Met het oog op de toekomst. De ideale functiemix in de begeleiding van jonge kinderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Met het oog op de toekomst. De ideale functiemix in de begeleiding van jonge kinderen"

Transcriptie

1 Met het oog op de toekomst De ideale functiemix in de begeleiding van jonge kinderen Rotterdam, februari 2014

2 COLOFON Met het oog op de toekomst De ideale functiemix in de begeleiding van jonge kinderen uitvoerige rapportage Caty Bulte Rotterdam, februari 2014 Deze publicatie is gemaakt in opdracht van de regiegroep Convenant Kinderopvang Onderwijs Rotterdam Rijnmond, met financiële ondersteuning van Bureau Kwaliteit Kinderopvang BKK 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Samenvatting 5 2. Over het onderzoek Onderzoeksvragen 2.2. Dataverzameling 3. Toekomstverwachtingen Het gonst Tussen wil en daad is nog een weg te gaan Opvattingen over de toekomst 12 Ontwikkeling van kinderen centraal Partnerschap 4. De ideale functiemix De uitgangssituatie Welke rollen dienen vervuld? Wat zegt de wetenschap over kwaliteit Een toekomstbestendig functiegebouw Gekwalificeerd aan de slag met de juiste bagage Werken met een functiemix Op weg naar. de toekomst 39 Bijlagen: Geraadpleegde bronnen: Websites, publicaties en literatuur 40 Respondenten 42 3

4 Inleiding In Rotterdam Rijnmond hebben de kinderopvangorganisaties en de beide roc s een convenant afgesloten om hun samenwerking te optimaliseren 1. Het convenant legt vast op welke wijze de roc s en de kinderopvang vorm en inhoud geven aan de middelbare beroepsopleidingen voor aankomend en zittend personeel in de kinderopvang. Men wil proactief inspelen op ontwikkelingen in de arbeidsmarkt. Eenzelfde proactieve houding is de aanleiding voor dit onderzoek naar de ideale functiemix. Men constateert: o Een situatie van krimp in de kinderopvang met consequenties voor personeelsbeleid; o Een veranderende visie op de functie van kinderopvang; o Een verschuiving in het denken over de positionering van kinderopvang Om beter voorbereid te zijn op die wijzigingen, wil men dieper op deze materie ingaan: welke trends zijn zichtbaar, hoe gaat kinderopvang in de toekomst er uit zien, welke betekenis heeft dat voor het functiegebouw, De regiegroep van het Convenant Kinderopvang en Onderwijs heeft bij het Bureau Kwaliteit Kinderopvang maatwerk-budget aangevraagd en gekregen om een inventariserend onderzoek onder stakeholders te doen uitvoeren. Zij fungeren in deze als opdrachtgever. In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen; u vindt na de samenvatting - eerst een beschrijving van de opzet van het onderzoek. In het hoofdstuk over toekomstverwachtingen zien we veel overeenstemming over de twee meest relevante ontwikkelingen. Het zwaartepunt ligt vervolgens bij de gevolgen daarvan voor de inzet van medewerkers: hoe ziet de ideale functiemix er uit. Wij gaan er van uit dat de sector aan de slag kan met de bevindingen zoals die in dit rapport beschreven zijn, en wensen eenieder veel succes! KindeRdam Stichting Kinderopvang Vlaardingen Peuter & Co Albeda College Zadkine College BKK, ter ondersteuning Els Maasdam Claudia Doesburg Vigdis van der Giesen Wil Ponger Cynthia van Brussel Joke van Alten 1 Deze samenwerking is tot stand gekomen met steun van Calibris en Bureau Kwaliteit Kinderopvang. Het convenant loopt formeel van 2010 tot en met Participanten beogen hun samenwerking voort te zetten. 4

5 1. Samenvatting 1. Uitgangssituatie: de huidige krimp en te verwachten ontwikkelingen De kinderopvang verkeert in een situatie van sterke krimp. Dat maakt het relevant om na te gaan welke ontwikkelingen te verwachten zijn in de toekomst en welke betekenis die hebben voor het functiegebouw. Twee ontwikkelingen staan centraal: o Inhoudelijk staat de ontwikkeling van kinderen centraal; meer eisen gaan gesteld worden aan de kwaliteit van de opvang / professionaliteit van de medewerkers; o Qua structuur zal intensiever samengewerkt worden met het onderwijs: nu gebeurt dat al in experimentele vorm, en op termijn komen er integrale kindcentra waarin onderwijs en opvang één organisatie gaan vormen, eventueel aangevuld met welzijn en/of zorg. 2. Nu actief worden Het is wijs om in het huidig personeelsbeleid te anticiperen op de toekomst en te werken aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers met potentie. Ook is het zaak om mee te bewegen met de ontwikkelingen, ze worden als onomkeerbaar beschouwd. 3. Een toekomstbestendig functiegebouw Op basis van de inhoudelijke en organisatorische veranderingen en de daarmee gepaard gaande verwachtingen / eisen aan de te leveren kwaliteit, zal het functiegebouw de volgende kenmerken hebben: o o o Hoger opleidingsniveau: in het algemeen zal basiskwalificatie 4 het uitgangspunt zijn; mbo3 is onder specifieke condities inzetbaar; Heterogene teamsamenstelling van lager- en hoger opgeleide, en/of van verschillende disciplines (pedagogisch / didactisch, of pedagogisch / vakkracht activiteiten, of pedagogisch-didactisch / zorg). Opleidingen mbo3 mbo4 ad Pem hbo pedagogiek pabo; T-shape professionals: vanwege de structuurwijzigingen waarin de opvang ingebed wordt in bredere organisaties zullen medewerkers zowel over gedegen vakkennis moeten beschikken met specifieke kennisaccenten (de verticale poot van de T), als over generieke competenties in het samenwerken met andere disciplines (de horizontale as): men moet elkaars taal verstaan en elkaar kunnen aanvullen % mbo3-geschoolden In de sector werkt meer dan 60 procent van de medewerkers met een mbo-3 opleiding. Door de ruime arbeidsmarkt en door de toekomstige kwaliteitseisen is de verwachting reëel dat straks hoger opgeleiden deze medewerkers zullen verdringen. Het is daarom zaak om als goed werkgever te anticiperen op de toekomst en waar mogelijk het zittend personeel te behouden voor de sector. Dat kan onder de volgende condities: 5

6 o o o Kiezen voor een smallere leeftijdssetting (0-2, 2-4, 4-8, 8-12) en je daarin verder specialiseren. Het is nader te bepalen of dit al gedurende de initiële opleiding plaats vindt, of pas na de startbekwaamheid, op weg naar vakbekwaam en vakvolwassenheid. Mbo3-geschoolden in een functiemix op de groep complementair aan een hoger opgeleide plaatsen; Lerende organisatie: regulier coaching on the job aanbieden ter verbetering van reflectief handelen. 5. De weg er naar toe Zittend personeel zou men kunnen scannen op leerpotentieel. Medewerkers met een positief resultaat kan men vragen een keuze te maken voor de setting waarin zij willen werken en hen vervolgens bijscholing aanbieden in de beschreven kennisaccenten om hen duurzaam inzetbaar te maken. Medewerkers die negatief scoren kan men omscholen en begeleiden naar een andere branche. 6. Opleidingen De beroepsopleidingen kunnen bijdragen aan de gewenste bijscholing, en dienen hun eigen medewerkers daar ook in mee te nemen. Initiële opleidingen zouden meer rekenschap moeten geven van de te verwachten ontwikkelingen: de branche zou zich daar explicieter over kunnen uitspreken. In elk geval blijft het zaak om goed in contact te blijven met het veld. In onderstaand schema is de opbouw van het rapport weergegeven. 6

7 2. Over het onderzoek 2.1. Onderzoeksvragen De kinderopvang bevindt zich in een situatie van voortdurende beweging: een scala aan factoren van heel verschillende aard heeft directe invloed op het reilen en zeilen in de sector. Om in die context verantwoord personeelsbeleid te kunnen voeren, en om te werken aan een toekomstbestendig functiegebouw en op instellingsniveau medewerkersbestand zijn de volgende vragen geformuleerd. 1. Hoe zijn de verwachtingen over toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de kinderopvang en peuterspeelzalen? - welke vragen worden aan hen gesteld; - wie hebben invloed op het te voeren beleid (gebruikers, landelijke en lokale overheden, de branche, maatschappelijke organisaties, kinderopvang zelf..); - welke inhoudelijke ontwikkelingen neemt men waar; - wat zijn verwachtingen ten aanzien van de (organisatorische) positie van de kinderopvang en peuterspeelzalen; 2. Wat is in die context een optimale functiemix die vanuit alle deskundigheden werkt aan de kwaliteit van het pedagogisch handelen? - welke deskundigheden zijn nodig om aan de vragen aan de kinderopvang / peuterspeelzaal tegemoet te komen; - hoe onderscheiden pedagogisch medewerkers met verschillende opleidingsachtergrond zich qua deskundigheden; - hoe ziet vervolgens een ideale functiemix er uit; - welke invloed heeft de krimpsituatie op de personele inzet; en meer specifiek: is verdringing van mbo ers door hbo ers te voorkomen?? 2.2. Dataverzameling Veranderingen in de kinderopvang staan zelden op zichzelf; zij worden voortdurend beïnvloed in een context van beleidsmatige, maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen. In wisselwerking daarmee maakt de sector keuzes, legt ze accenten en speelt ze in op wijzigende omstandigheden. In dit onderzoek gaat het weliswaar in eerste instantie om de kinderopvang en ROC s in Rotterdam Rijnmond, doch deze zijn vanzelfsprekend niet los te zien van ontwikkelingen in landelijke (beleids-) inzichten. Daarom is in de dataverzameling aandacht besteed aan beide: zowel aan opvattingen van stakeholders in de regio als die van landelijke gremia, zowel aan landelijk als aan lokaal beleid. 7

8 Beleidsmatige en soms wetenschappelijke informatie is rechtstreeks verkregen van respondenten dan wel via tips van hen, door middel van deelname aan conferenties en met behulp van mr Google. Daarnaast zijn semi-gestructureerde interviews gehouden met stakeholders uit de volgende sectoren: Overheid Ministerie SZW Ministerie OC&W Gemeente Rotterdam Gemeente Capelle aan den IJssel Werkveld KindeRdam Stichting Kinderopvang Vlaardingen Kinderopvang het Steigertje Peuter en Co Onderwijs PCBO Rotterdam BOOR Rotterdam Stichting Meervoud Vlaardingen Opleidingen Albeda College Zadkine College AD Pedagogisch Educatief Medewerker HBO pedagogiek Branche ORKA: Overleg Rotterdamse Kinderopvang Organisaties Branchevereniging Kinderopvang Sociale Partners MOgroep FCB Overig Landelijk Steunpunt Brede School Bureau Kwaliteit Kinderopvang Deelgenomen is aan: o De landelijke conferentie Brede School / Integraal Kindcentrum, o BKK-bijeenkomst met regionale vertegenwoordigers, o Werktafel over te nemen initiatieven in het Sectorplan Kinderopvang, o Bespreking over Alert4You en Pact, NB. In de volgende hoofdstukken is dankbaar gebruik gemaakt van de opgedane inzichten door de gesprekken met respondenten. Slechts een enkele keer worden letterlijke citaten weergegeven. 8

9 3. Toekomstverwachtingen 3.1. Het gonst Bijna kinderen maken gebruik van kinderopvang. Opvangvoorzieningen moeten een gezonde en veilige omgeving bieden, die bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Tevens biedt kinderopvang ouders de mogelijkheid om deel te nemen aan het arbeidsproces. Al met al voldoende redenen om betaalbaarheid en kwaliteit van kinderopvang te blijven borgen. Onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie moeten op elkaar afgestemd zijn. In de voorschoolse periode is dat van belang om ontwikkelingsachterstanden te voorkomen, te signaleren en tijdig aan te pakken. Het leren van de Nederlandse taal door jonge kinderen verdient daarbij bijzondere aandacht. Dit stelt ook eisen aan de vaardigheden van de beroepskrachten in de sector. Bij buitenschoolse opvang is afstemming noodzakelijk om waar mogelijk een sluitend dagarrangement te realiseren, bijvoorbeeld in het kader van de brede school of integrale kindcentra. Ouders kiezen de voorziening die het beste bij hun kind past Uit het Regeerakkoord Bruggen slaan, kabinet Rutte 2, 29 oktober 2012 Aan deze tekst in het Regeerakkoord gaat een beleids-geschiedenis vooraf die rond 1990 begint bij de opkomst van de klassieke Brede School in het kader van onderwijs-achterstandenbeleid. Via de commissie Dagindeling (1995) met de Werkgroep Onderwijs Kinderopvang (WOK) en de Initiatiefgroep Andere Tijden en hun pilots Dagarrangementen krijgen de ontwikkelingen een extra impuls door de motie Van Aartsen Bos in Scholen zijn verplicht om tussenschoolse en buitenschoolse opvang aan te bieden aan kinderen van ouders die dat wensen. In 2009 schrijft BMMP 2 een artikel met de kop: Er broeit iets in de maatschappij. Men spreekt over een discussie over andere schooltijden en samenwerkingsvormen die in een stroomversnelling is geraakt. Vanaf 2009 is het Landelijk Steunpunt Brede Scholen actief om de ontwikkeling van Brede Scholen en Integrale Kindcentra te ondersteunen. Vervolgens pleit een landelijke Taskforce Kinderopvang/ Onderwijs in 2010 voor de vorming van Integrale Kindcentra waarin kinderopvang, onderwijs en welzijn samenwerken; zowel de arbeidsmarktparticipatie als de ontwikkelingskansen van kinderen zijn daarmee gediend. Het motto in hun rapport Dutch Design, is: It takes a village to raise a child It takes a country to make it happen It takes a partnership to decide and act Het bestuurlijk Platform Dagarrangementen is tenslotte vanaf 2011 actief om onderlinge samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs te stimuleren. 2 Beleid Bestuur Management & Pedagogiek in de Kinderopvang 9

10 Ook recent, in 2013 zien we meerdere initiatieven. o Zo schrijven PO-Raad, Brancheorganisatie Kinderopvang en MOgroep in maart in een gezamenlijk Position Paper 3 aan het Kabinet en Tweede Kamer dat zij het gesprek willen aangaan over het realiseren van een preventieve basisvoorziening voor alle kinderen, met keuzevrijheid voor ouders en ruimte voor lokaal maatwerk. Daartoe wil men het gesprek aangaan om een kabinetsbrede visie te ontwikkelen op de ontwikkeling van sluitende arrangementen van onderwijs, kinderopvang, welzijn en andere voorzieningen voor kinderen. o In het voorjaar komen negen grote schoolbesturen, verenigd in het Pettelaar Overleg, en hun wethouders bijeen in Maastricht. De deelnemers van dit Maastrichts beraad houden een sterk pleidooi voor de vorming van Integrale Kindcentra en roepen in een gezamenlijk pamflet 4 beleidsmakers op om een eind te maken aan belemmerende regelgeving. o In november verschijnt een lijvig rapport 5 van de Wetenschappelijke Raad van het Regeringsbeleid waarin men pleit om te investeren in goede ontwikkelingsgerichte kinderopvang: Gaandeweg dient zich zo een nieuw debat aan: de kwaliteit van de voorziening. Investeren in goede kinderopvang loont nog steeds, zo lieten Kok et al. (2011)zien in een analyse van de maatschappelijke kosten en baten. Kwaliteitsverbetering leidt uiteindelijk tot een hoger later opleidingsniveau van de kinderen en daarmee tot een groter productief vermogen. o Kinderen die goede kinderopvang bezoeken, zo stelt het rapport, presteren niet alleen intellectueel beter, maar beschikken ook over meer sociale vaardigheden, innovatief vermogen en creativiteit dan kinderen die niet naar de opvang zijn gegaan. Een eerstvolgende stap is het onderling afstemmen van de doelstellingen van de verschillende voorschoolse voorzieningen, en die vervolgens af te stemmen met het basisonderwijs. o Begin december komt de langverwachte brief van minister Asscher (SZW) en staatssecretaris Dekker (OC&W) Een betere basis voor peuters. Zij willen de pedagogische kwaliteit van voorschoolse voorzieningen verder versterken en overgebleven knelpunten voor de harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven zoveel mogelijk wegnemen. Zij streven via drie wegen naar een verbetering van het huidig stelsel: 1. Versterken van de pedagogische kwaliteit Onder de noemer Peuters doelgericht stimuleren in hun ontwikkeling wil men afspraken maken over structurele scholing van pedagogisch medewerkers om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling, en wil men een betere mix van mbo- en hbo-functies op de werkvloer. 3 Brancheorganisatie Kinderopvang, PO Raad, MO groep: Position Paper Kinderopvang Onderwijs Welzijn. Maart Pettelaaroverleg van schoolbesturen en wethouders: The making of een Integraal Kindcentrum. Voorjaar WRR, Naar een lerende economie. November

11 Voor wat betreft Een betere aansluiting tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs gaat het om het stellen van ontwikkelingsdoelen, het hanteren van een kindvolgsysteem en het toewerken naar het startniveau van het basisonderwijs. 2. Eén kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen Verschillen ten aanzien van de beroepskracht-kindratio, de inzet van vrijwilligers, het vierogen principe en de buitenruimte zullen worden geharmoniseerd. Voor vve blijft het bestaande kwaliteitskader van kracht. 3. Eén financieringsstructuur voor werkende ouders. Voor werkende ouders wordt de financiering van voorschoolse voorzieningen gestroomlijnd. Ze krijgen recht op kinderopvangtoeslag voor opvang in de voorziening van hun keuze: kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. Niet werkende ouders of alleenverdieners hebben geen recht op deze toeslag en zijn aangewezen op gemeentelijk lokaal beleid. Vanuit diverse gremia 6 wordt - naast een positieve beoordeling van het streven naar betere afstemming tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs - met enige teleurstelling gereageerd op de brief: men had gehoopt op een basisvoorziening van enkele dagdelen voor alle kinderen, ongeacht de arbeidsmarktpositie van hun ouders. Ook vreest men dat minder kinderen een voorschoolse voorziening gaan bezoeken vanwege het onderscheid tussen werkende- en nietwerkende ouders en een te verwachten prijsverhoging. Tenslotte heeft men er moeite mee dat vvevoorzieningen buiten de harmonisatieplannen zijn gehouden. De VNG komt in samenwerking met de MOgroep en de Branchevereniging Kinderopvang met een tegenvoorstel waarin we de basisvoorziening terug zien, en ook de gemeente Rotterdam is zich aan het beraden op welke manier een dergelijke basisvoorziening van 2 respectievelijk 4-of 5 dagdelen gerealiseerd zou kunnen worden Tussen wil en daad is nog een weg te gaan Ondanks alle hiervoor genoemde intenties, voorkeuren en uitspraken over de verschuiving naar meer ontwikkelingsgerichte voorschoolse voorzieningen, ondanks de wenselijkheid om tot sluitende dagarrangementen te komen en te streven naar Integrale Kindcentra voor kinderen van 0-12 jaar (in zijn ultieme vorm met één visie, één leiding, één portemonnee, één instituut, één gebouw, één medezeggenschap en één toetsingskader) ondanks alle initiatieven in het land zijn er in de praktijk veel belemmeringen. Het gaat dan om obstakels in de wet- en regelgeving, cao s, financiën, medezeggenschap en toezicht. Er is dan ook vernieuwing van wet- en regelgeving nodig om samenwerking op lokaal niveau beter mogelijk te maken. Daarnaast is de voortdurende krimp in de kinderopvang en de daaruit voortvloeiende daling in het bereik van jonge kinderen - ten gevolge van de recessie maar ook door beperkingen van de 6 Onder meer PO-Raad, Branche organisatie Kinderopvang, MO-groep, VNG, 4GG, KIK en Kindwijzer 11

