De evaluatie van de WMS: niet de wetgever, maar de ondernemingskamer maakt de WMS doeltreffender en effectiever

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De evaluatie van de WMS: niet de wetgever, maar de ondernemingskamer maakt de WMS doeltreffender en effectiever"

Transcriptie

1 Joke Sperling De evaluatie van de WMS: niet de wetgever, maar de ondernemingskamer maakt de WMS doeltreffender en effectiever 1 Inleiding Afgelopen jaar vond de evaluatie van de Wet medezeggenschap op scholen ( WMS ) plaats. 1 Hoewel de conclusie was dat de WMS over het algemeen voldoet, werd ook een aantal belangrijke knelpunten geconstateerd. Zo hebben schoolbesturen in specifieke situaties de neiging om de bepalingen van de WMS niet na te leven. Verder komt het vaak voor dat de medezeggenschapsraad ( MR ) te laat wordt betrokken bij voorgenomen besluiten van het bestuur, waardoor een goede voorbereiding op de besluitvorming niet mogelijk is. Ook gaan sommige schoolbesturen niet serieus om met adviezen van de MR door er niet inhoudelijk op te reageren Het komt zelfs voor dat bestuurders hun besluiten helemaal niet voorleggen aan de MR. Een ander knelpunt is dat driekwart van de schoolbesturen geen regeling voor de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand heeft getroffen, hoewel artikel 28, lid 2, WMS daartoe wel verplicht. 2 Medezeggenschapsraden hebben in die situaties weinig mogelijkheden om het bevoegd gezag te dwingen zijn verplichtingen na te leven en de nietigheid in te roepen van niet-voorgelegde besluiten. Vorderingen tot naleving van de WMS kunnen alleen bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam ( OK ) worden ingesteld. In de praktijk wordt daar nauwelijks gebruik van gemaakt omdat deze rechtsgang als te hoogdrempelig wordt gezien, onder meer omdat bij de OK vertegenwoordiging door een advocaat verplicht is. Zonder een regeling voor rechtsbijstand kunnen medezeggenschapsorganen dus geen nalevingsvordering instellen, zelfs geen vordering tot het treffen van een regeling voor rechtsbijstand. Verder bevat de WMS geen bepaling die de MR de bevoegdheid geeft om nietigheid in te roepen van niet-voorgelegde besluiten of om nietigheid te vorderen bij de Landelijke geschillencommissie WMS ( LCG WMS ) of de OK. N 232 N

2 Tijdens het algemeen overleg op 27 juni 2012 pleitten sommige Kamerleden er daarom voor de WMS te wijzigen. Ze stelden ten eerste voor de LCG WMS bevoegd te maken in nalevinggeschillen, omdat deze instantie laagdrempeliger is dan de OK. Ten tweede vonden ze dat de MR, net als de ondernemingsraad ( OR ), de bevoegdheid moest krijgen om de nietigheid van niet-voorgelegde besluiten in te roepen. Ten derde stelden ze voor om een voor de MR gunstigere rechtsbijstandsregeling in de WMS op te nemen. 3 Ze dienden een motie in waarin zij de regering verzochten om de WMS op drie punten aan te passen. 4 De minister wees het verzoek echter van de hand en wilde volstaan met voorlichting aan het onderwijsveld. Zij vond dat partijen de knelpunten in onderling overleg moeten oplossen. 5 Volgens haar is er voor de beslechting van nalevinggeschillen veel ruimte bij de LCG WMS en kan de MR voor een nietigverklaring bij de OK terecht. 6 Kort na het debat wees de OK een arrest waardoor toch aan de verzoeken in de motie werd tegemoetgekomen. 7 De OK legde de WMS-bepalingen over rechtsbijstand gunstiger uit voor de MR. Ook legde de OK de WMS-bepalingen over de competentie van de LCG WMS zo uit dat de MR de LCG WMS kan verzoeken een besluit van het bevoegd gezag aan te tasten als het bevoegd gezag verzuimd heeft daarvoor advies van de MR te vragen. Dit arrest is het onderwerp van dit artikel. De opzet is daarbij als volgt. In onderdeel 2 ga ik nader in op de in de motie genoemde knelpunten in de WMS. Met betrekking tot het punt van de nietigheid wordt beschreven hoe dit in de Wet op de ondernemingsraden ( WOR ) is geregeld. In onderdeel 3 geef ik de feiten van het geschil weer en in onderdeel 4 de overwegingen van de OK. In onderdeel 5 bespreek ik hoe het arrest tegemoetkomt aan een aantal van de hiervoor genoemde knelpunten. In slotonderdeel 6 geef ik aan welk belangrijk probleem er na het arrest nog resteert: de tenuitvoerlegging van uitspraken van de LCG WMS. 2 Knelpunten WMS Competentie LCG WMS en OK De WMS kent een gecompliceerde geschillenregeling. Zo zijn er twee rechtsprekende instanties in eerste aanleg, de LCG WMS en de OK. 8 De competentie van de LCG WMS is in artikel 31 WMS geregeld. Daarin staat dat zij bevoegd is in instemmingsgeschillen, dat wil zeggen: geschillen waarin het bevoegd gezag niet de vereiste instemming van de MR heeft verworven ten aanzien van een voorgenomen besluit van het bevoegd gezag en het bevoegd gezag het voorgenomen besluit wenst te handhaven. Verder is de LCG WMS bevoegd in adviesgeschillen. Deze geschillen betreffen de situatie waarin het bevoegd gezag een besluit heeft genomen waarover de MR advies heeft uitgebracht, het N 233 N

3 bevoegd gezag dit advies niet of niet geheel volgt en de MR van oordeel is dat de belangen van de school of de MR ernstig worden geschaad. Ook is de LCG WMS bevoegd in geschillen over de interpretatie van bepalingen van de WMS. De competentie van de OK in eerste aanleg staat in artikel 36, lid 1, WMS. Hierin staat dat de OK bevoegd is in geschillen over de naleving door het bevoegd gezag van verplichtingen voortvloeiende uit de WMS. De afbakening van de competenties tussen de LCG WMS en de OK op grond van deze bepalingen is niet altijd duidelijk. Interpretatiegeschillen en nalevingsgeschillen overlappen elkaar bijvoorbeeld; beide hebben tot doel vast te stellen welke de verplichting van het bevoegd gezag is op grond van een WMS-bepaling. Maar het is soms onduidelijk in welke gevallen een MR zich tot de LCG WMS moet wenden en wanneer tot de OK. Omdat medezeggenschapsorganen een voorkeur voor de laagdrempelige LCG WMS hebben, leggen zij een nalevingsgeschil vaak voor als een interpretatiegeschil aan de LCG WMS. 9 De LCG WMS verklaart zich echter regelmatig onbevoegd omdat zij vindt dat het een nalevingsgeschil betreft, zonder ook nog eens te motiveren aan de hand van welke criteria zij dat vindt. 10 Voor de praktijk is dat problematisch, want het geschil blijft dan meestal onopgelost. Ook in geschillen over advies- en instemmingsaangelegenheden is de gedeelde competentie problematisch. De LCG WMS is bevoegd in geschillen waarin het bevoegd gezag instemming of advies over een voorgenomen besluit heeft gevraagd, maar niet in geschillen waarin het bevoegd gezag heeft nagelaten advies of instemming te vragen. In artikel 31, aanhef en onder a, WMS staat namelijk dat de LCG WMS kennisneemt van instemmingsgeschillen waarin overleg is geweest tussen het bevoegd gezag en het medezeggenschapsorgaan. Heeft het bevoegd gezag echter geen instemming gevraagd, dan heeft er dus geen overleg plaatsgevonden en acht de LCG WMS zich onbevoegd. 11 Bovendien kunnen instemmingsgeschillen alleen door het bevoegd gezag worden voorgelegd en niet door de MR. De MR kan dat wel bij adviesgeschillen, maar alleen als het bevoegd gezag het uitgebrachte advies niet volgt (artikel 31, aanhef en onder c, WMS). Is er geen advies uitgebracht omdat het bevoegd gezag dat niet heeft gevraagd, dan verklaart de LCG WMS zich onbevoegd. 12 Verder heeft de gedeelde competentie van de LCG WMS en de OK soms tot gevolg dat maar een deel van het geschil kan worden voorgelegd. Zo achtte de LCG WMS zich in een geschil over de adviesbevoegdheid van de MR inzake een wijziging van het lesrooster (artikel 11, aanhef en onder a, WMS) wel bevoegd met betrekking tot de vraag of de MR een negatief advies kon geven, maar niet met betrekking tot de vraag of het bevoegd gezag de procedurele voorschriften over het vragen van dit advies (artikel 17 N 234 N

