STATISTISCHE STUDIES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STATISTISCHE STUDIES"

Transcriptie

1 STATISTISCHE STUDIES April 2005

2 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN WERKNEMERS a. De beginleeftijd van de loopbaan b. Het loopbaantype (voltijdse of deeltijdse tewerkstelling) c. De activiteitsgraad d. Einde loopbaanproblematiek 1. De feitelijke pensioenleeftijd 2. Het loopbaanprofiel vanaf 50 jaar 3. Het statuut op het einde van de loopbaan 4. Gepensioneerden die nog actief zijn in het laatste loopbaanjaar II. DE TOEKENNING EN BETALING VAN PENSIOENEN AAN WERKNEMERS EN ZELFSTANDIGEN a. Het pensioneringsgedrag van zelfstandigen b. Het pensioeninkomen per loopbaanjaar 1. Werknemers 2. Zelfstandigen c. De toekenning van het gewaarborgd minimumpensioen d. De vergelijking tussen de gewaarborgde minima en de gemiddelde en maximale pensioenen III. EVOLUTIE VAN DE PENSIOENUITGAVEN EN HET MEERJARENPLAN ( ) a. Evolutie en vooruitzichten van het aantal gerechtigden b. Evolutie en vooruitzichten van de gemiddelde pensioenuitkeringen c. Evolutie en vooruitzichten van de totale pensioenuitgaven d. De solidariteitsinhoudingen

3 I De loopbaan van werknemers Inleiding In de individuele pensioenrekening (bijgehouden door Cimire) worden de aangiften van arbeidsprestaties en periodes van gelijkstelling die recht geven op een werknemerspensioen, samengebracht en gekoppeld aan identiteitsgegevens. De gebruikte identiteitsgegevens worden betrokken uit het Rijksregister of uit het BIS-register, bijgehouden door de Kruispuntbank. De loopbaangegevens (arbeidsdagen, gelijkgestelde dagen en lonen) worden medegedeeld door de instellingen belast met de inning van de bijdragen (RSZ, RSZPPO, HVKZ en RIZIV mijnwerkers). Voor de arbeiders worden de dagen jaarlijkse vakantie opgegeven door de werkgever en als gelijkgestelde dagen ingeschreven. Voor de werknemers die niet onderworpen zijn aan één van de bovengenoemde stelsels van de sociale zekerheid worden de gegevens voor gelijkgestelde dagen ontvangen van volgende instellingen: RIZIV, RVA, Pool zeelieden, FAO en FBZ. Wanneer er geen pensioenbijdragen aan de RSZ moeten betaald worden (bijv. studentenarbeid tijdens de vakantieperiodes), worden de prestaties ook niet op de individuele pensioenrekening ingeschreven.

4 a. De beginleeftijd van de loopbaan werknemer Bron van de gegevens Deze studie is gebaseerd op een steekproef (10%) van de individuele pensioenrekening (cimire), die voor de beschouwde leeftijdsgroepen personen bevat. Voor elk van deze personen zijn de loopbaangegevens beschikbaar tot 31 december We merken tevens op dat deze steekproef niet exact de populatie weergeeft die de pensioenleeftijd zal bereiken, vermits er geen rekening kan gehouden worden met het overlijden. Methodologie Voor elk persoon van 50 tot 60 jaar oud op 1 januari 2005, hebben we het jaar in aanmerking genomen waarin de eerste inschrijving op de individuele rekening voorkomt, wat ook de aard van deze inschrijving is (militaire dienst, bediende, arbeider, werkloos, ). Merken we eveneens op dat deze eerste inschrijving niet noodzakelijk een jaar zal zijn dat in aanmerking zal genomen worden voor de berekening van het pensioen ( overschrijding van de eenheid van loopbaan, niet gelijkgestelde militaire dienst ). De volgende tabellen hernemen, per geboortejaar, het aantal personen dat, in het kader van de steekproef, een eerste inschrijving op de individuele rekening heeft voor een gegeven leeftijd. Resultaten

5 Mannen Percentage mannen per geboortejaar De tabel hierna geeft dezelfde resultaten weer in termen van percentage per geboortejaar Leeftijd bij het begin van de loopbaan Geboortejaar Leeftijd op /14 j 15/16 j 17/18 j 19/20 j 21/22 j 23 j of meer jaar 8,38% 18,24% 22,70% 16,14% 9,99% 24,55% jaar 9,02% 18,69% 23,51% 15,17% 9,02% 24,58% jaar 9,50% 19,22% 23,20% 16,11% 8,40% 23,58% jaar 9,98% 18,76% 21,68% 14,31% 12,28% 23,00% jaar 9,45% 18,80% 21,57% 14,34% 13,45% 22,40% jaar 9,84% 17,16% 21,52% 17,70% 11,97% 21,80% jaar 9,26% 16,72% 22,48% 18,98% 11,22% 21,34% jaar 6,92% 15,56% 27,34% 18,47% 11,72% 20,00% jaar 5,97% 16,32% 29,46% 16,23% 13,61% 18,41% jaar 4,84% 20,42% 27,19% 17,72% 12,04% 17,78% jaar 4,71% 21,91% 24,21% 19,00% 11,66% 18,51% Gemiddelde leeftijd bij de eerste inschrijving Als men belang stelt in de gemiddelde leeftijd bij de eerste inschrijving op de individuele rekening, voor de leeftijden 14 tot 22 jaar, bekomt men de volgende resultaten : Geboortejaar Leeftijd op Gemiddelde leeftijd bij de eerste inschrijving jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17,81 Men bemerkt een vrij goede correlatie (0,86841) en een gemiddelde toename van 0,043 jaar per geboortejaar.

6 Vrouwen Percentage vrouwen per geboortejaar De tabel hierna geeft dezelfde resultaten weer in termen van percentage per geboortejaar Leeftijd bij het begin van de loopbaan Geboortejaar Leeftijd op /14 j 15/16 j 17/18 j 19/20 j 21/22 j 23 j of meer jaar 10,41% 22,35% 22,44% 13,97% 10,11% 20,73% jaar 10,31% 22,67% 22,63% 14,54% 8,84% 21,01% jaar 9,58% 21,60% 23,48% 14,50% 9,69% 21,14% jaar 10,23% 20,46% 22,37% 14,36% 14,32% 18,26% jaar 8,91% 20,71% 22,13% 13,92% 16,75% 17,58% jaar 9,07% 19,25% 19,86% 20,82% 13,67% 17,34% jaar 8,00% 17,63% 21,61% 22,77% 13,56% 16,42% jaar 6,58% 16,26% 26,90% 21,82% 13,04% 15,41% jaar 6,20% 16,12% 28,12% 19,60% 14,89% 15,07% jaar 3,98% 19,11% 26,69% 20,95% 14,63% 14,63% jaar 4,64% 20,00% 25,42% 21,32% 13,35% 15,26% Gemiddelde leeftijd bij de eerste inschrijving Als men belang stelt in de gemiddelde leeftijd bij de eerste inschrijving op de individuele rekening, voor de leeftijden 14 tot 22 jaar, bekomt men de volgende resultaten : Geboortejaar Leeftijd op Gemiddelde leeftijd bij de eerste inschrijving jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 17, jaar 18, jaar 18, jaar 17,99 Men bemerkt een goede correlatie (0,94649) en een gemiddelde toename van 0,085 jaar, per geboortejaar.

7 b. Het loopbaantype (voltijdse of deeltijdse tewerkstelling) Inleiding - methodologie Om het fenomeen van de deeltijdse arbeid zo volledig mogelijk te behandelen, hebben we zowel de gegevens afkomstig van het N.I.S. als de volgende eigen resultaten uit de analyse van de individuele pensioenrekening bekeken: De loopbaangegevens geïnterpreteerd in de zin van de pensioenwetgeving; De loopbaangegevens voor de drie meest voorkomende loopbaancodes (code arbeider, code bediende, code 178 deeltijdse tewerkstelling) voor het geheel van de loopbaan van personen die thans tussen 50 en 60 jaar zijn ; De loopbaangegevens voor de drie meest voorkomende loopbaancodes (code arbeider, code bediende, code 178 deeltijdse tewerkstelling) voor de leeftijden van 50 en 55 jaar. Bron van de gegevens - N.I.S. : Enquête over de werkkrachten Loopbaangegevens van 10% van de werknemers ingeschreven op de individuele pensioenrekening afgesloten op

8 Statistische studies 1. Gegevens van het N.I.S. Het N.I.S. geeft voor de actieve personen een verhouding voltijdse / deeltijdse tewerkstelling van : Betrekking als werknemer: voltijdse / deeltijdse tewerkstelling per leeftijdsgroep(%) Mannen Vrouwen Leeftijdsgroep Voltijds Deeltijds Voltijds Deeltijds Iedereen 95% 5% 62% 38% 60 tot 64 jaar 88% 12% 52% 48% 55 tot 59 jaar 93% 7% 54% 46% 50 tot 54 jaar 94% 6% 55% 45% 45 tot 49 jaar 97% 3% 57% 43% 40 tot 44 jaar 96% 4% 56% 44% 35 tot 39 jaar 96% 4% 55% 45% 30 tot 34 jaar 96% 4% 63% 37% 25 tot 29 jaar 96% 4% 75% 25% 20 tot 24 jaar 92% 8% 77% 23% 15 tot 19 jaar 75% 25% 53% 47% Dit illustreert het goed gekende totaalbeeld van een hoofdzakelijk vrouwelijk fenomeen van deeltijdse tewerkstelling en een toename van de deeltijdse tewerkstelling na 50 jaar bij de mannen en tussen 25 en 39 jaar bij de vrouwen. Deze zelfde enquête geeft de volgende redenen voor deeltijdse tewerkstelling: Mannen: Vinden geen voltijdse tewerkstelling - 31%; Overige motieven van persoonlijke aard - 16%; Andere reden - 16%; Wensen geen voltijdse tewerkstelling - 9%; Combineren opleiding en deeltijdse tewerkstelling - 9%; Overige (andere deeltijds betrekking, gezondheid, kinderen, gepensioneerd) - 19%. Vrouwen: Om zich met de opvang van de kinderen bezig te houden - 30%; Overige motieven van persoonlijke aard - 26%; Vinden geen voltijdse tewerkstelling - 20%; Andere reden - 10%; Wensen geen voltijdse tewerkstelling - 10%; Overige (gezondheid, opleiding, andere deeltijds betrekking) - 4%. Dit illustreert de uiteenlopende redenen in functie van de geslachten en het feit dat het belangrijk is voor de geest te houden dat de deeltijdse tewerkstelling niet steeds vrijwillig is (althans voor 31% van de mannen en 20 % van de vrouwen). 8

