Radboudurne Respiratie 2 27 februari uur. Bloktoets Datum Aanvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Radboudurne. 50203 Respiratie 2 27 februari 2015 13.00 uur. Bloktoets Datum Aanvang"

Transcriptie

1 Radboudurne Faculteit der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang Respiratie 2 27 februari uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen Het is een gesloten boek tentamen. Het gebruik van een rekenmachine van het type CASIO fx-82ms is wel toegestaan, andere typen rekenmachines mogen NIET gebruikt worden. ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE: Dit tentamen bestaat uit 78 meerkeuzevragen. De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur. Controleer of uw tentamenset compleet is. Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer. Bij iedere vraag is slechts één alternatief het juiste of het beste. U geeft het naar uw mening juiste antwoord aan door het CIJFER voor het betreffende alternatief te omcirkelen. Vragen waar u door tijdnood niet aan toekomt, laat u onbeantwoord. Acht u alle alternatieven, na zorgvuldige bestudering, even juist, dan moet u de vraag niet beantwoorden. Kunt u één of meerdere alternatieven elimineren, dan moet u de vraag wel beantwoorden. Wanneer u het tentamen beêindigd hebt, dient u uw antwoorden (dus de omcirkelde CIJFERS) zorgvuldig over te brengen op het antwoordformulier, gebruik daarvoor een HB-potlood. Corrigeer fouten met gum. Verwijder gumresten zorgvuldig van uw antwoordformulier. Als u een vraag wilt open laten vult u het hokje boven het vraagteken "?" in. De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd als uw definitieve antwoorden, ongeacht uw omcirkelingen in uw toetsboekje. Meer dan één ingevuld antwoord per vraag wordt als blanco geïnterpreteerd. Schrijf niet buiten de invulvelden van het antwoordformulier. Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmiddelen is niet toegestaan, tenzij expliciet vermeld elders op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken, dan zal dit als fraude worden aangemerkt. Op uw tafel mogen uw studenten- en registratiekaart en los schrijfmateriaal liggen. Etui's moeten van tafel. Als u uw antwoordformulier vlekt, vouwt, beschadigt of de invulinstructies negeert kan het niet correct worden vernerkt. Vraag de surveillant in dergelijke gevallen om een nieuw blanco antwoordformulier! Indien u dit verzuimt zijn de gevolgen daarvan voor uw rekening. De vragen worden als volgt gescoord: an tw oor d en: G oe d F OU t open 2 keuze-vraag Punten 3 keuze-vraag 1 -Y. 0 Punten 4 keuze-vraag 1-1/3 0 Punten 5 keuze-vraag 1 -~ 0 Punten Lever na afloop het antwoordformulier In. lnd1en u commentaar heeft op de vragen, verwijzen we u naar de hyperlink die is opgenomen bij uw toetsindeling in uw webdossier t.b.v. het digitaal studentcommentaarformulier voor deze toets. LET OP 11 ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER! VEEL SUCCES! Voorb/ad_ MC/

2 Tentamen 50203, Respiratie 2, dd Vraag 1 Een pneumonie verhoogt de mortaliteit, met name bij kwetsbare ouderen of patiënten met verminderde afweer. Met welke van de onderstaande factoren moet rekening gehouden worden bij de risico-inschatting op mortaliteit ten gevolge van een pneumonie? Met de: 1. bezinking bij opname 2. hoogte van het CRP bij opname 3. leeftijd van de patiënt 4. locatie van de pneumonie Casus bij vraag 2 en 3 Een patiënte van 23 jaar is opgenomen met koorts, productief hoesten en thoracale pijn. Op de thoraxfoto is een consolidatie te zien van de rechter bovenkwab, passend bij een infiltraat. Ze wordt opgenomen op de afdeling longziekten en er wordt gestart met amoxicilline intraveneus. In de eerste 48 uur knapt patiënte op, de koorts zakt en de pijn neemt af. Op de vierde dag - ze zou al naar huis gaan - krijgt zij echter weer koorts en wordt ze duidelijk zieker; het CRP loopt op. Bij lichamelijk onderzoek is er sprake van gedempte percussie rechts dorsaal. Bij echo onderzoek van de thorax wordt pleuravocht in de rechter thorax gezien. Vraag 2 Nu de patiënte uit I: ovenstaande casus weer zieker wordt, is de volgende stap een: 1. CT Thorax met contrast en een sputumkweek op bacteriën 2. diagnostische p eurapunctie op ph, glucose en kweek van het pleuravocht op bacteriën 3. diagnostische p eurapunctie op P02, PC02 en kweek van het pleuravocht op bacteriën 4. PET scan en sputumkweek op bacteriën Vraag 3 Naast verdere diag1ostiek wordt- in afwachting van de uitslagen- de antibiotische behandeling met amoxicilline intraveneus: 1. gecontinueerd 2. gestopt en met verdere behandeling gewacht tot de definitieve uitslagen van het, diagnostische onderzoek bekend zijn. 3. vervangen door ciproxin intraveneus 4. vervangen door piperacilline-tazobactam intraveneus

3 Vraag 4 Q koorts was een aantal jaren geleden een groot probleem, met name in Noord Brabant. De verwekker van Q-koorts is: 1. Chlamydia psittaci 2. Coxiella burnetii 3. Moraxella catarrhalis Vraag 5 Q koorts kan chronisch worden. Wat is de meest voorkomende uitingsvorm van de chronisch Q koorts infectie? 1. Chronische hepatitis 2. Endocarditis 3. (lntra)vasculaire infectie 4. Osteo-articulaire infectie Vraag 6 Een abces is een hoeveelheid pus (etter) in een niet eerder bestaande holte. Een longabces wordt het vaakst veroorzaakt door: 1. aspiratie 2. een niercarcinoom 3. heroïne misbruik 4. roken Vraag 7 Pseudocroup is een infectieziekte bij jonge kinderen. Pseudocroup geeft: 1. een productieve hoest 2. inspiratoire stridor 3. sialorrhoe 4. slikproblemen Vraag 8 Longtuberculose bt een kind onder de twee jaar heeft vaak een zeer ernstig beloop. De reden voor dit ernstige beloop bij jonge kinderen is: 1. de hoge toxiciteit van isoniazide voor jonge kinderen waardoor dit middel niet gebruikt kan worden 2. het minder werkzaam zijn van tuberculostatica bij jonge kinderen 3. het snel optreden van atelectase van de long bij jonge kinderen 4. het snel optreden van tuberculeuze meningitis op deze leeftijd Vraag 9 Roodvonk is een besmettelijke ziekte die het meest voorkomt bij kinderen van 3 tot 6 jaar oud. Roodvonk wordt veroorzaakt door: 1. staphylococcus aureus 2. streptococcus pneumoniae 3. streptococcus pyogenes

4 Casus bijvraag 10 en 11 Jill van 15 maanden oud wordt door haar ouders naar de huisartsenpost gebracht omdat zij sinds twee dagen 's avonds flink moet hoesten. Ze heeft een blanco voorgeschiedenis en is gevaccineerd volgens het Rijksvaccinatieprogramma. De controles zijn al verricht door de verpleegkundige: Temperatuur 38,5 C, hartslag 135/min; ademhalingsfrequentie 34/min, zuurstofsaturatie 96%. De arts op de huisartsenpost ziet een matig ziek meisje dat regelmatig hoest, iets hees is en wat angstig lijkt te zijn. Ze heeft een hoorbare ademhaling. Bij auscultatie hoort de arts een milde inspiratoire stridor en voortgeleide rhonchi. Vraag 10 Het hoesten van Jill en het lichamelijk onderzoek doet de arts denken aan kinkhoest. De arts heeft nog niet eerder te maken gehad met een patiënt met kinkhoest en moet even goed nadenken wat hij hierover in zijn opleiding geleerd heeft. Uiteindelijk denkt hij zicht te herinneren dat jonge zuigelingen (<6 weken) zijn beschermd tegen kinkhoest door maternale antistoffen. Is deze herinnering theoretisch correct? 1. Ja 2. Nee Vraag 11 De arts denkt verder na (Jill is immers al 15 maanden en geen zuigeling meer). Hij meent zich ook te herinneren dat zodra kinkhoest zich in de paroxysmale fase bevindt, het niet meer besmettelijk is. Is deze herinnering theoretisch correct? 1. Ja 2. Nee Vraag 12 Community Acquired Pneumonia (CAP) is wereldwijd een veel voorkomende infectieuze aandoening die veroorzaakt kan worden door meer dan 100 verschillende micro-organismen. Welke 2 virussen v~rmen samen met het respiratoir syncytieel (RS) virus de top 3 vàn respiratoire virussen die CAP veroorzaken? 1. Adenovirus en Coronavirus 2. Coronavirus en Influenzavirus 3. Influenzavirus en mazelenvirus 4. Influenzavirus en rhinovirus Vraag 13 Een pneumonie ten gevolge van het cytomegalovirus komt vooral voor bij 1. jonge kinderen 2. ouderen 3. patiënten na een niertransplantatie

