Additionele beoordeling opleiding tot Master of Physical Activity and Health (MPA&H) Universiteit Maastricht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Additionele beoordeling opleiding tot Master of Physical Activity and Health (MPA&H) Universiteit Maastricht"

Transcriptie

1 Additionele beoordeling opleiding tot Master of Physical Activity and Health (MPA&H) Universiteit Maastricht April 2005 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht T F E info@qanu.nl I

2 Inhoud Inleiding Hoofdstuk 1 Doelstellingen opleiding Hoofdstuk 2 Programma opleiding Hoofdstuk 3 Inzet van het personeel Hoofdstuk 4 Voorzieningen Hoofdstuk 5 Interne kwaliteitszorg Hoofdstuk 6 Te verwachten resultaten Bijlagen 1. opleidingsrapport ongedeelde opleiding 2. curriculum vitae commissie 3. werkwijze - 2 -

3 Inleiding a) Dit deelrapport betreft de masteropleiding Physical Activity and Health (MPA&H), Universiteit Maastricht, CROHO-nummer b) Opleidingsvariant: voltijds/deeltijds (zie het eindoordeel van de commissie). c) De opleiding wordt organisatorisch verzorgd door Faculteit der Gezondheidswetenschappen. d) De opleiding bouwt voort op de ongedeelde opleiding Algemene Gezondheidswetenschappen (CROHO-nummer 6851) waarover is gerapporteerd in het visitatierapport Algemene Gezondheidswetenschappen (QANU, oktober 2004); dat rapport maakt mede deel uit van deze beoordeling (zie bijlage 1). De masteropleiding Physical Activity and Health start op 1 september 2004 aan de Universiteit Maastricht. Commissie a) Samenstelling: De beoordelingscommissie bestond uit de volgende personen: - prof. dr. P.A.H. van Lieshout, parttime hoogleraar Theorie van de zorg, Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht, lid Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (vanaf 1 september 2004), voormalig directeur-generaal Gezondheidszorg, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (voorzitter); - prof. dr. J.F.M.J. van Hout, hoogleraar Onderwijskunde, in het bijzonder het hoger onderwijs, Universiteit van Amsterdam; - prof. drs. J. van Londen, emeritus hoogleraar Algemene Gezondheidszorg, Faculteit der Geneeskunde Universiteit Utrecht, voormalig directeur-generaal Volksgezondheid, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voormalig voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg; - prof. dr. J. Pacolet, docent Economie en gezondheidseconomie en hoofd Sector Sociaal en Economisch Beleid van het Hoger Instituut voor de Arbeid van de Katholieke Universiteit Leuven; - mevrouw prof. dr. M. de Visser, hoogleraar Neuromusculaire ziekten, Universiteit van Amsterdam/Academisch Medisch Centrum, voormalig voorzitter van het bestuur van het Onderwijsinstituut Geneeskunde AMC, vicevoorzitter van de Gezondheidsraad; - de heer Th. Zwiers, student Algemene Gezondheidswetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam. Secretaris van de commissie was: mevrouw mr. M.H.J. Coppens-Wijn, medewerker QANU Als bijlage 2 zijn de curricula vitae van de leden van de commissie opgenomen. b) Taak: De commissie had tot taak om krachtens de tussen de NVAO en de VSNU overeengekomen Overgangsregeling bekostigd wetenschappelijk onderwijs en de daarop gebaseerde Richtlijnen vervroegde accrediteringsaanvraag: - een samenvattend totaal oordeel over de opleiding uit te spreken alsmede - een oordeel over doelstellingen, programma en interne kwaliteitszorg en, - gebaseerd op het reguliere visitatierapport, een oordeel over inzet personeel, voorzieningen en te verwachten resultaten. c) Werkwijze: zie bijlage

4 Overzicht beoordeling commissie Onderwerp Oordeel 1 Facet Oordeel 1. Doelstellingen van de opleiding Domeinspecifieke eisen Niveau Oriëntatie + 2. Programma Eisen WO + 3. Inzet van personeel Relatie doelstellingen en + programma 2.3. Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving en + inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing Eisen WO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel + 4. Voorzieningen Materiële voorzieningen + 5. Interne kwaliteitszorg Studiebegeleiding Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering + 6. Resultaten Betrokkenheid van + medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6.1. Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement + 1 Voldaan = + Niet voldaan =

5 - 5 -

6 Vooraf In de master Physical Activity and Health (MPA&H), die voortkomt uit de specialisatie Bewegingswetenschappen van de ongedeelde opleiding, staat de relatie tussen bewegen en gezondheid in al haar aspecten centraal. Deze master is bedoeld voor studenten die op academisch niveau geïnteresseerd zijn in vraagstukken op het gebied van bewegen, veroudering en gezondheid, en die willen begrijpen hoe deze drie grootheden elkaar beïnvloeden en hoe gerichte bewegingsinterventies ingezet kunnen worden om effecten van veroudering te verzachten en gezondheidsproblemen te verminderen of te voorkomen. Afgestudeerden zullen werkzaam zijn in onderzoeks-, onderwijs- en advies- en beleidsfuncties op het gebied van bewegen en gezondheid. Zij zullen zowel zelfstandig als in teamverband werken. Mogelijke werkgevers zullen instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksinstituten, onderzoeksafdelingen van medische bedrijven, overheidsinstellingen en adviesbureaus zijn. Voor deze masteropleiding, die voortbouwt op de bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen, is een masterplan opgesteld waarin globaal inhoud en vorm van de opleiding is beschreven. Dit masterplan ligt mede ten grondslag aan deze beoordeling. Hoofdstuk 1 Doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De master MPA&H kent de volgende algemene domeinspecifieke eindtermen: A. Cognitief De MPA&H is in staat op basis van wetenschappelijke methoden en inzichten: 1. zelfstandig de interactie tussen bewegen en gezondheid te onderzoeken; 2. bewegingsprogramma's kritisch te analyseren; 3. de effecten van bewegingswetenschappelijke interventies te evalueren; 4. toegesneden bewegingswetenschappelijke interventieprogramma's te ontwikkelen. B. Affectief De MPA&H is bereid en in staat tot: 1. het samenwerken met vertegenwoordigers uit andere, relevante disciplines; 2. het kritisch beschouwen van het veld van Bewegen en Gezondheid; 3. het zorgdragen voor de eigen (kwaliteits)controle en verdere professionalisering. Er zijn in Nederland (Bewegingswetenschappen VU en RUG) en in het buitenland (Human Movement Sciences, Exercise and Sport Sciences en Physical Activity Sciences) gelijksoortige opleidingen waarin delen van het profiel van MPA&H zijn terug te vinden. De masteropleidingen van de faculteit richten zich, evenals in het oude ongedeelde programma, op internationale uitwisseling. De thematiek van het programma wordt in internationaal perspectief geplaatst en de voertaal van de masteropleidingen is Engels, waardoor instroom van buitenlandse studenten mogelijk wordt gemaakt. Het keuzeonderwijs binnen de MPA&H wordt aangeboden in een parallel traject waardoor het volgen van onderwijs in het buitenland bemoeilijkt wordt. Er bestaat - 6 -

7 echter wel de mogelijkheid om de laatste fase van de opleiding, de onderzoeksstage, in het buitenland te volgen. In Europa zijn in het kader van het Socrates/Erasmus programma facultaire samenwerkingsverbanden met universiteiten in België, Denemarken, Spanje, Griekenland, Italië, Zweden, Finland, Verenigd Koninkrijk en Ierland. Voorts is er op bilateraal niveau veel contact met universiteiten in de VS, Australië en Afrika. Via ISEP (International Student Exchange Program) vindt er in het doctoraalprogramma jaarlijks uitwisseling richting de Verenigde Staten plaats. De zogenaamde 'Free Movers' volgen in deze continenten onderwijs of lopen aldaar hun onderzoeksstage. De verwachting is dat dit in de masterfase niet anders zal zijn. De faculteit streeft naar internationale alliantievorming binnen onderwijs en onderzoek. Samenwerkingsverbanden met andere Europese universiteiten worden in de toekomst steeds belangrijker door harmonisatie van het onderwijs binnen de EU. De gedachten gaan uit om in samenwerking met meerdere Europese universiteiten gezamenlijke masterprogramma's te ontwikkelen. De eerste beleidsonderzoeken in deze richting worden momenteel verricht. De commissie neemt waar dat veel aandacht wordt besteed aan het internationaal perspectief van de opleiding, maar dat op tal van punten nog sprake is van voornemens. Met name waar het gaat om (inter)nationale benchmarking is een slag te maken. De commissie betreurt het dat het moeilijk is om keuzeonderwijs in het buitenland te volgen. De faculteit verwacht dat de eindkwalificaties van de afgestudeerden MPA&H op dezelfde wijze aansluiten op de beroepspraktijk als de huidige doctoraalspecialisatie Bewegingswetenschappen. In de WO-Monitor 2002 van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2003) wordt een beeld gegeven van hoe de aansluiting op de arbeidsmarkt één jaar na afstuderen wordt ervaren door afgestudeerden met deze specialisatie. Het gaat hier om de volgende gegevens, gemeten over de periode van 1996 t/m 2002: BW N 155 Werkloosheid (na 1 jaar) 7% Vaste aanstelling 39% Voltijd aanstelling 73% Opleidingsniveau vereist 43% Opleidingsrichting vereist 71% Het meest opvallend in deze tabel is dat slechts 43% van de alumni aangeeft dat voor het uitvoeren van hun baan het academische opleidingsniveau vereist is. De specialisatie Bewegingswetenschappen van de ongedeelde opleiding wordt gekenmerkt door een grote zij-instroom vanuit het HBO (fysiotherapeuten, docenten lichamelijke opvoeding). Deze in deeltijd studerende, vanuit het HBO doorgestroomde studenten blijven vaak na afronding van de opleiding GW (nog enige tijd) werkzaam in hun (oude) HBO-functie. De commissie stelt vast dat men weliswaar een beeld heeft van de aansluiting op de arbeidsmarkt zoals de alumni die ervaren, maar dat het ontbreekt aan inzicht in de waardering van de opleiding vanuit de beroepspraktijk. Het nieuwe kwaliteitsbeleid zal dit tekort opheffen. Gezien het bovenstaande is de commissie van mening dat de algemene eindtermen duidelijk en helder zijn geformuleerd, en in voldoende, maar voor verbetering vatbare mate aansluiten bij de eisen die door de (buitenlandse) vakgenoten en beroepsprak

8 tijk worden gesteld. De commissie is daarom van oordeel dat deze master voldoet aan de domeinspecifieke eisen die aan de eindtermen worden gesteld. 1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. De commissie heeft de eindtermen van de opleiding gerelateerd aan de eisen die volgens de Dublin-descriptoren aan een masteropleiding worden gesteld. Kennis en inzicht De master beschikt over een brede kennis van de gezondheidswetenschappen en over specialistische kennis op het terrein van de wederzijdse betekenis van bewegen en gezondheid voor elkaar. De master integreert deze kennis met de kennis van en inzicht in de wetenschappelijk methoden en technieken teneinde bewegingswetenschappelijke (onderzoeks)programma's te analyseren, te evalueren en te ontwikkelen. Zie de eindtermen A1 en A2. Ten aanzien van deze descriptor merkt de commissie het volgende op. Volgens de faculteit behoort tot het profiel van de afgestudeerde MPA&H onder meer dat hij over brede kennis van de gezondheidswetenschappen beschikt. Daar de domeinspecifieke eindtermen van deze master niet de breedte van de gezondheidswetenschappen betreffen, is er geen garantie dat afgestudeerden van deze masteropleiding deze eindterm zullen bereiken. Dit kan met name gelden voor die afgestudeerden die zijn ingestroomd op basis van een andere opleiding dan de bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen die aan deze masteropleiding ten grondslag ligt. Toepassen van kennis en inzicht De master is in staat verworven theoretische kennis en inzichten toe te passen om problemen die zich binnen het terrein van bewegen en gezondheid voordoen, te kunnen benoemen en te onderzoeken volgens de wetenschappelijke norm. Hierbij integreert de master zonodig de kennis en inzichten die binnen de verschillende onderwijsonderdelen zijn aangebracht en waardoor hij in staat is oplossingsrichtingen te formuleren voor complexe problemen en situaties. Zie de eindtermen A1, A3 en A4. Oordeelsvorming De master beschikt over onderzoeksmethodologische kennis en heeft de vaardigheid om naar aanleiding van complexe onderzoeksvraagstelling binnen het domein van bewegen en gezondheid een onderzoeksvoorstel te ontwikkelen. Tevens beschikt de master over de kennis van statistische analysetechnieken en is hij in staat met behulp van statistische software data te analyseren en te interpreteren. Bij onvolledige en/of beperkte informatie is de master in staat hypothesen te formuleren die gebaseerd zijn op toepassing van zijn kennis op het gebied van physical activity and health. Zie de eindtermen A2 en B2. Communicatie De master kan bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek op het gebied van physical activity and health op schriftelijke en mondelinge wijze rapporteren aan vakgenoten en niet-vakgenoten. Hierbij is de master in staat onderliggende theoretische concepten te verklaren en achterliggende argumenten voor de opzet en de uitvoering van het onderzoek en de analyse van de onderzoeksgegevens in deze presentatie te betrekken. Zie eindterm B1. Leervaardigheid De master is in staat hiaten in de benodigde kennis te herkennen en heeft de vaardigheid om zich nieuwe concepten eigen te maken. Hierbij is hij in staat om, naast de concepten als probleemgestuurd onderwijs, projectgeoriënteerd onderwijs en zelfgestuurd specialisatieleren, gebruik te maken van de onderwijsvorm: autonoom leren. Zie de eindtermen B2 en B

9 Gezien het bovenstaande is de commissie van oordeel dat de eindtermen van de opleiding aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. 1.3 Oriëntatie De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een master in het WO: de eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld; een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WOopleiding vereist is of dienstig is. In de eindtermen van de MPA&H is het wetenschappelijke karakter verweven. De masteropleiding gaat voort op de weg die tijdens de bachelorfase is ingegaan: een eigen mening baseren op wetenschappelijke kennis. Onderzoeksmethodologie en vakinhoudelijke kennis op het gebied van bewegen en gezondheid, zijn geïntegreerd. Zoals hierboven aangeduid, dienen de eisen vanuit de beroepspraktijk nader te worden onderzocht en geëxpliciteerd. Beziet men de eindtermen van de bachelor en van deze master in onderlinge samenhang en in relatie tot de eindtermen van de ongedeelde opleiding, dan kan de conclusie niet anders zijn dan dat de eindtermen voldoende, zij het soms impliciet, de eisen vanuit de wetenschap en de beroepspraktijk weerspiegelen. De master heeft dezelfde competenties als de afgestudeerde van de oude opleiding op het vlak van het zelfstandig opzetten, uitvoeren en (schriftelijk) presenteren van de resultaten van een wetenschappelijk onderzoek. De eindtermen van beide typen opleiding lopen op dit punt niet uiteen. De masterthesis staat gelijk aan de doctoraalscriptie van de ongedeelde opleiding. De commissie heeft zich in haar beoordeling van de gerealiseerde onderwijskwaliteit positief uitgelaten over de kwaliteit van de afstudeerscripties. De commissie vertrouwt derhalve dat de kwalificaties van de gelijkwaardige master op het punt van het verrichten van wetenschappelijk onderzoek voldoen. Gezien het bovenstaande is de commissie van oordeel dat de eindtermen van de opleiding terecht een wetenschappelijke oriëntatie hebben. 1.4 Gewogen eindoordeel over doelstellingen De commissie is van oordeel dat de doelstellingen voldoen

10 Hoofdstuk 2 Programma opleiding 2.1 Eisen wetenschappelijk onderwijs Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een WOopleiding: kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines; het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën; het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek; bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. De MPA&H opereert op het grensvlak tussen ouder worden, chronische ziekte (waarmee ouder worden vaak gepaard gaat), inactiviteit, bewegen, gezondheid en interventieprogramma s op basis van voedings- en bewegingsgewoonten. De expliciete focus op deze thema s onderscheidt dit masterprogramma van het bachelorprogramma (major) Bewegingswetenschappen dat binnen de bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen wordt aangeboden. In het bachelorprogramma staat kennis over de biologie van het menselijk bewegen centraal, en is gezondheid een van de terreinen om de toepasbaarheid van deze kennis aan te illustreren. In het masterprogramma staan nadrukkelijk de wederzijdse betekenis van bewegen voor gezondheid en wetenschappelijk onderzoek op dit gebied centraal. Hieronder volgt een schematisch overzicht van het masterprogramma: programma-onderdelen credits in ECTS Chronische ziekten, veroudering en fysieke activiteit 6 Centrale neurologische functies en cognitie bij chronische ziekten 6 Spierfuncties en mobiliteit 6 Interventie-onderzoek (keuzeblok) 6 Voorbereiding op afstudeeronderzoek en thesis (keuzeblok) 6 Ontwerpen van effectieve interventieprogramma s 6 Afstudeeronderzoek en thesis 24 totaal 60 Het wetenschappelijk niveau van de opleiding wordt gewaarborgd op drie verschillende wijzen: 1. het afstemmen van het methoden-, technieken- en statistiek- (MT&S) onderwijs op vakinhoudelijke thema's; 2. inbreng van wetenschappelijke casuïstiek; 3. inzet van wetenschappelijk personeel Waar in de bacheloropleiding methoden, technieken en statistiek worden gekoppeld aan vakinhoudelijke thematiek op blokniveau, wordt in de masterfase in het MT&Sonderwijs voornamelijk geanticipeerd op de stageperiode. De student leert voor aanvang van de stageperiode hoe een vraagstelling te genereren en een bijbehorende onderzoeksopzet te maken. Het masterprogramma is gesitueerd in een brede onderzoekscontext waarin de onderzoeksinstituten Nutrim (Nutrition and Toxicology Research Institute Maastricht), Caphri (Care and Public Health Research Institute), Hersenen & Gedrag en Carim (Cardiovascular Research Institute Maastricht) een belangrijke rol spelen. De onder

11 wijsthema's in het programma sluiten aan bij onderzoeksthema's van deze instituten en daarmee ook bij recente wetenschappelijke ontwikkelingen. Onderzoek voor de masterthesis zal vaak binnen het kader van één van deze instituten plaatsvinden. De docenten in dit masterprogramma zijn allen betrokken bij onderzoek in één van deze instituten en brengen zo hun expertise inzake wetenschappelijk onderzoek in het algemeen en op het gebied van Bewegen en Gezondheid in bijzonder direct in het onderwijs in. De commissie is van mening dat veel aandacht wordt besteed aan het totstandbrengen van interactie tussen onderwijs en (ontwikkelingen binnen) onderzoek. Onderzoeksvaardigheden In de masterfase vindt een integrale toets plaats van onderzoeksvaardigheden van de masterstudent: de onderzoeksstage. Tijdens de onderzoeksstage wordt van de student verlangd dat hij zelf een onderzoeksvraag genereert, een bijbehorend design kiest, data verzamelt, analyseert en rapporteert. Het uiteindelijke product is de masterthesis waarin het hele onderzoeksproces wordt beschreven, inclusief de conclusies van het onderzoek en de discussie die gevoerd kan worden naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek. In het kader van het afstudeeronderzoek kunnen studenten samenwerken, bijvoorbeeld door hun betrokkenheid bij een gemeenschappelijk project, maar brengen zij op individuele basis verslag uit van hun stage. De commissie stelt vast dat de omvang van het afstudeeronderzoek en de afstudeerthesis in deze master (24 ECTS + 6 ECTS voorbereiding afstudeeronderzoek) lager is dan in de ongedeelde opleiding (32 van de 42 studiepunten). Niettemin wordt volgens de commissie met deze omvang voldoende ruimte gegeven aan een adequate ontwikkeling van de onderzoeksvaardigheden en dus aan de ontwikkeling van een volwaardige masterthesis die volgens de faculteit gelijk staat aan de doctoraalscriptie van de ongedeelde opleiding. De commissie denkt dat dit laatste, gezien het verschil in omvang, enigszins moet worden gerelativeerd. Verbanden met de praktijk van het beroep Het programma MPA&H ziet zijn alumni vooral aan het werk in onderzoeks-, onderwijs-, advies- en beleidsfuncties op het gebied van bewegen en gezondheid waarbij mogelijke werkgevers instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksinstituten, onderzoeksafdelingen van medische bedrijven, overheidsinstellingen en adviesbureaus zijn. Deze potentiële werkgevers zijn ook potentiële stageadressen waar masterstudenten in de laatste fase van hun opleiding, de onderzoeksstage, kunnen uitvoeren. Op deze wijze worden de eerste contacten met de beroepspraktijk gelegd. Het programma voorziet weliswaar in aantoonbare verbanden met de beroepspraktijk, de omgekeerde situatie waarin de beroepspraktijk mede het programma beïnvloedt, is niet goed waar te nemen. Van dit eenrichtingsverkeer is ook sprake waar het gaat om de eindtermen, zoals de commissie eerder heeft opgemerkt. Gezien het bovenstaande is de commissie van oordeel dat het programma voldoet aan de wetenschappelijke vereisten van een WO-master. 2.2 Relatie doelstellingen/programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken

12 De eindtermen van de MPA&H worden op blokniveau geoperationaliseerd. De globale uitwerking van het programma is terug te vinden in het aan de commissie voorgelegde masterplan. - Academische vaardigheden De basis voor de academische vaardigheden is in de bachelorfase gelegd. In de masterfase wordt hierop voortgebouwd met een blok 'Voorbereiding op afstudeeronderzoek en thesis' waar studenten wordt aangeleerd hoe een onderzoeksvraag op een adequate wijze kan worden vertaald in een onderzoeksdesign. Onderwerpen die tijdens dit blok de revue passeren, zijn formulering van de probleemstelling en hypothesen voor onderzoek, de methodologische opzet van het onderzoek en het verzamelen van gegevens. Binnen het curriculum van de MPA&H is (het onderzoek naar) de bewegingswetenschappelijke interventie belangrijk. Een speciaal blok wordt daarom gewijd aan de principes van interventiestudies waarbij de verschillende onderzoeksdesigns centraal staan. In de onderzoeksstage komen alle geleerde vaardigheden op het gebied van methodologie, onderzoekstechnieken en statistiek samen en worden daar in praktijk gebracht. - Vakspecifieke vaardigheden Ieder vakinhoudelijk blok van de MPA&H wordt gekenmerkt door een aanbod van verschillende practica. Deze practica dragen bij aan het inzichtelijk maken van de aangeboden theorie tijdens dit blok en leren studenten specifieke onderzoekstechnieken uit te voeren. De practica bestrijken de domeinen inspanningsfysiologie, spierfunctie, bewegingsanalyse en functieleer. De commissie is van mening dat het wetenschappelijk en vakinhoudelijk karakter van deze master op goede wijze in het programma tot uiting komt. Uit de aangeleverde informatie blijkt dat de eindkwalificaties adequaat zijn vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. Het programma is geheel rond de eindtermen uit hoofdstuk 1 ontwikkeld. Werkvormen, vakinhoudelijke thematiek en practica zijn erop gericht het de student mogelijk te maken deze eindtermen te bereiken. Door middel van evaluatie en toetsing wordt nagegaan in hoeverre de doelstellingen ook daadwerkelijk bereikt worden dan wel bereikt zijn door de student. Gelet op het bovenstaande is de commissie van oordeel dat de relatie tussen de doelstellingen en het programma voldoet. 2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Het programma MPA&H is inhoudelijk samengesteld door de programmagroep van deze master. In deze programmagroep zitten alle docenten die in een coördinerende functie betrokken zijn bij het masterprogramma. Binnen de programmagroep wordt de MPA&H vormgegeven, met inachtneming van de facultaire randvoorwaarden zoals bijvoorbeeld de onderwijsstructuur, werkvormen, duur en plaats van electives in het programma. Hierbij worden de verschillende eindtermen die de master kent op blokniveau uitgewerkt. Tevens wordt in deze programmagroep een logische opbouw van het programma samengesteld en bewaakt, en worden eventuele blokoverstijgende thema's ingebed in de diverse blokken. Het masterprogramma kent diverse keuze-elementen. Het staat MPA&H-studenten vrij om voor in totaal 12 ECTS aan keuzevakken te volgen binnen dan wel buiten de faculteit. De keuzeonderdelen moeten worden voorgelegd aan de programmacoör

13 dinator om te voorkomen dat deze onderdelen niet passen binnen de geformuleerde eindtermen. De commissie stelt vast dat er sprake is van een systematische opbouw van het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden. Zij waardeert de invoering van het blok Voorbereiding op afstudeeronderzoek en thesis waarin aan de ontwikkeling van academische vaardigheden op masterniveau wordt bijgedragen. De verwerving van vakspecifieke vaardigheden vindt plaats in practica die aan de vakinhoudelijke blokken zijn verbonden. De keuzevakken, waarvan de commissie aantal en omvang geschikt acht, kunnen na instemming van de programmacoördinator binnen en buiten de faculteit worden gevolgd. Gezien het bovenstaande is de commissie van oordeel dat studenten een samenhangend programma volgen. 2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen. De studielast voor de MPA&H, uitgedrukt in studentbelastingsuren, is verdeeld over verschillende componenten: contactonderwijs (colleges en onderwijs-/projectgroep), vaardigheidsonderwijs (practica) en zelfstudie. Uitgangspunt is een studiebelasting van 40 uur per week. Zoals aangegeven in het schema in par. 2.1, wordt het onderwijs in een parallelle structuur aangeboden, waarbij in één periode van acht weken twee blokken parallel aan elkaar staan geprogrammeerd. Ieder parallel blok bevat gemiddeld per week de volgende onderdelen: 1 onderwijsgroepsbijeenkomst/projectgroep à 2 uur 1 college à 2 uur 1 vaardigheidstraining à 3 uur. Dit betekent dat er in een week voor circa 14 uur aan onderwijsactiviteiten staat gepland. Dit impliceert een zelfstudietijd van 26 uur per week. Gedurende de stageperiode zijn geen onderwijsonderdelen gepland. De stageperiode wordt gekenmerkt door de werkvorm zelfgestuurd specialisatieleren. Hierbij wordt van de student verwacht dat hij zelf, in overleg met zijn supervisor en stageadres, structuur aanbrengt in de verschillende onderdelen die in deze studiefase moeten worden afgerond, zoals formuleren van de vraagstelling, opstellen van de onderzoeksopzet, dataverzameling, - verwerking en -analyse en het schrijven van de masterthesis. De commissie stelt vast dat de studielast evenwichtig over de blokken is gespreid. Zij acht een toedeling van 65% van de studiebelastingsuren aan zelfstudie in overeenstemming met de aard van de masterfase. Wel roept zij de faculteit op de relatie tussen de werkelijke en geschatte studielast van het afstudeeronderzoek en de thesis goed in de gaten te houden. Als ervan wordt uitgegaan dat de thesis gelijk staat aan de doctoraalscriptie terwijl er minder tijd voor de thesis wordt uitgetrokken, dan dreigt een onevenwichtige studielast. De commissie maakt zich hierover zorgen. Er zal een zware wissel worden getrokken op de kwaliteit van de afstudeerbegeleiding. Op grond van het bovenstaande is de commissie van oordeel dat de geprogrammeerde studielast evenwichtig is. Of zij ook reëel is moet worden afgewacht. Permanente aandacht hiervoor van het opleidingsmanagement is noodzakelijk

14 2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. De instroom kan bestaan uit bachelors Algemene Gezondheidswetenschappen van de eigen faculteit en uit bachelors van verwante WO-opleidingen (bijvoorbeeld Bewegingswetenschappen VU en RUG). Zij worden direct toegelaten. Voor de toelating van binnen- en buitenlandse bachelors van verwante opleidingen op HBO-niveau gelden specifieke ingangseisen. Zij moeten een aan de master verwante HBOopleiding met goed gevolg hebben afgerond. Tevens moeten zij een voldoende score hebben behaald op de General Record Examination (GRE) of moeten zij voldoen aan de eisen van een door de faculteit te ontwikkelen test. Deze test bestaat uit een toets op het gebied van methoden en statistiek, een schrijfopdracht en een toelatingsgesprek. De faculteit verwacht dat jaarlijks zo n 240 studenten zullen instromen in de initiële masteropleidingen. Indien het percentage studenten dat kiest voor de MPA&H gelijk blijft aan het percentage dat koos voor de specialisatie Bewegingswetenschappen van de oude opleiding (14,5%), dan zal de instroom jaarlijks ongeveer 35 studenten bedragen. Voor zover de commissie kan overzien heeft de faculteit een adequaat toelatingsbeleid voor ogen. 2.6 Duur De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: WO-master: minimaal 60 ECTS studiepunten, afhankelijk van de opleiding Voor de onderhavige masteropleiding geldt een formele eis van 60 ECTS studiepunten voor de omvang van het curriculum. De commissie oordeelt dat de opleiding voldoet aan deze eis. 2.7 Afstemming vorm en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 3). De commissie van oordeel dat dit onderdeel voldoet. 2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 3). De commissie is van mening dat dit onderdeel voldoet. 2.9 Gewogen eindoordeel over programma De commissie is van mening dat het programma voldoet

15 Hoofdstuk 3 Inzet van het personeel 3.1 Eisen HBO/WO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 8). De commissie is van mening dat dit onderdeel voldoet. 3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 8). De commissie is van mening dat dit onderdeel voldoet. 3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 8). De commissie is van mening dat dit onderdeel voldoet. 3.4 Gewogen eindoordeel inzet personeel Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 8). De commissie is van mening dat de inzet van het personeel voldoet

16 Hoofdstuk 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 9). De commissie is van oordeel dat de materiële voorzieningen voldoen. 4.2 Studiebegeleiding De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 5). De commissie is van mening dat de studiebegeleiding voldoet. 4.3 Gewogen eindoordeel voorzieningen De commissie is van mening dat de voorzieningen voldoen

17 Hoofdstuk 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het onderwijs wordt onderworpen aan een systematische kwaliteitscontrole waarvoor drie continue projecten worden onderhouden: programma-evaluatie, evaluatie van studieresultaten en docentprofessionalisering. Deze projecten worden uitgevoerd door een speciaal onderdeel van de faculteit: de capaciteitsgroep Onderwijsontwikkeling en -Research. De invoering van de bachelor-masterstructuur vormde voor de faculteit aanleiding het systeem van kwaliteitszorg in het algemeen en met name de implementatie van de programma-evaluatie te innoveren. Het systeem van de programma-evaluatie bestaat uit drie elementen: 1. Kwantitatieve evaluatie per onderwijsblok Ieder blok wordt op kwantitatieve wijze geëvalueerd. Na afloop van de bloktoets vullen de studenten een gestandaardiseerde vragenlijst in over het gevolgde blok. De vragenlijst is gericht op een globale en kwantitatieve beoordeling van alle elementen van het onderwijsblok (inhoud en organisatie). De rapportage vindt plaats aan de opleidingsdirecteur en de betrokken programmacoördinatoren. 2. Kwalitatieve evaluatie per onderwijsgroep Aan de hand van een semi-gestructureerde vragenlijst, evalueert de tutor tijdens de laatste onderwijsgroepsbijeenkomst het blok op elementen als blokinhoud, werkvorm, studielast, organisatie van het blok etc. Ook de tutor geeft aan de hand van de besproken elementen zijn/haar mening. De kwalitatieve evaluatie wordt door blokcoördinatoren gebruikt om de gegevens uit de kwantitatieve evaluatie beter te kunnen duiden. 3. Forumevaluatie De forumevaluatie betreft de derde component van het evaluatiesysteem. Het gaat tijdens deze evaluatie om blokoverstijgende thema's zoals studeerbaarheid van het programma, de inhoudelijke samenhang in het programma, de vaardigheidslijnen, de faciliteiten en de algemene waardering van het onderwijsprogramma. Forumevaluaties vinden tweemaal per jaar plaats in de vorm van een plenaire discussiebijeenkomst onder leiding van de opleidingsdirecteur. Zowel studenten als docenten worden uitgenodigd. De verslaglegging is vervolgens onderwerp van bespreking in de opleidingscommissie en het overleg van programmacoördinatoren. In tegenstelling tot de bacheloropleiding zijn bij de master nog geen streefdoelen vastgesteld. Voor alle masteropleidingen, dus ook voor de MPA&H, worden de masterplannen vertaald in blokplannen, wat in het jaar 2004 zijn beslag krijgt. Daarnaast buigt zich momenteel een regiegroep over de streefdoelen op onderwijsterrein aan de hand van het in de volgende paragraaf genoemde INK-kwaliteitsmodel. De eerste voorlopige rapportage ten aanzien van doelen, 0-meting en verbetertrajecten wordt ook dit jaar verwacht. De commissie acht de componenten van kwaliteitszorg, en met name de programma-evaluatie, goed ontwikkeld. De faculteit geeft aan dat zij adequate maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat er toetsbare streefdoelen worden ingevoerd. De commissie heeft in haar visitatierapport enkele belangrijke zwakke punten ten aanzien van de interne kwaliteitszorg geconstateerd, zoals het ontbreken van een adequaat follow-up systeem, de evaluatie van het opleidingsmanagement, de rol van de opleidingscommissie en de examencommissie. De door de faculteit gepresenteerde plannen en reeds genomen maatregelen laten zien, dat de faculteit deze tekortkomingen onderkent en wil investeren in het totstandbrengen van een voldragen integraal kwaliteitszorgsysteem

18 Gezien het bovenstaande is de commissie van mening dat het onderdeel evaluatie resultaten voldoet. 5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen. De faculteit streeft naar een integraal kwaliteitszorgsysteem waarvoor het kwaliteitsmodel van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) als kader gaat dienen. Het systeem van programma-evaluatie zal hierin worden opgenomen. Gefaseerde invoering van dit INK-model is inmiddels ter hand genomen. De faculteit stelt zelf een en andermaal vast dat het ontbreekt aan een systeem van adequate follow-up dat voorgestelde wijzigingen daadwerkelijk uitvoert en begeleidt. Mede daarom is de follow-up procedure van de programma-evaluatie aangepast. De opleidingsdirecteur speelt hierin een centrale rol: hij stelt samen met programmacoördinatoren de kwaliteitseisen (bijvoorbeeld op het gebied van beoordeling van het blok door studenten of studeerbaarheid) vast waaraan de blokken moeten voldoen. Mocht op grond van kwantitatieve en kwalitatieve evaluaties blijken dat een docent onder de maat presteert, dan volgt een gele kaart met verplichting tot verbetering van de onderwijsprestaties bijvoorbeeld door middel van cursussen of inzet van de docent in andere taken. Bij wederom een negatieve evaluatie volgt een rode kaart op grond waarvan hij onderwijsrollen niet meer mag uitvoeren. De uitkomsten van de evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de expliciete of impliciete streefdoelen. De commissie van oordeel dat het onderdeel maatregelen tot verbetering voldoet. 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Studentevaluaties spelen een belangrijke rol in het programma-evaluatiesysteem. Studenten gaven evenwel aan de commissie te kennen niet goed op de hoogte te zijn van de follow-up van de evaluaties. Studenten en medewerkers zijn actief betrokken bij de bewaking en de verbetering van de kwaliteit van de opleiding De commissie heeft in het visitatierapport (aspecten 8 en 11) opgemerkt dat de organisatie, die mede gerelateerd is aan de systematiek van het probleemgestuurd onderwijs, zich kenmerkt door een veelheid van groepen, commissies en instanties. Er zijn onder andere blokplanningsgroepen, met elk een blokcoördinator, programmagroepen, met elk een programmacoördinator, stagebegeleiders, stagecoördinatoren, opleidingscommissie, examencommissie, opleidingsdirecteur, capaciteitsgroepen, studentenberaad, faculteitsraad en faculteitsbestuur. Er is sprake van een complex besluitvormingssysteem. Het komt de commissie bovendien voor dat de opleidingscommissie en met name de examencommissie een meer expliciete rol in het kwaliteitszorgsysteem moeten spelen. Daar de beoogde implementatie van het integraal kwaliteitszorgsysteem ook de onderwijsorganisatie omvat, heeft de commissie het vertrouwen dat de betrokkenheid van de diverse partijen bij de kwaliteitszorg wordt gestroomlijnd en op een heldere wijze vorm krijgt. Voor wat betreft informatie van de zijde van alumni wordt gebruik gemaakt van de arbeidsmarktmonitor van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

19 Er vindt geen structurele verzameling van gegevens plaats over de waardering van de beroepspraktijk voor de afgestudeerde Maastrichtse gezondheidswetenschappers. Dat zal echter wel gebeuren in het kader van de invoering van het integraal kwaliteitszorgsysteem. De commissie oordeelt zeer positief over de betrokkenheid van studenten en medewerkers, en acht de betrokkenheid van alumni en beroepenveld voor verbetering vatbaar. 5.4 Gewogen eindoordeel over interne kwaliteitszorg De commissie is van oordeel dat het onderdeel interne kwaliteitszorg voldoet

20 Hoofdstuk 6 Te verwachten resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Wat betreft dit onderdeel wordt het oordeel van de visitatiecommissie overgenomen (aspect 7). De commissie is van oordeel dat dit onderdeel voldoet. 6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Dit onderdeel is niet aan de orde. Er zijn geen vergelijkbare andere opleidingen gevisiteerd. 6.3 Gewogen eindoordeel te verwachten resultaten De commissie is van mening dat de te verwachten resultaten voldoen

21 Hoofdstuk 7 Samenvattend totaaloordeel over de opleiding De commissie is van oordeel dat de opleiding in aanmerking komt voor accreditatie. Verder merkt de commissie het volgende op. Het is mogelijk de opleiding in deeltijd te volgen, wat registratie van een deeltijdvariant in het CROHO en daarmee accreditatie van deze opleiding noodzakelijk maakt. Uit kwaliteits- en doelmatigheidsoverwegingen biedt de faculteit evenwel geen eigenstandige deeltijdvariant aan. De deeltijdstudenten volgen een programma dat identiek is aan het voltijdprogramma. Om de studenten het studeren in deeltijd mogelijk te maken worden slechts organisatorische maatregelen genomen. Voor zover er dus al kan worden gesproken over een deeltijdvariant van deze masteropleiding, geldt het samenvattend totaaloordeel van de commissie tevens voor de deeltijdvariant daar er slechts een logistiek verschil bestaat met het voltijdprogramma. De commissie is van oordeel dat het faciliteren van een dergelijke deeltijdvariant beantwoordt aan de maatschappelijke vraag naar opleidingen die de combinatie van leren, werken en gezin mogelijk maken (cfr. algemene bevindingen visitatierapport). Uit kwaliteits- en doelmatigheidsoverwegingen nodigt de commissie de opleiding uit extra aandacht te besteden aan deze organisatorische maatregelen

22 Bijlage 1: rapport ongedeelde opleiding (openbaar beschikbaar op

23 - 23 -

24 Bijlage 2 Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie Prof. dr. P. (Peter) van Lieshout (1958) studeerde psychologie en filosofie aan de Universiteit Utrecht en in Parijs. Daarna werkte hij als onderzoekscoördinator bij het Nederlands Centrum Geestelijke Volksgezondheid. In 1989 promoveerde hij in de filosofie. In 1990 ging hij werken bij het toen net opgerichte Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, waarvan hij enige tijd later directeur werd. In 1992 werd hij (tevens) benoemd als parttime hoogleraar Theorie van de Zorg aan Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Daarnaast was hij onder meer lid van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg en van de Commissie van Sociaal- Economisch Deskundigen van de Sociaal-Economische Raad. In 2000 werd hij directeur-generaal Gezondheidszorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In 2002 verruilde hij dit ministerie voor dat van Sociale Zaken. In de periode was hij tevens voorzitter van de visitatiecommissie Sociaal-Medische opleidingen van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). Vanaf 1 september 2004 is hij lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Prof. dr. J.F.M.J. (Hans) van Hout (1942) studeerde sociologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij was vanaf 1968 tot 1976 werkzaam als onderwijskundige aan de Universiteit Twente. Van 1976 tot 1993 was hij werkzaam aan de Katholieke Universiteit Nijmegen als directeur van het IOWO (adviesbureau voor onderwijsbeleid en -organisatie). Vanaf 1993 is hij bestuursadviseur van het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam en (deeltijd) hoogleraar Onderwijskunde van het hoger onderwijs aan die universiteit. Hij heeft in die functies diverse projecten uitgevoerd en begeleid die het analyseren, verbeteren en borgen van de onderwijskwaliteit tot doel hebben, bij opleidingen zowel in het WO als in het HBO. Hij was lid van de VSNU-visitatiecommissie Bestuurskunde in 1992 en heeft diverse malen deel uitgemaakt van interne auditcommissies in het hoger onderwijs. Hij is onder andere lid van het bestuur van de Dutch Validation Council. Prof. dr. J. (Joop) van Londen (1931) werd in 1964 in het specialistenregister ingeschreven als arts voor zenuw- en zielsziekten. Van 1965 tot 1976 was hij hoofd van de afdeling Sociale Psychiatrie van de GG&GD in achtereenvolgens Rotterdam en Den Haag. Van 1977 tot 1991 was hij directeur-generaal Volksgezondheid bij het ministerie van VWS. In 1980 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar Algemene Gezondheidszorg aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit Utrecht. In 1987 werd hij president van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO te Genève. Van 1991 tot 2001 was hij voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Als erkend medisch-specialistisch opleider Sociale Psychiatrie nam hij deel aan visitaties van opleidingen in dat specialisme. In het kader van de WHO werkte hij mee aan onderzoek naar de kwaliteit van de gezondheidszorg in de aangesloten landen. Prof. dr. J. (Jozef ) Pacolet (1951) studeerde economie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij was vanaf 1974 werkzaam aan het Hoger Instituut voor de Arbeid van de Katholieke Universiteit Leuven, van 1977 tot 1983 verbonden aan het Centrum voor Economische Studiën van dezelfde universiteit, om vanaf 1983 terug te keren naar het Hoger Instituut voor de Arbeid waar hij hoofd is van de Sector Sociaal en Economisch Beleid. Hij promoveerde in 1989 op de marktstructuur en de schaalvoordelen in de Belgische financiële sector en doceerde financiële economie aan de Vlaamse Economische Hogeschool in Brussel van 1981 tot Hij is sinds 1985 plaatsvervangend gecoöpteerd lid van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en was in de periode 1991 tot nu achtereenvolgens lid van de Raad van Bestuur van

25 diverse autonome overheidsbedrijven als Belgacom, ASLK-Bank en ASLK-Holding, CBHK, Federale Investeringsmaatschappij en sinds 1995 van de Federale Participatiemaatschappij. Sinds 1983 verricht hij aan het Hoger Instituut voor de Arbeid onderzoek naar de relatie economie en verzorgingsstaat met specifieke interesse voor de relatie economie, vergrijzing en sociale bescherming en de organisatie van de zorgsector, op zowel micro-, meso- als macro-vlak. Hierbinnen situeert zich een uitgebreide onderzoekservaring op het vlak van gezondheidszorgrekeningen en manpowerplanning voor de zorgsector. Prof. dr. M. (Marianne) de Visser (1950) studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zij werd opgeleid tot neuroloog in het Academisch Ziekenhuis bij de Universiteit van Amsterdam. In 1981 promoveerde zij op de verschijningsvorm van een zeldzame spierziekte. In 1993 werd zij vanwege de Vereniging Spierziekten Nederland en het Prinses Beatrix Fonds benoemd tot bijzonder hoogleraar neuromusculaire ziekten. In 2002 is dit omgezet in een strategisch hoogleraarschap bij het Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam. Van was zij voorzitter van de Opleidingscommissie en van voorzitter van het bestuur van het Onderwijsinstituut Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum. In 2002 werd zij vice-voorzitter van de Gezondheidsraad en recentelijk is zij benoemd tot voorzitter van de divisie Neurozintuigspecialismen in het Academisch Medisch Centrum. Zij was voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en bekleedt momenteel diverse bestuursfuncties, waaronder het lidmaatschap van het bestuur van ZonMW, van de World Federation of Neurology en van de World Muscle Society. Zij is lid van de Sub-Committee on Continuing Medical Education van de European Federation of Neurological Societies. T.H.R. (Thomas) Zwiers (1979) studeert gezondheidswetenschappen (Beleid en Management Gezondheidszorg) aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. In 2005 hoopt hij de master Zorgmanagement af te ronden. Hij was in het collegejaar 2002/2003 vice-voorzitter van het bestuur van de faculteitsvereniging Beleid en Management Gezondheidszorg. In deze functie was hij belast met onderwijszaken en externe betrekkingen. Ook was hij gedurende deze periode voorzitter van de onderwijsraad van deze faculteitsvereniging. Sinds 2002 is hij lid van de opleidingscommissie van het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg. Vanaf medio 2003 is hij als student-assistent werkzaam aan de Erasmus Universiteit. Mr. M.H.J. (Mona) Coppens-Wijn is als beleidsadviseur Medische Wetenschappen werkzaam op het bureau van de VSNU. Zij ondersteunt het landelijk overleg van medisch decanen (DMW). Zij is afgestudeerd in het vennootschapsrecht en het rechtspersonenrecht aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen. Na een korte periode in de advocatuur was zij werkzaam als ambtelijk secretaris van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Nijmeegse universiteit. Daarna was zij beleidsmedewerker Sociale Wetenschappen op het bureau van de toenmalige Academische Raad. In de daarop volgende VSNU-periode was zij onder meer secretaris van de Kamer Tandheelkunde, het Rectoren College, en van de eerste visitatiecommissie die het onderwijs op het gebied van Civiele Techniek, Bouwkunde en Geodesie beoordeelde. In verband met de onderhavige visitatie is zij tijdelijk gedetacheerd bij de QANU

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Additionele beoordeling bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen Universiteit Maastricht Additionele beoordeling bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen Universiteit Maastricht April 2005 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA

Nadere informatie

Additionele beoordeling opleiding tot Master of Public Health (MPH) Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling opleiding tot Master of Public Health (MPH) Universiteit Maastricht Additionele beoordeling opleiding tot Master of Public Health (MPH) Universiteit Maastricht April 2005 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Fiscaal

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Additionele beoordeling van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Universiteit Maastricht Additionele beoordeling van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Universiteit Maastricht Dit rapport vormt een aanvulling op het QANU-rapport Geneeskunde (juni 2004), waarin verslag wordt

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Notarieel

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht en Notarieel

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

ICLON Powerpoint sjabloon

ICLON Powerpoint sjabloon ICLON Powerpoint sjabloon Een voorbeeld van een ICLON presentatie Piet Presentator & Co Copresentator (ICLON) Coby Collega (Leiden University) Max Medewerker (Instituut voor Cooperatie) [Congresnaam, Plaats,

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing Nieuwe opleiding is): Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing bestaande opleiding Nevenvestiging

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker. College van bestuur Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Master in International

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Radboud Universiteit Nijmegen

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Radboud Universiteit Nijmegen Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Radboud Universiteit Nijmegen Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Directeur onderwijsinstituut

Directeur onderwijsinstituut Directeur onderwijsinstituut Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het facultair en uitvoering en organisatie van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande

Nadere informatie

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. nvao nederiands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 21 november 2016 onderwerp Definitief accreditatiebesluit (004107) bijlage 1 Intrekking en nieuwe vaststelling van het accreditatiebesluit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Vrije Universiteit Amsterdam. De Boelelaan 1105 1081 HV AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Vrije Universiteit Amsterdam. De Boelelaan 1105 1081 HV AMSTERDAM College van bestuur Vrije Universiteit Amsterdam De Boelelaan 1105 1081 HV AMSTERDAM Besluit datum 26 januari 2006 onderwerp Definitief besluit Toets NO voor de onderzoeksmaster Cognitive Neuropsychology

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015. Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: MSc Logopediewetenschap Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Niet van toepassing NB: Sinds 1 september 2013 is instroom in de masteropleiding

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Versie 0.9, november 2008 QANU (Quality Assurance Netherlands

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8 Samenvatting aanvraag Bijlage 8 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): X Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor fnvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie @S 1(UI ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Additionele beoordeling van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Universiteit Utrecht

Additionele beoordeling van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Universiteit Utrecht Additionele beoordeling van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Universiteit Utrecht Dit rapport vormt een aanvulling op het QANU-rapport Geneeskunde (juni 2004), waarin verslag wordt gedaan

Nadere informatie

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool NVAO, 3 maart 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 5 3 Beoordelingskader 6 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding In de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Opgesteld door de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen d.d.: 8 maart 2018 versie:

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING MIDDEN-OOSTEN STUDIES FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 B ZWOLLE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Docent. Doel. College van van Bestuur. Decaan. Voorzitter Capaciteitsgroep. Dir. Dir. Onderzoeksinstituut. Hoogleraar UHD UD UD. Onderzoeker.

Docent. Doel. College van van Bestuur. Decaan. Voorzitter Capaciteitsgroep. Dir. Dir. Onderzoeksinstituut. Hoogleraar UHD UD UD. Onderzoeker. Docent Doel College van van Bestuur Ontwikkelen en verzorgen van toegewezen wetenschappelijke, uitgaande van het facultaire, teneinde de leerdoelen behorende bij de eindtermen van de ten aanzien van kennis,

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs OCW Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136-I Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw toetsingskader Het toetsingskader voor nieuwe opleidingen in het hoger

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Bestuurskunde van de Hogeschool NCOI

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Bestuurskunde van de Hogeschool NCOI wao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Bestuurskunde van de Hogeschool NCOI datum 30 september

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. 20 mei juli 2016

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. 20 mei juli 2016 wao neder/ands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Tuinbouwmanagement van de Hogeschool Inholland

Nadere informatie

Beknopte instructies voor het schrijven van een zelfevaluatierapport basiskwaliteit

Beknopte instructies voor het schrijven van een zelfevaluatierapport basiskwaliteit Beknopte instructies voor het schrijven van een zelfevaluatierapport basiskwaliteit QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Leidseveer 35 Postbus 8035 3503 RA UTRECHT T 030-2363800 F 030-2363805

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht ,nvao v nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht datum 30 november 2017 onderwerp

Nadere informatie

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies.

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies. Beoordeling van het herstelplan van de Vrije Universiteit Amsterdam met betrekking tot de onderzoeksgerichte wo-masteropleiding Clinical and Developmental Psychopathology (research) van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Expertleerkracht Primair Onderwijs van de Hogeschool

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Opgesteld door de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen d.d.: 20 januari 2010 versie:

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832). n ed erl a n d s - v I a a m s e a ccr ed t tati eor gani sati e Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Facility Management van

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Additionele beoordeling Master of Science Operations Management & Logistics van de TU Eindhoven

Additionele beoordeling Master of Science Operations Management & Logistics van de TU Eindhoven Additionele beoordeling Master of Science Operations Management & Logistics van de TU Eindhoven Dit rapport hoort bij het rapport Technische Bedrijfskunde en Technische Bestuurskunde (VSNU/QANU maart 2004)

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Rijksuniversiteit Groningen

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Rijksuniversiteit Groningen Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Rijksuniversiteit Groningen Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Notarieel

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de hbo-bachelor Oefentherapie Mensendieck

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke

Nadere informatie

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk. Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Algemeen Het verplichte keuzeonderwijs beslaat 10 ec in studiejaar 2 (keuzevakken) en 10

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie