September Nummer 5 - Jaargang 6

Transcriptie

1 Employee Benefits September Nummer 5 - Jaargang 6 Databank Aanvullende Pensioenen of DB2P: aangifte-instructies De Gegevensbank Opbouw Aanvullende Pensioenen die in het leven werd geroepen door de Progammawet I van 27 december 2006, krijgt stilaan meer concrete vorm. Voor een goed begrip situeren we eerst kort het kader van deze gegevensbank. De voormelde Programmawet vertrouwt het beheer van deze gegevensbank toe aan de vzw SIGeDIS die werd opgericht in het kader van het generatiepact. De benaming van deze vzw staat voor Sociale Individuele Gegevens - Données Individuelles Sociales. In de gegevensbank worden alle gegevens verzameld van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren met betrekking tot alle voordelen die zij in België en in het buitenland hebben opgebouwd in het kader van de tweede pensioenpijler. Volgende doelstellingen worden met de gegevensbank beoogd: 1 een betere controle door de FOD Financiën van de 80%-regel 2 het vergemakkelijken van de controle door de CBFA van de conformiteit van de pensioenplannen met de sociale regelgeving 3 het controleren door de RSZ en de RSZ-PPO van de betaling van de bijzondere sociale zekerheidsbijdragen van 8,86% op de werkgeversbijdragen voor de pensioenopbouw ten voordele van werknemers 4 ter beschikking stellen van betrouwbare statistieken voor beleidsondersteunend onderzoek 5 het overnemen van een aantal informatieverplichtingen van de pensioeninstelling en de inrichter door de vzw SIGeDIS (vb. de informatiefiche, de jaarlijkse mededelingsplicht ten aanzien van de CBFA, de attestering ten aanzien van de FOD Financiën en het pensioenkadaster). Aon Consulting Belgium Employee Benefits Consultants and Actuaries

2 Een werkgroep belast met de praktische uitbouw van de gegevensbank, heeft aangifteinstructies opgesteld die u kan terugvinden op de website van de Databank Aanvullende Pensioenen ( Deze aangifte-instructies betreffen voorlopig de collectieve pensioen- en solidariteitstoezeggingen aan werknemers, alsook de extern en intern 1 gefinancierde individuele pensioentoezeggingen aan werknemers. De mee te delen gegevens betreffende de gereduceerde contracten, de onthaalstructuren, de KB 69-regelingen, het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen, de individuele en de collectieve pensioentoezeggingen voor zelfstandige bedrijfsleiders, de RIZIV-contracten en de regelingen ten voordele van statutaire personeelsleden zullen later worden toegevoegd. De instructies onderscheiden volgende aangiftes: 1 de regeling 2 de stand van de rekening (o.m. de voorziene dekkingen leven-overlijden, de werkgevers- en/of persoonlijke bijdragen, de berekeningselementen van de toezeggingen van het type defined benefits, defined contributions of cash balance, de verworven reserves en prestaties, het bedrag van de minimum rendementsgarantie, het actueel financieringsniveau van de verworven reserves en van de minimum rendementsgarantie, de in de onderneming reeds gepresteerde dienstjaren en de eventuele financiering van de buiten de onderneming gepresteerde dienstjaren en/of van de nog te presteren toekomstige dienstjaren, ) 3 de premiestorting 4 de uittreding 5 de uitvoering van de prestaties [opeenvolgende aangiftes van a) de uitvoering van de prestatie (eenmalige aangifte wanneer het recht op uitbetaling wordt verkregen), b) de betaling en c) in geval van een uitbetaling in een rente, het einde van betaling van de rente] 6 de transfer van reserves (bij uittreding, bij verandering van pensioeninstelling die gepaard gaat met een reserve-overdracht naar de nieuwe pensioeninstelling, alsook wanneer het pensioenreglement of de -overeenkomst voorziet dat indien de begunstigde gebruik maakt van zijn recht om een omzetting van het kapitaal in rente te vragen de rente-uitbetaling gebeurt door een andere pensioeninstelling dan degene waarbij de pensioenrechten werden opgebouwd) 7 de delegatie. De aangiftes dienen te gebeuren vanaf 1 januari Een aantal overgangsmaatregelen zijn voorzien. 1 Vanaf 1 januari 2004 is het niet meer mogelijk om aan een werknemer een individuele pensioentoezegging toe te kennen die intern in de schoot van de onderneming wordt gefinancierd. 2

3 Verantwoordelijkheid voor de aangifte Per type van aangifte bepalen de instructies of de aangifte valt onder de verantwoordelijkheid van de inrichter, dan wel van de pensioen- of solidariteitsinstelling. In principe is de inrichter enkel verantwoordelijk voor de aangifte met betrekking tot de regeling, althans voor wat betreft de extern gefinancierde regelingen/pensioentoezeggingen. De pensioen- of solidariteitsinstelling is verantwoordelijk voor de aangiftes onder 2 tot en met 6. Met betrekking tot de intern georganiseerde individuele toezeggingen of de onderhandse pensioenbeloftes aan werknemers is de werkgever verantwoordelijk voor niet alleen de aangifte van de regeling, maar tevens voor de aangiftes - naar onze mening - onder 2 en 5. Tijdens een overgangsperiode zal de aangifte van de extern gefinancierde regelingen ingevoerd op ondernemingsniveau die vóór in werking zijn getreden, worden verricht door de pensioen- of solidariteitsinstelling zonder dat de werkgever hiervoor een voorafgaandelijk mandaat moet hebben verleend. Met andere woorden voor wat betreft de groepsverzekeringen ingevoerd op ondernemingsniveau en de individuele pensioentoezeggingsverzekeringen die vóór in werking zijn getreden, zal de aangifte van de regeling door de verzekeraar worden gedaan. Deze overgangsmaatregel geldt niet voor de intern georganiseerde individuele pensioentoezeggingen of onderhandse pensioenbeloftes aan werknemers met betrekking tot dewelke de werkgever zelf de nodige aangiftes moet doen, zelfs wanneer de onderhandse pensioenbelofte gefinancierd zou zijn door een bedrijfsleidersverzekering. De pensioen- of solidariteitsinstelling doet de aangifte van de regeling zoals die door haar is gekend. Aangezien de zienswijze van de pensioen- of solidariteitsinstelling niet noodzakelijkerwijs overeenstemt met de regeling zoals gedaan door de werkgever, wordt aan deze laatste de kans gegeven om op de aangifte van de pensioen- of solidariteitsinstelling te reageren. De pensioen- of solidariteitsinstelling wordt hierbij niet geacht haar (hun) situatie aan te passen aan de zienswijze van de werkgever. Aangifte van de regeling Hierna beperken we ons tot de voornaamste punten uit de instructies betreffende de aangifte van extern gefinancierde regelingen ingevoerd op ondernemingsniveau. De aangifte van de regeling dient te gebeuren binnen de 90 kalenderdagen te rekenen vanaf de laatste van volgende 2 data: de datum van inwerkingtreding of de datum van ondertekening van het reglement of de overeenkomst én ten laatste vóór de eerste aangifte die verwijst naar de regeling. Het zal dus bijvoorbeeld niet mogelijk zijn een aangifte te doen met betrekking tot de stand van de rekening of de premiestorting zonder dat voorafgaandelijk aangifte werd gedaan van de regeling zelf. Voor regelingen ingevoerd vóór moet de aangifte gebeuren ten laatste voor of gelijktijdig met de eerste aangifte die verwijst naar de regeling. Voor regelingen ingevoerd vóór kan de pensioeninstelling bijvoorbeeld de stand van de rekening gelijktijdig aangeven met de regeling. 3

4 De aangifte van de regeling omvat meerdere attributen, zoals onder meer: de categorie van de regeling: een gewoon of sociaal pensioenstelsel, een individuele pensioentoezegging aan een werknemer (ook intern gefinancierde individuele pensioentoezeggingen). de inrichter. de datum van inwerkingtreding van de regeling, behalve met betrekking tot pensioen- en solidariteitstelsels en (extern gefinancierde) individuele pensioentoezeggingen die vóór in werking zijn getreden. de pensioenovereenkomst, het pensioenreglement en het solidariteitsreglement met inbegrip van de (relevante bepalingen uit) de CAO of het arbeidsreglement indien de beslissing tot invoering van het pensioenstelsel moet worden genomen bij CAO of de procedure tot wijziging van het arbeidsreglement. Voor regelingen die bestaan vóór moeten deze documenten in principe tegen uiterlijk worden overgemaakt. In 2011 en 2012 is het overmaken van de CAO of het arbeidsreglement niet vereist. de procedure volgens dewelke het (gewoon of sociaal) pensioenstelsel op niveau van de onderneming werd ingevoerd: eenzijdige beslissing van de werkgever, CAO of de procedure tot wijziging van het arbeidsreglement of de bijzondere procedure van art. 12 WAP in verband met invoering van een sociaal pensioenstelsel op niveau van een onderneming zonder sociale overlegorganen. De vermelding van de gevolgde procedure voor de invoering van de pensioenregeling is enkel verplicht voor pensioenregelingen die in werking treden vanaf een lijst van de individuen die hebben geweigerd tot het pensioenstelsel toe te treden: dit is verplicht voor pensioenstelsels die in werking treden vanaf opting out: in geval een ondernemingspensioenstelsel tot stand gekomen in kader van opting moet aangifte gedaan worden van de identificator van het sectoraal pensioenstelsel in kader waarvan de opting out is toegekend. Deze aangifte is enkel verplicht voor de ondernemingspensioenstelsels ingericht in uitvoering van de sectorale opting out vanaf met betrekking tot sociale pensioenstelsels moet het pensioenstelsel worden aangegeven waaraan de solidariteitstoezegging is gekoppeld, alsook voor sociale pensioenstelsels die in werking treden vanaf , de voorziene solidariteitsprestaties. Niet alleen het bestaan of de invoering van een regeling moet worden aangegeven. In geval van een update van de attributen van een reeds aangegeven regeling zal ook daarvan aangifte moeten worden gedaan, evenals van een (geheel of gedeeltelijke) opheffing van de regeling. 4

5 Delegatie van de aangifte De verantwoordelijke van de aangifte kan er steeds voor kiezen om de aangifte uit te besteden. In voorkomend geval is een specifieke aangifte van de delegatie vereist. Zoals hoger vermeld, zal de aangifte vóór van de extern gefinancierde pensioenregelingen op ondernemingsniveau steeds door de pensioen- of solidariteitsinstellingen worden gedaan, zelfs wanneer daarvoor geen mandaat werd verleend. Indien u wenst dat na deze datum de aangifte van de regeling wordt gedaan door de pensioen- of solidariteitsinstelling of door een dienstverlener, dan is een uitdrukkelijk mandaat vereist en moet een afzonderlijke aangifte van de delegatie worden gedaan. In geval van mandaat aan de pensioen- of solidariteitsinstelling kan de aangifte van de delegatie gebeuren door hetzij de inrichter, hetzij de pensioen- of solidariteitsinstelling. In geval van delegatie aan een dienstverlener moet de aangifte van de delegatie steeds door de inrichter worden gedaan vooraleer de gemandateerde dienstverlener kan aangeven. Wij nodigen u alvast uit om een kijkje te nemen op de website waar de aangifte-instructies kunnen worden geconsulteerd en die tevens een leeromgeving ter beschikki ng stelt voor de aangiftes. Concreet De aangiftes met betrekking tot de 2de pijler pensioenen ten voordele van werknemers bij de DB2P dienen te gebeuren vanaf Als inrichter - werkgever bent u enkel verantwoordelijk voor de aangifte met betrekking tot de regeling (en dus niet voor de aangiftes met betrekking de stand van de rekening, de premiestorting, de uitvoering van prestaties, de uittreding en de transfer van reserves), althans voor zover het gaat om extern gefinancierde regelingen. Voor de aangifte van de extern gefinancierde regelingen waarvan de datum van inwerkingtreding zich situeert vóór dient u als werkgever-inrichter geen bijzondere stappen te ondernemen: de aangifte van deze regelingen zal immers steeds door de pensioen- of solidariteitsinstelling worden gedaan zonder dat u hiervoor een mandaat moet verlenen. Om u de kans te geven om op deze aangifte te reageren, zal de informatie opgenomen in de aangifte van de pensioen- of solidariteitsinstelling aan u worden bezorgd door SIGeDIS. Contact Aon Consulting Belgium Jules Cockxstraat Brussel t: e: aon.consulting@aon.be