5 Vraag 14 Virale zoönosen zijn infecties die voorkomen bij dieren en overgedragen kunnen worden naar mensen. Welke dieren zijn de bron van het Middle East Raspiratory Syndrome (MERS)? 1. Civetkatten 2. Kamelen 3. Kippen 4. Varkens 5. Vleermuizen Vraag 15 Om een immuunfluorescentie assay op Respiratoir syncytieel Virus uit te kunnen voeren is patiëntenmateriaal nodig met virus geïnfecteerde cellen. In welk soort monster bevindt zich de hoogste concentratie virus geïnfecteerde cellen? 1. Neusspoeling 2. Speeksel 3. Sputum Vraag 16 Hoe is te verklaren dat patiënten kunnen overlijden aan een pneumonie met Influenza A virus? Door een: 1. adenovirus sepsis bij een bacteriële superinfectie van de virale pneumonie. 2. cytokine-storm die het gevolg is van een ernstige virale pneumonie. 3. virale embolie als gevolg van een ernstige virale pneumonie. Vraag 17 De incubatietijd van tuberculose is: 1. minimaal 1 tot maximaal 4 weken 2. minimaal 4 weken tot maximaal levenslang 3. minimaal 4 maanden tot maximaal levenslang 4. minimaal 2 weken tot maximaal 10 jaar Vraag 18 De medicamenteuze behandeling van tuberculose bestaat uit verschillende fases. De duur van de intensieve fase van de behandeling van een normaal gevoelige tuberculose is: 1. 2 maanden 2. 4 maanden 3. 6 maanden Vraag 19 Non-tuberculeuze mycobacteriën (NTM) veroorzaken vooral ziekte bij: 1. COPD patiënten 2. gezonde mensen 3. kankerpatiënten 4. niertransplantatie patiënten

6 Vraag 20 Meneer Rachmaninov komt uit Azerbeidjan. Hij heeft longtuberculose. Hij heeft een multidrug resitente tuberculose (MOR TB). De behandeling van MOR TB bestaat uit: 1. de standaardbehandeling met rifampicine, isoniazide, pyrazinamide en ethambutol die bij MOR TB 12 maanden duurt 2. een op de resistentie aangepaste behandeling die totaal 6 maanden duurt 3. een op de resistentie aangepaste behandeling die totaal18-24 maanden duurt 4. een op de resistentie aangepaste behandeling die hij levenslang moet nemen Vraag 21 Een migrant uit Erit~ea wordt bij binnenkomst in Nederland gescreend om tuberculose uit te sluiten. Er worden fibrotische afwijkingen in de linker bovenkwab beschreven. De man zegt dat hij nooit behandeld is voor tuberculose. Er wordt sputumonderzoek gedaan waarvan de Ziehl Neelsen kleuring negatief is. Deze negatieve uitslag sluit de diagnose van een actieve tuberculose: 1. uit. 2. niet uit. Vraag 22 Een patiënt wordt naar de longarts verwezen met koorts, hoesten en thoracale pijn links. De longarts denkt aan een pneumonie. Wat zal de longarts horen bij auscultatie van de linker long? 1. Afgenomen ademgeruis met een normaal expirium en fijne erepitaties 2. Bronchiaal ademgeruis met een verlengd expirium en fijne erepitaties 3. Normaal ademgeruis met een normaal expirium en fijne erepitaties 4. Normaal ademgeruis met een verlengd expirium en piepende ronchi Casus bij vraag 23 en 24 Een 18-jarige student meldt zich op de spoedeisende hulp vanwege acuut ontstane thoracale pijn. De thoraxfoto toont een totale pneumothorax links. Vraag 23 Welke afwijking bij lichamelijk onderzoek past het beste bij deze totale pneumothorax? 1. Gedempte percussie links 2. Opgeheven ademgeruis links 3. Sonore percussie links 4. Verscherpt ademgeruis links Vraag 24 Bij het lichamelijk onderzoek van deze student vindt de arts bovendien dat de thoraxhelft bij ademhaling minder beweegt aan de: 1. aangedane zijde en de trachea is verschoven naar de aangedane zijde 2. aangedane zijde en de trachea is verschoven naar de contralaterale zijde 3. contralaterale zijde en de trachea is verschoven naar de aangedane zijde 4. contralaterale zijde en de trachea is verschoven naar de contralaterale zijde

7 Vraag 25 Een 68-jarige man bezoekt de spoedeisende hulp met sinds 3 weken progressieve klachten van kortademigheid, en piekende koorts in de avond. Ook is hij 6 kg afgevallen. Bij lichamelijk onderzoek denkt de arts aan pleuravocht Welke bevindingen bij het lichamelijk onderzoek passen bij pleuravocht? 1. Afgenomen stemfremitus en gedempte percussie 2. Afgenomen stemfremitus en sonore percussie 3. Toegenomen stemfremitus en gedempte percussie 4. Toegenomen stemfremitus en sonore percussie Vraag 26 Een 68-jarige ex-roker bezoekt de polikliniek longziekten vanwege chronische, progressieve dyspnoeklachten. Welke geluiden bij auscultatie passen het best bij een idiopathische longfibrose? Dat zijn: 1. brommende rhonchi 2. fijne erepitaties 3. grove erepitaties 4. piepende rhonchi Vraag 27 De sterfte aan longkanker in Nederland neemt toe. Deze groei aan sterftegevallen is vooral toe te schrijven aan een toename aan incidentie van longkanker en sterfte daaraan bij: 1. mannen 2. vrouwen Vraag 28 Een 71-jarige man ~omt op het spreekuur met sinds 3 maanden bestaande pijn onder het linker schouderblad en heesheid. Bij aanvullend onderzoek wordt longkanker gevonden. De heesheid kan veroorzaakt worden door ingroei van longkanker in de nervus laryngeus recurrens. Voor het stadiëren van de tumor is dit gegeven van belang voor: 1. alleen het T-stadium 2. alleen het N-stadium 3. zowel het T als het N stadium Vraag 29 Voor welk type longkanker zijn er verschillende op mutatie gerichte behandelingen beschikbaar (targe1ed therapy)? 1. Adenocarcinoom 2. Grootcellig carcinoom 3. Kleincellig carci1oom 4. Plaveiselcelcarcinoom

8 Vraag 30 Chemotherapie voorafgaand of samen met radiotherapie en een operatie, wordt geadviseerd bij een niet-kleincellig longkanker in: 1. alleen stadium lila 2. alleen stadium lllb 3. stadium lila en lllb 4. alleen stadium IV Vraag 31 Bij een fitte 52-jarige vrouw wordt de diagnose stadium IV niet-kleincellig longcarcinoom (adenocarcinoom) gesteld met bijniermetastase en botmetastasen. Er wordt geen EGFR mutatie vastgesteld: Wat is de behandeling van eerste keus voor deze patiënte? 1. Chirurgische resectie van de longtumor 2. Concurrent chemoradiotherapie 3. Radiotherapie op de primaire tumor 4. Palliatief chemotherapie Vraag 32 Welk beeldvormend onderzoek in de stadiëring van longkanker is het meest geschikt voor het opsporen van zowel lymfekliermetastasen als metastasen op afstand? 1. Botscan 2. Echolever 3. MRI thorax 4. PET -CT scan Vraag 33 Bij een 58 jarige vrouw wordt de diagnose plaveiselcelcarcinoom in de linker bovenkwab gesteld, gestadieerd als ct1 bnomo. Wat is de behandeling van eerste keus voor deze patiënte? 1. Chemotherapie 2. Concurrent chemoradiotherapie 3. Targeted therapy met EGFR remmers zoals gefitinib 4. Resectie van de tumor via lobectomie Vraag 34 Een fitte patiënt met longkanker is geopereerd. De definitieve pathologie uitslag na de lobectomie van de rechter bovenkwab toont een plaveiselcelcarcinoom van 3,1 cm in de long en een metastase in een hilaire klier (station 11 rechts). De mediastinale klieren laten geen metastasen zien en de snijvlakken zijn vrij. Er is dus sprake van een stadium pt2an1 MO. Wat bespreekt de longarts met deze patiënt aan de hand van bovenstaande uitslagen? Er is: 1. een indicatie voor postoperatieve chemotherapie 2. een indicatie voor postoperatieve radiotherapie a. een indicatie voor targeted therapy met een EGFR inhibitor (TKI) 4. geen indicatie voor nabehandeling omdat de resectie curatief was

9 ( Vraag 35 Thoracale radiotherapie bij een patiënt met een mesothelioom is in opzet: 1. curatief 2. palliatief Casus bij vraag 36 en 37 Een 62-jarige man presenteert zich op de spoedeisende hulp met sinds enkele uren kortademigheid en thoracale pijn links. Hij is bekend met COPD GOLD 111 met bulleus emfyseem. Hij gebruikt daar luchtwegverwijders voor. De pijn is nieuw voor hem; kortademig is hij wel vaker, maar meestal ontstaat dat geleidelijk over een aantal dagen. Hij rookt nog af en toe een sigaretje en vorige week was hij een paar dagen verkouden. De bloeddruk is f25/75 mmhg, pols 1 00/min en zuurstofsaturatie 88% zonder extra zuurst::>ftoediening. Op de X-thorax wordt een volledig gecollabeerde linkerlong gezien, met aanwijzingen voor emfyseem in de nog ontplooide long. Vraag 36 Van wat voor soort pneumothorax is in deze casus sprake? 1. latrogene pneunothorax 2. Partiële pneumothorax 3. Primaire pneumothorax 4. Secundaire pneumothorax Vraag 37 Wat is het behand~advies voor de pneumothorax van deze 62-jarige man? 1. Zuurstof met drainplaatsing 2. Zuurstof met ee1malige manuele aspiratie 3. Zuurstof met prednisolon en vernevelingen Vraag 38 Pleurodese en drainplaatsing zijn beide toegepaste behandelingen bij een pneumothorax. Wat is het voordeel bij een pleurodese ten opzichte van alleen drainplaatsing? 1. Behoud van longvolume na de pneumothorax 2. Verlagen van het risico op een recidief pneumothorax 3. Verminderen van de pijn bij de pneu-mothorax 4. Volledig ontplooien van de long na de pneumothorax Vraag 39 Bekijk figuur 1. Bij een pneumothorax wordt een drain ingebracht, zodat een verbinding ontstaat tussen: 1. A en B 2. Ben C 3. Ben D 4. C end!figuur 1 0 Pneu motluuax

10 Vraag 40 Welke van onderstaande longziekten is NIET gerelateerd aan inhalatie van organische- of anorganische stoffen? 1. Extrinsieke allergische alveolitis 2. Idiopathische pulmonale fibrose (IPF) 3. Pneumoconiose 4. Silicose Vraag 41 In biopsiemateriaal van de lymfeklier uit het mediastinum worden niet-necrotizerende (niet-verkazende) granulomen gezien. Bij welke ziekte past dit? 1. Bronchitis 2. Idiopathische pulmonale fibrose (IPF) 3. Longemfyseem 4. Sarcoïdose Vraag 42 Bij een patiënt die verdacht wordt van een interstitiële longziekte op grond van anamnese en lichamelijk onderzoek, wordt de volgende longfunctie gevonden: Vitale capaciteit 3,4 L (voorspeld 3,6 L ± 0,8), Totale longcapaciteit 7,4l.V(voorspeld 7,2 L ± 1,5), Tiffeneau-index 48%, diffusiecapaciteit Dlco 3,5 mmol/min/kpa (voorspeld 8,0 ± 2,6). De longfunctie bij deze patiënt is: 1. obstructief gestoord met een nog normale diffusiecapaciteit 2. restrictief gestoord met een nog normale diffusiecapaciteit 3. obstructief gestoord met een verlaagde diffusiecapaciteit 4. restrictief gestoord met een verlaagde diffusiecapaciteit Vraag 43 Bij een patiënt die werkt als bakker wordt de diagnose "bakkerslong" overwogen. Dit betekent dat er het meest gedacht wordt aan een extrinsieke allergische alveolitis. Wat is het meest bepalend voor deze diagnose? De resultaten van: 1. anamnese 2. bronchoscopie 3. HRCT scan 4. longfunctieonderzoek

11 Vraag 44 Een patiënte van 54 jaar wordt verwezen naar de reumatoloog met huidafwijkingen (strakke huid), Raynaud fenomenen aan tenen en vingers en digitale ulcera. De reumatoloog vraagt of deze patiënte ook dyspnoe klachten heeft. Zij vertelt dat ze inderdaad iets moeilijker trap kan lopen door kortademigheid. Wat is het eerste onderzoek dat aangevraagd moet worden bij deze kortademigheid klacht? 1. Arteriële bloedgas in rust 2. Fietsergometrisch onderzoek 3. Meting van longvolumes en de diffusie capaciteit 4. Spirometrie en flow volume Vraag 45 Een patiënt met sclerodermie wordt naar de longarts verwezen met kortademigheidklachten. Er blijkt sprake te zijn van een interstitiële longziekten. Welke interstitiële longziekte wordt in deze groep patiënten met sclerodermie het vaakst gezien? 1. Interstitiële pulmonale fibrose 2. Niet-specifieke interstitiële fibrose 3. Pneumoconiose 4. Sarcoïdose Casus bij vraag 46 en 47 Een man van 49 jaar oud bezoekt de polikliniek in verband met dyspnoe d'éffort klachten. Deze klachten zijn de laatste weken langzaamaan erger geworden. Hij kan nu moeilijk de trap op en ook hardlopen gaat nu niet meer, terwijl hij dat eerder tweemaal per week deed. Zijn longfunctie laat de volgende waarden zien: tv FEV 1 3,7 L (voorspeld 4,1 ± 0,5 L) Tiffeneau-index 72% TLC 87% va'l voorspeld DLCO 67% van voorspeld.., Een thoraxfoto laat geen afwijkingen zien. Bij analyse middels een HRCT scan verschijnt het beeld yan diffuse matglasafwijkingen door alle longvelden. Vraag 46 Wat past NIET in de differentiaal diagnose voor deze 49-jarige man? 1. Hypersensitivity pneumonitis- 2. Lymfangitis carcinomatosa 3. Pneumocystis-jiroveci-pneumonia (PJP) infectie 4. Niet-Specifieke Interstitiële Pneumonie (NSIP) Vraag 47 Welke aanvullende diagnostiek moet nu gedaan worden om tot de diagnose te komen? 1. bronchoscopie 2. sputumkweek 3. PET scan

12 Casus bij vraag 48 en 49 Een patiënt met een ernstig COPD GOLD IV presenteert zich op de spoedeisende hulp met dyspnoe, hoest, piepende ademhaling en oedeem beiderzijds. Klachten zijn in de loop van de week verergerd. Er is tevens wat pijn bij de ademhaling in de rechter flank. Er is geen hemoptoë. Het gewicht van patiënt is 2,5 kilo toegenomen. Bij lichamelijk onderzoek vindt de arts een pols van 11 0/min, een temperatuur van 37,6 C en een zuurstofsaturatie van 89%. Bij auscultatie van de longen hoort de arts een piepend verlengd expirium. Er is beiderzijds pitting oedeem tot onder de knie. Een thoraxfoto laat geen aanwijzingen zien voor een pneumonie. Er is rechts enig pleuravocht zichtbaar. Een arterieel bloedgas laat de volgende waarden zien: ph 7,34, PaC02 6,7 kpa, Pa02 7,8 kpa, Bicarbonaat 27 mmoi/l, BE +4, Sa02 87%. Vraag 48 Wat toont deze bloedgas-analyse aan? 1. Metabole acidose, respiratoir gecompenseerd 2. Metabole alkalose, ongecompenseerd 3. Respiratoire acidose, metabool gecompenseerd 4. Respiratoire alkalose, metabool gecompenseerd Vraag 49 Wat is nu de eerste vorm van therapie voor deze patiënt? 1. Diuretica 2. Flebotomie 3. Prednison oraal 4. Zuurstoftherapie Vraag 50 Een man van 67 jaar komt op de spoedeisende hulp in verband met dyspnoe klachten en tevens pijn rechts op de thorax vastzittend aan de ademhaling. Hij heeft geen koorts. Er zijn geen hoestklachten en geen hemoptoë. Bij lichamelijk onderzoek hoort de arts over ce longen vesiculair ademgeruis zonder bijgeluiden. Er is een normale saturatie in rust. Pols is 96/min regulair. Een thoraxfoto laat geen afwijkingen zien. Er wordt gedacht aan een longembolie. Wat is nu het eerstvolgende onderzoek? 1. CT angiografie 2. D-dimeer bepaling 3. ECHO duplex van de beenvaten 4. V/P scintigrafie

13 Casus bij vraag 51 en 52 Een 56-jarige vrouw ontwikkelt 9 dagen na een heupoperatie klachten van kortademigheid en koorts. Bij lichamelijk onderzoek ziet de arts een vrouw die nauwelijks zinnen kan spreken en haar hulpademhalingsspieren moet gebruiken. Haar saturatie is 87% met 5L extra zuurstof per minuut. Haar bloeddruk is 160/95 mm Hg en haar hartfrequentie 110 slagen/minuut. De thoraxfoto toont een verminderde perfusie van het rechter bovenveld (teken van Westermark) en het ECG een p-pulmonale. De met spoed gemaakte echo cor toont een vergrote rechterkamer met een normale linkerkamerfunctie. Vraag 51 Wat is bij deze 56-jarige vrouw de meest waarschijnlijke diagnose? 1. Bot cement implantatie syndroom 2. Linksdecompensatie 3. Longembolie 4. Pneumonie Vraag 52 De echo van het hart toont ook aanwijzingen voor een pulmonale hypertensie. De pulmonale hypertensie is meest waarschijnlijk: 1. de primaire ziekte en moet in deze casus als eerste behandeld worden met prostacycli nes 2. de primaire ziekte en moet in deze casus als eerste behandeld worden met fibrinolytica 3. secundair aan de hypoxie en de daardoor opgetreden vasodilatatie 4. secundair aan de onderliggende ziekte maar verhoogt wel de mortaliteit Vraag 53 Astma kent een aantal risicofactoren van uiteenlopende aard. Wat is GEEN risicofactor om astma te krijgen? 1. Allergie als kind 2. Eczeem als kind 3. Familiair voorkomen van astma 4. Roken door de vader Vraag 54 Allergisch astma kan gepaard gaan met een allergische rhinitis. Bij hoeveel patiënten met allergisch astma komt een allergische rhinitis voor? 1. 5% 2. 25% ' 3. 50% 4': 80%

14 Vraag 55 Een 20-jarige jonge man meldt zich bij de huisarts met klachten van kortademigheid bij het voetballen, vooral als het mistig weer is. Hij wordt ook kortademig als hij in de buurt komt van katten. Hij heeft een droge kuchhoest. Het afgelopen jaar is hij al een paar keer verkouden geweest, wat maar langzaam opknapte. De huisarts denkt aan astma. Wat is nu de eerste vervolgstrategie van de huisarts? De huisarts: 1. geeft hem een piekflow meter mee om dagelijks te meten en geeft hem een kuur prednison tabletten mee 2. laat bloedonderzoek doen naar inhalatie allergie en geeft hem een combinatie inhalator mee met corticosteroïden en een langwerkende luchtwegverwijder 3. laat een longfunctie onderzoek (flow-volume curve) doen en geeft hem een kortwerkende luchtwegverwijder mee 4. laat een x-thorax maken en geeft hem een kuur met een antibioticum mee Vra~g 56 Een vrouw van 40 jaar komt bij de huisarts met klachten van kortademigheid bij inspanning. Ze is al jaren bekend met allergisch astma. Ze had voorheen af en toe, 1 à 2 keer per maand, een kortwerkende luchtwegverwijder nodig, maar de laatste weken gebruikt ze deze bijna dagelijks. Wat is nu de beste medicamenteuze vervolgstap? 1. Een inhalatiecorticosteroïd toevoegen 2. Een langwerkende luchtwegverwijder toevoegen 3. Een leukotriënen-antagonist toevoegen 4. Ophogen van de dosis van de kortwerkende luchtwegverwijder Vraag 57 Een jonge man komt met klachten bij de huisarts. Op basis van de anamnese denkt de huisarts aan astma. De huisarts laat longfunctieonderzoek doen. Het longfunctieonderzoek is volledig normaal. De huisarts verwerpt daarmee de diagnose astma. Dat is: 1. Juist 2. Onjuist Vraag 58 De ouders van Lieke, een meisje van 3 jaar met regelmatig klachten van dyspnoe en hoesten, vertellen de huisarts dat: a) de klachten van Lieke niet verdwijnen na inhalatie van salbutamol b) Lieke eczeem had op babyleeftijd c) vader ook medicatie gebruikt vanwege astma Welke gegevens uit de anamnese maken een diagnose astma bij Lieke waarschijnlijker? 1. a en b 2. a en c 3. ben c

15 Vraag 59 Het stellen van de diagnose astma kan op basis van verschillende aspecten. Op basis waarvan wordt de diagnose astma gesteld bij kinderen jonger dan 6 jaar? 1. Een ziekenhuisopname vanwege benauwdheid 2. Een positieve familieanamnese 3. Het aantonen van sensibilisatie tegen een inhalatieallergeen 4. Op deze jonge leeftijd kan de diagnose astma nog niet met zekerheid gesteld worden Casus bij vraag 60 tlm 62 Björn, een jongen van 10 jaar, komt op'het huisartsspreekuur. Björn gebruikt al jaren medicatie voor zijn astma maar voelt zich ondanks dat meer benauwd en kan niet goed meekomen met voetbal. Bij lichamelijk onderzoek zijn er geen afwijkingen hoorbaar over de longen. Vraag 60 Er van uitgaande dat de diagnose astma juist is, welke medicatie is bij een jongen van deze leeftijd de aangewezen behandeling in de huisartsenpraktijk ter voorkoming van astmasymptomen? Een onderhoudsbehandeling met een: 1. anticholinergicum en zo nodig kortwerkend bèta-2 sympathicomimeticum 2. inhalatiecorticosteroïd en zo nodig kortwerkend bèta-2 sympathicomimeticum 3. leukotrieen-receptor-antagonist en zonodig kortwerkend bèta-2 sympathicomimeticum 4. oraal corticosteroïd en zo nodig kortwerkend bèta-2 sympathicomimeticum Vervolg casus: Onderstaande figuur 2 toont de flow-volume curve die Björn zojuist geblazen heeft. 8 Fbw[ljs] F{Vex ' "' t I Figuur 2 ' o I Vol [L) 0.5 l.o l.s :! J.S q,g ~

16 Vraag 61 Wat is de conclusie op basis van de longfunctie uit figuur 2? 1. Een abnormale, obstructieve longfunctie, waarmee de diagnose astma wordt bevestigd 2. Een abnormale, obstructieve longfunctie, waarmee de diagnose astma niet wordt bevestigd 3. Een normale, niet obstructieve longfunctie, waarmee de diagnose astma wordt uitgesloten 4. Een normale, niet obstructieve longfunctie, waarmee de diagnose astma niet wordt uitgesloten Vraag 62 Er wordt bij Björn nog een allergieonderzoek verricht door middel van bepaling van specifiek lge tegen verschillende allergenen ( huisstofmijt, hond, kat, gras- en boompollen) in het serum. Hierbij wordt een verhoogde waarde voor graspollen gevonden. Deze bevinding betekent: 1. dat allergische 'desensibilisatie met graspollen ingesteld dient te worden. 2. een allergische desensibilisatie, waarvoor blootstelling aan graspollen vermeden dient te worden. 3. een allergische sensibilisatie, waarbij nu nog onduidelijk is of blootstelling aan graspollen vermeden dient te worden...., vr::v\b."} 4. een allergische sensibilisatie, welke het klinische verschijnsel benauwdheid veroorzaakt. Vraag 63 COPD kent een chronische ontsteking. Waardoor wordt het inflammatoire proces bij COPD gekenmerkt? 1. Basofiele granulocyten 2. Eosinofiele granulocyten 3. Mestcellen 4. Neutrafiele granulocyt~r \ Vráag 64 Een van de vroegste klinische verschijnselen bij COPD is: 1. Bewegingsarmoede 2. Hartfalen 3. Osteoporose 4. Spieratrofie Vraag 65 Waaruit bestaat de hoeksteen van de medicamenteuze behandeling van COPD? 1. Anti-histaminica 2. Geïnhaleerde luchtwegverwijders 3. Inhalatiecorticosteroïden 4. Theofylline

17 Vraag 66 Astma en COPD kennen veel overeenkomsten maar ook verschillen. Waarin verschilt astma van COPD? 1. Bij astma is sprake van reversibele luchtwegobstructie, bij COPD bestaat er geen reversibiliteit van de obstructie. 2. Bij astma is per definitie sprake van allergie voor inhalatie allergenen, bij COPD niet 3. Astma kenmerkt zich door progressieve achteruitgang van de longfunctie, COPD niet. 4. Astma presenteert zich op alle leeftijden, COPD presenteert zich op latere leeftijd (>40jaar) Vraag 67 COPD presenteert zich niet alleen met pulmonale verschijnselen, maar kan zich ook met extrapulmonale verschijnselen presenteren. Welke van onderstaande zijn extrapulmonale verschijnselen bij COPD? 1. Diabetes mellitus, osteoporose, slaapapneu syndroom, spieratrofie 2. Diabetes mellitus, osteoporose, gewichtsverlies, rechtszijdig hartfalen 3. Osteoporose, spieratrofie, gewichtsverlies, rechtszijdig hartfalen 4. Slaapapneu syndroom, spieratrofie, gewichtsverlies, rechtszijdig hartfalen Vraag 68 Een man met COPD meldt zich bij de huisartsenpost met een longaanval (=exacerbatie) COPD. Hij hoest groen sputum op en voelt zich meer kortademig. Zijn inspanningsvermogen is verminderd en hij heeft koorts. De huisarts ziet een tachypnoeische man met een hoorbaar piepende ademhaling. Welke behandeling moet de huisarts nu starten? 1. Alleen antibiotica 2. Ophogen dosering van de luchtwegverwijders 3. Plaspillen en prednison 4. Prednison en antibiotica. Vraag 69 Stoppen met roken heeft bij patiënten met COPD als effect dat de longfunctie: 1. zich weer herstelt naar normale waarden 2. langzamer verslechterd dan bij doorgaan met roken 3. stabiel blijft vanaf stoppen met roken

18 Vraag 70 D e h eer S. me t COPD h ee ft d e volgen d e I ong f unc f 1e: Parameter VC (L) ERV (L) FRC (L) RV (L) TLC (L) FEV1 (L) FEV1NC (%) DLco (mmollminikpa) Normaalwaarde 2,94 0,77 2,78 2,01 5,17 2, ,75 Gemeten waarde 3,5 0,95 4,01-3,06 6,55 1, ,45 Arteriële bloedgas ph 7.43 PaC02 5,8 kpa -'~ Pa02 9,4 kpa ~ Bicarbonaat 27,9 mmolil Base Excess 3,10 mmolil Sa02 saturation 96% Hij heeft ernstige dyspnoe klachten. De heers. vraagt aan zijn longarts of zuurstoftherapie zinvol zou zijn. Wat is hierop een concreet antwoord gezien bovenstaande longfunctie en arteriële gas? 1. Prima idee, zal de klachten verlichten. 2. Mogelijke optie, echter nu niet eerste keus 3. Nee, zuurstof is niet zinvol Vraag 71 Anatomische schade bij COPD kan in de longfunctie leiden tot hyperinflatie. Welke 2 longfunctie parameters zijn beide verhoogd en kenmerken daarmee samen de hyperinflatie bij COPD? 1. Functionele residuale capaciteit (FRC) en totale longcapaciteit (TLC) 2. Residuaal volume (RV) en vitale capaciteit (VC) 3. Vitale capaciteit (VC) en functionele residuale capaciteit (FRC) 4. Vitale capaciteit (VC) en geforceerd expiratoir volume in 1 seconde (FEV1) Vraag 72 De longventilatie wordt onder meer bepaald door het zuurstof- en kooldioxidegehalte in het bloed. Een overschot aan ventilatie wordt hyperventilatie genoemd. Wat gebeurt er met de arteriële pc02 bij iemand die hyrejventileert? Deze is: 1. verlaagd 2. normaal 3. verhoogd

19 Vraag 73 De bekendste longfunctiemeting is spirometrie. Figuur 3 geeft een voorbeeld van een spirogram. TLC UJ ::> 0 > Tl ME Figuur3 Welk longvolume of welke longcapaciteit geeft de pijl met het vraagteken (?) in figuur 3 weer? Dat is het/de: 1. expiratoire reserve volume (ERV) 2. functionele residuale capaciteit (FRC) 3. geforceerde vitale capaciteit (FVC) 4. residuaal volume (RV) Vraag 74 Naast het spirogram is de flow-volume curve de meest gebruikte weergave van de longfunctie. In figuur 4 is een voorbeeld van een flow-volume curve weergegeven. Welk longvolume geeft het vraagteken (?) in de grijze balk in Figuur 4 weer? Dat is het/de: 1. inspiratoire reserve volume (IRV) 2. expiratoire reserve volume (ERV) 3. residuaal volume (RV) 4. teugvolume (VT) Figuur4?

20 Casus bij vraag 75 tlm 77 Via haar huisarts wordt mevrouwt (59 jaar) verwezen naar de longarts. Anamnestisch geeft ze aan last te hebben van progressieve hoestklachten. Mevrouw rookt al 30 jaar (1 pakje sigaretten per dag). In haar familie komen geen longziekten voor en als kind heeft ze nooit luchtwegklachten gehad. Lichamelijk onderzoek toont geen bijzonderheden behoudens een verlengd expirium, hoorbaar tijdens auscultatie. Tabel1 toont de uitslag van uitgebreid longfunctieonderzoek. Tabel1 Normaalwaarde Gemeten waarde VC (L) 3,05 2,49 ERV (L) 0,80 0,83 IRV (L) 1,35 1 '10 FRC (L) 2,88 A RV (L) 2,08 3,01 TLC (L) 5,46 5,50 FEV1 (L) 2,58 2,00 FEV1NC (%) Dlco (mmol/min/kpa) 8,17 7,65 Dlc 0 Na (mmol/min/kpa/l) 1,50 1,44 Vraag 75 Wat is de waarde van de gemeten functionele residuale capaciteit welke in tabel1 met de letter A wordt aangegeven? Dat is: 1. 3,32 L 2. 3,59 L 3. 3,84 L 4. 4,11 L Vraag 76 Bij het beoordelen van longfunctie-uitslagen maken we onderscheid in restrictief en obstructief longlijden. Is er bij mevrouw. T sprake van obstructief longlijden? 1. Ja 2. Nee Vraag 77 Zoals te zien in tabel1, is er bij mevrouwt ook diffusiecapaciteit gemeten. Hoe moet de diffusiecapaciteit van mevrouw beoordeeld worden? Als: 1. Verlaagd 2. Normaal 3. Verhoogd Vraag 78 Een respiratoire alkalose treedt op bij een patiënt met: 1. acute hyperventilatie 2. een acute astma-aanval 3. een ernstige fibrose 4. een lang bestaand ernstig COPD

Casusschetsen astma/copd

Casusschetsen astma/copd Casusschetsen astma/copd 7 augustus 2000 Casusschets 1 Mevr. N, is een 26 jarige adipeuze Surinaamse vrouw die sinds 1994 in Nederland woonachtig is. Sinds haar komst naar Nederland heeft zij in wisselende

Nadere informatie

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator

Nadere informatie

Vraag 1: Welk onderzoek laat u verrichten om pulmonale hypertensie aan te tonen of uit te sluiten?

Vraag 1: Welk onderzoek laat u verrichten om pulmonale hypertensie aan te tonen of uit te sluiten? ROIG 22-11-06 Leerstof Murray and Nadels s textbook of respiratory medicine, 4 de editie Volume 1 Hfst 4: Ventilation, blood flow and gas exchange Hfst 24: Pulmonary function testing Hfst 36 en 37: COPD

Nadere informatie

Interline januari 2010. Astma/COPD versie 2009 casusschetsen

Interline januari 2010. Astma/COPD versie 2009 casusschetsen Interline januari 2010 Astma/COPD versie 2009 casusschetsen INTERLINE ASTMA + COPD 2009 Januari 2010 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Vrouw 28 jaar; Voorgeschiedenis: nu 3 jaar gestopt met roken, als kind geen

Nadere informatie

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond

Nadere informatie

adboud 50203 Respiratie 2 ** herhaaltoets ** 7 juli 2014 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen

adboud 50203 Respiratie 2 ** herhaaltoets ** 7 juli 2014 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen \ adboud Faculteit_ der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50203 Respiratie 2 ** herhaaltoets ** 7 juli 2014 13.00 uur I Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen Het is een gesloten boek

Nadere informatie

Luchtwegen: luchtpijp. luchtwegen spirometrie. Longblaasjes: Alveolen longvolumes diffusie

Luchtwegen: luchtpijp. luchtwegen spirometrie. Longblaasjes: Alveolen longvolumes diffusie Interstitiële longziekten Prof. Dr. Guy Brusselle Dienst Longziekten UZ GENT BVP, 23/11/2013 Interstitiële longziekten (ILZ): Inleiding Kenmerken overzicht ILZ met gekende oorzaken ILZ met ongekende oorzaken:

Nadere informatie

Astma & COPD Uitgangspunten LTA en locale werkafspraak: Controle-eis LTA: Diagnostiek astma/copd (door huisarts) Controle bij astma en COPD

Astma & COPD Uitgangspunten LTA en locale werkafspraak: Controle-eis LTA: Diagnostiek astma/copd (door huisarts) Controle bij astma en COPD Astma & COPD Uitgaande van de Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Astma & COPD van 2002 (coproductie NHG: Nederlands Huisartsen Genootschap en NVALT: Nederlandse Vereniging voor Artsen voor Longziekten

Nadere informatie

Dubbeldiagnose. Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts

Dubbeldiagnose. Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts Dubbeldiagnose Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts Quiz 1 COPD is een aandoening van Jonge mensen Oudere mensen Beiden Quiz 2 Astma is een aandoening van Jonge mensen Oudere mensen

Nadere informatie

Opname bij COPD. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Opname bij COPD. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Opname bij COPD U bent opgenomen op de Verpleegafdeling Longziekten van Rijnstate Arnhem, omdat u last heeft van COPD. In deze folder leest u wat u van de opname kunt verwachten. Neem altijd uw verzekeringsgegevens

Nadere informatie

Aanwezig zijn huisartsen en hun praktijkondersteuner, een longarts, longverpleegkundige van het ziekenhuis, kaderarts astma/copd van zorggroep ELZHA.

Aanwezig zijn huisartsen en hun praktijkondersteuner, een longarts, longverpleegkundige van het ziekenhuis, kaderarts astma/copd van zorggroep ELZHA. Notulen Transmuraal overleg Haga Ziekenhuis 8 oktober 2018 Inleiding: Het doel van dit overleg is het verder verhogen van de kwaliteit van astma/copd zorg door o.a. bespreken van actualiteiten, casuïstiek

Nadere informatie

Wie ben ik. Alain Dubois K.U. Leuven: basis opleiding Erasmus MC: vervolg opleiding tot longarts

Wie ben ik. Alain Dubois K.U. Leuven: basis opleiding Erasmus MC: vervolg opleiding tot longarts Longgeluiden 1 Wie ben ik Alain Dubois K.U. Leuven: basis opleiding Erasmus MC: vervolg opleiding tot longarts 2 Geen (potentiële) belangenverstengeling Disclosure Belangen Spreker 3 Overzicht Geschiedenis,

Nadere informatie

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens Longziekten en respiratoire revalidatie Prof Dr W. Janssens Definitie Respiratoire revalidatie is gericht op patienten met chronische longaandoeningen met klachten en gereduceerde activiteiten van het

Nadere informatie

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER!

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER! Universitair Medisch Centrum Faculteit_ der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50203 Respiratie 2 26 februari 2010 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen Ook de doordruk van het

Nadere informatie

Jolet, 2 jaar oud, heeft bij verkoudheden last van hoesten, slijm opgeven en benauwdheid. Vooral s nachts zit zij vol, maar ze piept niet.

Jolet, 2 jaar oud, heeft bij verkoudheden last van hoesten, slijm opgeven en benauwdheid. Vooral s nachts zit zij vol, maar ze piept niet. Astma bij kinderen Casusschetsen Mrt 00 Casusschets 1 Jolet, 2 jaar oud, heeft bij verkoudheden last van hoesten, slijm opgeven en benauwdheid. Vooral s nachts zit zij vol, maar ze piept niet. Vraag 1:

Nadere informatie

Notulen Transmuraal overleg Haga Ziekenhuis 5 april 2018

Notulen Transmuraal overleg Haga Ziekenhuis 5 april 2018 Notulen Transmuraal overleg Haga Ziekenhuis 5 april 2018 Inleiding: Het doel van dit overleg is het verder verhogen van de kwaliteit van astma/copd zorg door o.a. bespreken van actualiteiten, casuïstiek

Nadere informatie

Wat is een longontsteking?

Wat is een longontsteking? Longontsteking Wat is een longontsteking? Een longontsteking is een infectie van de longblaasjes en het omliggende weefsel. De infectie kan veroorzaakt worden door een bacterie of een virus, die u via

Nadere informatie

Longontsteking (pneumonie)

Longontsteking (pneumonie) Longontsteking (pneumonie) In deze folder informeren wij u over wat een longontsteking is, hoe de behandeling verloopt en welke adviezen er zijn om uw herstel te bevorderen. Wat is een longontsteking?

Nadere informatie

Gepersonaliseerde aanpak bij longkanker

Gepersonaliseerde aanpak bij longkanker Gepersonaliseerde aanpak bij longkanker Dr. André VERSTRAETEN Dr. Elke GOVAERTS Dienst longziekten Pneumo-oncologie - Longkanker is de belangrijkste oorzaak van kankergerelateerde mortaliteit in beide

Nadere informatie

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

longcarcinoom: stadiëring en behandeling Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?

Nadere informatie

Casus 1 (3) Komt op poli, laat bloedbeeld prikken Uitslag: Normaalwaarden? T.a.v. Trombopenie: waar let je op? Wat nu? Hb 3.8 L 2.

Casus 1 (3) Komt op poli, laat bloedbeeld prikken Uitslag: Normaalwaarden? T.a.v. Trombopenie: waar let je op? Wat nu? Hb 3.8 L 2. Casus 1 Man, 67 jaar, NSCLC, stadium IIIA (tumor re-long+ positieve lymfklieren mediastinum) Bezig met radiotherapie (5 weken), met wekelijks korte kuur chemotherapie Nu in 3e week, afgelopen week geen

Nadere informatie

INTERLINE CASUSSCHETSEN. Casusschets 1a en 1b 1a LUCHTWEGINFECTIES BIJ KINDEREN

INTERLINE CASUSSCHETSEN. Casusschets 1a en 1b 1a LUCHTWEGINFECTIES BIJ KINDEREN INTERLINE LUCHTWEGINFECTIES BIJ KINDEREN Augustus 2004 CASUSSCHETSEN Casusschets 1a en 1b 1a Jasper, 4 jaar oud. U kent Jasper als oren-kindje. In het verleden frequent otitiden waarvoor meerdere malen

Nadere informatie

Interstitiële longziekten Onderzoek.

Interstitiële longziekten Onderzoek. Interstitiële longziekten Onderzoek www.nwz.nl Inhoud Wat zijn interstitiële longziekten? 3 Onderzoeken 3 Afspraak longarts 5 Uw vragen 6 Notities 7 2 U heeft mogelijk een zogenoemde interstitiële longziekte.

Nadere informatie

Astma COPD Klinisch - Doet zich meestal voor in

Astma COPD Klinisch - Doet zich meestal voor in Astma COPD Klinisch - Doet zich meestal voor in kinderen maar ook in volwassenen - Niet-,wel- of ex-roker - Vaak atopie - Familie geschiedenis van astma Overeenkomsten - Chronische aandoeningen - Ontsteking

Nadere informatie

pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen

pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen intro definities pathofysiologie kliniek van pneumonie casuïstiek pneumonie - definitie pneumonie = pneumonitis

Nadere informatie

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding en voor coassistenten

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding en voor coassistenten Casus 21A Fase A Titel Benauwdheid Onderwerp Astma Inhoudsdeskundige H.E. Bunker-Wiersma Technisch verantwoordelijke Roel Sijstermans Opleidingsniveau studenten De casus is bedoeld voor medisch studenten

Nadere informatie

Pneumonie. Corine Martens, huisarts Gregor Mannes, longarts

Pneumonie. Corine Martens, huisarts Gregor Mannes, longarts Pneumonie Corine Martens, huisarts Gregor Mannes, longarts Casus 1 Hr. E, 63 jaar VG: copd en longca Med: spiriva. Onwelwording Ambu: goed aanspreekbaar, Duizelig, verder geen klachten RR 170/105, glu

Nadere informatie

Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen

Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen INTERLINE ASTMA EN LUCHTWEGINFECTIES BIJ KINDEREN mei 2017 Inleiding Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen De huidige werkgroep bestaat uit: Huisartsen: Arie de Lange

Nadere informatie

Oorzaken. Klachten en verschijnselen

Oorzaken. Klachten en verschijnselen Bronchiëctasieën De dokter heeft vastgesteld dat u bronchiëctasieën heeft. In deze folder krijgt u informatie over wat bronchiëctasieën, de oorzaken, klachten en de behandeling inhouden. Bronchiëctasieën

Nadere informatie

benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat de ernst van een exacerbatie COPD kunnen

benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat de ernst van een exacerbatie COPD kunnen de ernst van een exacerbatie COPD kunnen benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat kunnen maken met de COPD-patiënt wat wordt er verstaan onder een (acute) exacerbatie

Nadere informatie

Longontsteking. Pneumonie

Longontsteking. Pneumonie Longontsteking Pneumonie Inleiding U bent opgenomen in het ziekenhuis en de arts heeft bij u de diagnose longontsteking (pneumonie) gesteld. De informatie in deze brochure is bedoeld als aanvulling op

Nadere informatie

Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen

Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen INTERLINE ASTMA EN LUCHTWEGINFECTIES BIJ KINDEREN mei 2017 Inleiding Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen De huidige werkgroep bestaat uit: Huisartsen: Arie de Lange

Nadere informatie

Community-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog)

Community-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog) Community-acquired pneumonie Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan (artsen-microbioloog) DUO dagen 2014 Casus: 53-jarige vrouw Anamnese: Meer daneenweek

Nadere informatie

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 METEN VAN LONGVOLUMES klinisch belang Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 LONGVOLUMES IC TLC VC VT ERV FRC RV FLOW-VOLUME LOOP: Normaal TLC IC VC VT ERV FRC Flow RV Sec. 0 Volume

Nadere informatie

In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan.

In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan. Welkom Geachte mevrouw Geachte heer In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan. Heeft u na het lezen van deze brochure nog bijkomende vragen, opmerkingen of wensen,

Nadere informatie

Dyspnoe en COPD regionale afspraken palliatieve zorg

Dyspnoe en COPD regionale afspraken palliatieve zorg Dyspnoe en COPD regionale afspraken palliatieve zorg Symposium palliatieve zorg Mieke van der Linden Gerty Peters Nico van t Hullenaar 20 oktober 2016 Dyspnoe definitie Onaangename gewaarwording van de

Nadere informatie

Voorbeeld consultatieaanvraag: expertteam COPD/Astma

Voorbeeld consultatieaanvraag: expertteam COPD/Astma Voorbeeld consultatieaanvraag: expertteam COPD/Astma Veel praktijken weten het expertteam te vinden wanneer zij specialistische vragen hebben met betrekking tot de behandeling van een patiënt met Diabetes

Nadere informatie

De behandeling van COPD

De behandeling van COPD PATIËNTEN INFORMATIE De behandeling van COPD op de afdeling Longgeneeskunde van het Maasstad Ziekenhuis 2 PATIËNTENINFORMATIE Inleiding Met deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over de

Nadere informatie

Vijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd:

Vijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd: Praktijkondersteuning bij COPD en astma Doel van praktijkondersteuning is het ophogen en/of verdieping van kennis bij de patiënt en het daaraan verbonden zelfmanagement 1. De begeleiding richt zich in

Nadere informatie

Er zijn drie frequente verwekkers van sinusitis. Welke van onderstaande verwekkers is geen frequente verwekker van sinusitis?

Er zijn drie frequente verwekkers van sinusitis. Welke van onderstaande verwekkers is geen frequente verwekker van sinusitis? Vraag 1 Er zijn drie frequente verwekkers van sinusitis. Welke van onderstaande verwekkers is geen frequente verwekker van sinusitis? 1' Haemophilus influenzae 2),Moraxella catarralis 3) Staphylöcoccus

Nadere informatie

COPD. Individueel zorgplan longmedicatie & longaanval actieplan

COPD. Individueel zorgplan longmedicatie & longaanval actieplan COPD Individueel zorgplan longmedicatie & longaanval actieplan U heeft dit plan ontvangen zodat u zelf actie kunt onder- nemen zodra uw COPD klachten verergeren, verbeteren of plotseling toenemen. COPD

Nadere informatie

COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel

COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel Inhoud Definities Etiologie en impact Diagnose Behandeling Definitie van COPD COPD, een ziekte die voorkomen en behandeld kan worden,

Nadere informatie

Kortademigheid bij zuigelingen en peuters, salbutamol of amoxycilline: wat maakt het verschil?

Kortademigheid bij zuigelingen en peuters, salbutamol of amoxycilline: wat maakt het verschil? Kortademigheid bij zuigelingen en peuters, salbutamol of amoxycilline: wat maakt het verschil? Alkmaarse Specialiteiten 1-12-2016 poli kindergeneeskunde 119 Govert Brinkhorst, kinderarts-pulmonoloog, NWZ

Nadere informatie

Ouderen en COPD. Programma BAREND VAN DUIN, KADERARTS ASTMA/COPD 2017

Ouderen en COPD. Programma BAREND VAN DUIN, KADERARTS ASTMA/COPD 2017 Ouderen en COPD BAREND VAN DUIN, KADERARTS ASTMA/COPD 2017 Programma Praktijkvragen inventariseren 10 min Intro toetsvragen 5 min Casus: chronisch benauwde patient 15 min Comorbiditeit, wat is er vaak/veel?

Nadere informatie

Dokter, is het mijn hart of zijn het mijn longen?

Dokter, is het mijn hart of zijn het mijn longen? Dokter, is het mijn hart of zijn het mijn longen? Zaterdag 8 oktober Ziekenhuis Gelderse Vallei Dr. Ronald Walhout, cardioloog Drs. Jeroen Verheul, longarts Het normale hart De normale longen Rechter long

Nadere informatie

De nieuwe standaarden astma en COPD. Wat is nieuw

De nieuwe standaarden astma en COPD. Wat is nieuw De nieuwe standaarden astma en COPD Wat is nieuw De patiënt staat centraal Veranderingen Nieuwe definitie luchtwegobstructie Nieuwe indeling ernst astma en COPD Plaats reversibiliteitstest bij astma en

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker Adembenemend 2016

Disclosure belangen spreker Adembenemend 2016 Disclosure belangen spreker Adembenemend 2016 (potentiële) belangenverstrengeling Geen / Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Hilaire pathologie. 4.1 Inleiding Radiologische kenmerken Oefencasus 12

Hilaire pathologie. 4.1 Inleiding Radiologische kenmerken Oefencasus 12 1 Hilaire pathologie.1 Inleiding 2.2 Radiologische kenmerken 2.2.1 Hilaire lymfeklierzwellingen 2.2.2 Endobronchiale afwijkingen.3 Oefencasus 12 2 Hoofdstuk Hilaire pathologie. 1 Inleiding De hilus is

Nadere informatie

Achtergronden casusschetsen astma/ copd

Achtergronden casusschetsen astma/ copd Achtergronden casusschetsen astma/ copd 7 augustus 2000 Inleiding Dit Interline programma is gemaakt voor groepen die (meer dan) een jaar geleden het longproject hebben gevolgd. Het is gedeeltelijk een

Nadere informatie

UMC tfj St ~J~boud. Universitair Medisch Centrum. Bloktoets Datum Aanvang Respiratie 2 1 maart uur

UMC tfj St ~J~boud. Universitair Medisch Centrum. Bloktoets Datum Aanvang Respiratie 2 1 maart uur UMC tfj St ~J~boud Universitair Medisch Centrum Faculteit der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50203 Respiratie 2 1 maart 2013 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen ALGEMENE

Nadere informatie

COPD- en Astmacontroleboekje van:

COPD- en Astmacontroleboekje van: De Astma apotheken en COPD van Zorggroep Uw behandelplan Almere Inhoudsopgave Waarom dit boekje 1 Controleafspraak voor astma / COPD 4, 6, 8, 10 Doelen voor de controle de volgende keer 5, 7, 9, 11 Andere

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij COPD

Palliatieve zorg bij COPD Palliatieve zorg bij COPD Joke Hes Longverpleegkundige Palliatieve zorg bij COPD 26/06/2014 Joke Hes Inhoud presentatie Welkom Wat is COPD Wanneer is er sprake van palliatieve zorg bij COPD Ziektelast

Nadere informatie

Astma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS

Astma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS Astma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS Longen Longen Longen Wat doen longen precies? Zuurstof opnemen Koolstofdioxide afscheiden Longblaasjes Astma: de laatste

Nadere informatie

Integratietoets Voorbereiding Toetsafname: 10 juli 2012

Integratietoets Voorbereiding Toetsafname: 10 juli 2012 Studiejaar 2 Integratietoets Voorbereiding Toetsafname: 10 juli 2012 Tentamencoördinator Dr. A. van t Spijker Overzicht Het tentamen bestaat uit 67 vragen, waarvan 66 gesloten vragen en 1 CIP. In totaal

Nadere informatie

Behandeling met inflectra bij sarcoïdose

Behandeling met inflectra bij sarcoïdose Behandeling met inflectra bij sarcoïdose In overleg met uw arts gaat u het medicijn inflectra gebruiken vanwege sarcoïdose. In deze folder leest u meer over deze behandeling. Neem altijd uw verzekeringsgegevens

Nadere informatie

Lentebries 6 maart 2019

Lentebries 6 maart 2019 Lentebries 6 maart 2019 80-jarige man van Marokkaanse komaf. Géén rookhistorie (?) Bekend met longklachten, diagnose diverse longartsen: - 2006 licht obstructieve niet reversibele stoornis, dus COPD -

Nadere informatie

Inleiding. Werkgroepleden:

Inleiding. Werkgroepleden: INTERLINE INFECTIEZIEKTEN januari 2015 Inleiding Werkgroepleden: Mevrouw J.W. (Jolande) Bouwhuis, internist-infectioloog De heer P.H.P. (Paul) Groeneveld, internist-infectioloog De heer J. (Joop) Barkmeyer,

Nadere informatie

Longziekten. Behandeling van COPD / COPD pad. Afdeling: Onderwerp:

Longziekten. Behandeling van COPD / COPD pad. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Longziekten / COPD pad 1 De behandeling van COPD Inleiding Deze folder geeft u informatie over het ziektebeeld en de behandeling van COPD en geeft stapsgewijs weer wat u de komende

Nadere informatie

Astma. Chronos, 14 juni 2016. Regien Kievits, kaderarts astma/copd

Astma. Chronos, 14 juni 2016. Regien Kievits, kaderarts astma/copd Astma Chronos, 14 juni 2016 Regien Kievits, kaderarts astma/copd Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen / Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER!

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER! Universitair Medisch Centrum Faculteit der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50203 Respiratie 2 ** herhaaltoets ** 5 juli 2010 13.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen Ook de doordruk

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen COPD: Inhalatiemiddelen bij COPD kritisch bekeken 1. Toelichting In dit onderwijsmateriaal, gebaseerd op de herziene NHG-Standaard COPD (juli 2007), de CBO-richtlijn medicamenteuze therapie van COPD (2007)

Nadere informatie

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019 Samenvatting COPD zorgprogramma 2019 Prestatie-indicatoren landelijke benchmark 1) % COPD patiënten in zorgprogramma met inhalatiemedicatie bij wie inhalatietechniek is gecontroleerd; 2) % COPD patiënten

Nadere informatie

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN BENAUWDHEID BIJ KINDEREN 1009 Inleiding Uw kind heeft last van terugkomende benauwdheidaanvallen. Dit wordt astma genoemd of, als uw kind nog erg jong is, bronchiale hyperreactiviteit. Wij kunnen ons voorstellen

Nadere informatie

Medische Publieksacademie 4 maart 2019

Medische Publieksacademie 4 maart 2019 4 maart 2019 YouTube 1 Ontwikkelingen in de longkankerzorg Dr. Ben Venmans, longarts Dr. Wouter van Geffen, longarts Frits Mostert, persvoorlichter MCL, moderator Programma 19.30 uur Dr. Ben Venmans: Longkanker:

Nadere informatie

Diagnostiek van COPD: van spirometrie tot ziektelastmeter. Hanneke de Jong Meriam van der Zon Guus van der Meijden

Diagnostiek van COPD: van spirometrie tot ziektelastmeter. Hanneke de Jong Meriam van der Zon Guus van der Meijden Diagnostiek van COPD: van spirometrie tot ziektelastmeter Hanneke de Jong Meriam van der Zon Guus van der Meijden Disclosure belangen sprekers (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

1. cilindrische bronchiëctasieën (de mildste vorm) : de bronchiën zijn vergroot en cilindrisch (zie plaatje 2).

1. cilindrische bronchiëctasieën (de mildste vorm) : de bronchiën zijn vergroot en cilindrisch (zie plaatje 2). Bronchiëctasieën De arts heeft vastgesteld dat u bronchiëctasieën heeft. In deze folder krijgt u informatie over wat bronchiëctasieën zijn, de oorzaken en de klachten en wat de behandeling in kan houden.

Nadere informatie

Workshop. Adembenemend Exacerbatie management. Achtergrond. Onderwijsdoelen EXACERBATIE = LONGAANVAL. 4 Doelstelling REDUX

Workshop. Adembenemend Exacerbatie management. Achtergrond. Onderwijsdoelen EXACERBATIE = LONGAANVAL. 4 Doelstelling REDUX Workshop 1 2 Exacerbatie management EXACERBATIE = LONGAANVAL Adembenemend 2016 Wilma Buesink, longverpleegkundige Richard Snelder, kaderarts astma/copd i.o. Achtergrond 4 Doelstelling REDUX 5 Long Alliantie

Nadere informatie

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek Bloedgassen Homeostase Ronald Broek Verstoring Homeostase Ziekte/Trauma/vergiftiging. Geeft zuur-base en bloedgasstoornissen. Oorzaken zuur-base verschuiving Longemfyseem. Nierinsufficientie Grote chirurgische

Nadere informatie

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.

Nadere informatie

CAT Arts en patiënt 3, afname 30 januari 2017

CAT Arts en patiënt 3, afname 30 januari 2017 CAT Arts en patiënt 3, afname 30 januari 2017 Deze toets bestaat uit 30 open vragen aan de hand van 13 casus (vraag 26 is zonder casus). Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten u maximaal kunt krijgen.

Nadere informatie

adviezen hernia-operatie ZorgSaam

adviezen hernia-operatie ZorgSaam adviezen longontsteking na een hernia-operatie ZorgSaam 1 2 LONGONTSTEKING (PNEUMONIE) Inleiding Een longontsteking is een infectie van de longblaasjes en het omliggende weefsel, veroorzaakt door micro-organismen.

Nadere informatie

Bronchiolitis bij kinderen

Bronchiolitis bij kinderen Kindergeneeskunde Bronchiolitis bij kinderen i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uw kind is opgenomen in het ziekenhuis omdat het een ontsteking van de kleine luchtwegen heeft. Lang niet

Nadere informatie

Het piepende kind. Nascholing huisartsen. 20 mei 2014. Annejet Plaisier. kinderarts

Het piepende kind. Nascholing huisartsen. 20 mei 2014. Annejet Plaisier. kinderarts Het piepende kind Nascholing huisartsen 20 mei 2014 Annejet Plaisier kinderarts Incidentie van wheezing bij kinderen 18 16 Kinderen in % 14 12 10 8 6 4 2 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 MAS-90 Leeftijd

Nadere informatie

Piepjes en Pufjes. 8 september 2014

Piepjes en Pufjes. 8 september 2014 Piepjes en Pufjes 8 september 2014 NHG standaard: Astma bij kinderen Patrick Bindels Huisarts Praktijk Buitenhof Hoofd afdeling Huisartsgeneeskunde Erasmus MC Rotterdam Nieuwe ontwikkelingen bij astma

Nadere informatie

Astma / COPD-dienst Geldrop

Astma / COPD-dienst Geldrop Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007 Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l en inleiding idi Presentatie van regionale voorschrijfcijfers

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 147 Nederlands samenvatting Wat is COPD? Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) is een ziekte waarbij er een blijvende vernauwing van de luchtwegen in de long optreedt, die voornamelijk veroorzaakt

Nadere informatie

Thrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts

Thrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts Thrombo-embolie Wouter Jacobs, longarts John van Putten, longarts Patiënt 1 53 jarige man Voorgeschiedenis 1968 appendectomie Dec 2011 pijnlijke rechter voet waarvoor strassburger sok Anamnese 3 weken

Nadere informatie

Interline, augustus 2011. RADIOLOGIE 2011 casusschetsen

Interline, augustus 2011. RADIOLOGIE 2011 casusschetsen Interline, augustus 2011 RADIOLOGIE 2011 casusschetsen INTERLINE RADIOLOGIE 2011 Augustus 2011 Inleiding Het vierde Interlineprogramma was het programma Radiologie, dat van 1999 tot 2002 is gepresenteerd.

Nadere informatie

Astma bij kinderen Diagnose en behandeling

Astma bij kinderen Diagnose en behandeling Thema: Astma bij kinderen Diagnose en behandeling dr. Janwillem Kocks Huisarts, Academische Huisartsenpraktijk Groningen Universitair Docent, afdeling Huisartsgeneeskunde UMCG 19-3-2015 2 19-3-2015 3 Piepen

Nadere informatie

verpleegafdeling Longgeneeskunde aanvullende informatie voor astmapatiënten

verpleegafdeling Longgeneeskunde aanvullende informatie voor astmapatiënten patiënteninformatie verpleegafdeling Longgeneeskunde aanvullende informatie voor astmapatiënten Opname via de Spoedeisende Hulp Vanwege uw klachten heeft u zich gemeld bij de afdeling Spoedeisende Hulp.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 151 Achtergrond Wat is COPD? COPD is een Engelse afkorting van chronic obstructive pulmonary disease, in het Nederlands chronisch obstructieve

Nadere informatie

Disclosure. Wat steekt u op. Waar denkt u over na. Rode vlaggen en co-morbiditeit bij COPD INLEIDING HET IS ZWARTWIT EN HET LOOPT IN DE WEI

Disclosure. Wat steekt u op. Waar denkt u over na. Rode vlaggen en co-morbiditeit bij COPD INLEIDING HET IS ZWARTWIT EN HET LOOPT IN DE WEI Disclosure Rode vlaggen en co-morbiditeit bij COPD Geen belangenverstrengeling voor deze presentatie Hans Sportel, huisarts Ruurlo Waar denkt u over na Wat steekt u op Dyspnoe en haar DD COPD en co-morbiditeit

Nadere informatie

Diagnostiek en behandeling COPD

Diagnostiek en behandeling COPD Diagnostiek en behandeling COPD Chronische obstructieve longaandoening Algemene informatie U bent verwezen naar het Laurentius ziekenhuis Naar aanleiding van verwijzing door uw huisarts bent u ingepland

Nadere informatie

Transmurale werkafspraken

Transmurale werkafspraken Silvia Hiep GHO-GO COPD terugkomdag Transmurale werkafspraken verwijs en terugverwijsbeleid Programma Inleiding Verwijscriteria volgens de LAN / SLA Casuïstiek Discussie 2 1 Definitie volgens NHG standaard

Nadere informatie

Workshop. Exacerbatie management. Achtergrond. Onderwijsdoelen. Adembenemend 2017 EXACERBATIE = LONGAANVAL. 3 Doelstelling REDUX

Workshop. Exacerbatie management. Achtergrond. Onderwijsdoelen. Adembenemend 2017 EXACERBATIE = LONGAANVAL. 3 Doelstelling REDUX Workshop 1 2 Exacerbatie management EXACERBATIE = LONGAANVAL Adembenemend 2017 Wilma Buesink, longverpleegkundige Richard Snelder, kaderhuisarts astma/copd Achtergrond 3 Doelstelling REDUX 4 Long Alliantie

Nadere informatie

Maligne pleura exsudaat

Maligne pleura exsudaat Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2

Nadere informatie

Werkafspraken huisartsen longartsen Maasziekenhuis januari 2016

Werkafspraken huisartsen longartsen Maasziekenhuis januari 2016 Werkafspraken huisartsen longartsen Maasziekenhuis januari 2016 Inleiding: Deze regionale afspraak is een vernieuwde versie van de afspraken uit het handboek COPD gebaseerd op de zorgstandaard COPD 2013,

Nadere informatie

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1) Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep ofwel Nieuwe ofwel Pandemische Influenza A(H1N1) griep (H1N1) 2009 Influenza Mexicaanse griep Wat is

Nadere informatie

Wat is COPD? 1 van

Wat is COPD? 1 van Wat is COPD? COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor de ziektes chronische bronchitis en longemfyseem. Artsen maken tegenwoordig geen onderscheid meer tussen

Nadere informatie

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking.

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking. Casusschets 1 Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking. Vraag 1: welke anamnestische punten zijn van belang om al dan niet tot een DEXA over te gaan?

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN

RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN 17241 Wat is het RS virus? Respiratoir Syncytieel Virus, kortweg RS virus genoemd, is een virus dat infecties veroorzaakt aan de luchtwegen (neus, oren, keel,

Nadere informatie

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen Voor: begeleider/presentator Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd. Interline januari 2010 INTERLINE

Nadere informatie