OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER"

Nienke Geerts
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER NIBE-SVV, 2013

2 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in economische zin en een (2) belasting. Wat moet worden ingevuld voor (1) en (2)? (1) (2) A. directe objectieve B. directe subjectieve C. indirecte objectieve 3. Wanneer ontstaat een formele belastingschuld? A. Op het moment dat een belastbaar feit zich voordoet. B. Op het moment dat de inspecteur de aanslag oplegt. C. Op het moment dat de ontvanger overgaat tot inning van de belastingschuld. 4. Wat is JUIST met betrekking tot de procedure voor beroep en hoger beroep bij de belastingrechter? A. Er geldt een vrije bewijsleer. B. De mondelinge behandeling is openbaar. C. Beroep vindt plaats voor het gerechtshof. 5. Mevrouw Koster heeft in 2013 alleen belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Hiervoor ontvangt zij een aanslag over Waaruit bestaat deze aanslag? A. Alleen uit inkomstenbelasting. B. Uit inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. C. Uit inkomstenbelasting en premie sociale voorzieningen. 6. Op 1 december 2013 ontvangt Henk Hijkoop twee bedragen op zijn rekening met betrekking tot zijn werkzaamheden. I. Een vooruitbetaling van zijn salaris over II. Een betaling achteraf van zijn salaris over 2012 dat op zijn eigen verzoek NIET in 2012 uitgekeerd werd. Over welk(e) van de twee bovenstaande bedragen wordt Henk in 2013 belast voor de inkomstenbelasting? A. Alleen over I. B. Alleen over II. C. Zowel over I als over II. NIBE-SVV,

B. Op het moment dat de inspecteur de aanslag oplegt. C. Op het moment dat de ontvanger overgaat tot inning van de belastingschuld. 4.

3 7. Mevrouw Baars zal de komende jaren uitsluitend inkomen hebben in box 1 en box 3. In welke box(en) kan zij eventueel gebruik maken van de middelingsregeling? A. Alleen in box 1. B. Alleen in box 3. C. Zowel in box 1 als in box Peter Huisman is 15 jaar en woont bij zijn vader. Zijn vader en zijn moeder zijn al jaren gescheiden, maar hebben wel gezamenlijk het wettelijke gezag over hem. Peter heeft een rendementsgrondslag in box 3 van EUR ,-. Aan wie en hoe wordt dit vermogen fiscaal toegerekend? A. Peter Huisman wordt zelf belast voor dit bedrag. B. Het bedrag wordt in gelijke delen toegerekend aan de beide ouders. C. Het bedrag wordt volledig toegerekend aan zijn vader. 9. De heer Kaspersky is commanditair vennoot in een commanditaire vennootschap (cv). De heer Kaspersky kan (1) gebruik maken van de mkb-winstvrijstelling en (2) van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Wat moet worden ingevuld voor (1) en (2)? (1) (2) A. wel ook B. wel geen C. geen wel 10. Eddy Mores is IB-ondernemer. Hij maakt in 2013 een jaarwinst van EUR ,-. Zijn beginvermogen op 1 januari 2013 was EUR ,-. Verder heeft hij in 2013 voorraad aan zijn bedrijf onttrokken ter waarde van EUR 1.000,- en heeft hij een kapitaalstorting gedaan van EUR 5.000,-. Wat is Eddy s eindvermogen op 31 december 2013? A. EUR ,-. B. EUR ,-. C. EUR , Mevrouw Jacobs heeft een IB-onderneming. In 2013 heeft zij EUR ,- aan kosten voor congressen. Ze heeft daarnaast los van deze kosten in 2013 een winst van EUR ,-. Welk gedeelte van deze kosten is voor mevrouw Jacobs maximaal aftrekbaar? A. EUR ,-. B. EUR ,-. C. EUR ,-. NIBE-SVV,

Peter heeft een rendementsgrondslag in box 3 van EUR 30.000,-. Aan wie en hoe wordt dit vermogen fiscaal toegerekend? A. Peter Huisman wordt zelf belast voor dit bedrag. B.

4 12. Mevrouw Groot heeft een IB-onderneming. Ze heeft in 2013 een beleggingspand op haar fiscale balans staan voor EUR ,-. Daarnaast heeft ze in dat jaar een bedrijfspand in eigen gebruik, dat op de fiscale balans staat voor EUR ,-. Jaarlijks schrijft ze op grond van goed koopmansgebruik 5% van de balanswaarde op deze panden af. De WOZ-waarde van het beleggingspand is EUR ,-, en dat van het bedrijfspand EUR ,-. Wat is het totaalbedrag dat zij in 2013 op deze twee panden mag afschrijven? A. EUR 9.000,-. B. EUR ,-. C. EUR , Voor welke fiscale ondernemersfaciliteit geldt het urencriterium NIET? A. De mkb-winstvrijstelling. B. De zelfstandigenaftrek. C. De meewerkaftrek. 14. De heer Van Santen is IB-ondernemer en heeft een woon-werkpand dat tot zijn privévermogen behoort. Hij gebruikt het werkgedeelte voor zijn onderneming. Wat is JUIST met betrekking tot deze situatie? A. De heer Van Santen moet resultaat uit overige werkzaamheden aangeven. B. De onderneming van de heer Van Santen mag een bedrag ter grootte van de zakelijke huur ten laste van de winst brengen. C. Het werkgedeelte van het pand valt voor de heer Van Santen in box Wat is een fiscale faciliteit voor de startende ondernemer? A. Een verhoging van de mkb-winstvrijstelling. B. Een verhoging van de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. C. Een verhoging van de stakingsaftrek. 16. Wat is JUIST met betrekking tot de regeling van de geruisloze bedrijfsoverdracht? A. Bij arbeidsongeschiktheid kan de onderneming direct geruisloos worden overgedragen. B. De regeling geldt NIET voor werknemers. C. De commerciële boekwaarden van de overdrager vormen de startwaarden op de fiscale balans voor de overnemer. 17. Mevrouw Franssen (47) staakt haar onderneming in 2013 en wil in dat jaar een fiscaal ondersteunde lijfrente aankopen. Wat is JUIST met betrekking tot deze situatie? A. Voor de jaarruimte moet zij uitgaan van de gegevens van B. De oudedagsreserve mag in beperkte mate worden omgezet in een lijfrente. C. Ze mag de premies voor een stakingslijfrente betalen tot en met 1 juli NIBE-SVV,

Jaarlijks schrijft ze op grond van goed koopmansgebruik 5% van de balanswaarde op deze panden af. De WOZ-waarde van het beleggingspand is EUR 300.000,-,

5 18. Mevrouw Smal is IB-ondernemer en wil voor haar onderneming een auto aanschaffen. Ze is van plan de auto ook regelmatig in privé te gebruiken. Wat is JUIST met betrekking tot deze situatie? A. Ze zal waarschijnlijk een percentage van de cataloguswaarde bij haar inkomen moeten optellen. Dit hangt wel van de mate van privégebruik van de auto af. B. Ze zal waarschijnlijk een percentage van de waarde in het economisch verkeer bij haar inkomen moeten optellen. Dit hangt wel van de mate van privégebruik van de auto af. C. Ze zal een percentage van de cataloguswaarde bij haar inkomen moeten optellen. De mate van privégebruik van de auto is NIET van belang. 19. Wat houdt de zogenoemde verleggingsregeling voor de omzetbelasting in? A. Dan wordt omzetbelasting geheven bij de leverancier. B. Dan wordt omzetbelasting geheven bij de afnemer. C. Dan worden zowel de leverancier als de afnemer aansprakelijk gesteld voor NIET betaalde omzetbelasting. 20. Gegeven zijn de volgende twee situaties. I. Marije Brandts en Rico Schorredijk woonden ongehuwd samen, maar gaan nu uit elkaar. Ze hadden gezamenlijk een woning in eigendom, en deze zal nu worden toegedeeld aan Rico. De eigendomsverdeling van de woning voordat deze verdeeld wordt is 65% (Marije) - 35% (Rico). II. Marjan en Carrie Homan zijn gehuwd in gemeenschap van goederen, maar gaan scheiden. Hun gemeenschappelijke woning wordt toegedeeld aan Carrie. In welk van deze situaties is overdrachtsbelasting verschuldigd? A. Alleen in situatie I. B. Alleen in situatie II. C. In situatie I en II. 21. Wie krijgt een afzonderlijke aanslag zorgverzekeringen? A. Een IB-ondernemer. B. Een pensioengerechtigde. C. Een WIA-uitkeringsgerechtigde. 22. Bij welke methode ter voorkoming van dubbele belasting kan de in het buitenland betaalde belasting als kostenpost in mindering worden gebracht op het in de woonstaat te belasten wereldinkomen? A. De creditmethode. B. De aftrekmethode. C. De objectvrijstellingsmethode. NIBE-SVV,

Ze zal waarschijnlijk een percentage van de waarde in het economisch verkeer bij haar inkomen moeten optellen. Dit hangt wel van de mate van privégebruik van de auto af. C.

6 23. Wat is JUIST met betrekking tot goed koopmansgebruik in de inkomstenbelasting? A. Een ondernemer kan een gekozen stelsel van jaarwinstbepaling zonder meer vervangen door een nieuw stelsel. B. Een ondernemer mag een verlies pas nemen als dit gerealiseerd is. C. Een ondernemer is binnen bepaalde grenzen vrij in zijn keuze voor een stelsel van winstberekening. 24. Mevrouw Veenis is ondernemer voor de inkomstenbelasting. Ze heeft een groothandel voor merkkleding. De volgende gegevens zijn bekend. In 2014 zal zij een partij spijkerbroeken leveren aan The Jeans Network. Deze artikelen zijn in 2013 al betaald. Dit leidt tot een winst voor mevrouw Veenis. In 2013 heeft zij een partij truien en overhemden besteld en betaald. De levering zou in 2014 plaatsvinden. De leverancier is echter failliet, zodat het nu al zeker is dat er nooit geleverd zal worden. Dit leidt tot een verlies voor mevrouw Veenis. Wat is JUIST met betrekking tot bovenstaande gegevens? A. Mevrouw Veenis moet de winst in 2013 nemen en mag het verlies al in 2013 ten laste van haar resultaat brengen. B. Mevrouw Veenis hoeft de winst pas in 2014 te nemen en mag het verlies pas in 2014 ten laste van haar resultaat brengen. C. Mevrouw Veenis hoeft de winst pas in 2014 te nemen en mag het verlies al in 2013 ten laste van haar resultaat brengen. NIBE-SVV,

Mevrouw Veenis is ondernemer voor de inkomstenbelasting. Ze heeft een groothandel voor merkkleding. De volgende gegevens zijn bekend.

7 Antwoorden Belastingpraktijk voor de IB-ondernemer 1. B 2. C 3. B 4. A 5. A 6. A 7. A 8. B 9. C 10. C 11. B 12. B 13. A 14. C 15. B 16. A 17. C 18. A 19. B 20. A 21. A 22. B 23. C 24. C U dient 17 van de 24 vragen goed te hebben om te slagen. NIBE-SVV,

Vergelijkbare documenten

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER NIBE-SVV, 2014 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in