Meer met energie Rapportage TaskForce Energietransitie (TFE) d.d. 8 mei 2006
|
|
- Joke van de Veen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Meer met energie Rapportage TaskForce Energietransitie (TFE) d.d. 8 mei 2006 Kanttekeningen Ir Jan C.G. Heetebrij, managing partner HeeCon Business Development BV A Algemeen De TFE rapportage biedt op vele fronten interessante aanknopingspunten. Met name de algemene druk op hogere prioriteit wordt ten volle ondersteund hoewel daar in de uitwerking van de rapportage onvoldoende consequenties aan worden verbonden. Tegelijkertijd zien we in de rapportage een denkrichting die neigt naar bescherming van gevestigde belangen, waardoor wezenlijke doorbraken onvoldoende ruimte krijgen. Dat levert een spanningsveld op, waar aanwezige goede kansen door gefrustreerd dreigen te worden en echte versnelling achterwege blijft. De samenstelling van de TaskForce, het voorzitterschap en de bemanning van de platforms achten we daaraan mede debet. Conflict of interests met bestaande belangen blijken onvermijdelijk en beïnvloeden aanbevelingen op ongewenste wijze. Er is sprake van een veelheid aan transitiepaden en thema s, waarbij heldere doelen en beheerste/beheersbare trajecten in de komende periode duidelijker in beeld moeten komen. Het rapport spreekt die intentie uit. We achten de implementatie daarvan een hoogst belangrijke voorwaarde voor succes. Veel parallele prioriteiten kunnen leiden tot een onvoldoende duidelijk beeld, waardoor echte prioriteiten onvoldoende aandacht krijgen en moeilijk beheersbaar worden. Een suggestie is misschien gebruik te maken van de systematiek, die aansluit op de inzet van Critical SuccesFactors (CSF s). Binnen een dergelijke systematiek is het mogelijk op een beperkt aantal hoofd CSF s te sturen. Die hoofd CSF s kunnen vervolgens worden vertaald in afgeleide CSF s voor deelgebieden en thema s. Binnen de programmaontwikkeling kan dan gebruik worden gemaakt van op CSF s afgestemde Critical Performance Indicators (CPI s). Op de voorgestelde manier is het mogelijk complexe programma s te sturen op resultaat. Gebieden die goed presteren krijgen minimum aandacht, gebieden die slecht presteren komen snel en helder in beeld. Daarop kan dan geconcentreerd worden. Via de heldere definitie van een via de linking pin methode, geïntegreerde CSF/CPI opzet kunnen doelstellingen aan tijdspaden worden gekoppeld. De systematiek heeft z n bruikbaarheid in de praktijk bewezen en lijkt goed te kunnen passen bij adeqate inrichting en besturing van het het energietransitietraject. Tevens is het mogelijk in een dergelijk programma op constructieve wijze aan te zetten tot competitie. Voor een programma als het onderhavige zou dat heilzaam kunnen werken. In de gebouwde omgeving zou de EPC norm als hoofd-csf zich bijvoorbeeld prima lenen. Het zelfde geldt het uitstootniveau van voertuigen en daaraan verbonden luchtverontreiniging. Tenslotte is in de TFE rapportage sprake van een aantal omissies, onvoldoende onderbouwde, of naar onze mening onjuiste aannames. We stellen het op prijs onze visie daarop duidelijk te maken en vragen daarvoor aandacht. 1
2 B De internationale dimensie In de rapportage zouden we graag meer nadruk gelegd zien op de internationale dimensie. Dat betreft: 1. De Europese dimensie. De Nederlandse energievoorzieningszekerheid zou meer in Europees verband geplaatst moeten worden. In het algemeen wordt er wel naar gerefereerd, zonder echter specifiek te worden. Daar worden kansen gemist, waarop we later terugkomen en die o.a. aansluiten op het rapport van de Algemene EnergieRaad (AER) d.d. januari jl. genaamd Energiek Buitenlands Beleid ; 2. De dimensie OntwikkelingsSamenwerking (OS). Duurzame Energievoorziening en OS leiden tot uitstekende combinatiemogelijkheden en 1+1=4 effecten. Die worden in de TFE rapportage onvoldoende geadresseerd. Wij bevelen aan op die combinatie sterker in te zetten. Dat kan geopolitieke spanningen doen afnemen, door het verhogen van bedrijvigheid en het scheppen van waarde op de plaats waar dat het hardste nodig is, terwijl toch tegelijkertijd ook bedrijvigheid in Nederland daarmee in hoge mate wordt gediend; 3. Geopolitieke overwegingen, die richting kunnen geven aan internationale samenwerking, gebaseerd op strategisch goed onderbouwde uitgangspunten. Het is duidelijk hoezeer energie in de geopolitiek een drijvende kracht aan het worden is. Ook op dat gebied doet het rapport van de AER Energiek Buitenlands Beleid waardevolle aanbevelingen. We vinden daar in de TFE rapportage onvoldoende van terug. C - Onvoldoende onderbouwde of discutabele aannames, suggesties tot aanpassing In de rapportage worden onvoldoende onderbouwde, of discutabele aannames gedaan. In geval die aannames worden aangepast heeft dat soms verregaande consequenties. Wij zullen die adresseren: 1. De aanname dat een waterstofmaatschappij de ultieme uitdaging is. Wij twijfelen aan de juistheid daarvan. Waterstof bestaat in vrije staat nauwelijks en moet gemaakt worden. Dat vergt veel energie en kosten. Tegelijkertijd is sprake van een lichtontvlambare tijdens transport en distributie onder hoge druk staande stof. Bij de toepassing zal dus op velerlei wijze met vergunningsproblemen en gevaarlijke situaties rekening gehouden moeten worden. De vluchtigheid en ontvlambaarheid van waterstof is tevens aanleiding tot logistieke problemen/kosten, die voorlopig nog lang niet opgelost zijn. De consequenties daarvan zijn, technisch noch economisch, voldoende onderbouwd. Er zijn bovendien alternatieven die serieuze afweging behoeven. Die zijn met name te vinden in de toepassing van biomethanol. We komen daar separaat op terug; 2. De prijsstelling van olie en daarmee gas. In meerdere scenario s, waaronder de miljoenennota 2005, wordt uitgegaan van een olieprijs van $ 50/bl. In de TFE rapportage wordt uitgegaan van $ 40/bl voor Wij zetten daar grote vraagtekens bij. De prioriteit tot actie en daarmee de lat lijkt qua economische ambitie en rekenbasis te laag. We achten dat mede aanleiding tot het te lage ambitieniveau; 3. De sense of urgency. De sense of urgency wordt in het begin van het rapport onderstreept. Tegelijkertijd wordt gerefereerd naar realisatietermijnen en uitstoottargetniveau s die daar niet mee in overeenstemming zijn. De signalen inzake milieu en klimaat en geopolitieke overwegingen zijn te alarmerend om een tempo als in het TFE rapport wordt gesuggereerd toe te staan. Dat kan en moet veel sneller; 4. Het transitiethema groene grondstoffen. De aaname dat grootschalige biomassa verwerking in Nederland zou moeten plaats vinden. Duurzaamheid streeft naar 2
3 het voorkomen van onnodig transport. Er zou dus voorkeur moeten zijn voor het transporteren van hoogwaardige, geconcentreerde eindproducten. Het transporteren van de basisgrondstoffen, dus biomassa, past daar slecht bij en veroorzaakt ongewenste negatieve milieu- en kosteneffecten in transport en overslag. De mogelijkheden biomassa wereldwijd on the spot te verwerken zijn er en verdienen veel meer aandacht. Waardetoevoeging kan dan worden neergelegd op de plek waar dat thuishoort. Welvaart kan daardoor veel beter worden gespreid en kan op die wijze bijdragen aan geopolitieke stabiliteit. Bio methanol, reeds voorgesteld als alternatief voor de waterstofeconomie, zou daarbij een belangrijke rol kunnen spelen. We komen daar separaat op terug. Het beperkte oppervlak van Nederland in aanmerking nemend kan Nederland zich wat biomassa betreft beter concentreren op ontwikkeling, pilotoperatie en replicatie van infrastructurele oplossingen (landbouw/bosbouw) en technische installaties dan op het in Nederland grootschalig verwerken van biomassa. De voor onze suggesties noodzakelijke kennisbasis is aanwezig, maar wordt in de TFE rapportage onvoldoende geadresseerd. In geval de door ons gesuggereerde weg wordt gekozen kan een andere, hoogwaardiger vorm van brede waardetoevoeging worden gegenereerd dan via de huidige gesuggereerde weg. De concurrentiekracht van onze suggestie achten we veel groter. De hier aangehaalde mogelijkheden behoren deel uit te gaan maken van het op pagina 30 van de TFE rapportage aangehaalde acceleratiepakket. De ingredienten ervoor zijn er. Wij komen op dit onderwerp separaat terug. 5. Het transitiethema duurzame mobiliteit. Oplossing van met name het probleem overvolle wegen en luchtvervuiling in de randstad met alle daaraan verbonden consequenties voor klimaat en milieu achten we onvoldoende geadressseerd. De grote en toenemende problematiek vraagt om ingrijpender maatregelen dan voorgesteld. Via andere inrichting van voertuigen is een snellere dan voorgestelde weg mogelijk. Nederland beschikt over unieke mogelijkheden, die onvoldoende worden geadresseerd. Het betreft de zgn. direct drive technologie als een volgende en bepaald niet onbelangrijke stap aansluitend op het hybride voertuig. Het ware goed geweest wanneer daar in de TFE rapportage explicieter aandacht aan was geschonken. Dit te meer rekening houdend met de reeds aangehaalde in Nederland aanwezige kennis. De daarbij aanwezige transitiemogelijkheden zouden gecombineerd kunnen worden met het oplossen van de werkgelegenheidsproblematiek bij NedCar. De daar en bij Mitsubishi (MMC) aanwezige kennis en competentie zou op een unieke wijze bij elkaar gebracht kunnen worden. Ook die ontwikkeling hoort thuis in het acceleratiepakket als gerefereerd op pagina 30 van de TFE rapportage. Wij komen daar separaat op terug. Wat betreft inrichting van infrastructuur vestigen we gaarne de aandacht op het Transrapid Nederland Consortium bestaande uit Siemens Nederland, ABN-AMRO, Koninklijke BAM Groep, Ballast NEDAM en Fluor. Het Randstad Rapid project uitgaand van MagneetZweefTreintechnologie (MZT, zie ) zou de kern kunnen vormen van een echte oplossing van het file- en milieu/verkeersprobleem binnen de Randstad. Het laten aansluiten van het Randstad Rapid traject op bestaande verkeerstracees zou het effect op landschap en omgeving tot een minimum moeten en kunnen beperken. Nog vele andere problemen moeten tevens opgelost worden alvorens sprake kan zijn van een sluitend totaalplan. Met name geldt dat de aansluiting op automobiliteit en ander vormen van openbaar vervoer. Een totaaloplossing lijkt echter aantrekkelijk, de 3
4 moeite van serieuze afweging waard en bij voldoende prioriteitsstelling op overzienbare termijn haalbaar. Ook dit onderwerp hoort thuis in het acceleratiepakket. 6. Zonne-energie. De zon is de grootste energiebron waarover we beschikken. We achten dat onderwerp in de TFE rapportage onvoldoende en eenzijdig belicht. Wij vinden het vreemd dat de energiebron met de allergrootste potentie zo'n lage status heeft in het transitiebeleid, nl. slechts de status van project binnen het transitiepad Hernieuwbare bronnen dat weer een onderdeel is van het thema Duurzame Electriciteitsvoorziening. Waar wordt ingegaan op zonne energie heeft dat bovendien uitsluitend betrekking op de inzet van Photo Voltaic (PV, zonnecellen). Dat bevreemdt ons opnieuw. Er zijn twee basis benaderingen om zonne energie om te zetten in electrische energie: a. Via halfgeleidertechnologie, waarbij licht, niet noodzakelijkerwijs zonlicht, wordt gebruikt om een spanningsverschil te realiseren tussen halfgeleiderlagen. Dat is de PV techniek. De techniek is kostbaar en het zal veel moeite kosten het kostenniveau aanvaardbaar te maken. Toepassing op afgelegen lokaties waarbij de kosten van de aanvoer van electriciteit hoog zijn maakt PV in met met name die situaties economisch aantrekkelijker. Daarvan is echter slechts beperkt sprake; b. Meer directe omzetting van zonnewarmte in electriciteit. Verschillende technieken zijn daarbij beschikbaar. CSP (Concentrating Solar Power) is daarbij de meest in het oogspringende. De stichting GEZEN ( Grootschalige Exploitatie Zonne Energie, ) te Groningen beijvert zich al geruime tijd voor de inzet van CSP en mag zich in toenemende belangstelling verheugen. Voor grootschalige inzet van zonne energie leent CSP zich uitstekend en is daarin veel effectiever dan PV. Bovendien zijn er grote voordelen op het gebied van energievoorzieningszekerheid op korte termijn aan te ontlenen. Wij komen daarop separaat terug. De AER onderkende recentelijk de aantrekkelijkheid van CSP en zond per 3 maart jl. een adviesbrief aan Minister Brinkhorst om zijn aandacht daarvoor te vragen en CSP hoger op de politieke agenda te plaatsen. In de TFE rapportage is daarvan echter niets terug te vinden. Dat bevreemdt ons. Het CSP traject blijkt bovendien gekoppeld aan andere belangrijke strategische overwegingen die aanleiding zijn CSP een plaats te geven in het acceleratiepakket. We komen daar later in dit stuk separaat op terug. 7. Het transitiepad schoon fossiel. De vanzelfsprekendheid, waarmee schoon fossiel als aantrekkelijk alternatief wordt gepropageerd. De opslag van CO 2 wordt aangenomen aantrekkelijk te zijn om met name de inrichting van kolencentrales te rechtvaardigen. Wij hebben daar ernstige twijfels over. Het onderstreept het gebrek aan prioriteit voor echte duurzame oplossingen. Wij hebben kritiek op het feit dat het TFE rapport zwijgt over de grote hoeveelheid energie die nodig is om CO 2 af te vangen, te transporteren en te injecteren. Afhankelijk van aard en lokatie bedraagt dat 10 tot 40% van de primaire opbrengst aan electriciteit. Deze optie brengt bovendien een aanzienlijk risico met zich mee. Immers bij ingrijpende maatschappelijke veranderingen en crisissituaties kan worden besloten van opslag af te zien. In geval wordt ingezet op echte duurzame oplossingen wordt Kurieren am Symptom, hetgeen de CO 2 is, voorkomen en is dat risico niet aanwe- 4
5 zig. Wij vragen ons daarom des te meer af in hoeverre de CO 2 opslagoptie voldoende is onderbouwd. Het rendement op de oplossing is tevens in belangrijke mate afhankelijk van de verhandelbaarheid van CO 2 rechten. Compensatie voor die rechten wordt uiteindelijk afgewenteld op de gemeenschap. Het aanwenden van middelen op investeringen die direct gericht zijn op het inrichten van echt duurzame technologie met aardgas als hoofd fossiele en meest schone en effectieve transitiebrandstof lijkt ons verstandiger. In de behandeling van schoon fossiel missen we in de TFE rapportage ook het ZEPP/EGR/CES project met als pilotlokatie Drachten, waar CO 2 niet alleen zou worden geïnjecteerd, maar ook zou worden gebruikt om nog aanwezig restgas in gasputten onder druk te brengen en uit te drijven. Omtrent die aanpak zijn eerder hoge verwachtingen uitgesproken, die we kunnen delen. Niet winbare gasvoorraden kunnen op die manier alsnog worden gewonnen. Ook dit onderwerp bevelen we aan deel van het acceleratiepakket te maken. 8. Het transitiethema gebouwde omgeving. Naar onze overtuiging heeft dit onderwerp in de TFE rapportage onvoldoende aandacht gekregen. Het achterblijven van de oprichting van een daarop betrekking hebbend platform zal daar ongetwijfeld debet aan zijn. In grote lijnen ontbreekt ook daar echter opnieuw het aanleggen van prioriteiten die tot aanzienlijke versnelling zouden kunnen leiden. Daar liggen meerdere kansen die goed zouden kunnen passen binnen het acceleratiepakket. De EPC (Energie Prestatie Coëfficient) norm is het ijkpunt voor de prestaties op energiegebied binnen de gebouwde omgeving. Een EPC van 0 vertegenwoordigt energieneutrale bouw en is dus 100% duurzaam. De EPC waarde is de graadmeter, de Critical SuccesFactor (CSF), in het bereiken van op energetische gronden duurzame bouw. De vanuit de overheid geëiste EPC bedraagt nu 0,8. Een EPC van 0 blijkt echter op basis van huidige inzichten al mogelijk en praktisch haalbaar. Een veelheid van technische deeloplossingen, maar ook herinrichting van structuren sluit daar op aan. Daar wordt in de TFE rapportage in uitgebreide zin naar gerefereerd zonder daar sluitende, op CSF basis gerelateerde doelstellingen en Critical Performance Indicators (CPI s) aan te verbinden. We hopen dat dat alsnog gebeurt. Wij stellen in het kader van scherpe focus en het definiëren van doelen voor stapsgewijs, binnen een periode van 20-25% jaar, de EPC norm tot 0 terug te brengen en daaraan een via duidelijk CSF/CPI/milestone gestuurd programma te verbinden. Daarop afgestemd zullen alle technische oplossingen vanzelf op hun plek vallen. 9. De kernenergieoptie. Met alle respect voor de toename van de veiligheid rond kerncentrales zijn we niet overtuigd van de noodzaak van die optie in Nederland gebruik te moeten maken. Al die maatregelen hebben het kostenniveau van een kerncentrale behoorlijk opgestuwd. We vragen ons af in hoeverre de investeringskosten nu nog opwegen tegen die van andere alternatieven. Graag verwijzen we daarbij naar een artikel in de New Scientist, 22 april 2006, en naar de rapportage van het Massachusets Institute of Technology (MIT, zie web.mit.edu) die zich ook in die zin kritisch uitlaten. Wij bevelen dan ook aan de inzet van andere opties nogmaals zorgvuldig te toetsen aan de kernenergieoptie. Eventuele inzet van kernenergie zou ook overgelaten kunnen worden aan andere landen, zoals bijv. Frankrijk, die maatschappelijk wat die technologie betreft op 5
6 grotere acceptatie kunnen rekenen en ook qua techniek beter toegerust zijn. Cofinanciering vanuit Nederland is daarbij een optie. Via die weg zou het in Europees verband ook gemakkelijker moeten worden steun te krijgen voor meer bij Nederland passende energie opties. Versterking van de Europese transportinfrastructuur zou dan moeten voorzien in transport en distributie van electriciteit op Europese schaal. Daarop zwaarder inzetten in combinatie met de kernenergie- en eventueel windenergie optie lijkt ons verstandiger. We kunnen ons in Nederland waarschijnlijk de polemiek op kernenergie beter besparen en andere prioriteiten aanleggen. E Aanpassing van transitiethema s, opname van veelbelovende mogelijkheden in het acceleratiepakket Aansluitend op het voorgaande hebben we een drietal concrete en redelijk vergaande suggesties tot aanpassing van transitiethema s. Opname in het acceleratiepakket bevelen we sterk aan. De veelbelovende mogelijkheden geven daar alle aanleiding toe. We zullen ze achtereenvolgens behandelen. E I Het transitiethema groene grondstoffen In de huidige rapportage wordt veel nadruk gelegd op grootschalige verwerking van biomassa in Nederland en de bio ethanol route. Wij achten dat een gedeeltelijk principieel onjuiste, maar ook incomplete benadering. Hoe wij denken over het voortbrengen van bio massa op centrale of decentrale basis hebben we in hoofdstuk C paragraaf 4 reeds aan de orde gesteld. Wij achten decentrale, bij voorkeur kleinschalige, fijnvertakte voortbrenging, mits economisch haalbaar, en dat blijkt mogelijk, verre te verkiezen boven grootschalige, centrale voortbrenging. Dat is dan ook de hoofdroute die we in onze benadering zullen volgen. Het maken van dat soort installaties en inzet van in Nederland ontwikkelde techniek kan via het uitgeven van licenties tot een hefboom effect op wereldschaal leiden. Het maken van bio ethanol is tot nu toe via vergisting en destillatie verbonden aan suiker- en zetmeel houdende stoffen. De effectiviteit en op te brengen concurrentiekracht via die weg is twijfelachtig en vergt grote investeringen. De zgn. tweede generatie bio brandstoffen, waarbij gras, stro, houtafval, stengels van maïs of tarwe als grondstof worden gebruikt zou uitkomst moeten en kunnen bieden. In dat proces wordt dat materiaal eerst omgebouwd tot suikers om vervolgens omgezet te worden in bioethanol. Het zal nog een aantal jaren duren voordat die weg voor praktische toepassing bruikbaar is. E- I a Een nieuw transitiepad: biomethanol Er is een korte, logische en goedkope weg om op grote schaal en op korte termijn biobrandstoffen te maken. Dat zou kunnen via de bio methanol- in plaats van de bio ethanol route. Bio methanol is qua inzet als bio brandstof gelijkwaardig te stellen aan bio ethanol. Bio methanol is als vloeistof op kamertemperatuur in te zetten, is bij normaal gebruik niet giftiger dan benzine en zou, tegen aanzienlijk aantrekkelijker voorwaarden, een volwaardig alternatief voor waterstof als energiedrager kunnen worden. De in de wereld reeds aanwezige biomassa en een daarop in te zetten op grote schaal in te richten voortbrengingsprogramma maakt een dergelijk soort benadering praktisch tevens mogelijk. Bovendien heeft methanol, nu voornamelijk geproduceerd uit aardgas, een veel breder toepassingsgebied als grondstof in de chemische industrie dan ethanol. De wereldmarkt voor 6
7 methanol en dus bio methanol bedraagt al vele miljoenen tonnen op jaarbasis en is sterk groeiend. Wereldwijde inzet van bio methanol kan grote hoeveelheden aardgas besparen. De toepassingen van (bio) methanol kunnen als volgt worden samengevat; 1. Een uitstekende bio brandstof; 2. Een breed toegepaste grondstof voor de chemische industrie; 3. Een toenemende toepassing in brandstofcellen. Met name deze laatste toepassing mag zich in sterk toenemende belangstelling verheugen en sluit aan op het functioneren als alternatief voor waterstof. De meest voor de hand liggende route om bio methanol te maken is via de vergassingsroute. Via een vergassingsmodule, die past in een 9 meter zeecontainer, is het mogelijk synthese gas te maken. Het synthese gas kan via een daaraan gekoppelde methanolmodule, ook weer passend in een 9 meter zeecontainer, worden omgezet in methanol. Om het omzettingsproces te completeren is zuurstofvoorziening nodig. Een derde container van 9 meter is nodig om de zuurstofvoorziening te herbergen. Een volledig zelfstandig draaiende, mobiele, milieuvriendelijke installatie, bestaande uit drie standaard 9 meter zeecontainers, is van die opzet het resultaat. Met de voorgestelde opzet blijkt het mogelijk op jaarbasis ton droge biomassa om te zetten in ton biomethanol. Het droogproces maakt deel uit van de vergassermodule. Op economische gronden is tevens sprake van een aantrekkelijke investeringsmogelijkheid, die zichzelf na een initiële fase en het doorlopen van een leercurve binnen een periode van 2 jaar zou moeten kunnen terug verdienen. Tevens bestaat de mogelijkheid de methanolmodule te vervangen door een kunstmest- of een electriciteit genererende module. Deze opzet maakt het mogelijk zich ontwikkelende landen een grote mate van autonome ontwikkelingsmogelijkheden en lokale waardetoevoeging te verschaffen. Aan de hier voorgestelde installatie kan de kwalificatie Machines that can change the world toegekend worden. Er is sprake van een potentiële wereldmarkt van duizenden stuks. De technologische basis voor het ontwerp is gelegen in Nederland. Uitsluitend concentreren op Nederland zou kortzichtig zijn. Het vroegtijdig in het proces uitgeven van licenties en kennisoverdracht ligt voor de hand. Naast het ontwerp en de inzet van de installaties is sprake van een aantal aanpalende, hoogst interessante ondersteunende gebieden: 1. Herinrichting van land- en bosbouw in de Westerse wereld. Gebleken is dat ook in de Westerse kosten/opbrengstomgeving het mogelijk is op economisch aantrekkelijke basis met de voorgestelde opzet tot economisch aantrekkelijke exploitatie van land- en bosbouw te komen. De ombouw van het Westerse agrarische/bos areaal naar een evenwichtige samenstelling van een op voedsel en energie gebaseerde mix zou goed kunnen passen. Wij vragen daarvoor uitdrukkelijk veel meer aandacht; 2. Ontwikkelingssamenwerking (OS), bosbouw/beheer, agrarische inrichting. OS wordt pas effectief bij maximale waardetoevoeging op de plek waar dat nodig is. Dat schiet nog ernstig tekort. Lokale verwerking van biomassa moet in evenwicht verkeren met de inrichting van de lokale infrastructuur en niet op gespannen voet verkeren met het voortbrengen van voedingsmiddelen. De Nederlandse kennis en inzichten op het gebied van zowel bosbouw/beheer en agrarische inrichting mogen zich verheugen in een goede internationale reputatie. Wij vragen daarvoor uitdrukkelijk meer aandacht; 7
8 3. De logistiek van bio methanol. Onze opzet gaat uit van kleinschalige, mobiele, en op decentrale basis fijnvertakte inrichting. De lokaal geproduceerde grondstoffen kunnen in de eerste plaats lokaal worden aangewend, maar zullen leiden tot grote lokale surplussen, die in wereldwijde stromen ingepast moeten worden. In de Rotterdamse omgeving wordt op grote schaal methanol reeds als grondstof gebruikt. In de nieuwe opzet ligt het voor de hand die methanolstroom zo snel mogelijk om te zetten in bio methanol. Kennis en inzichten in Nederland op het gebied van logistiek lenen zich uitstekend voor toepassing bij het wereldwijd aangaan van de uitdaging de te verwachten bio methanolstromen in goede banen te leiden. Rotterdam zou zich in Europees verband kunnen profileren als het bio methanol centrum binnen Europa. Wij vragen daarvoor uitdrukkelijk aandacht. Wij zullen een formele aanmelding indienen voor een nieuw transitiepad binnen het transietiethema Groene Grondstoffen: het transitiepad Bio Methanol. E II Het transitiethema duurzame mobiliteit, de stap van het hybride voertuig naar het op direct drive gebaseerde all electric vehicle. In hoofdstuk C paragraaf 5 gingen wij reeds in op duurzame mobiliteit. Daarbij refereerden we naar mogelijkheden tot ingrijpende infrastructurele inrichting. Wij bevelen sterk aan dat op te nemen op het acceleratiepakket, maar gaan daarop in dit verband niet verder in. Wel willen we ingaan op voertuiginrichting en daarmee op korte termijn te bereiken resultaten, waarmee aanzienlijk sneller is te scoren dan in de TFE rapportage wordt gesuggereerd. Het gaat daarbij in principe om het versneld bereiken van het all electric vehicle in combinatie met een op milieuvriendelijke basis ingerichte brandstofcelaandrijving. In de huidige generatie hybride voertuigen wordt nog steeds uitgegaan van de conventionele opzet van centrale aandrijving. Via versnelling, koppeling en differentieel wordt het aandrijvend vermogen op de wielen gebracht. Afhankelijk van de situatie wordt het voertuig electrisch of via een verbrandingsmotor aangedreven. Het vermogensverlies blijkt veel groter dan verondersteld en leidt tot ongewenst complexiteit. Voor meer informatie verwijzen we naar de site E II a Een nieuw transitiepad: Direct Drive technologie Een conceptueel veel betere opzet is de zogenaamde Direct Drive technologie. Bij het direct drive voertuig wordt het vermogen direct aan een willekeurig te kiezen aantal wielen ( 2, 4 of meer) toegevoerd. Het wiel functioneert enerzijds als electromotor, anderzijds, door ompoling, als generator bij afremmen. Het bij afremmen gegenereerde vermogen wordt gebruikt om een accu op te laden. Deze ontwikkeling gaat een belangrijke stap verder dan het hybride voertuig en opent veelbelovende perspectieven. De hier gerefereerde opzet is qua basisconcept al meer dan honderd jaar bekend. De huidige doorbraak is een afgeleide van de grote versnelling die de accumulator- en electronische besturingstechnieken over de afgelopen jaren hebben gezien en die nodig waren om het direct drive concept praktisch bruikbaar te maken. De vermogensopwekking kan in het direct drive concept op verschillende manieren plaats vinden. De volgende alternatieven zijn aanwezig: 8
9 1. De in het voertuig aanwezige accu functioneert als de enige energiedrager. De accu wordt regelmatig opgeladen, of verwisseld. Dat kunnen aan lokale, vaste infrastructuur gebonden oplaadpunten zijn, maar kan ook worden gebaseerd op accu-uitwisselstations, vergelijkbaar met tankstations; 2. Het voertuig wordt uitgerust met een kleine verbrandingsmotor. De verbrandingsmotor kan willekeurig worden gekozen, is weinig kritisch, kan continue draaien op het meest efficiente werkpunt met de laagst mogelijke uitstoot en drijft een generator aan. De generator houdt de accu continue op niveau en levert surplus vermogen bij acceleratie. Een motor draaiend op bio methanol zou perfect kunnen aansluiten op de onder hoofdstuk E I aangegeven bio energie route; 3. Het voertuig wordt in plaats van met een verbrandingsmotor uitgerust met een brandstofcel. De generator vervalt in die opzet, de brandstofcel levert direct electrisch vermogen aan de accu. Uitwisselbaarheid van de set verbrandingsmotor/generator met brandstofcel zou in principe mogelijk moeten zijn. Ook de brandstofcel zou qua voeding op bio methanol kunnen draaien. Bio methanol blijkt ook wat deze toepassing betreft dus een sleutelrol te vervullen. Wij vragen daarvoor uitdrukkelijk aandacht en dringen aan op opname in het acceleratiepakket. De in Nederland aanwezige combinatiemogelijkheden zijn uniek te noemen. We kunnen dat als volgt schetsen: 1. De combinatie ontwikkeling bio methanol route en voertuigaandrijving. Binnen voorgaande tekst is dat intussen voldoende toegelicht; 2. De in Nederland aanwezige, combineerbare technische mogelijkheden. De direct drive technologie heeft een sterke Nederlandse basis. Bij de technische inrichting van windmolens ten behoeve van energieopwekking speelt voor toekomstige generaties die techniek o.a. ook een belangrijke rol. Op voertuiggebied is sprake van een speerpunt ontwikkeling en doorbraak bij e- Traction te Apeldoorn ( ). De volgende resultaten zijn daarbij op prototype bussen, door TNO getest, intussen bereikt: a. Een brandstofbesparing van 65%; b. Een vermindering in uitstoot van schadelijke stoffen met 80-90%; c. Een vermindering van geluidsnieau van 80 naar 60 Db. We zijn verbaasd over het ontbreken van referentie naar deze ontwikkelingen en mogelijkheden binnen de TFE rapportage, vragen daarvoor dringend aandacht en bevelen opname in het acceleratiepakket aan. Wij zullen een formele aanvraag indienen om de direct drive technologie de status project te geven binnen het transitiethema duurzame mobiliteit. 3. De situatie bij NedCar/Mitsubishi (MMC). Deze situatie is enerzijds een bedreiging, anderzijds een geweldige kans. MMC houdt zich parallel aan e-traction bezig met de ontwikkeling van direct drive technologie binnen het kader van hun MIEV (Mitsubishi In-wheel Electric Vehicle) concept. Dit MIEV concept start juist op kleinere voertuigen. Het Japanse testvoertuig heeft het Colt model als basis. Juist de combinatie van de toch wel veronderstelde superieure technische positie van e-traction, uitgaand van grotere voertuigen, met de MMC ontwikkeling, uitgaand van kleinere voertuigen, zou tot een geweldige combinatie, die de kwalificatie Machines that can change the world opnieuw verdient, kunnen leiden. Wij verzoeken daarvoor dringend aandacht. 9
10 E III Het transitiepad zonne-energie E III a Nieuw transitiepad: Concentrating Solar Power, CSP. In hoofdstuk C II paragraaf 6 haalden we reeds het ontbreken van de CSP route in de het transitiepad Hernieuwbare energiebronnen van het transitiethema Duurzame Electriciteitsvoorziening aan. De conclusies van de Algemene EnergieRaad (AER) in hun rapportage Energiek buitenlands beleid en de aanbevelingen in hun adviesbrief d.d. 3 maart jl. inzake CSP aan de Minister van Economisch Zaken doen iets geheel anders verwachten. Dat bevreemdt ons. Ondanks de mogelijke veronderstelling dat Nederland bij gebrek aan zonnestraling met voldoende intensiteit niet op CSP zou moeten inzetten zijn er strategische overwegingen die tot geheel andere conclusies aanleiding zouden moeten geven. Er ligt namelijk een verrassende link tussen de korte termijn aardgasvoorzieningszekerheid met Nederland Gasland als drijver, de ontwikkeling van Europese duurzame electriciteitsvoorziening en Europese samenwerking. We zullen dat nader toelichten. Europa is voor de korte en middellange termijn energievoorzieningszekerheid in hoge mate afhankelijk van landen buiten Europa. Dat zijn lang niet altijd politiek stabiele landen. Rusland speelt daarbij een sleutelrol. Dat houdt een groot risico in. De recente gebeurtenissen rond de gasvoorziening van Rusland aan de Oekraïne/West Europa zijn o.a. een voorbeeld van dat risico. De afhankelijkheid van Rusland als leverancier van energie is echter vrijwel onontkoombaar. De ontwikkeling van alternatieven is daarom des te belangrijker. De CSP transitieroute biedt die mogelijkheid. Aardgas is de schoonste en meest effectieve fossiele brandstof en verdient als transitiebrandstof in het bijzonder aandacht. Nederland bevindt zich inzake aardgas in Europees op een sleutelpositie. Dat kan als volgt worden samengevat: 1. Ongeveer 1/3 van alle binnen Europa aanwezige gasvoorraden ligt op Nederlands grondgebied; 2. Nederland speelde in de ontwikkeling van het Europese aardgas transport- en distributienetwerk een sleutelrol en beschikt over strategische kennis. In de opbouw van het aardgasnetwerk is de Nederlandse strategische positie belangrijk; 3. De Nederlandse gasvelden lenen zich uitstekend voor tijdelijke opslag van aardgas en kunnen in geval van onzekere situaties een belangrijke bufferfunctie vervullen. Nederland heeft dan ook de ambitie en de pretentie in Europees verband naar de toekomst de al bestaande strategische positie op het gebied van aardgas verder uit te breiden. Binnen Europa zou voor die positie brede steun verworven moeten worden. Een optie is misschien het kernenergieprogramma in co-operatie met en in Frankrijk te realiseren in ruil voor hun steun voor Nederland Gasland en CSP ontwikkeling. De Nederland Gasland ambitie baseren op uitsluitend aanvoer van aardgas vanuit Rusland zou onverstandig zijn. De dichstbijzijnde alternatieve bronnen bevinden zich in Noord Afrika, met aardgasreserves groter dan geheel West Europa en een gebied bovendien dat zich bij uitstek leent voor het op grootschalige basis inrichten van CSP. De politieke invloed van Frankrijk in dat gebied kan bovendien positief werken in relatie tot de in vorige alinea aangehaalde kruisbestuiving met kernenergie. Onze gedachtengang is nu als volgt samen te vatten: 10
11 1. Ontwikkel naast een zo goed mogelijke relatie met Rusland een nauwe relatie met Noord Afrikaanse landen. Dat betreft dan met name Algerije, Tunesië en Libië. Koppel die relatie aan lange termijn levering van aardgas naar Europa via Nederland en de gezamenlijke ontwikkeling van grootschalige omzetting van zonne energie in electrische energie; 2. Koppel aan de lange termijn levering van aardgas uit Noord Afrika de gezamenlijke ontwikkeling van grootschalige zonne energie op basis van CSP. Die grootschalige ontwikkeling kan enerzijds worden aangewend voor lokale toepassing, maar anderzijds bij voldoende groei een belangrijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de Europese energievoorziening. Ter illustratie: een gebied kleiner dan de Benelux in de Sahara gebruiken om voor CSP noodzakelijke zonnespiegels te plaatsen zou reeds geheel Europa van electrische energie kunnen voorzien. Zelfs bij inrichting van alle transportvoorzieningen nodig om CSP stroom vanuit Noord Afrika naar Europa te brengen blijkt dat op economisch goede gronden op overzienbare termijn aantrekkelijk. Verbeterd inzicht in electriciteitstransport via High Voltage DC en vermogenselectronica faciliteert het transport en maakt kostenverlaging ook daarop mogelijk. 3. Draag zorg voor een logistieke infrastructuur, noodzakelijk om inpassing van Noord Afrikaans en Russisch aardgas op een soepele wijze mogelijk te maken. Daarvoor zijn meerdere alternatieven aanwezig. Vanuit Rusland ligt transport op basis van hoge druk transportleidingen voor de hand. Vanuit Noord Afrika lijkt transport op basis van LNG (Liquified Natural Gas) een redelijk alternatief. De capaciteit van LNG terminals en transportcapaciteit schiet op dit moment aan de aanbod-, zowel als de vraagzijde tekort. Uitbreiding van die capaciteiten ligt dan ook voor de hand. In Nederland is nu sprake van twee in principe geplande LNG terminals, één op de Maasvlakte, één aan de Eemsmond. De bezetting van beide terminals is uiteraard een voorwaarde om tot economisch aantrekkelijke exploitatie aanleiding te kunnen geven. De strategische alliantie met Noord Afrika zou in combinatie met gezamenlijke CSP ontwikkeling daarvoor de basis kunnen leggen. De geschetste aanpak inzake de combinatie aardgas/csp is complex en eist de betrokkenheid van vele partijen. Binnen de rapportage van de TFE had dit onderwerp daarom bijzondere aandacht moeten krijgen. We hopen van harte dat dat alsnog gebeurt en bevelen opname in het acceleratiepakket sterk aan. Overigens vestigen we tenslotte graag uw aandacht op bijgaande strategische analyse die in meer detail een overzicht geeft van de overwegingen die bij inrichting van de combinatie aardgas/csp/noord Afrika een belangrijke rol zouden moeten en kunnen spelen. Van de kant van de Stichting ter bevordering van Grootschalige Exploitatie van Zonne- ENergie (GEZEN) hebben wij vernomen dat zij op korte termijn een nieuw transitiepad Concentrating Solar Power (CSP) gaan indienen bij het transitieplatform Duurzame Electriciteit. Wij ondersteunen die indiening van harte. Heecon Business Development BV, Ir Jan C.G. Heetebrij, Managing Partner Hurwenen, 17 mei 2006 tel , mobile , 11
De Zon Moeder van alle energie
De Zon Moeder van alle energie Concentrating Solar Power (CSP) De meest directe weg om zonne-energie in bruikbare energie om te zetten - Wat is CSP - De potentie - De problemen - De oplossingen - De plaats
Nadere informatieFeeding the world with solar power.
Feeding the world with solar power. inteqnion-solar.com Zonne-energie. Duurzame energiebron van de toekomst. De markt voor energievoorziening is volop in beweging. Fossiele brandstoffen als gas en olie
Nadere informatie1.6 Alternatieve aandrijving
1.6 Alternatieve aandrijving In deze paragraaf worden alternatieve aandrijvingen behandeld. Er wordt dieper ingegaan op elektrische aandrijving waarbij batterijgestuurde aandrijving en aandrijving door
Nadere informatieBiomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie
Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!
Nadere informatieWat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen CO2-afvang en -opslag (CCS*)?
Nederland de argumenten en CO2-afvang Nederland de argumenten en CO2-afvang Nederland de argumenten en CO2-afvang Nederland de argumenten en CO2-afvang Nederland de argumenten en CO2-afvang Nederland de
Nadere informatieBioWanze De nieuwe generatie
BioWanze De nieuwe generatie BioWanze in het kort De grootste producent van bio-ethanol in België met een jaarlijkse capaciteit van maximum 300.000 m³ bio-ethanol. Het nieuwe generatie proces verzekert
Nadere informatieFOSSIELE BRANDSTOFFEN
FOSSIELE BRANDSTOFFEN De toekomst van fossiele energiebronnen W.J. Lenstra Inleiding Fossiele energiebronnen hebben sinds het begin van de industriele revolutie een doorslaggevende rol gespeeld in onze
Nadere informatieProf. Jos Uyttenhove. E21UKort
Historisch perspectief 1945-1970 Keerpunten in de jaren 70 oliecrisis en milieu Tsjernobyl (1986) ramp door menselijke fouten Kyoto protocol (1997) (CO 2 en global warming problematiek) Start alternatieven
Nadere informatieEnergietransitie bij Mobiliteit
Energietransitie bij Mobiliteit Aanpak openbaar vervoer in Zuid-Holland Jan Ploeger Presentatie voor Inspiratiedag KPVV 15 oktober 2015 In Zuid-Holland is pas 2,2 % van het energieverbruik duurzaam. Nationale
Nadere informatie2016-04-15 H2ECOb/Blm HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling
HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling Op de internationale milieuconferentie in december 2015 in Parijs is door de deelnemende landen afgesproken, dat de uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieGas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)
Gas op Maat De maatschappij is op weg naar een CO 2 -neutraal energiesysteem. De gassector wil graag bijdragen aan het behalen van deze doelstelling. In de transitieperiode is de rol van aardgas maatwerk:
Nadere informatie4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting
5,2 Samenvatting door Syb 763 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Natuurkunde Methode Pulsar Natuurkunde H6 Samenvatting PARAGRAAF 1 Er zijn veel verschillende soorten energie: Bewegingsenergie
Nadere informatiePerspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas
Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas Aardgas als transitiebrandstof of transitie van een brandstof? Marcel Weeda, ECN AkzoNobel Center, Amsterdam VEMW seminar, 22 april 2016 www.ecn.nl
Nadere informatiewaterstof waarmee de elektromotor van de auto wordt aangedreven - auto's voorzien van een brandstofcel die elektrische energie produceert uit
Hoe overleeft de auto de energietransitie? 1 Inleiding De energietransitie - dus de overschakeling van het gebruik van fossiele brandstoffen naar dat van duurzame middelen voor energieopwekking - zal consequenties
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieWat vraagt de energietransitie in Nederland?
Wat vraagt de energietransitie in Nederland? Jan Ros Doel/ambitie klimaatbeleid: Vermindering broeikasgasemissies in 2050 met 80 tot 95% ten opzichte van 1990 Tussendoelen voor broeikasgasemissies Geen
Nadere informatieOp weg naar. Doetinchem, 8 maart 2018
Op weg naar Doetinchem, 8 maart 2018 Agenda VDL Pieter Bastiaansen Mogelijkheden en ontwikkelingen batterij-elektrisch en waterstof-elektrisch Suez Edwin Kramer Batterij-elektrisch en waterstof-elektrisch
Nadere informatieLucas Reijnders. Hoogleraar Milieukunde Universiteit van Amsterdam
Lucas Reijnders Hoogleraar Milieukunde Universiteit van Amsterdam Ruimte voor duurzame energie L. Reijnders Duurzame energie & energieverbruik wereldwijd Zonne-energie: ~ 121300x 10 12 Watt Windenergie:
Nadere informatieGoeree-Overflakkee geeft energie. Managementsamenvatting van de route naar een energieleverend eiland
Goeree-Overflakkee geeft energie Managementsamenvatting van de route naar een energieleverend eiland Koploper Goeree-Overflakkee werkt voortvarend aan de energietransitie en is daarmee koploper in Nederland.
Nadere informatieMondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN
Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Referentiescenario De WETO-studie (World Energy, Technology and climate policy Outlook 2030) bevat een referentiescenario
Nadere informatieBiomassa: brood of brandstof?
RUG3 Biomassa: brood of brandstof? Centrum voor Energie en Milieukunde dr ir Sanderine Nonhebel Dia 1 RUG3 To set the date: * >Insert >Date and Time * At Fixed: fill the date in format mm-dd-yy * >Apply
Nadere informatieLogistieke toepassingen van waterstof binnen Colruyt Group
Logistieke toepassingen van waterstof binnen Colruyt Group Ludo Sweron 29 februari 2012 slide 1 Visie duurzaam ondernemen Colruyt Group Samen duurzaam meerwaarde creëren door waardengedreven vakmanschap
Nadere informatieAlternatieve energiebronnen
Alternatieve energiebronnen energie01 (1 min, 5 sec) energiebronnen01 (2 min, 12 sec) Windenergie Windmolens werden vroeger gebruikt om water te pompen of koren te malen. In het jaar 650 gebruikte de mensen
Nadere informatieHeeCon Business Development
Aan: zie verzendlijst aan einde document Van: Ir Jan C.G. Heetebrij Odw: Strategische overwegingen hoe gasvoorziening en CSP te gebruiken om de combinatie Nederland Gasland en Nederland Duurzaam maximaal
Nadere informatieProject Transumo A15 Van Maasvlakte naar Achterland Innovatie input TU Delft
Project Transumo A15 Van Maasvlakte naar Achterland Innovatie input TU Delft Satish K. Beella, René van Someren september 2008 Inhoudsopgave Introductie 3 Schematisch overzicht transportpreventie (goederen)
Nadere informatieNEW BUSINESS. Guy Konings
2015 Guy Konings Stedin is verantwoordelijk voor transport van gas en elektriciteit in West Nederland Onze missie: Altijd energie voor onze klanten, vandaag en morgen. Simpel, betaalbaar en duurzaam KERNGETALLEN
Nadere informatieDuurzame energie in balans
Duurzame energie in balans Duurzame energie produceren en leveren binnen Colruyt Group I. Globale energievraag staat onder druk II. Bewuste keuze van Colruyt Group III. Wat doet WE- Power? I. Globale energievraag
Nadere informatieLBW 2006. Copyright. De route naar betrouwbare, betaalbare en schone energie
LBW 2006 Copyright Zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Lukkes Business Writing is het niet toegestaan deze tekst en berichtgevingen die verstrekt worden via deze site op enigerlei wijze
Nadere informatieMarkstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen
Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen September 12, 2012 Deze marktstudie werd uitgevoerd in samenwerking met Gfk Significant uit Leuven. 1 Gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden geïnterviewed.
Nadere informatieWilt u warmte en elektriciteit. res-fc market
Wilt u warmte en elektriciteit res-fc market Het project Het EU-project RES-FC Market wil de marktintroductie van brandstofcelsystemen voor huishoudens (FCHS) die gebruik maken van hernieuwbare energie
Nadere informatieSTARTDOCUMENT. 1. De kracht van samenwerking. 2. Waarom een NWP
STARTDOCUMENT 1. De kracht van samenwerking Deltalinqs Energy Forum, Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam, Havenbedrijf Eemsmond, Energy Valley, Stichting Zero Emissie Busvervoer, RAI Platform
Nadere informatieGemeente Ede energieneutraal 2050
De gemeente Ede wil uiterlijk in 2050 energieneutraal zijn. Dit betekent dat we alle energie die in onze gemeente wordt gebruikt op een schone (hernieuwbare) manier willen opwekken. Dat doen we het liefst
Nadere informatiePresentatiegehoudenop 11 april2017 tijdensde bijpraatsessiemet de burenvan Aardgasbuffer Zuidwending
Presentatiegehoudenop 11 april2017 tijdensde bijpraatsessiemet de burenvan Aardgasbuffer Zuidwending Zuidwending, 11 april 2017 1 Henk Abbing: directeur EnergyStock, een 100% Gasunie-dochteren eigenaar
Nadere informatiePraktische opdracht ANW Biobased economy keuzekaart
Praktische opdracht ANW Biobased economy k Praktische-opdracht door een scholier 1807 woorden 26 juni 2011 4,7 3 keer beoordeeld Vak ANW Keuzeopdracht ANW Jan H. 4V SGL 09-06-2011 Biobased Economy Het
Nadere informatieIntroductie. ir. Frank Rieck
Schone mobiliteit vanuit marktperspectief Sprekers: Frank Rieck, Hogeschool Rotterdam John Akkerhuis, Gemeentewerken Rotterdam Otto Friebel, Van Gansewinkel Ad van Merrienboer, VDL Bus&Coaches Time keeper:
Nadere informatieInsights Energiebranche
Insights Energiebranche Naar aanleiding van de nucleaire ramp in Fukushima heeft de Duitse politiek besloten vaart te zetten achter het afbouwen van kernenergie. Een transitie naar duurzame energie is
Nadere informatieAmsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz
RAI PTM - bijeenkomst Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz 1 Stedin Netbeheer is verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit in West Nederland Onze missie: duurzame energie voor iedereen
Nadere informatieDe ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016
De ontwikkeling van Smart grids Our common future Prof.dr.ir. Han Slootweg 30 september 2016 Agenda Het energiesysteem Verduurzaming van het energiesysteem De energietransitie Smart Grids 2 Energievoorziening
Nadere informatieBiobased economy in het Groene Hart
Biobased economy in het Groene Hart Energie & Bio/Groen Gas 27 juni 2013, Langeraar, Michiel van Galen Inhoud Landelijke doelen energie en beleid Stimuleringsbeleid Groen Gas Het proces Stand van zaken
Nadere informatieEnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16
EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI
Nadere informatieProvinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL
Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in
Nadere informatie100% groene energie. uit eigen land
100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse
Nadere informatieCO 2 Reductie doelstellingen
CO 2 Reductie doelstellingen Gebr. Griekspoor BV Innovatief Proactief Duurzaam Betrokken Nieuw-Vennep 5 november 2013 Dilia van der Want. Afdeling KAM Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave
Nadere informatieKernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)
Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere
Nadere informatieFotoverslag Gesprek 1 Stadsgesprek Duurzame energie Rijnenburg
Fotoverslag Gesprek 1 Stadsgesprek Duurzame energie Rijnenburg In dit document geven we de foto s weer van gesprek 1, in de volgorde zoals die zijn opgehangen. De tekst die er bij staat is een weergave
Nadere informatieEnergievoorziening Rotterdam 2025
Energievoorziening Rotterdam 2025 Trends Issues Uitdagingen 9/14/2011 www.bollwerk.nl 1 Trends (1) Wereld energiemarkt: onzeker Toenemende druk op steeds schaarsere fossiele bronnen Energieprijzen onvoorspelbaar,
Nadere informatieTransitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa. Ir. Harry A. Droog
Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa Ir. Harry A. Droog Voorzitter Platform Duurzame Electriciteitsvoorziening Biomassa meestook symposium, 27 mei 2010, Amsterdam
Nadere informatieStichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer
Stichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer T.a.v. Klimaat Jury Wieke de Jong Executive assistant Directie Projectondersteuning Betreft: Pleit Nota Springtij -2017 Groen Gas Nederland Beste
Nadere informatieBioethanol in den Niëderlanden
Bioethanol in den Niëderlanden Nationale Ziele und Bioethanol für Mobilität Age van der Mei 13 december 2007 DUINN Age van der Mei. Dit werk is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit dit stuk mag worden
Nadere informatieOverzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.
1 Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 2 Colofon Dit is een uitgave van Quintel Intelligence in samenwerking met GasTerra en Uitleg & Tekst Meer informatie Kijk voor meer informatie
Nadere informatieWaterstof als transportbrandstof
Waterstof als transportbrandstof Valkuilen en aanbevelingen Hans van Wermeskerken Rotterdam, 9 oktober 2013 NWBA/Ecomobiel Discipline naam [1] Ballast Nedam Oorsprong Ballast (1877) en Nedam (1899) Fusie
Nadere informatieHoe kan innovatie helpen?
Themabijeenkomst 16 december: Luchtvervuiling, en hoe houden wij Nederland mobiel? Verkeer Toenemende en invloed luchtvervuiling: van milieu-eisen op de sector hoe kan 2 Inhoud Waar komen verkeersemissies
Nadere informatieChange. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine
Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Nederland is verslaafd aan fossiele energie, zeker in vergelijking met landen om ons heen, vertelt Paul Korting, directeur van ECN. Er zijn genoeg scenario
Nadere informatieWaterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie
Waterstof Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie Jörg Gigler & Marcel Weeda TKI Nieuw Gas Waterstofbijeenkomst
Nadere informatieFleetclub van 100. Welkom
Fleetclub van 100 Welkom Fleetclub van 100 Welkom Michel Dudok Manager Fleetsales & Leasing Doel van deze workshop Na afloop van de workshop bent u op de hoogte van De achtergronden, techniek en actuele
Nadere informatieZonder Energieopslag geen Energietransitie. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel WKO-Manifestatie / 30 Oktober 2013
Zonder Energieopslag geen Energietransitie Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel WKO-Manifestatie / 30 Oktober 2013 Duurzame Energie Koepel 6 brancheorganisaties (wind, zon, bodemenergie, bio, warmtepompen,
Nadere informatieParkstad Limburg EnergieTransitie (PALET)
Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET) Startbijeenkomst Energiestrategie Midden-Holland Woensdag 22 juni 2016 Workshopronde I sessie C Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET) GR: samenwerking van
Nadere informatieELW. Dé compacte oplossing in uw energievraagstuk. Productinformatie Remeha ELW
ELW Dé compacte oplossing in uw energievraagstuk Verwarm voortaan op een efficiënte manier! Het WKK-principe (warmtekrachtkoppeling) dat de Remeha ELW toepassing biedt is zowel geniaal als voor de hand
Nadere informatieTransitie naar een. CO -neutrale toekomst
Transitie naar een CO -neutrale toekomst 2 CO 2 reductie van bron tot gebruiker Steeds méér duurzame energie, maar niet minder CO 2 -uitstoot KLIMAATVERDRAG VAN PARIJS In het verdrag van Parijs werd afgesproken
Nadere informatieRijden op H2 is meer dan een andere bus Op weg naar een schone toekomst. Kivi Niria congres Sustainable Mobility
Rijden op H2 is meer dan een andere bus Op weg naar een schone toekomst Kivi Niria congres Sustainable Mobility Rob van der Sluis 1 Van fossiel naar duurzaam Andere brandstof / energiedrager Andere infrastructuur
Nadere informatieGoedkoopste alternatief op dit moment De grond onder de molens is gewoon te gebruiken Eigen coöperatie mogelijk (zelfvoorziening)
WIND OP LAND 11% (10% BESCHIKBAAR LANDOPPERVLAK) VOORDELEN Goedkoopste alternatief op dit moment De grond onder de molens is gewoon te gebruiken Eigen coöperatie mogelijk (zelfvoorziening) NADELEN Bij
Nadere informatieBeheer van energie en broeikasgas
Beheer van energie en broeikasgas binnen de Europese doelstellingen voor 2050 De CONCLUSIES volgen 30 maart 2014 Hebben wij de energie om 2050 schoon te halen? slotcongres 1 Beheer van energie en broeikasgas
Nadere informatieENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019
ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:
Nadere informatieEnergie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030
IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk
Nadere informatieVoortgang CO 2 Reductie doelstellingen
Voortgang CO 2 Reductie doelstellingen M. van der Spek Hoveniers BV Benthuizen 30-10-2015 Hendrik-Jan Konijn Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave 0.0 Inhoud 1.0 Inleiding 2.0 Referentie
Nadere informatieWORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN
WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN In het kader van de WETO-H2-studie is een referentieprognose van het wereldenergiesysteem ontwikkeld samen met twee alternatieve scenario's, een
Nadere informatieKlimaatverandering en onze voedselzekerheid
Klimaatverandering en onze voedselzekerheid Prof. Dr. Martin Kropff Rector Magnificus Wageningen University Vice-president Raad van Bestuur Wageningen UR Ons klimaat verandert Ons klimaat verandert Oplossingsrichtingen
Nadere informatie(autogas en propaan)
Petitie Geen accijnsverhoging LPG (autogas en propaan) De Vereniging Vloeibaar Gas (VVG) vraagt u de voorgenomen accijnsverhoging op LPG met 0,07 per liter naar 0,18 per liter per 1 januari 2014 niet door
Nadere informatie6,3. Werkstuk door een scholier 1843 woorden 2 december keer beoordeeld. Inleiding
Werkstuk door een scholier 1843 woorden 2 december 2003 6,3 32 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Energie is iets dat altijd in de buurt is. Bijvoorbeeld een boterham eten, tanken en wassen. Het meeste
Nadere informatieTraject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid
Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Lieven Van Lieshout Econext 8 april 203 Uitdagingen van het energiebeleid Bron: IEA, WEO 202 2 Uitdagingen van het energiebeleid Bron : EC, Impact
Nadere informatieen uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018
Energie-infrastructuur: overzicht en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Indeling De drie fasen van ordening en regulering infrastructuur Nederland doorvoerland Wat is de opgave? Investeringen
Nadere informatieENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA
ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom
Nadere informatieNet voor de Toekomst. Frans Rooijers
Net voor de Toekomst Frans Rooijers Net voor de Toekomst 1. Bepalende factoren voor energie-infrastructuur 2. Scenario s voor 2010 2050 3. Decentrale elektriciteitproductie 4. Noodzakelijke aanpassingen
Nadere informatieSamenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5
Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5 Samenvatting door R. 956 woorden 12 oktober 2015 7,4 4 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Paragraaf 1 De belangrijkste energiebronnen in huis zijn elektriciteit en aardgas. De meeste
Nadere informatiePlanning 2019 tot 2022
Planning 2019 tot 2022 Hoe gaan we VAN Gas NAAR Waterstof? 1 Waterstofplannen eind 2019 klaar 2 Daarna besluit toepassen in Nijstad-Oost Met consortium van partijen ontwikkelen waterstof Cv-ketel 3 Realisatie
Nadere informatieBiomassa WKK in de glastuinbouw
Management samenvatting Biomassa WKK in de glastuinbouw Evaluatie van transitieroutes Februari 2005 Auteurs Opdrachtgevers : Ir. Joep Coenen, Cogen Projects Ir. Stijn Schlatmann, Cogen Projects : Productschap
Nadere informatieSchooljaar: 2015-2016 TRANSPORT 3.3. Veiliger, groter en sneller KLAS 2A 2B 2C 2D 2G. Algemene Techniek Mnr. Baromeo
Schooljaar: 2015-2016 TRANSPORT 3.3 Veiliger, groter en sneller KLAS 2A 2B 2C 2D 2G Algemene Techniek Mnr. Baromeo 3.3.1. Veiliger Tegenwoordig worden de transportmiddelen veiliger, sneller en de laadruimte
Nadere informatieSTRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA
STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert
Nadere informatiePower to gas onderdeel van de energietransitie
Power to gas onderdeel van de energietransitie 10 oktober 2013 K.G. Wiersma Gasunie: gasinfrastructuur & gastransport 1 Gastransportnet in Nederland en Noord-Duitsland Volume ~125 mrd m 3 aardgas p/j Lengte
Nadere informatieKwantitatieve verkenning van het potentieel voor LNG in de binnenvaart. Martin Quispel, DCMR Schiedam 28 maart 2017
Kwantitatieve verkenning van het potentieel voor LNG in de binnenvaart Martin Quispel, DCMR Schiedam 28 maart 2017 Achtergrond Verkennende studie uitgevoerd door STC-NESTRA en EICB in opdracht voor het
Nadere informatieFactsheet: Dong Energy
Factsheet: Dong Energy Holding/bestuurder Type bedrijf Actief in Markt Bedrijfsprofiel Dong Energy Producent/leverancier elektriciteit (en aardgas) Europa Consumenten/zakelijk - Omzet 900 miljoen (NL)/9
Nadere informatieMilieuvriendelijke voertuigtechnologieën
Milieuvriendelijke voertuigtechnologieën Studiedag elektrische wagens en laadpalen 31 mei 2012 Overview Mobimix.be? Duurzaam vlootbeheer? Technologie Milieuprestaties Financieel Conclusies + vragen Overview
Nadere informatieActiviteiten van leveranciers van biobrandstoffen, ontwikkelingen en toekomstverwachtingen
Activiteiten van leveranciers van biobrandstoffen, ontwikkelingen en toekomstverwachtingen Eric van den Heuvel 18 maart 2015 Presentatie tijdens het Truck van de Toekomst evenement - Hardenberg Inpakken
Nadere informatieVloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015
Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen Jan Van Houwenhove 3 December 2015 Agenda Cryo Advise Aardgas - eigenschappen Voordelen Uitdagingen Cryo Advise advies voor LNG systemen
Nadere informatieWaterstof: de energiedrager van de toekomst. Frank de Bruijn. Waterstof. Een Gas Kleurloos;Geurloos;Niet Giftig; Brandbaar
Waterstof: de energiedrager van de toekomst Frank de Bruijn www.ecn.nl Waterstof Een Gas Kleurloos;Geurloos;Niet Giftig; Brandbaar Hoge energie dichtheid op gewichtsbasis Lage energiedichtheid op volumebasis
Nadere informatieJan Schouten. Volvo Truck Nederland
Jan Schouten Quality Safety Environmental care A company driven by strong core values CO 2 -neutrale productie Eerste 100 % CO 2 -neutrale truckfabriek in Gent Windenergie, zonne-energie, biobrandstoffen
Nadere informatieEEN «CARBON CREDIT CARD» OM BELGEN WAKKER TE MAKEN
EEN «CARBON CREDIT CARD» OM BELGEN WAKKER TE MAKEN «Het is noodzakelijk dat de Belgen hun verbruik en aankoop van goederen en diensten aanpassen» Age quod agis Belgium Climate Team: Ir. Philippe DELAISSE
Nadere informatieMIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE
MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE 2010-2020 POSITIONERING DELTALANDSCHAP 2010 BESTAANDE TOEKOMST DELTALANDSCHAP 2010-2020 STRUCTUURBEELD DELTALANDSCHAP 2020 POSITIONERING STEDELIJKE DELTA 2010
Nadere informatieWie zijn wij? Esso brandstoffen. Eigen tankstations. Brandstoffen. Strategische voorraad tot 23 miljoen liter. Levering binnen uur
Welkom In 1948 begonnen in Groot-Ammers Smeermiddelen Brandstoffen Wie zijn wij? Esso brandstoffen Eigen tankstations Strategische voorraad tot 23 miljoen liter Levering binnen 24-48 uur Eigen logistiek
Nadere informatieVertaling strategische Visie Biomassa 2030 naar Klimaattafels
Aan Klimaatberaad Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Directie Klimaat Datum 21 november 2018 1 DGETM-K/18287026 Vertaling strategische Visie Biomassa 2030 naar Klimaattafels Managementsamenvatting
Nadere informatieWaterstofmobiliteit: status en uitdagingen
Waterstofmobiliteit: status en uitdagingen Marcel Weeda, ECN Mini-symposium zero-emissie openbaar vervoer in Noord-Holland Provinciehuis NH, Haarlem 16 september 2015 www.ecn.nl Inhoud Zero-emissie openbaar
Nadere informatieEnergietransitie en schaalvoordelen
Energietransitie en schaalvoordelen Samenvatting McKinsey-onderzoek Oktober 2013 CONTEXT Recent is door McKinsey, in opdracht van Alliander, een onderzoek uitgevoerd naar de vraag: Wat zijn de voordelen
Nadere informatieMANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008
MANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008 Er is de komende jaren een fundamentele verandering van onze energievoorziening nodig om het hoofd te bieden aan de mondiale uitdagingen op energiegebied: de
Nadere informatieFedEC-Industrie en de industriële energietransitie
Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Energietransitieplan... 2 2.1 Energiebesparing... 2 2.2 Ketens sluiten en natuurlijke grondstoffen toepassen... 3 2.3 Restwarmtebenutting... 3 2.4 Koplopers creëren... 3 2.5 Kennisuitwisseling
Nadere informatie3.3 Straddle Carriers
3.3 Straddle Carriers 3.3.1 Inleiding Straddle carriers worden aangedreven door dieselmotoren (6 of 8 cilindermotoren). Deze motoren voldoen allen aan de Tier 3 standaard, de nieuwere uitvoeringen aan
Nadere informatieNut en noodzaak van schaliegas in Nederland
Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland Paul van den Oosterkamp, Jeroen de Joode Schaliegas Congres - IIR Amersfoort, 30-31 Oktober 2013 www.ecn.nl Visie ECN Rol gas in NL energiesysteem nu en straks
Nadere informatieAlternatieve energieopwekking
Alternatieve energieopwekking Energie wordt al tientallen jaren opgewekt met een paar energiebronnen: Kolen Gas Olie Kernenergie De eerste drie vallen onder de fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen
Nadere informatie