1. Probleemstelling: de klassieke benadering van cultuurparticipatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Probleemstelling: de klassieke benadering van cultuurparticipatie"

Transcriptie

1 Cultuur als werk Een deconstructie van de notie cultuurparticipatie vanuit het perspectief van laaggeschoolde vrouwen 1 Dr. Anne Snick Flora, Netwerk voor vorming en werkcreatie met vrouwen 1. Probleemstelling: de klassieke benadering van cultuurparticipatie Wanneer over cultuurparticipatie van achtergestelde groepen gesproken wordt, dan gebeurt dit doorgaans vanuit een visie op cultuur als een afgebakend, afgelijnd domein. Het probleem is dan dat bepaalde, achtergestelde groepen geen toegang tot dit domein hebben, er niet aan participeren. Er worden een aantal drempels gediagnosticeerd die de toegang tot de cultuursector belemmeren, en er worden maatregelen ingevoerd om die drempels weg te werken. Groepen van mensen die niet aan het bestaande cultuuraanbod participeren, moeten op één of andere manier gestimuleerd worden om dat wel te gaan doen. Hierbij wordt de doelgroep vooral als consument van cultuur benaderd. Zo moet het ter beschikking stellen van cultuurcheques of gratis toegangskaartjes voor culturele evenementen een antwoord bieden op financiële belemmeringen voor cultuurparticipatie. Toch blijkt dit als strategie niet te volstaan. Uit een recent onderzoek dat de VUB-onderzoeksgroep TOR uitvoerde in opdracht van de overheid blijkt dat de inspanningen om de participatie te verhogen, nog niet veel zoden aan de dijk [hebben] gezet. Cultuur is nog niet democratischer geworden. Met cultuurcheques en reducties is er hard gewerkt aan de prijzenpolitiek. Maar het gaat niet alleen om inkomensongelijkheid, aldus de onderzoekers. Participatie gaat over smaakpatronen. Die worden zeer vroeg gevormd en zijn nadien moeilijk bij te sturen. Veel ongelijkheid komt via de familie tot stand 1. In deze diagnose wordt het gebrek aan cultuurparticipatie deels toegeschreven aan een (moeilijk bij te sturen ) mankement in het smaakpatroon van de consument. Bovendien ligt de oorzaak van dat tekort in de familie. Als antwoord op deze ontoereikende socialisatie in het gezin ligt het dan ook voor de hand om cultuurparticipatie te bevorderen via een bijkomende educatieve inspanning. Ondanks de discrepantie tussen smalle en brede cultuur, stellen de onderzoekers voor om niet te sleutelen aan het aanbod. Ze zien meer heil langs de vraagzijde, waar ze meer mensen de weg zouden tonen. Men zou de brug tussen middenveld en onderwijs kunnen versterken. Het kunstonderwijs is nu beperkt tot het ASO. Het is nochtans de enige instelling die dagelijks de ongelijkheid kan wegwerken. Ze kan ook zeer vroeg aan culturele vorming beginnen.'' 2. Ook in initiatieven waarin achtergestelde groepen meer als cultuurproducent worden benaderd, ligt de klemtoon vaak op de educatieve stimulans. Door kansarmen beter met culturele codes te leren omgaan, wil men ook hun smaakpatroon vormen, en dat moet de drempel tot de consumptie van het culturele aanbod verlagen. Bovenstaande benadering van cultuurparticipatie zou ik willen omschrijven in termen van werken aan cultuur. Ze gaat uit van een aantal achterliggende vooronderstellingen, zowel over cultuur in strikte zin als over (maatschappelijke) participatie in brede zin. Cultuur wordt gezien als een afgebakend domein, een soort verheven vesting (of smalle ruimte, indien men de referentie naar hoge versus lage cultuur wil vermijden) waarin cultuurproducenten hun werk aan een publiek voorstellen, en waar sommigen weinig toegang toe hebben. Er moeten dus inspanningen geleverd worden om die kloof te overbruggen, er moet gewerkt worden aan de cultuurparticipatie van doelgroepen via het verhogen van hun culturele competenties of via het wegwerken van financiële belemmeringen. In wat volgt wil ik een kritische analyse van die vooronderstellingen leveren, gevoed door de diverse projecten die Flora vzw ontwikkelt. Flora is een federaal netwerk van organisaties die aan vorming en tewerkstelling met laaggeschoolde vrouwen (en mannen) 1 Onderhavige tekst werd in januari 2006 gepubliceerd in: Leye, Marijke (Red.) Over (cultuur)participatie. Kunst en Democratie EPO, pp

2 doen. De expertise die op het terrein aanwezig is, wordt door het netwerk versterkt en zichtbaar gemaakt, en via Flora adviesbureau ter beschikking van andere actoren gesteld. Deze expertise situeert zich op het snijvlak van de domeinen gender, sociale uitsluiting en arbeid Duiding In het discours over cultuurparticipatie zoals hierboven geschetst, wordt cultuur afgebakend als een domein (sector) waar men al dan niet toegang toe heeft. Deze afgrenzing ligt in het verlengde van een continuüm dat gaat van beleefde cultuur (levensstijl, gedragspatronen, smaak, waarden en normen), over gedocumenteerde cultuur (de neerslag van deze belevingselementen in culturele producten in brede zin), tot gecanoniseerde cultuur (tot kunst verheven, opgenomen in ruimtes die publieke erkenning uitdrukken). De term canon verwijst hier niet zozeer naar een lijst van als normatief erkende kunstwerken, maar vooral naar een structurele erkenning van bepaalde expressievormen als kunstvormen. Zo zijn fotografie en film pas veel later als kunstvorm erkend dan bvb de klassieke muziek, en wordt het stripverhaal vooralsnog niet als kunstvorm erkend. Hoewel pogingen gedaan worden om niet langer in termen van hoge of lage cultuur te spreken, blijft er toch een zekere hiërarchiesering tussen culturele uitingen bestaan. Grosso modo bereikt de,,smalle cultuur'' een klein deel van de bevolking. Dat geldt vooral voor kunsttakken als klassieke muziek, ballet, opera, theater en wat te zien is in musea. Twee derde van de Vlamingen zegt er nooit naar toe te gaan. Die gegevens zijn bekend, en lopen in de meeste EU-landen gelijk. Aan,,brede cultuur'' neemt een groter deel van de bevolking deel. Het gaat van film en concerten tot bibliotheekbezoek, sport en café.,,cultuurparticipatie is duidelijk gestructureerd'', zegt Dieter Vandebroeck, een van de onderzoekers van bovenvermeld TOR-onderzoek.,,In de cijfers zien we nog steeds een tweedeling. Die gaat zowel op voor de deelname, als voor de achtergrondkenmerken van het publiek, zoals leeftijd, opleiding en geslacht. Ik heb niet de indruk dat de kloof sterk verkleint. De achtergrondkenmerken van het publiek aan smalle cultuur blijven redelijk stabiel. Smalle cultuur vormt nog steeds een maatschappelijke drempel.'' 4 Maar ook binnen de beleefde cultuur is er sprake van een vorm van hiërarchiesering. Ook daar worden impliciet een aantal normatieve gedragspatronen gehanteerd. Mensen of groepen die maatschappelijk gezien in de marge leven, worden ook op socio-cultureel vlak vaak als marginaal gezien. Hun levensstijl en waardepatronen komen als afwijkend, als vreemd of onfatsoenlijk over. Daardoor kunnen die vormen van beleefde cultuur doorgaans ook op weinig begrip of erkenning rekenen. Hun cultuur wordt ook veel minder gedocumenteerd, ze hebben weinig gelegenheid om zelf als cultuurproducent in culturele producten uit te drukken hoe ze zich in de samenleving positioneren. En dus krijgen ze ook zelden toegang tot wat we de canon noemden, tot die ruimtes die aan culturele expressievormen zichtbaarheid en publieke erkenning geven. Daardoor blijft de belevingswereld van deze groepen ook voor de middenklasse onzichtbaar en ongekend. De middenklasse weet met andere woorden niet wie/wat wordt uitgesloten, de dominantie van haar eigen culturele code wordt zo goed als nooit in vraag gesteld. De enige uitweg die voor achtergestelde groepen openblijft om zichtbaarheid te geven aan belevingswerelden buiten de gevestigde cultuur, dreigt dan tragisch genoeg vaak die van de negatieve aandacht te zijn. De enige mogelijkheid om uit te drukken hoe shockerend het is om buitengesloten te worden, lijkt nog te zijn om zelf te shockeren. De recente ravages in de buitenwijken van Franse grootsteden, maar ook vormen van hooliganisme, brengen de belevingswereld van kansarme jongeren op een negatieve wijze in de media. Uiteraard kan deze vorm van gedocumenteerde cultuur alleen tot verdere dualisering leiden: het lijkt nogmaals een bevestiging te zijn van de minderwaardigheid van bepaalde vormen van (beleefde of gedocumenteerde) cultuur, en kan de hiërarchiesering dus 2

