4/30/2014 Project Black Box. Plan van aanpak. Wiljan Veening, Anne Jan Pries, Arnold Veenstra, Lydia Heida. Hanze Hogeschool Groningen

Transcriptie

1 4/30/2014 Project Black Box Plan van aanpak Wiljan Veening, Anne Jan Pries, Arnold Veenstra, Lydia Heida Hanze Hogeschool Groningen

2 Inhoudsopgave Achtergrond... 2 Project resultaat... 3 Project activiteiten... 5 Projectgrenzen... 6 Data en budget:... 6 Tussenresultaten... 7 Kwaliteitsbewaking... 8 Productkwaliteit... 8 Projectorganisatie... 9 Taakverdeling Planning Kosten en baten Risico s P a g e

3 Achtergrond Projectnaam: Project Black Box De opdrachtgever van dit project is de firma Schreuder. Zij hebben de opdracht gegeven aan Projectgroep 6 van de opleiding Mechatronica aan de Hanze Hogeschool. De firma Schreuder is een bedrijf dat gericht is op revalidatietechnieken. De contactpersoon van de firma Schreuder is Gerard Knapper, hij is werkzaam als hoofd werkplaats bij het bedrijf. De Hanze Hogeschool Groningen is de tussenpersoon tussen Schreuder en Projectgroep 6. De begeleidende personen van de Hanze Hogeschool zijn dhr. Jan Leupen en mevr. Maryam Maftoon Kebriai. Projectgroep 6 bestaat uit 4 studenten. De studenten zijn gelijk geplaatst aan elkaar, er is geen leidend persoon. In deze groep zijn er twee afdelingen, de afdeling hardware en de afdeling software. Het project is gestart omdat het aantal scootmobielen toeneemt en daarmee ook het aantal ongelukken waarbij scootmobielen betrokken zijn. Dit project is er op gericht om het aantal ongelukken terug te brengen door betere veiligheidsvoorzieningen en betere trainingen. De stakeholder van dit project zijn de firma Schreuder, de bestuurders van scootmobielen en de overige betrokkenen bij ongelukken of gevaarlijke situaties met scootmobielen. Ze zijn gebaat bij dit project doordat de bestuurders beter kunnen worden opgeleid en de veiligheid van scootmobielen in het verkeer omhoog gaat. 2 P a g e

4 Project resultaat Voor dit project zijn zeven modificaties opgesteld waarvan er drie gedaan moeten worden. De zeven modificaties zijn: - Als er niemand op de scootmobiel zit mag de scootmobiel niet harder gaan dan stapvoets. - De motor van de scootmobiel moet op afstand uitgezet kunnen worden. - De snelheid van de scootmobiel moet op afstand regelbaar zijn. - Als de scootmobiel omvalt moet een voorgeprogrammeerd telefoonnummer gealarmeerd worden. - Als de scootmobiel in een gebouw is moet hij niet sneller dan stapvoets gaan. - Als de scootmobiel een botsing maakt moet de motor uitschakelen. - Als de scootmobiel te scherp door een bocht gaat en dreigt om te vallen moet de snelheid naar beneden gebracht worden. Een van de modificaties was verplicht om te doen. de verplichte modificatie is dat er een telefoonnummer wordt gealarmeerd wordt als de scootmobiel omvalt. Voorderest moesten er twee modificaties uitgekozen worden. Van deze eisen word de prioriteit op de onderstaande drie eisen gelegd. Bij een eventueel overschot in budget en tijd kan er verder gewerkt worden om aan meer eisen te voldoen. - Als de scootmobiel omkantelt moet een voorgeprogrammeerd telefoonnummer gewaarschuwd worden. Dit wordt gedaan door een acceleratiemeter in combinatie met een GSM/GPRS module. Als de acceleratiemeter een te grote hoek waarneemt verzend de GSM/GPRS module een SMS bericht met daarin een noodbericht en de coördinaten van de scootmobiel. Deze coördinaten komen vanaf een GPS module. - Als de scootmobiel een botsing ondergaat moet de motor zichzelf uitschakelen. Een botsing is al wanneer een scootmobiel een te scherpe bocht door de supermarkt maakt waardoor hij een schap raakt. Hiervoor word een bumperstrip ontwikkeld. Deze strip is aan de binnenzijde voorzien van een elektriciteit geleidend materiaal die boven een tweede strip van metaal zweeft. Bij een botsing veert de bumperstrip mee en raken de 2 strips elkaar en zullen een meetbare kortsluiting veroorzaken. De motorcontroller reageert hierop door de motor uit te schakelen en op deze wijze de bestuurder in de gelegenheid te stellen om zijn fout te herstellen. In figuur 1 staat een dwarsdoorsnede van de bumperstrip. Figuur 1 3 P a g e