9 2. Loopbaangegevens uit de individuele pensioenrekening Deze gegevens hebben betrekking op het geheel van de loopbaan met inbegrip van de personen die geheel of gedeeltelijk, een werkloosheids-, een invaliditeit - of andere uitkering zouden genoten hebben die recht geeft op gelijkstelling (= gelijkschakeling met activiteit). De gegevens werden verdeeld in functie van het aantal dagen geregistreerd op de individuele rekening voor de verschillende personen en de verschillende loopbaanjaren. De gegevens worden gehergroepeerd in klassen van aantal dagen. Een loopbaanjaar geldt als voltijds wanneer de werknemer een tewerkstelling van meer dan 280 werkdagen bewijst. Een 4/5-tewerkstelling wordt beschouwd vanaf deze grens tot 241 dagen. Een 3/4-tewerkstelling wordt beschouwd vanaf deze grens tot 194 dagen. Een 1/2-tewerkstelling wordt beschouwd vanaf deze grens tot 129 dagen. Een 1/3-tewerkstelling wordt beschouwd vanaf deze grens tot 104 dagen. Een laatste klasse omvat de jaren van minder dan 104 dagen. Het is van belang op te merken dat deze gegevens betrekking hebben op klassen van ongelijke lengte en dat de definitie van deeltijdse arbeid niet juist overeenstemt met die van het N.I.S. Men dient eveneens voor ogen te houden dat de loopbaan van de personen die 60 jaar zijn op in principe langer is dan die van de personen die 50 jaar zijn op dezelfde datum. 2. a. Loopbaangegevens geïnterpreteerd in de zin van de pensioenwetgeving Vrouwen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling in het geheel van de loopbanen zoals beschouwd voor de pensioenberekening Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 45 jaar 71,7% 5,6% 4,7% 5,6% 2,2% 10,3% 46 jaar 72,0% 5,4% 4,6% 5,5% 2,3% 10,2% 47 jaar 72,6% 5,2% 4,4% 5,5% 2,4% 10,0% 48 jaar 72,4% 4,9% 4,3% 5,5% 2,3% 10,5% 49 jaar 72,9% 4,8% 4,5% 5,5% 2,2% 10,1% 50 jaar 72,7% 4,7% 4,2% 5,4% 2,4% 10,6% 51 jaar 72,0% 5,0% 4,4% 5,4% 2,3% 10,8% 52 jaar 71,9% 4,9% 4,4% 5,6% 2,3% 11,0% 53 jaar 71,9% 5,1% 4,5% 5,4% 2,3% 10,9% 54 jaar 71,5% 5,4% 4,4% 5,6% 2,3% 10,7% 55 jaar 70,3% 5,6% 4,7% 6,1% 2,3% 10,9% Deze gegevens tonen een vrij grote constante aan over het geheel van de loopbaan.

10 Mannen Aandeel van deeltijdse arbeid in het geheel van de loopbanen zoals beschouwd voor de pensioenberekening Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 45 jaar 81,2% 3,5% 2,4% 3,1% 1,6% 8,2% 46 jaar 81,2% 3,5% 2,5% 3,3% 1,5% 8,1% 47 jaar 81,9% 3,4% 2,4% 3,2% 1,4% 7,7% 48 jaar 82,1% 3,2% 2,4% 3,2% 1,5% 7,6% 49 jaar 82,4% 3,1% 2,5% 3,2% 1,5% 7,3% 50 jaar 82,5% 3,2% 2,4% 3,2% 1,4% 7,3% 51 jaar 83,0% 3,2% 2,4% 3,1% 1,4% 6,9% 52 jaar 82,5% 3,4% 2,4% 3,2% 1,4% 7,1% 53 jaar 82,8% 3,4% 2,6% 3,0% 1,4% 6,9% 54 jaar 82,8% 3,6% 2,6% 3,0% 1,3% 6,6% 55 jaar 83,6% 3,4% 2,5% 2,9% 1,2% 6,5% De vaststelling voor de mannen gaat naar een vermindering van de voltijdse tewerkstelling ten gunste van de 4/5 de tewerkstelling en van de zeer onvolledige jaren. 2.b. Loopbaangegevens die betrekking hebben op de werkelijke arbeidsdagen De hier onderzochte jaren betreffen enkel de loopbaangedeelten die betrekking hebben op de werkelijke arbeid, met uitsluiting van de gegevens van gelijkstelling of bijzondere werkstatuten. Personen tussen 50 en 60 jaar De eerste resultaten hebben betrekking op de gegevens afkomstig van de individuele rekening voor personen die tussen 50 en 60 jaar waren op Vrouwen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling in het geheel van de loopbanen per leeftijd werkelijke arbeid Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 50 jaar 65,6% 6,0% 5,8% 8,2% 2,7% 11,9% 51 jaar 65,4% 5,7% 6,1% 8,3% 2,7% 11,8% 52 jaar 66,1% 5,6% 5,7% 8,0% 2,8% 11,7% 53 jaar 66,7% 5,2% 5,5% 7,7% 2,7% 12,1% 54 jaar 66,8% 5,3% 5,5% 8,0% 2,7% 11,8% 55 jaar 66,9% 5,2% 5,2% 7,8% 2,8% 12,1% 56 jaar 66,0% 5,6% 5,6% 7,7% 2,7% 12,5% 57 jaar 66,8% 5,5% 5,3% 7,5% 2,6% 12,2% 58 jaar 66,3% 5,7% 5,6% 7,5% 2,6% 12,4% 59 jaar 65,9% 5,8% 5,4% 7,8% 2,7% 12,4% 60 jaar 65,0% 6,2% 5,7% 8,0% 2,5% 12,6% Uit deze resultaten blijkt dat wanneer men enkel de werkelijke arbeidsdagen neemt (in tegenstelling tot punt 2a waar men ook rekening houdt met gelijkgestelde dagen), men tot een lager percentage (voltijdse) tewerkstelling komt.

11 Mannen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling in het geheel van de loopbanen per leeftijd werkelijke arbeid Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 50 jaar 79,1% 4,0% 3,1% 3,6% 1,7% 8,4% 51 jaar 79,1% 3,9% 3,2% 3,7% 1,7% 8,3% 52 jaar 79,9% 3,7% 3,1% 3,8% 1,6% 7,9% 53 jaar 80,3% 3,7% 3,0% 3,7% 1,7% 7,7% 54 jaar 80,3% 3,6% 3,1% 3,7% 1,7% 7,6% 55 jaar 80,2% 3,8% 3,0% 3,7% 1,6% 7,7% 56 jaar 80,7% 3,7% 3,0% 3,7% 1,5% 7,3% 57 jaar 80,0% 3,9% 3,1% 3,8% 1,6% 7,6% 58 jaar 80,2% 4,0% 3,2% 3,7% 1,6% 7,4% 59 jaar 80,2% 4,1% 3,2% 3,7% 1,6% 7,3% 60 jaar 81,0% 3,9% 3,0% 3,4% 1,4% 7,3% Ook hier kan men uit afleiden dat de loopbaanjaren aangevuld worden als men alle elementen van de individuele rekening (voor de pensioenberekening) in aanmerking neemt in plaats van de effectieve arbeid. Deze gegevens bevatten echter een systematische fout omdat de jaren gedurende de welke de loopbaan zich kan ontwikkelen talrijker zijn voor de oudste personen. Men dient dus het aantal waargenomen jaren te verminderen en de loopbaan te beperken tot de leeftijd van 50 jaar als men de periodes van gelijke potentiële loopbaan wil vergelijken. Personen tussen 50 en 60 jaar: afsluiting loopbaan tot de leeftijd vóór 51 jaar Ook hier hebben de gegevens slechts betrekking op het loopbaangedeelte meegerekend voor de effectieve arbeid. De gegevens worden echter systematisch afgesloten vóór de leeftijd van 51 jaar zodat de resultaten van de ene groep naar de andere meer vergelijkbaar zijn. Vrouwen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling in het geheel van de loopbanen per leeftijd werkelijke arbeid vóór de leeftijd van 51 jaar Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 50 jaar 65,6% 6,0% 5,8% 8,2% 2,7% 11,9% 51 jaar 65,8% 5,6% 6,0% 8,1% 2,7% 11,7% 52 jaar 67,0% 5,5% 5,5% 7,6% 2,8% 11,6% 53 jaar 67,9% 5,1% 5,3% 7,1% 2,7% 11,9% 54 jaar 68,2% 5,2% 5,3% 7,2% 2,6% 11,5% 55 jaar 68,5% 5,1% 5,0% 6,9% 2,7% 11,9% 56 jaar 67,4% 5,5% 5,4% 6,8% 2,7% 12,2% 57 jaar 68,2% 5,5% 5,1% 6,7% 2,6% 11,9% 58 jaar 67,5% 5,8% 5,3% 6,6% 2,5% 12,2% 59 jaar 66,8% 6,0% 5,2% 6,9% 2,7% 12,4% 60 jaar 66,2% 6,5% 5,5% 7,1% 2,4% 12,2%

12 Mannen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling in het geheel van de loopbanen per leeftijd werkelijke arbeid vóór de leeftijd van 51 jaar Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 50 jaar 79,1% 4,0% 3,1% 3,6% 1,7% 8,4% 51 jaar 79,2% 3,8% 3,2% 3,7% 1,7% 8,3% 52 jaar 80,1% 3,6% 3,0% 3,7% 1,6% 8,0% 53 jaar 80,6% 3,5% 2,9% 3,7% 1,7% 7,7% 54 jaar 80,8% 3,4% 3,0% 3,6% 1,7% 7,6% 55 jaar 80,5% 3,6% 2,9% 3,6% 1,6% 7,7% 56 jaar 80,9% 3,6% 2,9% 3,6% 1,6% 7,3% 57 jaar 80,0% 3,9% 3,1% 3,7% 1,7% 7,6% 58 jaar 80,1% 4,1% 3,2% 3,6% 1,7% 7,4% 59 jaar 79,8% 4,3% 3,3% 3,7% 1,6% 7,3% 60 jaar 80,5% 4,1% 3,1% 3,5% 1,5% 7,3% Zowel voor de mannen als voor de vrouwen, stelt men vast dat, over t geheel genomen, de evolutie van de deeltijdse loopbanen vóór 51 jaar zeer zwak is van groep tot groep. De deeltijdse arbeid speelt dus geen overwegende rol voor deze jonge loopbanen. Personen tussen 50 en 60 jaar: werkelijke arbeid op de leeftijd van 50 jaar exact Als men de evolutie onderzoekt van de effectieve deeltijdse arbeid op een gegeven leeftijd in functie van de verschillende groepen, bekomt men de volgende resultaten: Vrouwen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling op de leeftijd van 50 jaar exact werkelijke arbeid Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 50 jaar 42,0% 10,4% 11,2% 17,0% 3,9% 15,4% 51 jaar 40,7% 10,1% 11,9% 18,2% 3,4% 15,7% 52 jaar 43,7% 8,5% 11,3% 18,7% 3,2% 14,6% 53 jaar 50,1% 8,0% 9,8% 15,0% 2,5% 14,6% 54 jaar 61,7% 5,4% 6,7% 14,1% 2,1% 10,0% 55 jaar 61,6% 5,7% 7,0% 12,0% 2,2% 11,5% 56 jaar 60,4% 5,8% 8,1% 12,4% 2,4% 10,9% 57 jaar 59,8% 6,3% 7,9% 11,9% 2,4% 11,7% 58 jaar 63,8% 5,2% 7,5% 11,7% 2,0% 9,7% 59 jaar 64,0% 5,5% 6,6% 12,0% 1,6% 10,4% 60 jaar 72,6% 3,9% 4,6% 6,8% 2,5% 9,5% Dit toont aan dat de deeltijdse arbeid, in de opeenvolging van cohortes en dus van jaren, een aanzienlijke plaats verworven heeft in de activiteit van de vrouwen die thans 55 à 65 jaar zijn. Men mag echter ook niet uit het oog verliezen dat de vermindering van de deeltijdse arbeid gepaard gaat met een toename van jaren die een zeer klein aantal werkdagen omvatten. Indien men vergelijkt met de tabel onder punt 2a, stelt men vast dat door het in aanmerking nemen van de gelijkstelling de groep van minder dan 104 dagen veel verminderd wordt en dat de betrekkelijke constante evolutie van de gegevens onder punt 2a. erg in tegenstelling staat met de hier

13 geregistreerde evoluties. Dat betekent dat de gelijkstelling althans gedeeltelijk de toename van de deeltijdse arbeid bij de pensioenberekening compenseert. Mannen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling op de leeftijd van 50 jaar exact werkelijke arbeid Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 50 jaar 76,5% 6,3% 4,4% 4,0% 1,4% 7,4% 51 jaar 75,3% 7,0% 4,7% 4,4% 1,3% 7,2% 52 jaar 75,1% 7,8% 4,6% 4,4% 0,9% 7,2% 53 jaar 77,3% 7,3% 4,6% 3,9% 1,2% 5,7% 54 jaar 88,7% 2,5% 1,9% 1,8% 0,8% 4,4% 55 jaar 89,2% 2,4% 1,6% 2,0% 0,7% 4,1% 56 jaar 88,3% 2,4% 2,3% 2,3% 0,6% 4,2% 57 jaar 88,8% 2,2% 1,9% 2,4% 0,7% 4,0% 58 jaar 89,0% 2,6% 1,7% 2,1% 0,7% 3,9% 59 jaar 90,0% 2,4% 1,7% 2,0% 0,5% 3,4% 60 jaar 90,7% 2,0% 1,9% 1,8% 0,4% 3,2% Personen tussen 50 en 60 jaar: werkelijke arbeid op de leeftijd van 55 jaar exact Vrouwen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling op de leeftijd van 55 jaar exact werkelijke arbeid Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 55 jaar 37,1% 8,0% 8,8% 24,7% 3,5% 18,0% 56 jaar 41,3% 7,9% 8,5% 21,1% 3,4% 17,9% 57 jaar 37,0% 7,8% 9,2% 20,2% 2,7% 23,1% 58 jaar 50,7% 3,9% 8,6% 16,7% 3,0% 17,1% 59 jaar 67,0% 3,0% 5,8% 11,5% 2,3% 10,4% 60 jaar 64,2% 4,0% 5,4% 12,4% 2,0% 12,1% Mannen Aandeel van deeltijdse tewerkstelling op de leeftijd van 55 jaar exact werkelijke arbeid Leeftijd op Voltijds 4/5 3/4 1/2 1/3 Minder dan 104 dagen 55 jaar 68,6% 6,9% 5,0% 6,4% 1,6% 11,4% 56 jaar 69,7% 7,4% 5,2% 6,0% 1,7% 10,1% 57 jaar 67,8% 6,6% 5,6% 7,8% 1,5% 10,7% 58 jaar 66,3% 6,2% 6,6% 7,6% 2,1% 11,1% 59 jaar 88,3% 2,3% 1,6% 2,2% 0,8% 4,8% 60 jaar 88,8% 2,2% 2,1% 1,8% 1,0% 4,2% Het voltijds arbeidspercentage vermindert tegelijkertijd ruimschoots van de ene cohorte naar de andere en tussen 50 en 55 jaar. Dit laatste effect is zelfs belangrijker bij de mannen dan bij de vrouwen, wat er lijkt op te wijzen dat de mannen betrekkelijk later tot deeltijdse arbeid overgaan.

14 Conclusie We hebben aangetoond dat de toename van de deeltijdse arbeid, gezien vanuit een globaal standpunt, zeer weinig de loopbanen beïnvloedt en nog minder de pensioenberekeningen zoals ze voor de evaluatie van het recht van de desbetreffende personen gebruikt worden. Bovendien hebben we aangetoond dat het fenomeen een zekere omvang aanneemt zowel bij de mannen als bij de vrouwen zelfs als deze eersten later en in mindere mate voltijds werk opgeven.

15 c. De activiteitsgraad over verschillende generaties (werknemers) Inleiding Om een beeld van de activiteitsgraad over de verschillende generaties te krijgen, werden het aantal loopbaanjaren, geregistreerd in de individuele pensioenrekening, geanalyseerd: De studie die volgt, illustreert, op een beknopte manier, welke loopbaan als werknemer opgebouwd wordt op de leeftijd van 35, 45 of 55 jaar. Deze leeftijd wordt bereikt in Herkomst van de gegevens - methodologie De gegevens zijn afkomstig van een uittreksel (10%) uit de individuele pensioenrekening dat van 2000 dateert (laatste loopbaanjaar is 1999). Let wel dat deze rekening slechts één van de elementen is (hoewel van belang) die in de berekening van het pensioen aan bod komen, maar dat zij geen volledig beeld van de individuele loopbaan geeft. Zo houdt zij geen rekening met een activiteit als zelfstandige, in overheidsdienst of in het buitenland. De lengte van de loopbaan wordt berekend door het totale aantal jaren ingeschreven in de individuele rekening op te tellen, ongeacht het aantal dagen dat in aanmerking wordt genomen en de aard van die dagen (arbeidsdagen, verlofdagen voor personen met arbeidersstatuut, werkloosheidsdagen, ). Bij de hierna volgende resultaten wordt rekening gehouden met de loopbaan van de personen tot ze de leeftijd van 55, 45 of 35 jaar hebben bereikt.

16 De loopbaan van werknemers van 55 jaar De resultaten hebben hier slechts betrekking op één cohort (één geboortejaar). Verdeling van de loopbaanduur op 55 jaar per geslacht en loopbaanduur (in jaren) 12,5% 10,0% 7,5% 5,0% 2,5% 0,0% Vrouwen 1944 Mannen 1944 De grafiek toont aan dat de vrouwen meestal korte loopbanen hebben en dat slechts een klein deel van hen een volledige loopbaan bewijst. Bij mannen is de loopbaan vaak langer. Deze feiten worden door de volgende cijferresultaten geïllustreerd: Modale en gemiddelde loopbaanduur voor werknemers van 55 jaar Geslacht Modale duur Gemiddelde duur Vrouwen 1 17,3 Mannen 38 23,4 De modale duur is de loopbaanduur die het meest voorkomt. Het verschil in gemiddelde loopbaanduur tussen mannen en vrouwen bedraagt 6,1 jaar.

17 De loopbaan van werknemers van 45 jaar De resultaten hebben betrekking op twee cohorten (geboortejaren 1944 en 1954). Verdeling van de loopbaanduur op 45 jaar per geslacht en loopbaanduur (in jaren) 12,5% 10,0% 7,5% 5,0% 2,5% 0,0% Vrouwen 1944 Mannen 1944 Vrouwen 1954 Mannen 1954 De grafiek vertoont een zeker contrast vergeleken met de vorige. Vrouwen geboren in 1954 hebben immers nog een kortere loopbaan dan mannen, maar neigen toch naar een vrij gelijke loopbaanduur. Deze feiten worden door de volgende cijferresultaten geïllustreerd: Modale en gemiddelde loopbaanduur voor werknemers van 45 jaar Geboortejaar Geslacht Modale duur Gemiddelde duur Vrouwen 2 13,7 Mannen 28 18,4 Vrouwen 28 16,7 Mannen 29 17,6 De modale duur, die zeer verschillend is tussen mannen en vrouwen geboren in 1944, is nagenoeg gelijk voor wie 10 jaar later geboren is. Hetzelfde fenomeen duikt ook op voor de gemiddelde duur. Het verschil tussen mannen en vrouwen is hier immers niet meer dan 0,9 jaar.

18 De loopbaan van werknemers van 35 jaar De resultaten hebben betrekking op drie cohorten (geboortejaren 1944, 1954 en 1964). Verdeling van de loopbaanduur op 35 jaar per geslacht en loopbaanduur (in jaren) 12,5% 10,0% 7,5% 5,0% 2,5% 0,0% Vrouwen 1944 Mannen 1944 Vrouwen 1954 Mannen 1954 Vrouwen 1964 Mannen 1964 Het fenomeen van de nivellering van de loopbanen tussen mannen en vrouwen is nog meer uitgesproken dan voordien. Bovendien komt een duidelijke vermindering van de loopbaanduur bij gelijke leeftijd aan het licht. Dit kan worden toegeschreven aan een latere instap in de arbeidsmarkt. Deze feiten worden door de volgende cijferresultaten geïllustreerd: Modale en gemiddelde loopbaanduur voor werknemers van 35 jaar Geboortejaar Geslacht Modale duur Gemiddelde duur Vrouwen 2 10,0 Mannen 18 12,8 Vrouwen 18 11,9 Mannen 19 12,4 Vrouwen 15 12,6 Mannen 16 12,3 De modale duur vermindert tussen de cohort 1954 en die van 1964, doch de gemiddelde loopbaanduur is voor mannen gestabiliseerd, maar neemt voor vrouwen toe. De trendinversie tussen modale en gemiddelde duur illustreert een bepaalde uniformering van de loopbaanduur tussen de personen. Het verschil in gemiddelde loopbaanduur tussen mannen en vrouwen wordt voor de cohort 1964 zelfs omgedraaid, vergeleken met wat men voor de twee andere cohorten vaststelt.

