noiaïerinzagelegging mi

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "noiaïerinzagelegging mi 7410751"

Transcriptie

1 Octrooiraad noiaïerinzagelegging mi Nederland [19] NL [54] Werkwijze ter bereiding van aan uraniumoxiderijke materialen uit uraniumhexafluoride [51] Int Cl 2 C01G43/02 [71] Aanvrager: General Electric Company te Schenectady, New York, Ver St.v Am [74] Gem Ir G H Boelsmacs Octrooibureau Polak & Charlouis Laan Copes van Cattenburch 80 's Gravenhage [21] Aanvrage Nr [22] Ingediend 9 augustus 1974 [32] Voorrang vanaf 10 augustus 1973 [33] Land van voorrang Ver St v Am. (US) [31] Nummer van de voorrangsaanvrage(n) Nr [23] -- [61] -- [62] -- [43] Ter inzage gelegd 12 februari 1975 De aan dit blad gehechte stukken zijn een afdruk van de oorspronkelijk ingediende beschrijving met conclusie(s) en eventuele tekening(en)

2 Ï PSC S General Electric Company te Schenectady, New York, Verenigde Staten van Amerika Werkwijze ter bereiding van aan' uraniumoxiderijke materialen uit uraniumhexafluoride. Oxiden van uranium bezitten verschillende toepassingen op het gebied van de kernenergie. Uraniumdioxide werd toegepast als brandstof voor kernreactors. Voor toepassing bij kernenergie dient het uraniumdioxide een laaggehalte aan verontreinigingen te hebben, een bepaalde mate van verrijking met isotoop U en een bepaald dichtheidstraject. De verrijking van uranium heeft gewoonlijk plaats onder toepassing van de verbinding uraniumhexafluoride, zodat er een werkwijze nodig is om uraniumhexafluoride om te zetten in uraniumdioxide in een vorm, die gemakkelijk tot voorwerpen met een laag fluoridegehalte verwerkt kan worden. 10 Volgens een bekende werkwijze voor het omzetten van uraniumhexafluoride tot uraniumoxide past men hydrolyse toe van uraniumhexafluoride, waarbij een oplossing van uranylfluoride en fluorwaterstof verkregen wordt, waaruit de toevoeging van ammoniak ammoniumdiuranaat wordt neergeslagen. Nadat het ammoniumdiuranaat, dat een hoog gehalte aan fluoride-ionen bevat, gewonnen 15 is wordt het opgelost in salpeterzuur en de verwijdering van fluoride-verontreiniging uit de verkregen oplossing van uranylnitraat werd uitgevoerd door middel van extractie met een oplosmiddel. Uit de verkregen gezuiverde uranylnitraatoplossing wordt weer ammoniumdiuranaat neergeslagen en vervolgens wordt dit gecalcineerd onder vorming van U 0, dat op zijn beurt met 3 o 20 waterstof gereduceerd wordt tot uraniumdioxide. Men heeft getracht deze ingewikkelde en dure omzetting van ammoniumdiuranaat te vervangen door een in de gasfase plaatshebbende reactie van uraniumhexafluoride en een zuurstofhoudende atmosfeer. Een dergelijke werkwijze is voorgesteld in het Amerikaanse octrooischrift en volgens deze 25 werkwijze laat men uraniumhexafluoride met stoom reageren bij een temperatuur van tenminste 130 C en bij aanwezigheid van een gas, dat inert is ten opzichte van deze omzetting. Bij deze reactie wordt uranylfluoride in poedervorm met 2 een specifiek oppervlak van 3-12 m /g gevormd. Het uranylfluoridepoeder wordt vervolgens in urabiumdioxide omgezet onder toepassing van waterstof en stoom 30 bij een temperatuur van C. Deze werkwijze heeft het bezwaar, dat een reactor met 2 kamers nodig is. Volgens een andere werkwijze, die beschreven is in het Amerikaanse octrooi O

3 - 2 - schrift , verkrijgt men uraniumdioxide door gasvormig uraniumhexafluoride innig en op homogene wijze te mengen met stoom en tenminste een reducerend gas, gekozen uit waterstof, ammoniak en koolmonoxide. Bij deze werkwijze ontwikkelt zich een snelle spiraalvormige beweging van de reageren- 5 de gassen, wat bereikt wordt door de reagerende gassen de convergerende gasinleidbuizen in te voeren, die uitkomen in een vertikaal opgestelde reactor. Deze werkwijze bezit inherente beperkingen van de produktiesnelheid van uraniumdioxide. In de Japanse octrooipublicatie van 1966 wordt een andere werk- 10 wijze beschreven, waarbij drie afzonderlijke concentrische buizen gebruikt om de volgende materialen in een reactiekamer te brengen: (1) een gasvormig mengsel van uraniumhexafluoride, waterstof en zuurstof door een buis, (2) waterstof door een tweede buis en (3) zuurstof door de derde buis. De kamer wordt met waterstof gevuld en de binnentredende gassen reageren in een 15 vlam, die door een ontstekingsinrichting gevormd wordt. Aangezien waterstof en zuurstof in dezelfde buis met het uraniumhexafluoride gemengd worden, wordt het uraniumhexafluoride in uraniumoxide omgezet, wanneer het voor het eerst in kontakt komt met de vlam. De in de tekening van deze publicatie weergegeven vlam treedt op aan het einde van de concentrische buizen, waarmee 20 de gassen in de kamer worden gevoerd. Door proeven is aangetoond, dat dit een ophoping van afzettingen aan de einden van de concentrische buizen kan veroorzaken, wat tot verstopping leidt, waardoor het proces onderbroken wordt. De werkwijze is derhalve discontinu, aangezien een periodieke verwijdering van deze afzettingen vereist is alvorens de reactie verder kan voortgaan. 25 Een andere poging om de bovengenoemde ingewikkelde en dure werkwijze met omzetting van ammoniumdiuranaat te vervangen door een succesvolle reactie van uraniumhexafluoride in de gas-fase is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage Deze werkwijze kan worden samengevat als een werkwijze ter bereiding van een aan uraniumdioxiderijk materiaal uit uraniumhexafluoride 30 in een reactor, die een reactiezone begrenst, en bij aanwezigheid van een actieve vlam, waarbij men: (a) een eerste gasvormig mengsel van reactiecomponenten, bevattende uraniumhexafluoride en een zuurstofhoudend dragergas in de reactiezone leidt, (b) afzonderlijk als tweede gasvormige reactiecomponent een reducerend 35 gas in de reactiezone leidt en (c) afzonderlijk een schutgas in de reactiezone leidt tussen de eerste gas

4 - 3 - vormige reactiecomponent en de tweede gasvormige reactiecomponent, welk schutgas tijdelijk een aanmerkelijke menging en reactie van de eerste en tweede gasvormige reactiecomponent voorkomt totdat voldoende onderlinge diffusie van de ractiecomponenten plaatsheeft, naarmate de reactiecomponenten 5 $e reactiezone stromen. Een verbetering van de bovengenoemde werkwijze is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage Deze werkwij ze kan worden samengevat als een werkwijze ter bereiding van eenaauraniumoxiderijk-materiaal uit uraniumhexafluoride in een reactiezone bij aanwezigheid van een actieve 10 vlam, waarbij men: (a) een mengsel van uraniumhexafluoride en een zuurstfhoudende dragergas als eerste gasvormige reactiecomponent in de reactiezone leidt, (b) afzonderlijk als tweede reactiecomponent een reducerend gas in de reactiezone leidt, 15 (c) afzonderlijk tussen de eerste en tweede gasvormige reactiecomponent een schutgas in de reactiezone leidt, dat tijdelijk een aanmerkelijke menging en reactie tussen de eerste en tweede gasvormige reactiecomponent voorkomt tot voldoende onderlinge diffusie van de reactiecomponenten plaatsheeft, naarmate de reactiecomponenten door de reactiezone stromen en 20 (d) een derde gasvormige reactiecomponent, die een zuurstofhoudend gas bevat, invoert en in kontakt brengt met het deeltjesvormige, aan uraniumdioxiderijke materiaal en de gasvormige reactieprodukten onder omzetting van het resterende reducerende gas in de reactiezone tot een geoxideerde vorm en onder oxidatie van het aan uraniumdioxiderijke materiaal tot een hoger oxide 25 van uranium. Bij een microscopisch onderzoek blijken het aan uraniumdioxiderijke materiaal, verkregen volgens de werkwijze van de Nederlandse octrooiaanvrage en het aan uraniumoxiderijke materiaal, verkregen door de werkwijze van de Nederlandse octrooiaanvrage de vorm te hebben van een poeder, 30 samengesteld uit deeltjes van afzonderlijke kristalvormen, die een in het algemeen uniform regelmatig oppervlak bezitten. Wanneer een dergelijk poeder samengeperst wordt tot een groen persstuk, vertoont dit poeder de beperking, dat het verkregen geperste voorwerp een betrekkelijk geringe groene sterkte bezit. Derhalve was het gewenst een werkwijze voor het omzetten van uranium- 35 hexafluoride tot uraniumoxide uit te voeren, waarbij een poeder verkregen wordt met dendritische of semideridri-tische deeltjes. Een uit dergelijke

