Laat Zien: spellingkaartjes van alle spelling-categorieën van de CITO Spelling (nieuwe versie)

Transcriptie

1 Laat Zien: spellingkaartjes van alle spelling-categorieën van de CITO Spelling (nieuwe versie) Deze kaartjes op stevig papier kopiëren en uitknippen. De kinderen kunnen hiermee zelfstandig de spelling van de verschillende spellingcategorieën oefenen door middel van de SCL-structuur Laat Zien : 1) De kinderen leggen de stapel met kaartjes ondersteboven in het midden van de teamtafel en leggen het kaartje met de spellingregel (zie bijlage: kaartjes uitknippen en lamineren) of de bijbehorende spellingkaart van Taal Actief ernaast. 2) Alle kinderen pakken een whiteboardje en stiftje (of papier en potlood). 3) Leerling 1 neemt het bovenste kaartje van de stapel en leest het woord en de bijbehorende spellingregel van Taal Actief zachtjes voor. 4) Alle teamleden (ook het kind dat het woord heeft voorgelezen) herhalen het woord en de spellingregel, schrijven vervolgens het woord op en houden het whiteboardje/ blaadje voor hun buik als ze klaar zijn. 5) Als leerling 1 ziet dat iedereen klaar is, zegt hij Laat zien. Alle leerlingen laten hem nu zien wat ze hebben opgeschreven. Als het woord juist is geschreven, geeft leerling 1 zijn teamgenootje een compliment. Als het woord fout is geschreven, geeft hij een tip om de fout te verbeteren (bv. herhalen van de spellingregel) en geeft zijn teamgenootje even tijd het te verbeteren. 6) Als het woord bij alle kinderen (ook bij zichzelf!) is nagekeken, neemt leerling 2 het volgende kaartje en herhaalt de oefening zich tot de tijd om is (handig om een timer met geluid te gebruiken). NB. * Alle kinderen kunnen in hun thuisteam tegelijkertijd dezelfde spellingcategorie oefenen (bv. voor het inoefenen van een nieuwe spellingregel), maar er kunnen ook functionele teams door de leerkracht worden gevormd, waarin de kinderen samen oefenen met woorden die ze nog moeilijk vinden. * De kaartjes kunnen bij de materialen voor zelfstandig werken (bv. In een schroevenkastje) worden bewaard, zodat de kinderen Laat Zien ook als keuzeactiviteit in kleine groepjes zelfstandig kunnen spelen. * Leerlingen kunnen de kaartjes ook mee naar huis krijgen n.a.v. de analyse van de SVS om thuis met hun ouders extra te oefenen met spellingcategorieën die ze nog niet beheersen (met name leerlingen die onvoldoende scoorden op de SVS). * Als de leerlingen het kaartje met de spellingregel niet meer nodig hebben, wordt het omgedraaid en zeggen ze de regel steeds uit hun hoofd op. * Vanaf categorie 5 staan er bij elke categorie makkelijke (de bovenste 10: zwart) en moeilijke (de onderste 10: rood) woorden, zodat er gedifferentieerd kan worden (de moeilijkere woorden sluiten aan bij de categorieën met een + of ++, maar kunnen ook gebruikt worden voor jongere leerlingen die extra uitdaging kunnen gebruiken).

2 Categorie 1 MKM-woorden Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. jas zoek geef val loop naam wiel pen vis huis muur duif hut zon neus reis ijs pauw hout bal

3 Categorie 2 MMKM- en MKMM-woorden Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. drop plak grijs broek spel stuif blok kleur knip brug fiets geeft kant zoekt dans beest woont puist heks voelt

4 Categorie 3 MMKMM-woorden Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. klomp sterk proost vliegt klets proeft zwart plint blaft kramp druipt draaft dwerg stolp pluist drijft kleurt vloekt start graaft

5 Categorie 4 woorden met een tussenklank die niet geschreven wordt 5a t/m 5j golf, melk, helm, tulp, korf, berg, jurk, arm, doorn, dorp Ik hoor u tussen 2 medeklinkers. Ik schrijf de tussenklank u niet. golf melk helm tulp korf berg jurk arm doorn sterk dorp wolk storm stolp wolf warm durf wierp dwerg erg

6 Categorie 5 woorden met meer dan 2 medeklinkers na elkaar Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. strik sproet straf straat spruit spreekstoel strafwerk bestraten sprinkhaan struikrover arts werkt korst kunst laatst kunstenaar dierenarts kerstmis vorsten schaatsten

7 school schat schaats schoen schuif schatkist opscheppen schaduw beschuit Categorie 6 woorden met sch/schr 8a school Ik hoor sg. Ik schrijf sch. 8b schrift Ik hoor sgr. Ik schrijf schr. schrift schrijf schram schroef schrik schroevendraaier geschrapt geschrokken schrijfschrift schipbreuk overschrijden

8 Categorie 7 woorden met ng of nk 9a tong Ik hoor n. Ik schrijf ng. 9b bank Ik hoor ngk. Ik schrijf nk. ring tong bang meng stang behang langzaam zangeres rekening koningin flink bank vink denk plank stinkdier bedenken boekenplank dankbaar bankbiljet

9 Categorie 8 Woorden met f-, v-, s- of z- (feest, vel, ziek) 6a fluit Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. 6b vis Ik hoor v aan het begin. Ik schrijf v. 7a som Ik hoor s aan het begin. Ik schrijf s. 7b zon Ik hoor z aan het begin. Ik schrijf z. feest vel ziek som fiets vrijdag zwemband slagroom vlieger vogel veter zon soep fluit vis flamingo zwerver fruitig sandaal fontein

10 Categorie 9 Verkleinwoorden met uitgang je of tje huisje jasje pluisje vaasje versje gebakje 43a huisje Ik hoor ju. Ik schrijf je. 43c broertje Ik hoor tju. Ik schrijf tje. broertje haartje schooltje truitje kraaltje kaboutertje onderbroekje achterdeurtje bloempotje leesboekje lollystokje wastafeltje feestzaaltje ijsbeertje

11 Categorie 10 tweelettergrepige woorden met be-, ge-, ver- of met el, -er, -en 30a bezoek Ik hoor bu. Ik schrijf be. 30b getal Ik hoor gu. Ik schrijf ge. 30c verkeer Ik hoor vur. Ik schrijf ver. NB. Voor de woorden met el, -er en en is er geen spellingkaart in Taal Actief 3, maar kunnen de kinderen deze regel aanhouden: Ik hoor ul/ur/un. Ik schrijf el/er/en. begin gevaar verkeer beloof vergeet verjaardag begraven gevaarlijk verleden bewaker vlieger lepel loper boeken heksen voorgevel ijsvogel drinkbeker bedenker struiken

12 Categorie 11 woorden met ei/ij Spellingregel: 14a en 14b reis, ijs Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. trein reis ei klein plein eieren aanleiding arbeiders allerlei steile rijst ijs grijs lijf vrij ijverig tijdelijk bevrijding partij vrijdag

13 Categorie 12 woorden met aai/ooi/oei 11a kraai Ik hoor aaj. Ik schrijf aai. 11b kooi Ik hoor ooj. Ik schrijf ooi. 11c boei Ik hoor oej. Ik schrijf oei. kraai kooi boei mooi groei grasmaaier bemoeien hooivork laaiend plooirok maai stoei fraai hooi haai bloeien gestrooid draaien dooier stoeien

14 Categorie 13 samengestelde woorden met 2 of meer opeenvolgende medeklinkers Spellingregel: Ik schrijf samenstellingen aan elkaar. muisstil kurkdroog pikzwart melkkoe piepklein zwembroek wijnfles deurklink barkruk feesttent voetbalstadion persfotograaf wandelclub nachttrein zuurstoffles esdoornblad dienstplicht treinstel dagprogramma vrachtwagenchauffeur

