Algemene regels voor het watersysteem en de wegen. Algemene regels naast de Keur voor waterschap Hollandse Delta. Vastgesteld, december 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemene regels voor het watersysteem en de wegen. Algemene regels naast de Keur voor waterschap Hollandse Delta. Vastgesteld, december 2009"

Transcriptie

1 Beleidsnota waterkeringen Algemene regels voor het watersysteem en de wegen Algemene regels naast de Keur voor waterschap Hollandse Delta Vastgesteld, december 2009 Leefbaar land, leefbaar water 1

2

3 Algemene regels voor het watersysteem en de wegen Algemene regels naast de Keur voor waterschap Hollandse Delta Vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta te Ridderkerk d.d

4 Colofon Opdrachtgever Projectleider Projectcoördinator Auteur Bijdragen Informatie Izakjan Dekker, Afdelingshoofd Vergunningverlening Ries Westerlaken, Senior beleidsadviseur Inge Morreau, Juridisch beleidsmedewerker Inge Morreau Albert de Beijer Annelies Andeweg Arie van Asperen Elbert van Wijk Ingmar de Baat Jochem Callenfels Kees van Twist Mark van Galen Martin Evers Martin Brouwer Regina Muilenburg-Troost Waterschap Hollandse Delta (WSHD) Handelsweg DC RIDDERKERK Postbus GC RIDDERKERK Telefoon Internet

5 Inhoudsopgave 1. INLEIDING Algemeen Algemene juridische aspecten Vergunningverlening en beleidsregels Algemene regels Rechtsbescherming Inhoud nota ALGEMENE REGELS VOOR WATERKERINGEN Algemeen Huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen Huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen Grondboringen, sonderingen en peilbuizen ALGEMENE REGELS VOOR OPPERVLAKTEWATERLICHAMEN Algemeen Kabels en/of leidingen in oppervlaktewaterlichamen en wegen Steigers en vlonders Grondkerende constructies Bruggen ALGEMENE REGELS VOOR GRONDWATER Algemeen Het onttrekken van grondwater ALGEMENE REGELS VOOR WEGEN Algemeen Evenementen op wegen ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Bijlage 1. Huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen...66 Bijlage 2. Huisaansluitingen van leidingen in en nabij...67 Bijlage 3. Dwarsdoorsnede van een aan te brengen grondkerende constructie...68 Bijlage 4. Grondwateronttrekkingen...69 Begrippenlijst...71

6

7 1. Inleiding 1.1. Algemeen De nota Algemene regels voor het watersysteem en de wegen van waterschap Hollandse Delta geeft algemene regels voor grondwater en het gebruik van waterkeringen, oppervlaktewaterlichamen en wegen die zijn gelegen binnen het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta (WSHD). De nota bevat algemeen verbindende voorschriften en kan worden gezien als een aanvulling op de Keur van waterschap Hollandse Delta (2010) Algemene juridische aspecten In de Waterschapswet is bepaald dat het waterschapsbestuur bevoegd is tot regeling en bestuur ter behartiging van de taken die aan het waterschap bij Reglement zijn opgedragen. Om zijn taak, de waterstaatkundige verzorging van zijn beheersgebied, te kunnen uitoefenen heeft het waterschapsbestuur een autonome bevoegdheid tot het stellen van regels. De Keur van waterschap Hollandse Delta (hierna keur) is een verordening die regels (algemeen verbindende voorschriften) bevat met betrekking tot het bij WSHD in beheer zijnde watersysteem en de bij WSHD in beheer zijnde wegen. In de Keur zijn onder andere ge- en verbodsbepalingen opgenomen ten behoeve van de aan WSHD opgedragen natte en droge waterstaatkundige taken. Deze bepalingen hebben als doel de bescherming van de watersysteembelangen en wegenbelangen en richten zich tot derden. Wanneer een bepaalde handeling of gedraging niet is toegestaan, is er sprake van een verbod. Wanneer een bepaalde handeling of gedraging juist verplicht is gesteld of moet worden geduld, dan is er sprake van een gebod Vergunningverlening en beleidsregels De meeste van de in de Keur opgenomen geboden en verboden zijn niet absoluut. Het dagelijks bestuur heeft op grond van de Keur de bevoegdheid om vergunning te verlenen van de verbodsbepalingen die zijn opgenomen in de Keur. Ten aanzien van de oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen in beheer bij WSHD heeft het dagelijks bestuur de bevoegdheid om watervergunningen te verlenen. Ten aanzien van de wegen in beheer bij WSHD heeft het dagelijks bestuur de bevoegdheid om een wegenvergunning te verlenen. In de beleidsnota s, Oppervlaktewaterlichamen, Waterkeringen, Grondwater en Wegen is een duidelijk toetsingskader opgenomen dat wordt gehanteerd bij de vergunningverlening Algemene regels In de Keur wordt aan het dagelijks bestuur tevens de bevoegdheid gegeven algemene regels te stellen waardoor keurbepalingen een ruimere strekking krijgen (vrijstelling van de vergunningplicht), dan wel juist geen toepassing vinden (algeheel /absoluut verbod). WSHD heeft in de nota Algemene regels voor het watersysteem en de wegen voor een aantal handelingen/activiteiten algemene regels opgesteld. Deze algemene regels geven duidelijk aan onder welke voorwaarden deze handelingen/activiteiten zijn toegestaan (vrijgesteld zijn van de vergunningplicht) zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. In de algemene regels staat de reikwijdte, het juridische kader, de belangenafweging en de voorschriften genoemd die in dit kader van belang zijn. Leefbaar land, leefbaar water 7

8 Doelstelling Het doel van deze algemene regels is het eenvoudiger reguleren van handelingen/activiteiten die een gering risico zijn voor de watersysteembelangen en /of wegenbelangen die door de Keur worden beschermd. Tevens is het doelmatig om de vergunningverlening te vereenvoudigen door de inzet van algemene regels. Door gebruik te maken van algemene regels wordt de proceduretijd aanzienlijk verkort. Voordelen zijn: tijdsbesparing (zowel voor de burger als voor WSHD) en administratieve lastenverlichting Rechtsbescherming Bij vrijstellingen is er geen sprake van rechtsbescherming voor belanghebbenden volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er kan door belanghebbenden dus geen bezwaar en/of beroep worden ingesteld tegen een vrijstelling Uitgangspunten nota De uitgangspunten waarop de in deze nota opgenomen algemene regels zijn gebaseerd, vallen binnen de kaders van hoger (strategisch) beleid op het gebied van watersysteembeheer en wegen. Dit (strategisch) beleid is vastgelegd in onder andere: De Rijksnota Mobiliteit De Rijksnota Mobiliteit is een nationaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer. In de Nota wordt het ruimtelijk beleid verder uitgewerkt en wordt het nationaal verkeers- en vervoersbeleid beschreven. De doelstelling van de Nota Mobiliteit is een doelmatig, veilig en duurzaam functionerend verkeers- en vervoerssysteem, waarbij de kwaliteit voor de individuele gebruiker in een goede verhouding staat tot de kwaliteit voor de samenleving als geheel. Deze doelstelling wordt vertaald in doelen voor bereikbaarheid, veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. De doelen van de Rijksnota Mobiliteit zijn thematisch geconcretiseerd in de zogenoemde Essentiële Onderdelen van Beleid (EOvB). Voor deze onderdelen geldt dat ze moeten worden uitgewerkt in beleid en plannen van de rijksoverheid en de decentrale overheden. Waterbeheersplan (WBP) Het Waterbeheersplan (WBP) van WSHD: bevat het voorgenomen operationele beheer van het regionale watersysteem; kent functies toe aan het regionale watersysteem; bevat het programma van maatregelen en voorzieningen zoals dat verplicht is op grond van de Kader Richtlijn Water (KRW); geeft aan hoe het waterbeheer wordt uitgevoerd onder normale omstandigheden en bij calamiteiten; de doelstellingen van het WBP zijn: 1. het op orde brengen en houden van het watersysteem, met het oog op het voorkomen van wateroverlast (kwantitatief) dan wel een watertekort (kwantitatief en kwalitatief). 2. een goede ecologische en chemische toestand van het water (kwalitatief); het WBP stelt dat de ecologische en chemische toestand van water niet mag verslechteren als gevolg van het belemmeren van de doorstroming of het aanbrengen van (verontreinigd) materiaal. Beleidsplan Waterkeringen Kijk op Dijk en Duin (BPW) Het Beleidsplan Waterkeringen Kijk op Dijk en Duin van WSHD (BPW) bevat een visie over het beheer van de waterkeringen door WSHD met een beschrijving van de wijze waarop WSHD invulling wil geven aan het beheer van de waterkeringen als functionele verdedigingswerken. Leefbaar land, leefbaar water 8

9 Voorschriften Toetsen op Veiligheid (VTV) Normering voor Boezemkaden Normering voor compartimenteringswaterkeringen Diverse landelijke richtlijnen: Leidraad Zandige Kust, TCW 1995 De landelijke Leidraad Kunstwerken Waterkeringen. De NEN-normen voor de waterstaatskundige veiligheid bij gas- en vloeistofleidingen, zoals de NEN 3650-serie en NPR 3659, voor zover geaccordeerd in de Studiegroep Pijpleidingen; Het Basisrapport Waterkerende Kunstwerken en Bijzondere Constructies, Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen (TAW), 1997; De Handreiking Constructief Ontwerpen, TAW, 1994; De Leidraad Rivieren, Expertise netwerk Waterkeren (ENW), mei 2007; De Leidraad Kunstwerken, TAW, 2003; De Leidraad voor ontwerp, beheer en onderhoud constructies en vreemde objecten, in op en nabij waterkeringen, TAW, 1976 (geactualiseerd in 1997); Het Compendium - Geo-Tubomechanica, Provinciale waterstaat Zuid-Holland, 1977; De Pijpleidingcode, Provincie Zuid-Holland, 1972; Het Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies, TAW, 2001; Het CUR-rapport nummer 166, Damwandconstructies, Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR), Rapport Waterbeleid voor de 21e eeuw De commissie Waterbeheer 21e eeuw heeft onderzocht welke maatregelen kunnen worden genomen ter voorkoming van wateroverlast en verbetering van het watersysteem. De adviezen van de commissie staan in het rapport 'Waterbeleid voor de 21 e eeuw'. Uitgangpunt is een drietrapsstrategie die uitgaat van het principe dat water meer ruimte dient te worden geboden en een overvloed aan water dient te worden opgevangen waar deze ontstaat. Bij het oplossen van knelpunten wordt uitgegaan van het principe niet afwentelen. Dit is uitgewerkt in drietrapsstrategieën: voor wateroverlast: vasthouden, bergen, afvoeren; voor watertekort: vasthouden, bergen, inlaten; voor waterkwaliteit: schoon houden, vuil en schoon scheiden, zuiveren of verdunnen/doorspoelen. De Watersysteemanalyse Hollandse Delta Deze analyse bevat normen en criteria die worden gebruikt voor de toetsing van handelingen In en nabij. De waterverordening Zuid-Holland Deze verordening geeft regels voor het provinciale waterplan, de waterbeheersplannen en voor alle waterschapstaken. Het Waterplan Zuid-Holland Bevat de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid. De belangrijkste doelstellingen voor het kwantitatieve grondwaterbeheer zijn: 1. de strategische voorraad zoet grondwater te behouden, kwantitatief en kwalitatief (conform het Standstill beginsel); 2. indien grondgebruikfuncties worden gewijzigd zijn deze nieuwe grondgebruikfuncties voor 100% afgestemd op de geofysische karakteristieken van het lokale grondwatersysteem (principe lagenbenadering ). Leefbaar land, leefbaar water 9

10 Het Beleidskader grondwater we gaan ondergronds : visie en strategie taakvervulling Deze nota geeft aan wat WSHD ziet als zijn taak voor grondwaterbeheer. - het beleidskader vormt de basis voor het implementatietraject van de voorbereiding op het grondwaterbeheer en de invulling van de Keur; - het beleidskader is het vertrekpunt voor bestuurlijke afspraken met de provincie Zuid- Holland, de andere Zuid-Hollandse waterschappen en de gemeenten gelegen in het beheersgebied van WSHD over ieders taken en verantwoordelijkheden in het grondwaterbeheer en de wijze van onderlinge samenwerking. Het Wegenbeleidsplan, wegen naar de toekomst Het Wegenbeleidsplan is een strategisch sturingsinstrument en bevat een visie over het beheer van wegen door WSHD. Het Wegenbeleidsplan: - geeft input voor beleidsregels, het beleidsprogramma van het Meerjarenbeleidsplan, de Voorjaarsnota, de Beleidsbegroting, het Jaarplan Wegen, Operationele plannen en Uitvoeringsregels. - geeft inzicht in de wijze waarop WSHD: invulling geeft aan het functioneel beheer van de wegen; de staat en functie van de wegen nu en in de toekomst wil waarborgen; het wegenbelang afweegt tegen andere belangen; - op basis van dit beleid komt tot een afgewogen programma aan onderhouds- en verbeteringsmaatregelen. Het Handboek Wegontwerp voor de gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen Het Handboek Veilige inrichting van bermen; Niet-autosnelwegen buiten de bebouwde kom, publicatie Inhoud nota Door WSHD zijn algemene regels opgesteld voor de volgende activiteiten: Ten aanzien van waterkeringen: - Huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen; - Huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen; - Boringen, sonderingen en peilbuizen. Ten aanzien van oppervlaktewaterlichamen: - Kabels en/of leidingen in wegen; - Steigers en vlonders; - Grondkerende constructies; - Bruggen. Ten aanzien van grondwater: - het onttrekken van grondwater. Ten aanzien van wegen: - Evenementen op wegen. Leefbaar land, leefbaar water 10

11 2. Algemene regels voor waterkeringen 2.1. Algemeen In hoofdstuk 4 van de Keur zijn verschillende verbodsbepalingen met een vergunningplicht opgenomen met betrekking tot het gebruik van waterstaatswerken en (buiten)beschermingszones. De bepalingen over waterkeringen zoals opgenomen in de Keur zijn gefundeerd op de Waterwet, het Waterbesluit en de provinciale waterverordening. Waarom verboden? Het gebruik van waterkeringen het realiseren van werken of het verrichten van werkzaamheden in of nabij waterkeringen en (buiten)beschermingszones- is in de keur verboden omdat dit een negatieve invloed kan hebben op de functies die aan de waterkeringen of de onderdelen daarvan zijn toegekend en daarmee op het functioneren van het watersysteem. Doel van de regelgeving voor het gebruik van waterkeringen is om het waterkerend vermogen, de stabiliteit en veiligheid van waterkeringen (de watersysteembelangen) zoveel mogelijk te garanderen. Vrijstelling Aangezien het gebruik van waterkeringen en (buiten)beschermingszones op grond van maatschappelijke en/of economische belangen noodzakelijk kan zijn, geeft de Keur aan dat door het dagelijks bestuur vrijstelling kan worden verleend van de vergunningplicht, waarbij het gebruik van waterkeringen en (buiten)beschermingszones wordt toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Afweging De reikwijdte zoals geformuleerd in de Algemene regels voor waterkeringen, waarborgt het waterkerend vermogen, de stabiliteit en veiligheid van waterkeringen (de watersysteembelangen) en daarmee het functioneren van het watersysteem. Indien een activiteit past binnen de reikwijdte van een algemene regel, dan is de activiteit toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Past de activiteit niet binnen de reikwijdte van de algemene regel, dan is het volgen van een vergunningsprocedure noodzakelijk. Inhoud hoofdstuk 2 Hoofdstuk 2 bevat algemene regels voor het gebruik van waterkeringen en de daarbij behorende (buiten)beschermingszones in beheer en gelegen in het beheersgebied van WSHD. Deze algemene regels hebben betrekking op de volgende soorten van gebruik van waterkeringen: - Huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen; - Huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen; - Boringen, sonderingen en peilbuizen. Leefbaar land, leefbaar water 11

12 2.2. Huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen Algemeen De algemene regel huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen heeft betrekking op de aanleg, het hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels (ten behoeve van nutsvoorzieningen) in en nabij waterkeringen. WSHD wil met deze algemene regel de aanleg van huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen eenvoudig reguleren. Huisaansluitingen zijn werken die een geringe inbreuk maken op de veiligheid van waterkeringen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het aanleggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen kunnen in het geval van het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen, gelet op het uniforme karakter van de werken en de geringe risico's die deze werken vormen voor de veiligheid van waterkeringen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels in waterkeringen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1. In artikel 4.1.1, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. 2. In artikel 5.4, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van wegen in beheer bij WSHD. 3. Artikel 4.4.3, van de Keur en artikel 5.9, van de Keur geven het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassingsgebied De algemene regel huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen geldt voor alle waterkeringen en de daarbij behorende beschermingszones die zijn opgenomen in de legger van WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 12