5 deeltjes gevormd poeder zou uitstekende eigenschappen vertonen en bij verdichting een voortbrengsel geven met aanzienlijk hogere groene sterkte. Men heeft gesteld, dat de werkwijze voor het in een vlam omzetten van uraniumhexafluoride in een uraniumoxide zodanig dient te worden uitgevoerd, dat (1) de vorming van uraniumtetrafluoride als een tussenprodukt in een vroeg stadium van het proces mogelijk is, (2) een meer diffusé en stabiele vlam bij het proces gevormd wordt en (3) een goede regeling van de temperatuur van het in de vlam uitgevoerde proces verkregen wordt. Verrassenderwijs werd nu gevonden, dat de omzetting van gasvormig uraniumhexafluoride in een aan uraniumdioxiderijk materiaal uitgevoerd kan worden bij aanwezigheid van een actieve vlam in een reactiezone door afzonderlijk een eerste gasvormige reactiecomponent, die een mengsel van uraniumhexafluoride en een reducerend dragergas bevat, en een tweede gasvormige reactiecomponent, die een zuurstofhoudend gas bevat, in te voeren, waarbij de reactiecomponenten gescheiden worden door een schutgas, wanneer zij in de reactiezone worden gevoerd. De omzetting van het uraniumhexafluoride in een aan uraniumdioxiderijk materiaal geeft een vlam in de reactiezone, die brandt op een plaats, die zich op een afstand van of hoger dan de inlaat bevindt, die gebruikt wordt om het gasvormige mengsel in de reactiezone te voeren. Hierdoor treedt er geen ophoping op van vaste stoffen of condensatie van waterdamp bij het uiteinde van de voor het invoeren van het mengsel in de reactiezone gebruikte inlaat en is er geen onderbreking van het proces. De omzetting van uraniumhexafluoride in een aan uraniumdioxiderijk materiaal kan een daaropvolgende stap omvatten, waarbij een derde gasvormige reactiecomponent, die een zuurstofhoudend gas bevat, in kontakt wordt gebracht met het deeltjesvormige, aan uraniumdioxiderijke materiaal en de gasvormige reactieprodukten, waardoor eventueel resterend reducerend gas in de reactiezone tot een geoxideerde vorm wordt omgezet en het aan uraniumdioxiderijke materiaal geoxideerd wordt tot een hoger oxide van uranium of een aan uraniumoxiderijk materiaal. Het aan uraniumdioxiderijke materiaal en het aan uraniumoxiderijke materiaal van de uitvinding vertonen verrassende eigenschappen, aangezien beide materialen dendritische of semidendritische deeltjes bevatten. Deze componenten vertonen uitmuntende eigenschappen en geven bij verdichting een voortbrengsel, dat een hogere groene sterkte bezit.

6 - o - Volgens de uitvinding wordt een continue reactie in de gasfase verschaft voor het omzetten van uraniumhexafluoridetot een aan uraniumdioxiderijk materiaal of tot een aan uraniumoxiderijk materiaal, waarbij ieder materiaal de vorm heeft van een poeder, dat dentrische of semidentrische deeltjes bevat. 5 Voorts verschaft de uitvinding een continue reactie in de gasfase voor het omzetten van uraniumhexafluoride in een aan uraniumdioxide of aan uraniumoxiderijk materiaal, bij welke reactie geen reactieprodukten opgehoopt worden aan het uiteinde of openeinde van de inlaat, die toegepast wordt voor het invoeren van de reactiecomponenten in de reactiezone. 10 Verder maakt de uitvinding het mogelijk een zuurstofhoudend gas, een reducerend gas en uraniumhexafluoride in een reactiezone in te voeren voor een omzetting 'in een vlam op een wijze, die een snelle menging van de reactiecomponenten en een korte.. reactievlam verzekert. Ook maakt de uitvinding het mogelijk een mengsel van uraniumhexafluoride 15 aan een dragergas te omringen met een schutgas, als het in de reactiezone gevoerd wordt voor een vlamreactie. Bovendien verschaft de uitvinding een werkwijze voor het omzetten van uraniumhexafluoride in een aanuraniumdioxiderijk materiaal, waarbij de reactievlam op enige afstand of hoogte brandt van de inlaat, die toegepast wordt 20 voor het invoeren van het uraniumhexafluoride in de reactiezone. Tevens verschaft de uitvinding een werkwijze, waarbij de bij de omzetting van uraniumhexafluoride in een aan uraniumdioxiderijk materiaal vrijkomende warmte benut wordt voor een daaropvolgende omzetting van het aan uraniumdioxiderijke materiaal tot hogere oxiden van uranium en de omzetting van eventueel 25 resterend reducerend gas tot zijn geoxideerde vorm door invoering van een derde gasvormige reactiecomponent, die een zuurstofhoudend gas bevat, in de reactiezone op het tijdstip en de plaats in de reactiezone, waarbij de omzetting van uraniumhexafluoride in het aan uraniumdioxiderijke materiaal praktisch voltooid is. 30 Bovendien maakt de uitvinding het mogelijk het uraniumoxideprodukt te verwerken tot voorwerpen van een gewenste configuratie om in splijtstofstaven aan te brengen. & aan Verder kan men volgens de uitvinding de bij de omzetting van een uraniumhexafluoride tot een aan uraniumdioxide of een aan uraniumoxiderijk 35 materiaal verkregen gasstroom condenseren tot waterig fluorwaterstofzuur als

7 neveiiprodukt van commerciële kwaliteit. Daarenboven maakt de uitvinding het mogelijk te voorkomen, dat zich overmatige afzettingen aan de wanden vormen, die de warmte-overdracht na en van de reactiezone zouden hinderen. Een en ander wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de onderstaande beschrijving en de bijgevoegde tekeningen. Het bovenstaande wordt bereikt bij een nieuwe werkwijze voor het thermisch omzetten van gasvormig uraniumhexafluoride in een aan uraniumoxiderijk materiaal bij aanwezigheid van een autogene vlam in een reactiezone, waarin afzonderlijk een mengsel van uraniumhexafluoride en een reducerend dragergas als eerste gasvormig reactiecompónent, een zuurstofhoudend gas als tweede gasvormig reactiecomponent en een schutgas, dat tijdelijk de eerste en tweede gasvormig.- reactiecomponent van elkaar scheidt en tijdelijk een aanmerkelijke menging en reactie van de gasvormige reactiecomponenten voorkomt, gevoerd worden. Het schutgas voorkomt tijdelijk, dat het zuurstofhoudende gas in het mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas diffundeert en voorkomt ook tijdelijk diffusie van het mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas in het zuurstofhoudende gas totdat het mengsel zich van de inlaat, waardoor het mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas in de reactiezone wordt gevoerd, afbewogen heeft. Na een korte tijd treedt voldoende onderlinge diffusie van de gassen op en heeft een vlamreactie plaats. Volgens eenvoorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de eerste gasvormige reactiecomponent op een temperatuur beneden ca 550 C en bij voorkeur beneden ca 500 C gehouden totdat de gasvormige reactiecomponent de inlaat verlaat en de reactiezone binnentreedt. Gevonden werd, dat een van de belangrijke oorzaken voor het niet voldoen van de bekende werwkijzen voor het continu thermisch omzetten van uraniumhexafluoride gelegen was in ophoping van reactieprodukten, grotendeels vaste uraniumoxiden, bij de inlaat voor gasvormig uraniumhexafluoride naaide reactiezone, blijkbaar ten gevolge van kontakt van de reactievlam met de inlaat naar de reactiezone. De werkwijze volgens de uitvinding wijkt af van de bekende werkwijzen, doordat een stroom schutgas gebruikt wordt om de eerste en tweede gasvormige reactiecomponent tijdelijk te scheiden nadat zij in de reactiezone zijn gevoerd. Op deze wijze treedt geen reactie op tot de gasvormige reactiecomponenten xoldoende met elkaar gemengd zijn door diffunderen door het schutgas.

8 Dit geeft een uitstel voor het op gang komen van de omzetting met als gevolg, dat de omzettingsvlam verplaatst wordt en op een afstand gehouden wordt van de inlaat, waar de eerste gasvormige reactiecomponent in de reactiezone gevoerd wordt, zodat de vorming van verstoppende afzettingen vermeden wordt. 5 Het is bekend, dat uraniumhexafluoride en waterstof bij een temperatuur van ca 600 C of hoger met elkaar reageren onder vorming van uraniumtetrafluoride en dat uraniumtetrafluoride een vast groen zout is, dat gemakkelijk afgezet wordt op oppervlakken, wanneer het gevormd wordt. Om deze reden zou men normaliter vermijden om waterstof en uraniumhexafluoride te mengen om 10 ze in een inlaat naar een reactiezone te voeren, waar een werkwijze met een vlamreactie moet worden uitgevoerd. De werkwijze volgens de uitvinding wijkt van dit logische inzicht af, aangezien het uraniumhexafluoride en een reducerend dragergas (dat waterstof of gedissocieerde ammoniak kan bevatten) gemengd worden tot een gasvormige reactiecomponent en de onderhavige werk- 15 wijze geeft een snelle menging en een korte reactievlam. De werkwijze wordt zodanig uitgevoerd, dat de inlaat en de ruimte binnen de inlaat, waar het mengsel wordt ingevoerd, op een temperatuur beneden ca 550 C wordt gehouden, bijvoorbeeld door de vlam voldoende ver naar boven verschoven te hebben van de inlaat of door toepassing van koelmiddelen bij de inlaat-of door toe- 20 passing van een inert gas als gedeeltelijke of gehele hoeveelheid van het dragergas. Het op gang brengen van de werkwij ze volgens de uitvinding kan op verscheidene wijzen worden uitgevoerd. Een de voorkeurverdienende reeks maatregelen is als volgt. Bij voorkeur 25 wordt de reactieszone op een temperatuur van tenminste ca 100 C voorverhit om condensatie van water te voorkomen. Eerst wordt een zuurstofhoudende atmosfeer in een reactiezone tot stand gebracht door een continue stroom van een zuurstofhoudend gas. In de tweede plaats wordt een ontstekingsmiddel in de reactiezone bediend om een bron van ontsteking te verkrijgen. In de 30 derde plaats wordt een stroom reducerend dragergas ingevoerd om een vlamreactie op gang te brengen en deze reactie verwarmd de reactiezone. Dit reducerende gas kan geheel of gedeeltelijk het dragergas vormen. In de vierde plaats wordt de stroom schutgas tot stand gebracht. In de vijfde plaats wordt het uraniumhexafluoridegas in de reactiezone gevoerd en de reactie is volledig. 35 Bij een andere mogelijke reeks maatregelen voor het op gang brengen van de reactie kan de stroom uraniumhexafluoride en de stroom dragergas ge