19 Conclusie Uit het geleide onderzoek blijkt dat het gedrag van de mannen en de vrouwen duidelijk naar elkaar toegroeit. De vrouwen hebben een inhaalbeweging ingezet ten opzichte van de mannen vermits de gemiddelde duur van de loopbaan van de mannen, in de loop der cohorten, weinig evolueert.

20 d. Einde loopbaanproblematiek Inleiding De opkomende vergrijzing vergt heel wat diverse aanpassingen aan ons sociaal-economisch model. Een van de onderwerpen waaraan aandacht wordt besteed, is de activiteit van oudere werknemers. In België heeft de groep van jarigen een zeer lage graad van arbeidsmarktparticipatie. De Belgische wetgeving voorziet in een aantal uitzonderingsregimes waarlangs men de voortijdige uittreding kan organiseren. Door deze maatregelen die gericht zijn op werknemers ouder dan 50 jaar, wordt een sociaal vangnet gecreëerd waardoor vele oudere werknemers voortijdig aan de arbeidsmarkt worden onttrokken. Er bestaan verschillende systemen voor 50-plussers om uit te treden. We denken hierbij aan: de overstap naar deeltijds werken; de mogelijkheid om de loopbaan tijdelijk te onderbreken met een premie (tijdskrediet); oudere werknemers die ontslagen worden en geen nieuwe baan vinden en hiervoor een anciënniteittoeslag en een werkloosheidsuitkering krijgen; ontslagen werknemers die van de werkgever aanvullingen krijgen bovenop de werkloosheidsuitkering (Canada Dry); de brugpensioenregeling. Met de verschillende studies die hieronder uiteengezet worden, trachten we een beeld te geven van de huidige situatie.

21 1. De feitelijke pensioenleeftijd (bij werknemers) Inleiding Binnen het stelsel van flexibele pensioenleeftijd kunnen werknemers tot het pensioenstelsel toetreden tussen 60 en 65 jaar. In een vorige studie over het pensioneringsgedrag (december 2003) werd nagegaan wat de gemiddelde intredeleeftijd bij mannen en vrouwen is. De gemiddelde intredeleeftijd is 63 jaar bij de mannen en momenteel bij de vrouwen evolueert deze van 60 naar 61 jaar. De verhouding tussen vervroegde of wettelijke intrede ligt momenteel op 37% - 63% bij de mannen en op 28% - 72% bij de vrouwen. De wettelijke intrede ligt hoger bij de vrouwen door de invoering van de loopbaanvoorwaarde (= minimum aantal loopbaanjaren voor vervroegde toetreding) die momenteel niet gehaald wordt door veel vrouwen. De pensioenleeftijd geeft echter geen indicatie over het moment waarop betrokkene effectief stopt met werken. Deze feitelijke pensioenleeftijd ligt beduidend lager. Deze studie tracht de feitelijke pensioenleeftijd te achterhalen. Herkomst van de gegevens In de Cimire - statistiek Tewerkstelling bevinden zich bruto - gegevens (= nog niet geïnterpreteerd voor de latere pensioenberekening) over het aantal werknemers en hun gewerkte en gelijkgestelde dagen, ingeschreven op de individuele pensioenrekening. Voor de bepaling van de feitelijke pensioenleeftijd worden 2 criteria gehanteerd: criterium 1: leeftijd waarop het aantal werknemers zonder één werkdag groter wordt dan het aantal werknemers met minstens één werkdag; criterium 2 : leeftijd waarop het aantal gewerkte dagen kleiner wordt dan het aantal gelijkgestelde dagen. De analyse werd uitgevoerd in de periode 1982 tot 2002 met een berekening, per sekse en per hoedanigheid, van de feitelijke leeftijd om de 5 jaar. Criterium 1: leeftijd waarop het aantal werknemers zonder één werkdag groter wordt dan het aantal werknemers met minstens één werkdag Arbeiders 58j 56j 56j 56j 57j Arbeidsters 54j 52j 52j 52j 54j Bedienden - Mannen 62j 61j 61j 60j 61j Bedienden - Vrouwen 57j 57j 57j 57j 59j

22 We merken op dat de feitelijke pensioenleeftijd beduidend lager ligt, met uitzondering van de mannelijke bedienden, dan de werkelijke gemiddelde pensioenleeftijd. Criterium 1 Feitelijke leeftijd Arbeiders Bedienden - mannen Arbeidsters Bedienden - Vrouw en Criterium 2: leeftijd waarop het aantal gewerkte dagen kleiner wordt dan het aantal gelijkgestelde dagen Arbeiders 55j 52j 53j 53j 53j Arbeidsters 50j 47j 45j 45j 48j Bedienden - Mannen 61j 61j 60j 59j 60j Bedienden - Vrouwen 57j 56j 56j 55j 56j We merken op dat de feitelijke pensioenleeftijd beduidend lager ligt, met uitzondering van de mannelijke bedienden, dan de werkelijke gemiddelde pensioenleeftijd. Criterium 2 Feitelijke leeftijd Arbeiders Bedienden - mannen Arbeidsters Bedienden - Vrouw en

23 Volgens criterium 2 ligt de feitelijke leeftijd lager dan volgens criterium 1 wat te maken heeft met het feit dat op latere leeftijd het aantal gelijkgestelde dagen in een loopbaanjaar belangrijker wordt. We denken dan aan ziektedagen, loopbaanonderbreking / tijdskrediet en werkloosheid. 2. Het loopbaanprofiel vanaf 50 jaar 2 a. Het loopbaanprofiel tussen 50 jaar en de pensioenintrede De loopbaan van nieuw pensioengerechtigde werknemers wordt geanalyseerd vanaf de leeftijd van 50 jaar tot aan de pensioenintrede. Het betreft hier gerechtigden die van 1999 tot 2002 gepensioneerd zijn en die zowel een zuivere loopbaan werknemer als een gemengde loopbaan werknemer en/of zelfstandige en/of het openbare bestuur kunnen hebben. Er wordt nagegaan hoe de activiteit vanaf 50 jaar evolueert tot vlak voor de pensioenintrede. We maken een onderscheid tussen voltijdse tewerkstelling, deeltijdse tewerkstelling, volledig gelijkgestelde jaren en inactiviteit vóór de leeftijd van 50 jaar. Volgend schema illustreert hoe de loopbaan van een werknemer vanaf 50 jaar kan evolueren: Activiteit op 50 jaar evolueert naar Activiteit laatste loopbaanjaren Profiel 1 Voltijdse tewerkstelling Voltijdse tewerkstelling Profiel 2 Voltijdse tewerkstelling Deeltijdse tewerkstelling Gelijkgestelde jaren in : ziekte werkloosheid brugpensioen tijdskrediet Vervroegde uittreding Profiel 3 Deeltijdse tewerkstelling Deeltijdse tewerkstelling Gelijkgestelde jaren in : ziekte werkloosheid brugpensioen tijdskrediet Vervroegde uittreding Profiel 4 Volledig gelijkgestelde jaren Volledig gelijkgestelde jaren in : ziekte werkloosheid tijdskrediet Profiel 5 Inactief vóór de leeftijd van 50 jaar

24 Globale resultaten (mannen en vrouwen) In de hierna volgende tabel wordt aangeduid welk aandeel elk profiel vertegenwoordigt: Profiel 1 : 21,77 % Profiel 2 : 49,66 % Profiel 3 : 4,93 % Profiel 4 : 15,22 % Profiel 5 : 8,42 % De gerechtigden met een profiel 1 blijven tot aan hun pensioenintrede voltijds werken. Deze werknemers eindigen in 40% van de gevallen hun loopbaan als werknemer, in 25% van de gevallen eindigen zij hun gemengde loopbaan als zelfstandige en in 35% van de gevallen als ambtenaar. Indien we profiel 2 ontleden volgens de activiteit in de laatste loopbaanjaren, bekomen we volgende resultaten: Van voltijdse tewerkstelling naar deeltijdse tewerkstelling : 10,79 % naar (volledige) gelijkstelling : 82,36 % naar vervroegde uittrede : 6,85 % Voor de periode vanaf 50 jaar tot aan het einde van de loopbaan hebben wij de verhouding onderzocht van de voltijdse loopbaanjaren ten opzichte van de andere loopbaanjaren (deeltijdse, gelijkgestelde, vervroegde uittrede) en bekomen we het volgende resultaat : De verdeling voltijdse deeltijdse jaren bedraagt: 43% - 57% (*) De verdeling voltijdse gelijkgestelde jaren bedraagt: 51% - 49% (**) De verdeling voltijdse jaren vervroegde uittrede bedraagt: 56% - 44% (*) Hier moeten we wel opmerken dat de verdeling voltijdse - deeltijdse jaren zowel de personen bevat die overschakelen van voltijds naar deeltijds werken zonder deeltijdse gelijkstelling als de personen die overschakelen naar deeltijds werken in combinatie met halftijdse gelijkstelling. Bij deze laatste groep is de verhouding voltijdse jaren deeltijdse jaren 39% - 61%. Er is een duidelijk overwicht van het aantal jaren dat niet meer voltijds gewerkt wordt. (**) In deze groep zien we een trend van trapsgewijze afbouw van de activiteitsgraad : van voltijdse tewerkstelling naar deeltijdse arbeid, eventueel gecombineerd met gelijkstelling om daarna in het statuut van volledige gelijkstelling te komen. In de groep die overgaat van voltijdse activiteit naar volledige gelijkstelling in het loopbaangedeelte vanaf 50 jaar tot aan de pensioenleeftijd is de verdeling naar het type gelijkstelling waarin men terechtkomt, als volgt :