4 WMS) had nageleefd. 13 Dat laatste was volgens de LCG WMS geen adviesgeschil, maar een nalevingsgeschil waarvoor was alleen de OK bevoegd is. Aangezien medezeggenschapsorganen zich dan vrijwel nooit tot de OK wenden, blijft in zo n geval een deel van het geschil onopgelost en mogelijk daardoor zelfs het gehele geschil. Bovendien biedt geen van beide instanties volledig effectieve rechtsbescherming. De LCG WMS is immers geen rechterlijk orgaan en diens uitspraken zijn geen executoriale titel in de zin van artikel 430 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Een uitspraak van de LCG WMS kan dus niet ten uitvoer worden gelegd en het bevoegd gezag kan de uitspraak dan ook naast zich neerleggen. De enige consequentie van niet-nakoming van een uitspraak van de LCG WMS is dat de minister de bekostiging van de school kan inhouden. Maar uit antwoorden op Kamervragen vorig jaar kan worden afgeleid dat de minister daartoe niet snel zal overgaan. 14 Daarentegen kunnen de uitspraken van de OK wel ten uitvoer worden gelegd, maar als het bevoegd gezag geen regeling voor rechtsbijstand heeft getroffen, heeft de MR geen toegang tot de OK. Nietigverklaring De WMS bevat geen bepaling die de MR de bevoegdheid geeft om een beroep op nietigheid van niet-voorgelegde besluiten te doen tegenover het bevoegd gezag of om nietigheid te vorderen bij de LCG WMS of de OK. De LCG WMS heeft alleen de bevoegdheid om in instemmingsgeschillen te bepalen dat de MR in redelijkheid tot het onthouden van instemming heeft kunnen komen (artikel 32, lid 2, WMS). Wat de juridische status is van het besluit als het bevoegd gezag dat toch uitvoert, is niet duidelijk. Uit de tekst van artikel 31, aanhef en onder a, WMS juncto artikel 32, lid 1, WMS kan worden afgeleid dat het besluit in dat geval niet bestaat. In deze artikelen wordt immers gesproken over voorstel. 15 Dit impliceert nietigheid van het besluit als het bevoegd gezag dit toch neemt. 16 Het besluit heeft dan geen rechtsgevolgen; men is er niet aangebonden. Maar de MR heeft geen mogelijkheden om dit gevolg in te roepen tegenover het bevoegd gezag. Met betrekking tot adviesgeschillen heeft de LCG WMS wel de bevoegdheid om de uitspraak te doen dat het betrokken besluit niet in stand kan blijven (artikel 34, lid 3, WMS). Dit impliceert vernietigbaarheid, dat wil zeggen dat het besluit bestaat totdat de LCG WMS heeft verklaard dat dit niet het geval is. Het is onduidelijk of de MR zich op grond van artikel 36, lid 1, WMS tot de OK kan wenden als het bevoegd gezag het besluit toch uitvoert. Met betrekking tot de juridische status van besluiten waarvoor het bevoegd gezag verzuimd heeft advies of instemming te vragen, bepaalt de WMS niets. Het is onduidelijk N 235 N

5 of de MR zich op grond van artikel 36, lid 1, WMS tot de OK kan wenden als het bevoegd gezag een besluit neemt zonder instemming of advies van de MR. De WOR is daarentegen duidelijk over de gevolgen van besluiten die in strijd met de WOR zijn genomen. Artikel 27, lid 5, WOR bepaalt dat een besluit dat zonder de instemming van de OR is genomen, nietig is als de OR tegenover de ondernemer schriftelijk een beroep op de nietigheid heeft gedaan. Als de ondernemer het besluit toch uitvoert, kan de OR de kantonrechter vragen de ondernemer dit te verbieden (artikel 27, lid 6, WOR). Met betrekking tot adviesaangelegenheden ontbreken analoge bepalingen in de WOR. Maar de OK legt het beroepsrecht van de OR in adviesgeschillen van artikel 26, lid 1, WOR heel ruim uit. In dit artikel staat dat de OR beroep kan instellen bij de OK tegen een besluit van de ondernemer [waarover de ondernemer advies heeft gevraagd] wanneer dat besluit niet in overeenstemming is met het advies van de ondernemingsraad. Volgens de zogenoemde Linge-leer van de OK is artikel 26, lid 1, WOR niet alleen van toepassing op de situatie waarin de ondernemer een door de OR uitgebracht advies niet volgt, maar ook als hij heeft verzuimd advies te vragen aan de OR. In dit laatste geval geeft artikel 26, lid 1, WOR de OK de bevoegdheid om te bepalen dat dit verzuim met zich mee brengt dat de ondernemer niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De OK kan dan de ondernemer verplichten het besluit geheel of gedeeltelijk in te trekken of de gevolgen van het besluit ongedaan te maken of de ondernemer verbieden handelingen te verrichten ter uitvoering van het besluit. De gedachte hierachter is dat de ondernemer, door geen advies te vragen, de betrokken belangen niet behoorlijk heeft kunnen afwegen en dus niet in redelijkheid tot het betrokken besluit heeft kunnen komen. 17 Kosten rechtsbijstand Een ander probleem bij de naleving van de WMS is de gecompliceerde wettelijke regeling over de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand van medezeggenschapsorganen. Artikel 28, lid 2, WMS verplicht het bevoegd gezag een regeling te treffen voor de redelijkerwijs noodzakelijke kosten van medezeggenschapsactiviteiten die door ouders, leerlingen en personeel in de (G)MR worden ondernomen, daaronder begrepen scholingskosten, kosten voor inhuur van deskundigen en kosten van het voeren van rechtsgedingen. Elke geleding moet met die regeling instemmen en de regeling moet in het medezeggenschapstatuut worden opgenomen. Opname in het statuut is een bestaansvoorwaarde voor aanspraak op rechtsbijstand, aldus de OK in een arrest van 17 juli N 236 N