9 - 8 - lijktijdig op gang worden gebracht. Nog een andere de voorkeurverdienende reeks maatregelen voor het op gang brengen van de reactie verloopt als volgt. Eerst stroomt het reducerende dragergas in de reactiezone. In de tweede plaats wordt de stroom schutgas 5 op gang gebracht. In de derde plaats wordt na een korte tijd begonnen met de stroom zuurstofhoudend gas, waarbij de ontsteker in werking wordt gesteld om een vlam te vormen. In de vierde plaats wordt met de stroom uraniumhexafluoride begonnen. Volgens vieer een ander de voorkeur verdienende reeks maatregelen voor 10 het op gang brengen van de reactie gaat men te werk als in de voorafgaande alinea, echter met dit verschil, dat men eerst het schutgas invoert en daarna het reducerende gas. Bij de werkwijze volgens de uitvinding kan het schutgas een gas zijn, dat niet-reactief is met de reactiecomponenten van de werkwijze (dat wil zeggen 15 een inert gas) en als zodanig kan men bijvoorbeeld stikstof, argon, helium, neon, krypton, xenon en mengsels daarvan gebruiken. Bovendien kan men een schutgas gebruiken, dat aan de reactie deelneemt, bijvoorbeeld een reducerend gas (waterstof, gedissocieerde ammoniak of mengsels daarvan) of een mengsel van een reducerend gas met een van de bovengenoemde niet-reactieve 20 gassen. Het zuurstofhoudende dragergas wordt gekozen uit lucht, zuurstof en mengsels daarvan. Het reducerende dragergas wordt gekozen uit waterstof, gedissocieerde ammoniak, mengsels daarvan en mengsels van de bovengenoemde gassen met een inert gas. De uitvinding berust op de volgende schijnbare totale reductie-hydrolyse- 25 reacreactie bij aanwezigheid van een aktieve vlam: (1) UF. (g) + overmaat H + overmaat 0. -» U0 Cs) + 6HF(g) + resterend o vxam 2. H 2 0(g). Hoewel het mechanisme van deze reactie tot dusver niet volledig verklaard is, is het mogelijk dat de reactie plaatsheeft via vrije radicalen als reac- 30 tiecomponenten, die in de vlam gevormd worden. In ieder geval verloopt de reactie snel onder vorming van een deeltjesvormig produkt, dat rijk is aan uraniumdioxide. Er dient de nadruk op te worden gelegd, dat de bovengenoemde reactie in het geheel niet chemisch vergelijkbaar is met een eenvoudige hydrolysereactie, zoals de hydrolyse van siliciumtetrachloride (SiCl^ + H^CM- 35 Si HC1) of met een eenvoudige reductiereactie, zoals de reductie van uranylfluoride tot uraniumdioxide (U0 F (s) + H U0 2 (s) + 2HF). Bij theore-

10 tische, met vrije radicalen verlopende produktie-hydrolysereacties, die als hypothese gesteld zijn voor de omzetting van uraniumhexafluoride in uraniumdioxide ontstaat uranylfluoride of uraniumtetrafluoride als een tijdelijk tussenprodukt bij de reactie. Figuur 1 en 2 tonen respectievelijk een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht en een opengewerkt zijaanzicht van het bovendeel van een reactor, die bij het uitvoeren van de uitvinding gebruikt wordt, welke reactor een mondstuk bezit, dat een stel concentrische inlaten bevat voor het invoeren van de gasvormige reactiecomponenten in de reactiezone, waarbij de inlaat met grootste diameter zich in de stroomrichting uitstrekt tot voorbij het uitlaateinde van de inlaat met kleinste diameter, teneinde de vlam te beperken en te richten. Figuur 3 en 1 tonen respectievelijk een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht en een opengewerkt zijaanzicht van het bovendeel van een andere reactor, die bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruikt kan worden, welke reactor een mondstuk heeft, dat een aantal inlaten van kleine diameter bevat voor het invoeren van veelvoudige stromen reactiecomponenten in de reactiezone, welke inlaten met kleine diameter gerangschikt zijn in en omgeven door een inlaat van grotere diameter, die gebruikt wordt voor het invoeren van het schutgas in de reactiezone, terwijl de inlaat met grotere diameter zich in de stromingsinrichting uitstrekt tot voorbij het uitlaateinde van de inlatèn met kleine diameter, opnieuw om de vlam te beperken en te richten. Figuur 5a en 5b tonen een opengewerkt zij-aanzicht van een andere reactor, die bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruikt wordt, welke reactor een mondstuk bevat, dat 3 concentrische buizen bezit voor het invoeren van de gasvormige reactiecomponenten in de reactiezone, welke buizen zich over gelijke afstanden in de reactiezone uitstrekken. Figuur 6 en 7 tonen respectievelijk een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht en een doorsnede in zij-aanzicht van het bovendeel van een andere reactor, die bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruikt kan worden en die middelen bevat voor het invoeren van een derde gasvormige reactiecomponent in de reactiezone onder het tijdstip en de plaat in de reactiezone, waarop de omzetting van uraniumhexafluoride in een aan uraniumdioxiderijk materiaal praktisch voltooid is. Figuur 8-12 zijn microfoto's (genomen met een vergroting van maal) van deeltjes van aan uraniumoxiderijke materialen, die volgens de voorbeelden

11 I-V verkregen zijn. Figuur 13 en 14 tonen respectievelijk een bovenaanzicht en een opengewerkt zij-aanzicht van een andere reactor, die in de voorbeelden II-V gebruikt wordt. en 2 5 In figuur 1 is algemeen met 10 een reactor weergegeven, waarmee de werkwijze volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd. Bij de hier weergegeven uitvoeringsvorm gebruikt men twee buizen 11, die in het deksel 12 zijn aangebracht en afgedicht met de afdichtingen 42, om een zuurstofhoudende atmosfeer in de reactiezone 18 te voeren. Het deksel 12 vormt een dichte aansluiting 10 met vat 13 met behulp van afdichting 9. Het deksel 12 bezit in inlaat van concentrische buizen 14 en 15 waarbij de buis 14 door de afdichting 41 afdichtend in deksel 12 bevestigd is. Buis 14 steekt verder in reactiezone 18 uit dan buis 15 en wel met de met d aangegeven afstand. De buis 15 is door afdichting 7 goed afgedicht bevestigd in buis 14 op een punt buiten de reactor De ontsteker 16 is aangebracht om de reactie op gang te brengen. Een schutgas wordt door de inlaten 40 in buis 14 en van daarin de reactiezone 18 gevoerd en een gasvormige reactiecomponent, die een mengsel van uraniumhexafluoride en een dragergas bevat, wordt via buis 15 in de richting van de pijl in de reactiezone 18 gevoerd. Het schutgas beschermt 20 het mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas gedurende voldoende tijd tegen het zuurstofhoudende gas, dat via buizen 11 in de reactiezone 18 wordt gevoerd, zodat het grensvlak van het begin van de reactievlam in de reactiezone 18 zich op een afstand bevindt van de door de buizen 14 en 15 gevormde inlaat (ook wel een "versprongen vlam" genoemd). De reactie leidt tot een helder 25 oranje vlam. Bij het uitvoeren van de werkwijze in de inrichting volgens figuur 1 en 2 verdient het de voorkeur de werkwijze te beginnen, als de reactiezone voorverhit is op een temperatuur van tenminste ca 100 C, teneinde condensatie van waterdamp in de reactiezone te voorkomen. Dit voorkomt het ophopen van 30 aan uraniumdioxiderijke poeders op het vat 13 tijdens het proces. Deze aanvankelijke verhitting kan met uitwendige verhittingsmiddelen worden uitgevoerd of door het zuurstofhoudende gas voldoende lang met reducerend gas te laten reageren om de voorverhitting van reactiezone 18 te verkrijgen alvorens het gasvormige uraniumhexafluoride in de reactiezone te voeren. Als 35 voorbereidende stap kan de reactiezone uitgespoeld worden met een gas, dat inert is ten opzichte van de reactie, bijvoorbeeld stikstof