3 niet in vraag stellen maar enkel herhalen. In het debat over cultuurparticipatie speelt deze dualisering en hiërarchiesering steeds impliciet of expliciet mee. Bijna steeds wordt spontaan de link gelegd met het consumeren van gecanoniseerde cultuur (theater, musea, concerten ). De afbakening van cultuur en van participatie (consumeren) die eigen is aan de middenklasse, vormt met andere woorden de norm of het ideaal waarnaar men streeft als men cultuurparticipatie van achtergestelde groepen wil bevorderen. 3. Cultuurparticipatie en structureel geweld Bovenstaande analyse maakt duidelijk dat deze benadering van cultuurparticipatie maar tot op beperkte hoogte een reëel antwoord op maatschappelijke marginalisering kan zijn. Achtergestelde groepen worden aangemoedigd om meer te participeren aan cultuur, maar in de afbakening van wat cultuur (of participatie) is, wordt hun belevingswereld en waardekader grotendeels miskend. Deze benadering van cultuurparticipatie leidt met andere woorden niet tot een uitweg uit de marginalisering, maar reproduceert paradoxaal genoeg zelf een aantal mechanismen die tot uitsluiting leiden. Hoewel gepoogd wordt cultuur als vehikel te hanteren om tot een antwoord op uitsluiting en achterstelling te komen, zijn er structurele mechanismen aan het werk die maken dat deze pogingen zelf opnieuw tot exclusie leiden. Deze structurele uitsluiting, die binnen het streven naar cultuurparticipatie zelf aan het werk is, verloopt via verschillende sporen. Om te beginnen vormt de afbakening van cultuur als een aparte (gecanoniseerde) sector een vorm van splitsing die ook sociale breuken met zich meebrengt. Cultuur wordt volledig losgemaakt van de (betaalde) werktijd, het is iets voor na de uren, voor in de vrije tijd. Ook ruimtelijk gezien is er een splitsing: culturele evenementen voltrekken zich doorgaans niet op de plekken of in de buurten waar kansarme mensen werken of wonen. Vooral voor laaggeschoolde vrouwen is deze afbakening van cultuur in tijd en ruimte geen evidentie. Vaak wacht hen na hun betaalde werkuren nog zorgarbeid (zorg voor kinderen of verwanten), en hebben ze gewoon geen vrije tijd. Bovendien hebben ze vaak een job in sectoren waar het werk fysiek zo vermoeiend is, dat er weinig energie overblijft om na de uren nog veel te gaan ondernemen. Daarnaast kampen ze doorgaans met een aantal secundaire problemen die het hen nog moeilijker maken om aan cultuur te participeren. Vaak hebben ze geen kinderopvang, beschikken ze niet over de nodige mobiliteit om zich s avonds naar en van een theater of filmzaal te verplaatsen, of voelen ze zich in de openbare ruimten in de stad onvoldoende veilig om in het donker te durven buitenkomen. Cultuurparticipatie begint met andere woorden bij de toegankelijkheid van de publieke ruimte. Zolang cultuur gesitueerd wordt in een ruimte en tijd die niet voor allen vrij toegankelijk is, zullen prijzenpolitiek en educatieve inspanningen geen zoden aan de dijk zetten. Niet alleen moeten de plaatsen (zowel in tijd als in ruimte) waar cultuur zich situeert, veiliger en toegankelijker worden, omgekeerd kan men ook vragen dat cultuur zich verplaatst naar plaatsen die voor kwetsbare groepen reeds veilig en toegankelijk zijn, dat zij met andere woorden haar verheven of smalle vesting durft te verlaten. De afsplitsing tussen arbeid en cultuur kan ook vanuit de kant van de arbeid in vraag worden gesteld. Het streven naar cultuurparticipatie heeft tot op zekere hoogte hetzelfde doel als het werken aan socio-professionele inschakeling van achtergestelde groepen: via het werken aan cultuur of het werken aan werk wil men uiteindelijk hun maatschappelijke integratie bevorderen. De opsplitsing van werk en cultuur tot twee afzonderlijke domeinen of sectoren betekent echter dat binnen wat men werk noemt, er bijzonder weinig ruimte is voor cultureel of expressief leren. Vanuit een enge economische visie wordt werk immers volledig binnen een productiviteitslogica gedacht. Hoewel men op macro-economisch niveau wel stelt dat socio-professionele inschakeling tot een maatschappelijke meerwaarde moet leiden (het bestrijden van uitsluiting en kansarmoede), wordt bij de concrete uitwerking 3

4 impliciet uitgegaan van het economische model van de privé-onderneming. Arbeid heeft in die benadering vooral als doel om de persoonlijke winst van de aandeelhouders te verhogen. Ook de sector van de socio-professionele inschakeling wordt op haar productiviteit afgerekend, in die zin dat verwacht wordt dat de deelnemers/werknemers uiteindelijk zullen doorstromen naar wat men de reguliere arbeidsmarkt noemt (d.w.z. met privé-winst als oogmerk). De subsidies die de sociale economie krijgt, worden in dat kader vaak louter gezien als het drukken van de productiekost (of compensatie voor productiviteitsverlies), en dus als concurrentievervalsend. Dat subsidies ook als een investering in (of vergoeding voor) het realiseren van de maatschappelijke meerwaarde gezien kunnen (en moeten) worden, wordt vanuit een dominant economisch denkkader miskend 5. Vanuit die enge productiviteitsbenadering wordt ook het leerproces van de deelnemers/werknemers in de socio-professionele inschakelingsector heel smal benaderd. De klemtoon ligt zeer sterk op kwalificerende activiteiten, op taken die direct uitvoerend zijn in de functie waartoe men wordt opgeleid. Dat ook hierin een vorm van structureel geweld zit die tot paradoxale resultaten leidt, is duidelijk. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat opwaartse sociale mobiliteit bij mensen uit kansarmoede niet alleen het resultaat is van wat men instrumenteel leren noemt (het volgen van een opleiding, het verwerven van een kwalificatie, ) maar minstens evenzeer afhankelijk is van sociaal en expressief leren 6. De ervaring van organisaties die met laaggeschoolde vrouwen werken, bevestigt dit. Het is essentieel om in eerste instantie de capaciteiten van vrouwen aan te spreken en hen vanuit een eigen, persoonlijk project een basis van zelfvertrouwen en ambitie te laten ontwikkelen. Pas dan is het zinvol om ook aan meer strikt professionele kwalificaties te werken. De smalle economische logica zorgt er echter voor dat aan die voorwaarden niet of onvoldoende voldaan kan worden, waardoor de inspanningen vaak ook niet tot duurzame resultaten leiden. Soms stromen mensen wel door naar een reguliere job, maar haken snel weer af omdat ze zich niet sterk genoeg voelen om er zich te handhaven. 4. Paradox en performantiële tegenstelling Doordat in het dominante activeringsdiscours de klemtoon op een smal concept van werk (en dus van leren) gelegd wordt, ontstaat een paradoxale boodschap. Aan de ene kant wordt de boodschap gegeven dat van mensen verwacht wordt dat ze (door socio-professionele inschakeling en cultuurparticipatie) aan de maatschappij gaan deelnemen. Anderzijds worden ze steeds benaderd vanuit wat ze (nog) niet kunnen en niet weten. Ze worden steeds in een positie gezet die hen impliciet de boodschap geeft dat ze niet capabel zijn om te participeren, dat ze van anderen afhankelijk zijn om in de samenleving iets te bereiken. Dat deze impliciete boodschap soms een zeer grote invloed heeft op het zelfbeeld en zelfvertrouwen van mensen, bleek uit de ervaringen met het Flora Forum Het Forum is een werkvorm waarbij alle vrouwen uit de lidorganisaties van Flora samenkomen om elkaar te ontmoeten en rond een bepaald thema van gedachten te wisselen. In 2003 werd gekozen voor het thema Wij hebben talenten. Tijdens de voorbereidingen werd aan alle lidorganisaties gevraagd intern te beslissen rond welk talent hun vrouwen een workshop zouden geven voor de deelneemsters uit andere organisaties. Bij de volgende werkvergadering meldden heel wat organisaties dat de vrouwen bij zichzelf geen enkel talent konden vinden. Het feit dat ze steeds in een positie geplaatst worden waarin ze het niet weten en niet kunnen, waarin ze een ander nodig hebben om hen wat dan ook te leren, heeft deze vrouwen met andere woorden getekend tot in het diepste van hun zelfbeeld. Uiteindelijk kozen alle organisaties dan toch competenties die ze met de andere groepen konden delen, gaande van het opengooien van een computer, over zang, Afrikaanse dansen, Burundese vlechten of Marokkaanse tatoeages, tot kennis over de natuur. Op de dag van het Forum werden door de vrouwen zelf ruim 20 workshops aangeboden aan hun collega s uit andere organisaties, vaak over de taalgrens heen. Bij de evaluatie achteraf bleek dat deze ervaring van bevestigd te worden in hun kunnen, van zelf in 4

