Update Transparantiefiches

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Update Transparantiefiches"

Transcriptie

1 Update Transparantiefiches Juli 2014 Stabiele angor... 2 Jicht... 3 Maagklachten... 5 Migraine... 8 Obesitas Osteoporose Rookstop Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten Zona en neuropathische pijn... 32

2 Stabiele angor Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Medicamenteuze aanpak Een review over de medicamenteuze behandeling na plaatsing van een stent bevestigt de huidige aanbevolen aanpak met twee antiaggregantia 1. Deze dubbele antiaggrerende behandeling bestaat uit levenslang acetylsalicylzuur mg/d en een thiënopyridine (clopidogrel, prasugrel, ticlopidine) of ticagrelor gedurende 12 maanden a en is in 3 RCT s superieur gebleken aan warfarine. Clopidogrel 75mg is de eerste keus bij angor zonder een acuut coronair syndroom. Prasugrel en ticagrelor zijn bij angor met een acuut coronair syndroom werkzamer dan clopidogrel maar ze houden een hoger risico op bloedingen in. Bij patiënten die reeds vitamine K antagonisten nemen, tonen studies een duidelijk verhoogd risico van bloedingen met een tritherapie (toevoegen van acetylsalicylzuur en een thiënopyridine), zonder winst op trombo-embolische complicaties. Volgens de auteurs is dan het weglaten van acetylsalicylzuur een zinvolle optie. a. Review waarin 91 RCT s werden geïncludeerd die medicamenteuze behandeling na stenting onderzochten. In 3 RCT s is een bitherapie met acetylsalicylzuur en een thiënopyridine superieur aan warfarine op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Een geïncludeerde meta-analyse van 4 RCT s toont aan dat een bitherapie langer dan 1 jaar niet superieur is in termen van mortaliteit (OR= 1,15; 95%BI 0,85 tot 1,54), op myocardinfarct (OR= 0,95; 95%BI 0,66 tot 1,36) en stenttrombose (OR= 0,88; 95%BI 0,43 tot 1,81). Het risico van majeure bloeding is hoger bij een behandeling langer dan 1 jaar (OR= 2,64; 95%BI 1,31 tot 5,30). Voor zowel prasugrel als ticagrelor is er telkens 1 RCT die bij patiënten met een acuut coronair syndroom een reductie van de cardiovasculaire sterfte, myocardinfarct, CVA en stenttrombose aantoont vergeleken met clopidogrel. Het risico van fatale bloeding en majeure bloeding is echter hoger. 1 RCT vergeleek tritherapie (anticoagulans, clopidogrel en acetylsalicylzuur) met bitherapie (anticoagulans en clopidogrel) bij 573 patiënten na stenting. Deze studie toont na 1 jaar minder bloedingen met bitherapie, vergeleken met tritherapie zonder toename van cardiovasculaire events (MI, CVA, stenttrombose). Een overzichtsartikel bevestigt de beperkte plaats van ivabradine, nicorandol, ranolazine en trimetazidine in de onderhoudsbehandeling van angor 2. Ze zijn geïndiceerd wanneer β-blokkers of calciumantagonisten gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden. Enkel ivabradine is in België beschikbaar. Een open-label RCT a bij een beperkte groep geselecteerde patiënten met angiografisch bevestigde coronaire hartziekte toont aan dat colchicine als aanvullende behandeling bij een statine, een plaatjesremmer en een antihypertensivum, het risico van cardiovasculaire events sterk verlaagt 3. Dit dient nog bevestigd te worden in andere studies. a. RCT waarin 532 patiënten met stabiel coronairlijden gedurende gemiddeld 3 jaar gerandomiseerd werden naar een behandeling met colchicine 0,5mg per dag versus geen behandeling. 70 tot 80% van de patiënten hadden antecedenten van CABG of PTCA. Het primair eindpunt was een samengesteld eindpunt van acuut coronair syndroom, cardiaal arrest buiten het hospitaal of ischemisch niet VKF-gerelateerd CVA. In de colchicinegroep was de incidentie van dit primaire eindpunt significant lager vergeleken met de controlegroep (HR= 0,33; 95%BI 0,18 tot 0,59 p <0,001; NNT= 11). Voor acuut coronair syndroom (een secundaire uitkomstmaat) was de incidentie eveneens significant lager in de colchicinegroep (HR= 0,33;95%BI 0,18 tot 0,63; 2

3 p<0,001). In de colchicinegroep stopte 11% van deelnemers met de inname van colchicine binnen de maand na de start van de studie omwille van gastro-intestinale intolerantie. Referenties 1. Brilakis ES, Patel VG, Banerjee S. Medical management after coronary stent implantation: a review. JAMA 2013;310: DOI: /jama Jones DA, Timmis A, Wragg A. Novel drugs for treating angina. BMJ 2013;347:f4726. DOI: /bmj.f Christiaens T. Lage dosis colchicine voor secundaire preventie van cardiovasculaire ziekte? Minerva 2013;12: Comment on: Nidorf SM, Eikelboom JW, Budgeon CA. Low-dose colchicine for secondary prevention of cardiovascular disease. J Am Coll Cardiol 2013;61: Jicht Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Nieuwe gegevens over behandeling van de acute jichtaanval Een Cochrane Review naar het nut van leefstijlinterventies voor de behandeling van patiënten met een acute jichtaanval, vond één kleine, gerandomiseerde studie over het toepassen van ijsapplicatie met een hoog risico van bias 1. De studie werd reeds besproken in de Transparantiefiche. In de Transparantiefiche werd gesteld dat alleen kleine, niet-gerandomiseerde studies zonder controlegroep een positief effect aangetoond hebben van glucocorticoïden in intra-articulaire of perorale toediening. Een Cochrane Review over het effect van intra-articulaire glucocorticoïden bij acute jicht vond evenmin gerandomiseerde, gecontroleerde studies 2. Nieuwe gegevens over profylaxe van de jichtaanval Bij het opstarten van een behandeling met allopurinol wordt algemeen aanbevolen lang genoeg te wachten met het opstarten na de jichtaanval om geen nieuwe aanval uit te lokken na de mobilisatie van uraatdepots en om gelijktijdig een NSAID of colchicine toe te dienen gedurende minstens één maand 3. Dit werd getoetst in een dubbelblinde, placebogecontroleerde RCT bij 57 mannen met een acute opstoot van jicht a4. Vroegtijdige start van allopurinol 300 mg/d werd vergeleken met uitgestelde toediening van allopurinol (pas na tien dagen). Alle patiënten namen daarnaast ook tien dagen indometacine (3x50mg/d) en een profylactische dosis colchicine gedurende 90 dagen. De resultaten suggereren dat onmiddellijk toevoegen van allopurinol aan een behandeling met indometacine en colchicine niet méér risico s inhoudt op het vlak van nieuwe jichtaanvallen na dertig dagen, dan wanneer allopurinol pas na tien dagen opgestart wordt 4, 5. Grootschaliger onderzoek is nodig om dit te bevestigen. a. De RCT includeerde 57 mannen met een gemiddelde leeftijd van 54 jaar, die gerekruteerd werden in een Veteran s Affairs Medical Center tussen 1998 en 2009 vanwege een acute jichtaanval in afwezigheid van tophi. Exclusiecriteria waren o.a. nierinsufficiëntie, voorgeschiedenis van congestief hartfalen, of inname van een anticoagulans, colchicine, uricosuricum of steroïd. Vroegtijdige start van allopurinol 300 mg/d werd vergeleken met placebo over een periode van 10 dagen. Alle patiënten kregen indometacine (3x50 mg/d) van dag 1 tot dag 10 en een profylactische dosis colchicine (2x0,6 mg/d) van dag 1 tot dag 90. Na de acute 3

4 fase (dag 11 tot dag 90) kregen alle patiënten open label-allopurinol. De primaire eindpunten waren pijn in het getroffen gewricht (beoordeeld op een visueel analoge schaal) en nieuwe jichtaanvallen ter hoogte van eender welk gewricht tijdens de acute behandeling met allopurinol versus placebo. De gemiddelde pijnscore op de VAS-schaal verminderde in beide groepen over dag 2 tot 10, met een gemiddeld verschil tussen allopurinol en placebo van -0,16 cm (95%- BI tot 0,83, p=0,62). Er traden 2 recidieven op in de allopurinolgroep en 3 in de placebogroep (p=0,61), alle in een ander gewricht. Naast de bekende ongewenste effecten van colchicine trad een overgevoeligheidsreactie op bij 1 patiënt na 30 dagen in de placebogroep. De evidentie over het nut van leefstijlinterventies (vermageren, stoppen met roken, meer koffie en melkproducten drinken, minder alcohol en vlees, ) bij chronisch jicht is hoofdzakelijk afkomstig uit observationele studies. Een Cochrane Review vond slechts 1 RCT, die vaststelde dat magere melkpoeder verrijkt met glycomacropeptide (GMP) niet beter was dan gewoon magere melkpoeder of lactosepoeder in het verminderen van de jichtaanvallen of het verbeteren van het fysiek functioneren over drie maanden. De pijn was iets meer verminderd met het verrijkte melkpoeder, maar het absoluut verschil van 10% (95%- BI 1% tot 20%) op een 10- puntenschaal is waarschijnlijk niet klinisch relevant 6. Nieuwe gegevens over ongewenste effecten In La Revue Prescrire wordt aangeraden om geen antidiarreïca te starten tijdens de inname van colchicine, omdat diarree een symptoom is van de toxiciteit van colchicine en antidiarreïca dit kunnen maskeren 7. Een grote Amerikaanse case control studie bij meer dan patiënten bevestigt het risico van ernstige huidreacties bij inname van allopurinol 8. In de Transparantiefiche werd reeds het risico van ernstige huidreacties vermeld bij gebruik van febuxostat. Europese en wereldwijde farmacovigilantiegegevens rapporteren nu ook een twintigtal gevallen van leverlijden met febuxostat, waarvan acht met dodelijke afloop 9. Referenties 1. Moi JH, Sriranganathan MK, Edwards CJ, et al. Lifestyle interventions for acute gout. Cochrane Database Syst Rev 2013;11:Cd DOI: / CD pub2. 2. Wechalekar MD, Vinik O, Schlesinger N, et al. Intra-articular glucocorticoids for acute gout. Cochrane Database Syst Rev 2013;4:CD DOI: / CD pub2. 3. Taylor TH, Mecchella JN, Larson RJ, et al. Initiation of allopurinol at first medical contact for acute attacks of gout: a randomized clinical trial. The American Journal of Medicine 2012;125: DOI: /j.amjmed Henrard G. De start van een chronische behandeling met allopurinol bij een jichtaanval vereenvoudigen? Minerva 2013;12: Comment on: Taylor TH, Mecchella JN, Larson RJ, et al. Initiation of allopurinol at first medical contact for acute attacks of gout: a randomized clinical trial. The American journal of medicine 2012;125: Boss GR. Allopurinol during acute gout attacks did not differ from delayed allopurinol for pain or recurrence. ACP Journal Club 2013, 16 April. Comment on: Taylor TH, Mecchella JN, Larson RJ, et al. Initiation of allopurinol at first medical contact for acute attacks of gout: a randomized clinical trial. The American journal of medicine 2012;125: , DOI: / Moi JH, Sriranganathan MK, Edwards CJ, et al. Lifestyle interventions for chronic gout. Cochrane Database Syst Rev 2013;5:CD DOI: / CD pub2. 7. Prescrire R. Colchicine : surdoses de cytotoxique. La Revue Prescrire 2013;33:832. 4

5 8. Callen JP. Allopurinol - Severe Drug Reactions and Potential Death Are More Frequent Among Users than Nonusers NEJM Journal Watch 2013;65:578-84, May 10. Comment on: Kim SC et al. Severe cutaneous reactions requiring hospitalization in allopurinol initiators: A population-based cohort study. Arthritis Care Res (Hoboken) 2013 Apr; 65:578. ( DOI: /acr Prescrire R. Fébuxostat : insuffisances hépatiques. La Revue Prescrire 2013;33:667. Maagklachten Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Nieuwe evidentie over medicamenteuze therapie Er is een update verschenen van de Cochrane Review over medicamenteuze behandeling van refluxsymptomen en bij endoscopie-negatieve reflux. De auteurs vonden enkele bijkomende studies met PPI s maar de conclusies waren niet veranderd 1 : PPI s reduceren zuurbranden en andere klachten met 30 tot 40%. a. In de update van de Cochrane Review werden bijkomende placebogecontroleerde studies met PPI s geïncludeerd, wat het totaal op 10 studies bracht bij patiënten. Het relatief risico bedroeg 0,71 (95%- BI 0,65 tot 0,78) voor de aanwezigheid van zuurbranden in vergelijking met placebo. Zes RCT s rapporteerden de uitkomst algemene symptoomverbetering (RR voor geen verbetering= 0,62 (95%- BI 0,55 tot 0,69). In de Transparantiefiche werd vermeld dat er beperkt bewijs is voor de werkzaamheid van amitriptyline bij functionele dyspepsie en dat onderzoek ontbreekt over SSRI. In een overzichtsartikel worden enkele studies met SSRI vermeld, waaruit blijkt dat deze de symptomen van functionele dyspepsie niet verlichten. Van de tricyclische antidepressiva is niet alleen amitriptyline maar ook imipramine werkzaam gebleken. Indien een antidepressivum zou overwogen worden, gaat de voorkeur dus uit naar amitriptyline of imipramine a, 2. a. In een overzichtsartikel van de BMJ werden drie nieuwe RCT s vermeld: - Een Chinese studie vond een beter effect met een lage dosis imipramine dan met placebo (respons van 64% vs. 44%). - Een andere Chinese studie kon geen beter effect aantonen met sertraline in vergelijking met placebo (in beide groepen was bij 28% sprake van volledige symptoomresolutie). - Een placebogecontroleerde studie vond enkel een effect met amitriptyline en niet met escitalopram. De behandeling werd vaker stopgezet omwille van ongewenste effecten in de groep die een antidepressivum nam dan in de placebogroep. Sedert 30 november 2013 zijn alle specialiteiten op basis van domperidon enkel nog op medisch voorschrift te verkrijgen, op basis van een aanbeveling van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten 3. In een eerdere update van de Transparantiefiche 5

6 werd reeds gewezen op het risico van hartritmestoornissen bij gebruik van domperidon. Voor meer details zie Folia juni Het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) heeft een evaluatie uitgevoerd van de geneesmiddelen op basis van metoclopramide 5. Metoclopramide gaat enerzijds gepaard met een risico van ernstige neurologische en cardiale ongewenste effecten, anderzijds is de werkzaamheid bij maagklachten onvoldoende bewezen. Het EMA beveelt aan om de behandelingsduur te beperken tot maximum 5 dagen en de maximale dosis bij volwassenen te beperken tot 10 mg driemaal daags. Voorzichtigheid is geboden bij personen met verhoogd risico van cardiovasculaire ongewenste effecten. De plaats van metoclopramide in de behandeling van dyspepsie wordt hierdoor verder beperkt. Nieuwe evidentie over eradicatietherapie Het is gekend dat de prevalentie van H. pylori hoger ligt in landen met een lagere socioeconomische ontwikkeling. Volgens een literatuuroverzicht is dit ook het geval voor het heroptreden van een infectie na eradicatie van H. pylori 6. Over de optimale behandelingsduur van eradicatietherapie zijn de meningen verdeeld. In de Transparantiefiche werd een meta-analyse vermeld die een klein voordeel vond van een langere behandelingsduur voor triple therapie (10 of 14 vs. 7 dagen). Een nieuwe Cochrane Review bevestigde deze resultaten: een behandeling van 14 dagen gaf betere resultaten dan een behandeling van 7 dagen (45 studies, 81,9% vs. 72,9%), zowel voor de combinatie PPI + clarithromycine + amoxicilline als voor de combinatie PPI + amoxicilline + nitroimidazol. Er was niet meer uitval wegens ongewenste effecten bij een therapie van 14 dagen. Voor de combinatie PPI + clarithromycine + nitroimidazol werd geen verbetering in eradicatiegraad gevonden bij verlengen van de behandelingsduur. Er waren maar weinig studies over andere regimes dan triple therapie: alleen voor quadrupel therapie met bismut gaf een behandeling van 14 dagen een hogere eradicatiegraad dan een behandeling van 7 dagen 7. Extrapolatie van al deze bevindingen naar ons land moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Studies die superioriteit tonen van sequentiële therapie (combinatie van een PPI met amoxicilline in de eerste vijf dagen, gevolgd door vijf dagen triple therapie met een PPI, clarithromycine en nitroimidazol) ten opzichte van de klassieke triple therapie in H. pylori eradicatie zijn overwegend uitgevoerd in Italië, waar een probleem van resistentie voor clarithromycine bestaat. Een nieuwe meta-analyse in de BMJ includeert ook een groot aantal studies uit andere landen, maar geen enkele Noord-Europese studie. Extrapolatie van de bevindingen naar ons land moet dus met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Sequentiële therapie gedurende 10 dagen blijkt beter dan 7 of 10 dagen triple therapie, maar niet beter dan 14 dagen triple therapie a, 8. De eradicatiegraad met sequentiële therapie bedraagt in deze meta-analyse ca. 84%, wat lager is dan de eerder gepubliceerde percentages van 91 tot 94% met deze therapie 8. Bij patiënten met kiemen resistent aan clarithromycine bedraagt de eradicatiegraad ongeveer 73%. Bijgevolg blijft triple therapie, zoals vermeld in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium, de eerste keuze. a. De meta-analyse includeerde 46 RCT s met in totaal patiënten. Naast Italiaanse patiënten waren ook patiënten van andere Zuid-Europese landen, Azië en Zuid-Amerika vertegenwoordigd in de analyse. De eradicatiegraad met sequentiële therapie bedroeg in het algemeen 84,3% (95%- BI 82,1 tot 86,4%). Sequentiële therapie was superieur aan zeven dagen triple therapie (22 studies; RR=1,21; 95%- BI 1,17 tot 1,25; NNT=6) en tien dagen triple therapie (14 studies; RR=1,11; 95%- BI 1,04 tot 1,19; NNT=10) maar niet aan 14 dagen triple therapie (N=7, RR=1,00; 95%- BI 0,94 tot 1,06) of aan therapie met bismut (5 studies, RR=1,01; 95%- BI 0,95 tot 1,06). 6

7 Bij patiënten met kiemen resistent aan clarithromycine bedroeg de eradicatiegraad bij sequentiële therapie 72,8% (95%- BI 61,6 tot 82,8%). Gerandomiseerde studies die verschillende quadruple regimes voor H. pylori eradicatie vergeleken, vonden geen verschillen in eradicatiegraad a, 9, 10. De keuze voor een bepaald regime zal afhangen van de plaatselijke resistentie en welke antibiotica voorhanden zijn 9. a. De eerste RCT includeerde 343 patiënten met H. pylori die hiervoor nog niet eerder behandeld waren. De patiënten in de studie waren afkomstig uit regio s in Spanje en Italië met een hoge graad van resistentie. Een quadruple regime met gelijktijdige toediening van omeprazol 40 mg, amoxicilline 1g, clarithromycine 500 mg en nitroimidazol 500 mg, tweemaal per dag werd vergeleken met een sequentieel regime van dezelfde producten waarbij enkel in de eerste zeven dagen clarithromycine en nitrioimidazol toegediend werden. De eradicatiegraad bedroeg respectievelijk 90% en 91,7% volgens een intention-to-treat analyse. De tweede RCT vergeleek vier verschillende regimes met bismut bij 424 Chinese patiënten met H. pylori resistent voor metronidazol, bij wie triple therapie gefaald had. De patiënten kregen een behandeling van twee weken met lansoprazol 30 mg en bismut 220 mg, twee keer per dag, met daarnaast één van de volgende combinaties: - Tetracycline 500 mg en metronidazol 400 mg, vier maal per dag - Tetracycline 500 mg vier maal per dag en furazolidon 100 mg drie maal per dag - Amoxicilline 1g drie maal per dag en tetracycline 500 mg vier maal per dag - Amoxicilline 1g en furazolidon 100, drie maal per dag De slaagpercentages bedroegen respectievelijk 87,9%, 91,7%, 83,8% en 95,2% volgens een intention-to-treat analyse. Nieuwe evidentie over ongewenste effecten In vorige updates van de Transparantiefiche werd vermeld dat PPI s mogelijk het risico van fracturen kan verhogen. Een nieuwe prospectieve cohortstudie vond geen verband tussen langdurig PPI-gebruik en een daling in botdensiteit, een surrogaat eindpunt voor fractuurrisico. De studie vertoonde echter belangrijke tekortkomingen in de kwantificatie van het PPI-gebruik 11. Referenties 1. Sigterman KE, van Pinxteren B, Bonis PA, et al. Short-term treatment with proton pump inhibitors, H2-receptor antagonists and prokinetics for gastro-oesophageal reflux disease-like symptoms and endoscopy negative reflux disease. Cochrane Database Syst Rev 2013;5:CD DOI: / CD pub5. 2. Ford AC, Moayyedi P. Dyspepsia. BMJ 2013;347:f5059. DOI: /bmj.f Chevalier P. Geneesmiddeleninformatie : de interne rapporten versus de publicatie van de studies. Minerva 2013; Rédaction. Douleurs postzostériennes: prévention. La Revue Prescrire 2013, février 5. Chevalier P. Doeltreffendheid van het zonavaccin bij zestigplussers. Minerva 2013;12:56-7. Comment on: Gagliardi AM, Gomes Silva BN, Torloni MR, Soares BG. Vaccines for preventing herpes zoster in older adults. Cochrane Database Syst Rev 2012, Issue Bjorkman DJ. Helicobacter pylori Infection Recurrence Varies by a Country's Socioeconomic Status. NEJM Journal Watch 2013, May 3. Comment on: Yan T-L et al. National rates of Helicobacter pylori recurrence are significantly and inversely correlated with human development 7

8 index. Aliment Pharmacol Ther 2013 May; 37:963. ( DOI: /apt Yuan Y, Ford AC, Khan KJ, et al. Optimum duration of regimens for Helicobacter pylori eradication (Review). The Cochrane Collaboration 2013:Art. No.: CD DOI: / CD pub2. 8. Gatta L, Vakil N, Vaira D, et al. Global eradication rates for Helicobacter pylori infection: systematic review and meta-analysis of sequential therapy. BMJ 2013;347:f4587. DOI: /bmj.f Bjorkman DJ. Comparing Nonbismuth Quadruple Regimens for Helicobacter Pylori Eradication NEJM Journal Watch 2013, July 30. Comment on: Molina-Infante J et al. Optimized nonbismuth quadruple therapies cure most patients with Helicobacter pylori infection in populations with high rates of antibiotic resistance. Gastroenterology 2013 Jul; 145:121. ( DOI: /j.gastro Bjorkman DJ. Bismuth-Based Therapies for Helicobacter pylori After Initial Failure NEJM Journal Watch 2013, July 8. Comment on: Liang X et al. Efficacy of bismuth-based quadruple therapies for clarithromycin-, metronidazole-, and fluoroquinolone-resistant Helicobacter pylori infections in a prospective study. Clin Gastroenterol Hepatol 2013 Jul; 11:802. ( DOI: /j.cgh Madanick RD. Proton pump inhibitors do not induce change in bone mineral density in a longterm observational study. Evid Based Med 2013;18:192-3, Oct. Comment on: Targownik LE, Leslie WD, Davison KS, et al. the CaMos Research Group. The relationship between proton pump inhibitor use and longitudinal change in bone mineral density: a population-based from the Canadian Multicentre Osteoporosis Study (CaMos). Am J Gastroenterol 2012;107: , DOI: /eb Migraine Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Behandeling van de acute migraineaanval In de Transparantiefiche is diclofenac één van de NSAID s waarvan de werkzaamheid het best onderbouwd is (samen met ibuprofen) en één van de twee NSAID s die in België geregistreerd zijn voor de aanpak van migraine (samen met naproxen). In een Cochrane Review werden de werkzaamheid en veiligheid van oraal diclofenac in een dosis van 50 mg, alleen of in associatie met een anti-emeticum, onderzocht bij de migraineaanval bij volwassenen 1, a. De resultaten tonen dat diclofenac doeltreffender is dan placebo voor het verlichten van de migraineaanval. Twee uur na inname van het geneesmiddel is bij één patiënt op vijf de pijn volledig verdwenen, en bij iets meer dan de helft van de patiënten is er een vermindering van de pijnintensiteit (22% en 55% ; met placebo respectievelijk 11 % en 39 %). In de geïncludeerde studies waren de ongewenste effecten in de meeste gevallen licht en voorbijgaand, en traden ze even frequent op als met placebo. a. Systematische review met meta-analyse van RCT s. Vijf studies werden geïncludeerd (1.356 deelnemers). Er waren geen studies over de associatie diclofenac + anti-emeticum. Primaire eindpunten waren «pijnvrij 2 uur na inname» en «pijnverlichting 2 uur na inname». Slechts voor 2 studies konden gegevens voor deze criteria gepoold worden. Twee uur na inname van het geneesmiddel was bij 22 % van de patiënten (versus 11 % met placebo) de pijn volledig verdwenen (NNT = 8,9 ; 95 %-BI 6,7 tot 13) en bij 55 % van de patiënten (versus 39 % met placebo) was er een verminderde pijnintensiteit (NNT= 6,2 ; 95 %-BI 4,7 tot 9,1). De secundaire 8

9 eindpunten waren «aanhoudend pijnvrij gedurende 24 uur», «aangehouden pijnverlichting gedurende 24 uur» en «ongewenste effecten». Na 24 uur was met diclofenac 19 % van de patiënten aanhoudend pijnvrij versus 0,8 % met placebo (3 studies, NNT= 9,5 ; 95 %-BI 7,2 tot 14). Het risico om minstens één ongewenst effect te vertonen was niet verschillend tussen de twee groepen (RR= 1,1 (95%-BI 0,86 tot 1,6)) en er traden geen ernstige ongewenste effecten op. In de Transparantiefiche zijn er weinig gegevens over de werkzaamheid van naproxen. In een Cochrane Review werd de werkzaamheid van oraal naproxen in een dosis van 500 mg of 825 mg, alleen of in associatie met een anti-emeticum, onderzocht bij de migraineaanval bij volwassenen 2, a. Twee uur na de behandeling was bij 17 % van de patiënten de pijn volledig verdwenen, en bij 45 % van de patiënten was er een vermindering van de pijnintensiteit (met placebo 8 % resp. 29 %). De ongewenste effecten traden iets frequenter op met naproxen dan met placebo. a. Systematische review met meta-analyse van 4 RCT s (2.149 deelnemers). De associatie naproxen + antiemeticum werd niet onderzocht. De primaire eindpunten waren «pijnvrij» en «pijnverlichting» 2 uur na inname. Bij 17 % van de patiënten (versus 8 % met placebo) was de pijn volledig verdwenen (NNT = 11 ; 95 %-BI 8,7 tot 17) en bij 45 % van de patiënten (versus 29 % met placebo) was er een vermindering van de pijnintensiteit twee uur na inname van het geneesmiddel (NNT = 6,0 ; 95 %-BI 4,8 tot 7,9). De secundaire eindpunten waren «aanhoudend pijnvrij gedurende 24 uur», «aanhoudende pijnverlichting gedurende 24 uur» en «ongewenste effecten». Na 24 uur was er met naproxen bij 12 % van de patiënten (versus 7 % met placebo) een aanhoudend pijnvrij effect (NNT = 19 ; 95 %-BI 13 tot 34) en bij 30 % van de patiënten (versus 18 % met placebo) was er een aanhoudend effect van pijnverlichting (NNT = 8,3 ; 95 %- BI 6,4 tot 12). Het risico om minstens één ongewenst effect te vertonen, was hoger met naproxen (15 % versus 12 % met placebo) ; NNH= 28 ; 95 %-BI 15 tot 130). Er waren onvoldoende gegevens om de ernstige ongewenste effecten te onderzoeken. De associaties van een NSAID met een anti-emeticum of met andere behandelingen werden niet specifiek onderzocht, hoewel men een synergisch en/of additief effect zou kunnen verwachten, zoals aangetoond werd met anti-emetica voor acetylsalicylzuur 3. Een Cochrane Review onderzocht de associatie van sumatriptan met naproxen ten opzichte van placebo of van monotherapie met één van beide middelen bij de behandeling van een migraineaanval 4, a. De associatie was statistisch significant beter dan placebo en dan elke behandeling afzonderlijk, hoewel er geen belangrijke meerwaarde was van de associatie ten opzichte van sumatriptan alleen. Een grotere verlichting van de symptomen werd gerapporteerd wanneer de geneesmiddelen snel na het begin van de migraineaanval toegediend werden. De ongewenste effecten waren minder frequent met naproxen en placebo dan met sumatriptan en de associatie. a. Systematische review met meta-analyse van RCT s. Twaalf studies werden geïncludeerd (3.663 deelnemers kregen combinatietherapie, kregen placebo, 964 kregen sumatriptan alleen en 982 kregen naproxen alleen). De primaire eindpunten waren «pijnvrij» en «pijnverlichting» 2 uur na inname. Vergeleken met placebo was met de associatie de pijn volledig verdwenen bij 28 % van de patiënten die bij de aanvang een matige tot ernstige aanval hadden doorgemaakt (4 studies, NNT= 4,9 ; 95 %-BI 4,3 tot 5,7) en bij 50 % van de patiënten die bij de aanvang een lichte aanval hadden doorgemaakt (8 studies, NNT= 3,1 ; 95 %-BI 2,9 tot 3,5). Voor placebo bedroegen deze criteria respectievelijk 7,7 % en 18 %. Twee uur na inname van de associatie was er een vermindering van de pijnintensiteit bij 58 % van de patiënten versus bij 27 % met placebo (4 studies, NNT= 3,2 ; 95 %-BI 2,9 tot 3,6). Met sumatriptan alleen was bij 23 % van de patiënten de pijn volledig verdwenen versus bij 32 % van de patiënten die de associatie kregen (3 studies, NNT= 10 ; 95 %-BI 7,4 tot 18, matige tot ernstige pijn bij de aanvang). Met naproxen alleen was bij 16 % van de patiënten de pijn volledig verdwenen versus bij 32 % van de patiënten die de associatie kregen (3 studies, NNT= 6,1 ; 95 %-BI 5,0 tot 7,9, matige tot ernstige pijn bij de aanvang). Ongewenste effecten maakten deel uit van de secundaire eindpunten. Vergeleken met placebo was het risico dat minstens één ongewenst effect optrad hoger met de 9

10 associatie (RR= 2,0 ; 95 %-BI 1,6 tot 2,4 ; NNH= 9,7 ; 95 %-BI 7,7 tot 13, voor pijn die bij de aanvang matig tot ernstig was). Vergeleken met naproxen alleen, was het risico van ongewenste effecten ook hoger met de associatie (RR= 1,8 ; 95 %-BI 1,5 tot 2,1 ; NNH= 8,9 ; 95 %-BI 6,8 tot 13). Vergeleken met sumatriptan was het risico van ongewenste effecten daarentegen niet verschillend van dat met de associatie (RR= 1,0 ; 95 %-BI 0,9-1,2). In de Transparantiefiche vormt paracetamol, samen met acetylsalicylzuur, de eerste stap in de aanpak van een migraineaanval. Een update van de Cochrane Review over paracetamol bij de behandeling van een migraineaanval vond slechts één bijkomende studie en wijzigt de vroegere conclusies niet 5. Paracetamol in een dosis van 1 gram is werkzamer dan placebo bij de behandeling van een migraineaanval. Op basis van indirecte vergelijkingen stellen de auteurs dat paracetamol iets minder doeltreffend is dan sommige NSAID s en acetylsalicylzuur. Gezien paracetamol goed verdragen wordt, kan dit geneesmiddel toch nuttig zijn bij de behandeling van een migraineaanval wanneer NSAID s of acetylsalicylzuur gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden. Een update van de Cochrane Review over de werkzaamheid van ibuprofen bij de behandeling van een migraineaanval werd gepubliceerd 6. Er werden geen nieuwe studies geïncludeerd. De conclusies zijn ongewijzigd : ibuprofen is werkzaam bij de behandeling van een migraineaanval en geeft bij meer dan de helft van de patiënten symptoomverlichting twee uur na de aanval, maar de pijn is slechts bij een minderheid volledig verdwenen (20% met 200mg en 27% met 400mg). Een update van de Cochrane Review over de werkzaamheid van acetylsalicylzuur in een dosis van mg bij de migraineaanval werd gepubliceerd 7. Er werden geen nieuwe studies geïncludeerd. De conclusie is ongewijzigd : acetylsalicylzuur in een dosis van 1.000mg is werkzaam bij de behandeling van een migraineaanval. Op 28 juni 2013 heeft het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) nieuwe beperkingen gepubliceerd bij het gebruik van geneesmiddelen die ergotderivaten bevatten 8. Ze vermelden een verhoogd risico van fibrose en ergotisme bij gebruik van deze derivaten. Ze raden aan om deze moleculen niet meer te gebruiken voor de preventie van een migraineaanval omwille van een ongunstige risico-batenverhouding in deze indicatie. Drie specialiteiten op basis van dihydroergotamine werden uit de markt genomen in de loop van het jaar ,10. De eerste twee specialiteiten zijn orale vormen (Dihydergot en Dystonal ) en de 3de specialiteit is een inspuitbare vorm (Dihydergot ampullen i.m. s.c.). Enkel dihydroergotamine nasaal blijft op de Belgische markt beschikbaar (Diergo ). Het is ook de enige specialiteit die onderzocht werd in klinische studies bij de behandeling van een migraineaanval met een iets beter effect dan placebo maar ook meer ongewenste effecten. Er blijft nog één specialiteit op basis van ergotamine beschikbaar, maar in vaste associatie met coffeïne (Cafergot ). Niet-medicamenteuze profylaxe De werkzaamheid van supraorbitale transcutane neurostimulatie bij de preventie van migraine werd onderzocht in een kleine gecontroleerde en gerandomiseerde klinische studie in 5 Belgische hoofdpijnklinieken 11,a. Er was geen significant verschil tussen de groep behandeld met echte stimulatie ten opzichte van de groep behandeld met placebo stimulatie wat betreft het eerste primaire eindpunt (verschil in het gemiddeld aantal dagen met migraine). Voor het tweede primaire eindpunt (aantal responders) was er wel een significant verschil in het voordeel van de echte stimulatie. De methodologische beperkingen van deze studie laten geen definitieve conclusie toe. 10

11 a. Dubbelblinde RCT bij 67 patiënten gerekruteerd uit 5 Belgische hoofdpijnklinieken. Een kritische analyse van deze studie verscheen in Minerva 12. De primaire eindpunten waren enerzijds het verschil in gemiddeld aantal dagen met migraine en anderzijds het aantal responders (meer dan 50 % reductie van de aanvalsfrequentie tussen de aanvang en het einde van de studie (3 maanden)). Er was geen significant verschil tussen de groep behandeld met echte stimulatie (ES) en de groep behandeld met placebo stimulatie (VS) wat betreft het eerste primaire eindpunt (verschil van 1,74 dagen voor het gemiddeld aantal dagen met migraine (p=0,054) tussen de twee groepen). Voor het tweede primaire eindpunt was er wel een significant verschil in het voordeel van echte stimulatie (aantal responders : 38,2 % in de ES-groep en 12,1 % in de VSgroep, p=0,023) 11. Medicamenteuze profylaxe In de Transparantiefiche is topiramaat, naast de β-blokkers, één van de andere beschikbare opties in de preventie van een migraineaanval. Een Cochrane Review onderzocht de werkzaamheid van topiramaat bij de preventie van een migraineaanval bij volwassenen 13, a. Topiramaat, in een dosis van 100 mg/dag, vermindert de frequentie van migraineaanvallen maar lijkt niet doeltreffender dan andere behandelingen ter preventie van migraine (amitriptyline, flunarizine, propranolol). De dosis van 200 mg lijkt niet doeltreffender en verhoogt het risico van ongewenste effecten. In twee studies (120 deelnemers) lijkt topiramaat een statistisch significante maar geringe meerwaarde te hebben ten opzichte van valproïnezuur (migraineprofylaxe wordt niet vermeld in de SKP van de specialiteiten op basis van valproïnezuur in België). De ongewenste effecten zijn over het algemeen mild en goedaardig. Paresthesieën zijn de meest frequente ongewenste effecten. a. Systematische review van 17 RCT s met meta-analyse. De eindpunten waren «aanvalsfrequentie van migraine», «aantal responders» (> 50 % reductie van de aanvalsfrequentie), «levenskwaliteit» en «ongewenste effecten». Ten opzichte van placebo waren er met topiramaat gemiddeld 1,2 aanvallen minder per 28 dagen (gewogen gemiddeld verschil : -1,2 ; 95 %-BI -1,59 tot -0,80, analyse van 9 RCT s met patiënten). Met topiramaat waren er tweemaal meer responders dan met placebo (RR = 2,02 ; 95 %-BI 1,57 tot 2,60 ; NNT = 4 ; 95 %-BI 3 tot 6, analyse van 9 RCT s met patiënten). De analyse voor de verschillende doses afzonderlijk (50, 100 en 200 mg) toonde dat er enkel met de doses van 100 en 200 mg een statistisch significante vermindering was van de aanvalsfrequentie, met een vergelijkbaar gewogen gemiddeld verschil (-1,15 met 95%-BI -1,58 tot 0,71 voor de dosis van 100 mg (6 studies, patiënten) en -0,94 ; 95 %-BI -1,53 tot -0,36 voor de dosis van 200 mg (5 studies, 804 patiënten)). Volgens een meta-analyse van 3 direct vergelijkende studies was er geen verschil in werkzaamheid tussen de doses van 100 en 200 mg. Er was ook geen verschil in het aantal responders met amitriptyline (OR= 0,68 ; 95 %-BI 0,44 tot 1,05, 1 studie, 330 patiënten), flunarizine (OR= 0,83 ; 95 %-BI 0,34 tot 2,03, 1 studie, 83 patiënten), propranolol (OR= -1,32 ; 95 %-BI 0,82 tot 2,13, 2 studies, 342 patiënten), relaxatie (OR = 0,88 ; 95 %-BI 0,27 tot 2,81, 1 studie, 61 patiënten). Er was een gering voordeel van topiramaat ten opzichte van valproaat voor de aanvalsfrequentie (gemiddeld verschil -0,90 ; 95 %-BI 1,58 tot -0,22; 2 studies, 120 patiënten) en een beter effect van relaxatie ten opzichte van topiramaat op de levenskwaliteit met betrekking tot migraine (gemiddeld verschil -1,50 ; 95 %-BI -2,45 tot 0,55). Ongewenste effecten werden in minstens 3 studies gerapporteerd en waren eerder licht en goedaardig (anorexie, vermoeidheid, geheugenstoornissen, nausea, paresthesieën, smaakstoornissen en gewichtsverlies). Ten opzichte van placebo traden alle ongewenste effecten frequenter op met de dosis van 100 mg (behalve nausea) met NNH s tussen 3 (paresthesieën) en 25 (vermoeidheid en geheugenstoornissen). Met de dosis van 200 mg waren de risicoverschillen nog groter : NNH s tussen 2 (paresthesieën) en 17 (nausea). Een Cochrane Review onderzocht de werkzaamheid van gabapentine en de prodrug gabapentine enacarbil ten opzichte van placebo bij de preventie van een migraineaanval bij 11

12 volwassenen 14, a. Deze anti-epileptica lijken niet werkzamer dan placebo, en hun ongewenste effecten zijn frequent (vooral vertigo en slaperigheid). Migraineprofylaxis wordt niet vermeld in de SKP van de specialiteiten op basis van gabapentine in België. a. Systematische review van zes RCT s (vijf met pregabaline en één met de prodrug gabapentine enacarbil), met meta-analyse. De eindpunten waren «aanvalsfrequentie», «aantal responders» (> 50 % reductie van de aanvalsfrequentie), «levenskwaliteit» en «ongewenste effecten». Er was geen significant effect op de reductie van de aanvalsfrequentie met gabapentine (4 studies, 351 patiënten, mg/d). Voor het criterium «aantal responders» toont de gecombineerde analyse van twee studies geen significant effect van gabapentine (235 patiënten, tot mg/d). De studie (523 patiënten) waarbij de prodrug gabapentine enacarbil vergeleken werd met de getitreerde dosis tussen en mg, toonde evenmin een verschil ten opzichte van placebo wat betreft het aantal responders. Er was meer slaperigheid (risicoverschil van 0,11 ; 95 %-BI 0,03 tot 0,18 ; analyse bij 293 patiënten) en vertigo (risicoverschil van 0,15 ; 95 %-BI 0,08 tot 0,22 ; analyse bij 382 patiënten) met gabapentine ten opzichte van placebo. De FDA publiceerde een bericht over de veiligheid van natriumvalproaat en zijn derivaten (valproïnezuur en natrium divalproex) 15. Natriumvalproaat en zijn derivaten worden gecontraindiceerd voor de migraineprofylaxe bij de zwangere vrouw. Een recente studie toonde een IQvermindering bij kinderen waarvan de moeder deze geneesmiddelen innam tijdens de zwangerschap, in vergelijking met kinderen waarvan de moeder andere anti-epileptica innam (NEAD Study). Valproaat voor migraine bij zwangere vrouwen verandert naar categorie «X» (de risico-batenverhouding bij de zwangere vrouw is duidelijk ongunstig). Profylaxe bij kinderen en de adolescenten In een studie was de combinatie van amitriptyline en cognitieve gedragstherapie doeltreffender dan de combinatie van amitriptyline en gewone educatiesessies over migraine : het aantal dagen met hoofdpijn was significant verminderd a, 16. a. 135 jongeren tussen 10 en 17 jaar werden in deze studie geïncludeerd. Na 20 weken was in de groep die cognitieve gedragstherapie kreeg, het aantal dagen met hoofdpijn verminderd met 11,5 dagen, en in de groep die migraine-educatie kreeg met 6,8 dagen. Het verschil van 4,7 dagen is significant (95%-BI 1,7 tot 7,7 ;p=0,002) 16. Referenties : 1. Derry S, Rabbie R, Moore RA. Diclofenac with or without an antiemetic for acute migraine headaches in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;4:CD DOI: / CD pub3. 2. Law S, Derry S, Moore RA. Naproxen with or without an antiemetic for acute migraine headaches in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;10:CD DOI: / CD pub2. 3. Chessman AW. ACP Journal Club. Review: Approved and some off-label preventive drugs reduce migraine frequency in episodic migraine. Ann Intern Med 2013;159:Jc11. DOI: / Law S, Derry S, Moore RA. Sumatriptan plus naproxen for acute migraine attacks in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;10:CD DOI: / CD pub2. 5. Derry S, Moore RA. Paracetamol (acetaminophen) with or without an antiemetic for acute migraine headaches in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;4:CD DOI: / CD pub3. 12

13 6. Rabbie R, Derry S, Moore RA. Ibuprofen with or without an antiemetic for acute migraine headaches in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;4:CD DOI: / CD pub3. 7. Kirthi V, Derry S, Moore RA. Aspirin with or without an antiemetic for acute migraine headaches in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;4:CD DOI: / CD pub3. 8. EMA. New restrictions on use of medicines containing ergot derivatives. European Medicines Agency 2013, June BCFI. Recente informatie december 2013: ceftarolinefosamil, decitabine, lixisenatide, dihydroergotamine oraal, ketoconazol oraal, ritodrine oraal. Folia Pharmacotherapeutica 2014;41: BCFI. Recente informatie april Folia Pharmacotherapeutica 2013;40: Schoenen J, Vandersmissen B, Jeangette S, et al. Migraine prevention with a supraorbital transcutaneous stimulator: a randomized controlled trial. Neurology 2013;80: , Feb 19. DOI: /WNL.0b013e Henrard G. Perifere neurostimulatie voor de preventie van migraine? Minerva 2014;13:10-1. Comment on: Schoenen J, Vandersmissen B, Jeangette S, et al. Migraine prevention with a supraorbital transcutaneous stimulator: a randomized controlled trial. Neurology 2013;80; Linde M, Mulleners WM, Chronicle EP, et al. Topiramate for the prophylaxis of episodic migraine in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;6:CD DOI: / cd Linde M, Mulleners WM, Chronicle EP, et al. Gabapentin or pregabalin for the prophylaxis of episodic migraine in adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;6:CD DOI: / cd FDA. Valproate Anti-seizure Products Contraindicated for Migraine Prevention in Pregnant Women due to Decreased IQ Scores in Exposed Children. FDA Drug Safety Communication 2013, Joffe A. Cognitive Behavioral Therapy Plus Amitriptyline for Pediatric Chronic Migraine. Journal Watch 2014, January 14. Comment on: Powers SW, Kashikar-Zuck SM, Allen JR, et al. Cognitive behavioral therapy plus amitriptyline for chronic migraine in children and adolescents: a randomized clinical trial. JAMA 2013;310: DOI: /jama ; Connelly M. Cognitive Behavioral Therapy for Treatment of Pediatric Chronic Migraine. JAMA. 2013;310(24): doi: /jama Obesitas Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Nieuwe evidentie over epidemiologie De vraag of de BMI een onafhankelijke risicofactor is van cardiovasculair lijden, dan wel of metabole afwijkingen (middelomtrek, verhoogde triglyceriden, lage HDL, hypertensie, diabetes, verhoogde nuchtere glucosewaarde) hierbij een rol spelen als mediërende factor, werd onderzocht in een meta-analyse van observationele studies. Uit de resultaten bleek dat personen met obesitas zonder metabole afwijkingen een verhoogd risico van cardiovasculair lijden en mortaliteit hadden (RR=1,24, 95%-BI 1,02 tot 1,55). Anderzijds was het risico van cardiovasculair lijden en mortaliteit niet verhoogd bij personen met overgewicht (BMI 25-30) maar zonder metabole afwijkingen 1, 2. Een beperking van de meta-analyse is dat de meeste geïncludeerde studies geen informatie gaven over leefstijl en gewichtsevolutie, zich beperkten tot de eindpunten mortaliteit en cardiovasculaire events, en geen ouderen onderzochten 3. 13