12 XX Volgens een bij voorkeur toegepaste reeks behandelingen met de inrichting volgens figuur 1 en 2 wordt de drageratmosfeer eerst in de reactiezone gebracht door aanvoeren via buis 15. Daarna beging men met de stroom schutgas in buis 14, wat korte tijd latei? gevolgd wordt door het invoeren 5 van het zuurstofhoudende gas in de buizen 11, waarbij men de ontsteker 16 laat werken om een vlam te vormen. Vervolgens wordt het uraniumhexafluoride in buis 15 ingevoerd, zodat het gemengd wordt met het dragergas. Volgens een andere de voorkeur verdienende volgorde voor het op gang brengen van de reactie wordt het zuurstofhoudende gas eerst in de reactiezone 10 ingevoerd via de buizen 11. Daarna begint men met de stroom schutgas in buis 14 en plaat de ontsteker 16 werken om middelen te verschaffen om een vlam te verkrijgen, wat korte tijd later gevolgd wordt door invoering van het dragerbuis in buis 15. Nadat de vlam stabiel is geworden wordt het uaraniumhexafluoride in buis 15 ingevoerd, zodat het zich mengt met het 15 dragergas. De stroming van de gassen in de reactiezone wordt zodanig geregeld, dat de molverhouding tussen waterstof en uraniumhexafluoride tenminste groter is dan de stoechionetrische verhouding, waarbij de ondergrens van de verhouding bij voorkeur ca 4,0:1 bedraagt, terwijl de molverhouding tussen 20 zuurstof en uraniumhexafluoride tenminste groter is dan de stoechiometrische verhouding, waarbij een bij voorkeur toegepaste ondergrens van de verhouding ca 1,2:1 bedraagt. De reactie wordt uitgevoerd met een vlamtemperatuur van tenminste ca 750 C of hoger. De reactiezone wordt bilvoorkeur onder subatmosferische druk 25 gehouden onder toepassing van een vacuumpomp, waarmee een vacuum van ca mm, bij voorkeur ca mm kwik wordt getrokken, zodat de reactieprodukten snel uit de reactiezone verwijderd worden. Opgemerkt wordt, dat de uitvinding ook kan worden uitgevoerd onder omstandigheden van atmosferische druk of overdruk, maar eventuele lekken, die zich in het systeem ont- 30 wikkelen, bevinden zich aan de buizenzijde, zodat het de voorkeur verdient onderdruk toe te passen. In figuur 3 en 4 is een reactorinlaat weergegeven met een aantal buizen voor het mengsel van uraniumhexafluoride en het dragergas, wat hogere produktiesnelheden mogelijk maakt van het aan uraniumdioxiderijke produkt. 35 In figuur 3 is een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht weergegeven van deze uitvoeringsvorm van de reactor, die algemeen met 19 is aangegeven. Figuur

13 is een zij-aanzicht in doorsnede van de reactor langs de lijn in figuur 3. Hier is een aantal buizen 20 van kortere lengte opgesloten in een grotere en langere buis 21, die in het deksel 22 van de reactor 19 aangebracht is en daarin afdichtendabevestigd is door de afdichtingen 41. De buizen 20 5 zijn weergegeven als symetrisch geplaatst in de buis 21 op een cirkel met een diameter van meer dan de helft van de uitwendige diameter van buis 21. Het deksel 22 is door afdichting 9 bevestigt aan het vat 23, dat een reactiezone 26 omsluit. De buizen 24,die in deksel 22 zijn aangebracht en daaraan door de afdichtingen 42 bevestigd zijn, worden toegepast om het zuurstof- 10 houdende gas in de reactiezone te voeren. De ontsteker 25 is aangebracht om de reactie op gang te brengen. Tijdens de gehele reactie wordtn een continue stroom van het reducerende dragergas in de buizen 20 in stand gehouden, zodat een sterke reducerende atmosfeer in de reactiezone gehandhaafd wordt. De buizen 20 zijn goed afdichtend in buis 21 bevestigd door de af- 15 dichtingen 27 op een plaats buiten de reactor 19. Bij het uitvoeren van de werkwijze wordt een schutgas door inlaat 40 in de door de pijlen aangegeven richting via buis 21 in de reactiezone 26 gevoerd. Op deze wijze omringt het schutgas het mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas, dat door de buizen 20 in de reactiezone 26 wordt gevoerd. 20 Het omhullende schutgas beschermt hetsmengsel van uraniumhexafluoride en dragergas gedurende voldoende tijd tegen het zuurstofhoudende gas, zodat het grensvlak van het op gang komen van de reactievlam verplaatst of verwijderd is van het einde van buis 21 (een "versprongen vlam"). De reactie leidt tot een helder oranje vlam. Het schutgas, het zuurstofhoudende gas en het 25 dragergas zijn dezelfde als bovengenoemd. De voorkeursuitvoeringsvormen van de hierboven bij figuur 1 en 2 beschreven werkwijze zijn ook van toepassing op de werkwijze onder toepassing van de inrichting volgens figuur 3 en 4. In figuur 5a is een andere inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding weergegeven. De reactor is in een gedeeltelijk wegge- 30 sneden zij-aanzicht aangegeven, waarbij de inlaat drie concentrische buizen 28, 29 en 30 bevat, die het deksel 31 binnentreden. Het deksel 31 is door afdichting 32 aan vat 33 bevestigt, dat een reactiezone 34 omsluit. De ontsteker 16 is aangebracht om de reactie op gang te brengen. Volgens een rangschikking gebruikt men buis 28 voor het invoeren van de eerste gasvormige gj. reactiecomponent, die als bovenbeschreven een memgsel van uarniumhexafluoride en dragergas bevat. De tweede gasvormige reactiecomponent, het zuurstofhoudende

14 gas, wordt in de reactiezone 34 gevoerd via buis 30, die door afdichting 35 aan het deksel 31 bevestigd is. Buis 29 wordt toegepast voor het invoeren van het schutgas, dat de eerste en de tweede gasvormige reactiecomponent van elkaar scheidt. 5 Volgens een andere pangschikking, die in figuur 5b is weergegeven, kan buis 28 gebruikt worden voor het invoeren van het zuurstofhoudende gas en buis 30 voor het invoeren van het mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas. Buis 29 wordt toegepast voor het invoeren van het schutgas, dat de eerste en tweede gasvormige reactiecomponent van elkaar scheidt. De buizen 10 28, 29 en 30 strekken zich over een gelijke afstand in de reactiezone 34 uit, maar door een goede regeling van de snelheden van de binnentredende gassen wordt een versprongen vlam gehandhaafd tijdens de omzetting van uraniumhexafluoride. De voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze, die hierboven bij de inrichting van figuur 1 en 2 beschreven zijn, zijn ook van toepassing 15 bij de werkwijze onder toepassing van de inrichting volgens figuur 5. Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt hieronder beschreven aan de hand van figuur 6 en 7, waar een reactor wordt weergegeven, die algemeen met 50 is aangegeven, waarin een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan worden uitgevoerd. Bij deze uitvoeringsvorm gebruikt men een 20 eerste inlaat in de vorm van twee buizen 51, die afdichtend in het deksel 52 bevestigd zijn, om een zuurstofhoudend gas (de bovengenoemde tweede gasvormige reactiecomponent) in de richting van de pijl in te voeren in de reactiezone 49. Het deksel 52 vormt een goede afdichting met het vat 53 en is elfneembaar van het vat 53. Het vat 53 bezit een naar buiten stekende 25 ruimte 54, die een waakbrander 55 bevat, waaraan gas wordt toegevoerd, zodat een waakvlam 56 in stand wordt gehouden om een vlamreactie op gang te brengen. Een deel van het algemeen met 57 aangegeven mondstuk bevindt zich in een qentrale opening in deksel 52 en is daar luchtdicht in afgedicht met behulp van afdichting 58. Het mondstuk 57 bevat een tweede inlaat in de vorm 30 van buis 59 met twee buisvormige inlaten 60, waarin schutgas ia de richting van de pijl wordt ingevoerd. De buitenste buis 59 bezit een deksel 61 en de deksel 61 bevat de buisvormige inlaat 62, waaraan een mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas wordt toegevoerd. Het mengsel stroomt in de richting van de pijl in inlaat 62 en treedt de derde inlaat binnen, die een kamer bevat, gevormd door buis 64 met een bodemgedeelte 65. Het bodemgedeelte 65 bevat cirkelvormige openingen van eenzelfde grootte als de uitwendige dia

15 meter van de buizen 67, die aan het deel 65 verbonden zijn, zodat" de buizen 67 het gasmengsel uit kamer 63 ontvangen. De buis 59 steekt over een met d weergegeven afstand verder in de reactiezone 49 dan de buizen 67. Een stromingsregelingsplaat 66 voor het schutgas is overdwars in buis 59 aangebracht en deze plaat is voorzien van openingen, waardoor de buizen 67 coaxiaal insteken, zodat zich een ringvormige opening om iedere buis 67 bevindt. Deze plaat 66 dringt het schutgas door de ringvormige opening rond i iedere buis 67 te stromen. Een inlaat in de vorm van buisvormige organen 69 bevindt zich stroomafwaarts van het mondstuk 57 op een plaat, waar de omzetting van uraniumhexafluoride tot een aan uraniumdioxiderijk materiaal als tijdelijk produkt praktisch voltooid is. In figuur 7 is deze plaats zodanig aangegeven, dat het midden van ieder orgaan 69 zich ongeveer op een lijn bevindt met de top van de primaire vlam 68. Een zuurstofhoudend gas wordt in de inlaten 69 gevoerd, zodat dit gas de reactiezone 49 binnentreedt en zich vermengt met' de reactieprodukten van de primaire vlam 68. Dit leidt tot een secundaire vlam 70 door verbranding van resterend reducerend gas tot het geoxideerde produkt en tot omzetting van het aan uraniumdioxiderijke materiaal tot een hoger oxide van uranium, waarbij tenminste enige oxide een hoger zuurstofgehalte heeft dan uraniumdioxide. De onderstaande oxiden zijn representatieve voorbeelden van dergelijke uraniumoxiden: uraniumtitraoctoxide (U^Og), uraniumpentoxide (U 0_), U,0 en mengsels van een of meer van de bovengenoemde y oxiden, al dan niet met enig uraniumdioxide (UO^). De buisvormige organen 69 verdelen de reactiezone 49 ongeveer in (1) een primaire reactiezone met een primaire vlam 68, die in het algemeen de ruimte omvat tussen het mondstuk 57 en de buisvormige organen 69 en (2) een secundaire reactiezone met een secundaire van 70, die in het algemeen door ruimte beneden de in figuur 7 weergegeven buisvormige organen 69 omvat. Men kan elk van de bovengenoemde uitvoeringsvormen van de inrichting en werkwijze uitvoeren onder toepassing van een na-oxidatiestap. De behandelingen voor het op gang brengen van de bovengenoemde uitvoeringsvormen worden zodanig gemodificeerd, dat als de stroom van het zuurstofhoudende gas begonnen wordt, het toevoeren van zuurstofhoudend gas voor de na-oxidatiestap ook beginnen wordt. Deze uitvoeringsvorm geeft verdere voordelen door het omzetten van uarniumhexafluoride in een aan uraniumoxiderijk materiaal. De oxidatie van de re-

16 actieprodukten van de primaire vlam 68 leidt tot een praktisch volledige omzetting van enig iresterend reducerend gas tot de geoxideerde vorm (bijvoorbeeld in het geval van waterstof tot waterdamp). Dit schakelt enige aanmerkelijke concentratie van het'reducerende gas uit op het tijdstip, dat 5 de reactie voltooid is en dit maakt het mogelijk onderdruk toe te passen om het verwijderen van de reactieprodukten uit de reactiezone te bevorderen. Hierbij benut men volgens de uitvinding de in de reactiezone van de primaire vlam 68 vrijkomende warmte voor de daaropvolgende omzetting van het aan uraniumdioxiderijke materiaal, verkregen uit de primaire vlam 68, tot hogere 10 oxiden van uranium. De snelheid, waarmee de gasvormige reactiecomponent, die gevormd wordt door een mengsel van uraniumhexafluoride en dragergas, in de reactiezone wordt gevoerd, is van belang. Het is gebleken, dat de stromingssnelheid van dit mengsel zodanig geregeld dient te worden, dat men een gassnelheid bij 15 de inlaat verkrijgt, die groter is dan de snelheid, waarmee de vlam zicht voortplant. Op deze wijze blijft de vlam verwijdert van de inlaat naar de reactiezone. De afstand, waarover de vlam van buis 14 in figuur 2, buis 21 in figuur 4 en de buizen in figuur 5a en b verwijderd is, is kritisch voor de vorm van de vlam. Als de afstand te groot is, treedt een neiging op 20 tot onvolledige omzetting van het uraniumhexafluoride in oxide en als de afstand te klein is, heeft de vlam de neiging te dichtbij de buizen te branden, wat tenslotte leidt tot ophoping van reactieprodukten en condensatie van waterdamp op de uiteinde van de buizen, waardoor de buizen verstopt kunnen raken. 25 De dikte L van het schutgas rondom de reactiecomponenten kan geschat 2 worden uit de formule L = kdt, waarin L de radiale dikte van het schutgas tussen de stromen van de eerste en tweede reactiecompnnent, D een diffusie constante, t de tijd, die nódig is voor het diffunderen van de reactiecomponenten door het schutgas en k een andere constante is. In het algemeen is 30 de dikte van het schutgas evenredig aan de vierkantswortèl van de diffusietijd van de reactiecomponenlmdoor het schutgas. De in de figuren weergegeven reactors bezitten bij voorkeur een afneembaar deksel, dat afdichtend aan het vat bevestigd kan worden. Het vat en het deksel kunnen vervaardigd worden van ieder materiaal, dat inert is ten 35 opzichte van de omzetting. Als representatieve materialen zijn te noemen het onder het handelsmerk Pyrex verkrijgbare materiaal, glas en verschillende

17 - J.D ~ 5 metalen en legeringen, zoals staalsoorten en het onder het handelsmerk Honel verkrijgbare metaal. Verschillende afdichtmiddelen kunnen toegepast worden tussen het afneembare deksel en het reactorvat, zoals tegen hoge temperatuur.bestandzijnde rubbersoorten en tegen hoge temperaturen bestandzijnde polymere afdichtmiddelen, zoals polytetrafluoretheen. Als ontstekingsmiddelen kan men verschillende inrichtingen gebruiken voor het herhaaldelijk produceren van een volk in de reactiezone, bijvoorbeeld een bougie, die zich in de nabijheid van de gewenste reactievlam bevindt, maar niet zo dicht bij de vlam, dat er reactieprodukten op worden neergeslagen. Een andere 10 mogelijkheid is de toepassing van een waakvlam. De gasinleidbuizen kunnen vervaardigd worden uit verschillende materialen, die inert zijn voor de werkwijze, zoals keramische materialen, bijvoorbeeld aluminiumoxide, of metalen, zoals Monel. Het reactorvat kan cilindrisch van vorm zijn om gemakkelijk geassembleerd te kunnen worden en de bovengenoemde materialen 15 die voor het vat gebruikt kunnen worden, zijn gemakkelijk verkrijgbaar in de vorm van cilinderische pijpen, die op de gewenste lengte gesneden kunnen worden. Een representatief vat heeft een lengte van ca cm of meer met een diameter van ca mm in de figuren ziet men, dat inlaten met kleinere diameter, zoals de inlaten 15 en 20 van figuur 1-4 zich bevinden in inlaten met grotere diameter, zoals de inlaten 14 en 21 in figuur 1-4, zodat zij in de grotere inlaten eindigen op een afstand d, die uiteen kan lopen van 3,2-12, 7 mm. In het algemeen is de afstand d groter, naarmate de diameter van de pijpen 14 en 21 groter is. De werkwijze volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd met elk van ' de bovengenoemde bestanddelen voor het dragergas, het zuurstofhoudende -- - gas en het schutgas. De onderstaande tabel geeft representatieve gassen aan, die met elkaar gebruikt kunnen worden om m fucces een omzetting van uraniumhexafluoride tot een aan uraniumdioxiderijk materiaal te verkrijgen met behulp van de vlam-omzetting van de uitvinding

18 - I'/ - Dragergas Reactie A waterstof Reactie B gedissocieerde ammoniak Reactie C waterstof Zuurstofhoudend gas zuurstof zuurstof lucht Schutgas stikstof stikstof waterstof Reactie D Reactie E Reactie F Dragergas gedissocieerde ammoniak waterstof gedissocieerde ammoniak Zuurstofhoudend gas lucht zuurstof zuurstof 10 Schutgas gedissocieerde ammoniak gedissocieerde ammoniak waterstof Reactie G Reactie H Reactie I Dragergas waterstof gedissocieerde ammoniak mengsel van waterstof en gedissocieerde ammoniak 15 Zuurstöfhoudend gas lucht lucht mengsel van zuurstof en lucht Schutgas stikstof stikstof mengsel van stikstof en gedissocieerd ammoniak Onderzoek van de uraniumoxidepoeders, die volgens de uitvinding bereid zijn, wijst erop, dat de poeders betere eigenschappen hebben en dit is een van de opvallende voordelen van de uitvinding. De superieurs eigenschappen van de poeders van de uitvinding zijn vermoedelijk toe te schrijven aan de dendritische of semidendritische deeltjes, die bij metallografisch.-onderzoek in het poeder blijken voor te komen. In het bijzonder vertonen de poederdeeltjes bij een vergroting van maal of meer een uiterlijk van touwof kettingachtige deeltjes. Dit is op opvallende wijze bevestigd door elektronentransmissiefoto 1 s. De volgens de uitvinding gevormde poeders bezitten betere perseigenschappen ten gevolge van de openstructuur van de poederdeeltjes en bij verdichting van het poeder verkrijgt men groene persprodukten met een grotere groene sterkte dan overeenkomstige persprodukten van poeders van deeltjes met een afzonderlijke kristallijne vormen (lijvoorbeeld bollen en kubussen). Het poeder bestaat voor meer dan 95 gew.% uit oxide van uranium, terwijl de rest grotendeels fluoride-ionen is, overwegende de vorm van

19 18 fluorwaterstofzuur en andere verbindingen, die uranium en fluor bevatten en niet algemeen te identificeren zijn met rontgendefractie. Het poeder bezit uitmuntende oppervlakte-eigenschappen met een zeer groot specifiek oppervlak in vergelijking met uraniumdioxidepoeders, die volgens bekende werkwijzen bereid zijn. Aangenomen wordt, dat de beperkte hoeveelheid verontreinigingen in het poeder voorkomen, dat het poeder enige neiging tot pyrofore eigenschappen vertoont, omdat de binding van het fluorwaterstof met het uraniumdioxide niet verdrongen is door zuurstof. Voorts maakt deze binding tussen fluorwaterstofzuur en uraniumdioxide het mogelijk het poeder te hanteren zonder irritatie van de huid. Deze poeders kunnen gemakkelijk in geregelde atmosferen gesinterd worden tot verdichte vormstukken, waarbij men tot meer dan 99% van de theoretische dichtheid kan bereiken onder toepassing van de verdichtings-en sinteringsmethoden aangegeven in de Nederlandse octrooiaanvragen en De onderstaande, niet-beperkende voorbeelden lichten de uitvinding toe.

20 VOORBEELD I Dit voorbeeld wordt uitgevoerd volgens de stappen van de Nederlandse óctrooiaanvrage Een reactor wordt als volgt samengesteld. Een stolpvormige glazen fles wordt voorzien van een bodem, die drie concentrische koperen buizen bevat, die in bovenwaartse richting in de stolp uitkomen. De drie concentrische buizen wormen een diffusiebrander en het oppervlak van de binnenste buis be- 2 2 draagt 0,38 cm, dat van de middelste buis 0,82 cm en dat 2 van de buitenste buis 7,5 cm. Een verzamelplaat voor een monster wordt in de stolp aangebracht in de vorm van een cirkelvormige schijf met een diameter van 5 cm, die loodrecht op de vlam wordt gehouden, die uit het mondstuk opstijgt; deze plaat kan op verschillende hoogten boven de vlam geplaatst worden. De dekselplaat bezit een opening voor een buis, die in het bovenste deel van de stolp steekt en deze buis wordt gebruikt om vacuum te trekken in de stolp. In dit voorbeeld wordt lucht in de binnenste en middelste buizen gevoerd en waterstof in de buitenste buis. De UFg -damp J wordt gemengd met de lucht in de binnenste buis en de lucht en waterstof worden in het samenstel gevoerd met een verhouding tussen waterstof en zuurstof van 2,7:1. De verhouding tussen waterstof en UF g bedraagt 9,3:1. Men past de onderstaande volgorde van maatregelen toe om de omzetting van uranium hexafluoride in een uranium dioxide rijk produdct op gang te brengen. Men begint het reducerende gas toe te voeren door de buitenste buis. Vervolgens voert men het schutgas (in dit geval lucht) in de reactiezone door de middelste buis en men voert het zuurstofhoudende gas (hier lucht) in de reactor door de binnenste buis, waarna men door ontsteken met de hand rmet behulp van een vonkinrichting een vlam tot stand brengt. Men verkrijgt zo een blauwachtige vlam,, die zich op een afstand boven de concentrische buizen bevindt. Daarna laat men de stolp over de brander op het bodemdeksel zakken en trekt geleidelijk vacuum in de reactiezone die begrensd wordt door de stolp en de bodemplaat

21 Nadat de blauwachtige vlam evenwicht bereikt heeft en de gewenste stromingssnelheden;van de gassen bereikt zijn begint men met de stroom van uraniumhexafluoride om een mengsel te verkrijgen,waarbij het zuurstofhoudende gas zich in de binnen- 5 ste buis bevindt.op dit tijdstip verandert de kleur van de zich boven de inlaten bevindende vlam 68 tot helder oranje. De reactie wordt circa 3 minuten uitgevoerd. Het tijdens de werkwijze over de reactiezone getrokken vacuum bedraagt 36 cm kwik. 10 obe reactie verloopt met de bijzondere eigenschap, dat contact tussen de reactieprodukten en het uiteinde van de concentrische buizen vermeden wordt. De vlam blijft tijdens de gehele proef crica 12,7 mm boven of verwijderd van de concentrische buizen. Dit betekent, dat de vorming van het aan 15 uranium-dioxide rijke materiaal in de oranje vlam plaats heeft zonder dat de produkten van de vlam in contact komen met de concentrische buizen. Bij deze proef verkrijgt men een materiaal, dat circa "uraniumdioxide bevat en hiervan is een electronenmicrofoto met een vergöting van maal weergegeven in figuur Het poeder van figuur 8 is samengesteld uit deeltjes van af zonderlijke kristallijnen polyeders en de deeltjes bezitten een in het algemeen uniform regelmatig oppervlak (dat wil zeggen "bolletjes" en "kubusjes") en zij worden verzameld met behulp van de verzamelplaat voor monster. Als het poeder verdicht wordt 25 op een roterende pers tot een groene dichtheid van 5,3 gram/ 3 cm onder vorming van groene korrels met een configuratie van een rechte cirkelvormige cilinder met een hoogte van circa 12,7 mm en een diamter van circa 12,7 mm, bedraagt de druk, waarbij de 2 groene voorwerpen breken, 11,2-12,7 kg/cm.deze breukdruk is 30 een maat voor de sterkte van de groene korrels en geeft de druk weer die nodig is om de groene korrels in een handpers te Breken. VOORBEELD II Men stelt een reactor samen als weergegeven in figuur 13 en 14. Een reactie van 80 draagt een mondstukfleng: 81 en de flens" is met bouten op het reactie van 80 bevestigd. De flange 81 is gelast aan de buitenste cilindrische buis 82 en de buis

22 bevat inlaten 83. De buitenste c-ilindrische buis 82 is aan de binnenste cilindrische buis 84 gelast en de buis 84 bezit inlaten 85. De binnenste cilindrische buis 84 is aan de binnenste cilindrische kamer 86 gelast en deze kamer 86 bezit een inlaat 87 aan het boveneinde en vier buisvormige uitlaten 5 88 aan het ondereinde. Een stromingsregelingsplaat 89 voor het schutgas is aan de cilinder 84 gelast op vier, in het algemeen op gelijkmatige afstanden van elkaar gelegen plaatsen, als weergegeven in figuur 13. De buizen 88 steken door openingen in de plaat 89 uit naar de reactiezone De buizen 88 bezitten een inwendige diameter van 6,35 mm en een uitwendige diameter van 13,7 mm. De openingen in de plaat 89, die de buizen 88 omgeven, bezitten een diameter van 18,3 mm. De speling tussen de plaat 89 en de buis 84 bedraagt 1,98 mm. De buis 84 heeft een inwendige diameter van 77 mm en 15 een uitwendige diameter van 88,9 mm. De inwendige dianeter van buis 82 bedraagt 102,3 mm. De buizen 88 eindigen op een afstand van circa 12,7 mm binnen het uiteinde van buis 84. De buisvormige organen 91 zijn vier pijpen van Monelmetaal met een inwendige diameter van 12,7 mm, die aangebracht zijn onder een hoek 20 van 45 ten opzichte van de as van het reactorvat 80. Het midden van de organen 91 bevindt zich circa 457 mm van het open einde van buis 82. De flens 81, de buis 82, de regelplaat 89 en de buis 84 zijn vervaardigd van koolstofstaal, de rest van het mondstuk 92 is vervaardigd van Monelmetaal en het 25 reactorvat is vervaardigd van Inconel. Een waakvlam wordt aangezet in de reactiezone 90 met de volgende maatregelen voor het op gang brengen van de reactie. Een bron van lucht als zuurstofhoudend gas wordt in inlaat 83 en in de organen 91 als derde gasvormige reactiecomponent ge- 30 voerd. Een bron van waterstof als schutgas wordt aangesloten aan de inlaten 85 van buis 84 en in de reactiezone 90 gevoerd. Een mengsel van uraniumhexafluoride, stikstof en waterstof wordt in de kamer 86 en de vier buizen 88 gevoerd. Het uraniumoxidepoeder wordt verzameld, terwijl de spuigassen aan een be- 35 handeling onderworpen worden om fluorwaterstofzuur en waterdamp

o ATerinzagelegging @ 7906572

o ATerinzagelegging @ 7906572 Octrooiraad o ATerinzagelegging @ 7906572 Nederland @ NL

Nadere informatie

[i0iateriraag@leg.gin9 nu 7409872

[i0iateriraag@leg.gin9 nu 7409872 Octrooiraad [i0iateriraag@leg.gin9 nu 7409872 Nederland [19] NL [54] Werkwijze voor het vacuümdlcht afsfüitem vsn elk der eerste uiteinden van een aantal holle transportorganen dia uit'tftonden in een

Nadere informatie

ATerinzagelegging @ 8003858

ATerinzagelegging @ 8003858 Octrooiraad ATerinzagelegging @ Nederland ( 1 NL @ Straalpomp met labyrintdichting. Int.CI 3.: F04F5/44, G21C15/00. @ Aanvrager: General Electric Company te Schenectady, New York, Ver. St. v. Am. @ Gem.:

Nadere informatie

ATerinzagelegging 7815069

ATerinzagelegging 7815069 Octrooiraad ATerinzagelegging 7815069 Nederland @ NL 0 Inrichting voor het scheiden, respectievelijk verreken van. gasvormige mengsels» @ Int.CI 3.: B01D59/20, B01D53/24, B04B5/08. Aanvrager: Haga Zentrifugen

Nadere informatie

noiaterinzagelegging nu 7606676

noiaterinzagelegging nu 7606676 Octrooiraad noiaterinzagelegging nu 7606676 Nederland [19] NL [54] Inrichting voor inwendige bestraling. [51] Int.CI 2.: A61N5/10, G21K5/02. [71] Aanvrager: Eric van 't Hooft te Leersum. [74] Gem Ir N.A

Nadere informatie

io ATerinzagelegging 7906913

io ATerinzagelegging 7906913 Octrooiraad io ATerinzagelegging 7906913 Nederland @ NL @ fj) @ @ Werkwijze en inrichting voor het tot stand brengen van een ionenstroom. Int.CI 3.: H01J37/30, H01L21/425. Aanvrager: Nederlandse Centrale

Nadere informatie

Ter inzage gelegde - Octrooiaanvrage Nr. 7 2 0 7 8 3 7. Int. CL P 16 41/00, F 16 1 I9/O6.

Ter inzage gelegde - Octrooiaanvrage Nr. 7 2 0 7 8 3 7. Int. CL P 16 41/00, F 16 1 I9/O6. OCTROOIKAAD Prijs ƒ 3, Ter inzage gelegde - Octrooiaanvrage Nr. 7 2 0 7 8 3 7 NEDERLAND Int. CL P 16 41/00, F 16 1 I9/O6. Indieningsdatum: 9 juni 1972,. 15 uur 16 min. Datum van terinzagelegging: 11 december

Nadere informatie

qo ATerinzagelegging 8302853

qo ATerinzagelegging 8302853 Octrooiraad qo ATerinzagelegging 8302853 Nederland @ NL l ) fj) @ @ Kernreactor. Int.Cl 3.: F28D7/00, F28F9/00, G21C15/02. Aanvrager: The Babcock & Wilcox Company te New Vork. Gem.: Ir. F.X. Noz c.s. Algemeen

Nadere informatie

[loiaïerinzagelegging nu 7712227

[loiaïerinzagelegging nu 7712227 Qctrooiraad [loiaïerinzagelegging nu 7712227 Nederland [19] NL [54] Werkwijze voor het opslaan van waterstof waarbij het later weer kan worden vrijgemaakt. [51] Int.CI 2.: C22C19/03, B01D53/16, C01B6/02,

Nadere informatie

nolaïerinzagelegging nu 7606892

nolaïerinzagelegging nu 7606892 Octrooiraad nolaïerinzagelegging nu 7606892 Nederland [19J NL 54j Manostaat [51] Int.CI 2.: G05D16/06// G01L7/08. [71] Aanvrager: Stichting Reactor Centrum Nederland te '$*Gravenhage. [74] Gem.: Ir. A.

Nadere informatie

Korte aanduiding: V/erkwijze ter verwerking van alkalihalogenidezouten voor optische en scintillatietoepassingen.

