FacilityPro5 beheersoftware voor het FacilityPro-platform Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FacilityPro5 beheersoftware voor het FacilityPro-platform Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 FacilityPro5 beheersoftware voor het FacilityPro-platform Gebruikershandleiding Bestandsnaam: FP NLED UserManual 0209 FacilityPro5 versie: Laatste revisiedatum: Magna Carta Chipcard Solutions BV Naritaweg CA Amsterdam Tel Fax

2 1 Inleiding Sites Multi-site Toegang op basis van rollen Transacties Gebruikersinterface Webbased Menu Lange lijsten Zoeken/filteren Paginering Sortering Actieknoppen Internationalisatie Inloggen Inlogpagina Sessie-time-out Één sessie per FP5-gebruiker Rollen Uitloggen Taalselectie Homepage Siteselectie Alerts Systeembeheer Rollen Een rol aanmaken Een rol wijzigen De autorisaties die zijn toegekend aan een rol opvragen De FP5-gebruikers aan wie een rol is toegekend opvragen Een rol verwijderen FP5-gebruikers Een lokale FP5-gebruiker aanmaken Een FP5-gebruiker wijzigen Het wachtwoord van een FP5-gebruiker wijzigen Het profiel van een FP5-gebruiker wijzigen Een FP5-gebruiker blokkeren Een FP5-gebruiker deblokkeren Een FP5-gebruiker verwijderen Autorisaties op basis van LDAP-groepen toekennen Sites Een nieuwe site aanmaken en inrichten De gegevens van een site wijzigen Een site verwijderen FacilityPro Platform Pagina 2 van 92

3 5.3.4 Een site blokkeren Een site deblokkeren sjablonen Een sjabloon aanmaken Een bestaande sjabloon wijzigen Een sjabloon verwijderen Toegestane variabelen in sjablonen Rapportsjablonen De format van een rapportsjabloon Een rapportsjabloon uploaden Een rapportsjabloon wijzigen Een rapportsjabloon verwijderen Meerdere rapportsjablonen tegelijk uploaden Log van FP5-acties De knop Toon historie Productconfiguratie Productgroepen Een productgroep aanmaken Een productgroep wijzigen Een productgroep verwijderen Producten Een product aanmaken Een product wijzigen Een product verwijderen Tijdstabellen Een tijdstabel aanmaken Een tijdstabel wijzigen Een tijdstabel verwijderen Prijstabellen Een prijstabel aanmaken De prijzen van een prijstabel invullen Een prijstabel verwijderen btw-tarieven Een btw-tarief aanmaken Een btw-tarief wijzigen Een btw-tarief verwijderen Privileges Inleiding Privilegeteller Geldigheid Herhalende privileges of auto top-up Maximale waarde Transparantie Privilegetypes Producten FacilityPro Platform Pagina 3 van 92

4 7.1.8 Terminals Volgorde van privileges Terminalconfiguratie privileges aanmaken, wijzigen, verwijderen en toekennen Een privilege aanmaken Een privilege wijzigen Een privilege toekennen aan een gebruikersgroep Een privilege van een gebruikersgroep afnemen Een privilege toekennen aan een individuele gebruiker Een privilege van een individuele gebruiker afnemen Kaarten/ID s en gebruikers Gebruikersgroepen Een gebruikersgroep aanmaken Een gebruikersgroep wijzigen Een gebruikersgroep verwijderen Purse-configuraties Een purse-configuratie aanmaken Een purse-configuratie wijzigen Een purse-configuratie verwijderen Kaart/ID-configuraties Een kaart/id-configuratie aanmaken Een kaart/id-configuratie wijzigen of activeren De status van een kaart/id-configuratie naar Verlopen wijzigen Een kaart/id-configuratie verwijderen Kostenplaatsen Een kostenplaats aanmaken Een kostenplaats wijzigen Een kostenplaats verwijderen Gebruikers Gebruikers vanuit een CSV-bestand importeren Het aanmaken van een gebruiker De gegevens van een gebruiker wijzigen Het wachtwoord van een gebruiker instellen of wijzigen Kaarten/ID s Kaart/ID-statussen Een kaart/id aanmaken Een kaart/id toekennen aan een gebruiker Een kaart/id van een gebruiker afnemen Een kaart/id blokkeren Een kaart/id vervangen Post issuance updates realiseren voor een kaart/id Terminals Het aanmaken van een terminal het tabblad Algemeen Terminal hardware Een Magnabox voorbereiden voor FP FacilityPro Platform Pagina 4 van 92

5 9.2.2 Het toewijzen van een Magnabox aan een site Een Magnabox ontkoppelen van een site Een Magnabox en een terminal koppelen Een vervangende Magnabox aan een terminal koppelen Applicatieconfiguratie Configuratieparameters Een applicatieconfiguratie wijzigen Een applicatieconfiguratie van een andere terminal kopiëren Een applicatieconfiguratie van een CSV-bestand importeren Een applicatieconfiguratie exporteren naar een CSV-bestand Productlay-out Het aanmaken van een productlay-out Een productlay-out wijzigen Een productlay-out van een andere terminal kopiëren Een productlay-out importeren van een CSV-bestand Een productlay-out naar een CSV-bestand exporteren Terminalgroepen Het aanmaken van een hiërarchie van terminalgroepen Het aanmaken van een terminalgroep in een bestaande hiërarchie Een terminal toekennen aan een terminalgroep FP5-gebruikers toegang geven tot een systeembrede terminalgroep Logistiek Vullijsten Een serviceprivilege aanmaken Het aanmaken van een vullijst Een vullijst exporteren als PDF-bestand Een vullijst intrekken Herbevoorraden op basis van een vullist Een vullijst bijwerken Een vullijst verwijderen Rapporten Rapportconfiguraties Het aanmaken van een rapportconfiguratie Een rapportconfiguratie wijzigen Een rapportconfiguratie verwijderen De historie van een rapportconfiguratie opvragen Rapporten Een ad-hoc rapport genereren Een rapport opvragen Een gegenereerd rapport verwijderen Gebruikersportaal Instellingen van het gebruikersportaal De opwaarderingen aanmaken die beschikbaar moeten zijn via het gebruikersportaal Saldo-opwaardering Ophoging van een privilege FacilityPro Platform Pagina 5 van 92

6 12.3 De opwaardeerproducten beschikbaar maken via het gebruikersportaal TABELLEN Tabel 1: Systeem- versus site-objectsoorten Tabel 2: Standaardrollen Tabel 3: Types sjablonen Tabel 4: sjabloonvariabelen Tabel 5: Voorbeeld van het zip-bestand van een rapportsjabloon Tabel 6: ingebouwde parameters van ieder rapportsjabloon Tabel 7: Waardes van het attribuut class van parameters van rapportsjablonen Tabel 8: Types parameters van rapportsjablonen Tabel 9: Rapportsjabloon types Tabel 10: ID Toegestane velden bij importeren gebruikers of kaarten/id s Tabel 11: Foutcodes bij importeren Tabel 12: Kaart/ID states Tabel 13: Velden van een kaart/id en kaart/id-statussen Tabel 14: Saldo/privilege wijzigingstypes Tabel 15: Configuratieparameters Tabel 16: Veldnamen applicatieconfiguratie Tabel 17: Productlay-out field naams Tabel 18: Waardes voor periodeparameters (datum range) in rapporten FIGUREN Figuur 2-1: Niet gesorteerde kolom... 9 Figuur 2-2: Kolom in oplopende volgorde (A->Z)... 9 Figuur 2-3: Kolom in aflopende volgorde (Z->A)... 9 Figuur 2-4: Actieknop... 9 Figuur 2-5: Link Figuur 2-6: Meertalige invoer voor een veld Figuur 2-7: Eerste beschikbare taal wordt getoond als gekozen taal niet beschikbaar is Figuur 3-1 Inlogpagina Figuur 6-1: Pop-upscherm voor het definiëren van een geldigheidsperiode voor tijdstabel van het type Weekindeling Figuur 6-2: Pop-upscherm voor het definiëren van een geldigheidsperiode voor tijdstabel van het type Jaarkalender Figuur 8-1: Transities van kaart/id-statussen Figuur Figuur Figuur 12-3 Productdefinitie voor een opwaardering van Figuur 12-4 Productdefinitie voor een ophoging van een privilegeteller Figuur 12-5 Productdefinitie voor het ophogen van een privilegeteller FacilityPro Platform Pagina 6 van 92

7 1 INLEIDING Dit is de gebruikershandleiding van FacilityPro5. FacilityPro5 (of kortweg FP5) is de beheersoftware die is ontworpen om het beheer van een site eenvoudig en effectief te maken. Een site is een locatie, bijvoorbeeld een bedrijf of een school, waar men het facilitairmanagementplatform FacilityPro hanteert. Mensen kunnen er met een chipkaart/id betalen voor producten of diensten bij een FacilityPro terminal. Ze kunnen bijvoorbeeld producten kopen uit een snoep-, frisdrank- of koffieautomaat, kopiëren, of toegang verkrijgen tot een parkeergarage. Het aankoopbedrag voor een dergelijke transactie wordt afgetrokken van het tegoed van de kaart/id. Dat tegoed staat ofwel op een FacilityPro account in de backoffice (online systemen) of in een e-purse op de kaart/id (offline systemen). 1.1 SITES De meeste gegevens in het systeem worden per site beheerd. Elke site heeft zijn eigen gebruikers, kaarten/id s en terminals. 1.2 MULTI-SITE Met FacilityPro5 (FP5) kan men meerdere sites beheren vanuit dezelfde software. FP5-gebruikers kunnen toegang hebben tot meerdere sites, of slechts tot één site binnen het systeem. Bij een nieuwe installatie van FP5 wordt altijd een basis- of metasite geïnstalleerd met de naam Systeembeheer, oftewel de systeembeheersite. Dit is niet een werkelijke, functionele site met kaarten/id s en terminals, maar een abstracte entiteit die eigenaar is van alle configuraties die systeembreed, d.w.z. door meerdere werkelijke sites, gedeeld kunnen worden. Zo kunnen bijvoorbeeld rollen (die worden gebruikt om autorisatieniveaus binnen FP5 vast te leggen) die zijn vastgelegd binnen de systeembeheersite (generieke rollen) worden toegekend aan FP5-gebruikers van andere sites, terwijl rollen gedefinieerd binnen een specifieke site (site rollen) alleen kunnen worden toegekend aan FP5-gebruikers van die site. Evenzo geldt dat terminalgroepen aangemaakt binnen de systeembeheersite terminals kunnen bevatten van verschillende sites, terwijl een terminalgroep die is aangemaakt binnen een specifieke site alleen terminals kan bevatten van die site. 1.3 TOEGANG OP BASIS VAN ROLLEN Toegang tot FP5 wordt bepaald door autorisaties. FP5 heeft een vaste set autorisaties die de toegang tot de specifieke functionaliteiten bepalen. Deze autorisaties kunnen worden samengevoegd in rollen. Deze rollen worden vervolgens toegekend aan FP5- gebruikers voor specifieke sites. Uiteindelijk heeft een FP5-gebruiker dus een verzameling autorisaties om een bepaalde functie te kunnen vervullen in de context van een specifieke site. 1.4 TRANSACTIES Het uiteindelijke doel van het systeem is transacties mogelijk te maken tussen gebruikers (die een kaart of ID hebben) en andere partij bij terminals. In deze transacties levert de gebruiker waarde (ofwel monetair (geld) ofwel in de vorm van een vooraf toegekend privilege) en ontvangt een product of service. De andere partij ontvangt de waarde die de gebruiker levert, en levert het product of de service. FacilityPro Platform Pagina 7 van 92

8 2 GEBRUIKERSINTERFACE 2.1 WEBBASED De toegang tot FP5 is altijd via een webbrowser met de juiste URL, of de software nu is toegepast als een gehoste service of als een locale installatie. In dit document gebruiken wij als de locatie van de service. Binnen uw systeem kan dat anders zijn. 2.2 MENU Het menu geeft toegang tot de verschillende functionaliteiten van FP5. Afhankelijk van de autorisaties van de FP5-gebruiker, zullen delen van het menu eventueel niet zichtbaar zijn. In deze gebruikershandleiding laten wij het complete menu zien zoals het eruit zou zien voor een FP5-gebruiker met alle autorisaties. Er is een menu-optie die de naam van de FP5-gebruiker toont. Via dit menu kan de FP5-gebruiker zijn profiel aanpassen, de taal voor de gebruikersinterface instellen voor deze sessie, en uitloggen ( 5.2.4). Om een menu-optie te selecteren: 1. Beweeg de muis boven een menu-optie uit het hoofdmenu. Een pop-up-submenu verschijnt. 2. Klik op een submenu-optie. 2.3 LANGE LIJSTEN De meeste menu-opties openen een lijst -pagina met een lijst van objecten van een bepaald type (kaarten/id s, gebruikers, terminal, enz.). Dit is meestal een lijst van alle objecten van dat type die in het systeem bekend zijn, maar alleen een deel ervan wordt in eerste instantie getoond Zoeken/filteren Sommige schermen, namelijk de schermen die een lange lijst tonen, hebben een Zoek -sectie, die kan worden getoond/verborgen door te klikken op +Zoek gebruikers (of +Zoek privileges enz.). De Zoek -sectie maakt het mogelijk om snel en gemakkelijk de object(en) te vinden die je wilt bekijken. Om een lijst van specifieke objecten te tonen: 1. Open de Zoek -sectie door te klikken op de knop +Zoek (bijvoorbeeld +Zoek gebruikers, +Zoek privileges, enz. FacilityPro Platform Pagina 8 van 92

9 2. Voer gegevens in of kies een waarde van de dropdown in een of meerdere van de zoekvelden. 3. Klik Zoek. De objecten die aan de zoekcriteria voldoen worden getoond. Om de zoekcriteria te wissen: 1. Klik Wis. De zoekvelden worden geleegd en (het begin van) de gehele lijst wordt weer getoond Paginering Pagineringsinformatie wordt getoond onderaan het scherm als er een lijst getoond wordt. De informatie die wordt getoond is: (X of Y) Het huidige paginanummer (X) en het aantal pagina s (Y) Knoppen om rechtstreeks te kunnen gaan naar (achtereenvolgens) de eerste pagina, de vorige pagina, een specifieke pagina, de volgende pagina en de laatste pagina Een dropdown waarmee de FP5-gebruiker kan instellen hoeveel objecten te tonen per pagina (25, 50, of 100 objecten) Sortering Naast de kolomtitels van een lijst kunnen driehoekige icoontjes zichtbaar zijn om aan te geven of en hoe de lijst gesorteerd is op deze kolom. De sortering van worden gewijzigd door op de driehoekige icoontjes te klikken. Figuur 2-1: Niet gesorteerde kolom Figuur 2-2: Kolom in oplopende volgorde (A->Z) Figuur 2-3: Kolom in aflopende volgorde (Z->A) 2.4 ACTIEKNOPPEN Figuur 2-4: Actieknop Grote knoppen (actieknoppen) openen meestal een pop-upscherm waar het huidige object gewijzigd kan worden of waar een nieuw object aangemaakt kan worden. In lijsten wordt ook wel iconen gebruikt om een actie te ontsluiten omdat deze een kleiner formaat hebben. Zo kan er een vuilnisemmer-icoon worden getoond bij ieder object of een link naar een andere pagina. FacilityPro Platform Pagina 9 van 92

10 Figuur 2-5: Link 2.5 INTERNATIONALISATIE FP5 kan met meerdere talen omgaan. Op ieder moment kan de taal van de gebruikersinterface worden gewijzigd met de taalselectie-dropdown rechts bovenin het scherm. Dit wijzigt de taal die wordt gebruikt op de pagina s van FP5, en ook de namen van de objecten in het systeem als meerdere talen werden ingevoerd. Wanneer u gegevens invoert van een object ziet u meerdere invulvlakken voor sommige velden, één voor elke taal van de site. Figuur 2-6: Meertalige invoer voor een veld Wanneer meerdere talen worden ingevoerd, zal de gebruikersinterface de naam tonen in de taal die op dat moment is gekozen voor de gebruikersinterface, mits de naam in die taal die beschikbaar is. Wanneer die niet beschikbaar is, zal de eerst beschikbare taal worden getoond met een asterisk. Figuur 2-7: Eerste beschikbare taal wordt getoond als gekozen taal niet beschikbaar is 3 INLOGGEN 3.1 INLOGPAGINA Wanneer de FP5-gebruiker naar de voor FP5 opgegeven URL browst, wordt een inlogpagina getoond die vraagt een gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren. FacilityPro Platform Pagina 10 van 92

11 Figuur 3-1 Inlogpagina 3.2 SESSIE-TIME-OUT Wanneer de FP5-gebruiker enige tijd niets doet met FP5 treedt er een time-out in en wordt de FP5-gebruiker automatisch uitgelogd. De lengte van de time-outperiode wordt bepaald door de systeembeheerder. Standaard is de time-outperiode 30 minuten. 3.3 ÉÉN SESSIE PER FP5-GEBRUIKER FP5 staat een FP5-gebruiker slechts toe eenmaal ingelogd te zijn. Een FP5-gebruiker kan echter meerdere tabbladen open hebben naar de FP5 interface in dezelfde browser. Ook kan er door verschillende FP5- gebruikers tegelijkertijd ingelogd worden vanaf verschillende browsers. 3.4 ROLLEN De rollen die aan een FP5-gebruiker zijn toegekend bepalen welke menu-opties en welke functionaliteit zichtbaar en/of beschikbaar zijn voor die FP5-gebruiker. 3.5 UITLOGGEN Om de sessie onmiddelijk te beëindigen, kies de menu-optie Uitloggen. FacilityPro Platform Pagina 11 van 92

12 3.6 TAALSELECTIE Om de taal van de gebruikersinterface voor deze sessie te wijzigen, kies de gewenste taal uit het menu dat als naam uw gebruikersnaam heeft. Als u de taal wilt wijzigen voor toekomstige sessies moet u deze wijzigen vanuit uw gebruikersprofiel ( 5.2.4). 4 HOMEPAGE 4.1 SITESELECTIE Iedere handeling met FP5 geschiedt binnen de context van een specifieke site. Systeembrede configuraties en handelingen worden uitgevoerd vanuit de systeembeheersite. Vanuit de homepage kan de FP5-gebruiker een site kiezen. Wanneer een site geselecteerd is, wordt de naam van die site getoond in de banner bovenaan het scherm. Om een andere site te kiezen, klik op het pijltje links in het hoofdmenu en selecteer de gewenste site. Als de FP5-gebruiker toegang heeft tot een enkele site, zal het pijltje niet zichtbaar zijn en zal die ene site automatisch geselecteerd zijn. 4.2 ALERTS Op de homepage wordt een lijst getoond van de meest recente alerts (waarschuwingsberichten). Als de systeembeheersite is geselecteerd, worden alerts van alle sites getoond in chronologische volgorde. Als een specifieke site is geselecteerd, worden de alerts van die site getoond. 5 SYSTEEMBEHEER Elke installatie van FP5 heeft systeembrede instellingen en configuraties die worden beheerd door de systeembeheerder die daartoe toegang heeft tot de systeembrede systeembeheersite. Voor sommige soorten objecten kunnen systeembrede standaard objecten worden aangemaakt die per individuele site kunnen worden vervangen. De volgende tabel toont alle soorten object die door FP5 worden beheerd en laat zien op welk niveau deze kunnen worden aangemaakt. Tabel 1: Systeem- versus site-objectsoorten Objectsoort Systeembeheer Specifieke site Site Door systeem aangemaakt FP5-gebruiker Beëigend door systeem Beëigend door specifieke site Rol Systeembrede rollen Site-rollen Rapportsjabloon Systeembrede sjablonen Site-sjablonen Magnabox Toegekend aan site door systeembeheerder sjabloon Systeembrede standaard sjablonen Site-sjablonen Terminalgroep Vullijst Systeembrede terminalgroepen kunnen terminals bevatten uit meerdere sites Systeembrede vullijsten voor systeembrede terminalgroepen (over meerdere sites) Site-terminalgroepen kunnen alleen terminals bevatten van die site Site vullijsten kunnen alleen dienen voor terminalgroepen binnen die site FacilityPro Platform Pagina 12 van 92

13 Objecten aangemaakt in de systeembeheersite zijn zichtbaar in alle sites van het systeem (mits de FP5- gebruiker de juiste autorisaties heeft voor dat type object). Objecten aangemaakt binnen een specifieke site zijn alleen zichtbaar wanneer die site is geselecteerd. Wanneer een object wordt aangemaakt, wordt het aangemaakt in de site die op dat moment is geselecteerd. Als dat de systeembeheersite is, dan zal het een systeembreed object zijn. Als het een specifieke, normale site is, dan wordt het object beëigend door die site. 5.1 ROLLEN Een rol is een verzameling autorisaties en wordt gebruikt om te bepalen welke taken een FP5-gebruiker mag uitvoeren. Aan een FP5-gebruiker kunnen meerdere rollen worden toegekend. FP5 heeft bij de installatie een aantal voorgeprogrammeerde standaardrollen. Wanneer een FP5-gebruiker de standaardrol Administrator toegekend heeft gekregen heeft hij alle autorisaties en kan hij ook nieuwe FP5- gebruikers en nieuwe rollen aanmaken. De standaardrollen kunnen worden gewijzigd en eventueel verwijderd wanneer dat wenselijk wordt geacht. De volgende tabel toont de standaardrollen en hun betekenis. Tabel 2: Standaardrollen Rol Administrator Sitebeheer Servicedesk Rapportage Logistieke gebruiker Logistieke beheerder Sitezichtbaarheid Omschrijving Een rol met alle autorisaties. Het toekennen van deze rol aan een FP5-gebruiker voor een bepaalde site geeft die FP5-gebruiker toegang tot alle functionaliteit van die site. De standaardgebruiker admin heeft deze rol voor de systeembeheersite. Een rol met alle autorisaties die gewoonlijk worden toegekend aan een sitebeheerder. De rol geeft toegang tot alle functies binnen een site, waaronder het aanmaken van FP5-gebruikers, het toekennen van rollen, het configureren van rapporten, enz. Een rol met voldoende autorisaties om de taken van een servicedesk medewerker uit te voeren, zoals het aanmaken van gebruikers en kaarten/id s Rol voor het configureren en het genereren van rapporten Rol voor het servicen en bijvullen van terminals Rol voor het aanmaken van vullijsten en voor het definitief maken van de voorraden in de terminal Eenvoudige rol die alleen handelingen toestaat op objecten van het type site. Deze rol wordt standaard toegevoegd aan de huidige FP5-gebruiker wanneer een site wordt aangemaakt Een rol aanmaken Vereiste autorisaties: Rol Opvragen, Rol Aanmaken Wanneer men een nieuwe rol aanmaakt, is dat een systeembrede rol of een site-specifieke rol, afhankelijk van welke site is geselecteerd als de rol wordt aangemaakt. Houd er rekening mee dat om welke taak dan ook uit te voeren de autorisatie Site Opvragen vereist is, omdat zonder deze autorisatie de site niet zichtbaar is voor de FP5-gebruiker. FacilityPro Platform Pagina 13 van 92

14 Om een nieuwe rol aan te maken: 1. Zorg om een systeembrede rol aan te maken, die vervolgens toegekend kan worden binnen alle sites, dat de systeembeheersite is geselecteerd. Zorg om een site-specifieke rol aan te maken, dat de betreffende site is geselecteerd. 2. Kies de menu-optie Rollen (in de systeembeheersite) of Site-specifieke rollen (in een specifieke site) van het menu Administratief. 3. Klik Nieuw. 4. Voer de naam van de rol in de talen van de site en een omschrijving in, in de daartoe bestemde velden. 5. Klik Toevoegen om autorisaties aan de rol toe te voegen. 6. Selecteer een of meerdere autorisaties om aan de rol toe te voegen. Meerdere autorisaties kunnen worden geselecteerd door de Shift-toets (om een reeks te selecteren) of de Ctrl-toets (om individuele autorisaties te selecteren) ingedrukt te houden. 7. Klik Selectie toevoegen. 8. Herhaal de voorgaande drie stappen totdat alle gewenste autorisaties voor deze rol zijn toegevoegd. 9. Om een autorisatie te verwijderen, klik Verwijder rechts van de autorisatie. 10. Klik Bewaar om de rol aan te maken Een rol wijzigen Vereiste autorisaties: Rol Opvragen, Rol Wijzigen Om een rol te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Rollen of Site-specifieke rollen van het menu Administratief. 2. Klik de naam van de rol. 3. Wijzig de gewenste velden (naam en/of omschrijving). 4. Als u autorisaties aan de rol wil toevoegen: a. Klik Toevoegen. b. Selecteer een of meerdere autorisaties. Meerdere autorisaties kunnen worden geselecteerd door de Shift-toets (om een reeks te selecteren) of de Ctrl-toets (om individuele autorisaties te selecteren) ingedrukt te houden. c. Klik Selectie toevoegen. d. Herhaal de voorgaande drie stappen om meer autorisaties toe te voegen. 5. Om een autorisatie te verwijderen, klik Verwijder rechts van de autorisatie. 6. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Wijzigingen in de autorisaties zullen van kracht worden bij de eerstvolgende login van FP5-gebruikers met deze rol. FP5-gebruikers die op het moment van de wijziging zijn ingelogd, zullen de wijziging in de rol nog niet merken De autorisaties die zijn toegekend aan een rol opvragen Vereiste autorisaties: Rol Opvragen Om de autorisaties die zijn toegekend aan een bepaalde rol op te vragen: 1. Kies de menu-optie Rollen of Site-specifieke rollen van het menu Administratief. 2. Klik Toon autorisaties rechts van de rol. Een pop-upscherm toont de autorisaties die zijn toegekend aan deze rol De FP5-gebruikers aan wie een rol is toegekend opvragen Vereiste autorisaties: Rol Opvragen, FP5-gebruiker Opvragen FacilityPro Platform Pagina 14 van 92

15 Om de FP5-gebruikers aan wie een bepaalde is toegekend op te vragen: 1. Kies de menu-optie Rollen of Site rollen van het menu Administratief. 2. Klik Toon FP5-gebruikers rechts van de rol. Een pop-upscherm toont de FP5-gebruikers aan wie deze rol is toegekend en voor welke site zij die rol hebben Een rol verwijderen Vereiste autorisaties: Rol Opvragen, Rol Verwijderen OPMERKING: Een rol kan alleen verwijderd worden als het niet (meer) is toegekend aan FP5-gebruikers. Om een rol te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Rollen of Site rollen van het menu Administratief. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de rol die moet worden verwijderd. Via een popupscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 5.2 FP5-GEBRUIKERS FP5-gebruikers loggen in in FP5 en hebben toegang tot de functionaliteit zoals bepaald door de autorisaties die ze toegekend hebben gekregen via rollen. Dit op rollen en autorisaties gebaseerd model maakt het mogelijke dat FP5-gebruikers een verschillende rol hebben voor verschillende sites in het systeem. Bij de installatie kent FP5 een FP5-gebruiker admin die de rol Administrator heeft voor de systeembeheersite. Afhankelijk van de configuratie van FP5 zijn er twee soorten FP5-gebruikers: Lokale FP5-gebruikers die worden aangemaakt door een sitebeheerder en aan wie handmatig rollen worden toegekend Domein-FP5-gebruikers die in een LDAP-map staan (bijvoorbeeld Microsoft Active Directory). Hun login wordt geverifieerd tegen de data in een map en de rollen worden toegekend op basis van de data in die map. Voor de inrichting van het systeem met domein-fp5-gebruikers, zie de installatiehandleiding van FP5. Wanneer een FP5-gebruiker is geverifieerd tegen de data in de LDAP-map, wordt een schaduwkopie aangemaakt in FP5 en is de FP5-gebruiker zichtbaar in de administratieve webpagina s. Voor domein-fp5- gebruikers moeten sommige functies, zoals het wijzigen van wachtwoorden, en blokkeren en deblokkeren, worden uitgevoerd in de LDAP-map en deze functies zijn dan niet toegankelijk in FP5. Domein-FP5-gebruikers behoren altijd tot de systeembeheersite. Elke FP5-gebruiker heeft een unieke gebruikersnaam die wordt gebruikt om in te loggen vanaf de inlogpagina en om de FP5-gebruiker te representeren op andere pagina s. Voor een domein-fp5-gebruiker, is er de LDAP FP5-gebruiker DN set. Om aan de systeemeisen te voldoen wordt toch een unieke gebruikersnaam aangemaakt voor domein-fp5-gebruikers. Als de gebruikersnaam vanuit de LDAP-map niet uniek is, wordt een serienummer aan de naam toegevoegd om het uniek te maken Een lokale FP5-gebruiker aanmaken Vereiste autorisaties: FP5-gebruiker Opvragen, FP5-gebruiker Aanmaken Zorg dat de juiste site is geselecteerd voordat u een nieuwe FP5-gebruiker aanmaakt. De FP5-gebruiker zal behoren tot de site die was geselecteerd toen de FP5-gebruiker werd aangemaakt. Wanneer een FP5-gebruiker FacilityPro Platform Pagina 15 van 92

16 wordt aangemaakt in de systeembeheersite, kunnen alleen FP5-gebruikers (systeembeheerders) met autorisatie om FP5-gebruikers van de systeembeheersite te wijzigen deze FP5-gebruiker beheren. Wanneer een FP5-gebruiker wordt aangemaakt in een andere site, kunnen FP5-gebruikers (functionele beheerders) met autorisatie om FP5-gebruikers van die site te wijzigen deze FP5-gebruiker beheren. Om een lokale FP5-gebruiker aan te maken: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe FP5-gebruiker in, in de daartoe bestemde velden. 4. Voeg op het tabblad Sites/terminalgroepen de sites en de systeembrede terminalgroepen toe die voor deze FP5-gebruiker zichtbaar zullen zijn. 5. Voeg op het tabblad Rollen de rollen toe die deze FP5-gebruiker krijgt toegekend. Voor elke rol: a. Klik Toevoegen. b. Selecteer de combinatie van site en rol om toe te wijzen. c. Vink desgewenst het veld Delegeren toegestaan aan (zie onder). d. Klik Toevoegen. Om een rol te verwijderen, klik Verwijder rechts van de rol. 6. Klik Bewaar om de FP5-gebruiker aan te maken. Het veld Delegeren toegestaan bepaalt of de FP5-gebruiker de betreffende rol zal kunnen toekennen aan andere FP5-gebruikers (als de FP5-gebruiker de autorisatie FP5-gebruiker Wijzigen heeft voor die site). Een FP5-gebruiker met de autorisatie FP5-gebruiker Wijzigen kan alleen aan andere FP5-gebruikers rollen toekennen die aan hem zelf zijn toegekend en waarvoor het veld Delegeren toegestaan is aangevinkt Een FP5-gebruiker wijzigen Vereiste autorisaties: FP5-gebruiker Opvragen, FP5-gebruiker Wijzigen Om een FP5-gebruiker te wijzigen: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. 2. Klik de naam van de FP5-gebruiker die u wilt wijzigen. Als de gewenste FP5-gebruiker niet zichtbaar is, zorg dat de juiste site is geselecteerd. De gegevens van de FP5-gebruiker worden getoond. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Als u de sites en/of systeembrede terminalgroepen die zichtbaar zullen zijn voor deze FP5-gebruiker wilt wijzigen, voeg dan sites en/of systeembrede terminalgroepen toe op het tabblad Sites/terminalgroepen of verwijder ze. 5. Als u de rollen voor deze FP5-gebruiker wilt wijzigen, voeg dan rollen toe op het tabblad Rollen (zie voor info over het toevoegen van rollen en voor het veld Delegeren toegestaan ) of verwijder ze. 6. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Het wachtwoord van een FP5-gebruiker wijzigen Vereiste autorisaties: FP5-gebruiker Opvragen, FP5-gebruiker Wijzigen Om het wachtwoord van een FP5-gebruiker te wijzigen: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. 2. Klik de naam van de FP5-gebruiker. Als de gewenste FP5-gebruiker niet zichtbaar is, zorg dat de juiste site is geselecteerd. 3. Op het gegevensscherm van de FP5-gebruiker klik Wachtwoord wijzigen. 4. Voer tweemaal het gewenste wachtwoord in. FacilityPro Platform Pagina 16 van 92

17 5. Klik Wijzig. 6. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Het profiel van een FP5-gebruiker wijzigen Vereiste autorisaties: geen Wanneer een FP5-gebruiker is ingelogd kan hij zijn eigen FP5-gebruikersprofiel wijzigen, d.w.z. de standaardtaal die zal worden gebruikt voor de gebruikersinterface wanneer hij inlogt, zijn profielfoto en zijn wachtwoord. Om het profiel van een FP5-gebruiker te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Profiel van het menu met uw gebruikersnaam. 2. Als u de standaardtaal die zal worden gebruikt voor de gebruikersinterface wanneer u inlogt wilt wijzigen, kies de gewenste taal van de dropdown in het veld Taal. 3. Als u een profielfoto wilt toevoegen of de profielfoto wilt wijzigen, klik Bestand kiezen en selecteer een bestand. De bestandsnaam zal worden getoond achter de knop Bestand kiezen. 4. Als u uw wachtwoord wilt wijzigen, klik Wachtwoord wijzigen. 5. Voer tweemaal het gewenste wachtwoord in. 6. Klik Wijzig. 7. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Een FP5-gebruiker blokkeren Vereiste autorisaties: FP5-gebruiker Opvragen, FP5-gebruiker Blokkeren Om een FP5-gebruiker te blokkeren: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. 2. Klik Blokkeren rechts van de FP5-gebruiker in de kolom Actie. Als de gewenste FP5-gebruiker niet zichtbaar is, zorg dat de juiste site is geselecteerd. De geblokkeerde FP5-gebruiker zal niet meer kunnen inloggen in FP5. Als de FP5-gebruiker op het moment van blokkeren is ingelogd, zal de blokkade pas van kracht zijn vanaf de eerstvolgende keer dat hij inlogt Een FP5-gebruiker deblokkeren Vereiste autorisaties: FP5-gebruiker Opvragen, FP5-gebruiker Deblokkeren Om een FP5-gebruiker te deblokkeren: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. 2. Klik Deblokkeren rechts van de FP5-gebruiker in de kolom Actie. Als de gewenste FP5-gebruiker niet zichtbaar is, zorg dat de juiste site is geselecteerd. De FP5-gebruiker zal weer kunnen inloggen Een FP5-gebruiker verwijderen Vereiste autorisaties: FP5-gebruiker Opvragen, FP5-gebruiker Verwijderen Om een FP5-gebruiker te verwijderen: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. FacilityPro Platform Pagina 17 van 92

18 2. Klik de naam van de FP5-gebruiker die moet worden verwijderd. Als de gewenste FP5-gebruiker niet zichtbaar is, zorg dat de juiste site is geselecteerd. 3. Op het gegevensscherm van de FP5-gebruiker, klik Verwijder. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 4. Bevestig het verwijderen. Vanwege beperkingen voortkomend uit referentiële integriteit worden FP5-gebruikers nooit daadwerkelijk verwijderd. Zij worden alleen niet meer getoond in de lijst van FP5-gebruikers. Het is niet mogelijk een nieuwe FP5-gebruiker aan te maken met dezelfde gebruikersnaam als een eerder verwijderde FP5-gebruiker Autorisaties op basis van LDAP-groepen toekennen Wanneer FP5-gebruikers geverifieerd worden tegen een LDAP-map, worden hun autorisaties toegekend op basis van het groepslidmaatschap in de LDAP-map. Om een LDAP-groep-naar-rol-vertaling aan te maken: 1. Zorg dat de systeembeheersite is geselecteerd. 2. Kies de menu-optie LDAP-groep-naar-rol-vertaling van het menu Administratief. 3. Klik Nieuw. 4. Voer de groepsnaam in de talen van de site en een omschrijving in, in de daartoe bestemde velden. De waarde van het veld Groepsnaam moet de LDAP group common name zijn met alleen hoofdletters met daarvoor de tekst ROLE_. Een LDAP-groep met de naam Service-desk krijgt in het veld Groepsnaam dus de waarde ROLE_SERVICE-DESK. In toekomstige versies van FP5 zal de groepsnaam gewoon gelijk zijn aan de LDAP-groepsnaam. 5. Vink desgewenst het veld Gesynchroniseerde groep aan. Dit veld bepaalt of deze LDAP-groep-naarrol-vertaling actief is. Als het veld niet is aangevinkt, zal FP5 niet meer autorisaties toekennen gebaseerd op deze LDAP-groep-naar-rol-vertaling. Als het veld is aangevinkt zullen autorisaties in deze LDAP-groep-naar-rol-vertaling worden toegekend aan FP5-gebruikers die behoren tot de betreffende groep. 7. Voor elke systeembrede rol die u aan deze LDAP-groep-naar-rol-vertaling wil toekennen: a. Klik Toevoegen naast Systeemrollen. b. Selecteer de combinatie van site en rol om toe te wijzen. c. Vink het veld Delegeren toegestaan desgewenst aan (zie 5.2.1). d. Klik Toevoegen. Om een rol te verwijderen, klik Verwijderen rechts van de rol. 8. Voor elke site-specifieke rol die u aan deze LDAP-groep-naar-rol-vertaling wil toekennen: a. Klik Toevoegen naast Site-specifieke rollen. b. Selecteer de combinatie van site en rol om toe te wijzen. c. Vink het veld Delegeren toegestaan desgewenst aan (zie 5.2.1). d. Klik Toevoegen. Om een rol te verwijderen, klik Verwijderen rechts van de rol. 9. Voor elke site die FP5-gebruikers met deze LDAP-groep-naar-rol-vertaling mogen zien: a. Klik Toevoegen naast Sites. b. Selecteer de site. c. Klik Selectie toevoegen. Om een site te verwijderen, klik Verwijderen rechts van de site. 10. Voor elke terminalgroep die bij deze LDAP-groep-naar-rol-vertaling moet behoren: a. Klik Toevoegen naast Terminalgroepen. b. Selecteer de combinatie van site en terminalgroep. c. Klik Toevoegen. Om een terminalgroep te verwijderen, klik Verwijderen rechts van de terminalgroep. 11. Klik Bewaar om de LDAP-groep-naar-rol-vertaling te bewaren. FP5 zal normaalgesproken de autorisaties van een FP5-gebruiker alleen synchroniseren wanneer het ziet dat de gegevens voor die FP5-gebruiker in de LDAP-map zijn gewijzigd. Wanneer een LDAP-groep-naar-rol-vertaling wordt aangemaakt of gewijzigd of verwijderd zal FP5 een synchronisatie van alle FP5-gebruikers forceren. FacilityPro Platform Pagina 18 van 92

19 5.3 SITES Een FP5-gebruiker ziet niet altijd alle sites binnen het systeem. Welke sites zichtbaar en selecteerbaar zijn wordt bepaald op het tabblad Sites/terminalgroepen van die FP5-gebruiker (zie 5.2.1). Een nieuwe installatie heeft een standaardgebruiker admin met de standaardrol Administrator voor de systeembeheersite, waarmee hij toegang tot alle functionaliteit van die site heeft Een nieuwe site aanmaken en inrichten Vereiste autorisaties: Site Opvragen, Site Aanmaken Alvorens een nieuwe site kan worden aangemaakt moet een unieke sitecode worden verkregen van Magna Carta. Deze sitecode is een numerieke waarde die wereldwijd kaart/id systemen kan onderscheiden en garandeert dat terminals van een bepaalde site alleen kaarten/id s zal accepteren die zijn uitgegeven door en voor die site. Om een sitecode te verkrijgen voor een nieuwe site, neem contact op met uw Magna Carta vertegenwoordiger. Om een site aan te maken: 1. Kies de menu-optie Sites van het menu Administratief. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens, waaronder de sitecode die van Magna Carta is verkregen, in op het gegevensscherm van de nieuwe site in de daartoe bestemde velden. Zie voor uitleg over de gegevens van een site. 4. Klik Bewaar om de site aan te maken. Wanneer een nieuwe site wordt aangemaakt, wordt de huidige (ingelogde) FP5-gebruiker automatisch geautoriseerd om toegang tot de nieuwe site te hebben (anders zou de site niet zichtbaar zijn voor die FP5- gebruiker). Anders gezegd, de Site management rol voor de nieuwe site wordt toegekend aan de huidige FP5-gebruiker. Om de beheerder voor de nieuwe site te definiëren: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. 2. Klik de naam van de FP5-gebruiker die de beheerder moet worden van de nieuwe site. 3. Op het tabblad Rollen, klik Toevoegen naast Beschikbare rollen. 4. Kies de nieuwe site van de dropdown in het veld Site. 5. Kies de rol Administrator van de dropdown in het veld Rol. 6. Vink desgewenst het veld Delegeren toegestaan aan (zie 5.2.1). 7. Klik Toevoegen. 8. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Als de rol werd toegevoegd voor een FP5-gebruiker die op dat moment was ingelogd, zullen de nieuwe autorisaties pas actief worden wanneer hij is uitgelogd en opnieuw ingelogd De gegevens van een site wijzigen Vereiste autorisaties: Site Opvragen, Site Wijzigen Om de gegevens van een site te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Sites van het menu Administratief. 2. Klik de naam van de site. FacilityPro Platform Pagina 19 van 92

20 3. Wijzig de gewenste velden op de tabbladen Detail, Contact, Servers, Vormgeving en Parameters. De volgende paragrafen beschrijven welke gegevens op elk van deze tabs staan. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. OPMERKING: Alle gegevens van een site kunnen worden gewijzigd. Het is echter niet verstandig om de sitecode te wijzigen nadat een site in gebruik is genomen. Dit wordt dan ook afgeraden Het tabblad Detail De gegevens op deze tab zijn verplichte gegevens (behalve Taal 2, Taal 3, enz.) Naam - de naam van de site zoals zal worden getoond in de beheerinterface (in meerdere talen). De talen die hier moeten worden ingevuld zijn de talen die zijn geconfigureerd voor de systeembeheersite. Sitecode deze wordt door Magna Carta verstrekt voor een nieuwe site. De systeembeheersite gebruikt site code 0, demonstratiesites gebruiken sitecode Het wordt afgeraden de sitecode nog te wijzigen nadat de site in gebruik is genomen. Tijdszone de tijdszone voor het tonen en invoeren van tijdstippen. Deze tijdszone wordt ook gebruikt om te bepalen wanneer rapporten volgens schema moeten worden gegenereerd en voor de datums die in deze rapporten worden getoond. Standaardmunteenheid- de standaardmunteenhied voor het tonen van bedragen. Webdomein de URL die wordt gebruikt voor het beheer van deze site; d.w.z. de domeinnaam en, optioneel, de poort en het pad voor de beheersinterface voor de site. Als een andere domeinnaam is ingesteld dan de hoofdserver dient DNS naar de server te wijzen en dienen virtuele hosts goed te zijn ingesteld. Een technisch beheerder dient hiervoor zorg te dragen voordat een andere hostnaam kan worden gekozen. Meta-site (read-only) Geeft aan (indien aangevinkt) dat dit de systeembeheersite is (meta-site). Status (read-only) - Huidige status van deze site: actief of geblokkeerd. Taal 1..5 de talen die kunnen worden gekozen door FP5-gebruikers van deze site. De als eerste taal configureerde taal (Taal 1) zal de standaardtaal zijn als een tekst niet beschikbaar is in de gekozen taal Het tabblad Contact Voor beheerders kan het handig zijn om toegang te hebben tot de contactgegevens van de contactpersoon van de site. Deze gegevens kunnen worden ingevoerd en uitgelezen maar worden verder niet gebruikt door FP5. Contactpersoon naam van de contactpersoon Adres Telefoon 1 Telefoon 2 Omschrijving notities over deze site Het tabblad Servers ( configuratie en secundaire-databasegegevens) FP5 stuurt soms s aan FP5-gebruikers en gebruikers. Zo kunnen rapporten per aan beheerders verzonden worden, evenals waarschuwingsberichten. Elke site kent zijn eigen configuratie zodat s een afzendadres hebben die specifiek is voor die site. adres afzender Naam afzender SMTP-server - serverhostnaam of IP om mee te verbinden SMTP-poort - poort om mee te verbinden (standaard is 25) SMTP-gebruikersnaam de gebruikersnaam die moet worden ingevoerd als verificatie vereist is SMTP-wachtwoord het wachtwoord dat moet worden ingevoerd als verificatie vereist is FacilityPro Platform Pagina 20 van 92

21 Optioneel kunnen de gegevens van een secundaire database worden ingevoerd. Deze gegevens zullen worden gebruikt door de rapportgenerator. Er zijn twee mogelijkheden: 1. De site wordt gebruikt om te rapporteren over een oude FPM database. In dat geval worden hier de gegevens van de FPM database ingevoerd. 2. Op grote sites kan er voor worden gekozen de rapporten te genereren vanuit een read-only gesynchroniseerde kopie van de database. Dit voorkomt het op slot gaan van de database tijdens het rapporteren. De gegevens van deze databasekopie worden dan hier ingevoerd. Type secundaire database - type database URL secundaire database - JDBC voor deze database Gebruikersnaam secundaire database gebruikersnaam voor inloggen Wachtwoord secundaire database - wachtwoord voor inloggen Het tabblad Vormgeving Op dit tabblad kunt u bestanden kiezen die als logo voor de site zullen worden gebruikt of als logo op de rapporten. U kunt bestanden kiezen met een jpg of png formaat Het tabblad Parameters Dit tabblad heeft één parameter: Aantal dagen alvorens transacties te verwijderen de standaardwaarde is 1461, wat 4 jaar is; Een site verwijderen Vereiste autorisaties: Site Opvragen, Site Verwijderen Om een site te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Sites van het menu Administratief. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de site. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. Een site kan niet echt verwijderd worden als het ergens in FP5 is gebruikt. Door een site te verwijderen wordt het alleen geblokkeerd en onzichtbaar gemaakt Een site blokkeren Vereiste autorisaties: Site Opvragen, Site Blokkeren Als een gehoste site zijn facturen niet heeft betaald kan de service tijdelijk worden opgeschort. Ook in het geval een site zal worden opgeheven kan het verstandig zijn eerst een periode de site te blokkeren zodat toegang tot FP5 wordt opgeheven voor FP5-gebruikers en terminals niet meer gebruikt kunnen worden. In deze beide gevallen zal men de site willen blokkeren. Om een site te blokkeren: 1. Kies de menu-optie Sites van het menu Administratief. 2. Klik Blokkeren rechts van de site. Een geblokkeerde site zal geen toegang meer tot FP5 hebben. FP5-gebruikers van de geblokkeerde site kunnen niet meer inloggen en terminals van die site zullen niet meer werken. FacilityPro Platform Pagina 21 van 92

22 5.3.5 Een site deblokkeren Vereiste autorisaties: Site Opvragen, Site Deblokkeren Om een site te deblokkeren: 1. Kies de menu-optie Sites van het menu Administratief. 2. Klik Deblokkeren rechts van de site. Als de site is gedeblokkeerd zullen FP5-gebruikers weer kunnen inloggen en zullen terminals het weer doen SJABLONEN Een systeembeheerder of sitebeheerder kan sjablonen configureren die door FP5 zullen worden gebruikt als format voor s aan FP5-gebruikers en gebruikers. Voor elk type bericht wordt een ander sjabloon gebruikt. Sjablonen kunnen worden geconfigureerd in meerdere talen. Wanneer een sjabloon wordt aangemaakt wordt de taal gekozen in het veld Taal. Sjablonen die zijn geconfigureerd in de systeembeheersite dienen als standaard voor alle sites van het systeem. Een sitebeheerder kan voor zijn site ook andere sjablonen configureren. De volgende tabel toont welke types sjablonen kunnen worden geconfigureerd. Tabel 3: Types sjablonen Type sjabloon Rapport als bijlage Rapport als link (geen bijlage) Omschrijving Wordt gebruikt om een rapport als bijlage per te sturen aan een FP5-gebruiker. Het sjabloon bepaalt de tekst van de . Wordt gebruikt om een link naar een rapport te sturen aan een FP5- gebruiker. Het rapport kan ook als bijlage worden aangehecht (als dit staat in het distributievoorschrift). Het rapportsjabloon dient dan een variabele te hebben die de link bevat naar het rapport. Om de link toe te voegen dient de volgende variabele te worden ingevoegd: Blanco rapport Rapport gegenereerd (SMS) Blanco rapport (SMS) Sitemelding Reservering is beschikbaar Reservering is verlopen Gebruikerswachtwoord reset Wordt gebruikt om een waarschuwing te sturen wanneer een leeg rapport werd gegenereerd. Wordt gebruikt om een SMS naar een FP5-gebruiker te sturen wanneer een rapport beschikbaar is. De tekst die in de sjabloon wordt gedefinieerd mag niet meer dan 160 karakters bevatten. In het veld adres ontvanger van het sjabloon kan een SMS gateway adres worden opgegeven. Gebruik de parameter ${mobilenumber} of ${mobilenumbernoplus} in het veld adres ontvanger om het gewone mobiele nummer van de FP5- gebruiker te verkrijgen. Wordt gebruikt om een SMS naar een FP5-gebruiker te sturen wanneer een leeg rapport werd gegenereerd. In het veld adres ontvanger van het sjabloon kan een SMS gateway adres worden opgegeven. Gebruik de parameter ${mobilenumber} of ${mobilenumbernoplus} in het veld adres ontvanger om het gewone mobiele nummer van de FP5- gebruiker te verkrijgen. Nog niet in gebruik. Nog niet in gebruik. Nog niet in gebruik. Wordt gebruikt om een nieuw wachtwoord dat is aangemaakt door FP5 aan een gebruiker te sturen via . FacilityPro Platform Pagina 22 van 92

23 Gebruikerswachtwoord reset SMS FP5-gebruikerswachtwoord reset FP5-gebruikerswachtwoord reset SMS Wordt gebruikt om een nieuw wachtwoord dat is aangemaakt door FP5 aan een gebruiker te sturen via SMS. Wordt gebruikt om een nieuw wachtwoord dat is aangemaakt door FP5 aan een FP5-gebruiker te sturen via . Wordt gebruikt om een nieuw wachtwoord dat is aangemaakt door FP5 aan een FP5-gebruiker te sturen via SMS. Wanneer een bepaald type sjabloon niet is aangemaakt in FP5 (in ten minste één taal), zal het versturen van de of SMS mislukken. Het is daarom belangrijk om te zorgen dat de sjablonen bestaan in de standaardtaal. Wanneer een bepaald type sjabloon niet is aangemaakt in de taal van een bepaalde FP5-gebruiker, zal FP5 het sjabloon in de standaardtaal gebruiken Een sjabloon aanmaken Vereiste autorisaties: sjabloon Opvragen, sjabloon Aanmaken Om een sjabloon aan te maken: 1. Kies de menu-optie sjablonen van het menu Administratief. 2. Klik Nieuw. 3. Voer op het gegevensscherm van het sjabloon de naam voor het sjabloon in de talen van de site en het type in, in de daartoe bestemde velden. 4. Voer het onderwerp en de hoofdtekst in voor de (of SMS). De hoofdtekst wordt ingevoerd als rich text (html). FP5 zal dit automatisch naar plain text converteren voor ontvangers die html e- mailteksten niet kunnen verwerken. 5. Klik Bewaar om het sjabloon aan te maken Een bestaande sjabloon wijzigen Vereiste autorisaties: sjabloon Opvragen, sjabloon Wijzigen Om een sjabloon te wijzigen: 1. Kies de menu-optie sjablonen van het menu Administratief. 2. Klik de naam van de sjabloon. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Een sjabloon verwijderen Vereiste autorisaties: sjabloon Opvragen, sjabloon Verwijderen Om een sjabloon te verwijderen: 1. Kies de menu-optie sjablonen van het menu Administratief. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van het sjabloon dat moet worden verwijderd. Via een popupscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. FacilityPro Platform Pagina 23 van 92

24 5.4.4 Toegestane variabelen in sjablonen De teksten die worden ingevoerd als onderwerp en als hoofdtekst worden door de Velocity-motor geïnterpreteerd. Wanneer een wordt verstuurd zal de Velocity-motor de variabelen in het onderwerp en in de hoofdtekst vervangen met een dynamische waarde. Variabelen worden herkend omdat zij voldoen aan een specifiek format. Voor een volledig overzicht van de mogelijkheden in de sjablonen, verwijzen wij naar de documentatie van Velocity die beschikbaar is op De volgende tabel toont de variabelen die kunnen worden opgenomen in het onderwerp of in de hoofdtekst van een sjabloon en die zullen worden vervangen door de huidige waarde voor die variabelen wanneer de wordt verstuurd. FacilityPro Platform Pagina 24 van 92

25 Tabel 4: sjabloonvariabelen FacilityPro Platform Pagina 25 van 92

26 Variabele ${config.description} ${config.id} Omschrijving Omschrijving van de rapportconfiguratie Interne unieke ID van de rapportconfiguratie ${configname} Naam van de rapportconfiguratie in de taal van het e- mailsjabloon ${distribution.distributedto. address} ${distribution.distributedto.languageid} ${distribution.distributedto.timezoneid} ${distribution.distributedto.userdn} ${distribution.distributedto.username} ${distribution. address} Bij verzenden aan een FP5-gebruiker, het adres van deze FP5-gebruiker Bij verzenden aan een FP5-gebruiker, the language ID for this FP5-gebruiker Bij verzenden aan een FP5-gebruiker, the time zone ID for this FP5-gebruiker Bij verzenden aan een domein-fp5-gebruiker (LDAP), de gebruiker DN voor deze FP5-gebruiker Bij verzenden aan een FP5-gebruiker, de loginnaam van deze FP5-gebruiker Bij verzenden aan een adres, het adres ${distribution.languageid} Bij verzenden aan een adres, de taal-id voor dit e- mailadres ${mobilenumber} ${mobilenumbernoplus} ${output.adhoc} ${output.byloginname} ${output.createddate} ${output.id} ${output.parametervalues} ${output.status} ${site.contactaddress} ${site.contact } ${site.contactname} ${site.contactphone1} Het mobiele telefoonnummer van de FP5-gebruiker waaraan het rapport moet worden verstuurd, genormaliseerd met een + -teken en een landcode Het mobiele telefoonnummer van de FP5-gebruiker waaraan het rapport moet worden verstuurd, genormaliseerd met een landcode, maar zonder + - voorvoegsel Geeft aan of het rapport volgens een schema werd gegenereerd of ad hoc Gebruikersnaam van de FP5-gebruiker die het ad hoc rapport genereerde Datum waarop her rapport werd gegenereerd Interne unieke ID van dit rapport Op de volgende wijze kan een link naar de pagina van het rapport worden gespecifieerd: Lijst van parameterwaardes die warden gebruikt om het rapport te genereren Geeft de huidige status van het rapport Contactadres van de site waar het rapport over gaat Contact adres van de site waar het rapport over gaat Naam van de contactpersoon van de site waar het rapport over gaat Telefoonnummer 1 van de contactpersoon van de site waar het rapport over gaat FacilityPro Platform Pagina 26 van 92

27 Variabele ${site.contactphone2} ${site.context} ${site.defaultcurrency} ${site.description} ${site.domain} ${site.id} ${site.sitecode} ${site.timezoneid} ${sitename} ${sjabloon.description} ${sjabloon.id} Omschrijving Telefoonnummer 2 van de contactpersoon van de site waar het rapport over gaat Padnaam die moet volgen op de domeinnaam om te wijzen naar de pagina waar het rapport staat Standaardmunteenheid van de site waar het rapport over gaat Omschrijving van de site waar het rapport over gaat Domeinnaam (en poort) van de site waar het rapport over gaat Interne unieke ID van de site waar het rapport over gaat Sitecode van den site waar het rapport over gaat Code van de tijdszone van den site waar het rapport over gaat Naam van de site in de taal van het sjabloon Omschrijving van het rapportsjabloon Interne unieke ID van het rapportsjabloon ${sjabloonname} Naam van het sjabloon in de taal van het e- mailsjabloon Afbeeldingen kunnen worden toegevoegd aan de hoofdtext van een sjabloon. Zij kunnen worden ingevoegd door het icoon Afbeelding toevoegen ( ) te gebruiken in de werkbalk van de rich text tekstverwerker. De afbeelding dient beschikbaar te zijn op een publieke webserver en wordt ingevoegd door de URL naar de afbeelding op die server op te nemen in de hoofdtekst. 5.5 RAPPORTSJABLONEN De rapportgenerator van het systeem gebruikt sjablonen om te bepalen welke gegevens inhoudelijk worden weergegeven door het rapport en hoe het rapport wordt opgemaakt. Deze sjablonen worden aangemaakt met de software JasperReports. Voor documentatie over het aanmaken van rapportsjablonen verwijzen wij naar de site van JasperReports en van ireports: De format van een rapportsjabloon Een rapportsjabloon bestaat uit meerdere bestanden en wordt aan FP5 aangeboden als één enkel zip-bestand waarin deze bestanden zitten inhoud zip-bestand FP5 kijkt in het zip-bestand naar een bestand met de extensie jrxml. De naam van het bestand is niet van belang. Een rapportsjabloon kan ook meerdere subrapporten bevatten die bij het hoofdrapport horen. De namen van de bestanden die de subrapporten bevatten dienen met het voorvoegsel sub_ te beginnen, anders worden ze verward met het hoofdrapport. Additionele bestanden in het zip-bestand kunnen afbeeldingen en taalgegevens bevatten, en zijn beschikbaar voor het rapportsjabloon mits er geen expliciet pad is gespecifieerd (vanaf de huidige map). FacilityPro Platform Pagina 27 van 92

28 Opmerking: irapport neemt standaard de volle padnaam naar een afbeelding op in het sjabloon. Het kan dan nodig zijn handmatig de xml van het sjabloon te wijzigen om deze paden te verwijderen. De volgende tabel toont een voorbeeld van de inhoud van het zip-bestand van een a rapportsjabloon. Tabel 5: Voorbeeld van het zip-bestand van een rapportsjabloon Bestandsnaam logo.png texts.properties texts_nl.properties main.jrxml sub_detail.jrxml Omschrijving Logo (afbeelding) dat kan worden gebruikt door een sjabloon Teksten in de standaardtaal Teksten in de Nederlandse taal Hoofdrapportsjabloon, een XML bestand Sub-rapportsjabloon, een XML bestand OPMERKING: Een rapportsjabloon bevat SQL-queries. Wanneer deze SQL-queries onvakkundig worden gemaakt, kunnen zij systeembreed toegang geven tot data (dus niet alleen tot de database van de geselecteerde site). Het is daarom aan te raden alleen systeembeheerders autorisatie te geven om rapportsjablonen aan te maken en te wijzigen, zelfs wanneer het gaat om rapportsjablonen binnen een specifieke site. FP5 zal altijd de geselecteerde site doorgeven aan de SQL-query, maar de ontwerper van het rapportsjabloon is verantwoordelijk om te verzekeren dat alleen data van de betreffende site zal worden geraadpleegd door de query door in de SQL-query de siteparameter op te nemen in de WHERE-clausule De talen van rapportsjabloon Een rapportsjabloon kan worden gebruikt om rapporten te genereren in meerdere talen. Dit wordt gerealiseerd door een zogenaamde resource bundle in het rapport op te namen en vertalingen aan te leveren van de teksten als afzonderlijke Java resource bundle files die de extensie.properties hebben. FP5 zal de talen die worden ondersteund door het rapport detecteren door de locale identifier in de bestandsnaam te decoderen. Elke bestandsnaam dient het volgende format te hebben: <resource-bundle-name>_<locale>.properties Binnen de sjabloon kan naar strings die zijn gedefinieerd in de resource bundle worden verwezen door de format $R{naam} te gebruiken De parameters van rapportsjabloon Een rapportsjabloon kan extra externe parameters specificeren om te gebruiken wanneer een rapport wordt gegenereerd. Er zijn ingebouwde parameters die altijd worden aangeleverd door de rapportgenerator. Wij verwijzen u naar de documentatie van JasperReports voor een lijst van deze parameters. Er zijn ook parameters die altijd worden aangeleverd door FP5 waarnaar een rapportsjabloon kan verwijzen. De volgende tabel toont de parameters die in ieder rapportsjabloon zijn ingebouwd. FacilityPro Platform Pagina 28 van 92

29 Tabel 6: ingebouwde parameters van ieder rapportsjabloon Parameternaam RAPPORT_LOCALE RAPPORT_RESOURCE_BUNDLE RAPPORT_TIME_ZONE _siteid _sitename _rapportname _dateformat _currencyformat entityid Omschrijving De taal voor het rapport Een verwijzing naar de resource bundle voor de taal als die in het zipbestand is aangeleverd De standaardtijdszone voor de site waar het rapport over gaat De interne unieke ID van de site waar het rapport over gaat De sitenaam in de taal van het rapport De rapportnaam in de taal van het rapport Een string die de format voor datums bepaalt voor het rapport Eem string die de format voor bedragen bepaalt voor het rapport De interne unieke ID van een object die door het systeem wordt geëxporteerd als PDF-bestand (wordt automatisch toegekend als de geëxporteerde PDF wordt gebruikt met een systeemrapportsjabloontype). Een rapportsjabloon kan extra parameters specificeren die zullen worden aangeleverd wanneer een rapport geconfigureerd of gegenereerd wordt. Deze parameters moeten worden verklaard in de preambule van de rapport-xml en deze verklaring kan additionele eigenschappen bevatten die aangeven hoe de parameterwaardes worden geselecteerd door FP5. Deze extra parameters moeten niet beginnen met een underscore (_). Bij elke parameter moet het attribuut class een geldige Java-class naam toekennen. De volgende tabel toont de waardes die dat attribuut kan krijgen die door FP5 herkend worden. Tabel 7: Waardes van het attribuut class van parameters van rapportsjablonen Class Collection classes java.lang.long java.lang.boolean java.lang.string java.util.date Omschrijving FP5 zal meerdere waardes toestaan voor collecties. Een integer-parameter Een Boolean-parameter Een string-parameter Een datum-parameter. Als de parameternaam eindigt met het achtervoegsel _start, zal FP5 ook zoeken naar een parameter die eindigt met het achtervoegsel _end om er een periode van te maken. Anders wordt een enkele datum verwacht Tevens kan een rapportsjabloon een bij een parameter een type specificeren die het mogelijk maakt nader te specificeren welke waardes door de FP5-gebruiker kunnen worden ingevoerd. De volgende tabel toont de mogelijke waardes voor parametertype. FacilityPro Platform Pagina 29 van 92

30 Tabel 8: Types parameters van rapportsjablonen Parametertype boolean integer(min,max) entityref( class ) daterange select( option : text, ) string( regex ) Omschrijving FP5 zal een veld presenteren dat al dan niet aangevinkt kan worden FP5 zal een integer-waarde acceperen binnen het aangegeven bereik FP5 zal de FP5-gebruiker vragen objecten van de betreffende class te selecteren van een lijst met objecten FP5 zal een omkaderde lijst van teksten presenteren en een waarde voorstellen. Er moeten twee parameters worden gesecificeerd voor een parameter van type daterange, met de achtervoegsel _start en met de achtervoegsel _end. FP5 zal een omkaderde lijst van teksten presenteren en een waarde voorstellen. FP5 zal vragen om een string in te voeren waarvan de waarde moet voldoen aan de given regular expression. Wij verwijzen naar de documentatie van Oracle voor de syntaxis van deze regular expressions : Als bij parameter het attribuut met de naam Mandatory en de waarde True wordt gespecificeerd, dan moet voor de parameter verplicht door de FP5-gebruiker een waarde worden ingevoerd in de rapportconfiguratie. In het rapportsjabloon xml wordt naar parameters verwezen met de syntaxis $P{parameternaam}. Om naar een parameter te verwijzen in de where clause die één van meerdere waardes mag hebben is er de syntaxis $X{IN,sql-variabele,parameternaam} Rapporttypes De meeste rapportsjablonen zullen worden gebruikt om rapporten volgens schema te genereren en om ad hoc rapporten te genereren vanaf het menu Rapporten. Vanuit bepaalde schermen in FP5 kan een object worden geëxporteerd vanaf het gegevensscherm. De vullijst is een van deze objecten, daarom is er een knop Exporteer als PDF op het gegevensscherm van een vullijst die kan worden gebruikt om de vullijst als PDFbestand te exporteren. Er bestaan rapporttypes die FP5 voor deze exports als sjabloon gebruikt. De volgende tabel toont de rapporttypes die standaard in FP5 staan. Tabel 9: Rapportsjabloon types Rapporttype <leeg> of normaal rapport Vullijstrapport Omschrijving Een normaal rapport dat niet expliciet door FP5 gebruikt wordt. Geeft aan dat het hier een rapportsjabloon betreft voor het exporteren van vullijsten als PDF-bestand. De unieke ID voor de geëxporteerde object zal worden geleverd als de parameter entityid Een rapportsjabloon uploaden Vereiste autorisaties: Rapportsjabloon Opvragen, Rapportsjabloon Aanmaken Zorg om een rapportsjabloon toe te voegen, dat de systeembeheersite is geselecteerd. Als de systeembeheersite is geselecteerd, zal het rapportsjabloon zichtbaar zijn voor alle sites binnen het systeem. Als een specifieke site is geselecteerd, zal het rapportsjabloon alleen zichtbaar zijn voor de beheerders (FP5- gebruikers) van die site. FacilityPro Platform Pagina 30 van 92

31 Om een rapportsjabloon aan te maken en te uploaden: 1. Kies de menu-optie Rapportsjablonen van het menu Rapporten. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de naam van het rapportsjabloon in de talen van de site en een omschrijving in, in de daartoe bestemde velden. 4. Selecteer het rapporttype. 5. Selecteer het zip-bestand waarin het rapportsjabloon staat om te uploaden. De bestandsnaam zal worden getoond achter de knop Bestand kiezen. 6. Klik Bewaar om het rapportsjabloon aan te maken Een rapportsjabloon wijzigen Vereiste autorisaties: Rapportsjabloon Opvragen, Rapportsjabloon Wijzigen Een rapportsjabloon kan worden gewijzigd. De namen kunnen worden gewijzigd, of een zip-bestand met een nieuw rapportsjabloon kan worden geüpload. Om een rapportsjabloon te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Rapportsjablonen van het menu Rapporten. 2. Klik de naam van het rapportsjabloon. 3. Wijzig de gewenste velden en/of upload een nieuw zip-bestand. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Een rapportsjabloon verwijderen Vereiste autorisaties: Rapportsjabloon Opvragen, Rapportsjabloon Verwijderen OPMERKING: Een rapportsjabloon kan alleen worden verwijderd wanneer het niet (meer) in gebruik is in een rapportconfiguratie. Om een rapportsjabloon te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Rapportsjablonen van het menu Rapporten. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van het rapport dat moet worden verwijderd. Via een popupscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen Meerdere rapportsjablonen tegelijk uploaden Vereiste autorisaties: Rapportsjabloon Opvragen, Rapportsjabloon Aanmaken Als meerdere zip-bestanden met rapportsjablonen (zie 5.5.1) samen zijn opgeslagen in één zip-bestand als pakket, dan kunnen zij allemaal tegelijk worden geïmporteerd. Zorg dat de juiste site is geselecteerd. Als de systeembeheersite is geselecteerd, zal het rapportsjabloon zichtbaar zijn voor alle sites binnen het systeem. Als een specifieke site is geselecteerd, zal het rapportsjabloon alleen zichtbaar zijn voor de beheerders (FP5- gebruikers) van die site. Om meerdere rapportsjablonen tegelijk aan te maken en te uploaden: 1. Kies de menu-optie Rapportsjablonen van het menu Rapporten. 2. Klik Sjablonenpakket uploaden. 3. Selecteer het zip-bestand waarin de rapportsjablonen staan om te uploaden. Een pop-upscherm toont welke rapportsjablonen in dit zip-bestand zitten. FacilityPro Platform Pagina 31 van 92

32 4. Klik Importeren. U keert terug naar de lijst van rapportsjablonen, en het geïmporteerde rapportsjablonen zal worden getoond in de lijst. 5.6 LOG VAN FP5-ACTIES De log van FP5-acties stelt de FP5-gebruiker in staat alle voorgaande FP5-acties in te zien of een specifiek deel daarvan te selecteren. Een selectie kan worden gemaakt door een bepaald type object te kiezen (btw-tarief, e- mailsjabloon, e-purse, FP5-gebruiker, FP5-gebruikersdirectory, gebruiker, gebruikersgroep, hardware, kaart/id, kaartconfiguratie, kaartwijziging, kostenplaats, prijstabel, privilege, product, productgroep, productreservering, purse-configuratie, rapportconfiguratie, rapportsjabloon, rol, site, terminal, terminalconfiguratie, terminalgroep, tijdstabel, productlay-out, vullijst), of door een specifieke waarde voor bepaalde velden in te vullen. Om een lijst van FP5-acties op te vragen: 1. Kies de menu-optie Log van FP5-acties van het menu Administratief. 2. Als u een bepaald deel van alle FP5-acties wilt zien, kies een waarde van de dropdown in het veld Object en/of voer waarden in, in de andere velden. 3. Klik Zoek. Een lijst van de FP5-acties die aan de zoekcriteria voldoen (als die er waren) wordt getoond. Voor iedere FP5-actie worden ook wat kerngegevens getoond. Om alle gegevens van een FP5-actie te zien, klik Data links van de FP5-actie. In een pop-upscherm worden alle velden getoond die zijn gewijzigd ten gevolge van de FP5-actie met hun oude en nieuwe waarde De knop Toon historie Op verschillende FP5 gegevensschermen is een knop Toon historie te zien, als de FP5-gebruiker toegang heeft tot de systeembeheersite en een rol voor die site met de autorisatie FP5-actie Opvragen. Klikken op deze knop brengt de FP5-gebruiker naar de lijst van FP5-acties met als waarde voor het veld Object het type object waarvoor de knop Toon historie werd geklikt. 6 PRODUCTCONFIGURATIE Een product is de naam die we gebruiken voor alles wat verkocht wordt of beheerd wordt door de terminals binnen het systeem. 6.1 PRODUCTGROEPEN Producten worden gegroepeerd in productgroepen. Een product kan maar in één productgroep zitten op enig moment. Het organiseren van producten in productgroepen maakt het configureren van privileges eenvoudiger. De velden van een productgroep zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * 2) Standaard btw-tarief: (de standaardwaarde is Maak uw keuze hetgeen betekent dat er geen btwtarief is vastgelegd voor de productgroep) het btw-tarief voor producten van deze productgroep. De waarde kan worden gekozen van de dropdown die de btw-tarieven toont die zijn gedefinieerd in FP5 (zie 6.5). Voor individuele producten kan ook een btw-tarief worden gekozen. In dat geval geldt het btw-tarief zoals gedefinieerd voor het individuele product, en niet het btw-tarief van de productgroep. 3) Omschrijving FacilityPro Platform Pagina 32 van 92

33 6.1.1 Een productgroep aanmaken Vereiste autorisaties: Productgroep Opvragen, Productgroep Aanmaken Om een productgroep aan te maken: 1. Kies de menu-optie Productgroepen van het menu Producten. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe productgroep in, in de daartoe bestemde velden. 4. Klik Bewaar om de productgroep aan te maken Een productgroep wijzigen Vereiste autorisaties: Productgroep Opvragen, Productgroep Wijzigen Om een productgroep te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Productgroepen van het menu Producten. 2. Klik de naam van de productgroep. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Een productgroep verwijderen Vereiste autorisaties: Productgroep Opvragen, Productgroep Verwijderen OPMERKING: Een productgroep kan alleen worden verwijderd als het niet (meer) in gebruik is voor een privilege of een product. Om een productgroep te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Productgroepen van het menu Producten. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de productgroep die moet worden verwijderd. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 6.2 PRODUCTEN De velden van een product zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * 2) Korte naam 3) Productgroep: Producten worden gegroepeerd in productgroepen. Een product kan maar in één productgroep zitten op enig moment. Het organiseren van producten in productgroepen maakt het configureren van privileges eenvoudiger. 4) Artikelnummer 5) Logistieke code 6) Gewicht 7) Lengte 8) Breedte 9) Hoogte 10) Standaardprijs * : standaardprijs in de standaardmunteenheid van de site 11) Standaard btw-tarief: (de standaardwaarde is Maak uw keuze hetgeen betekent dat er geen btwtarief is vastgelegd voor het product) het btw-tarief voor dit product. De waarde kan worden gekozen FacilityPro Platform Pagina 33 van 92

34 van de dropdown die de btw-tarieven toont die zijn gedefinieerd in FP5 (zie 6.5). Als hier een btwtarief wordt gekozen geldt dit btw-tarief en niet het btw-tarief van de productgroep. Als hier geen btwtarief wordt gekozen, geldt het btw-tarief van de productgroep voor dit product Een product aanmaken Vereiste autorisaties: Product Opvragen, Product Aanmaken Om een product aan te maken: 1. Kies de menu-optie Producten van het menu Producten. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor dit nieuwe product in, in de daartoe bestemde velden. Als een standaard btwtarief is gedefinieerd voor de productgroep waar dit product toe behoort, ook al wordt dit btw-tarief hier niet getoond, zal dit btw-tarief worden gebruikt voor dit product, tenzij u hier een ander btwtarief voor dit product definieert. 4. Selecteer een productgroep waartoe dit product behoort (optioneel). 5. Klik Bewaar om het product aan te maken Een product wijzigen Vereiste autorisaties: Product Opvragen, Product Wijzigen Om een product te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Producten van het menu Producten. 2. Klik de naam van het product. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. OPMERKING: Wanneer een product wordt gewijzigd, zal FP5 een automatische update inplannen voor de terminals die hierdoor worden beïnvloed, d.w.z. waar het gewijzigde product verkrijgbaar is. Een banner bovenaan het scherm geeft aan wanneer deze configuratie zal worden uitgevoerd Een product verwijderen Vereiste autorisaties: Product Opvragen, Product Verwijderen OPMERKING: Het is niet mogelijk een product te verwijderen nadat het in een privilege of in een transactie is gebruikt. Om een product te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Producten van het menu Producten. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van het product dat moet worden verwijderd. Via een popupscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 6.3 TIJDSTABELLEN Bij een privilege kunnen tijdstabellen worden gekozen, waarmee kan worden bepaald gedurende welke tijdsperioden het privilege geldt en/of op welke tijden de waarde van de teller van het privilege dient te FacilityPro Platform Pagina 34 van 92

35 worden opgehoogd. Een tijdstabel bestaat uit een of meerdere geldigheidsperiodes afgebakend door een starttijd en een eindtijd. Een tijdstabel kan herhalend zijn, dat wil zeggen dat de geldigheidsperiodes zich herhalen steeds als een aangegeven periode (week of jaar) is verstreken. Het systeem ondersteunt twee types tijdstabellen: Week-tijdstabellen: de geldigheidsperiodes worden gedefinieerd op basis van de dagen van de week. Als de tijdstabel herhalend is, herhalen deze geldigheidsperiodes zich elke week. Jaar-tijdstabellen: de geldigheidsperiodes worden gedefinieerd op basis van datum en tijd binnen een kalenderjaar. Als de tijdstabel herhalend is, herhalen deze geldigheidsperiodes zich elk jaar. Tijdstabellen kunnen worden gecombineerd. De geldigheidsperiodes van de ene tijdstabel worden dan opgenomen in of juist uitgesloten van de andere tijdstabel. Zo kunnen week- en jaar-tijdstabellen worden gecombineerd. Heeft men een jaar-tijdstabel gemaakt voor de vakantieperiodes, en een week-tijdstabel van de werktijden van de week, dan kan met door de geldigheidsperiodes van de vakantie-tijdstabel uit te sluiten van de werkweek-tijdstabel een gecombineerde tijdstabel maken die geldig is tijdens werkuren mits het geen vakantie is. De velden van een tijdstabel zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * : Wij raden aan een naam te kiezen die duidelijk omschrijft welke periodes de tijdstabel defineert. 2) Type * : weekindeling of jaarkalender. Wanneer een type is gekozen, kan deze niet meer gewijzigd worden. 3) Herhalend: wanneer dit veld is aangevinkt, zal de tijdstabel herhalen, dat wil zeggen dat de geldigheidsperiodes zich herhalen steeds als de aangegeven periode (week of jaar) is verstreken 4) Relatief: als dit veld niet is aangevinkt en de tijdstabel herhalend is, bijvoorbeeld wekelijks, zal een privilege waaraan deze tijdstabel is toegekend de teller van het privilege ophogen wanneer een kaart/id wordt aangeboden mits een week is verstreken gerekend vanaf de starttijd gedefinieerd in deze tijdstabel. Als het veld wel is aangevinkt zal niet de starttijd van de tijdstabel worden gebruikt om te bepalen of de teller van het privilege moet worden opgehoogd, maar de tijd waarop de kaart/id het laatst is opgehoogd. Als een week is verstreken sinds de laatste ophoging, zal de teller worden opgehoogd. (Bijvoorbeeld: veld niet aangevinkt en starttijd maandag 9:00 uur: elke week ophogen bij de eerste transactie na maandag 9:00 uur; veld wel aangevinkt: alleen ophogen wanneer er een week is verstreken sinds de laatste ophoging). 5) Starttijd * : eerste starttijd voor de tijdstabel. De tijdstabel zal niet eerder geldig zijn dan deze starttijd, maar wanneer de tijdstabel herhalend is zal deze oneindig herhalen vanaf de starttijd 6) Omschrijving 7) Geldigheidsperiodes: een of meerdere geldigheidsperiodes gedurende welke de tijdstabel geldig zal zijn 8) Uitgesloten periodes: de waarde kan worden gekozen van de dropdown die de tijdstabellen toont die in het systeem zijn gedefinieerd. Geldigheidsperiodes die zouden vallen binnen de geldige periodes van de tijdstabel die wordt bewerkt, maar die ook vallen binnen de geldige periodes van de tijdstabel die in het veld Uitgesloten periodes wordt gekozen, zullen worden uitgesloten van de tijdstabel die wordt bewerkt. 9) Additionele periodes: de waarde kan worden gekozen van de dropdown die de tijdstabellen toont die in het systeem zijn gedefinieerd. Geldigheidsperiodes die niet zouden vallen binnen de geldige periodes van de tijdstabel die wordt bewerkt, maar die wel vallen binnen de geldige periodes van de tijdstabel die in het veld Additionele periodes wordt gekozen, zullen worden toegevoegd aan de geldige periodes van de tijdstabel die wordt bewerkt Een tijdstabel aanmaken Vereiste autorisaties: Tijdstabel Opvragen, Tijdstabel Aanmaken Om een tijdstabel aan te maken: 1. Kies de menu-optie Tijdstabellen van het menu Producten. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe tijdstabel in, in de daartoe bestemde velden. FacilityPro Platform Pagina 35 van 92

36 4. Om een geldigheidsperiode toe te voegen, klik Toevoegen. Een pop-upscherm verschijnt waarin de geldigheidsperiode kan worden gedefinieerd (zie Figuur 6-1 en Figuur 6-2). Figuur 6-1: Pop-upscherm voor het definiëren van een geldigheidsperiode voor tijdstabel van het type Weekindeling Figuur 6-2: Pop-upscherm voor het definiëren van een geldigheidsperiode voor tijdstabel van het type Jaarkalender 5. Voor een tijdstabel van het type Weekindeling selecteer de dag, uur en minuut van de begintijd voor de geldigheidsperiode ( Van ) en van de eindtijd ( Tot ). Voor een tijdstabel van het type Jaarkalender selecteer de maand, dag, uur en minuut van de begintijd voor de geldigheidsperiode ( Van ) en van de eindtijd ( Tot ). 6. Klik Toevoegen om de geldigheidsperiode aan de lijst van geldigheidsperiodes toe te voegen. 7. Herhaal de voorgaande 3 stappen om nog een geldigheidsperiode toe te voegen. 8. Om een geldigheidsperiode te verwijderen, klik Verwijder rechts van de geldigheidsperiode. 9. Kies desgewenst een tijdstabel van de dropdown in het veld Uitgesloten periodes. De geldigheidsperiodes van deze tijdstabel zullen worden uitgesloten van de geldigheidsperiodes die voor de tijdstabel die wordt bewerkt zijn gedefinieerd. 10. Kies desgewenst een tijdstabel van de dropdown in het veld Additionele periodes. De geldigheidsperiodes van deze tijdstabel zullen worden toegevoegd aan de geldigheidsperiodes die voor de tijdstabel die wordt bewerkt zijn gedefinieerd. 11. Klik Bewaar om de tijdstabel aan te maken Een tijdstabel wijzigen Vereiste autorisaties: Tijstabel Opvragen, Tijdstabel Wijzigen Om een tijdstabel te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Tijdstabellen van het menu Producten. 2. Klik de naam van de tijdstabel. 3. Wijzig de gewenste velden. Het type ( Weekindeling of Jaarkalender ) kan niet worden gewijzigd. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. OPMERKING: Wanneer een tijdstabel wordt gewijzigd, zal FP5 een automatische update inplannen voor de terminals die hierdoor worden beïnvloed. Een banner bovenaan het scherm geeft aan wanneer deze configuratie zal worden uitgevoerd. FacilityPro Platform Pagina 36 van 92

37 6.3.3 Een tijdstabel verwijderen Vereiste autorisaties: Tijdstabel Opvragen, Tijdstabel Verwijderen OPMERKING: Een tijdstabel kan alleen worden verwijderd als er geen privileges (meer) bestaan die naar deze tijdstabel verwijzen. Om een tijdstabel te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Tijdstabellen van het menu Producten. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de tijdstabel die moet worden verwijderd. Via een popupscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 6.4 PRIJSTABELLEN Het systeem staat toe meerdere prijzen te definiëren per product. Dit gebeurt door prijstabellen aan te maken en vervolgens de prijzen van de producten in deze prijstabellen te definiëren. Er moet dan ook voor iedere prijstabel een privilege van het type Prijstabel worden aangemaakt (zie ), waarin de betreffende prijstabel is geselecteerd, alsmede de producten en/of productgroepen waar de privilege ( d.w.z. de prijstabel) betrekking op heeft. Dit privilege moet worden toegekend aan een of meerdere gebruikersgroepen of gebruikers (zie en 7.2.5). De velden van een prijstabel zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * : Wij raden aan een naam te kiezen die beschrijft voor wie de prijstabel zal gelden (bijvoorbeeld Gastprijzen of Prijstabel voor symposium ) 2) Omschrijving 3) Munteenheid 4) Standaard btw-tarief: het btw-tarief dat van toepassing is wanneer en product wordt verkocht voor de prijs die voor dat product is vastgelegd in deze tijdstabel. De waarde kan worden gekozen van de dropdown die de btw-tarieven toont die zijn gedefinieerd in FP5 (zie 6.5) Een prijstabel aanmaken Vereiste autorisaties: Prijstabel Opvragen, Prijstabel Aanmaken Om een prijstabel aan te maken: 1. Kies de menu-optie Prijstabellen van het menu Producten. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe prijstabel in, in de daartoe bestemde velden. 4. Klik Bewaar om de prijstabel aan te maken De prijzen van een prijstabel invullen Vereiste autorisaties: Product Opvragen, Product Wijzigen, Prijstabel Opvragen, Prijstabel Wijzigen Om de prijzen van een prijstabel in te vullen: 1. Kies de menu-optie Producten van het menu Producten. 2. Klik Wijzig prijstabel. 3. Kies de prijstabel die u wilt invullen. De lijst van producten laat nu velden zien voor de gekozen prijstabel. Standaard staan daarin voor ieder product de standaardprijs. FacilityPro Platform Pagina 37 van 92

38 4. Voer de prijzen in in de kolom Prijs in gekozen prijstabel en (optioneel) de voor verkoop via deze prijstabel geldende btw-tarieven. 5. Klik Bewaar prijstabel om de wijzigingen op te slaan. U ziet de lijst van producten. Met de knoppen Verberg prijstabel en Wijzig prijstabel kunt u de kolom voor de gewijzigde prijstabel zichtbaar of juist onzichtbaar maken. U kunt altijd slechts de prijzen van één prijstabel tegelijkertijd zien Een prijstabel verwijderen Vereiste autorisaties: Prijstabel Opvragen, Prijstabel Verwijderen Een prijstabel kan niet worden verwijderd als er naar wordt verwezen door een privilege. Om een prijstabel te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Prijstabellen van het menu Producten. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de te verwijderen prijstabel. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 6.5 BTW-TARIEVEN Het systeem ondersteunt het gebruikt van verschillende belastingtarieven of btw-tarieven. Deze kunnen worden ingevoerd en toegekend aan productgroepen of individuele producten. De velden van een btw-tarief zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * 2) Btw-percentage * 3) Omschrijving Een btw-tarief aanmaken Vereiste autorisaties: Btw-tarief Opvragen, Btw-tarief Aanmaken Om een btw-tarief aan te maken: 1. Kies de menu-optie Btw-tarieven van het menu Producten. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor het btw-tarief in, in de daartoe bestemde velden. 4. Klik Bewaar om het btw-tarief aan te maken Een btw-tarief wijzigen Vereiste autorisaties: Btw-tarief Opvragen, Btw-tarief Wijzigen Om een btw-tarief te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Btw-tarieven van het menu Producten. 2. Klik de naam van het btw-tarief. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. FacilityPro Platform Pagina 38 van 92

39 6.5.3 Een btw-tarief verwijderen Vereiste autorisaties: Btw-tarief Opvragen, Btw-tarief Verwijderen Een btw-tarief kan niet worden verwijderd als het in gebruik is voor een product, een productgroep of een prijstabel. Om een btw-tarief te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Btw-tarieven van het menu Producten. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van het btw-tarief dat moet worden verwijderd. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 7 PRIVILEGES 7.1 INLEIDING Wanneer een privilege wordt toegekend aan een gebruiker kan die gebruiker de in het privilege opgenomen producten met korting of zelfs gratis (100% korting) verkrijgen. Een privilege kan bijvoorbeeld worden gebruikt om bepaalde gebruikers bepaalde producten een bepaald aantal keer gratis te verschaffen (bijvoorbeeld 5 gratis koffie per dag). Het systeem moet het aantal producten dat met korting is verstrekt bijhouden. Wanneer producten worden gekocht zonder privilege, wordt de productprijs afgeschreven van het tegoed van de kaart/id (dat staat op de gekoppelde FacilityPro account (online systemen) of op de kaart/id (offline systemen)). Wanneer producten worden verkregen met een privilege, wordt in feite een deel van de productprijs of de gehele productprijs gesubsidieerd door een derde partij. Deze partij kan worden gefactureerd voor het bedrag dat op deze wijze is gesubsidieerd, gebruikmakend van de rapporten die het systeem kan genereren (zie hoofdstuk 11). Er kunnen ook meerdere privileges worden toegekend voor dezelfde producten. In dat geval geldt altijd het privilege dat voor de gebruiker het gunstigst is. Zo zou men een privilege voor 3 gratis koffie per dag kunnen geven, en een privilege voor 50% korting op de koffie. Eerst geldt het eerste privilege, en na de derde koffie geldt het tweede. Om een privilege aan te maken moet men eerst het type privilege kiezen en vervolgens een aantal parameterwaardes bepalen. Pas als deze algemene gegevens van een privilege zijn opgeslagen, kan men bepalen op welke producten en/of productgroepen het privilege betrekking heeft. Ook kan worden vastgelegd (maar dit hoeft niet) voor welke terminals en/of terminalgroepen het privilege geldt (d.w.z. dat het privilege geldt voor de bepaalde producten in de bepaalde terminals). In het geval van een toegangsprivilege zal men vastleggen tot welke terminals het privilege toegang geeft. In het geval van een serviceprivilege zal men vastleggen voor welke terminals een gebruiker met het privilege de servicefunctionaliteit mag bedienen. Privileges worden toegekend aan gebruikersgroepen. Welke velden worden getoond op het gegevensscherm een privilege hangt af van de waarde van het veld Type van de privilege Privilegeteller Een privilege kan een waarde hebben die aangeeft hoe vaak een privilege kan worden gebruikt of tot welk bedrag een privilege kan worden gebruikt. Deze waarde wordt opgeslagen in een privilegeteller, ofwel in de backoffice (online systemen) ofwel op de Kaart/ID (offline systemen). Of deze teller een aantal keren representeert of een bedrag hangt af van het type privilege. De waarde van de teller wordt bepaald door de waardes van de velden Startwaarde en Max. waarde en door de transacties die zijn gedaan met het privilege. De teller wordt in eerste instantie de waarde Startwaarde gegeven. Wanneer het een herhalend FacilityPro Platform Pagina 39 van 92

40 privilege is (zie 7.1.3), zal de teller op gezette tijden worden opgehoogd, maar nooit de waarde Max. waarde overschrijden. Wanneer een transactie wordt gedaan met het privilege zal de teller worden verminderd met 1 ingeval de waarde een aantal keer representeert, of met het gesubsidieerde deel van het aankoopbedrag indien de waarde een bedrag representeert Geldigheid De geldigheid van een privilege kan op verschillende manieren worden beperkt. Om te bepalen wanneer een privilege geldig is kan een de volgende velden een waarde worden toegekend: Startdatum: voor deze datum is de privilege niet geldig Einddatum: na deze datum is de privilege niet geldig Tijdstabel voor geldigheid: Kies een tijdstabel om nauwkeurig in intervallen vast te leggen wanneer het privilege geldig is Herhalende privileges of auto top-up De teller van een privilege kan periodiek worden opgehoogd. Dit heet ook wel auto top-up. Om auto top-up te activeren moet het veld Auto top-up aan worden aangevinkt en moet worden vastgelegd met hoeveel (veld Auto top-up ) en hoe vaak (veld Periode voor auto top-up ) de teller zal worden opgehoogd. Het ophogen van de teller ten gevolge van een auto top-up gebeurt bij de terminal wanneer een kaart/id wordt aangeboden en vast wordt gesteld dat de teller nog niet werd opgehoogd in de vastgelegde periode. Daartoe wordt voor de kaart/id als onderdeel van het privilege de datum laatste top-up bewaard. Deze wordt bij iedere auto top-up bijgewerkt. De standaardwaarde voor de periode voor auto top-up van een privilege is nooit zodat een privilege standaard niet herhalend is Maximale waarde Voor een privilege kan een maximale waarde worden ingesteld. De teller van het privilege zal nooit deze waarde overstijgen. Als een auto top-up zou leiden tot een tellerwaarde hoger dan de ingestelde maximale waarde, zal de teller worden opgehoogd tot de maximale waarde Transparantie De transparantie van een privilege bepaalt of de producten waar het privilege voor geldt ook kunnen worden verkregen nadat het privilege is opgebruikt, met het tegoed van de gebruiker of met een ander privilege. Een aantal voorbeelden zullen dit verduidelijken. Op een school hebben de leerkrachten een privilege waarmee zij per maand 500 gratis kopieën kunnen maken. Om te voorkomen dat zij (per ongeluk) van hun eigen tegoed gaan kopiëren als zij de 500 kopieën overschrijden, zal het veld Transparant niet aangevinkt worden. Een gast die komt spreken bij een symposium krijgt een subsidieprivilege voor 10 lunchgeld per dag. Maar als hij wil lunchen voor 12 en zelf 2 wil betalen, moet dat natuurlijk kunnen. Het veld Transparant moet dan aangevinkt worden Privilegetypes Sommige velden van een privilege zijn specifiek voor het type privilege, en worden in de onderstaande paragrafen behandeld. De velden die alle types privilege hebben zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): Naam * FacilityPro Platform Pagina 40 van 92

41 Tijdstabel voor geldigheid: kies een tijdstabel die bepaalt wanneer dit privilege geldig is Voor toegang tot een terminal: geeft aan of dit privilege wordt toegekend voor het mogen gebruiken van een terminal. Elke terminal heeft een configuratieparameter Need privilege to use terminal (zie 9.3.1). Wanneer deze parameter de waarde On heeft, zal die terminal een kaart/id weigeren, tenzij een privilege voor toegang tot die terminal is aangemaakt en toegekend aan de gebruiker, d.w.z. een privilege met het veld Voor toegang tot een terminal aangevinkt, en met die terminal in de sectie Terminals of de terminalgroep van die terminal in de sectie Terminalgroepen. Naast het geven van toegang tot de terminals in de secties Terminals en Terminalgroepen kan het privilege ook een andere privilegefunctie hebben, in dit geval dus korting geven. Transparant: bepaalt of de producten waar het privilege voor geldt ook kunnen worden verkregen nadat het privilege is opgebruikt, met het tegoed van de gebruiker of met een ander privilege Auto top-up aan: dit veld bepaalt of de privilegeteller periodiek zal worden opgehood (auto top-up). Wanneer dit veld is aangevinkt kunnen het aantal keer of het bedrag waarmee de privilegeteller moet worden opgehoogd en de periode voor het ophogen worden ingevoerd Korting Een privilege van het type korting (kortingsprivilege) geeft een percentuele korting op de productprijs. De gebruiker betaalt de productprijs minus de korting vanuit het tegoed van de kaart/id. Een korting van 100% leidt natuurlijk tot het verstrekken van gratis producten. De privilegewaarde (#) van een kortingsprivilege is een teller die bepaalt hoe vaak de korting gegeven mag worden. Wanneer de tellerwaarde nul is, wordt geen korting meer gegeven. Wanneer het veld Transparant is aangevinkt kunnen de producten nog altijd zonder dit privilege worden gekocht (vanuit het tegoed of met een ander privilege). Anders niet. De velden van een kortingsprivilege zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): Type *: moet de waarde Korting hebben Korting (%) * : het percentage van de productprijs dat als korting zal worden gegeven (zal worden afgetrokken van de productprijs, 100% = gratis) Startwaarde: de waarde die de privilegeteller in eerste instantie zal krijgen. Om een privilege te definiëren dat oneindig vaak mag worden gebruikt, dient de waarde te worden ingesteld. Als dit veld niet wordt ingevuld, zal de waarde 0 zijn, zodat de privilegeteller in eerste instantie de waarde 0 zal krijgen. Dat kan alleen logisch zijn bij privileges met auto top-up. Max. waarde: de maximale waarde (aantal keer) voor de privilegeteller Subsidie Een subsidieprivilege creëert feitelijk een extra portemonnee bij de kaart/id waarvan alleen bepaalde producten kunnen worden gekocht. De waarde van de subsidieprivilege is een bedrag in de standaard munteenheid van de site. Wanneer een van de producten waarop de privilege betrekking heeft wordt gekocht, wordt de waarde verminderd met de standaardprijs van het product. Als er geen of onvoldoende waarde over is om het product te kopen, bepaalt het veld Transparant of het overgebleven bedrag betaald mag worden uit de e-purse of met een ander privilege. De velden van een subsidieprivilege zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): Type *: moet de waarde Subsidie hebben Startwaarde: het bedrag aan subsidie dat in eerste instantie wordt toegekend, uitgedrukt in eenheden van de standaardmunteenheid van de site Max. waarde: het maximale bedrag dat in de privilegeteller mag staan Toeslag Een privilege van het type toeslag verhoogt de productprijs met een percentage. De privilegewaarde (#) van een toeslagprivilege is een teller die bepaalt hoe vaak de toeslag gegeven zal worden. Wanneer de tellerwaarde nul is, wordt geen toeslag meer opgelegd. Wanneer het veld Transparant FacilityPro Platform Pagina 41 van 92

42 is aangevinkt kunnen de producten nog altijd zonder dit privilege worden gekocht (vanuit het tegoed of met een ander privilege). Anders niet. Omdat de volgorde waarin privileges worden toegepast goed is vastgelegd kan een toeslagprivilege niet worden omzeild tot de teller 0 is (dan moet ook het veld Transparant zijn aangevinkt). De velden van een toeslagprivilege zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): Type *: moet de waarde Toeslag hebben Penalty (%): het percentage van de productprijs dat zal worden opgeteld bij de standaardprijs van het product Startwaarde: de waarde die de privilegeteller in eerste instantie zal krijgen. Om een toeslag te definiëren dat oneindig vaak opgelegd zal worden, dient de waarde te worden ingesteld. Max. waarde: de maximale waarde (aantal keer) voor de privilegeteller Reductie Een reductieprivilege geeft een vaste korting op in plaats van een percentuele. Een vast bedrag in de standaard munteenheid van de site wordt in mindering gebracht op de standaardprijs van het product. Als het reductiebedrag groter is dan de standaardprijs van het product wordt het product gratis verstrekt. De privilegewaarde (#) van een reductieprivilege is een teller die bepaalt hoe vaak de reductie gegeven zal worden. Wanneer de tellerwaarde nul is, wordt geen reductie meer gegeven. Wanneer het veld Transparant is aangevinkt kunnen de producten dan nog altijd zonder dit privilege worden gekocht (vanuit het tegoed of met een ander privilege). Anders niet. De velden van een reductieprivilege zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): Type *: moet de waarde Reductie hebben Reduction: het bedrag van de reductie uitgedrukt in eenheden van de standaardmunteenheid van de site Startwaarde: de waarde die de privilegeteller in eerste instantie zal krijgen. Om een reductie te definiëren dat oneindig vaak gegeven zal worden, dient de waarde te worden ingesteld. Max. waarde: de maximale waarde (aantal keer) voor de privilegeteller Prijstabel Een privilege van het type prijstabel bepaalt dat de gebruiker een andere prijs mag betalen voor een product, zoals vastgelegd in de gekozen prijstabel (zie 6.4). De privilegewaarde (#) van een prijstabelprivilege is een teller die bepaalt hoe vaak de prijs uit de prijstabel mag worden betaald Service Een serviceprivilege staat de gebruiker toe de servicefuncties van bepaalde terminals uit te voeren. Zo is er een servicefunctie die de logistieke gebruiker, d.w.z. iemand die terminals onderhoudt en bevoorraadt, in staat stelt een vullijst te bevestigen wanneer hij bij een terminal is Terminaltoegang (nog niet geïmplementeerd in deze versie) Het is denkbaar dat men zou willen instellen dat bepaalde terminals alleen toegankelijk zijn voor bepaalde gebruikers (bijvoorbeeld de printers bij de lerarenkamer alleen voor onderwijzend personeel). Dit vereist dat de configuratieparameter Need privilege to use terminal (zie 9.3.1) van die terminal de waarde On heeft (zie 9.3). Privileges van het type terminaltoegang moeten dan worden aangemaakt voor die terminals en toegekend aan de gebruikers die die terminals mogen gebruiken. Gebruikers die geen dergelijk privilege hebben zullen de terminals niet kunnen gebruiken. Op dit moment is dit type privilege nog niet geïmplementeerd. Om een privilege aan te maken met hetzelfde resultaat dient u een kortingsprivilege aan te maken met 0% korting, het veld Voor toegang tot een terminal aan te vinken, en de betreffende terminals op te nemen in de secties Terminals en/of Terminalgroepen. FacilityPro Platform Pagina 42 van 92

43 7.1.7 Producten Een privilege geldt altijd voor bepaalde producten en/of productgroepen. Pas nadat een privilege met de eerste basisgegevens is opgeslagen, worden de secties Producten en Productgroepen zichtbaar op het scherm en kunnen daar gegevens worden ingevoerd. Selecteer de productgroepen en/of de individuele producten waar dit privilege voor moet gelden. Wanneer geen producten of productgroepen worden ingevoerd is de privilege zinloos (tenzij het een privilege van het type prijstabel, service of terminaltoegang is) Terminals Een privilege kan ook worden beperkt om alleen te gelden voor bepaalde terminalgroepen en/of terminals. Pas nadat een privilege met de eerste basisgegevens is opgeslagen, worden de secties Terminals en Terminalgroepen zichtbaar op het scherm en kunnen daar gegevens worden ingevoerd. Selecteer de terminalgroepen en/of de individuele terminals waar dit privilege voor moet gelden. Voor een serviceprivilege moeten hier de terminalgroepen en/of individuele terminals worden ingevuld die geservicet mogen worden door gebruikers met dit privilege. Voor een privilege van het type terminaltoegang moeten hier de terminalgroepen en/of individuele terminals worden ingevuld waar de gebruikers met dit privilege transacties mogen doen. Deze terminals zullen voor gebruikers die geen privilege voor terminaltoegang voor deze terminals hebben onbruikbaar zijn (zie ). Voor alle andere privileges, moeten hier de terminalgroepen en/of individuele terminals worden ingevuld waar dit privilege betrekking op heeft. Het privilege zal alleen gelden voor producten in die terminals Volgorde van privileges Tijdens een transactie bepaalt de terminal of er een privilege moet worden gebruikt bij de vestrekking van een product, en zo ja welk privilege. Daarbij hebben de privileges een vastgelegde volgorde. Deze volgorde kan worden gewijzigd met de knop Prioriteit bepalen op de lijst van privileges. De bovenste privilege wordt eerste toegepast en de onderste als laatste. Wanneer meerdere privileges zouden kunnen gelden voor dezelfde transactie, zullen eenvoudige betaalterminals simpelweg het privilege met de hoogste prioriteit kiezen. Sommige terminals met voldoende hardwarecapaciteit zullen de gebruiker vragen te kiezen welk privilege zij willen gebruiken voor de transactie Terminalconfiguratie Het wijzigen van privileges en het wijzigen van de prioriteitenvolgorde van privileges vereisen een update van de terminalconfiguraties van alle terminals die hierdoor beïnvloed worden. OPMERKING: Wanneer privileges worden aangemaakt, gewijzigd of verwijderd, en wanneer de prioriteitenvolgorde van privileges wordt gewijzigd, zal FP5 een automatische update inplannen voor de terminals die hierdoor worden beïnvloed. Een banner bovenaan het scherm geeft aan wanneer deze configuratie zal worden uitgevoerd. 7.2 PRIVILEGES AANMAKEN, WIJZIGEN, VERWIJDEREN EN TOEKENNEN Een privilege aanmaken Vereiste autorisaties: Privilege Opvragen, Privilege Aanmaken FacilityPro Platform Pagina 43 van 92

44 Om een nieuw privilege aan te maken: 1. Kies de menu-optie Privileges van het menu Producten. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de naam van het privilege in de site talen en een omschrijving in, in de daartoe bestemde velden. 4. Kies een type privilege. Zie voor een beschrijving van de verschillende privilegetypes. Afhankelijk van welk type gekozen wordt, zullen andere velden getoond worden. 5. Voer de gegevens voor dit nieuwe privilege in, in de daartoe bestemde velden. 6. Om de geldigheid van een privilege te beperken, kies een waarde van de dropdown in het veld Tijdstabel voor geldigheid. Zie 6.3 voor een beschrijving van tijdstabellen. 7. Om het privilege pas in te laten gaan vanaf een bepaalde datum, voer een waarde in in het veld Startdatum. Het privilege kan tot deze datum niet gebruikt worden. 8. Om het privilege te laten verlopen op een bepaalde datum, voer een waarde in in het veld Einddatum. Het privilege kan na deze datum niet gebruikt worden. 9. Vink het veld Voor toegang tot een terminal aan als dit privilege ook toegang moet geven tot beperkt toegankelijke terminals. Dit zijn terminals die een privilege vereisen (zie ). Normale terminals, of onbeperkt toegankelijke terminals, kunnen wel privileges toepassen bij transacties, maar kunnen ook gebruikt worden door gebruikers zonder privileges. 10. Vink het veld Transparant als dit privilege niet een vereist is om de producten waar het voor geldt te verkrijgen. Als een transparant privilege is opgebruikt kunnen de producten nog altijd worden verkregen zonder dit privilege. 11. Om de privilegeteller periodiek te verhogen: a. Vink het veld "Auto top-up aan aan. b. Voer een waarde in in het veld Auto top-up. Als een auto top-up zou leiden tot een tellerwaarde hoger dan de ingestelde maximale waarde, zal de teller worden opgehoogd tot de maximale waarde. c. Kies in de sectie Periode voor auto top-up een periode (dagelijks, wekelijks, maandelijks of jaarlijks) of kies Tijdstabel om een specifieke periode te definiëren. d. Voer de tijd, dag en/of datum in waarop de waarde van de privilegeteller verhoogd moet worden binnen de gekozen periode. Of, als u voor Tijdstabel hebt gekozen in de vorige stap, kies een waarde van de dropdown achter Tijdstabel die de tijdstabellen toont die in het systeem zijn gedefinieerd (zie 6.3). Deze tijdstabel zal worden gebruikt voor de auto top-ups; er zal een auto top-up plaatsvinden aan het begin van iedere periode in de tijdstabel. 12. Klik Bewaar om het privilege aan te maken. De secties Productgroepen, Producten, Terminalgroepen en Terminals worden zichtbaar. 13. Als het privilege betrekking heeft op bepaalde productgroepen en/of individuele producten (dat zal meestal het geval zijn), selecteer de betreffende productgroepen en producten. Voor elke productgroep en/of voor elk product: a. Klik Toevoegen in de sectie Productgroepen / Producten. b. Kies een productgroep/product van de dropdown. c. Klik Toevoegen. 14. Als het privilege betrekking heeft op bepaalde terminalgroepen en/of individuele terminals, selecteer de betreffende terminalgroepen en terminals. Voor elke terminalgroep/terminal: a. Klik Toevoegen in de sectie Terminalgroepen / Terminals. b. Kies een terminalgroep/ terminal van de dropdown. c. Klik Toevoegen. 15. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Het aanmaken van een privilege vereist dat terminals die producten verstrekken waarop het privilege betrekking heeft opnieuw geconfigureerd moeten worden. Een banner bovenaan het scherm geeft aan wanneer deze configuratie zal worden uitgevoerd. OPMERKING: het veld Factor moet niet worden gebruikt. In een toekomstige versie zal het worden verwijderd. FacilityPro Platform Pagina 44 van 92

45 7.2.2 Een privilege wijzigen Vereiste autorisaties: Privilege Opvragen, Privilege Wijzigen Om een privilege te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Privileges van het menu Producten. 2. Klik de naam van het privilege. 3. Zie tot en met en voor informative over de velden die u wilt wijzigen. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Het wijzigen van een privilege vereist dat terminals die producten verstrekken waarop het privilege betrekking heeft opnieuw geconfigureerd moeten worden. Een banner bovenaan het scherm geeft aan wanneer deze configuratie zal worden uitgevoerd Een privilege toekennen aan een gebruikersgroep Vereiste autorisaties: Gebruikersgroep Opvragen, Gebruikersgroep Wijzigen, Privilege Opvragen Een privilege kan worden toegekend aan meerdere gebruikersgroepen. Om een privilege aan een gebruikersgroep toe te kennen: 1. Kies de menu-optie Gebruikersgroepen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik de naam van de gebruikersgroep waaraan u het privilege wilt toekennen. 3. Voor elk privilege dat u wilt toekennen aan die gebruikersgroep: a. In de sectie Privileges, klik Toevoegen. b. Kies het privilege om toe te kennen van de dropdown. c. Klik Toevoegen om het privilege aan de lijst van toegekende privileges toe te voegen. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Wanneer een privilege aan een gebruikersgroep wordt toegekend, zal FP5 een automatische update inplannen voor alle kaarten/id s die zijn toegekend aan gebruikers van deze gebruikersgroep. De Kaarten/ID s zullen worden geüpdatet de eerstvolgende keer dat zij worden aangeboden bij een online terminal. Wanneer een privilege aan de (gebruiker van de) kaart wordt gegeven krijgt de privilegeteller in eerste instantie de waarde van het veld Startwaarde Een privilege van een gebruikersgroep afnemen Vereiste autorisaties: Gebruikersgroep Opvragen, Gebruikersgroep Wijzigen, Privilege Opvragen A privilege kan van een gebruikersgroep worden afgenomen. Om een privilege van een gebruikersgroep af te nemen: 1. Kies de menu-optie Gebruikersgroepen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik de naam van de gebruikersgroep. 3. Voor elk privilege dat u wilt afnemen van die gebruikersgroep: a. In de sectie Privileges, klik de link Verwijderen rechts van het privilege. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Wanneer een privilege van een gebruikersgroep wordt afgenomen, zal FP5 een automatische update inplannen voor alle kaarten/id s die zijn toegekend aan gebruikers van deze gebruikersgroep. De Kaarten/ID s zullen worden geüpdatet de eerstvolgende keer dat zij worden aangeboden bij een online terminal. Wanneer een privilege van de (gebruiker van de) kaart wordt afgenomen zal de privilegeteller de waarde 0 krijgen. FacilityPro Platform Pagina 45 van 92

46 7.2.5 Een privilege toekennen aan een individuele gebruiker Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Wijzigen, Privilege Opvragen Een privilege kan ook worden toegekend aan een individuele gebruiker. Om een privilege toe te kennen aan een individuele gebruiker: 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. 2. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. 3. Voor elk privilege dat u wilt toekennen aan die gebruiker (zie opmerking): a. In de sectie Privileges, klik Toevoegen. b. Kies het privilege om toe te kennen van de dropdown. c. Klik Toevoegen om het privilege aan de lijst van toegekende privileges toe te voegen. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Een gebruiker kan privileges krijgen toegekend via een gebruikersgroep waartoe hij behoort en doordat privileges aan als individuele gebruiker worden toegekend. Op het gegevensscherm van de gebruiker ziet men alleen de individueel toegekende privileges. Om alle privileges te zien die aan een gebruiker zijn toegekend, klik de knop Toon privileges. Het scherm Privileges van gebruiker toont alle privileges die aan de gebruiker zijn toegekend (en op welke wijze elk privilege werd toegekend). Wanneer een privilege aan een gebruiker wordt toegekend, zal FP5 een automatische update inplannen voor alle kaarten/id s die zijn toegekend aan die gebruiker. De Kaarten/ID s zullen worden geüpdatet de eerstvolgende keer dat zij worden aangeboden bij een online terminal. Wanneer een privilege aan de (gebruiker van de) kaart wordt gegeven krijgt de privilegeteller in eerste instantie de waarde van het veld Startwaarde Een privilege van een individuele gebruiker afnemen Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Wijzigen, Privilege Opvragen Om een privilege van een individuele gebruiker af te nemen: 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. 2. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. 3. Voor elk privilege dat u wilt afnemen van die gebruiker (zie opmerking): a. In de sectie Privileges, klik de link Verwijderen rechts van het privilege. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Een gebruiker kan privileges krijgen toegekend via een gebruikersgroep waartoe hij behoort en doordat privileges aan als individuele gebruiker worden toegekend. Op het gegevensscherm van de gebruiker ziet men alleen de individueel toegekende privileges. Om alle privileges te zien die aan een gebruiker zijn toegekend, klik de knop Toon privileges. Het scherm Privileges van gebruiker toont alle privileges die aan de gebruiker zijn toegekend (en op welke wijze elk privilege werd toegekend). Wanneer een privilege van een gebruiker wordt afgenomen, zal FP5 een automatische update inplannen voor alle kaarten/id s die zijn toegekend aan die gebruiker. De Kaarten/ID s zullen worden geüpdatet de eerstvolgende keer dat zij worden aangeboden bij een online terminal. Wanneer een privilege van de (gebruiker van de) kaart wordt afgenomen zal de privilegeteller de waarde 0 krijgen. FacilityPro Platform Pagina 46 van 92

47 8 KAARTEN/ID S EN GEBRUIKERS 8.1 GEBRUIKERSGROEPEN Gebruikers zijn verdeeld in gebruikersgroepen, en privileges kunnen worden toegekend aan een hele gebruikersgroep tegelijk. Alle gebruikers van die gebruikergroep zullen dan dit privilege genieten. De velden van een gebruikersgroep zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * 2) Extern ID: dit veld kan worden gebruikt om gebruikersgroepen te koppelen aan ID s van een extern systeem 3) Standaardkostenplaats: de kostenplaats die zal worden opgeslagen bij de transacties die worden gedaan door gebruikers van deze gebruikersgroep met een privilege toegekend aan deze gebruikersgroep 4) Geldigheidsperiode (van): voor deze datum zullen terminals privileges die zijn toegekend via deze gebruikersgroep niet gebruiken bij transacties en zullen Kaarten/ID s die behoren tot deze gebruikersgroep niet eens geaccepteerd worden tenzij zij ook tot een andere gebruikersgroep behoren waarvoor zij wel geldig zijn 5) Geldigheidsperiode (tot): na deze datum zullen terminals privileges die zijn toegekend via deze gebruikersgroep niet gebruiken bij transacties en zullen Kaarten/ID s die behoren tot deze gebruikersgroep niet eens geaccepteerd worden tenzij zij ook tot een andere gebruikersgroep behoren waarvoor zij wel geldig zijn 6) Geldigheid (in jaren): (standaardwaarde 10) 7) Purse-configuratie: hier kan gekozen worden tussen de purse-configuraties die in het systeem bekend zijn (zie 8.2). Een purse-configuratie maakt het mogelijk een maximum saldo, een startsaldo en een periodieke saldoverhoging in te stellen voor alle Kaarten/ID s die tot deze gebruikersgroep behoren. 8) Privileges: laat zien welke privileges zijn toegekend aan deze gebruikersgroep. Privileges kunnen worden toegevoegd of verwijderd Een gebruikersgroep aanmaken Vereiste autorisaties: Gebruikersgroep Opvragen, Gebruikersgroep Aanmaken Om een gebruikersgroep aan te maken: 1. Kies de menu-optie Gebruikersgroepen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe gebruikersgroep in, in de daartoe bestemde velden. 4. Als u privileges aan deze gebruikersgroep wilt toekennen, voor elk privilege: a. In de sectie Privileges, klik Toevoegen. b. Kies het privilege om toe te kennen van de dropdown. a. Klik Toevoegen om het privilege aan de lijst van toegekende privileges toe te voegen. 5. Om een privilege van de gebruikersgroep af te nemen klik de Verwijderen link rechts van het privilege. 6. Klik Bewaar om de gebruikersgroep aan te maken. FacilityPro Platform Pagina 47 van 92

48 8.1.2 Een gebruikersgroep wijzigen Vereiste autorisaties: Gebruikersgroep Opvragen, Gebruikersgroep Wijzigen Om een gebruikersgroep te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Gebruikersgroepen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik de naam van de gebruikersgroep. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Om extra privileges aan deze gebruikersgroep toe te kennen, voor elk privilege: c. In de sectie Privileges, klik Toevoegen. d. Kies het privilege om toe te kennen van de dropdown. a. Klik Toevoegen om het privilege aan de lijst van toegekende privileges toe te voegen. 5. Om een privilege van de gebruikersgroep af te nemen klik de Verwijderen link rechts van het privilege. Het privilege zal worden verwijderd van alle kaarten/id s van gebruikers van deze gebruikersgroep 6. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. Wanneer de privileges van een gebruikersgroep zijn gewijzigd, zal FP5 een automatische update inplannen voor alle kaarten/id s die toebehoren aan gebruikers van deze gebruikersgroep. De Kaarten/ID s zullen worden geüpdatet de eerstvolgende keer dat zij worden aangeboden bij een online terminal. Een privilege dat is toegekend zal onmiddellijk van kracht zijn. Een privilege dat de gebruiker had omdat hij tot deze gebruikersgroep behoorde en dat nu is afgenomen zal per onmiddellijk niet langer geldig zijn Een gebruikersgroep verwijderen Vereiste autorisaties: Gebruikersgroep Opvragen, Gebruikersgroep Verwijderen Een gebruikersgroep kan worden verwijderd, zelfs als er nog gebruikers zijn die tot die gebruikersgroep behoren. Om een gebruikersgroep te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Gebruikersgroepen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de gebruikersgroep. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. De privileges die aan de gebruikersgroep waren toegekend zullen worden verwijderd van alle Kaarten/ID s van gebruikers van deze gebruikersgroep. De Kaarten/ID s zullen worden geüpdatet de eerstvolgende keer dat zij worden aangeboden bij een online terminal. Privileges die de gebruiker had omdat hij tot deze gebruikersgroep behoorde zijn per onmiddellijk niet langer geldig. 8.2 PURSE-CONFIGURATIES Purse-configuraties maken het mogelijk per gebruikersgroep een maximum saldo, een startsaldo en/of een herhalende saldo-ophoging voor de de e-purse van een kaart/id in te stellen. Een purse-configuratie kan worden toegekend aan een of meerdere gebruikersgroepen door deze als waarde te selecteren in het veld Purse-configuratie van die gebruikersgroep(en) (zie 8.1.1). De velden van een purse-configuratie zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * FacilityPro Platform Pagina 48 van 92

49 2) Extern ID 3) Startwaarde: het bedrag dat als saldo bij de kaart/id zal worden aangemaakt wanneer een kaart/id wordt aangemaakt voor een gebruiker die behoort tot een gebruikersgroep die deze purseconfiguratie heeft. 4) Afbeelding: hier kan een jpg of png bestand worden geselecteerd dat zal worden getoond om deze purse-configuratie te representeren. 5) Periodieke ophoging: wanneer dit veld is aangevinkt wordt een aantal velden getoond waarin kan worden vastgelegd dat het saldo van kaarten van gebruikersgroepen die deze purse-configuratie hebben periodiek zal worden opgehoogd: a. Ophogingstype: Nieuwe waarde = als de saldo-ophoging wordt uitgevoerd zal het saldo worden vervangen door het bedrag dat in het volgende veld is ingevuld onafhankelijk van het saldo op dat moment. Waarde verhogen = het bedrag dat in het volgende veld is ingevuld zal worden opgeteld bij het saldo. Als de waarde negatief is, zal het saldo met dat bedrag worden verminderd. Het saldo zal nooit lager dan 0 worden en zal nooit hoger worden dan het maximum saldo dat is ingesteld voor deze kaart/id. b. Bedrag: het bedrag waardoor het saldo moet worden vervangen of waarmee het saldo moet worden opgehoogd. c. Frequentie: selecteer een periode (dagelijks, wekelijks, maandelijks, jaarlijks) of selecteer de optie Tijdstabel om een andere periode te kiezen. d. Voer de tijd, dag en/of datum in waarop de saldo-ophoging moet geschieden in de geselecteerde periode of, als u in de vorige stap de optie Tijdstabel heeft geselecteerd, kies een tijdstabel die u heeft aangemaakt (zie 6.3) die zal worden gebruikt voor de saldoophogingen (de saldo-ophoging zal worden uitgevoerd aan het begin van elk interval van de tijdstabel) Een purse-configuratie aanmaken Vereiste autorisaties: Purse-configuratie Opvragen, Purse-configuratie Aanmaken Om een purse-configuratie aan te maken: 1. Kies de menu-optie Purse-configuraties van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe purse-configuratie in, in de daartoe bestemde velden. 4. Klik Bewaar om de purse-configuratie aan te maken Een purse-configuratie wijzigen Vereiste autorisaties: Purse-configuratie Opvragen, Purse-configuratie Wijzigen Om een purse-configuratie te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Purse-configuraties van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik de naam van de purse-configuratie. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Een purse-configuratie verwijderen Vereiste autorisaties: Purse-configuratie Opvragen, Purse-configuratie Verwijderen Een purse-configuratie kan niet worden verwijderd als er nog een gebruikersgroep is waaraan het is toegekend. Om een purse-configuratie te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Purse-configuraties van het menu Kaarten/ID s. FacilityPro Platform Pagina 49 van 92

50 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de purse-configuratie. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 8.3 KAART/ID-CONFIGURATIES Een kaart/id-configuratie bepaalt welk type kaart/id wordt gebruikt (bijvoorbeeld Mifare Classic of DESfire) en of het saldo van de kaart en de waarde van de toegekende privileges online wordt opgeslagen of op de kaart/id zelf (offline). Meerder types kaart/id kunnen op een site worden gebruikt. Daarvoor zijn dan aparte kaart/id-configuraties nodig. De velden van een kaart/id-configuratie zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * 2) Extern ID 3) Status (read-only): Totdat een kaart/id-configuratie geactiveerd is zal het de status Wordt bewerkt hebben en kan het niet worden geselecteerd als de kaart/id-configuratie voor kaarten/id s. Wanneer het is geactiveerd heeft het de status Actief. Eenmaal geactiveerd kan het de status Verlopen krijgen en kan dan wederom niet worden geselecteerd als de kaart/id-configuratie voor kaarten/id s. 4) Chiptype * : een type kaart/id kan worden gekozen van de dropdown, bijvoorbeeld Mifare Classic of DESfire 5) Betaal-/identificatietype: een waarde kan worden gekozen van de dropdown. Deze waardes hebben de volgende betekenis: a. Online met alleen UID: alle waarde (saldo en privileges) is online opgeslagen op een FacilityPro account en identificatie geschiedt via de UID b. Online met image en UID: alle waarde (saldo en privileges) is online opgeslagen op een FacilityPro account en identificatie geschiedt via de UID en het FacilityPro-kaart/ID-nummer c. Offline: alle waarde (saldo en privileges) is opgeslagen op de kaart/id d. Gecombineerd (on-/offline): waarde (saldo en privileges) is deels online opgeslagen op een FacilityPro account en deels op de kaart/id en identificatie geschiedt via de FacilityProkaart/ID-nummer. NB: dit betaal-/identificatietype is nog niet beschikbaar. 6) Sleutelsetversie * : de sleutelsetversie die werd gebruikt om de payment-master-keys aan te maken die in de terminal worden gebruikt (deze wordt niet getoond als het betaal/identificatietype Online met alleen UID is). 7) Automatisch activatiecode genereren: als dit veld is aangevinkt zal het systeem een willekeurige activatiecode genereren voor iedere kaart/id die wordt geproduceerd met deze kaart/id-configuratie. De gebruiker heeft de activatiecode nodig om het FacilityPro gebruikersportaal te kunnen gebruiken. De producent van de kaart/id ontvangt de activatiecode en stuurt het naar de gebruiker. Wanneer de gebruiker inlogt in het gebruikersportaal kan hij zijn kaart/id activeren met de activatiecode. Vervolgens kan hij zijn transactiehistorie inzien en zijn kaart/id en zijn kaart/id opwaarderen met gebruikersportaal. a. Lengte activatiecode: dit veld bepaalt het aantal karakters van de activatiecode. b. Karakters activatiecode: hier dienen alle karakters te worden ingevoerd die mogen worden gebruikt bij het genereren van de activatiecode. 8) Afbeelding: hier kan een jpg of png bestand worden geselecteerd dat zal worden getoond om deze kaart/id-configuratie te representeren Een kaart/id-configuratie aanmaken Vereiste autorisaties: Kaart/ID-configuratie Opvragen, Kaart/ID-configuratie Aanmaken Om een kaart/id-configuratie aan te maken: 1. Kies de menu-optie Kaart/ID-configuraties van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik Nieuw. FacilityPro Platform Pagina 50 van 92

51 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe kaart/id-configuratie in, in de daartoe bestemde velden. 4. Klik Bewaar om de kaart/id-configuratie aan te maken Een kaart/id-configuratie wijzigen of activeren Vereiste autorisaties: Kaart/ID-configuratie Opvragen, Kaart/ID-configuratie Wijzigen Om een kaart/id-configuratie te wijzigen of activeren: 1. Kies de menu-optie Kaart/ID-configuraties van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik de naam van de Kaart/ID-configuratie. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen of, als u de kaart/id-configuratie wilt activeren zodat het geselecteerd kan worden als de kaart/id-configuratie voor Kaarten/ID s, klik eerst Activeer en dan Toepassen De status van een kaart/id-configuratie naar Verlopen wijzigen Vereiste autorisaties: Kaart/ID-configuratie Opvragen, Kaart/ID-configuratie Wijzigen Om de status van een kaart/id-configuratie naar Verlopen te wijzigen zodat het niet langer geselecteerd kan worden als de kaart/id-configuratie voor Kaarten/ID s: 1. Kies de menu-optie Kaart/ID-configuraties van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik de naam van de kaart/id-configuratie. 3. Klik Verlopen. Deze actieknop zal alleen beschikbaar zijn als de status van de kaart/id-configuratie Actief is. De status zal wijzigen naar Verlopen Een kaart/id-configuratie verwijderen Vereiste autorisaties: Kaart/ID-configuratie Opvragen, Kaart/ID-configuratie Verwijderen Om een kaart/id-configuratie te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Kaart/ID-configuraties van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de Kaart/ID-configuratie. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. 8.4 KOSTENPLAATSEN Een kostenplaats is een boekhoudkundige post via welke de aanschaf van producten kunnen worden gefinancierd of dat kan worden gebruikt om gegevens over omzetten per kostenplaats te kunnen verzamelen. Wanneer een product wordt afgenomen bij een terminal kan het aankoopbedrag geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd (betaald) via een kostenplaats, of worden geoormerkt voor die kostenplaats. Dit is het geval als aan de gebruiker een privilege is toegekend dat voor dat product geldt of als aan de gebruiker een kostenplaats is toegekend. De kostenplaats wordt dan opgeslagen bij de transactiegegevens. FP5 kan rapporten genereren voor het doorbelasten naar kostenplaatsen of voor het bepalen van omzetten per kostenplaats. Deze tonen per kostenplaats het bedrag dat via de privileges werd gefinancierd of het bedrag dat werd geoormerkt. FP5 bepaalt als volgt welke kostenplaats bij een transactie moet worden opgeslagen: 1) Als de transactie werd uitgevoerd op basis van een specifiek privilege dat is toegekend aan een gebruikersgroep waarvoor een standaardkostenplaats is ingesteld, zal het bedrag dat niet van het saldo van de kaart/id werd betaald worden geboekt tegen die kostenplaats. FacilityPro Platform Pagina 51 van 92

52 2) Als de transactie werd uitgevoerd op basis van een specifiek privilege dat is toegekend aan de gebruiker, en aan die gebruiker ook een specifieke kostenplaats is toegekend, zal het bedrag dat niet van het saldo van de kaart/id werd betaald worden geboekt tegen die kostenplaats. 3) Als de transactie niet werd uitgevoerd op basis van een specifiek privilege, en dus het gehele bedrag betaald werd van het saldo van de kaart/id, en aan de gebruiker een specifieke kostenplaats is toegekend, zal het bedrag dat werd betaald worden geoormerkt tegen die kostenplaats. 4) Als de transactie niet werd uitgevoerd op basis van een specifiek privilege, en dus het gehele bedrag betaald werd van het saldo van de kaart/id, en aan de gebruiker geen specifieke kostenplaats is toegekend, zal er geen kostenplaats worden opgeslagen bij de transactie. De velden van een kostenplaats zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1) Naam * 2) Extern ID: dit veld kan worden gebruikt om kostenplaatsen te koppelen aan ID s van een extern systeem 3) Omschrijving Een kostenplaats aanmaken Vereiste autorisaties: Kostenplaats Opvragen, Kostenplaats Aanmaken Om een nieuwe kostenplaats aan te maken: 1. Kies de menu-optie Kostenplaatsen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe kostenplaats in, in de daartoe bestemde velden. 4. Klik Toepassen om de kostenplaats aan te maken Een kostenplaats wijzigen Vereiste autorisaties: Kostenplaats Opvragen, Kostenplaats Wijzigen Om een kostenplaats te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Kostenplaatsen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik de naam van de kostenplaats. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Een kostenplaats verwijderen Vereiste autorisaties: Kostenplaats Opvragen, Kostenplaats Verwijderen Een kostenplaats kan niet worden verwijderd als het nog in gebruik is voor gebruikersgroepen of gebruikers. Om een kostenplaats te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Kostenplaatsen van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de kostenplaats. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. FacilityPro Platform Pagina 52 van 92

53 8.5 GEBRUIKERS De gegevens van een gebruiker worden in FP5 beheerd. In sommige gevallen wordt FacilityPro alleen voor kostenregistratie gebruikt en wordt de gebruikersdatabase door een 3 e partij beheerd. In dat geval hoeven haast geen gegevens te worden ingevoerd, eigenlijk alleen een ID zodat FP5 kan zien welke Kaarten/ID s aan dezelfde gebruiker zijn toegekend. Meestal zal de FP5 database echter de primaire database zijn voor gebruikersgegevens. Voor elke gebruiker kunnen adresgegevens, telefoonnummers, adressen en links naar sociale media worden ingevoerd. Een gebruiker kan tot meerdere gebruikersgroepen behoren, en krijgt dan alle privileges die zijn toegekend aan die gebruikersgroepen. De voor de site vastgelegde prioriteitenvolgorde voor privileges zal bepalen in welke volgorde de samengevoegde privileges zullen gelden Gebruikers vanuit een CSV-bestand importeren Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Aanmaken, Gebruiker Wijzigen, Gebruiker Verwijderen, Kaart/ID Opvragen, Kaart/ID Aanmaken, Kaart/ID Wijzigen, Kaart/ID Verwijderen Welke autorisaties vereist zijn hangt af van het gewenste resultaat van de import (zie onder) Nieuwe gebruikers en wijzigingen van bestaande gebruikers kunnen worden geïmporteerd vanuit een tekstbestand met het CSV-formaat (comma-separated values). Op deze wijze kunnen nieuwe gebruikers worden aangemaakt en bestaande gebruikers kunnen worden gewijzigd of verwijderd Bestandsformaat Het bestand dient te beginnen met een regel met kolomtitels, gescheiden door een komma, gevolgd door één regel per gebruiker of kaart/id. Elke regel bevat aan aantal waardes gescheiden door komma s. Als de waarde een komma moet bevatten moet het tussen dubbele aanhalingstekens staan ( ). Een kolomtitel bepaalt voor welk veld de waardes in die kolom zijn. De onderstaande tabel bepaalt welke kolomtitels door FP5 worden begrepen, en of zij verplicht (M, mandatory), optioneel (O) of conditioneel (C) zijn voor elk van de drie opcodes: aanmaken (C, create), wijzigen (M, modify) en verwijderen (D, delete). FacilityPro Platform Pagina 53 van 92

54 Tabel 10: ID Toegestane velden bij importeren gebruikers of kaarten/id s FacilityPro Platform Pagina 54 van 92

55 Kolomtitel Datatype C M D Omschrijving opcode enum O M M Mogelijke waardes: create, modify of delete. Als dit veld afwezig is zal een nieuwe gebruiker worden aangemaakt. Wanneer dit veld de waarde modify of delete heeft zal een van de volgende lookup_ -velden worden gebruikt om een betsaande gebruiker te zoeken en de handeling (wijzigen of verwijderen) uit te voeren. lookup_id string(36) - C 1 C 1 Wijzig of verwijder de bestaande gebruiker met dit unieke interne ID. lookup_externalid string(40) - C 1 C 1 Wijzig of verwijder de bestaande gebruiker met dit externe ID in het veld Extern ID. De kolom externalid kan zelf ook worden opgenomen in het bestand om de externe ID te wijzigen. lookup_cardnumber number(9) - C 1 C 1 Wijzig of verwijder de bestaande gebruiker die de kaart met dit kaart/id-nummer heeft. lookup_card_externalid string(50) - C 1 C 1 Wijzig of verwijder de bestaande gebruiker die de kaart met dit externe ID heeft. lookup_cardissuenumber number(2) - C 2 C 2 Wijzig of verwijder de bestaande gebruiker met die de kaart met dit kaart/iduitgiftenummer heeft. Wanneer deze kolom niet aanwezig is, en de kolom lookup_cardnumber wel aanwezig is, zal standaard de waarde 1 worden gebruikt voor kaart/id-uitgiftenummer. firstnaam string(40) O O O Voornaam gebruiker lastnaam string(40) M O O Achternaam gebruiker initials string(10) O O O Initialen gebruiker mailaddress string(80) O O O Postadres gebruiker (veld Adres ) city string(40) O O O Woonplaats gebruiker (veld Plaats ) state string(40) O O O Provincie gebruiker zipcode string(20) O O O Postcode gebruiker countrycode string(2) O O O Landcode gebruiker mobilenumber string(20) O O O Mobiel telefoonnummer gebruiker (nodig voor SMS-functionaliteit) phonenumber string(20) O O O Telefoonnummer gebruiker address string(80) O O O adres gebruiker externalid string(40) O O O Extern ID van derde partij 1 If opcode is modify or delete, one of these lookup fields must be specified. 2 lookup_cardissuenumber number may only be present if lookup_cardnumber is present FacilityPro Platform Pagina 55 van 92

56 Kolomtitel Datatype C M D Omschrijving customergroup string(50) O O O Naam van de gebruikersgroep in de standaardtaal van de site (veld Taal1 ). Als er geen gebruikersgroep bestaat met de gegeven naam, wordt een nieuwe gebruikersgroep aangemaakt. De gebruiker zal niet langer behoren tot gebruikersgroepen waartoe hij eerder behoorde. addcustomergroup string(50) O O - Naam van een gebruikersgroep om toe te voegen aan de gebruikersgroepen waartoe de gebruiker behoort. Als er geen gebruikersgroep bestaat met de gegeven naam, wordt een nieuwe gebruikersgroep aangemaakt. removecustomergroup string(50) - O - Naam van een gebruikersgroep waartoe de gebruiker niet langer moet behoren. costcentre string(50) O O O Naam van de kostenplaats in de standaardtaal van de site (veld Taal1 ). Als er geen kostenplaats bestaat met de gegeven naam, wordt een nieuwe kostenplaats aangemaakt. cardstate enum O O - Gewenste kaart/id-status voor de kaart/id van deze gebruiker. De kaart/id-status bepaalt welke van de volgende velden verplicht zijn. Zie Tabel 13 voor een beschrijving. cardnumber number(9) O O O Kaart/ID-nummer van kaart/id die aan deze gebruiker moet worden toegekend. Als er al een kaart/id bestaat met dit kaart/idnummer en kaart/id-uitgiftenummer zal deze kaart aan de gebruiker worden toegekend. Als die kaart/id aan een andere gebruiker toebehoorde wordt het van die gebruiker ontnomen. cardbalance Decimal number O O - Verhoogt het saldo van de kaart/id. Decimaal-scheidingsteken is altijd een. cardissuenumber number(2) C 3 C 3 C 3 Kaart/ID-uitgiftenummer van de kaart/id die aan deze gebruiker moet worden toegekend. cardtype enum C C C Kaart/ID-type dat werd gebruikt voor de UID. Dit veld moet aanwezig zijn voor kaart/id-statussen anders dan ToBeProduced Mogelijke waardes: DESFIRE, LEGIC, MIFARE, JCOP carduid hex(40) C C C UID van kaart/id die aan deze gebruiker moet worden toegekend. addprivilege_externalid string(50) O O - Privilege met dit externe ID wordt toegekend aan gebruiker. FacilityPro Platform Pagina 56 van 92

57 Kolomtitel Datatype C M D Omschrijving removeprivilege_externa lid string (50) O O - Privilege met dit externe ID wordt afgenomen van gebruiker. Om te importeren vanuit een CSV-bestand: 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik Importeer gebruikersbestand. 3. Klik + Choose. Een standaard Windows dialoogsherm opent. 4. Selecteer het bestand om te importeren en klik Open. De bestandsnaam wordt getoond. 5. Klik Upload om het importeren te starten. Een voortgangsbalk toont de voortgang. Wanneer meer dan 10% van de regels in het bestand niet kunnen worden begrepen, zal de gehele import falen zonder dat er gebruikers zijn geïmporteerd. Wanneer meer dan 90% van de imports slagen en minder dan 10% falen, zullen de mislukte imports in een rapport worden getoond en zullen de geslaagde imports zijn toegepast in de FP5 database Foutcodes De volgende tabel toont de foutcodes die kunnen worden weergegeven naar aanleiding van het importeren van gebruikersgegevens. Tabel 11: Foutcodes bij importeren Foutcode {cardservice.duplicatecardissuenumber}? {cardservice.duplicatevalue} {cardservice.invalidstate} {cardservice.invalidstatechange} {global.duplicateexternalid} {global.notnull} {global.uidnotunique} Omschrijving Opgegeven waarde is bestaat al en moet uniek zijn Opgegeven status wordt niet ondersteund door FP5 Huidige Kaart/ID-status kan niet worden gewijzigd naar opgegeven status Opgegeven extern ID bestaat al voor deze site Ontbrekend verplicht veld Opgegeven UID voor een kaart/id bestaat al voor deze site Het aanmaken van een gebruiker Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Aanmaken Om een nieuwe gebruiker aan te maken: 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik Nieuw. 3. Voer de gegevens voor deze nieuwe gebruiker in, in de daartoe bestemde velden. Op dit moment is alleen de achternaam een verplicht veld, maar het wordt aangeraden een adres in te voeren als er s naar de gebruiker dienen te worden verstuurd t.a.v. reserveringen of rapportages. 4. Als de gebruiker tot een of meerdere gebruikersgroepen moet behoren: a. Klik Toevoegen onder Gebruikersgroepen. b. Selecteer een gebruikersgroep van de dropdown. c. Klik Toevoegen. 3 cardissuenumber number may only be present if cardnumber is present FacilityPro Platform Pagina 57 van 92

58 d. Herhaal de voorgaande drie stappen om nog een gebruikersgroep toe te voegen. 5. Als er privileges aan deze gebruiker dienen te worden toegekend op individuele basis: a. Klik Toevoegen onder Privileges. b. Selecteer een privilege van de dropdown. c. Klik Toevoegen. d. Herhaal de voorgaande drie stappen om nog een privilege toe te voegen. 6. Klik Bewaar om de gebruiker aan te maken. Er zijn nog geen Kaarten/ID s toegekend aan de gebruiker De gegevens van een gebruiker wijzigen Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Wijzigen Om de gegevens van een gebruiker te wijizgen: 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. 2. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. 3. Wijzig de gewenste velden. 4. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Het wachtwoord van een gebruiker instellen of wijzigen Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Wijzigen Om de FP5-gebruikersportaal te gebruiken moet een gebruiker een wachtwoord hebben. Als het wachtwoord nog niet aan de gebruiker werd verstuurd, d.w.z. als de gebruiker nog geen wachtwoord heeft, ziet u de tekst Geen wachtwoord ingesteld boven de knop Wachtwoord op het gegevensscherm van die gebruiker. Anders ziet u daar de tekst Wachtwoord aanwezig. Om het wachtwoord van een gebruiker in te stellen of te wijzigen: U zult het wachtwoord voor de gebruiker bepalen. U dient te zorgen dat de gebruiker weet wat zijn wachtwoord is. 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaart/IDs. 2. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. 3. Op het gegevensscherm van de gebruiker, klik Wachtwoord. 4. Voer het gewenste wachtwoord in. 5. Klik Bewaar. 6. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. De gebruiker kan inloggen op het gebruikersportaal met het wachtwoord. Om FP5 een nieuw wachtwoord te laten genereren en naar de gebruiker te laten sturen: Om deze functionaliteit te gebruiken moeten er een sjabloon bestaan van het type Gebruikerswachtwoord reset en/of Gebruikerswachtwoord reset SMS bestaan (zie 5.4). 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaart/IDs. 2. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. 3. Op het gegevensscherm van de gebruiker, klik Tijdelijk wachtwoord om het wachtwoord via naar de gebruiker te laten sturen, of klik Tijdelijk wachtwoord (SMS) om het wachtwoord via SMS naar de gebruiker te laten sturen. De status die wordt getoond boven de wachtwoord knoppen wijzigt naar Tijdelijk wachtwoord aangevraagd. FacilityPro Platform Pagina 58 van 92

59 De gebruiker kan inloggen op het gebruikersportaal met het wachtwoord, maar wordt verplicht het wachtwoord bij zijn eerste login te wijzigen. 8.6 KAARTEN/ID S Kaarten en ID s kunnen worden aangemaakt zonder nog aan een gebruiker te worden toegekend. FP5 bewaart een record van iedere kaart/id die apart staat van de gebruiker. Gedurende het leven van een kaart/id kan het worden toegekend aan verschillende gebruikers, maar nooit aan meer dan één gebruiker tegelijk. Een gebruiker kan tegelijkertijd meerdere kaarten en/of ID s bezitten. Elk van deze kaarten en ID s geeft de gebruiker alle privileges die direct aan de gebruiker of aan een gebruikersgroep waartoe hij behoort zijn toegekend. Een kaart/id heeft een kaart/id-nummer dat in feite een rekeningnummer van de gebruiker is. Wanneer meerdere Kaarten/ID s bestaan met hetzelfde kaart/id-nummer dan worden zij onderscheiden door een verschillend kaart/id-uitgiftenummer. Een uitgegeven kaart heeft over het algemeen een chip met een uniek ID. Deze UID kan door FP5 gebruikt worden om de kaart/id te identificeren. De velden van een kaart/id zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): Sommige velden kunnen verplicht worden afhankelijk van de kaart/id-status (zie 8.6.1): 1) Extern ID: dit veld kan worden gebruikt om Kaarten/ID s te koppelen aan ID s van een extern systeem 2) Kaart/ID-nummer 3) Kaart/ID-uitgiftenummer 4) Kaart/ID-status (zie 8.6.1) 5) Kaart/ID-configuratie 6) UID * 7) Activation code 8) Gebruiker Kaart/ID-statussen FP5 houdt de status van iedere individuele kaart/id bij. Kaarten/ID s kunnen in FP5 worden bewaard zonder dat zij (nog) aan een gebruiker zijn toegekend (gepersonaliseerd). De onderstaande tabel toont de statussen die FP5 ondersteunt. FacilityPro Platform Pagina 59 van 92

60 Tabel 12: Kaart/ID states Kaart/ID-status Geïnitialiseerd Omschrijving Kaart/ID is niet toegekend aan een gebruiker en is op voorraad met initiële productiesleutels Moet worden geproduceerd Wordt geproduceerd Gepersonaliseerd Uitgegeven Actief Transactie actief Geblokkeerd Innemen Ingenomen Productiefout Kaart/ID is toegekend aan een gebruiker en moet worden geproduceerd door de producent. Het productiesysteem heeft verzocht de applicatiegegevens voor te bereiden en produceert de kaart/id. Deze status is om te voorkomen dat andere systemen proberen tegelijkertijd de kaart/id te produceren. De kaart/id is geproduceerd maar is mogelijk nog niet toegekend aan een gebruiker of nog niet overhandigd aan de gekoppelde gebruiker De kaart/id is overhandigd aan de gebruiker maar moet mogelijk nog worden geactiveerd voordat het gebruikt kan worden De kaart/id is geactiveerd en transacties kunnen worden uitgevoerd met de kaart/id Er wordt op dit moment een transactie uitgevoerd met deze kaart/id De kaart/id is tijdelijk geblokkeerd; er kunnen geen transacties worden uitgevoerd met de kaart/id. Kaart/ID is voorgoed geblokkeerd en moet worden ingeleverd bij de sitebeheerder. De koppeling met de gebruiker wordt bewaard zodat het mogelijk blijft eventueel resterend saldo uit te keren aan de gebruiker als de kaart zou worden ingeleverd. Kaart/ID is ingeleverd nadat het de status Innemen had en kan nu vernietigd worden of aan een andere gebruiker worden uitgegeven. De koppeling met de vorige gebruiker wordt verwijderd in FP5. Er is een poging geweest de kaart/id te produceren maar dat is niet gelukt. De kaart/id dient vernietigd te worden. De onderstaande tabel toont de mogelijke velden van een kaart/id en of ze verplicht een waarde moeten hebben bij de verschillende kaart/id-statussen. Tabel 13: Velden van een kaart/id en kaart/id-statussen Kaart/ID-status Type kaart/id UID Geprepersonaliseerd Kaart/ID is niet toegekend aan een gebruiker maar applicaties / veiligheidsdomeinen zijn geïnstalleerd met gebruikersspecieke kaart/idsleutels Kaart/IDnummer Kaart/IDuitgiftenummer Gebruiker Geïnitialiseerd M O Geprepersonaliseerd M O M(G) M(G) - Moet worden geproduceerd - - M(G) M(G) O Wordt geproduceerd - - M M O Gepersonaliseerd M O M(G) M(G) M FacilityPro Platform Pagina 60 van 92

61 Uitgegeven M O M M M Actief M O M M M Geblokkeerd M O M M M Innemen - - M M M Ingenomen - - M M - M staat voor verplicht veld (mandatory), O is een optioneel veld. M(G) is een field waar FP5 een waarde voor genereert als er geen is ingevoerd. De onderstaande figuur toont the kaart/id-statussen en welke transities kunnen plaatsvinden in FP5. FacilityPro Platform Pagina 61 van 92

62 Figuur 8-1: Transities van kaart/id-statussen FacilityPro Platform Pagina 62 van 92

63 8.6.2 Een kaart/id aanmaken Vereiste autorisaties: Kaart/ID Opvragen, Kaart/ID Aanmaken Om een nieuwe kaart/id aan te maken: 1. Kies de menu-optie Kaarten/ID s van het menu Kaarten/ID s. 2. Klik Nieuw. 3. Voer een unieke combinatie van kaart/id-nummer en -uitgiftenummer, en de configuratie en UID van de chip van deze kaart/id, in de daartoe bestemde velden. 4. Om een gebruiker te koppelen aan de kaart/id (optioneel), selecteer een gebruiker door (een deel van) de achternaam van een bestaande gebruiker in te voeren. 5. Klik Bewaar om de kaart/id aan te maken Een kaart/id toekennen aan een gebruiker Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Wijzigen, Kaart/ID Opvragen Om een kaart/id aan een gebruiker toe te kennen: 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. 2. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. 3. In de sectie Kaarten/ID s, klik Toekennen. 4. Selecteer een vrije (nog niet is toegekende) kaart/id. 5. Klik Toepassen. De kaart/id zal alle privileges krijgen die direct aan de gebruiker of aan een gebruikersgroep waartoe hij behoort zijn toegekend. De privilegetellers krijgen de startwaarde van de privileges. Het saldo van de kaart/id krijgt als waarde de hoogste van de startwaardes van de gekoppelde gebruikersgroepen. De kaarten/id zal worden geïnitialiseerd de eerstvolgende keer dat deze wordt aangeboden bij een online terminal Een kaart/id van een gebruiker afnemen Vereiste autorisaties: Gebruiker Opvragen, Gebruiker Wijzigen, Kaart/ID Opvragen Om een kaart/id van een gebruiker af te nemen: 1. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. 2. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. 3. In de sectie Kaarten/ID s, klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de kaart/id die u wilt afnemen van de gebruiker Een kaart/id blokkeren Vereiste autorisaties: Kaart/ID Opvragen, Kaart/ID Wijzigen Het blokkeren van een kaart/id is een voorbeeld van een zogenaamde post issuance update. De kaart/id is al uitgegeven, en men wil dat de kaart/id zal worden geüpdatet, in dit geval dat de kaart/id zal worden geblokkeerd, de eerstvolgende keer dat deze wordt aangeboden bij een online terminal. Om een kaart/id te blokkeren: 1. Ga naar het gegevensscherm van de kaart/id die u wilt blokkeren. Dit kan zo: a. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. FacilityPro Platform Pagina 63 van 92

64 of zo: b. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. c. In de sectie Kaarten/ID s, klik het kaart/id-nummer. d. Kies de menu-optie Kaarten/ID s van het menu Kaarten/ID s. e. Zoek de kaart/id via het kaart/id-nummer, UID of de gebruikersnaam (zie 2.3.1). f. Klik het kaart/id-nummer. 2. Wijzig de waarde van het veld Kaart/ID-status naar Geblokkeerd. 3. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan Een kaart/id vervangen Op dit moment is er nog geen functionaliteit in FP5 voor het vervangen van een kaart/id. Om een kaart/id te vervangen door een nieuwe, ken de nieuwe kaart/id toe ( 8.6.3) en neem de oude kaart/id af ( 8.6.4) Post issuance updates realiseren voor een kaart/id Vereiste autorisaties: Kaart/ID Opvragen, Kaart/ID Wijzigen Iedere wijziging aan een kaart/id nadat het is uitgegeven heet een post issuance update. De wijziging wordt ingevoerd in FP5 en de kaart/id wordt geüpdatet de eerstvolgende keer dat deze wordt aangeboden bij een online terminal. Wijzigingen aan de Kaart/ID-status, zoals het blokkeren van een kaart/id, worden ingevoerd op het gegevensscherm van de kaart/id. Wijzigen welke privileges de gebruiker (aan wie de kaart/id is toegekend) heeft, geschiedt op het gegevensscherm de gebruiker voor individueel toegekende privileges (zie en 7.2.6) en op het gegevensscherm van de gebruikersgroep voor andere privileges (zie en 7.2.4). Zolang dergelijke wijzigingen wel zijn ingevoerd maar nog niet zijn uitgevoerd, zijn ze te zien in de sectie Kaart/ID wijzigen van een kaart/id. Om de waarde van het kaart/id-saldo, de privilegetellers of de start- en/of einddatum te wijzigen: 1. Ga naar het gegevensscherm van de kaart/id die u wilt updaten. Dit kan zo: a. Kies de menu-optie Gebruikers van het menu Kaarten/ID s. b. Zoek de gebruiker (zie 2.3.1) en klik de naam. c. In de sectie Kaarten/ID s, klik het kaart/id-nummer. of zo: d. Kies de menu-optie Kaarten/ID s van het menu Kaarten/ID s. e. Zoek de kaart/id via het kaart/id-nummer, UID of de gebruikersnaam (zie 2.3.1). f. Klik het kaart/id-nummer. Op het gegevensscherm van de kaart/id toont het veld Kaart/ID-status de laatst bekende waarde. De sectie Kaart/ID wijzigen toont de huidige startdatum, einddatum, pincode en saldo van de kaart/id. Als een handmatig ingevoerde update gepland staat, wordt het tijdstip van het invoeren van de update getoond in het veld Wijziging aangevraagd. Als een update gepland staat als gevolg van wijzigingen van privileges, gebruikersgroepen het lidmaatschap van gebruikersgroepen, wordt in dat veld geen waarde getoond. 2. Om de start- en/of einddatum te wijzigen: a. Klik Wijzig naast het veld dat u wilt wijzigen. b. Selecteer de gewenste datum. c. Klik Bewaar. 3. Om de pincode te wijzigen: a. Klik Wijzig naast het veld Huidige pincode. b. voer de nieuwe pincode in. c. Klik Bewaar. 4. Om de pincode te wissen: FacilityPro Platform Pagina 64 van 92

65 a. Klik Wijzig naast het veld Huidige pincode. b. Klik Reset pincode. 5. Om het saldo te wijzigen: a. Klik Wijzig naast het veld Huidig saldo. b. Selecteer het type saldo-update: Nieuwe waarde = het saldo zal worden vervangen door het saldo dat in de volgende stap wordt ingevoerd onafhankelijk van het huidige saldo. Waarde verhogen = het saldo zal worden verhoogd met het saldo dat in de volgende stap wordt ingevoerd. Als er een negatieve waarde wordt ingevoerd, zal het saldo worden verlaagd met dat bedrag. Het saldo zal niet lager worden van 0 en zal niet hoger worden dan de maximumsaldo die is ingesteld voor deze kaart/id. c. Voer het bedrag in. d. Klik Bewaar. De tabel Privileges toont de privileges die zijn toegekend aan de gebruiker aan wie deze kaart/id is toegekend. Voor elk privilege worden de huidige waarde van de privilegeteller en, indien van toepassing, de datum van de volgende auto top-up getoond. Als er een wijziging van een privilege of van de waarde van de privilegeteller gepland is, wordt het type wijziging getoond. De onderstaande tabel toont de mogelijke wijzigingstypes. 6. Om de waarde van de privilegeteller te wijzigen: a. Klik Wijzig naast het privilege. b. Selecteer Nieuwe waarde of Waarde verhogen van de dropdown naast het veld Type wijziging. Nieuwe waarde = de privilegeteller zal worden vervangen door de waarde die in de volgende stap wordt ingevoerd. Waarde verhogen = de privilegeteller zal worden verhoogd met de waarde die in de volgende stap wordt ingevoerd. c. Voer een waarde in in het veld Waardewijziging. d. Klik Bewaar. e. Klik Toepassen om de update in te plannen. De update zal worden uitgevoerd de eerstvolgende keer dat de kaart/id wordt aangeboden bij een online terminal. Tabel 14: Saldo/privilege wijzigingstypes Wijzigingstype Nieuw Nieuwe waarde Waarde verhogen Wordt verwijderd Omschrijving Het privilege werd toegekend (ofwel via een gebruikersgroep waartoe de gebruiker van deze kaart/id behoort, ofwel direct aan deze gebruiker) en de privilegeteller zal de startwaarde krijgen. De waarde van de privilegeteller zal worden vervangen door de getoonde waarde. De waarde van de privilegeteller zal worden verhoogd met de getoonde waarde. Als de getoonde waarde negatief is zal de privilegeteller worden verlaagd. Het privilege werd afgenomen (ofwel van de gebruikersgroep via welke de gebruiker van deze kaart/id het privilege toegewezen had gekregen, ofwel direct van deze gebruiker). 9 TERMINALS Het gegevensscherm van een terminal heft meerdere tabbladen die verschillende aspecten tonen van de configuratie van de terminal. Wanneer een terminal wordt aangemaakt worden de gegevens op het tabblad Algemeen ingevoerd. Daarna moet de terminal worden bewaard en pas dan worden de andere tabbladen getoond en kunnen daar gegevens worden ingevoerd. De velden van het tabblad Algemeen van een terminal zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): FacilityPro Platform Pagina 65 van 92

66 1) Naam * 2) Extern ID: dit veld kan worden gebruikt om terminals te koppelen aan ID s van een extern systeem 3) Omschrijving 4) Huidige status: (read-only) toont de laatst bekende status van de terminal, die een van de volgende waardes kan hebben: a. Onbekend b. Firmware zal worden geüdatet c. Firmware aan het updaten... d. Nieuwe configuratie zal worden gestuurd e. Aan het configureren... f. Configuratie is ontvangen g. Configuratiefout h. Terminaldata zal worden opgehaald i. Terminaldata zal worden opgehaald voor firmware-update j. Terminaldata aan het ophalen... k. Terminaldata aan het ophalen voor firmware-update... l. Bijna gereed m. Terminal OK (Gereed) NB: Rechts van het veld Beschikbaarheid worden de datum en tijd van de laatst bekende config status getoond. 5) Beschikbaarheid: (read-only) toont de huidige status van de terminal, die een van de volgende waardes kan hebben: a. Onbekend: huidige terminalstatus kan niet worden bepaald b. Offline: terminal is niet online geweest in de afgelopen twee minuten c. Online (poll): terminal is online en communiceert regelmatig met FP5 (polling the server) Rechts van het veld Beschikbaarheid worden de datum en tijd van de laatst bekende config status getoond 6) Adres 7) Serienummer 8) Connectietype: HTTP, HTTPS, TCP, UDP of SAMBA 9) Tijdszone 9.1 HET AANMAKEN VAN EEN TERMINAL HET TABBLAD ALGEMEEN Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Aanmaken Zorg voordat u een terminal aanmaakt, dat de juiste site is geselecteerd. De terminal wordt aangemaakt binnen de geselecteerde site en zal alleen zichtbaar zijn in die site. Om een nieuwe terminal aan te maken: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik Terminal aanmaken. 3. Voer de naam van de nieuwe terminal in, in de talen van de site. 4. Klik Terminal aanmaken. Het gegevensscherm van de terminal wordt geopend. 5. Voer de gegevens voor deze nieuwe terminal in, in de daartoe bestemde velden op het tabblad Algemeen. 6. Klik Bewaar om de terminal aan te maken. 9.2 TERMINAL HARDWARE Het systeem maakt onderscheid tussen de dispenser, de machine die de toegang tot producten regelt, en de terminal die is geïnstalleerd in of bij die machine om deze aan het FacilityPro-platform te koppelen. Elke terminal heeft een hoofdapparaat waarmee de verbinding met de TMS-module van FP5 wordt gerealiseerd (TMS = Terminal Management System). Dit apparaat is meestal een Magnabox. Ook kunnen er FacilityPro Platform Pagina 66 van 92

67 nevenapparaten worden aangesloten. Van al deze aangesloten apparatuur kan de firmwareversie en de status worden gerapporteerd naar FP5. Een terminal kan worden aangemaakt in FP5 voordat de hardware daadwerkelijk is geïnstalleerd of aangezet. Wanneer hardware wordt geïnstalleerd (en ook wanneer hardware wordt vervangen), wordt die hardware geassocieerd met de terminal waarna het automatisch de juiste firmware en configuratie ontvangt. In de huidige versie van FP5 wordt de firmware nog niet automatisch in de hardware geïnstalleerd. Een systeembeheerder moet de firmware handmatig downloaden naar de apparaten. Wij verwijzen naar de installatiehandleiding van de Magnabox voor uitleg over het installeren en configureren Een Magnabox voorbereiden voor FP5 Een Magnabox moet handmatig worden geconfigureerd voordat het op FP5 kan worden aangesloten. De configuratie bestaat uit de TMS-URL (die nodig is om verbinding te maken met de TMS-module van FP5) en een certificate thumbprint voor het SSL-certificaat dat de TMS-server gebruikt. Wij verwijzen naar de documentatie van de Magnabox voor uitleg over het configureren van deze instellingen. De gebruikelijke TMS-URL is Wanneer een Magnabox de juiste configuratie heeft zal het automatisch proberen verbinding met FP5 te maken. Wanneer een onbekende Magnabox verbinding zoekt, voegt FP5 de gegevens van deze Magnabox toe aan de database en wijst de Magnabox toe aan de systeembeheersite. Een systeembeheerder kan dan de Magnabox toewijzen aan de specifieke site waar hij ook daadwerkelijk is geïnstalleerd. Wanneer een Magnabox is toegewezen aan een specifieke site, kan een sitebeheerder het tenslotte toewijzen aan de juiste terminal Het toewijzen van een Magnabox aan een site Vereiste autorisaties: Hardware-apparaat Opvragen, Hardware-apparaat Toewijzen Om een Magnabox toe te wijzen aan een site: FacilityPro Platform Pagina 67 van 92

68 1. Kies de menu-optie Hardware-apparaten van het menu Administratief. U komt automatisch in de (meta-site) en ziet een lijst van Magnaboxen. Als de Magnabox die u wilt toewijzen niet in de lijst voorkomt, heeft het vermoedelijk nog niet succesvol verbinding gemaakt met FP5 (zie voor uitleg over het configureren van een Magnabox voor verbinding met FP5). Voor Magnaboxen die al zijn toegewezen aan een site, toont de kolom Site aan welke site ze zijn toegewezen en is de link Vrijgeven beschikbaar. Magnaboxen die beschikbaar zijn om toe te wijzen aan een site tonen de systeembeheersite (meta-site) in de kolom Site en een link Toewijzen. 2. Om een Magnabox toe te wijzen, klik Toewijzen rechts van die Magnabox. 3. Selecteer de site waaraan u de Magnabox wilt toewijzen van de dropdown. 4. Klik Toewijzen. De Magnabox wordt nu getoond als zijnde toegewezen aan die site en kan worden geselecteerd voor een terminal Een Magnabox ontkoppelen van een site Vereiste autorisaties: Hardware-apparaat Opvragen, Hardware-apparaat Vrijgeven Mogelijk wilt u een Magnabox ontkoppelen van een site, zodat hij niet meer bij een specifieke site hoort, bijvoorbeeld omdat hij defect is of (onwaarschijnlijk) om het toe te wijzen aan een andere site. Om een Magnabox te ontkoppelen van een site: 1. Als de Magnabox is gekoppeld aan een terminal (zo niet, ga direct naar de volgende stap): a. Zorg dat de site waartoe de terminal behoort is geselecteerd. b. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. c. Klik de naam van de terminal in de sectie Terminals. Als de lijst van terminals te lang is kunt u eerst een terminalgroep selecteren en dan een terminal. d. Op het gegevensscherm van de terminal selecteer het tabblad Hardware. e. Klik Ontkoppelen. 2. Kies de menu-optie Hardware-apparaten van het menu Administratief. U komt automatisch in de (meta-site) en ziet een lijst van Magnaboxen. Voor Magnaboxen die al zijn toegewezen aan een site, toont de kolom Site aan welke site ze zijn toegewezen en is de link Vrijgeven beschikbaar. 3. Om de Magnabox vrij te gven, klik Vrijgeven rechts van die Magnabox. De Magnabox wordt nu getoond als zijnde beschikbaar om te worden toegewezen. U ziet de systeembeheersite (meta-site) in de kolom Site en een link Toewijzen Een Magnabox en een terminal koppelen Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen, Hardware-apparaat Opvragen Nadat een terminal is aangemaakt moet het worden gekoppeld aan een Magnabox. Zorg dat u het juiste serienummer van de Magnabox die is geïnstalleerd bij deze terminal. Om een terminal en een Magnabox te koppelen : 1. Zorg dat de site waartoe de terminal behoort is geselecteerd. 2. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 3. Klik de naam van de terminal in de sectie Terminals. Als de lijst van terminals te lang is kunt u eerst een terminalgroep selecteren en dan een terminal. 4. Op het gegevensscherm van de terminal selecteer het tabblad Hardware. Als de terminal nog niet is gekoppeld aan een Magnabox ziet u in de sectie Selecteer hardware-apparaat een lijst van beschikbare Magnaboxen. Als er geen Magnaboxen beschikbaar zijn om aan deze terminal te koppelen, d.w.z. Magnaboxen die wel aan deze site zijn toegewezen, maar nog niet aan een terminal zijn gekoppeld, ziet u de sectie Selecteer hardware-apparaat niet. Als de terminal al is gekoppeld aan een Magnabox is een link Ontkoppelen beschikbaar. FacilityPro Platform Pagina 68 van 92

69 5. Koppel een Magnabox uit de lijst aan de terminal door Selecteer te klikken rechts van de Magnabox met het juiste serienummer Een vervangende Magnabox aan een terminal koppelen Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen, Hardware-apparaat Opvragen Wanneer een terminal is gekoppeld aan een Magnabox, maar deze Magnabox is vervangen door een andere Magnabox, moet de nieuwe Magnabox worden gekoppeld. Om een vervangende Magnabox aan een terminal te koppelen: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal in de sectie Terminals. Als de lijst van terminals te lang is kunt u eerst een terminalgroep selecteren en dan een terminal. 3. Op het gegevensscherm van de terminal selecteer het tabblad Hardware. 4. Omdat er al een Magnabox aan de terminal is gekoppeld, klik Ontkoppelen om deze koppeling ongedaan te maken. 5. Koppel de vervangende Magnabox uit de lijst door Selecteer te klikken rechts van de Magnabox met het juiste serienummer. De ontkoppelde Magnabox zal nog wel zijn toegewezen aan deze site. 9.3 APPLICATIECONFIGURATIE Een terminal heeft een applicatietype. Dit applicatietype relateert direct aan de firmware die is geladen in de Magnabox. Het applicatietype wordt bepaald door welke interface de verkoopautomaat, multifunctional, kassa of andere dispenser gebruikt alsmede door welk type betaalmethode wordt gehanteerd. Het applicatietype van een terminal wordt bepaald wanneer de terminal voor het eerst verbinding maakt met de TMS. De applicatieconfiguratie zal dan in eerste instantie de standaard applicatieconfiguratie voor dat applicatietype zijn. Pas wanneer het applicatietype bekend is, kan de applicatieconfiguratie worden gewijzigd, of kan een applicatieconfiguratie worden geïmporteerd vanuit een CSV-bestand of worden gekopieerd van een andere terminal. De huidige applicatietypes zijn: - MDB - cashless interface voor verkoopautomaten die het MDB protocol gebruiken - EXEC - cashless interface voor verkoopautomaten die het Executive protocol gebruiken - Totaliser - betaalsysteem dat toegang beheert via configureerbare signaallijnen - COPR beheert toegang tot een scala van multifunctionals, printers en kopieermachines - Access beheert fysieke toegang (deuren, slagbomen) - Bank - terminal voor opwaarderen Elk van deze applicaties heeft verschillende configuratie-instellingen die de functionaliteit van de applicatie mede bepalen. Deze instellingen tonen als paren van naam en waarde. FP5 beheert de huidige configuratie van een terminal die altijd ingezien en gewijzigd kan worden. Wanneer de configuratie gewijzigd wordt, zal FP5 een automatische update inplannen voor over enkele minuten voor alle terminals die hierdoor worden beïnvloed. Wanneer dan nog meer wijzigingen aan de configuratie worden gedaan, zal de update nog enkele minuten worden uitgesteld. Wanneer binnen deze time-outperiode geen wijzigingen meer worden gedaan, zal FP5 de terminals opnieuw configureren (m.a.w. de update uitvoeren) de eerstvolgende keer dat zij verbinding maken met de TMS Configuratieparameters Deze paragraaf geeft uitleg over de configuratieparameters die niet specifiek zijn voor een bepaalde applicatie. Voor uitleg over de parameters die wel specifiek zijn voor een bepaalde applicatie verwijzen wij u naar de installatie- en gebruikershandleiding van de betreffende applicatie (vending, POS, enz.). FacilityPro Platform Pagina 69 van 92

70 Tabel 15: Configuratieparameters FacilityPro Platform Pagina 70 van 92

71 Parameter Functionele parameters Card image on server Need privilege to use terminal Product sale possible without privileges Tap&Go antenna(s) Tap timeout Gebruikersinterface parameters Show date/time Idle timeout (ms) service timeout (ms) Display balance Price display timeout Omschrijving On: dit is een online systeem. Het tegoed en de andere gegevens van de kaart/id staan in een FacilityPro account in de backoffice. Off: dit is een offline systeem. Het tegoed en de andere gegevens van de kaart/id staan op de kaart/id. On: een privilege is nodig om de terminal te gebruiken; dit privilege moet toegang geven tot deze terminal On: er is geen privilege nodig om de producten in de terminal te kopen Off: een privilege is nodig om de producten in de terminal te verkrijgen; dit privilege moet betrekking hebben op de producten in deze terminal None: Kaart/ID moet worden ingestoken om een transactie uit te voeren Bottom: De transactie kan worden uitgevoerd door de kaart/id op korte afstand van de kaart/id-lezer bij te houden (Tap&Go); alleen de onderste antenne is actief Top: De transactie kan worden uitgevoerd door de kaart/id op korte afstand van de kaart/id-lezer bij te houden (Tap&Go); alleen de bovenste antenne is actief Top&Bottom: De transactie kan worden uitgevoerd door de kaart/id op korte afstand van de kaart/id-lezer bij te houden (Tap&Go); zowel de bovenste als de onderste antenne zijn actief Aantal milliseconden waarbinnen de transactie gestart moet worden na het aanbieden van een kaart/id bij een Tap&Go terminal voordat de terminal terugkeert naar de status nonactief On: De huidige datum en tijd worden getoond op de display wanneer de terminal in de status non-actief is Aantal milliseconden waarna de display wijzigt wanneer de terminal in de status non-actief is. Wanneer de terminal niet actief is worden twee of drie schermen afwisselend getoond op de display. Deze parameter bepaalt na hoeveel ms de display van scherm wisselt. Als het de waarde 0 krijgt, zal de display niet meer afwisselend verschillende schermen tonen. Alleen het eerste scherm wordt dan getoond (standaard: WELKOM, UW PAS AUB). De datum en tijd worden dan niet getoond. De maximale tijd (in ms) die de automaat er over mag doen om een product te verkopen. Als deze tijd wordt overschreden wordt het betaalde bedrag teruggeschreven bij het saldo van de kaart/id en is de transactie mislukt. On: wanneer een kaart/id wordt aangeboden wordt het saldo getoond op de display On: het gekozen product en de prijs worden getoond op de display van de kaartlezer nadat een keuze is gemaakt FacilityPro Platform Pagina 71 van 92

72 Single vend Gebruiker confirmation Welcome text 1 Welcome text 2 On: per aangeboden kaart/id kan slechts één transactie worden uitgevoerd (één product worden gekocht). Om een tweede product te kopen moet de kaart/id opnieuw worden aangeboden Off: de terminal kan meerdere transacties voor dezelfde kaart/id uitvoeren zonder dat de kaart/id voor elke transactie opnieuw wordt aangeboden; On: Vraag de gebruiker om te bevestigen voordat betaling wordt uitgevoerd Wanneer de terminal niet actief is worden twee schermen afwisselend getoond op de display. Dit veld bevat de eerste regel van het eerste scherm. Wanneer geen waarde wordt toegekend aan dit veld, wordt op de eerste regel standaard WELKOM getoond. De tweede regel zal altijd UW PAS AUB zijn. Het tweede scherm toont de datum en de tijd. Als dit veld een waarde krijgt zullen als de terminal niet actief is drie in plaats van twee schermen afwisselend worden getoond (zie boven). Het derde scherm toont de tekst die in dit veld wordt ingevuld. De opmaak van de tekst op de display kan worden bestuurd door commando s in de tekst te plaatsen. De Magnabox zal deze herkennen en implementeren. De commando s voor een tekstregel moeten aan het begin van de tekst van die regel staan. De commando s zijn: a) \c centreer de tekst op de display b) \l lijn de tekst links aan c) \r lijn de tekst rechts aan d) \n nieuwe regel e) \1 deze tekst moet op de eerste regel komen f) \2 deze tekst moet op de tweede regel komen g) \3 deze tekst moet op de derde regel komen h) \4 deze tekst moet op de 4e regel komen Een applicatieconfiguratie wijzigen Vereiste autorisaties: Applicatieconfiguratie Opvragen, Applicatieconfiguratie Wijzigen Om een applicatieconfiguratie te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Terminals van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal. 3. Select het tabblad Configuratie. 4. Klik Wijzig. 5. Wijzig de parameterwaardes van de applicatieconfiguratie (zie de installatie- en gebruikershandleiding van de betreffende applicatie (vending, POS, enz.) voor uitleg over de parameters). 6. Klik Bewaar. FP5 zal een automatische configuratie-update inplannen. Het zal de volgende keer dat de terminal verbinding maakt met de TMS worden uitgevoerd. FacilityPro Platform Pagina 72 van 92

73 9.3.3 Een applicatieconfiguratie van een andere terminal kopiëren Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen Een applicatieconfiguratie kan worden gekopieerd van een andere terminal, mits het hetzelfde applicatietype heeft. De terminal waarvan u de configuratie wilt kopiëren noemen we de bronterminal. De terminal(s) waarvan u wilt dat zij dezelfde configuratie krijgen als de bronterminal noemen de we doelterminal(s). Eerst moet er een zogenaamde gedeelde configuratie worden aangemaakt die de applicatieconfiguratie bevat van de bronterminal. Voor iedere doelterminal moet u deze gedeelde configuratie kiezen. Een gedeelde configuratie van de bronterminal aanmaken: 1. Kies de menu-optie Terminals van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de bronterminal. 3. Selecteer het tabblad Configuratie. 4. Klik op Nieuwe gedeelde configuratie. 5. Voer een naam en een omschrijving in voor de nieuwe gedeelde configuratie. 6. Klik Bewaar. De gedeelde configuratie toekennen aan een doelterminal: 1. Kies de menu-optie Terminals van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de doelterminal. 3. Selecteer het tabblad Configuratie. 4. Klik op Selecteer naast Configuratie:. 5. Selecteer de gedeelde configuratie van de dropdown met alle gedeelde configuraties voor het applicatietype van deze doelterminal. Als de gedeelde configuratie die u wenst te gebruiken nog niet bestaan moet u die eerst aanmaken (zie instructies hierboven). 6. Klik Bewaar Een applicatieconfiguratie van een CSV-bestand importeren Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen Om een configuratie van een CSV-bestand te importeren: 1. Kies de menu-optie Terminals van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal. 3. Selecteer het tabblad Configuratie. 4. Klik Configuratie importeren. 5. Selecteer het scheidingsteken dat in het te importeren bestand wordt gebruikt om parameters en parameterwaardes te scheiden uit de dropdown. 6. Selecteer de gebruikte tekenset uit de dropdown. 7. Klik +Choose. 8. Selecteer het CSV-file om te importeren. 9. Klik Importeren om het uploaden en verwerken van het bestand te starten. De volgende tabel toont de veldnamen die worden gebruikt in een CSV-bestand met een applicatieconfiguratie voor een terminal. FacilityPro Platform Pagina 73 van 92

74 Tabel 16: Veldnamen applicatieconfiguratie Kolomnaam Datatype Omschrijving parameternaam string(255) Naam van de parameter parameterwaarde string(255) Waarde die moet worden toegekend aan de parameter omschrijving string(255) Omschrijving van de parameter Een applicatieconfiguratie exporteren naar een CSV-bestand Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen De huidige configuratie van een terminal kan worden geëxporteerd naar een CSV-bestand. Dit bestand kan worden gebruikt om de configuratie te importeren voor een terminal van een andere site of een ander systeem. Om een applicatieconfiguratie van een terminal te exporteren naar een CSV-bestand: 1. Kies de menu-optie Terminals van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal. 3. Selecteer het tabblad Configuratie. 4. Klik Configuratie exporteren. De browser zal het bestand downloaden en opslaan in de downloaddirectory. 9.4 PRODUCTLAY-OUT De huidige productlay-out van een terminal toont welke producten bij deze terminal te koop zijn en wat de huidige voorraad is. Voor ieder product in de lay-out configureren we de volgende eigenschappen: 1) Selectie-ID: het interne ID binnen de application (in MDB is dit bijvoobeeld het selectienummer dat door de verkoopautomaat wordt gegeven, bij print/kopieerapplicaties is het ID de decimale representatie van de binaire waarde van de drie statuslijnen die tot het leveren van het product leiden) 2) Keuze: het label dat de gebruiker ziet bij het maken van een keuze 3) Product: het product op deze positie in de machine 4) Normaal niveau: het normale voorraadniveau voor dit product 5) Capaciteit: de maximum capaciteit voor dit product in die machine 6) Volledig vullen: bepaalt of de machine moet worden bijgevuld met het voorgeschreven aantal of tot het normale niveau op het moment van bijvullen 7) Laag-water-alarm: bij welk voorraad (aantal producten) moet er een waarschuwing uitgaan. Wanneer het product meermalen in de machine zit, zal de waarschuwing worden gegeven als de voorraad voor alle selecties tot dit aantal is gezakt Het aanmaken van een productlay-out Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen Om een productlay-out aan te maken: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal in de sectie Terminals. Als de lijst van terminals te lang is kunt u eerst een terminalgroep selecteren en dan een terminal. FacilityPro Platform Pagina 74 van 92

75 3. Selecteer het tabblad Productlay-out. Als er niet eerder een productlay-out werd aangemaakt ziet u de melding Geen productlay-out bekend. Anders ziet u de huidige productlay-out. Zie voor instructies om die te wijzigen. 4. Selecteer het tabblad Volgende productlay-out. U ziet de melding Geen productlay-out bekend. 5. Klik Nieuwe productlay-out. 6. Om een product aan de lay-out toe te voegen: a. Klik Product toevoegen. b. Voer de velden Keuze (wat de gebruiker selecteert om het product te kiezen), Selectie-ID (hangt af van de applicatie en welk type machine met de terminal is verbonden) en andere gegevens in de daartoe bestemde velden. c. Klik Bewaar om het product aan de lay-out toe te voegen. d. Herhaal de voorgaande drie stappen om meer producten toe te voegen. 7. Om een een product van de lay-out te verwijderen, klik het vuilnisemmer-icoon rechts van het product. 8. Om een product in de lay-out te wijzigen: a. Klik in het veld Selectie-ID of Keuze. b. Wijzig de veldwaardes. c. Klik Bewaar. 9. Om de gehele lay-out te verwijderen, klik Alle producten wissen. De productlay-out hoeft niet bewaard te worden. Zoals u het ziet op het tabblad Volgende productlay-out, zo zal het naar de terminal worden verstuurd en actief worden nadat de volgende vullijst is uitgevoerd Een productlay-out wijzigen Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen Zo lang een productlay-out nog niet is gebruikt voor een vullijst kan het nog worden gewijzigd. Om een productlay-out te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal. 3. Selecteer het tabblad Productlay-out. U ziet de huidige productlay-out. 4. Selecteer het tabblad Volgende productlay-out. 5. Om een nieuwe productlay-out te maken gebaseerd op de huidige lay-out, klik Nieuwe productlayout. De huidige productlay-out wordt gekopieerd en kan worden gewijzigd. Om een productlay-out van een andere terminal te kopiëren, zie Om een product in de lay-out te wijzigen: a. Klik in het veld Selectie-ID of Keuze. b. Wijzig de veldwaardes. c. Klik Bewaar. 7. Om een product aan de lay-out toe te voegen: a. Klik Product toevoegen. b. Voer de velden Keuze (wat de gebruiker selecteert om het product te kiezen), Selectie-ID (hangt af van de applicatie en welk type machine met de terminal is verbonden) en andere gegevens in de daartoe bestemde velden. c. Klik Bewaar om het product aan de lay-out toe te voegen. De productlay-out hoeft niet bewaard te worden. Zoals u het ziet op het tabblad Volgende productlay-out, zo zal het naar de terminal worden verstuurd en actief worden nadat de volgende vullijst is uitgevoerd. De nieuwe productlay-out zal actief worden nadat de volgende vullijst is uitgevoerd. FacilityPro Platform Pagina 75 van 92

76 9.4.3 Een productlay-out van een andere terminal kopiëren Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen Om een productlay-out van een andere terminal te kopiëren: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal in de sectie Terminals. Als de lijst van terminals te lang is kunt u eerst een terminalgroep selecteren en dan een terminal. 3. Selecteer het tabblad Productlay-out. Als er niet eerder een productlay-out werd aangemaakt ziet u de melding Geen productlay-out bekend. Anders ziet u de huidige productlay-out. 4. Selecteer het tabblad Volgende productlay-out. 5. Klik Kopieer productlay-out. Als er al een nieuwe productlay-out werd aangemaakt, zal de Kopieer productlay-out -link niet zichtbaar zijn. Klik dan eerst Alle producten wissen om de huidige nieuwe productlay-out te verwijderen. De Kopieer productlay-out -link zal zichtbaar worden. 6. Selecteer de terminal waarvan u de productlay-out wil kopiëren van de dropdown. 7. Klik Bewaar. De nieuwe productlay-out zal zichtbaar zijn op het tabblad Volgende productlay-out. De nieuwe productlay-out zal actief worden nadat de volgende vullijst is uitgevoerd Een productlay-out importeren van een CSV-bestand Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen Om een productlay-out van een bestand te importeren: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal. 3. Selecteer het tabblad Productlay-out. 4. Selecteer het tabblad Volgende productlay-out. 5. Zorg dat er op dit tabblad geen nieuwe productlay-out zichtbaar is. De links Nieuwe productlay-out en Kopieer productlay-out moeten zichtbaar zijn. Als er al een nieuwe productlay-out werd aangemaakt, zullen deze links niet zichtbaar zijn. Klik dan eerst Alle producten wissen om de huidige nieuwe productlay-out te verwijderen. De links zullen dan zichtbaar worden. 6. Klik Importeer productlay-out. 7. Selecteer het scheidingsteken dat in het te importeren bestand wordt gebruikt om parameters en parameterwaardes te scheiden uit de dropdown. 8. Selecteer de gebruikte tekenset uit de dropdown. 9. Klik +Choose. 10. Selecteer het CSV-file om te importeren. 11. Klik Importeren om het uploaden en verwerken van het bestand te starten. De geïmporteerde productlay-out is nu zichtbaar op het tabblad Volgende productlay-out. 12. Klik Sluiten. De volgende tabel toont de veldnamen die worden gebruikt in een CSV-bestand met een productlay-out van een terminal. FacilityPro Platform Pagina 76 van 92

77 Tabel 17: Productlay-out field naams Kolomnaam Datatype Omschrijving label string(255) Naam van de parameter id string(255) Waarde die moet worden toegekend aan de parameter type string(40) Naam van het product in deze slot normalstock integer Normale voorraadniveau om te handhaven in deze slot machinecapacity integer Maximum voorraadniveau voor deze slot lowwatermark float Laag-water-alarmniveau voor deze slot. alwaystopup true of false Geeft aan of er moet worden bijgevuld tot normale voorraadniveau als er blijken nog producten te zijn verkocht tussen het aanmaken van de vullijst en het vullen Een productlay-out naar een CSV-bestand exporteren Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen Om een productlay-out naar een bestand te exporteren: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik de naam van de terminal. 3. Selecteer het tabblad Productlay-out. 4. Selecteer het tabblad Huidige productlay-out. 5. Klik Exporteer productlay-out. Een download start. De productlay-out wordt bewaard in een bestand met de naam terminallayoutproducten in de download-directory. Wij raden u aan het bestand een naam te geven die duidelijk maakt welke productlay-out het bevat. 9.5 TERMINALGROEPEN Om het beheren van sites met grote aantallen terminals te vergemakkelijken, kunnen terminals worden gegroepeerd in terminalgroepen. Een terminalgroep wordt gedefinieerd door de systeembeheerder en kan een onbeperkt aantal terminals bevatten. Terminalgroepen kunnen zelf ook weer onderverdeeld worden in zogenaamde hiërarchieën. Meerdere hiërarchieën kunnen worden aangemaakt. Terminals kunnen in meerdere terminalgroepen zitten, maar slechts in één terminalgroep per hiërarchie. Men zou bijvoorbeeld een hiërarchie kunnen aanmaken gebaseerd op de locaties van de terminals. Bovenaan de hiërarchie zou onderscheid gemaakt worden tussen de provincies (Utrecht, Zuid-Holland, enz), binnen een provincie kunnen de terminals worden gegroepeerd per stad, daarbinnen per kantoor en daarbinnen per verdieping. Een parallelle hiërarchie kan de terminals groeperen per type producten die er kunnen worden verkregen (Frisdrank, Snack, Koffie). Terminalgroepen kunnen ook worden gebruikt bij het toepassen van privileges van het type terminaltoegang (privileges om de toegang tot terminals te beperken, ). De meeste terminalgroepen zullen sitespecifiek zijn en alleen zichtbaar voor FP5-gebruikers van die site. Er kunnen echter ook systeembrede terminalgroepen bestaan. Deze worden aangemaakt door de systeembeheerder en bevatten terminals van verschillende sites. Een logistieke partij, zoals een verkoopautomaatbeheerder, zou gebruik kunnen maken van systeembrede terminalgroepen voor het plannen van de bevoorrading en onderhoud van terminals op verschillende sites. De toegang tot vullijsten en terminals kan worden geconfigureerd per systeembrede terminalgroep. FacilityPro Platform Pagina 77 van 92

78 9.5.1 Het aanmaken van een hiërarchie van terminalgroepen Vereiste autorisaties: Terminalgroep Opvragen, Terminalgroep Aanmaken Wanneer u een terminalgroep aanmaakt op het hoogste hiërarchische niveau, maakt u in feite ook een nieuwe hiërarchie aan. Als de systeembeheersite is geselecteerd zal de terminalgroep een systeembrede terminalgroep zijn. Als een andere site is geselecteerd zal de terminalgroep alleen beschikbaar zijn binnen die site. Om een nieuwe terminalgroep aan te maken in een nieuwe hiërarchie: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Zorg dat er geen terminalgroep is geselecteerd door Deselecteren te klikken. 3. Klik Nieuw. 4. Voer de terminalgroepnaam in de talen van de site in. 5. Klik Bewaar. De nieuwe terminalgroep zal zichtbaar worden in de lijst van terminalgroepen op het hoogste niveau ( Hoofdgroep ) Het aanmaken van een terminalgroep in een bestaande hiërarchie Vereiste autorisaties: Terminalgroep Opvragen, Terminalgroep Aanmaken Als de systeembeheersite is geselecteerd zal de terminalgroep een systeembrede terminalgroep zijn. Als een andere site is geselecteerd zal de terminalgroep alleen beschikbaar zijn binnen die site. Om een terminalgroep aan te maken binnen een bestaande terminalgroep: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. In de linker kolom ziet u de tot nu toe aangemaakte terminalgroepen op het hoogste niveau ( Hoofdgroepen ), die aan het hoofd van de bestaande hiërarchieën staan. Wanneer er een pijl links van een hoofdgroep staat geeft dat aan dat er in die terminalgroep ook nog terminalgroepen zijn aangemaakt op een lager hiërarchisch niveau. 2. Klik de naam van de terminalgroep in de hiërarchie waarin u een nieuwe terminalgroep wilt aanmaken. 3. Als u de nieuwe terminalgroep wilt aanmaken op een niveau lager dan het niveau direct onder de hoofdgroep, klik dan op de pijltjes naast de terminalgroepen totdat u de terminalgroep ziet waarin u de nieuwe terminalgroep wilt aanmaken, en klik de naam van die terminalgroep. 4. Zorg dat de terminalgroep waarin u een nieuwe terminalgroep wilt aanmaken is geselecteerd (blauw) en klik Nieuw. 5. Voer de terminalgroepnaam in de talen van de site in. 6. Klik Bewaar Een terminal toekennen aan een terminalgroep Vereiste autorisaties: Terminal Opvragen, Terminal Wijzigen, Terminalgroep Opvragen Om een terminal toe te kennen één of meerdere terminalgroepen: 1. Kies de menu-optie Terminalgroepen van het menu Terminals. 2. Klik op een terminalnaam in de sectie Terminals. 3. Om de terminal toe te kennen aan systeembrede terminalgroepen: a. Selecteer het tabblad Meta-site terminalgroepen. b. Vink de velden rechts van de systeembrede terminalgroepen waar de terminal toe moet behoren aan. c. Klik Bewaar. 4. Om de terminal toe te kennen aan terminalgroepen van de site: a. Selecteer het tabblad Terminalgroepen. FacilityPro Platform Pagina 78 van 92

79 b. Vink de velden rechts van de terminalgroepen waar de terminal toe moet behoren aan. c. Klik Bewaar FP5-gebruikers toegang geven tot een systeembrede terminalgroep Vereiste autorisaties: FP5-gebruiker Opvragen, FP5-gebruiker Wijzigen, Terminalgroep Alle toegang Een FP5-gebruiker kan alleen toegang tot systeembrede terminalgroepen toewijzen als hij/zij is geconfigureerd om toegang tot die terminalgroepen te hebben (d.w.z. terminalgroepen van de systeembeheersite (meta-site)). Zie 5.2.1, stap 4. Om een FP5-gebruiker toegang te geven tot een systeembrede terminalgroep: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikers van het menu Administratief. 2. Klik de naam van de FP5-gebruiker. 3. Selecteer het tabblad Sites/terminalgroepen. 4. In de sectie Terminalgroepen, klik Toevoegen. 5. Selecteer de terminalgroep waartoe deze FP5-gebruiker toegang moet hebben van de dropdown, waarin alleen systeembrede terminalgroepen staan. 6. Klik Toevoegen om deze terminalgroep toe te voegen aan de lijst. 7. Klik Toepassen om de wijzigingen op te slaan. 10 LOGISTIEK Alhoewel FP5 niet is ontworpen als een voorraadbeheersysteem, zijn er enkele simpele functies die het mogelijk maken de voorraden in dispensers in te schatten en het bevoorraden van de machines (bijvoorbeeld verkoopautomaten) te beheren VULLIJSTEN Een vullijst bevat instructies voor een logistieke gebruiker, met het aantal producten, van ieder product, dat moet worden ingeslagen bij het magazijn (sectie Totalen ) en hoeveel van ieder product bij te vullen bij elke machine/terminal (sectie Vullijst terminals ). De aantallen worden bepaald op basis van de huidige voorraden in de terminals en de geconfigureerde normale niveaus in de productlay-out van de terminals (zie 9.4). In de productlay-out van een terminal wordt bepaald wat het normale niveau is voor elk product. Dit is het voorraadniveau tot welke een vullijst zal willen aanvullen. Producten verkocht na het aanmaken van een vullijst en voordat de logistieke gebruiker bij de terminal arriveert met de nieuwe voorraden, worden niet aangevuld in de vullijst. Wanneer het wenselijk is dat de logistieke gebruiker altijd de voorraden aanvult tot het ingestelde normale niveau, dient het veld Volledig vullen te worden aangevinkt. Het systeem zal dan altijd aannemen dat bij een servicebeurt de voorraad werd aangevuld tot het normale niveau. In de sectie Totalen van een vullijst zal een vinkje in het veld Meer meenemen aangeven dat er mogelijk meer voorraden nodig zijn voor het aanvullen dan aangegeven in de vullijst Een serviceprivilege aanmaken Vereiste autorisaties: Privilige Opvragen, Privilige Aanmaken Om bij een terminal het bijvullen volgens een vullijst uit FP5 te kunnen bevestigen heeft de logistieke gebruiker een kaart/id nodig met een serviceprivilege ( ). Een serviceprivilege aanmaken: FacilityPro Platform Pagina 79 van 92

80 1. Kies de menu-optie Privileges van het menu Producten. 2. Klik Nieuw. 3. Geef de privilege een naam, bijvoorbeeld Serviceprivilege. 4. Selecteer in het veld Type de waarde Service. 5. Om de geldigheid van het privilege, dus de tijden waarop de terminals kunnen worden bijgevuld, te beperken, kies een waarde van de dropdown in het veld Tijdstabel voor geldigheid of voer een starten einddatum in. 6. Klik Bewaar om het privilege te bewaren. De secties Productgroepen, Producten, Terminalgroepen en Terminals worden zichtbaar. 7. Om het serviceprivilege tot bepaalde terminalgroepen of terminals te beperken: a. Klik Toevoegen in de sectie Terminalgroepen of Terminals. b. Selecteer de terminalgroep/ terminal van de dropdown. c. Klik Toevoegen. d. Herhaal de voorgaande drie stappen totdat alle gewenste terminalgroepen/terminals voor deze serviceprivilege zijn toegevoegd. Het serviceprivilege heft geen betrekking op productgroepen of producten; deze hoeven niet te worden ingevuld. 8. Klik Bewaar. Zie en voor uitleg over het toekennen van het serviceprivilege aan logistieke gebruikers Het aanmaken van een vullijst Vereiste autorisaties: Vullijst Opvragen, Vullijst Aanmaken Vullijsten worden per terminalgroep aangemaakt. Er kan alleen een vullijst voor een terminalgroep worden aangemaakt als de normale niveaus voor elk product in elk van de terminals in die terminalgroep zijn geconfogureerd in de productlay-out. Om een vullijst aan te maken: 1. Kies de menu-optie Vullijsten van het menu Logistiek. FP5 toont een lijst van de meest recente vullijsten en hun status. 2. Klik Nieuw om een nieuwe vullijst aan te maken. 3. Selecteer de terminalgroep waarvoor de vullijst moet worden aangemaakt. Dit kan een site-specifieke terminalgroep zijn, of een systeembrede terminalgroep (als er een beschikbaar en toegankelijk is). 4. Klik Selecteer. Een vullijst wordt aangemaakt voor de terminals in de terminalgroep en het gegevensscherm van de vullijst wordt geopend. Bij terugkeer naar het vullijstenscherm zal deze nieuwe vullijst ook in de lijst van recente vullijsten staan. U kunt de vullijst exporteren naar een PDF-bestand (zie ) Een vullijst exporteren als PDF-bestand Vereiste autorisaties: Vullijst Opvragen Een vullijst kan worden geëxporteerd vanuit het vullijstenscherm of vanuit het gevensscherm van de vullijst. Om een vullijst te exporteren als PDF-bestand: 1. Kies de menu-optie Vullijsten van het menu Logistiek. 2. Klik Exporteer als PDF rechts van de vullijst die u wilt exporteren of klik de naam van de vullijst die u wilt exporteren en klik dan Exporteer als PDF vanaf het gegevensscherm van die vullijst. De browser zal het bestand downloaden naar de download-directory met als naam (scancode) de naam van de vullijst. FacilityPro Platform Pagina 80 van 92

81 Een vullijst intrekken Vereiste autorisaties: Vullijst Opvragen, Vullijst Verwijderen Wanneer een vullijst per ongeluk werd aangemaakt dient het te worden verwijderd voordat de terminals op basis van deze vullijst herbevoorraad worden. Wanneer er al terminals op basis van die vullijst zijn herbevoorraad, kan een vullijst nog altijd worden ingetrokken, zodat het ongeldig wordt voor de terminals die nog niet zijn herbevoorraad. Om een vullijst in te trekken: 1. Kies de menu-optie Vullijsten van het menu Logistiek. 2. Klik de naam van de vullijst om in te trekken. Het gegevensscherm van deze vullijst opent. 3. Klik Intrekken Herbevoorraden op basis van een vullist Vereiste autorisaties: Vullijst Opvragen, Vullijst Aanpassen Om FP5 te laten weten dat een logistieke gebruiker bij een bepaalde terminal is en deze terminal herbevoorraden wil op basis van een vullijst, dient een servicekaart/id te worden aangeboden bij de terminal. Een servicekaart/id is een kaart/id waaraan een serviceprivilege is toegekend (d.w.z. aan de gebruiker). Wanneer een servicekaart/id wordt aangeboden, zal de terminal een logistiek menu tonen die de logistieke gebruiker toestaat de vullijst te selecteren die hij hanteert bij het herbevoorraden van de terminal Een vullijst bijwerken Vereiste autorisaties: Vullijst Opvragen, Vullijst Aanpassen Na het herbevoorraden van een terminal volgens een vullijst (het veld Status op het gegevensscherm van de vullijst toont dan de waarde Afgehandeld ), kunnen de resultaten van het herbevoorraden nog handmatig worden bijgewerkt. Om de resultaten van een vullijst bij te werken: 1. Kies de menu-optie Vullijsten van het menu Logistiek. 2. Klik de naam van de vullijst die u wilt aanpassen. Het gegevensscherm van deze vullijst opent. 3. Klik Bijwerken. FP5 stelt de definitieve aantallen die zijn bijgevuld voor. 4. Pas de definitieve aantallen aan. 5. Klik Definitief maken. De nieuwe voorraadniveaus worden overal in FP5 bijgewerkt. Het veld Status op het gegevensscherm van de vullijst toont de waarde Definitief Een vullijst verwijderen Vereiste autorisaties: Vullijst Opvragen, Vullijst Verwijderen Om een vullijst te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Vullijsten van het menu Logistiek. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de vullijst om te verwijderen, of klik de naam van de vullijst om naar het gegevensscherm van die vullijst te gaan en klik Verwijder. Alleen vullijsten met de status Aangemaakt, Definitief of Ingetrokken kunnen worden verwijderd. Vullijsten die nog worden uitgevoerd of die nog kunnen worden bijgewerkt kunnen niet worden verwijderd. FacilityPro Platform Pagina 81 van 92

82 11 RAPPORTEN Rapporten kunnen worden volgens een schema worden gegenereerd, of ad-hoc. Een rapportsjabloon bepaalt de layout en de inhoud van een rapport. Rapportsjablonen worden aangemaakt door de systeembeheerder en zijn beschikbaar voor andere FP5-gebruikers om te selecteren als sjabloon voor een rapport. Voor uitleg over rapportsjablonen zie RAPPORTCONFIGURATIES Een rapportconfiguratie bepaalt welk rapportsjabloon en welke parameters zullen worden gebruikt voor het genereren van een rapport. Voordat een rapport kan worden gegenereerd, moet een rapportconfiguratie worden aangemaakt waarmee vaste waardes kunnen worden bepaald voor de rapportparameters. Een rapportconfiguratie kan ook een schema bevatten voor het automatisch genereren van het betreffende rapport. Een rapportconfiguratie kan bovendien een distributielijst bevatten van FP5-gebruikers of adressen waaraan het rapport moet worden toegestuurd wanneer het is gegenereerd. Een rapportconfiguratie kan bepaalde parameterwaardes vastleggen zodat deze niet kunnen worden gewijzigd bij het genereren van een ad-hoc rapport. Als een FP5-gebruiker toegang heeft tot de rapporthistorie en ook ad-hoc rapporten kan genereren, kan nog altijd worden gezorgd dat die FP5-gebruiker niet elk willekeurig rapport kan genereren, door hem niet de autorisaties voor het aanmaken en wijzigen van rapportconfiguraties te geven Het aanmaken van een rapportconfiguratie Vereiste autorisaties: Rapportconfiguratie Opvragen, Rapportconfiguratie Aanmaken Om een nieuwe rapportconfiguratie aan te maken: 1. Kies de menu-optie Rapportconfiguraties van het menu Rapporten. 2. Klik Nieuw. 3. Selecteer het rapportsjabloon om te gebruiken voor deze rapportconfiguratie. 4. Voer de naam van de rapportconfiguratie in de talen van de site, een omschrijving en het aantal dagen dat het rapport bewaard moet worden ( Automatisch verwijderen na (n) dagen ) in, in de daartoe bestemde velden. 5. Klik Bewaar. De secties Rapportparameters, Bestandsformaten, Rapportfrequentie en Rapportdistributielijst worden zichtbaar. Rapportparameters De rapportconfiguratie wordt geïnitialiseerd met parameters van het rapportsjabloon. In eerste instantie worden geen waardes toegekend aan de parameters. Parameters kunnen verplicht zijn (dit wordt bepaald door het rapportsjabloon) en dan moet er een waarde aan worden toegekend voordat de rapportconfiguratie bewaard kan worden. Verplichte parameters hebben een vink in het veld in de kolom Verplicht. Voor andere parameters kan een waarde of range van waardes worden opgegeven, maar dat hoeft niet. Vaak worden deze optionele parameters gebruikt om het rapport te beperken tot een enkele kaart/id, terminal of ander object. 6. Om een waarde aan een parameter toe te kennen: a. Klik op de naam van de parameter. b. Voer een waarde of range van waardes in. Afhankelijk van het parametertype moet er een waarde worden gekozen uit een dropdown, of moet er handmatig een waarde worden ingevoerd. Zie onder voor mogelijke waardes voor een periodeparameter (datum range). c. Klik Bewaar. 7. Om een parameter zijn initële status Geen waarde opgegeven weer terug te geven a. Klik op de naam van de parameter. b. Klik Geen waarde. FacilityPro Platform Pagina 82 van 92

83 Aan periodeparameters (datum range), zoals bijvoorbeeld de periode waarover het rapport moet gaan, kan een waarde worden toegekend die zal worden vervangen door FP5 op het moment dat het rapport wordt gegenereerd. De onderstaande tabel toont de mogelijke waardes voor periodeparameters. De periode wordt berekend in de tijdzone geconfigureerd voor de site waarvoor het rapport wordt gegenereerd. Tabel 18: Waardes voor periodeparameters (datum range) in rapporten Periode Today YESTERDAY THIS_WEEK THIS_MONTH THIS_QUARTER THIS_YEAR LAST_WEEK LAST_MONTH LAST_QUARTER LAST_YEAR CUSTOM Wordt vervangen door Van middernacht aan het begin van de huidige datum tot middernacht aan het eind van de huidige datum Van middernacht aan het begin van de dag voor de huidige datum tot middernacht aan het begin van de huidige datum Van middernacht aan het begin van zondag van de huidige week tot middernacht aan het eind van zaterdag van de huidige week Van middernacht aan het begin van de eerste dag van de huidige maand tot middernacht aan het eind van de laatste dag van de huidige maand Van middernacht aan het begin van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober in het huidige kwartaal tot middernacht aan het begin van het volgende kwartaal Van middernacht aan het begin van 1 januari van dit jaar tot middernacht aan het eind van 31 december van dit jaar Van middernacht aan het begin van de voorlaatste zondag tot middernacht aan het begin van laatste zondag Van middernacht aan het begin van de eerste dag van de vorige maand tot middernacht aan het eind van de laatste dag van de vorige maand Van middernacht aan het begin van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober in het vorige kwartaal tot middernacht aan het begin van het huidige kwartaal Van middernacht at aan het begin van 1 januari van het vorige jaar tot middernacht aan het eind van 31 december van het vorige jaar Geen dynamische waarde. De FP5-gebruiker kan een begin- en een einddatum invoeren Bestandsformaten 8. Vink de velden aan naast de bestandsformaten waarin u het rapport wilt genereren. Rapportfrequentie FP5 kan het rapport automatisch genereren volgens een in te stellen schema. 9. Om automatisch rapporten te genereren: a. Vink het veld Rapport automatisch genereren aan. b. Selecteer het type schema (dagelijks, wekelijks, maandelijks of jaarlijks). c. Voer de maand/datum/tijd in binnen de gekozen periode waarop u wilt dat het rapport wordt gegenereerd. Rapportdistributielijst FP5 kan automatisch rapporten per versturen. FacilityPro Platform Pagina 83 van 92

84 Ontvangers kunnen zijn: - Een FP5-gebruiker. Het rapport wordt gestuurd naar het adres van de FP5-gebruiker. - Een specifiek adres. Het rapport wordt gestuurd naar dat adres. - Alle FP5-gebruikers waaraan een bepaalde rol is toegekend. Het rapport wordt gestuurd naar de e- mailadresse van de FP5-gebruikers met die rol. Naar elke ontvanger kunnen de volgende berichten/rapporten worden verstuurd (meerdere keuzes mogelijk): - bericht stuurt een volgens het RapportWithLink sjabloon, waarin een link naar de pagina waar het rapport staat. Dit maakt het mogelijk bij te houden welke FP5-gebruikers op de link hebben geklikt en het rapport hebben gedownload. - met PDF-bijlage - stuurt een volgens het Rapport sjabloon met het rapport als bijlage in PDF-formaat - met CSV-bijlage - stuurt een volgens het Rapport sjabloon met het rapport als bijlage in CSV-formaat - als platte tekst - stuurt een volgens het Rapport sjabloon met een platte-tekstversie van het rapport in de bericht bij leeg rapport - stuurt een om de ontvanger te laten weten dat er een leeg rapport is gegenereerd - SMS-bericht stuurt een SMS naar het mobiele telefoonnummer van de FP5-gebruiker wanneer een rapport gereed is - SMS-bericht bij leeg rapport stuurt een SMS naar het mobiele telefoonnummer van de FP5- gebruiker om de ontvanger te laten weten dat er een leeg rapport is gegenereerd 10. Om een ontvanger toe te voegen voor het rapport: a. Klik Toevoegen in de sectie Rapportdistributielijst. b. Selecteer het type ontvanger. c. Selecteer een of meerdere distributietypes. d. Klik Toevoegen om de ontvanger toe te voegen aan de rapportdistributielijst. U ziet een tabel met de ontvangers en wat zij zullen ontvangen. e. Herhaal de voorgaande vier stappen om nog een ontvanger toe te voegen. U mag zoveel ontvangers invoeren als u wilt. 11. Om een ontvanger te verwijderen klik Verwijderen rechts van de ontvanger. Wanneer u klaar bent met het configureren van de rapportparameters, de bestandsformaten, het schema voor het automatisch genereren van rapporten en de distributielijst: 12. Klik Toepassen om de rapportconfiguratie op te slaan. Wanneer een schema is ingevuld in de sectie Rapportfrequentie zal deze onmiddellijk actief zijn Een rapportconfiguratie wijzigen Vereiste autorisaties: Rapportconfiguratie Opvragen, Rapportconfiguratie Wijzigen Om een rapportconfiguratie te wijzigen: 1. Kies de menu-optie Rapportconfiguraties van het menu Rapporten. 2. Klik de naam van de rapportconfiguratie. 3. Wijzig de velden en parameters die u wilt aanpassen. Zie voor een beschrijving van de velden van een rapportconfiguratie. 4. Klik Toepassen. FacilityPro Platform Pagina 84 van 92

85 Een rapportconfiguratie verwijderen Vereiste autorisaties: Rapportconfiguratie Opvragen, Rapportconfiguratie Verwijderen Een rapportconfiguratie kan worden verwijderd. Het zal dan niet langer automatisch gegenereerd worden en is dan niet langer zichtbaar in de lijst van rapportconfiguraties. Rapporthistorie voor deze rapportconfiguratie blijft echter beschikbaar. Om een rapportconfiguratie te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Rapportconfiguraties van het menu Rapporten. 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van de rapportconfiguratie. Via een pop-upscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen De historie van een rapportconfiguratie opvragen Vereiste autorisaties: Rapportconfiguratie Opvragen, Rapportconfiguratie Wijzigen De knop Toon historie is alleen beschikbaar aan FP5-gebruikers die toegang hebben tot de systeembeheersite. Zij moeten een rol hebben voor de systeembeheersite met de autorisatie FP5-actie Opvragen. Om een lijst van uitgevoerde activiteiten te zien van een bepaalde rapportconfiguratie: 1. Kies de menu-optie Rapportconfiguraties van het menu Rapporten. 2. Klik de naam van de rapportconfiguratie. 3. Klik Toon historie (u moet misschien eerst naar beneden scrollen). U wordt doorgelinkt naar de systeembeheersite en naar de pagina met de FP5-acties (zoals aanmaken en wijzigen) voor die rapportconfiguratie in chronologische volgorde. Hetzelfde resultaat kan worden bereikt door de knop Toon historie te gebruiken vanaf het scherm Rapport genereren (zie ) RAPPORTEN FP5 slaat de rapporten die zijn gegenereerd op Een ad-hoc rapport genereren Vereiste autorisaties: Rapportconfiguratie Opvragen, Rapportconfiguratie Wijzigen, Rapportconfiguratie Genereren, Rapport Opvragen Het is mogelijk een ad-hoc rapport te genereren, ook als bestaat er een schema voor dat rapport volgens welke automatisch rapporten worden gegenereerd. Om handmatig een rapport te genereren: 1. Kies de menu-optie Rapportconfiguraties van het menu Rapporten. 2. Klik Genereren rechts van de gewenste rapportconfiguratie. Het scherm Rapport genereren verschijnt en toont welke parameterwaardes in de rapportconfiguratie al zijn vastgelegd voor de rapportparameters en in welke formaten (bestandstypes) het rapport zal worden gegenereerd. 3. Als u nog verdere beperkingen aan de waardes van de rapportparameters wilt opgeven: a. Klik op de naam van de parameter waar u een waarde of een range van waardes voor wilt opgeven. U kunt alleen een parameter selecteren die niet in de rapportconfiguratie een FacilityPro Platform Pagina 85 van 92

86 waarde toegekend heeft gekregen (d.w.z. die in de kolom Waarde de waarde Geen waarde opgegeven heeft). Afhankelijk van het parametertype ziet u een ander popupscherm waar u kunt invullen welke waardes de parameter mag hebben. b. Voer de gewenste waarde(s) of range van waardes in. c. Klik Bewaar. 4. Als u wilt wijzigen in welke formaten (bestandstypes) het rapport zal worden gegenereerd, klik in de velden in de sectie Bestandsformaten om de formaten aan of uit te vinken. 5. Als u wilt dat het ad-hoc rapport zal worden verzonden aan de ontvangers die zijn ingesteld in de rapportconfiguratie, klik in het veld Rapport verzenden naar distributielijst om het aan te vinken. 6. Klik Genereren. U ziet het rapportscherm en de status. U moet eventueel het scherm enkele keren verversen voordat u de gegevens van het gegenereerde rapport ziet. U kunt zien voor welke parameterwaardes het rapport werd gegenereerd en aan wie het verstuurd werd in welk formaat. De bestanden die werden aangemaakt voor de bestandsformaten gekozen in stap 4 kunnen nu worden gedownload door te klikken op CSV, PDF, TXT of XML respectievelijk Een rapport opvragen Vereiste autorisaties: Rapport Opvragen Om rapporten die eerder werden gegenereerd op te vragen: 1. Rapporten met een bepaalde rapportconfiguratie: a. Kies de menu-optie Rapportconfiguraties van het menu Rapporten. b. Klik Historie rechts van de rapportconfiguratie. FP5 toont de rapporten die werden gegenereerd (inclusief de datum en de distributiestatus). of rapporten voor alle rapportconfiguraties: a. Kies de menu-optie Rapporten van het menu Rapporten. FP5 toont de rapporten die werden gegenereerd (inclusief de datum en de distributiestatus). 2. Als u het aantal rapporten dat wordt getoond wilt beperken: a. Voer zoekgegevens in, bijvoorbeeld start- en/of einddatum. b. Klik Zoek rapporten. 3. Klik Details rechts van een rapport om de rapportbestanden te zien. 4. Klik CSV, PDF, TXT of XML om het gegenereerde rapport in het betreffende formaat te downloaden. Welke bestandsformaten beschikbaar zijn (werden gegenereerd) hangt af van de waarden gekozen in de sectie Bestandsformaten in de rapportconfiguratie, die eventueel zijn aangepast als het rapport niet automatisch maar handmatig werd gegenereerd Een gegenereerd rapport verwijderen Vereiste autorisaties: Rapport Opvragen, Rapport Verwijderen Om een rapport te verwijderen: 1. Kies de menu-optie Rapporten van het menu Rapporten. FP5 toont de rapporten die werden gegenereerd (inclusief de datum en de distributiestatus). 2. Klik het vuilnisemmer-icoon rechts van het rapport dat u wilt verwijderen. Via een popupscherm wordt u gevraagd te bevestigen. 3. Bevestig het verwijderen. FacilityPro Platform Pagina 86 van 92

87 12 GEBRUIKERSPORTAAL Gebruikers kunnen waar en wanneer ze willen via het online gebruikersportaal eenvoudig hun kaarten/id s opwaarderen, hun privileges beheren, hun transacties inzien of hun verloren of gestolen Kaarten/ID s blokkeren. In de toekomst zullen studenten en andere gebruikers ook via de het portaal feedback kunnen geven. Zo kunnen zij hun mening geven over productkwaliteit en/of laten weten of ze tevreden zijn met het assortiment van beschikbare producten en services. Het gebruikersportaal is een webapplicatie. Het vereist betaling van het opgewaardeerde bedrag of de waarde van ophoging van een privilege, voordat de opwaardering of ophoging van het privilege wordt uitgevoerd. Betaling kan via een online betaalsysteem. Op dit moment worden ideal en PayPal ondersteund. Het gebruikersportaal wordt in FP5 gerepresenteerd door een terminal. (Wij raden aan deze terminal Gebruikersportaal te noemen). De productlay-out van deze zogenaamde terminal bepaalt welke opwaarderingen of ophogingen van privileges men kan aanschaffen via het gebruikersportaal. Voor de gebruikers is er een aparte gebruikershandleiding voor het gebruikersportaal, als is de gebruikersinterface zo eenvoudig dat de gebruiker geen handleiding nodig zou moeten hebben. In dit hoofdstuk wordt uitleg gegeven over welk type product verkocht kan worden via het gebruikersportaal, hoe deze producten aan te maken in FP5, en enkele andere administratieve functiens. Er is een aparte installatiehandleiding voor het gebruikersportaal waarin wordt uitgelegd hoe FP5 moet worden geconfigureerd zodat het gebruikersportaal kan functioneren. Denk hierbij o.a. aan het aanmaken van de gebruikersportaal- terminal en de producten, en aan het toekennen van de juiste privileges voor de beheerder van het gebruikersportaal zodat hij kan inloggen in het gebruikersportaal en de instellingen kan wijzigen. Met FacilityPro-gebruikersportaal kunnen gebruikers: tegoeden beheren en opwaarderen privileges beheren en opwaarderen een gestolen of verloren ID blokkeren transacties inzien In de toekomst kunnen zijn ook: hun mening geven over de kwaliteit van producten hun mening geven over het assortiment 12.1 INSTELLINGEN VAN HET GEBRUIKERSPORTAAL De sitebeheerder kan beslissen welke functionaliteiten voor de gebruikers van zijn site via het gebruikersportaal beschikbaar zullen zijn. Deze instellingen staan op de pagina FP5-gebruikersdirectory in de sectie Autorisaties FP5-gebruikersportaal (Figuur 12-1). FacilityPro Platform Pagina 87 van 92

88 Figuur 12-1 De configureerbare instellingen zijn: Gebruikers kunnen inloggen: wanneer dit veld niet is aangevinkt kunnen gebruikers het gebruikersportaal niet gebruiken Gebruiker kan saldo zien: het saldo wordt op het gebruikersportaal getoond als dit veld is aangevinkt Gebruiker kan privileges zien: de privileges worden op het gebruikersportaal getoond als dit veld is aangevinkt Toon recente transacties: een overzicht van de recente transacties wordt op het gebruikersportaal getoond als dit veld is aangevinkt Aantal recente transacties: bepaalt hoeveel transacties worden getoond in de sectie Recente transacties van de homepage van het gebruikersportaal Gebruiker kan transactiehistorie zien: wanneer dit veld is aangevinkt is er bij het overzicht van recente transacties een Alles tonen link waarmee de gebruiker toegang krijgt tot de volledige transactiehistorie. Is dit veld niet aangevinkt dan kan hij alleen de meest recente transacties zien en is er geen Alles tonen link. Gebruiker kan oplaadproducten kopen Gebruiker kan account blokkeren Gebruiker kan account deblokkeren Gebruiker kan anderen toegang verlenen: nog niet in gebruik Gebruiker kan anderen toegang ontzeggen: nog niet in gebruik Om de instellingen van het gebruikersportaal te wijzigen: 1. Kies de menu-optie FP5-gebruikersdirectory s van het menu Administratief. FacilityPro Platform Pagina 88 van 92

89 2. Klik de naam van de FP5-gebruikersdirectory waartoe de gebruikers behoren waarvoor u wilt wijzigen welke functionaliteit van het gebruikersportaal zij mogen gebruiken. 3. Vink de velden in de sectie Autorisaties FP5-gebruikersportaal aan of uit al naar gelang u de betreffende gebruikers een functionaliteit wil geven of ontnemen en /of wijzig de waarde van het veld Aantal recente transacties. 4. Klik Toepassen DE OPWAARDERINGEN AANMAKEN DIE BESCHIKBAAR MOETEN ZIJN VIA HET GEBRUIKERSPORTAAL Via het gebruikersportaal zijn de producten beschikbaar die in FP5 zijn aangemaakt en die een waarde hebben in ten minste één van de velden van de sectie Oplaadproducten (Figuur 12-2). Deze producten zijn opwaarderingen van het saldo van de kaart/id of ophogingen van een privilege die aan de gebruiker is toegekend. Figuur 12-2 Wij raden aan alle producten die beschikbaar zullen zijn via het gebruikersportaal in één productgroep aan te maken met de naam Gebruikersportaal of Oplaadproducten of iets dergelijks. Voor uitleg over het aanmaken van een nieuwe productgroep, zie Voor uitleg over het aanmaken van nieuwe producten zie De velden van de sectie Oplaadproducten van een product zijn de volgende (velden met een * moeten een waarde krijgen): 1. Wijzigingstype: laat leeg of kies tussen a. Waardeer op: een opwaardering van het saldo b. Percentuele korting op prijs: deze functionaliteit is nog geïmplementeerd. Niet kiezen dus. c. Vaste korting op prijs: deze functionaliteit is nog geïmplementeerd. Niet kiezen dus. 2. Wijzigingsbedrag of -percentage: het bedrag waarmee het saldo moet worden opgehoogd (bij keuze a. hierboven) of het percentage dat moet worden afgetrokken van de prijs (bij keuze b. hierboven) of het bedrag dat moet worden afgetrokken van de prijs (bij keuze c. hierboven). 3. Selecteer privilege: laat leeg of kies een privilege van de dropdown 4. Privilegewijzigingstype: a. Waardeer op: om de teller van een privilege op te hogen b. Percentuele korting op prijs: deze functionaliteit is nog geïmplementeerd. Niet kiezen dus. c. Vaste korting op prijs: deze functionaliteit is nog geïmplementeerd. Niet kiezen dus. 5. Privilegewijzigingsbedrag of -percentage: het bedrag/het aantal waarmee de privilegeteller moet worden opgehoogd (bij keuze a. hierboven) of het percentage dat moet worden afgetrokken van de prijs (bij keuze b. hierboven) of het bedrag dat moet worden afgetrokken van de prijs (bij keuze c. hierboven). FacilityPro Platform Pagina 89 van 92

90 6. Nieuw account aanmaken: deze functionaliteit is nog geïmplementeerd. Niet gebruiken. 7. Nieuwe kaart/id uitgeven: deze functionaliteit is nog geïmplementeerd. Niet gebruiken. Hieronder staan enkele voorbeelden van producten die u wellicht wilt aanmaken voor uw gebruikersportaal Saldo-opwaardering Figuur 12-3 Productdefinitie voor een opwaardering van 10 Door in het veld Standaardprijs een lagere waarde in te vullen dan in het veld Wijzigingsbedrag of - percentage realiseert u een vorm van korting. De gebruiker krijgt meer geld erbij in zijn saldo dan hij feitelijk betaalt. De waarde in het veld Standaardprijs is het bedrag dat het online betaalsysteem in rekening zal brengen wanneer de gebruiker dit product aanschaft via het gebruikersportaal en het moet een waarde groter dan 0 hebben. De waarde in het veld Wijzigingsbedrag of -percentage is het bedrag waarmee het saldo zal worden opgewaardeerd. FacilityPro Platform Pagina 90 van 92

91 Ophoging van een privilege Figuur 12-4 Productdefinitie voor een ophoging van een privilegeteller Ophoging van een privilegeteller kan bijvoorbeeld worden gebruikt om: - gebruikers die een bepaald privilege hebben, zoals 1000 gratis prints/kopieën per maand, maar die hun privilege hebben opgebruikt, toe te staan extra gratis prints/ kopieën aan te schaffen voor een symbolisch bedrag zoals 0,01. - gebruikers toe te staan waarde aan te schaffen die wordt opgeslagen in een privilegeteller, zodat het alleen gebruikt kan worden voor de aanschaf van producten waarvoor dat privilege geldt. Door in het veld Standaardprijs een lagere waarde in te vullen dan in het veld Privilegewijzigingsbedrag of - percentage realiseert u een vorm van korting. De gebruiker krijgt meer waarde erbij in zijn privilegeteller dan hij feitelijk betaalt. De waarde in het veld Standaardprijs is het bedrag dat het online betaalsysteem in rekening zal brengen wanneer de gebruiker dit product aanschaft via het gebruikersportaal en het moet een waarde groter dan 0 hebben. De waarde in het veld Privilegewijzigingsbedrag of -percentage is het bedrag of het aantal waarmee de privilegeteller zal worden opgewaardeerd. Dit kan dus een geldbedrag of een aantal transacties vertegenwoordigen. In het bovenstaande voorbeeld is de privilegeteller het aantal prints/kopieën dat kan worden gemaakt, en dit wordt met 500 opgehoogd. Voor een privilege zoals 5 per dag kantinebudget zou de privilegeteller een geldbedrag vertegenwoordigen. In het volgende voorbeeld wordt de privilegeteller met 5 opgehoogd. Dit geld kan alleen in de kantine worden besteed. Een ouder kan bijvoorbeeld zijn kind een toelage willen geven voor de lunch, maar niet willen dat het geld kan worden uitgegeven bij de snoep- of frisdrankautomaten. FacilityPro Platform Pagina 91 van 92

92 Figuur 12-5 Productdefinitie voor het ophogen van een privilegeteller 12.3 DE OPWAARDEERPRODUCTEN BESCHIKBAAR MAKEN VIA HET GEBRUIKERSPORTAAL De producten die zijn aangemaakt voor het gebruikersportaal moeten worden toegevoegd aan de productlayout van de terminal (op het tabblad Volgende productlay-out ) die het gebruikersportaal vertegenwoordigt. Wij adviseren deze terminal de naam Gebruikersportaal te geven. Voor uitleg over het aanmaken van terminal, zie 9.1. In principe zal de terminal zijn aangemaakt toen het gebruikersportaal werd geïnstalleerd. Om te zorgen dat de terminal herkend zal worden als de terminal die het gebruikersportaal terminal vertegenwoordigt moet u het veld Extern ID dezelfde waarde toekennen als het veld FP5 terminal extern id in de algemene instellingen van het gebruikersportaal (zie installatiehandleiding FP5-gebruikersportaal). FacilityPro Platform Pagina 92 van 92

FacilityPro gebruikersportaal Gebruikershandleiding

FacilityPro gebruikersportaal Gebruikershandleiding FacilityPro gebruikersportaal Gebruikershandleiding Bestandsnaam: MAN5 FacilityPro gebruikersportaal NLED 0102 versie: 4.3-20152704 Laaste revisiedatum: 19-05-2015 Magna Carta Chipcard Solutions BV Lichtfabriekplein

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE BEHEERDERS HANDLEIDING

INHOUDSOPGAVE BEHEERDERS HANDLEIDING INHOUDSOPGAVE BEHEERDERS HANDLEIDING Login...2 Gebruikte symbolen...3 Bewerken diensten...5 Bewerken evenementen...6 Bewerken ledensoort...7 Bewerken tijden...8 Schema soort...9 Schema schema tijden...10

Nadere informatie

HRM-Reviews Reviews Handleiding voor PZ

HRM-Reviews Reviews Handleiding voor PZ HRM-Reviews Reviews Handleiding voor PZ In deze uitgebreide handleiding vindt u instructies om met Reviews in the Cloud aan de slag te gaan. U kunt deze handleiding ook downloaden (PDF). TIP: De navigatie

Nadere informatie

Taxis Pitane Link. (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven

Taxis Pitane Link. (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven Taxis Pitane Link (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven Inhoud Wat is Taxis Pitane Link?... 4 Inloggen in Taxis Pitane Link... 5 Wachtwoord vergeten... 6 Startscherm of hoofdmenu... 7 Helpvensters

Nadere informatie

Handleiding Suwinet-Inkijk Gebruikersadministratie

Handleiding Suwinet-Inkijk Gebruikersadministratie Handleiding Suwinet-Inkijk Gebruikersadministratie 8 april 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Gebruikersadministratie... 2 1.2 Vragen... 2 2 Inloggen en navigeren... 3 2.1 Inloggen op Suwinet-Inkijk...

Nadere informatie

Handleiding. Z factuur Archief

Handleiding. Z factuur Archief Handleiding Z factuur Archief INHOUDSOPGAVE 1. DASHBOARD... 3 1.1. Inloggen... 3 Inloggegevens vergeten... 3 1.2. Mogelijkheden Dashboard... 3 Instellingen, Abonnement Info en Adressenboek... 3 Facturen

Nadere informatie

1. Gebruikers & voertuigen... 3. 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3

1. Gebruikers & voertuigen... 3. 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3 Inhoudsopgave 1. Gebruikers & voertuigen... 3 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3 1.2 Hoe (ont)koppel ik een bestaande gebruiker(s) van/aan meerdere voertuigen?... 5 1.3 Hoe voeg ik een extra voertuig

Nadere informatie

Handleiding De Sociale Monitor

Handleiding De Sociale Monitor Handleiding De Sociale Monitor Inhoudsopgave Gebruikershandleiding: De Sociale Monitor 2 Bestaande rapportages 7 Een nieuw rapportage aanmaken 9 Het menu 10 Handleiding lokaal beheerders: De Sociale Monitor

Nadere informatie

1. Gebruikers & voertuigen... 3. 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3

1. Gebruikers & voertuigen... 3. 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3 Inhoudsopgave 1. Gebruikers & voertuigen... 3 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3 1.2 Hoe (ont)koppel ik bestaande gebruikers van/aan meerdere voertuigen?... 5 1.3 Hoe voeg ik een extra voertuig toe?...

Nadere informatie

Bitrix Site Manager gebruikershandleiding BureauZuid

Bitrix Site Manager gebruikershandleiding BureauZuid Bitrix Site Manager gebruikershandleiding BureauZuid Introductie Deze gebruikershandleiding geeft gedetailleerde basisinformatie over hoe te werken met Bitrix Site Manager. Deze handleiding is bedoeld

Nadere informatie

1. Gebruikers & voertuigen... 3. 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3

1. Gebruikers & voertuigen... 3. 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3 Inhoudsopgave 1. Gebruikers & voertuigen... 3 1.1 Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3 1.2 Hoe (ont)koppel ik bestaande gebruikers van/aan meerdere voertuigen?... 5 1.3 Hoe voeg ik een extra voertuig toe?...

Nadere informatie

4.1 4.2 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 6.4

4.1 4.2 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 6.4 Handleiding CMS Inhoud 1 Inloggen 2 Algemeen 3 Hoofdmenu 4 Pagina s 4.1 Pagina s algemeen 4.2 Pagina aanpassen 5 Items 5.1 Items algemeen 5.2 Item aanpassen 6 Editor 6.1 Editor algemeen 6.2 Afbeeldingen

Nadere informatie

How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24

How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24 How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Workflow gebruikersbeheer... 3 3. Clients... 4 3.1 Client toevoegen... 5 4. Gebruikersgroep... 8 4.1 Gebruikersgroep

Nadere informatie

Portal Handleiding voor de gebruiker 4.8

Portal Handleiding voor de gebruiker 4.8 Portal Handleiding voor de gebruiker 4.8 Deze handleiding beschrijft op gebruikersniveau de basisfuncties van de portal. Version: x.x MOBIDM Gebruikershandleiding Pagina 1 Index Introductie 2 Help-bestanden

Nadere informatie

Zakelijk Exchange Online Kiosk/Lite Handleiding voor Exchange Online op het Office 365 platform

Zakelijk Exchange Online Kiosk/Lite Handleiding voor Exchange Online op het Office 365 platform Zakelijk Exchange Online Kiosk/Lite Handleiding voor Exchange Online op het Office 365 platform V ersie 1.1 1 I nho udso pg av e 1 Inleiding... 3 2 Zakelijk Exchange Online gebruiken... 4 2.1 Webmail gebruiken...

Nadere informatie

HANDLEIDING VEILIG THUIS CLUSTERBEHEER

HANDLEIDING VEILIG THUIS CLUSTERBEHEER HANDLEIDING VEILIG THUIS CLUSTERBEHEER INLEIDING Voor de Veilig Thuis organisaties is in opdracht van de VNG blended learning trainingsmateriaal ontwikkeld door VanMontfoort en Augeo over de thema s Kindermishandeling

Nadere informatie

Gebruikers en groepen configureren

Gebruikers en groepen configureren Gebruikers en groepen configureren Overzicht gebruikersbeheer Verifield biedt gebruikersbeheerfuncties die het onderhoudsproces vereenvoudigen. Maar afhankelijk van de omvang van uw organisatie en rekening

Nadere informatie

Handleiding voor beheerders SesamID

Handleiding voor beheerders SesamID Handleiding voor beheerders SesamID Versie 3.0 Mei 2013 2013 Copyright KPN Lokale Overheid Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KPN Lokale overheid mag niets uit

Nadere informatie

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis 142.1 Inleiding Titel Aanwinsten Geschiedenis wordt gebruikt om toevoegingen en verwijderingen van bepaalde locaties door te geven aan een centrale catalogus instantie.

Nadere informatie

Gebruikers- handleiding Porta

Gebruikers- handleiding Porta Gebruikers- handleiding Porta Inleiding Met de applicatie Porta op ons extranet kunnen gegevensbestanden tussen het CAK en ketenpartners uitgewisseld worden. In deze handleiding is beschreven hoe u dit

Nadere informatie

Berichtenbox. Auteur : Rakesh Poeran Datum : 19 mei 2015 Versie : 2014.5 Documentnaam : Berichtenbox

Berichtenbox. Auteur : Rakesh Poeran Datum : 19 mei 2015 Versie : 2014.5 Documentnaam : Berichtenbox Berichtenbox Auteur : Rakesh Poeran Datum : 19 mei 2015 Versie : 2014.5 Documentnaam : Berichtenbox Inhoud 1. Inleiding 3 2. Inloggen op de berichtenbox 4 3. Lay-out van de berichtenbox 6 3.1 Linker menu

Nadere informatie

Handleiding Ingis. Afnemer. Ontvanger van facturen. februari 2010. Initiatief van

Handleiding Ingis. Afnemer. Ontvanger van facturen. februari 2010. Initiatief van Handleiding Ingis Afnemer Ontvanger van facturen februari 2010 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING EN OPZET VAN DE HANDLEIDING... 3 2 ONTVANGER INGIS FACTUREN... 4 2.1 Ondersteunde Browsers... 4 2.2 Inloggen op

Nadere informatie

Gebruikshandleiding Rabo OmniKassa Downloadsite Versie 2.0 januari 2012

Gebruikshandleiding Rabo OmniKassa Downloadsite Versie 2.0 januari 2012 Gebruikshandleiding Rabo OmniKassa Downloadsite GEBRUIKSHANDLEIDING RABO OMNIKASSA DOWNLOADSITE Pagina 1/13 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. VERBINDING... 4 2.1 INLOG PAGINA... 4 2.2 PROCEDURE BIJ EERSTE

Nadere informatie

Handleiding dashboard. 3WA SaaS platform

Handleiding dashboard. 3WA SaaS platform Handleiding dashboard 3WA SaaS platform 151021 versie 1.0.2 Inhoud Inloggen... 3 Menu... 4 Algemeen... 5 Beginscherm... 5 Toevoegen widget aan dashboard... 5 Overige functionaliteiten bij widgets... 8

Nadere informatie

Handleiding Mijn Yellowbrick

Handleiding Mijn Yellowbrick Handleiding Mijn Yellowbrick versie 2.0 augustus 2014 Voordelig bricken, makkelijk parkeren INHOUDSOPGAVE MIJN YELLOWBRICK 3 MIJN GEGEVENS 5 MOBIEL 7 KAARTEN 10 PARKEREN 13 TRANSACTIES 14 FACTUREN 14 ZAKELIJK

Nadere informatie

Shell Card Online e-invoicing Service Gebruikershandleiding. Versie 2.8

Shell Card Online e-invoicing Service Gebruikershandleiding. Versie 2.8 Gebruikershandleiding Versie 2.8 november 2012 Inhoud 1 Voor toegang tot Shell Card Online e-invoicing Service... 3 1.1 Inloggen in Shell Card Online... 3 1.2 Wat als u uw wachtwoord bent vergeten... 3

Nadere informatie

Startershandleiding ProCheck+

Startershandleiding ProCheck+ Startershandleiding ProCheck+ Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 1. Voor de eerste maal inloggen... 3 2. Systeembeheerder... 5 2.1 Wat kunt u als systeembeheerder ten opzichte van andere gebruikers...

Nadere informatie

Algemene beschrijving. PDS7 FPM NLED 0305.doc

Algemene beschrijving. PDS7 FPM NLED 0305.doc FacilityPro Manager Product Datasheet bestandsnaam: revisie datum: 02052010 PDS7 FPM NLED 0305.doc FacilityPro Manager is de backoffice beheerssoftware voor het efficiënt beheren van een site. Een site

Nadere informatie

hip express VoIP portal Versie 1.1 Datum 21 juni 2011 EXPRESS

hip express VoIP portal Versie 1.1 Datum 21 juni 2011 EXPRESS hip express VoIP portal Versie 1.1 Datum 21 juni 2011 EXPRESS HIP Express. VoIP portal 2 Inhoudsopgave 1. inleiding 3 3. Algemeen 5 3.1 Algemene functie: sorteren...5 3.2 Algemene functie: bladeren...5

Nadere informatie

Beschrijving webmail Enterprise Hosting

Beschrijving webmail Enterprise Hosting Beschrijving webmail Enterprise Hosting In dit document is beschreven hoe e-mail accounts te beheren zijn via Enterprise Hosting webmail. Webmail is een manier om gebruik te maken van e-mail functionaliteit

Nadere informatie

Login. Login pagina Bardiensten On-Line. Alvorens men met het bardiensten on-line programma kan werken dient men eerst in te loggen.

Login. Login pagina Bardiensten On-Line. Alvorens men met het bardiensten on-line programma kan werken dient men eerst in te loggen. INHOUDSOPGAVE Login... 2 Gebruikte symbolen... 3 Bewerken diensten... 5 Bewerken evenementen... 6 Bewerken ledensoort... 7 Bewerken tijden... 8 Schema soort... 9 Schema schema tijden... 10 Bewerken Verenigings

Nadere informatie

Administrator pages ASCIMA AscimaAdmin Version 1.7 1 INHOUDSOPGAVE

Administrator pages ASCIMA AscimaAdmin Version 1.7 1 INHOUDSOPGAVE Administrator pages ASCIMA AscimaAdmin Version 1.7 1 INHOUDSOPGAVE 1 INHOUDSOPGAVE... 1 2 INLEIDING... 2 2.1 PROCEDURE STAPPEN... 2 2.2 INLOGMENU... 2 2.3 HOOFDMENU... 2 2.3.1 Klant invoer scherm... 4

Nadere informatie

Handleiding. Opslag Online. voor Android. Versie februari 2014

Handleiding. Opslag Online. voor Android. Versie februari 2014 Handleiding Opslag Online voor Android Versie februari 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Opslag Online downloaden via QR-code 4 2.2 Opslag Online downloaden via

Nadere informatie

De inlogpagina van het CMS wordt nu geladen. Vul uw gebruikersnaam en wachtwoord in

De inlogpagina van het CMS wordt nu geladen. Vul uw gebruikersnaam en wachtwoord in Handleiding Content 2 MS Gefeliciteerd met uw keuze voor Content 2 MS, het CMS van Eye for your Vision. Met ons CMS kunt u heel eenvoudig, zonder kennis van de onderliggende techniek, de inhoud van uw

Nadere informatie

5. Documenten Wat kan ik met Documenten? 1. Over LEVIY. 5.1 Documenten terugvinden Uitleg over vinden van documenten.

5. Documenten Wat kan ik met Documenten? 1. Over LEVIY. 5.1 Documenten terugvinden Uitleg over vinden van documenten. Versie 1.0 23.03.2015 02 1. Over LEVIY Wat doet LEVIY? 08 5. Documenten Wat kan ik met Documenten? 2. Algemene definities Behandelen van terugkerende definities. 09 5.1 Documenten terugvinden Uitleg over

Nadere informatie

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in KraamZorgCompleet, zijn een aantal instellingen nodig:

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in KraamZorgCompleet, zijn een aantal instellingen nodig: Hoofdstuk 1 ZorgMail instellen en gebruiken Vanuit KraamZorgCompleet is het voortaan mogelijk om via ZorgMail beveiligd te communiceren met andere partijen in de zorg, mits zij ook zijn aangesloten bij

Nadere informatie

4.4 Voeg ruimtes toe Hoe ga jij te werk? 1. Over LEVIY. 4.5 Aanwezigen Zijn er aanwezigen bij de DKS-controle? 2. Algemene definities. 3.

4.4 Voeg ruimtes toe Hoe ga jij te werk? 1. Over LEVIY. 4.5 Aanwezigen Zijn er aanwezigen bij de DKS-controle? 2. Algemene definities. 3. 1. Over LEVIY Wat doet LEVIY? 02 08 4.4 Voeg ruimtes toe Hoe ga jij te werk? 2. Algemene definities Behandelen van terugkerende definities. 09 4.5 Aanwezigen Zijn er aanwezigen bij de DKS-controle? 03

Nadere informatie

Milieuvergunningen in FMIS

Milieuvergunningen in FMIS Milieuvergunningen in FMIS 1. Algemeen Elk schooldomein dient verplicht over één of meerdere milieuvergunningen te beschikken. Deze vergunningen zijn gekoppeld aan een domein zelf of aan bepaalde installaties;

Nadere informatie

ChainWise digitaal factureren

ChainWise digitaal factureren ChainWise digitaal factureren Product ChainWise Bedrijfssoftware Jaar 2016 Alle rechten voorbehouden aan ChainWise Niets in deze uitgave mag worden gebruikt in welke vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Berichtenbox. Auteur : Rakesh Poeran Datum : 16 juli 2015 Versie : 2014.6 Documentnaam : Berichtenbox

Berichtenbox. Auteur : Rakesh Poeran Datum : 16 juli 2015 Versie : 2014.6 Documentnaam : Berichtenbox Berichtenbox Auteur : Rakesh Poeran Datum : 16 juli 2015 Versie : 2014.6 Documentnaam : Berichtenbox Inhoud 1. Inleiding 3 2. Inloggen op de berichtenbox 4 3. Lay-out van de berichtenbox 6 3.1 Linker menu

Nadere informatie

Handleiding (Verzender Ontvanger)

Handleiding (Verzender Ontvanger) Handleiding (Verzender Ontvanger) Anachron B.V. Steven Nijholt & Maarten Wiggers 28-02-2014 Version: 1.1 Status: Released Inhoud 1. Over dit document... 3 1.1 List of changes... 3 1.2 Scope... 3 2. Registratie...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0 Gebruikershandleiding StUF Testplatform Versie 1.3.0 Documentversie: 0.7 Datum 25 november 2014 Status In gebruik Inhoudsopgave 1 INLEIDING...3 2 GEBRUIK MAKEN VAN HET STUF TESTPLATFORM...4 2.1 INLOGGEN

Nadere informatie

Uitzend Software Diensten B.V. UBplus Online. Handleiding voor uitzendbureaus, detachering en payroll bedrijven

Uitzend Software Diensten B.V. UBplus Online. Handleiding voor uitzendbureaus, detachering en payroll bedrijven Uitzend Software Diensten B.V. UBplus Online Handleiding voor uitzendbureaus, detachering en payroll bedrijven Versie 5.0 december 2011 Inhoudsopgave UBplus Gebruik UBplusOnline per klant instellen 2 Gebruik

Nadere informatie

Handleiding Site to Edit Module Veiling

Handleiding Site to Edit Module Veiling THAR Design Kipboomweg 15 7636 RC AGELO E-mail: info@thar.nl Website: www.thar.nl KvK nummer: 08165396 BTW nummer: NL8186.22.416.B01 Rekeningnummer: 45.09.80.59 Handleiding Site to Edit Module Veiling

Nadere informatie

HANDLEIDING TEAMPAGINA S MIJNCLUB.NU

HANDLEIDING TEAMPAGINA S MIJNCLUB.NU HANDLEIDING TEAMPAGINA S MIJNCLUB.NU INHOUD INLEIDING... 2 De account... 2 Inloggen... 2 GEBRUIKERS MENU... 3 MIJN TEAM... 4 Bewerk team... 4 Spelers... 6 Wedstrijden... 7 Gespeelde wedstrijden... 8 Nog

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. e-kracht is ontwikkeld door:

Gebruikershandleiding. e-kracht is ontwikkeld door: Gebruikershandleiding e-kracht is ontwikkeld door: Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Het e-kracht account...4 2.1 Contacten toevoegen... 6 2.2 Een dagboek bijhouden... 7 2.3 Links beheren... 8 2.4 Een fotoalbum

Nadere informatie

8.1.1 Aanmaken van een nieuwsbrieflijst voor een nieuwsbrief

8.1.1 Aanmaken van een nieuwsbrieflijst voor een nieuwsbrief 8. Nieuwsmanagement Doormiddel van het nieuwsmanagement onderdeel kunt u uw klanten op de hoogte houden van het laatste nieuws, de nieuwste producten of de beste aanbiedingen. U kunt dit in de webshop

Nadere informatie

HRM-Reviews in the Cloud Handleiding voor PZ

HRM-Reviews in the Cloud Handleiding voor PZ HRM-Reviews in the Cloud Handleiding voor PZ In deze uitgebreide handleiding vindt u instructies om met Reviews in the Cloud aan de slag te gaan. U kunt deze handleiding ook downloaden (PDF). TIP: De navigatie

Nadere informatie

Opstarten van de GRATIS facturatiemodule

Opstarten van de GRATIS facturatiemodule Opstarten van de GRATIS facturatiemodule 1 Welkom in het gratis facturatieprogramma van WinBooks on Web Het gratis facturatieprogramma is ontworpen om u kennis te laten maken met de interessante functionaliteiten

Nadere informatie

MWeb 4.0. Handleiding Basis Modules Versie 1.0

MWeb 4.0. Handleiding Basis Modules Versie 1.0 MWeb 4.0 Handleiding Basis Modules Versie 1.0 Index 1. Algemeen 3 1.1. Gebruikersnamen en Wachtwoorden 3 1.2. Inloggen 3 1.3. Uitloggen 3 1.4. Belangrijk 3 2. User Manager 4 2.1. Gebruikers lijst User

Nadere informatie

Releasenotes LCMS 2019v1

Releasenotes LCMS 2019v1 Release notes LCMS 2019v1 Colofon Contactpersoon: Raymond Schram Titel: Releasenotes LCMS 2019v1 Datum: 11 maart 2019 Status: Definitief Versie: 1.01 Auteurs: Raymond Schram [IFV] Projectleider: Review:

Nadere informatie

Algemene handleiding 3BM applicatie. Inhoudsopgave

Algemene handleiding 3BM applicatie. Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inloggen in systeem... 2 1. Scherm oriëntatie... 3 2. Overzichten genereren... 4 3. Mogelijk zoekmanieren... 5 Leeg kader met loep... 5 Verlaten van zoekveld met TAB... 6 Activeren van

Nadere informatie

Deze handleiding is geschikt voor gebruikers van Rekeningbeheren.nl en S4Dunning. Rekeningbeheren.nl is de basis applicatie voor het uitvoeren van acties in batches en kan worden gezien als de lite versie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding ZorgInfo Verstrekkingen Portaal (VP)

Gebruikershandleiding ZorgInfo Verstrekkingen Portaal (VP) Gebruikershandleiding ZorgInfo Verstrekkingen Portaal (VP) Gebruikershandleiding depothouder 2.0.docx 29-12-14 1 van 16 Inleiding Het ZorgInfo Verstrekkingen Portaal (VP) is een internetapplicatie waarmee

Nadere informatie

SMC-web. Introduction to SMCweb Title Page. Handleiding SMC-web. 2011 Security Monitoring Centre

SMC-web. Introduction to SMCweb Title Page. Handleiding SMC-web. 2011 Security Monitoring Centre SMC-web Handleiding SMC-web Introduction to SMCweb Title Page CSMCweb Handleiding SMCweb Table of Contents Over dit document... 1 Organisatie... 1 Doelgroep... 1 PDF Document... 1 Introductie... 2 SMCweb

Nadere informatie

Inleiding... 3. 1. Inloggen... 4. 2. Generieke apps... 4. App Mijn goedkeuringen... 5. App Delegatie... 8. 3. Self Service... 9

Inleiding... 3. 1. Inloggen... 4. 2. Generieke apps... 4. App Mijn goedkeuringen... 5. App Delegatie... 8. 3. Self Service... 9 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Inloggen... 4 2. Generieke apps... 4 App Mijn goedkeuringen... 5 App Delegatie... 8 3. Self Service... 9 Basisgegevens medewerker wijzigen... 12 Aanvragen autorisatie...

Nadere informatie

How To Do Gebruikersbeheer mbconnect24 V2

How To Do Gebruikersbeheer mbconnect24 V2 How To Do Gebruikersbeheer mbconnect24 V2 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Klanten... 2 2.1 Klant toevoegen... 3 3. Gebruikersgroep... 7 3.1 Gebruikersgroep toevoegen... 7 4. Gebruiker... 10 4.1 Gebruiker toevoegen...

Nadere informatie

Inrichting Systeem: Locaties & Toegang

Inrichting Systeem: Locaties & Toegang Inrichting Systeem: Locaties & Toegang EasySecure International B.V. +31(0)88 0000 083 Info@EasySecure.nl Support.EasySecure.nl v1.0 01-12-2011 In deze handleidingen worden de volgende functies binnen

Nadere informatie

Handleiding digitaal dossier

Handleiding digitaal dossier Handleiding digitaal dossier Handleiding digitaal dossier... 1 Omschrijving... 2 Login met persoonlijke account... 3 Geen persoonlijke account... 3 Automatisch omwisselen naar persoonlijke account... 4

Nadere informatie

De app kan gedownload worden in de Appstore en de Playstore door te zoeken op sportlinked of via www.sportlinked.nl.

De app kan gedownload worden in de Appstore en de Playstore door te zoeken op sportlinked of via www.sportlinked.nl. Downloaden De app kan gedownload worden in de Appstore en de Playstore door te zoeken op sportlinked of via www.sportlinked.nl. Registreren Nadat de applicatie is gedownload en geïnstalleerd kan de gebruiker

Nadere informatie

Boekingen gemaakt in de Agenda zijn 1:1 zichtbaar in het Planbord, andersom zijn boekingen gemaakt in het Planbord direct beschikbaar in de Agenda.

Boekingen gemaakt in de Agenda zijn 1:1 zichtbaar in het Planbord, andersom zijn boekingen gemaakt in het Planbord direct beschikbaar in de Agenda. Agenda In Timewax is de plannings informatie zowel per resource als per project beschikbaar. In de agenda zijn alle gemaakte boekingen zichtbaar. De weergave van de agenda kan worden aangepast aan de behoefte

Nadere informatie

Mach3Framework 5.0 / Website

Mach3Framework 5.0 / Website Mach3Framework 5.0 / Website Handleiding Mach3Builders Inhoudsopgave 1 Inloggen...5 1.1 Ingelogd blijven...6 1.2 Wachtwoord vergeten...7 2 Applicatie keuzescherm...8 2.1 De beheeromgeving openen...9 3

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING Content Management Systeem. Gebruikershandleiding RelaxWeb CMS

GEBRUIKERSHANDLEIDING Content Management Systeem. Gebruikershandleiding RelaxWeb CMS GEBRUIKERSHANDLEIDING Content Management Systeem 1 Gebruikershandleiding RelaxWeb CMS Gebruikershandleiding RelaxWeb CMS 2 Inhoud Inhoud 3 1. Inleiding 5 2. Inloggen in het CMS 6 3. Control panel 7 4.

Nadere informatie

Handleiding ChainWise Digitaal factureren

Handleiding ChainWise Digitaal factureren Handleiding ChainWise Digitaal factureren Versie: 1.1 Datum: februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Voorbereiding... 4 2.1 E-mail sjabloon aanpassen... 4 2.2 Instellen from en bcc adres, subject...

Nadere informatie

Instructies Android Smartphone & Tablet Pagina 1

Instructies Android Smartphone & Tablet Pagina 1 Instructies Android Smartphone & Tablet Pagina 1 Instructies Android Smartphone & Tablet Deze handleiding gaat er vanuit dat u al een e-mail account geconfigureerd heeft in uw Android Smartphone of tablet

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na de installatie wordt in de

Nadere informatie

Coligo conne ct. Gebruikershandleiding

Coligo conne ct. Gebruikershandleiding Coligo conne ct Gebruikershandleiding Content 1. Inleiding... 3 1.1 Introductie... 3 2. Installeren en in gebruik nemen van Coligo Connect... 3 2.1 Downloaden... 3 2.2 Installeren... 3 2.3 Inloggen...

Nadere informatie

Configuratie van de Website

Configuratie van de Website Configuratie van de Website 13 augustus 2013 WISA helpdesk Inhoudsopgave 1 Configuratie website 2 1.1 Instellingen in Wisa............................... 2 1.1.1 Profielen aanmaken...........................

Nadere informatie

Handleiding Faxdiensten

Handleiding Faxdiensten Handleiding Faxdiensten Auteur: Marketing Datum: 01-10-2014 Versie: 2.0 Aantal bladen: 12 Nummer: 1018 2 P a g i n a Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Beheer E-Fax IN- en E-Fax OUT-diensten... 4 3. E-Fax-overzicht...

Nadere informatie

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen. Handleiding Scan+ Introductie Met Scan+ gaat een lang gekoesterde wens voor vele gebruikers van Unit 4 Multivers in vervulling: eenvoudig koppelen van documenten in relatiebeheer of documentmanagement

Nadere informatie

Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad

Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad Snelstartgids E-mail controleren U kunt uw iphone of ipad instellen voor het versturen en ontvangen van e-mail van uw Office 365-account. Altijd toegang tot uw

Nadere informatie

AFO 616 Beheer links met andere systemen

AFO 616 Beheer links met andere systemen AFO 616 Beheer links met andere systemen 616.1 Inleiding Binnen deze AFO zijn diverse opties beschikbaar om parameters voor links met andere systemen (zoals SelfCheck, FacilityCards en beveiligingssystemen)

Nadere informatie

HANDLEIDING Content Management Systeem de Fertilizer 4

HANDLEIDING Content Management Systeem de Fertilizer 4 HANDLEIDING Content Management Systeem de Fertilizer 4 1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. BEHEER 5 2.1 Site structuur 6 2.2 Afdelingen 7 2.3 Beheerders 8 2.3.1 Rechten 9 2.3.1.1 Rechten Beheer 9 3. INSTELLINGEN

Nadere informatie

Inloggen...2. Wachtwoord vergeten?...4. Aanmaken Gebruiker Mijn Atletiek...5. Rechten geven aan de Gebruiker...6. Een Gebruiker verwijderen...

Inloggen...2. Wachtwoord vergeten?...4. Aanmaken Gebruiker Mijn Atletiek...5. Rechten geven aan de Gebruiker...6. Een Gebruiker verwijderen... Handleiding Mijn Atletiek Inhoudsopgave Inloggen...2 Wachtwoord vergeten?...4 Aanmaken Gebruiker Mijn Atletiek...5 Rechten geven aan de Gebruiker...6 Een Gebruiker verwijderen...6 Rapportages inzien...7

Nadere informatie

Handleiding Zakelijk Exchange Online. Versie maart 2014

Handleiding Zakelijk Exchange Online. Versie maart 2014 Handleiding Zakelijk Exchange Online Versie maart 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Inloggen in Zelfservice Cloud 4 2.2 Abonnement selecteren 4 2.3 Eerste gebruiker

Nadere informatie

Instructies Microsoft Outlook Express Pagina 1

Instructies Microsoft Outlook Express Pagina 1 Instructies Microsoft Outlook Express Pagina 1 Instructies Microsoft Outlook Express Deze handleiding gaat er vanuit dat u al een e-mail account geconfigureerd heeft in Outlook Express en we laten zien

Nadere informatie

In het CMS is het mogelijk om formulieren aan te maken. Voorafgaand een belangrijke tip:

In het CMS is het mogelijk om formulieren aan te maken. Voorafgaand een belangrijke tip: FORMULIEREN In het CMS is het mogelijk om formulieren aan te maken. Voorafgaand een belangrijke tip: belangrijk Importeer formulierdata uit een CSV-bestand precies zoals verderop beschreven. 1. Gedrag

Nadere informatie

Gebruikershandleiding MobiDM

Gebruikershandleiding MobiDM Gebruikershandleiding MobiDM Gebruikershandleiding voor versie 3.6.2 Versie 1.0 INHOUDSOPGAVE 1. DE MOBIDM PORTAL.... 2 1.1. INLOGGEN... 2 1.2. WACHTWOORD VERGETEN?... 2 2. TOESTELBEHEER.... 3 2.1. OS-AFHANKELIJKE

Nadere informatie

Installatie handleiding

Installatie handleiding Installatie handleiding Gefeliciteerd Ook voor jouw organisatie zal de kracht van de ipublications KnowledgeBase (zoals bekend van AFAS) worden ontsloten, in jullie eigen gepersonaliseerde KB waar interne

Nadere informatie

Installatiehandleiding Business Assistent

Installatiehandleiding Business Assistent Installatiehandleiding Business Assistent Wijzigingsgeschiedenis Versie Datum Omschrijving Status 0.1 25-09-2014 Eerste opzet van het installatie Concept document. 1.0 04-11-2014 Geen: Commercieel maken

Nadere informatie

Handleiding administrator

Handleiding administrator Handleiding administrator september 2016 Handleiding Administrator Als administrator van uw bedrijf, kunt u in de Administrator omgeving de accounts van uw kantoor beheren en rapporten uitdraaien. U vindt

Nadere informatie

Uitleg CMS Utrecht Your Way Button 1. Inloggen

Uitleg CMS Utrecht Your Way Button 1. Inloggen Uitleg CMS Utrecht Your Way Button 1. Inloggen Met jouw login gegevens kun je inloggen via http://button.utrechtyourway.nl/cms 2. Dashboard Na inloggen wordt het dashboard van het CMS zichtbaar. Of te

Nadere informatie

IQ LEADS Adres: Curieweg 8E Postcode: 2408 BZ Plaats: ALPHEN AAN DEN RIJN Telefoon: (0172)

IQ LEADS Adres: Curieweg 8E Postcode: 2408 BZ Plaats: ALPHEN AAN DEN RIJN Telefoon: (0172) 1 Inhoud Tips voor u begint... 3 Beginnen met WordPress... 4 Login... 4 Dashboard... 4 Back-up maken van uw website... 5 Bloggen en Pagina s... 6 Tekst editor... 6 Nieuwsbericht maken (Bloggen)... 6 Pagina

Nadere informatie

AUTOMATISERING. Act! WerkbonApp. De koppeling tussen het CRM systeem Act! en de Werkbon applicatie WerkbonApp.

AUTOMATISERING. Act! WerkbonApp. De koppeling tussen het CRM systeem Act! en de Werkbon applicatie WerkbonApp. Act! WerkbonApp De koppeling tussen het CRM systeem Act! en de Werkbon applicatie WerkbonApp. Act! Act! is een CRM softwarepakket waarmee u uw klanten en contacten kunt beheren. Het bevat alle functionaliteiten

Nadere informatie

Cloud handleiding Versie: 1.0 Datum: 23-7-2014

Cloud handleiding Versie: 1.0 Datum: 23-7-2014 Cloud handleiding Versie: 1.0 Datum: 23-7-2014 2 Inhoud Inleiding... 5 Inrichting SequreBox Cloud... 5 1. Inloggen... 6 2. Abonnementen voeg camera toe... 8 3. Controleer beelden... 9 4. Camera Stel Alarm

Nadere informatie

Handleidingen website & pool SVNL voor organisators

Handleidingen website & pool SVNL voor organisators Handleidingen website & pool SVNL voor organisators Let op: Dit document bestaat uit twee handleidingen: Pagina 2: Handleiding voor de website voor organisators Pagina 14: Uitleg en handleiding voor de

Nadere informatie

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen. Handleiding Office+ Introductie Met de module Office+ gaat een lang gekoesterde wens voor vele gebruikers van Unit 4 Multivers in vervulling: eenvoudig koppelen van documenten in relatiebeheer of documentmanagement

Nadere informatie

DWF Handleiding voor Teams

DWF Handleiding voor Teams Downloaden De app kan gedownload worden in de Appstore en de Playstore door te zoeken op sportlinked of via www.sportlinked.nl. Registreren Nadat de applicatie is gedownload en geïnstalleerd kan de gebruiker

Nadere informatie

Instructies Microsoft Outlook 2007 Pagina 1

Instructies Microsoft Outlook 2007 Pagina 1 Instructies Microsoft Outlook 2007 Pagina 1 Instructies Microsoft Outlook 2007 Deze handleiding gaat er vanuit dat u al een e-mail account geconfigureerd heeft in Outlook 2007 en we laten zien hoe u de

Nadere informatie

Instructies Apple iphone & ipad icloud accounts Pagina 1

Instructies Apple iphone & ipad icloud accounts Pagina 1 Instructies Apple iphone & ipad icloud accounts Pagina 1 Instructies Apple iphone & ipad icloud Wanneer u icloud voor e-mail gebruikt is het niet mogelijk om de SMTP server te wijzigen; uw icloud instellingen

Nadere informatie

Handleiding Procesarchitectuur Herziening

Handleiding Procesarchitectuur Herziening Handleiding Procesarchitectuur Herziening Beheerders scholen procesarchitectuur.ihks.nl Inhoud Inleiding... 3 Meerdere schooleigen omgevingen... 3 Contact... 3 Inloggen... 4 Beveiliging... 4 Inloggen beheerdersaccount...

Nadere informatie

ZIVVER Gebruikershandleiding

ZIVVER Gebruikershandleiding Versie: 2.0 Datum: 11 april 2017 support@zivver.com www.zivver.com Inhoud Welkom bij ZIVVER!... 3 1. Inloggen in je online veilige postvak... 4 2. Stuur een veilig bericht vanuit je online veilige postvak...

Nadere informatie

Altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

Altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Beheer Webredactie dashboard Het webredactie dashboard geeft u in één oogopslag een overzicht van de beheersmogelijkheden van uw website. Daarnaast blijft u via het dashboard gemakkelijk op de hoogte van

Nadere informatie

15 July 2014. Betaalopdrachten web applicatie beheerders handleiding

15 July 2014. Betaalopdrachten web applicatie beheerders handleiding Betaalopdrachten web applicatie beheerders handleiding 1 Overzicht Steeds vaker komen we de term web applicatie tegen bij software ontwikkeling. Een web applicatie is een programma dat online op een webserver

Nadere informatie

Handleiding DigiRecord.nl

Handleiding DigiRecord.nl Introductie... 1 Eerste keer inloggen... 1 Dossiersjablonen... 2 Map verwijderen... 3 Map aanmaken... 4 Dossierbeheer... 5 Dossier eigenaar... 7 Gebruikers... 7 Gebruiker... 8 Dossierbeheerder... 8 Beheerder...

Nadere informatie

Handleiding DocZend. Versie 1.2 januarie 2014. 2014 Copyright KPN Lokale Overheid

Handleiding DocZend. Versie 1.2 januarie 2014. 2014 Copyright KPN Lokale Overheid Handleiding DocZend Versie 1.2 januarie 2014 2014 Copyright KPN Lokale Overheid Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KPN Lokale overheid mag niets uit dit document

Nadere informatie

Handleiding Employ UrenOnline Opdrachtgevers

Handleiding Employ UrenOnline Opdrachtgevers Handleiding Employ UrenOnline Opdrachtgevers Versie 1.5 mei 2013 Pagina 1 van 15 Inhoudsopgave 1. Inloggen in Employ UrenOnline 4 2. Instellingen binnen Employ UrenOnline 6 2.1 Contactpersonen 6 2.2 Projecten

Nadere informatie

Inhoud... 1. 1 Aanmelden... 2 1.1 Aanmelden...2 1.2 Abonnement opzeggen...2. 2 Inloggen... 3

Inhoud... 1. 1 Aanmelden... 2 1.1 Aanmelden...2 1.2 Abonnement opzeggen...2. 2 Inloggen... 3 Handleiding 7x24.nl Algemeen In deze handleiding kunt informatie vinden over de algemene werkwijze van de site van 7x24.nl. Aspecten als aanmelden, informatie en de helpdesk komen hier aan de orde. Inhoud

Nadere informatie

Handleiding Kleos ipad. oktober 2013

Handleiding Kleos ipad. oktober 2013 Handleiding Kleos ipad oktober 2013 Inhoudsopgave blz. Installatie 3 Inloggen 4 Hoofdmenu 5 Homepage 6 Dossiers 7 Agenda 11 Taken 12 Activiteiten 13 Documenten 14 Relaties 16 Handleiding Kleos ipad Pagina

Nadere informatie