12 rijksoverheid in de vergoeding aan werkende ouders strijdig met het belang dat men tegelijkertijd hecht aan de ontwikkeling van jonge kinderen. In feite tonen landelijke vertegenwoordigers van de sectoren onderwijs, kinderopvang en welzijn zich eensgezind: Eigenlijk kan het niet, volgens de huidige wet- en regelgeving op dit moment Integrale Kindcentra opzetten. Samenwerkingspartners hebben een sterke wil, lef en vindingrijkheid nodig om hun idealen te verwezenlijken. In de volgende paragraaf presenteren we toekomstverwachtingen en opvattingen van de respondenten. We zullen zien dat de wijze waarop zij zich verhouden tot deze materie slechts in detail afhankelijk is van verschillende factoren zoals hun positie / de sector waarin zij zich bevinden, de lokale situatie èn hun persoonlijkheid of organisatiecultuur. Op hoofdlijnen zijn allen het eens met de geschetste ontwikkelingen Opvattingen over de toekomst a. Ontwikkeling van kinderen staat centraal De ontwikkelingsgerichte functie van de kinderopvang wint de laatste jaren steeds meer terrein. Dat zien we ook terug in de reacties van alle respondent; zij verwachten min of meer unaniem dat deze trend zich door zal zetten. De kinderopvang als arbeidsmarktinstrument zal daaraan neven- of ondergeschikt zijn. Je moet het gewoon zo goed mogelijk regelen, maar de ontwikkeling van het kind staat centraal. Hooguit zal door de toekomstige vergrijzing de opvangfunctie weer iets meer aan aandacht winnen, maar dat zal niet ten koste gaan van de aandacht voor ontwikkelingsstimulering. en zeker niet in de grote steden met z n concentratie laag-opgeleiden. Daar komt nog bij dat door de opening van grenzen het aantal anderstalige Moelander-kinderen enorm zal toenemen (schattingen gaan naar Bulgaarse kinderen per ) hetgeen weer om gerichte taal- en ontwikkelingsstimulering zal vragen. Onafhankelijk van de professionele achtergrond van respondenten, of die nu de wereld van de kinderopvang / peuterspeelzaal, basisonderwijs, overheid of beroepleidingen is: men stelt dat een onomkeerbare weg is ingeslagen. Gewezen wordt dan op de talloze wetenschappelijke publicaties waarin wordt aangegeven hoe belangrijk juist interventies in de jonge leeftijdsfase zijn voor de ontwikkelingskansen van kinderen. Ook noemt men andere studies waarin wordt gesteld dat dergelijke interventies op termijn aanzienlijk renderen. Zij wijzen ook op alle beleid dat vanuit die inzichten al in gang is gezet (bijvoorbeeld VVE, preventieve opvoedingsondersteuning) of op beleid dat nog in voorbereiding is (harmonisatie en integratie). Gezien al deze ontwikkelingen acht men een dergelijke toekomstverwachting als niet meer dan logisch. Menigeen vertelde dat zij in december een start van de stelselwijziging verwachtten waarbij de arbeidsmarktpositie van de ouders minder maatgevend zou zijn. Zij hoopten dat in de brief van minister Asscher een begin zou worden gemaakt met de kinderopvang als basisvoorziening voor peuters: alle twee- en driejarigen zouden 2 dagdelen 12

13 kosteloos gebruik kunnen maken van een voorschoolse voorziening, en voor doelgroepkinderen komen daar nog twee extra dagdelen bij. Dit alles onverlet de arbeidsmarktpositie van hun ouders. Bij al deze aandacht voor de ontwikkeling van kinderen, gaat het vaak over de stimulering van vooral de cognitieve ontwikkeling taal, ruimtelijk inzicht, denkontwikkeling en het schoolrijp maken van kinderen (luisteren, gewend zijn aan de groep, dagritme). Men vraagt dan aandacht voor de voorbereidende rol van kinderopvang voor het basisonderwijs. Voor kinderen met een taalachterstand is dit sinds 2010 overigens ook wettelijk geregeld in de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE). Naarmate onze respondenten in praktijk of beleidsmatig dichter bij het onderwijs staan zijn hun opvattingen over deze voorbereidende taak van de kinderopvang pregnanter aanwezig. In de kinderopvang zelf wordt deze zienswijze meestal aangevuld met een pleidooi voor brede ontwikkelingsstimulering: jonge kinderen hebben in alle opzichten een brede ontwikkelingstaak waar ze goede begeleiding bij kunnen gebruiken. Ook zal die ontwikkeling meer integraal in samenhang en verbinding met anderen vorm krijgen. Daarmee doelt men dan op de veranderende institutionele structuur en de positie van de kinderopvang daarbinnen. Naarmate de ontwikkeling van jonge kinderen in voorschoolse voorzieningen meer centraal komt te staan, worden andere en hogere eisen gesteld aan de vakkennis van de professionals in de sector. Zo staat in nul- en startgroepen een hbo-er naast een mbo-geschoolde op de groep, en is in de meeste van de 37 gemeenten die een bestuursakkoord hebben afgesloten met het Rijk per vve-groep 4 uur hbo-inzet additioneel beschikbaar. Alle vve-medewerkers zijn in de afgelopen jaren intensief geschoold en dienden een vve-certificaat te hebben behaald. De meesten van hen worden momenteel bijgeschoold in het opbrengstgericht werken. Ook aan het taalniveau van medewerkers in de kinderopvang en vooral in vve-groepen worden hogere eisen gesteld, met ook weer cycli van bijscholing en certificering tot gevolg. In hoofdstuk 4 gaan we verder in op de kwaliteitseisen die nu en in de toekomst waarschijnlijk aan de sector worden gesteld. b. Partnerschap Het wordt nooit meer zoals het is. : Het kan kort duren het kan lang duren, maar de samenwerking met onderwijs wordt een feit. Iedereen van de geïnterviewde stakeholders is deze mening toegedaan. De visie kan meer of minder uitgewerkt zijn, op een brede maatschappelijke basis gestoeld dan wel gevormd op grond van een smaller sectorspecifiek perspectief. Hoe dan ook: iedereen verwacht binnen 5 jaar meer dan nu en vaak in een andere vorm partner te zijn van het onderwijs en vice versa van voorschoolse voorzieningen en/of kinderopvang. 13

14 En vindt men dat erg? In het algemeen zeggen onze respondenten van niet en kijkt men zelfs uit naar verdere stappen in die richting, wil men beginnen met voorbereidingen daartoe of is men al een flink eind op weg. Daarbij zien we wel verschillen in de wensen en verwachtingen over de vorm van voorschoolse voorzieningen, in de veelomvattendheid dan wel marginaliteit van de wijzigingen en in de manier waarop deze tot stand (zouden moeten) komen. NB. Tijdens een landelijke bijeenkomst bleek overigens dat er ook kinderopvangorganisaties zijn die meer dan bij ons moeite hebben met de samenwerking met onderwijs. In die zin zijn onze respondenten niet volledig representatief voor het veld. De Brancheorganisatie Kinderopvang spreekt de verwachting uit van eerst een jaar van stabilisatie (2014), gevolgd door een harmonisatie van voorschoolse voorzieningen (2015) en daarna in een nieuwe kabinetsperiode - de integratie met het onderwijs. Over 10 jaar is het rond, dan hebben we één Wet voor de ontwikkeling van kinderen, één ministerie en één cao. Daarom moeten we nú beginnen en de komende 5 jaar gebruiken om alle problemen en belemmeringen te slechten. Minder op de voorgrond, maar wel genoemd is de samenwerking tussen kinderopvang (en onderwijs) met zorg-organisaties. De ontwikkelingen in het kader van de transitie Jeugdzorg en het Passend Onderwijs maken een meer preventieve inbreng en verspreiding van specialistische kennis mogelijk. Zo is in de stadsregio Rotterdam in een proeftuin met succes geëxperimenteerd met het bieden van coaching on the job aan pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en het verzorgen van ambulante begeleiding aan kinderen met een jeugdzorg-indicatie. Diverse samenwerkingsconstructen zijn besproken in termen van waarschijnlijkheid en/of wenselijkheid. Op hoofdlijnen zijn deze als volgt, qua structuur van smal naar breed: o De startgroep of groep nul Voor 2,5 en/of 3 jarigen, ingevoegd in de basisschool en ressorterend onder de verantwoordelijkheid van het onderwijs. Deze vorm is in onze regio al breed in praktijk gebracht. Daartoe zijn oorspronkelijke Voorschool constructies met inhoudelijke samenwerking tussen een voorschoolse voorziening en de onderbouw van een basisschool omgezet in een nulgroep, ressorterend onder de basisschool. In Rotterdam zijn er van de 400 vve-groepen nu 157 nulgroepen; volgend schooljaar komen er 48 bij. In het landelijk experiment startgroepen zijn 30 pilots gestart, waarvan 1 in Rotterdam. In feite wordt de basisschool uitgebreid met een groep peuters. Kinderen komen 4 of 5 dagdelen per week en in een doorgaande lijn met de onderbouw wordt meestal een vve-programma aangeboden en altijd opbrengstgericht gewerkt. Het team van de nulgroep bestaat uit één hbo-er en een mbo-er. De hbo-er in de startgroep heeft een opleiding pabo, in de nulgroep kan dat eveneens pabo zijn of hbo pedagogiek of ad Pedagogisch educatief medewerker. De mbo-er heeft een Pw3 of Pw4 diploma of is op mbo4-niveau opgeleid als onderwijsassistent. Hoewel de 14