5 een positie te staan waarin men aan anderen iets kan meegeven, voor al deze vrouwen een ingrijpende groei-ervaring was, waar ze ook achteraf kracht uit putten om stappen te zetten die hun socio-professionele inschakeling versterkten 7. Nochtans wordt door de subsidiërende overheden het belang van dergelijke op het empowerment van vrouwen gerichte initiatieven in het kader van de socio-professionele inschakeling heel weinig erkend. De eenzijdige benadering van arbeid vanuit een smalle productiviteitsdimensie heeft ook ruimere socio-culturele implicaties. Men is het erover eens dat het kunnen gebruiken van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT) meer en meer een essentiële vaardigheid is om aan de huidige samenleving en cultuur te kunnen participeren. Er is in de samenleving een digitale kloof ontstaan waar vooral mensen uit kansengroepen het slachtoffer van worden. De inspanningen om de digitale kloof te bestrijden richten zich zowel op de prijzenpolitiek (het goedkoop ter beschikking stellen van computers en/of internetaansluitingen) als op de pedagogische aanpak (aanbieden van ICT-cursussen). Men stelt echter vast dat de gratis cursussen bij laaggeschoolde vrouwen geen succes zijn, dat ze er gewoon niet op afkomen. Dit feit ontlokt bij sommigen de reactie dat de achterstand dus toe te schrijven is aan de keuze van de laaggeschoolde vrouwen zelf. Ze kiezen om niet naar de cursussen te komen, en zijn dus verantwoordelijk voor hun eigen achterstelling. Zo wordt de digitale kloof aan een tekort in capaciteiten en motivatie van de vrouwen toegeschreven, krijgen zij als het ware de schuld voor het bestaan ervan. Ook hier kunnen we vaststellen dat de dominantie van een eng economische model tot maatschappelijk perverse effecten leidt. In de functieomschrijving van de jobs voor laaggeschoolde vrouwen bvb in de schoonmaaksector is het gebruik van computers of internet nergens aanwezig. Zelfs als het bvb. efficiënt is om uurroosters, voorraadbeheer of planning van hun werk met de computer bij te houden, dan laat men dat omwille van de efficiëntie doorgaans niet door de poetsvrouwen zelf, maar door administratieve krachten doen. Omwille van de economische productiviteit wordt hun loonarbeid dus zo smal gedefinieerd dat laaggeschoolde vrouwen wel op het vormingswerk na de uren moeten terugvallen als ze met computers willen leren werken. Bovendien wordt geen rekening gehouden met belemmeringen die voortvloeien uit de gezinstaken van deze vrouwen. Niet alleen hebben ze vaak geen tijd om zich met computer bezig te houden, maar vaak leidt de rolverdeling in het gezin er ook toe dat de computer iets voor mannen is. Een eng economische logica leidt met andere woorden tot een probleem van achterstelling, dat men dan door maatschappelijke ingrepen (infrastructuur, sociaal-cultureel werk, ) tracht te corrigeren, maar zonder de logica zelf in vraag te stellen. Met andere woorden, de voorgestelde oplossing laat de mechanismen van uitsluiting die tot de digitale kloof leidden, onaangeroerd 8. Beide bovenstaande voorbeelden (uitsluiting van expressief leren en digitale kloof) belichamen een tegenstelling tussen wat impliciet (op pragmatisch of performantieel vlak) gecommuniceerd wordt, en wat expliciet als doelstelling of ambitie wordt verkondigd. Laaggeschoolde vrouwen worden enerzijds in een positie geplaatst waarin ze vanuit hun nietkunnen en niet-weten benaderd worden. Bovendien wordt hen de impliciete boodschap gegeven dat het niet rendabel is als ze zich met computers of met expressief leren bezighouden, en dat het niet de moeite is om daar tijdens de werkuren tijd voor te maken. Tegelijk wordt verwacht dat ze na de werkuren de motivatie en energie vinden om deze achterstelling zelf te gaan corrigeren. Ze moeten leren codes hanteren of informatietechnologieën beheersen, opdat ze maatschappelijk zouden kunnen participeren. Vanuit deze performantiële paradox is het niet verwonderlijk dat er weinig vooruitgang wordt geboekt. In het gangbare discours over cultuurparticipatie worden laaggeschoolde vrouwen niet als (talentrijk) actor benaderd, maar eerder als (deficiënte) consument. Cultuurproducten zijn dan ook nooit hun producten, ze vormen niet de gedocumenteerde neerslag van hun beleefde cultuur, en zijn hen in die zin vreemd. Binnen dit concept van cultuurparticipatie zit dus een element van vervreemding. Het aanleren van codes kan hier niets aan veranderen. 5

6 5. Institutionele specialisering De splitsing tussen cultuur en werk heeft zich ook vertaald in institutioneel en beleidsmatig afzonderlijke sectoren, waartussen de bruggen schaars en fragiel zijn. Zowel de sector van de socio-professionele inschakeling als die van de cultuur heeft zijn eigen instituties en zijn eigen logica; binnen het overheidsbudget is er onderlinge concurrentie voor subsidies. Ook deze splitsing leidt tot maatschappelijke breuken waarvan laaggeschoolde vrouwen (en mannen) het slachtoffer zijn. De sector van de socio-professionele inschakeling is vaak enige die een bepaalde groep van vrouwen kan bereiken en hun vertrouwen krijgt. De stap naar andere sectoren (cultuur, verenigingsleven, zelfs hulpverlening) is voor heel wat van deze vrouwen te groot, of er bestaat vanuit het gezin een sociale druk die hen belemmert om er naartoe te stappen. Het werken aan werk daarentegen is vaak het enige aanvaardbare en haalbare project waardoor vrouwen de privé-sfeer kunnen verlaten, en toegang krijgen tot een meer publieke ruimte. De ervaring van de lidorganisaties van Flora is dan ook dat deze vrouwen niet alleen komen met een vraag naar scholing en kwalificatie, maar dat ze ruimte moeten maken voor alle mogelijke dimensies van het persoonlijk en sociaal functioneren van deze vrouwen 9. De institutionele logica verbiedt hen echter om op die vragen, dat soms dringende appèl in te gaan. Voor activiteiten die niet strikt het verwerven van kwalificaties als doel hebben die met andere woorden onder de bevoegdheid van een ander ministerie ressorteren moet men dus maar elders naar middelen zoeken. Deze middelen zullen echter nooit structurele middelen zijn, aangezien dat haaks staat op de institutionele logica van het beleid 10. Door de uitsluiting van expressief leren uit werk, door het onderbrengen van werk en cultuur in aparte sectoren met hun eigen logica, maakt men dus voor een grote groep van mensen cultuurparticipatie onmogelijk. Werk wordt zo smal gedefinieerd dat expressief leren en participatief werken aan empowerment er nauwelijks ruimte krijgen. Cultuurparticipatie of zo men wil het participeren aan de samenleving via expressie en erkenning van de beleefde cultuur wordt zo smal gedefinieerd dat het alleen nog aan de belevingswereld van een beperkt deel van de bevolking beantwoordt. Vervolgens wil men de cultuurparticipatie van de uitgesloten groepen bevorderen (of herstellen) door hen de culturele en instrumentele codes te leren beheersen, door te werken aan cultuur. Echter, als het beleid eerst een kloof tussen werk en cultuur installeert en bestendigt, hoe verwacht men dan dat het publiek die kloof overwint? 6. Genderpatronen In het voorgaande is gepoogd vanuit de relatie tussen werk en cultuur een licht te werpen op de problematiek van cultuurparticipatie. Het hanteren van een smalle (eng economische) definitie van werk maakt dat voor laaggeschoolde vrouwen cultuurparticipatie tot een onhaalbaar verlangen wordt. Men kan cultuurparticipatie niet denken zolang men niet vertrekt vanuit hoe de vrouwen zelf werk definiëren. Uit het actie-onderzoek JUMP waaraan Flora meewerkte, blijkt dat het werk van laaggeschoolde vrouwen in vier categorieën is onder te brengen. Naast loonarbeid staan vrouwen in voor het grootste deel van de zorgarbeid in het gezin. Daarnaast kunnen ook sociaal werk (vrijwilligerswerk, ) en zelfontplooiing (werken aan zichzelf) gezien worden als vormen van werk die voor het goed functioneren van de samenleving nodig zijn 11. Dat deze vier vormen van werk ongelijk verdeeld zijn tussen de beide seksen, werd nog door recent onderzoek bevestigd 12. Heel vaak gaat het beleid echter uit van een genderblinde visie op arbeid, waarbij men het rollenpatroon van de man als kostwinner impliciet als norm hanteert. De kostwinner is iemand die in principe voltijds beschikbaar is voor werk, wat impliceert dat hij zijn zorgtaken en andere vormen van werk aan zijn partner (huisvrouw) overlaat. Dat impliceert ook dat hij na de werkuren inderdaad 6

