trekken over het onderwerp dat je onderzoekt. Een evaluatieformulier na een lesperiode of module is ook een vorm van enquête. Een enquête kan mondeling of schriftelijk gehouden worden. Je kunt een enquête afnemen bij zomaar een groep mensen (willekeurig gekozen), zoals winkelend publiek en bij mensen die bij een bepaalde groep horen, zoals lezers van een bepaald tijdschrift. Hoe doe ik het? Voorbereiden. Stel vast wat het doel van je enquête is en welke onderwerpen daarin voor moeten komen. Gaat het om krijgen van informatie of om te onderzoeken of een bepaald idee/veronderstelling klopt? Zorg dat je weet wat je probleemstelling is. Als je het probleem dat je wilt onderzoeken helder hebt, weet je ook beter welke vragen je wilt stellen.. Bepaal je onderzoeksgroep, dat wil zeggen: bij wie ga je de enquête afnemen? Stel vast hoeveel mensen je minimaal en maximaal een enquête wilt afnemen om straks conclusies te mogen trekken.. Maak een plan van aanpak. Ga je met je vragenlijsten de straat op, bel mensen of gebruik je een papieren of digitale vragenlijst. Hoe zorg je ervoor dat het je zoveel mogelijk antwoorden krijgt (= respons)?. Bedenk van tevoren hoe je de informatie kunt verwerken voor het doel dat je gesteld hebt.. Maak vragen. Noteer eerst de algemene en inleidende vragen en daarna pas de vragen die dieper op het onderwerp ingaan. Maak een lijst met vragen waaruit je een keuze kunt maken.. Formuleer de vragen zo neutraal mogelijk en gebruik geen ingewikkelde taal.. Werk de enquête uit op een leesbare en overzichtelijke manier. Zorg dat er voldoende ruimte is om de antwoorden op te schrijven of aan te kruisen.. Bedenk hoe je iemand bij wie je een enquête wilt afnemen wilt benaderen. Houd het vriendelijk en kort.. Vermenigvuldig de enquête of plaats hem in een digitale omgeving. Uitvoeren. Geef een korte introductie (mondeling, schriftelijk/digitaal).. Houd de mondelinge enquête binnen de gestelde tijd.. Ga zorgvuldig om met de gegevens die je verzamelt. Bewaak waar nodig de privacy van mensen.. Houd bij hoeveel enquêtes je afneemt, uitzet of opstuurt en hoeveel antwoorden je krijgt.. Bedank de geënquêteerde voor zijn tijd en medewerking. Afronden. Werk de enquêtes uit. Kijk of je verbanden kunt leggen tussen de verschillende uitkomsten. Trek conclusies. BSL - WB_A4_1KMM 035

28 36 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p. Verwerk je bevindingen in een verslag. Vermeld hoeveel personen gereageerd hebben en dus in je onderzoek betrokken zijn. Vermeld ook hoeveel personen niet gereageerd hebben. Leg uit wat je probleemstelling of je veronderstelling was en welke conclusies je nu denkt te kunnen trekken. Kun je aanbevelingen geven op grond van de uitkomsten? Heeft het zin verder onderzoek te doen? Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Houd bij het maken van vragen het doel van je enquête goed in de gaten. Bereik je dat met deze vragen? Zijn de vragen duidelijk?. Stel je open vragen waarop iemand een open antwoord kan geven of gesloten vragen die alleen met ja of nee te beantwoorden zijn, of gebruik je ze door elkaar? Het is handig om het soort vragen bij elkaar te zetten.. Kun je bij open vragen het antwoord opschrijven, terwijl iemand je antwoord geeft?. Hebben de mensen die ondervraagd worden nog de gelegenheid om zelf iets in te vullen of aan te vullen?. Beperk het gebruik van open vragen, omdat het verwerken van de gegevens vaak veel tijd kost en de antwoorden soms moeilijk te verklaren zijn.. Een lange enquête nodigt niet erg uit om mee te doen. Voor een korte enquête zijn mensen makkelijker over te halen.. Het is raadzaam de enquête eerst bij enkele personen als proef af te nemen. Dat geeft jou de mogelijkheid om nog enkele vragen bij te stellen.. Bedenk dat mensen niet altijd moeite willen doen voor een enquête. Maak het ze zo makkelijk mogelijk. Stuur bijvoorbeeld bij een papieren vragenlijst een antwoordenvelop met porto mee.. Je kunt de medewerking om deel te nemen aan een enquête stimuleren door na afloop een kleine beloning te geven of iets onder de deelnemers te verloten.. Pas ervoor op dat je bij een mondelinge enquête geen waardeoordelen (afkeuringen of goedkeuringen) in je vragen stopt. Je moet je blijven concentreren op de informatie. Jouw mening is nu niet aan de orde.. Vragen naar emoties hebben vaak wat introductie nodig (in de tekst of mondeling toegelicht), anders kan de ander zich erdoor overvallen voelen. Hoe kan het anders? Varianten 1 Als het moeilijk is om iemand te ontmoeten voor een enquête, kun je voorstellen een telefonische enquête op afspraak te houden. 2 Vragen maken kun je alleen doen of in een groepje. Als je met twee leerlingen een mondelinge enquête houdt kun je de taken verdelen: de één vraagt en de ander noteert. 3 Een schriftelijke enquête kan per mail verstuurd worden, maar ook op internet geplaatst worden. 4 Bij mondelinge enquêtes kan het handig zijn om met antwoordkaarten te werken, waarop de verschillende mogelijkheden staan die een geënquêteerde kan kiezen. Een lange opsomming is namelijk lastig te onthouden. Praktisch Voorwaarden Materialen Blocnote, pen, papier of (digitale) enquêteformulieren BSL - WB_A4_1KMM 036

29 1 i n f o r m a t i e v e r z a m e l e n 37 Groepsgrootte Individueel of in tweetallen Voorbereidingstijd 1-4 uur Uitvoeringstijd. (Mondeling) enquête afnemen: 5-20 minuten.. Enquête uitwerken: 2-4 uur. Voorbeelden. Een online enquête als onderdeel van een klanttevredenheidsonderzoek voor een digitale dienst (bij de kwalificatie Medewerker informatiedienstverlening).. Enquête Kinderen bij de tandarts (bij de kwalificatie Tandartsassistente). Wat heb ik geleerd?. Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen: heeft de enquête tot meer informatie over het thema of een bevestiging van je idee/veronderstelling geleid? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld.. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit?. Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt?. Wat vinden je groepsgenoten van bovenstaande punten? BSL - WB_A4_1KMM 037

30 38 a c t i e f l e r e n v o o r e e n b e r o e p 1.11 Op excursie of werkbezoek gaan Wat is het? Een excursie is een voorbereide en doelgerichte reis naar een plaats die raakvlakken heeft met je beroep. Met een werkbezoek bezoek je de werkplek zelf. Het doel van beide bezoeken is dat je informatie kunt verzamelen en dat je ziet hoe bepaalde zaken in de praktijk werken. Hoe doe ik het? Voorbereiden. Bepaal het doel en het thema van de excursie of het werkbezoek.. Bereid je voor op het onderwerp door het lezen van literatuur, folders, bekijken van websites, films, foto s.. Vorm zonodig groepjes. Maak afspraken over wat je tijdens je bezoek gaat doen:. Zorg dat je de benodigde materialen beschikbaar hebt om foto s te maken, te observeren, verslag te doen, gesprekken te voeren, te interviewen enzovoort.. Maak afspraken over hoe je het bezoek zult gaan verwerken, zoals bijvoorbeeld in een presentatie of een verslag.. Bereid je voor op de organisatie van het bezoek. Regel de volgende zaken goed: een tijdsplanning (duur, start en einde) de reis en het vervoer eten en/of drinken de financiën de communicatie over de excursie of het werkbezoek de reisdocumenten en ID-kaart/paspoort. Uitvoeren. Ga op pad: ga op excursie of op werkbezoek.. Kijk en luister aandachtig. Richt je aandacht vooral op zaken die je alleen ter plekke te weten kunt komen of kunt zien.. Doe de activiteiten zoals je die hebt afgesproken in de voorbereiding.. Bedank (als dat van toepassing is) de mensen die je/jullie ontvangen hebben voor hun tijd en inzet.. Vraag zonodig de begeleidend docent om uitleg of om hulp bij het oplossen van problemen. Afronden. Werk zo snel mogelijk, liefst dezelfde dag, je aantekeningen uit en vul de informatie, als die onvolledig of onduidelijk is, aan met behulp van andere bronnen. Schrijf ze niet over, dat kost te veel tijd, maar controleer ze wel op leesbaarheid.. Bereid je vervolgens voor op de verwerking van het bezoek, zoals je die in de voorbereiding hebt afgesproken. Handige tips Aandachtspunten om missers te voorkomen. Wees actief in de voorbereiding. Dit heeft als voordeel dat je niet voor verrassingen komt te staan. Ook kun je zo je invloed gebruiken om het programma naar je hand te zetten. Zo zal het beter passen bij wat jij wilt of nodig hebt. BSL - WB_A4_1KMM 038