Korte aanduiding: V/erkwijze ter verwerking van alkalihalogenidezouten voor optische en scintillatietoepassingen. OCTROOIRAAD Prijs ƒ 3, NEDERLAND Ter inzage gelegde Octrooiaanvrage Nr. 7 4 0 6 3 5 1 Int. Cl. B 01 j 17/06, G 02 b 1/02, G 01 * 1 / 202 - Indieningsdatum: 10 mei 1974, Datum van terinzagelegging: 20 november

Nadere informatie

AÏerinzagelegging @ 8202901

AÏerinzagelegging @ 8202901 Octrooiraad AÏerinzagelegging @ 8202901 Nederland @ NL @ Centrifuges, centrifuge-installaties en inrichtingen voor het regelen van de stroom daarvoor. ( j) Int.CI 3.: B01D 59/20, B04B 5/08. @ @ Aanvrager:

Nadere informatie

M tl yl Plfll Octrooiaanvrage Nr. 7 2 0 4 7 2 2

M tl yl Plfll Octrooiaanvrage Nr. 7 2 0 4 7 2 2 Prijs/3,- ajr^-a, Ter inzage geksgde M tl yl Plfll Octrooiaanvrage Nr. 7 2 0 4 7 2 2 M.C1. G 21 c 3/62 // B 22 f 3/00 s NEDERLAND C 04 * 35/00. Indieningsdatum: 7 april 1972* Datum van terinzagelegging:

Nadere informatie

nol a iersnzageiegq9ng mi

nol a iersnzageiegq9ng mi Qctrooiraad nol a iersnzageiegq9ng mi Nederland [Ï9] Ml [54] Werkwijze voor het verwijderen van radio-actief jodium en radio-actieve organische jodiden uit een jodium-jodide bevattende afvoergasstroom.

Nadere informatie

noiaterinzagelegging nu 7611724

noiaterinzagelegging nu 7611724 Qctrooiraad noiaterinzagelegging nu 7611724 Nederland [191 NL [54] Multipactorontladingsinrichting, [Ui Irrt.CI*.: H01J23/813, [71] Aanvrager: English Electric Valve Company Limited te Chelmsford, Groot-

Nadere informatie

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:

Nadere informatie

(61! -- I62! -- Octrooiraad

(61! -- I62! -- Octrooiraad Octrooiraad noi A Terfnzageleggmg nu 7S13137 Nederland (19] NI [54] Werkwijze voor het bereiden van D-alankieverbindingen. [St] Int.Cl 2.: C07C101/08, A61K31/1951! C07B23/0G.!71] Aanvrager: Merck & Co.,

Nadere informatie

De hierna volgende tekst is een afdruk van de beschrijving met conclusie(s) en tekening(en), zoals deze op bovengenoemde datum werd ingediend.

De hierna volgende tekst is een afdruk van de beschrijving met conclusie(s) en tekening(en), zoals deze op bovengenoemde datum werd ingediend. Prijs ƒ 3,- OCTROOIRAAD Jk&n Jfe'S&s NEDERLAND Ter inzage gelegde _ ^ Octrooiaanvrage Nr. 7 3 0 6 3 5 2 Int. Cl. E 04 c 1/40 // G 21 c 11/00, B 32 t 13/12, B 28 b 19/00. Indieningsdatum: 7 mei 1973, Datum

Nadere informatie

Autogeen snijden. Het proces en de gassen

Autogeen snijden. Het proces en de gassen Laskennis opgefrist (nr. 36) Autogeen snijden. Het proces en de gassen Het autogeensnijden is in de metaalindustrie nog altijd het meest toegepaste thermische snijproces. Deze populariteit ontleent het

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II Ammoniak Ammoniak wordt bereid uit een mengsel van stikstof en waterstof in de molverhouding N 2 : H 2 = 1 : 3. Dit gasmengsel, ook wel synthesegas genoemd, wordt in de ammoniakfabriek gemaakt uit aardgas,

Nadere informatie

Uraanhexafluoride in de splijtstofcyclus

Uraanhexafluoride in de splijtstofcyclus 022 1 Uraanhexafluoride Na het vergaan van het Franse vrachtschip de Mont Louis op 25 augustus 1984 voor de Belgische kust bij Oostende is vooral aandacht besteed aan de berging van een deel van de lading,

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

S [11] Octrooiraad. [10] A Terlnzageiegg ca. Nederland [19] NL

S [11] Octrooiraad. [10] A Terlnzageiegg ca. Nederland [19] NL Octrooiraad [10] A Terlnzageiegg ca S [11] Nederland [19] NL [541 Werkwijze voor de vervaardiging van betonnen vaten, in het bijzonder containers voor gevaarlijke stoffen, en met deze werkwijze vervaardigde

Nadere informatie

VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF. Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie

VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF. Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie Gas Lucht Zuurstof Inhoud 1. Algemeenheden 2. Fysische en chemische eigenschappen 3. Toepassingen

Nadere informatie

OPGAVE A. Bijlagen. Bijlage B1: Brief van uw cliënt Bijlage B2: Octrooiaanvrage A

OPGAVE A. Bijlagen. Bijlage B1: Brief van uw cliënt Bijlage B2: Octrooiaanvrage A OPGAVE A 5 Uw cliënt ontwikkelt, fabriceert en verkoopt verplaatsbare mixers voor het mengen van onder meer zand en cement. Hij meent een verbeterde constructie gevonden te hebben en wenst daarvoor octrooibescherming

Nadere informatie

7 Gebruiken van snijbranders en plasmasnijders Inhoud

7 Gebruiken van snijbranders en plasmasnijders Inhoud 7 Gebruiken van snijbranders en plasmasnijders Inhoud Wat is het?... 1 Waarmee doe je het?... 1 Hoe werk je met een autogeenlasinstallatie?... 4 Hoe onderhoud je een autogeen lasinstallatie en een snijbrander?...

Nadere informatie

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde

Nadere informatie

oaterinzagelegging 7902620

oaterinzagelegging 7902620 Octrooiraad oaterinzagelegging 7902620 Nederland (jj) NL lonenbron. l) @ @ Int.CI 2.: H01J3/04. Aanvrager: United Kingdom Atomic Energy Authority te Londen. Gem.: Ir. G.F. van der Beek c.s. NEDERLANDSCH

Nadere informatie

noiaïerinzagelegging nu 7600394

noiaïerinzagelegging nu 7600394 Octrooiraad noiaïerinzagelegging nu 7600394 Nederland [19] NL [54] Werkwijze en inrichting voor het op lek controleren van een splijtstofelement. [51] int.ci 2.: G21C17/06, [71 ] Aanvrager: N.V. tot Keuring

Nadere informatie

gaterinzageiegging 7904882

gaterinzageiegging 7904882 Octrooiraad gaterinzageiegging Nederland (19) NL 0 Inrichting voor het maken van een panoramische röntgenopname van de kaak en het gebit van een patiënt. lnt.ci 3.: A61B6/14, G03B41/16. @ @ Aanvrager:

Nadere informatie

AÏerinzagelegging 7906634

AÏerinzagelegging 7906634 Octrooiraad AÏerinzagelegging 7906634 Nederland @ NL ^ fj) @ @ Inrichting voor het bepalen van lokale absorptieverschillen in een objekt. Int.CI 3.: A61B6/02. Aanvrager: N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken

Nadere informatie

Tentamen x 3

Tentamen x 3 Tentamen 28.06.2011 Gebruik de meegeleverde vellen papier voor het schrijven van de oplossingen van de opgaven. Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op de eerste pagina. Nummer alle volgende

Nadere informatie

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is

Nadere informatie

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar. 7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau

Nadere informatie

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat). Mest verwerken Dierlijke mest is vaak vloeibaar en bevat onder andere ammoniak en ammoniumzouten. Men kan uit deze drijfmest ammoniumsulfaat maken dat als meststof kan dienen. Omdat de prijs van kunstmest

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

Tér inzage gelegde. Aanvraagster: Mobil Oil Corporation te Ne*/ York, New York, Verenigde. Staten van Amerika

Tér inzage gelegde. Aanvraagster: Mobil Oil Corporation te Ne*/ York, New York, Verenigde. Staten van Amerika OCTROOIRAAD Prijs ƒ 3,- Tér inzage gelegde Octrooiaanvrage Nr. 7^ 1 6 8 6 7 NEDERLAND / ' ' " ^ B 01 d 59 / fb ' Indieningsdatum: 12 december 1972, Datum van terinzageleggmg: 16'juli 1973. 24 uur. De hierna

Nadere informatie

Stel conclusies en een bijpassende beschrijvingsinleiding op voor een Nederlandse octrooiaanvrage ter bescherming van de uitvinding.

Stel conclusies en een bijpassende beschrijvingsinleiding op voor een Nederlandse octrooiaanvrage ter bescherming van de uitvinding. OPGAVE A Met betrekking tot een door uw cliënt Den Boer gedane uitvinding treft u bijgaand een bijlage B1 aan, waarin de uitvinding wordt uiteengezet. Voorts treft u bijlagen D1 en D2 betreffende de stand

Nadere informatie

Tentamenopgave A. Geachte mevrouw, heer,

Tentamenopgave A. Geachte mevrouw, heer, Tentamenopgave A Geachte mevrouw, heer, 4 Ons bedrijf levert chemicaliën, bezit transportondernemingen en doet onderzoek. Wij hebben op het gebied van het verwerken van ijzererts vindingen gedaan en willen

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur

Nadere informatie

OEFENVRAAGSTUKKEN STEREOCHEMIE Hoofdstuk 16 PULSAR CHEMIE

OEFENVRAAGSTUKKEN STEREOCHEMIE Hoofdstuk 16 PULSAR CHEMIE OEFEVRAAGSTUKKE STEREOEMIE oofdstuk 16 PULSAR EMIE 1,2-dimethylcyclopropaan Als men diazomethaan, 2 2, laat reageren met trans-2-buteen ontstaan verscheidene reactieproducten. Van één van de reactieproducten

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Diffusie Proces in Silicium

Diffusie Proces in Silicium Diffusie Proces in Silicium Jan Genoe KHLim Universitaire Campus, Gebouw B B-3590 Diepenbeek www.khlim.be/~jgenoe Diffusie process in Silicium 1 In dit deel bespreken we de verschillende technologische

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander AAN de slag 1.1 de bunsenbrander ORiËNTEREN De bunsenbrander werd rond 1855 uitgevonden door professor Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899) uit Heidelberg. De uitvinding diende vooral om een stabiele warmtebron

Nadere informatie

tepsèot van testosteron.

tepsèot van testosteron. 0e rooi?aad Nederland [19] NL [54J Werkwijze wow het bgreiden van easi reagens voor radioïmmunologische tepsèot van testosteron. IS1J Int.C! 2.: C07C169/14, ^ [71 i Aanvrager: istituto F^rrnacologico Serono

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor?

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? jaar: 1989 nummer: 01 Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? o a. 1 o b. 1 en 2 o c. 1 en 3 o d. 1, 2 en 3 jaar: 1989 nummer: 02 De volumeuitzetting

Nadere informatie

A.Kessler Ooendersuaat. 14 Delft. FABRIEKSSOB..EJlA ... -1 AMMONIAK FABRIEK. September 1953 I:.. '

A.Kessler Ooendersuaat. 14 Delft. FABRIEKSSOB..EJlA ... -1 AMMONIAK FABRIEK. September 1953 I:.. ' A.Kessler Ooendersuaat. 14 Delft. FABRIEKSSOB..EJlA... -1 AMMONIAK FABRIEK September 1953 I:.. ' 3 Door afkoelen tot -200~C worden CO en CH 4 vloeibaar, zodat we tenslotte na een wassing met vloeibare

Nadere informatie

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4. Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,

Nadere informatie

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 7 april 2008, 14:00-16:30 uur

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 7 april 2008, 14:00-16:30 uur NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 7 april 2008, 14:00-16:30 uur Dit examen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s Vraagstuk 1 (VT-08-1) (15 punten) Een vacuümvat wordt afgepompt met een eentraps draaischuifpomp

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2

Nadere informatie

Phydrostatisch = gh (6)

Phydrostatisch = gh (6) Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat

Nadere informatie

OPGAVE A. Bijlagen Bijlage A1: brief van de cliënt Bijlage D1: gepubliceerde octrooiaanvrage

OPGAVE A. Bijlagen Bijlage A1: brief van de cliënt Bijlage D1: gepubliceerde octrooiaanvrage OPGAVE A Uw cliënt ontwikkelt en fabriceert onder meer snoerstellen voor het aansluiten van elektrische apparaten op het lichtnet. Hij is van mening een uitvinding gedaan te hebben die de veiligheid van

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

[io]aïerfnzagei@gging nu 7801053

[io]aïerfnzagei@gging nu 7801053 Octrooiraad [io]aïerfnzagei@gging nu 7801053 Nederland [19] NL [54! Rsdiografietoastel. [51] Ipt.CI 2.: A61B6/02. [71) Aanvrager: EMI Limited te Hayes, Groot-Brittannië. [74l Gem.:!r, G.H. Boelsma c.s.

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Etheen 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn weergegeven: 2 H 2 H 2 H 2 H 2 H H H H H H H H + 2H 2 2 H + H H H H H H H 2 voor de pijl 1 formule van glucose en het overgebleven fragment

Nadere informatie

2. Toestel, zoals beschreven in conclusie 1, waarbij voormelde koude zone tenminste één van de sub-ruimtes van de reactor is;

2. Toestel, zoals beschreven in conclusie 1, waarbij voormelde koude zone tenminste één van de sub-ruimtes van de reactor is; 9 Conclusies: 1. Toestel () - dienstig voor het leveren van basis middelen voor mens, dier en planten, zoals warmte (11), water (12), licht (13), stroom (14) - waarin tenminste één plasma reactor (A) is

Nadere informatie

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft. Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke

Nadere informatie

OEFENSET 2006_1 OPGAVEN

OEFENSET 2006_1 OPGAVEN EFENSET 2006_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Examen mechanica: oefeningen

Examen mechanica: oefeningen Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door

Nadere informatie

Afleiding van de basisvergelijking voor de constructie van een zelf-luchtaanzuigende branderkop

Afleiding van de basisvergelijking voor de constructie van een zelf-luchtaanzuigende branderkop Afleiding van de basisvergelijking voor de constructie van een zelf-luchtaanzuigende branderkop Intellectueel eigendom van: Odin verbindings technieken, Hasmi Propaan gereedschappen Auteur: P.R. van t

Nadere informatie

Samenvatting Vrij vertaald luidt de titel van dit proefschrift: "Ladingstransport in dunne- lm transistoren gebaseerd op geordende organische halfgeleiders". Alvorens in te gaan op de specieke resultaten

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS 1 12 APRIL 2017 11:00 12:45 uur 1 Eenheden. (3 punten) Een helikopter kan stil hangen in de lucht als de motor van de helikopter een vermogen levert. Een

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten)

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten) NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur Dit examen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten) Uitstoken en lekkage a) Na enige uren

Nadere informatie

@ATerinzagelegging 7802858

@ATerinzagelegging 7802858 Octrooiraad @ATerinzagelegging 7802858 Nederland @ NL @ < j) @ @ Röntgenfluorescopie-inrichting. Int.CI 2.: A61 B6/00. Aanvrager: N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Gem.: Ir. R.A. Bijl c.s.

Nadere informatie

[54] Werkwijze voor het verlagen van het radioactlvitehsnivoau van een stroom lichte koolwaterstoffen.

[54] Werkwijze voor het verlagen van het radioactlvitehsnivoau van een stroom lichte koolwaterstoffen. Octroofraad [10] A Terihzagelegging nu 7414553 Nederland [19] NL [54] Werkwijze voor het verlagen van het radioactlvitehsnivoau van een stroom lichte koolwaterstoffen. 51] Int.Cl 2.: C10G29/00, 801D53/00,

Nadere informatie

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

Kolenvergasser. Kolenvergasser 2009-02-01 hdefc.doc

Kolenvergasser. Kolenvergasser 2009-02-01 hdefc.doc Kolenvergasser 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 Beantwoord de vragen 1 t/m 3 aan de hand van het in bron 1 beschreven proces. Bron 1 De

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Datum Voorzitter Secretaris Klusser Datum Voorzitter Secretaris Klusser Elaborate Aan de slag 4: Het winnen van koper uit malachiet teamopdracht Inleiding De bereiding van koper uit malachiet gaat in verschillende stappen: Stap 1: het maken

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 Bij het toepassen van verven met ontvlambare oplos- en verdunningsmiddelen in besloten ruimten, zijn er twee risico's waartegen de nodige voorzorgsmaatregelen moeten worden

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

EXAMEN M!DJ) ELBAAR A.LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN M!DJ) ELBAAR A.LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 I M3---12 EXMEN M!DJ) ELBR.LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 M\'0 3 Woensdag 21 1nei, 14.00--16.00 uur NTUUR- EN SCHEIKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn v:1sigcstc!d door de com rnissic bedoeld in

Nadere informatie

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander AAN de slag 1.1 de bunsenbrander ORiËNTEREN De bunsenbrander werd rond 1855 uitgevonden door professor Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899) uit Heidelberg. De uitvinding diende vooral om een stabiele warmtebron

Nadere informatie

Elektronenoverdracht (1)

Elektronenoverdracht (1) Redoxreacties 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:

Nadere informatie

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 5 juli 2013, uur

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 5 juli 2013, uur Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65 5 juli 2013, 9.00-12.00 uur Het tentamen bestaat uit drie, de hele stof omvattende opgaven, onderverdeeld in 15 deelopgaven die bij

Nadere informatie

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen Installatie: Arbeidsplaats: Beschrijving van de installatie en arbeidsplaats Verantwoordelijke: (1) Brandbare Stoffen (2) Gegevens van de meest kritische stof Ontstekingstemperatuur: Ontstekingsenergie:

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

[54] Modulaire structuur van een hol torusvermig samenstel voor een thermische kernreactor.

[54] Modulaire structuur van een hol torusvermig samenstel voor een thermische kernreactor. Octrooiraad Nederland [19J NL [54] Modulaire structuur van een hol torusvermig samenstel voor een thermische kernreactor. [51] Int.Cl 2. 1 G21B1/00. [71] Aanvrager: Europese Ge'meenschap voor Atoomenergie

Nadere informatie

Tentamenopgave chemie B Geachte kandidaat,

Tentamenopgave chemie B Geachte kandidaat, Tentamenopgave chemie B 08 5 Geachte kandidaat, Hierbij gaat een octrooiaanvrage NL060000301 zoals ingediend op 27 januari 08, en het document dat de basis vormt van de inroeping van prioriteit voor bijgaande

Nadere informatie

_ Examen VWO. .c e ~.- (1)'

_ Examen VWO. .c e ~.- (1)' _ Examen VWO (I) "C C ".:::::1 ~.- (1)'.c e Cl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 19 89 Tijdvak 1 Maandag 22 mei 9.00-12.00 uur Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Tentamen Octrooigemachtigden

Tentamen Octrooigemachtigden Tentamen Octrooigemachtigden Tentamen Opstellen van een octrooiaanvraag (deel A) chemie 1 oktober 2018 13.30 17.30 uur TENTAMENOPGAVE OPSTELLEN VAN EEN OCTROOIAANVRAAG (A) CHEMIE 2018 Beste Octrooigemachtigde,

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie