Beelden bij de taalniveaus
|
|
- Joris ten Hart
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Beelden bij de taalniveaus Activiteiten en ideeën bij de posters referentieniveaus taal Leontine van den Berg Geppie Bootsma Annelies Kappers Hella Kroon Ebelien Nieman Atty Tordoir Bert de Vos
2 Beelden bij de taalniveaus Activiteiten en ideeën bij de posters referentieniveaus taal Leontine van den Berg Geppie Bootsma Annelies Kappers Hella Kroon Ebelien Nieman Atty Tordoir Bert de Vos
3 APS is een toonaangevend onderwijsadviesbureau op het gebied van leren, onderwijsvormgeving, schoolontwikkeling en leiderschap. Via advies, training, coaching en projectleiding werken we met docenten en leidinggevenden aan duurzame vernieuwing. Onze aanpak is geënt op wetenschappelijke inzichten, deelname aan innovatieprojecten en ervaring in de praktijk van alledag. We werken met 120 trainers/adviseurs. Colofon Titel Beelden bij de taalniveaus Activiteiten en ideeën bij de posters referentieniveaus taal Auteurs Leontine van den Berg, Geppie Bootsma, Annelies Kappers, Hella Kroon, Ebelien Nieman, Atty Tordoir, Bert de Vos Vormgeving APS, Marketing & Communicatie Druk Drukkerij Ten Brink, Meppel Bestelnummer Bestellen Deze publicatie is te bestellen bij BDC Meppel, Bestellen kan ook via APS Utrecht, januari 2011
4 Inleiding Deze publicatie hoort bij de taalposters en de kaart Spelling en leestekens, die door APS zijn ontworpen en uitgegeven in opdracht van het Steunpunt taal en rekenen vo. De set van vier posters en de kaart Spelling en leestekens horen bij de referentieniveaus taal die wettelijk zijn vastgelegd in het Referentiekader taal en rekenen. De posters geven per niveau, 1F, 2F, 3F en 4F, in woord en beeld weer wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van lezen, spreken/ gesprekken voeren/luisteren en schrijven. De kaart geeft de drie niveaus voor spelling en leestekens inzichtelijk weer aan de hand van voorbeelden. De inhoud van de posters en de kaart is gebaseerd op de beschrijvingen zoals die zijn weergegeven in het rapport Over de drempels met taal en rekenen van de commissie-meijerink. De tekst op de posters is een beknopte weergave van de oorspronkelijke tekst. De volledige tekst van het rapport is te vinden (en te downloaden) op de website De posters en de kaart zijn een concretisering van de niveaubeschrijvingen en te gebruiken door iedereen die zich meer wil verdiepen in het Referentiekader taal. Ze kunnen bijdragen aan het realiseren van een grotere bekendheid met en een beter begrip van de referentieniveaus. Ook kunnen ze in de les gebruikt worden om met leerlingen te spreken over wat zij moeten kennen en kunnen op het gebied van taalvaardigheid. De posters, de kaart en deze publicatie zijn gericht op het gebruik in zowel po, vo als mbo. Het subdomein lezen van literaire teksten is niet opgenomen in deze uitwerking, omdat dit subdomein niet van toepassing is in het mbo. In deze publicatie presenteren wij ideeën, suggesties en werkvormen voor het gebruik van de posters. De ideeën komen voort uit ervaringen die wij, de taalexperts van APS-Taal, hebben opgedaan in ons werk op scholen met leerkrachten en docenten. U kunt de activiteiten zelf uitvoeren, maar uiteraard kunt u ook samen met APS aan het werk om uw onderwijs tegen het licht van de referentieniveaus te houden, uw taaltaken en toetsen referentieniveau-proof te maken, of om inleiding 3
5 de aandacht voor taal schoolbreed te versterken door bijvoorbeeld taalbeleid te ontwikkelen en concreet vorm te geven. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de auteurs, door een te sturen naar: talen@aps.nl. Zo kunt u ook de posters en deze publicatie bestellen. Wij wensen u veel plezier en succes met de invoering van de referentieniveaus taal op uw school en hopen dat de posters, de kaart en deze publicatie u daarbij kunnen ondersteunen. Wij zijn erg benieuwd naar uw ervaring met het gebruik van deze middelen en stellen het zeer op prijs als u die aan ons laat weten. Alvast bedankt! Leontine van den Berg Geppie Bootsma Annelies Kappers Hella Kroon Ebelien Nieman Atty Tordoir Bert de Vos APS, januari Beelden bij de taalniveaus
6 Inhoud 1. De posters als oriëntatie op de referentieniveaus 7 2. De posters om collega's te informeren 9 3. Zelf posters vullen met eigen voorbeelden Doorlopende leerlijn taal analyseren Werken met leerlingen: reflecteren, uitdagen en resultaten vastleggen Uitwisseling en afstemming tussen schooltypen Taalbeleid ontwikkelen Determineren met behulp van de posters Werken met de kaart Spelling en leestekens 23 inhoud 5
7 gesprekken Deelnemen aan discussie en overleg, uitwisselen van informatie meedoen in een discussie en vertellen waarom je iets vindt luisteren naar wat een ander vindt en daarop antwoorden informatie vragen en geven beoordelen of de informatie klopt et een ku n Interpreteren weten wat er met de informatie bedoeld wordt een verband leggen tussen wat je al weet en wat je in de tekst hoort ne n Samenhang duidelijk maken wat je wilt zeggen soms nog niet logisch verteld Afstemming op publiek taal past bij de mensen die luisteren duidelijke plaatjes, voorwerpen of filmpjes gebruiken om het verhaal duidelijk te maken Samenvatten aantekeningen maken informatie navertellen 1F Eng De eerste dag op school, je bed, Je komt met moeite uit Je bent moe en bang, De eerste dag op school, Je bent vlak bij die deur, De eerste stap in school, school, op dag De eerste In de aula hoor je je naam, En je mag verder gaan, De eerste dag op school, Je hebt de school gezien, En je mag bijna naar huis, De eerste dag op school, Je bent de deur uit, zo erg, Was het allemaal echt Of was het een droom. Woordgebruik en woordenschat zie bij gesprekken Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing zie bij gesprekken gebaren en gezichtsuitdrukking gebruiken om de betekenis duidelijk te maken hakkelt soms even en moet soms de zin opnieuw beginnen Techniek en woordenschat vlot lezen de meeste gewone woorden zijn bekend een moeilijk woord begrijpen door even terug of verder in de tekst te kijken Interpreteren weten wat er met de informatie bedoeld wordt de mening van de schrijver uit de tekst halen lezen Samenhang een tekst schrijven die goed te volgen is de woorden en, maar, want, omdat goed gebruiken soms nog fouten bij verwijswoorden de opbouw is niet altijd duidelijk Afstemmen op publiek weten hoe je een brief hoort te schrijven goed gebruiken van Geachte, Beste, Hoogachtend en Met vriendelijke groet voor bekenden en vreemden schrijven Woordgebruik en woordenschat vooral woorden gebruiken die veel voorkomen schrijven Spelling, leestekens en grammatica niet te lange zinnen schrijven de meeste zinnen kloppen zie verder de kaart Spelling en leestekens Kim (b1c) Begrijpen informatie begrijpen bij bekende onderwerpen belangrijke informatie uit de tekst halen op verschillende manieren lezen: precies of alleen doorkijken Luisteren naar instructies, radio-, tv- en internetprogramma s en presentaties tekst niet langer dan 10 minuten duidelijke opbouw de informatie wordt eenvoudig verteld niet te veel informatie tegelijk Evalueren mening geven over een radio- of tv-programma Ik kan korte en eenvoudige teksten schrijven, spreken, lezen of ernaar luisteren. De teksten gaan over bekende en begrijpelijke onderwerpen in en buiten school. Afstemming op doel weten waarom je iets wilt zeggen en daar niet van afwijken soms met hulp van anderen luisteren Begrijpen hoofdzaken uit de tekst halen belangrijke informatie uit de tekst halen op verschillende manieren luisteren ng Monoloog houden over alledaagse dingen vertellen vertellen wat er is gebeurd bij jezelf of bij anderen korte presentatie houden en vragen beantwoorden mo li spreken wat er Afstemming op gesprekspartner(s) de ander meestal kunnen volgen gebaren en gezichtsuitdrukking passen bij het gesprek Afstemming op doel in gesprekken informatie geven en krijgen, iets uitleggen of een uitleg begrijpen weten hoe je een gesprek voert in verschillende situaties Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing verstaanbaar, maar soms geen goede of slordige uitspraak weinig fouten in eenvoudige zinnen le Beurten nemen en bijdragen aan samenhang een gesprek beginnen en eindigen Woordgebruik en woordenschat veel gewone woorden gebruiken die over vertrouwde dingen gaan nog niet veel verschillende woorden gebruiken en soms naar woorden zoeken Corresponderen, formulier invullen, bericht, verslag, werkstuk, samenvatting, verhaal, gedicht schrijven, aantekeningen maken eenvoudig briefje, kaart of kort berichtje makkelijk formulier invullen opschrijven wat er is gebeurd werkstuk met informatie uit meer bronnen zelf een verhaal of gedicht bedenken Leesbaarheid een titel gebruiken weten waar in een brief de datum, het adres, de aanhef en ondertekening moet de tekst netjes maken en goed leesbaar Evalueren een mening geven over een tekst en die kunnen uitleggen Opzoeken informatie opzoeken in opzoekboeken zoals een woordenboek of een atlas schema s lezen en uitleggen Instructies, informatieve en betogende teksten lezen korte zinnen alinea s en kopjes niet te veel informatie tegelijk belangrijke delen vallen op of worden herhaald bekende woorden leren inspireren Deze poster is een weergave van de referentieniveaus taal. De inhoudelijke beschrijvingen zijn ontleend aan de referentieniveaus zoals die in de wet zijn vastgelegd (zie De niveaus voor fictionele, narratieve, literaire teksten en vrij schrijven zijn niet opgenomen. De volledigheid van de teksten wordt niet gegarandeerd. Raadpleeg voor de oorspronkelijke teksten het originele Referentiekader taal en rekenen. gesprekken Deelnemen aan discussie en overleg, uitwisselen van informatie bespreken wat er moet gebeuren en bijdragen aan planning probleem verhelderen in discussie overtuiging of mening geven instemming of afkeuring uitdrukken commentaar geven op visie van anderen informatie vragen en geven informatie verzamelen en verwerken via een interview mo et een li ng Begrijpen hoofdgedachte weergeven hoofd- en bijzaken onderscheiden verbanden tussen tekstdelen leggen informatie ordenen betekenis van onbekende woorden afleiden beeldspraak herkennen verband tussen tekst en beeld zien n ne n Samenhang een duidelijk en samenhangend verhaal vertellen het belangrijkste punt duidelijk maken korte, eenvoudige zinnen voegwoorden juist gebruiken Luisteren naar instructies, radio-, tv- en internetprogramma s of presentaties teksten tot 20 minuten heldere structuur verbanden en denkstappen duidelijk aangegeven redelijk veel informatie tegelijk Interpreteren informatie en meningen interpreteren bedoeling van de spreker(s) of programmamaker(s) uitleggen Evalueren waarde van (een deel van) een tekst of van een tv- of radioprogramma voor zichzelf beoordelen en het oordeel toelichten Ik kan teksten lezen of beluisteren over interessante, bekende of onbekende onderwerpen uit de wereld om mij heen. Ik kan schrijven, spreken en gesprekken voeren over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding of van maatschappelijke aard. Afstemming op doel spreekdoel voor de luisteraar(s) duidelijk maken luisteren ku Monoloog houden redenen en verklaringen geven voor eigen mening, plannen en handelen kort verhaal vertellen informatie verzamelen en voorbereide presentatie geven vragen beantwoorden naar aanleiding van presentatie wat er spreken Afstemming op doel eigen gespreksdoel duidelijk maken doelgericht doorvragen om gewenste informatie boven tafel te krijgen Afstemming op gesprekspartner(s) spreekdoel van anderen herkennen reacties van anderen inschatten omgaan met verschil tussen informele en formele situaties taal aanpassen aan gesprekspartners le Beurten nemen en bijdragen aan samenhang de juiste woorden gebruiken om aan het woord te komen eerst de reactie van de ander interpreteren en beoordelen, voordat je reageert Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing duidelijk verstaanbaar, soms een hapering of verkeerde uitspraak eventuele fouten of versprekingen worden hersteld Woordgebruik en woordenschat voldoende woorden om te vertellen wat je wilt onbekende woorden eventueel omschrijven Afstemming op publiek omgaan met verschil tussen formele en informele situaties taal aanpassen aan publiek luisteraar(s) boeien met concrete voorbeelden en ervaringen Samenvatten eenvoudige tekst beknopt samenvatten voor zichzelf 2F Samenhang veel voorkomende verbindingswoorden gebruiken inleiding, kern, slot duidelijke alinea s en inhoudelijke verbanden soms nog onduidelijke verwijzingen en fouten in structuur Woordgebruik en woordenschat zie gesprekken Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing zie gesprekken Afstemming op doel houdt het doel goed in de gaten Afstemming op publiek woordgebruik en toon aanpassen aan publiek Woordgebruik en woordenschat variatie in woordgebruik soms nog fouten in uitdrukkingen Techniek en woordenschat woorden vormen geen probleem bij tekstbegrip betekenis van onbekende woorden afleiden (uit vorm, woordsoort, samenstelling of context) Begrijpen hoofdgedachte weergeven hoofd- en bijzaken onderscheiden verbanden leggen tussen tekstdelen en teksten informatie ordenen beeldspraak herkennen lezen Spelling, interpunctie en grammatica redelijk goed lopende zinnen zie kaart Spelling en leestekens Interpreteren verband leggen tussen algemene kennis en informatie in de tekst bedoeling van tekstgedeeltes en specifieke formuleringen uitleggen bedoeling van de schrijver uitleggen Instructies, informatieve en betogende teksten lezen heldere structuur duidelijke verbanden niet te veel informatie tegelijk niet te lang Deze poster is een weergave van de referentieniveaus taal. De inhoudelijke beschrijvingen zijn ontleend aan de referentieniveaus zoals die in de wet zijn vastgelegd (zie De niveaus voor fictionele, narratieve, literaire teksten en vrij schrijven zijn niet opgenomen. De volledigheid van de teksten wordt niet gegarandeerd. Raadpleeg voor de oorspronkelijke teksten het originele Referentiekader taal en rekenen. 6 Beelden bij de taalniveaus Evalueren verband tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen Samenvatten eenvoudige teksten samenvatten Leesbaarheid titel en tussenkopjes bij langere teksten ondersteuning nodig bij lay-out schrijven Corresponderen, formulier invullen, bericht, verslag, werkstuk, samenvatting, artikel schrijven, aantekeningen maken meningen en gevoelens weergeven standaardformuleringen gebruiken in eenvoudige zakelijke brieven verzoeken opstellen notities, berichten en instructies opschrijven voor vrienden, docenten, anderen advertentie opstellen om iets te verkopen aantekeningen maken tijdens uitleg verslagen en werkstukken maken en daarbij meerdere bronnen gebruiken onderhoudende teksten schrijven overtuigen met argumenten Opzoeken systematisch informatie zoeken met behulp van trefwoorden leren inspireren
8 1. De posters als oriëntatie op de referentieniveaus Doel Kennismaken met de referentieniveaus taal. Om kennis te maken met de referentieniveaus taal kunt u het Referentiekader downloaden ( en bestuderen. Dat valt niet mee, want het gaat om veel tekst en een soms abstracte inhoud. U kunt ook de posters erbij nemen en de structuur, opbouw en inhoud van de posters eens goed op u laten inwerken. Zo krijgt u ook zicht op de referentieniveaus. Hoe zitten de posters in elkaar? Er zijn vier posters 1F, 2F, 3F en 4F voor vier niveaus. 1F beschrijft het basisniveau eind basisschool; 2F is het basisniveau voor eind vmbo, mbo 1/2 of eind onderbouw havo/vwo; 3F beschrijft het basisniveau eind havo en eind mbo 3/4; 4F beschrijft het basisniveau eind vwo. Elke poster beschrijft vijf taalvaardigheden, vormgegeven in een vijfhoek: begrijpend lezen, schrijven, luisteren, presenteren en gesprekken voeren. Het domein taalverzorging is apart weergegeven op de kaart Spelling en leestekens. Het domein lezen van literaire, narratieve en fictionele teksten staat niet op de poster. De inhoudelijke beschrijvingen dekken de in het rapport beschreven referentieniveaus, maar zijn niet precies hetzelfde. De beschrijvingen op de posters zijn toegankelijker wat betreft taalgebruik, en zodanig dat leerlingen van het betreffende niveau de posters ook zelfstandig kunnen lezen. Dus de poster 1F is op het taalniveau 1F beschreven, enzovoort. Bij de beschrijvingen staan beelden die een indicatie van het uitvoeringsniveau geven. Werkvormen Neem de posters erbij en bestudeer ze aan de hand van het lijstje punten hierboven. Stel jezelf of elkaar vragen om een beter begrip van de posters te krijgen. Mogelijke vragen daarbij zijn: Voordat je de posters bekijkt: wat zijn je eigen beelden bij taal? Bij welk doel hoort welk (voor)beeld? Waarom? 1. De posters als oriëntatie op de referentieniveaus 7
9 Deze poster is een weergave van de referentieniveaus taal. De inhoudelijke beschrijvingen zijn ontleend aan de referentieniveaus zoals die in de wet zijn vastgelegd (zie De niveaus voor fictionele, narratieve, literaire teksten en vrij schrijven zijn niet opgenomen. De volledigheid van de teksten wordt niet gegarandeerd. Raadpleeg voor de oorspronkelijke teksten het originele Referentiekader taal en rekenen. leren inspireren Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de vier niveaus? Plak het midden van de poster af. Hang de posters dan op en bepaal welke poster bij welk niveau hoort. Beargumenteer je keuze. Het bestuderen van de posters kun je individueel doen, maar met elkaar kan het ook nuttig zijn. Dan kun je er met elkaar over spreken. Ook binnen de sectie Nederlands kunnen de posters helpen om de dagelijkse praktijk te vergelijken en te werken aan de rol van de Neerlandici bij het taalleren in de hele school. Mogelijkheden naast bovenstaande zijn dan: Zet één vaardigheid centraal. Hoe beoordeelt iedereen nu? Is dat in overeenstemming met de doelen op de posters? Bij lezen: leg een verzameling teksten op een rij. Welke is de moeilijkste? Wat zijn de criteria van ons om deze volgorde te kiezen? Komen onze criteria overeen met de posters? Met de niveaubeschrijvingen van de posters: wat is onze rol als sectie? Wat kunnen we in onze lessen doen, wat kunnen onze collega s? Hoe kunnen wij dat proces sturen? gesprekken Deelnemen aan discussie en overleg, uitwisselen van informatie actief deelnemen in gesprekken en discussies effectieve inbreng kleine en grotere groepen Afstemming op doel meerdere doelen hanteren Beurten nemen en afwijken van doel bijdragen aan samenhang zonder de draad doeltreffend de beurt kwijt te raken nemen op strategische wijze standaardzinnen gebruiken (tijd winnen, beurt behouden) Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing betrekkelijk grote Woordgebruik en grammaticale beheersing woordenschat eventuele formuleerfout goede woordenschat wordt direct gecorrigeerd Afstemmen op variatie in gesprekspartner(s) formulering juist reageren op verbale trefzeker in en non-verbale reacties woordgebruik gesprekspartner (door)vragen naar meer informatie of naar de bedoeling taal moeiteloos aanpassen wat moet een leerling kunnen Begrijpen tekstsoorten onderscheiden en benoemen meningen en feiten luisteren onderscheiden standpunt en argument onderscheiden Luisteren naar instructies, radio-, tv- en internetprogramma s en presentaties langer dan 30 minuten Interpreteren hoge informatiedichtheid inhoud tekst(delen) verbanden niet altijd duidelijk aangegeven vergelijken met andere meer formele verbindingswoorden (desalniettemin, mits, etc.) teksten conclusies trekken over opvattingen, gevoelens, stemming en toon van de spreker(s) bedoeling spreker(s) verwoorden verbale en non-verbale middelen benoemen drogreden en argument onderscheiden spreken Monoloog houden monologen en presentaties inleiding, kern, slot zelf verzamelde informatie standpunt verdedigen of aanvallen voor- en nadelen geven van verschillende opties spontaan vragen beantwoorden Samenhang samenhang duidelijk maken signaal- en verbindingswoorden gebruiken opbouw en structuur duidelijk maken Afstemming op doel bewust verschillende doelen (bijv. overtuigen en informeren) verbinden Afstemming op publiek juiste taalvariant in formele en informele situaties gebruiken op basis van belangrijke punten uit het publiek improviseren Woordgebruik en woordenschat zie gesprekken Ik kan langere en veel verschillende soorten teksten lezen en beluisteren. De teksten bevatten veel informatie. Ik kan schrijven, spreken of gesprekken voeren over onderwerpen uit de (beroeps) opleiding op hbo-niveau en van maatschappijlijke aard. 3F Evalueren waarde en betrouwbaarheid informatie beoordelen voor zichzelf en anderen aanvaardbaarheid argumentatie beoordelen Samenvatten tekst samenvatten voor zichzelf en anderen Samenhang consequente en logische gedachtelijn tekstrelaties duidelijk aangegeven goed gebruik verwijs- en verbindingswoorden samenhang tussen alinea s Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing langere tijd spreken zie gesprekken Afstemming op doel verschillende schrijfdoelen hanteren en combineren opbouw van de tekst aan doel aanpassen Begrijpen tekstsoorten benoemen hoofdgedachte in eigen woorden weergeven Interpreteren tekstrelaties herkennen en conclusies begrijpen (oorzaak/gevolg, trekken over middel/doel, etc.) intenties, hoofd- en bijzaken onderscheiden opvattingen en feiten en meningen onderscheiden gevoelens van de standpunt/argument en argument/ auteur drogreden onderscheiden conclusies over tekst(delen) trekken lezen Instructies, informatieve en betogende teksten lezen behoorlijk complexe teksten hoge informatiedichtheid duidelijke opbouw met kopjes en alinea s Afstemming op publiek schrijven voor zowel bekenden als algemeen lezerspubliek taalgebruik past bij gegeven situatie consistent in toon, doel en genre Woordgebruik en woordenschat variatie in woordgebruik adequate woordkeuze Spelling, interpunctie en grammatica Evalueren weinig fouten in zinsstructuur aangeven van doel en zie kaart Spelling en leestekens middelen om doel te bereiken tekst opdelen en functie van Leesbaarheid delen benoemen heldere structuur met witregels, informatie en argumentatie Opzoeken marges en kopjes beoordelen voor zichzelf en betrouwbaarheid paragraafindeling bij langere anderen bronnen beoordelen teksten bronnen vermelden lay-out afgestemd op Samenvatten snel informatie vinden doel en publiek tekst beknopt samenvatten in ingewikkelde teksten voor anderen of schema s schrijven Corresponderen, formulier invullen, bericht, verslag, werkstuk, samenvatting, artikel schrijven, aantekeningen maken uiteenzettingen, beschouwingen en betogen schrijven een vraagstelling beargumenteerd uitwerken standpunten beargumenteren informatie en argumenten uit verschillende bronnen gebruiken combineren en beoordelen van de informatie adequaat corresponderen gevoelens genuanceerd uitdrukken gestructureerde aantekeningen maken 8 Beelden bij de taalniveaus
10 2. De posters om collega s te informeren Doel Collega s binnen de school (kort en snel) informeren over de referentieniveaus taal. Taal in het vo is niet alleen iets van de lessen Nederlands of van de taalbeleidsgroep. Taalontwikkeling van leerlingen heeft te maken met de hele school. De posters zijn goed te gebruiken om collega s van vakken die taal niet meteen als hun verantwoordelijkheid zien, te informeren over de referentieniveaus. Daardoor ontstaat er in de school een meer taalbewuste houding. Dit kan bijvoorbeeld een onderdeel zijn van een studiedag of teambijeenkomst. Mogelijke onderwerpen en tips voor een introductie van de referentieniveaus: Houd de posters bij de hand, maak er eventueel een PowerPoint-presentatie van of hang de posters op. Vertel dat taal iets van iedereen is en niet alleen van de sectie Nederlands. In alle vakken worden teksten gelezen en geschreven, presentaties en gesprekken gehouden. In alle vakken is correct taalgebruik aan de orde. Leerlingen die goed zijn in taal, presteren in alle vakken beter: beter lezen is beter leren, goed samenvatten leidt tot beter begrip. Aandacht voor taal loont de moeite: leerlingen worden beter in jouw vak. Taalvaardigheden gaan over je kunnen redden in de talige wereld, doelmatig communiceren, de wereld van beroep en wetenschap betreden. Het gaat om basisdoelen op vier niveaus: het is het minimumvereiste. Het hogere niveau is voor de sterke leerlingen het streefniveau. Taalleren gaat het best in een veilig klimaat waarin leerlingen fouten mogen maken, in betekenisvolle situaties waarin goed taalgebruik nodig is en in oefening en training op maat. De posters helpen om taalvaardigheden in beeld te brengen en kunnen als kapstok worden gebruikt. Daag collega s uit om de verbinding tussen de taalniveaus en hun eigen vak te zoeken. 2. de posters om collega's te informeren 9
11 Deze poster is een weergave van de referentieniveaus taal. De inhoudelijke beschrijvingen zijn ontleend aan de referentieniveaus zoals die in de wet zijn vastgelegd (zie De niveaus voor fictionele, narratieve, literaire teksten en vrij schrijven zijn niet opgenomen. De volledigheid van de teksten wordt niet gegarandeerd. Raadpleeg voor de oorspronkelijke teksten het originele Referentiekader taal en rekenen. leren inspireren Werkvormen Probeer in tien minuten zo concreet mogelijk te vertellen wat de posters inhouden, waarom ze zijn gemaakt, waar ze over gaan en hoe ze te gebruiken zijn. Maak de collega s enthousiast om voorbeelden voor hun eigen vak te zoeken en geef hen allemaal posters om op te hangen in hun eigen lokaal. Maak hiervoor gebruik van de tips hierboven. Pas de presentatie aan de doelgroep aan. Leerkrachten uit het basisonderwijs, collega s uit dezelfde vaksectie, collega s van vervolgopleidingen: elke groep vraagt om een op haar situatie toegespitste benadering. gesprekken Deelnemen aan discussie en overleg, uitwisselen van informatie actief deelnemen aan een geanimeerde discussie of debat overtuigen met argumenten in overleg probleem helder schetsen speculeren over mogelijke effecten voor- en nadelen afwegen Afstemming op doel beschouwende gesprekken over abstracte Beurten nemen en bijdragen aan onderwerpen samenhang passende frases op strategische wijze gebruiken (tijd winnen, beurt nemen en behouden) Woordgebruik en woordenschat Afstemmen op breed repertoire gesprekspartner(s) taalgebruik aanpassen aan situatie en gesprekspartner(s) doeltreffend taalgebruik door zonodig ideeën te herformuleren Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing variatie in intonatie fijnere betekenisnuances consequent hoge mate van grammaticale correctheid eventuele verspreking snel hersteld Begrijpen argumentatieschema s herkennen objectieve en subjectieve argumenten onderscheiden details verbinden met hoofdgedachte wat moet een leerling kunnen Interpreteren impliciete attitudes en relaties tussen sprekers vaststellen persoonlijke waardeoordelen herkennen en interpreteren luisteren Luisteren naar instructies, radio-, tv- en internetprogramma s, voordrachten of debatten duur speelt geen rol meer complexe teksten spreken Monoloog houden gestructureerde monologen en presentaties subthema s verbinden met grote lijn specifieke standpunten ontwikkelen passende conclusie belangrijke punten extra aandacht geven gezichtspunten ondersteunen met redenen en relevante voorbeelden Samenhang goed gestructureerd verhaal beheersing van ordeningspatronen, verbindingswoorden en elementen die samenhang aanbrengen Afstemming op doel bewust en helder verschillende doelen nastreven Afstemming op publiek reageert op non-verbale en verbale reacties van het publiek improviseert op basis van reacties uit het publiek Woordenschat en vloeiendheid zie gesprekken Ik kan op hoog niveau en over tal van thema s schrijven, spreken, lezen, of luisteren. Het gaat over complexe onderwerpen uit de opleiding of de maatschappij. Ik toon daarbij een behoorlijk begrip van abstracte thema s. 4F Evalueren beoordelen op consistentie Samenvatten samenvatting is los van de uitgangstekst te begrijpen Samenhang heldere complexe gedachtegang hoofdzaken duidelijk aangeven inzichtelijke weergave relevante argumenten correcte verwijzingen lange meervoudige zinnen goed te volgen Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing zie gesprekken Afstemming op publiek voor eigen omgeving en algemeen lezerspubliek verschillende registers hanteren of aanpassen persoonlijke stijl die past bij de lezer lezen Begrijpen tekstsoorten onderscheiden objectieve en subjectieve argumenten onderscheiden argumenten en drogredenen onderscheiden argumentatieschema s herkennen ironie herkennen Instructies, informatieve en betogende teksten lezen in principe alle soorten teksten complexe teksten structuur niet altijd even duidelijk hoge informatiedichtheid ingewikkelde argumentatie impliciete standpunten Interpreteren teksten met andere teksten vergelijken en tekstdelen onderling vergelijken impliciete relaties Evalueren weergeven argumentatie analyseren persoonlijke waardeoordelen en beoordelen herkennen en interpreteren beoordelen van consistentie in tekst taalgebruik beoordelen Samenvatten tekst beknopt samenvatten voor anderen goed geformuleerde tekst los van de oorspronkelijke tekst te begrijpen Woordgebruik en woordenschat rijk en zeer gevarieerd Spelling, interpunctie en grammatica consequente hoge mate van grammaticale correctheid zie kaart Spelling en leestekens Leesbaarheid lay-out, paragraafindeling bewust en consequent afgestemd op begrip bij publiek schrijven Corresponderen, formulier invullen, bericht, verslag, werkstuk, samenvatting, artikel schrijven, aantekeningen maken uiteenzetting, betoog en beschouwing schrijven teksten goed structureren relevante kwesties benadrukken standpunten uitwerken en ondersteunen met redenen en voorbeelden duidelijk en precies uitdrukken flexibel en effectief gebruiken van de taal belangrijke zaken begrijpelijk overbrengen nauwkeurige, waarheidsgetrouwe aantekeningen voor anderen maken 10 Beelden bij de taalniveaus
12 3. Zelf posters vullen met eigen voorbeelden Doel Vertrouwd raken met de referentieniveaus. Om de taalvaardigheden te laten leven in de school zijn beelden heel krachtig. Het is verhelderend om zelf ook eigen beelden te verzamelen en op de poster te plaatsen. Regels of tips om te verzamelen zijn: Verzamel opgaven uit lesmethoden en toetsen. Verzamel plaatjes waarop de beoogde vaardigheid te zien is. Maak foto s van leerlingen van de school die een bepaalde vaardigheid op het gewenste niveau laten zien. Gebruik actuele kranten en tijdschriften om voorbeelden uit te halen. Maak een eigen verzameling voorbeelden en laat iemand anders die plaatsen op de posters. Bespreek daarna de resultaten. Maak foto s van taalgebruikssituaties in de omgeving van de school teksten, gesprekssituaties en plaats die op de poster. Laat leerlingen foto s maken in de omgeving van hun huis met voorbeelden die passen op de posters. Werkvorm Verzamel (voor)beelden en plaats die op de posters. Gebruik de tips en regels hierboven. Het is interessant en leerzaam om deze activiteit te doen met collega s van verschillende vakken. Dan ontdek je elkaars visie op taal en hoe verschillend je kunt kijken naar taal, met concrete voorbeelden die daarbij horen. Zoals eerder genoemd, is het nuttig om deze activiteit in tweetallen of groepjes te doen. Je kunt ook leerlingen vragen om voorbeelden te verzamelen. Ook hier geldt dat de manier van werken per doelgroep kan verschillen. Je kunt de school en de omgeving van de thuisplek van de leerlingen als context gebruiken voor het verzamelen van beelden. 3. zelf posters vullen met eigen voorbeelden 11
13 Vergeet vooral niet de taalgebruikssituaties uit andere vakken dan Nederlands. Welke komen in de andere vakken voor en waar plaats je die op de posters? 12 Beelden bij de taalniveaus
14 4. Doorlopende leerlijn taal analyseren Doel De eigen praktijk vergelijken met de niveaubeschrijvingen en de beelden van de posters. Door de posters wordt duidelijk welk minimumniveau een leerling op een bepaald moment in zijn schoolloopbaan moet halen. Het is interessant om na te gaan op welke taalniveaus het onderwijs in de school, bij alle vakken, op dit moment een beroep doet. Past de reguliere praktijk van de school bij de beelden en beschrijvingen op de posters? Misschien zijn er vakken bij waarin eigenlijk minder wordt gelezen of op een lager niveau dan de posters aangeven. Of misschien rekenen sommige leraren leerlingen strenger af op taalfouten dan het Referentiekader (en de kaart Spelling en leestekens) aangeeft. Het is goed om de taalniveaus van de school te vergelijken met de niveaubeschrijvingen van de posters. Houd er daarbij rekening mee, dat leerlingen die dat aankunnen uitgedaagd moeten worden om hogere taalniveaus te bereiken. Het is raadzaam om daar schoolbreed afspraken over te maken en er één lijn in te trekken. Werkvormen Vergelijk een tekst van je vak met een tekstvoorbeeld van de posters. Bespreek met een collega of de vaktekst het gevraagde niveau raakt. Maak criteria voor schrijfproducten van je vak op basis van de beschrijvingen en de beelden van de posters en de kaart Spelling en leestekens. Inventariseer welke spreekopdrachten leerlingen bij de verschillende vakken doen. Zijn die op niveau? Is er sprake van opbouw in de doorlopende leerlijn? Geef bij presentaties van leerlingen bij alle vakken van tevoren aan hoe zij op basis van de posters beoordeeld worden. Maak bij je vak ook aan de leerlingen duidelijk welk taalniveau erbij hoort. Gebruik de posters om dat toe te lichten. 4. doorlopende leerlijn taal analyseren 13
15
16 5. Werken met de leerlingen: reflecteren, uitdagen en resultaten vastleggen Doel De leerling inzicht geven in de taalniveaus en de resultaten vastleggen. De taalprestaties van leerlingen gaan sneller omhoog als zij zelf inzicht hebben in de taaldoelen die zij moeten bereiken en als zij inzicht hebben in hun eigen voortgang ten opzichte van die doelen. Het motiveert leerlingen enorm als zij weten waar ze naartoe werken en zien dat ze beter worden. Het is daarbij natuurlijk van groot belang dat de prestaties van de leerlingen worden vastgelegd. Dat kan op twee manieren, die goed naast elkaar kunnen plaatsvinden. Allereerst is het belangrijk om de niveaus te meten aan de hand van betrouwbare toetsen. Er zijn verschillende toetsen op de markt die het taalniveau in kaart brengen. Ook kan de informatie van de vooropleiding, de basisschool of het voortgezet onderwijs een helder beeld geven van de taalniveaus van de leerlingen. Als je aan het begin van het eerste jaar goed in kaart brengt wat leerlingen kunnen, kun je direct zien waar de zwakke plekken zitten, zodat je het onderwijs daarop kunt aanpassen. Daarnaast kan je met behulp van de posters met de leerlingen praten over en reflecteren op hun taalniveau. De leerling kan bewijzen dat een bepaald taaldoel is gehaald, door de prestatie te koppelen aan de beschrijving op de poster. Je kunt ook met behulp van de posters aangeven hoe een leerling ervoor staat. Werkvorm Maak per leerling een setje posters (digitaal of zwart-wit op A4) en laat de leerlingen die in hun map bewaren. Op deze kleine posters geef je aan (of leerlingen kunnen dat zelf doen) welke doelen worden beheerst en welke nog aandacht nodig hebben. Wat nog niet is gemarkeerd, is dan nieuw voor de leerlingen en behoeft nog aandacht. Update de posters een paar keer per jaar en breng op deze wijze de groei van leerlingen op het gebied van taal in beeld. 5. werken met de leerlingen: reflecteren, uitdagen en resultaten vastleggen 15
17 Sterke en zwakke onderdelen van het taalrepertoire van leerlingen worden zo zichtbaar en dat helpt om de juiste keuzes te maken bij het samenstellen van onderwijs op maat. Laat leerlingen de posters gebruiken als onderdeel van een taalportfolio. Ze zorgen ervoor dat ze bij alle hoeken in de poster een opdracht maken waarmee ze kunnen laten zien dat ze aan dat niveau voldoen. De posters kunnen door de leerlingen of door docenten worden beheerd. Of en hoe goed een doel door de leerling wordt beheerst kun je met een symbool of kleur aangeven. Dat kan ook door een product van een leerling als bewijs aan het betreffende doel te plakken. 16 Beelden bij de taalniveaus
18 6. Uitwisseling en afstemming tussen schooltypen Doel Aansluiting versoepelen tussen schooltypen onderling, bijvoorbeeld: po > vo, vmbo > mbo, maar ook tussen de verschillende afdelingen en schooltypes binnen vo, zoals vmbo-tl > havo en onderbouw > bovenbouw. Referentiekader 12 jaar 1F po speciaal onderwijs 16 jaar 1S po speciaal onderwijs (rekenen) 2F po (taal) speciaal onderwijs (taal) mbo niv. 1, 2 en 3 vmbo bl, kl, gl en tl 2S 3F 18 jaar havo, vwo (rekenen) mbo niv. 4 3S 4F vwo (taal) 4S Algemeen maatschappelijk niveau Drempels hbo, wo Je kunt de posters gebruiken om het gesprek aan te gaan over het taalniveau en wat er aan taal gedaan wordt op het ene schooltype in vergelijking tot het andere type, of in het (vervolg)onderwijs. Docenten van verschillende scholen nemen eventueel hun eigen lesmateriaal, opdrachten en toetsen mee om het gesprek concreter te maken. Werkvormen De volgende activiteiten kunnen heel goed gedaan worden in een groep docenten van verschillende schooltypen: Verzamel opdrachten uit methodes van beide opleidingen/scholen en plaats die bij de posters: vergelijk de opdrachten met elkaar. Sluit het niveau van de opdrachten op elkaar aan? 6. uitwisseling en afstemming tussen schooltypen 17
19 Verzamel opgaven uit examens/eindtoetsen van de vooropleiding en plaats die op de posters. Hoe sluiten die aan bij de instaptoetsen van de vervolgopleiding? Gebruik de posters om te vertellen wat er gebeurd is in de vooropleiding. Gebruik de posters om aan te geven wat jij verwachtte dat een leerling, komende uit de vooropleiding, zou moeten kunnen, kennen en weten. Gebruik de posters om afspraken te maken over de manier waarop je de overgang tussen po > vo of vmbo > mbo kunt verbeteren. Tip Het kan soms handig zijn om deze werkvorm per taaldomein uit te voeren. 18 Beelden bij de taalniveaus
20 7. Taalbeleid ontwikkelen Doel Aandacht voor taal in alle vakken versterken en op elkaar afstemmen in een doorlopende leerlijn. Taalbeleid ontwikkelen en een taalplan schrijven. De referentieniveaus taal en de posters kunnen een prima middel zijn om het taalbeleid mee op te zetten. Het onderwijs is erg talig. In alle vakken speelt taal een belangrijke rol. Zo schrijven leerlingen voor biologie een werkstuk of verslag, voor geschiedenis vatten zij een tekst samen voor een toets, bij installatietechniek presenteren zij een elektrisch circuit, bij verzorging voeren zij een gesprek met een klant en ga zo maar door. Als je de taalvaardigheid van leerlingen wilt verbeteren is het verstandig om de aandacht voor taal niet alleen te beperken tot het schoolvak Nederlands of de uren taal in het lesprogramma, maar juist ook de taaltaken bij andere vakken te benutten. Door aandacht te besteden aan taal in alle vakken worden leerlingen bovendien niet alleen taalvaardiger, maar presteren zij ook beter op de hele linie. Een schoolbrede aanpak is daarom van groot belang en het is verstandig daar een doordacht taalbeleid voor te ontwikkelen. Het opzetten van een taalbeleid begint vaak met de formatie van een werkgroep taal, waarin een docent Nederlands, een aantal docenten van andere vakken en een lid van de schoolleiding plaatsnemen. Deze werkgroep start met de verkenning van de rol van taal in alle vakken, het vereiste taalniveau in de referentieniveaus taal en de taalproblemen waar de leerlingen bij Nederlands en in de vakken tegenaan lopen. Vervolgens verkennen zij succesvolle aanpakken om de taalvaardigheid van de leerlingen te verbeteren door deze aanpakken uit te proberen, daarop te reflecteren en ze vervolgens te implementeren. Werkvormen Formuleer aan de hand van de posters een visie en doelen voor taal op school. Wat is het algemene doel, wat vind je belangrijk als school? 7. taalbeleid ontwikkelen 19
21 Bepaal aan de hand van de posters het speerpunt van het taalbeleid. Welk domein heeft jullie grootste zorg en verdient daarom in eerste instantie de aandacht? Voldoen de leerlingen aan de referentieniveaus taal op de zogenaamde drempels in hun schoolloopbaan? Hoe maak je de voortgang van de leerlingen inzichtelijk voor docenten? En voor de leerlingen zelf? Hoe informeer je de collega's in de school over de referentieniveaus en maak je ze medeverantwoordelijk voor de taalvaardigheid van de leerlingen? Welke domeinen komen in de vakken (buiten Nederlands) aan de orde? Hoe kun je die taaltaken op elkaar afstemmen? Wat leren de leerlingen bij Nederlands? Wat is daarvan voor vakdocenten belangrijk om te weten, zodat zij dat in hun les kunnen gebruiken? Maar ook andersom: wat doen de leerlingen aan taaltaken bij andere vakken waar de docent Nederlands op kan inhaken? En tot slot: hoe verhouden deze opdrachten zich tot de referentieniveaus? En de streefniveaus? Neem bij deze verkenning steeds de posters als uitgangspunt. Die geven houvast, structuur en een gemeenschappelijke taal om over taal te praten. 20 Beelden bij de taalniveaus
22 8. Determineren met behulp van de posters Doel De benodigde/vereiste taalvaardigheid voor de verschillende schooltypen in het vo in kaart brengen en die informatie gebruiken bij de determinatie van leerlingen en een scherper onderscheid in de niveaus. Wat moet een leerling kunnen lezen of schrijven in respectievelijk havo of vwo? Wat is nu precies het verschil tussen een schrijfopdracht voor vwo of havo of tussen vmbo-tl en mbo-4? In het onderwijs zijn deze verschillen niet altijd duidelijk. Het verschil zit vaak hooguit in een soepelere norm voor een lager niveau. De referentieniveaus taal laten echter zien dat het verschil ook zit in de complexiteit van de teksten die de leerlingen lezen of de formaliteit van de opdrachtsituatie. In de referentieniveaus taal is taalvaardigheid gekoppeld aan cognitieve capaciteiten. De niveaus lopen op in moeilijkheidsgraad. Die neemt toe als de afstand groter is en de complexiteit toeneemt. Dan gaat het over: het onderwerp zelf (dichtbij of ver weg) het publiek (bekend of onbekend) de lengte van de tekst (kort of lang) de voorkennis (veel of weinig) het doel van de opdracht (informeren of overtuigen, beschouwen) Aan de hand van de posters kan je met elkaar in gesprek gaan over het vereiste taalniveau van de leerlingen in de verschillende schooltypes en de verschillen daarin. Werkvormen Kies een domein, bijvoorbeeld schrijven, en ontwerp een opdracht op vwo-, havo- of vmbo-basis-niveau. Benoem aan de hand van de posters de elementen in de opdracht die maken dat dit respectievelijk een typische vwo-, havo- of vmbo-basis-opdracht is. Herschrijf deze opdracht vervolgens voor een hoger of lager niveau. Bespreek met elkaar welke elementen zijn veranderd om het niveau te wijzigen. Deze opdracht kan je voor alle leerjaren doen. 8. determineren met behulp van de posters 21
23 Aan de hand van de posters kun je de taalcriteria voor vwo/havo/vmbo formuleren die als uitgangspunt kunnen dienen bij de bevordering van leerlingen. Deze criteria kun je bespreken met leerlingen en ouders. 22 Beelden bij de taalniveaus
24 9. Werken met de kaart Spelling en leestekens Doel Bekend worden met de niveaus spelling en leestekens. Bij de posters zit ook de kaart Spelling en leestekens. Deze kaart geeft van 1F tot 3F de minimale kennis voor spelling en interpunctie weer (voor 4F is geen niveau benoemd). Slecht spellen is een bron van ergernis van leraren, maar komt overigens ook bij docenten zelf voor. De kaart kan gebruikt worden om duidelijk te krijgen wat leerlingen minimaal moeten kennen. Het gaat weer om een minimumniveau: veel leerlingen beheersen eigenlijk de hele spelling en interpunctie aan het eind van de basisschool, zo blijkt uit onderzoek, en voor die leerlingen is alleen het minimumniveau niet voldoende. Werkvormen Gebruik de kaart om met leerlingen in gesprek te gaan over het belang en nut van goed spellen. Vragen die daarbij aan de orde kunnen komen zijn: Waarom zou je goed moeten spellen? Wanneer is het belangrijk om goed te spellen en wanneer is het minder belangrijk? Wat moet je kunnen en wat niet? Wat kan je al en wat nog niet? Wat maakt goed spellen soms zo moeilijk? Laat leerlingen testjes maken. Leerlingen die goed kunnen spellen krijgen de kaart Spelling en leestekens als diploma. Of maak diploma's per niveau en/of voor de verschillende categorieën op de kaart. Zien dat je het kunt en dat je beter wordt, werkt immers enorm motiverend. De school maakt een gezamenlijk beleid op spelling, waarin duidelijk wordt dat het een zaak is van de hele school. De kaart Spelling en leestekens is daarbij voor alle leerlingen en leraren beschikbaar. Leerlingen schrijven vaak teksten die zo veel mogelijk echt gepubliceerd worden (muurkrant, poster, echte brieven, ingezonden stukken, webteksten, bundels, enzovoort). Daarbij kijken ze voor het aspect verzorging naar de kaart en zorgen dat er geen fouten in de producten zitten. Schrijven is herschrijven: schrijfproducten die naar buiten gaan, worden minstens één keer gereviseerd na beoordeling door een ander (leerling, leerkracht, externe). Daarbij wordt de kaart Spelling en leestekens 9. werken met de kaart spelling en leestekens 23
25 gebruikt. Op basis van de fouten van de leerling, is er ondersteuning op maat. De kaart kan als een overzicht van de stand van zaken fungeren voor leerlingen en leerkrachten. Na het afleggen en uitreiken van de spellingtoets wordt van de leerling bij schrijfproducten foutloze spelling en interpunctie geëist. De kaart mag wel geraadpleegd worden. Docenten van alle vakken wordt gevraagd zelf taal goed te verzorgen. Docenten die onzeker zijn over hun eigen spelvaardigheden worden geschoold. Ook voor leerkrachten kan de kaart dienen om inzicht te krijgen in hun eigen spelvaardigheid. Om spelling en leestekens ook bij andere vakken dan Nederlands onder de aandacht te houden: Leraren van andere vakken bedenken schrijfsituaties waarin het belangrijk is om goed te spellen. Zij besteden aandacht aan taalfouten, door leerlingen die te laten verbeteren, niet door ze in het cijfer te verwerken. Leraren accepteren geen werk dat onder de maat is. Eis van leerlingen dat het werk correct wordt gemaakt. Verwijs daarbij naar de kaart Spelling en leestekens. En tot slot: dor selluf zuifer tu sreiven krijgen leerlingen een goed voorbeeld! 24 Beelden bij de taalniveaus
26 leren inspireren
Beelden bij de taalniveaus
Beelden bij de taalniveaus Activiteiten en ideeën bij de posters referentieniveaus taal Leontine van den Berg Geppie Bootsma Annelies Kappers Hella Kroon Ebelien Nieman Atty Tordoir Bert de Vos Beelden
Nadere informatieToelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F)
Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) 1. Mondelinge Taalvaardigheid Niveau 4F 1.1 Gesprekken Algemene omschrijving Kan in alle soorten gesprekken de taal nauwkeurig en doeltreffend
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis
Nadere informatieToelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F)
Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1.1. Gesprekken Kan op effectieve wijze deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding
Nadere informatieKinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl
Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang
Nadere informatieNederlands ( 3F havo vwo )
Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg - informatie
Nadere informatieDoorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011
Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - havo/vwo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus taal Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve
Nadere informatieNederlands ( 3F havo vwo )
Einddoelen Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis
Nadere informatieEducatief Professioneel (EDUP) - C1
Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent
Nadere informatieNederlands ( 2F bb kb/gl/tl )
Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid
Nadere informatieEducatief Professioneel (EDUP) - C1
Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent
Nadere informatieNederlands ( 2F havo vwo )
Tussendoelen Nederlands Nederlands ( 2F havo vwo ) havo/vwo = Basis Leesvaardigheid zakelijke teksten Onderwerpen teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de
Nadere informatieDoorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011
Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - vmbo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve en
Nadere informatieDoorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen
Ronde 5 Bert de Vos APS, Utrecht Contact: b.devos@aps.nl Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen 1. Over de drempels met taal Het rapport Over de drempels met taal is al ruim een jaar oud.
Nadere informatieMeijerink verbeeld, en nu in actie
Meijerink verbeeld, en nu in actie Activiteiten en ideeën bij de posters referentieniveaus rekenen Kees Hoogland Martin van Reeuwijk Suzanne Sjoers Madeleine Vliegenthart Rachel van Vugt Peter van Wijk
Nadere informatieWerken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad
Werken aan onderwijskwaliteit met de Referentieniveaus Taal Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad Taal Invoeren van referentieniveaus leidt tot verlaging van het niveau, omdat men
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13602 25 juli 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2011, nr. VO/309740, houdende
Nadere informatie2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg
2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg Gesprekken Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse
Nadere informatieHoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs
Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs Voorstellen/ kennismaken Examens in het MBO Centrale examens: CvTE is verantwoordelijk voor de uitvoering
Nadere informatieKan ik het wel of kan ik het niet?
1 Kan ik het wel of kan ik het niet? Hieronder staan een aantal zogenaamde kan ik het wel, kan ik het niet-schalen. Deze hebben betrekking op uw taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels.
Nadere informatieRonde 8. Referentiekader taal: hoe werkt dat? 1. Inleiding. 2. Wat is het Referentiekader taal?
Ronde 8 Theun Meestringa & Bart van der Leeuw SLO, Enschede Contact: t.meestringa@slo.nl b.vanderleeuw@slo.nl Referentiekader taal: hoe werkt dat? 1. Inleiding Het Nederlandse Ministerie van Onderwijs,
Nadere informatieNiveaus van het Europees Referentiekader (ERK)
A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete
Nadere informatieBasisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen
Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende
Nadere informatieTaalontwikkelend lesgeven en het referentiekader taal
Taalontwikkelend lesgeven en het referentiekader taal Weblecture LEONED Utrecht 14 november 2012 Bart van der Leeuw, SLO Taalontwikkelend lesgeven en het referentiekader taal Inhoudsopgave van het college
Nadere informatieTAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA
TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA Aan: Directie opleiding Informatica Van: Huis van het Nederlands 11/04/2012 Dit zijn talige eisen die alleen de opleiding stelt. Voor de werkvloer zijn ze niet
Nadere informatieTaalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348)
Taalprofiel Kwalificatiedossier Parketteur Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 F (0348) 466 441 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier
Nadere informatieCONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden
Nadere informatieTaal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011
Servicedocument Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011 Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030
Nadere informatie(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding
(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg
Nadere informatieCommon European Framework of Reference (CEFR)
Common European Framework of Reference (CEFR) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke
Nadere informatiePTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15
Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan
Nadere informatieTussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden
Nadere informatieLeerlijn domein mondelinge taalvaardigheid
Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Kerndoelen: 1. Leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie mondeling (of schriftelijk) gestructureerd weer te
Nadere informatieTaal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven. Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders
Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders SLO en leerplannen Het referentiekader taal en rekenen Opbouw
Nadere informatieToelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F)
Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan in gesprekken over alledaagse en niet-alledaagse onderwerpen uit
Nadere informatieEindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)
Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen
Nadere informatieNiveaus Europees Referentie Kader
Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken
Nadere informatieTaalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2)
Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2) Om het taalonderwijs op elkaar af te stemmen, met elkaar te kunnen vergelijken en taalniveaus te kunnen inschatten is het Europees referentiekader, CEFR, voor de
Nadere informatieLezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen
Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk
Nadere informatieEuropees Referentiekader
Europees Referentiekader Luisteren Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik
Nadere informatieWerken met tussendoelen in de onderbouw
Laura Punt 2013 Werken met tussendoelen in de onderbouw Interactief lees- en schrijfonderwijs Inhoud Het waarom en het wat van tussendoelen Aansluiting tussen po en vo Werken met tussendoelen Voorbeelden
Nadere informatiePTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16
Examenprogramma PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang
Nadere informatiePTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16
Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in
Nadere informatieDoorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid
Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid
Nadere informatiePTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort
Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in
Nadere informatiePTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16
Examenprogramma PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands
Nadere informatieRegistratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2
Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van
Nadere informatieDe Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands
Hoe motiveer je docenten om mee te doen? Hoe beoordeel je de vaardigheden? Hoe maak je de beschrijvingen van het rapport Over de drempels met taal werkbaar? Hoe zorg je ervoor dat leerlingen betrokken
Nadere informatieNiveaubepaling Nederlandse taal
Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle
Nadere informatieNaar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs
Ronde 2 Harry Paus & Anita Oosterloo SLO, Enschede Contact: H.Paus@slo.nl A.Oosterloo@slo.nl Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs 1. Inleiding De commissie Meijerink heeft
Nadere informatieProfiel Academische Taalvaardigheid
Profiel Academische Taalvaardigheid Het Profiel Academische Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om op academisch niveau in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht
Nadere informatieLees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.
Beoordelingsmodel Schrijven 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Leesbaarheid Niet beoordelen indien het schrijfproduct niet of onvoldoende leesbaar is, omdat er bijvoorbeeld sprake is
Nadere informatieNiveaubeschrijving Talige Startcompetenties Hoger Onderwijs Spreken op C1
Tekststructuur Vocabulaire Onderwerp Algemene beschrijving Niveaubeschrijving Talige Startcompetenties Hoger Onderwijs Spreken op C1 C1 Kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen en presentaties geven
Nadere informatieNaam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.
Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.
Nadere informatieSTANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO
STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO BIJLAGE 7: KIJKWIJZER TAAL LEERSTANDAARD (V)SO AAN PASSENDE PERSPECTIEVEN VERSIE 5.0 Korte toelichting Versie 5.0 Deze kijkwijzer bevat selecties van doelen uit
Nadere informatieProfiel Academische Taalvaardigheid PAT
Het Profiel Academische Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om op academisch niveau het Nederlands te functioneren en is de eerste plaats gericht op formele communicatie. Dit profiel
Nadere informatieRubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.
ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak
Nadere informatieMODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde
MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden
Nadere informatieZakelijk Professioneel (PROF) - B2
Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf
Nadere informatieSchrijftaal - Studiewijzer 1. Studiewijzer bij de 1e druk
Schrijftaal - Studiewijzer 1 Studiewijzer bij de 1e druk 2 Schrijftaal - Studiewijzer Inhoud 1 Werken met Schrijftaal 3 2 Niveau en opleiding 5 3 Examen Schrijven en Taalvaardigheid 5 Schrijftaal - Studiewijzer
Nadere informatieSLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Nederlands bovenbouw havo/vwo
Onderwerpen Je kijkt en luistert naar teksten over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard. Tekstkenmerken Je kijkt en luistert naar teksten met een heldere structuur. De teksten
Nadere informatieAchtergronden, activiteiten en ideeën bij de X-posters rekenen Karin Lukassen Jenneken van der Mark Suzanne Sjoers
Achtergronden, activiteiten en ideeën bij de X-posters rekenen Karin Lukassen Jenneken van der Mark Suzanne Sjoers 1 Inhoud Inleiding 1. De X-posters als oriëntatie op het X-niveau 2. De X-posters om het
Nadere informatie[DIA MET TITEL+COVER HIER]
[DIA MET TITEL+COVER HIER] Bijeenkomst 1 Beter schrijven in alle vakken Programma Aanleiding Schrijven in fasen Oriëntatiefase Opdrachtfase Schrijffase Revisiefase en publicatiefase (bijeenkomst 2) Voorwerk
Nadere informatiePTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17
Exameneenheden Nederlands (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands
Nadere informatieReferentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6
Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste
Nadere informatieLuisteren 1 hv 2 hv 3hv
Carte Orange 1 hv, 2 hv, 3 hv ERK-overzicht 1 Luisteren 1 hv 2 hv 3hv 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek 2-3-4-5-6-7-8*
Nadere informatieDoorlopende leerlijnen taal
31 Doorlopende leerlijnen taal Doorlopende leerlijnen taal Concretisering van de referentieniveaus In januari 2008 bood de Expertgroep Doorlopende leerlijnen taal en rekenen haar rapport Over de drempels
Nadere informatiePTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17
Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat
Nadere informatieSamenspraak Examen Nederlands Spreken en Gesprekken voeren 3F
Samenspraak Examen Nederlands Spreken en Gesprekken voeren 3F Inhoudsopgave Informatie voor alle betrokkenen... 2 Examenboekje voor de kandidaat... 4 Bijlage 1. Input voor Student 1... 7 Bijlage 2. Input
Nadere informatieWorkshop voorbereiden Authentieke instructiemodel
Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft
Nadere informatieSPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO
SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk
Nadere informatiePTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Media&Design, Statenkwartier (Vakcollege) cohort
Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Nadere informatieMethodeanalyse Talent
Methodeanalyse Talent Wij hebben gekozen voor de methode Talent. Voornamelijk omdat Tessa en Wouter er veel mee hebben gewerkt. Wouter en Tessa hebben wel hele verschillende ervaringen met de methode.
Nadere informatieBijlage Nederlands vmbo, havo/vwo
Bijlage Nederlands vmbo, havo/vwo IJking Referentiekader taal versus Examenprogramma's Els Leenders en Clary Ravesloot April 2010 Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatiePORTFOLIO NEDERLANDS NAAM: OPLEIDING: KLAS: Portfolio Nederlandse taal, deel 1 Versie 11-07-13 Pagina 1
PORTFOLIO NEDERLANDS NAAM: OPLEIDING: KLAS: Portfolio Nederlandse taal, deel 1 Versie 11-07-13 Pagina 1 Het portfolio voor de Nederlandse taal bestaat uit de volgende onderdelen: - Inleiding - Algemeen
Nadere informatiePTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort
Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan
Nadere informatieZo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren
Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een
Nadere informatieReferentieniveaus van Meijerink in de praktijk
Referentieniveaus van Meijerink in de praktijk Presentatie: Karen Wentzel Materiaal t.b.v. presentatie Congres Nederlands 2 februari 2012 Inhoud Referentieniveaus... 3 Referentieniveaus Meijerink (2F)...
Nadere informatieTaalprofiel. Kwalificatiedossier Montagemedewerker timmerindustrie
Taalprofiel Kwalificatiedossier Montagemedewerker timmerindustrie Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier
Nadere informatieROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F
ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F Schrijfvaardigheid * Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en
Nadere informatieInhoudsoverzicht NN5 Tweede Fase
Inhoudsoverzicht NN5 Tweede Fase Cursus Hoofdstuk havo 4/5 vwo 4 vwo 5/6 1 Leesvaardigheid 2 Schrijfvaardigheid 1 Inleiding leesvaardigheid 1 Leesstrategieën 2 Schrijfdoelen 3 Tekstsoorten 4 Tekst en publiek
Nadere informatieLaag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten
Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen
Nadere informatieFUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV
REGIO LIMBURG Tulpinstraat 75 3500 HASSELT +32 11 26 44 00 http://limburg.katholiekonderwijs.vlaanderen LEERMATERIAAL SO PAV 2017/07 Opmaakdatum: 06.11.2017 Vak: Begeleider: E-mail: PAV Jean-Marie Ramakers
Nadere informatieTNN 3F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 3F
TNN 3F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 3F MAART 2012 DOOR TAALDOCENTENCOLLECTIEF EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN! 1 2 TAALTOETS
Nadere informatieKijkwijzers Beter zicht op het referentiekader taal SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling
Foto omslag: Humantouch photography Kijkwijzers Beter zicht op het referentiekader taal SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Voorwoord Op 15 januari 2010 heeft de Ministerraad ingestemd
Nadere informatieDe Taxonomie van Bloom Toelichting
De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog
Nadere informatieVoor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.
Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden:, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren 1e graad 2e graad 3e graad uiteenzetting leerstofonderdeel
Nadere informatiePTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort
Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in
Nadere informatieDoorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid
Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid
Nadere informatiePTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin cohort
Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat
Nadere informatieFriese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010
Friese taal en cultuur VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden
Nadere informatieLesstof overzicht Station vanaf
Lesstof overzicht Station vanaf 2018 complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt STATION Nederlands vmbo BK 1 Tussen hoofdletter en punt jaar
Nadere informatieKennismaken met de Referentieniveaus voor Taal en Rekenen in het primair onderwijs Suggesties voor bespreking in het team
Kennismaken met de Referentieniveaus voor Taal en Rekenen in het primair onderwijs Suggesties voor bespreking in het team In 2008 zijn in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Nadere informatieInhoud. 1. Introductie Nederlands... 3
Functieopdracht Nederlands - Operator A en B Inhoud 1. Introductie Nederlands... 3 2. Opdrachten... 5 Opdracht 1. Verschillende meningen... 5 Opdracht 2. Luisteren naar een vergadering... 7 Opdracht 3.
Nadere informatieTNN 2F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 2F
TNN 2F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 2F MAART 2012 DOOR TAALDOCENTENCOLLECTIEF EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN! 1 2 TAALTOETS
Nadere informatieHAVO 4 presenteren + debat + betoog periode
HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode 3 2018-2019 In deze periode kies je in groepjes een onderwerp, houd je een presentatie, debatteer je tegen andere groepen en schrijf je een betoog over je eigen
Nadere informatie