15 formele verantwoordelijkheid onder het schoolbestuur valt, zien we in praktijk ook samenwerkingsverbanden met peuterspeelzaal- en kinderopvangorganisaties waarbij verantwoordelijkheden verdeeld zijn en vervolgens vastgelegd in een overeenkomst tussen schoolbestuur en kinderopvang- of peuterspeelzaalorganisatie. Ouders betalen 0,21 per uur, hetgeen meestal tot een ouderbijdrage van rond de 10, - per maand leidt. We zien in Rotterdam de trend van leegloop in de kinderopvang en wachtlijsten bij de nulgroep, voorschool en peuterspeelzaal. Alle modellen die men benoemt op de vraag naar de toekomstige voorzieningenstructuur hebben als basis een uitbreiding van de basisschool naar een ontwikkel / onderwijsvoorziening voor 2 12 jarigen. De startgroep en groep nul is daar een voorbeeld van, en in een losser verband ontstaat ook door de voorschool een inhoudelijke verbinding met de basisschool. Daarbij zijn wel variaties genoemd in de aansturing: uitsluitend bij onderwijs; een knip op 6-jarige leeftijd: vóór 6 jaar de verantwoordelijkheid bij de kinderopvang / peuterspeelzaal, daarna bij onderwijs; integraal gedeelde verantwoordelijkheid tussen opvang en onderwijs Het ministerie van OC&W vertelt over de positieve ervaringen die zijn opgedaan in de startgroep. Onderzoek wijst uit dat het richtinggevend werkt als de regie bij de school ligt. Met een heterogeen team van een hbo- en mbo-er op de startgroep is een goede mix van competenties aanwezig. Daarbij blijkt het relevant dat de regie elders (bij coördinator of directie) ligt. Als dat onvoldoende wordt opgepakt ontstaat hiërarchie op de groep. o Arrangement om de basisschool (voor 2- tot 12-jarige leerlingen) heen Vanuit het onderwijs kan men zich ook goed voorstellen dat de kinderopvang als eigenstandige organisatie arrangementen om de (uitgebreide / vervroegde) basisschool heen organiseert voor leerlingen van ouders die werken. Analoog aan de Buitenschoolse Opvang zou de kinderopvang dan ook de 2- en 3 jarige peuters een volledige dagopvang aanbieden waar het dagdeel vve- / nulgroep in ingepast wordt. Twee varianten zijn dan mogelijk: ofwel de kinderen worden door het dagverblijf naar de vve- of nulgroep gebracht en gehaald, dan wel de nulgroep-activiteiten worden geïntegreerd in de peutergroep van het kinderdagverblijf waarmee de school samenwerkt. De kinderopvang kan dan al naar gelang de eigen voorkeuren / de afspraken met school / de vraag van ouders het volgende aanbieden: voor 0-2 jarigen: hele dagopvang; voor 2 4 jarigen: hele dagopvang inclusief eigen vve-aanbod, of hele dagopvang inclusief schoolse vve met halen en brengen; voor 4-12 jarigen: voorschooltijd-opvang, tussenschoolse opvang, naschoolse opvang 15

16 Inhoudelijke afstemming is min of meer afhankelijk van de betreffende organisaties: uitsluitend voor het vve-gedeelte is de onderlinge afstemming over een doorgaande leerlijn tussen de vveaanbieder en basisschool verplicht. In hoeverre ook samenhang gebracht wordt tussen de overige onderdelen van het opvangpakket en de basisschool is in dit model een kwestie van organisatieof locatie-specifiek beleid. In feite zien we deze vorm met een beperkte of meer uitgebreide invulling al regelmatig om ons heen. Verdere uitbreiding van de nu bestaande regelingen ligt in de rede, denken de meeste mensen. Daarbij denkt men zowel aan een meer kwantitatieve uitbreiding als een kwalitatieve waarin onderling samengewerkt wordt ten behoeve van de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Ook kan deze kern van kinderopvang en basisonderwijs samenwerken met andere partners. We zien in de sfeer van naschoolse of brede school-activiteiten aanbieders van o.a. sociaal cultureel werk, sport, kunst en cultuur. Daarnaast bieden weleens ouders op vrijwillige basis, soms georganiseerd in zelf-organisaties, diensten aan in tussen- en naschoolse activiteiten en huiswerkbegeleiding. Er zijn overigens in alle geledingen respondenten die deze vorm niet als eindpunt maar als tussenstap zien, op weg naar een meer integrale voorziening. o Integraal Kind Centrum (IKC) Het Integraal Kind Centrum wordt door de meeste respondenten gezien als de stip op de horizon; daar werken we in Nederland naar toe. Hoe dat IKC er precies uit gaat zien, en wanneer men voor de eigen organisatie denkt dat doel gerealiseerd te hebben, verschilt. In elk geval heeft een IKC tenminste de volgende drie kenmerken: 1. Het is één voorziening voor opvang en onderwijs, (onderwijs en ontwikkeling) van kinderen van tenminste 2-12 jaar, meestal 0-12 jaar; 2. De organisatie heeft één gemeenschappelijke pedagogische visie, en 3. het staat onder één leiding, heeft één team. In zijn meest vergaande / ideale vorm heeft een IKC veel meer karakteristieken volgens de leden van het Pettelaaroverleg 7. Zij maken zich sterk voor hun droom, een IKC met de volgende kenmerken: Een instituut voor onderwijs en ontwikkeling voor kinderen van 0 t/m 13 jaar; Het hele jaar open, (bijv. 5 à 6 dagen per week, 12 uur per dag, van 7.00 tot uur); Aanbod in sport, spel, kunst en cultuur, natuur en duurzaamheid; Een passende organisatievorm; 7 Volgens het Pettelaar overleg: een verband van 9 grote schoolbesturen en hun wethouders van onderwijs, bijgestaan door een denktank van 10 deskundigen. 16

17 Eén leiding en een integrale benadering van personeel, financiën en huisvesting, gericht op de doorgaande ontwikkeling van kinderen; Eén ondernemingsplan en één budget; Eén visie; Eén pedagogisch kader; Eén dagprogramma; Eén gebouw waarin ruimten optimaal worden gebruikt; Eénduidige communicatie met ouders; Maatwerk biedend voor de buurt (vraaggestuurd); Eén toezichtkader, gericht op de uitgangspunten van een IKC; Eén vorm van medezeggenschap. Een verbijzondering van een IKC dat in de interviews enkele keren naar voren kwam, is de brede ontwikkelorganisatie voor 0-12 jarigen waarbij een knip wordt gemaakt bij de 6 jarigen. Daaraan ligt de gedachte ten grondslag dat kinderen van 0-6 zich op een andere manier ontwikkelen dan 6-12 jarigen. Bij 0-6 jarigen is daarbij het meest relevant een pedagogische basis van veiligheid, welbevinden en betrokkenheid. Deze jonge kinderen zijn voor hun ontwikkeling afhankelijk van een setting die voldoet aan deze voorwaarden. Vanaf 6 jaar zijn kinderen beter in staat om mee te gaan in het ritme van het schoolse leren. Voor de 0-6 jarigen zou een mix van vooral pedagogisch geschoolde medewerkers (met inzicht in ontwikkelingsgericht werken) de juiste ontwikkelomgeving kunnen bieden. Bij de 6-12 jarigen ligt vervolgens het primaat bij de didactisch geschoolden, al dan niet aangevuld met pedagogisch of anderszins opgeleiden. Qua aansturing en wellicht regelgeving zou deze knip gehanteerd kunnen worden, zo stelt men. Ook uit andere bronnen vernemen we enthousiasme over dit model dat in zijn structuur enigszins lijkt op de situatie van voor 1986 toen we nog spraken over de kleuter- en lagere school. Zo niet bij OC&W: men wordt niet warm van een terugkeer naar de tijd van kleuter- en lagere school. Het proces Wanneer we naast de hierboven benoemde lijst de kenmerken van een gangbare basisschool of brede school zouden beschrijven, dan zien we de veranderpunten. Sommige veranderingen, vooral de meer inhoudelijke, zijn met name een kwestie van visie, motivatie, voorkeuren, inzet en bereidheid tot afstemming van betrokken organisaties. In dat opzicht wordt sterk leiderschap en in de startfase het prioriteren van verbindende activiteiten - meermalen genoemd als voorwaarde voor succes. Andere zijn lastiger te realiseren omdat wet- en regelgeving en bestaande bedrijfsmatige middelen er niet op zijn ingesteld: elke sector heeft zijn eigen gebruiken en voorzieningen. Zo mag bijvoorbeeld onderwijsgeld niet aan andere taken worden besteed dan aan specifiek gedefinieerde onderwijstaken; Zo is bestaande huisvesting ingericht op afzonderlijke voorzieningen; Zo zijn er twee verschillende toezichtkaders met elk hun eigen toetsingskaders; Zo moet bijvoorbeeld een medewerker die zowel op 17

18 school als in de bso sportactiviteiten aanbiedt werken onder 2 verschillende cao s; Zo is de financiering/het budget van een dergelijk aanbod voor alle kinderen op dit moment niet voorhanden. Het vraagt veel visie, motivatie, vindingrijkheid, oplossingsvermogen, lef en aanschuren tegen de regelgeving om op dit moment een IKC te realiseren. Vanuit verschillende gremia wordt bij ministeries gepleit voor experimentele ruimte en op termijn ontschotting van regelgeving. Desgevraagd stelt OC&W dat gestart is met de ontwikkeling van één toezichtkader voor het IKC dat op zijn tijd in de plaats komt van de inspecties van GGD en de onderwijsinspectie. Het gegeven dat publiek en privaat geld voor respectievelijk onderwijs en kinderopvang gemixt zou kunnen worden acht men daarentegen ondenkbaar. In Nederland zijn er 7000 basisscholen en 1700 Multifunctionele Accommodaties (MFA). Ook in onze regio zien we meerdere MFA. Deze zijn weliswaar een goede basis voor een IKC, maar de praktijk leert dat voor daadwerkelijke integraliteit nog flink wat stappen te zetten zijn op de meeste locaties. Vlaardingen In onze regio is men in Vlaardingen een eind op streek met de vorming van IKC. De grootste kinderopvangorganisatie en het christelijk schoolbestuur hebben een gezamenlijke intentieverklaring om zo spoedig mogelijk te fuseren (de marsroute is per ). Deze fusie is uitsluitend inhoudelijk gedreven, en daarmee maakt men eventuele problemen ondergeschikt aan het belang van fuseren. Voor diverse theoretische problemen zoekt men technische oplossingen. Zo is een notaris nu bezig hoe men de verantwoording aan OC&W kan regelen. Door de fusie verdwijnen de problemen die zouden ontstaan door meervoudige aansturing. De schaal van Vlaardingen helpt: zo is de kinderopvangorganisatie de enige grote aanbieder. Naast deze fusie zal ook een tweede stichting worden gevormd waardoor de kinderopvangorganisatie samen met andere kleine schoolbesturen een IKC kan vormen. De gemeente is positief over het proces. Op dit moment is er 1 IKC, per zijn dat er 2, en over 5 jaar zijn alle scholen van de stichting een IKC. Over de wijze waarop het veranderproces zou moeten plaatsvinden, verschillen de meningen. Sommigen verwachten - en beoordelen dat ook als de juiste weg - dat het van onderop gebeurt. Lokale partners en gemeenten nemen initiatieven ondanks belemmerende regelgeving. In een latere fase volgt dan de aanpassing van de beleidsmatige landelijke kaders (zoals van twee aparte wetten naar één wetgeving over de ontwikkeling van kinderen, de financiële verantwoording, één cao voor IKC, één toezichthouder). Wat deze initiatiefnemers nodig hebben is tenminste de beleidsmatige ruimte om een dergelijk proces in gang te zetten. Om te voorkomen dat op heel veel plaatsen in het land het wiel wordt uitgevonden zien we steeds meer initiatieven ontstaan waarin men de krachten bundelt. 18

