Onder aanvoering van de Object Modeling Group (OMG) werd UML een standaard op het gebied van objectgeoriënteerde modelleren.
|
|
- Myriam Visser
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HOOFDSTUK Inleiding UML Wat is UML? De (UML) is een objectgeoriënteerde modelleertaal waarin je kunt communiceren over informatiesystemen. UML is geen systeemontwikkelingsmethode en in die zin zeker niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld DSDM. Je kunt het min of meer op één lijn stellen met ERM, met dien verstande dat ERM niet geschikt is voor objectgeoriënteerde systeemontwikkeling. Informatie UML is in 1996 ontstaan, na een fusie van drie bestaande objectgeoriënteerde methoden: de Object Modeling Technique van James Rumbaugh de methode OOSE van de Zweed Ivar Jacobson de methode van Grady Booch. Onder aanvoering van de Object Modeling Group (OMG) werd UML een standaard op het gebied van objectgeoriënteerde modelleren. UML: is een visuele modelleertaal kent een standaardnotatie; ieder UML-model gebruikt dus dezelfde symbolen definieert de basisconcepten van objectgeoriënteerde analyse en ontwerp en omvat een aantal diagrammen voor de communicatie tussen deze concepten is geen complete methode, maar het voegt tools, technieken en processen samen standaardiseert geen werkwijze, maar een bepaalde schematechniek en terminologie. In UML spelen use-cases een centrale rol Use-case Een use-case is een beschrijving van de wijze waarop een systeem kan worden benut. Met use-cases laat je dus zien welke functionaliteit een systeem heeft. Een use-case wordt beschreven in gewone taal en is daarom niet geformaliseerd. 175
2 Scenario gepast geld inwerpen controle of er voldoende geld ingeworpen is Bij iedere use-case hoort een uitgewerkt scenario. Hierin beschrijf je stap voor stap de interactie van de actor met het systeem. Op die manier krijg je een reeks acties die plaatsvinden tussen de actor en het systeem. frisdrankkoper aangeven dat het gewenste merk kan worden gekozen merk kiezen aangeven dat het merk niet voorradig is [merk niet voorradig] Het scenario levert de systeemontwerpers de informatie die de eindgebruiker nodig heeft, en de gegevens die het systeem nodig heeft om te kunnen functioneren. Het eindproduct is dan voor de systeemontwerpers een opsomming van alle voor het systeem noodzakelijke gegevens en gebeurtenissen om het systeem te kunnen sturen. [merk voorradig] blikje frisdrank uitnemen Voorbeeld van een UML-diagram van de werking van een frisdrankautomaat Tools Voor het maken van UML-diagrammen bestaan diverse tools. Deze kennen de regels waaraan de schema s gebonden zijn en helpen bij het maken van correcte diagrammen. Geavanceerde tools kunnen zelfs code genereren op basis van de diagrammen. 3.2 Voorbeeld: geldautomaat Aan de hand van het voorbeeld Geldautomaat verduidelijken we de theorie van UML. In hoofdstuk 3.3 van deze module vind je meer informatie over de belangrijkste schema s van UML De use-cases Jan Snel loopt naar de geldautomaat om geld op te nemen. Jan is dus de gebruiker van de geldautomaat. Laten we eens kijken hoe de relaties zijn. 176
3 De gebruiker is de actor. De actor werkt samen met de geldautomaat. Achter deze automaat staat een heel banksysteem. Dit systeem zorgt voor de transactieafhandeling. De use-case (rechts) van deze gebeurtenis (links) ziet er zo uit: neemt geld op klant geldautomaat In bovenstaande figuur is het poppetje de actor: de gebruiker die bij een geldautomaat geld wil opnemen. Voor de use-case neem geld op wordt de naam van de interactie in de ovaal geplaatst en met een lijn aan de actor gekoppeld Het scenario Zo ziet het scenario eruit dat bij de use-case geld-opnemen hoort: Scenario neem geld op Voorbeeld geldautomaat, uitwerking scenario. De geldautomaat meldt op de display voer pinpas in. De gebruiker voert de pinpas in. Het systeem meldt voer pincode in. De gebruiker voert de bij de pinpas behorende pincode in. Het systeem meldt welk bedrag wilt u opnemen?. De gebruiker voert het gewenste bedrag in. Het systeem geeft de pinpas terug. Het systeem vraagt of er een transactiebon moet worden afgedrukt. De gebruiker meldt ja of nee. Het systeem geeft het gewenste bedrag af. Het systeem drukt eventueel een transactiebon af. 177
4 3.2.3 De actor In het ontwerp moet de actor een naam hebben. De specificaties van een actor lijken op die van een klasse. De interactie van de actor met het systeem is beschreven in het scenario. Het startpunt van een scenario is een actie van buitenaf, bijvoorbeeld de invoer via het toetsenbord door de gebruiker. De actor speelt een rol buiten het systeem en vertegenwoordigt een interactie met de buitenwereld. Uit de use-case kun je opmaken dat: de actor samenwerkt met het systeem de interactie tussen actor en systeem(objecten) wordt weergegeven in een sequencediagram (zie hieronder). Hierin wordt bepaald welke actie van een actor een bepaalde reeks operaties van de objecten in gang zet. geldautomaat klant "voer pas in" gebruiker voert pas in "voer pincode in" gebruiker voert de code in systeemgrens Het sequencediagram In het sequencediagram van de geldautomaat (zie hieronder) staan de objecten van de geldautomaat naast elkaar. Op de naar beneden wijzende tijdslijn kunnen de activeringen van de methoden van een object worden geplaatst. De pijl geeft aan welke operatie op welk moment moet worden geactiveerd. 178
5 Objecten Klant Geldautomaat Bankorganisatie Bankfiliaal Operaties Voer kaart in, voer pin in Display menu, vraag naar pin, display transactiebericht Voer transactie uit, controleer pin, pin OK, transactie geslaagd Voer transactie uit, controleer pin, pin OK, transactie geslaagd De objecten uit het sequencediagram van de geldautomaat kunnen de eigen taken (operaties) uitvoeren. Wanneer een taak moet worden uitgevoerd waarvoor een object geen verantwoordelijkheid heeft, wordt een bericht gestuurd naar een object dat daar wel over gaat. De controle of een pincode juist is ingevoerd, kan nooit door de geldautomaat alleen worden gedaan. Die verantwoordelijkheid ligt bij het object Bankorganisatie. De verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven totdat een object de vraag kan beantwoorden. Het resultaat wordt via dezelfde route teruggestuurd. De vraag naar de controle van de pincode wordt door het object Geldautomaat doorgegeven tot aan het object Bankorganisatie. Deze controleert de pincode en geeft toestemming terug aan het object dat erom vroeg: het object Bankfiliaal. 179
6 3.2.5 Het collaborationdiagram Omdat in het sequencediagram van de geldautomaat alle relaties tussen de objecten getoond zijn, kan de ontwerptool automatisch een volledig collaborationdiagram genereren. De vele verbindingslijnen in het sequencediagram zijn teruggebracht tot één lijn: klant 2: voer kaart in 4: voer pin in 10: voer bedrag in 1: display bericht 3: vraag naar pin 9: bericht voer transactie in 16c: betaal geld uit 8: pin ok 14: transactie gelukt geldautomaat bankfiliaal 6: controleer pin 12: voer transactie uit 13: transactie gelukt 7: pin ok bankorganisatie Het statediagram Startknop ingedrukt E:display "Voer pas in" T:neem pas in Pas ingevoerd E:display "Geef uw PIN" Correcte PIN ingevoerd E:display "Hoeveel geld wilt u?" Correct bedrag ingevoerd E:display "Uw geld wordt geteld" Voldoende geld in machine E:display "Neem uw pas uit" T:voer pas uit Pas uitgenomen E:display "Neem uw geld" T:voer geld uit T:print bon Geld uitgenomen Rusttoestand Wacht op pas Wacht op PIN Wacht op bedrag Geld tellen Wacht op pasuitname Wacht op gelduitname 15 seconden geen actie of Resetknop ingedrukt Foute PIN E:display "Geef juiste PIN" Onvoldoende in machine E:display "Sorry zo veel heb ik niet" Wanneer het geld in de geldautomaat op is, kan er geen geld meer worden opgenomen. De toestand van de automaat is veranderd en niet alle operaties kunnen op de normale manier worden afgehandeld. De toestand waarin een object zich bevindt, bepaalt dus de reactie van dat object wanneer een bepaalde actie moet worden uitgevoerd. In het statediagram worden de toestanden en de mogelijke overgangen van de geldautomaat beschreven. De condities van een object waaronder een toestandsovergang kan plaatsvinden, worden bij iedere overgang getoond. Bijvoorbeeld: pas wanneer een geldtransactie is gelukt, kan de bon worden geprint, niet eerder.
7 De figuur in deze paragraaf is een vereenvoudigde weergave van een geldautomaat. Je kunt de figuur uitbreiden met bijvoorbeeld controle op niet uitnemen van pas of van geld, of de situatie dat het banksaldo van de klant te laag is. Ook kun je het herhaaldelijk invoeren van een onjuiste PIN toevoegen. 3.3 Soorten diagrammen Hiervoorzijn al een paar schema s van UML aan de orde gekomen. In dit hoofdstuk behandelen we de belangrijkste diagrammen binnen UML Het use-casediagram Het use-casediagram definieert use-cases. Hierin leg je de interactie van de gebruikers vast. In het diagram ga je na voor welke activiteiten een gebruiker het te bouwen systeem kan gaan gebruiken. Ook beschrijf je de mogelijke volgorde en interactie tussen een of meerdere actoren en het systeem. Tijdens het ontwikkelingsproces kun je de use-cases verder specificeren. Stappen In het proces om use-cases te definiëren moet je een paar stappen doorlopen: Bepaal de systeemgrenzen. Definieer de actoren, de spelers in het te bouwen systeem. Stel use-cases voor elke actor vast. Definieer scenario s voor elke use-case. Beschrijf eenduidig wat er allemaal gebeurt binnen de use-cases. Identificeer gemeenschappelijke subcases; sommige (sub)use-cases kunnen door de verschillende use-cases worden hergebruikt. Een use-casediagram Het classdiagram Het classdiagram geeft de statische eigenschappen van klassen weer. In het classdiagram noteer je de eigenschappen (attributen) en methoden. 181
8 Klassen kunnen op diverse manieren met elkaar samenhangen: met elkaar verbonden afhankelijk van elkaar de ene klasse als specialisatie van de andere gegroepeerd. Al deze relaties, én de attributen en methoden, laat je tot uitdrukking komen in een classdiagram. Bij het ontwikkelen van systemen heb je meerdere classdiagrammen nodig. Daarbij kan een klasse in verschillende classdiagrammen voorkomen. Person Name Phone Number Address Purchase Parking Pass 0..1 lives at 1 Address Street City State Postal Code Country Validate Output As Label Student Student Number Average Mark Professor Salary Is Eligible To Enroll Get Seminars Taken Een classdiagram Het objectdiagram Het objectdiagram geeft een bepaalde situatie weer waarin een classdiagram kan verkeren. Het is een momentopname. In dit diagram geef je het volgende weer: objecten de waarden van hun attributen hun links. check Computer sendunsent Server Objectdiagrammen worden meestal gebruikt om een bepaalde situatie te verduidelijken, in sommige gevallen om classdiagrammen te verduidelijken. new response (new ) download deleteold Een objectdiagram. 182
9 3.3.4 Het sequencediagram en collaborationdiagram Het sequencediagram en het collaborationdiagram zijn interactiediagrammen. Hierin laat je de berichten zien die tussen objecten worden uitgewisseld. Met zo n diagram maak je een deel van het dynamische gedrag van het systeem zichtbaar. In het sequencediagram plaats je de objecten met een tijdslijn, die van boven naar onderen loopt, naast elkaar. Het collaborationdiagram geeft vooral aan welke objecten met elkaar samenwerken. Het collaborationdiagram en het sequencediagram zijn twee verschillende weergaven van de objectinteracties in een systeem. Het collaborationdiagram laat de koppelingen en de berichten tussen de objecten zien. Het sequencediagram toont ook de afhandelingsvolgorde. Zie ook paragraaf over het sequencediagram en paragraaf over het collaborationdiagram. Verbindingslijn De verbindingslijn in het collaborationdiagram tussen twee objecten (klassen) laat de structurele relatie tussen deze twee objecten zien. Operatie van een ander object activeren Objecten kunnen een operatie van een ander object activeren door een bericht naar het doelobject te sturen. Dit wordt in het diagram aangegeven door een pijl tussen de twee tijdslijnen van het ene naar het andere object. Met de naam van de pijl geef je aan welke operatie van het doelobject moet worden uitgevoerd. Iedere pijl heeft een volgnummer. Dit nummer geeft de volgorde van de aanroepen in het sequencediagram aan. Als de tijdsduur van een operatie belangrijk is voor het systeem, kan deze tijd in het diagram worden opgenomen Het statediagram Het statediagram laat het toestandsafhankelijke gedrag van objecten zien. Met dit diagram kun je een deel van het dynamische gedrag van subsystemen beschrijven. Toestandsovergangen, events en eventueel parallelle verwerking passen binnen dit diagramtype. 183
10 Verschillende toestanden state transition 1 Opened E: open door Dit object kan in verschillende toestanden verkeren, die worden bepaald door de waarden van de attributen van het object. De toestand van een object kan bovendien veranderen. Dit wordt veroorzaakt door de operaties die op het object worden uitgevoerd. Kijk maar naar het praktijkvoorbeeld. close_door open_door transition condition entry action 1 Closed E: closedoor Een statediagram. Statediagram versus State Transition Diagram Een statediagram is iets anders dan een State Transition Diagram (STD). Een toestandsovergang in het statediagram heeft altijd betrekking op de toestand van een object, terwijl het STD de toestanden van systemen of subsystemen beschrijft. De grenzen van een systeem waarvan een STD wordt gemaakt, liggen niet zo nauwkeurig vast als bij het statediagram van een object Het componentdiagram In het componentdiagram beschrijf je de samenhang tussen de afzonderlijke componenten van een systeem. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn: het databasegedeelte de gebruikersinterface het communicatiemechanisme. Met het componentdiagram geef je de grote samenhang van het systeem weer Het deploymentdiagram Het deploymentdiagram toont de verschillende processors, de devices en de verbindingen hiertussen. Je kunt de complexiteit van het geheel beperken door de verschillende systeemcomponenten in verschillende deelsystemen onder te brengen. Hierdoor kun je de technische infrastructuur beter vormgeven en documenteren. 184
11 3.4 De fasen in het ontwikkelingstraject Net als bij een klassiek systeemontwikkelingstraject wordt het gehele objectgeoriënteerde-ontwikkelingstraject in fasen verdeeld. Tijdens deze fasen kun je de UML-technieken gebruiken. In het nu volgende geven we een voorbeeld van een gefaseerde aanpak van een objectgeoriënteerde-systeemontwikkelingstraject en beschrijven we welke rol de diverse diagrammen daarbij (kunnen) spelen Fase 1: strategieplanning Als je een systeem wilt bouwen, begin je met het bepalen van de strategie. Hiervoor formuleer je: de doelstellingen voor het systeem de totaalvisie voor het systeem. Daarna doorloop je de volgende stappen: Je legt het bedrijfsmodel vast zoals dat op dat moment bestaat. Je beschrijft hoe het bedrijfsmodel moet gaan worden. Je specificeert de functionele eisen die aan het systeem worden gesteld. Je bepaalt welke onderdelen geautomatiseerd kunnen of moeten worden. Voor al deze onderdelen beschrijf je een beginprobleem, zodat je een uitgangspunt hebt voor het formuleren van de systeemeisen Fase 2: ontwikkeling use-casediagrammen In deze fase ontwikkel je use-casediagrammen en bepaal je de relaties tussen de use-cases. Hiervoor is het nodig dat je de niet-functionele eisen beschrijft. Systeemeisen Systeemeisen zijn onder meer: prestatieniveau betrouwbaarheid hergebruik bruikbaarheid kwaliteit van het te bouwen systeem. Voor elk bedrijfsproces benoem je de belangrijkste functionaliteit en die breng je onder in categorieën. Voor iedere functionele eis beschrijf je dan de use-cases. Elke use-case definieer je in samenhang met de sequence- of collaborationdiagrammen. 185
12 Scenario Zorg vervolgens voor een uitgewerkt scenario. Beschrijf hierin stapsgewijs de interactie van de actor met het systeem. In het praktijkvoorbeeld zie je hoe het scenario van een geldopname bij een geldautomaat is Fase 3: analyse Als je de use-casediagrammen gemaakt hebt, kun je de concepten van het te ontwikkelen systeem documenteren. Je gebruikt hiervoor classdiagrammen. Voor elk deelsysteem dat dynamisch gedrag vertoont ontwikkel je het gedragsmodel. Daarbij maak je gebruik van statediagrammen, collaborationdiagrammen en sequencediagrammen. In deze fase ontwikkel je ook de use-casespecificaties door. Op basis van use-cases wordt een begin gemaakt met het ontwikkelen van de gebruikersinterface. Verder ontwikkel je de formulier- en schermdefinities en de navigatievolgorde tussen de ontworpen schermen. Ook kun je beginnen met het ontwikkelen van een geïntegreerd testplan voor het systeem. Hierbij houd je rekening met de use-cases die je gedefinieerd hebt. Informatie Voor deze fase geldt: beoordeel of het model nog voldoet aan de eisen en herhaal zonodig delen van de fasen die je al uitgevoerd hebt Fase 4: beschrijving architectuur Vervolgens ga je het concept en de fysieke opdeling van het systeem laten zien. Hiervoor gebruik je deploymentdiagrammen. De fysieke opdeling heeft onder meer betrekking op: de gebruikersinterface de manier waarop het programma aangeboden wordt (online, stand-alone) de manier waarop de gegevens worden opgeslagen. Daarna beschrijf je met componentdiagrammen het technisch ontwerp. Maak daarbij eventueel keuzen voor een componentmodel. Hierin documenteer je de gehele architectuur en alle systeemeisen. Voor iedere component maak je een classdiagram en de bijbehorende relaties. Ook dit documenteer je. Informatie Ook voor deze fase geldt dat je moet beoordelen of het model nog voldoet aan de eisen. Herhaal zonodig delen van de fasen die je al uitgevoerd hebt. 186
13 3.4.5 Fase 5: ontwerpfase Hierin verfijn of verbeter je de classdiagrammen uit de eerdere fasen. Ook beschrijf je het dynamische gedrag van de klassen. Je voltooit de gebruikersinterface en laat deze door toekomstige gebruikers testen. Indien nodig kun je de werkelijke database (of delen daarvan) maken. Informatie Net als in de vorige twee fasen moet je in deze fase beoordelen of het model nog voldoet aan de eisen. Je kunt zonodig delen herhalen van de fasen die je al uitgevoerd hebt Fase 6: constructiefase In deze fase wordt het programma als het ware geassembleerd (omgezet). Je zorgt ervoor dat de objecten gemaakt worden en ziet toe op een juiste samenwerking tussen de objecten. Maak vervolgens de databaseschema s. Streef naar een juiste werking van het gehele systeem Fase 7: testfase In deze fase test je de werking van het gehele systeem. En als alles goed is, implementeer je alle methoden aan de hand van het beschreven gedragsmodel Fase 8: ingebruikname En dan nu de laatste fase: de beschrijving van de ingebruikname. Beschrijf hoe de ontwikkelde software in de organisatie kan worden ingevoerd Wat als de plannen wijzigen? Het stappenplan van dit ontwikkeltraject heeft betrekking op een omvangrijk project. Kijk er niet van op als de opdrachtgever halverwege het traject bedenkt dat het beter is als het systeem er toch iets anders uitziet. Mochten de plannen inderdaad wijzigen, dan kun je, vanuit elke fase, heel goed teruggaan naar een eerdere fase, als dit nodig is. Dankzij het objectgeoriënteerde ontwerp kun je altijd heel nauwkeurig aangeven in welk deel van een systeem de veranderingen plaats moeten vinden. 187
14 3.5 Vragen en opdrachten Open vragen 1. UML is een fusie van drie bestaande objectgeoriënteerde methoden. Welke? 2. Wat is een use-case? 3. Welke stappen zijn nodig om een use-case te definiëren? 4. UML kent verschillende schema s. Noem vijf van deze schema s. 5. Wat is een actor? 6. In welk diagram worden de objecten met een naar onderen lopende tijdslijn naast elkaar geplaatst? 7. Met welk diagram wordt de interactie tussen een systeem en de gebruiker weergegeven? Meerkeuzevragen 1. UML is geen complete systeemontwikkelmethode, maar het voegt een aantal zaken samen. Welke? a. tools, technieken en processen b. technieken, tools en mensen c. hardware, tools en processen d. software, resources en technieken 2. Welk van de volgende diagrammen is geen UML-diagram? a. objectdiagram b. statediagram c. deploymentdiagram d. resourcediagram 3. Klassen kunnen op diverse manieren met elkaar samenhangen. Welke samenhang tussen klassen is niet mogelijk? a. met elkaar verbonden b. afhankelijk van elkaar c. overlappend d. gegroepeerd 4. Welk van onderstaande zaken wordt niet weergegeven in een deploymentdiagram? a. software b. processoren c. devices d. technische infrastructuur 188
15 5. Waarbij horen de volgende kenmerken? I. prestatieniveau II. betrouwbaarheid III. hergebruik IV. bruikbaarheid V. kwaliteit van het te bouwen systeem a. functionele eisen b. niet-functionele eisen c. systeemeisen d. software eisen Korte opdrachten Voer deze opdracht uit in tweetallen. 1. In de tekst komt een aantal diagrammen ter sprake. Zoek op het internet of je voorbeelden van deze diagrammen kunt vinden en neem die op in je verslag. 2. Werk de kaartautomaat van de NS als voorbeeld uit. 3.6 Samenvatting UML is een visuele modelleertaal met een standaardnotatie. Ieder UML-model gebruikt dus dezelfde symbolen. UML definieert de basisconcepten van objectgeoriënteerde analyse en ontwerp en omvat een aantal diagrammen voor de communicatie tussen deze concepten. UML is geen complete methode, maar het voegt tools, technieken en processen samen. UML is in 1996 ontstaan, na een fusie van drie bestaande objectgeoriënteerde methoden. In UML spelen use-cases een centrale rol. Een use-case is een beschrijving van de wijze waarop een systeem kan worden benut. In de meeste UML-schema s bevindt zich een actor. Een actor is een schematische voorstelling van een toekomstige gebruiker van het systeem. De belangrijkste schema s binnen UML zijn: het use-casediagram het classdiagram het objectdiagram het sequencediagram en collaborationdiagram het statediagram het componentdiagram het deploymentdiagram. 189
HOOFDSTUK 3. Unified Modeling Language. 3.1 Inleiding UML. 3.2 Voorbeeld: geldautomaat Wat is UML? Tools Use case.
HOOFDSTUK 3 Hoofdstuk 3 3.1 Inleiding UML 3.1.1 Wat is UML? (UML) is een objectgeoriënteerde modelleertaal waarin je de technische werking van informatiesystemen in kaart kunt brengen. UML is vergelijkbaar
Nadere informatieModule 1 Programmeren
Module 1 Programmeren Programmeertalen 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Programmeertalen in historisch perspectief 13 1.2.1 Machinecode 13 1.2.2 Assembleertalen (assembly) 14 1.2.3 Hogere programmeertalen 15 1.2.4
Nadere informatieUML is een visuele taal om processen, software en systemen te kunnen modeleren.
Vragen inleinding UML 1. Wat is UML? UML is een visuele taal om processen, software en systemen te kunnen modeleren. 2. Waar bestaat UML uit? Notaties(zijn symbolen, commentaar en waarden etc.) en diagrammen(grafische
Nadere informatieUML. From weblog http://dsnippert.wordpress.com. Dennis Snippert
UML From weblog http://dsnippert.wordpress.com Naam: Dennis Snippert Inhoudsopgave 1. Wat is Uml?... 3 2. UML diagrammen... 4 3. Uitleg diagrammen... 5 3.1. Usecase diagram:... 5 3.2. Class diagram:...
Nadere informatieDe modellen die hiervoor gebruikt zijn zijn: Class diagrams; object diagrams; use case diagrams.
1 1. Uml is een manier van communiceren. Het werkt met plaatjes en laat jouw modellen maken van software. 2. UML bestaat uit Notations and diagrams. Notations zijn bv, pijltjes; connectors; notities. Diagrams
Nadere informatieLes F-02 UML. 2013, David Lans
Les F-02 UML In deze lesbrief wordt globaal beschreven wat Unified Modeling Language (UML) inhoudt. UML is een modelleertaal. Dat wil zeggen dat je daarmee de objecten binnen een (informatie)systeem modelmatig
Nadere informatieUnified Modeling Language
Unified Modeling Language Een overzicht Danny Greefhorst Matthijs Maat 19 december 1997 Copyright 1997 Software Engineering Research Centre All rights reserved. Software Engineering Research Centre Stichting
Nadere informatieBRP-BZM Use Case Realisations Guidelines
BRP-BZM Use Case Realisations Guidelines Versie 2.0 02-09-2011 Definitief Versiehistorie Datum Versie Auteur 23-12-2010 0.1 Eerste versie R.F. Schaaf 04-01-2011 1.0 Feedback verwerkt R. Schaaf en D. Geluk
Nadere informatiebeschrijvingstechnieken bij systeemontwikkeling
1 Bijlage 8 Alternatieve (UML) beschrijvingstechnieken bij systeemontwikkeling De in hoofdstuk 3 weergegeven beschrijvingstechnieken voor de beschrijving van de informatietechnologie is summier. Er wordt
Nadere informatiecase: use-case-diagram
Hoofdstuk 9 case: use-case-diagram Dit hoofdstuk beschrijft de totstandkoming van de use-cases voor EasyShop, het maaltijdsysteem van Hans en Jacqueline. Het zijn de functionele systeemeisen die hier worden
Nadere informatieOntwikkeling informatiesysteem
Ontwikkeling informatiesysteem Voorletters en naam: xxx Studentnummer: xxx Datum: 23 december 2013 Onderwijsinstelling: NCOI Opleidingsgroep Naam opleiding: Bachelor Bedrijfskundige Informatica Naam module:
Nadere informatieFundament Informatica
Fundament Informatica Deel 2 ICT voor de tweede fase Module 5 tot en met 7 VOORWOORD Deze uitgave is het tweede deel van de methode, bestemd voor het keuzevak informatica in de tweede fase van havo en
Nadere informatiecase: toestandsdiagrammen
Hoofdstuk 13 case: toestandsdiagrammen In dit hoofdstuk wordt het maken van de eerste versie van de toestandsdiagrammen voor het boodschappensysteem van Hans en Jacqueline uitgewerkt. 13.1 Vind klassen
Nadere informatieVAN USE CASE NAAR TEST CASE ORDINA SMART COMPETENCE CENTER
VAN USE CASE NAAR TEST CASE ORDINA SMART COMPETENCE CENTER Sander Hoogendoorn Versie 1.0 15 april 2002 Documentbeheer Versie Datum Auteur Omschrijving 0.1 15 April 2002 Sander Hoogendoorn 0.2 15 april
Nadere informatieGEBRUIKERSHANDLEIDING T8530
MASTER MENU Het Master Menu geeft de bezitter van de Master Code toegang tot de volgende functies: Tijd en Datum instellen Tijdslot (T.S.) instellen (standaard week en bijzondere gebeurtenissen) Code wijzigen
Nadere informatieObject Oriëntatie Foundation (OOF.NL)
Object Oriëntatie Foundation (OOF.NL) EXIN Hét exameninstituut voor ICT ers Janssoenborch - Hoog Catharijne Godebaldkwartier 365 3511 DT Utrecht Postbus 19147 3501 DC Utrecht Nederland T +31 30 234 48
Nadere informatieDeel I Hoofdstuk 4: Modelleren van Toestand
Deel I Hoofdstuk 4: Modelleren van Toestand 2005 Prof Dr. O. De Troyer Toestandsmodel pag. 1 Berichten of boodschappen OO is gebaseerd op hoe de reële wereld werkt 2005 Prof. Dr. O. De Troyer Toestandsmodel
Nadere informatie1. Welke diagrammen beschrijven het dynamisch gedrag van een applicatie?
1. Welke diagrammen beschrijven het dynamisch gedrag van een applicatie? -Use case-diagram -Use case-beschrijving -Activity diagram -Sequentie diagram 2. Welke diagrammen beschrijven de structuur van de
Nadere informatieTechnisch Ontwerp Ontwerp template
Auteur Dennis Steenwijk Versie Datum Status 1 Inleiding 2 Versie geschiedenis Versie Datum Status Naam Omschrijving 03-10-08 Dennis Steenwijk versie 2 van 9 Versie geschiedenis 3 Distributie Naam Functie
Nadere informatieOntwerp. <naam applicatie>
Ontwerp Datum Auteur Versie Telefoon Pagina: 0 Inhoudsopgave 1. MANAGEMENT SUMMARY... 1 2. INLEIDING... 1 2.1. DOEL... 1 2.2. STRUCTUUR... 1 2.3. ACHTERGROND... 1 2.4. REVISIE-GESCHIEDENIS...
Nadere informatieHOGESCHOOL ROTTERDAM
HOGESCHOOL ROTTERDAM IAN02 - Informatie-analyse (objectgeoriënteerde analyse) M O D U L E W I J Z E R I A N 0 2 1 V A N 1 5 Modulecode: IAN02 Modulenaam: Informatieanalyse 2 Belasting (aantal cp): 2 Bestemd
Nadere informatieInhoudstafel. UML (Unified Modeling Language)
UML (Unified Modeling Language) Inhoudstafel Inleiding...2 Waarvoor dient UML...2 Wat is UML... 2 Use-cases... 2 Inleiding...2 Voorbeeld...3 Eigenschappen van een goede use-case...3 Wat is een actor...4
Nadere informatieSysteemontwikkeling met UML
Systeemontwikkeling met UML De visuele modelleertaal Unified Modeling Language (UML) is een gezamenlijk product van een groot aantal bedrijven. Het is een standaard die naar aanleiding van een request
Nadere informatieElektronisch factureren
Elektronisch factureren Inleiding Elektronisch Factureren in RADAR is mogelijk vanaf versie 4.0. Deze module wordt niet standaard meegeleverd met de RADAR Update maar is te bestellen via de afdeling verkoop
Nadere informatieArchimate risico extensies modelleren
Archimate risico extensies modelleren Notatiewijzen van risico analyses op basis van checklists versie 0.2 Bert Dingemans 1 Inleiding Risico s zijn een extra dimensie bij het uitwerken van een architectuur.
Nadere informatieHandleiding voor het lezen van processen
Handleiding voor het lezen van processen Algemeen... 2 Gebruikte objecten in een processchema (EPC)... 2 arissen en Organisaties... 2 Trigger... 3 Processtappen... 3 Connectoren... 4 Einde Proces... 4
Nadere informatieDATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL
DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm basis UML klassemodel beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.
Nadere informatiea. Wat wordt verstaan onder V&V? b. Uit welke kernactiviteiten bestaat V&V? c. Noem enkele voor- en nadelen van inspecties. d. Idem voor testen.
Eindtoets T07351 Software engineering Een eindtoets staat in het algemeen model voor het tentamen van de betreffende cursus. Aangezien deze cursus een mondeling tentamen heeft, bevat deze eindtoets slechts
Nadere informatievoorbeeldexamen I-Tracks voorbeeldexamen ISDDF Information Systems Design and Development Foundation uitgave april 2005
voorbeeldexamen Information Systems Design and Development Foundation I-Tracks voorbeeldexamen ISDDF Information Systems Design and Development Foundation uitgave april 2005 inhoud 3 inleiding 4 voorbeeldexamen
Nadere informatieTitel: Projectdocumenten niveau 4. Versie: 0.6. Datum: 28 augustus 2008. Auteur: Harmen Steenbergen / Titia Brouwer. Projectdocumenten Niveau 4
Titel: Projectdocumenten niveau 4 Versie: 0.6 Datum: 28 augustus 2008 Auteur: Harmen Steenbergen / Titia Brouwer Pagina 1 van 10 Inhoudsopgave Inleiding...4 Algemeen...4 Planning en logboek...4 Definitiestudie...4
Nadere informatieTaak 2.1.4 Eerst zien dan geloven... 1. Inhoud
Taak 2.1.4 Eerst zien dan geloven Inhoud Taak 2.1.4 Eerst zien dan geloven... 1 Inhoud... 1 Inleiding... 2 Modules van urenregistratiesysteem (Blokboek)... 3 Module applicatiebeheer... 3 Module projectbeheer...
Nadere informatieKenmerken van DLArchitect
Kenmerken van DLArchitect Bert Dingemans, e-mail : bert@dla-os.nl www : http://www.dla-os.nl 1 Inhoud KENMERKEN VAN DLARCHITECT... 1 INHOUD... 2 INLEIDING... 3 ARCHITECTUUR... 3 Merode... 3 Methode en
Nadere informatieUitleg Eigenaren & Eigenarenafrekening
Uitleg Eigenaren & Eigenarenafrekening Eigenaar (Gebruiker ) Huis 1 (Object) Huis 2 (Object) Reservering voor n Object, met n gekoppelde Reserveringsoort Reserveringsoort(en) bevat voorwaarden voor de
Nadere informatiePlan van aanpak Toogle
Plan van aanpak Toogle Gemaakt door, Kevin Donkers Paul v.d. Linden Paul Eijsermans en Geert Tapperwijn 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...2 2 Inleiding...3 3 Projectopdracht...4 4 Projectactiviteiten...5
Nadere informatieHoofdstuk Error! Style not defined. 19. 3. Use-case analyse
Hoofdstuk Error! Style not defined. 19 3. Use-case analyse Hier worden een paar use-case diagrammen gegeven en een aantal use-case beschrijvingen volgens het template van Warmer & Kleppe. 3.1 Use-case
Nadere informatieJe kunt een Data Flow Diagram (DFD) gebruiken om gegevensstromen op een grafische wijze weer te geven.
HOOFDSTUK 2 Module 2 - Schematechnieken en databases 2.1 Inleiding Wat is een? Je kunt een (DFD) gebruiken om gegevensstromen op een grafische wijze weer te geven. Een DFD geeft een beperkte weergave van
Nadere informatieHoofdstuk: 1 Objectoriëntatie en systeemontwikkeling
OOF Programmeren Hoofdstuk: 1 Objectoriëntatie en systeemontwikkeling aant Css: 2 669 Objectoriëntatie en systeemontwikkeling - blz 5 1 OO OO staat voor object oriented of objectoriëntatie of objecttechnologie.
Nadere informatieMethodiek. Versie: 16/05/2012 13:42:35
Methodiek Versie: 16/05/2012 13:42:35 Inhoudsopgave Methodiek... 2 Onze visie op het functioneel ontwerp... 2 Stappen in het ontwerpproces... 3 Methodiek Inleiding In dit deel van de encyclopedie wordt
Nadere informatiewww.delmation.nl Delmation Products BV Tel: +31 (0)79 342 2041 info@delmation.nl
Hardware installatie: Open de unit m.b.v. een kleine schroevendraaier: Plaats een SIM-kaart in de unit: Zorg ervoor dat de DIL-schakelaars in de stand: 1: OFF 2: OFF 3: OFF 4: ON Staan Sluit voorzichtig
Nadere informatiecase: sequence- en communicatiediagrammen
Hoofdstuk 11 case: sequence- en communicatiediagrammen In dit hoofdstuk wordt het maken van de eerste versie van de sequence- en communicatiediagrammen voor het boodschappensysteem van Hans en Jacqueline
Nadere informatieEen inleiding in de Unified Modeling Language 79
Een inleiding in de Unified Modeling Language 79 2. Het objectdiagram Soms hebben we behoefte om in de plaats van een klasse een instantie van deze klasse weer te geven. Figuur 3.22. toont als voorbeeld
Nadere informatieCanonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans
Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Abstract Modelleren op basis van de open standard ArchiMate is een goed uitgangspunt voor
Nadere informatieR5.0 Deel IV F Werken met Uitgebreide enquete
R5.0 Deel IV F Werken met Uitgebreide enquete Gebruikershandleidingen Clixmaster Studio Handleiding 1/19 Deel IV F - Werken met Uitgebreide Enquête 2010 Clixmaster BV Alle rechten voorbehouden. Niets uit
Nadere informatieTentamen Systeemontwikkeling 1 (I00100)
Tentamen Systeemontwikkeling 1 (I00100) 26 januari 2004, 10:30 12:30 Naam: Studentnummer: Noteer op dit tentamen als eerste je naam en studentnummer Er mogen geen boeken, aantekeningen, etc. worden geraadpleegd
Nadere informatieEindtoets. Opgaven. 1 Gegeven is het domeinmodel van figuur 1. Domeinmodel voor betalingen. Eindtoets I N T R O D U C T I E.
Eindtoets I N T R O D U C T I E Deze eindtoets is bedoeld als voorbereiding op het tentamen. Het is belangrijk dat u de eindtoets pas probeert te maken op het moment dat u denkt klaar te zijn met de tentamenvoorbereiding.
Nadere informatieSparse columns in SQL server 2008
Sparse columns in SQL server 2008 Object persistentie eenvoudig gemaakt Bert Dingemans, e-mail : info@dla-os.nl www : http:// 1 Content SPARSE COLUMNS IN SQL SERVER 2008... 1 OBJECT PERSISTENTIE EENVOUDIG
Nadere informatiePHP-OPDRACHT SITE BOUWEN
PHP-OPDRACHT SITE BOUWEN PERIODE 4 LEERJAAR 1 Opleiding: Duur: Applicatieontwikkelaar 1 onderwijsperiode (4-8 weken) Voorkennis: Basiscursus PHP 5.4 Victor Peters (978 90 125 8499 9) Basiscursus XHTML,
Nadere informatieDeze handleiding werd speciaal voor u gemaakt. U vindt hier alles terug om probleemloos met uw betaalterminal te kunnen werken.
Beste Klant, Proficiat met de van uw nieuwe betaalterminal. U hebt gekozen voor een toestel dat u in staat stelt om uw betalingen te kunnen ontvangen naar de meest recente normen. Deze handleiding werd
Nadere informatiePraktijkinstructie Geautomatiseerde informatievoorziening - beheer 3 (CIN02.3/CREBO:50170)
instructie Geautomatiseerde informatievoorziening - beheer 3 (CIN02.3/CREBO:50170) pi.cin02.3.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen,
Nadere informatieDeze handleiding werd speciaal voor u gemaakt. U vindt hier alles terug om probleemloos met uw betaalterminal te kunnen werken.
Beste Klant, Proficiat met de van uw nieuwe betaalterminal. U hebt gekozen voor een toestel dat u in staat stelt om uw betalingen te kunnen ontvangen naar de meest recente normen. Deze handleiding werd
Nadere informatieQuick start handleiding versie 1.0
Quick start handleiding versie.0 Inleiding Beste gebruiker, Via dit document lopen we door de basis onderdelen van je eigen Mijn Kroost control panel. Dit control panel vormt de basis voor het gebruik
Nadere informatieIV SDM - FASE 2 BASISONTWERP
IV SDM - FASE 2 BASISONTWERP IV.1 Inleiding Zoals reeds besproken onderkent het in Nederland veel gebruikte SDM II (System Development Methodology, versie II), bij de bouw van informatiesystemen de volgende
Nadere informatieBronboek ISBN conversie naar EAN
Bronboek ISBN conversie naar EAN Onderstaande procedure beschrijft hoe u in een aantal stappen uw artikelgegevens in Bronboek kunt converteren van ISBN naar EAN (ISBN13). Het is belangrijk dat u deze stappen
Nadere informatieSoftware Test Plan. Yannick Verschueren
Software Test Plan Yannick Verschueren November 2014 Document geschiedenis Versie Datum Auteur/co-auteur Beschrijving 1 November 2014 Yannick Verschueren Eerste versie 1 Inhoudstafel 1 Introductie 3 1.1
Nadere informatieHOGESCHOOL ROTTERDAM
HOGESCHOOL ROTTERDAM INA02 - Informatie-analyse (objectgeoriënteerde analyse) M O D U L E W I J Z E R I N F I N A 0 2 1 V A N 18 Modulecode: IAN02 Modulenaam: Informatieanalyse 2 Belasting (aantal cp):
Nadere informatieHandleiding Merge items
Handleiding Merge items Copyright, Connexys Versie 3.2.0.1-30 september 2013 Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of
Nadere informatiePraktijkinstructie Dataverwerking 1 (CSE02.1/CREBO:50236)
instructie Dataverwerking 1 (CSE02.1/CREBO:50236) pi.cse02.1.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd
Nadere informatieTentamen SPM1120 Analyse van bedrijfssystemen 18 Januari 2011, 9:00-12:00
Tentamen SPM20 Analyse van bedrijfssystemen 8 Januari 20, 9:00-2:00 Bij de meerkeuzevragen, vul de antwoorden in op het schrapformulier. Vul daarop behalve je naam ook je studienummer in (zowel in cijfers
Nadere informatie2 Eisenanalyse. 2.1 Functionele eisen het UseCaseDiagram
2 Eisenanalyse 2.1 Functionele eisen het UseCaseDiagram beschrijvingen van de UseCases en/of prototype Inloggen Inloggen Deze usecase zorgt ervoor dat de gebruiker zich kan inloggen op het systeem. lid
Nadere informatieToegepaste notatiewijzen DLA software
Toegepaste notatiewijzen DLA software Bert Dingemans info@dla-architect.nl Inleiding In de DLA Software wordt gebruik gemaakt van een aantal notatiewijzen voor het opstellen van een object- en procesmodel.
Nadere informatieDATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL
DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm data mapping model beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil
Nadere informatieHoe en met wie communiceert uw Kaifa slimme meter?
Hoe en met wie communiceert uw Kaifa slimme meter? Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bij welke meters kan de communicatie-informatie bekeken worden? 4 3. Welke informatie komt op het display? 5 4. Waarom
Nadere informatieHunter Retail (POS) Documentatie v1.1. Documentatie Hunter-Retail (POS) Handleiding 1.1
Hunter Retail (POS) Documentatie v1.1 Documentatie Hunter-Retail (POS) Handleiding 1.1 1 Overzicht 1. Hoofdmenu Kassa (p. 03) 2. Artikelen toevoegen (p. 05) 3. Aangepaste artikelen (p. 08) 4. Artikelen
Nadere informatieTools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans
Tools voor canonieke datamodellering Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans Abstract Canonieke modellen worden al snel omvangrijk en complex te beheren. Dit whitepaper beschrijft een werkwijze
Nadere informatieKlankie B.V - Klankie 2010 Netwerkversie - versie 1.0 - sts2220000000212. 13 september 2010
Klankie B.V - Klankie 2010 Netwerkversie - versie 1.0 - sts2220000000212 13 september 2010 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Belangrijke informatie bij Klankie 2010...4 3. C3LO-werkstation inrichten als
Nadere informatieParkinson Thuis Probleemoplossing
Parkinson Thuis Probleemoplossing Probleemoplossing Fox Inzicht App In sommige gevallen kan er een handeling van uw kant nodig zijn om ervoor te zorgen dat de apps altijd ingeschakeld zijn. Dit zal voornamelijk
Nadere informatieQuickstart handleiding
Inleiding Allereerst hartelijk bedankt voor het aanschaffen van. U heeft met deze aankoop een goede keuze gemaakt voor een zeer professionele E-mail marketing tool. In deze quickstart handleiding zullen
Nadere informatieHieronder leggen we je uit wat je moet doen om mee te doen aan Digibattle. En om te winnen. Lees het dus goed door.
DIGIBATTLE - UITLEG PLAN Hieronder leggen we je uit wat je moet doen om mee te doen aan Digibattle. En om te winnen. Lees het dus goed door. I. Een app bouwens is teamwork Je kunt alleen aan DigiBattle
Nadere informatieApplication interface. service. Application function / interaction
Les 5 Het belangrijkste structurele concept in de applicatielaag is de applicatiecomponent. Dit concept wordt gebruikt om elke structurele entiteit in de applicatielaag te modelleren: softwarecomponenten
Nadere informatieHANDLEIDING Q3000 Pinautomaten
HANDLEIDING Q3000 Pinautomaten Pag.: 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Koppelbare PIN terminals...4 Installatie/configuratie PIN koppeling...5 Kassa afhandeling voorbeelden...7 Pag.: 2 Inleiding Deze handleiding
Nadere informatieHandleiding 4CIS Synchro
Zakelijke software s voor verkoop, dienstverlening en administratie Handleiding 4CIS Synchro Optimale ondersteuning van uw frontoffice Optimale communicatie tussen uw frontoffice en backoffice 4CIS InfoBase
Nadere informatie1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties
2 Supportdesk Pro Introductie Inhoudsopgave I Supportdesk Pro 3 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 3 II Zaken 4 1 Introductie... 4 2 Zaken beheren... 4 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 4 Verwerken...
Nadere informatieDeel 3: Impress. Klikoefeningen
Deel 3: Impress Klikoefeningen De mogelijkheden van Impress als ondersteunend middel voor een gedifferentieerde begeleiding van leerlingen met beperkingen. CNO Universiteit Antwerpen 1 Deel 3 Impress Klikoefeningen
Nadere informatieLet op! Je hoeft de app niet te bouwen. Je krijgt ook geen extra punten hiervoor.
DIGIBATTLE - UITLEG PLAN Een app bouwens is teamwork Je kunt alleen aan DigiBattle meedoen als team. Waarom? Het werken in teamverband is dagelijkse praktijk bij app-bouwers. Je kunt veel meer werk verzetten
Nadere informatieU kunt een waardebon toepassen op alle klanten, op een klantengroep of op een enkele klant; u kunt de vervaldatum bepalen.
Winkelwagenregels Winkelwagenregels De pagina "Winkelwagenregels" geeft u toegang tot een geavanceerde tool dat het waardebonnensysteem van PrestaShop 1.4 opvolgt. Doorgewinterde PrestaShop-gebruikers
Nadere informatieHunter CRM. POS Documentatie
Hunter CRM POS Documentatie Overzicht 1. Hoofdmenu Kassa (p. 03) 2. Artikelen toevoegen (p. 05) 3. Aangepaste artikelen (p. 08) 4. Artikelen corrigeren (p. 09) 5. Betalingen (p. 10) 6. Nota afhandeling
Nadere informatieTemperatuur logger synchronisatie
Temperatuur logger synchronisatie Juni 10, 2010 1 / 7 Temperatuur logger synchronisatie Introductie Twee of meerdere ontvangers van het Multilogger systeem kunnen met de temperature logger synchronisatie
Nadere informatieMBS Navision Release R13.001 (Mei 2013) LEDENBEHEER
MBS Navision Release R13.001 (Mei 2013) LEDENBEHEER INLEIDING Dit document beschrijft de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de IPAL-release R13.001, module Ledenbeheer. In de versie zijn overwegend fouten
Nadere informatieSnel op weg met e.dentifier2
Snel op weg met e.dentifier2 U kunt uw e.dentifier2 gekoppeld of los gebruiken. De verschillen tussen beide methoden leggen we hier uit. Ook vindt u hier antwoord op de veelgestelde vragen. Gekoppeld gebruik
Nadere informatieGebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van. Nabij Patiënt Testen. Met web applicatie Tropaz 2.0
Bladnr : 1/16 Gebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van Nabij Patiënt Testen Met web applicatie Tropaz 2.0 Trombosedienst Leiden Poortgebouw Rijnsburgerweg 10 2333 AA Leiden Telefoon:
Nadere informatieCursus Onderwijs en ICT. Programmeren met Visual Basic
Cursus Onderwijs en ICT Jaargang 2, deel 23 (versie 1.0 NL 2-7-2011) Programmeren met Visual Basic door Serge de Beer Inleiding In sommige gevallen biedt het aanbod op de softwaremarkt niet wat je zoekt.
Nadere informatieHandleiding 4CIS InfoBase Project Projectbeheer Urenregistratie Kostenregistratie Factureren op basis van kostenregistratie
Handleiding 4CIS InfoBase Project Projectbeheer Urenregistratie Kostenregistratie Factureren op basis van kostenregistratie 4CIS InfoBase 3.2.0 4CIS, 1999-2002, alle rechten voorbehouden Zakelijke software
Nadere informatieWorkflows voor SharePoint met forms en data K2 VOOR SHAREPOINT
Slimmer samenwerken met SharePoint Workflows voor SharePoint met forms en data K2 VOOR SHAREPOINT Workflows, forms, reports en data WAAROM KIEZEN VOOR K2? Of u nu workflows moet maken voor items in SharePoint
Nadere informatieModule 3: Scratch programmeren: is het logisch of is het niet logisch?
Module 3: Scratch programmeren: is het logisch of is het niet logisch? Inhoudsopgave Module 3: Scratch programmeren: is het logisch of is het niet logisch?...1 Wat is een computerprogramma eigenlijk?...2
Nadere informatieHandleiding Beeldbank
Handleiding Beeldbank Versie 1.0 FloraHolland. Where beauty meets business. 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INLEIDING... 3 2.1 WAT IS NIEUW?... 3 3 STARTSCHERM... 4 4 TOEVOEGEN NIEUWE FOTO... 5
Nadere informatieProject 4 - Centrale Bank. Rick van Vonderen TI1C
Project 4 - Centrale Bank Rick van Vonderen 0945444 TI1C 23 mei 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Beheren 3 2.1 Git...................................................... 3 2.2 Risicolog...................................................
Nadere informatieInteGra Gebruikershandleiding 1
InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.
Nadere informatieDATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING
DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate data- & applicatiemodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding
Nadere informatieSystems Engineering en de Modelgebaseerde aanpak. Eric Burgers
Systems Engineering en de Modelgebaseerde aanpak Eric Burgers 2 Context: Toepassing MBSE in tunnelprojecten Modelprecisie / formaliteit LST 1.2 LST 1.1 Nijverdal (2011) SysML Statisch model Dynamisch model
Nadere informatieUnified Modeling Language ACTIVITY DIAGRAMS
Unified Modeling Language ACTIVITY DIAGRAMS Alle Metzlar UML 19 augustus 2014 Inleiding Use case diagrammen laten zien wat het (informatie)systeem zou moeten doen. Activiteiten diagrammen laten zien hoe
Nadere informatiePraktijkrichtlijn IMBRO
Praktijkrichtlijn IMBRO Auteur : TNO / Alterra Datum : 25 november 2009 versie : 1.0 Status : definitief IMBRO Informatiemodel Bodem en Ondergrond REVISIE HISTORIE Datum Versie Beschrijving Auteur(s)
Nadere informatieUnified Modeling Language
Unified Modeling Language Een introductie voor leden van de expertgroep Informatiemodellen Harmen Mantel, Ordina ICT Management & Consultancy, werkzaam voor KING DOELSTELLING PRESENTATIE GEMEENSCHAPPELIJKE
Nadere informatieARE methodiek Het ontwikkelen van Informatie Elementen
ARE methodiek Het ontwikkelen van Informatie Elementen WI1: Het opstarten van het project Milestone 1 WI2: Ontwikkel een Vison WI3: Modelleer het Business Domain WI4: Creëer een Glossary WI7: Beheer wijzigingen
Nadere informatieRapporten. Labels en Rapporten in Atlantis 1. Atlantis heeft twee manieren om output te genereren: 1. labels 2. rapporten (reports)
Labels en Rapporten in Atlantis 1 Atlantis heeft twee manieren om output te genereren: 1. labels 2. rapporten (reports) Rapporten Een rapport is eigenlijk altijd een tekst bestand, die vorm wordt gegeven
Nadere informatieLandelijk Hoofdluis Protocol voor het Primair Onderwijs Quick start Schoolenik.nl voor de School Coördinator Hoofdluis
Landelijk Hoofdluis Protocol voor het Primair Onderwijs Quick start Schoolenik.nl voor de School Coördinator Hoofdluis 1.1 Inleiding Schoolenik.nl is het sociale netwerk van jouw school. In Schoolenik.nl
Nadere informatieHandmatige Instellingen Exchange Online. Nokia E51 Symbian S60 Smartphone
Handmatige Instellingen Exchange Online Nokia E51 Symbian S60 Smartphone Inhoudsopgave 1 Handmatige Instellingen Exchange Online voor Nokia E51 Smartphone...3 1.1 Inleiding...3 1.2 Mail for Exchange van
Nadere informatieHandleiding. Autotaal Easy-work
Handleiding Autotaal Easy-work Module: ROB-EF (ROB-Elektronisch Factureren) Versie 599 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Technische informatie... 3 Instellingen... 4 Werkwijze... 6 Waar moet
Nadere informatieInhoud. Introductie tot de cursus
Inhoud Introductie tot de cursus 1 De functie van de cursus 7 2 De inhoud van de cursus 7 2.1 Voorkennis 7 2.2 Leerdoelen van de cursus 8 2.3 Opbouw van de cursus 8 3 Leermiddelen en wijze van studeren
Nadere informatie