1 Informatie verzamelen

1 Informatie verzamelen 1 Informatie verzamelen 1 Lezen Wat is het? Om op een goede en handige manier een artikel uit een tijdschrift of welke andere tekst dan ook te lezen kun je een bepaalde manier van lezen toepassen: een

Nadere informatie

Informatie verzamelen

Informatie verzamelen Informatie verzamelen. Lezen en studeren 2.2 Vragen stellen 4.3 Informatie halen uit boeken en tijdschriften, en van internet, dvd/video of tv 7.4 Interviewen 9.5 Enquête houden.6 Op excursie of werkbezoek

Nadere informatie

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? Noteer ook 2 reservekeuzen: 1. 2. 1. Wat weet je al van dit beroep? Schrijf het

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52520

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52520 Spreken - Presenteren HV 1 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52520 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal. & OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Onderzoek in de BPV. Interview

Onderzoek in de BPV. Interview Onderzoek in de BPV Interview Interview schema Soorten interview Het gestandaardiseerde interview Het half-gestandaardiseerde interview (Deze doen jullie) Het open interview Het gestandaardiseerde interview

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals

Nadere informatie

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn. Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2012-2013

Sectorwerkstuk 2012-2013 Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

Informatie verzamelen

Informatie verzamelen Informatie verzamelen 1 11 Lezen en studeren Wat is het? Hoe doe ik het? Om op een goede en handige manier een artikel of boek of welke andere tekst dan ook te lezen, kun je een bepaalde manier van lezen

Nadere informatie

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider: Naam:. Klas: Namen groepsleden:........ Begeleider: 1 Inleiding In deze projectweek ga je onderzoek doen. Dit onderzoek is ter voorbereiding op het sectorwerkstuk in de vierde klas. Dit boekje is jouw

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die

Nadere informatie

Voorbeeld Praktijkopdracht. Commercieel medewerker binnendienst niveau 3. Betreft: Verzamelen van klant-, product- en/of marktinformatie

Voorbeeld Praktijkopdracht. Commercieel medewerker binnendienst niveau 3. Betreft: Verzamelen van klant-, product- en/of marktinformatie Voorbeeld Praktijkopdracht Commercieel medewerker binnendienst niveau 3 Betreft: Verzamelen van klant-, product- en/of marktinformatie Kwalificatiedossier Commercieel medewerker 2011-2012 Kwalificatie

Nadere informatie

Techniekkaart: Het houden van een interview

Techniekkaart: Het houden van een interview WAT IS EEN INTERVIEW? Een interview is een vraaggesprek. Wat een interview speciaal maakt, is dat je met een interview aan informatie kunt komen, die je niet uit boeken kunt halen. Als je de specifieke

Nadere informatie

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie

Nadere informatie

Presenteren. Oriëntatie

Presenteren. Oriëntatie Oriëntatie Dit ga je doen Je gaat een stand (marktkraam) inrichten om te laten zien wat je gedaan hebt tijdens dit project en wat je eindresultaat is. Je probeert jullie stand zo te maken dat het aantrekkelijk

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

HALLO WERELD WERKSTUK

HALLO WERELD WERKSTUK HALLO WERELD WERKSTUK Opdracht Maak een werkstuk over China, het onderwerp van het boek De Parel en De Draak. Beschrijf verschillende aspecten van het land en maak je werkstuk zo afwisselend mogelijk.

