Energieprestatiecertificaat Delen ISSO-publicatie 75 deel 1. Beta-versie maart 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Energieprestatiecertificaat Delen ISSO-publicatie 75 deel 1. Beta-versie maart 2007"

Transcriptie

1 Energieprestatiecertificaat Delen ISSO-publicatie 75 deel 1 Beta-versie maart 2007 Beta-versie maart 2007

2 2 ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT Voor ieder gebouw is er één certificaat. Het certificaat wordt op papier aan de opdrachtgever gegeven. Het is ook mogelijk om een digitale versie te verstrekken. Dit moet een niet-wijzigbaar bestand zijn (bijvoorbeeld pdf). Het moet wel met een digitale handtekening ondertekend zijn door de EPA-adviseur. Het certificaat bestaat uit een voor- en een achterkant. Op de voorkant staat de energieklasse weergegeven. Op de achterzijde zijn mogelijke maatregelen ter verbetering van de energieprestatie opgenomen. In de onderstaande afbeelding is aangegeven hoe het Energieprestatiecertificaat eruitziet en is aangegeven welke informatie er op het certificaat gepresenteerd moet worden. Door middel van cijfers is aangegeven welke teksten erop het EPcertificaat komen te staan. Het hieronder beschreven certificaat is bedoeld voor gebouwen die óf een woning óf een utiliteitsgebouw zijn. Er zijn echter ook combinatiegebouwen die uit zowel een woning - als een utiliteitsgedeelte bestaan. Voor deze gebouwen geldt dat er bij bestaande bouw twee certificaten verstrekt moeten worden: één voor het woongedeelte en één voor het utiliteitsgedeelte. In bijlage B is aangegeven aan welke eisen het uiterlijk van het certificaat moet voldoen.

3 Afb. 2.1 Voorkant van het EP-certificaat A.

4 Opmerking A Het hier afgebeelde EP-certificaat is gebaseerd op de Regeling Energieprestie Gebouwen (REG) van December Begin 2007 zijn er nog een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd, ten tijde van het drukken van deze ISSOpublicatie waren deze wijzigingen nog niet definitief bekend. Voor de laatste versie van het EP-certificaat verwijzen wij naar de site van ISSO, Op de voorzijde van het certificaat staan de volgende gegevens. 1. Afhankelijk van het gebouw een typering: Bestaande bouw Utiliteitsbouw'; 2. Verwijzing naar wetgevingskader en kwaliteitsborging: 'BRL en REG' (voor bestaande utiliteitsgebouwen); 3. Klassenindeling: door middel van een pijl aan de rechterzijde van het certificaat wordt aangeven in welke klasse het gebouw valt. In paragraaf 2.1 zijn de klassenindelingen voor utiliteitsgebouwen aangegeven. De klasse wordt door middel van een letter in de pijl aangegeven. Bij gebouwen die in de A+ of A++ klasse vallen, wordt dit in de pijl vermeld. Er is bij deze klassen dus geen extra groene pijl aanwezig; 4. Energie-Index (Qpres;tot/Qpres;toel) van het bestaande utiliteitsgebouw; 5. Het getal van Qpres;tot/Qpres;toel weergegeven met twee decimalen; 6. Adres van het gebouw: straat, huisnummer, toevoeging, postcode en plaats; 7. Opnamedatum: dit is de datum van opname van het utiliteitsgebouw, dus niet datum van afgifte van het certificaat; 8. Datum tot wanneer het certificaat geldig is: datum 10 jaar na datum van opname; 9. Naam van het EPA-adviesbedrijf; 10. Certificeringsnummer EPA-adviesbedrijf: dit nummer wordt verstrekt door de certificerende instantie; 11. Handtekening EPA-adviseur: op de digitale versie van het certificaat moet een digitale handtekening van de EPA-adviseur staan; 12. Kwaliteitsbeeldmerk van de certificerende instantie, bijvoorbeeld KOMO: logo's worden aangeleverd door SenterNovem; 13. Bedrijfslogo: ruimte voor het opnemen van het bedrijfslogo van de EPAadviseur.

5 Afb. 2.2 Achterzijde van het certificaat. 14. Rekenmethode: de naam en het versienummer (!) van het gebruikte computerprogramma. De naam moet uniek zijn, dus EPA-U is onvoldoende. 15. De maatregelenlijst: de maatregelen die van toepassing zijn op dit gebouw.

6 Deze maatregelen worden automatisch door het programma gegenereerd en zijn beschreven in hoofdstuk 5. Opmerking: Onder de maatregelenlijst staat aan gegeven dat: Een nader uitgewerkt onderzoek of een maatwerkadvies door een installateur of aannemer kan over het voorgaande uitsluitsel geven. Door VROM wordt overwogen deze zin te wijzigen in: Een nader uitgewerkt onderzoek of een maatwerkadvies door een EPA-adviseur kan over het voorgaande uitsluitsel geven. Ten tijde van het drukken van deze ISSO-publicatie was deze wijziging nog niet definitief bekend. Voor de laatste versie van het EPcertificaat verwijzen wij naar de site van ISSO, KLASSE-INDELING OP HET CERTIFICAAT Op de rechterzijde van het certificaat wordt door middel van een pijl aangeven in welke klasse het gebouw valt. De klasse wordt door middel van een letter in de pijl aangegeven. Bij gebouwen die in de A+ of A++ klasse vallen, wordt dit in de pijl vermeld. Er is bij deze klassen dus geen extra groene pijl aanwezig. In de onderstaande tabel worden de grenzen van de verschillende klassen aangegeven [1]. Tabel 2.01 Klasse-indeling. Klasse A++ A+ A Grenzen energie-index* (EI) Minder dan 0,5 0,51-0,70 0,71-1,05 B 1,06-1,15 C 1,16-1,30 D 1,31-1,45 E 1,46-1,60 F 1,61-1,75 G 1,75 en hoger * Opmerking: De berekende EI wordt in de EI-software op 2 decimalen naar boven afgerond. Een EI van 1,601 wordt in de software dus afgerond naar 1,61 en een EI van 0,714 wordt afgerond naar 0, AFMELDEN VAN HET ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT Het wettelijk kader van de EPBD is vastgelegd in de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG). Dit is een regeling van het Ministerie van VROM, tot vaststelling van nadere voorschriften voor de energieprestatie van gebouwen. (Op moment van het vaststellen van deze publicatie was de REG nog niet gepubliceerd). Deze regeling is toegelicht in het algemene deel van deze ISSO-publicatie. In de REG is in artikel 3 aangegeven dat een adviseur een Energieprestatiecertificaat niet afgeeft nadat hij het EP-certificaat heeft afgemeld bij een door de minister aangewezen instelling. Op moment van het vaststellen van deze publicatie was de organisatie die de afmelding gaat registeren nog niet bekend. Nadere informatie volgt op Wel zijn het doel en de algemene opzet van een EP-database bekend EP-DATABASE Doel dataverzameling De dataverzameling en monitoring met behulp van de EP-database dient drie doelen:

7 1. Monitoren van de invoering en de resultaten van de EPBD ten behoeve van (inter)nationale rapportage door de Nederlandse overheid. 2. Handhaving en controle van de aanwezigheid van certificaten bij mutaties. Hierbij gaat het met name om de mogelijkheid voor notarissen om bij de overdracht van gebouwen te controleren of een geldig certificaat aanwezig is (en wat de EP zelf is). 3. Kwaliteitsborging van de uitgebrachte certificaten. Controle door CI's met behulp van steekproeven en gegevens uit de database. Het Kadaster speelt een rol bij de handhaving van de certificaten. Bij het Kadaster is op te vragen of een gebouw is voorzien van een geldig EP-certificaat. Informatiestromen De opzet wordt geïllustreerd met afbeelding 4 en de toelichting. In de afbeelding worden de informatiestromen benoemd. De algemene lijn in de opzet is dat geautoriseerde partijen zoveel mogelijk zelfstandig de voor hen benodigde informatie uit de EP-database kunnen ophalen. Voor een aantal gegevens is het noodzakelijk dat door partijen de benodigde informatie wanneer die beschikbaar is wordt aangeleverd. Dit betreft bijvoorbeeld de namen etc. van de certificaathouders. Afb. 2.3 Informatiestromen. a a2 b c De certificering van bedrijven door CI's en controle op uitgevoerde berekeningen. Het eerste houdt onder meer toekenning van een identificatienummer in. Eventuele additionele informatie die een certificaathouder moet leveren voor de controle De toegelaten certificaathouders (en hun identificatienummers) en de resultaten van de controles. CI's kunnen zelf de benodigde informatie voor de steekproeftrekking ophalen. De in de steekproeftrekking betrokken gebouwen krijgen een code.

8 d e f g h i Certificaathouders leveren het monitoringbestand aan, dit wil zeggen de complete invoerfile uit de berekening en de uitkomst daarvan, aangevuld met enkele andere variabelen (zie hieronder). De invoer wordt gestructureerd aangeleverd, namelijk door gebruik van de monitoringmodule bij de rekensoftware Wanneer een certificaat in de database wordt ingevoerd wordt de informatie gecontroleerd. De uitkomst wordt als reactie verstuurd. Daarnaast wordt een volgnummer geleverd dat op het certificaat moet worden ingevuld. Het Kadaster kan op elk moment over de gewenste gegevens beschikken en deze inzien De uitvoeringsorganisatie levert VROM de monitoringrapportages Elke twee jaar levert VROM een rapportage aan de EU De certificaathouder levert de aanvrager een berekening en het certificaat. Ad d) Naast de invoerset en de uitkomst van de berekening worden nog een aantal variabelen opgeslagen. Dit zijn voor de woningbouw de variabelen 'gebouwgebruiker/eigendom', 'deel van gebouw', 'representativiteit' en het 'nummer certificaathouder'. Voor de utiliteitsbouw betreft dit de variabelen 'deel van gebouw', 'representativiteit' en 'nummer certificaathouder'. Om het aantal publieke overheidsgebouwen te bepalen moet ook hiervoor informatie worden opgenomen. Dit betekent dat gecodeerd moet worden of het gebouw (alleen bij oppervlak > 1000 m2) een overheidsgebouw betreft en of het een publiek gebouw is of niet. In de database 'Certificaatregistratie EPBD' wordt de complete invoerfile uit de berekening en de uitkomst opgeslagen om ondermeer de kwaliteitscontrole te vergemakkelijken. Daarnaast fungeert de database hierdoor als archief en back-up in geval de certificaathouder niet meer beschikbaar is.

9 3 ENERGIE-INDEX Energie-Index geeft de energetische prestatie van bestaande gebouwen weer, zoals de energetische prestatie van utiliteitsgebouwen na 1995 wordt weergegeven door de EPC. Hoe lager de Energie-Index hoe beter de energetische prestatie van het gebouw. De Energie-Index wordt bepaald voor standaardomstandigheden, zodat gebouwen onderling op hun energetische prestaties vergelijkbaar zijn. Standaardomstandigheden wil zeggen standaardweergegevens (TRY De Bilt) en een standaardgebruikersgedrag. In dit hoofdstuk wordt de formule voor het berekenen van de Energie-Index gegeven. De formules voor het berekenen van het totale energiegebruik van het gebouw onder standaardomstandigheden en het totaal toelaatbaar energiegebruik van gebouw worden gegeven in deel 3 van ISSO-publicatie 75 'Formulestructuur EPA-U'. De Energie-Index voor een gebouw is als volgt gedefinieerd: Formule 3.1 waarin Q prim;tot,geb = totaal energiegebruik van het gebouw Q prim;toel Formule 3.2 waarin Q prim;toel;gf [MJ] = totaal toelaatbaar energiegebruik van het gebouw [MJ] = totaal toelaatbaar energiegebruik in gebruiksfunctie gf van het gebouw [MJ] c verlies;toel maat voor transmissieverliezen (=65) [MJ/m 2 ] y verlies correctieterm uit Bouwbesluit 2006 (=1.2) [-] A verlies verliesoppervlakte van de energiesector (zie ISSO 75.3) [m 2 ] Q prim;toel;gf = totaal toelaatbaar energiegebruik in gebruiksfunctie gf [MJ] f koel weegfactor waarmee gedeeltelijke compensatie voor [-] aanwezigheid van koeling gegeven wordt (zie ISSO 75.3) c g;koel = referentie energiegebruik (=330) [MJ] f verblijfsgebied = correctiefactor voor oppervlakte van het verblijfsgebied (=0,8) A g;gf = oppervlakte van gebruiksfunctie gf EPC eis;gf = eis aan EPC voor gebruiksfunctie gf (zie tabel 3) [-] c EPC;gf = correctiefactor voor de eis aan de EPC voor de [-] [-] [m 2 ]

10 gebruiksfunctie gf (uit Bouwbesluit) (zie ISSO 75.3) c EPA;gf = correctiefactor voor gebruiksfunctie gf (=1) [-] y V = correctiefactor uit Bouwbesluit 2006 (=1.25) [-] c v factor uit Bouwbesluit 2006 voor toelaatbaar geacht [MJ.s/dm 3 ] energiegebruik voor ventilatie h = 3 3 omrekeningsfactor van dm /s naar m /h (=3.6) [-] f gebruik;gf u v;min;gf = gebruiksfactor: gebruiksoppervlakte gewogen tijdfractie dat de ventilatie in bedrijf is voor gebruiksfunctie gf (zie tabel 7) = minimaal ventilatievoud van rechtstreeks van buiten komende lucht voor gebruiksfunctie. Tabel 3.01 EPC eis per gebruiksfunctie (Bouwbesluit; 2003). [-] [dm 3 /s.m 2 ] Gebruiksfunctie EPC eis Kantoorfunctie 1,5 Gezondheidszorg klinisch 3,6 Gezondheidszorg niet-klinisch 1,5 Bijeenkomstfunctie 2,2 Bijeenkomstfunctie met alcoholgebruik 2,2 Onderwijsfunctie 1,4 Sportfunctie matig verwarmd 1,8 Sportfunctie anders dan matig verwarmd 1,8 Logiesfunctie 1,9 Winkelfunctie 3,4 De Energie-Index moet worden bepaald met een EI-softwareprogramma dat voldoet aan de formulestructuur zoals beschreven in deel 3 van deze ISSOpublicatie en aan de in de BRL 9501 gestelde eisen aan deze programma's.

11 6 OPNAME GEBOUW Hoofdstuk 6 gaat in op de gegevensverzameling van het gebouw: wie zorgt waarvoor, de keuze tussen 'van tekening' of ter plaatse opnemen en andere zaken die van invloed zijn op de kwaliteit en nauwkeurigheid van de Energie-Index [3]. Voor de goede orde: in dit hoofdstuk wordt de term 'inspecteur' gebruikt voor diegene die ter plaatse het gebouw beoordeelt. Dat kan zowel een bouwkundige beoordeling zijn als een installatietechnische. De keuze voor het juiste niveau van de inspecteurs is sterk afhankelijk van de aard en omvang van het gebouw en de sector die onderzocht moet worden. Wanneer het gaat om een klein en eenvoudig gebouw, kan een inspecteur op mbo-niveau de inspectie verrichten. Wanneer er een complexe installatie aanwezig is en/of complexe gebouwconstructies zijn toegepast, wordt een inspecteur op hbo-niveau ingezet. Wanneer het gaat om een groot gebouw met meerdere gebouwsectoren wordt geadviseerd om te kijken naar de mogelijkheid om dit met meerdere EPAadviseurs op te nemen, waarbij bouwkundige en installatietechnische specialisatie is aan te bevelen. Aanwezige gegevens Het werkt uitermate efficiënt wanneer de opdrachtgever tijdig, volledige en juiste gegevens overlegt, zoals tekeningen en installatieschema's. Voor de (bouwkundige) gebouwgegevens kunnen verschillende varianten voorkomen: 1. hoeveelheden en oppervlakten verstrekt door opdrachtgever; 2. tekeningen en schema's verstrekt door opdrachtgever; 3. opname en inmeten ter plaatse. Ad 1. Hoeveelheden en oppervlaktes verstrekt door opdrachtgever Deze optimale variant doet zich voor bij de professionele gebouwbeheerder, die een betrouwbaar meerjarenplan heeft met name voor de schil, een ruimtebeheersysteem voor functionele oppervlaktes en een gebouwbeheersysteem voor inzicht in de installatieconfiguratie met mogelijk een monitoringsysteem voor het energiegebruik. In elk geval verdienen in deze variant de wijze van meten en de definities van de onderdelen de aandacht. Regelmatig hebben deze gebouwbeheerders ook goede en vaak digitale tekeningen voorhanden voor aanvullende informatie. Het gebouw moet uiteraard wel bezocht worden om een eigen beeld te vormen om eventuele onjuistheden in gegevens van de opdrachtgever te kunnen zien. Ad 2. Tekeningen en schema's verstrekt door opdrachtgever Het bepalen van hoeveelheden en oppervlaktes kan met een digitizer snel en accuraat van (analoge) tekening op kantoor gebeuren. Voorwaarde hiervoor is dat de tekeningen actueel zijn, wat na verbouwingen of uitbreidingen zeker niet altijd het geval is! Het is verstandig een aantal controlemetingen te doen om de betrouwbaarheid van de tekeningen bepalen. Voor het bepalen van de opbouw van de installaties kan men gebruik maken van installatietekeningen, -schema's en regelprincipes. Ook hier moet men letten op de juistheid van de gegevens en navragen of er revisietekeningen zijn. Ad 3. Inmeten ter plaatse Zijn er geen of geen betrouwbare tekeningen, dan rest er niets anders dan inmeten ter plaatse. In veel gevallen zal dit niet eens zo'n extra zware klus zijn omdat in de meeste utiliteitsgebouwen een hoge repetitiefactor zit. Het slim bepalen van basisstramienen, deze inmeten en vermenigvuldigen en daarna alleen nog afwijkingen inmeten en verrekenen, kan de opname ter plaatse soms zeer snel en efficiënt doen verlopen. Voor het ter plaatse bepalen van de installatieconfiguratie is bijna altijd hulp van een technisch beheerder noodzakelijk: deze weet onder andere hoe kanalen lopen, waar ketelhuizen en onderstations zich bevinden. Voorbereiding De EPA-adviseur dient op basis van de aanwezige en betrouwbare gegevens de inspectie op kantoor voor te bereiden zodat hij van tevoren de benodigde aanvullende informatie kan opvragen en een gericht inspectieplan kan opstellen.

12 Het is verstandig om vooraf kopieën te maken van de gebouwplattegronden zodat men deze kan meenemen tijdens de inspectie. Dit vergemakkelijkt het inmeten van oppervlaktes en het opnemen van gegevens per ruimte, afdeling of sector. De beheerder beschikt vaak ook over handzame plattegronden op A4- of A3-formaat, die men bijvoorbeeld gebruikt voor vluchtplannen, ruimtenummering e.d. Deze kunnen goed helpen 'de weg te vinden' in de soms complexe gebouwen. Er moeten goede afspraken zijn over de toegankelijkheid van ruimten in verband met privacy en veiligheid, eventuele begeleiding, eventueel vereist legitimatiebewijs, eventuele introductie(brief) door de opdrachtgever, gebruik van sleutels en mogelijk gebruik van werkruimte bij de opdrachtgever. Een aspect dat voorafgaand aan de opname goed doordacht moet worden, betreft het detailniveau van de opname. Bij een - vaak ouder - gebouw kan inrichting soms dermate variëren dat er moeilijk een standaard of gemiddelde is te bepalen. Een opname per ruimte is dan gewenst om een betrouwbaar beeld te krijgen. Uiteraard hangt dit ook af van de vraagstelling van de opdrachtgever. In elk geval dienen de afspraken over het detailniveau en de structuur van de opname voor elke inspecteur goed duidelijk te zijn. Op maat gemaakte, gestandaardiseerde opnameformulieren kunnen daarbij goede diensten bewijzen. Men moet op deze opnameformulieren ook alvast aandachtspunten aangeven waarop de inspecteur dient te letten tijdens zijn inspectie. Elke inspecteur moet weten waar de grenzen van de gebouwsectoren lopen (bouwkundig en installatietechnisch moet er uiteraard eenheid zijn). Overigens kan het voorkomen dat men op basis van de inspectie besluit tot wijziging of uitbreiding van het aantal gebouwsectoren. Het is belangrijk hierover zo snel en volledig mogelijk te communiceren met alle betrokkenen. De opname zelf In de voorbereiding heeft de inspecteur zich al een beeld gevormd van het gebouw; de constructie en mogelijke aandachtspunten zoals koudebruggen. Dit beeld wordt al verder ingevuld bij het benaderen van het gebouw, waarbij men bijvoorbeeld ook let op zonwering en reflecterende beglazing en dergelijke. In het gebouw zelf zal gestart worden met een gesprek met de technisch beheerder van het gebouw, die de inspecteur eventueel voorziet van aanvullende informatie. Vervolgens kan de inspectie starten. Deze bestaat uit het opnemen van de constructie en de gebouwinstallatie. Meestal is het verstandig om te beginnen met de gebouwinstallatie. De technisch beheerder kan dan namelijk meelopen en eventueel aanvullende informatie direct verschaffen of deze tijdens de bouwkundige inspectie opzoeken. Daarna kan men de bouwkundige inspectie uitvoeren. Tijdens deze inspectie moet men de bouwconstructie en gebruiksoppervlaktes opnemen en zich een beeld vormen van de ventilatietypen op de werkvloer. Het is zinvol om tijdens de inspectieronde veel foto's te maken. Deze foto's kunnen als geheugensteun dienen tijdens de verwerking van de opname. Men sluit de inspectie af met een gesprek met de technisch beheerder. Tijdens dit gesprek kan men nog eventueel aanvullende vragen stellen en kan extra informatie worden verkregen. 6.1 OPNAMEFORMULIER In de bijlage is het opnameformulier opgenomen dat als leidraad kan dienen voor de opname. Op het formulier worden de volgende soorten gegevens verzameld: 1. algemene gegevens; 2. bouwkundige gegevens; 3. installatietechnische gegevens. Ad 1. Algemene gegevens: adresgegevens van het project, de opdrachtgever en de EPA-adviseur. Ad 2. Bouwkundige gegevens: gebruiksoppervlakte per sector; oppervlakteschil per sector (dak, gevel dicht, gevel open); constructies

13 Ad 3. Installatiegegevens: klimaatinstallaties; verlichtingsinstallaties; warmtapwaterinstallaties. 6.2 BENODIGD INSTRUMENTARIUM EN EI-SOFTWARE Deze paragraaf beschrijft de instrumenten die nodig zijn bij de gebouwopname, hoe het oppervlak van bouwdelen is op te nemen en de inspectiemethoden die de opbouw van de constructie kunnen beschrijven. De EPA-adviseur verzamelt de gegevens die nodig zijn om het opnameformulier in te vullen. Tijdens de gebouwopname voert hij handelingen uit waarmee hij deze gegevens kan meten of onderzoeken. Daarbij zijn hulpmiddelen wenselijk en soms zelfs onontbeerlijk. Hieronder staat een overzicht met instrumenten waarover elke EPA-adviseur minimaal moet kunnen beschikken om een gebouwopname te kunnen uitvoeren: meetinstrument om de lengte, breedte en hoogte te kunnen bepalen (zoals rolmaat; elektronische afstandmeter (infrarood of ultrasoon) en dergelijke); hellingshoekmeter; aansteker; zaklamp; digitale camera; kompas. De Energie-Index moet worden bepaald met een EI-softwareprogramma dat voldoet aan de formulestructuur zoals beschreven in deel 3 van deze ISSOpublicatie en aan de in de BRL 9501 gestelde eisen aan deze programma's. 6.3 INDELING IN GEBRUIKSFUNCTIES EN GEBOUWSECTOREN Volgens het Bouwbesluit wordt onder een gebruiksfunctie verstaan: 'de gedeelten van een of meer bouwwerken op een perceel of standplaats, die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen'. In een gebouwsoort komen over het algemeen meerdere functies voor. Bijvoorbeeld in een onderwijsgebouw bevinden zich sportzalen, leslokalen en kantoorruimtes. In de onderstaande tabel zijn voor de verschillende gebouwen de mogelijke gebruiksfuncties weergegeven. Tabel 6.01 Mogelijke gebruiksfuncties in gebouwen.

14 Inrichting Volgens de Wet milieubeheer is een inrichting: 'elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.' Het energiegebruik van een inrichting is in het algemeen dus gelijk aan het energiegebruik van één of meer gebruiksfuncties. Energiesectoren Indien in een gebouw meerdere klimaatinstallaties aanwezig zijn moet het gebouw opgedeeld worden in verschillende sectoren. Onder een gebouwsector wordt verstaan een deel van een gebouw met een eigen warmte- en koudeopwekking. Onderscheiden van energiesectoren In een aantal gevallen moet het gebouw gesplitst worden in meerdere energiesectoren. Hieronder is aangegeven waneer deze splitsing moet plaatsvinden. Stap 1 Stel aan de hand van onderstaand afbeelding 6.1 'Bepaling van het aantal gebouwdelen' vast of in het gebouw sprake is van gescheiden klimaatinstallatie. Elk deel van het gebouw met een gescheiden klimaatinstallatie wordt als afzonderlijk gebouwdeel beschouwd. Met een klimatiseringsinstallatie wordt het opwekkings - en distributiesysteem voor verwarming en/of koeling bedoeld. In praktijk zal een gebouw meestal uit één gebouwdeel bestaan. Stap 2 Indien > 90 % van de gebruiksoppervlakte van het gebouw één klimaatinstallatie heeft, dan moet alleen de hoofdklimaatinstallatie worden geïnspecteerd en ingevoerd.

15 Afb. 6.1 Bepaling van het aantal gebouwdelen. Stap 3 Stel per gebouwdeel het aantal energiesectoren vast met behulp van het afbeelding 6.2 'Bepaling aantal energiesectoren per gebouwdeel'. Hiertoe moet worden vastgesteld welke combinaties van distributiesystemen voor warmte en koude er binnen het gebouwdeel aanwezig zijn. Het distributiesysteem voor warmte en koude is vast te stellen met respectievelijk de afbeeldingen 'Bepaling systeem van warmtedistributie' en 'Bepaling systeem van koudedistributie' zoals gegeven in hoofdstuk

16 Afb. 6.2 Bepaling aantal energiesectoren per gebouwdeel. Stap 4 Indien > 90 % van de gebruiksoppervlakte van het gebouw(deel) één systeemnummer heeft, moet alleen het hoofdsysteem worden geïnspecteerd en ingevoerd. Onderscheiden van gebruiksfuncties binnen één energiesector Nadat is vastgesteld welke energiesectoren er zijn, moet voor elke energiesector worden vastgesteld welke gebruiksfuncties daarin te onderscheiden zijn, zie afbeelding 6.3 'Bepaling aantal gebruiksfuncties per energiesector'.

17 Afb. 6.3 Bepaling aantal gebruiksfuncties per energiesector. Stap 5 Stel vast hoeveel gebruiksfuncties er in de betreffende energiesector aanwezig zijn. Is er slechts één gebruiksfunctie aanwezig, dan moet er slechts één gebruiksfunctie in die energiesector onderscheiden worden. Zijn er meer dan een gebruiksfuncties in de betreffende energiesector aanwezig dan volgt stap 6. Stap 6 Stel vast of ten minste 90 % van het gebruiksoppervlak van de energiesector wordt gebruikt door de hoofdgebruiksfunctie. Is dit het geval dan moet in de betreffende energiesector alleen de hoofdgebruiksfunctie ingevoerd worden. Er moet bij het invoeren van alle installatietechnische kenmerken verder worden uitgegaan van de kenmerken van de installatie van de hoofdgebruiksfunctie en moeten de afwijkende gebruiksfunctie en daarbij behorende installaties in dat geval volledig genegeerd worden. Beslaat de hoofdgebruiksfunctie minder dan 90 % van de gebruiksoppervlakte van de betreffende energiesector, dan moeten alle aanwezige gebruiksfuncties en de daarin voorkomende installaties, apart in de energiesector worden ingevoerd.

18 Het kan voorkomen dat er op basis van bovengenoemde indeling binnen een gebruiksfunctie meerdere ventilatiesystemen voorkomen. In deze situaties moet het ventilatiesysteem worden gekozen dat het grootste deel van de gebruiksoppervlakte beslaat. In nagenoeg alle gevallen betreft het dan een combinatie van natuurlijke ventilatie en mechanische afvoer. Bij een combinatie van andere ventilatiesystemen is er een onderverdeling in verschillende energiesectoren nodig op basis van stap 3. Voorbeeld van opsplitsing in energiesectoren en gebruiksfuncties Afb.6.4 Voorbeeldgebouw voor opsplitsing in energiesectoren. Opsplitsing in gebouwdelen: Bovenstaand gebouw bestaat uit twee gebouwdelen omdat er twee delen zijn met een gescheiden verwarmingsinstallatie. Opsplitsing in energiesectoren: Het rechter gebouwdeel heeft in zijn geheel radiatorenverwarming en gebalanceerde ventilatie met voorverwarming van de toevoerlucht. Er is geen koeling aanwezig. Het distributiesysteem voor warmte is water\lucht, het distributiesysteem voor koude is 'N.v.t.'. Het linker gebouwdeel wordt volledig met lucht verwarmd. In het gearceerde deel is er ook nakoeling van de toevoerlucht op vertrekniveau. Het gekoelde deel heeft als distributiesysteem voor warmte lucht en als distributiesysteem voor koude water. Het ongekoelde deel heeft als distributiesysteem voor warmte lucht en als distributiesysteem voor koude 'N.v.t.' Er zijn dus twee combinaties van warmte- en koudedistributiesysteem in het gebouwdeel aanwezig. Er is geen combinatie die meer dan 90 % van de gebruiksoppervlakte beslaat. Het linker gebouwdeel bestaat dus uit twee energiesectoren. Opsplitsing in gebruiksfuncties: De gekoelde energiesector in het linker gebouwdeel heeft één gebruiksfunctie: kantoor. De andere energiesector in het linker gebouwdeel heeft twee gebruiksfuncties: gezondheidszorg en kantoor. Er is geen gebruiksfunctie die meer dan 90 % van de gebruiksoppervlakte beslaat. De energiesector heeft dus twee gebruiksfuncties. In het rechtergebouwdeel zijn twee gebruiksfuncties aanwezig: gezondheidszorg en onderwijs. Omdat de gezondheidszorg meer dan 90 % van de gebruiksoppervlakte beslaat moet de complete energiesector als één gebruiksfunctie worden opgenomen. Resultaat Het resultaat van de opsplitsing in energiesectoren en gebruiksfuncties is te zien in de onderstaande afbeelding.

19 Afb. 6.5 Resultaat van de opsplitsing. 6.4 OPPERVLAKTEBEPALING Deze paragraaf bevat de definitie van het oppervlak van de bouwdelen en elementen die op het opnameformulier vermeld staan. De meeste oppervlaktes en de constructieopbouw kan men opnemen vanaf de tekening. Deze gegevens zal men in de praktijk echter altijd moeten controleren, omdat niet altijd volgens tekening wordt gebouwd of het gebouw is aangepast tijdens een renovatie. Hieronder wordt per element telkens een omschrijving en de meetinstructie gegeven. Voor elke energiesector dienen de oppervlakten van de volgende bouwdelen bepaald te worden: 1. gesloten gevel; 2. kozijnwerk (inclusief beglazing en panelen); 3. daken; 4. vloeren (bruto vloeroppervlak). Per gebruiksfunctie dient het gebruikoppervlak te worden bepaald. Bij gebruik van een andere methode om de oppervlakte van de bouwdelen te bepalen, mag het oppervlak van de gesloten gevel, het kozijnwerk, de daken en vloeren niet meer dan 10 % afwijken van het oppervlak van het betreffende bouwdeel dat bepaald zou zijn met de in deze paragraaf gegeven methode. Op de website ' is als voorbeeld een spreadsheetprogramma 'Hoofdmaten methode' gegeven waarmee van een aantal gebouwvormen de oppervlakte bepaald kan worden. In paragraaf wordt als voorbeeld de oppervlaktebepaling van de thermische schil in de praktijk beschreven. Opmerking: In de BRL 9500 deel 01 'Ënergieprestatieadvisering' is een reproduceerbaarheidseis van 8 % gegeven. Indien gebruik wordt gemaakt van een andere methode om de oppervlakte te bepalen, waarbij de afwijking in oppervlakte van de bouwdelen binnen de hierboven genoemde 10 % blijft, wil dat niet zeggen dat hiermee aan de reproduceerbaarheidseis is voldaan. Naast het oppervlak spelen o.a. de thermische eigenschappen van bouwdelen en de aanwezige installaties een belangrijke rol bij de bepaling van de EI. 1. Gesloten gevel Gesloten gevels zijn alle gesloten gevelvlakken die een integraal onderdeel van het gebouw zijn. Bovendien vormen zij de afscheiding tussen het gebouw en de buitenlucht of een onverwarmde ruimte, bijvoorbeeld een garage, een andere sector of een serre. Verder vallen onder de definitie van een gesloten gevel alle gevelvlakken van het gebouw die niet bestaan uit kozijnwerken. Gevelvlakken die afgewerkt zijn met beplatingen op regelwerken zoals prefab gevelelementen, zijn wel gesloten gevels. Vlakken met beplatingen die in kozijnwerk, zichtbare stijlen en/of dorpels, zitten, vallen onder 'kozijnwerk' (zie voor uitleg kozijnen onder

20 'panelen'). Afb. 6.6 Voorbeelden van gevels die men op moet nemen. Als zijwanden van opgetrokken gevels niet in kozijnwerk zijn uitgevoerd, rekent men deze tot de gesloten gevel. Ook zijwanden van dakkapellen vallen onder de definitie van een gesloten gevel. Opname daarvan is echter alleen nodig wanneer deze grenst aan een verwarmde (zolder)ruimte. Bij gebouwen met een verwarmde kelder of verwarmd souterrain valt zowel het deel onder als boven het maaiveld onder gesloten gevel. Dit geldt niet wanneer het souterrain of de kelder onverwarmd is. Bij gebouwen met meerdere gebouwsectoren begint de gesloten gevel bij de onderkant van de laagst gelegen vloer van de gebouwsector en eindigt deze bij de onderkant van de vloer die de bouwsector scheidt van de bovengelegen gebouwsector of dakvloer (zie Afb. 6.7). Afb. 6.7 Gesloten gevel verticaal gemeten. Meetinstructie Het oppervlak van gesloten gevels is gedefinieerd als buitenwerks oppervlak. Het oppervlak van de gevels per gevelopbouw wordt opgenomen. De horizontale maat wordt buitenwerks gemeten vanaf de kopgevel tot de hartlijn van de gebouwsector scheidende wand of tot de volgende kopgevel. Voor een gebouw dat tussen twee gebouwen of gebouwsectoren in is gelegen, worden de scheidingswanden van hart op hart gemeten, dat wil zeggen de afstand tussen harten (middens) van de scheidende wanden telt.

21 Afb. 6.8 Horizontale meting bij een gebouw tussen twee gebouwen en een hoekgebouw. De verticale maat meet men buitenwerks vanaf het maaiveld tot aan de dakconstructie. Voor een verdieping betekent dit een meting vanaf onderkant vloer tot onderkant vloer (zie ook Afb. 6.7). Oppervlaktes van kozijnwerk worden hier vanaf getrokken. Het oppervlak wordt in de praktijk echter van binnenuit gemeten. Hierbij is compensatie noodzakelijk voor (gebouwsectie)scheidingswanden en dragende wanden en vloeren. Het oppervlak van het deel van de dragende wand dat op de gevel aansluit, telt in het geveloppervlak mee. Scheidende delen worden 'hart op hart' gemeten. Gesloten gevel horizontale maat Raamdorpelafwerkingen zijn geen onderdeel van de gesloten gevel maar maken deel uit van het kozijnwerk. 2. Kozijnwerk Kozijnwerken zijn delen van het gevelvlak die begrensd worden door zichtbare stijlen en dorpels. Binnen deze begrenzing bevinden zich dan beglazing en/of gesloten panelen. Bij opname wordt al het kozijnwerk in gevels dat grenst aan de buitenlucht, een onverwarmde ruimte, een andere sector of een serre in de berekening meegenomen. Kozijnwerken die zich in kelders bevinden die niet tot het gebruiksoppervlak behoren, ofwel onverwarmd zijn, worden niet in de berekening meegenomen. Kozijnwerken in sprongen van dakvlakken tellen wel mee, mits de aangrenzende binnenruimte verwarmd is. Afb. 6.9 Gevelopeningen: kozijnwerk. Constructie kozijnen

22 Onder kozijnwerk valt het geheel van kozijnen en ramen, inclusief hang- en sluitwerk, glaslatten, stelkozijnen, raamdorpels en waterslagen. Alleen het materiaal van het kozijnwerk moet worden opgenomen. Als het materiaal van stelkozijnen afwijkt van de opgebrachte prefab kozijnelementen, die in het zicht blijven, 'weegt' bij de opname uitsluitend het materiaal van het prefab kozijnelement mee. Bij kozijnwerk van toegangskozijnen in portieken en dergelijke, moet bij een open portiek worden uitgegaan van een begrenzing aan de buitenlucht. Bij een gesloten portiek geldt de begrenzing als 'grenzend aan een onverwarmde ruimte'. Beglazing Bij de opname verstaat men onder 'beglazing' de opvulling binnen de kozijnen, mits deze bestaat uit elementen van glas. Panelen Onder 'panelen' vallen de vulpanelen in de borstweringen van het kozijnwerk. Deze panelen kunnen gevuld zijn met isolatiemateriaal. Deuren Onder 'deuren' vallen de deuren van het kozijnwerk. Deze deuren kunnen al dan niet geïsoleerd zijn uitgevoerd. Meetinstructie De EPA-adviseur neemt tijdens de opname de maten op in het gebouw. Daarbij wordt het kozijnoppervlak vlakvol in buitenwerkse maten gemeten. De software berekent uit het kozijnoppervlak automatisch via een vaste factor het oppervlak aan beglazing, panelen en deuren. 3. Daken Bij de opname zijn daken gedefinieerd als 'alle dakvlakken die een direct onderdeel van de omhulling van het gebouw vormen'. Als platte daken gelden alle daken met een hellingshoek van minder dan 15º of maximaal 25 cm/m¹. Afb Voorbeeld van dakvlakken die men op moet nemen. Naast de goed herkenbare daken dient men natuurlijk ook de dakvlakken die als balkon worden gebruikt op te nemen. Meetinstructie Het feitelijke dakvlak (= volgens uitslag) wordt bepaald door binnenwerks te meten tussen beide aansluitingen met de gevel bij een plat dak of tussen aansluitingen met de gevel en de nok bij een hellend dak. Dakoverstekken worden niet meegenomen.

23 Correctie voor openingen in het dak zoals schoorstenen, lichtkoepels en dakkapellen vindt slechts plaats als de openingen een oppervlak hebben groter dan 2 m 2. Het oppervlak van een dakvlak is fdak maal het oppervlak van de vloer die onder het dakvlak ligt. De factor fdak hangt af van de hellingshoek van het dakvlak. Onderstaande tabel geeft fdak voor een aantal hellingshoeken. Tussenliggende waarden worden bepaald door te interpoleren. Tabel 6.01: Hellingshoek dakvlak met bijbehorende f dak Hellingshoek dakvlak f dak 0º 1,00 15 º 1,04 30 º 1,15 40 º 1,31 45 º 1,41 50 º 1,56 55 º 1,74 60 º 2,00 65 º 2,37 70 º 2,92 75 º 3,86 4. Vloeren De volgende vloeroppervlaktes dienen opgemeten te worden: vloeroppervlakte grenzend aan buiten of onverwarmde ruimten per energiesector; gebruiksoppervlak per gebruiksfunctie; Hieronder zijn per type oppervlak de definitie en de meetinstructie beschreven: Vloeroppervlakte grenzend aan buiten of onverwarmde ruimten. De EPA-adviseur neemt bij de gebouwopname alleen die vloeren op die grenzen aan buiten of een onverwarmde ruimten (garages, bergingen, trappenhuizen, liftschachten e.d.), een andere gebouwsector of een serre. Meetinstructie Het vloeroppervlak wordt binnenwerks gemeten lengte * breedte.

24 Afb Voorbeeld van het soort vloeren dat opgenomen moet worden. Gebruiksoppervlak De EPA-adviseur neemt voor het gebruiksoppervlak alle vloeroppervlaktes mee van de verwarmde ruimtes. Deze vloeren mogen grenzen aan verwarmde ruimtes, onverwarmde ruimtes, een andere sector of een serre. Meetinstructie Het gebruiksoppervlak meet men binnenwerks, lengte * breedte minus: het oppervlak aan dragende wanden; trapgaten, vides en liften met een oppervlakte groter dan 4 m 2 ; leidingschachten met een doorsnede groter dan 0,5 m 2 ; de vloeroppervlaktes waarboven zich een hoogte bevindt lager dan 1,5 m 2 ; Naast het meten van het gebruiksoppervlak moet men ook de volgende aspecten van de ruimte vaststellen: bij welke gebouwsector hoort de ruimte? wordt de ruimte verwarmd? wordt de ruimte gekoeld? wordt de ruimte bevochtigd? Herkenning van dragende scheidingswanden Voor het bepalen van het gebruiksoppervlak van de vloer is het van belang te weten welke scheidingswanden dragende wanden zijn. Hieronder volgt informatie die helpt bij het herkennen van dragende scheidingswanden. Primaire draagrichting Of een scheidingswand dragend is, kan men afleiden uit de primaire draagrichting van een gebouw. Dit wil zeggen: de weg waarlangs de krachten naar de fundering worden overgebracht. Het overbrengen van krachten naar de fundering kan op een aantal manieren plaatsvinden: via een stelsel van balken en kolommen (skeletbouw); via dragende wanden. Skeletbouw Wanneer er sprake is van skeletbouw (hout of staal) mag men aannemen dat de

25 aanwezige scheidingswanden niet-dragend zijn. Dragende wanden Bij een draagsysteem van vloeren en dragende wanden kunnen scheidingswanden een dragende of ondersteunende functie hebben. De vloer draagt de belasting over op de wanden waar hij op ligt. Als de overspanning te groot wordt, is het noodzakelijk de vloer op een of meer extra punten te ondersteunen. Dit kan gebeuren door middel van een dragende scheidingswand. Deze wand bezit dan behalve een scheidende functie ook een dragende of ondersteunende functie. De maximale overspanningen bij verschillende vloersystemen: gewapend betonvloer : 6 m. kanaalplaat beton : 10 m. ribbenvloer : 15 m. staalplaatbetonvloer : 6 m. houten balken vloer : 6 m. Vuistregels Als vuistregel mag verondersteld worden dat gemetselde of steenachtige scheidingswanden met een dikte = 15 cm een dragende of ondersteunende functie hebben. Wanden die van een licht materiaal (hout/gips/gasbeton) zijn vervaardigd, over het algemeen hol klinkend en van plaatmateriaal, kan men beschouwen als niet dragend. Let op! Bij het toepassen van deze vuistregels moet de EPA-adviseur altijd eerst via het vaststellen van de primaire draagrichting proberen te achterhalen wat dragende en niet-dragende wanden zijn. Pas wanneer dit geen uitsluitsel geeft, kunnen de vuistregels uitkomst bieden. Deze inspectietips zijn aanwijzingen bij het achterhalen van de opbouw van de verschillende elementen. Ze geven echter geen garantie voor de nauwkeurigheid van de inspectie. Veel hangt af van ervaring, bouwkundige en installatietechnische kennis van de EPA-adviseur Oppervlaktebepaling in de praktijk Voor het bepalen van de Energie-Index moeten gegevens worden ingevoerd van de bouwkundige schil van het gebouw (vloer, gevel, dak) en de aanwezige installaties. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op het opnemen van de bouwkundige schil. Ook worden in deze paragraaf een aantal voorbeelden gegeven. Op de website ' is als voorbeeld een spreadsheetprogramma 'Hoofdmaten methode' gegeven waarmee van een aantal gebouwvormen de oppervlakte bepaald kunnen worden. Bij de bepaling van de Energie-Index gaat om dat deel van de schil waardoor energie verloren gaat. Dit wordt de thermische schil genoemd. De thermische schil komt niet altijd overeen met de buitenkant van het gebouw. Voorbeelden bepaling afmetingen gebouwen In deze paragraaf worden voor gebouwen de stappen gegeven voor de bepaling van de afmetingen en oppervlakten.

26 Afb Afmetingen bij gebouwen. Voor het hoekgebouw geldt dat B buitenwerks wordt gemeten vanaf de kopgevel tot aan de hartlijn van de gebouwscheidende wand. Voor het tussengebouw geldt dat B wordt gemeten tussen de hartlijnen van de gebouwscheidende wanden. Voor beide gebouwen geldt dat A buitenwerks wordt gemeten. Om het oppervlak van de gevel te bepalen wordt de hoogte van het gebouw (C) buitenwerks vanaf het maaiveld tot aan de dakconstructie gemeten. Het geveloppervlak wordt dan B x C min de openingen t.g.v. ramen en deuren. Voor het bepalen van het raam - en deuroppervlak wordt de dagmaat (opening in de gevel) gebruikt. Het vloeroppervlak van de begane grondvloer wordt binnenwerks (tussen de wanden) gemeten. Het dakoppervlak bij gebouwen met platte daken wordt binnenwerks gemeten.

27 Het dakoppervlak bij gebouwen met schuine daken wordt gemeten tussen aansluiting met de gevel en nok. Dakoverstekken worden niet meegenomen. Het dakoppervlak bij gebouwen met schuine daken wordt bepaald door het gemeten oppervlak te vermenigvuldigen met een correctiefactor. Deze factor is afhankelijk van de hellingshoek van het dak en wordt gegeven in paragraaf 6.4. Openingen in het dak worden alleen meegenomen als de openingen een oppervlak hebben groter dan 2 m 2. Opnemen van afmetingen bij een aantal gebouwvormen In deze paragraaf worden voor een aantal eenvoudige rechthoekige gebouwvormen voorbeelden gegeven welke extra afmetingen opgenomen moeten worden. Als een gebouw bestaat uit 2 rechthoekige, even hoge blokken met platte daken. Afb Twee even hoge rechthoekige gebouwen met platte daken. De afmetingen van de thermische schil worden opgenomen zoals eerder is beschreven. Om de oppervlakte van het scheidingsvlak te kunnen bepalen moet ook de maat van de verspringing x worden opgenomen. Gebouwen bestaande uit twee blokken met zadeldaken Als een gebouw bestaat uit twee blokken met zadeldaken, zijn er drie varianten mogelijk: de kopgevels grenzen aan elkaar; de kopgevel grenst aan de langsgevel; de langsgevels grenzen aan elkaar. De kopgevels grenzen aan elkaar: Als er sprake is van verspringende plattegronden, waarbij de nokken van beide daken in het midden liggen en de beide blokken elkaar slechts éénmaal snijden, zie afbeelding 6.14.

28 Afb Gebouwen met aan elkaar grenzende kopgevels. De afmetingen van de thermische schil worden opgenomen zoals eerder is beschreven. Om de oppervlakte van het scheidingsvlak te kunnen bepalen moet ook de maat van de verspringing x worden opgenomen. Indien de kopgevel aan de langs gevel grenst, de nokhoogte van het ene blok ligt onder de goothoogte van het andere blok en de blokken verspringen ten opzichte van elkaar. Afb Gebouwen waarbij de kopgevel grenst aan de langsgevel. De afmetingen van de thermische schil worden opgenomen zoals eerder is beschreven. Om de oppervlakte van het scheidingsvlak te kunnen bepalen moet ook de maat van de verspringing x worden opgenomen. Indien de langsgevels aan elkaar grenzen en het ene blok steekt aan een zijde buiten het andere blok. Afb Gebouwen waarbij de langsgevels aan elkaar grenzen.

29 De afmetingen van de thermische schil worden opgenomen zoals eerder is beschreven. Om de oppervlakte van het scheidingsvlak te kunnen bepalen moet ook de maat van de verspringing x worden opgenomen. Gebouwen bestaande uit een blok met zadeldak en blok met platdak De kopgevels grenzen aan elkaar: Als er sprake is van verspringende plattegronden en de beide blokken elkaar slechts éénmaal snijden. Afb Gebouw waarbij kopgevels aan elkaar grenzen. De afmetingen van de thermische schil worden opgenomen zoals eerder is beschreven. Om oppervlakte van het scheidingsvlak te kunnen bepalen moet ook de maat van de verspringing x worden opgenomen. Indien de langsgevels aan elkaar grenzen en het ene blok steekt aan een zijde buiten het andere blok. Afb Gebouw waarbij langsgevels aan elkaar grenzen. De afmetingen van de thermische schil worden opgenomen zoals eerder is beschreven. Om de oppervlakte van het scheidingsvlak te kunnen bepalen moet ook de maat van de verspringing x worden opgenomen. 6.5 BEPALING OPBOUW CONSTRUCTIES De EPA-adviseur inventariseert bij de gebouwopname het oppervlak en de opbouw van de schil van de energiesectoren. Hieronder vallen alle elementen van het gebouw waardoor warmteverlies kan optreden naar de buitenlucht: een aangrenzende onverwarmde ruimte, een aangrenzende serre, de grond of een kruipruimte.

30 Deze paragraaf bevat middelen om de thermische eigenschappen van de verschillende constructies te bepalen. Onderscheid wordt gemaakt in gevels, ramen, panelen, daken en vloeren. De op te nemen kenmerken van gevels, panelen, daken en vloeren zijn: Isolatie aanwezig: ja of nee; Indien te bepalen de isolatiedikte; luchtspouw aanwezig, alleen indien: er geen isolatie aanwezig is; of onbekend is of er isolatie aanwezig is en de woning van voor 1965 is; of de isolatiedikte niet te bepalen is en de woning van voor 1965 is; of de isolatiedikte kleiner is dan 40 mm. De op te nemen kenmerken van ramen zijn: type kozijn (hout/kunststof, metaal thermisch onderbroken of metaal); type glas (HR++, HR+, dubbelglas met coating, dubbelglas zonder coating, voorzetglas of enkelglas). Hierna worden voor de verschillende constructies een stroomschemagegeven waarmee de Rc-waarde of U-waarde van desbetreffende constructie moet worden bepaald. De EPA-adviseur is verplicht om deze stroomschema's te gebruiken, dus ook in die gevallen waarin de EPA-adviseur vast zou kunnen stellen, dat de uitkomst van het stroomschema afwijkt van de fysische werkelijkheid. Opmerking: In de stroomschema's wordt indien de isolatiedikte te bepalen is aangegeven dat de isolatiedikte afgerond wordt in stappen van 10 mm. De reden hiervoor is: dat bij het vaststellen van de isolatiedikte snel fouten gemaakt worden, door het (onbedoeld) indrukken van het isolatiemateriaal; het isolatiemateriaal is vaak niet overal even dik; de exacte dikte van isolatie in nageïsoleerde gevels is niet op de mm nauwkeurig vast te stellen. Gevels Om de Rc-waarde van de gevels te kunnen bepalen moeten de volgende kenmerken van de gevel opgenomen worden: is de gevel geïsoleerd en zo ja is de isolatiedikte te bepalen; luchtspouw aanwezig, alleen indien: er geen isolatie aanwezig is; of onbekend is of er isolatie aanwezig is en de woning van voor 1965 is; of de isolatiedikte niet te bepalen is en de woning van voor 1965 is; of de isolatiedikte kleiner is dan 40 mm. Het bouwjaar van het gebouw is al bij de gebouwkenmerken opgenomen. In bijlage 1A worden tips gegeven waarmee deze kenmerken van gevels herkend kunnen worden. Het onderstaande stroomschema dient gebruikt te worden om de Rc-waarde van de gevel te bepalen.

31 Afb R c -waarde bepaling gevel. Tabel 6.02 R c -waarde bouwperiode < spouw geen spouw / onbekend R c [m 2 K/W] Isolatie onbekend of afwezig (na)geïsoleerd 0,36 0,19 0,86 0,69 Tabel 6.03 R c -waarde indien isolatie onbekend en bouwperiode = Bouwperiode 1965 tot tot tot 1988 R c [m 2 K/W] 0,43 1,30 1,30 2,00 2, tot 1992 = 1992

32 Tabel 6.04 R c -waarde minder dan 40 mm isolatie*. R c [m 2 K/W] Isolatiedikte [mm] spouw geen spouw/onbekend ,61 0,86 1,11 0,44 0,69 0,94 Tabel 6.05 R c -waarde met 40 mm of meer isolatie*. Isolatiedikte [mm] R c [m 2 K/W] ,36 1,61 1,86 2,11 2,36 2,61 2,86 3,11 3,36 3,61 3,86 4,11 4,36 * voor tussenliggende isolatiedikten afronden op hele tientallen. Ramen Wanneer er zeer kleine glasoppervlakken zijn (bijvoorbeeld een klepraampje) met een afwijkende glassoort (ten opzichte van de overige beglazing) kan de meest voorkomende glassoort worden aangehouden. Het kleine oppervlak met een afwijkende glassoort heeft een geringe invloed op de energiehuishouding. Om de U-waarde en ZTA-waarde van de ramen te kunnen bepalen moeten de volgende kenmerken van het raam (kozijn inclusief glas) opgenomen worden: type kozijn (hout/kunststof, metaal thermisch onderbroken of metaal); type glas (HR++, HR+, dubbelglas met coating, dubbelglas zonder coating, voorzetglas of enkelglas); indien aanwezig: type zonwering. Onder type wordt verstaan een flexibele (of bedienbare) zonwering of een vaste overstek. Daarnaast is bij een flexibele zonwering van belang of deze handbediend of automatisch is. In bijlage A worden tips gegeven waarmee deze kenmerken van het raam herkend kunnen worden. Het onderstaande stroomschema dient gebruikt te worden om de U -waarde van ramen te bepalen.

33 Afb Bepaling U-waarde en ZTA-waarde raam. Tabel 6.06 U-waarde en ZTA-waarde glas grenzend aan buiten. Type glas Type kozijn ZTA [-] U [W/m 2 K] HR++ HR+ Dubbel glas met coating Dubbel glas zonder coating Voorzetraam Enkel glas Hout / kunststof 1,6 1,9 2,5 3,1 3,1 5,1 Thermisch onderbroken metaal 2 2,35 2,9 3,5 3,5 5,4 Metaal Geen zonwerende ,65 4,65 6,2 coating 0,6 0,6 0,6 0,7 0,7 0,8 Zonwerende coating 0,18 0,18 0,18 0,21 0,21 0,24 Type glas Type kozijn ZTA [-] U [W/m 2 K] Hout / kunststof Thermisch onderbroken metaal Metaal Geen zonwerende coating Zonwerende coating

34 HR++ HR+ Dubbelglas met coating Dubbelglas zonder coating Voorzetraam Enkelglas 1,40 1,62 2,04 2,42 2,42 3,50 1,69 1,94 2,30 2,66 2,66 3, ,28 3,28 3,98 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Deuren In de utiliteitsbouw komen diverse soorten deuren voor waaronder standaarddeuren, draaideuren, garagedeuren en schuifdeuren. Het onderstaande stroomschema dient gebruikt te worden om de U -waarde van deuren te bepalen. Tabel 6.08 U-waarde deuren grenzend aan buiten. Type deur geïsoleerd ongeïsoleerd Tabel 6.09 U-waarde deuren niet grenzend aan buiten. Type deur geïsoleerd ongeïsoleerd U k [W/m 2 K] 2 3,5 U k [W/m 2 K] 1,69 2,66 Beta-versie maart 2007 Beta-versie maart 2007 Panelen Om de Rc-waarde van panelen te kunnen bepalen moeten de volgende kenmerken van de panelen opgenomen worden: is het paneel geïsoleerd en zo ja is de isolatiedikte te bepalen; luchtspouw aanwezig, alleen indien: er geen isolatie aanwezig is; of onbekend is of er isolatie aanwezig is en de woning van voor 1965 is; of als de isolatiedikte niet te bepalen is en de woning van voor 1965 is; of

Energieprestatiecertificaat Delen ISSO-publicatie 82 deel 1 Beta-versie maart 2007

Energieprestatiecertificaat Delen ISSO-publicatie 82 deel 1 Beta-versie maart 2007 Energieprestatiecertificaat Delen ISSO-publicatie 82 deel 1 2 ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT Voor iedere woning is er één certificaat nodig. Dus identieke woningen in een straat hebben ieder hun eigen certificaat.

Nadere informatie

Beslisschema s ISSO 75.1 Methode 2013

Beslisschema s ISSO 75.1 Methode 2013 Beslisschema s ISSO 75.1 Methode 2013 1 Bepalen grenzen van het energiegebouw van alle relevante delen van het gebouw de gebruiksfuncties en bepaal of deze labelplichtig is conform de label methodiek utiliteitsgebouwen,

Nadere informatie

Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw

Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector

Nadere informatie

Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw

Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector

Nadere informatie

verwijzingen zijn afgestemd op ISSO 82.1 versie oktober 2009

verwijzingen zijn afgestemd op ISSO 82.1 versie oktober 2009 Eindtermen en toetsmatrijs: toets energieprestatiecertificaat bestaande woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector

Nadere informatie

Eindtermen en toetsmatrijs: toets energielabel nieuwbouw Utiliteit Vastgesteld door de EPA-examencommissie

Eindtermen en toetsmatrijs: toets energielabel nieuwbouw Utiliteit Vastgesteld door de EPA-examencommissie Eindtermen en toetsmatrijs: toets energielabel nieuwbouw Utiliteit Vastgesteld door de EPA-examencommissie Examen Energielabel nieuwbouw bestaat uit twee delen: 40 MC tijdsduur 0 minuten Softwaretoets

Nadere informatie

Opnameformulier woningen voor EP-certificaat

Opnameformulier woningen voor EP-certificaat Opnameformulier woningen voor EP-certificaat Hieronder worden de opnameformulieren gegeven die een EPA-adviseur nodig heeft om een opname van de woning op papier te kunnen verrichten. Om het opnameformulier

Nadere informatie

Eindtermen en Toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat Utiliteitsbouw Nieuwbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD

Eindtermen en Toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat Utiliteitsbouw Nieuwbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD Eindtermen en Toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat Utiliteitsbouw Nieuwbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector:

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Onderdeel Casus ingevuld opnameformulier. Algemene projectgegevens Projectnaam: Woning Jansen Kenmerk: Adres: Guido Gezellelaan Huisnummer: 00 Postcode: 2624

Nadere informatie

Opnameformulier EP-deel Februari 2007 1

Opnameformulier EP-deel Februari 2007 1 Opnamedeel op gebouwniveau Algemeen gebouwniveau Projectgegevens Naam gebouw: Projectnummer: Straatnaam: Postcode: Bouwjaar: Renovatiejaar gebouw: Opdrachtgever Naam opdrachtgever: Contactpersoon: Afdeling:

Nadere informatie

hoofdstuk 6.0 versie 2.0 ISSO 82.1 maart 2009

hoofdstuk 6.0 versie 2.0 ISSO 82.1 maart 2009 6.0 Opname gebouw Uit praktijkvragen blijkt dat er verschillende interpretaties zijn over begrippen als thermische schil, woonlaag, gebruiksoppervlakte en onverwarmde zolder. Ook de meetinstructie voor

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Onderdeel 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Onderdeel 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV Onderdeel 1 Bijlage bij meerkeuzetoets Lees zorgvuldig onderstaande informatie Deze bijlage hebt u nodig bij het beantwoorden van enkele meerkeuzevragen. Na afloop

Nadere informatie

INZAGEVERSIE 6 OPNAMEPROTOCOL GEBOUW

INZAGEVERSIE 6 OPNAMEPROTOCOL GEBOUW 6 OPNAMEPROTOCOL GEBOUW In dit hoofdstuk wordt de gebouwopname door de EPA-opnemer/-adviseur beschreven. Hierbij komen de bron die de EPA-opnemer/-adviseur mag gebruiken en de instrumenten die hij nodig

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Toets 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Toets 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV Toets 1 Bijlage bij meerkeuzetoets Lees zorgvuldig onderstaande informatie Deze bijlage hebt u nodig bij het beantwoorden van enkele meerkeuzevragen. Na afloop

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Onderdeel 2 Voorbeeldopdracht Examendatum: Naam kandidaat: Soort en nummer legitimatiebewijs: Lees zorgvuldig onderstaande informatie Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Eindtermen en toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat bestaande Woningen

Eindtermen en toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat bestaande Woningen Eindtermen en toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat bestaande Woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op april

Nadere informatie

energielabel Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen.

energielabel Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Energieprestatiecertificaat energielabel Bestaande bouw Woning/Woongebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Energieklasse zeer energie zuinig A B A ++

Nadere informatie

ELKE VORM VAN FRAUDE ZAL ONMIDDELLIJKE UITSLUITING VAN HET EXAMEN TOT GEVOLG HEBBEN. Dit boekje pas openen als daarvoor toestemming wordt gegeven.

ELKE VORM VAN FRAUDE ZAL ONMIDDELLIJKE UITSLUITING VAN HET EXAMEN TOT GEVOLG HEBBEN. Dit boekje pas openen als daarvoor toestemming wordt gegeven. Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Examendatum: Naam kandidaat: Soort en nummer legitimatiebewijs: Gebruikte software: Onderdeel 2 Lees zorgvuldig onderstaande informatie Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Gegeven onderstaande toelichting heeft het CCvD besloten om deze toelichting per direct (24 april 2009) van toepassing te verklaren.

Gegeven onderstaande toelichting heeft het CCvD besloten om deze toelichting per direct (24 april 2009) van toepassing te verklaren. BIJLAGE 2/TC BRL9500/200509 Gegeven onderstaande toelichting heeft het CCvD besloten om deze toelichting per direct (24 april 2009) van toepassing te verklaren. Toelichting ISSO 82.1 Hoofdstuk 6 ISSO heeft

Nadere informatie

Kennisinstituutvan,vooren endoordeinstallatiesector. KeesArkesteijn,projectcoördinator

Kennisinstituutvan,vooren endoordeinstallatiesector. KeesArkesteijn,projectcoördinator Kennisinstituutvan,vooren endoordeinstallatiesector KeesArkesteijn,projectcoördinator Energielabelen maatwerkadvies Energieprestatiecertificaat Bestaande bouw Woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie

Nadere informatie

Betrouwbaarheid van energielabels bij woningen. Herhalingsonderzoek 2010. Datum 24 juni 2010

Betrouwbaarheid van energielabels bij woningen. Herhalingsonderzoek 2010. Datum 24 juni 2010 Betrouwbaarheid van energielabels bij woningen Herhalingsonderzoek 2010 Datum 24 juni 2010 Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bouwen aan kwaliteit Rijnstraat 8 Postbus 16191 2500 BD

Nadere informatie

Toets 2 Casus Open vragen

Toets 2 Casus Open vragen Examen Energieprestatiecertificaat Toets 2 Casus Open vragen Lees zorgvuldig onderstaande informatie Dit examen bestaat uit een casus en een opnameformulier. Met behulp van foto s en plattegronden neemt

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Examendatum: Naam kandidaat: Soort en nummer legitimatiebewijs: Onderdeel 1 Lees zorgvuldig onderstaande informatie Dit examen bestaat uit een casus. Met behulp

Nadere informatie

Willem II Singel 25 te Roermond Energielabel Datum 29 juli 2013 Referentie 20131023-01

Willem II Singel 25 te Roermond Energielabel Datum 29 juli 2013 Referentie 20131023-01 Willem II Singel 25 te Roermond Energielabel Datum 29 juli 2013 Referentie 20131023-01 Referentie 20131023-01 Rapporttitel Willem II Singel 25 te Roermond Energielabel Datum 29 juli 2013 Opdrachtgever

Nadere informatie

Meetrapport NEN Makelaar. Middenweg. Middenweg AE. Amsterdam Opdrachtgever : Objectnaam : Adres : Postcode : Plaats :

Meetrapport NEN Makelaar. Middenweg. Middenweg AE. Amsterdam Opdrachtgever : Objectnaam : Adres : Postcode : Plaats : Meetrapport NEN 2580 Opdrachtgever : 123Makelaar Objectnaam : Adres : 63 Postcode : 1098 AE Plaats : Amsterdam Datum opname : 3-9-2015 Datum rapport : 18-9-2015 Definities Allereerst een korte omschrijving

Nadere informatie

Meetrapport NEN 2580 Opdrachtgever Valad Objectnaam Wijchenseweg 111 Adres Wijchenseweg 111 Postcode 6538 SW Plaats Nijmegen Datum opname

Meetrapport NEN 2580 Opdrachtgever Valad Objectnaam Wijchenseweg 111 Adres Wijchenseweg 111 Postcode 6538 SW Plaats Nijmegen Datum opname Meetrapport NEN 2580 Opdrachtgever : Valad Objectnaam : Adres : Postcode : 6538 SW Plaats : Datum opname : Datum rapport : 8-11-2016 Meetcertificaat : B dit rapport is opgesteld op basis van bestaand meetcertificaat:

Nadere informatie

Eindtermen en toetsmatrijs: Netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door de COEC van

Eindtermen en toetsmatrijs: Netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door de COEC van Eindtermen en toetsmatrijs: Netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door de COEC van KvINL op 0--06 versie Oktober 06 Het examen Netto warmtevraag

Nadere informatie

A (zie toelichting in bijlage)

A (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

Meetrapport NEN Duo beheer. Leeuwarden Van Der Nootstraat 2. Leeuwarden Van Der Nootstraat HV. Leeuwarden

Meetrapport NEN Duo beheer. Leeuwarden Van Der Nootstraat 2. Leeuwarden Van Der Nootstraat HV. Leeuwarden Meetrapport NEN 2580 Opdrachtgever : Duo beheer Objectnaam : Leeuwarden Van Der Nootstraat 2 Adres : Leeuwarden Van Der Nootstraat 2 Postcode : 8913HV Plaats : Leeuwarden Datum opname : 16-10-2015 Datum

Nadere informatie

Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen

Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen Herziene versie 2013 ISSO-publicatie 75.1 Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen Methode 2013, wettelijke aanwijzing per 1 Juli 2014 1 6 Opnameprotocollen 6.1 Inleiding In ISSO 75.1 worden

Nadere informatie

F (zie toelichting in bijlage)

F (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden F (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

Beknopte beschrijving wijzigingen label methodiek woningen

Beknopte beschrijving wijzigingen label methodiek woningen Beknopte beschrijving wijzigingen label methodiek woningen Datum: juli 2009 Conceptversie Hoofdstuk 6 ISSO 82.1 In de onderstaande notitie zijn de wijzigingen en uitbreidingen beschreven die per 1 oktober

Nadere informatie

DUO Beheer Nijverheidsweg 48R 2070 AM Santpoort Naritaweg 223

DUO Beheer Nijverheidsweg 48R 2070 AM Santpoort Naritaweg 223 DUO Beheer Nijverheidsweg 48R 2070 AM Santpoort Opdrachtgever : DUO Beheer Nijverheidsweg 48R 2070 AM Santpoort Object adres : Opname : Versie : Samenvatting Bruto vloeroppervlakte 3191,01 m² VVO primair

Nadere informatie

KleurrijkWonen Postbus AM TIEL Tel : Fax : Etalage Geprint op :

KleurrijkWonen Postbus AM TIEL  Tel : Fax : Etalage Geprint op : KleurrijkWonen Postbus 544 4000 AM TIEL www : www.kleurrijkwonen.nl Tel : 0344615214 Fax : 0344623843 Etalage Geprint op : 12-11-2014 Objectgegevens m.b.t. strategisch voorraad beleid Toewijzingmodel Aanbodmodel

Nadere informatie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN 4 juli 2007 19:11 uur Blz. 1 / 8 cursus Luc Volders - 2-7-2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: FB Projectgegevens: testpand 1234AB Software: EPA-W Kernel 1.09 07-06-2007 Vabi Software

Nadere informatie

EPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel

EPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel Nieuwbouwkantoorpand Demostraat,Tiel EPA U Adresgegevens Fokkerstraat 39, 3905 KV Veenendaal Postbus 1152, 3900 BD Veenendaal T 0318-75 78 88 F 0318-75 78 87 info@enerpro.nl www.enerpro.nl Voorbeeldbedrijf

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energie-Index Woningen Meerkeuzevragen Casus. Alle tekeningen en foto s zijn ter plekke gecontroleerd in de betreffende woningen.

Voorbeeldexamen Energie-Index Woningen Meerkeuzevragen Casus. Alle tekeningen en foto s zijn ter plekke gecontroleerd in de betreffende woningen. Voorbeeldexamen Energie-Index Woningen Meerkeuzevragen Casus Alle tekeningen en foto s zijn ter plekke gecontroleerd in de betreffende woningen. Vraag 1 tot en 10 hebben betrekking op woning 1. Hieronder

Nadere informatie

Opnameformulier Energielabel woningen 1. Algemene projectgegevens

Opnameformulier Energielabel woningen 1. Algemene projectgegevens Opnameformulier Energielabel woningen 1. Algemene projectgegevens Projectnaam: Kenmerk: Adres: Postcode: Klantnaam: Contactpersoon: Datum woning bezoek: 3817PR-45 Hobbemastraat 3817 PR Plaats: Amersfoort

Nadere informatie

Duo Vastgoed & Beheer Diezestraat 10/ JP Amsterdam Walaardt Sacrestraat 405, Schiphol-Oost

Duo Vastgoed & Beheer Diezestraat 10/ JP Amsterdam Walaardt Sacrestraat 405, Schiphol-Oost Duo Vastgoed & Beheer Diezestraat 10/1 1078 JP Amsterdam Opdrachtgever : Duo Vastgoed & Beheer Diezestraat 10/1 1078 JP Amsterdam Object adres : Opname : Versie : Samenvatting Bruto vloeroppervlakte 2616,36

Nadere informatie

3-6-2013. Doorontwikkeling Bouwtransparant (en in relatie tot Energielabel Nieuwbouw) Project dossier Energielabel Nieuwbouw voorbeeld: isolatie

3-6-2013. Doorontwikkeling Bouwtransparant (en in relatie tot Energielabel Nieuwbouw) Project dossier Energielabel Nieuwbouw voorbeeld: isolatie Ontwikkelingen in 2013-2014: Doorontwikkeling Bouwtransparant (en in relatie tot ) Vrijwillige invoering naar verwachting 1 september 2013. Uiteindelijk zal dit worden verplicht gesteld. Doel: weergave

Nadere informatie

Bijlage 2. Opnameformulier netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen. Opnameformulier Woningen t.b.v. netto warmtevraag mei

Bijlage 2. Opnameformulier netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen. Opnameformulier Woningen t.b.v. netto warmtevraag mei Bijlage 2 pnameformulier netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen 1. Algemene projectgegevens Projectnaam: Kenmerk: Adres: Huisnummer: Postcode: Plaats: Klantnaam: Contactpersoon: Datum woning bezoek

Nadere informatie

Inhoud en Legenda Kenmerk: Pagina 1/12

Inhoud en Legenda Kenmerk: Pagina 1/12 Uw aanvraag is Overzicht van aangeleverde tekeningen Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 6 Pagina 7 Pagina 8 Pagina 9 Pagina 10 Pagina 11 Pagina 12 Inhoud en Legenda Overzicht Woning en

Nadere informatie

C (zie toelichting in bijlage)

C (zie toelichting in bijlage) Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden C (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

NEN2580 meting. Terheijdenseweg 350 Breda

NEN2580 meting. Terheijdenseweg 350 Breda NEN2580 meting Terheijdenseweg 350 Breda Huijbregts Vastgoedbeheer stelt meetrapporten op volgens de door NEN uitgegeven NTA 2581:2011. Uitvoering oppervlaktemeting geschied volgens NEN2580. Inhoud 01.

Nadere informatie

1216 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

1216 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Lammekensknok 94 8770 gemeente Ingelmunster bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1216 De energiescore

Nadere informatie

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 26 januari 2015

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 26 januari 2015 Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 26 januari 2015 Beoordelingsrichtlijn / deel Oorspronkelijk document BRL9500-00

Nadere informatie

KBI Wijzigingsblad d.d. 2008-03-07 bij BRL 9500-01

KBI Wijzigingsblad d.d. 2008-03-07 bij BRL 9500-01 KBI Wijzigingsblad d.d. 2008-03-07 bij BRL 9500-01 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, BIJZONDER DEEL ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT, BESTAANDE WONINGEN Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging

Nadere informatie

Toets 4: Opnamegegevens vertalen naar een softwareprogramma

Toets 4: Opnamegegevens vertalen naar een softwareprogramma Examen Energieprestatiecertificaat Utiliteitsbouw Toets 4: Opnamegegevens vertalen naar een softwareprogramma Voorbeeldtoets Lees zorgvuldig onderstaande informatie: Dit onderdeel bestaat uit een ingevuld

Nadere informatie

Object. Hoge Zand 35 DEN HAAG Energielabel A

Object. Hoge Zand 35 DEN HAAG Energielabel A Object Hoge Zand 35 DEN HAAG Energielabel A Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden

Nadere informatie

deur, raam, kozijn 1 woonfunctie b andere woonfunctie 1 2 3 - - 1 - - 1-1 2 - - * 2 bijeenkomstfunctie 1 2 3 - - 1 - - 1-1 2 - - *

deur, raam, kozijn 1 woonfunctie b andere woonfunctie 1 2 3 - - 1 - - 1-1 2 - - * 2 bijeenkomstfunctie 1 2 3 - - 1 - - 1-1 2 - - * hermische isolatie gebruiksfunctie leden van toepassing algemeen deur, raam, kozijn thermische isolatie-index vrijgesteld verbouw tijdelijk bouw artikel 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 lid 1 2 3 4 5 1 2 * 1 2

Nadere informatie

E (zie toelichting in bijlage)

E (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden E (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt de vergelijking

Nadere informatie

Rapportage energielabel. Kantoorpand Molensteijn PT De Meern

Rapportage energielabel. Kantoorpand Molensteijn PT De Meern Rapportage energielabel Kantoorpand Molensteijn 60 3454 PT De Meern EPA-U Energielabel Datum inspectie : 16-07-2015 Datum rapportage : 12-08-2015 Status rapportage : definitief Objectgegevens Aard gebouw

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Profeetstraat nummer 43 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar 1921 softwareversie 9.7.1 berekende energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Helderstraat nummer 10 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar 1924 softwareversie 9.7.1 berekende energiescore

Nadere informatie

MEETRAPPORT. Conform de branchebrede meetinstructie op basis van de NEN 2580 normering. Object Adres. Frederik Hendriklaan CC Den Haag

MEETRAPPORT. Conform de branchebrede meetinstructie op basis van de NEN 2580 normering. Object Adres. Frederik Hendriklaan CC Den Haag Object Adres Opdrachtgever Datum Versie Status Certificaatnr. Frederik Hendriklaan 245 2582 CC Den Haag Frisia Makelaars A Definitief 20150379 MEETRAPPORT Conform de branchebrede meetinstructie op basis

Nadere informatie

Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²]

Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²] 736 woongeb. 26 app Halfweg - Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren F2 0,79 Algemene gegevens projectomschrijving Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren variant F2 straat /

Nadere informatie

Tips berekenen EPC. EPN en Nieuwbouw. Modellering

Tips berekenen EPC. EPN en Nieuwbouw. Modellering EPN en Nieuwbouw Tips berekenen EPC Modellering Iedere bouwlaag dient als een aparte verwarmde zone gemodelleerd te worden. Indien bouwlagen, bijvoorbeeld tussenverdiepingen van een woongebouw, exact gelijk

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Burgemeester Callewaertlaan nummer 83 bus bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar 1937 softwareversie 9.7.1 berekende

Nadere informatie

368 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

368 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Werft 4 9230 gemeente Wetteren bestemming eengezinswoning type open bebouwing bouwjaar 1980 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 368 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Collegiebaan nummer 2A bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.9.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, industriefunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, thermische isolatie Datum: 15 juni 2019 Status: magazijn.

Bouwbesluit 2012, industriefunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, thermische isolatie Datum: 15 juni 2019 Status: magazijn. Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, thermische isolatie Datum: 15 juni 2019 Status: Definitief Dit advies is opgesteld voor deze specifieke casus en is niet algemeen

Nadere informatie

Energielabel. Object. Noordeinde 49 DEN HAAG

Energielabel. Object. Noordeinde 49 DEN HAAG Energielabel D Object Noordeinde 49 DEN HAAG Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden D (zie toelichting in bijlage) Weinig besparingsmogelijkheden

Nadere informatie

ISSO publicatie 82.2 aangepast 2014. Hoofdstuk 5 ISSO publicatie 82.2

ISSO publicatie 82.2 aangepast 2014. Hoofdstuk 5 ISSO publicatie 82.2 ISSO publicatie 82.2 aangepast 2014 Hoofdstuk 5 ISSO publicatie 82.2 5 Het EPA-maatwerkadviesrapport Het eindresultaat van het adviesproces moet men uiteindelijk vastleggen in een adviesrapport dat met

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Woningen

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Woningen Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat Woningen Examendatum: Naam kandidaat: Lees zorgvuldig onderstaande informatie it examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen. Lees, voordat u antwoord geeft, de vraag

Nadere informatie

Overzicht interpretatiebesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties)

Overzicht interpretatiebesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) Overzicht interpretatiebesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief s) Uitgave Uitgave Beoordelingsrichtlijn / deel BRL9500-00 BRL9500-01 BRL9500-02 BRL9500-03 BRL9500-04 s 75.1 75.2 75.3

Nadere informatie

Energieprestatie. metalen gevelelementen in EP berekening Ubouw. 3, 10 en 17 november 2008 VMRG bijeenkomst. door Peter Vierveijzer

Energieprestatie. metalen gevelelementen in EP berekening Ubouw. 3, 10 en 17 november 2008 VMRG bijeenkomst. door Peter Vierveijzer Energieprestatie metalen gevelelementen in EP berekening Ubouw 3, 10 en 17 november 2008 VMRG bijeenkomst door Peter Vierveijzer aanleiding Denkt u projecten te missen doordat houten en kunststof kozijnen

Nadere informatie

Rapport Bouwbesluiteisen

Rapport Bouwbesluiteisen BOUWADVIESBUREAU RAATJES HEIN LEEMHUISSTRAAT 5 9744 DR GRONINGEN TELEFOON: 050-5 25 37 51 E-MAIL: INFO@RAATJES.NL INTERNET : WWW.RAATJES.NL BANKNR : NL84INGB0009395868 KVK GRONINGEN : 02078129 Rapport

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Tuinwijk nummer 27 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.10.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

NEN 2580 meetcertificaat

NEN 2580 meetcertificaat NEN 2580 meetcertificaat Project: Moerbeek 33 - Lutjewinkel Opdrachtgever: Van de Giesen Makelaars 7 maart 2018 NEN 2580 meetcertificaat L. Bijhouwer Inhoudsopgave Pagina 1 MEETCERTIFICAAT 3 2 TERMEN EN

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Brugsesteenweg nummer 189 bus bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar 1945 softwareversie 9.9.0 berekende energiescore

Nadere informatie

OPNAMEFORMULIER MAATWERKADVIES. 1. Algemene projectgegevens Projectnaam: Kenmerk:

OPNAMEFORMULIER MAATWERKADVIES. 1. Algemene projectgegevens Projectnaam: Kenmerk: OPNAMEFORMULIER MAATWERKADVIES 1. Algemene projectgegevens Projectnaam: Kenmerk: Adres: Postcode: : Klantnaam: Contactpersoon: Datum bezoek: Naam EPA-organisatie: Naam EPA-adviseur: Huisnummer: Eigendomssituatie:

Nadere informatie

Energielabel gebouw Dit gebouw Straat (zie bijlage) Gebruiksoppervlak Adviesbedrijf Nummer/toevoeging Opnamedatum Inschrijfnummer Postcode

Energielabel gebouw Dit gebouw Straat (zie bijlage) Gebruiksoppervlak Adviesbedrijf Nummer/toevoeging Opnamedatum Inschrijfnummer Postcode Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking met gebouwen met overeenkomstige

Nadere informatie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Beta Testbedrijf E. van Dijk 007 Kleveringweg 12 2616 LZ Delft info@vabi.nl Delft, 8 februari 2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: Opdrachtgever BV A. Bee Projectgegevens: Voorbeeldproject

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Schuttersvest nummer 69 bus bestemming appartement type - softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 568 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

MEETRAPPORT. Conform de branchebrede meetinstructie op basis van de NEN 2580 normering. Object Adres. Laan van Nieuw-Oost-Indië 54 2593 BV Den Haag

MEETRAPPORT. Conform de branchebrede meetinstructie op basis van de NEN 2580 normering. Object Adres. Laan van Nieuw-Oost-Indië 54 2593 BV Den Haag Object Adres Opdrachtgever Datum Versie Status Certificaatnr. Alex Offices Bezuidenhoutseweg 239 2594 AM Den Haag +31 (0)70 753 00 88 info@alexoffices.nl www.alexoffices.nl Laan van Nieuw-Oost-Indië 54

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Donklaan nummer 188B bus 1 bestemming appartement type - bouwjaar - softwareversie 9.10.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 430 De

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Eggelstraat nummer 4 bus bestemming eengezinswoning type open bebouwing bouwjaar 1965 softwareversie 9.7.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen

Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen 12-07-331 appartementen Voorthuizen - appartementen basis 0,60 Algemene gegevens projectomschrijving appartementen variant basis adres postcode / plaats bouwar categorie woningbouw aantal woningbouw-eenheden

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Voldersstraat nummer 17 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.7.0 berekende energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat nummer postnummer Eugeen Leenlaan 3 bus 12 3500 gemeente Hasselt bestemming appartement type - bouwjaar 1978 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 406 PROEFCERTIFICAAT

Nadere informatie

BRL 9500 Deel 03 2006-12-06

BRL 9500 Deel 03 2006-12-06 BRL 9500 Deel 03 2006-12-06 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING voor het NL-EPBD -procescertificaat voor het

Nadere informatie

Intakeformulier Professionele Woningbeheerder. EPA - Intake formulier. Professionele Woningbeheerder

Intakeformulier Professionele Woningbeheerder. EPA - Intake formulier. Professionele Woningbeheerder Bijlage 2A: Intakeformulier Professionele Woningbeheerder EPA - Intake formulier Kenmerk: Professionele Woningbeheerder Invulinstructie: = tekst of werkelijke waarde invullen = aankruisen indien van toepassing

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Mechelsesteenweg nummer 28 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.8.0 berekende energiescore

Nadere informatie

BRL 2701 "Metalen gevelelementen" ( ) + wijzigingsblad ( ) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

BRL 2701 Metalen gevelelementen ( ) + wijzigingsblad ( ) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden GEVELELEMENT, METAAL (attest, productcertificaat) BRL 2701 "Metalen gevelelementen" (2003-11) + wijzigingsblad (2005-11) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Algemene sterkte

Nadere informatie

MEETRAPPORT. Conform de branchebrede meetinstructie op basis van de NEN 2580 normering. Object Adres. Veerpromenade 106 3353 HG Papendrecht

MEETRAPPORT. Conform de branchebrede meetinstructie op basis van de NEN 2580 normering. Object Adres. Veerpromenade 106 3353 HG Papendrecht Object Adres Opdrachtgever Datum Versie Status Certificaatnr. Veerpromenade 106 3353 HG Papendrecht De Meent Retail Investments C.V. 10-05-2016 1.0 Definitief 20160497 MEETRAPPORT Conform de branchebrede

Nadere informatie

Bouwbesluit. Wettelijke regelingen

Bouwbesluit. Wettelijke regelingen Bouwbesluit Wettelijke regelingen Woningwet Bouwbesluit Ministeriële regeling bouwbesluit Nederlandse normen: NEN s Nederlandse praktijkrichtlijnen: NPR Kwaliteitsverklaringen Cauberg-Huygen 2 Bouwbesluit:

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Stalenstraat nummer 261 bus 1 bestemming appartement type - bouwjaar 1957 softwareversie 9.11.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 662

Nadere informatie

Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening. Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening.

Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening. Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening. Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening Probleem Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen Om de?-waarden

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Ringlaan nummer 64 bus 5 bestemming appartement type - bouwjaar 2003 softwareversie 9.10.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 188 De

Nadere informatie

525 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

525 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Dorps 23 2830 gemeente Willebroek bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar 1918 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 525 De energiescore laat toe

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Doornikserijksweg nummer 381 bus bestemming appartement type - bouwjaar 2004 softwareversie 9.10.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Edmond de Grimbergheplein nummer 22 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar 1899 softwareversie 9.7.0 berekende

Nadere informatie

575 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van collectieve woongebouwen te vergelijken.

575 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van collectieve woongebouwen te vergelijken. nummer postnummer Smeyskens 64 bus 2 9200 gemeente Dendermonde bestemming collectief woongebouw type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 575 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Hoogboomsteenweg nummer 2 bus 1 bestemming appartement type - softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 704 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Isschotweg nummer 98 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1557 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat nummer postnummer Verloren Hoek 114 3920 gemeente Lommel bestemming eengezinswoning type open bebouwing bouwjaar 1930 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

466 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken.

466 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken. nummer postnummer Mechelse 15 bus 1 1840 gemeente Londerzeel bestemming appartement type - bouwjaar - softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 466 De energiescore laat toe om de heid van

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Jozef Wautersstraat nummer 149 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.15.1 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Minister A. De Taeyestraat nummer 8 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore

Nadere informatie