25 Ziekte : 19,13 % Werkloosheid : 21,21 % Brugpensioen : 59,25 % Tijdskrediet : 0,42 % De gerechtigden met een profiel 2 eindigen bijgevolg hun loopbaan hoofdzakelijk in gelijkstelling en meer specifiek als bruggepensioneerde waarbij de verdeling voltijdse jaren gelijkgestelde jaren zich verhouden als 51% - 49%. Het aantal personen dat al deeltijds actief is op 50 jaar (profiel 3 ), is zeer beperkt. Eenderde combineert de deeltijdse prestaties met deeltijdse werkloosheid. Indien we profiel 4 ontleden naar type gelijkstelling, bekomen we volgende resultaten: Ziekte : 34,08 % Werkloosheid : 59,78 % Brugpensioen + werkloosheid : 6,15 % De gerechtigden met een profiel 4 zijn al geruime tijd vóór de leeftijd van 50 jaar ziek of terechtgekomen in de werkloosheid. Het zijn uitsluitend vrouwen die we in het loopbaanprofiel 5 terugvinden. Zij worden inactief op de gemiddelde leeftijd van 36 jaar na een gemiddelde loopbaan van 17 jaar (zie punt 2b). Het zijn hoofdzakelijk vrouwen die ervoor kiezen hun eigen loopbaan te beëindigen om voor de kinderen te zorgen of om het overlevingspensioen op te nemen. Onderscheid mannen en vrouwen Hierna wordt per geslacht aangeduid welk aandeel elk profiel vertegenwoordigt: Mannen Vrouwen Profiel 1 : 25,76 % 12,61 % Profiel 2 : 62,88 % 19,33 % Profiel 3 : 1,59 % 12,61 % Profiel 4 : 9,77 % 27,73 % Profiel 5 : 0,00 % 27,73 %

26 Binnen profiel 1 beëindigt het grootste deel zijn loopbaan als werknemer (mannen 39% - vrouwen 42%). Bij de mannen eindigt 36% als ambtenaar en 25% als zelfstandige Bij de vrouwen is het overige gedeelte (58%) evenredig verdeeld tussen ambtenaar en zelfstandige. Een gedeelte van de vrouwen die nog voltijds actief zijn beginnen hun loopbaan soms op latere leeftijd. Indien we profiel 2 ontleden volgens de activiteit in de laatste loopbaanjaren, bekomen we volgende resultaten: mannen vrouwen Van voltijdse tewerkstelling naar deeltijdse tewerkstelling : 8,93 % 24,64 % naar volledige gelijkstelling : 85,63 % 57,97 % naar vervroegde uittrede : 5,44 % 17,39 % In verhouding tot de mannelijke bevolking gaan de vrouwen meer over naar een deeltijdse baan of naar een vervroegde uittreding. Dit laatste heeft te maken met het feit dat vooral vrouwen op een bepaald moment recht hebben op een overlevingspensioen. De verdeling naar het type gelijkstelling waarin men terechtkomt, ziet er als volgt uit : mannen vrouwen Ziekte : 19,27 % 17,50 % Werkloosheid : 19,73 % 37,50 % Brugpensioen : 60,77 % 42,50 % Tijdskrediet : 0,23 % 2,50 % Het grootste deel van de mannen en de vrouwen met profiel 2 eindigen bijgevolg hun loopbaan in gelijkstelling. Het type gelijkstelling is bij mannen vooral toegespitst op brugpensioen, terwijl de vrouwen vooral terechtkomen in brugpensioen en werkloosheid. Het aantal vrouwen dat al deeltijds actief is op 50 jaar (profiel 3), bedraagt bijna 13% terwijl dit profiel bij de mannen zeer weinig voorkomt. De vrouwen combineren dikwijls het deeltijds werken met het genot van een overlevingspensioen of met deeltijdse werkloosheid. Zowel mannen als vrouwen met een profiel 4 zijn al geruime tijd vóór de leeftijd van 50 jaar ziek of terechtgekomen in de werkloosheid. Het zijn uitsluitend vrouwen die we in het loopbaanprofiel 5 terugvinden. Zij worden inactief op de gemiddelde leeftijd van 36 jaar na een gemiddelde loopbaan van 17 jaar (zie punt 2b). Algemene conclusie : het zijn vooral de statuten van bruggepensioneerde en werkloze die ervoor zorgen dat ouderen vóór de wettelijke pensioenleeftijd afscheid nemen van de arbeidsmarkt.

27 2 b. De gemiddelde loopbaanduur op 58 jaar Er wordt nagegaan hoeveel beroepsloopbanen de werknemers op de leeftijd van 58 jaar kunnen bewijzen en welk aandeel de gelijkgestelde jaren hierin vertegenwoordigen. Tevens wordt een onderscheid gemaakt tussen actieve en niet-actieve werknemers. Niet actief wil zeggen dat er geen voltijdse of deeltijdse tewerkstelling meer is of geen gelijkstelling. MANNEN Actief op 58 jaar Mannelijke werknemers die momenteel op pensioen gaan (tussen 60 en 65 jaar) kunnen op 58 jaar gemiddeld een loopbaan van 37 jaar bewijzen. Hiervan zijn 35 jaar tewerkstelling en 2 jaar gelijkstelling. Niet actief op 58 jaar Deze werknemers treden vervroegd uit het arbeidscircuit. Dit gebeurt meestal tussen 55 en 57 jaar. Het betreft hier een vervroegde uittrede uit het bankwezen of werknemers met een gemengde loopbaan werknemer/ambtenaar die als ambtenaar hun loopbaan vervroegd beëindigen bij de Post, Belgacom, NMBS, brandweer. De loopbaan die bewezen wordt op 58 jaar bedraagt gemiddeld 39 jaar. VROUWEN Actief op 58 jaar Vrouwelijke werknemers die momenteel op pensioen gaan (tussen 60 en 63 jaar) kunnen op 58 jaar gemiddeld een loopbaan van 34 jaar bewijzen. Hiervan zijn 26 jaar tewerkstelling en 8 jaar gelijkstelling. Niet actief op 58 jaar Zij treden vervroegd uit het arbeidscircuit. Dit gebeurt gemiddeld op de leeftijd van 36 jaar met een gemiddelde loopbaan van 17 jaar. De jongere generatie zal echter de achterstand op de mannen geleidelijk doen verdwijnen. Op het moment van de pensionering worden volgende keuzes gemaakt: * 27,73% doet afstand van het eigen kleine pensioen ten gunste van het gezinspensioen; * 15,13% neemt het eigen pensioen op omdat de man verder werkt; * 26,89% neemt het eigen pensioen op omdat de man een sociale vergoeding of brugpensioen geniet; * 27,73% cumuleert dit pensioen met een overlevingspensioen; * 2,52% cumuleert dit pensioen met een uit de echt gescheiden pensioen.

28 3. Het statuut op het einde van de loopbaan Er wordt nagegaan wat het statuut is van de werknemer in het laatste loopbaanjaar vlak voor de pensioenintrede. Statuut einde loopbaan Mannen Vrouwen Actief (*) als werknemer 12,21% 14,57% zelfstandige 7,20% 4,20% ambtenaar 9,89% 4,48% buitenland 0,73% 0,00% ZIV 14,29% 9,24% werkloos 15,87% 24,65% brugpensioen 36,14% 9,52% Totaal actief 96,34% 66,67% Inactief (**) geëindigd als werknemer 0,73% 30,81% zelfstandige 0,49% 1,68% ambtenaar 2,44% 0,84% Totaal inactief 3,66% 33,33% (*) tewerkstelling of gelijkstelling (**) geen tewerkstelling of geen gelijkstelling Van alle mannen die nog actief zijn in het laatste loopbaanjaar geniet echter bijna 70% een sociale uitkering en worden deze jaren in de pensioenberekening gelijkgesteld met actieve loopbaanjaren. Bij de vrouwen is eenderde al gestopt na een korte loopbaan en van de actieve vrouwen geniet 65% een sociale uitkering in de laatste loopbaanjaren (gelijkgestelde jaren). Beide seksen zijn dus grotendeels in gelijkstelling maar bij de mannen ligt het accent op brugpensioen (36% van de nog actieven) en bij de vrouwen op werkloosheid (24% van de nog actieven).

29 4. Gepensioneerden die nog actief zijn in het laatste loopbaanjaar Hierna wordt aangegeven welk percentage van de nieuwe gepensioneerden, per geslacht en per intredeleeftijd, nog werkelijk actief zijn in het laatste loopbaanjaar. Het gaat over werknemers met een zuivere loopbaan werknemer of een gemengde loopbaan (cumul met activiteit als zelfstandige en/of openbaar bestuur). Het statuut in het laatste loopbaanjaar kan van één van de drie regelingen zijn. Geslacht en intredeleeftijd Actief in laatste loopbaanjaar Totale gemiddelde loopbaanduur Loopbaanduur als werknemer mannen 60-64j 58,80% j 12,13% vrouwen vervroegd 31,07% wettelijke leeftijd 7,22% Mannen Het activiteitspercentage ligt het hoogst bij vervroegde toetreding. Bovendien eindigt bij vervroegde toetreding 43 % van de werknemers zijn loopbaan als ambtenaar tegenover 40% als werknemer. Daarentegen eindigt men zijn loopbaan op de wettelijke leeftijd vooral als werknemer (47%) en als zelfstandige (39%). Deze laatste groep heeft vaak ook meer dan 45 jaar loopbaan. Vrouwen Het activiteitspercentage ligt ook hier het hoogst bij vervroegde toetreding. Bovendien eindigt bij vervroegde toetreding 29% van de werkneemsters als ambtenaar haar loopbaan en 56% als werknemer. Deze laatste groep eindigt hoofdzakelijk met parttime prestaties en cumuleert het persoonlijke pensioen soms met een overlevingspensioen of een uit de echt gescheiden pensioen. De loopbaan wordt op de wettelijke leeftijd in 70% van de gevallen beëindigd als werknemer en in 30% van de gevallen als zelfstandige.

30 Geslacht en intredeleeftijd Gemiddeld pensioen / per maand (i=113,87) Zuivere loopbaan W Gemengde loopbaan Totaal bedrag W + Z W + OB W + Z + OB mannen 60-64j 1.315,47 707, , , ,75 65j 1.195,35 946, ,37 vrouwen vervroegd 783,89 585,36 917, ,99 - wettelijke leeftijd 626,19 640,40 631,66 De verdeling volgens zuivere of gemengde loopbaan ziet er als volgt uit: Geslacht en intredeleeftijd Zuivere loopbaan W Gemengde loopbaan W + Z W + OB W + Z + OB mannen 60-64j 35,37% 21,77% 40,14% 2,72% 65j 35,71% 48,57% 11,43% 4,29% vrouwen vervroegd 50,91% 20,00% 29,09% - wettelijke leeftijd 61,54% 38,46% - - Mannen Bij vervroegde toetreding is dit loopbaanprofiel naast zuiver werknemer vooral een gemengde loopbaan als werknemer en openbaar bestuur met statuut ambtenaar in laatste loopbaanjaar. Bij toetreding op wettelijke leeftijd is dit loopbaanprofiel naast zuiver werknemer vooral gemengde loopbaan zelfstandige met statuut zelfstandige in laatste loopbaanjaar. Vrouwen Bij vervroegde toetreding eindigt ongeveer de helft in een statuut zelfstandige of ambtenaar in het laatste actief loopbaanjaar. Toetreding op wettelijke leeftijd eindigt in bijna 40% van de gevallen als zelfstandige.