13 Algemene regels voor huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op: 1. het leggen, hebben, herstellen, vernieuwen, wijzigen of opruimen van huisaansluitingen betreffende elektrakabels (laagspanning), cai-kabels, glasvezelkabels of telecomkabels binnen de kernzone en beschermingszones van waterkeringen in het beheersgebied van WSHD waarbij: - de kabels overeenkomstig de in de bijlage opgenomen tekeningen, een maximale tracélengte hebben van 50 m vanaf het aan te sluiten object binnen de kernzone en beschermingszones van de waterkering; - glasvezelkabels inclusief bijbehorende doorgaande mantelbuizen een maximale diameter hebben van ø 40 mm. - de mantelbuizen van kabels een maximale diameter hebben van ø 125 mm. 2. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de kernzone en beschermingszones van waterkeringen in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten. 3. het uitvoeren van de in het eerste en tweede lid genoemde activiteiten ten behoeve van de aanleg buiten het gesloten seizoen voor primaire waterkeringen. 4. het uitvoeren van de in het eerste en tweede lid genoemde activiteiten, in de binnen de kernzone en beschermingszones van waterkeringen gelegen oppervlaktewaterlichamen en/of wegen in beheer bij WSHD. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het leggen, beheren en onderhouden van de kabels; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. de locatie van de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente) op grond van kadastrale vermelding of GBKN; e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; f. de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. één overzichtstekening op gangbare, goed leesbare schaal waarin de ligging van de kabels, de kabelgegevens en bijkomende werken duidelijk valt af te lezen; h. één detailtekening van kruisingen met andere waterstaatswerken (wegen en oppervlaktewaterlichamen) inclusief kabelgegevens; i. het aantal m2 op te breken wegverharding in het geval van het opbreken van een weg; j. het type wegverharding. Leefbaar land, leefbaar water 13

14 Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Algemene voorschriften Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. 4. Na het gereedkomen van de werken moeten binnen 2 maanden de revisietekeningen conform het Rijksdriehoeksstelsel bij voorkeur digitaal of anders in drievoud aan WSHD worden toegezonden. 5. De werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 dienen binnen één werkdag te worden uitgevoerd en afgerond. Voorschriften ten aanzien van waterkeringen Artikel 5. Voorschriften ten aanzien van de kabels 1. De kabels moeten in open ontgraving worden aangelegd. 2. Kabels in waterkeringen moeten haaks of parallel aan de hartlijn van de waterkering worden aangelegd. 3. De kabels moeten binnen de begrenzing van de waterkering een gronddekking hebben van 1,00 m ten opzichte van het maaiveld. In de beschermingszones kan worden volstaan met een dekking van 0,60 m tot 0,80 m. 4. Bij vervanging van huisaansluitingen dienen de niet meer in gebruik zijnde kabels te worden verwijderd uit de begrenzing van de waterkering en beschermingszones. 5. Bij vervanging en/of verwijdering van huisaansluitingen dienen de vrijkomende doorvoeren door de fundering met een visco-elastische corrosiewerende dichtingmassa blijvend waterdicht te worden afgedicht. Leefbaar land, leefbaar water 14

15 6. Mantelbuizen van glasvezelkabels moeten van buiten de beschermingszone tot in het aan te sluiten object uit een geheel bestaan zonder lassen. Artikel 6. Voorschriften voor grondroeringen 1. Al het uit ontgravingen komend puin of andere voorwerpen moet worden afgevoerd. 2. De sleuven moeten laagsgewijs in lagen van 20 cm goed worden verdicht, waarbij eventueel ontstane lagen tot het oorspronkelijke maaiveld moeten worden aangevuld. 3. Direct na de voltooiing van de werkzaamheden dient het oppervlak geheel in overeenstemming met de omgeving worden afgewerkt en bekleed en moet direct worden voorzien van de oorspronkelijke steenbekleding/verharding of worden bezood of ingezaaid met een rassenlijstmengsel wat afgestemd is op het type waterkering. 4. Voor primaire waterkeringen geldt dat wanneer op 1 oktober geen grasmat aanwezig is, of de grasmat zich naar het oordeel van WSHD in slechte staat bevindt, op het werkterrein een weefseldoek Geolon Nicolon PP 40 of gelijkwaardig moet worden aangebracht. Het weefseldoek moet met torstaal krammen worden aangebracht met een doorsnede van 15 mm en een lengte van 800 mm. De krammen moeten worden aangebracht in vakken van 2 x 1 m en kruislings worden afgelijnd met staaldraad. Tussen de aangebrachte krammen moet per vak een zandzak worden aangebracht die ook met twee krammen wordt vastgezet. Artikel 7. Voorschriften voor open ontgravingen 1. Voordat met het graven van de sleuf wordt begonnen moet het grasgewas kort worden afgemaaid en de bezoding worden afgenomen. 2. De sleuf voor het aanleggen van de kabels moet tenminste 1,00 m uit de teen van de waterkering worden gegraven. 3. De sleuf voor het aanleggen van de kabels bij lintbebouwing moet tenminste 1,00 m uit de rand van de weg worden gegraven. Artikel 8. Voorschriften ten aanzien van las,- of aansluitgaten of handholes 1. Las,- of aansluitgaten of handholes mogen niet groter zijn dan strikt noodzakelijk met een maximum van 1,00 m bij 2,00 m. 2. Daar waar las- of aansluitgaten of handholes vanwege plaatselijke omstandigheden, minder dan 1,00 m uit de wegverharding worden gelegd, kan hier met toestemming van WSHD vanaf worden geweken. Hierbij moet de afstand tot de wegverharding zo groot mogelijk worden gehouden. In dit geval moet de sleuf worden gevuld met laagsgewijs goed verdicht zand, afgedekt met 0,10 m grond, doch mag de afstand tot de wegkant niet kleiner worden dan de diepte waarop deze wordt gelegd. Leefbaar land, leefbaar water 15

16 Voorschriften ten aanzien van oppervlaktewaterlichamen Indien in het kader van de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden zoals vermeld in artikel 1 van deze algemene regel, huisaansluitingen van kabels worden gelegd in en langs oppervlaktewaterlichamen dan gelden de volgende voorschriften: Artikel 9. Voorschriften voor kabels bij oppervlaktewaterlichamen in de waterkeringzone 1. Las- of aansluitgaten of handholes voor het aansluiten van de kabels moeten tenminste 0,50 m uit de insteek van het oppervlaktewaterlichaam worden gegraven. 2. De kabel moet door middel van een open ontgraving of in het geval er sprake is van een hoofdwatergang door middel van persing (boogzinker), haaks onder het oppervlaktewaterlichaam worden aangebracht. 3. Kruising van het oppervlaktewaterlichaam via een dam met duiker moet zodanig worden uitgevoerd, dat de afstand tussen de kabel en de bovenkant van de duiker circa 0,30 m bedraagt. 4. In de beschermingszone zijn geen boringen toegestaan met uitzondering van het in of uittreden van de boring ten behoeve van de kruising van de waterkering. 5. Bij het uitvoeren van de activiteiten en werkzaamheden moet van de maten van de betreffende oppervlaktewaterlichamen volgens de legger worden uitgegaan, met dien verstande dat wanneer het oppervlaktewaterlichaam ruimere afmetingen heeft, van deze ruimere afmetingen moet worden uitgegaan. 6. Kabels moeten onder de taluds en de slootbodem een dekking hebben van minimaal 1,50 m bij hoofdwatergangen en minimaal 1,00 m bij alle andere oppervlaktewaterlichamen, ten opzichte van het profiel overeenkomstig artikel 9, vijfde lid. Artikel 10. Voorschriften ten aanzien van zinkers / boogzinkers in oppervlaktewaterlichamen 1. De waterhuishouding mag tijdens de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden niet worden gestremd. Hiertoe moeten afdoende maatregelen getroffen worden. 2. Geen grond, bagger of vuil mag in het water geraken of achterblijven. Direct na gereedkomen van de werkzaamheden moet ter plaatse het oppervlaktewaterlichaam worden opgeschoond tot het vereiste profiel volgens de legger. Artikel 11. Voorschriften ten aanzien van persingen 1. Tijdens de werkzaamheden mag geen bentoniet of mud in de oppervlaktewaterlichamen terecht komen. De houder van de vrijstelling dient in overleg met en op aanwijzing van Hollandse Delta alle mogelijke maatregelen te nemen om verspreiding van bentoniet in het oppervlaktewater als gevolg van calamiteiten en/of blow-outs te voorkomen. Artikel 12. Voorschriften ten aanzien van duikerkruisingen 1. Kruising van het oppervlaktewaterlichaam via een dam met duiker moet zodanig worden uitgevoerd, dat de afstand tussen de kabels en de bovenkant van de duiker 0,30 m bedraagt. 2. Indien de gronddekking niet voldoende is om de kabels boven de duiker te leggen moeten deze onder de duiker worden gelegd. Leefbaar land, leefbaar water 16

17 3. De kabels moeten onder de duiker een dekking hebben van minimaal 1,50 m bij hoofdwatergangen minimaal 1,00 m bij alle overige oppervlaktewaterlichamen, ten opzichte van het profiel overeenkomstig artikel 9, vijfde lid. Voorschriften ten aanzien van wegen Indien in het kader van de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden zoals vermeld in artikel 1 van deze algemene regel, huisaansluitingen van kabels worden gelegd in en langs wegen in beheer bij WSHD, dan gelden de volgende voorschriften: Artikel 13. Voorschriften ten aanzien van kabels in wegen 1. In het geval er sprake is van kabelkruisingen met wegen gelegen in de kernzone van de waterkering, moeten de kabels in de weg worden gelegd met behulp van een open ontgraving. 2. In het geval er sprake is van kabelkruisingen met wegen gelegen in de beschermingszones van de waterkering, moeten de kabels en mantelbuizen (ten behoeve van de doorvoering van de kabels) in de weg worden gelegd door middel van een persing of boring op een diepte van tenminste 1,25 m onder de bovenzijde van de wegverharding, zodat de verharding onaangeroerd blijft. 3. De kabels moeten wegverhardingen haaks kruisen. 4. Het start- en ontvangstgat ten behoeve van het maken van de persing of boring moet tenminste 1,00 m uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven. 5. Pers- of boorgaten mogen geen grotere doorsnede verkrijgen dan de uitwendige doorsnede van de door te persen buizen. 6. Het definitieve herstel van de wegopbreking als gevolg van graafwerkzaamheden in de wegverharding, geschiedt door WSHD op kosten van de houder van de vrijstelling, met toepassing van de beleidsregel Opbreken wegverhardingen. Artikel 14. Voorschriften voor het graven van sleuven of gaten langs wegen 1. De sleuf voor het aanleggen van de kabels moet tenminste 1,00 m uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven. 2. Langs wegen mag de uit te graven grond niet op de wegverharding of de bermen binnen 1,00 m uit de kant van de wegverharding worden opgeslagen. 3. Voordat met het graven van de sleuf wordt begonnen, bepaalt de aannemer de indringingsweerstand van de te ontgraven grond door middel van sonderen. 4. De indringingsweerstand moet worden gemeten met behulp van een continu registrerend sondeerapparaat. Het meetbereik moet tenminste 5 MPa bedragen en het dieptebereik tenminste 1,00 m. 5. De sonderingen moeten zodanig worden uitgevoerd dat een redelijk beeld van de indringingsweerstand over de diepte van de te ontgraven sleuf wordt verkregen. 6. De meetgegevens moeten worden gedateerd en voorzien van een eenduidige plaatsaanduiding. Deze gegevens moeten desgevraagd aan WSHD worden verstrekt. Leefbaar land, leefbaar water 17

18 Artikel 15. Voorschriften ten aanzien van werkzaamheden langs wegen 1. Het werkterrein moet duidelijk zichtbaar zijn aangegeven zodat deze geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. 2. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD dient, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn te plaatsen. Gelijktijdig met de indiening van het meldingformulier dient de uitvoerder een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, omleidingroutes, verlichting en dergelijke) ter goedkeuring in te dienen bij WSHD. Aandachtspunten A. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de aannemer of diens uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. C. Het informeren over de aard en uitvoering van de werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. D. Het intrekken of wijzigen van een vrijstelling voor de toepassing van de 'Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen waterschap Hollandse Delta' wordt beschouwd als ware het betreft het intrekken of wijzigen van een vergunning. Leefbaar land, leefbaar water 18

19 2.3. Huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen Algemeen De algemene regel huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen heeft betrekking op de aanleg, het hebben en onderhouden van huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen. WSHD wil met deze algemene regel de aanleg van huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen eenvoudig reguleren. Huisaansluitingen zijn werken die een geringe inbreuk maken op de veiligheid van waterkeringen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het aanleggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen kunnen in het geval van het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen, gelet op het uniforme karakter van de werken en de geringe risico's die deze werken vormen voor de veiligheid van waterkeringen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van leidingen in waterkeringen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1. In artikel 4.1.1, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. 2. In artikel 5.4, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van wegen in beheer bij WSHD. 3. Artikel 4.4.3, van de Keur en artikel 5.9, van de Keur geven het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassingsgebied De algemene regel huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen geldt voor alle waterkeringen en de daarbij behorende beschermingszones die zijn opgenomen in de legger van WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 19

20 Algemene regels voor huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op: 1. het leggen, hebben, herstellen, vernieuwen, wijzigen of opruimen van huisaansluitingen van leidingen binnen de kernzone en (buiten)beschermingszones van waterkeringen in het beheersgebied van WSHD waarbij: - de leidingen in overeenstemming met de in de bijlage opgenomen tekeningen een maximale tracélengte hebben van 50 m binnen de begrenzing en (buiten-) beschermingszones van de waterkering; - gasleidingen een maximale ontwerpdruk hebben van 1 bar; - waterleidingen en leidingen ten behoeve van het transport van vloeistoffen, een maximale ontwerpdruk hebben van 5 bar; - de leidingen zijn gefabriceerd van staal of PE 100 SDR11; - de leidingen en mantelbuizen een maximale diameter hebben van ø 125 mm. 2. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de kernzone en (buiten)beschermingszones van waterkeringen in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten. 3. het uitvoeren van de in het eerste en tweede lid genoemde activiteiten ten behoeve van de aanleg buiten het gesloten seizoen voor primaire waterkeringen. 4. het uitvoeren van de in het eerste en tweede lid genoemde activiteiten, in de binnen de kernzone en (buiten)beschermingszones van waterkeringen gelegen oppervlaktewaterlichamen en/of wegen in beheer bij WSHD. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het leggen, beheren en onderhouden van de leidingen; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. de locatie van de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente) op grond van kadastrale vermelding of GBKN; e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; f. de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. één overzichtstekening op gangbare, goed leesbare schaal waarin de ligging van de leidingen, de leidinggegevens en bijkomende werken duidelijk valt af te lezen; h. één detailtekening van kruisingen met andere waterstaatswerken (wegen en oppervlaktewaterlichamen) inclusief leidinggegevens; i. het aantal m2 op te breken wegverharding in het geval van het opbreken van een weg; j. het type wegverharding. Leefbaar land, leefbaar water 20

21 Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Algemene voorschriften Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. 4. Na het gereedkomen van de werken moeten binnen 2 maanden de revisietekeningen conform het Rijksdriehoeksstelsel bij voorkeur digitaal of anders in drievoud aan WSHD worden toegezonden. 5. De werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 dienen binnen één werkdag te worden uitgevoerd en afgerond. Voorschriften ten aanzien van waterkeringen Artikel 5. Voorschriften ten aanzien van de leidingen 1. De leidingen moeten in open ontgraving worden aangelegd. 2. Leidingen in waterkeringen moeten haaks of parallel aan de hartlijn van de waterkering worden aangelegd. 3. De leidingen moeten een gronddekking krijgen van 1,00 m ten opzichte van het maaiveld. In de (buiten)beschermingszones kan worden volstaan met een dekking van 0,60 m tot 0,80 m. 4. Leidingkruisingen dienen geheel te bestaan uit aaneengesloten leidingdelen zonder overgangslassen. 5. Ter plaatse van huisaansluitingen moeten de leidingen door middel van een waterdichte afdichting door de aanwezige fundering worden doorgevoerd, indien deze fundering een waterkerende functie heeft. 6. Bij vervanging van huisaansluitingen dienen de niet meer in gebruik zijnde leidingen te worden verwijderd uit de begrenzing van de waterkering en (buiten) beschermingszones. Leefbaar land, leefbaar water 21