14 Nieuwe evidentie over niet-medicamenteuze therapie Dieet en leefstijlinterventies In een gerandomiseerde studie bij 144 volwassenen met overgewicht of obesitas bereikten in tegenstelling tot de verwachting meer deelnemers een klinisch relevant gewichtsverlies van minstens 10% na één jaar Weight Watchers (37%) dan na de combinatie Weight Watchers en een gedragsinterventie, bestaande uit groepsbijeenkomsten, een caloriearm dieet en fysieke activiteit (15%). Een mogelijke verklaring is dat het aanbieden van twee programma s verwarring kan veroorzaken 4. In studies worden psychiatrische patiënten meestal uitgesloten. Een gerandomiseerde studie onderzocht een gedragsinterventie die specifiek voor deze populatie (ambulante patiënten met o.a. schizofrenie, bipolaire stoornis en depressie) ontworpen werd. Na 18 maanden werd een extra gewichtsverlies van ca. 3 kg bekomen met de interventie in vergelijking met een controlegroep die gezondheidsvoorlichting kreeg over andere thema s dan voeding 5. Preventie In een gerandomiseerde studie bij kinderen tussen 5 en 12 jaar met een normaal gewicht, leidt het vervangen van suikerhoudende dranken door niet-calorierijke en suikervrije dranken op school na 18 maanden tot statistisch significant minder gewichtstoename (6,35 kg vs. 7,37 kg in de controlegroep) 6. In de update van 2012 werd reeds vermeld dat een preventieve leefstijlinterventie effect heeft op de leefstijl van jonge kinderen, maar een effect op de BMI kon nog niet aangetoond worden. Dit wordt bevestigd in nieuw gerandomiseerd onderzoek: interventies in de vroege kindertijd die gericht zijn op de ouders lijken de leefstijl op korte termijn te beïnvloeden zonder bewezen effect op BMI. Studies met een opvolging op langere termijn zijn nodig a, 7. a. In een RCT werden 241 kinderen wiens ouders dieetadvies kregen in de eerste 15 levensmaanden vergeleken met 239 kinderen die gewone zorg kregen. Kinderen in de interventiegroep snoepten minder en keken minder tv aan het einde van de interventie dan kinderen in de controlegroep. Er werden geen verschillen gevonden in BMI op de leeftijd van 20 maanden. Een andere RCT gericht op de moeders van jonge kinderen deed gelijkaardige vaststellingen 7. Nieuwe evidentie over medicamenteuze therapie Volgens een systematische review leveren alle geneesmiddelen die onderzocht zijn voor de behandeling van obesitas (steeds in combinatie met aanpassingen in leefstijl) na één jaar significant meer gewichtsverlies op dan placebo a. Het extra gewichtsverlies in vergelijking met placebo varieert van ca. 3% met orlistat en lorcaserine tot 9% met een hoge dosis fenterminetopiramaat in vertraagde vrijstelling 8. Lorcaserine en fentermine-topiramaat zijn niet beschikbaar in België. De aanvraag om lorcaserine in Europa op de markt te brengen is teruggetrokken door de firma vanwege een negatieve kosten-batenverhouding 9, 10. Het aantal patiënten met klinisch relevant gewichtsverlies (minstens 5% van het oorspronkelijk lichaamsgewicht) varieert van 35% tot 73% met orlistat, van 37% tot 47% met lorcaserine, en van 67% tot 70% met de combinatie fentermine-topiramaat. Alle producten resulteren in een daling van de metabole risicofactoren; de cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit zijn niet gedaald. Langetermijnstudies naar gewichtsevolutie en veiligheid zijn nodig. 14

15 a. De systematische review includeerde 15 placebogecontroleerde studies (n=9.561) met orlistat die het gewichtsverlies na één jaar rapporteerden. Het gemiddeld gewichtsverlies bedroeg 3,4 kg (3,1%) met orlistat 120 mg versus placebo en 2,5 kg met orlistat 60 mg. Een gewichtsverlies van minstens 5% werd bereikt door 35 à 73% van de patiënten die orlistat namen (versus 21 à 45% met placebo); een gewichtsverlies van minstens 10% door 14 à 41% van de patiënten (versus 4 à 21% met placebo). Een meta-analyse van drie studies (n=6.638) met lorcaserine rapporteerde het gewichtsverlies na één jaar, dat gemiddeld 3,2 kg (3,2%) hoger lag met lorcaserine (2x10 mg/d) dan met placebo. Een gewichtsverlies van minstens 5% werd bereikt door 37 à 47% van de patiënten die lorcaserine namen (vs. 16 à 25% met placebo); een gewichtsverlies van minstens 10% door 16 à 23% van de patiënten (vs. 4 à 10% met placebo). Voor de combinatie fentermine-topiramaat was er informatie over het gewichtsverlies na één jaar in 2 studies (n=3.754). In de eerste studie werd met de hoogste dosis (15/92 mg) gemiddeld 10,9% gewichtsverlies bereikt versus 1,6% met placebo. Een gewichtsverlies van minstens 5% werd bereikt door 67% (vs 17% met placebo); een gewichtsverlies van minstens 10% door 47% (vs. 7% met placebo). In de tweede studie bedroeg het gemiddeld gewichtsverlies 8,1 kg (7,8%) met de aanbevolen dosis (7,5/46 mg) en 10,2 kg (9,8%) met de hoogste dosis versus 1,4 kg (1,2%) met placebo. Een gewichtsverlies van minstens 5% werd bereikt door 62% met de aanbevolen dosis en 70% met de hoge dosis (vs. 21% met placebo); een gewichtsverlies van minstens 10% door respectievelijk 37% en 48% (vs. 7% met placebo). Chromiumpicolinaat is niet geregistreerd als geneesmiddel maar wordt wel verkocht in Europa als vermageringsmiddel. Een Cochrane Review vond een extra gewichtsdaling van 1,1 kg (95% BI 0,4 tot 1,7) in vergelijking met placebo (6 RCT s, n=392, duur 12 tot 16 weken). De klinische relevantie van het effect is twijfelachtig en de studies waren van lage kwaliteit 11. Nieuwe evidentie over bariatrische chirurgie In de Journal of the American Medical Association werden de resultaten van een prospectieve cohortstudie gepubliceerd. De studie volgde volwassenen met obesitas (BMI mediaan 45,9) op tot drie jaar na een bariatrische ingreep en stelde een aanzienlijk gewichtsverlies vast: na een Roux en Y bypass (n=1.691) was er sprake van mediaan 31,5% gewichtsverlies (95%- BI 24,6 tot 38,4), na een maagband (n=588) bedroeg dit mediaan 15,9% (95%- BI 7,9% tot 23,0%) 12. Deze winst moet wel bekeken worden in de totale context van ongewenste effecten en de noodzaak van nieuwe chirurgische ingrepen 13. Het aantal overlijdens bedroeg 0,9% na een Roux en Y bypass en 0,8% na een maagband; resp. 0,3% en 17,5% van de patiënten moesten opnieuw een bariatrische ingreep ondergaan 12. Informatie over de incidentie van andere ongewenste effecten zoals nutritionele deficiëntie, internal hernia en marginal ulcers was niet aanwezig 13. Een systematische review van gerandomiseerde studies vond meer gewichtsverlies en remissie van diabetes na bariatrische chirurgie (in monotherapie of in combinatie met een andere behandeling) dan na een niet-chirurgische behandeling (dieet, fysieke inspanning, leefstijlinterventie, medicatie) voor obesitas a, 14. Er waren geen overlijdens na chirurgie maar 8% van de personen moest een nieuwe ingreep ondergaan. De maximale opvolgingsduur in de studies bedroeg twee jaar, wat kort is om de gevolgen van chirurgie op termijn in te schatten 15. a. De meta-analyse includeerde 11 RCT s (n=796) bij patiënten met obesitas (gem. BMI variërend van 30 tot 52) met een opvolgingsduur van ten minste 6 maanden (vijf enkel bij patiënten met type 2- diabetes). In vier studies kregen de personen die bariatrische chirurgie ondergingen dezelfde niet-chirurgische behandeling als de personen zonder chirurgie. Personen met bariatrische chirurgie verloren meer gewicht dan personen die een andere behandeling kregen (gemiddeld verschil -25,9 kg; 95%- BI -30,9 tot -21,0). Het aantal personen 15