15 Categorie 14 woorden met eer/oor/eur 10 b heer Ik hoor eer. Ik schrijf eer. 10c oor Ik hoor oor. Ik schrijf oor. 10e deur Ik hoor eur. Ikschrijf eur. peer koor beurt heer oor meneer voorkeur verkeer behoorlijk gebeurtenis deur beer kleur boor stoor kinderkoor leerkracht kleurboek veerpont hoorspel

16 Categorie 15 woorden met a, -o, -u 46a sla Ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, oo of uu. Ik schrijf a, o of u. nu sla vlo ja stro paraplu foto menu woning buren vla pa zo ga po veldsla schoenmaker koperen huzarensalade warenhuis

17 Categorie 16 Woorden met au(w) of ou(w) 15a t/m 15d saus, pauw, hout, touw Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. gauw kou saus hout pauw toeschouwer augustus kabouter auteur rouwkaart touw lauw nou auto mouw wenkbrauw houthakker flauwe strooizout lichtblauw

18 Categorie 17 Woorden met ch of cht 13a en 13b pech, lucht Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. pech gracht lucht vlecht toch achtergrond regenachtig opdrachten richting vruchtbaar vocht recht zich nacht zucht prachtig rechterhand gerecht autopech vochtig

19 Categorie 18 één- of meerlettergrepige woorden met d 44a en44 b hond, niemand Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer: - Ik hoor te(n) à Ik schrijf t - Ik hoor de(n) à Ik schrijf d strand hond hand land paard niemand vervelend hoofdstad eindpunt wereldbol baard koord zand grond kind beroemd achtergrond gezondheid hoofdstuk bejaard

20 Categorie 19 woorden met eeuw/ieuw/uw 12a sneeuw Ik hoor eew. Ik schrijf eeuw. 12b nieuw Ik hoor iew. Ik schrijf ieuw. 12c ruw Ik hoor uuw. Ik schrijf uw. sneeuw kieuw ruw spreeuw nieuw schaduw nieuwslezer zeemeeuw kieuwen sneeuwbal geeuw nieuws leeuw duw schuw bergleeuw sluwe geeuwen stuwmeer spreeuwen

21 Categorie 20 woorden met open lettergrepen 46b jager Ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, oo, uu of ee. Ik schrijf a, o, u of e. straten bomen beker boten schuren verhoging geweten adel gedurende beweging weken buren vader palen teken moderne verhalen olifanten soldaten planeten

22 Categorie 21 woorden met gesloten lettergrepen 47a bakker Ik hoor aan het eind van de klankgroep een korte klank a, e, i, o, u. Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers. bruggen kippen stallen bussen bakker matrassen pakketten boterhammen prinsessen komkommer kammen mussen grotten stallen wekker voetballer trompetten spelletje begonnen stippeltje

23 Categorie 22 Verandering van f in v en s in z bij meervoudsvorming 50a duiven In de lange vorm verandert f in v. 50b huizen In de lange vorm verandert s in z. brieven poezen duiven huizen golven verbazen geloven verblijven verven wijzen muizen zwerven blazen woonhuizen begraven rioolbuizen postduiven scheepswerven klaprozen paleizen

24 Categorie 23 woorden met -em/ -elen/ -enen/ -eren 52a kinderen Achter het enkelvoud komt eren. Ik hoor uru. Ik schrijf eren. (Het woord eindigt op em/-elen/-enen. Ik hoor um/ulun/unen. Ik schrijf em/elen/enen.) adem bladeren kinderen wandelen regelen eieren redenen knabbelen spijbelen roosteren bodem gisteren rekenen winkelen tekenen naderen aardbodem gevangenen heksenbezem smokkelen

25 Categorie 24 woorden met lijk of ig 33a jarig Ik hoor ug of eg. Ik schrijf ig. 34a vrolijk Ik hoor luk, lik of lek. Ik schrijf lijk. jarig vrolijk lastig moeilijk zonnig geweldig belachelijk gevaarlijk zweverig wonderlijk pluizig heerlijk pittig duidelijk lelijk ernstig machtig uitzonderlijk degelijk gelukkig

26 Categorie 25 woorden waarin /ie/ wordt geschreven als /i/ 16a liter Ik hoor ie. Ik schrijf i. liter kantine ski piloot olifant muzikant uniform klimaat minister dirigent familie minuut titel juni televisie kapitein artikel olifanten principe centiliter

27 Categorie 26 woorden waarin /s/ wordt geschreven als /c/ 18a cel Ik hoor s. Ik schrijf c. Staat na de /c/ een e, i of ij, dan klinkt de /c/ als /s/. cel precies circus cijfer concert concertzaal directrice cijferlijst medicijnen cirkelzaag cent medicijn centrum cipier cirkel concentratie principe stadscentrum decimeter centimeter

28 Categorie 27 woorden waarin /k/ wordt geschreven als /c/ Spellingregel: Ik hoor k. Ik schrijf c. Staat na de /c/ een a, o of u, dan klinkt de /c/ als /k/. cursus disco circus camera concert aspect directrice componist circa collegiaal collega cactus cadeau clown club concentratie concurrent inspecteur cursist videocamera

29 Categorie 28 woorden waarin /-zju/ wordt geschreven als /-ge/ 36a garage Ik hoor asju. Ik schrijf age. Ik hoor osju. Ik schrijf oge. Ik hoor esju. Ik schrijf ege. garage horloge stage manege bagage spionage polshorloge chantage tatoeage etage lekkage etalage college massage handbagage hoorcollege percentage privilege camouflage koffieplantage

30 Categorie 29 woorden beginnend met of eindigend op s 53a s morgens Het eerste woord is afgeleid van des. Ik schrijf s. 54a piano s Het woord in het enkelvoud eindigt op a, o, u, i of y. In het meervoud schrijf ik s. auto s ski s s morgens baby s foto s s maandags s middags opa s menu s ijslolly s s winters fotocamera s s nachts s woensdags s zomers paraplu s programma s risico s safari s watertaxi s

31 Categorie 30 woorden eindigend op tie (of ctie) 38a politie Ik hoor sie. Ik schrijf tie. 38b directie Ik hoor ksie. Ik schrijf ctie. politie selectie actie adoptie tractatie competitie concurrentie discriminatie injectie inspiratie directie natie infectie reactie prestatie frustratie democratie kernreactie acceptatie consumptie

32 Categorie 31 Woorden eindigend op -teit of heid 35a snelheid Ik schrijf woorden die eindigen op heid net zoals snelheid. (Ik schrijf woorden die eindigen op teit net zoals majesteit.) activiteit snelheid vrijheid puberteit waarheid capaciteit wijsheid eenheid kwaliteit majesteit veiligheid bekendheid dankbaarheid eenzaamheid faculteit criminaliteit universiteit mentaliteit gelegenheid bijzonderheid

33 Categorie 32 een- of meerlettergrepige woorden met (-)y(-) 22a baby Ik hoor ie. Ik schrijf y. baby lolly yoga cowboy hobby pyjamabroek lollystokje hockey boycot cycloon jury pyjama sorry lynx gymles cyclus hyacint hyena mythe yoghurt

34 Categorie 33 woorden met b 20a club Ik hoor p. Ik schrijf b. club web rib krab heb voetbalclub spinnenweb objectief subsidie schrob eb schub bieb lab bob zeekrab absoluut observatie golfclub abstract

35 Categorie 34 twee- of meerlettergrepige woorden met n en sin samenstellingen 59b ziekenhuis Het eerste deel van de samenstelling is een zelfstandig naamwoord met alleen meervoud op en. Ik schrijf en in het midden. 59d dorpsstraat Ik hoor s aan het eind van het eerste deel van de samenstelling. Ik schrijf s tussen de twee delen. (Ik hoor s tussen de beide delen van de samenstelling. Ik schrijf een s tussen de twee delen.) ziekenhuis dorpsstraat paardenmarkt lievelingsdier koekenpan damesfiets boekenbon stationshal bijenkorf beukenboom doktersassistente tomatensoep gevarendriehoek moederskindje Valentijnsdag zakenreis eendenei zondagsrijder liefdesscène pannenkoek

36 Categorie 35 twee- of meerlettergrepige woorden: koppelteken in samenstellingen Spellingregel: Het koppelteken (liggend streepje) wordt in 4 situaties toegepast: 1. scheiding van samenstellingen die moeilijk zijn te herkennen (zee-egel) 2. scheiding van samenstellingen van een buitenlands en Nederlands woord of begrip (clearing-systeem) 3. om gelijkwaardigheid van een samenstelling weer te geven (christelijk-historisch) 4. in vaste uitdrukkingen om te laten zien dat deze één geheel vormen (mond-opmondbeademing) haantje-de-voorste doe-het-zelfzaak Zuid-Holland tv-kijker nek-aan-nekrace Vlaams-Brabant zwart-wit zee-egel Noord-Amerika 20-jarige mond-op-mond-beademing Nieuw-Zeeland kruidje-roer-me-niet café-eigenaar hotel-restaurant rooms-katholiek A4-formaat kleuren-tv IQ-test niet-rookster

37 Categorie 36 woorden met een trema 40d financiële Ik hoor iejeelu. Ik schrijf iële. 56a oliën De klemtoon valt niet op de laatste klankgroep. Achter het enkelvoud komt n. Ik schrijf een trema op de laatste e. 56b knieën De klemtoon valt op de laatste klankgroep. Achter het enkelvoud komt en. Ik schrijf een trema op de laatste e. ideeën België oliën reeën knieën drieëntwintig financiële koloniën bacteriën calorieën zeeën drieën feeën Italië tweeën moskeeën harmonieën industriële melodieën categorieën

38 Categorie 37 hoofdletters 61a t/m 61 f Amsterdam t/m Nederlandse Ik schrijf aardrijkskundige namen en woorden die zijn afgeleid van aardrijkskundige namen met een hoofdletter. Ik schrijf namen van mensen en dieren met een hoofdletter. Amsterdam Spanje Tim Jansen Nederland Fien Beethoven Madrid Snuitje Duitse Belg opa Henk Noordzee Rijn Zuid-Holland Schiphol Franse Erik de Jong Noord-Brabant Willem van Oranje Spanjaard

39 Categorie 38 één- of meerlettergrepige Franse leenwoorden Spellingregel: Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. cadeau journaal toilet douche coureur bureau journalist trottoir premier affaire entree diner chauffeur cabine restaurant populair brancard portefeuille buschauffeur tondeuse

40 Categorie 39 één- of meerlettergrepige Engelse leenwoorden Spellingregel: Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. plastic scoren trainen keeper chips penalty parttime playbacken interview babysit team hamburger show shoppen chatten mountainbike relaxen cornflakes vandalist container

41 Categorie 40 woorden waarin /t/ geschreven wordt als /th/ thee thuis theater methode theorie taalmethode theezakje 17a thee Ik hoor t. Ik schrijf th. discotheek thema therapie thans marathon katholieke thermometer thuiswedstrijd bibliotheek theaterzaal theoretisch apotheek sympathiek

42 Categorie 41 woorden met isch/ -ische 37a elektrisch Ik hoor ies(iese). Ik schrijf isch(ische). elektrisch automatisch logisch praktisch technische alfabetische tropisch telefonisch Belgische medische tragisch Russische theoretisch democratisch fantastische romantische allergisch toeristische racistisch elektrische

43 Categorie 42 woorden met iaal, -ieel, -ueel of eaal 40a liniaal Ik hoor iejaal. Ik schrijf iaal. 40b financieel Ik hoor iejeel. Ik schrijf ieel. 40c actueel Ik hoor uweel. Ik schrijf ueel. (Ik hoor ejaal. Ik schrijf eaal.) liniaal actueel speciaal ideaal materiaal financieel filialen sensuele geniale idealen sociaal prieel visueel ritueel filiaal provinciaal mondiale seksueel essentieel eventuele

44 Categorie 43 twee- of meerlettergrepige woorden met onbeklemtoonde es, -ik of et Spellingregel: In woorden eindigend op een onbeklemtoonde uitgang es, -ik of et (-it/-il/-el), waarin de klinker wordt uitgesproken als een stomme e, worden de medeklinkers in het meervoud niet verdubbeld. monniken lemmeten perziken haviken aardappelen lobbesen dommeriken kieviten stencilen engelen leeuweriken luiwammesen dreumesen zaniken lemmeten bangeriken frunniken slimmeriken hannesen grinniken

45 Categorie 44 Woorden waarin /ks/ geschreven wordt als /x/ 23a taxi Ik hoor ks. Ik schrijf x. taxi box examen luxe Ajax examinator watertaxi appendix anticlimax staafmixer fax climax mixer extra foxtrot faxnummer executie luxueus Luxemburg xylofoon

46 Categorie 45 twee- of meerlettergrepige stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden 58a gouden Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op en. Ik hoor un. Ik schrijf en. blikken wollen katoenen houten gouden betonnen zijden kartonnen bronzen diamanten leren koperen stalen stenen ijzeren papieren tinnen fluwelen metalen zilveren

47 Categorie 46 Verkleinwoorden met -aatje/ -ootje/ -uutje/ -nkje 43d kettinkje Ik hoor ju. Ik schrijf je. kettinkje autootje omaatje harinkje laatje chocolaatje fotootje parapluutje leidinkje schuttinkje koninkje buiginkje menuutje vlaatje strootje radiootje winterkoninkje extraatje kanootje pianootje

48 Categorie 47 meerlettergrepige woorden met open en/of gesloten lettergreep (apparaten, kennissen) 46b jager Ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, oo, uu of ee. Ik schrijf a, o, u of e. 47a bakker Ik hoor aan het eind van de klankgroep een korte klank a, e, i, o, u. Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers. apparaten kennissen woningen planeten tennisbal garnalen lettergreep soldaten prinsessen bananen verhoging televisie zonnebrillen komkommers afdelingen pakketten chocolade conclusie luchtballonnen commissaris

49 Categorie 48 restwoorden 28a team Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. team hobby ginds station café alleszins journalist populair museum vondst route logé wreed basketbalteam hobby s treinstation tweedehands Rijksmuseum militairen wrede

50 KAARTJES MET SPELLINGREGELS Categorie 1 MKM-woorden Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. Categorie 3 MMKMM-woorden Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. Categorie 5 woorden met meer dan 2 medeklinkers na elkaar Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. Categorie 7 woorden met ng of nk 9a tong Ik hoor n. Ik schrijf ng. 9b bank Ik hoor ngk. Ik schrijf nk. Categorie 9 Verkleinwoorden met uitgang je of tje 43a huisje Ik hoor ju. Ik schrijf je. 43c broertje Ik hoor tju. Ik schrijf tje. Categorie 2 MMKM- en MKMMwoorden Spellingregel: Ik schrijf wat ik hoor. Categorie 4 woorden met een tussenklank die niet geschreven wordt 5a t/m 5j golf, melk, helm, tulp, korf, berg, jurk, arm, doorn, dorp Ik hoor u tussen 2 medeklinkers. Ik schrijf de tussenklank u niet. Categorie 6 woorden met sch/schr 8a school Ik hoor sg. Ik schrijf sch. 8b schrift Ik hoor sgr. Ik schrijf schr. Categorie 8 Woorden met f-, v-, s- of z- 6a fluit /6b vis Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. Ik hoor v aan het begin. Ik schrijf v. 7a som /7b zon Ik hoor s aan het begin. Ik schrijf s. Ik hoor z aan het begin. Ik schrijf z. Categorie 10 tweelettergrepige woorden met be-, ge-, verof met el, -er, -en 30a bezoek Ik hoor bu. Ik schrijf be. 30b getal Ik hoor gu. Ik schrijf ge. 30c verkeer Ik hoor vur. Ik schrijf ver.

51 Categorie 11 woorden met ei/ij Spellingregel: 14a en 14b reis, ijs Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. Categorie 13 samengestelde woorden met 2 of meer opeenvolgende medeklinkers Spellingregel: Ik schrijf samenstellingen aan elkaar. Categorie 15 woorden met a, -o, -u 46a sla Ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, oo of uu. Ik schrijf a, o of u. Categorie 17 Woorden met ch of cht 13a en 13b pech, lucht Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. Categorie 19 woorden met eeuw/ieuw/uw 12a sneeuw Ik hoor eew. Ik schrijf eeuw. 12b nieuw Ik hoor iew. Ik schrijf ieuw. 12c ruw Ik hoor uuw. Ik schrijf uw. Categorie 12 woorden met aai/ooi/oei 11a kraai Ik hoor aaj. Ik schrijf aai. 11b kooi Ik hoor ooj. Ik schrijf ooi. 11c boei Ik hoor oej. Ik schrijf oei. Categorie 14 woorden met eer/oor/eur 10 b heer Ik hoor eer. Ik schrijf eer. 10c oor Ik hoor oor. Ik schrijf oor. 10e deur Ik hoor eur. Ikschrijf eur. Categorie 16 Woorden met au(w) of ou(w) 15a t/m 15d saus, pauw, hout, touw Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. Categorie 18 één- of meerlettergrepige woorden met d 44a en44 b hond, niemand Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer: - Ik hoor te(n) à Ik schrijf t - Ik hoor de(n) à Ik schrijf d Categorie 20 woorden met open lettergrepen 46b jager Ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, oo, uu of ee. Ik schrijf a, o, u of e.

52 Categorie 21 woorden met gesloten lettergrepen 47a bakker Ik hoor aan het eind van de klankgroep een korte klank a, e, i, o, u. Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers. Categorie 23 woorden met -em/ -elen/ -enen/ -eren 52a kinderen Achter het enkelvoud komt eren. Ik hoor uru. Ik schrijf eren. Het woord eindigt op em/-elen/- enen. Ik hoor um/ulun/unen. Ik schrijf em/elen/enen. Categorie 25 woorden waarin /ie/ wordt geschreven als /i/ 16a liter Ik hoor ie. Ik schrijf i. Categorie 27 woorden waarin /k/ wordt geschreven als /c/ Spellingregel: Ik hoor k. Ik schrijf c. Staat na de /c/ een a, o of u, dan klinkt de /c/ als /k/. Categorie 29 woorden beginnend met of eindigend op s 53a s morgens Het eerste woord is afgeleid van des. Ik schrijf s. 54a piano s Het woord in het enkelvoud eindigt op a, o, u, i of y. In het meervoud schrijf ik s. Categorie 22 Verandering van f in v en s in z bij meervoudsvorming 50a duiven In de lange vorm verandert f in v. 50b huizen In de lange vorm verandert s in z. Categorie 24 woorden met lijk of ig 33a jarig Ik hoor ug of eg. Ik schrijf ig. 34a vrolijk Ik hoor luk, lik of lek. Ik schrijf lijk. Categorie 26 woorden waarin /s/ wordt geschreven als /c/ 18a cel Ik hoor s. Ik schrijf c. Staat na de /c/ een e, i of ij, dan klinkt de /c/ als /s/. Categorie 28 woorden waarin /-zju/ wordt geschreven als /-ge/ 36a garage Ik hoor asju. Ik schrijf age. Ik hoor osju. Ik schrijf oge. Ik hoor esju. Ik schrijf ege. Categorie 30 woorden eindigend op tie (of ctie) 38a politie Ik hoor sie. Ik schrijf tie. 38b directie Ik hoor ksie. Ik schrijf ctie.

53 Categorie 31 Woorden eindigend op -teit of heid 35a snelheid Ik schrijf woorden die eindigen op heid net zoals snelheid. (Ik schrijf woorden die eindigen op teit net zoals majesteit.) Categorie 33 woorden met b 20a club Ik hoor p. Ik schrijf b. Categorie 32 een- of meerlettergrepige woorden met (-)y(-) 22a baby Ik hoor ie. Ik schrijf y. Categorie 34 twee- of meerlettergrepige woorden met n en s- in samenstellingen 59b ziekenhuis Het eerste deel van de samenstelling is een zelfstandig naamwoord met alleen meervoud op en. Ik schrijf en in het midden. 59d dorpsstraat Ik hoor s aan het eind van het eerste deel van de samenstelling. Ik schrijf s tussen de twee delen. (Ik hoor s tussen de beide delen van de samenstelling. Ik schrijf een s tussen de twee delen.) Categorie 35 twee- of meerlettergrepige woorden: koppelteken in samenstellingen Spellingregel: Het koppelteken (liggend streepje) wordt in 4 situaties toegepast: 1. scheiding van samenstellingen die moeilijk zijn te herkennen (zeeegel) 2. scheiding van samenstellingen van een buitenlands en Nederlands woord of begrip (clearing-systeem 3. om gelijkwaardigheid van een samenstelling weer te geven (christelijk-historisch) 4. in vaste uitdrukkingen om te laten zien dat deze één geheel vormen (mond-op-mondbeademing) Categorie 37 hoofdletters 61a t/m 61 f Amsterdam t/m Nederlandse Ik schrijf aardrijkskundige namen en woorden die zijn afgeleid van aardrijkskundige namen met een hoofdletter. Ik schrijf namen van mensen en dieren met een hoofdletter. Categorie 39 één- of meerlettergrepige Engelse leenwoorden Spellingregel: Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. Categorie 36 woorden met een trema 40d financiële Ik hoor iejeelu. Ik schrijf iële. 56a oliën De klemtoon valt niet op de laatste klankgroep. Achter het enkelvoud komt n. Ik schrijf een trema op de laatste e. 56b knieën De klemtoon valt op de laatste klankgroep. Achter het enkelvoud komt en. Ik schrijf een trema op de laatste e Categorie 38 één- of meerlettergrepige Franse leenwoorden Spellingregel: Ik leer deze woorden uit mijn hoofd. Categorie 40 woorden waarin /t/ geschreven wordt als /th/ 17a thee Ik hoor t. Ik schrijf th.

54 Categorie 41 woorden met isch/ -ische 37a elektrisch Ik hoor ies(iese). Ik schrijf isch(ische). Categorie 43 twee- of meerlettergrepige woorden met onbeklemtoonde es, -ik of et Spellingregel: In woorden eindigend op een onbeklemtoonde uitgang es, -ik of et (-it/-il/-el), waarin de klinker wordt uitgesproken als een stomme e, worden de medeklinkers in het meervoud niet verdubbeld. Categorie 45 twee- of meerlettergrepige stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden 58a gouden Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op en. Ik hoor un. Ik schrijf en. Categorie 47 meerlettergrepige woorden met open en/of gesloten lettergreep (apparaten, kennissen) 46b jager Ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, oo, uu of ee. Ik schrijf a, o, u of e. 47a bakker Ik hoor aan het eind van de klankgroep een korte klank a, e, i, o, u. Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers. Categorie 42 woorden met iaal, -ieel, -ueel of eaal 40a liniaal Ik hoor iejaal. Ik schrijf iaal. 40b financieel Ik hoor iejeel. Ik schrijf ieel. 40c actueel Ik hoor uweel. Ik schrijf ueel. (Ik hoor ejaal. Ik schrijf eaal.) Categorie 44 Woorden waarin /ks/ geschreven wordt als /x/ 23a taxi Ik hoor ks. Ik schrijf x. Categorie 46 Verkleinwoorden met - aatje/ -ootje/ -uutje/ -nkje 43d kettinkje Ik hoor ju. Ik schrijf je. Categorie 48 restwoorden 28a team Ik leer deze woorden uit mijn hoofd.