7 vrije tijd heeft, die hem ruimte biedt om op één of andere vorm van sociale en culturele activiteiten in de brede zin te genieten. Dat dit voor de laaggeschoolde vrouwen echter niet opgaat, is gebleken uit het recent afgesloten Europese onderzoek naar Gender in Indicators of Poverty and social exclusion, waarin zowel Flora als Leren Ondernemen (een lidorganisatie van Flora) partners waren. Een voorbeeld kan het perverse effect van een genderblind beleid het beste verduidelijken. Voor de overheid is de frequentie van sociale contacten buitenshuis (bvb bij cafébezoek) een positieve indicator. Een toename van dergelijke contacten wordt gezien als een indicator van het verminderen van uitsluiting, of als een toename aan participatie. Uit het gender-in-indicatoren onderzoek blijkt echter dat als vrouwen in kansarmoede sociale contacten buiten het gezin hebben, het meestal gaat om vrienden die zelf zware problemen kennen. Dergelijke contacten betekenen voor de vrouwen dus een toename aan (zorg- of sociale) arbeid, en geen indicator van vrije tijd of van participatie. De vrouwen zeggen zelf dat hoe meer dergelijke contacten ze hebben, hoe moeilijker ze het krijgen; de doorgaans gehanteerde indicator is dus compleet blind voor de beleefde realiteit en de diverse vormen van werk die de vrouwen opnemen, en interpreteert als een verbetering wat voor de vrouwen zelf op een verslechtering van hun situatie neerkomt. Bovendien baseren indicatoren voor sociale uitsluiting zich op het gezin als eenheid, waarbij men ervan uitgaat dat zowel de arbeidstaken als de beschikbare middelen gelijk verdeeld worden onder de gezinsleden. Niet alleen nemen de vrouwen doorgaans meer (onbetaalde) arbeid op zich, vaak hebben ze ook minder toegang tot de budgetten, tot de gezinswagen of tot de publieke ruimte. Familiale controle en verantwoordelijkheden vormen voor laaggeschoolde vrouwen bijkomende drempels om te participeren aan het aanbod aan culturele evenementen. Een beleid dat geen oog heeft voor deze genderspecifieke problematiek, zal dan ook geen resultaten leveren, of erger nog, zal tot een perverse herhaling van de uitsluitingsmechanismen leiden. Zolang cultuurparticipatie opgesloten wordt in het domein van de zogenaamde vrije tijd, zolang er geen aansluiting gezocht wordt met de diverse vormen van werk die deze vrouwen op zich (moeten of mogen) nemen, is het niet waarschijnlijk dat er veel resultaat bereikt zal worden. Zolang cultuur gedefinieerd wordt door mensen die ver af staan van de beleefde cultuur van deze vrouwen, dreigt cultuurparticipatie een holle slogan te blijven. 7. Kan cultuurparticipatie de inclusieve samenleving redden? In het voorgaande is een analyse gemaakt van een aantal breuklijnen die tot een dualisering van onze samenleving leiden. Deze breuklijnen zijn in de eerste plaats het gevolg van de dominantie van een te smalle benadering van werk. Daarbij wordt de klemtoon eenzijdig op productiviteit (met het oog op privé-winst) gelegd, terwijl het creëren van maatschappelijke meerwaarde (met het oog op een beter functionerende en meer inclusieve samenleving) als het ware buiten het domein van de (zgn. reguliere ) economie gehouden wordt. De dominantie van deze enge economische logica maakt dat veel mensen die niet aan de productiviteitseisen kunnen voldoen, op een zijspoor terechtkomen. Via een activeringsbeleid, waar ook de sector van de socio-professionele inschakeling als actor een rol in toebedeeld krijgt, wordt deze mensen impliciet de boodschap meegegeven dat ze incapabel zijn, en dat een tekort in hun capaciteiten en motivatie de oorzaak is van hun achterstelling. Men legt met andere woorden eerst een basis van disempowerment 13, om dan vervolgens via allerlei vormen van opleiding en vorming te trachten deze mensen bij te schaven. Binnen deze logica situeert zich het werken aan cultuur ; aan cultuur doen moet mensen het gevoel geven dat ze toch aan de samenleving mogen en kunnen participeren, ook al geeft die samenleving hen op andere vlakken precies de tegengestelde boodschap. Om het met een beeld uit te drukken: het beleid houdt met de voet een groep van mensen tegen de grond gedrukt, maar reikt ze tegelijk de hand om ze op te trekken. 7

8 Ten tweede worden de diverse soorten werk die een samenleving nodig heeft om goed te functioneren, in diverse sectoren ondergebracht, elk met een eigen beleidslogica, functioneringsmodaliteiten en structurering in tijd en ruimte. Naast betaalde arbeid gaat het om zorgarbeid, sociaal werk en werken aan zichzelf (zorg voor het eigen welbevinden, ontwikkeling van de eigen talenten). Een genderanalyse heeft duidelijk gemaakt dat de onlosmakelijke verwevenheid van de diverse soorten werk in het leven van laaggeschoolde vrouwen gecombineerd met een ongelijke verdeling van dat werk tussen de beide seksen voor hen tot onoverkomelijke drempels op het vlak van cultuurparticipatie leidt. Hoewel ook door het beleid aanvaard wordt dat kansarmoede bestaat uit een complex fenomeen van achterstelling op diverse domeinen (arbeid, gezin, sociaal leven, welzijn, ), blijft het moeilijk om maatschappelijke inclusie als een transversale doelstelling in de verschillende beleidsdomeinen te integreren. Elk domein volgt als het ware zijn eigen logica, die doorgaans meer op de noden en mogelijkheden van de middenklasse is afgestemd dan op die van meer kwetsbare mensen. Er wordt (impliciet of expliciet) een vorm van hiërarchie of normativiteit gehanteerd, die maakt dat de beleefde cultuur van laaggeschoolden als minderwaardig overkomt; de conclusie dat ze eerst opgevoed moeten worden vooraleer ze aan cultuur zullen kunnen participeren, ligt dan ook voor de hand. Dit alles heeft als gevolg dat vaak goedbedoelde initiatieven om het beleid meer inclusief te maken, in feite tot een structurele reproductie van marginalisering en uitsluiting leiden. Hoe kan cultuurparticipatie werkelijk tot een meer inclusieve samenleving bijdragen? Uit het voorgaande mag duidelijk geworden zijn dat werken aan cultuur (of om het wat meer cru uit te drukken: aan cultuur doen ) zich situeert op het niveau van de uitgestoken hand, maar geen impact heeft op de onderdrukkende voet. Het is dan ook niet te verwonderen dat de geleverde inspanningen om cultuurparticipatie te verhogen, tot weinig resultaten leiden. Zolang het beleid de eigen onderdrukkende, devaloriserende premissen niet onderkent, blijft het de uitsluiting (disempowerment) reproduceren. Cultuurparticipatie kan maar tot maatschappelijke integratie leiden als eerst de kloven in het maatschappelijk functioneren worden gedicht, en als er bruggen geslagen kunnen worden tussen de diverse sectoren (als institutionaliseringen van de diverse vormen van arbeid). Concreet kan dit onder andere vertaald worden in volgende beleidslijnen. 1. Binnen de socio-professionele inschakeling moet er een beter evenwicht nagestreefd worden tussen empowerment en kwalificatie, of moet minstens de paradox tussen (impliciet, structureel) disempowerment en (expliciet) streven naar kwalificatie worden opgeheven. Binnen de subsidieregels moet bvb. meer ruimte gemaakt worden voor activiteiten die voortbouwen op het eigen project, de eigen beleefde cultuur en capaciteiten van kwetsbare mensen, ook al leidt dat niet direct tot toepasbare kwalificaties binnen een productiviteitsstreven. Bij het streven naar empowerment (of zo men wil het ondersteunen van de opwaartse sociale mobiliteit van mensen) moet de waarde van sociaal en expressief leren onderkend worden. Alleen door te vertrekken van de eigen (beleefde) cultuur, van het eigen project, de eigen positionering in de samenleving en de eigen mogelijkheden van mensen, kan men hen werkelijk valoriseren, hen versterken in hun eigenwaarde. Alleen dat kan een solide basis vormen voor instrumenteel leren, voor het verwerven van kwalificaties en een duurzame socio-professionele inschakeling. 2. Cultuurparticipatie als bron van empowerment erkennen wil zeggen dat de doelgroepen niet alleen als op te voeden cultuurconsument benaderd moeten worden maar ook als producent van cultuur. Zolang de gedocumenteerde en gecanoniseerde cultuur enkel uitdrukking geven aan de beleefde cultuur van de middenklasse, kan cultuurparticipatie niet anders dan vervreemdend zijn voor wie niet tot die klasse behoort. Geen enkele educatieve inspanning (het leren hanteren van codes) kan dit ongedaan maken. Omgekeerd kan het documenteren, het zichtbaar maken van hun beleefde cultuur, kwetsbare groepen ook toegang bieden tot ruimten 8

9 waar hen publieke erkenning wordt gegeven 14. Het is deze publieke erkenning de toegang tot publieke ruimtes waar beleefde cultuur erkend, gecanoniseerd wordt die de directe uitdrukking vormt van maatschappelijke participatie. Het vormt een directe vertolking van de erkenning dat deze mensen een eigen, onvervreemdbare plaats in en bijdrage tot deze samenleving hebben. Zolang vertrokken wordt van een normatief (middenklasse) model van cultuur, blijft men onderdrukking en vervreemding reproduceren, en draagt men dus per definitie niet tot maatschappelijke participatie bij, wel integendeel. 3. Om dit in de praktijk te kunnen realiseren, moet men ook vertrekken van de eigen wijze waarop voor deze groepen de tijd en ruimte gestructureerd is. Meer bepaald voor laaggeschoolde vrouwen is het van belang dat op grond van een genderbenadering aansluiting gezocht wordt met de diverse vormen van arbeid die zij verrichten, en dat men cultuur niet opsluit in een domein (namelijk dat van de vrije tijd ) dat voor hen hoe dan ook vrijwel ontoegankelijk is. In plaats van te werken aan cultuur moet men werken vanuit cultuur, vanuit een valorisatie en ondersteuning van de beleefde cultuur, het eigen levensproject, de eigen leefpatronen en soorten arbeid die deze vrouwen eigen zijn. Omgekeerd moet cultuur aansluiting zoeken bij het werk dat het levensproject van deze vrouwen typeert, om juist van daaruit zichtbaarheid en erkenning te geven aan hun leefwereld, aan hun manier om hun leven in te richten en zich in de samenleving in te schakelen. 4. Op institutioneel niveau wil dit ook zeggen dat er tussen de diverse sectoren bruggen moeten worden geslagen. Niet alleen kunstenaars moeten door de cultuursector als producent van cultuur erkend worden. Als cultuurparticipatie betekent dat mensen via cultuur aan de samenleving kunnen participeren (dwz haar mee vorm geven), dan moet vertrokken worden vanuit hun beleefde cultuur, hun capaciteit om zin en vorm te geven aan het eigen bestaan. Pas als op die manier mensen uit de kansengroepen toegang krijgen tot de publieke ruimtes van gecanoniseerde cultuur, kan de cultuur ook werkelijk tot een meer inclusieve samenleving bijdragen. Door publieke zichtbaarheid en erkenning aan de beleefde cultuur van achtergestelde groepen te geven, kan de dominante cultuur ook geconfronteerd worden met de eigen blinde vlek, de eigen uitsluitingsmechanismen. Ook de dominante cultuur moet misschien een aantal codes leren ontcijferen, wil ze werkelijk tot maatschappelijke inclusie bijdragen. 5. Nog op institutioneel niveau is het essentieel om het belang van sociaal (en expressief) leren voor mensen in kansarmoede te onderkennen en te ondersteunen. Voor deze mensen is het leren (door het functioneren) in groep, het leren vanuit de ondersteuning door een groep, een noodzakelijke voorwaarde om tot een sterkere maatschappelijke inschakeling (of opwaartse sociale mobiliteit) te komen. Concreet wil dat zeggen dat als de cultuursector deze groepen meer wil bereiken (bvb in het kader van zijn opdracht tot gemeenschapsvorming ), dit beter niet gebeurt door deze mensen als individuele consument van cultuurproducten (in de vrije tijd ) aan te spreken, maar wel door aansluiting te zoeken met die verenigingen en organisaties waar ze toegang toe hebben. Vaak zullen dat buurt- en nabijheidsdiensten zijn, verenigingen waar armen het woord nemen, initiatieven uit de sociale economie of opleidingscentra. Op die manier kunnen ook socio-professionele inschakeling en cultuurparticipatie een sterkere coherentie ontwikkelen in hun streven naar het versterken van de maatschappelijke participatie van kwetsbare mensen. 9

10 Eindnoten 1 Geert Sels. De kloof is nog niet weggewerkt. De Standaard 22/09/ Ibidem. Zie ook Claeys, J. Elchardus, M & Vandebroeck, D. (2005). De smalle toegang tot cultuur. Een empirische analyse van cultuurparticipatie en van de samenhang tussen sociale participatie en cultuurparticipatie. In: Vlaamse overheid en burgeronderzoek, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, pp TOR 2005/31. 3 Voor informatie over het netwerk en de projecten van Flora vzw, zie 4 Ibidem. 5 Voor een nadere uitwerking van deze gedachtegang, zie Snick, Anne & Robeyns, Ingrid (2004). Werk-tekst. Over de economie van het sociale en het sociale van de economie. Een denkkader voor de samenwerking tussen sociale economie en commerciële bedrijven. Te downloaden op: Thys, R., De Raedemaecker, W. & Vranken, J. (2004), Bruggen over woelig water. Is het mogelijk om uit de generatie-armoede te geraken? Leuven Voorburg: Acco. 7 Zie Snick, Anne (2005). Activering: bezint eer gij begint. Europees onderzoek analyseert diverse activeringspraktijken. Coulissen/s 11 (nr. 2/2005), Zie ook Coulissen/s 10 (nr. 4/2003). 8 Damhuis, Lotte (2005). Toegang ICT niet voor iedereen verzekerd. Bijdrage Flora aan debat Cyber 53. Coulissen/s 11 (nr. 2/2005), Zie ook Snick, Anne (2005). Netwerking als antwoord op de structurele uitsluiting van laaggeschoolde vrouwen. Bijdrage tot het Sophia colloquium Genderstudies, een genre apart? Brussel, oktober Flora bereidt momenteel een publicatie over deze problematiek voor, gebaseerd op een cyclus van vorming en actieonderzoek met de lidorganisaties en verwante actoren (te verschijnen eind 2006 bij EPO). 10 Redig G. & Dierckx, Danielle (2003). Armoedebeleid van overheden: over het aanleggen van kruispunten en rotondes.- In: J. Vranken, Katrien De Boyser & Danielle Dierckx (red.), Armoede en sociale uitsluiting: jaarboek Leuven : Acco, pp Zie 12 Glorieux, I., Minnen, J. & Vandeweyer, Jessie (2005). De tijd staat niet stil, veranderingen in de tijdsbesteding van Vlamingen tussen 1999 en Brussel: VUB, Onderzoeksgroep TOR. 13 Disempowerment het tegendeel van empowerment betekent het machteloos maken van mensen. Hoewel er geen directe Nederlandse vertaling voor bestaat, is de term verwant met ontmoedigen, en verwijst naar het ontnemen van zelfvertrouwen en van gevoel van eigenwaarde. De machteloosheid impliceert ook dat men geen greep heeft op de eigen leefsituatie, dat men geen volwaardige actor in de samenleving kan (of mag) zijn. 14 Dat is precies de ambitie van het project Forum/Expo waar Flora momenteel aan werkt. Onder de titel Vrouwelijk meervoud/féminin pluriel wordt aan de leefwereld van laaggeschoolde vrouwen uit heel België zichtbaarheid en erkenning gegeven, dit als een wezenlijke stap in hun proces van socio-professionele inschakeling. De tentoonstelling opent in Brussel in december 2006 en reist in 2007 naar diverse locaties. Het is de bedoeling om deze expo ook als hefboom voor lokale debatten rond maatschappelijke participatie, werk en cultuur te laten fungeren, en om daar partnerschappen met actoren uit andere sectoren rond op te zetten. 10

De expo Vrouwelijk meervoud féminin pluriel verkent nieuwe paden

De expo Vrouwelijk meervoud féminin pluriel verkent nieuwe paden De expo Vrouwelijk meervoud féminin pluriel verkent nieuwe paden Dr. Anne Snick De auteur is coördinator van vzw Flora, het netwerk voor vorming en werkcreatie met vrouwen. De Flora tentoonstelling Vrouwelijk

Nadere informatie

Interview met minister Joke Schauvliege

Interview met minister Joke Schauvliege Interview met minister Joke Schauvliege over de rol en de toekomst van etnisch-culturele federaties in Vlaanderen. Dertien etnisch-cultureel diverse federaties zijn erkend binnen het sociaalcultureel werk.