31 Hieronder vindt u meer details over de loopbaanduur van gepensioneerde werknemers die actief waren in het laatste loopbaanjaar. Geslacht en intredeleeftijd % actieve met een loopbaanduur (alle regelingen samen) van 45 jaar jaar < 40 jaar mannen 60-64j 27,88% 57,15% 14,97% 65j 64,30% 31,41% 4,29% vrouwen vervroegd 47,27% 52,73% wettelijke leeftijd 15,00% 85,00% Mannen Bij de toetreding op wettelijke leeftijd heeft bijna 65% een volledige loopbaan terwijl dit bij een vervroegde toetreding amper 30% is. Vrouwen We merken hier dat de kortere loopbanen nog duidelijk vertegenwoordigd zijn (meer dan 50%); de jongere generatie is bezig om deze achterstand op de mannen geleidelijk inhalen.

32 II De toekenning en betaling van pensioenen aan werknemers en zelfstandigen a. Het pensioneringsgedrag van zelfstandigen Inleiding Binnen het stelsel van flexibele pensioenleeftijd kunnen zelfstandigen vervroegd tot het pensioenstelsel toetreden tussen 60 en 65 jaar. Om eventueel vervroegd, dus voor 65 jaar, op pensioen te kunnen gaan, dient echter vanaf het ingangsjaar 1997 (juli) een loopbaanvoorwaarde vervuld te zijn (namelijk het aantal jaren tewerkstelling over alle wettelijke pensioenregelingen). Deze loopbaanvoorwaarde bedraagt minimum 20 jaar in 1997 en loopt op tot 35 jaar in Per jaar vervroeging wordt een verminderingscoëfficiënt van 5 % toegepast op het toekenbare bedrag, met uitzondering van de volledige loopbanen. De intrede van nieuwe gerechtigden per ingangsjaar (groep bestaande uit verschillende geboortejaren) Hierna vindt u de verdeling per leeftijd van het aantal nieuwe gevallen die in een bepaald ingangsjaar tot het pensioenstelsel toetreden: Intrede van het aantal mannen in het jaar Totaal aantal Pensioenintrede op jaar op 65 jaar na 65 jaar Van het totale aantal mannelijke gerechtigden dat gedurende een bepaald ingangsjaar tot het pensioenstelsel der zelfstandigen toetreedt, komt gemiddeld 35% vervroegd, 55% op de wettelijke leeftijd en nog 10% na de wettelijke pensioenleeftijd.

33 Intrede van het aantal vrouwen in het jaar Totaal aantal Pensioenintrede vervroegd op wettelijke leeftijd na wettelijke leeftijd We merken op dat de intrede in de ingangsjaren 2000 en 2003 zeer laag ligt omdat in deze scharnierjaren de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen opgetrokken wordt. Dit heeft tot gevolg dat de vrouwen die niet aan de loopbaanvoorwaarde voldeden op 60 jaar ook de nieuwe pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben. Van het totale aantal vrouwelijke gerechtigden dat gedurende een bepaald ingangsjaar tot het pensioenstelsel zelfstandigen toetreedt, komt gemiddeld 20% vervroegd, 57% op de wettelijke leeftijd en nog 23% na de wettelijke pensioenleeftijd (er wordt geen rekening gehouden met de jaren 2000 en 2003 omwille van de overgangsregeling). We merken echter op dat het aandeel van de vervroegde intrede afneemt in de tijd omwille van de strengere loopbaanvoorwaarde. Een deel van de gerechtigden die na de wettelijke leeftijd op pensioen komen, zijn geen echte nieuwe gevallen. Het gaat hier over vrouwen die eerst gedurende een bepaalde periode, samen met de echtgenoot, genieten van het gezinspensioen, en daarna bij het overlijden van de echtgenoot hun eigen pensioen opnemen in cumulatie met een overlevingspensioen. Na eliminatie van deze gevallen komen we tot volgende resultaten: Intrede van het aantal vrouwen in het jaar Totaal aantal Pensioenintrede vervroegd op wettelijke leeftijd na wettelijke leeftijd De verdeling volgens intredeleeftijd ziet er dan als volgt uit: Vervroegd: 22,84% Op wettelijke leeftijd: 60,78% Na wettelijke leeftijd: 17,37%

34 De intrede van nieuwe gerechtigden per geboortejaar (groep van één geboortejaar) De pensioenintrede van zelfstandige gerechtigden van een bepaald geboortejaar verloopt over een periode van min of meer tien jaar. De keuze van intredejaar is echter niet altijd vrij. Indien de potentiële gerechtigde niet voldoet aan de van toepassing zijnde loopbaanvoorwaarde is de intrede verplicht vanaf de wettelijke pensioenleeftijd. Statistische verdeling intredeleeftijd - mannen Mannen geboren in Periode van intrede ± ± ± 2010 Aantal mannen geboren in Totaal aantal Pensioenintrede op jaar jaar (*) na 65 jaar (*) (*) de schuin gedrukte cijfers zijn ramingen Van het aantal mannelijke gerechtigden, geboren in een bepaald jaar, treedt gemiddeld 37% vervroegd, 53% op de wettelijke leeftijd en nog 10% na de wettelijke leeftijd tot het pensioenstelsel zelfstandigen toe. Statistische verdeling intredeleeftijd - vrouwen Vrouwen geboren in Periode van intrede ± ± ± 2010

35 Aantal vrouwen geboren in Totaal aantal Pensioenintrede vervroegd op wettelijke leeftijd na wettelijke leeftijd (*) de schuin gedrukte cijfers zijn ramingen Van het aantal vrouwelijke gerechtigden, geboren in een bepaald jaar, treedt gemiddeld 22% vervroegd, 57% op de wettelijke leeftijd en nog 21% na de wettelijke leeftijd tot het pensioenstelsel zelfstandigen toe. In dit laatste percentage zitten tevens het aantal vrouwen dat op latere leeftijd het rustpensioen cumuleren met een overlevingspensioen.

36 b Het pensioeninkomen per loopbaanjaar W E R K N E M E R S Er wordt nagegaan bij de nieuwe instroom van pensioengerechtigden wat het gemiddelde pensioeninkomen is opgebouwd op basis van de loopbaan als werknemer. Rekening houdend met het feit dat zowel een vervroegde intrede als een intrede op de wettelijke leeftijd mogelijk is, wordt een opsplitsing gemaakt tussen beide groepen gepensioneerden. Tengevolge van het feit dat de pensioenhervorming zijn volle uitwerking heeft vanaf 1998 is de analyse beperkt tot volgende geboortejaren: Mannelijke pensioengerechtigden: geboortejaren (pensioenintrede op 65 jaar) geboortejaren (pensioenintrede op 60 jaar). Vrouwelijke pensioengerechtigden: geboortejaren (pensioenintrede op 61 of 62 jaar) geboortejaren (pensioenintrede op 60 jaar) MANNEN Categorie gehuwd rustpensioen gezin index 113,87 - jaarbedragen Intrede op 65 jaar(wettelijke leeftijd) Intrede op 60 jaar(vervroegd) Geboorte- Aantal Gemiddeld Geboorte- Aantal Gemiddeld Jaar onderzochte pensioen per jaar onderzochte pensioen per gevallen loopbaanjaar gevallen loopbaanjaar Gemiddelde groei status quo Gemiddelde groei 0,84 % Categorie gehuwd rustpensioen alleenstaande index 113,87 - jaarbedragen Intrede op 65 jaar(wettelijke leeftijd) Intrede op 60 jaar(vervroegd) Geboorte- Aantal Gemiddeld Geboorte- Aantal Gemiddeld jaar onderzochte pensioen per jaar onderzochte pensioen per gevallen loopbaanjaar gevallen loopbaanjaar Gemiddelde groei 1,06 % Gemiddelde groei 1,62 %

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES April 2005 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN WERKNEMERS a. De beginleeftijd van de loopbaan b. Het loopbaantype (voltijdse of deeltijdse tewerkstelling) c. De activiteitsgraad d. Einde

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES december 2003 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN EEN WERKNEMER Inleiding 1 a. De loopbaanduur 3 b. De werkelijke en gelijkgestelde dagen in een loopbaan 7 c. De aard van inactiviteit

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES April 2005 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN WERKNEMERS a. De beginleeftijd van de loopbaan b. Het loopbaantype (voltijdse of deeltijdse tewerkstelling) c. De activiteitsgraad d. Einde

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES december 2003 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN EEN WERKNEMER Inleiding 1 a. De loopbaanduur 3 b. De werkelijke en gelijkgestelde dagen in een loopbaan 7 c. De aard van inactiviteit

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES december 2003 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN EEN WERKNEMER Inleiding 1 a. De loopbaanduur 3 b. De werkelijke en gelijkgestelde dagen in een loopbaan 7 c. De aard van inactiviteit

Nadere informatie

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan? Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan? Hoe heeft de sociale zekerheid de economische crisis van 2009 en 2012 doorstaan? Die twee jaar bedraagt de economische groei respectievelijk -2,8% en

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES december 2003 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN EEN WERKNEMER Inleiding 1 a. De loopbaanduur 3 b. De werkelijke en gelijkgestelde dagen in een loopbaan 7 c. De aard van inactiviteit

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES April 2005 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN WERKNEMERS a. De beginleeftijd van de loopbaan b. Het loopbaantype (voltijdse of deeltijdse tewerkstelling) c. De activiteitsgraad d. Einde

Nadere informatie

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013 NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013 1. Inleiding Eén van de eerste beslissingen van de regering Di Rupo I, had betrekking op de hervorming van de pensioenen. Intussen werden al heel wat

Nadere informatie

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

Een handleiding voor de pensioenwetgeving Een handleiding voor de pensioenwetgeving Brecht Van Roey Vrije visie, eigen stem Inhoudstafel Pensioenleeftijd Pensioenberekening (werknemers) Toegelaten arbeid Netto MyPension.be Pensioenprognose ACLVB

Nadere informatie

Vrouw en pensioen. Jean MOUREAUX. Rijksdienst voor Pensioenen Financiële studies

Vrouw en pensioen. Jean MOUREAUX.  Rijksdienst voor Pensioenen Financiële studies Vrouw en pensioen Jean MOUREAUX jean.moureaux@rvp.fgov.be www.rvp.fgov.be Belang van de gelijkstelbare dagen per aard en geslacht Werloosheid Ziekte, invaliditeit Brugpensioen Onvoldoende informatie Loopbaanonderbreking

Nadere informatie

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord Dag van de Payroll Professional 2018 04-10-2018 I Nicole Meersman Agenda 1. Voorwaarden rustpensioen 2. Voorwaarden vervroegd pensioen 3. Einde

Nadere informatie

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

BEDRAG VAN HET PENSIOEN BEDRAG VAN HET PENSIOEN Elk burgerlijk tewerkstellingsjaar geeft recht op een jaarlijks pensioenbedrag. Dit bedrag wordt als volgt berekend : 1. men neemt de jaarlijkse bezoldiging (werkelijke en/of forfaitaire

Nadere informatie

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen 1 / 3 1.1.1 Rijksdienst voor Pensioenen Controle ~ P132 Zuidertoren 1060 BRUSSEL BELGIE Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen Nationaal nummer:.. -. 1 In te vullen

Nadere informatie

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in

Nadere informatie

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen 1/3 STUREN NAAR: Federale Pensioendienst Beroepsactiviteit en betaalwijze - P3121 Zuidertoren 1060 BRUSSEL BELGIE Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen Nationaal

Nadere informatie

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool Schema Pensioen Stand van zaken en Uitdagingen Soorten pensioenen Toekenningsvoorwaarden

Nadere informatie

3 Werknemerspensioenen

3 Werknemerspensioenen 3 Werknemerspensioenen Toestand op januari 208 In dit hoofdstuk worden de verschillende aspecten van de pensioenregeling voor werknemers toegelicht: Met betrekking alle werknemers: De werknemerspensioenen

Nadere informatie

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012 Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012 Enkele zaken rond de pensioenregeling voor werknemers werden onlangs aangepast. We geven hier een beknopt overzicht van de nieuwe regeling zoals ze in de Wet

Nadere informatie

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt. 4 Zelfstandigenpensioenen Toestand op januari 200 In dit hoofdstuk worden de verschillende aspecten van de pensioenregeling voor zelfstandigen toegelicht: De zelfstandigenpensioenen verdeeld volgens het

Nadere informatie

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? 540 dagen na de verkiezingen heeft België een nieuwe federale regering. Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wordt de nieuwe minister van pensioenen. Hieronder

Nadere informatie

Vervroegd en wettelijk pensioen

Vervroegd en wettelijk pensioen Vervroegd en wettelijk pensioen Brecht Van Roey Vrije visie, eigen stem Inhoudstafel Pensioenberekeningen bestaan uit twee grote delen! Pensioenleeftijd Of Wanneer mag ik op pensioen? Pensioenbedrag Of

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/167 BERAADSLAGING NR. 07/063 VAN 6 NOVEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn 1/07/2015 1 Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn 1. Aanbeveling 1999/1 Aanpassing van de reglementering betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst

Nadere informatie

Uitgerust op rustpensioen

Uitgerust op rustpensioen Uitgerust op rustpensioen Eindeloopbaan en pensioenvorming in Vlaanderen Herremans, W. (2005). Uitgerust op rustpensioen. Eindeloopbaan en pensioenvorming in Vlaanderen. Steunpunt WAV, in opdracht van

Nadere informatie

De pensioenhervorming uitgeklaard

De pensioenhervorming uitgeklaard De pensioenhervorming uitgeklaard INHOUDSTAFEL 1. HET VERVROEGD PENSIOEN... 2 1.1. SITUATIE VOOR DE HERVORMING... 2 1.2. SITUATIE VANAF 1 JANUARI 2013... 2 1.3. DE OVERGANGSMAATREGELEN... 3 1.3.1.Voor

Nadere informatie

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen je rechten op zak Wettelijk pensioen Voor de meeste Belgen op pensioenleeftijd is en blijft het wettelijk pensioen de enige bron van inkomsten. Dit is gebaseerd op de solidariteit tussen de generaties:

Nadere informatie

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler Art. 1 Voorwerp van deze CAO Deze CAO stelt voor de arbeiders van

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10 %, hetzij de beperking

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10%, hetzij de beperking

Nadere informatie

Halftijds brugpensioen

Halftijds brugpensioen Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure

Nadere informatie

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel) «Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel) Eerste deel Evolueert de werkloosheidsduur naargelang de leeftijd van de werkloze? Hoe groot is de kans

Nadere informatie

DPP Workshop Pensioen

DPP Workshop Pensioen 70? Nee dat is de capaciteit van de zaal, niet uw pensioenleeftijd! DPP Workshop Pensioen Jurryt Prims 3 oktober 2013 1 Vraag 1 Wat is de wettelijke pensioenleeftijd in België? a) 62 b) 65 c) 67 2 VOORWAARDE

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) «Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) Tweede deel In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband

Nadere informatie

De loopbaanonderbreking Actualisatie

De loopbaanonderbreking Actualisatie De loopbaanonderbreking 1985-1998 - Actualisatie De belangrijkste wijzigingen van de koninklijke besluiten inzake loopbaanonderbreking De reglementering van de privé-sector K.B. van 22.03.1995 - Koninklijk

Nadere informatie

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 4 februari 2008 Belg wil stoppen met werken op 62 jaar - Resultaten unieke bevraging overgang van werk naar pensionering - Werkende 50-plussers

Nadere informatie

De impact van het Generatiepact op pensioenen en tijdkrediet. Regeringsbeslissing! =>Protest vakbonden =>Onderhandelingen =>Bijschaving Generatiepact

De impact van het Generatiepact op pensioenen en tijdkrediet. Regeringsbeslissing! =>Protest vakbonden =>Onderhandelingen =>Bijschaving Generatiepact De impact van het Generatiepact op pensioenen en tijdkrediet Regeringsbeslissing! =>Protest vakbonden =>Onderhandelingen =>Bijschaving Generatiepact We trachten volgende vragen te beantwoorden : Stoppen:

Nadere informatie

Vrouwenraadinfofiche 2016

Vrouwenraadinfofiche 2016 Vrouwenraadinfofiche 2016 Drie decennia deeltijds werk en de gevolgen voor vrouwen Evolutie deeltijdse arbeid De overheid en de sociale partners zijn deeltijds werk (gebaseerd op een deeltijdse arbeidsovereenkomst)

Nadere informatie

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds Inhoud Aanvraag Berekening Toegelaten activiteit I. De aanvraag Aanvraag Wie? - in België - in het buitenland

Nadere informatie

Wijzigingen in het wettelijke pensioen van de zelfstandige

Wijzigingen in het wettelijke pensioen van de zelfstandige Wijzigingen in het wettelijke pensioen van de zelfstandige Kempische Verzekeringskring 06/12/2016 ward.belet@ergolife.be De federale pensioendienst (FDP) Sinds april 2016: RVP (Rijksdienst voor Pensioenen)

Nadere informatie

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1 DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1 Hoofdstuk 1. Situering 7 Hoofdstuk 2. Strategie/Beleidsluik 7 Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 9 Afdeling 1. Basiswetgeving 9 Afdeling 2. Afwijkingen

Nadere informatie

Wijzigingen in de pensioenwetgeving

Wijzigingen in de pensioenwetgeving 1. Wijzigingen in de pensioenleeftijd en berekening van het pensioen 1.1. Wettelijk pensioen 1.1.1. Leeftijd In België is de wettelijke pensioenleeftijd voorlopig nog steeds 65 jaar. De startdatum van

Nadere informatie

Gelijkgestelde periodes in de pensioenopbouw bij werknemers

Gelijkgestelde periodes in de pensioenopbouw bij werknemers Gelijkgestelde periodes in de pensioenopbouw bij werknemers Peeters, H. & Larmuseau, H. (2005). De solidariteit van de gelijkgestelde periodes. Een exploratie van de aard, het belang en de zin van de gelijkgestelde

Nadere informatie

Pensioen. Carla Timmermans

Pensioen. Carla Timmermans Pensioen Carla Timmermans Voorwaarden Pensioen Berekeningsparameters Voorwaarden Leeftijd 65 jaar Vervroegd pensioen 60 jaar en 35 loopbaanjaren, MAAR. Einde van de arbeidsovereenkomst Aanvraag Ambtshalve

Nadere informatie

FOCUS "Senioren en het OCMW"

FOCUS Senioren en het OCMW FOCUS "Senioren en het OCMW" Nummer 11 Mei 2015 1. Inleiding In België leeft 15,1% van de bevolking onder de armoededrempel. Dit percentage ligt nog hoger binnen de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar. 18,4

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 8 Afdeling 1. Basiswetgeving 8 Afdeling 2. Afwijkingen op het niveau van de sector of de onderneming 9

Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 8 Afdeling 1. Basiswetgeving 8 Afdeling 2. Afwijkingen op het niveau van de sector of de onderneming 9 DEEL 1. VOLTIJDS BRUGPENSIOEN 1 Hoofdstuk 1. Situering 7 Hoofdstuk 2. Strategie/Beleidsluik 7 Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 8 Afdeling 1. Basiswetgeving 8 Afdeling 2. Afwijkingen op het niveau van de sector

Nadere informatie

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1. 0verzicht Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijd en loopbaanvoorwaarde om een vervroegd rustpensioen te kunnen genieten.

Nadere informatie

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan?

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan? 1 Pensioen pensioen 1 Uw eerste bekommernis op pensioengerechtigde leeftijd is er vaak één van financiële aard. Aan de hand van een paar vragen proberen we u op de juiste weg te zetten voor het bekomen

Nadere informatie

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? 540 dagen na de verkiezingen heeft België een nieuwe federale regering. Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wordt de nieuwe minister van pensioenen. Hieronder

Nadere informatie

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV) 2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen,

Nadere informatie

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1 DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1 Hoofdstuk 1. Situering 7 Hoofdstuk 2. Strategie/Beleidsluik 7 Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 9 Afdeling 1. Basiswetgeving 9 Afdeling 2. Afwijkingen

Nadere informatie

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Ouderschapsverlof 12.07.2016 Rev. 31.07.2017 Juridische dienst Info@salar.be Ouderschapsverlof is een thematisch verlof dat werknemers de mogelijkheid biedt de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of

Nadere informatie

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst Ouderschapsverlof 12.07.2016 Juridische dienst Info@salar.be Ouderschapsverlof is een thematisch verlof dat werknemers de mogelijkheid biedt de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of te verminderen

Nadere informatie

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent?