6 Uit de evaluatie bleek dat in de praktijk veel besturen geen regeling voor rechtsbijstand hebben getroffen. 19 Een MR heeft in dat geval nauwelijks mogelijkheden om het bevoegd gezag te dwingen een regeling tot stand te brengen. Een vordering daartoe moet bij de OK worden ingesteld en daar is nu juist rechtsbijstand verplicht. Stelt het bevoegd gezag geen statuut vast of neemt het daarin geen kostenregeling op, dan is een MR in een juridisch geschil met het bevoegd gezag volledig afhankelijk van het bevoegd gezag voor vergoeding van rechtsbijstand. Dat is met name problematisch als het gaat om een geschil over de naleving van de WMS door het bevoegd gezag, want daarvoor moet de MR naar de OK. Een kwaadwillend bevoegd gezag kan op die manier het geschil winnen, eenvoudigweg door de MR geen vergoeding voor rechtsbijstand toe te kennen. 3 Feiten Al deze drie knelpunten kwamen aan de orde in het arrest van de OK. De feiten waren als volgt. Het bevoegd gezag hield twintig openbare basisscholen in stand, waaronder de school De Wereldwijzer. De Wereldwijzer heeft onder meer een locatie genaamd De Zwanenburcht. De Zwanenburcht had de status van nevenvestiging als bedoeld in artikelen 1 en 85 Wet op het primair onderwijs ( WPO ), maar in de praktijk was het een autonoom draaiende eenheid, met een deelraad als medezeggenschapsorgaan. Het bevoegd gezag had de deelraad steeds aangemerkt als een MR in de zin van de WMS, ondanks het feit dat de deelraad niet in overeenstemming met artikel 20, lid 1, WMS was ingesteld. Het bevoegd gezag had bovendien nagelaten om een medezeggenschapsstatuut als bedoeld in artikel 21 WMS vast te stellen voor de deelraad. Er was dus geen regeling voor de vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand. Evenmin voldeed het medezeggenschapsreglement van De Wereldwijzer aan de WMS. In een overlegvergadering met de deelraad op 7 november 2011 kondigde het bevoegd gezag aan van plan te zijn De Zwanenburcht met ingang van augustus 2012 te sluiten, omdat deze voor het derde achtereenvolgende jaar onder de opheffingsnorm viel en de rijksbekostiging daarmee per die datum kwam te vervallen. Het bevoegd gezag stelde zich op het standpunt dat de deelraad geen instemmings- of adviesrecht had met betrekking tot het voorgenomen besluit. De deelraad was daarentegen van mening dat het op grond van artikel 11, aanhef en onder c, WMS wel adviesrecht had en verzocht het bevoegd gezag het voorgenomen besluit alsnog aan de raad ter advies voor te leggen, onder overlegging van alle relevante informatie. Pas nadat de deelraad een advocaat, mr. Hogerzeil, had ingeschakeld, verzocht het bevoegd gezag de deelraad op 2 N 237 N

7 december 2011 advies uit te brengen. Het bevoegd gezag willigde het verzoek om informatie echter niet in, ook al had het die informatie wel aan de gemeente verstrekt. Bij brief van 15 december 2011 sommeerde mr. Hogerzeil het bevoeg gezag alle uitvoeringshandelingen met betrekking tot de sluiting van De Zwanenburcht te staken totdat volgens de WMS uitvoering gegeven mag worden aan het besluit. Hij stelde dat het bevoegd gezag ten onrechte geen instemming aan de personeelsgeleding en de oudergeleding had gevraagd met betrekking tot de regeling van de gevolgen van het voorgenomen besluit en het sluitingsbesluit niet ten uitvoer mag leggen voordat een definitief besluit is genomen over de regeling van de gevolgen. 20 Op 6 juni 2012 antwoordde het bevoegd gezag dat het het sluitingsbesluit handhaafde en verzocht, voor zoveel nodig, de respectievelijke geledingen hem mee te delen dat de gevolgen van het besluit naar behoren zijn geregeld en dat zij instemmen met de regeling. Bij brief van 29 juni 2012 schreef Hogerzeil aan het bevoegd gezag dat de personeelsgeleding en de oudergeleding hun instemming onthielden, onder meer omdat het besluit tot sluiting reeds op 7 november 2011 was genomen en onvoldoende gegevens voorhanden zijn om tot een afgewogen oordeel te komen ten aanzien van de instemming met de gevolgen van het besluit. De deelraad begon daarop een nalevingsprocedure bij de OK op grond van artikel 36, lid 1, WMS. Hierin staat dat een medezegenschapsorgaan in rechte kan optreden indien de vordering strekt tot naleving door het bevoegd gezag van de verplichtingen jegens het medezeggenschapsorgaan, voortvloeiend uit de WMS. De deelraad verzocht de OK, voor zover relevant: 1 voor recht te verklaren dat het bevoegd gezag op 7 november 2011 een nietig besluit heeft genomen tot sluiting van De Zwanenburcht wegens het niet in acht nemen van de bij wet gestelde eisen en het bevoegd gezag te gelasten het besluit tot sluiting van De Zwanenburcht in te trekken; 2 het bevoegd gezag te gelasten bij het opnieuw te nemen sluitingsbesluit de artikelen 8, 11 onderdeel c, 12, lid 1 aanhef en onder a, 13, aanhef en onder a, 15 en 17 van het WMS na te leven, op straffe van een dwangsom; en 3 voor recht te verklaren dat het bevoegd gezag verplicht is aan de deelraad te vergoeden alle redelijkerwijs noodzakelijke kosten verbonden aan de door mr. Hogerzeil verrichte werkzaamheden inzake het geschil. N 238 N

8 4 Overwegingen OK Bevoegdheden deelraad/verplichtingen bevoegd gezag De OK overwoog dat het per 1 augustus 2012 niet verzorgen van lessen op De Wereldwijzer een beëindiging of belangrijke inkrimping van de werkzaamheden van de school of van een belangrijk onderdeel daarvan is, als bedoeld in artikel 11, aanhef en onder c, WMS, omdat De Zwanenburcht een nevenvestiging is en bovendien telkens een autonoom draaiende eenheid is geweest. Het bevoegd gezag was daarom verplicht het voorgenomen besluit tot sluiting ter advies aan de deelraad voor te leggen en had dit ten onrechte niet gedaan toen het dit besluit op 7 november 2011 aan de deelraad bekendmaakte. Op het moment dat de stichting alsnog advies vroeg aan de deelraad op 2 december 2011 kon het advies volgens de OK niet meer van wezenlijke invloed zijn op de besluitvorming (artikel 17, aanhef en onder a, WMS). De OK overwoog verder dat het bevoegd gezag ook andere bepalingen van de WMS niet had nageleefd. Het had, in strijd met artikel 8 WMS, de deelraad niet (tijdig) alle inlichtingen verschaft die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft, ook niet nadat de deelraad (bij herhaling) om informatie had verzocht. Het had, in strijd met artikel 17, aanhef en onder c, WMS, nagelaten de deelraad zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van de wijze waarop aan het negatieve advies van de MR gevolg zou worden gegeven. Het had, in strijd met artikel 13, aanhef en onder a, WMS, niet (tijdig) aan de oudergeleding instemming gevraagd voor een op de voet van artikel 15, lid 1, WMS te nemen besluit ter regeling van de gevolgen van de sluiting van De Zwanenburcht voor de ouders en de leerlingen. Tot slot had het bevoegd gezag zich ten onrechte op het standpunt gesteld slechts gehouden te zijn tot een bijdrage van 927 in de kosten van juridische bijstand van de deelraad. Nietigverklaring besluit Maar het gevolg van deze tekortkomingen was niet dat de OK op de voet van artikel 36, leden 1 en 2, WMS kon vaststellen dat het besluit tot sluiting van De Zwanenburcht nietig is. Volgens de OK behelst de structuur van de WMS dat geschillen over een besluit ten aanzien waarvan een medezeggenschapsorgaan een advies- of instemmingsbevoegdheid heeft, behoren tot de competentie van de LCG WMS. In geval van een adviesplichtig besluit kan de commissie op de voet van artikel 34, lid 3, WMS beslissen of het betrokken besluit al dan niet in stand kan blijven. Van een dergelijke beslissing staat volgens artikel 36, lid 3, WMS beroep open bij de OK, maar in die procedure kan, ingevolge artikel 36, lid 4, WMS, slechts worden getoetst of de commissie de bepalingen van de WMS op een juiste wijze heeft toegepast. De in artikel 36, leden 1 en 2, WMS aan een medezeggenschapsorgaan geboden mogelijkheid om bij de OK een nale- N 239 N

9 vingsvordering in te stellen biedt geen ruimte om, met doorkruising van de geschetste bevoegdheid van de LCG WMS, adviesplichtige of instemmingsplichtige besluiten van het bevoegd gezag nietig te doen verklaren. Vorderingen 1 en 2 waren daarom niet toewijsbaar. Kosten rechtsbijstand Wel wees de OK vordering 3 toe en kwam daarmee terug op haar arrest van 17 juli Zij overwoog dat in een geval waarin het bevoegd gezag heeft nagelaten het medezeggenschapsstatuut vast te stellen en weigert om de door de deelraad gemaakte kosten te vergoeden, een redelijke en op de praktijk afgestemde wetstoepassing meebrengt dat de OK op grond van artikel 36, leden 1 en 2, WMS het bedrag van de door het bevoegd gezag verschuldigde kosten van medezeggenschapsactiviteiten kan vaststellen, indien daarvoor toereikende gegevens over die kosten voorhanden zijn. In dat geval zou het onverkort vasthouden aan het uitgangspunt dat een zodanige vaststelling berust op de faciliteitenregeling, zoals vastgelegd in het statuut, leiden tot onwenselijke complicaties. De MR zou dan eerst op de voet van artikel 36, leden 1 en 2, WMS een vordering moeten instellen bij de OK tot nakoming door het bevoegd gezag van de verplichting tot het overeenkomstig artikel 21, lid 1, WMS vaststellen van het medezeggenschapsstatuut, eventueel gevolgd door een procedure bij de commissie op de voet van artikel 31, aanhef en onder b, WMS, indien het door het bevoegd gezag voorgestelde statuut niet de op grond van artikel 21, lid 2, WMS vereiste instemming heeft verworven, waarna de MR alsnog op grond van artikel 36, lid 1 en 2, WMS een vordering tot vaststelling van die kosten zou moeten instellen bij de OK. Deze complicaties zijn bovendien onredelijk omdat de MR, als gevolg van het niet vaststellen van een kostenregeling als onderdeel van het statuut door het bevoegd gezag, in aanzienlijke mate wordt belemmerd in de verwezenlijking van zijn wettelijke rechten. Hierbij nam de OK mede nog in aanmerking dat in de praktijk slechts gering gewicht toekomt aan het wettelijk uitgangspunt dat de vaststelling van de rechtsbijstandskosten berust op een in het statuut vastgelegde regeling in de zin van artikel 28, lid 2, WMS, omdat die regeling veelal niet meer inhoudt dan dat de kosten worden gedragen door het bevoegd gezag op voorwaarde dat het bevoegd gezag vooraf in kennis wordt gesteld van het activiteitenplan of het concrete voornemen van de MR. Bij de vaststelling van het door de stichting verschuldigde bedrag aan kosten komt het, overeenkomstig artikel 28, lid 2, WMS, volgens de OK aan op de vraag of de gemaakte kosten kunnen worden aangemerkt als redelijkerwijs noodzakelijke kosten van medezeggenschapsactiviteiten. De OK achtte het uurtarief van mr. Hogerzeil ( 265, exclusief 8% bureaukosten en btw) niet onredelijk, in aanmerking genomen dat hij deskun- N 240 N

10 dig is op het gebied van de WMS. De omstandigheid dat zijn kosten zijn opgelopen tot een aanzienlijk bedrag moet in overwegende mate worden toegeschreven aan de genoemde nalatigheden van het bevoegd gezag. 5 Gevolgen arrest Competentie LCG WMS en OK/nietigverklaring De OK lijkt in dit arrest de Linge-leer toe te passen op de WMS en de competentie van de LCG WMS uit te breiden tot alle instemmings- en adviesgeschillen. Dus ook instemmings- en adviesgeschillen waarin het bevoegd gezag heeft nagelaten instemming of advies aan de MR te vragen. Het geschil betrof in dit geval weliswaar de situatie waarin het bevoegd gezag advies had gevraagd, maar de OK overweegt in heel algemene bewoordingen dat geschillen over een besluit ten aanzien waarvan een medezeggenschapsorgaan een advies- of instemmingsbevoegdheid heeft, behoren tot de competentie van de LCG WMS. De OK lijkt te overwegen dat de LCG WMS bevoegd is in alle instemmings- en adviesgeschillen bij de LCG WMS. Dit blijkt mijns inziens ook uit de toevoeging van de OK dat de nalevingsprocedure van artikel 36, lid 1, WMS geen ruimte biedt om, met doorkruising van de bevoegdheid van de LCG WMS, adviesplichtige of instemmingsplichtige besluiten van het bevoegd gezag nietig te doen verklaren. De OK lijkt daarmee aan te geven dat de LCG WMS de bevoegdheid heeft om zich uit te spreken over de juridische status van besluiten die niet in overeenstemming met de WMS zijn genomen. Een MR kan zich dus voortaan ook tot de LCG WMS wenden als het bevoegd gezag verzuimd heeft advies te vragen (artikel 31, aanhef en onder c, WMS). Maar de tekst van de WMS staat die mogelijkheid niet toe met betrekking tot een besluit waarvoor het bevoegd gezag geen instemming heeft gevraagd. Artikel 31, aanhef en onder a, WMS geeft immers alleen het bevoegd gezag de bevoegdheid een instemmingsgeschil voor te leggen. De MR heeft die bevoegdheid niet. Dit is mogelijk problematisch want uit de afwijzing van vordering 2 kan worden afgeleid dat de OK zich onbevoegd zal verklaren inzake vorderingen die met een advies- of instemmingsgeschil samenhangen. Verder maakt de OK duidelijk dat de competentie van de LCG WMS in instemmings- en adviesgeschillen impliceert dat de LCG WMS bevoegd is in vorderingen die samenhangen met de verplichting van het bevoegd gezag om advies of instemming te vragen. Het gaat daarbij met name om bepalingen die procedureel van aard zijn, bijvoorbeeld de wijze waarop het bevoegd gezag advies moet vragen aan de MR. Deze vorderingen hoeven niet langer als een afzonderlijke nalevingsvordering bij de OK te worden inge- N 241 N

11 steld. In een tweetal vervolgprocedures op grond van artikel 31, aanhef en onder c, WMS oordeelde de LCG WMS dan ook conform het arrest van de OK dat het bevoegd gezag had nagelaten om de deelraad in overeenstemming met de voorschriften van de WMS tijdig en op de juiste wijze te betrekken bij de besluitvorming met betrekking tot het organisatiebeleid van de school. Aan die besluitvorming kleefden volgens de LCG WMS daarom zodanige procedurele bezwaren dat de besluiten van het bevoegd gezag niet in stand konden blijven. 21 De uitleg door de OK betekent mijns inziens ook dat de LCG WMS een ruime competentie heeft in interpretatiegeschillen. De OK zegt hierover weliswaar niets in het arrest, maar de ruime uitleg van de bevoegdheden van de LCG WMS met betrekking tot instemmings- en adviesgeschillen en de nadruk van de OK op een redelijke en op de praktijk afgestemde wetstoepassing duidt erop dat de bevoegdheid van de LCG WMS in interpretatiegeschillen op dezelfde ruime wijze moet worden uitgelegd. Dit zal betekenen dat de LCG WMS bevoegd is in geschillen over de uitleg van welke WMSbepaling dan ook. Aangezien interpretatiegeschillen vrijwel altijd gaan over de verplichtingen van het bevoegd gezag voortvloeiende uit de te interpreteren bepaling, kan de LCG WMS oordelen welke verplichting het bevoegd gezag heeft, mits de LCG WMS maar blijft binnen haar bevoegdheid van artikel 35 WMS. De OK legt de verantwoordelijkheid voor het naleven van de WMS en het vormgeven van de medezeggenschap binnen de school nog meer dan voorheen bij het bevoegd gezag. Komt het bevoegd gezag zijn verplichtingen niet na, dan moeten de (financiële) gevolgen daarvan voor rekening van het bevoegd gezag komen. In een eerdere beschikking had de OK al bevestigd dat de vaststelling van het medezeggenschapsstatuut en de medezeggenschapsreglementen en het op basis daarvan tot stand brengen van een (G)MR de eerste verantwoordelijkheid zijn van het bevoegd gezag. 22 Die verantwoordelijkheid heeft nu tevens tot gevolg dat als het statuut geen regeling met betrekking tot de kosten voor medezeggenschapsactiviteiten bevat, het bevoegd gezag die kosten toch moet dragen. De aanspraak op vergoeding van de kosten is niet afhankelijk van voorafgaand overleg met het bevoegd gezag over (de aard en omvang) van de te maken kosten. 23 Voldoende is dat het medezeggenschapsorgaan vooraf aan het bevoegd gezag te kennen geeft een deskundige in te schakelen. Voorwaarde is wel dat de kosten redelijkerwijs noodzakelijk zijn. In een arrest eerder dit jaar overwoog de OK dat de maatstaf van artikel 28, lid 2, WMS aan de MR weliswaar een zekere beoordelingsvrijheid biedt bij het bepalen van de te ontplooien activiteiten. Maar kosten die niet redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor vervulling van de wettelijke taak van de MR komen niet ten laste van het bevoegd gezag. Zo zijn kosten van rechts- N 242 N

12 bijstand met betrekking tot activiteiten die buiten de grenzen van de wettelijke rol van de MR zijn, geen redelijkerwijs noodzakelijke kosten, bijvoorbeeld de kosten voor het opstellen van een brief van de MR waarmee de MR zich rechtstreeks heeft gemengd in de rechtsverhouding tussen het bevoegd gezag en de gemeente en daarbij een eigen positie jegens de gemeente heeft ingenomen. 24 Ook kosten van handhaving van een verzoek aan de LCG WMS nadat het bevoegd gezag te kennen had gegeven nog geen besluit te hebben genomen, zijn dat niet, aldus de OK. 25 Daarentegen zijn de kosten voor het indienen van een verzoekschrift door de MR bij de geschillencommissie teneinde zijn wettelijke rol veilig te stellen, wel redelijkerwijs noodzakelijke kosten van medezeggenschapsactiviteiten, ook al had het (achteraf) voor de hand gelegen dat de MR het verzoekschrift slechts zou hebben ingediend indien het bevoegd gezag desgevraagd niet bereid zou zijn geweest te bevestigen dat het advies zal vragen in een bepaalde aangelegenheid. De kosten van rechtsbijstand in een procedure bij de OK zijn eveneens redelijkerwijs noodzakelijke kosten. Die kosten zijn immers noodzakelijk om tot beslechting van een geschil te komen, zelfs als het medezeggenschapsorgaan in overwegende mate in het ongelijk wordt gesteld Tenuitvoerlegging uitspraken LCG WMS Het arrest van 17 juli 2012 komt een heel eind tegemoet aan het verzoek van een aantal Kamerleden om de WMS doeltreffender en effectiever te maken. De uitleg van de OK maakt de kostenregeling efficiënter en verruimt de bevoegdheden van de LCG WMS. Maar die verruiming garandeert nog niet dat medezeggenschapsorganen een onwillig bevoegd gezag daadwerkelijk kunnen dwingen uitvoering te geven aan besluiten die in strijd zijn met de WMS. De uitspraken van de LCG WMS zijn volgens de WMS weliswaar bindend, maar het zijn geen rechterlijke uitspraken en ze kunnen dus niet ten uitvoer worden gelegd. De LCG WMS heeft bovendien geen bevoegdheid om een dwangsom op te leggen. Het bevoegd gezag kan een onbevoegd genomen besluit dus gewoon uitvoeren, ook al heeft de LCG WMS geoordeeld dat het betrokken besluit niet in stand kan blijven. Uit onderzoek is gebleken dat dit in de praktijk ook daadwerkelijk gebeurt. 27 Het is onduidelijk of een medezeggenschapsorgaan rechtsmiddelen heeft om te bewerkstelligen dat het bevoegd gezag zich aan de uitspraak van de LCG WMS houdt. Hoger beroep instellen bij de OK, als de MR dat als de in het gelijk gestelde partij al kan, zal niets opleveren, want in die procedure kan de OK, op grond van artikel 36, lid 4, N 243 N

13 WMS slechts toetsen of de LCG WMS de bepalingen van de WMS op de juiste wijze heeft toegepast. De mogelijkheid van een vordering bij de OK tot naleving van de uitspraak is onzeker. De OK heeft nog niet bepaald of niet-nakoming van de bindende uitspraak van de LCG WMS valt onder verplichtingen voortvloeiend uit [de WMS] in de zin van artikel 36, lid 1, WMS. Ook kan een medezeggenschapsorgaan zich niet tot de voorzieningenrechter wenden. De bevoegdheid om in rechte op te treden komt in beginsel alleen toe aan een rechtspersoon of een natuurlijk persoon en dus niet aan een orgaan van de rechtspersoon, tenzij de wet deze bevoegdheid uitdrukkelijk toekent. 28 Een verzoek aan de minister om op grond van artikel 38, lid 1, WMS 29 de bekostiging van de school in te houden of op te schorten, zal evenmin resultaat hebben. Uit de beantwoording van recente Kamervragen kan worden afgeleid dat de minister daartoe niet bereid is. Sterker nog, zij stelde dat in dat geval een of meerdere leden van het medezeggenschapsorgaan als natuurlijk persoon naar de voorzieningenrechter dienen te gaan om naleving van de uitspraak af te dwingen. Dit kan door aan te voeren dat het bevoegd gezag een onrechtmatige daad heeft gepleegd door het niet-naleven van een uitspraak. 30 Als die laatste oplossing juridisch en financieel 31 al mogelijk is, dan is die in strijd met de bedoeling van de WMS. Ook staat die oplossing in schril contrast met de rechtsmiddelen in medezeggenschapsregelingen buiten het onderwijs, zoals de WOR. Het ligt dan ook eerder voor de hand om de WMS op dit punt aan te passen. Dat kan bijvoorbeeld door in de WMS of in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op te nemen dat een medezeggenschapsorgaan de bevoegdheid heeft om een uitspraak van de LCG WMS te laten omzetten in een uitvoerbare titel bij de kantonrechter of OK, bijvoorbeeld conform artikel 1062 BRv. (verlening van exequatur). Een andere mogelijkheid is om de constructie van de Huurcommissie te volgen. In artikel 7:262 Burgerlijk Wetboek staat: Wanneer de huurcommissie op een verzoek van de huurder of verhuurder [...] uitspraak heeft gedaan, worden zij geacht te zijn overeengekomen wat in die uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken nadat aan hen afschrift van die uitspraak is verzonden, een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht. In overeenstemming met artikel 36, lid 3, WMS zou deze regeling voor de WMS als volgt kunnen luiden: Wanneer de commissie op grond van artikelen 32, 33, 43 en 35 een uitspraak heeft gedaan, worden partijen geacht te zijn overeengekomen wat in die uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen in beroep gaat bij de OK conform artikel 36, lid 3, WMS. N 244 N

14 Voordat het zo ver is, biedt het arrest van de OK van 17 juli 2012 enige uitkomst. De verplichting om de kosten van de MR voor rechtsbijstand te vergoeden, zal in de praktijk een stok achter de deur zijn voor het bevoegd gezag om de verplichtingen van de WMS zorgvuldiger na te leven. Doet het dat niet, dan kan dat tot gevolg hebben dat de MR het bevoegd gezag daartoe kan dwingen op kosten van het bevoegd gezag. Als men bedenkt dat het bevoegd gezag vrijwel altijd ook zelf een advocaat inschakelt in een juridisch geschil met de MR, dan kunnen deze kosten aanzienlijk oplopen. Dit zal een prikkel vormen om zich in specifieke situaties beter aan de WMS te houden. Noten 1 Artikel 46 WMS schrijft voor dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag stuurt over de doeltreffendheid en effectiviteit van de WMS in de praktijk. De WMS is in 2007 in werking getreden. 2 Evaluatie Wet Medezeggenschap op Scholen, Eindrapport, Zoetermeer 20 maart 2012, Bijlage bij 2011/12, 33223, nr. 1, p Kamerstukken II 2011/12, 33223, nr Kamerstukken II 2011/12, 33223, nr Kamerstukken II 2011/12, 33223, nr. 3, p. 14 e.v. Zie ook Kamerstukken II 2011/12, 33223, nr Debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 27 juni over de evaluatie van de WMS. Zie ook Kamerstukken II 2011/12, 33223, nr. 3, p Ondernemingskamer gerechtshof Amsterdam 17 juli 2012, LJN: BX Voor de totstandkoming van die regeling, zie J. Sperling en W.H. Hogerzeil, Kostenregeling in de WMS kan beter, NTOR, Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, juni 2012, nr. 1, p F.H.J.G. Brekelmans en J. Sperling, Een voorstel tot verbetering van de procedure tot naleving van de Wms, School en Wet, december , p Zie bijv. LCG WMS 29 juni 2011, zaaknr LCG WMS 9 mei 2011, zaaknr LCG WMS 12 februari 2012, zaaknr Bijv. LCG WMS 2 oktober 2009, zaaknr LCG WMS 2 oktober 2007, zaaknr Bijv. LCG WMS 3 juli 2008, zaaknr LCG WMS 25 januari 2012, zaaknr Zie ook LCG WMS 29 juni 2011, zaaknr LCG WMS 9 mei 2011, zaaknr LCG WMS 17 november 2009, zaaknr Zie echter LGC WMS 29 juli 2011, zaaknr LGC WMS 29 juni 2011, zaaknr LCG WMS 11 november 2010, zaaknr Handelingen II 2011/12, De LCG WMS heeft zich hierover niet uitdrukkelijk uitgesproken en volstaat meestal met de bewoordingen van artikel 32, lid 3, WMS. In een aantal uitspraken stelde de LCG WMS dat het voorgenomen besluit is [ ] vervallen (LCG WMS 11 april 2012, zaaknr ). In sommige uitspraken waarin het bevoegd gezag in het gelijk werd gesteld, stelde de LCG WMS dat het bevoegd gezag kan overgaan tot uitvoering van het voorgenomen besluit (LCG WMS 3 januari 2011, zaaknr ). Mijns inziens zou het juridisch correcter zijn als de LCG WMS bepaalt dat zij vervangende toestemming verleent en het bevoegd gezag het besluit mag nemen. N 245 N

15 16 Nietigheid is ook het gevolg in de WOR (artikel 27, lid 5, WOR). F.W.H. Vink en R.H. van het Kaar, Inzicht in de ondernemingsraad, een toelichting bij de wet op de ondernemingsraden, Den Haag: Sdu Uitgevers, editie 2012, p Ondernemingskamer Hof Amsterdam 1 mei 1980, NJ 1981, 271, ROR , nr. 79, en OK 15 april 1982, ROR , nr. 87. Zie L. Sprengers, Uitwerking van de Linge-leer, OR informatie, December Zie ook F.W.H. Vink en R.H. van het Kaar, Inzicht in de ondernemingsraad, een toelichting bij de wet op de ondernemingsraden, Den Haag: Sdu Uitgevers, editie 2012, p OK.pdf 19 Zie ook Actis Onderzoek & Advies, Een geschil is geen ruzie, onderzoek naar de doorwerking van medezeggenschapsgeschillen in het primair en voortgezet onderwijs, Rotterdam, 27 juni 2010, p. 10. E.L.J. Bruyninckx en G.W. van der Voet, Vergoeding van de kosten van deskundige ondersteuning van medezeggenschapsorganen niet goed geregeld, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, p Artikel 12, lid 1 onderdeel a, WMS, artikel 13, onderdeel a, WMS, en artikel 15, lid 1, WMS. 21 LCG WMS 2 augustus 2012, zaaknr en LCG WMS 12 september 2012, zaaknr Ondernemingskamer gerechtshof Amsterdam 1 april 2011, LJN: BQ Idem. 24 Ondernemingskamer gerechtshof Amsterdam 17 april 2012, LJN: BW Idem. 26 Idem. De Raad voor de Rechtsbijstand hanteert voor het toekennen van rechtsbijstand het criterium dat de procedure niet klaarblijkelijk van elke grond [is] ontbloot [mag zijn]. 27 Actis Onderzoek & Advies, Een geschil is geen ruzie, onderzoek naar de doorwerking van medezeggenschapsgeschillen in het primair en voortgezet onderwijs, Rotterdam, 27 juni 2010, p HR 25 november 1983, NJ 1984, nr Zie echter HR 3 december 1993, NJ 1994, 375, waarin de Hoge Raad overwoog dat de regel dat, afgezien van bijzondere wettelijke regelingen, in beginsel alleen natuurlijke personen en rechtspersonen als partij in een burgerlijk geding kunnen optreden, ruimte laat voor uitzonderingen. Een dergelijke uitzondering moet worden aanvaard voor gevallen waarin tussen een MR en het bevoegd gezag een geschil bestaat dat de naleving van de verplichtingen van het bevoegd gezag jegens de MR tot inzet heeft. Het afsnijden van de weg naar de burgerlijke rechter zou, gelet op het belang van de eerbiediging van de aan medezeggenschapsraden toekomende bevoegdheden, de beperkte reikwijdte van de in art. 65 WHBO neergelegde geschillenregeling (JS: deze bepaling is vergelijkbaar met artikel 31, aanhef en onder a, WMS) en het in deze regeling ontbreken van de mogelijkheid voor een MR om zelf een geschil bij de geschillencommissie aanhangig te maken, een niet aanvaardbaar gebrek aan rechtsbescherming betekenen. Zie ook Pres. Rb. Almelo 28 januari 2011, LJN: BP2638. Het is bovendien geen uitgemaakte zaak of de MR een orgaan van de rechtspersoon is. 29 Deze bepaling luidt: Indien het bevoegd gezag van een school [...] de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften niet nakomt, kan Onze Minister besluiten dat de bekostiging uit de openbare kas geheel of gedeeltelijk wordt ingehouden of opgeschort. 30 Handelingen II 2011/12, Men kan zich afvragen of de rechter zal oordelen dat een individueel lid voldoende belang heeft bij zo n vordering. Een andere vraag is voor wiens rekening de kosten voor rechtsbijstand komen en de eventuele kosten als het individuele lid in het ongelijk wordt gesteld. N 246 N

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) SAMENVATTING 105501- Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) In een overlegvergadering met de deelraad van een nevenvestiging van de school,

Nadere informatie

Een voorstel tot verbetering van de procedure tot naleving van de Wms 1

Een voorstel tot verbetering van de procedure tot naleving van de Wms 1 Een voorstel tot verbetering van de procedure tot naleving van de Wms 1 In de Wet medezeggenschap op scholen ( Wms ) staat dat de Landelijke geschillencommissie Wms bevoegd is in, onder meer, geschillen

Nadere informatie

Kostenregeling in de WMS kan beter

Kostenregeling in de WMS kan beter Mr. dr. J. Sperling en mr. W.H. Hogerzeil 1 Kostenregeling in de WMS kan beter I Inleiding Met de toegenomen autonomie van scholen en het teruggebrachte toezicht van de onderwijsinspectie is de medezeggenschap

Nadere informatie

Vereniging Openbaar Onderwijs T.a.v. de heer R. van Dijk Postbus AE ALMERE..

Vereniging Openbaar Onderwijs T.a.v. de heer R. van Dijk Postbus AE ALMERE.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Vereniging Openbaar Onderwijs T.a.v. de heer R. van Dijk Postbus 60182 1320 AE ALMERE.. Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

Handreiking aan de MR voor het voorstellen van alternatieven bij fusie of sluiting van een school

Handreiking aan de MR voor het voorstellen van alternatieven bij fusie of sluiting van een school Expertisecentrum Onderwijsgeschillen Handreiking aan de MR voor het voorstellen van alternatieven bij fusie of sluiting van een school Ter inleiding In een brief van 4 mei 2015 aan de Tweede Kamer schrijft

Nadere informatie

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen.

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen. Hoofdstuk 10. Het bestuur en de inrichting van de hogescholen Artikel 10.1. Reikwijdte Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen. Titel 1. Het bestuur en de

Nadere informatie

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO 106770-15.06 Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van de rooms-katholieke basisschool A te

Nadere informatie

Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen CONCEPT llen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!

Nadere informatie

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J.

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J. De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J. Brugman) UITSPRAAK IN HET INTERPRETATIEGESCHIL TUSSEN: de oudergeleding

Nadere informatie

Medezeggenschapsraad Informatie

Medezeggenschapsraad Informatie Medezeggenschapsraad Informatie INHOUDSOPGAVE Wat doet de MR?... 3 Overleg... 3 rechten... 3 wet... 3 budget... 3 scholing... 3 Statuut... 4 organogram... 4 Verplichtingen... 4 Instemmen... 4 Reglement...

Nadere informatie

Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) 105040 11.14 Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) Op 16 mei 2011 heeft het bevoegd gezag zijn voorgenomen besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 251 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen Nr. 2 VOORSTEL VN WET

Nadere informatie

106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR.

106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR. 106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad en de

Nadere informatie

MEMO Rol Medezeggenschapsraad (MR) bij ontslag schoolleiding R.P.J. Hendrikx. 21 juli 2016

MEMO Rol Medezeggenschapsraad (MR) bij ontslag schoolleiding R.P.J. Hendrikx. 21 juli 2016 MEMO Rol Medezeggenschapsraad (MR) bij ontslag schoolleiding R.P.J. Hendrikx 21 juli 2016 Inleiding 1. De MR op scholen bestaat uit personeel van de betreffende school en uit ouders van de kinderen op

Nadere informatie

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. 108477/108497 - Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. UITSPRAAK in het geding tussen: de (personeelsgeleding van de) medezeggenschapsraad

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 223 Evaluatie Wet medezeggenschap op scholen Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107152 - De lessentabel van deze school is onderdeel van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; partijen hebben voldoende concreet belang bij het verzoek tot uitspraak in dit interpretatiegeschil.

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) 08.014 Samenvatting Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) De OMR heeft aan de Commissie de vraag voorgelegd of het besluit tot toelating van een groep

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005 ................................................................................... No.W05.05.0449/III 's-gravenhage, 2 december 2005 Bij Kabinetsmissive van 11 oktober 2005, no.05.003859, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures 1. Schoolbestuur heeft een geschil met ouders rond toelating en verwijdering. 2. Schoolbestuur of ouder heeft geschil met samenwerkingsverband over toelaatbaarheid

Nadere informatie

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: 200.166.448/01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN STICHTING FIDARDA, gevestigd te

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding

Nadere informatie

Leidt de wet versterking bestuurskracht tot versterking van de medezeggenschap? Ede, 29 november 2017 Rein van Dijk

Leidt de wet versterking bestuurskracht tot versterking van de medezeggenschap? Ede, 29 november 2017 Rein van Dijk Leidt de wet versterking bestuurskracht tot versterking van de medezeggenschap? Ede, 29 november 2017 Rein van Dijk Programma Voorstellen en toelichten programma Casus 1 toepassing bevoegdheden Casus 2

Nadere informatie

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil Uitspraaknr. G644-G645-G646 Datum: 8 november 2000 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de Zuukerschool voor openbaar basisonderwijs te Epe, de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

WMO: bijzondere bevoegdheden

WMO: bijzondere bevoegdheden WMO: bijzondere bevoegdheden Hieronder zijn opgenomen de letterlijke teksten van de belangrijkste artikelen uit de WMO. Het betreft: samenstelling raad (3), bevoegdheden raad (4 t/m 10), besluitvorming

Nadere informatie

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. 108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) 08.005 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) De PMR heeft ingestemd met het maken van een ínhaalslag ten aanzien van de benoemingen in LC-functies

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap onderwijs BVE en HBO Jaarverslag 2010 Inleiding De Commissie was bevoegd voor de behandeling van medezeggenschapgeschillen in de sectoren BVE en HBO.

Nadere informatie

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2013 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor de

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van De Goudse Scholengemeenschap te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G530 Datum: 7 juni 1995 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Nadere informatie

UITSPRAAK. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voortgezet onderwijs van A, verder te noemen de GMR

UITSPRAAK. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voortgezet onderwijs van A, verder te noemen de GMR 107108 UITSPRAAK in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voortgezet onderwijs van A, verder te noemen de GMR en het College van Bestuur van A, gevestigd te B, verweerder, hierna

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106715 15.08 De OMR heeft niet in redelijkheid instemming kunnen onthouden aan de vaststelling van de onderwijstijd; de MR heeft adviesrecht over de regeling van de vakantie. in het geding tussen: UITSPRAAK

Nadere informatie

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK 108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) SAMENVATTING 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) De PMR heeft niet ingestemd met de voorgestelde benoemingsprocedure voor de schoolleiding omdat

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) 104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt

Nadere informatie

Jaarverslag 2011/2012 1

Jaarverslag 2011/2012 1 Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2011/2012 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor

Nadere informatie

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6 107962 - Nalevingsgeschil. Het bevoegd gezag hoeft de kosten voor het raadplegen van een extern deskundige niet te vergoeden, omdat niet gebleken is dat de kosten redelijkerwijze noodzakelijk waren. UITSPRAAK

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen in de medezeggenschap. Ede,

Nieuwe ontwikkelingen in de medezeggenschap. Ede, Nieuwe ontwikkelingen in de medezeggenschap Ede, 09-11-2016 Programma Benoeming bestuurders Overleg medezeggenschap met Raad van Toezicht (RvT) Aanpassing geschillenregeling Kosten van medezeggenschap

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR 08.017 Samenvatting uitspraak Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder b en f en (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid, beleid organisatie) en artikel 12 lid 1 onder b en h WMS (samenstelling van de

Nadere informatie

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104464 - Interpretatiegeschil VO - artikel 16 lid 2 onder a en b WMS (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid en criteria verdeling middelen over voorzieningen op (boven)schools niveau) De

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146 Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 266 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de ondernemingsraden in verband met de medezeggenschap van personeel en deelnemers

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs

Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs DocOMO 23377 versie 2 MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS 2010. Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, Tilburg Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Statuut voor bevoegd gezag met meerdere scholen primair onderwijs (po) Medezeggenschapsstatuut van Stichting Eenbes Basisonderwijs te Geldrop Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van Stichting Kronenburgh te Rijswijk.

Medezeggenschapsstatuut van Stichting Kronenburgh te Rijswijk. Medezeggenschapsstatuut van Stichting Kronenburgh te Rijswijk. Medezeggenschapsstatuut Basisschool Kronenburgh Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Inrichting van

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 Rapport Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat haar over het

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag 107696 17.03 Twee uitspraken in advies- en nalevingsgeschillen Geen adviesrecht MR t.a.v. ontheffing werkzaamheden directie en instellen van onderzoek binnen de organisatie; bevoegd gezag moet kosten van

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011 1 Diro Besproken 2010-2011 MR Instemming 20-06-2011 Bestuur Vastgesteld 21-06-2011 Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011 2 Inhoud Preambule 3

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Instemmingsgeschil PO verdeling/besteding van budget voor Personeel- en arbeidsmarktbeleid

Samenvatting uitspraak. Instemmingsgeschil PO verdeling/besteding van budget voor Personeel- en arbeidsmarktbeleid Samenvatting uitspraak Instemmingsgeschil PO verdeling/besteding van budget voor Personeel- en arbeidsmarktbeleid In het verleden verschilden het bevoegd gezag en de MR reeds van mening over de inzet van

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 1. Preambule Het bestuur van de stichting confessioneel onderwijs Leiden en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, GMR, van

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) 105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat

Nadere informatie

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster 103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.

Nadere informatie

Overzicht faciliteiten MR samenvatting

Overzicht faciliteiten MR samenvatting Overzicht faciliteiten MR samenvatting De MR- faciliteiten rusten op verschillende pijlers. Kort samengevat: 1. De MR mag gebruik maken van de voorzieningen die hij redelijkerwijs nodig heeft en waarover

Nadere informatie

Statuut medezeggenschap bestuur met diverse scholen in het Primair Onderwijs

Statuut medezeggenschap bestuur met diverse scholen in het Primair Onderwijs September 2011 Statuut medezeggenschap bestuur met diverse scholen in het Primair Onderwijs Medezeggenschapsstatuut van de Stichting ROOS te Rijssen Preambule Het Bestuur van de Stichting ROOS en de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 8 Wet van 17 december 2009, tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de ondernemingsraden in verband met de medezeggenschap

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H.

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H. 108261 - Instemmingsgeschil samenvoeging klassen. Het betreft een wijziging van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; het besluit is nietig en mag niet uitgevoerd worden. UITSPRAAK in het

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.

Nadere informatie

college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, nader aan te duiden als bevoegd gezag

college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G580 Datum: 3 april 1996 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs "De Windroos" te Hellevoetsluis,

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut Winkler Prins 2017

Medezeggenschapsstatuut Winkler Prins 2017 Medezeggenschapsstatuut Winkler Prins 2017 Versie d.d. 26 september 2017 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap... 3 Hoofdstuk 3 Informatievoorziening...

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Bezwarencommissie CAO VO Jaarverslag 2009 Inleiding De Commissie is ingesteld door de Cao-partijen en strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor voortgezet onderwijs die onder het gezag staan van

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut, versie 2.2,

Medezeggenschapsstatuut, versie 2.2, Medezeggenschapsstatuut, versie 2.2, 05-07-2017 Preambule Skipov basisonderwijs uit de gemeente Meierijstad bestaat uit de volgende scholen: Antonius, De Ark, Bernadette, De Bunders, Edith Stein, De Empel,

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Rolnummer: RP98.041 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE EEN GESCHIL

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2015:699

ECLI:NL:RBGEL:2015:699 ECLI:NL:RBGEL:2015:699 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 05-02-2015 Datum publicatie 09-02-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 8129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Medezeggenschapsstatuut van De Vereniging tot het verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Scherpenzeel.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) 08.010 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) Het bevoegd gezag heeft een notitie vastgesteld waarin is opgenomen dat bij incidentele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 273 Wet van 15 juni 2016 tot wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN 1.1. Saul Advocaten B.V., hierna te noemen Saul Advocaten, is een besloten vennootschap, die zich ten doel stelt het uitoefenen of doen oefenen van de rechtspraktijk,

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel Openbaar Onderwijs aan de Amstel Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel 1 van de Stichting openbaar basisonderwijs

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:721

ECLI:NL:RBOVE:2017:721 ECLI:NL:RBOVE:2017:721 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer ak_16 _ 1345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten 107337 - Het bevoegd gezag heeft niet in redelijkheid in afwijking van het advies van de GMR tot zijn besluit over de directiestructuur kunnen komen omdat onvoldoende gewicht is toegekend aan het belang

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

Joke Sperling. Joost van Beek. 11 november 2015

Joke Sperling. Joost van Beek. 11 november 2015 Uit de praktijk van de LCG WMS Joke Sperling Joost van Beek 11 november 2015 Uit de praktijk van de LCG WMS Programma: - Introductie Commissie en rol secretariaat - Informatierecht MR (artikel 8 Wms) -

Nadere informatie

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestuur: de natuurlijke persoon/personen of het orgaan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 Nr. 145 BRIEF

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 07-06 Datum : 13 november 2007 Partijen : de cliëntenraad , vertegenwoordigd door zijn voorzitter, ,

Nadere informatie

TAKEN, BEVOEGDHEDEN en FACILITEITEN ONDERDEELCOMMISSIES OR 2008-2011

TAKEN, BEVOEGDHEDEN en FACILITEITEN ONDERDEELCOMMISSIES OR 2008-2011 Artikel 15 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is van toepassing op de onderdeelcommissies. Het artikel luidt: De ondernemingsraad kan ( ) voor onderdelen van de onderneming onderdeelcommissies instellen

Nadere informatie

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE KCAF

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE KCAF April 07 REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE KCAF INHOUDSOPGAVE Artikel : Begripsomschrijving Artikel : Samenstelling Commissie Artikel 3 : Taak Commissie Artikel 4 : Bevoegdheid Commissie Artikel 5: Geheimhouding

Nadere informatie

GMR statuut Resonans

GMR statuut Resonans GMR statuut Resonans Auteur: Samenvatting: Het GMR statuut is vastgesteld ovv instemming GMR door het bestuur op 07-01- 2019. De GMR heeft met tenminste tweederde meerderheid ingestemd met het GMR statuut

Nadere informatie

SAMENVATTING. - zij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen en de OGMR ontvankelijk is in het verzoek;

SAMENVATTING. - zij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen en de OGMR ontvankelijk is in het verzoek; SAMENVATTING 104527 - Interpretatiegeschil VO- o.a. 7 en 8 WMS (informatieverstrekking), 28 WMS (faciliteiten, kosten rechtsbijstand), ontvankelijkheid. De Commissie is van oordeel dat: - zij bevoegd is

Nadere informatie

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt

Nadere informatie

Amendementen op de Ontwerpverordening op de Raad voor Geschillen. Pagina: 2 3 4 5 6 7-8 9

Amendementen op de Ontwerpverordening op de Raad voor Geschillen. Pagina: 2 3 4 5 6 7-8 9 Amendementen op de Ontwerpverordening op de Raad voor Geschillen 17. Artikel 5, eerste lid 18. Artikel 5, zesde lid 19. Artikelen 8, 24 en 25 20. Artikel 9, tweede lid (nieuw) 21. Artikel 9, vierde lid

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013)

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Inhoudsopgave Preambule Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Aard en werkingsduur

Nadere informatie