Nadere informatie

De impact van economische denkkaders op de tewerkstelling van laaggeschoolde vrouwen

De impact van economische denkkaders op de tewerkstelling van laaggeschoolde vrouwen Diversiteit in het bedrijf : de meerwaarde van jobcoaching voor werkgevers - deel 1 De impact van economische denkkaders op de tewerkstelling van laaggeschoolde vrouwen Zowel de nationale en regionale

Nadere informatie

Netwerking als antwoord op de structurele uitsluiting van laaggeschoolde vrouwen Dr. Anne Snick, Flora vzw

Netwerking als antwoord op de structurele uitsluiting van laaggeschoolde vrouwen Dr. Anne Snick, Flora vzw Netwerking als antwoord op de structurele uitsluiting van laaggeschoolde vrouwen Dr. Anne Snick, Flora vzw Structurele uitsluiting als probleem Sommigen beweren dat de feministische strijd grotendeels

Nadere informatie

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Kinderarmoede in het Brussels Gewest OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE

Nadere informatie

Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen. Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september

Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen. Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september www.demos.be Tatjana van Driessche Stafmedewerker lokale netwerken en sport Ondersteuning

Nadere informatie

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009 Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel ChanceArt 10 december 2009 Inhoud 1. De naakte cijfers 2. Decenniumdoelstellingen 3. Armoedebarometers 4. Armoede en cultuurparticipatie 5. Pleidooi

Nadere informatie

Subsidiereglement Internationale Solidariteit

Subsidiereglement Internationale Solidariteit Subsidiereglement Internationale Solidariteit Artikel 1 Algemeen Het bedrag voorzien in het gemeentelijk budget voor subsidies internationale solidariteit wordt als volgt verdeeld: 1. Werkingstoelage leden

Nadere informatie

SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE

SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE Samenvatting SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE Ervaringen en gezichtspunten van tienermeisjes van het platteland op West-Java Dit proefschrift gaat over tienermeisjes die afkomstig zijn van

Nadere informatie

The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED)

The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED) The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED) Lut Goossens - Els Van den Berghe Vzw De Link www.de-link.net Introductie Samenvatting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020. Onze visie als regisseur armoedebestrijding

Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020. Onze visie als regisseur armoedebestrijding Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020 Onze visie als regisseur armoedebestrijding 1 Inhoudstafel 1 Armoedebestrijding binnen het Gents welzijnsbeleid... 3 2 Wat is armoede?... 5 2.1 Financiële armoede... 5

Nadere informatie

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap Artikel 24 - Onderwijs Schriftelijke communicatie Het Belgian Disability Forum (BDF) is een vzw die thans 18 lidorganisaties telt en meer dan 250.000

Nadere informatie

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1 STERKE SCHAKELS Samen werken aan functionele taalvaardigheid Probleemstelling Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en het beroepssecundair onderwijs (BSO) stromen vaak uit zonder

Nadere informatie

Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes

Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes Katrien Steenssens & Barbara Demeyer 24 maart 2009 Activering: wortels van het discours Sociale argumenten wegwerken sociale ongelijkheden

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

sector personen met een handicap

sector personen met een handicap sector personen met een handicap Absoluut, alin, Fovig, Gezin & Handicap, KVG, Marjan, MS-Liga Vlaanderen, MyAssist, Onafhankelijk Leven, SOM, Stan, Vebes, VFG & Vlaams Welzijnsverbond najaar 2018 1 De

Nadere informatie

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3 17 SOCIALE ECONOMIE 18 Sociale economie Iedereen heeft recht op een job, ook de mensen die steeds weer door de mazen van het net vallen. De groep werkzoekenden die vaak om persoonlijke en/of maatschappelijke

Nadere informatie

tekst voor voorbereiding forum visie

tekst voor voorbereiding forum visie + Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3 de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@vlaams-netwerk-armoede.be

Nadere informatie

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17 GENDERWORKSHOP Dag van de 4 de Pijler 18/2/17 GENDER & SEKSE Sekse : fysieke, fysiologisch en biologische kenmerken, bepaald door de XX-chromosomen, XY vrouw / man Gender : socioculturele aspecten van

Nadere informatie

Verbinden vanuit diversiteit

Verbinden vanuit diversiteit Verbinden vanuit diversiteit Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit Studievoormiddag 6 juni 2014 Het verhaal van Ahmed Een zoektocht met vele partners Partners De

Nadere informatie

De ontplooiing en integratie van kwetsbare kinderen en jongeren via een bredere toegang tot buitenschoolse, sportieve en culturele activiteiten

De ontplooiing en integratie van kwetsbare kinderen en jongeren via een bredere toegang tot buitenschoolse, sportieve en culturele activiteiten Projectoproep van het BNP Paribas Fortis Foundation Fonds, beheerd door de Koning Boudewijnstichting De ontplooiing en integratie van kwetsbare kinderen en jongeren via een bredere toegang tot buitenschoolse,

Nadere informatie

BELEIDSPARTICIPATIE DOOR EEN KINDERRECHTENBRIL

BELEIDSPARTICIPATIE DOOR EEN KINDERRECHTENBRIL BELEIDSPARTICIPATIE DOOR EEN KINDERRECHTENBRIL Een reflectie-instrument voor beleidsmakers Sara Lembrechts Kenniscentrum Kinderrechten vzw (KeKi) KeKi s dubbele opdracht - Brugfunctie: bijdragen tot een

Nadere informatie

Toespraak van Vlaams minister Lieten op eindcongres The Missing Link - woensdag 21 september 2011

Toespraak van Vlaams minister Lieten op eindcongres The Missing Link - woensdag 21 september 2011 Toespraak van Vlaams minister Lieten op eindcongres The Missing Link - woensdag 21 september 2011 Geachte heer Commissaris Andor, Geachte mensen van De Link, mensen van de Europese partnerorganisaties,

Nadere informatie

Grundtvig Project Education against Marginalisation. Drs. M. de Greef Prof. dr. M. Segers

Grundtvig Project Education against Marginalisation. Drs. M. de Greef Prof. dr. M. Segers Grundtvig Project Education against Marginalisation Drs. M. de Greef Prof. dr. M. Segers Uitdagingen anno 2010: Maatschappij evolueert in een zeer hoog tempo Niet iedereen kan dit tempo aan Omwille van

Nadere informatie

Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen voor iedereen in de stad

Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen voor iedereen in de stad Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen voor iedereen in de stad Waarom we allen een rol spelen Brugge, 13 oktober 2016 Ashley Hennekam, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten VVSG Vereniging van Vlaamse

Nadere informatie

participatie: varen tussen scylla en charybdis _dr. anne snick

participatie: varen tussen scylla en charybdis _dr. anne snick Participatie: varen tussen Scylla en Charybdis Dr. Anne Snick 1. Mij werd gevraagd hier een eigenzinnige visie op participatie te brengen. Aangezien mijn verhaal gevoed is vanuit het werk van een eigenzinnige

Nadere informatie

Basisschakelmethodiek, een opstap in de armoedebestrijding

Basisschakelmethodiek, een opstap in de armoedebestrijding 1 Basisschakelmethodiek, een opstap in de armoedebestrijding Herman Baert Annelies Droogmans Lieve Polfliet 2 Bij het geheel of gedeeltelijk gebruik van deze power point, dienen de auteursrechten op de

Nadere informatie

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte. Het speelveld De wereld om ons heen verandert razend snel. De richting is duidelijk, de sociale zekerheid wordt geprivatiseerd. Samen bouwen we aan een vernieuwende structuur om de arbeidsmarkt essentieel

Nadere informatie

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang heeft verschillende functies: een economische functie, een pedagogische en een sociale functie. Kwalitatieve kinderopvang weet deze

Nadere informatie

Subsidiereglement OCMW Gent Projectoproep Projecten en/of Activiteiten in de strijd tegen armoede

Subsidiereglement OCMW Gent Projectoproep Projecten en/of Activiteiten in de strijd tegen armoede Subsidiereglement OCMW Gent Projectoproep Projecten en/of Activiteiten in de strijd tegen armoede Artikel 1 Middelen aan derden doelstelling OCMW Gent heeft de regierol in de strijd tegen armoede in Gent.

Nadere informatie

ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog

ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog Wim Herremans Gevoed door een groeiende economie herpakte de Vlaamse arbeidsmarkt zich in 2004/2005. De werkzaamheidsgraad steeg opnieuw na drie jaar van stabilisatie,

Nadere informatie

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Sociaal kapitaal en gezondheid Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Inhoudstafel Sociaal kapitaal: definitie Sociaal kapitaal bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers

Nadere informatie

Digitale inclusie bij beleid en burger

Digitale inclusie bij beleid en burger Digitale inclusie bij beleid en burger Axelle Asmar & Chantal Wauters IMEC-SMIT VUB Digitale inclusie in België Federaal onderzoeksproject IDEALiC IMEC-SMIT VUB & UCL in samenwerking met Belspo Onderzoek

Nadere informatie

Het recht op werk: een antwoord op de problematiek van armoede en uitsluiting?

Het recht op werk: een antwoord op de problematiek van armoede en uitsluiting? Armoedecongres 6 mei 2004 Het recht op werk: een antwoord op de problematiek van armoede en uitsluiting? Dr. Anne Snick Inleiding : het probleem in zijn context. De problemen van mensen in armoede zijn

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

Van digitale kloof naar digitale uitsluiting

Van digitale kloof naar digitale uitsluiting DIGITALE IN- EN UITSLUITING VAN KWETSBARE GROEPEN Zorgt sociale uitsluiting bij kwetsbare groepen ook noodzakelijk voor digitale uitsluiting? En op welke manier maken zij gebruik van digitale media? De

Nadere informatie

Beleidsplan Unie van Betrokken Ouders

Beleidsplan Unie van Betrokken Ouders Beleidsplan 2015-2020 Unie van Betrokken Ouders Plaats: Apeldoorn Datum: 18-11-2014 Inhoudsopgave INLEIDING 1 UVBO- SCHEMA 2 ORGANISATIEBESCHRIJVING 3 MISSIE 3 VISIE 3 SPEERPUNTEN 4 KRITISCHE SUCCESFACTOREN

Nadere informatie

Geluksgevoel hangt meer af van je mentale vermogen dan van wat je overkomt

Geluksgevoel hangt meer af van je mentale vermogen dan van wat je overkomt "Geluk is vooral een kwestie van de juiste levenshouding" Geluksgevoel hangt meer af van je mentale vermogen dan van wat je overkomt Ons geluk wordt voor een groot stuk, maar zeker niet alleen, bepaald

Nadere informatie

Lokaal jeugdbeleid en maatschappelijk kwetsbaren

Lokaal jeugdbeleid en maatschappelijk kwetsbaren Lokaal jeugdbeleid en maatschappelijk kwetsbaren Inleiding voor lokale beleidsverantwoordelijken Brussel, 1 april 2010 maatschappelijk kwetsbaar? Onderzoek Lode Walgrave en Nicole Vettenburg (KU Leuven)

Nadere informatie

Participatie van mensen in armoede Hoe heten we ze welkom in ons museum? Brussel, 23 juni 2010 Armoede

Participatie van mensen in armoede Hoe heten we ze welkom in ons museum? Brussel, 23 juni 2010 Armoede Participatie van mensen in armoede Hoe heten we ze welkom in ons museum? Brussel, 23 juni 2010 Armoede? Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het

Nadere informatie

Beleidsvisie ten behoeve van de Stichting Lezen en Schrijven

Beleidsvisie ten behoeve van de Stichting Lezen en Schrijven Beleidsvisie ten behoeve van de Stichting Lezen en Schrijven Auteur: Barbara Griot Bonaire Maart 2017 Inleiding: Hare Koninklijke Hoogheid Laurentien heeft in het gesprek op 8 maart 2017 duidelijk aangegeven

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1 Samenwerkingsprotocol inzake partnergeweld tussen Provinciebestuur en Thuisbegeleidingsdienst De Mee-ander Tussen enerzijds: Thuisbegeleidingsdienst De Mee-ander, Gasthuisstraat 19, 9500 Geraardsbergen

Nadere informatie

De OCMW op weg naar 2020 in sociaal woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider Armoede en Welzijn LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk

De OCMW op weg naar 2020 in sociaal woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider Armoede en Welzijn LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk De OCMW op weg naar 2020 in sociaal woelige tijden Prof. dr. Koen Hermans Projectleider Armoede en Welzijn LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk Inhoud Een korte terugblik Het OCMW anno 2011: Sociaal woelige

Nadere informatie

Subsidiereglement ter ondersteuning van erkende culturele verenigingen voor hun jaarwerking

Subsidiereglement ter ondersteuning van erkende culturele verenigingen voor hun jaarwerking GEMEENTERAAD: 26-06-2015 BEKENDMAKING: 01-07-2015 Subsidiereglement ter ondersteuning van erkende culturele verenigingen voor hun jaarwerking Artikel 1. Doel Met deze subsidie wil de stad Sint-Niklaas

Nadere informatie

perspectief voor professionele ontwikkeling

perspectief voor professionele ontwikkeling Actie-onderzoek als perspectief voor professionele ontwikkeling Workshop ALTHUS-Seminar 6 maart 2012 Geert Kelchtermans (KU Leuven) 1. What s in a name? 1. Term: veelgebruikt; uitgehold? In literatuur:

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

Activiteiten Jaarverslag 2013

Activiteiten Jaarverslag 2013 Activiteiten Jaarverslag 2013 Inhoudsopgave 1 Een bezoek van de wethouder 2 Project Kunst en Cohesie 3 Bewonersdag 4 Bijeenkomst met de wijkbewoners 5 Burendag 6 Culturele thee avonden 7 De tafel van één

Nadere informatie

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving Breed Welzijn s-hertogenbosch Juvans Maatschappelijk Werk en Dienst verlening // Welzijn Divers //

Nadere informatie

Werken aan werk. RoSa. Uitgelezen, jg. 9, nr. 3. Vrouwen maken plannen. 1

Werken aan werk. RoSa. Uitgelezen, jg. 9, nr. 3. Vrouwen maken plannen. 1 Werken aan werk Cijfers in verband met de beroepsactiviteit van de Vlaamse bevolking tonen aan dat laaggeschoolde vrouwen tussen 25 en 64 jaar het minst actief zijn op de arbeidsmarkt. Maar liefst 60.2%

Nadere informatie

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie Welke uitdagingen liggen er? De kwaliteit van de overgang tussen thuis, kinderopvang en kleuterschool is cruciaal voor jonge kinderen. Onderzoek

Nadere informatie

TIJDSBESTEDING IN VLAANDEREN:

TIJDSBESTEDING IN VLAANDEREN: TOR2005/23 TIJDSBESTEDING IN VLAANDEREN: VERANDERINGEN IN TIJDSBESTEDING TUSSEN 1999 EN 2004 Ignace Glorieux Joeri Minnen Jessie Vandeweyer 28/06/2005 Inhoudstafel Data TOR 99 en TOR 04/ 18-75 jaar. Tabel

Nadere informatie

6 de Trefdag Sportparticipatie ISB

6 de Trefdag Sportparticipatie ISB 6 de Trefdag Sportparticipatie ISB De praktijk bewijst het: inzetten op sport en armoede werkt 06 december 2018, Brussel Stafmedewerker sport Zakayo.wandoloh@demos.be Trefdag Sportparticipatie Welkom allemaal

Nadere informatie

Armoede SAMENLEVING: Opgroeien en opvoeden in armoede

Armoede SAMENLEVING: Opgroeien en opvoeden in armoede Armoede SAMENLEVING: Opgroeien en opvoeden in armoede Een zaak van iedereen! Wat is armoede? Geen centen Opboksen Schaamte Schrik, bang zijn Isolement Vreet energie Gebrek aan kansen Verlies van zelfvertrouwen

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 2318 (2013-2014) Nr. 3 12 maart 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende

Nadere informatie

Verduidelijkende nota van de beoordelingscommissie sociaal-artistiek werk

Verduidelijkende nota van de beoordelingscommissie sociaal-artistiek werk Deze verduidelijkende nota is voorzien in het draaiboek artistieke beoordeling Kunstendecreet. Dit draaiboek is een gemeenschappelijk werkdocument voor alle partijen die betrokken zijn bij de advisering

Nadere informatie

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september 2016 Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Goedkeuring Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989).

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Maatschappelijke participatie door kinderen (Kansen voor de jeugd II) Reg.nummer: 2009/235363

Raadsstuk. Onderwerp: Maatschappelijke participatie door kinderen (Kansen voor de jeugd II) Reg.nummer: 2009/235363 Raadsstuk Onderwerp: Maatschappelijke participatie door kinderen (Kansen voor de jeugd II) Reg.nummer: 2009/235363 1. Inleiding Kinderen die in armoede opgroeien krijgen vaak minder kansen om mee te doen

Nadere informatie

Armoedebarometer 2012

Armoedebarometer 2012 Armoedebarometer 2012 Jill Coene An Van Haarlem Danielle Dierckx In opdracht van Decenniumdoelen 2017 Armoede in cijfers Kinderen geboren in een kansarm gezin verdubbeld tot 8,6% op tien jaar tijd - Kwalijke

Nadere informatie

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering TEAM ACTIVERING Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer Team Activering WIE ZIJN WIJ? Het Team Activering van VZW Hestia ( Alexianen Zorggroep Tienen) is al sinds 1994 actief

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Verslag sessie 3: Op zoek naar nieuwe modellen van cultuurparticipatie

Verslag sessie 3: Op zoek naar nieuwe modellen van cultuurparticipatie Verslag sessie 3: Op zoek naar nieuwe modellen van cultuurparticipatie INTRODUCTIE (door An Van Den Bergh) Voorbeelden van verschillende participatieve praktijken - Onze rijkdom - Theater stap - Open deur

Nadere informatie

Voor ik naar hier kwam, heb ik nog even een kijkje genomen op de. organisaties, vzw s die al dan niet dringend op zoek zijn naar

Voor ik naar hier kwam, heb ik nog even een kijkje genomen op de. organisaties, vzw s die al dan niet dringend op zoek zijn naar Vrijdag 3 december 2010 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Belgische medialaunch Europees Jaar 2011 Vrijwilligerswerk (enkel het gesproken woord telt) Dames

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

De provincie Vlaams-Brabant je jeugdbeleid!

De provincie Vlaams-Brabant je jeugdbeleid! De provincie Vlaams-Brabant je jeugdbeleid! De provincie Vlaams-Brabant je jeugdbeleid! Naar een verdieping hoger met je gemeentelijk jeugdbeleid, of een volledige make-over? PROCEDURE Vraag je begeleiding

Nadere informatie

HOE GAAT HET PRETLOKET OM MET DREMPELS

HOE GAAT HET PRETLOKET OM MET DREMPELS HOE GAAT HET PRETLOKET OM MET DREMPELS Beste, Deze nota gaat over de drempels die mensen in armoede ervaren wanneer ze willen deelnemen aan culturele activiteiten. Alles wat hier beschreven staat is gebaseerd

Nadere informatie

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. OPVOEDEN en LEREN is gebaseerd op een draagvlak van STEUNEN, STUREN EN STIMULEREN: Om binnen de grenzen

Nadere informatie

Maatschappelijke kwetsbaarheid. Deskundige en onafhankelijke ondersteuning. Gemeenschappelijke problemen

Maatschappelijke kwetsbaarheid. Deskundige en onafhankelijke ondersteuning. Gemeenschappelijke problemen M I S S I E 'Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.' Mensen hebben recht op werk, sociale bescherming, behoorlijke huisvesting, een gezond leefmilieu, op culturele en maatschappelijke ontplooiing.

Nadere informatie

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen Loes Vandenbroucke & Noël Clycq Oprit 14 onderzoek Doel: Verklaren van (problematische) schoolloopbanen

Nadere informatie

Reflectie op besluitvorming en handelen

Reflectie op besluitvorming en handelen Reflectie op besluitvorming en handelen Methodiek Omschrijving: De kwaliteit van besluitvorming heeft een invloed op de kwaliteit van de hulpverlening en het gevoel van effectiviteit. Dit is een belangrijk

Nadere informatie

Sociale relaties en welzijn

Sociale relaties en welzijn EENZAAMHEID EN SOCIAAL ISOLEMENT: ACHTERGRONDEN EN AANPAK Onderwerpen Functies van sociale relaties Sociale kwetsbaarheid Achtergronden en gevolgen Knelpunten in de aanpak Elementen van een succesvolle

Nadere informatie

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN 1 DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 1.1. DE WERKZOEKENDE VOLLEDIG WERKLOZE IN STRIKTE ZIN... 3 1.2. BREDERE DEFINITIE VAN WERKLOOSHEID... 4 2. DE CIJFERS VAN DE

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) ALGEMENE RAAD 25 november 2010 AR-AR-KST-ADV-005 Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/15/096 BERAADSLAGING NR. 15/036 VAN 2 JUNI 2015 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

Overzichtstabel werkplekleervormen

Overzichtstabel werkplekleervormen Overzichtstabel werkplekleervormen 1. Focus op oriëntering Alle niet-werkende werkzoekenden die interesse hebben voor een beroep maar zich geen concreet beeld kunnen vormen van dit beroep en/of twijfelen

Nadere informatie

Wijkcentrum De Kring

Wijkcentrum De Kring Wijkcentrum De Kring contactgegevens: Wijkcentrum De Kring Zuidmoerstraat 136 bus 8, 9900 Eeklo Tel: 09/378.61.69 Fax: 09/327.04.69 E-mail: joke@wijkcentrumdekring.be www.wijkcentrumdekring.be www.facebook.com/wijkcentrumdekring

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip De veranderende politieke en maatschappelijke verhoudingen resulteren in minder overheid en meer burger. Door de terugtredende overheid ontstaat er meer ruimte

Nadere informatie

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk PERSBERICHT VLAAMS MINISTER-PRESIDENT KRIS PEETERS VLAAMS VICE-MINISTER-PRESIDENT INGRID LIETEN VLAAMS MINISTER VAN WERK PHILIPPE MUYTERS SERV-voorzitter KAREL VAN EETVELT SERV-ondervoorzitter ANN VERMORGEN

Nadere informatie

Het pedagogische raamwerk in een notendop

Het pedagogische raamwerk in een notendop Het pedagogische raamwerk in een notendop Het pedagogische raamwerk Geeft weer wat we verstaan onder pedagogische kwaliteit en vormt daardoor een eenvormige inspiratiebron voor iedereen die met kinderopvang

Nadere informatie

Van de berg en de. muis. Gebruikersoverleg Handicap, Chronische Ziekte en Arbeid

Van de berg en de. muis. Gebruikersoverleg Handicap, Chronische Ziekte en Arbeid Van de berg en de muis Over de berg en de muis * Enkele vragen om te starten * Wie ben ik? * Feiten en cijfers * (centrale) uitgangspunten * Denken over handicap * Wetgeving en discriminatie * De manier

Nadere informatie

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID Advies 2016-17 / 29.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 algemeen 3 3.2 geringe traditie 4 3.3 aanvullende werking

Nadere informatie

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven Inhoud Een korte terugblik Het OCMW anno 2011: Sociaal woelige tijden 3 mogelijke

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van B

Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van B November 2011 1 Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van BSS 6. Pedagogische dialoog Continuüm

Nadere informatie

(SPORT) PARTICIPATIE

(SPORT) PARTICIPATIE (SPORT) PARTICIPATIE STRUCTUUR 1. De Keeting 2. Armoede Wat? Waarom? Binnenkant vs buitenkant Conformiteitsdruk/ achterstelling 3. Film 4. Empowerment Wat/ achtergrond Waarom empoweren? Hoe empoweren?

Nadere informatie

De tijd van Vlamingen digitaal

De tijd van Vlamingen digitaal De tijd van Vlamingen digitaal Glorieux, I., Coppens, K., Koelet, S., Moens, M. & Vandeweyer, J. (2002), Vlaanderen in uren en minuten. De tijdsbesteding van de Vlamingen in 480 tabellen. VUBPress, Brussel.

Nadere informatie

Advies over Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Groenboek beleidsplan Ruimte

Advies over Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Groenboek beleidsplan Ruimte Algemene Raad 20 december 2012 AR-AR-ADV-008 Advies over Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Groenboek beleidsplan Ruimte Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219

Nadere informatie

Drempels en drijfveren voor participatie. Niet participanten cultuur. Niet participanten cultuur (2) Niet sporters

Drempels en drijfveren voor participatie. Niet participanten cultuur. Niet participanten cultuur (2) Niet sporters Drempels en drijfveren voor participatie Niet participanten cultuur 73% van de respondenten bezocht de laatste 6 maanden geen theater 74% ging niet naar een concert in deze tijdsperiode Sofie Beunen (Steunpunt

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit

Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit Sinds 2011 komt een groep jongeren in armoede op regelmatige basis samen. Om elkaar te leren kennen, om naar elkaar

Nadere informatie

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid

Nadere informatie

Momenten sprak met Nathalie Debast

Momenten sprak met Nathalie Debast ocmw s slaan de brug OCMW s slaan de brug Momenten sprak met Nathalie Debast Binnen het lokale netwerk vrijetijdsparticipatie in het kader van het participatiedecreet is het OCMW een essentiële partner.

Nadere informatie

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004 Raad voor de Kunsten Advies bij het ontwerp van decreet houdende opheffing van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera en tot regeling van de rechtsopvolging. I. Toetsing van het

Nadere informatie

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. In deze notitie wordt ingegaan op de volgende aspecten van de landelijke subsidiering van activiteiten in de sfeer van deskundigheidsbevordering:

Nadere informatie

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016 Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen Ronde van Vlaanderen 2016 2 - VVSG - Ronde van Vlaanderen maart 2016 Inhoud Op Vlaamse regering (18 december 2015) goedgekeurde

Nadere informatie

Nee, u werkt niet meer dan vroeger (En mannen doen nog altijd weinig in het huishouden)

Nee, u werkt niet meer dan vroeger (En mannen doen nog altijd weinig in het huishouden) Nee, u werkt niet meer dan vroeger (En mannen doen nog altijd weinig in het huishouden) Charlotte Dumortier We hebben niet minder tijd dan vroeger, integendeel zelfs. En klassieke rollenpatronen houden

Nadere informatie

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] 1 1. Inleiding In het Vlaams Welzijnsverbond zijn heel wat vrijwilligers actief, zowel in organisaties die erkend zijn als autonoom

Nadere informatie

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek Cultuurbeleving Junipeiling Bewonerspanel Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Cultuur Ontwikkelorganisatie Gemeente

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie