DE ROL VAN FAMILIELEDEN IN WOONZORGCENTRA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE ROL VAN FAMILIELEDEN IN WOONZORGCENTRA"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar DE ROL VAN FAMILIELEDEN IN WOONZORGCENTRA Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in Management en beleid in de gezondheidszorg Door Ilse Vandenbroucke en Christophe Van Neste Promotor: Prof. Dr. Paul Gemmel Begeleider: Katrien Verleye 1

2 Abstract Doel en objectieven: Vanuit een vergelijking met rolgedrag en bepalende factoren ervan van de klant in de dienstenorganisaties in het algemeen, willen we komen tot inzichten omtrent de rollen van familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen en de bepalende factoren hierbij. Achtergrond: Een belangrijk kenmerk van zorgverlening is dat de oudere zorgvrager participeert in de zorgprocessen. Omwille van nood aan assistentie hierbij is vaak een belangrijke rol voor zijn/ haar familieleden weggelegd. Inzicht in de bepalende factoren van dit rolgedrag kan de samenwerking met familieleden optimaliseren. Design en methodologie: Met behulp van een vragenlijst waarbij stellingen beoordeeld werden aan de hand van een Likertschaal werd de perceptie van familieleden omtrent hun rolgedrag en de bepalende factoren ervan bevraagd in twaalf residentiële ouderenzorgvoorzieningen in West-Vlaanderen. De verkregen data werden geanalyseerd met behulp van factoranalyse en multipele lineaire regressie. Resultaten: Zeven rollen die door de familieleden kunnen worden opgenomen werden via factoranalyse geïdentificeerd. Socialisatie, ondersteuning en servicekwaliteit zijn statistisch significant als bepalende factoren van rolgedrag. Het dagelijks op bezoek komen van het familielid, het fungeren als eerste contactpersoon en de verblijfsduur van de resident hebben voor bepaalde rollen een invloed. Tevens zijn factoren als tevredenheid, affectieve betrokkenheid en het klaar zijn voor het opnemen van rolgedrag van belang bij de te onderscheiden rollen. Conclusie: Naast het belang van de reeds gekende antecedenten en additionele variabelen, bestaat de verwachting dat andere factoren, niet opgenomen in de bevraging, een rol spelen in het al dan niet opnemen van bepaalde rollen. Dit noodzaakt dus nog verder onderzoek. Aantal woorden masterproef:

3 Inhoudstafel Woord vooraf 6 1. Inleiding 7 2. Literatuurstudie Rollen van klanten in dienstenorganisaties en antecedenten Rollen van familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen Monitoring Geven van unieke informatie/ feedback Sociale rol Het helpen van personeel Het helpen van andere familieleden Vergelijking rol familieleden versus rol klanten in een organisatie Antecedenten van rolgedrag bij familieleden in woonzorgcentra Karakteristieken van medewerkers Visie op zorg Omgeving en infrastructuur Structurele elementen Interactie tussen medewerkers en familieleden Karakteristieken van residenten Karakteristieken van familieleden Conclusie Methodologie..28 3

4 3.1. Procedure Beschrijving van de variabelen Controlevariabelen Afhankelijke variabelen: rollen Onafhankelijke variabelen/antecedenten van rolgedrag Additionele variabelen Data analyse Factoranalyse Betrouwbaarheidsanalyse Bivariate analyse Regressieanalyse Independent Sample T-test Resultaten Factoranalyse Betrouwbaarheidsanalyse Bivariate analyse Regressieanalyse Independent Sample T-test Discussie Relevantie voor de praktijk Conclusie Literatuurlijst..64 4

5 8. Bijlagen Lijst van tabellen Tabel 1: Frequenties controlevariabelen..34 Tabel 2: Factorladingen...42 Tabel 3: Cronbach s Alpha, gemiddelden en standaarddeviaties van rollen, antecedenten en additionele variabelen...44 Tabel 4: Bivariate analyse correlaties rollen 45 Tabel 5: Bivariate analyse correlaties antecedenten 45 Tabel 6: Bivariate analyse controlevariabelen rollen 46 Tabel 7: Multipele lineaire regressie controlevariabelen rollen...50 Tabel 8: Multipele lineaire regressie met toevoeging van antecedenten 51 Tabel 9: Gemiddelden en standaarddeviaties T- toetsen Lijst van figuren Figuur 1: Theoretisch kader voor antecedenten en uitkomsten van rolgedrag...12 Figuur 2: Antecedenten en additionele variabelen bij rolgedrag bij familie- leden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen.26 Figuur 3: Histogram verdeling afhankelijke variabele loyaliteit..47 5

6 Woord vooraf De masterproef wordt altijd de kers op de taart van een opleiding genoemd, waarbij het aan de student is om de verworven kennis toe te passen en te integreren. Gedurende vier jaar opleiding leerden we vanuit een wetenschappelijk oogpunt feiten en gegevens te benaderen. Deze masterproef stelde ons in staat om fragmenten uit de theorie van onder andere statistiek, methodologie van het wetenschappelijk onderzoek en management te vertalen in een concreet onderzoek. Een grote steun hierbij was de begeleiding en opvolging van Prof. Gemmel, die steeds met een positieve ingesteldheid voor ons beschikbaar was. Wij willen ook Katrien Verleye bedanken die ons vanaf het begin, in februari 2010, heeft begeleid. Zij volgde steeds onze vooruitgang nauwgezet op en stuurde bij waar nodig. Overmacht verhinderde haar echter dit tot het einde te volbrengen, waardoor Freek Van Baelen deze voor hem niet evidente taak diende over te nemen. Hij diende zich op zeer korte termijn in te werken om antwoord te kunnen geven op de vragen die overbleven één maand voor het indienen van deze masterproef. Wij willen hem daarvoor dan ook extra bedanken. Een bijzonder woord van dank gaat uit naar de directies van de aan het onderzoek deelnemende voorzieningen, alsook naar de familieleden die bereid waren de uitgebreide vragenlijst in te vullen. Een welgemeende dankjewel ook voor allen uit onze nabije en minder nabije omgeving, die ons tijdens de vierjarige opleiding en/ of tijdens de lange periode van het intens werken aan deze masterproef op één of andere manier steunden. Het werken aan een duo masterproef vergt een goede samenwerking en voldoende overleg tussen de studenten. We zijn vele uren samen geweest om zaken te bespreken, data in te voeren en analyses uit te voeren. Gedurende deze periode konden we steeds op elkaars steun en inzet rekenen en daarvoor willen we tenslotte ook elkaar bedanken. 6

7 1. Inleiding Een centraal kenmerk van service of dienstverlening is dat de klant participeert in de processen van de organisatie (Lovelock & Wirtz, 2007 in Verleye, Gemmel & Rangarajan, 2010). Een huisdokter kan zijn of haar patiënt bijvoorbeeld enkel diagnosticeren als de patiënt aanwezig is en de huisdokter informatie geeft over zijn of haar klachten. Klantenparticipatie situeert zich niet enkel op het terrein van het productieproces, waarbij bepaalde taken in het proces door de klant zelf dienen te worden uitgevoerd; klanten worden steeds vaker geconsulteerd in functie van het bijdragen tot de creatie van bepaalde diensten, bijvoorbeeld door het systematisch bevragen van suggesties (Lovelock & Wirtz, 2007 in Verleye et al., 2010). Met betrekking tot wat de gevolgen zijn van deze betrokkenheid op de serviceperformantie bestaat tot op heden weinig of inconsistent empirisch bewijs. Enerzijds wordt klantenparticipatie geassocieerd met positieve gevolgen (zoals productiviteit, innovatie en kwaliteitsverhoging). Anderzijds wordt deze samenwerking verbonden aan negatieve gevolgen voor de frontlijn medewerkers (zoals stress bij de frontlijn medewerkers en een lagere performantie) (Boise & White, 2004; Verleye et al., 2010). Verleye et al. (2010) argumenteren dat de impact van klantenparticipatie op de serviceperformantie afhangt van de wijze waarop klanten participeren -of met andere woorden- van de manier waarop klanten hun rol vervullen. In deze masterproef focussen we op de wijze waarop klanten hun rol vervullen in de residentiële ouderenzorgsector. De klant in de sector van de ouderenzorg is natuurlijk de oudere zelf. Vaak is echter een belangrijke rol voor de familieleden van deze ouderen weggelegd. In het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 (hoofdstuk II, artikel vier van het KB) worden organisaties immers verplicht een aantal maatregelen te nemen om betrokkenheid, ondersteuning en begeleiding van gebruikers en mantelzorgers (zoals familieleden) te realiseren. Het bevorderen van de samenwerking met familieleden kan ook een antwoord bieden op een aantal uitdagingen in de ouderenzorgsector. Met de vergrijzende bevolking stijgt de 7

8 vraag naar deze zorg meer dan het aanbod, terwijl het aandeel van de werkende populatie een relatieve daling kent en de toekomst van de financiering van de ouderenzorg weinig zeker is (Van den Heuvel, Van den Broeck, Van de Wygaert & Windey, 2010). Het opnemen van taken door familieleden kan ertoe bijdragen dat de vooropgestelde dienstverlening kan worden gegarandeerd zonder dat het personeel overbevraagd wordt (Bern-Klug & Forbes-Thompson, 2008; Boise & White, 2004; Gladstone, Dupuis & Wexler, 2006). Het doel van deze masterproef is om na te gaan 1) Welke rollen familieleden vervullen in woonzorgcentra 2) Welke factoren bepalend zijn voor het rolgedrag van de familieleden We besteden daarbij aandacht aan klant- en organisatiegerelateerde factoren. In eerste instantie staan we stil bij wat er in de literatuur te vinden is omtrent de rol van klanten in dienstenorganisaties in het algemeen en de factoren die bepalend zijn voor het rolgedrag van de klant. In tweede instantie zoomen we in op de literatuur rond de rol van familieleden in de residentiële ouderenzorgvoorzieningen en de factoren die bepalend zijn voor het rolgedrag. De literatuurstudie toont aan dat er weinig kwantitatief onderzoek is in de residentiële ouderenzorg met betrekking tot dit domein. In het deel rond methodologie bespreken we hoe we aan de hand van een vragenlijst kwantitatieve data verzameld hebben in de residentiële ouderenzorg. Op basis van statistische analyse van de verworven data worden de resultaten gerapporteerd. Deze resultaten worden vergeleken met de bevindingen uit de literatuur omtrent de rol van familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen en met de inzichten met betrekking tot de rol van de klant in de dienstenorganisaties in het algemeen. We willen ook de beperkingen van dit onderzoek duiden en stilstaan bij de relevantie van de bevindingen voor de praktijk. 8

9 Deze duo- masterproef werd voorgesteld door de promotor en werd mede begeleid door een doctoraatstudent. We zijn beiden tewerkgesteld in een woonzorgcentrum en geloven dat de output van dit onderzoek betekenisvol en richtinggevend kan zijn in onze eigen werkomgeving. Tijdens de opleiding Master in het Management en Beleid in de Gezondheidszorg werkten we reeds meerdere opdrachten samen uit. De ervaring leert ons dat we elkaar goed aanvullen in het verwerven van inzichten. Het kunnen leggen van verbanden vereist een groot aantal respondenten; met twee personen kunnen meer data verzameld worden en kan de interpretatie van de verkregen resultaten meervoudig gebeuren. Het is echter moeilijk te duiden door welke student een onderdeel werd uitgewerkt, we zijn namelijk voor het grootste deel van het werk samen aan de slag gegaan. De literatuurstudie werd samen verwerkt, elke student nam wel afzonderlijk contact op met de deelnemende organisaties en voerde daarmee de communicatie. Het invoeren van de data gebeurde weer samen, alsook het analyseren en het interpreteren. We kunnen dus stellen dat beide studenten in elk onderdeel van de masterproef een even groot aandeel hebben. 9

10 2. Literatuurstudie In het gevoerde onderzoek naar de rol van familieleden in woonzorgcentra willen we op basis van de inzichten omtrent de rol van de klant in de dienstenorganisaties in het algemeen nagaan in welke mate deze inzichten ook gelden voor de familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen. We bekijken in een eerste luik van de literatuurstudie welke rollen geïdentificeerd kunnen worden voor de klant in de dienstenorganisaties in het algemeen, en wat daarbij de antecedenten zijn. Deze inzichten werden reeds gebundeld in de paper Managing Partial Employee Performance in Service Processes. Towards a Unifying Framework door Verleye et al., (2010). Om de vergelijking te kunnen maken met de residentiële ouderenzorgsector, werden bij aanvang van onze eigen literatuurstudie, zoektermen als familie, klant en patiënt samen met termen als participatie, betrokkenheid, ondersteuning en rol en met woonzorgcentrum en chronische zorg ingevoerd in de databanken Web of Science, Cinahl, Pubmed, Elin en Cochrane. Literatuur met betrekking tot palliatieve ouderenzorg en zorg voor dementerende ouderen werd relevant geacht en behouden. Bevindingen omtrent specifieke aandoeningen, bijvoorbeeld kanker, of zorg voor oudere psychiatrische patiënten, werden uitgesloten. In een tweede luik van de literatuurstudie sommen we de in de literatuur meest vernoemde rollen van familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen op en duiden we wat onder die rollen kan worden begrepen. Vervolgens wordt een vergelijking gemaakt met de rollen van de klant in de dienstenorganisaties in het algemeen en wordt beschreven waar eventuele gelijkenissen en/ of verschillen zich situeren. Ten slotte zien we dat heel wat elementen bepalend kunnen zijn voor het al dan niet opnemen van rolgedrag door familieleden van residenten in de ouderenzorgsector en vergelijken we dit nogmaals met de bevindingen uit de literatuur omtrent de rol van de klant in de dienstenorganisaties in het algemeen. 10

11 2.1. Rollen van klanten in dienstenorganisaties en antecedenten In de literatuur rond de rol van de klant in dienstenorganisaties in het algemeen wordt de participatie in het verlenen van diensten ook wel omschreven als inrol gedrag, terwijl de rollen die worden aangenomen, zonder directe betrekking op de dienstverlening, omschreven worden als extrarol gedrag. Met inrol gedrag wordt verwezen naar het vereiste en verwachte gedrag bij klanten, dat noodzakelijk is voor het kunnen verlenen van diensten. Extrarol gedrag heeft betrekking op vrijwillige gedragingen van de klant die niet noodzakelijk zijn voor het verlenen van de diensten zelf, maar die gezamenlijk bijdragen tot de globale organisatie van de dienstverlening en die het leveren van servicekwaliteit ondersteunen (Verleye et al., 2010). Men onderscheidt in de literatuur vier rollen met betrekking tot dit extrarol gedrag, namelijk het personeel helpen, feedback geven, andere klanten helpen en loyaliteit. Met het helpen van het personeel wordt die samenwerking bedoeld, waarbij klanten op een respectvolle manier en door het stellen van vrijwillige en vrijgevige gedragingen de dienstverlening faciliteren. Feedback verwijst naar klanten die suggesties geven voor verbetering of gerichte klachten uiten en zo een kans creëren om problemen op te lossen. Het helpen van andere klanten gebeurt vanuit een empathische opstelling tegenover deze klanten, waarbij het geobserveerde gedrag van deze klanten gecorrigeerd wordt in functie van het nastreven van een meer geschikt en toegewezen gedrag. Met loyaliteit wordt een soort getrouwheid bedoeld, waarbij het belang van de organisatie naast het individuele belang van de klant wordt geplaatst. Dit ziet men bijvoorbeeld bij positieve mond-aan-mond reclame (Bettencourt, 1997, Bove et al. 2009, Groth, 2005, Yi & Gong, 2008, Rosenbaum & Massiah, 2007 in Verleye et al., 2010). (Voor een uitgebreid overzicht zie Verleye et al., 2010) De literatuur rond de rol van klanten in dienstenorganisaties in het algemeen veronderstelt dat inrol en extrarol gedrag verschillende antecedenten hebben. De mate waarin klanten inrol gedrag stellen hangt af van de mate waarin ze gesocialiseerd zijn. De redenering is dat socialisatie de klant kan motiveren, duidelijk maakt wat van de klant wordt verwacht en de klant in staat stelt om inrol gedragingen te stellen. De mate waarin klanten extrarol gedragingen stellen hangt af van de mate van betrokkenheid, 11

12 waarbij vooral affectieve betrokkenheid van belang is. Hoe meer ondersteuning de klant ervaart van de organisatie, hoe meer affectieve betrokkenheid er wordt gecreëerd en hoe meer de klant extrarol gedragingen zal stellen (zie figuur 1) (Verleye et al., 2010). Management Tactieken Socialisatie Klaar zijn om een rol op te nemen Motivatie Duidelijkheid Performantie Inrol gedrag Tevredenheid Bekwaamheid Ondersteuning Affectieve betrokkenheid Extrarol gedrag Service kwaliteit = + ( positief effect op) Figuur 1: Theoretisch kader voor antecedenten en uitkomsten van rolgedrag ( Verleye et al., 2010) 2.2. Rollen van familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen De literatuur vermeldt verschillende percepties met betrekking tot familiebetrokkenheid in de ouderenzorg, gaande van verstorend en bemoeizuchtig (Gaugler, 2005; Utley- Smith et al., 2009) tot noodzakelijk voor het garanderen van zorgverlening omwille van groter wordende noden (Bern-Klug & Forbes-Thompson, 2008; Boise & White, 2004) en na te streven als onderdeel van een holistische benadering (Bauer & Nay, 2003; Haesler, Bauer & Nay, 2007). 12

13 In wat volgt bespreken we de verschillende rollen die worden onderscheiden in de literatuur en leggen we de link naar de literatuur rond rollen van klanten in dienstenorganisaties in het algemeen Monitoring Eén van de meest vernoemde rollen die familieleden opnemen is het toezicht houden op de zorg en het welbevinden van de resident. Gladstone et al. (2006) wijzen op een onderscheid tussen enerzijds proactief toezicht, waarbij de familieleden actief op zoek gaan naar iets wat mis kan gaan en anderzijds de gewone observatie van het dagelijks gebeuren. Toezicht houden op de zorg en het welbevinden van de resident wordt ook wel omschreven als monitoring. Dit kan ingevuld worden door het actief op zoek gaan naar informatie met betrekking tot de toestand van de resident, door het bevragen van medewerkers, het in vraag stellen van beslissingen en het uiten van de wil om in beslissingen betrokken te worden. Ook het observeren van hoe met andere residenten wordt omgegaan in afwezigheid van hun familieleden is toezichthoudend gedrag (Gladstone et al., 2006). Soms gaan familieleden heel concrete zaken controleren, zoals het al dan niet aanwezig zijn van etensresten op de kledij van de resident, het nagaan of de resident warm aanvoelt in functie van observatie van eventuele koorts, of het rechtstreeks vragen aan de resident naar zijn/ haar tevredenheid (Lau, Shyu, Lin & Yang, 2008). Monitoring kan verschillende doelen hebben, zoals (a) het overzicht van de zorg bewaren (Bern-Klug & Forbes-Thompson, 2008), (b) de kwaliteit van de zorg bewaken (Ben Natan, 2009; Bauer & Nay, 2003; Gaugler, 2005), (c) toch maar betrokken te zijn (Kellett, 1999), (d) toezicht houden op de medewerkers (Gladstone et al., 2006), (e) bewaken van de waardigheid van de resident (Whitaker, 2009), of (f) opvolgen van de belangen van de resident (Bern-Klug & Forbes-Thompson, 2008; Majerowitz, Mollott & Rudder, 2009; Shield, Wetle, Teno, Miller & Welch, 2010; Stull, Cosbey, Bowman & McNutt, 1997; Wright, 2000). Haesler et al. (2007) beschouwen de nood tot monitoring als een gevolg van de strijd tussen medewerkers en familie om het zorgdomein te kunnen controleren. Het onvoldoende duidelijk afgelijnd zijn van dit domein en de bijhorende verantwoordelijkheden komt verder aan bod in het luik 13

14 omtrent de antecedenten van rolgedrag bij familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen Geven van unieke informatie / feedback Een andere frequent vernoemde rol is het geven van unieke informatie. Deze informatie kan volgende zaken bevatten: (a) de gewoontes en voorkeuren van de resident, (b) wie de belangrijke personen zijn in het sociaal netwerk van de resident, (c) wat de belangrijke gebeurtenissen waren in het leven van de resident en (d) wat de bestaande verwachtingen zijn, zowel wat betreft de resident zelf als de verwachtingen van de familieleden (Bauer & Nay, 2003; Gaugler, Anderson, Zarit & Pearlin, 2004; Gaugler, 2005). Kellett, Moyle, McAllister, King & Gallagher (2010, p.1711) omschrijven deze vorm van informatie als levensverhalen, waarbij informatie omtrent de individuele levensloop van de resident en omtrent de persoonlijke kenmerken en karaktertrekken van de resident, de uniciteit van deze persoon benadrukt. Deze rol kan zorg op maat mogelijk maken (Bauer, 2006; Ben Natan, 2009; Boise & White, 2004; Duncan & Morgan, 1994; Gaugler et al., 2004; Gaugler & Ewen, 2005; Kellett, 1999). Volgens Lau et al. (2008) en Ryan & Scullion (2000) is het verstrekken van deze informatie ook essentieel om kwalitatieve zorg te verlenen. Door het geven van deze informatie poogt de familie de identiteit van de resident te behouden (Duncan & Morgan, 1994; Friedemann, Montgomery, Maiberger & Smith, 1997; Gaugler et al., 2004; Gaugler & Ewen, 2005). Volgens Boise & White (2004) mag deze informatie niet overschat worden. De reden hiervoor is enerzijds dat er een verschil is in perspectief tussen de familieleden en de resident zelf, anderzijds dat de informatie die door verschillende familieleden geleverd wordt soms zeer verscheiden is Sociale rol Een derde rol die familieleden opnemen is een sociale rol, met name het bestendigen van familiebanden (Bauer & Nay, 2003; Bern-Klug, 2008; Kellett, 1999; Ryan & 14

15 Scullion, 2000; Whitaker, 2009; Wright, 2000) evenals het behouden van relaties met de buitenwereld (Bauer & Nay, 2003; Boise & White, 2004; Kellet, 2007; Majerowitz et al., 2009). Dit kan bijvoorbeeld gaan om het gezelschap houden en het bieden van emotionele steun. Deze rol wordt overigens niet enkel door familieleden vervuld, maar ook door vrienden en kennissen (belangrijke derden) Het helpen van personeel Een vierde rol is het helpen van het personeel. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen helpen bij zorggerelateerde taken en helpen bij niet-zorggerelateerde taken. Het uitvoeren van directe zorgverlening is geen evidente rol voor familieleden. De taken met betrekking tot de activiteiten van het dagelijks leven en de persoonlijke zorg worden vaak opgenomen door verplegend en verzorgend personeel (Rubin & Shuttlesworth, 1983; Stull et al., 1997; Wright, 2000). De meeste familieleden zien zichzelf dan ook niet als zorgverlener, omdat ze eerder de rol als familielid willen continueren en zo rolomkering trachten te vermijden (Gladstone et al., 2006). Indien familieleden deze rol toch vervullen, wordt dit vaak geïnitieerd vanuit de perceptie van noodzakelijkheid hierbij te assisteren, of vanuit de perceptie van nood aan substitutie, omdat de medewerkers bepaalde taken toch niet (zullen) uitvoeren (Boise & White, 2004; Dempsey & Pruchno, 1993; Friedemann, Montgomery, Rice & Farrell, 1999; Rubin & Shuttlesworth, 1983). Volgens Friedemann et al. (1999) zijn zowel de proximale verwantschap van de familieleden als de grotere fysieke afhankelijkheid van de resident bevorderlijk voor de mate van opnemen van directe zorgtaken. In tegenstelling tot het verlenen van directe zorgverlening is het bieden van assistentie bij niet-zorggerelateerde taken een meer evidente rol voor familieleden (Ross, Rosenthal & Dawson, 1997; Wright, 2000). Deze rol omvat taken zoals wassen en herstellen van kledij of zorgen voor orde op de kamer. Het opnemen van deze rol biedt tevens kansen tot bezoek en toezicht op zorg (Garity, 2006). 15

16 Het helpen van andere familieleden Een minderheid van de familieleden engageert zich in het begeleiden van familieleden van nieuwe residenten. Zo rapporteert Mintz (1994) over een initiatief waarbij een geëngageerd familielid van een resident gekoppeld wordt aan een familielid van een nieuwe resident om deze laatste te begeleiden, te informeren en te ondersteunen. Ook worden familieleden soms een actieve rol toebedeeld in zogenaamde steungroepen (praatgroepen) (Mintz, 1994; Peak, 2000). Tijdens de bijeenkomsten van deze groepen bespreken familieleden problemen, vragen en emoties en bieden elkaar op deze manier ondersteuning. In de studie Innovation in the Elderly Care Sector (2009) bespreken Gemmel en Verleye een concrete casus in woonzorgcentrum Het Boughuys in Leuven. Vanuit interviews met alle betrokkenen (management, personeelsleden en familieleden) blijkt de noodzaak van dergelijke discussiegroep. Familieleden hebben nood aan de geborgenheid van een praatgroep om vragen te stellen, ervaringen te delen en de feedback te geven waarvoor ze in de dagelijkse contacten met de medewerkers onvoldoende de kans vinden. Op die manier nemen familieleden zelf een ondersteuning biedende rol op in het woonzorgcentrum Vergelijking rol familieleden versus rol klanten in een organisatie Op basis van de literatuurstudie kan besloten worden dat familieleden verschillende rollen vervullen. Het is opmerkelijk dat de meeste rollen van familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen overlappen met de rollen die onderscheiden worden in de literatuur rond de rol van de klanten in dienstenorganisaties in het algemeen. Feedback geven overlapt met het verstrekken van unieke informatie. Participatie in het verlenen van diensten en samenwerken met het personeel overlappen met helpen van het personeel. Het begeleiden van andere familieleden overlapt met het helpen van andere klanten. In de literatuur rond klantenparticipatie bij de dienstenorganisaties in het algemeen wordt het toezicht houden of monitoring niet expliciet beschouwd als een rol. Ook loyaliteit of het al dan niet aanbevelen van de organisatie wordt niet expliciet 16

17 vermeld in de literatuur rond de rollen van familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen. Toch kan verondersteld worden dat deze rol ook van toepassing kan zijn op de familieleden in residentiële ouderenzorgvoorzieningen, aangezien zij de link zijn met de buitenwereld. Als er sprake is van opnemen van rollen, veronderstelt dit een bepaalde frequentie van contact met de organisatie en met de resident. Hierbij wordt de frequentie van bezoek door sommige onderzoekers benaderd als een voorwaarde tot het kunnen opnemen van rollen (Ross et al., 1997). Bezoek biedt bijvoorbeeld de kans tot toezicht op zorg (Gaugler et al., 2004). Als er sprake is van opnemen van rollen, beschouwen sommige onderzoekers bezoek echter als een rol op zich (Friedemann et al., 1999; Ryan & Scullion, 2000). In de literatuur rond klantenparticipatie in dienstenorganisaties in het algemeen maakt men het onderscheid tussen die rollen die noodzakelijk zijn en andere rollen die ondersteunend zijn doch niet noodzakelijk voor het verlenen van diensten. De vaagheid omtrent wie al dan niet een bepaalde rol dient op te nemen, die vaak terugkeert in de literatuur rond participatie van familieleden in residentiële ouderenvoorzieningen, verhindert het maken van dit onderscheid. Het al dan niet erkennen van rollen van familieleden door de verschillende actoren, vormt reeds een basis voor deze onderscheiding. Dit erkennen en ook het opnemen van rollen door familieleden wordt door verschillende factoren bepaald, die hier verder worden besproken Antecedenten van rolgedrag bij familieleden in woonzorgcentra Volgens de literatuur rond de rol van familieleden van de residenten in ouderenzorgvoorzieningen, zijn verschillende factoren bepalend voor het rolgedrag. In dit deel wordt elk van deze factoren besproken en leggen we de link naar de literatuur rond antecedenten van rolgedrag bij klanten in dienstenorganisaties in het algemeen. Zowel organisatiegerelateerde als niet-organisatiegerelateerde factoren spelen een rol in 17

18 het stellen van rolgedragingen door familieleden van residenten in de ouderenzorgsector Karakteristieken van medewerkers De mate waarin familieleden in woonzorgcentra worden toegestaan rollen op te nemen of hierin zelfs bijgestaan worden, wordt vaak bepaald door de visie op zorg die in de organisatie geldt (Friedemann et al., 1997; Gladstone et al., 2006). Deze visie wordt gereflecteerd in de houding van de medewerkers, zowel ten opzichte van de familiebetrokkenheid op zich (Ryan & Scullion, 2000) als in hun gedrag naar de familie toe. Naast de invloed van de visie van de organisatie, zijn de competenties en de opleiding van de medewerkers tevens bepalend voor de mate van opnemen van rolgedrag door familieleden. Inzicht in conflictmanagement, probleemoplossend denken en handelen en het bezitten van communicatievaardigheden zijn bevorderlijk voor het opbouwen van een goede relatie tussen medewerkers en familieleden (Bern-Klug & Forbes-Thompson, 2008), wat tot gevolg heeft dat het delen van informatie toeneemt en dat de monitoring omwille van een toegenomen vertrouwen in de medewerkers met een ander doel gebeurt (Haesler et al., 2007; Hertzberg & Ekman, 2000). Het zich niet openstellen voor de informatie die familieleden kunnen geven omtrent de resident, beperkt de familieleden in het opnemen van de rol als informatieverstrekker, wat als gevolg kan hebben dat ook de inspraak in en het deelnemen aan beslissingsprocessen weinig kans krijgt (Caron et al., 2005). Indien medewerkers reeds langer zijn tewerkgesteld in een organisatie, dan is er sprake van een vertrouwensvolle relatie met de familieleden, wat opnieuw leidt tot een grotere samenwerking op vlak van informatie-uitwisseling en het opnemen van bepaalde technische en / of socioemotionele taken. Medewerkers die voor de nachtdiensten worden ingeschakeld hebben eerder weinig contact met de familieleden en vinden daardoor weinig kansen tot informatie-uitwisseling (Kemp, Ball, Perkins, Hollingsworth & Lepore, 2009). 18

19 Visie op zorg Wanneer bij de organisatievisie het traditionele, patriarchale medische zorgmodel heerst, waarbij efficiëntie en autoriteit als prioriteit gelden, dan krijgt een gelijkwaardige relatie tussen medewerkers en familieleden, gekenmerkt door accommodatie en flexibiliteit, weinig kans (Bauer, 2006; Haesler et al., 2007; Kellett, 2007). Organisaties die eerder een familie-georiënteerd beleid hebben, ervaren een modererende positieve invloed op de mate van betrokkenheid (Friedemann et al., 1999). Dit beleid houdt in dat er een duidelijke omschrijving is van de verwachtingen met betrekking tot welke rollen familieleden kunnen opnemen (Logue, 2003). Onduidelijke toewijzing van rollen leidt tot verwarring in participatie (Kellett et al., 2010). Zowel Rubin & Shuttlesworth (1983) als Ryan & Scullion (2000) stellen dat de primaire verantwoordelijkheid voor bepaalde taken lang niet altijd duidelijk is, voor de familie noch voor de medewerkers. Indien de taakverdeling niet duidelijk is, zal de familie taken op zich nemen vanuit de veronderstelling dat de uitvoering ervan anders niet gebeurt (Rubin & Shuttlesworth, 1983). Het niet gedefinieerd zijn van rollen en dus de onduidelijkheid met betrekking tot het eigenaarschap van bepaalde taken, zorgt bij zowel de medewerkers (Bauer & Nay, 2003) als bij de familieleden (Ben Natan, 2009; Bauer, 2006; Bauer & Nay, 2003; Friedemann et al., 1997) voor rolambiguïteit. Dit betekent dat er, omwille van het onvoldoende informeren van familieleden met betrekking tot de verwachtingen omtrent hun rollen en met betrekking tot de voorwaarden om die rollen effectief uit te voeren, twijfel ontstaat, zowel bij de familieleden als bij de medewerkers zelf. Duidelijkheid is dus essentieel om onzekerheid en extra stress bij familie en medewerkers te voorkomen. Een te strikte rolverdeling van technische taken en socio-emotionele taken zou echter kunnen leiden tot een bron van conflict (Duncan & Morgan, 1994). Verschillende familieleden hebben namelijk ook verschillende verwachtingen en verschillende mogelijkheden om rollen op te nemen. Het op voorhand beperken van inhoud en/ of frequentie van rolgedrag zou kunnen leiden tot conflict. Afspraken met betrekking tot rolverdeling zijn dus belangrijk (Stull et al., 1997). Het is noodzakelijk rollen te onderhandelen (Bauer, 2003; Dempsey & Pruchno, 1994; Duncan & Morgan, 1994) doch dit noodzaakt tevens inzicht in de structurele en persoonlijke context waarin rollen worden onderhandeld en uitgespeeld. 19

20 Litwak (1987) in Stull et al. (1997) en Ross et al. (1997) merken op dat de rollen van de familie en medewerkers complementair zijn. Meer onderzoekers kaarten echter de vage roldefiniëring en de verschillende perceptie en invulling van de taakverdeling door zowel de medewerkers als de familie, aan. Bij een project waarbij de onderhandeling van rollen tot in zeer concrete details wordt uitgewerkt aan de hand van een partnerschapsovereenkomst, wordt de frequentie en duur van bezoek en de participatiegraad tijdens het bezoek afgesproken en neergeschreven (Maas et al., 2004). De filosofie met betrekking tot de klant beïnvloedt de mate van het opnemen van rolgedrag (Kemp et al., 2009). Worden familieleden beschouwd als klanten, dan is er sprake van een onderhandelde betrokkenheid. In een organisatiecultuur waar familie niet als cliënt wordt benaderd maar eerder als bezoeker, zal er geen ondersteuning zijn voor het opnemen van een bepaald rolgedrag (Logue, 2003). In meerdere onderzoeken vindt men implicaties en aanbevelingen, die wijzen op de nood aan institutionele duidelijkheid omtrent het gevoerde (al dan niet familiegerichte) beleid (Ben Natan, 2009) en aan nieuwe modellen van leiderschap en management die betrokkenheid onderschrijven (Bauer, 2006). Vaak wordt verwezen naar de nood aan opleiding van medewerkers, om zich aan de familiegerichte praktijken te kunnen aanpassen (Bauer, 2006; Bern-Klug, 2008; Dempsey & Pruchno, 1993; Kemp et al., 2009), of naar training van communicatievaardigheden voor medewerkers (Gladstone, Dupuis & Wexler 2007). Niet alleen de medewerkers, ook de familieleden zelf zouden voordeel kunnen halen uit training en vormingsmomenten (Ben Natan, 2009; Boise & White, 2004; Bonifazi, 1999; Dempsey & Pruchno, 1993; Gladstone et al., 2007; Kellett et al., 2010; Logue, 2003; Maas et al., 2004; Peak, 2000; Pillemer et al., 2003; Port, 2004; Robison et al., 2007). Door het duidelijker worden van de mogelijkheden tot opnemen van rolgedrag, vanuit bijvoorbeeld een verworven inzicht in ouderdomsprocessen en door het leren onderhandelen van rollen vanuit een grotere communicatievaardigheid, krijgt de samenwerking tussen medewerkers en familieleden meer kansen. Het samenwerken tussen familieleden en medewerkers (het teamgebeuren) creëert op zich tevens begeleidende en vormende momenten (Boise & White, 2004). 20

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 STUDIE NAAR DE RELEVANTIE VAN MISSION STATEMENTS IN VLAAMSE

Nadere informatie

Arbeidsorganisatie en personeelsbeschikbaarheid

Arbeidsorganisatie en personeelsbeschikbaarheid Arbeidsorganisatie en personeelsbeschikbaarheid Onderzoekers: dr. Sophie Op de Beeck, dr. Eva Platteau en dr. Jolien Vanschoenwinkel Promotor: prof. dr. Annie Hondeghem Werkprogramma Arbeidsorganisatie

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA MEUNYCKENHOF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 31/8-4/9 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woonzorgcentrum Ambroos / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 1/9-5/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM EDOUARD REMY / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 5/10-9/10 / 2015 / 28-jan-16

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT BERNARDUS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 11/5-15/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT AVONDVREDE / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WZC Sint-Margaretha / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM SINT-ALEXIUS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 24/11-28/11 / 2014 / 22-jun-15

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT BETLEHEM / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 24/11-28/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE VOORZIENIGHEID / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 29/9-3/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HEILIG HART / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE DENNEN / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 6/10-10/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HET PARK NEEROETEREN / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 12/10-16/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT LODEWIJK / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 1/9-5/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA BEVERSTHUIS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 27/10-31/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model Workshop: Familiegericht werken SOFA-model In de zorg staat de zorgvrager centraal, maar ook de familie is betrokken partij als iemand wordt opgenomen in het WZC. Om de zorg goed te laten verlopen, is

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT JOZEF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT-JOZEF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 3/11-7/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT MARIA BOODSCHAP / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 11/5-15/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT ROCHUS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 10/11-14/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM SINT-JOZEF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 14/9-18/9 / 2015 / 28-jan-16

Nadere informatie

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE 57140513.JV-C1 DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE VRAGENLIJST VOOR BESTUURSLEDEN Wij verzoeken u de vragenlijst individueel in te vullen. Het is niet de bedoeling uw kennis te

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Campus De Liberteyt / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 6/4-10/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA GERIATRISCH CENTRUM DAMIAAN / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 20/10-24/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek.

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek. Samenvatting 204 De ethische grondslag om patiënten te betrekken bij beslissingen over de medische behandelingen aan hun levenseinde wordt in Europa in toenemende mate erkend, net als de voordelen van

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Samenvatting. Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs

Samenvatting. Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs Samenvatting Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs Monique H. R. M. A. van der Heijden Verdediging 13 juni 2017 Dit proefschrift bevat vier

Nadere informatie

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg Samenvatting Palliatieve zorg is de zorg voor mensen waarbij genezing niet meer mogelijk is. Het doel van palliatieve zorg is niet om het leven te verlengen of de dood te bespoedigen maar om een zo hoog

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woonzorgcentrum De Wending / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 26/10-30/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer

Nadere informatie

Ondernemend werken in de zorg

Ondernemend werken in de zorg Ondernemend werken in de zorg 4 e HRM Praktijk Onderzoek Congres Zwolle, 18 november 2016 Rob Gründemann, Charissa Freese, Marjolijn Staal, Paula Veltink, Manouk Kraaijenhagen Hogeschool Utrecht, ReflecT

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Melgeshof / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 10/11-14/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HET MEERLEHOF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 17/11-21/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

BUE 2014 - Zelfevaluatie OL

BUE 2014 - Zelfevaluatie OL BUE 2014 - Zelfevaluatie OL Bottom-up Evaluatie: Kwaliteit van leidinggeven Je leidinggevende kwaliteiten Via deze vragenlijst kun je je mening geven over de wijze waarop je je leidinggevende rol hebt

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WZC TER CAELE / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 13/10-17/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

360 feedback assessment

360 feedback assessment 360 feedback assessment Naam : Jan Voorbeeld Datum rapportage : oktober 2013 Opdrachtgever : Organisatie Contactpersoon : Ellen Roosen Mpact Training & Advies Overwaard 13, 4205 PA Gorinchem Nederland

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HOGHE CLUYSE / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 8/6-12/6 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd.

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. TH-MI Motivation Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 30-08-2013 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 30-08-2013. OVER DE MOTIVATION

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT VERBERT-VERRIJDT / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 20/10-24/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

opgesteld die in de volgende hoofdstukken worden beantwoord.

opgesteld die in de volgende hoofdstukken worden beantwoord. SAMENVATTING Introductie In dit proefschrift wordt volhoudtijd van mantelzorgers geïntroduceerd als een nieuw concept in de zorg voor mensen met dementie. De introductie in Hoofdstuk 1 wordt gestart met

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA ZORGCENTRUM DE ARK / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 6/4-10/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE KORENBLOEM / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 26/10-30/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA MEUNYCKENHOF / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 31/8-4/9 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE VERLOSSER / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 29/9-3/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Zonnetij / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder cognitieve problemen 18/5-22/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA ONZE LIEVE VROUW TER RIVE / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM EDOUARD REMY / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 5/10-9/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HOME VRIJZICHT / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 14/9-18/9 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE RUYSCHAERT / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/4-10/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA AVONDVREDE / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 18/5-22/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woon- en Zorgcentrum Ons Geluk / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 3/11-7/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT BERNARDUS / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 11/5-15/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WZC Dunecluze / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 30/3-3/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT MONICA / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 3/11-7/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woonzorgcentrum Hof ter Waarbeek / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 29/9-3/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT AVONDVREDE / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WZC Sint-Margaretha / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Palmyra (LA FAMILIALE) / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 8/6-12/6 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT-CAMILLUS / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 1/9-5/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DOMMELHOF / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT BETLEHEM / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 24/11-28/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HUIZE WIELTJESGRACHT / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 13/10-17/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woon- en Zorgcentrum De Klinckaert / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

Functiebeschrijving: zorgkundige (m/v/x)

Functiebeschrijving: zorgkundige (m/v/x) Functiebeschrijving: zorgkundige (m/v/x) Graad Deskundig zorgmedewerker (m/v/x) Functietitel Zorgkundige (m/v/x) Doelstelling van de functie Instaan voor de optimale en de totale zorg voor de bewoner in

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM SINT-VINCENTIUS / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 3/11-7/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Residentie Lucie Lambert / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/10-10/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

Presentatie onderzoek naar de bascules in de beoordeling van scenario s over corruptie. Arne Dormaels

Presentatie onderzoek naar de bascules in de beoordeling van scenario s over corruptie. Arne Dormaels Hogeschool Gent/ Universiteit Gent GaPS Governance and Policing Studies Presentatie onderzoek naar de bascules in de beoordeling van scenario s over corruptie Sessie: Criminaliteit en preventie Arne Dormaels

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE ZAVEL / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 07/9-11/9 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek.

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek. Why participation works: the role of employee involvement in the implementation of the customer relationship management type of organizational change (dissertation J.T. Bouma). SAMENVATTING Het hier gepresenteerde

Nadere informatie