5 - Als er niemand op de stoel zit mag de scootmobiel niet harder dan stapvoets rijden. Hiervoor word de vering in de stoel van de scootmobiel gemodificeerd. De vering zal voorzien worden van een tweetal geleidende strippen die op enige afstand van elkaar staan. Als de stoel belast word komen de strippen samen en word er eveneens een meetbare kortsluiten gecreëerd. Dit is een signaal voor de motorcontroller om minder hard te gaan rijden. Figuur 2 illustreert het concept. Figuur 2 In de loop van de tijd zal het aantal ongelukken moeten verminderen. De verantwoordelijken voor het realiseren van dit project zijn de projectleden van projectgroep 6. Dit project zal realistisch moeten zijn omdat het zoveel mogelijk modulair is. Het project loopt ten einde op 25 juni P a g e

6 Project activiteiten Voor dit project moeten een aantal dingen gebeuren. Om te beginnen moet er beslist worden wat de eisen zijn waaraan het eindproduct moet voldoen, dit moet verwerkt worden in het plan van aanpak. Nadat deze plannen goedgekeurd zijn door de firma Schreuder begint de ontwikkeling van het product. Daarna begint de testfase gevolgd door de oplevering. Als voorbereide fase moet er onderzocht worden wat de eisen zijn en in hoeverre deze binnen de beschikbare tijd en budget haalbaar zijn. Hiervoor is overlegt met Gerard Knapper van de firma Schreuder. Ook moet onderzocht worden wat voor technologie beschikbaar en bruikbaar is. Dit wordt verder in dit plan van aanpak behandeld. Als er een goedkeuring voor de plannen is begint de ontwikkelfase. Op dit punt komt er ook additionele informatie over de te modificeren scootmobiel beschikbaar. Dit houdt in dat dat er definitieve plannen gemaakt kunnen worden. Als de definitieve plannen uitgewerkt zijn kan kunnen er onderdelen verzameld worden en kan er gewerkt worden aan het bouwen van modificaties terwijl er gelijktijdig aan de software gewerkt kan worden. Als het product klaar is begint het testen van het eindproduct. Dit is een afrondende fase, het project moet al grotendeels afgerond worden. Zo nodig kunnen er tijdens deze fase nog kleine verandering gemaakt worden. Tijdens iedere fase moeten alle stappen uitvoerig gedocumenteerd worden. Al deze documentatie en de verzamelde informatie uit de onderzoeksfase moeten verwerkt worden in een technisch verslag. 5 P a g e

7 Projectgrenzen De volgende zaken worden wel in het project verwerkt: Er wordt zoveel mogelijk modulair te werk gaan, mocht dit niet lukken/kunnen is het geen eis. Het project is bedoelt als een prototype. Er wordt hoofdzakelijk gericht op 3 uit de 7 modificaties. Mochten deze 3 modificaties werken, er nog tijd over zijn en genoeg budget aanwezig, dan Kan er op één of meerderen van de overgebleven modificaties worden gericht. Er wordt gebruik gemaakt van een eigen microcontroller. Er wordt een technisch verslag ingeleverd naast het presenteren van het project. Deze zaken worden niet in het project verwerkt: Het project is niet bedoelt om een massaproductie plan te bevatten. Zodra er geen tijd of budget genoeg is worden er geen extra modificaties toegevoegd naast de drie originele modificaties. Data en budget: Begin datum: 23 april 2014 Einddatum: 25 juni 2014 Budget: Max. 10% van de winst op een nieuwe scootmobiel bij de firma Schreuder Gedurende deze tijd werken we met 4 personen aan dit project. 6 P a g e

8 Tussenresultaten Het eerste duidelijke tussenresultaat is het plan van aanpak. Dit wordt op woensdag 7 mei ingeleverd, waarna er moet worden gewacht op goedkeuring van het verslag. Als de goedkeuring binnen is kan er verder gewerkt aan de ontwikkelfase. De deadline hiervoor is 6 juni waarna de testfase begint. Hierin kan verder gewerkt worden tot een week voor de oplevering, dat is woensdag 18 juni. De laatste week kan gebruikt worden voor laatste afronding. De documentatie per fase moet gelijktijdig met de bijbehorende fase afgerond worden. Het volledige technische verslag moet maandag 23 juni klaar zijn zodat het eindproduct en verslag op 25 juni opgeleverd kan worden. 7 P a g e

9 Kwaliteitsbewaking Het eindproduct van dit project moet van kwalitatief goed zijn. Er zijn een aantal punten per onderdeel die vereist zijn voor in het project. Productkwaliteit De gekozen onderdelen hebben allemaal een bepaalde eis gegeven door school/schreuder Bv of een eis die wij zelf aan het onderdeel toegevoegd hebben. Zo zijn de eisen voor de Gsm beveiliging: Er hoeft maar 1 keer een sms verzonden te worden. Er moet pas ge-sms t te worden als hij volledig gekanteld is. De eisen voor de botsingbeveiliging: De scootmobiel moet zelfs bij lichte botsingen uitgeschakeld worden. Er moet van alle kanten van de schootmobiel een botsing gedetecteerd kunnen worden. En de eisen voor de stoelbeveiliging: Zodra niemand meer op de scootmobiel zit, mag hij niet sneller als stapvoets rijden. De veringen moeten niet belemmert worden door de methode waarop er wordt nagegaan of er iemand op zit. Deze eisen wegen allemaal even zwaar en het is niet acceptabel één hier van weg te laten. Proceskwaliteit Om het proces soepel te laten verlopen is er besloten dat er zoveel mogelijk gehouden wordt aan het plan van aanpak. Daarnaast wordt er per onderdeel meteen het bijbehorende deel voor in het verslag gemaakt, zodat het verslag niet achteraf gedaan hoeft te worden en er meer tijd is voor nazorg etc. alles word dubbel gecheckt en dan pas in het verslag gezet of in het project gedaan. Zolang er wordt gehouden aan de taakverdeling en zoveel mogelijk parallel lopen met de planning, komt alles goed. Voorgestelde maatregelen Om er voor te zorgen dat alle projectleden even gemotiveerd en serieus bezig zijn, is er een Samenwerking contract gemaakt en door alle leden getekend (inclusief de projectbegeleidster). Dit ook op conflicten die tijdens een project kunnen ontstaan te vermeiden en het proces duidelijker en optimaal te kunnen doorlopen. Welke software wordt er gebruikt In het project zal er alleen met Arduin IDE 2014, ook hierbij wordt er vanuit gegaan dat er geen andere software wordt gebruikt. Er wordt bij dit project immers alleen gebruikgemaakt van een Arduino en Arduino shields. 8 P a g e

10 Projectorganisatie De leden van projectgroep 6 staan hieronder vermeld. Arnold Veenstra Drakensteijnstraat EC Groningen ar.h.veenstra@st.hanze.nl Project Lid Lydia Heida Veenpettenweg PD Haule ly.heida@st.hanze.nl Project lid Wiljan Veening Duindoornstraat NP Groningen w.veening@st.hanze.nl Contact persoon van Projectgroep 6 en project lid Anne Jan Pries Griekenlandlaan DZ Assen a.j.pries@st.hanze.nl project lid Bij dit project wordt er een keer per week vergadert over de vorderingen van het project. Deze vergadering is een vergadering met projectgroep 6 en de projectbegeleider mevr. Maryam Maftoon Kebriai. De agenda van de vergadering komt op zijn laatst twee dagen voor de vergadering. De notulen die tijdens de vergadering worden gemaakt moeten voor de volgende vergadering bij alle projectleden en de projectbegeleider zijn aangekomen. De notulen en de agenda zullen over de mail worden verstuurd. Alle notulen en agenda s komen op een digitaal archief te staan. Dit archief is op een google drive account. Deze is toegankelijk voor de projectleden. 9 P a g e

11 Taakverdeling Bij dit project zal de projectgroep in twee groepen worden verdeeld. Groep één is de bestaat uit de leden Lydia Heida en Wiljan Veening. Groep twee bestaat uit de leden Arnold Veenstra en Anne Jan Pries. Groep één zal met de volgende onderdelen bezig gaan: - Het zorgen voor de communicatie tussen de motorcontroller van de scootmobiel en de Arduino - Het doosje waar de Arduino in komt te zitten - Het programma voor het langzamer laten rijden als er niemand op de scootmobiel zit en dat de motor afsluit als de scootmobiel een botsing maakt. Groep twee zal met een aantal andere dingen bezig gaan, namelijk: - Het schrijven van het programma die zorgt dat er een voorgeprogrammeerd telefoonnummer waarschuwt dat de scootmobiel is omgevallen. - Het plaatsen van een druksensor in de stoel. - Het plaatsen van een druksensor in de bumperstrip. Verder moet er nog een verslag getypt worden. Hiervoor zal elk project lid een deel typen. Ook moet er aan het eind van het project een presentatie gehouden worden deze zal gehouden worden door Lydia Heida. 10 P a g e

12 Planning Onderdeel Begindatum Deadline Plan van Aanpak Research Na feedback PvA Ontwikkeling - Hardware Software Testfase Presentatie Afronding Oplevering P a g e

13 Kosten en baten In dit project wordt er vanuit gegaan dat er alleen kosten gerekend te hoeven worden voor hulpmiddelen en onvoorziene uitgaven. Aangezien dit een schoolproject is hoeft er geen rekening gehouden te worden met mensuren. Kosten hulpmiddelen Aangezien er nog geen budget is gegeven kan er geen schatting worden gemaakt van de kosten. Er wordt uiteraard wel zo zuinig mogelijk te werk gegaan. Kosten die er waarschijnlijk gemaakt gaan worden zitten rond de 65.- voor een speciale Arduino module. Liggend aan het budget kan er nog meer gekocht worden, als er nog wat nodig blijkt te zijn. Om kosten te besparen kon er eerst aan Schreuder Bv gevraagd worden of zij zelf materialen tot hun beschikking hebben in plaats van meteen kopen. Koste nazorg Voor de nazorg wordt er niet vanuit gegaan dat daar kosten aangebonden hoeven worden. Dit aangezien school en Schreuder alles wel hebben voor eventuele benodigdheden als dit nodig blijkt te zijn. Onvoorziene uitgaven Na dat het budget bekent is wordt er meteen gekeken welke benodigdheden er nodig zijn. Er wordt daarom ook niet vanuit gegaan dat er extra uitgaven gedaan hoeven worden, maar uiteraard wordt er een klein bedrag weg gelegd voor onverwachte benodigdheden. Baten Er wordt niet vanuit gegaan dat er opbrengsten uit het project worden gehaald. Baten in dit project bestaan voornamelijk uit kennis, ervaring en uiteraard studiepunten. 12 P a g e

14 Risico s Het risico van het project is relatief klein. Er is voldoende tijd om de systemen uit te werken en de kwaliteitseisen zijn vrij laag. De motivatie om het project met succes af te ronden binnen Projectgroep 6 is heel hoog en ook de ervaring van de medewerkers is op orde. Het budget voor het project is wel vrij strak, het bestaat uit 10% van de winst op een scootmobiel. Dit kan variëren ongeveer 50 tot 100 euro. Er zijn ook een aantal externe risico s waar we rekening mee moeten houden. De meest belangrijke is de afhankelijkheid van de Hanze Hogeschool en de firma Schreuder. Hiervoor zijn duidelijk grenzen opgesteld en zou geen probleem mogen vormen. 13 P a g e