16 met remissie van type 2- diabetes lag ook hoger in de eerste groep (RR=22,1; 95%- BI 3,2 tot 154,3). Er traden geen overlijdens of cardiovasculaire events op na chirurgie. Het meest voorkomend ongewenst effect na chirurgie was ijzerdeficiëntie met anemie (15% van de personen die een andere bariatrische ingreep dan een maagband kregen) en nieuwe chirurgie (8%). Nieuwe evidentie over ongewenste effecten Er was onrust ontstaan over een mogelijk verband tussen orlistat en ernstig leverlijden, maar in een vorige update van de Transparantiefiche werd reeds gemeld dat een review van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) geen oorzakelijk verband kon aantonen. Dit werd bevestigd in een nieuwe case series studie in de U.K. bij ongeveer gebruikers van orlistat 16, 17. De incidentie van acuut leverlijden in de eerste 90 dagen gebruik lag niet hoger dan in de 90 dagen voorafgaand aan het gebruik (rate ratio van 1,02; 95%- BI 0,67 tot 1,56). Orlistat ging volgens een grote cohortstudie in de U.K. (n= ) op korte termijn niet gepaard met een verhoogd risico van colorectale kanker zoals gesuggereerd is in eerder onderzoek 18. Het retrospectieve design en de opvolgingsduur van slechts drie jaar maken dat dergelijk risico op basis van deze gegevens niet volledig kan uitgesloten worden 19. Referenties 1. Kramer CK, Zinman B, Retnakaran R. Are metabolically healthy overweight and obesity benign conditions?: A systematic review and meta-analysis. Ann Intern Med 2013;159: DOI: / Moloo J. Is Metabolically Healthy Overweight or Obesity a Myth? NEJM Journal Watch 2014, January 9. Comment on: Kramer CK et al. Are metabolically healthy overweight and obesity benign conditions? A systematic review and meta-analysis of the effect of body mass index and metabolic status phenotypes on all-cause mortality and cardiovascular events. Ann Intern Med2013 Dec 3; 159:758. ( 3. Hill JO, Wyatt HR. The myth of healthy obesity. Ann Intern Med 2013;159: DOI: / Kahan S, Osborn R. ACP Journal Club. Weight loss was greater with Weight Watchers than with a behavioral program plus Weight Watchers. Ann Intern Med 2013;159:Jc5. DOI: / Daumit GL, Dickerson FB, Wang NY, et al. A behavioral weight-loss intervention in persons with serious mental illness. N Engl J Med 2013;368: DOI: /NEJMoa Johnson RK. Children gain less weight and accumulate less fat when sugar-free, non-caloric beverages are substituted for sugar-sweetened beverages. Evid Based Med 2013;18:185-6, Oct. Comment on: de Ruyter JC, Olthof MR, Seidell JC, et al. A trial of sugar-free or sugar-sweetened beverages and body weight in children. N Engl J Med 2012;367: , DOI: /eb Bell LM. A Parent-Focused Intervention to Reduce Childhood Obesity NEJM Journal Watch 2013, April 3. Comment on: Campbell KJ et al. A parent-focused intervention to reduce infant obesity risk behaviors: A randomized trial. Pediatrics 2013 Apr; 131:652. ( DOI: /peds Yanovski SZ, Yanovski JA. Long-term drug treatment for obesity: a systematic and clinical review. JAMA 2014;311: DOI: /jama EMA. Withdrawal of the marketing authorisation application for Belviq (lorcaserin). European Medicines Agency 2013, 30 May. 10. Prescrire R. Lorcasérine. Obésité : prise de risque inacceptable. La Revue Prescrire Tian H, Guo X, Wang X, et al. Chromium picolinate supplementation for overweight or obese adults. Cochrane Database Syst Rev 2013;11:CD010063, Nov 29. DOI: / CD pub Courcoulas AP, Christian NJ, Belle SH, et al. Weight change and health outcomes at 3 years after bariatric surgery among individuals with severe obesity. JAMA 2013;310: DOI: /jama

17 13. Ikramuddin S, Livingston EH. New insights on bariatric surgery outcomes. JAMA 2013;310: DOI: /jama Gloy VL, Briel M, Bhatt DL, et al. Bariatric surgery versus non-surgical treatment for obesity: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. BMJ 2013;347:f5934. DOI: /bmj.f Mueller PS. Bariatric Surgery Is Superior to Medical Management for Weight Loss. NEJM Journal Watch 2013, November 21. Comment on: Gloy VL et al. Bariatric surgery versus non-surgical treatment for obesity: A systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. BMJ 2013 Oct 22; 347:f5934. ( DOI: /bmj.f Douglas IJ, Langham J, Bhaskaran K, et al. Orlistat and the risk of acute liver injury: self controlled case series study in UK Clinical Practice Research Datalink. BMJ 2013;346:f1936. DOI: /bmj.f Wilding J. Orlistat: should we worry about liver inflammation? BMJ 2013;346:f2777. DOI: /bmj.f Hong JL, Meier CR, Sandler RS, et al. Risk of colorectal cancer after initiation of orlistat: matched cohort study. BMJ 2013;347:f5039. DOI: /bmj.f Mueller PS. Orlistat Is Not Associated with Excess Colorectal Cancer Risk in the Short Term NEJM Journal Watch 2013, September 26. Comment on: Hong JL, Meier CR, Sandler RS, et al. Risk of colorectal cancer after initiation of orlistat: matched cohort study. BMJ (Clinical research ed) 2013;347:f5039, DOI: /bmj.f5039. Osteoporose Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Medicamenteuze behandeling Een meta-analyse in de Lancet over het effect van vitamine D supplementen bij gezonde volwassenen (overwegend vrouwen) van middelbare leeftijd, kon enkel een beperkte toename van de BMD in de femurhals aantonen (winst van 0,8%, 95% BI 0,2 tot 1,4). De gevonden winst was niet gerelateerd aan het al dan niet combineren van vitamine D met calcium, aan de duur van de behandeling of de leeftijd 1, 2. De studie werd niet uitgevoerd in een risicopopulatie en er waren geen gegevens over fracturen. Conclusies trekken over het nut van vitamine D supplementen bij personen met een hoog fractuurrisico is op basis van dit onderzoek niet mogelijk. In de Transparantiefiche werd vermeld dat de combinatie calcium + vitamine D een licht beschermend effect heeft op fracturen bij patiënten met osteoporose. Een opvolgingsonderzoek van de Women s Health Initiative studie onderzocht het effect van de combinatie calcium + vitamine D bij postmenopauzale vrouwen tot vijf jaar na het stopzetten van de behandeling. De resultaten waren teleurstellend a, 3, 4. De boodschap van de Transparantiefiche verandert hierdoor niet: dagelijkse inname van calcium (1 à 1,2 g p.d.) in associatie met vitamine D (800 I.E. p.d.) blijft aanbevolen bij personen met een hoog risico van tekort en bij patiënten die medicamenteus behandeld worden voor osteoporose. Osteoporosemedicatie moet steeds gecombineerd worden met calcium en vitamine D. a. Een post-interventiestudie bij vrouwen die deelgenomen hadden aan de zeven jaar durende Women s Health Initiative RCT, onderzocht het effect van de combinatie calcium (1g) +vitamine D (400 IU) tot vijf jaar na het stopzetten van de behandeling. Voor geen enkel 17

18 eindpunt (incidentie van heupfracturen, colorectale kanker, invasieve borstkanker, cardiovasculaire aandoeningen of totale mortaliteit) werd er winst gevonden met de combinatietherapie in vergelijking met placebo. Een post-hoc analyse over de totale studieperiode (RCT + postinterventiestudie) vond wel een lagere incidentie van vertebrale fracturen en in situ borstkanker. Een systematische review over denosumab kon enkel de reeds eerder besproken Freedom studie includeren voor het eindpunt fracturen a, 5. Vier studies rapporteerden enkel het eindpunt BMD en hieruit bleek een statistisch significant voordeel van denosumab in vergelijking met alendroninezuur. Anderzijds was er ook een verhoogd risico van urinaire infecties, ernstige infecties en eczeem met denosumab versus placebo of alendroninezuur. Omwille van potentieel ernstige ongewenste effecten blijft voorzichtigheid geboden bij het gebruik van denosumab. Uit postmarketing gegevens is gebleken dat denosumab ernstige en soms fatale hypocalcemie kan veroorzaken. Regelmatige controle van de calcemie tijdens de behandeling is aan te raden, in het bijzonder bij personen met een verhoogd risico (zoals patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min en dialysepatiënten) 6. In de SKP worden bij patiënten op denosumab calcium- en vitamine D-supplementen aanbevolen. a. Freedom studie: open-label RCT, includeerde 833 postmenopauzale vrouwen met een lage botdensiteit die reeds eerder therapie met bisfosfonaten gekregen hadden. Denosumab in een toedieningsschema van 60 mg subcutaan om de zes maanden werd vergeleken met ibandroninezuur (een oraal bisfosfonaat) in een maandelijkse dosis van 150 mg. Alle vrouwen namen dagelijks tenminste 500 mg calcium en 800 IU vitamine D. Er werden geen harde eindpunten gerapporteerd. De botdensiteit van de heup (primair eindpunt) nam na 12 maanden met 2,3% toe bij toediening van denosumab versus met 1,1% bij toediening van ibandroninezuur (verschil van 1,1%; 95%-BI 0,8 tot 1,5, p<0,001). Voor de botdensiteit van de femurhals bedroeg de toename resp. 1,7% en 0,7% (verschil van 1%, p<0,001); voor de botdensiteit van de wervelkolom resp. 4,1% en 2,0% (verschil van 2,1%, p<0,001). Er waren geen gegevens over fracturen. De incidentie van ernstige ongewenste effecten (o.a. infecties, maligniteiten, hartstoornissen) bedroeg 9,5% met denosumab versus 5,4% met ibandroninezuur (p=0,046). Een open label RCT bij post-menopauzale vrouwen die hun inname van een bisfosfonaat stopgezet hadden of slechte therapietrouw vertoonden, vond een statistisch significant grotere toename in de botdensiteit van de heup (primair eindpunt) na een jaar behandeling met denosumab (+2,3%) dan met ibandroninezuur (+1,1%) 7, 8. De klinische relevantie van het verschil kan in vraag gesteld worden en het is niet bekend wat dit betekent in termen van fractuurrisico. De studie toont alleen aan dat het overschakelen op denosumab na een behandeling met bisfosfonaten resulteert in een hogere botdensiteit, gezien alle vrouwen voordien een therapie met bisfosfonaten gekregen hadden. Deze bevinding ligt in de lijn van de verwachtingen, gezien met bisfosfonaten na verloop van tijd een plafond bereikt wordt in de botdensiteit 7. Teraparatide heeft beperkte indicaties omwille van mogelijke ernstige ongewenste effecten. Een gerandomiseerde studie vergeleek de combinatie van teraparatide met denosumab met monotherapie van teraparatide of denosumab 9. De combinatie gaf na een jaar statistisch significant meer toename in het primaire eindpunt BMD van de wervelkolom, met name 9,1% met de combinatie versus 6,2% met teriparatide en met 5,5% met denosumab. Er was ook meer winst met de combinatietherapie voor de BMD van de femurhals en de heup. Het is niet bekend wat dit betekent in termen van fractuurrisico. Ook over de werkzaamheid en de veiligheid van de combinatie op langere termijn is nog niets geweten 10,

19 De werkzaamheid en veiligheid van subcutaan romozumab, een humaan monoklonaal antilichaam dat niet geregistreerd is in België, werd vergeleken met oraal alendronaat of subcutaan teriparatide in een fase 2 placebogecontroleerde RCT bij 419 postmenopauzale vrouwen met een lage BMD 12. In de groep die romozumab kreeg, was de BMD na een jaar sterker toegenomen dan in de andere groepen. Onderzoek over het effect op het fractuurrisico en langetermijnveiligheid is nodig om de plaats van dit product bij de behandeling van osteoporose te bepalen. Ongewenste effecten In vorige updates van de Transparantiefiche werd gewezen op een mogelijk risico van cardiovasculaire aandoeningen bij gebruik van een hoge dosis calcium (1g of meer). Een prospectieve cohortstudie bij personen van middelbare leeftijd en met een opvolgingsduur van gemiddeld twaalf jaar vond een verhoogd risico van cardiovasculaire mortaliteit bij mannen maar niet bij vrouwen a, 13, 14. a. Een prospectieve cohortstudie volgende Amerikanen (leeftijd tussen 50 en 71 jaar) op gedurende gemiddeld twaalf jaar. Bij de mannen ging de inname van calciumsupplementen (1g of meer versus geen calcium) gepaard met een verhoogd risico van cardiovasculair overlijden in het algemeen (RR=1,20, 95%-BI 1,05 tot 1,36) en van cardiale mortaliteit in het bijzonder (RR=1,19, 95%-BI 1,03 tot 1,37). Bij vrouwen was er geen statistisch significant verschil in risico van cardiovasculaire mortaliteit (RR=1,06, 95%-BI 0,96 tot 1,18). Wegens aanwijzingen voor een verhoogd risico van ernstige cardiovasculaire ongewenste effecten bij gebruik van strontiumranelaat, adviseerde het Europees Geneesmiddelenbureau EMA een aantal beperkende maatregelen. Het cardiovasculair risico komt bovenop het reeds lang gekende risico van veneuze trombo-embolie en van huiderupties. Strontiumranelaat heeft slechts een zeer beperkte plaats in de behandeling van osteoporose 15. Referenties 1. Reid IR, Bolland MJ, Grey A. Effects of vitamin D supplements on bone mineral density: a systematic review and meta-analysis. Lancet 2014;383: DOI: /s (13) Rosen CJ. Vitamin D supplementation: bones of contention. Lancet 2014;383: DOI: /s (13) Cauley JA, Chlebowski RT, Wactawski-Wende J, et al. Calcium plus vitamin D supplementation and health outcomes five years after active intervention ended: the Women's Health Initiative. J Womens Health (Larchmt) 2013;22:915-29, Nov. DOI: /jwh Moore AA. Calcium and Vitamin D: Big Tablets, Little Yield? NEJM Journal Watch 2013, December 6. Comment on: Cauley JA et al. Calcium plus vitamin D supplementation and health outcomes five years after active intervention ended the Women's Health Initiative. J Womens Health (Larchmt) 2013 Nov; 22:915.( DOI: /jwh Michiels B. Denosumab tegen osteoporose. Miverva 2013;12: Comment on: Silva- Fernández L, Rosario MP, Martínez-López JA, et al. Denosumab for the treatment of osteoporosis: a systematic literature review. Reumatol Clin 2013;9: Anonymous. Denosumab and severe hypocalcaemia. Australian Prescriber 2013;36:60. 19

20 7. Moore AA. Denosumab vs. Ibandronate: Which Works Better? NEJM Journal Watch 2013, June 13. Comment on: Recknor C, Czerwinski E, Bone HG, et al. Denosumab compared with ibandronate in postmenopausal women previously treated with bisphosphonate therapy: a randomized open-label trial. Obstetrics and gynecology 2013;121:1291-9, DOI: /AOG.0b013e c. 8. Recknor C, Czerwinski E, Bone HG, et al. Denosumab compared with ibandronate in postmenopausal women previously treated with bisphosphonate therapy: a randomized openlabel trial. Obstet Gynecol 2013;121: DOI: /AOG.0b013e c. 9. Tsai JN, Uihlein AV, Lee H, et al. Teriparatide and denosumab, alone or combined, in women with postmenopausal osteoporosis: the DATA study randomised trial. Lancet 2013;382:50-6. DOI: /s (13) Soloway B. Combined Teriparatide and Denosumab Is More Effective Than Either Drug Alone NEJM Journal Watch 2013, May 28. Comment on: Tsai JN et al. Teriparatide and denosumab, alone or combined, in women with postmenopausal osteoporosis: The DATA study randomised trial. Lancet2013May15; [e-pub ahead of print]. ( DOI: /S (13) Eastell R, Walsh JS. Is it time to combine osteoporosis therapies? Lancet 2013;382:5-7. DOI: /s (13) McClung MR, Grauer A, Boonen S, et al. Romosozumab in Postmenopausal Women with Low Bone Mineral Density. N Engl J Med DOI: /NEJMoa Xiao Q, Murphy RA, Houston DK, et al. Dietary and supplemental calcium intake and cardiovascular disease mortality: the National Institutes of Health-AARP diet and health study. JAMA Intern Med 2013;173: DOI: /jamainternmed Larsson SC. Are calcium supplements harmful to cardiovascular disease? JAMA Intern Med 2013;173: DOI: /jamainternmed BCFI. Beperkte maatregelen bij voorschrijven van strontiumranelaat. Folia Pharmacotherapeutica 2014;41:35. Rookstop Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Natuurlijk verloop Uit een grootschalige prospectieve cohortstudie is gebleken dat stoppen met roken op de leeftijd van 40 jaar bij vrouwen het risico van overlijden vanwege aan roken gerelateerde aandoeningen over twaalf jaar tijd met 90% vermindert. Bij vrouwen die op 50-jarige leeftijd stoppen, vermindert de kans met twee derden a, 1, 2. a. In de Million Women Study werden 1,2 miljoen vrouwen gedurende 12 jaar opgevolgd voor hun rookgedrag en andere sociodemografische en gezondheidsgegevens. Zes procent van de vrouwen overleed in de opvolgingsperiode. Het risico van overlijden lag drie maal zo hoog bij vrouwen die rookten als bij vrouwen die nog nooit gerookt hadden (RR=2,76; 95%-BI 2,71 tot 2,81). De meest voorkomende ziektes bij de rokers waren longkanker of andere longaandoeningen, hartaandoeningen en CVA. Vrouwen die stopten op 50-jarige leeftijd hadden twee derden minder kans om te overlijden vanwege aan roken gerelateerde aandoeningen in vergelijking met vrouwen die bleven roken. Vrouwen die stopten op 40-jarige leeftijd hadden 20

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de medicamenteuze aanpak van migraine, gevolgd door de Transparantiefiche van mei 2012.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de medicamenteuze aanpak van migraine, gevolgd door de Transparantiefiche van mei 2012. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de medicamenteuze aanpak van migraine, gevolgd door de Transparantiefiche van mei 2012. Aanpak van migraine Zoekdatum tot 1 maart 2014 Behandeling

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de medicamenteuze aanpak van migraine, gevolgd door de Transparantiefiche van mei 2012.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de medicamenteuze aanpak van migraine, gevolgd door de Transparantiefiche van mei 2012. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de medicamenteuze aanpak van migraine, gevolgd door de Transparantiefiche van mei 2012. Migraine Zoekdatum tot 15 maart 2015 Behandeling van de acute

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES De indicaties en praktische problemen van de antitrombotica waren reeds tweemaal het onderwerp van een themanummer van de Folia [Folia februari

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van jicht, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van jicht, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van jicht, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Jicht Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Nieuwe gegevens over behandeling van

Nadere informatie

DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE

DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE ADHD Een gerandomiseerde dubbelblinde studie bij 516 kinderen en adolescenten met ADHD vond een beter effect op de ADHDsymptomen met methylfenidaat (Concerta, Rilatine

Nadere informatie

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van jicht, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van jicht, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van jicht, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Jicht Zoekdatum tot 15 maart 2015 Medicamenteuze behandeling Een Cochrane Review

Nadere informatie

Update Transparantiefiches

Update Transparantiefiches Update Transparantiefiches Juni 2013 Inhoudsopgave Aanpak van stabiele angor... 2 Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten... 3 Aanpak van jicht... 4 Aanpak van maagklachten... 6 Aanpak van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie?

Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie? Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie? Eikelboom JW, Connolly SJ, Bosch J, et al; COMPASS Investigators. Rivaroxaban with or without aspirin in stable cardiovascular

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Bijvoegsel bij de Folia Pharmacotherapeutica. Transparantiefiche. Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie. Geneesmiddelen bij migraine

Bijvoegsel bij de Folia Pharmacotherapeutica. Transparantiefiche. Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie. Geneesmiddelen bij migraine Bijvoegsel bij de Folia Pharmacotherapeutica Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie Transparantiefiche Geneesmiddelen bij migraine Mei 2012 DE TRANSPARANTIEFICHES Doel De Transparantiefiches

Nadere informatie

Update Transparantiefiches. Juli 2015

Update Transparantiefiches. Juli 2015 Update Transparantiefiches Juli 2015 Inhoud Jicht... 2 Maagklachten... 5 Migraine... 8 Neuropathische pijn en zona... 14 Obesitas... 18 Osteoporose... 26 Rookstop... 28 Secundaire preventie van cerebrovasculaire

Nadere informatie

Update Transparantiefiches

Update Transparantiefiches Update Transparantiefiches Juni 2012 Inhoudsopgave Aanpak van stabiele angor... 1 Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten... 5 Aanpak van jicht... 8 Aanpak van maagklachten... 9 Aanpak van

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de behandeling van obesitas, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de behandeling van obesitas, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de behandeling van obesitas, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Obesitas Zoekdatum tot 15 maart 2015 Epidemiologie Volgens een internationaal

Nadere informatie

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

Antistolling: Kunt u het bijhouden? Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Evidence-based Lifestyle Advies

Evidence-based Lifestyle Advies Evidence-based Lifestyle Advies Focus op dieet Willem Bax*, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Vaatcentrum Alkmaar *,Conflict of interest m.b.t. onderwerp: geen 1 Vrouw, 48 jaar, VG: RA, zus DM-2,

Nadere informatie

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey 1. Safer Prescribing A Trial of Education, Informatics, and Financial Incentives - Context:

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELEN EN GEZONDHEIDSPRODUCTEN. Onder de loep : Dossier Glitazonen 20/01/2009

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELEN EN GEZONDHEIDSPRODUCTEN. Onder de loep : Dossier Glitazonen 20/01/2009 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELEN EN GEZONDHEIDSPRODUCTEN Onder de loep : Dossier Glitazonen 20/01/2009 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING... 3 2. ALGEMENE INFORMATIE AANGAANDE GLITAZONEN... 3 2.1. Samenvatting

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van maagklachten, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van maagklachten, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van maagklachten, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Maagklachten Publicatiedatum tot 15 maart 2015 Diagnose en epidemiologie

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN Het doel van dit themanummer is een synthese te geven van de beschikbare informatie over antitrombotische behandeling in de eerste lijn,

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Saskia Tabak diëtist UMCG Er gaat niets boven Groningen! Inhoud Behandeling van NAFLD 1. Rol van

Nadere informatie

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Geeske Peeters Susan Tett Samantha Hollingworth Danijela Gnijdic Sarah Hilmer Annette Dobson Ruth Hubbard Richtlijn Acuut Coronair Syndroom

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. - I.N.A.M.I. Info spot. Geneesmiddelen bij migraine. April Mei Juni 2013

R.I.Z.I.V. - I.N.A.M.I. Info spot. Geneesmiddelen bij migraine. April Mei Juni 2013 R.I.Z.I.V. - I.N.A.M.I. Info spot Geneesmiddelen bij migraine April Mei Juni 2013 Geneesmiddelen bij migraine Migraine is een vaak voorkomende oorzaak van hoofdpijn. Deze aandoening gaat gepaard met een

Nadere informatie

Migrainemiddelen. Opbouw Aanvalsmiddelen sumatriptan overige triptanen. Profylactica. Nieuwe ontwikkelingen. Geurt van den Brink

Migrainemiddelen. Opbouw Aanvalsmiddelen sumatriptan overige triptanen. Profylactica. Nieuwe ontwikkelingen. Geurt van den Brink Migrainemiddelen Geurt van den Brink Afdeling Farmacoepidemiologie & Klinische Farmacologie Departement Farmaceutische Wetenschappen, Bèta-faculteit Opbouw 2 Aanvalsmiddelen sumatriptan overige triptanen

Nadere informatie

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 04-03-2014 Doel Verlagen

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van neuropathische pijn, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van neuropathische pijn, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van neuropathische pijn, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Neuropathische pijn Publicatiedatum tot 1 maart 2014. Nieuwe

Nadere informatie

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe Psychofarmaca bij de ouderen Waarom slikken zij? A. D Hooghe Psychofarmaca Benzodiazepines en aanverwanten Antidepressiva Antipsychotica Antipsychotica Assessment of antipsychotic prescribing in Belgian

Nadere informatie

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse

Nadere informatie

Farmacotherapeutisch Bijblijven

Farmacotherapeutisch Bijblijven Farmacotherapeutisch Bijblijven Nieuwe Geneesmiddelen Terugtrekkingen van de markt Januari-februari 2016 Thierry Christiaens Vakgroep HAG en Heymansinstituut UGent & BCFI Nieuw en oud Recente informatie

Nadere informatie

Behandeling van oudere patiënt met epilepsie. C.L.P. Deckers SEIN Zwolle

Behandeling van oudere patiënt met epilepsie. C.L.P. Deckers SEIN Zwolle Behandeling van oudere patiënt met epilepsie C.L.P. Deckers SEIN Zwolle Incidentie van epilepsie nieuwe gevallen per 100.000 inwoners 160 140 120 100 80 60 40 20 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 leeftijd (jaren)

Nadere informatie

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Alcohol: Epidemiologische gegevens WHO: Europa, regio hoogste

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Folia. Pharmacotherapeutica. De Transparantiefiches: een update > > blz. 46

Folia. Pharmacotherapeutica. De Transparantiefiches: een update > > blz. 46 Maandelijks tijdschrift Juni 2015 Volume 42 Nummer 6 Folia Pharmacotherapeutica De Transparantiefiches: een update > > blz. 46 Goed om te weten: nieuwe definitie van goedkoop geneesmiddel: voor wie is

Nadere informatie

HALDOL tabletten en drank

HALDOL tabletten en drank Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING HbA 1c ontstaat door de versuikering van hemoglobine, het belangrijkste bestanddeel van rode bloedcellen. In het bloed bindt een glucosemolecuul (niet-enzymatisch) met een aminozuur van de β-keten van

Nadere informatie

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. KGBN Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. A/ ISCHEMIC STROKE / TIA & geen CHD : Heart Protection Study : Subgroep stroke antec. gerandomiseerd naar simvastatine

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie Bloedingen onder antitrombotische medicatie Timing van herstarten Marieke Gimbel, arts-onderzoeker cardiologie 06-11-2018 Disclosure belangen spreker Marieke Gimbel - St. Antonius ziekenhuis Geen (potentiële)

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de behandeling van obesitas, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de behandeling van obesitas, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de behandeling van obesitas, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Obesitas Publicatiedatum tot 1 maart 2014 Nieuwe evidentie over epidemiologie

Nadere informatie

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg

Nadere informatie

Samenvatting*en*conclusies* *

Samenvatting*en*conclusies* * Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief

Nadere informatie

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 29-05-2013 Doel Verlagen van

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met

Nadere informatie

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK 29 januari + 30 januari 2015 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Opmerking: Deze wijzigingen aan de relevante delen van de Samenvatting van

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Nieuwe migraine medicatie vanuit de CGRP hoek

Nieuwe migraine medicatie vanuit de CGRP hoek Nieuwe migraine medicatie vanuit de CGRP hoek Peter van den Berg, neuroloog Belangenconflicten LY2951742: EVOLVE-2, REGAIN Telcagepant: MK0974-031, MK-00974-065, MK-0462-086-01, MK- 0462-082-00 BI 44370

Nadere informatie

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen symposium 11/10/14 (On)zin van diabetes behandeling bij ouderen Dr. K. Mortelmans Endocrinologie RZ HHart Leuven Belang Toenemende prevalentie type 2 diabetes Wijzigende levensgewoonte Vergrijzing Meer

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Achtergrond Fenotype = grote variabiliteit Niet alle symptomen

Nadere informatie

Geneesmiddelen bij migraine

Geneesmiddelen bij migraine Geneesmiddelen bij migraine Juli 2008 Deze online versie bevat alle informatie van de Transparantiefiche van januari 2003 plus alle informatie uit de updates van januari 2005 t.e.m. januari 2008. Wat uit

Nadere informatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een

Nadere informatie

ONDERHOUDSBEHANDELING BIJ INFLAMMATOIR DARMLIJDEN

ONDERHOUDSBEHANDELING BIJ INFLAMMATOIR DARMLIJDEN ONDERHOUDSBEHANDELING BIJ INFLAMMATOIR DARMLIJDEN Wanneer na een aanval van colitis ulcerosa of ziekte van Crohn remissie is bereikt, wordt gewoonlijk een onderhoudsbehandeling gestart om recidieven te

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Aanpak van stabiele angor Zoekdatum tot 1 april 2014 Medicamenteuze

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Postdatum. Geachte Dokter,

Postdatum. Geachte Dokter, De Belgische gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Quetiapine Krka 50 mg / 200 mg / 300 mg/400 mg tabletten met verlengde afgifte.

Nadere informatie

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring.

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel EFIENT. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

, v26; FK Achtergrondinformatie Bipolaire Stoornis

, v26; FK Achtergrondinformatie Bipolaire Stoornis 2015041635, v26; FK Achtergrondinformatie Bipolaire Stoornis 5 Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 30 november 2017 van de registratiehouders die

Nadere informatie

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG. Rechtstreekse mededeling aan de Gezondheidszorgbeoefenaars

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG. Rechtstreekse mededeling aan de Gezondheidszorgbeoefenaars Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

Er gaat niets boven Groningen! 1. Rol van dieet en samenstelling voeding. Inhoud. Waarom afvallen

Er gaat niets boven Groningen! 1. Rol van dieet en samenstelling voeding. Inhoud. Waarom afvallen Er gaat niets boven Groningen! Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Saskia Tabak diëtist UMCG Inhoud 1. Rol van dieet en samenstelling

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Stabiele angor Zoekdatum tot 15 maart 2015 Medicamenteuze aanpak Bij

Nadere informatie

Servier Benelux S.A. PROTELOS. (strontiumranelaat) GIDS EN CHECKLIST VOOR DE ARTS

Servier Benelux S.A. PROTELOS. (strontiumranelaat) GIDS EN CHECKLIST VOOR DE ARTS De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Protelos 2 g. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze

Nadere informatie

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date: 2014-05-14

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date: 2014-05-14 Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25761 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general

Nadere informatie

Folia. Pharmacotherapeutica. De Transparantiefiches: een update

Folia. Pharmacotherapeutica. De Transparantiefiches: een update Maandelijks tijdschrift Juni 2014 Volume 41 Nummer 6 Folia Pharmacotherapeutica De Transparantiefiches: een update > > blz. 46 Goed om te weten: wijzigingen in het aanbod van de vaccins die in het kader

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

OVERZICHT RECENTE LITERATUUR

OVERZICHT RECENTE LITERATUUR KLINISCHE FARMACOLOGIE, VAKGROEP FARMACOLOGIE OVERZICHT RECENTE LITERATUUR Prof Dr T Christiaens, Prof Dr T Debacker, Dr E Van Leeuwen Universiteit Gent 12/09/2018 ANTIHYPERTENSIVA Wright JM et al. First-line

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

The RIGHT food is the best medicine

The RIGHT food is the best medicine The RIGHT food is the best medicine Nutritie Support Team : Dr G..Lambrecht, E. Museeuw, N. Baillieul Dienst gastro-enterologie: Dr. G. Deboever Dr. G. Lambrecht Dr. M. Cool Inhoud Ondervoeding Voedingsbeleid

Nadere informatie

* Deze brochure is enkel bedoeld voor de behandeling van pijn en koorts bij volwassenen. Dafalgan is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder

* Deze brochure is enkel bedoeld voor de behandeling van pijn en koorts bij volwassenen. Dafalgan is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder * Deze brochure is enkel bedoeld voor de behandeling van pijn en koorts bij volwassenen. Dafalgan is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies. Pijn, wat betekent dat? De pijn begrijpen

Nadere informatie

Bloeddruk: hoe lager hoe beter?

Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Zijn de SPRINT en andere studies van nut voor met name de oudere type 2 patiënten? Dr. K.J.J. (Hans) van Hateren Huisarts & onderzoeker Geen Conflicts of interest Number

Nadere informatie

Osteoporose profylaxe bij 80+

Osteoporose profylaxe bij 80+ Osteoporose profylaxe bij 80+ Emilie Gieling, AIOS Ziekenhuisfarmacie, CWZ Prof. Dr. Joop van den Bergh, internist-endocrinoloog, VieCurie MC Noord-Limburg, Maastricht UMC & UHasselt België (potentiële)

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. 1. Verschillende soorten hoofdpijn 13. 2. Epidemiologie 19

Inhoud. Voorwoord 11. 1. Verschillende soorten hoofdpijn 13. 2. Epidemiologie 19 VGV OVER HOOFDPIJN-MIGRAINE_BSL_148 x 210 2-2 14-12-11 09:38 Pagina 5 Inhoud Voorwoord 11 1. Verschillende soorten hoofdpijn 13 Hoe kan de patiënt met chronische hoofdpijn het beste worden benaderd? 13

Nadere informatie

Kritische reflectie over alternatieve geneeswijzen voor rugpijn

Kritische reflectie over alternatieve geneeswijzen voor rugpijn Kritische reflectie over alternatieve geneeswijzen voor rugpijn N. Fraeyman Maart 2012 1 Scope van de presentatie 1. Afbakening van het onderwerp 2. Alternatieve therapieën en rugpijn 3. Bestuderen van

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Beweging

Diabetes Mellitus en Beweging Diabetes Mellitus en Beweging Doelen 0Refresher 0Patient Education 0Exercise and DM Wat betekent het? 0 Diabetes: Door(heen) gaan 0 Mellitus: Honing/Zoet Wat is het? 0 Groep van stoornissen met hyperglycemieën

Nadere informatie

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Highlights Ziekenhuizen 2017 Hans Ros, ziekenhuisapotheker Inhoud Wat is AF? Hoe ontstaat een CVA (beroerte)? Behandeling AF: 4 peilers Orale antistolling 1 2016 ESC Guidelines

Nadere informatie

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg Prof. Dr. Brenda Penninx Vakgroep psychiatrie / GGZ ingeest Neuroscience Campus Amsterdam Mental Health EMGO+ Institute for Health and Care Research b.penninx@vumc.nl

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING In hoofdstuk 1 van dit proefschrift hebben we het grote belang van de veiligheid van geneesmiddelen bij het evalueren van geneesmiddelengebruik onderstreept. Het

Nadere informatie

Combinatietherapie van TARs en NOACs

Combinatietherapie van TARs en NOACs NECF nascholing 27-9-2016 Combinatietherapie van TARs en NOACs Margreet Warlé-van Herwaarden, openbaar apotheker, Groesbeek Harvey Fijn, cardioloog i.o., CWZ Inhoud Inleiding (dilemma en gevolgen combineren,

Nadere informatie

Casus. PrevalenOe OSAS 17-04-16. Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS. Disclosures

Casus. PrevalenOe OSAS 17-04-16. Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS. Disclosures 170416 Disclosures Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS Geen (potentiële) belangenverstrengeling Bedrijfsnamen Voor bijeenkomsten mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA)

Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA) Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA) Zoekdatum

Nadere informatie

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015

Nadere informatie