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent? Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent? DEZE TEKST IS GEBASEERD OP DE RECENTSTE REGELGEVING TOT 15 JANUARI 2012. ER ZIJN VERDER NOG EEN AANTAL MAATREGELEN

Nadere informatie

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de

Nadere informatie

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - nietwerkende werkzoekenden sedert 5 jaar en meer Gewoonlijk onderzoekt men de werkloosheid

Nadere informatie

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst Wettelijk rustpensioen zelfstandigen Liantis studiedienst 3 Inhoud I. Pensioen als zelfstandige II. Bijverdienen naast het pensioen (en sociale bijdragen) 4 I. PENSIOEN ALS ZELFSTANDIGE Pensioendatum Wanneer

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Infoblad - werknemers

Infoblad - werknemers Infoblad - werknemers Mag u een overlevingspensioen cumuleren met uitkeringen? Waarover gaat dit infoblad? In dit infoblad wordt uitgelegd onder welke voorwaarden u een overlevingpensioen kunt cumuleren

Nadere informatie

Eindeloopbaan: je rechten

Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Bedragen Alle bedragen zijn van toepassing op moment van publicatie (april 2016) en uitgedrukt in euro. Vrouwen-Mannen Alle

Nadere informatie

Studies. De werkloze vrijwillig deeltijdse werknemer: een profiel

Studies. De werkloze vrijwillig deeltijdse werknemer: een profiel Studies De werkloze vrijwillig deeltijdse werknemer: een profiel Inhoudstafel Inleiding... 3 1. Evolutie aantal werkloze vrijwillig deeltijdse werknemers volgens geslacht... 5. Evolutie van het aantal

Nadere informatie

Sector van de vlasbereiding

Sector van de vlasbereiding Sector van de vlasbereiding 2014 Dit document is gebaseerd op de reglementering en de bedragen die op 15 oktober 2013 van toepassing waren. 1 De meeste zaken die in de textielagenda staan, zijn ook voor

Nadere informatie

Eindeloopbaan: je rechten

Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Bedragen Alle bedragen zijn van toepassing op moment van publicatie (oktober 2017) en uitgedrukt in euro. Vrouwen-Mannen Alle verwijzingen naar personen

Nadere informatie

DOORLOPENDE ENQUÊTE NAAR DE ARBEIDSKRACHTEN. Speciale module overgang van werk naar pensionering. Tweede kwartaal 2006 (referentieweken 14 t.e.m.

DOORLOPENDE ENQUÊTE NAAR DE ARBEIDSKRACHTEN. Speciale module overgang van werk naar pensionering. Tweede kwartaal 2006 (referentieweken 14 t.e.m. EAK Module Overgang van werk naar pensionering tweede trimester 2006 Sociale Statistieken Eenheid «Enquête naar de Arbeidskrachten» Leuvenseweg 44-1000 Brussel DOORLOPENDE ENQUÊTE NAAR DE ARBEIDSKRACHTEN

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/13/177 BERAADSLAGING NR. 13/082 VAN 3 SEPTEMBER 2013 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN

Nadere informatie

28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1)

28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1) 28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1) TITEL 8. Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de wet

Nadere informatie

Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP)

Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP) Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP) 1 Pensioenen Ambtenaren: enkel voor vastbenoemd ZAP en AAP dat later benoemd wordt Werknemers: andere berekenwijze Zelfstandigen: andere berekenwijze 2 Pensioenleeftijd

Nadere informatie

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder?

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder? Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site : www.rva.be Infoblad

Nadere informatie

Infonamiddag Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming. ABVV Senioren regio Antwerpen 7 mei 2013 Greet van Gool

Infonamiddag Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming. ABVV Senioren regio Antwerpen 7 mei 2013 Greet van Gool Infonamiddag Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming ABVV Senioren regio Antwerpen 7 mei 2013 Greet van Gool Schema Algemene informatie (incl. hervorming) Soorten pensioenen Toekenningsvoorwaarden

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

4. Kan ik een overlevingspensioen samen met een rustpensioen ontvangen?

4. Kan ik een overlevingspensioen samen met een rustpensioen ontvangen? BIJLAGEN JE PENSIOEN GOED GEREGELD 1. De wettelijke grensbedragen van je pensioen 2. De herwaarderingscoëfficiënten voor de berekening van je pensioen 3. Hoe kan ik mijn pensioen verhogen met een pensioenbonus?

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11 INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11 1. VERVROEGD RUSTPENSIOEN 11 1.1. Huidige regeling 11 1.2. Onderscheid tussen pensioenrecht en pensioenberekening

Nadere informatie

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens I. Werkgelegenheid en beroepsbevolking De arbeidsmarkt is gestructureerd rond een aanbod van arbeidskrachten (de beroepsbevolking) en een vraag naar

Nadere informatie

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN p. 1 INHOUDSTAFEL 1. LOKALE MANDATARISSEN Gelden de nieuwe loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden inzake pensioenen ook voor de lokale mandatarissen?... 2 Waarom werd de wet van 8 december 1976 tot regeling

Nadere informatie

Geen discriminatie van vrouwen en gepensioneerden!

Geen discriminatie van vrouwen en gepensioneerden! Persdossier Brussel, 25 januari 2016 Geen discriminatie van vrouwen en gepensioneerden! 1) Gepensioneerden en andere uitkeringsgerechtigden betaalden al meermaals de prijs a. Indexsprong: de sociale uitkeringen

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/037 BERAADSLAGING NR. 17/019 VAN 7 MAART 2017 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Uitgerust op rustpensioen

Uitgerust op rustpensioen Uitgerust op rustpensioen Eindeloopbaan en pensioenvorming in Vlaanderen Wim Herremans In opdracht van FOD Sociale Zaken Maart 2005 WAV-Rapport Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming Interuniversitair

Nadere informatie

FOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S"

FOCUS RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S FOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S" Nummer 8 Juli 2014 1. Inleiding De activering van het zoekgedrag naar werk is het geheel van acties die de RVA onderneemt om de inspanningen van werklozen

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 20 december

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 20 december A D V I E S Nr. 1.627 ------------------------------ Zitting van donderdag 20 december 2007 ----------------------------------------------------- Uitvoering van het Generatiepact en het Interprofessioneel

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be Ouderschapsverlof De redactie en uitgever streven naar optimale betrouwbaarheid en volledigheid van de verstrekte informatie, waarvoor ze echter

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Pensioen: de basisprincipes

Pensioen: de basisprincipes Pensioen: de basisprincipes Om uw specifieke situatie te kunnen beoordelen, moet u eerst de basisprincipes* kennen. We behandelen deze principes aan de hand van een aantal relevante vragen. Maar eerst

Nadere informatie

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN Toestand op 1 januari 2004 Doc. R.U. nr. 05/19 28 februari 2005 Dienst Statistieken Tel 02/529.32.68 Fax 02/529.21.60 VOORWOORD Met deze eenendertigste

Nadere informatie

1. Verhoging toegangsleeftijd en minimale loopbaan voor vervroegd pensioen: afzwakking 1.1. Context

1. Verhoging toegangsleeftijd en minimale loopbaan voor vervroegd pensioen: afzwakking 1.1. Context Nieuwe definitieve overgangsmaatregelen rond de pensioenhervorming 1. Verhoging toegangsleeftijd en minimale loopbaan voor vervroegd pensioen: afzwakking 1.1. Context Vanaf 2013 verhoogt de toegangsleeftijd

Nadere informatie

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 bedrijfstoeslag (Brugpensioen) 2014 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 DEEL I: HET STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (VOLTIJDS BRUGPENSIOEN)... 7 INLEIDING... 7 1. TOEKENNINGSVOORWAARDEN... 8

Nadere informatie

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils Kort samengevat In dit hoofdstuk volgen we de loopbaan van de voltijds en uit het tweede kwartaal van 1998 op tot en met het derde kwartaal

Nadere informatie

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ www.rvp.fgov.be Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ www.rvp.fgov.be Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden Jaarlijkse statistiek 202 Rijksdienst voor Pensioenen ~ www.rvp.fgov.be Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden Inhoudsopgave Inleiding... Deel : Gerechtigden op pensioenvoordelen Algemene

Nadere informatie

Het wettelijk pensioen: FAQ

Het wettelijk pensioen: FAQ Het wettelijk pensioen: FAQ Sofie Debie 31 januari 2017 Pensioen Voorwaarden Vervroegd pensioen Financiering Berekeningsparameters Voorbeelden Interessante weetjes 2 1 Voorwaarden 1. Leeftijd rustpensioen

Nadere informatie

Studies. Mei 2001 RVA Studies

Studies. Mei 2001 RVA Studies Studies Werknemers die een periode van loopbaanonderbreking achter de rug hebben. Hoelang heeft de loopbaanonderbreking geduurd? Gaan ze weer aan het werk? Mei 2001 RVA Studies 1 1 De duur van de loopbaanonderbrekingen

Nadere informatie

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN !ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30 december 1992 Jan Jacobsplein, 6 1 000 Brussel Tel.: 02 546 45 96 Fax : 02 546 47 34 Brussel, 24 januari

Nadere informatie

INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen

INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen 1. Op hoeveel vakantiedagen heeft u als volledig werkloze recht in 2013? In 2013 mag u 4 weken vakantie nemen, wat overeenkomt met

Nadere informatie

Zelfstandige in bijberoep

Zelfstandige in bijberoep Zelfstandige in bijberoep INHOUD - Inleiding - Sociale bijdragen - Sociale rechten - Voorwaarden - Activiteit - Gelijkgestelde periodes Hoofdberoep en bijberoep Onderscheid: Niet gebaseerd op inkomen Wel:

Nadere informatie

Memo en actuele cijfers voor de werkgever Actuele bedragen op datum van 1 januari 2016

Memo en actuele cijfers voor de werkgever Actuele bedragen op datum van 1 januari 2016 Memo en actuele cijfers voor de werkgever Actuele bedragen op datum van 1 januari 2016 1. Loongrenzen concurrentiebeding 2015 33.203-66.406 2016 33.221-66.441 Loongrens scholingsbeding 2015 33.203 2016

Nadere informatie

Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen

Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen Inhoud Inleiding Invloed op het pensioenrecht Deeltijdse diensten Onvolledige kalenderjaren Volledige loopbaanonderbreking (LO)

Nadere informatie

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN 2005 JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN Toestand op 1 januari 2005 Doc. R.U. nr. 06/01 28 november 2005 Dienst Statistieken Tel 02/529.32.68

Nadere informatie