22 7. Bij vervanging en/of verwijdering van huisaansluitingen dienen de doorvoeren door de fundering met een visco-elastische corrosiewerende dichtingmassa blijvend waterdicht te worden afgedicht. 8. Afsluiters in leidingen moeten geplaatst worden buiten de bij de leiding behorende veiligheidszone van de waterkering. Artikel 6. Voorschriften voor grondroeringen 1. Al het uit ontgravingen komend puin of andere voorwerpen moet worden afgevoerd. 2. De sleuven moeten laagsgewijs in lagen van 20 cm goed worden verdicht, waarbij eventueel ontstane lagen tot het oorspronkelijke maaiveld moeten worden aangevuld. 3. Direct na de voltooiing van de werkzaamheden dient het oppervlak geheel in overeenstemming met de omgeving worden afgewerkt en bekleed en moet direct worden voorzien van de oorspronkelijke steenbekleding/verharding of worden bezood of ingezaaid met een rassenlijstmengsel wat afgestemd is op het type waterkering. 4. Voor primaire waterkeringen geldt dat wanneer op 1 oktober geen grasmat aanwezig is, of de grasmat zich naar het oordeel van WSHD in slechte staat bevindt, op het werkterrein een weefseldoek Geolon Nicolon PP 40 of gelijkwaardig moet worden aangebracht. Het weefseldoek moet met torstaal krammen worden aangebracht met een doorsnede van 15 mm en een lengte van 800 mm. De krammen moeten worden aangebracht in vakken van 2 x 1 meter en kruislings worden afgelijnd met staaldraad. Tussen de aangebrachte krammen moet per vak een zandzak worden aangebracht die ook met twee krammen wordt vastgezet. Artikel 7. Voorschriften voor open ontgravingen 1. Voordat met het graven van de sleuf wordt begonnen moet het grasgewas kort worden afgemaaid en de bezoding worden afgenomen. 2. De sleuf voor het aanleggen van de leidingen moet tenminste 1,00 m uit de teen van de waterkering worden gegraven. 3. De sleuf voor de leidingen moet evenwijdig aan de waterkering worden gelegd, buiten de veiligheidszone indien de distributieleiding ook buiten de veiligheidszone ligt. Artikel 8. Voorschriften ten aanzien van las-, aansluitgaten of handholes 1. Las- of aansluitgaten of handholes mogen niet groter zijn dan strikt noodzakelijk met een maximum van 1,00 m bij 2,00 m. 2. Daar waar las- of aansluitgaten of handholes vanwege plaatselijke omstandigheden, minder dan 1, 00 m uit de wegverharding worden gelegd, kan hier met toestemming van WSHD vanaf worden geweken. Hierbij moet de afstand tot de wegverharding zo groot mogelijk worden gehouden. In dit geval moet de sleuf worden gevuld met laagsgewijs goed verdicht zand, afgedekt met 0,10 m grond, doch mag de afstand tot de wegkant niet kleiner worden dan de diepte waarop deze wordt gelegd. Leefbaar land, leefbaar water 22

23 Voorschriften ten aanzien van oppervlaktewaterlichamen Indien in het kader van de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden zoals vermeld in artikel 1 van deze algemene regel, huisaansluitingen van leidingen worden gelegd in en langs oppervlaktewaterlichamen, dan gelden de volgende voorschriften: Artikel 9. Voorschriften voor leidingen bij oppervlaktewaterlichamen in de waterkeringzone 1. Las- of aansluitgaten of handholes voor het aansluiten van de leidingen moeten tenminste 0,50 m uit de insteek van het oppervlaktewaterlichaam worden gegraven. 2. De leiding moet door middel van een open ontgraving of in het geval er sprake is van een hoofdwatergang door middel van een persing (boogzinker) haaks onder het oppervlaktewaterlichaam worden aangebracht. 3. Kruising van het oppervlaktewaterlichaam via een dam met duiker moet zodanig worden uitgevoerd, dat de afstand tussen de leiding en de bovenkant van de duiker circa 0,30 m bedraagt. 4. In de (buiten)beschermingszone zijn geen boringen toegestaan met uitzondering van het in of uittreden van de boring ten behoeve van de kruising van de waterkering. 5. Bij het uitvoeren van de activiteiten en werkzaamheden moet van de maten van de betreffende oppervlaktewaterlichamen volgens de legger worden uitgegaan, met dien verstande dat wanneer het oppervlaktewaterlichaam ruimere afmetingen heeft, van deze ruimere afmetingen moet worden uitgegaan. 6. Leidingen moeten onder de taluds en de slootbodem een dekking hebben van minimaal 1,50 m bij hoofdwatergangen en minimaal 1,00 m bij alle andere oppervlaktewaterlichamen, ten opzichte van het profiel overeenkomstig artikel 9, vijfde lid. Artikel 10. Voorschriften ten aanzien van zinkers / boogzinkers in oppervlaktewaterlichamen 1. De waterhuishouding mag tijdens de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden niet ontoelaatbaar worden gestremd. Hiertoe moeten afdoende maatregelen getroffen worden. 2. Geen grond, bagger of vuil mag in het water geraken of achterblijven. Direct na gereedkomen van de werkzaamheden moet ter plaatse het oppervlaktewaterlichaam worden opgeschoond tot het vereiste profiel volgens de legger. Artikel 11. Voorschriften ten aanzien van persingen 1. Tijdens de werkzaamheden mag geen bentoniet of mud in de oppervlaktewaterlichamen terecht komen. De houder van de vrijstelling dient in overleg met en op aanwijzing van WSHD alle mogelijke maatregelen te nemen om verspreiding van bentoniet in het oppervlaktewater als gevolg van calamiteiten en/of blow-outs te voorkomen. Artikel 12. Voorschriften ten aanzien van duikerkruisingen 1. Kruising van het oppervlaktewaterlichaam via een dam met duiker moet zodanig worden uitgevoerd, dat de afstand tussen de leidingen en de bovenkant van de duiker 0,30 m bedraagt. Leefbaar land, leefbaar water 23

24 2. Indien de gronddekking niet voldoende is om de leidingen boven de duiker te leggen moeten deze onder de duiker worden gelegd. 3. De leidingen moeten onder de duiker een dekking hebben van minimaal 1,50 m bij hoofdwatergangen en minimaal 1,00 m bij alle overige oppervlaktewaterlichamen, ten opzichte van het profiel overeenkomstig artikel 9, vijfde lid. Voorschriften ten aanzien van wegen Indien in het kader van de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden zoals vermeld in artikel 1 van deze algemene regel, huisaansluitingen van leidingen worden gelegd in en langs wegen in beheer bij WSHD, dan gelden de volgende voorschriften: Artikel 13. Voorschriften ten aanzien van leidingen in wegen 1. In het geval er sprake is van leidingkruisingen met wegen gelegen binnen de kernzone van de waterkering, moeten de leidingen in de weg worden gelegd met behulp van een open ontgraving. 2. In het geval er sprake is van leidingkruisingen met wegen gelegen in de beschermingszones van waterkeringen, moeten de leidingen en mantelbuizen (ten behoeve van de doorvoering van de leidingen) in de weg worden gelegd door middel van een persing of boring op een diepte van tenminste 1,25 m onder de bovenzijde van de wegverharding, zodat de verharding onaangeroerd blijft. 3. De leidingen moeten wegverhardingen haaks kruisen. 4. Het start- en ontvangstgat ten behoeve van het maken van de persing of boring moet tenminste 1,00 m uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven. 5. Pers- of boorgaten mogen geen grotere doorsnede verkrijgen dan de uitwendige doorsnede van de door te persen buizen. 6. Het definitieve herstel van de wegopbreking als gevolg van graafwerkzaamheden in de wegverharding, geschiedt door WSHD op kosten van de houder van de vrijstelling, met toepassing van de beleidsregel Opbreken wegverhardingen. Artikel 14. Voorschriften voor het graven van sleuven of gaten langs wegen 1. De sleuf voor het aanleggen van de leidingen moet tenminste 1,00 m uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven. 2. Langs wegen mag de uit te graven grond niet op de wegverharding of de bermen binnen 1,00 m uit de kant van de wegverharding worden opgeslagen. 3. Voordat met het graven van de sleuf wordt begonnen, bepaalt de aannemer de indringingsweerstand van de te ontgraven grond door middel van sonderen. 4. De sonderingen moeten zodanig worden uitgevoerd dat een redelijk beeld van de indringingsweerstand over de diepte van de te ontgraven sleuf wordt verkregen. 5. De indringingsweerstand moet worden gemeten met behulp van een continu registrerend sondeerapparaat. Het meetbereik moet tenminste 5 MPa bedragen en het dieptebereik tenminste 1,00 m. 6. De meetgegevens moeten worden gedateerd en voorzien van een eenduidige plaatsaanduiding. Deze gegevens moeten desgevraagd aan WSHD worden verstrekt. Leefbaar land, leefbaar water 24

25 Artikel 15. Voorschriften ten aanzien van werkzaamheden langs wegen 1. Het werkterrein moet duidelijk zichtbaar zijn aangegeven zodat deze geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. 2. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD dient, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn te plaatsen. Gelijktijdig met de indiening van het meldingformulier dient de uitvoerder een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, omleidingroutes, verlichting en dergelijke) ter goedkeuring in te dienen bij WSHD. Aandachtspunten A. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de aannemer of diens uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. C. Het informeren over de aard en uitvoering van de werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. D. Het intrekken of wijzigen van een vrijstelling voor de toepassing van de 'Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen waterschap Hollandse Delta' wordt beschouwd als ware het betreft het intrekken of wijzigen van een vergunning. Leefbaar land, leefbaar water 25

26 2.4. Grondboringen, sonderingen en peilbuizen Algemeen De algemene regel grondboringen, sonderingen en peilbuizen heeft betrekking op het uitvoeren van grondboringen, sonderingen en het aanbrengen en verwijderen van peilbuizen in en nabij waterkeringen. WSHD wil met deze algemene regel het uitvoeren van grondboringen, sonderingen en het aanbrengen en verwijderen van peilbuizen in en nabij waterkeringen eenvoudiger reguleren. Grondboringen, sonderingen en peilbuizen zijn werken die een geringe inbreuk maken op de veiligheid van waterkeringen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het uitvoeren van grondboringen, sonderingen en het aanbrengen en verwijderen van peilbuizen in en nabij waterkeringen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen kunnen, in het geval van het uitvoeren van grondboringen, sonderingen en het aanbrengen en verwijderen van peilbuizen in en nabij waterkeringen, gelet op het uniforme karakter van de werken en de geringe risico's die deze werken vormen voor de veiligheid van waterkeringen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het uitvoeren van grondboringen, sonderingen en het aanbrengen en verwijderen van peilbuizen in en nabij waterkeringen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1. In artikel 4.1.1, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. 2. Artikel 4.4.3, van de Keur geeft het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassingsgebied De algemene regel grondboringen, sonderingen en peilbuizen geldt voor alle waterkeringen en de daarbij behorende (buiten)beschermingszones die zijn opgenomen in de legger van WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 26

27 Algemene regels voor grondboringen, sonderingen en peilbuizen Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op: 1. het uitvoeren van grondboringen ten behoeve van het aanbrengen of verwijderen van peilbuizen binnen de kernzone en (buiten)beschermingszones van waterkeringen in het beheersgebied van WSHD waarbij: a. grondboringen een maximale diameter hebben van Ø 15 cm. b. grondboringen niet plaatsvinden in wegen. 2. het uitvoeren van grondboringen en sonderingen ten behoeve van grondonderzoek binnen de kernzone en (buiten)beschermingszones van waterkeringen in het beheersgebied van WSHD waarbij: - sonderingen niet seismisch worden uitgevoerd; - grondboringen en sonderingen niet plaatsvinden in wegen. - mechanische grondboringen en sonderingen niet plaatsvinden in het gesloten seizoen. 3. het aanbrengen en verwijderen van peilbuizen binnen de kernzone en (buiten)beschermingszones van waterkeringen in het beheersgebied van WSHD waarbij: - de peilbuizen niet in het dijklichaam worden aangebracht. - de peilbuizen niet in wegen worden aangebracht. 4. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de kernzone en (buiten)beschermingszones van waterkeringen in verband met de in dit artikel genoemde activiteiten. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het verrichten van de werkzaamheden; b. de naam van de aannemer die de werkzaamheden namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor het werk; d. de locatie van de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente) op grond van kadastrale vermelding of GBKN; e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; f. de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. één overzichtstekening op gangbare, goed leesbare schaal waarop de ligging van de werken en bijkomende werken duidelijk valt af te lezen. Leefbaar land, leefbaar water 27

28 Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Voorschriften Bij de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden dient te worden voldaan aan de voorschriften zoals opgenomen in deze algemene regel. Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. Artikel 5. Voorschriften ten aanzien van grondboringen ten behoeve van het aanbrengen of verwijderen van peilbuizen 1. De grondboring voor de peilbuizen moet tenminste 0,50 m uit de insteek van de watergang worden geplaatst. 2. De grondboring mag niet groter zijn dan strikt noodzakelijk voor het plaatsen van de peilbuis. 3. Niet meer in gebruik zijnde peilbuizen moeten worden verwijderd uit de (buiten)beschermingszones van waterkeringen. 4. De boorgaten die zijn ontstaan door het verwijderen van peilbuizen moeten aan het einde van de werkdag volledig worden gevuld met zwelklei ten behoeve van een blijvend waterdichte afdichting. Artikel 6. Voorschriften ten aanzien van grondboringen en sonderingen ten behoeve van grondonderzoek 1. De grondboringen en sonderingen moeten tenminste 0,50 m uit de insteek van de watergang worden uitgevoerd. 2. Bij verwijdering van de grondboring en de sondering dient het boorgat/sondeergat volledig te worden gevuld met zwelklei, ten behoeve van een blijvend waterdichte afdichting. Leefbaar land, leefbaar water 28

29 Artikel 7. Voorschriften voor grondroeringen 1. Direct na de voltooiing van het werk moet het werkterrein in een nette staat en in gelijke gesteldheid worden teruggebracht. 2. Wanneer op 1 oktober geen grasmat aanwezig is, of de grasmat zich naar het oordeel van WSHD in slechte staat bevindt, moet op het werkterrein een weefseldoek Geolon Nicolon PP 40 of gelijkwaardig worden aangebracht. Het weefseldoek moet met torstaal krammen worden aangebracht met een doorsnede van 15 mm en een lengte van 800 mm. De krammen moeten worden aangebracht in vakken van 2 x 1 meter en kruislings worden afgelijnd met staaldraad. Tussen de aangebrachte krammen moet per vak een zandzak worden aangebracht die ook met twee krammen wordt vastgezet. 3. Al het uit grondboringen komend puin of andere voorwerpen moet worden afgevoerd. Aandachtspunten A. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. C. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD dient, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn te plaatsen. Gelijktijdig met de indiening van het meldingformulier dient de uitvoerder een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, verlichting en dergelijke) ter goedkeuring in te dienen bij WSHD. D. Het informeren over de aard en uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. Leefbaar land, leefbaar water 29

30 3. Algemene regels voor oppervlaktewaterlichamen 3.1. Algemeen In hoofdstuk 4 van de Keur zijn verschillende verbodsbepalingen met een vergunningplicht opgenomen met betrekking tot het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. De bepalingen over oppervlaktewaterlichamen zoals opgenomen in de Keur zijn gefundeerd op de Waterwet, het Waterbesluit en de provinciale Waterverordening. Waarom verboden? Het gebruik van oppervlaktewaterlichamen het realiseren van werken of het verrichten van werkzaamheden in of nabij oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones- is in de keur verboden omdat dit een negatieve invloed kan hebben op de functies die aan de oppervlaktewaterlichamen of de onderdelen daarvan zijn toegekend en daarmee op het functioneren van het watersysteem. Doel van de regelgeving voor het gebruik van oppervlaktewaterlichamen is om de functie, het aanzicht, de (natte) natuurwaarden, de openbare toegankelijkheid en het algemeen gebruik van oppervlaktewaterlichamen (de watersysteembelangen) zoveel mogelijk te garanderen. Vrijstelling Aangezien het gebruik van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones op grond van maatschappelijke en/of economische belangen noodzakelijk kan zijn, geeft de Keur aan dat door het dagelijks bestuur vrijstelling kan worden verleend van de vergunningplicht, waarbij het gebruik van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones wordt toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Afweging De reikwijdte zoals geformuleerd in de Algemene regels voor oppervlaktewaterlichamen, waarborgt de functie, het aanzicht, de (natte) natuurwaarden, de openbare toegankelijkheid en het algemeen gebruik van oppervlaktewaterlichamen (de watersysteembelangen) en daarmee het functioneren van het watersysteem. Indien een activiteit past binnen de reikwijdte van een algemene regel, dan is de activiteit toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Past de activiteit niet binnen de reikwijdte van de algemene regel, dan is het volgen van een vergunningsprocedure noodzakelijk. Inhoud hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3 bevat algemene regels voor het gebruik van oppervlaktewaterlichamen en de daarbij behorende (buiten)beschermingszones in beheer en gelegen in het beheersgebied van WSHD. Deze algemene regels hebben betrekking op de volgende soorten van gebruik van oppervlaktewaterlichamen: - Kabels en/of leidingen in oppervlaktewaterlichamen en wegen; - Steigers en vlonders; - Grondkerende constructies; - Bruggen. Leefbaar land, leefbaar water 30

31 3.2. Kabels en/of leidingen in oppervlaktewaterlichamen en wegen Algemeen De algemene regel kabels en/of leidingen in oppervlaktewaterlichamen en wegen heeft betrekking op de aanleg en aanwezigheid van kabels en/of leidingen in en nabij oppervlaktewaterlichamen en in wegen. WSHD wil met deze algemene regel de aanleg van kabels en/of leidingen in en nabij oppervlaktewaterlichamen en in wegen eenvoudig reguleren. Kabels en leidingen in of nabij oppervlaktewaterlichamen en in wegen zijn werken die een geringe inbreuk maken op de waterhuishouding van oppervlaktewaterlichamen en de veiligheid van wegen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen en de wegenbelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het leggen, hebben en onderhouden van kabels en/of leidingen in en nabij oppervlaktewaterlichamen en in wegen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen en de wegenbelangen kunnen in het geval van het leggen, hebben en onderhouden van kabels en/of leidingen in en nabij oppervlaktewaterlichamen en in wegen, gelet op het uniforme karakter van de werken en de geringe risico's die deze werken vormen voor de waterhuishouding van oppervlaktewaterlichamen en de functie en het beheer van wegen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het leggen kabels en/of leidingen in en nabij oppervlaktewaterlichamen en in wegen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1. In artikel 4.1.1, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. 2. In artikel 5.4, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van wegen in beheer bij WSHD. 3. Artikel 4.4.3, van de Keur en artikel 5.9, van de Keur geven het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassingsgebied De algemene regel kabels en /of leidingen in oppervlaktewaterlichamen en wegen geldt voor: - alle oppervlaktewaterlichamen en de daarbij behorende beschermingszones die zijn opgenomen in de legger van WSHD - alle wegen in beheer van WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 31

32 Algemene regels voor kabels en/of leidingen in oppervlaktewaterlichamen en wegen Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op: 1. het leggen, hebben, vernieuwen, wijzigen of opruimen van kabels en leidingen binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones in het beheersgebied van WSHD en/of in wegen in beheer bij WSHD waarbij: - de kabels en leidingen niet worden aangebracht binnen enige begrenzing, of (buiten)beschermingszone van een waterkering; - leidingen ten behoeve van het transport van gassen, vloeistoffen of vaste stoffen in suspensie een maximale bedrijfsdruk hebben van 1 N/mm² (10 bar); - de kabels en leidingen in een weg niet in open ontgraving worden aangelegd. 2. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones in het beheersgebied van WSHD en/of in wegen in beheer bij WSHD in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het leggen, beheren en onderhouden van de kabels en leidingen; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. de locatie van de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente) op grond van kadastrale vermelding of GBKN; e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; f. de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. één overzichtstekening op gangbare, goed leesbare schaal waarin de ligging van de kabels en/of leidingen, de kabelgegevens en bijkomende werken duidelijk valt af te lezen; h. één detailtekening van kruisingen met andere oppervlaktewaterlichamen en wegen inclusief kabel- en of leidinggegevens; i. een muddrukberekening indien het werk een boring betreft. Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. Leefbaar land, leefbaar water 32

33 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Algemene voorschriften Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. 4. Na het gereedkomen van de werken moeten binnen 2 maanden de revisietekeningen conform het Rijksdriehoeksstelsel bij voorkeur digitaal of anders in drievoud aan WSHD worden toegezonden. Artikel 5. Voorschriften ten aanzien van kabels en leidingen 1. Kabels en/of leidingen mogen geen nadelige interferentie voor kabels of leidingen in hun directe omgeving veroorzaken. 2. Bij vervanging van kabels en/of leidingen dienen de niet meer in gebruik zijnde kabels en/ of leidingen te worden verwijderd uit het oppervlaktewaterlichaam en beschermingszones en/of wegen. Artikel 6. Voorschriften voor grondroeringen 1. Al het uit ontgravingen komend puin of andere voorwerpen moet worden afgevoerd. 2. De kabels en/ of leidingen moeten een gronddekking krijgen van tenminste 0,70 m voor kabels, leidingen en handholes, ten opzichte van het maaiveld. 3. Ingravingen mogen in geen geval dieper plaatsvinden dan tot 0,10 m beneden de onderkant van de kabels en of leidingen. 4. Direct na de voltooiing van de werkzaamheden dient het oppervlak geheel in overeenstemming met de omgeving worden afgewerkt en bekleed waarbij eventueel ontstane lagen aangevuld moeten worden. De lagen moeten goed worden verdicht en maximaal 20 cm. dik zijn. 5. De conusweerstand van goed verdichte grond moet tenminste gelijk zijn aan 0,20 MPa per 10 mm of tenminste 4 MPa. 6. Grondroeringen behoren tot het strikt noodzakelijke te worden beperkt. Eventuele nazakkingen, voor zover die het gevolg zijn van de werkzaamheden, moeten door en op kosten van de houder van de vrijstelling worden hersteld. Leefbaar land, leefbaar water 33

34 Voorschriften ten aanzien van wegen Artikel 7. Voorschriften ten aanzien van werkzaamheden langs wegen 1. Het graven van sleuven in de nabijheid van bomen moet buiten de kroonprojectie gebeuren doch tenminste 2,00 m uit de stam. 2. De sleuf voor het aanleggen van de kabels en of leidingen moet tenminste 1,00 m uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven doch mag de afstand tot de wegkant niet kleiner worden dan de diepte waarop deze wordt gelegd. 3. Indien vanwege de plaatselijke omstandigheden niet aan artikel 7, tweede lid, kan worden voldaan, dan kan hier, met goedkeuring van WSHD vanaf worden geweken. Waar de kabels en of leidingen minder dan 1,00 m uit de wegverharding worden gelegd moet de sleuf worden gevuld met laagsgewijs goed verdicht zand, afgedekt met 0,10 m grond, doch mag de afstand tot de kant van de wegverharding niet kleiner worden dan de diepte waarop deze wordt gelegd. 4. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD dient, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn te plaatsen. Gelijktijdig met de indiening van het meldingformulier dient de uitvoerder een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, verlichting en dergelijke) ter goedkeuring in te dienen bij WSHD. 5. Langs wegen mag de uit te graven grond niet op de wegverharding of in de bermen binnen 1,00 m uit de kant van de wegverharding worden opgeslagen. Artikel 8. Voorschriften ten aanzien van kabels en leidingen in wegverhardingen 1. De kabels en leidingen moeten wegverhardingen haaks kruisen. 2. Kabel- en/of leidingkruisingen met wegen moeten worden uitgevoerd door middel van een persing of boring. 3. Mantelbuizen ten behoeve van de doorvoering van kabels en of leidingen moeten onder wegen en uitpaden worden geperst of geboord, zodat de verharding onaangeroerd blijft. 4. De kabels en of leidingen moeten op kruisingen van waterschapswegen en/of -uitritten - uitkomende op een bij WSHD in beheer en/of onderhoud zijnde weg - middels een persing of boring worden aangelegd op een diepte van ten minste 1,00 m onder de bovenzijde van de wegverharding en moeten wegverhardingen haaks kruisen. 5. Het start- en ontvangstgat ten behoeve van het maken van de persing of boring moet tenminste 1,00 m uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven. 6. Pers- of boorgaten mogen geen grotere doorsnede verkrijgen dan de uitwendige doorsnede van de door te persen buizen. Leefbaar land, leefbaar water 34

35 Voorschriften ten aanzien van oppervlaktewaterlichamen Artikel 9. Voorschriften ten aanzien van werkzaamheden bij oppervlaktewaterlichamen 1. De kabels en leidingen moeten oppervlaktewaterlichamen haaks kruisen. 2. Bij het uitvoeren van de activiteiten en werkzaamheden moet van de maten van het betreffende oppervlaktewaterlichaam volgens de legger worden uitgegaan, met dien verstande dat wanneer het oppervlaktewaterlichaam ruimere afmetingen heeft, van deze ruimere afmetingen moet worden uitgegaan. 3. De kabels en/of leidingen moeten onder de taluds en de slootbodem een dekking hebben van minimaal 1,50 meter bij hoofdwatergangen en minimaal 1,00 m bij alle andere oppervlaktewaterlichamen, ten opzichte van het profiel overeenkomstig artikel 9, tweede lid. 4. De kabels en/of leidingen moeten onder de taluds en de bodem van boezemwateren een dekking hebben zoals beschreven in de NEN 3650-serie. 5. De sleuf voor het aanleggen van de kabels en/of leidingen moet tenminste 0,50 m uit de insteek van het oppervlaktewaterlichaam worden gegraven. 6. Indien vanwege de plaatselijke omstandigheden artikelen een conflicterende situatie opleveren met artikel 7, tweede lid, prevaleert het wegbelang boven het belang van het talud van het oppervlaktewaterlichaam, waarmee artikel 7, tweede lid, dus maatgevend is. In dit geval kan, na overleg met WSHD, afgeweken worden van de conflicterende artikelen en kan de kabel of leiding op minder dan 0,50 meter vanuit de insteek van het oppervlaktewaterlichaam worden gelegd. 7. Ingravingen moeten op een zodanige wijze worden gemaakt dat de taluds van de gemaakte sleuf niet mogen afschuiven. 8. De uitvoering en constructie van de in dit besluit bedoelde werken moeten van een zodanige aard zijn, dat de beschermingszone langs watergangen berijdbaar is en blijft voor onderhoudsmaterieel. Artikel 10. Voorschriften ten aanzien van zinkers / boogzinkers in oppervlaktewaterlichamen 1. De waterhuishouding mag tijdens de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden niet ontoelaatbaar worden gestremd. Hiertoe moeten afdoende maatregelen getroffen worden. 2. Geen grond, bagger of vuil mag in het water geraken of achterblijven. Direct na gereedkomen van de werkzaamheden moet ter plaatse het oppervlaktewaterlichaam worden opgeschoond tot het vereiste profiel zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid. Artikel 11. Voorschriften ten aanzien van persingen of (gestuurde) boringen 1. Tijdens de werkzaamheden mag geen bentoniet of mud in het oppervlaktewaterlichaam terecht komen. De houder van de vrijstelling dient in overleg met en op aanwijzing van WSHD alle mogelijke maatregelen te nemen om verspreiding van bentoniet in het oppervlaktewater als gevolg van calamiteiten en/of blow-outs te voorkomen. Leefbaar land, leefbaar water 35

36 Artikel 12. Voorschriften ten aanzien van duikerkruisingen 1. Kruising van het oppervlaktewaterlichaam via een dam met duiker moet zodanig worden uitgevoerd, dat de afstand tussen de kabels en/of leidingen en de bovenkant van de duiker 0,30 m bedraagt. 2. Indien de gronddekking niet voldoende is om de kabels en/of leidingen boven de duiker te leggen moeten deze onder de duiker worden gelegd. 3. De kabels en/of leidingen moeten onder de duiker een dekking van minimaal 1,50 m bij hoofdwatergangen en minimaal 1,00 m bij alle overige oppervlaktewaterlichamen, ten opzichte van de leggermaat van het betreffende oppervlaktewaterlichaam hebben. Artikel 13. Voorschriften ten aanzien van las-, aansluitgaten of handholes 1. Las- of aansluitgaten of handholes mogen niet groter zijn dan strikt noodzakelijk met een maximum van 1,00 m bij 2,00 m. 2. Las- of aansluitgaten of handholes voor het aansluiten van de kabels en of leidingen moeten tenminste 1,00 m uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven doch mag de afstand tot de wegkant niet kleiner worden dan de diepte waarop deze wordt gelegd. 3. Las- of aansluitgaten of handholes voor het aansluiten van de kabels en of leidingen moeten tenminste 0,50 m uit de insteek van het oppervlaktewaterlichaam worden gegraven. 4. Daar waar las- of aansluitgaten of handholes vanwege plaatselijke omstandigheden, minder dan 1,00 m uit de wegverharding worden gelegd, kan hier na overleg met en toestemming van WSHD vanaf worden geweken. Hierbij moet de afstand tot de wegverharding zo groot mogelijk worden gehouden. In dit geval moet de sleuf worden gevuld met laagsgewijs goed verdicht zand, afgedekt met 0,10 m grond, doch mag de afstand tot de wegkant niet kleiner worden dan de diepte waarop deze wordt gelegd. Overgangsbepalingen Artikel 14. Overgangsbepaling 1. Voor alle activiteiten en werkzaamheden die ten tijde van inwerkingtreding van deze algemene regel rechtmatig ingevolge de AGV 'Kabels en leidingen in wegen en oppervlaktewaterlichamen' tot stand zijn gebracht, wordt geacht vrijstelling te zijn verleend ingevolge deze algemene regel. Leefbaar land, leefbaar water 36

37 Aandachtspunten A. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de aannemer of diens uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. C. Het informeren over de aard en uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. D. Het intrekken of wijzigen van een vrijstelling voor de toepassing van de 'Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen waterschap Hollandse Delta' wordt beschouwd als ware het betreft het intrekken of wijzigen van een vergunning. Leefbaar land, leefbaar water 37

38 3.3. Steigers en vlonders Algemeen De algemene regel steigers en vlonders heeft betrekking op het plaatsen, vernieuwen en wijzigen van steigers en vlonders binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones gelegen in het beheersgebied van WSHD. WSHD wil met deze algemene regel het plaatsen van steigers en vlonders in en nabij oppervlaktewaterlichamen eenvoudig reguleren. Steigers en vlonders zijn werken die een geringe inbreuk maken op de waterhuishouding van oppervlaktewaterlichamen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het plaatsen, vernieuwen en wijzigen van steigers en vlonders in en nabij oppervlaktewaterlichamen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen kunnen in het geval van het plaatsen, vernieuwen en wijzigen van steigers of vlonders in en nabij oppervlaktewaterlichamen, gelet op de geringe risico's die deze werken vormen voor de waterhuishouding van oppervlaktewaterlichamen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het plaatsen, vernieuwen en wijzigen van steigers en vlonders in en nabij oppervlaktewaterlichamen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1. In artikel 4.1.1, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. 2. Artikel 4.4.3, van de Keur geeft het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassingsgebied De algemene regel steigers en vlonders geldt voor alle oppervlaktewaterlichamen en de daarbij behorende beschermingszones die zijn opgenomen in de legger van WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 38

39 Algemene regels voor steigers en vlonders Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op: 1. het plaatsen, vernieuwen, of wijzigen van steigers en vlonders binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones gelegen in het beheersgebied van WSHD met uitzondering van: a. steigers en vlonders die worden aangebracht binnen enige kernzone en beschermingszone van een waterkering; b. steigers en vlonders die worden aangebracht binnen: - een natuurvriendelijke oever; - een watergang in een ecologische verbindingszone; - ter plaatse van een rietkraag; - de Waal (gelegen tussen Hendrik-Ido-Ambacht en Heerjansdam); c. steigers en vlonders die worden aangebracht binnen hoofdwatergangen; d. steigers in oppervlaktewaterlichamen met een waterbreedte van minder dan 3 m gemeten ten opzichte van het hoogst vigerende peil. 2. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het plaatsen, vernieuwen, wijzigen of verwijderen van de grondkerende constructies; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. de locatie van de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente); e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; f. de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. een overzichtstekening van de locatie waar de werkzaamheden plaatsvinden met straatnaam, huisnummer, plaatsnaam en gemeente). Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. Leefbaar land, leefbaar water 39

40 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Algemene voorschriften Bij de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden dient te worden voldaan aan de voorschriften zoals opgenomen in deze algemene regel. Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. 4. De werkzaamheden als bedoeld in artikel 1 dienen binnen één jaar te worden uitgevoerd en afgerond. Voorschriften steigers en vlonders Artikel 5. Algemene voorschriften voor steigers en vlonders 1. Voor percelen met een oeverlengte < 25 m geldt dat per aaneengesloten perceel maximaal één steiger of vlonder mag worden aangebracht. 2. Voor aaneengesloten percelen met een oeverlengte van > 25 m kunnen meerdere steigers en/of vlonders worden toegestaan. Hierbij geldt dat maximaal 1 extra steiger en/of vlonder mag worden geplaatst voor de volgende 25 m oeverlengte. 3. De onderkant van de steiger of vlonder (onderkant gording) moet minimaal 0,30 m boven het hoogst vigerende peil worden aangebracht en gehouden. 4. Steigers en vlonders mogen niet binnen een afstand van 10 m vanaf een peilregulerend kunstwerk of duiker worden geplaatst. Artikel 6. Bijzondere voorschriften voor steigers 1. Per steiger gelden onderstaande afmetingen, gemeten ten opzichte van het hoogst vigerende peil. 2. De steiger moet worden gefundeerd op palen. Deze palen moeten minimaal aan de volgende eisen voldoen: a. verhouding lengte: 1/3 boven en 2/3 onder de vaste bodem van de watergang; b. onderlinge afstand tussen de palen 1,00 m (hart op hart); c. dikte minimaal 60 mm x 60 mm of een diameter van minimaal 80 mm. Leefbaar land, leefbaar water 40

41 Breedte* oppervlaktewater Maximale breedte steiger (haaks op de Maximale lengte steiger (parallel aan de watergang) watergang) < 3 m niet toegestaan niet toegestaan >= 3 m en < 10 m 1/10 van de breedte van het oppervlaktewater maximaal de helft van de lengte van het perceel met een maximum van 5 m >= 10 m < 20 m 1/10 van de breedte van het 5 m oppervlaktewater met een maximum van 1,50 m >= 20 m 1,50 m 5 m Artikel 7. Voorschriften voor vlonders 1. De vlonder moet worden gefundeerd op palen. Deze palen moeten minimaal aan de volgende eisen voldoen: a. verhouding lengte: 1/3 boven de grond en 2/3 onder de grond, gerekend vanaf laagst vigerende peil; b. onderlinge afstand tussen de palen: 0,60 meter (hart op hart); c. dikte minimaal 60 mm. x 60 mm. of een diameter van minimaal 80 mm. Artikel 8. Voorschriften voor nazorg en afwerking 1. Bij het uitvoeren van de werken moet van de maten van het oppervlaktewaterlichaam volgens de legger worden uitgegaan met dien verstande dat wanneer het oppervlaktewaterlichaam ruimere afmetingen heeft, van deze ruimere afmetingen moet worden uitgegaan. 2. De waterhuishouding mag tijdens de uitvoering van de werkzaamheden niet worden verstoord. Hiertoe moeten afdoende maatregelen getroffen worden. 3. Geen grond, bagger of vuil mag, als gevolg van de werkzaamheden, in het water geraken of achterblijven. Direct na gereedkomen van de werkzaamheden, moet ter plaatse het oppervlaktewaterlichaam worden opgeschoond. Overgangsbepalingen Artikel 9. Overgangsbepaling 1. Voor alle activiteiten en werkzaamheden die ten tijde van inwerkingtreding van deze algemene regel rechtmatig ingevolge de AGV 'Steigers en Vlonders' tot stand zijn gebracht, wordt geacht vrijstelling te zijn verleend ingevolge deze algemene regel. Leefbaar land, leefbaar water 41

42 Aandachtspunten A. Voordat de werkzaamheden worden gestart, moet de houder van de vrijstelling er zich van op de hoogte stellen of er kabels, leidingen, zinkers, duikers, (peilregulerende) kunstwerken of andere werken aanwezig zijn. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. C. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. D. Gelet op de Waterwet en de op dit gebied geldende jurisprudentie wordt het toepassen van verduurzaamde materialen, zoals gecreosoteerd of gewolmaniseerd hout, in of nabij oppervlaktewaterlichamen niet toegestaan. E. Bij het toepassen van bouwstoffen en grond in oppervlaktewaterlichamen kan op grond van het Besluit bodemkwaliteit toestemming nodig zijn van WSHD. Voordat de werkzaamheden worden gestart moet de kwaliteit van de toe te passen bouwstoffen worden gemeld. Steenachtige materialen zoals puin, glas en hout zijn geen bouwstoffen. F. Bij de uitvoering van de werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de bepalingen van de Flora- en Faunawet. Deze wet verbiedt het verstoren van bij de wet aangewezen planten en dieren. Voor zogenaamde ruimtelijke ingrepen kan ontheffing nodig zijn. Deze dient te worden aangevraagd bij bureau LASER (ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit). G. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD moet, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn plaatsen. Tenminste vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden moet de uitvoerder bij WSHD een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, verlichting en dergelijke) indienen. H. Het informeren over de aard en uitvoering van de werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. Leefbaar land, leefbaar water 42

43 3.4. Grondkerende constructies Algemeen De algemene regel grondkerende constructies heeft betrekking op het plaatsen, vernieuwen, wijzigen en hebben van grondkerende constructies binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones gelegen in het beheersgebied van WSHD. WSHD wil met deze algemene regel het plaatsen van grondkerende constructies in en nabij oppervlaktewaterlichamen eenvoudig reguleren. Grondkerende constructies zijn werken die een geringe inbreuk maken op de waterhuishouding van oppervlaktewaterlichamen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het plaatsen, vernieuwen, wijzigen en hebben van grondkerende constructies in en nabij oppervlaktewaterlichamen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen kunnen in het geval van het plaatsen, vernieuwen, wijzigen en hebben van grondkerende constructies in en nabij oppervlaktewaterlichamen, gelet op de geringe risico's die deze werken vormen voor de waterhuishouding van oppervlaktewaterlichamen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het plaatsen, vernieuwen, wijzigen en hebben van grondkerende constructies in en nabij oppervlaktewaterlichamen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1. In artikel 4.1.1, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. 2. Artikel 4.4.3, van de Keur geeft het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassingsgebied De algemene regel grondkerende constructies geldt voor alle oppervlaktewaterlichamen en de daarbij behorende beschermingszones die zijn opgenomen in de legger van WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 43

44 Algemene regels voor grondkerende constructies Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op: 1. het plaatsen, vernieuwen, wijzigen en hebben van grondkerende constructies binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones gelegen in het beheersgebied van WSHD met uitzondering van: - grondkerende constructies die worden aangebracht: - binnen een hoofdwatergang; - binnen een natuurvriendelijke oever; - ter plaatse van een rietkraag; - binnen het Binnenwater De Waal; - binnen enige begrenzing of (buiten)beschermingszone van een primaire waterkering. - grondkerende constructies met een totale lengte van meer dan 200 m. 2. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten. 3. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de begrenzing van regionale waterkeringen en (buiten)beschermingszones in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het plaatsen, vernieuwen, wijzigen of verwijderen van de grondkerende constructies; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. de locatie van de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente); e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; f. de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. een overzichtstekening van de locatie waar de werkzaamheden plaatsvinden met straatnaam, huisnummer, plaatsnaam en gemeente). Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. Leefbaar land, leefbaar water 44

45 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Algemene voorschriften Bij de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden dient te worden voldaan aan de voorschriften zoals opgenomen in deze algemene regel. Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. 4. De werkzaamheden als bedoeld in artikel 1 dienen binnen één jaar te worden uitgevoerd en afgerond. Artikel 5. Voorschriften grondkerende constructies 1. De grondkerende constructie moet zodanig worden geplaatst dat het natte profiel van het oppervlakewaterlichaam niet wordt verkleind (zie bijlage). 2. De grondkerende constructie moet vloeiend aansluiten op eventuele al bestaande grondkerende constructies. 3. De bovenkant van de grondkerende constructie mag niet hoger liggen dan 0,30 m boven het hoogst vigerende peil (zie bijlage 3). 4. De uitvoering en constructie van de in deze regeling genoemde werken moet van een zodanige aard zijn, dat de beschermingszone langs watergangen en/of wegen berijdbaar is en blijft voor onderhoudsmaterieel. 5. De constructie en uitvoering van de in deze regeling genoemde werken moet van een zodanige aard zijn, dat zij de waterhuishouding of wegbeheer op geen enkele wijze belemmeren. 6. De constructie moet door de houder van de vrijstelling in goede staat worden onderhouden en mag niet door- of overgroeid raken. Dit betekent in ieder geval dat verzakkingen, vervormingen of andere schade aan de constructie direct moet worden hersteld. 7. De grondkerende constructie mag geen onder-en achterloopsheid aan de waterkering veroorzaken of gaan veroorzaken. Leefbaar land, leefbaar water 45

46 Artikel 6. Voorschriften voor grondroeringen 1. Voordat bestaande werken worden vernieuwd, moeten zij geheel uit het oppervlaktewaterlichaam worden verwijderd. Als de nieuwe werken niet geheel of gedeeltelijk op dezelfde plaats worden gezet als de bestaande werken, moet het talud weer worden aangevuld en afgewerkt zoals het naastliggende profiel. 2. Losse materialen, grond, planken e.d. welke geen deel uitmaken van de werken, moeten worden verwijderd. 3. Direct na de voltooiing van de werkzaamheden in of nabij regionale waterkeringen dient het oppervlak geheel in overeenstemming met de omgeving worden afgewerkt en bekleed en moet direct worden voorzien van de oorspronkelijke steenbekleding/verharding of worden bezood of ingezaaid met een rassenlijstmengsel wat afgestemd is op het type waterkering. Dit moet laagsgewijs in lagen van 0,20 m en moet goed worden verdicht, waarbij eventueel ontstane lagen moeten worden aangevuld. Artikel 7. Voorschriften voor nazorg en afwerking 1. Bij het uitvoeren van de werken moet van de maten van de oppervlaktewaterlichamen volgens de legger worden uitgegaan met dien verstande dat wanneer het oppervlaktewaterlichaam ruimere afmetingen heeft, van deze ruimere afmetingen moet worden uitgegaan. 2. De waterhuishouding mag tijdens de uitvoering van de werkzaamheden niet worden verstoord. Hiertoe moeten afdoende maatregelen getroffen worden. 3. Geen grond, bagger of vuil mag, als gevolg van de werkzaamheden, in het water geraken of achterblijven. Direct na gereedkomen van de werkzaamheden, moet ter plaatse de watergang worden opgeschoond. Overgangsbepalingen Artikel 8. Overgangsbepaling 1. Voor alle activiteiten en werkzaamheden die ten tijde van inwerkingtreding van deze algemene regel rechtmatig ingevolge de algemene regel 'Beschoeiingen en betuiningen' tot stand zijn gebracht, wordt geacht vrijstelling te zijn verleend ingevolge deze algemene regel. Leefbaar land, leefbaar water 46

47 Aandachtspunten A. Voordat de werkzaamheden worden gestart, moet de houder van de vrijstelling er zich van op de hoogte stellen of er kabels, leidingen, zinkers, duikers, (peilregulerende) kunstwerken of andere werken aanwezig zijn. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. C. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. D. Gelet op de Waterwet en de op dit gebied geldende jurisprudentie wordt het toepassen van verduurzaamde materialen, zoals gecreosoteerd of gewolmaniseerd hout, in of nabij oppervlaktewaterlichamen niet toegestaan. E. Bij het toepassen van bouwstoffen en grond in oppervlaktewaterlichamen kan op grond van het Besluit bodemkwaliteit toestemming nodig zijn van WSHD. Voordat de werkzaamheden worden gestart moet de kwaliteit van de toe te passen bouwstoffen worden gemeld. Steenachtige materialen zoals puin, glas en hout zijn geen bouwstoffen. F. Bij grondkerende constructies wordt het toepassen van zogenaamde FUP's (Fauna Uittreed Plaats) aanbevolen. FUP's hebben als doel om watervogels en andere waterdieren toegang te verlenen tot de oever en weer terug naar de watergang. WSHD kan hierover meer informatie verstrekken. G. Bij de uitvoering van de werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de bepalingen van de Flora- en Faunawet. Deze wet verbiedt het verstoren van bij de wet aangewezen planten en dieren. Voor zogenaamde ruimtelijke ingrepen kan ontheffing nodig zijn. Deze dient te worden aangevraagd bij bureau LASER (ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit). H. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD moet, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn plaatsen. Tenminste vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden moet de uitvoerder bij WSHD een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, verlichting en dergelijke) indienen. I. Het informeren over de aard en uitvoering van de werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. Leefbaar land, leefbaar water 47

48 3.5. Bruggen Algemeen De algemene regel bruggen heeft betrekking op het aanleggen van bruggen over oppervlaktewaterlichamen gelegen in het beheersgebied van WSHD. WSHD wil met deze algemene regel het aanleggen van bruggen over oppervlaktewateren eenvoudig reguleren. Bruggen zijn werken die een geringe invloed hebben op de functie en het beheer van oppervlaktewaterlichamen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het aanleggen van bruggen over oppervlaktewaterlichamen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen kunnen in het geval van het aanleggen van bruggen over oppervlaktewaterlichamen, gelet op de geringe risico's die deze werken vormen voor de waterhuishouding van oppervlaktewaterlichamen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het aanleggen van bruggen over oppervlaktewaterlichamen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1. In artikel 4.1.1, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van waterstaatswerken en beschermingszones. 2. Artikel 4.4.3, van de Keur geeft het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassingsgebied De algemene regel bruggen geldt voor alle oppervlaktewaterlichamen en de daarbij behorende beschermingszones die zijn opgenomen in de legger van WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 48

49 Algemene regels voor bruggen Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op: 1. het aanleggen van bruggen over oppervlaktewaterlichamen in het beheersgebied van WSHD, met uitzondering van bruggen: a. die het oppervlaktewaterlichaam niet geheel vrij overspannen; b. die op het hoogst vigerende peil het oppervlaktewaterlichaam versmallen; c. die worden aangebracht binnen een afstand van 10 meter ten opzichte van andere kunstwerken; d. over de hier genoemde oppervlaktewaterlichamen: - het Brielse Meer; - het Voedingskanaal; - het Kanaal door Voorne (voor zover dat in open verbinding staat met het Voedingskanaal); - de Bernisse; - de Binnenbedijkte Maas; - de Strijense haven; - de Koedoodseplas; - de Gaatkensplas; - de Waal op het eiland IJsselmonde; e. die boven het oppervlaktewaterlichaam breder zijn of lager liggen dan de hieronder per categorie aangegeven breedtes: Categorie 1. Primaire watergangen breder dan of gelijk aan 3,5 m op de waterlijn en met tenminste 1,0 m waterdiepte op hoogst vigerend peil 2. Oppervlaktewaterlichamen breder dan 14 m op de waterlijn en met tenminste 1,0 m waterdiepte op hoogst vigerend peil 3. Primaire watergangen smaller dan 3,5 m op de waterlijn en met minder dan 1,0 m waterdiepte op hoogst vigerend peil 4. Alle buiten de categorieën 1, 2 en 3 vallende oppervlaktewaterlichamen Hoogte boven hoogst vigerend peil 1,1 m over tenminste 2,5 m breedte 1,1 m over tenminste 2,5 m breedte breedte boven het oppervlaktewaterlichaam 4 m 10 m 0,6 m 4 m 0,6 m 4 m 2. het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen in en nabij wateren in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten. Leefbaar land, leefbaar water 49

50 Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de werken en de werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier (te downloaden via internet of via post verkrijgbaar) en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het plaatsen, hebben en onderhouden van de brug; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. een overzichtstekening met de locatie en de breedte van de brug, voorzien van de naam van de weg, de plaatsnaam en de naam van de gemeente; e. een dwarsprofiel van de watergang met daarin de brug opgenomen, voorzien van maatvoering. Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Algemene voorschriften Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. Leefbaar land, leefbaar water 50

51 Artikel 5. Voorschriften ten aanzien van bruggen 1. De oevers, onder en over een lengte van twee meter ter weerszijden van de brug, moeten, door het plaatsen van een beschoeiing en taludbekleding, tegen uitspoeling en uitzakken worden beschermd. 2. De brug moet van een deugdelijke constructie zijn en zodanig zijn gefundeerd dat wordt voorkomen dat deze meer zakt dan de natuurlijke maaivelddaling. 3. Na het aanbrengen van de brug moeten de beschermingszone en de naast de brug gelegen delen van de watergang worden hersteld en worden afgewerkt zoals het naastliggende profiel. Aandachtspunten A. Een vrijstelling voor de uitvoering van activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de aannemer of diens uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. C. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD dient, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn te plaatsen. Tenminste vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden dient de uitvoerder bij WSHD een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, verlichting en dergelijke) in te dienen. D. Het informeren omtrent de aard en uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. Leefbaar land, leefbaar water 51

52 4. Algemene regels voor grondwater 4.1. Algemeen In hoofdstuk 4 van de Keur zijn verbodsbepalingen opgenomen voor het grondwaterbeheer- het onttrekken van grondwater en/of het infiltreren van water in de bodem- dat op grond van de Waterwet onder de bevoegdheid van WSHD valt. De bepalingen over grondwater zoals opgenomen in de Keur zijn gefundeerd op de Waterwet, het Waterbesluit en de provinciale waterverordening. Waarom verboden? Het onttrekken van grondwater en/of infiltreren van water in de bodem is in de keur verboden omdat dit een negatieve invloed kan hebben op de functies die aan de watersystemen of de onderdelen daarvan zijn toegekend en daarmee op het functioneren van het watersysteem. Doel van de regelgeving voor het grondwaterbeheer is om de kwantiteit en kwaliteit van het grondwater, de duurzaamheid van het grondwater en het evenwicht van het grondwatersysteem (de watersysteembelangen) zoveel mogelijk te garanderen. Vrijstelling Aangezien het onttrekken van grondwater en/of het infiltreren van water in de bodem op grond van maatschappelijke en/of economische belangen noodzakelijk kan zijn, geeft de Keur aan dat door het dagelijks bestuur vrijstelling kan worden verleend van de vergunningplicht, waarbij het onttrekken van grondwater en/of infiltreren van water in de bodem wordt toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Afweging De reikwijdte zoals geformuleerd in de Algemene regels voor grondwater waarborgt de kwantiteit en kwaliteit van het grondwater, de duurzaamheid van het grondwater en het evenwicht van het grondwatersysteem (de watersysteembelangen) en daarmee het functioneren van het watersysteem. Indien een activiteit past binnen de reikwijdte van de algemene regel, dan is de activiteit toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Past de activiteit niet binnen de reikwijdte van de algemene regel, dan is het volgen van een vergunningsprocedure noodzakelijk. Inhoud hoofdstuk 4 Hoofdstuk 4 bevat algemene regels voor het grondwaterbeheer dat op grond van de Waterwet onder de bevoegdheid van WSHD valt. Ten aanzien van het grondwaterbeheer zijn algemene regels opgesteld voor de volgende activiteiten: - het onttrekken van grondwater. Leefbaar land, leefbaar water 52

53 4.2 Het onttrekken van grondwater Algemeen WSHD wil met de algemene regel voor het onttrekken van grondwater kleine grondwateronttrekkingen die plaatsvinden in zijn beheersgebied en die op grond van de Waterwet onder zijn bevoegdheid vallen, eenvoudig reguleren. Kleine grondwateronttrekkingen hebben een geringe invloed op de kwantiteit en kwaliteit van het grondwater, de duurzaamheid van het grondwater en het evenwicht van het grondwatersysteem en vormen in die zin een laag/gering risico voor de watersysteembelangen. De algemene regel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het onttrekken van grondwater is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De watersysteembelangen kunnen in het geval van kleine grondwateronttrekkingen, gelet op de geringe risico's die deze handelingen vormen voor het grondwatersysteem, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken keurartikelen Voor het onttrekken van grondwater de volgende keurbepalingen van belang: 1. Op grond van artikel 4.3.2, van de Keur is het verboden zonder vergunning van het bestuur grondwater te onttrekken en water in de bodem te infiltreren. 2. In artikel 4.3.4, van de Keur zijn meld,- meet- en registratieplichten opgenomen voor degene die grondwater ontrekt aan of infiltreert in een grondwaterlichaam of water infiltreert in de bodem. 3. Artikel 4.4.3, van de Keur geeft het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Leefbaar land, leefbaar water 53

54 Algemene regels voor het onttrekken van grondwater Reikwijdte Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op grondwateronttrekkingen waarbij de onttrokken hoeveelheid minder dan m3 per jaar bedraagt en waarbij sprake is van: 1. Grondwateronttrekkingen buiten een milieubeschermingsgebied voor grondwater waarbij sprake is van een inrichting waarmee: a. ongeacht het doel van de onttrekking, niet meer dan 1 m3 grondwater per uur wordt onttrokken; b. voor een ander doel dan gietwatervoorzieningen in de glastuinbouw en ten behoeve van het polderprincipe méér dan 1 m3 grondwater per uur wordt onttrokken echter: - niet meer dan 10m3 grondwater per uur wordt onttrokken en - niet meer dan m3 grondwater per jaar wordt onttrokken. 2. Grondwateronttrekkingen waarbij sprake is van een inrichting voor noodvoorzieningen. 3. Grondwateronttrekkingen waarbij sprake is van: A. Inrichtingen die uitsluitend worden gebruikt voor het droog houden van een bouwput ten behoeve van bouwkundige of civieltechnische werken en waarvan de onttrekking plaatsvindt binnen een periode van zes maanden: a. in kwetsbare gebieden en milieubeschermingsgebieden voor grondwater waarbij gedurende die periode: 1. niet meer dan 60 m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 per maand wordt onttrokken, en 3. niet meer dan m3 in totaal wordt onttrokken; b. in andere dan de onder A, lid a, genoemde gebieden waarbij gedurende die periode: 1. niet meer dan 150 m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 per maand wordt onttrokken, en 3. niet meer dan m3 in totaal wordt onttrokken; B. Inrichtingen die uitsluitend bij wijze van proef grondwater onttrekken en waarvan de onttrekking plaatsvindt binnen een periode van een maand: a. in kwetsbare gebieden en milieubeschermingsgebieden voor grondwater waarbij gedurende die periode: 1. niet meer dan 60 m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 in totaal wordt onttrokken; b. in andere dan de onder B, lid a, genoemde gebieden waarbij gedurende die periode: 1. niet meer dan 150 m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 in totaal wordt onttrokken; C. Inrichtingen die uitsluitend worden gebruikt voor een bodemsanering, die kan bestaan uit grondsanering, grondwatersanering of een combinatie daarvan: Leefbaar land, leefbaar water 54

55 a. waarbij voor (de) grondsanering in kwetsbare gebieden en milieubeschermingsgebieden voor grondwater geldt dat deze plaatsvindt binnen een periode van zes maanden, waarbij gedurende die periode: 1. niet meer dan 60 m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 per maand wordt onttrokken, en 3. niet meer dan m3 in totaal wordt onttrokken; b. waarbij voor (de) grondsanering in de onder C, lid a, genoemde gebieden geldt dat deze plaatsvindt binnen een periode van zes maanden, waarbij gedurende die periode: 1. niet meer dan 150 m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 per maand wordt onttrokken, en 3. niet meer dan m in totaal wordt onttrokken; c. waarbij voor grondwatersanering geldt dat deze plaatsvindt binnen een periode van maximaal vier jaar, en waarbij gedurende die periode: 1. niet meer dan 15m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 per maand wordt onttrokken; Voor inrichtingen als bedoeld in C geldt dat deze onafhankelijk van elkaar dienen te worden beoordeeld aan de hand van de in C gestelde debieten en tijdsgrenzen; Indien hetzij de grondsanering, hetzij de grondwatersanering daaraan niet voldoet met als gevolg dat daarvoor een vergunning als bedoeld in artikel van de Keur is vereist, dan is voor de gehele bodemsanering een vergunning vereist. D. Inrichtingen die uitsluitend worden gebruikt voor beregening en niet langer dan een aaneengesloten periode van vijf maanden per jaar in gebruik zijn, waarmee gedurende die periode: 1. niet meer dan 60 m3 per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 in wordt onttrokken. 5. Een inrichting, niet genoemd in de voorgaande leden en niet zijnde een inrichting in een milieubeschermingsgebied voor grondwater en voor zover voor een ander doel dan koeling en het droog houden van kelders en ondergrondse ruimten en het polderprincipe wordt ontrokken, waarmee: 1. niet meer dan 10m3 grondwater per uur wordt onttrokken, en 2. niet meer dan m3 per jaar wordt onttrokken. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het onttrekken van het grondwater; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. de locatie van de inrichting en de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente); e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; Leefbaar land, leefbaar water 55

56 f. het doel, de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. een kadastraal uitreksel inclusief kadastrale kaarten van de locatie waar de inrichting is gelegen en de werkzaamheden plaatsvinden. h. een opgave van de pompcapaciteit en een raming van de maximale hoeveelheid te onttrekken grondwater in kubieke meters per uur, per etmaal, per maand en per jaar: ingeval van een tijdelijke onttrekking wordt bovendien de totale hoeveelheid aangegeven; i. de diepte waarop de onttrekking plaatsvindt ten opzichte van het maaiveld en het NAP; j. plattegrond(en) op zodanige schaal dat een duidelijk beeld wordt verkregen van de situatie van de bestaande en/of geprojecteerde inrichting waarop de melding betrekking heeft, met daarop tenminste aangegeven de plaats van de onttrekkings- en retourneringsputten, drains, peilbuizen, eventuele damwanden alsmede het te ontgraven gebied. Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. Algemene voorschriften Bij de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden dient te worden voldaan aan de voorschriften zoals opgenomen in deze algemene regel. Artikel 4. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij WSHD. 2. Aanwijzingen die door of namens WSHD bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van de watersysteembelangen, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. 3. Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van WSHD op het werk aanwezig zijn. 4. De onttrekker dient binnen zes weken na de beëindiging van de onttrekking de definitieve einddatum van de onttrekking schriftelijk aan WSHD te melden. 5. De werkzaamheden als bedoeld in artikel 1 dienen binnen één jaar te worden aangevangen. Leefbaar land, leefbaar water 56

57 Artikel 5. Voorschriften ten aanzien van metingen en registratie 1. De in artikel 4.3.4, eerste lid, van de Keur genoemde verplichtingen gelden niet voor inrichtingen, zoals genoemd in artikel 2, onder a. 2. De in artikel 4.3.4, eerste lid, onder b en c van de Keur genoemde verplichtingen gelden niet voor inrichtingen, zoals genoemd in artikel 2, onder b en artikel Bij twijfel of de grenzen genoemd in artikel 1, tweede lid worden overschreden, kan WSHD aan de opdrachtgever van de onttrekking de verplichting opleggen om blijvend of gedurende een door hen te bepalen periode, de hoeveelheid water die wordt onttrokken regelmatig te meten. Indien deze verplichting wordt opgelegd, dient de opdrachtgever van deze metingen op een vanwege WSHD aangegeven wijze aantekening te houden en draagt hij er zorg voor dat deze gegevens maandelijks aan WSHD worden toegezonden. 4. De opgepompte hoeveelheden grondwater dienen met een goed en betrouwbaar werkende watermeter te worden gemeten en geregistreerd. De meterstanden dienen tenminste te worden geregistreerd voor de aanvang van de onttrekking, aan het eind van ieder kwartaal en na beëindiging van de onttrekking. De bedoelde gegevens dienen telkenmale in de maand januari, of bij beëindiging van de onttrekking uiterlijk binnen vier weken na de onttrekking, aan Dijkgraaf en Heemraden te worden gezonden onder vermelding van het type, het nominaal meetvermogen en het registratienummer van de watermeter. 5. Een niet of niet goed of niet betrouwbaar werkende watermeter dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 48 uur, te worden vervangen. Bij vervanging van een watermeter dient zowel de meterstand als het type, het nominaal meetvermogen en registratienummer van de oude en nieuwe watermeter genoteerd te worden en dient dit schriftelijk of telefonisch, binnen een dag na plaatsing van de vervangende watermeter aan WSHD te worden gemeld. 6. De grondwaterstand en de stijghoogte van het grondwater in het watervoerende pakket waaruit wordt onttrokken, dienen te worden gemeten en geregistreerd en de desbetreffende gegevens dienen binnen zes weken na beëindiging van de onttrekking schriftelijk aan WSHD te worden gemeld. Artikel 6. Voorschriften ten aanzien van grondwateronttrekkingen 1. Indien ten gevolge van het onttrekken schade voor de bij het grondwaterbeheer betrokken belangen dreigt te ontstaan of is ontstaan, dient dit door of vanwege de opdrachtgever van de betreffende onttrekking onmiddellijk schriftelijk of telefonisch aan WSHD te worden gemeld. 2. De putten dienen na beëindiging van de inrichting te worden verwijderd en afgedicht. Afdichting van de tot de inrichting behorende put(ten) wordt, tenminste één maand van tevoren aan WSHD gemeld: de tot die inrichting behorende put(ten) met een diameter van vijf centimeter of meer, moet(en) - zoveel mogelijk in overeenstemming met de oorspronkelijke bodemopbouw - worden gedicht met schoon opvulmateriaal, welke afdichting binnen drie maanden na beëindiging van de inrichting geschiedt, tenzij anders wordt overeengekomen. Leefbaar land, leefbaar water 57

58 3. Indien een wijziging optreedt in de in artikel 2 genoemde gegevens, dient dit, tenminste twee weken voordat deze wijziging wordt doorgevoerd, schriftelijk ter goedkeuring aan WSHD te worden meegedeeld. Artikel 7. Voorschriften ten aanzien van infiltraties in de bodem 1. Indien water wordt geretourneerd, dient het te worden teruggevoerd in hetzelfde watervoerende pakket als waaruit het is onttrokken en dient het tenminste dezelfde kwaliteit te hebben als het grondwater waarnaar het wordt teruggevoerd: bij twijfel daaraan, dient daarnaar door of vanwege de onttrekker onderzoek te worden gedaan. Aandachtspunten A. Een vrijstelling voor de uitvoering van activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, ontslaat de aannemer of diens uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar. B. Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 1 van deze algemene regel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. C. De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij WSHD dient, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn te plaatsen. Tenminste vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden dient de uitvoerder bij WSHD een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, verlichting en dergelijke) in te dienen. D. Het informeren omtrent de aard en uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling. E. Indien ten gevolge van de onttrekking schade voor de bij het grondwaterbeheer betrokken belangen ontstaat of dreigt te ontstaan, is WSHD bevoegd de onttrekking te verbieden: een beschikking hiertoe wordt niet genomen dan nadat de onttrekker en eventuele belanghebbenden zijn gehoord, en wordt bij aangetekende brief aan de onttrekker en eventuele belanghebbenden medegedeeld; Leefbaar land, leefbaar water 58

59 5. Algemene regels voor wegen 5.1. Algemeen In hoofdstuk 5 van de Keur van waterschap Hollandse Delta zijn verschillende verbodsbepalingen met een vergunningplicht opgenomen met betrekking tot het bijzonder of oneigenlijk gebruik van wegen. De bepalingen over wegen zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van de Keur zijn gefundeerd op de Wegenwet en Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994). Waarom verboden? Uitgangspunt van de Wegenverkeerswetgeving is dat een weg alleen mag worden gebruikt door het verkeer waarvoor de weg bedoeld is. Om het verkeer waarvoor de weg bedoeld is goed en veilig gebruik te laten maken van de weg, moet de weg op grond van de WVW 1994 voldoen aan de eisen voor berijdbaarheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Bijzonder gebruik of oneigenlijk gebruik van een weg, door ander verkeer dan waarvoor de weg is bedoeld -zoals het gebruik van de weg voor evenementen, intensief verkeer (bijvoorbeeld bouwverkeer), of bijzondere transporten- is in de Keur verboden omdat dit een negatieve invloed kan hebben de instandhouding en bruikbaarheid van de weg en daarmee op de verkeersveiligheid van weggebruikers. Doel van de regelgeving voor het gebruik van wegen is om de veiligheid op de weg, de instandhouding van de weg, de bruikbaarheid van de weg, de vrijheid van het verkeer en de bescherming/verkeersveiligheid van de weggebruikers (de wegenbelangen) zoveel mogelijk te garanderen. Vrijstelling Aangezien bijzonder of oneigenlijk gebruik van wegen op grond van maatschappelijke en/of economische belangen noodzakelijk kan zijn, geeft de Keur aan dat door het dagelijks bestuur vrijstelling kan worden verleend van de vergunningplicht, waarbij bijzonder of oneigenlijk gebruik van wegen wordt toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Afweging De reikwijdte zoals geformuleerd in de Algemene regels voor wegen, waarborgt de veiligheid op de weg, de instandhouding van de weg, de bruikbaarheid van de weg, de vrijheid van het verkeer en de bescherming/verkeersveiligheid van de weggebruikers (de wegenbelangen). Indien een activiteit past binnen de reikwijdte van een algemene regel, dan is de activiteit toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Past de activiteit niet binnen de reikwijdte van de algemene regel, dan is het volgen van een vergunningsprocedure noodzakelijk. Inhoud hoofdstuk 4 De Algemene regels voor Wegen bevatten algemene regels voor het gebruik van alle wegen buiten de bebouwde kom, in beheer en gelegen in het beheersgebied van WSHD. Deze algemene regels hebben betrekking op de volgende soorten van gebruik van wegen: - Evenementen op wegen. Leefbaar land, leefbaar water 59

60 5.2. Evenementen op wegen Algemeen De algemene regel voor Evenementen op wegen heeft betrekking op het kortdurend gebruik van wegen (maximaal één dag) in verband met het houden van een evenement. WSHD wil met de algemene regel Evenementen op wegen het kortdurend gebruik van wegen in verband met het houden van een evenement eenvoudig reguleren. Er is in dit geval sprake van een activiteit die, gelet op de tijdelijkheid ervan, een geringe inbreuk maakt (een laag risico vormt) op de functie en het beheer van die weg. De algemene regel geeft duidelijk aan onder welke voorwaarden het kortdurend gebruik van wegen (het tijdelijk plaatsen van palen, borden, wegafzettingen enz.) in verband met het houden van een evenement is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. Belangenafweging De wegenbelangen kunnen in het geval van het kortdurend gebruik van een weg in verband met het houden van een evenement, gelet op de geringe inbreuk van de activiteit op de functie en het beheer van de weg, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een algemene regel. Betrokken Keurartikelen Voor het kortdurend gebruik van wegen in verband met het houden van een evenement is het noodzakelijk tijdelijk verwijsborden, palen, wegafzettingen e.d. te plaatsen op en langs de betreffende weg. 1. In artikel 5.4, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het gebruik van wegen in het beheer van Hollandse Delta. 2. Artikel 5.9, van de Keur geeft het bestuur van WSHD de mogelijkheid om algemene regels te geven welke een vrijstelling van de vergunningplicht kunnen inhouden. Toepassinggebied De algemene regel voor Evenementen op wegen is van toepassing op alle wegen in beheer van WSHD die zijn gelegen buiten de bebouwde kom en heeft betrekking op het kortdurend gebruik van wegen (maximaal één dag) in verband met het houden van een evenement. Leefbaar land, leefbaar water 60

61 Algemene regels voor evenementen op wegen Reikwijdte algemene regel Artikel 1. Toepassingsbereik Deze algemene regel is van toepassing op het gebruik van wegen die in beheer zijn van WSHD in verband met het houden van een evenement met uitzondering van: 1. het gebruik van wegen waarbij deze langer dan één dag worden beperkt voor het verkeer; 2. het gebruik van wegen waarbij de bereikbaarheid van achterliggende percelen, bedrijven en woningen niet kan worden gegarandeerd; 3. het gebruik van wegen waarbij de bereikbaarheid voor hulpdiensten niet kan worden gegarandeerd; 4. het gebruik van wegen voor wedstrijdachtige activiteiten met motorvoertuigen. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen 1. Voor het gebruik van een weg in beheer bij Hollandse Delta in verband met het houden van een evenement zoals bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, is de evenementhouder verplicht een schriftelijke melding in te dienen bij WSHD. 2. De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene (evenementhouder) die verantwoordelijk is voor het gebruik van de weg(en); b. de locatie van het evenement (naam weg, plaatsnaam, gemeente) en routebeschrijving; c. de aard en omvang van het evenement; d. de duur van het gebruik van de weg(en)/ datum van aanvang en afsluiting; e. een omschrijving van het gebruik van de weg(en). Artikel 3. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het gebruik van een weg in verband met het houden van een evenement dient minimaal drie weken vóór aanvang van het evenement bij WSHD te worden ingediend. 2. Op een schriftelijke melding wordt door WSHD gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de schriftelijke melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens. 3. WSHD laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding. 4. Indien de geplande datum of duur van het evenement wijzigt moet dit tenminste één week van te voren telefonisch worden gemeld bij WSHD. Leefbaar land, leefbaar water 61

62 Voorschriften Artikel 5. Algemene Voorschriften De evenementhouder moet zich bij de organisatie van het evenement houden aan de algemene voorschriften zoals opgenomen in deze algemene regel. 1. Er moeten door de evenementhouder afdoende maatregelen worden genomen om: - de veiligheid van de overige weggebruikers te garanderen; - de bereikbaarheid van achterliggende percelen, bedrijven en woningen te waarborgen; - de bereikbaarheid voor hulpdiensten te waarborgen; - schade aan de weg te voorkomen. Eventuele schade aan (fiets)paden of wegen als gevolg van het evenement moet zo snel mogelijk door en op kosten van de evenementhouder worden hersteld. 2. De evenementhouder is verplicht, indien dit voor de organisatie van het evenement noodzakelijk is, gedurende het evenement tijdelijk verwijsborden en markeringen te plaatsen, in verband met het omleiden van het verkeer. 3. De verwijsborden en markeringen moeten eenduidig en van deugdelijk materiaal zijn. 4. De verwijsborden dienen zo kort mogelijk voor aanvang van het evenement te worden geplaatst en dienen direct na afloop van het evenement te worden verwijderd. 5. Zwerfvuil en eventuele ander objecten dienen direct na afloop van het evenement te worden verwijderd. Aandachtspunten A. Een vrijstelling voor het gebruik van wegen in verband met het houden van een evenement, ontslaat de evenementhouder niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het organiseren van het evenement aan de gemeente waarin de betreffende weg is gelegen. B. Een vrijstelling voor het gebruik van wegen in verband met het houden van een evenement, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig. C. De evenementhouder is verantwoordelijk voor: - de aankondiging/publicatie van het evenement in een of meerdere lokale bladen; - het geven van inlichtingen over het evenement en eventuele omleidingen voor verkeer aan buurtbewoners en/of bedrijven in de omgeving. Leefbaar land, leefbaar water 62

63 6. Artikelsgewijze toelichting Reikwijdte algemene regel Artikel 1. Toepassingsbereik In dit artikel is de activiteit gedefinieerd waarvoor de regeling van toepassing is. Het artikel bepaalt aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om een vrijstelling te krijgen van de vergunningplicht zoals opgenomen in de Keur. Indien de hiervoor genoemde activiteit past binnen de reikwijdte van deze algemene regel dan is het mogelijk de melding volgens de meldingsprocedure in behandeling te nemen. Past de activiteit niet binnen de reikwijdte van deze algemene regel, dan is het volgen van een vergunningsprocedure noodzakelijk. Meldingsplicht Artikel 2. Eisen In het tweede lid van dit artikel zijn de eisen opgenomen waaraan een melding moet voldoen om in behandeling te worden genomen. De melding dient schriftelijk plaats te vinden conform een door het Dagelijks Bestuur van WSHD vastgesteld meldingformulier. Dit meldingformulier kan worden gedownload via internet of telefonisch worden opgevraagd bij WSHD. Artikel 3. Meldingsprocedure Dit artikel verwoordt de procedure die van toepassing is op de behandeling van de schriftelijke melding. Artikel 3, tweede lid, bepaald de termijn waarbinnen door WSHD na ontvangst van de schriftelijke melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens, dient te worden gereageerd. - Valt de melding binnen de reikwijdte van de algemene regel en voldoet de melding aan de vereisten zoals vermeld in artikel 2, tweede lid, dan verstrekt WSHD binnen drie weken na ontvangst van de melding, een schriftelijke akkoordverklaring aan de indiener van de melding. - Indien de melding niet voldoet aan de in artikel 2, tweede lid, opgenomen vereisten of de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding, zal door WSHD binnen drie weken na ontvangst van het meldingformulier een schriftelijk verzoek worden gedaan de melding aan te vullen met de benodigde gegevens binnen een termijn van twee weken. Voldoet de melder niet aan deze eis, dan wordt de melding op grond van artikel 3, derde lid, buiten behandeling gelaten. Hiervan wordt de melder door WSHD binnen vier weken nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, schriftelijk op de hoogte gesteld. - Indien een schriftelijke melding niet valt binnen de reikwijdte van de algemene regel, dient een vergunningsprocedure te worden gevolgd. In dit geval laat WSHD de melding op grond van artikel 3, derde lid, buiten behandeling en deelt de indiener van de melding binnen drie weken na ontvangst van de melding schriftelijk mee dat de melding niet voldoet aan de reikwijdte van deze algemene regeling en dat een vergunningsprocedure zal worden opgestart. Leefbaar land, leefbaar water 63

64 Voorschriften Artikel 4. Voorschriften De houder van de vrijstelling moet zich houden aan de algemene voorschriften (verplichtingen) zoals opgenomen in deze algemene regel. Voor de vrij gestelde activiteit gelden alleen de vanaf artikel 4 opgenomen voorschriften (afhankelijk van de aard en omvang van de activiteit). Leefbaar land, leefbaar water 64

65 Bijlagen Leefbaar land, leefbaar water 65

66 Bijlage 1. Huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen Leefbaar land, leefbaar water 66

67 Bijlage 2. Huisaansluitingen van leidingen in en nabij waterkeringen Leefbaar land, leefbaar water 67

68 Bijlage 3. Dwarsdoorsnede van een aan te brengen grondkerende constructie Leefbaar land, leefbaar water 68

69 Bijlage 4. Grondwateronttrekkingen Milieubeschermingsgebieden voor grondwater Leefbaar land, leefbaar water 69

70 Kwetsbare gebieden voor grondwater Leefbaar land, leefbaar water 70

Vrijstellingsregel voor huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen

Vrijstellingsregel voor huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen Vrijstellingsregel voor huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen -inzake de keur voor het waterschap Hollandse Delta- Vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden te Ridderkerk

Nadere informatie

Vrijstellingsregel voor kabels en/of leidingen in en nabij wateren en in wegen

Vrijstellingsregel voor kabels en/of leidingen in en nabij wateren en in wegen Vrijstellingsregel voor kabels en/of leidingen in en nabij wateren en in wegen -inzake de keur voor het waterschap Hollandse Delta- Vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden te Ridderkerk

Nadere informatie

MELDINGFORMULIER ALGEMENE REGEL VOOR HUISAANSLUITINGEN VAN LEIDINGEN IN EN NABIJ WATERKERINGEN

MELDINGFORMULIER ALGEMENE REGEL VOOR HUISAANSLUITINGEN VAN LEIDINGEN IN EN NABIJ WATERKERINGEN MELDINGFORMULIER ALGEMENE REGEL VOOR HUISAANSLUITINGEN VAN LEIDINGEN IN EN NABIJ WATERKERINGEN Met dit formulier kunt u een melding doen op basis van de algemene regel voor huisaansluitingen van leidingen

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570 Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017 Watervergunning Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt Datum 19 juni 2017 Zaaknummer 13121 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866 Watervergunning Voor het slopen van een woning en het afdekken van de fundering met grond bij een waterkering op de locatie bij Provincialeweg Oost 29 in Haastrecht Datum 17 oktober 2017 Zaaknummer 16866

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280 Watervergunning Voor het aanleggen van een steiger bij een primaire watergang en een regionale waterkering op de locatie Jacob Barneveldstraat 99 in Linschoten. Datum 14 september 2017 Zaaknummer 16280

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018 WATERVERGUNNING Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern Datum 28 maart 2018 Zaaknummer 24339 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s;

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s; ALGEMENE REGELS VOOR HET KRUISEN VAN WATERKERINGSVRIJE OPPERVLAKTEWATERLICHAMEN EN BIJBEHORENDE DUIKERS, ONDERHOUDSPADEN EN BESCHERMINGSZONES MET KABELS EN LEIDINGEN Het dagelijks bestuur van het waterschap

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 12 juli 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van gemeente Rotterdam.

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 8 december 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Van Omme &

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede

WATERVERGUNNING. Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede WATERVERGUNNING Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede Datum 28 november 2017 Zaaknummer 19098 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142 WATERVERGUNNING Voor het vervangen van een verkeersregelinstallatiekast (VRI kast) bij een watergang en een waterkering op de locatie Boerendijk ter hoogte van de brug in de Chrysantstraat in Woerden Datum

Nadere informatie

De aanvraag is namens de Provincie Drenthe ingediend door A. Hak Drillcon BV te Helmond.

De aanvraag is namens de Provincie Drenthe ingediend door A. Hak Drillcon BV te Helmond. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 27 augustus 2015 een aanvraag ontvangen van de Provincie Drenthe, Postbus 122, 9400 AC te

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Datum 6 november Zaaknummer 18585

WATERVERGUNNING. Datum 6 november Zaaknummer 18585 WATERVERGUNNING Voor het maken van een grondboring en het plaatsen van een peilbuis in een waterkering op de locatie Hoge Rijndijk 14 in Nieuwerbrug aan den Rijn Datum 6 november 2017 Zaaknummer 18585

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht WATERVERGUNNING Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht Datum 2 november 2018 Zaaknummer 33987 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3

Nadere informatie

De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op bijgevoegd document met kenmerk: i-4

De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op bijgevoegd document met kenmerk: i-4 Watervergunning Keur waterschap Vechtstromen Datum:4 februari 2019 Kenmerk: Z-1921353/u19066259 Het dagelijks bestuur heeft op 1 februari 2019 een aanvraag van de gemeente Almelo ontvangen voor een vergunning

Nadere informatie

Hollandse Delta U Waterschap Hollandse Delta T.a.v. de heer J.G. Slotboom Postbus DC RIDDERKERK. Geachte heer Slotboom,

Hollandse Delta U Waterschap Hollandse Delta T.a.v. de heer J.G. Slotboom Postbus DC RIDDERKERK. Geachte heer Slotboom, DATUM uw BRIEF VAN 28 februari 2013 UW KENMERK ONS KENMERK VG/U INGEKOMEN NR. 11301557 VERZONDEN 19 M 2313 ONDERWERP Water- en wegenvergunning CONTACTPERSOON K.Ĵ.P.H. Castricum DOORKIESNUMMER (088) - 97

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Aanvraag

1. Aanhef. 2. Aanvraag 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 20 oktober 2017 een aanvraag ontvangen van te Amersfoort, om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw)

Nadere informatie

De aanvraag is namens Enexis B.V. ingediend door Verkley BV te Drachten.

De aanvraag is namens Enexis B.V. ingediend door Verkley BV te Drachten. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 16 februari 2017 een aanvraag watervergunning ontvangen van Enexis B.V., Postbus 856, 5201

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584 Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154 Watervergunning Voor het aanpassen van de waterhuishouding t.b.v. de uitbreiding van de carpoolvoorziening op de locatie Streektransferium Linielanding te Nieuwegein Datum 15 mei 2017 Zaaknummer 11154

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten

Watervergunning. Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten Watervergunning Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten Datum 17 mei 2017 Zaaknummer 12440 Poldermolen 2 Postbus 550 3990

Nadere informatie

BESLUIT. De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op de bij de aanvraag ingediende tekening met kenmerk: SIO-64552, dd. 24 oktober 2018.

BESLUIT. De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op de bij de aanvraag ingediende tekening met kenmerk: SIO-64552, dd. 24 oktober 2018. Watervergunning Keur waterschap Vechtstromen Datum: 18 december 2018 Kenmerk: Z-1820093/u18063304 Het dagelijks bestuur heeft op 22 november 2018 een aanvraag van u ontvangen voor een vergunning voor het

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Aanvraag

1. Aanhef. 2. Aanvraag 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest heeft op 7 juni 2018 een aanvraag ontvangen van om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Voorbereidingscommissie d.d. 20 augustus 2013; vast te stellen de Algemene regels kwantiteit Keur waterschap Vechtstromen

gezien het voorstel van de Voorbereidingscommissie d.d. 20 augustus 2013; vast te stellen de Algemene regels kwantiteit Keur waterschap Vechtstromen Algemene regels kwantiteit, Keur waterschap Vechtstromen Kenmerk: WVS - 37 Het dagelijks bestuur van het waterschap Vechtstromen; gezien het voorstel van de Voorbereidingscommissie d.d. 20 augustus 2013;

Nadere informatie

De aanvraag is namens Enexis Netbeheer B.V. ingediend door BAM Infra Energie & Water Noord- Oost bv te Nieuwleusen.

De aanvraag is namens Enexis Netbeheer B.V. ingediend door BAM Infra Energie & Water Noord- Oost bv te Nieuwleusen. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 7 december 2018 een aanvraag watervergunning ontvangen van Enexis Netbeheer B.V., Postbus

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Beoordeling aanvraag. 3. Besluit WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR

1. Aanhef. 2. Beoordeling aanvraag. 3. Besluit WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 14 september 2018 een aanvraag watervergunning ontvangen van Waterbedrijf Groningen NV, Postbus

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 24 juni 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Stichting ALS

Nadere informatie

De aanvraag betreft de aanleg van een dam met duiker in hoofdwatergang Hoogemeedstertocht, nabij Hogeweg 1, 9801 TG te Zuidhorn.

De aanvraag betreft de aanleg van een dam met duiker in hoofdwatergang Hoogemeedstertocht, nabij Hogeweg 1, 9801 TG te Zuidhorn. 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 27 november 2018 een aanvraag ontvangen van om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten

Nadere informatie

Beleidsnota grondwater. Beleidsregels inzake de vergunningverlening op grond van de Keur voor waterschap Hollandse Delta. Vastgesteld, december 2009

Beleidsnota grondwater. Beleidsregels inzake de vergunningverlening op grond van de Keur voor waterschap Hollandse Delta. Vastgesteld, december 2009 Beleidsnota waterkeringen Beleidsnota grondwater Beleidsregels inzake de vergunningverlening op grond van de Keur voor waterschap Hollandse Delta Vastgesteld, december 2009 Leefbaar land, leefbaar water

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Aanvraag

1. Aanhef. 2. Aanvraag 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 25 juni 2018 een aanvraag ontvangen van te Nieuwegein, namens te Harderwijk, om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van

Nadere informatie

VERZONDEN 10 APR CONTACTPERSOON R. Vei"l"IOef

VERZONDEN 10 APR CONTACTPERSOON R. VeilIOef DATUM VERZONDEN 10 APR. 2013 CONTACTPERSOON R. Vei"l"IOef uw BRIEF VAN 18 februari 2013 UW KENMERK ONS KENMERK VG/U INGEKOMEN NR. ONDERWERP Watervergunning DOORKIESNUMMER 088-97 43 086 E-MAILADRES r.verhoef@wshd.nl

Nadere informatie

Wij adviseren u deze brief bij de vergunning te bewaren. Voorts verzoeken wij u bij correspondentie het nummer van de vergunning te vermelden.

Wij adviseren u deze brief bij de vergunning te bewaren. Voorts verzoeken wij u bij correspondentie het nummer van de vergunning te vermelden. DATUM VERZONDEN 16 AUG.20E ACT T RSOON PE KJ.P.H. castricum UWBRIEFVAN 8 JUİİ 2013 DOORKIESNUMMER (088) - 97 43745 uwkenmerk JEU/98177/126871 EMAILADRES k.castricum@wshd.nl ONSKENMERK VG/U BIJLAGEN vergunning

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Aanvraag

1. Aanhef. 2. Aanvraag 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 20 oktober 2017 een aanvraag ontvangen van, om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten

Nadere informatie

1. Aanhef. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Z/18/

1. Aanhef. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Z/18/ 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 24 september 2018 een aanvraag ontvangen van, om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten

Nadere informatie

Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s

Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 16 maart 2015 een aanvraag ontvangen van de Provincie Drenthe, Postbus 122 te ASSEN,

Nadere informatie

De aanvraag is namens Gasunie Grid Services B.V. ingediend door Antea Group Nederland te Heerenveen.

De aanvraag is namens Gasunie Grid Services B.V. ingediend door Antea Group Nederland te Heerenveen. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 27 februari 2017 een aanvraag watervergunning ontvangen van Gasunie Grid Services B.V., Postbus

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 18 mei 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Centaur Projecten

Nadere informatie

ADRES BIJLAGEN vergunning met nr. D

ADRES BIJLAGEN vergunning met nr. D DATUM VERZONDEN 0 5 JULI 2013 CONTACTPERSOON J.H.T. van der Helm UW BRIEF VAN 25jUnİ2013 DOORKIESNUMMER 088-9743381 UW KENMERK ONS KENMERK VG/U INGEKOMEN NR. 11304577 ONDERWERP Watervergunning E-MAILADRES

Nadere informatie

De aanvraag is namens Enexis ingediend door Verkley B.V. te Drachten.

De aanvraag is namens Enexis ingediend door Verkley B.V. te Drachten. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 24 april 2017 een aanvraag watervergunning ontvangen van Enexis, Postbus 856, 5201 AW te 'S-HERTOGENBOSCH.

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Aanvraag

1. Aanhef. 2. Aanvraag 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 2 augustus 2018 een aanvraag ontvangen van, om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten

Nadere informatie

Watervergunning Z43841/O82403

Watervergunning Z43841/O82403 Watervergunning Z43841/O82403 Aanvraag Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel heeft op 24 februari 2017 een aanvraag ontvangen van Ruimte voor Ruimte CV, Magistratenlaan 138, 5223MB te 's-hertogenbosch.

Nadere informatie

WATERVERGUNNING (RAAM)

WATERVERGUNNING (RAAM) WATERVERGUNNING (RAAM) Voor het leggen van een medium voerende buis ter hoogte van De Rede en Loodsboot in Houten Datum 5 juli 2018 Zaaknummer 27359 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3 HOOFDSTUK 2 VOORSCHRIFTEN...4

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 12 mei 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van de gemeente Pijnacker-Nootdorp

Nadere informatie

Melding In het kader van de algemene regels van de Keur van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2016 en/of de Wegenverordening

Melding In het kader van de algemene regels van de Keur van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2016 en/of de Wegenverordening Melding In het kader van de algemene regels van de Keur van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2016 en/of de Wegenverordening van Schieland en de Krimpenerwaard 2012 Introductie Inleiding

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het aanpassen van de waterhuishouding op de locatie Ruige Weide in Oudewater. Datum 27 maart 2018.

WATERVERGUNNING. Voor het aanpassen van de waterhuishouding op de locatie Ruige Weide in Oudewater. Datum 27 maart 2018. WATERVERGUNNING Voor het aanpassen van de waterhuishouding op de locatie Ruige Weide in Oudewater Datum 27 maart 2018 Zaaknummer 24042 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3 HOOFDSTUK 2 VOORSCHRIFTEN...4

Nadere informatie

De aanvraag is namens Waterbedrijf Groningen NV ingediend door HaskoningDHV Nederland BV te Amersfoort.

De aanvraag is namens Waterbedrijf Groningen NV ingediend door HaskoningDHV Nederland BV te Amersfoort. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 2 juni 2017 een aanvraag watervergunning ontvangen van Waterbedrijf Groningen NV, Postbus

Nadere informatie

De aanvraag is namens Waterbedrijf Groningen NV ingediend door HaskoningDHV Nederland BV te Rotterdam.

De aanvraag is namens Waterbedrijf Groningen NV ingediend door HaskoningDHV Nederland BV te Rotterdam. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 1 juli 2015 een aanvraag ontvangen van Waterbedrijf Groningen NV, Postbus 24, 9700 AA te GRONINGEN

Nadere informatie

Stedin Netten BV. Watervergunning

Stedin Netten BV. Watervergunning Stedin Netten BV Datum 21 augustus 2018 Kenmerk DMS2018-0034152 Zaaknummer WN2018-005898 Watervergunning voor het leggen van vijf lagedrukgasleidingen en het verwijderen van zeven lagedrukgasleidingen

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 8 september 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van BAM Infra

Nadere informatie

De aanvraag is namens Enexis ingediend door Van Vulpen B.V. te Gorinchem.

De aanvraag is namens Enexis ingediend door Van Vulpen B.V. te Gorinchem. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 20 februari 2017 een aanvraag watervergunning ontvangen van Enexis, Postbus 856, 5201 AW te

Nadere informatie

Watervergunning. Voor de sloop van een gedeelte van een woonhuis in een zomerdijk aan de Aalswaard 1 in Wijk bij Duurstede. Datum 23 juni 2017

Watervergunning. Voor de sloop van een gedeelte van een woonhuis in een zomerdijk aan de Aalswaard 1 in Wijk bij Duurstede. Datum 23 juni 2017 Watervergunning Voor de sloop van een gedeelte van een woonhuis in een zomerdijk aan de Aalswaard 1 in Wijk bij Duurstede Datum 23 juni 2017 Zaaknummer 12183 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T

Nadere informatie

De aanvraag is namens Waterbedrijf Groningen NV ingediend door Royal HaskoningDHV BV te Groningen.

De aanvraag is namens Waterbedrijf Groningen NV ingediend door Royal HaskoningDHV BV te Groningen. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 13 september 2018 een aanvraag watervergunning ontvangen van Waterbedrijf Groningen NV, Postbus

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 5 mei 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Westland Infra

Nadere informatie

WATERVERGUNNING (RAAM)

WATERVERGUNNING (RAAM) WATERVERGUNNING (RAAM) Voor het aanleggen van glasvezel bij watergangen op de locatie nabij Burgemeester Middelweerdbaan 1 in De Meern Datum 30 augustus 2018 Zaaknummer 31735 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1

Nadere informatie

Gemeente Amstelveen. Watervergunning

Gemeente Amstelveen. Watervergunning Gemeente Amstelveen Datum 6 september 2018 Kenmerk DMS2018-0034646 Zaaknummer WN2018-005680 Watervergunning voor het graven van een sleuf voor reparatie van de vrijvervalriolering op de locatie Herenweg

Nadere informatie

De vergunningaanvraag is bij waterschap Noorderzijlvest geregistreerd onder het nummer Z/18/

De vergunningaanvraag is bij waterschap Noorderzijlvest geregistreerd onder het nummer Z/18/ 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 18 juli 2018 een aanvraag ontvangen van de heer, om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het

Nadere informatie

De vergunning betreft het onttrekken van grondwater en het omkokeren van hoogspanningskabels door mantelbuizen

De vergunning betreft het onttrekken van grondwater en het omkokeren van hoogspanningskabels door mantelbuizen A. Hak Electron BV Theemsweg in Amsterdam Datum 8 juni 2017 Casecode W-17.01329 Kenmerk 17.089396 Watervergunning De vergunning betreft het onttrekken van grondwater en het omkokeren van hoogspanningskabels

Nadere informatie

GāĩìS DOORKIESNUMMER 088 97 43 144. j.degans@wshd.nl E-MAILADRES. BIJLAGEN besluit met nr. D0021836

GāĩìS DOORKIESNUMMER 088 97 43 144. j.degans@wshd.nl E-MAILADRES. BIJLAGEN besluit met nr. D0021836 DATUM VERZONDEN 1 8 MAART 2013 uw BRIEF VAN 6 februari 2013 UW KENMERK ONS KENMERK JEU/91313/117071 VG/U INGEKOMEN NR. 11301009 ONDERWERP Wijziging vergunning D0019266 CONTACTPERSOON J.A. Ġë GāĩìS DOORKIESNUMMER

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland Datum 27 december 2017 Kenmerk DMS2017-0025825 Zaaknummer WN2017-004560 Watervergunning voor het met een boogzinker leggen van een kabel ter hoogte van Veendijk 3 in Loosdrecht.

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Nummer vergunning: Z Datum vergunning: 28 augustus 2015

WATERVERGUNNING. Nummer vergunning: Z Datum vergunning: 28 augustus 2015 WATERVERGUNNING Het maken, hebben en behouden van een tijdelijk tuinhuis in de beschermingszone van de waterkering in het dijkvak Arcen in de gemeente Venlo. Nummer vergunning: Z2015-1920 Datum vergunning:

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 8 april 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Civil Support

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een glasvezelnetwerk bij watergangen in het buitengebied van de Kromme Rijnstreek. Datum 22 augustus 2018

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een glasvezelnetwerk bij watergangen in het buitengebied van de Kromme Rijnstreek. Datum 22 augustus 2018 WATERVERGUNNING Voor het aanleggen van een glasvezelnetwerk bij watergangen in het buitengebied van de Kromme Rijnstreek Datum 22 augustus 2018 Zaaknummer 30405 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D2016-02-002177/ 2016-001481

WATERVERGUNNING D2016-02-002177/ 2016-001481 WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 28 januari 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van BAM Infratechniek

Nadere informatie

De aanvraag is namens SPIE Meppel B.V. ingediend door Antea Group Nederland te Heerenveen.

De aanvraag is namens SPIE Meppel B.V. ingediend door Antea Group Nederland te Heerenveen. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 28 maart 2018 een aanvraag watervergunning ontvangen van SPIE Meppel B.V., Pieter Mastebroekweg

Nadere informatie

beschikkende op het desbetreffende verzoek van 23 maart 2017, ingekomen op 30 maart 2017 en geregistreerd onder zaaknummer WBD

beschikkende op het desbetreffende verzoek van 23 maart 2017, ingekomen op 30 maart 2017 en geregistreerd onder zaaknummer WBD Nummer: 17UTP00913 Het hoofd afdeling vergunningen, daartoe bevoegd krachtens het besluit Primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap Brabantse Delta en 'Besluit ondermandatering door de secretaris-directeur

Nadere informatie

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009 Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009 Algemeen Wetgeving en beleid De Keur is gebaseerd op de Waterschapswet, de Waterwet, het Waterbesluit, het Waterbeheerplan en de Provinciale Waterverordening.

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 30 september 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Bode Project-

Nadere informatie

Vergunninghouder Stedin Operations B.V.

Vergunninghouder Stedin Operations B.V. Vergunninghouder Stedin Operations B.V. Datum 2 mei 2018 Kenmerk DMS2018-0018111 Zaaknummer WN2018-002396 Watervergunning voor het leggen van vier laagspanningskabels en het plaatsen van een laagspanning

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Aanvraag

1. Aanhef. 2. Aanvraag 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 8 oktober 2014 een aanvraag ontvangen van Enexis B.V. te s-hertogenbosch om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 25 april 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Planburo Infra

Nadere informatie

Alleen bestemd voor tekst op internet bij Watervergunning die ter inzage wordt gelegd, dit wordt niet meegezonden. Bekendmaking

Alleen bestemd voor tekst op internet bij Watervergunning die ter inzage wordt gelegd, dit wordt niet meegezonden. Bekendmaking HAS2018_Z11193 Gemeente Veendam Alleen bestemd voor tekst op internet bij Watervergunning die ter inzage wordt gelegd, dit wordt niet meegezonden. Bekendmaking Postbus 20004 te VEENDAM Watervergunning

Nadere informatie

Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s

Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 17 mei 2016 een aanvraag ontvangen van Enexis, Postbus 856 te 'S-HERTOGENBOSCH, om

Nadere informatie

1. Aanvraag. 2. Wet- Regelgeving en Beleid

1. Aanvraag. 2. Wet- Regelgeving en Beleid 1. Aanvraag Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 7 juni 2019 van namens een aanvraag ontvangen om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum WATERVERGUNNING Voor het graven en dempen van oppervlaktewater en het aanleggen en verwijderen van een verbindingsduiker op de locatie Papekopperstraatweg 28a in Papekop Zaaknummer 40721 Datum INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Vergunninghouder Haut Ontwikkeling BV namens Haut CV

Vergunninghouder Haut Ontwikkeling BV namens Haut CV Vergunninghouder Haut Ontwikkeling BV namens Haut CV Datum 4 mei 2018 Kenmerk DMS2018-0019813 Zaaknummer WN2018-002604 Watervergunning voor het bouwen van een woontoren op de locatie Korte Ouderkerkerdijk

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een tuin en terras bij een waterkering op de locatie Hof van Voorvliet 37 in Linschoten. Datum 20 juli 2018

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een tuin en terras bij een waterkering op de locatie Hof van Voorvliet 37 in Linschoten. Datum 20 juli 2018 WATERVERGUNNING Voor het aanleggen van een tuin en terras bij een waterkering op de locatie Hof van Voorvliet 37 in Linschoten Datum 20 juli 2018 Zaaknummer 29592 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 12 februari 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Evides Waterbedrijf

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het plaatsen van een tijdelijke pontonbrug op de locatie in de Vaartsche Rijn ten zuiden van de Oranjebrug in Nieuwegein

WATERVERGUNNING. Voor het plaatsen van een tijdelijke pontonbrug op de locatie in de Vaartsche Rijn ten zuiden van de Oranjebrug in Nieuwegein WATERVERGUNNING Voor het plaatsen van een tijdelijke pontonbrug op de locatie in de Vaartsche Rijn ten zuiden van de Oranjebrug in Nieuwegein Datum 11 februari 2019 Zaaknummer 37863 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene- en bijzondere voorschriften wordt voldaan.

Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene- en bijzondere voorschriften wordt voldaan. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 4 september 2017 een aanvraag watervergunning ontvangen van Enexis, Postbus 856, 5201 AW te

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het dempen en graven van een watergang en het verleggen van duikers op de locatie nabij Provincialeweg Oost 39 in Haastrecht

WATERVERGUNNING. Voor het dempen en graven van een watergang en het verleggen van duikers op de locatie nabij Provincialeweg Oost 39 in Haastrecht WATERVERGUNNING Voor het dempen en graven van een watergang en het verleggen van duikers op de locatie nabij Provincialeweg Oost 39 in Haastrecht Datum 7 december 2018 Zaaknummer 34339 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Watervergunning. voor het leggen van een waterleiding onder een waterkering en een hoofdwatergang, op de locatie Oostkade 8 te Hekendorp

Watervergunning. voor het leggen van een waterleiding onder een waterkering en een hoofdwatergang, op de locatie Oostkade 8 te Hekendorp Watervergunning voor het leggen van een waterleiding onder een waterkering en een hoofdwatergang, op de locatie Oostkade 8 te Hekendorp Datum 1 september 2017 Zaaknummer 15223 Poldermolen 2 Postbus 550

Nadere informatie

Alleen bestemd voor tekst op internet bij watervergunning die ter inzage wordt gelegd; dit wordt niet meegezonden. Bekendmaking

Alleen bestemd voor tekst op internet bij watervergunning die ter inzage wordt gelegd; dit wordt niet meegezonden. Bekendmaking HAS2018_Z11220 Enexis Alleen bestemd voor tekst op internet bij watervergunning die ter inzage wordt gelegd; dit wordt niet meegezonden. Bekendmaking Magistratenlaan 116 te 'S-HERTOGENBOSCH Watervergunning

Nadere informatie

vergunninghouder Wijziging Watervergunning Stammerdijk 41 in Diemen realiseren van een uitbouw 31 augustus 2015 W

vergunninghouder Wijziging Watervergunning Stammerdijk 41 in Diemen realiseren van een uitbouw 31 augustus 2015 W vergunninghouder Stammerdijk 41 in Diemen Datum 31 augustus 2015 Casecode W-15.02322 Kenmerk 15.102675 Wijziging Watervergunning realiseren van een uitbouw Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie

De aanvraag is namens KPN B.V. ingediend door Volker Wessels Telecom Infratechniek BV te Zwolle.

De aanvraag is namens KPN B.V. ingediend door Volker Wessels Telecom Infratechniek BV te Zwolle. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 19 november 2013 een aanvraag ontvangen van KPN B.V., Stationsstraat 115, kamer C3.021, 3811

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 21 januari 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Grontmij Nederland

Nadere informatie

O1. Algemene gegevens

O1. Algemene gegevens Meldingsformulier Waterwet Inleiding Met dit formulier doet u een melding op basis van de Algemene Regels bij de Keur Waterschap Groot Salland. Belangrijk! Raadpleeg altijd eerst de website van het waterschap,

Nadere informatie

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam Datum 17 april 2018 Kenmerk DMS2018-0011879 Zaaknummer WN2018-000943 Watervergunning voor het aanbrengen van 2.550 m 2 verhard oppervlak op het voormalige voetbalveld

Nadere informatie

beschikkende op het desbetreffende verzoek van 8 februari 2019, ingekomen op 8 februari 2019 en geregistreerd onder zaaknummer WBD

beschikkende op het desbetreffende verzoek van 8 februari 2019, ingekomen op 8 februari 2019 en geregistreerd onder zaaknummer WBD Nummer: 19UTP00691 Het hoofd afdeling vergunningen, daartoe bevoegd krachtens het besluit Primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap Brabantse Delta en 'Besluit ondermandatering door de secretaris-directeur

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het plaatsen van een fietsenstalling, wegwijzerborden en welkomstborden bij de waterkering nabij de Lekdijk 58 in Schalkwijk

WATERVERGUNNING. Voor het plaatsen van een fietsenstalling, wegwijzerborden en welkomstborden bij de waterkering nabij de Lekdijk 58 in Schalkwijk WATERVERGUNNING Voor het plaatsen van een fietsenstalling, wegwijzerborden en welkomstborden bij de waterkering nabij de Lekdijk 58 in Schalkwijk Datum 18 april 2018 Zaaknummer 25007 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5 Artikel 1 Begripsbepalingen a. Steiger: constructie, die over een oppervlaktewaterlichaam is geplaatst en is verankerd in het achterliggende perceel. b. Natuurvriendelijke

Nadere informatie

Algemene regel 11 Keur

Algemene regel 11 Keur Algemene regel 11 Keur Het plaatsen en hebben van een onttrekkings- of uitstroomvoorziening Met deze algemene regel hoeft geen watervergunning meer te worden aangevraagd voor bepaalde activiteiten of werken

Nadere informatie

De vergunning te verlenen voor onbepaalde tijd voor het hebben en onderhouden van de werken genoemd onder besluit I.

De vergunning te verlenen voor onbepaalde tijd voor het hebben en onderhouden van de werken genoemd onder besluit I. Ontwerp Watervergunning D0031753 DEEL I Aanhef Dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta hebben op 3 december 2015 van Klein-Piershil B.V. een aanvraag ontvangen. De aanvraag betreft het uitvoeren

Nadere informatie

De aanvraag is namens xxxx ingediend door Combinatie Hoogwatermaatregelen te Grijpskerk.

De aanvraag is namens xxxx ingediend door Combinatie Hoogwatermaatregelen te Grijpskerk. WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 16 maart 2016 een aanvraag ontvangen van xxxx, Rijksweg West 18, 9608 PC te WESTERBROEK om

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 16 december 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Tauw B.V.

Nadere informatie