Nadere informatie

Juf Sabine en juf Maaike

Juf Sabine en juf Maaike Je moet daar heel wat voor kunnen: - Je moet goed kunnen lezen - En ook goed begrijpen wat je leest - Je moet goed kunnen opzoeken - En goed kunnen kiezen wat je wel en niet nodig hebt. - Je moet je verhaal

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Dit stappenplan is ingevuld door:

Dit stappenplan is ingevuld door: STAPPENPLAN Dit stappenplan is ingevuld door: Dit is jullie opdracht: Bekijk de kranten en/of nieuwssites die je toegewezen krijgt. Ga op zoek naar een nieuwsartikel waarin techniek een belangrijke rol

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Beroepenwerkstuk 3 MAVO Beroepenwerkstuk 3 MAVO 2015 2016 1 INLEIDING Het beroepenwerkstuk: Een van de onderdelen van het programma beroepenoriëntatie in 3 mavo is het maken van een beroepenwerkstuk en het presenteren hiervan

Nadere informatie

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties Presenteren vmbo-4 Presenteren is aan de ene kant een kunst de één is er beter in dan de ander maar aan de andere kant valt of staat elke presentatie met een goede voorbereiding en veel oefening. Bij presenteren

Nadere informatie

Handleiding voor de leerling

Handleiding voor de leerling Handleiding voor de leerling Inhoudopgave Inleiding blz. 3 Hoe pak je het aan? blz. 4 Taken blz. 5 t/m 9 Invulblad taak 1 blz. 10 Invulblad hoofd- en deelvragen blz. 11 Plan van aanpak blz. 12 Logboek

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Het Sectorwerkstuk 2015-2016

Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Inhoud Inleiding... 3 Het Sectorwerkstuk... 4 De opbouw... 4 De voorbereiding... 5 Het onderzoek... 6 De verwerking... 7 De presentatie... 7 Het filmpje... 7 Het werkstuk...

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Beoordeling power-point groep 5

Beoordeling power-point groep 5 Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel

Nadere informatie

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag

Nadere informatie

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar TIPS EN IDEEËN VOOR JE WERKSTUK OF SPREEKBEURT Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar ook om je tanden mee te poetsen of om mee te koken. Kraanwater is gezond, duurzaam

Nadere informatie

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over verkopen aan en adviseren van gasten in horecabedrijven. Oftewel: het verkoopadviesgeprek. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

BRONNENONDERZOEK 2010/2011

BRONNENONDERZOEK 2010/2011 Bronnenonderzoek Namen Begeleiders Informatie verzamelen : inleiding Om informatie te verzamelen zul je verschillende bronnen moeten raadplegen. Al zoekende zul je merken dat er bronnen zijn waarvan je

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Vaardigheden - Interview vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61673

Vaardigheden - Interview vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61673 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 augustus 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/61673 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? WERKBOEK WIKIKIDS Welkom bij het werkboek van WikiKids. In dit werkboek staan opdrachten waarmee je stap voor stap leert werken met WikiKids. Er staan 15 opdrachten

Nadere informatie

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie Naam : Wat is de bedoeling? Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Er is een misdaad gepleegd! Een dief heeft de computer

Nadere informatie

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten 1. Bekijk de buitenkant van de tekst: de titel, de tussenkopjes en het plaatje. De tekst gaat over de laatste speelgoedrage: de fidget spinner. Wat gaat de tekst je hierover vertellen, denk je? 2. Welke

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals boeken, tijdschriften, video, audio etc. Zo

Nadere informatie

Onderhandelen en afspraken maken

Onderhandelen en afspraken maken OPDRACHTFORMULIER Onderhandelen en afspraken maken Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Nadere informatie

Praktijkinstructie Zakelijke communicatie 1 (CAL04.1/CREBO:50239)

Praktijkinstructie Zakelijke communicatie 1 (CAL04.1/CREBO:50239) instructie Zakelijke communicatie 1 (CAL04.1/CREBO:50239) pi.cal04.1.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2019 2020 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

Samenvatting Zorg en welzijn SPW handboek vaardigheden

Samenvatting Zorg en welzijn SPW handboek vaardigheden Samenvatting Zorg en welzijn SPW handboek v Samenvatting door een scholier 1846 woorden 4 november 2007 5,9 18 keer beoordeeld Vak Zorg en welzijn Allerlei samenvattingen die ik gemaakt heb voor SPW niveau

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Werkboek Maatschappelijke stage. Stichting Oude Groninger Kerken

Werkboek Maatschappelijke stage. Stichting Oude Groninger Kerken Werkboek Maatschappelijke stage Stichting Oude Groninger Kerken 2011 Inhoud: Inleiding Wat is de SOGK? Wat ga je doen? Voorbereiding Uitvoering Verwerking Evaluatie Bijlagen p3 p X p X p X p X p X p x

Nadere informatie

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters Kies Actief Rapportage van Femke Peeters De huidige school van Femke Peeters Summa College Eindhoven Eindhoven Huidige opleiding: MBO, klas 3, richting Economie Kies Actief Geef richting aan je loopbaan!

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

TIPS VOOR HET COMMERCIËLE TELEFOONGESPREK

TIPS VOOR HET COMMERCIËLE TELEFOONGESPREK TIPS VOOR HET COMMERCIËLE TELEFOONGESPREK 1. Behandel de klant met respect. Hij is net als jij een weldenkend persoon die in staat is een eigen oordeel te vormen. 2. Wek geen verwachtingen waaraan je niet

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN

INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN Medewerkers van de Bibliotheek Rechten hebben voor studenten, die starten met het schrijven van de scriptie, instrumenten ontwikkeld. De instrumenten

Nadere informatie

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen TIPS VOOR ENQUÊTES 1. Opstellen van de enquête 1.1 Bepalen van het doel van de enquête Voor je een enquête opstelt denk je eerst na over wat je wil weten en waarom. Vermijd een te ruime omschrijving van

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Vaardigheden - Interview HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52546

Vaardigheden - Interview HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52546 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 augustus 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/52546 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Aardrijkskunde praktische opdracht praktisch onderzoek in zuiderzeeland 4 HV Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat Waterschap

Nadere informatie

Films kijken op internet: verboden of niet?

Films kijken op internet: verboden of niet? Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Kennismaken met de beroepsbeoefenaar

Kennismaken met de beroepsbeoefenaar Kennismaken met de beroepsbeoefenaar Tijdens je oriëntatie bij een bedrijf kom je verschillende beroepsbeoefenaars tegen. Om meer te weten te komen over de beroepsmogelijkheden in de techniek, ga je interviews

Nadere informatie

Spreekbeurt, en werkstuk

Spreekbeurt, en werkstuk Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid

Nadere informatie

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2 Wat? Datum? Aftrek punten paraaf? Hoofdvragen & deelvragen - ½ punt Bronnen (2 verscheidene) - 1 punt 1 e versie - 2 punten Beoordeling (klasgenoot) - ½

Nadere informatie

1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!

1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie! Na deze les kun je presenteren in vijf stappen: 1. Kies een onderwerp 2. Bedenk een goede opbouw 3. Verzamel informatie 4. Oefen je presentatie 5. Presenteren maar! 8 Vertel je verhaal Regelmatig moet

Nadere informatie

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam: Wereldgodsdiensten Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum Naam: Inhoudsopgave Inleiding Schema Beoordeling Deel 1 Test jezelf! Deel 2 Kies je onderwerp en aan de slag! Deel 3 Het ervaren

Nadere informatie

Handleiding Vergadertechnieken

Handleiding Vergadertechnieken Handleiding Vergadertechnieken Zelfstudie en rapporteren Bij OGO leer je niet alleen via het actief deelnemen aan groepsdiscussies, maar ook via het individueel uitvoeren van zelfstudieopdrachten (ZSO).

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Voorbeeld Praktijkopdracht. Telefonist-receptionist niveau 2

Voorbeeld Praktijkopdracht. Telefonist-receptionist niveau 2 Voorbeeld Praktijkopdracht Telefonist-receptionist niveau 2 Betreft: De communicatiemiddelen bedienen en telefoongesprekken afhandelen Kwalificatiedossier Administratief medewerker 2011-2012 Kwalificatie

Nadere informatie

Module 9 Kennis delen en coachen

Module 9 Kennis delen en coachen OPDRACHTEN Verzorgende IG Maatschappelijke Zorg Module 9 Kennis delen en coachen Inhoudsopgave Leeropdrachten 3 Leren 5 A Hoe leer ik? 5 B Bevorderende en belemmerende factoren 7 C Plan van aanpak bij

Nadere informatie

Vaardigheden - Enquête HV 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52705

Vaardigheden - Enquête HV 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52705 Vaardigheden - Enquête HV 2 Auteurs VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52705 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Dat mensen gebruik maken van media is niet nieuw. Er zijn

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 WAAROM ONDERZOEK? Onderzoek doen is een belangrijke wetenschappelijke vaardigheid. Tijdens de plusweek ga je leren hoe je dat moet doen. Je

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

Tuesday, February 8, 2011. Opleiding Interactieve Media

Tuesday, February 8, 2011. Opleiding Interactieve Media Opleiding Interactieve Media Inhoud Inleiding presenteren 1. Voorwerk 2. Middenstuk 3. Begin presentatie 4. Einde presentatie 5. Visuele middelen 6. Non-verbale communicatie 7. Opdracht 8. Criteria 1.

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me. 1. Kijk naar de titel en de tussenkopjes van de tekst. Kijk ook naar het plaatje. Waar gaat de tekst over? 2. Tijdens deze les let je extra op moeilijke woorden in de tekst. Kies of je opdracht 1 met hulp

Nadere informatie

Studiehulp > Werkwijzer > Bronnen

Studiehulp > Werkwijzer > Bronnen Studiehulp > Werkwijzer > Bronnen Stap voor stap Bronnen VMBO 3+4 1 Wat wil ik weten? Voordat je bronnen gaat bekijken, moet je eerst duidelijk weten welke informatie je nodig hebt. Schrijf op wat je wilt

Nadere informatie

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me. Zonder hulp: onduidelijkheden ophelderen 1. Lees de tekst actief. Schrijf de volgende tekens in de kantlijn bij de tekst om te laten zien dat je actief leest. X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht.

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2018 2019 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

Luisteren en samenvatten

Luisteren en samenvatten Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister

Nadere informatie

Het maken van een werkstuk

Het maken van een werkstuk Het maken van een werkstuk Deze papieren geven informatie over: A. De verzorging : Hoe hoort een werkstuk er uit te zien? B. De indeling : Hoe wordt een werkstuk ingedeeld? C. Het onderwerp : Waarover

Nadere informatie

Draaiboek voor een gastles

Draaiboek voor een gastles Draaiboek voor een gastles Dit draaiboek geeft jou als voorlichter van UNICEF Nederland een handvat om gastlessen te geven op scholen. Kinderen, klassen, groepen en scholen - elke gastles is anders. Een

Nadere informatie

Interview hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Interview hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52546 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten

Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten OPDRACHTFORMULIER Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met een medestudent

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën 8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een sectorwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een sectorwerkstuk

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

LOB excursie opdracht

LOB excursie opdracht LOB excursie opdracht VMBO Groen Kesteren Naam: Klas: Opdracht excursie Inleiding In het LOB-programma gaat het er vooral om een beeld te geven van de mogelijkheden voor het vervolg van je studie na VMBO

Nadere informatie

Hoe geef ik een interview?

Hoe geef ik een interview? Hoe geef ik een interview? Word je binnenkort geïnterviewd voor een krant, magazine, de radio of tv? Hier vind je een checklist van aandachtspunten voor de voorbereiding, het interview zelf en de afronding,

Nadere informatie