19 Er zijn ook respondenten die op zich positief zijn over een ontwikkeling naar een IKC, doch een meer afwachtende houding aannemen: eerst zijn landelijke partijen aan zet om het proces soepeler te kunnen laten verlopen. Het ministerie van OC&W maakt gewag van de enorme variëteit die men waarneemt; de terminologie is verwarrend, en ook de motieven om tot oprichting van een kindcentrum te komen variëren van meer inhoudelijke beweegredenen (doorgaande lijn, verbinding leggen) tot het in stand houden van voorzieningen in krimpgebieden. Dat maakt het ontwikkelen van regelgeving tot een lastig dilemma: landelijke kaders moeten recht doen aan die variëteit in Nederland, het is zoeken naar een balans van wat je wilt regelen. Een punt van aandacht is de huidige positie van de kinderopvang. Deze laat te wensen over, zo vinden velen. Vanuit de kinderopvang horen we: het is gewoon absurd dat voorzieningen voor 0-4 jarigen hier zo markt- en conjunctuurgevoelig zijn. Het basisonderwijs ervaart dat ook als potentieel probleem. Redenerend vanuit een totaal andere positie waardeert men weliswaar de vakkennis, doch heeft men moeite met de instabiliteit van de sector: dat maakt het ingewikkeld om zaken met hen te doen. Een peuterspeelzaalorganisatie stelt: Men zou moeten redeneren vanuit de behoefte van het kind en niet vanuit de arbeidsmarkt of overheids-financiële afwegingen. En daarbij moeten we ook de zorgvraag en de al dan niet complexe thuissituatie mee moeten nemen. Hoewel in Rotterdam zo n 80 kinderdagverblijven vve-gecertificeerd zijn, telt de gemeente deze groepen niet mee bij de 400 reguliere vve-groepen. De beleidsmedewerker: Hoewel men in de kinderopvang wel een goed kwaliteitsbewustzijn heeft, zijn er minder kinderen en er is daardoor minder geld beschikbaar (kindgerelateerde subsidie). De uitstroom bij de kinderdagverblijven en de daarmee samenhangende toestroom naar peuterspeelzalen stelt de gemeente nog voor een ander dilemma: waar men eigenlijk het geld aan extra scholing zou willen besteden in het kader van kwaliteitsverbetering, ziet men zich nu door de enorme wachtlijsten genoodzaakt om alle budget voor de uitbreiding van nulgroepen aan te wenden. Landelijke gesprekspartners maken alle gewag van het feit dat zij vinden dat de sector zijn kwaliteiten onvoldoende voor het voetlicht brengt terwijl die ruimschoots aanwezig zijn, en dat men onvoldoende de waarde er van benoemt. Daarmee houdt de kinderopvang een beeld in stand dat het enkel maar om oppassen zou gaan. Overigens is het nergens zo slecht en ingewikkeld geregeld als hier in Nederland; als ik aan buitenlandse partners moet uitleggen op welke manier we dat hier doen, dan krijg ik verschillende reacties: van meelij tot hilariteit. 19

20 Geïnterviewden over hun verwachtingen : sector verwachting opmerking ( ) = aantal respond. Nulgroep/startgroep 2-12 jr: vve + po arrangemen t IKC Kinderopvang / peuterspeelzaal (4) 2 via kt 2 op lt 1 op kt 1 op lt Nb. Nulgroep is huidige realiteit in Rd Primair onderwijs (3) 1, op kt alle scholen Naar op lt (2-12 jr) 1 via kt Naar 1 lt 1 kt Vlaardingen realiseert op kt meerdere IKC Opleidingen (4) 2 via kt Naar 2 op lt 2 op lt Overheid: rijks (2) Alle variëteiten Met lokaal maatwerk gemeente(2) 1 kt: uitbreiding 1 op lt Stap voor stap, onder nulgroepen 1 via nulgroep-bao landelijke kaders + gemeentelijke verantwoordelijkheid Sociale partners (2) 1 via kt 1 op lt 1 op lt Van onderop; regels volgen Inbedding peuterspeelzaal in breder sociaal domein Brancheorganisatie (2) 1 via kt 1 op lt Via basisvoorziening Over 10 jr 1 Wet 1 via kt 1 op lt Met regie van onderwijs Overig (4) 2 via kt 2 op lt 2 Voorlopers starten en experimenteren kt = op korte termijn; < 5 jr lt= op lange termijn; 5-10 jr Het is opmerkelijk dat alle respondenten unaniem verwachten dat IKC realiteit zullen worden. Over de fasering, de route er naar toe en de uiteindelijke vorm/regie bestaan wel verschillende beelden. 20

21 4 De ideale functiemix 4.1 Uitgangssituatie De ideale functiemix in de kinderopvang en peuterspeelzaal is niet alleen een zaak van opgebouwde kennis over de juiste begeleiding en opvang van kinderen, maar wordt ook mede bepaald door externe invloeden; ze is niet los te zien van haar maatschappelijke en beleidsmatige omgeving. We zagen in een vorig hoofdstuk hoe het denken over structuren, inhoud en kwaliteit van de opvang volop in beweging is. Dat maakt het noodzakelijk om proactief in te spelen op te verwachten veranderingen. Daarbij is de huidige situatie van sterke krimp in de sector de uitgangspositie. De factoren die van invloed zijn op de ideale functiemix op een rij: Krimp In de kinderopvang is het aantal sluitingen, faillissementen en gedwongen ontslagen inmiddels procentueel groter dan in enig andere sector in onze economie. Zowel de recessie als de beleidswijzigingen van de overheid liggen daaraan ten grondslag. Eind 2011 werkten er nog werknemers, in 2012 daalde dit aantal met In 2013 verliezen nog eens medewerkers hun baan en in 2014 en 2015 naar verwachting in totaal nog 3000 mensen. 8 Dat betekent een daling van maar liefst 23%.Tegelijkertijd komen er ondanks een sterk verminderde instroom van 40% jaarlijks nog afgestudeerde mbo ers en zo n 800 voor de kinderopvang opgeleide hbo ers bij op de kinderopvang-arbeidsmarkt. In een dergelijke situatie is verdringing van mbo-opgeleiden door hbo-opgeleide medewerkers een reëel vooruitzicht: hbo ers accepteren vanwege de ruime arbeidsmarkt sneller een baan op mboniveau. Op de site van de FCB zien we dat 35% van de medewerkers in de kinderopvang zich als overgekwalificeerd beschouwt. Zonder specifieke maatregelen is de kans groot dat zij na een paar jaar als de markt weer aantrekt weer vertrekken. Ook Calibris stelt in de SBB barometer 2013 dat de krimp vooral de lager opgeleiden in de kinderopvang raakt. In de ouderenzorg en ook in andere sectoren hebben zich vergelijkbare processen voorgedaan. Speciaal punt van aandacht is de samenstelling van de beroepsbevolking in Rotterdam: 60 % heeft een mbo-diploma. Functie van kinderopvang Een verschuiving in het denken over de functie van de kinderopvang is een tweede factor die van invloed is op het functiegebouw en functiemix. Sedert ongeveer 2000 krijgt in Nederland de leeftijdsfase van jonge kinderen meer aandacht: ervaringen in de periode van 0-4 jaar hebben veel invloed op hun ontwikkeling. Met de toenemende wetenschappelijke en beleidsmatige aandacht daarvoor wordt de functie van de kinderopvang tweeledig: het is zowel een arbeidsmarkt-instrument 8 Uit de aankondiging van het Sectorplan Kinderopvang van de FCB, november

22 als een voorziening voor de ontwikkeling van kinderen. Sommigen spreken zelfs van een verschuiving / verdringing van het perspectief. Hoe dan ook, de aandacht voor de ontwikkeling van kinderen staat in de sector steeds meer centraal. Dat maakt de vraag naar medewerkers die in hun opleiding voldoende kennis hebben opgedaan over de ontwikkeling van kinderen en de taken van de pedagogisch medewerker daarin steeds groter. Brede organisaties voor jeugd Het versnipperde aanbod aan voorzieningen voor kinderen van 0-12 jaar is steeds meer onderwerp van beleid. Niet alleen vanuit het oogpunt van versnipperde wet- en regelgeving, maar ook om inhoudelijke redenen van pedagogische afstemming en doorgaande lijn. Daarnaast kijkt men nog vanuit het perspectief van ouders en kinderen die de hele dag zich rotrennen van plek naar plek Alle initiatieven tot meer structurele samenwerking leiden tot bredere organisaties waarin meerdere mensen met een verschillende beroepsopleiding met elkaar gaan samenwerken. In elk geval zal de samenwerking met onderwijs aan kracht winnen. Dat vraagt tenminste nieuwe vaardigheden en een elementair inzicht in de taal van de andere collega. Beleidsmatige verschuivingen in het sociale domein We zien een verschuiving naar welzijnswerk en hulpverlening dichtbij huis, wijkgericht, preventief, activerend en op maat. Beleidsmatig krijgt dat bijvoorbeeld vorm in de transitie jeugdzorg en de WMO. In de kinderopvang als onderdeel van zijn sociale omgeving - betekent dit ook een manier van werken waarbij meer oog voor preventie ontstaat, voor vroegsignalering van opvallend gedrag, voor het betrekken van ouders in de zorg voor een pedagogisch doorgaande lijn met thuis en voor het samenwerken met andere (keten-)partners in de wijk. 4.2 Welke rollen dienen vervuld? In de kinderopvang zijn verschillende rollen te herkennen. Sommige daarvan worden door alle medewerkers die direct met kinderen werken op enigerlei wijze / niveau vervuld, andere zijn meer exclusief voor medewerkers met een specifieke functie of opleiding. De gewenste invulling van die rollen naar niveau en inhoudelijke accenten is ook weer onderhevig aan inhoudelijke, maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen. Hieronder worden per rol enkele opmerkingen gemaakt over de betreffende rol, accenten, verschuivingen. Voor de meer specifieke opleidingskarakteristieken verwijs ik naar paragraaf

23 De verzorgende rol Dit is een basale rol die alle medewerkers die op de groep staan vervullen. Het gaat dan om verzorging van de kinderen èn om verzorging van de ruimte. Het is duidelijk dat verzorging niet los kan staan van de pedagogische taken, noch van de ontwikkelingsgerichte werkzaamheden. In die zin is verzorging een onderdeel van een goed pedagogisch klimaat en behoort ze tot de kerntaken van pm3 en pm4 medewerkers. Voorheen werden ook lager opgeleiden (mbo2) op de groep hiervoor ingezet. Nu zien we dat zij met name in de facilitaire ondersteuning werken op locatieniveau of afscheid (moeten) nemen van de kinderopvang en uitstromen naar instellingen in de zorg. Het werkveld pedagogisch werk komt straks niet meer voor in het kwalificatiedossier voor niveau 2. De pedagogische rol Het gaat hier om het bieden van een veilige setting waarin kinderen zich prettig voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Juist omdat jonge kinderen nog niet goed hun behoeften en welbevinden verbaal kenbaar kunnen maken worden extra eisen gesteld aan de sensitieve responsiviteit van medewerkers en aan hun pedagogisch inzicht. Naast de interactie met individuele kinderen krijgt de laatste tijd ook de interactie tussen kinderen onderling - het groepsproces meer aandacht. Omdat voor jonge kinderen meer dan op enige andere leeftijd hun welbevinden en betrokkenheid dé twee voorwaarden zijn om te komen tot ontwikkeling, is het de pedagogische rol die aan gewicht wint. Ook (en juist nu) als de ontwikkeling van kinderen meer centraal komt te staan. Als de kinderopvang haar waarde wil expliciteren, dan ligt die vooral in de adequate pedagogische begeleiding van jonge kinderen. Voor jonge kinderen is dit een onontbeerlijke voorwaarde om zich te kunnen ontwikkelen. Met goed opgeleide pedagogisch medewerkers onderscheidt de kinderopvang zich van andere sectoren. Als pedagogisch medewerkers met Pw3 en P4 4 hun vak goed verstaan beschikken zij over een pedagogisch specialisme! In de huidige kwalificatiestructuur wordt aan de pw4-medewerker vaak een eindverantwoordelijke rol toegekend. De pedagogisch didactische rol In alle kinderopvang begeleiden pedagogisch medewerkers kinderen bij hun ontwikkeling. Als dit meer expliciet en doelgericht gebeurt zoals in de voor- en vroegschoolse educatie, dan spreken we over een pedagogisch - didactische rol. De cognitieve ontwikkeling met daarbinnen de taal- en rekenontwikkeling krijgt meestal een flink accent, doch velen wijzen ook op de relevantie van aandacht voor alle verschillende ontwikkelingsdomeinen. Kenmerken van het pedagogisch didactisch werken betreffen qua pedagogiek de aandacht voor het welbevinden en de betrokkenheid van het kind bij z n activiteit. Dat sluit vervolgens rechtstreeks aan bij de didactische rol die ligt in de aansluiting bij het ontwikkelingsniveau (observatie-instrumenten) en het planmatig werken naar volgende ontwikkelstadia, meestal met behulp van een vve-programma. Sinds enkele jaren ligt de nadruk op het opbrengstgericht werken waarbij nog explicieter dan voorheen met behulp van observatiesystemen en actieplannen systematisch en doelgericht wordt gewerkt aan het maximaliseren van prestaties 9. De SLO heeft hiervoor beheersingsdoelen voor het taal en rekenen voor het jonge kind opgesteld. 9 Inspectie van het Onderwijs. 23

Minister Asscher: peuterspeelzaal onder de kinderopvang

Minister Asscher: peuterspeelzaal onder de kinderopvang http://www.kinderopvangtotaal.nl/kinderdagverblijven/actueel/2013/12/kinderopvang-zet-eerstestap-naar-een-nieuw-stelsel-1417753w/ Onderaan de pagina vind je de link naar de brief van Asscher. Minister

Nadere informatie

Met het oog op de toekomst

Met het oog op de toekomst Met het oog op de toekomst De ideale functiemix in de begeleiding van jonge kinderen Publieksversie COLOFON Met het oog op de toekomst De ideale functiemix in de begeleiding van jonge kinderen. Publieksversie

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling! Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk Spelen in het belang van talentontwikkeling! Peuterspeelzalen en gemeente Sinds zestiger jaren vorige eeuw Vrijwilligersinitiatief soms met gemeentelijke stimuleringsubsidie,

Nadere informatie

Samen staan we sterker

Samen staan we sterker Samen staan we sterker Notitie voor Gemeente Berkelland over de harmonisatie en integratie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in Eibergen-Rekken-Beltrum 4 september 2008 SKER-DHG 1 Inleiding Medio

Nadere informatie

Handout Hoe worden wij een integraal kindcentrum?

Handout Hoe worden wij een integraal kindcentrum? Handout Hoe worden wij een integraal kindcentrum? Frank Studulski Kenniscentrum Kindcentra Deze handout gaat in op een veel gestelde vraag: hoe worden wij een integraal kindcentrum (IKC)? De handout geeft

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Kinderen profiteren van trainingen. Kinderen profiteren van training pm ers

Kinderen profiteren van trainingen. Kinderen profiteren van training pm ers Bron: website Kinderopvang totaal d.d. 28 mei 2015 Kinderen profiteren van trainingen Zoals u misschien wel weet, zijn pedagogisch medewerkers nooit uitgeleerd. Maar hebben die trainingen zin? En hebben

Nadere informatie

Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders

Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders Visie De pedagogische kwaliteiten van medewerkers bepalen voor een zeer groot deel de kwaliteit van de kinderopvang, passend bij

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 322 Kinderopvang Nr. 227 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Nadere informatie

De toekomst begint vandaag!

De toekomst begint vandaag! verder bouwen aan de kindcentra 0-13 s-hertogenbosch De toekomst begint vandaag! Als professionals, schoolbesturen, kinderopvangorganisaties en gemeente werken we samen aan de kindcentra 0-13 s-hertogenbosch;

Nadere informatie

Frank Studulski - Sardes 16 december 2011

Frank Studulski - Sardes 16 december 2011 Frank Studulski - Sardes 16 december 2011 Onderwerpen 1. Ontstaan brede school & definiëring 2. Theoretische basis 3. Ontwikkeling laatste tien jaar 4. Gebouwen 5. Integrale kindcentra 6. Opbrengsten 7.

Nadere informatie

Convenant Kindcentra

Convenant Kindcentra Convenant Kindcentra 2015 2018 1 Partijen: 1. Dak Kindercentra, vertegenwoordigd door mevrouw Briedé, voorzitter Raad van Bestuur; 2. Lucas Onderwijs, vertegenwoordigd door de heer van Vliet, voorzitter

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Dalfsen, augustus 2012 1 Inleiding Dit document is een uitwerking van de Notitie Beleid en uitvoering

Nadere informatie

Early Arts 23 mei 2018

Early Arts 23 mei 2018 Early Arts 23 mei 2018 Els Rienstra & Maaike Vaes Het Kinderopvangfonds PACT, Kindcentra 2020 Vandaag eerst een schets van de Nederlandse context Daarna inzoomen op kindcentra en cultuur en sport Kinderopvang

Nadere informatie

Tussen de opvang en ontwikkeling van kinderen staan wetten in de weg en praktische bezwaren

Tussen de opvang en ontwikkeling van kinderen staan wetten in de weg en praktische bezwaren Tussen de opvang en ontwikkeling van kinderen staan wetten in de weg en praktische bezwaren Presentatie voor de bijeenkomst Van nul tot twaalf in 2024; De toekomst van de kinderopvang en de relatie met

Nadere informatie

Preview. Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang. Pedagogische doelen. Wat is kwaliteit?

Preview. Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang. Pedagogische doelen. Wat is kwaliteit? Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang Preview Wat is kwaliteit? Stand van zaken anno 2009 Waarom VVE in de kinderopvang? Doelgroepen Professionalisering Kwaliteit van VVE: wat werkt? Wat voegt VVE toe?

Nadere informatie

Woordenschat en daadkracht!

Woordenschat en daadkracht! Woordenschat en daadkracht! Stadsregionaal Sectorplan Kinderopvang Peuterspeelzaalwerk Primair onderwijs Beroepsopleidingen Rotterdam-Rijnmond 2 Woordenschat en daadkracht! Inhoudsopgave 1. inleiding 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 279 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten Naar een integraal onderdeel van een samenhangend aanbod voor opvang & ontwikkeling van het Houtense jonge kind. Het bestuur en directie van de Peuterspeelzaal Houten

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Opdrachtgever: Hans Tanis, Wethouder Onderwijs Auteurs: Hans Erkens en Diana Vonk Datum: 9 oktober 2013 Inleiding 1.1. Aanleiding

Nadere informatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL GEMEENTERAAD MENAMERADIEL Menaam : 27 januari 2011 Portefeuillehouder : A. Dijkstra Punt : [08] Behandelend ambtenaar : A. Buma Doorkiesnummer : (0518) 452918 Onderwerp : Wet OKE / VVE 2011-2014 Inleiding

Nadere informatie

Voorbeeldconvenant Vooren Vroegschoolse Educatie

Voorbeeldconvenant Vooren Vroegschoolse Educatie Voorbeeldconvenant Vooren Vroegschoolse Educatie Partijen: Schoolbestu(u)r(en) basisonderwijs :... Bestu(u)r(en) kinderopvang :... Bestu(u)r(en) peuterspeelzaalwerk :... Gemeente :... < Overige partijen

Nadere informatie

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden Waarom harmoniseren? Onderwijs 0-4 is een beleidsveld dat volop in beweging is. Daarbij heeft het ook nog eens veel raakvlakken heeft met de preventieve,

Nadere informatie

Agendanummer: Begrotingswijz.:

Agendanummer: Begrotingswijz.: Agendanummer: Begrotingswijz.: CS1 Notitie samenwerking en spreiding kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en primair Onderwerp : onderwijs 'Een stap in het bundelen van krachten' Kenmerk: 10/0025968 Aan de

Nadere informatie

Politieke partijen over kinderopvang

Politieke partijen over kinderopvang Politieke partijen over kinderopvang Onderstaande teksten komen letterlijk uit de verschillende partijprogramma s. Doel van dit document is om een overzicht te bieden van de standpunten over kinderopvang

Nadere informatie

VVE op het platteland biedt kansen!?

VVE op het platteland biedt kansen!? VVE op het platteland biedt kansen!? Marga Salakory m.salakory@giralisgroep.nl Anne Marie Klomp a.klomp@giralisgroep.nl Inhoud deelsessie Landelijke en regionale ontwikkelingen in VVE, onderwijs en opvang

Nadere informatie

SPH Beleid Kwaliteit in opvang

SPH Beleid Kwaliteit in opvang SPH Beleid Kwaliteit in opvang Inleiding In het afgelopen jaar heeft SPH een grote stap gemaakt in de ontwikkeling van een maatschappelijke voorziening in Hillegom naar een organisatie met meer aandacht

Nadere informatie

Op weg naar Kindcentra 0-13 jaar in Arnhem

Op weg naar Kindcentra 0-13 jaar in Arnhem Op weg naar Kindcentra 0-13 jaar in Arnhem november 2013 Op weg naar Kindcentra 0-13 jaar in Arnhem Een aantal organisaties in Arnhem heeft het initiatief genomen om (vormen van) Integrale Kindcentra te

Nadere informatie

EEN GOEDE START VOOR HET JONGE KIND

EEN GOEDE START VOOR HET JONGE KIND EEN GOEDE START VOOR HET JONGE KIND Tweede Kamer, 2 juli 2015 Adviesvraag Tweede Kamer Welke inrichting van het (voor)schoolse stelsel is het meest adequaat om alle kinderen een goede start te bieden?

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 322 Kinderopvang Nr. 243 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Nadere informatie

Peuterwerk in het sociaal domein

Peuterwerk in het sociaal domein Peuterwerk in het sociaal domein Position Paper Februari 2017 1 Visie op peuterwerk in het sociaal domein De SER, landelijke politieke partijen en gemeenten onderstrepen dat sociaal beleid méér is dan

Nadere informatie

Position paper Harmonisatie en de Utrechtse kinderopvang. KMN-Kind&Co, KOKO kinderopvang, Ludens, Partou, Saartje

Position paper Harmonisatie en de Utrechtse kinderopvang. KMN-Kind&Co, KOKO kinderopvang, Ludens, Partou, Saartje Auteur(s) KMN-Kind&Co, KOKO kinderopvang, Ludens, Partou, Saartje Datum 30 september 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 HARMONISATIE 3 2.1 LANDELIJK PERSPECTIEF 3 2.2 UTRECHTS PERSPECTIEF 4 3 SPEELVELD

Nadere informatie

Beleidscontext VVE + actualiteiten

Beleidscontext VVE + actualiteiten Beleidscontext VVE + actualiteiten Elly Dekker, beleidsadviseur VNG Ronde tafelconferentie taalachterstanden 18 januari 2016 Landelijke ontwikkelingen Wetsvoorstel Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalen

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders Burgemeester en wethouders Raadsvoorstel voor behandeling in oordeelvormende/besluitvormende vergadering Datum vergadering 23 juni 2016 Zaaknummer : Onderwerp Beleidskader peuteropvang 49262 Agendapunt

Nadere informatie

2513AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA1Xa Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Inspectie in kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Inspectie in kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Inspectie in kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Augustus 2013 1. Betrokken partijen bij het toezicht op dagopvang en peuterspeelzalen.3 2. Inspectie door de GGD.4 3. Handhaving kwaliteit van peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Gemeente Purmerend Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Juli 2011 INHOUDSOPGAVE Samenvatting.....2 1 Inleiding. 2 2. Begrippenkader...2 3. Aanleiding........3

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving

Nadere informatie

IKC. Geen sexy naam, he?! Inleiding IKC conferentie Arnhem 11 november Toni Britsia, projectleider

IKC. Geen sexy naam, he?! Inleiding IKC conferentie Arnhem 11 november Toni Britsia, projectleider IKC Geen sexy naam, he?! Inleiding IKC conferentie Arnhem 11 november 2015 Toni Britsia, projectleider Vanwege bv Lina en Danya Waarom een integrale voorziening? zodat ieder kind in staat is zich zodanig

Nadere informatie

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen Harmonisatie peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang Vooraf De gemeente

Nadere informatie

De gemeente als aanjager van de doorgaande lijn

De gemeente als aanjager van de doorgaande lijn Frank Studulski De gemeente als aanjager van de doorgaande lijn Gemeenten kunnen een doorgaande lijn van voorschools naar vroegschools bevorderen. Als voorbeeld kijken we naar de gemeente s-hertogenbosch,

Nadere informatie

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang 1 Aanleiding Op 1 januari 2018 is de nieuwe wet Kinderopvang in werking getreden. Dit was een aanleiding voor nieuw beleid ten aanzien van peuteropvang

Nadere informatie

KINDCENTRA 2020 HET INITIATIEF

KINDCENTRA 2020 HET INITIATIEF KINDCENTRA 2020 HET INITIATIEF 10 e jaarcongres Brede School 23 april 2015 o Welkom! o Even voorstellen: o Martijn van der Kroef, directeur bestuurder KinderRijk (Amstelveen en Amsterdam) o René Peeters,

Nadere informatie

Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE

Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 13 september 2016 1 INLEIDING Aanleiding Voorschoolse

Nadere informatie

20 juni Informatiebijeenkomst Jonge Kind

20 juni Informatiebijeenkomst Jonge Kind 20 juni 2016 Informatiebijeenkomst Jonge Kind Inhoud bijeenkomst Harmonisatie, stand van zaken: (Danielle Wille) Recente onderzoeksresultaten en aangekondigde kwaliteitsmaatregelen (Rob Lenoir) Subsidies:

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak Voorschoolse voorzieningen in Gouda visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 afdeling Maatschappelijk beleid Gouda, april 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Terugblik Nota Beleid

Nadere informatie

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie De Akkers Kwaliteitsonderzoek vroegschoolse educatie Datum vaststelling: 15 maart 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 6 november 2018 een onderzoek uitgevoerd in groep 1 en 2 van basisschool OBS De

Nadere informatie

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE Locatie(s) : Plaats :3841 HA Harderwijk Onderzoeksnummer :16281 Datum onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting jaarrapportage kinderopvang 2015.

Samenvatting jaarrapportage kinderopvang 2015. Samenvatting jaarrapportage kinderopvang 2015. Dit is de samenvatting van de Jaarrapportage 2015 van AKROS Kinderopvang. In het jaarverslag presenteren wij u met trots de belangrijkste ontwikkelingen en

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden-Drenthe Plaats : Beilen Gemeentenummer : 1731 Onderzoeksnummer : 288094 Datum onderzoek : 11 februari

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Het gemeentelijke beleid is in beweging. De decentralisaties in het sociale domein brengen nieuwe taken voor gemeenten met zich mee én bieden ruimte om de zaken

Nadere informatie

De tijden van het kind Congres De basisschool van half acht tot zeven. A.M.L. van Wieringen Voorzitter Onderwijsraad. Amersfoort, 2 november 2006

De tijden van het kind Congres De basisschool van half acht tot zeven. A.M.L. van Wieringen Voorzitter Onderwijsraad. Amersfoort, 2 november 2006 De tijden van het kind Congres De basisschool van half acht tot zeven A.M.L. van Wieringen Voorzitter Onderwijsraad Amersfoort, 2 november 2006 DE TIJDEN VAN HET KIND Inhoudsopgave Vanuit kinderen denken,

Nadere informatie

Doorgaande lijn in beeld. Instrument voor onderwijs en opvang

Doorgaande lijn in beeld. Instrument voor onderwijs en opvang Doorgaande lijn in beeld Instrument voor onderwijs en opvang Doorgaande lijn in beeld De ontwikkeling van het kind is uitgangspunt bij de doorgaande lijn. Wat heeft een kind nodig om zich goed te ontwikkelen?

Nadere informatie

sine limite voor ieder kind

sine limite voor ieder kind Opbrengsten en bereik nog beter in beeld VVE: resultaten 2016-2017 Deze vijfde VVE Monitor brengt de resultaten van VVE in schooljaar 2016-2017 in kaart. Dankzij ons VVE-beleid kunnen peuters in Deventer

Nadere informatie

Stuurgroep Harmonisatie VVE VVE beleidsgroep

Stuurgroep Harmonisatie VVE VVE beleidsgroep 1 Zaanse Visie op VVE gemeente Zaanstad Sector Maatschappelijke Ontwikkeling AAN Stuurgroep Harmonisatie VVE VVE beleidsgroep VAN VASTGESTELD 24 mei 2016 AANTAL PAGINA S 5 1) Inleiding Voor u ligt de Zaanse

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 12.0095 Rv. nr.: 12.0095 B en W-besluit d.d.: 18-9-2012 B en W-besluit nr.: 12.0802 Naam programma: Jeugd en onderwijs Onderwerp: Beleidsuitgangspunten voorschoolse voorzieningen en de relatie

Nadere informatie

Kindcentra en de positie van de gemeente

Kindcentra en de positie van de gemeente NOTITIE Kindcentra en de positie van de gemeente 700.000 kinderen kijken u aan Zoveel kinderen in de leeftijd tussen nul en vier jaar telde Nederland op 1 januari 2015 1. Voor zover deze kinderen al konden

Nadere informatie

Evaluatie pilot VVE Nieuwleusen

Evaluatie pilot VVE Nieuwleusen Evaluatie VVE Pilot Nieuwleusen Een samenwerking tussen: Doomijn peuterspeelzaal Kon. Julianalaan Landstede Kinderdagverblijf t Hummelhof Carinova consultatiebureau Nieuwleusen Gemeente Dalfsen Maart,

Nadere informatie

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr:

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr: Informatienota Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente BBV nr: 2016/450120 1. Inleiding De gemeente Haarlem is sinds de inwerkingtreding van de

Nadere informatie

Hoe ziet het Nederlandse ecec-landschap eruit anno 2012?

Hoe ziet het Nederlandse ecec-landschap eruit anno 2012? Hoe ziet het Nederlandse ecec-landschap eruit anno 2012? Spreker Josette Hoex Datum 17 februari 2012 ..nogal vol, en soms een beetje glibberig!! 2 In 2005 werd kinderopvang 0 13 jaar Een commerciële branche

Nadere informatie

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen Bijlage hoofdstuk 2 8 januari 2016 Bijlage behorende bij hoofdstuk 2 van het SER advies Kindvoorzieningen: Evaluaties van (de kwaliteit van) Nederlandse kindvoorzieningen Fukkink et al. (2013); Veen et

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 Voorschoolse voorzieningen in Gouda visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 afdeling Maatschappelijk beleid Gouda, februari 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Terugblik Nota

Nadere informatie

Kindcentra Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020

Kindcentra Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020 Kindcentra 2020 Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020 Op een fundament van schotsen kun je niet bouwen Kindcentra 2020 Vier kopgroepen van bestuurders uit: Primair onderwijs Kinderopvang

Nadere informatie

Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede

Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede Anneke Elenbaas van Ommen - 20 maart 2012 SAMENWERKEN AAN DE DOORGAANDE LIJN IN ZORG EN EDUCATIE BINNEN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE PERIODE Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede Programma Welkom en toelichting

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Nieuwkoop Plaats : Ter Aar Gemeentenummer : 0569 Onderzoeksnummer : 277962 Datum onderzoek : 4 november 2014

Nadere informatie

Bestuursafspraken G4/G33 -Rijk Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen

Bestuursafspraken G4/G33 -Rijk Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen Bestuursafspraken G4/G33 -Rijk Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen In de bestuursafspraken, die voor de periode 2012-2015 worden gesloten, worden afspraken gemaakt over de

Nadere informatie

Kindcentra 2020 Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020

Kindcentra 2020 Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020 Kindcentra 2020 Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020 Op een fundament van schotsen kun je niet bouwen Kindcentra 2020 Vier kopgroepen van bestuurders uit: Primair onderwijs Kinderopvang

Nadere informatie

Pedagogische kwaliteit in beweging

Pedagogische kwaliteit in beweging Pedagogische kwaliteit in beweging De kinderopvang staat voor grote uitdagingen: kinderen een veilige basis en voldoende uitdaging bieden voor een gezonde ontwikkeling en hen voorbereiden op het basisonderwijs.

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer mr. L.F. Asscher Staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Drs. S. Dekker Postbus 90801 2509 LV 'S-GRAVENHAGE cc. Vaste Kamercommissies

Nadere informatie

Harmonisatie van voorschoolse voorzieningen in de gemeente Utrecht

Harmonisatie van voorschoolse voorzieningen in de gemeente Utrecht Harmonisatie van voorschoolse voorzieningen in de gemeente Utrecht Hier komt tekst Vervolgbijeenkomst Hier 9 november komt ook tekst 2016 BEDOELING Een passend aanbod van hoge kwaliteit en een groot bereik

Nadere informatie

Nota. Ouderbeleid Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Hilversum

Nota. Ouderbeleid Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Hilversum Nota Ouderbeleid Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Hilversum 1 Inhoud Inleiding... 3 Doel... 3 Leeswijzer... 3 Visie en uitgangspunten... 4 Visie... 4 Uitgangspunten... 4 Indicatoren... 5 Gemeentelijk

Nadere informatie

Feiten en cijfers over Kinderopvang

Feiten en cijfers over Kinderopvang over Kinderopvang 1. De kosten van kinderopvang De Kinderopvangtoeslag is er voor alle werkende ouders De Wet kinderopvang geeft vanaf 1 januari 2005 alle werkende/studerende ouders die van kinderopvang

Nadere informatie

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 1. Inleiding Kinderen ontplooien zich later beter in onderwijs en maatschappij als hun start goed is. Als een kind in de voor- of vroegschoolse

Nadere informatie

31322 Kinderopvang Aanpak onderwijsachterstanden. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

31322 Kinderopvang Aanpak onderwijsachterstanden. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 31322 Kinderopvang 27020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 327 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Boefje

Kinderdagverblijf Boefje Kinderdagverblijf Boefje Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 8 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 14 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Voorschoolse Voorzieningen anno 2015: Voornemens en veranderingen

Voorschoolse Voorzieningen anno 2015: Voornemens en veranderingen Voorschoolse Voorzieningen anno 2015: Voornemens en veranderingen Een betere basis voor peuters: de Harmonisatie Vanuit de kabinetsvisie Een betere basis voor peuters zijn er diverse veranderingen in gang

Nadere informatie

GMR. 17 december 2012

GMR. 17 december 2012 GMR Structuur medezeggenschap Aanleiding Hoofdlijn structuur medezeggenschap Concept reglementen Voorstel proces Structuur medezeggenschap Huidige reglementen uit 2007 GMR-reglement op enkele punten niet

Nadere informatie

Sector Kinderopvang 2015: feiten, cijfers & ontwikkelingen

Sector Kinderopvang 2015: feiten, cijfers & ontwikkelingen Publieksversie Brancherapport 2015 Het volledige Brancherapport 2015 vindt u op www.kinderopvang.nl Sector Kinderopvang 2015: feiten, cijfers & ontwikkelingen 2 Sector Kinderopvang 2015: feiten, cijfers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 264 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Kinderopvang in eigen beheer. Resultaten marktonderzoek

Kinderopvang in eigen beheer. Resultaten marktonderzoek Kinderopvang in eigen beheer Resultaten marktonderzoek Opgesteld door K. Soldaat Kenmerk Resultaten marktonderzoek Datum 26 juli 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Resultaten algemeen 4 3 Het makelaarsmodel

Nadere informatie

Janny Reitsma

Janny Reitsma Welkom 1998 2006 2011 2019 Janny Reitsma PACT: een landelijk innovatieproject Bouwen aan een hoogwaardige pedagogische basisvoorziening voor kinderen, waarin IEDER kind meetelt, meedoet en leert: een inclusieve

Nadere informatie

NIEUW LEIDERSCHAPSOPLEIDING INTEGRAAL KINDCENTRUM

NIEUW LEIDERSCHAPSOPLEIDING INTEGRAAL KINDCENTRUM NIEUW LEIDERSCHAPSOPLEIDING INTEGRAAL KINDCENTRUM Leiderschapsopleiding INTEGRAAL KINDCENTRUM In een Integraal Kindcentrum (IKC) zijn de grenzen tussen onderwijs en opvang, tussen spelen en leren, tussen

Nadere informatie

HARMONISATIE VVE IN PEUTERSPEELZALEN-VVE EN KINDERDAGVERBLIJVEN met VVE

HARMONISATIE VVE IN PEUTERSPEELZALEN-VVE EN KINDERDAGVERBLIJVEN met VVE HARMONISATIE VVE IN PEUTERSPEELZALEN-VVE EN KINDERDAGVERBLIJVEN met VVE De afgelopen maanden hebben er verschillende bijeenkomsten plaatsgevonden met partners in het veld. Daar zijn vragen geïnventariseerd.

Nadere informatie

Convenant. Kinderopvang en Onderwijs: Competentiegericht opleiden in de Kinderopvangorganisaties in de regio Limburg Zuid 2010-2013

Convenant. Kinderopvang en Onderwijs: Competentiegericht opleiden in de Kinderopvangorganisaties in de regio Limburg Zuid 2010-2013 Convenant Kinderopvang en Onderwijs: Competentiegericht opleiden in de Kinderopvangorganisaties in de regio Limburg Zuid 2010-2013 Dit convenant beschrijft de samenwerking tussen de aanbieders van Kinderopvang

Nadere informatie

De doorgaande (leer)lijn

De doorgaande (leer)lijn Welkom De doorgaande (leer)lijn Versie Beginners Presentatie door: Anja de Rooij en Suze van de Pol 22-04-2014 Kennismaking Programma Hand-out Uw ervaringen vragen en uw motto Programma Wettelijk kader

Nadere informatie

IKC Het Balkon. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

IKC Het Balkon. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie IKC Het Balkon Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 2 juli 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 18 juni een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de voorschoolse

Nadere informatie

Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad 2015-2018

Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad 2015-2018 Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad 2015-2018 Vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zaanstad. Datum: 2 juli 2015 Ingangsdatum: 1 augustus 2015 Wettelijke grondslagen

Nadere informatie

mei 2017 Het integraal kindcentrum

mei 2017 Het integraal kindcentrum mei 2017 Het integraal kindcentrum 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 Aanleiding 3 Landelijke context 3 2. Wat is een integraal kindcentrum? 5 3. Waarom een integraal kindcentrum? 6 Antwoord op maatschappelijke

Nadere informatie

3. Protocollen en reglementen VE Beleid Datum 9 januari 2014 Versie 1 Blad 1 van 7

3. Protocollen en reglementen VE Beleid Datum 9 januari 2014 Versie 1 Blad 1 van 7 Blad 1 van 7 CONCEPT VE BELEID Versie januari 2014 Blad 2 van 7 INHOUD 1. INLEIDING 3 2. DE DOELGROEP 3 3. DE VE-PEUTERSPEELZAAL 3 4. TAALNIVEAU VAN DE PEUTERLEIDSTERS 4 5. COACHING ON THE JOB: DE HBO-COACH

Nadere informatie

Conferentie Brede buurtschool Kansen voor iedereen!

Conferentie Brede buurtschool Kansen voor iedereen! Gemeente Den H aag Conferentie Brede buurtschool Kansen voor iedereen! Woensdag 5 juni 2013 Gemeente Den H aag Sessie F. Integraal kindcentrum Frank Studulski senioradviseur / procesbegeleider Sardes Gespreksleider:

Nadere informatie

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

Nadere informatie