Een integraal concept van competentiegericht leren en opleiden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een integraal concept van competentiegericht leren en opleiden"

Transcriptie

1 Een integraal concept van competentiegericht leren en opleiden Achtergronden en theoretische verantwoording CINOP, s-hertogenbosch Jeroen Onstenk, Elly de Bruijn en José van den Berg

2 Colofon Titel: Auteurs: Tekstverzorging: Ontwerp omslag: Opmaak: Bestelnummer: Een integraal concept van competentiegericht leren en opleiden : Achtergronden en theoretische verantwoording Jeroen Onstenk, Elly de Bruijn en José van den Berg Petra Schulte Theo van Leeuwen BNO Evert van de Biezen A00230 Uitgave: CINOP, s-hertogenbosch December 2004 CINOP 2004 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN Centrum voor innovatie van opleidingen Postbus BP s-hertogenbosch Telefoon: Fax: EvdB-04113/041125

3 Voorwoord 1 In twee aparte publicaties wordt deze werkwijze van gecombineerde theorie- en praktijkontwikkeling geanalyseerd, vergeleken met andere benaderingen (ook uit andere landen) die een vergelijkbaar oogmerk hebben en verder ingevuld: Onderwijsinnovatie en kennisontwikkeling. Zoeken naar nieuwe verbindingen (oktober 2004) en Research and innovation of vocational education. A European discussion (december 2004). In 2002 is het Expertisecentrum van CINOP gestart met een programma Competentiegericht Leren en Opleiden (CLOP).Via een meerjarig proces wordt een praktijktheorie CLOP ontwikkeld ten behoeve van de innovatie van het leren en opleiden in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. De te ontwikkelen praktijktheorie zet uiteen waar we het over hebben (het concept). Maar het geeft tegelijkertijd antwoord op de vraag met welke instrumenten/modellen dat concept vorm kan krijgen in de opleidingspraktijk en via welke werkwijzen/strategieën de verandering die daarmee gepaard gaat, doorgevoerd kan worden. De inkadering vanuit de theorie werkt als een kompas voor de innovatie, terwijl de wortels in de praktijk het mogelijk maken het nieuwe concept ook door te voeren. De werkwijze in het programma CLOP 1 heeft de volgende ankerpunten: 1 Het programma bestaat uit een aantal arrangementen waarin het competentiegericht leren en opleiden in de opleidingspraktijk vorm krijgt en die tegelijkertijd dienen als bronnen van praktijkkennis. 2 Het programma is conceptgestuurd, wat inhoudt dat betrokkenen zich baseren op een aantal gezamenlijke uitgangspunten bij de verdere uitwerking en praktische invulling van het concept. 3 Het programma is zodanig georganiseerd dat het innovatieproces en het proces van kennisaccumulatie aan elkaar zijn gerelateerd via: het creëren van lokale aan een praktijk gebonden kennis; de vertaling van deze lokale kennis in een conceptueel raamwerk; het creëren van overdraagbare kennis door de integratie van de praktijkkennis met bestaande externe kennis. Na tweeënhalf jaar werken via deze aanpak publiceert het Expertisecentrum een zestal boekjes waarin een eerste invulling van de praktijktheorie CLOP wordt neergezet. Voorliggende publicatie is één van die zes. EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

4 Deze eerste publicatiereeks bestaat uit: 1 Een presentatie van het conceptuele kader (het wat ) in twee publicaties. Een integraal concept van competentiegericht leren en opleiden is bedoeld voor het wetenschappelijke forum. Daarin wordt het ontwikkelde kader verantwoord en onderbouwd vanuit bestaande theoretische inzichten. In De wending naar competentiegericht leren en opleiden wordt dit kader uitgewerkt, praktisch onderbouwd en geïllustreerd met voorbeelden. Deze tweede publicatie is in het bijzonder bedoeld voor de opleidingspraktijk. 2 Instrumenten en modellen, aanpakken en strategieën om CLOP in de praktijk vorm te geven en door te voeren. Dit betreft drie uitgaven. De publicatie Speerpunten gaat in op de veranderkundige aanpak die ROC s kunnen hanteren bij de wending naar competentiegericht leren en opleiden. Competentiegericht leren vormgeven, zo kun je dat doen is gericht op vragen die spelen bij de invulling van competentiegericht leren en opleiden zoals het organiseren en programmeren van opleidingstrajecten, het inrichten van uitdagende leersituaties en het competentiegericht beoordelen. De organisatie van CLOP laat een aantal voorbeelden zien van de organisatorische veranderingen die gerelateerd zijn aan de invoering van CLOP. 3 De zesde publicatie Docenten en deelnemers geven vorm aan competentiegericht leren en opleiden is een verslag van een onderzoek onder een aantal opleiders en deelnemers die in deze nieuwe opleidingspraktijk werken en leren. Deze uitgave gaat in op het handelen van docenten in hun nieuwe rol als facilitator en op de motivatie van de deelnemers. Hoewel deze publicaties aan elkaar gerelateerd zijn, zijn ze ook afzonderlijk leesbaar. Met de publicatie van deze zes boekjes is de praktijktheorie CLOP niet af.ten principale omdat het (beroeps)onderwijs en zijn omgeving steeds in verandering zijn en daarmee ook het opleidingsconcept en de invulling daarvan. Maar ook omdat een aantal componenten van het concept nog nader uitgewerkt moet worden. Daaraan zal de komende tijd in het programma Competentiegericht Leren en Opleiden van het Expertisecentrum van CINOP verder gewerkt worden. Voor de resultaten tot nu toe zijn wij veel dank verschuldigd aan alle medewerkers van ROC s, consortia van ROC s, kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven en Kennisplatforms, vmbo-scholen en hogescholen en andere samenwerkingspartners die als participanten aan de CLOP-arrangementen een actieve bijdrage hebben geleverd. Cees Doets Directeur Expertisecentrum CINOP

5 Inhoudsopgave Inleiding 1 1 Achtergronden en motivatie Maatschappelijke omgeving Maatschappelijke ontwikkelingen Gevolgen voor beroepsonderwijs en educatie Veranderingen in werk en beroep Beroepeninhoud verandert Functioneren in de werksituatie Employability Sectorale verschillen Beroepsonderwijs en de nieuwe werknemer Veranderende deelnemers De belevingswereld van de deelnemer Begeleiding Flexibiliteit en heterogeniteit deelnemers Een leven lang leren Doorstromen in de beroepsonderwijskolom Scholingsmarkt Samenvatting 19 2 Leerdoel competentieontwikkeling Competenties in discussie Competenties en de kwalificatiestructuur Aspecten van het competentiebegrip Structuurelementen van competentie Dimensies in de beroepsuitoefening 28 EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

6

7 2.3.2 De gelaagde structuur van competenties Componenten van competenties Competenties in CLOP 34 3 CLOP en het nieuwe leren Nieuwe opvattingen over leren Leren als constructief betekenisverlenend handelen Sociaal leren Vormen van leren Extern gestuurd leren Zelfgestuurd leren Exploratief ervaringsleren Naar meer ervarings- en zelfgestuurd leren Krachtige leeromgevingen Leren leren Conclusies 53 4 De vormgeving van leertrajecten De inhoud van leertrajecten: competenties en kernopgaven Uitwerking in beroepscompetentie- en kwalificatieprofielen Vertaling van kwalificatieprofiel naar opleidingen Confrontatie als uitgangspunt De inrichting van leertrajecten Beroepsdilemma s en identiteit Maatwerk BPV en de leerloopbaan Conclusies 67 5 Ontwerpen van leerarrangementen De inrichting van leeromgevingen op school Opbouw rond leerwerkopgaven Ordening van opgaven Leren in de beroepspraktijk De werkplek als leeromgeving De verbinding tussen binnen- en buitenschoolse leerervaringen Begeleiding 77 EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

8

9 5.5 Competentiegericht beoordelen Kenmerken van competentiegericht beoordelen Proeve van bekwaamheid Conclusies 83 6 Uitgangspunten van CLOP Leerdoel competentieontwikkeling Pedagogisch-didactisch ontwerp 90 Literatuur 95 Bijlage EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

10

11 Inleiding Competentiegericht leren en opleiden (CLOP) betreft een leer- en onderwijsconcept waarin competenties als centraal doel en criterium fungeren voor de inhoud. Ze geven daarmee expliciet richting aan de programmering, de organisatie en de pedagogischdidactische vormgeving van het onderwijs. In voorliggende publicatie wordt de verantwoording gegeven voor de concepten en uitgangspunten van deze integrale aanpak voor competentiegericht leren en opleiden in de BVE-sector. Het gaat niet om het ontwerpen van een éénvormig model of een uniforme aanpak van competentiegericht leren en opleiden, die voor iedereen en in elke situatie van toepassing zou zijn. Integendeel, competentiegericht leren en opleiden wordt ontwikkeld en geïmplementeerd in samenspraak met de praktijk. Onder de noemer competentiegericht leren en opleiden kan een veelheid en veelvormigheid van praktijken worden gerangschikt. Het handelen van actoren in deze praktijken wordt echter wel gevoed door gemeenschappelijke uitgangspunten, die zowel het handelen van deze actoren als het object van verandering en de richting van verandering (competentiegericht leren en opleiden) betreffen. Het hier gepresenteerde CLOP-kader is een geheel van samenhangende beweringen over competentiegericht leren en opleiden waarmee het domein wordt afgebakend en op hoofdlijnen ingevuld. Daarmee wordt een visie geschetst over doelen en aanpak van een competentiegerichte beroepspedagogiek. 1 Het conceptueel kader bestaat uit een visie op de hoofddimensies van de competentiegerichte benadering: het wat (inhoud en leerdoelen) en het hoe (leren en pedagogischdidactische inrichting). De volgende richtinggevende uitgangspunten worden hier uitgewerkt: het leerdoel is competentieontwikkeling en de inhoud is competentiegericht; het pedagogisch ontwerp gaat uit van confrontatie tussen de beelden en wensen van de deelnemer en de eisen van de beroepspraktijk als leidraad voor opleidingstrajecten; het didactisch ontwerp is gericht op krachtige leeromgevingen als richtsnoer voor het ontwerp van het primaire proces. EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

12 VERANTWOORDING Het conceptueel kader is gebaseerd op verschillende bronnen en bijdragen van verschillende actoren. Het is in eerste instantie gebaseerd op eerder binnen CINOP verricht denk- en praktijkwerk zoals neergelegd in diverse Expertisecentrumpublicaties en adviestrajecten. In de looptijd van het programma CLOP is het gevoed door de verschillende betrokkenen uit de praktijkprojecten. Wij danken Johan van der Sanden (Technische Universiteit Eindhoven en Fontys Hogescholen) en Ruud Klarus (STOAS Hogeschool en Hogeschool Arnhem Nijmegen) voor hun fundamentele commentaar op een eerdere versie van deze tekst. EXPERTISECENTRUM 2 LEESWIJZER Een integraal concept van competentiegericht leren en opleiden is opgebouwd uit zes hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op achtergronden en motivaties voor de wending naar competenties en CLOP wat betreft ontwikkelingen in maatschappij, werk en deelnemers. Hoofdstuk 2 behelst het competentiebegrip zoals dat in CLOP wordt gehanteerd. In hoofdstuk 3 staat de leertheorie centraal. Betoogd wordt dat competentiegericht leren goed aansluit bij het nieuwe, constructivistische leren. In hoofdstuk 4 wordt de blik gericht op de inhoudelijke en pedagogische ontwerpprincipes bij de vormgeving van leertrajecten. Nadruk ligt op de opbouw rond confrontatie van de wensen en beelden van de deelnemer met de kernopgaven van het beroep. Hoofdstuk 5 betreft de didactische uitwerking en de inrichting van competentiegerichte leerarrangementen. Hoofdstuk 6 vat de resultaten van de theoretische analyse samen in een aantal uitgangspunten voor competentiegericht leren en opleiden (CLOP).

13 1Achtergronden en motivatie De wending naar competentiegericht leren en opleiden is erop gericht een antwoord te geven op de uitdagingen die aan beroepsonderwijs en educatie gesteld worden vanuit ontwikkelingen in de maatschappelijke omgeving, in werk en beroep en niet in de laatste plaats bij de deelnemers. In dit hoofdstuk wordt een beeld gegeven van deze achtergronden en motivatie voor CLOP. 1.1 Maatschappelijke omgeving De maatschappelijke omgeving stelt hoge eisen aan beroepsonderwijs en educatie, niet alleen wat betreft een adequate voorbereiding en ondersteuning van werk, beroep en leven, maar ook wat betreft de sociale cohesie. Het gaat om een omvangrijke en breed geschakeerde deelnemerspopulatie. Maatschappelijke ontwikkelingen zijn zowel van invloed op gewenste inhouden, als op wensen en kenmerken van deelnemers Maatschappelijke ontwikkelingen Ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen zijn door het CPB treffend gekarakteriseerd als de vijf i s (Schnabel, 1999): informalisering, intensivering, informatisering, internationalisering en individualisering. Deze ontwikkelingen hebben directe gevolgen voor beroepsonderwijs en educatie (Van Esch, 2002). Informalisering hangt nauw samen met veranderingen in organisaties en organisatievormen. Maatschappelijke verhoudingen en verhoudingen binnen organisaties worden informeler. Dat kan leiden tot gezagsproblemen. Respect moet verdiend worden en dat kan strijd opleveren. Het functioneren in informele relaties en verbanden betekent overigens niet dat er geen specifieke bekwaamheden voor nodig zijn. Communicatieve vaardigheden, onderhandelingsbekwaamheid, strategisch inzicht, zelfbeheersing en zelfverantwoordelijk- EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

14 heid zijn hiervan belangrijke componenten. Juist omdat verhoudingen en gedragsverwachtingen vaak minder zichtbaar en welomschreven zijn dan in formelere organisatievormen, moeten burgers en werknemers meer interpreteren en afwegen. Dergelijke competenties zijn moeilijker aan te leren en te ontwikkelen. Hier ligt dus een grote pedagogische uitdaging. EXPERTISECENTRUM 4 Intensivering verwijst naar de veranderende dynamiek en de toenemende betekenis van de belevingscomponent in het leven van veel mensen. Mensen willen steeds meer en dat meer moet zowel afwisselend als belonend zijn. Er zal nadrukkelijker een beroep worden gedaan op de ontwikkeling en uitbouw van emotionele intelligentie. De beleving van werk, relaties, het eigen leven en het eigen lichaam, vrije tijd of sport staat steeds sterker in het teken van het verlangen naar een intense en intensieve beleving en ervaring. Ontremming door middelengebruik, agressie als groepsgedrag, muziek als kunstvorm bij uitstek, een hoge waardering van seksualiteit en sport zijn dominante uitdrukkingsvormen van het hedonisme aan het begin van de 21ste eeuw. Bij intensivering van beleving en ervaringen hoort een sterkere oriëntatie op het eigen gevoel, maar ook een verlangen naar gemeenschappelijke beleving. Wat betreft beroepsonderwijs kunnen hier twee conclusies uit worden getrokken. Enerzijds moet ook het onderwijs een beleving worden. Anderzijds verandert ook de beleving van het werk. Pine en Gilmore (2003) wijzen erop dat de beleveniseconomie consequenties heeft voor werk, dat steeds meer als een theatervoorstelling moet worden opgevat. Dat stelt zowel hoge eisen aan betrokkenheid van werknemers als aan hun sociale en emotionele intelligentie. Door het proces van toenemende informatisering verandert de betekenis van informatie: het gaat niet meer om de beschikbaarheid op zich, maar om de selectie. Daarmee verandert ook de rol van leren en de maatschappelijke waarde van kennis en eruditie. Het vermogen tot kennisverwerving wordt steeds belangrijker, zowel voor het persoonlijke leven als voor de wereld van arbeid en beroep. Daarbij gaat het bovendien om verschillende typen kennis. Zowel in theorieën en boeken vastgelegde kennis als tacit, situatiegebonden ervaringskennis, evenals de overgangen en relaties daartussen, nemen in belang toe. De invloed van informatie- en communicatietechnologie leidt tot veranderingen in economische structuren en beroepen, maar bijvoorbeeld ook in het functioneren van de politiek. De overvloed aan beschikbare informatie maakt het zoeken, selecteren, interpreteren en integreren van informatie uit verschillende bronnen tot een centraal probleem voor werknemers en burgers.

15 Internationalisering verwijst naar het feit dat de betekenis van grenzen, afstanden en tijdsverschillen in steeds sterkere mate wordt opgeheven (globalisering). Internationalisering staat zowel voor de toenemende invloed van de Europese Unie en het multinationale bedrijfsleven, als voor de groeiende oriëntatie van veel mensen op wat elders gebeurt en de participatie in het internationale aanbod aan cultuur en levensstijl. Bij internationalisering past economische liberalisering en globalisering. Nederland met zijn strategische positie in de Rijndelta kan hier in principe voordeel uit halen. Globalisering en internationalisering leiden er niet alleen toe dat het individu in zijn eigen situatie de effecten van een steeds kleiner wordende wereld ervaart, maar ook dat hij (de gevolgen van) zijn handelen in een mondiaal perspectief ziet. Er is sprake van een toenemende verwevenheid van economische, technologische, ecologische, sociale en ethische vraagstukken op steeds grotere schaal. In de multiculturele samenleving komt de internationalisering in zowel positieve als bedreigende en problematische zin naar voren. Internationalisering betekent overigens niet dat de regio en het lokale minder belangrijk worden, zoals ook wordt uitgedrukt door een term als glocalisering (Castells, 2001). Mensen oriënteren zich juist ook weer meer op het dichtbije en vertrouwde. Consequenties voor competenties en beroepsonderwijs betreffen beide kanten. Enerzijds moet het onderwijs de deelnemer voorbereiden op een Europese arbeidsmarkt en op EU-burgerschap. Competenties moeten bijdragen aan betere mobiliteit.tegelijk wordt het bijdragen aan sociale cohesie en het vinden van een eigen plek belangrijk. 5 Deze ontwikkelingen komen samen in wellicht de meest invloedrijke trend: de toenemende individualisering. Deze is een gevolg van afnemende vaste sociale verbanden en structuren en in samenhang daarmee toenemende ambiguïteit en ambivalentie in het sociale verkeer en daarmee verbonden zekerheden. Dit is gerelateerd aan het ontstaan van een multiculturele en pluriforme samenleving, met veranderende gezinsverhoudingen, maar ook met bijvoorbeeld ingrijpende wijzigingen in de traditionele verhouding tussen zorg en arbeid. Individualisering is het nog altijd voortgaande proces van verminderde afhankelijkheid van het individu van één of enkele personen in zijn directe omgeving en van toenemende vrijheid van keuze over de inrichting van het eigen leven. Men kan een onderscheid maken tussen kwantitatieve en kwalitatieve individualisering. Kwantitatieve individualisering verwijst naar door de democratische rechtsstaat gegarandeerde gelijkheid en naar bevrijding uit de gebondenheid aan afkomst en sociale (klasse)posities (Schnabel, 1999). Op basis van de verregaande realisering hiervan ligt de uitdaging nu in de invulling van de kwalitatieve individualisering: de vrijheid het eigen leven vorm te geven in zelfgekozen verbanden en levensbestemmingen. De kwaliteit van het leven staat hierbij centraal. Individualisering gaat in die zin gepaard met het willen (maar ook moeten) EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

16 aanvaarden van meer verantwoordelijkheid voor het eigen leven en het eigen levenslot (Wardekker en Meijers, 1999).Vaste en voorspelbare leef- en denkpatronen worden diffuser en gedifferentieerder. Kenmerkend wordt een doe-het-zelf mentaliteit met de klemtoon op persoonlijke groei en ontplooiing. Jongeren kunnen die mogelijkheden gebruiken om gerichte eigen keuzen te maken en hun belangstellingen te volgen en te verdiepen. Het kan ook betekenen dat ervaringen vluchtiger worden ( homo zappens ). De keerzijde is dat eenzaamheid en onverschilligheid, gebrek aan maatschappelijke verantwoordelijkheid en aan solidariteit, groter worden. Identiteit wordt minder bepaald door een community of birth en meer door de community of interest waar mensen deel van uitmaken (Giddens, 1991). In die zin kunnen de subculturen op school en in de jeugdcultuur (de nerds, de aso s, de culto s enzovoort) en de subtiele processen via welke een deelnemer daar deel van uitmaakt, als voorbeeld dienen voor latere situaties. De belangrijkste uitdaging die hieruit volgt voor zowel onderwijs als beroepspraktijk is het vergroten van het vermogen tot verantwoordelijke zelfsturing.vanuit dit perspectief is juist ook aandacht voor de sociale context van leren en werken belangrijk. EXPERTISECENTRUM Gevolgen voor beroepsonderwijs en educatie Een belangrijk gevolg van de geschetste maatschappelijke ontwikkelingen betreft de uitdagingen aan het beroepsonderwijs met betrekking tot de bijdrage aan sociale cohesie en persoonlijke identiteitsontwikkeling van deelnemers. Juist op dit punt moet competentiegericht leren en opleiden een belangrijke bijdrage leveren. SOCIALE COHESIE Kenmerkend gevolg van deze maatschappelijke ontwikkelingen is dat mensen in toenemende mate zelf hun plaats moeten en willen bepalen in een steeds kleiner wordende wereld, waarin de veranderingen zich steeds sneller manifesteren als gevolg van de enorme toename aan informatie en kennis. Om te voorkomen dat de samenleving als gevolg van dergelijke tendensen versplinterd raakt, moet sociale cohesie worden bevorderd (Onderwijsraad, 2002; Eimers e.a., 2004). Het beroepsonderwijs heeft hierbij een eigen rol en moet bijdragen aan de opvoeding tot zelfverantwoordelijkheid in combinatie met het ontwikkelen van saamhorigheid met de gemeenschap(pen) waartoe men behoort (Onstenk, 2002;Wardekker en Meijers, 1999). Deze ontwikkelingen hebben geleid en zullen verder leiden tot een pluriforme en multiculturele samenleving en verschillen in betekenisgeving, in levenslopen en in waardenoriëntaties. Mensen nemen deel aan meerdere gemeenschappen en netwerken met hun eigen tradities en

17 verplichtingen. Het is duidelijk dat hiermee een belangrijke uitdaging aan het onderwijs is geformuleerd, die direct raakt aan de identiteitsontwikkeling van deelnemers. PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Deze spanning tussen individualisering en sociale cohesie komt pregnant naar voren bij de jeugd. De invulling van de jeugdfase is allesbehalve uniform. De manier waarop jongeren de transitie naar volwassenheid doormaken, volgt steeds minder een vast patroon. Op individueel niveau is er geen standaardbiografie meer, maar een geïndividualiseerde keuzebiografie (Meijers, 1995). De kernwoorden zijn: persoonlijke vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid. Keuzen hangen niet langer samen met de sociale herkomst; er is eerder sprake van afnemende invloed van de sociale herkomst van ouders op de opleidingsloopbanen van hun kinderen. Persoonlijke keuzen liggen meer open. Sturing en zorg van bovenaf maken plaats voor eigen verantwoordelijkheid. Dat vooronderstelt wel dat de jongere in staat is dan wel in staat gesteld wordt, deze te ontwikkelen. Hij moet in staat zijn tot zelfsturing : keuzen maken, richting geven aan persoonlijke ontwikkelingen en daarbij voortdurend rekening houden met veranderende mogelijkheden en beperkingen. De samenleving in zijn geheel, maar ook moderne gezinshuishoudens vragen in toenemende mate om mensen die zichzelf kunnen sturen. Ook in arbeidsorganisaties is zelfsturing een belangrijk concept geworden. Zelfsturing spreekt jongeren ook aan. Zij lijken persoonlijke vrijheid, persoonlijke ontwikkeling en persoonlijke verantwoordelijkheid hoog te waarderen. Zij staan voor vrijheid om hun eigen leven in te richten, eigen doelen te bereiken en willen daar de volle verantwoordelijkheid voor dragen. Maar het begrip verantwoordelijkheid impliceert dat men ook rekenschap moet willen en kunnen geven voor zijn keuzen, bij slagen en bij falen. Hierbij zijn niet alleen (te leren) kennis en vaardigheden belangrijk, maar ook aanwezige dan wel te ontwikkelen doeltreffende persoonskenmerken. Niet iedereen voldoet even makkelijk aan deze norm.voor sommigen is de norm te hoog gegrepen, anderen geven er een eigen interpretatie en uitleg aan en voor weer anderen roept het verzet op. Hier ligt een belangrijke uitdaging voor het beroepsonderwijs en een impuls voor de wending naar competenties. Niet voor niets zijn persoonlijke ontplooiing van de deelnemers en een bijdrage aan hun maatschappelijk functioneren belangrijke, in de WEB vastgelegde doelstellingen van beroepsonderwijs (WEB, 1996). In de nieuwe kwalificatiestructuur wordt dit geëxpliciteerd door leer- en burgerschapscompetenties op te nemen in alle kwalificatieprofielen (Onstenk, 2001; 2004). Samenvattend kan geconcludeerd worden dat de geschetste ontwikkelingen (de vijf i s) en hun maatschappelijke consequenties leiden tot een nieuwe invulling van beroepsbekwaamheid als persoonlijke bekwaamheid. Het competentiebegrip lijkt een goed handvat voor de conceptualisering en vormgeving hiervan. 7 EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

18 1.2 Veranderingen in werk en beroep EXPERTISECENTRUM 8 De Nederlandse en Europese samenleving ziet zich geconfronteerd met uitdagingen die voortvloeien uit het ontstaan van een moderne kenniseconomie. De omloopsnelheid van kennis wordt steeds groter.voortdurend worden nieuwe producten en diensten ontwikkeld, verworven en toegepast. De veranderingen in werk en beroep worden onder andere gestuurd door de ontwikkelingen in de technologie en de informatisering van de samenleving. Hierdoor ontstaan nieuwe organisatievormen en verschuift de aandacht van kwantiteit naar kwaliteit. Hierbij komen de wensen van de individuele klant meer centraal te staan in productie en dienstverlening. Dit leidt tot massamaatwerk en beleveniseconomie (Pine en Gilmore, 2000), aansluitend bij de eerder beschreven intensivering (Schnabel, 1999;Van der Sanden, 2004). Een dergelijke economie vraagt van mensen de nodige flexibiliteit en het vermogen zichzelf voortdurend bij te scholen om de eigen arbeidsmarktpositie te waarborgen en te kunnen bijdragen aan de economische ontwikkeling. En een dergelijke economie doet ook de vraag toenemen naar middelbaar en hoger opgeleiden. In de Lissabon-accoorden is op Europees niveau vastgelegd dat er gestreefd wordt naar een stijging van de doorstroming naar hoger onderwijs. Voor vaststelling van het opleidingenaanbod en de marktpositie van een ROC zijn kwantitatieve ontwikkelingen in werkgelegenheid en vraag naar gekwalificeerde mensen een belangrijk gegeven.voor de onderwijsvisie zelf zijn eerder de kwalitatieve veranderingen in werk en beroep van belang. Deze hebben betrekking op alle opleidingen en hebben niet alleen consequenties voor de onderwijsinhoud, maar ook voor vormgeving en didactiek. Beroepsopleidingen richten zich op de eisen die de beroepspraktijk stelt, educatie op de eisen die effectief maatschappelijk functioneren stelt Beroepeninhoud verandert Veranderingen in afzetmarkten en snelle technologische ontwikkelingen leiden tot veranderende en stijgende kwalificatie-eisen. Zo wordt de inhoud van het werk sterk veranderd door de invoering van nieuwe technologie. Maar ook op andere vlakken is er sprake van een snelle ontwikkeling van nieuwe werkwijzen en methoden, maar ook van bijvoorbeeld beschikbare materialen. Dit leidt onder meer tot verschuiving in beroepen en het ontstaan van nieuwe combinaties en probleemvelden (bijvoorbeeld metalelektro, mechatronica, ondernemerschap, media), waardoor traditionele scheidingen tussen bijvoorbeeld techniek en zorg of administratie onder druk staan. Er komt een relatief

19 steeds groter aandeel aan dienstverlenende functies in horeca, toerisme, zorg en zakelijke dienstverlening. Ook is er sprake van veranderend gedrag van klanten en cliënten. Men stelt hogere eisen aan maatwerk en kwaliteit, met als gevolg een veel grotere variatie en innovatie van producten en diensten, maar bijvoorbeeld ook het werken met mondiger klanten, patiënten of deelnemers Functioneren in de werksituatie De eisen rond het kunnen functioneren in arbeidssituaties veranderen en nemen toe, niet alleen als gevolg van de genoemde maatschappelijke ontwikkelingen, maar ook omdat nieuwe technologieën, producten en markten leiden tot veranderingen in de manier waarop arbeid georganiseerd wordt. Daardoor worden er meer en hogere eisen gesteld aan flexibiliteit, kwaliteitszorg en kostenreductie. Er vindt een overgang plaats van een meer bewerkingsgerichte naar een meer procesgerichte productiestructuur. Dat betekent ook binnen productiefuncties minder accent op maakwerk en meer op denkwerk. Taakgroepen worden centraal gesteld als organisatorische basiseenheid. Kwaliteitscontrole is niet langer een taak voor een speciale afdeling of functionaris, maar wordt een verantwoordelijkheid van het team. De organisatie wordt platter en minder hiërarchisch. Personeelsbeleid is volgens dit concept gericht op een loopbaanontwikkeling die meer gebaseerd is op competenties en prestaties en niet (alleen) op anciënniteit. Beloning wordt sterker gerelateerd aan prestatie. Er wordt gestreefd naar meer participatie en betrokkenheid van het personeel. Opleiding en ontwikkeling zijn een belangrijk beleidsdoel van het bedrijf. Een groeiend aantal werknemers, op steeds lagere niveaus in de onderneming, heeft in dit organisatiemodel complexe, intellectuele, methodische, strategische en sociale vaardigheden op het werk nodig, terwijl ook het ontwikkelen van betrokkenheid en identificatie met het bedrijf benadrukt wordt.werknemers die kunnen omgaan met veranderingen en leren tijdens de loopbaan, vormen in deze visie de beslissende factor voor het succes van de onderneming. Organisaties worden in sterkere mate lerend (Tjepkema, 2003). De structuur heeft een marktgerichte ordening, waarin werkprocessen centraal staan.teams vormen de fundamentele organisatie-eenheid. In de strategie van de lerende organisatie staat de missie centraal, die via participerende beleidsvorming en een lerende aanpak steeds bijgesteld kan worden. Het aanwezig zijn en verspreiden van relevante informatie is essentieel. Doelgerichtheid en het voortdurend inspelen op de veranderende omstandigheden staan centraal tijdens het leerproces. De cultuur kan gekarakteriseerd 9 EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

20 worden als een taak- én leercultuur: de klus moet geklaard, maar er is bereidheid tot (af)leren, tolerantie voor fouten, een experimentele houding, openheid en dialoog, tijd voor reflectie en een vragende houding. Het personeel is sterk betrokken bij de organisatie en wordt gekenmerkt door vakbekwaamheid en de bereidheid deze continu te verbeteren. Het personeelsbestand wordt ook gekenmerkt door diversiteit, zodat men van elkaar kan leren. Wat betreft het MKB geldt dat dit wellicht in kleinere bedrijven wat beter te realiseren is, maar dat daar vooral de inbedding in regionale netwerken en productieketens belangrijk is. Kleinere bedrijven krijgen steeds vaker een co-makership verhouding met grotere bedrijven. Ook daarbij worden maatwerk, kleine series, just in time -denken en -werken steeds belangrijker Employability 10 EXPERTISECENTRUM Van (toekomstige) werknemers wordt employability en flexibel gedrag verwacht. De arbeidsmarkt wordt informeler, flexibeler en kent meer individuele loopbaanpatronen. Zo is er in toenemende mate sprake van CAO s à la carte. Employability kan breed worden opgevat (Versloot, Glaudé en Thijssen, 1998). De werknemer krijgt een grote verantwoordelijkheid voor zijn eigen (arbeids)leven en kan deze ook dragen, wanneer hij de mogelijkheden krijgt zijn vakbekwaamheid te ontwikkelen.voorwaarde is een evenwicht tussen de eisen met betrekking tot inzetbaarheid, mobiliteit en flexibiliteit in de sfeer van arbeid en beroep en de mogelijkheden voor ontwikkeling van de persoonlijke bekwaamheden als basis voor werk- en bestaanszekerheid. Een bijzonder en in belang toenemend aspect is het ondernemerschap. Daarbij denkt men aan een actieve ondernemende houding op de arbeidsmarkt, maar ook meer letterlijk aan ondernemerschap als perspectief en als alternatief voor werknemerschap. De werknemer wordt een werkondernemer die zijn eigen kwaliteiten op de markt aanbiedt. De keerzijde daarvan is dat ook de bescherming voor zwakkeren op de arbeidsmarkt minder wordt Sectorale verschillen De discussies over veranderingen en innovaties beperken zich vaak tot ontwikkelingen in de techniek. Maar de discussie moet gaan over organisatieprincipes die op alle soorten arbeid van toepassing (kunnen) zijn; ze worden alleen per sector specifiek ingevuld. Ingrijpende veranderingen in ontwerp en organisatie van de productie (het primaire

21 proces), komen in alle sectoren voor: in de technische, maar ook in de administratieve, verzorgende of dienstverlenende sectoren. De introductie van ICT in de technische beroepen heeft grote invloed gehad op de beroepsuitoefening. De enorme toename van informatie- en communicatiestromen stelt andere en hogere eisen aan mensen betreffende het vermogen om met abstracties te kunnen omgaan, uit de vele beschikbare informatie de juiste te kiezen en informatie uit verschillende bronnen te combineren. Denk bijvoorbeeld aan het werken met een CNC-machine of in de controlekamer van een fabriek. Als gevolg hiervan ontstaan ook regelmatig nieuwe productie- en werkprocedures. Met name in de techniek vervagen de grenzen tussen de verschillende beroepscategorieën en sectoren. De toepassing van de micro-elektronica en het gebruik van componenten die na diagnose vervangen kunnen worden, versterken dit proces. De kennisintensivering in de techniek, gecombineerd met achterblijvende aantrekkelijkheid van het werk, resulteert in veel regio s in tekorten aan hoger gekwalificeerd technisch personeel. Onder invloed van snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen is in bedrijven een omslag gaande van aanbodgestuurde standaardproductie naar vraaggestuurde dienstverlening en van arbeidsproductiviteit naar kennisproductiviteit (Kessels, 1996). Het top-down aansturen van de productie vanuit het Tayloristisch model waarbij taken worden opgesplitst in steeds kleinere deeltaken waarin werknemers zich kunnen specialiseren is in de huidige markt- en kenniseconomie geen effectieve aanpak meer. Het leidt tot onnodig tijdverlies en levert niet de producten op die de veeleisende klanten willen. Bovendien leidt de ver doorgevoerde specialisatie vaak tot saai werk, met alle gevolgen van dien. Steeds meer bedrijven realiseren zich dat een wezenlijk andere aanpak geboden is, willen ze de slag om de markt niet verliezen. Een van de manieren waarop bedrijven hierop inspelen, is Integraal Ontwerpen. Integraal Ontwerpen bouwt voort op sociotechnische principes (De Sitter, 1994) en is een productiebenadering, waarin klantgerichtheid, kennismanagement en werken in zelfsturende multidisciplinaire teams met ICT als bindmiddel centraal staan. Bij Integraal Ontwerpen (IO) wordt van meet af aan rekening gehouden met de gehele levenscyclus van een product. Of anders gezegd: al op de tekentafel wordt nagedacht over gebruikerseisen, materiaalinkoop, fabricage, onderhoud, zelfs over de sloop en hergebruik van het product. Multidisciplinair samengestelde teams nemen in productprojecten de verantwoordelijkheid voor alle stadia van het productieproces voor hun rekening. Zo verdwijnen binnen de productieketen traditionele schotten tussen beroepen en vakgebieden. Bij het ontschotten speelt ICT een steeds belangrijkere rol. Integraal Ontwerpen helpt bedrijven sneller en goedkoper de gewenste producten op te leveren dan hun concurrenten (Teerling en Weijers, 2003). Bovendien betekent de invoering van 11 EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

22 IO dat het werk van veel mensen aantrekkelijker wordt. Ook andere innovatieconcepten in het technische beroepenveld (sociotechniek, lean production, Business Process Reengineering, logistieke integratie, massa-maatwerk) hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat er meer in teams wordt gewerkt, dat productieprocessen nauwer op elkaar worden afgestemd en dat mensen multi-inzetbaar moeten worden, waarmee beroepsgrenzen vervagen. 12 EXPERTISECENTRUM Kenmerkend voor de verzorgende beroepen is een snelle verandering als gevolg van een combinatie van bezuinigingen, medische en zorgtechnische ontwikkeling en snelle groei van de zorgbehoefte (bejaarden, thuiszorg). Nieuwe verzorgingsconcepten worden ontwikkeld. De arbeidsdeling neemt toe en verzorgende en helpende taken worden afgesplitst, waardoor een heel scala aan laaggekwalificeerde (en laagbeloonde) functies ontstaat, naast de noodzaak tot aansturen en integreren van het gehele proces. Processen en werkzaamheden worden geïntegreerd door verplegend personeel de organisatie en verantwoordelijkheid voor een geheel verpleegplan te geven. Daarbij wordt zowel gemikt op verzakelijking en bezuiniging als op verbetering van de zorg voor de cliënt. Professionalisering van een deel van de beroepsbeoefenaars gaat samen met een groei van laaggekwalificeerde assistentfuncties. De spanning tussen zorgen, marktgerichtheid en zakelijke organisatie staat centraal in veel instellingen. Er is een tendens om het aanpakken van problemen naar de werkvloer te verschuiven. Een combinatie van toenemende ernst van problemen en afnemende ondersteuning en super- of intervisie kunnen tot hogere werkdruk leiden.voor de werknemer kan de combinatie van werkdruk en verzwaarde zorgproblematiek ernstige consequenties hebben: afkeuring op psychische gronden en burn-out nemen bij contactuele beroepen snel toe. De ontwikkelingen in de zorgsector laten duidelijk zien dat nieuw niet altijd en zeker niet over de hele linie, beter hoeft te betekenen. Ook in administratief werk vinden vele veranderingen plaats. Processen van opsplitsing, specialisatie en reïntegratie van taken volgen elkaar in hoog tempo op. Nieuwe technologie gecombineerd met schaalvergroting en reorganisaties resulteert in vergaande integratie van arbeidsprocessen. De op de werkplek aanwezige en te verwerken informatie neemt exponentieel toe. Het werk wordt abstracter, intellectueler en tegelijk marktgerichter. Het aanbod aan producten (verzekeringsvormen, leningen enzovoort) neemt sterk toe.verantwoordelijkheid groeit doordat on-linemutaties directe gevolgen (kunnen) hebben en doordat men een groter deel van het dataverwerkingsproces verricht, deels in direct contact met de klant.tegelijk verloopt een groot deel van het werk via

23 (deels in de programmatuur) vastgelegde procedures en beslissingscriteria, waardoor men de oude administratieve, bancaire of verzekeringskundige vakkennis minder benut Beroepsonderwijs en de nieuwe werknemer Samenvattend kan een portret van de werknemer van de toekomst worden opgesteld, dat een echte uitdaging vormt voor het beroepsonderwijs. De werknemer krijgt te maken met werk dat kennisintensiever wordt. Hij moet niet alleen reeds beheerste kennis toepassen, maar ook snel kennis vinden en integreren of zelfs nieuwe kennis ontwikkelen. Het werk wordt ook meer dienstverlenend, dus gericht op de wensen van de klant. Dat betekent dat er meer ter plekke aanpassingen en oplossingen moeten worden gevonden. Het probleemoplossend vermogen wordt dan ook een belangrijk aspect. Men moet kennis en vaardigheden kunnen inzetten voor het oplossen van problemen die in zekere mate onvoorspelbaar zijn en die een sterke sociale, communicatieve en situationele component hebben. De werknemer kan vaak het werk niet meer alleen doen, maar is afhankelijk van het team. Dus deze moet goed kunnen samenwerken, ook in situaties waarin hij onder druk staat. De werknemer moet kunnen samenwerken met mensen uit andere afdelingen of andere disciplines. Dit dient hij allemaal te kunnen bij een gelijktijdig benadrukken van de resultaatgerichtheid en het kostenbewustzijn. Dit alles geldt straks ook voor de lagere niveaus in het beroepsbouwwerk. Omdat veranderingen in een steeds sneller tempo elkaar zullen opvolgen, is het vermogen zich aan te passen aan die nieuwe omgeving een zeer belangrijk kenmerk van de nieuwe werknemer. De flexibele arbeidsmarkt vraagt een andere relatie tussen werken en een leven lang leren. Employability en ondernemerschap worden belangrijke kenmerken van de beroepsbeoefenaar van de toekomst. Die moet dan ook leervermogen bezitten om hieren-nu en een leven lang te kunnen leren, zowel in scholing als in werksituaties Veranderende deelnemers De deelnemerspopulatie in het beroepsonderwijs is sterk veranderd. De ontwikkeling van de multiculturele samenleving is daarvan een belangrijke motor, maar ook de individualisering en het vermogen van mensen om in toenemende mate hun eigen wensen en verlangens ten aanzien van de inrichting van hun leven vorm te geven. Daarnaast dwingen de veranderingen steeds meer mensen tot het bijhouden van hun kennis en hun EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

24 employability. Als gevolg daarvan nemen steeds meer volwassenen deel aan het beroepsonderwijs. 14 EXPERTISECENTRUM Verandering van de deelnemerspopulatie is mede een gevolg van de sterke groei van deelname aan het beroepsonderwijs, waardoor nieuwe groepen deelnemers het beroepsonderwijs bevolken en de heterogeniteit is toegenomen wat betreft sociale herkomst, leeftijd, motivatie, beroepswens enzovoort. Meer dan de helft van alle jongeren volgt inmiddels mbo, hetzij als afronding van de initiële onderwijsloopbaan, dan wel als opstap naar het hoger beroepsonderwijs. Na een kleine dip stijgt vanaf 2001 de deelname aan het mbo weer licht, onder invloed van de groei van de deelname aan het voortgezet onderwijs (vmbo) die later in het mbo terechtkomt. De instroom in het mbo zal de komende jaren waarschijnlijk stabiel blijven, maar is wel aan het verschuiven. Er is sprake van een afname van de traditionele gediplomeerde instroom uit vbo en mavo en een toename van ongediplomeerde zij-instromers van buiten het onderwijs en van omzwaaiers en stapelaars. De deelname van vrouwen/meisjes aan het beroepsonderwijs stijgt nog steeds en nadert de 50 procent. Dat betekent overigens niet dat door deze stijging de segregatie van sectoren vermindert: techniek blijft mannelijk, DGO vrouwelijk en economie is gemengd. Al een aantal jaren is sprake van een groeiend aantal allochtone deelnemers aan het mbo De belevingswereld van de deelnemer Het onderwijs kan worden beschouwd als een dienstverlener met zeer wisselende klanten, die allemaal hun eigen wensen hebben: regionale werkgevers, maatschappelijke organisaties, de samenleving, maar ook de deelnemer zelf. Steeds meer groeien jongeren op in een gezinssituatie waarin zij worden vrijgelaten in het maken van keuzen voor onderwijs en beroep. Jongeren worden zelfstandiger in het bepalen van de eigen schoolcarrière. Daarmee neemt ook de invloed van de peergroup toe. De belevingswereld van de deelnemer wordt een belangrijke factor, zowel wat betreft de doelen, als wat betreft de gewenste manier van leren. Deelnemers hechten aan gelijkwaardigheid, de docent als gelijkwaardige partner, aan volwaardig lesmateriaal en aan contact met de werkvloer: hoge kwaliteit, realistische simulaties, contacten met de buitenwereld en mensen die het echte werk representeren.veel mbo ers willen worden benaderd als actieve, zelfstandige, volwassen lerenden. Ook de minder zelfstandige deelnemers willen graag worden uitgenodigd en gestimuleerd tot actief en zelfstandig leren. Leerlingen die invloed hebben op de manier waarop ze worden opgeleid, gaan met

25 meer plezier naar school (Van der Sanden, 2004; Onstenk, 2004). Dit wil overigens niet zeggen dat alle deelnemers als vanzelf graag zelfstandig willen leren. Er zijn ook veel deelnemers die een meer afwachtende houding aannemen. Het vermogen en de motivatie om zelfstandiger te leren moet ook bij hen ontwikkeld worden, door aan te sluiten bij hun talenten en motivaties en deze te ontwikkelen. In de rol van klant zijn deelnemers vaak nog te weinig zichtbaar. De variëteit aan opleidingen en leerwegen uit de kwalificatiestructuur wordt vooral gedefinieerd vanuit de arbeidsmarkt (aanbodbepaald) en (nog) niet vanuit de vraag (deelnemersbepaald). De positie van de deelnemer moet worden versterkt en de relatie tussen deelnemer en instelling worden verhelderd. Een belangrijk probleem is dat lang niet alle deelnemers precies weten wat ze willen.veel jongeren zijn nauwelijks geïnteresseerd in de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Jongeren leven bij de dag, waarin de besognes van het onderwijs en de verwachtingen van leeftijdsgenoten hun leefwereld bepalen. Jongeren ontwikkelen steeds minder een vastomlijnde arbeidsidentiteit. Ze zijn met arbeid bezig als het aan de orde is, eerder niet (Meijers, 1995). De school kan er niet van uitgaan dat deelnemers al bij inschrijving een duidelijke beroepskeuze hebben gemaakt. Het is eerder zo dat een weloverwogen keuze voor en ontwikkeling van een beroepsidentiteit tijdens de opleiding tot stand moet komen. Dit keuzeproces bepaalt mede de inhoud van de opleiding. Deelnemers verschillen mede onder invloed van de individualisering van loopbanen en beroepsidentiteiten. Het onderwijssysteem kan niet meer uitgaan van de gemiddelde deelnemer (Geurts, 2002). Door middel van differentiatie moet meer rekening worden gehouden met de verschillende beginsituaties van deelnemers en meer nadruk worden gelegd op zelfmanagement. Naarmate een jongere meer zelfvertrouwen heeft, neemt de behoefte aan extern gestelde doelen af. Jongeren willen inspraak in de inhoud van hun curriculum, ze willen rekening houden met andere ervaringen en een uitdagend programma. Ze willen zelf de eigen opleiding mede vormgeven. Deelnemers vragen toenemend om (meer) zelfmanagement in het kader van hun opleiding qua inhoud, onderwijsmethode en ook leerplaatsen en leertijden. Maar er zijn ook meer afwachtende deelnemers die op dit punt gemotiveerd en ondersteund moeten worden (leren leren). Het is immers een belangrijk doel van de opleiding om zelfsturende beroepsbeoefenaars af te leveren. 15 De meeste deelnemers willen op school iets leren wat ze direct of na een tijdje kunnen gebruiken. Mbo ers vinden het belangrijk dat er in hun opleiding een goed evenwicht is tussen theorie en praktijk, tussen leren en doen. Deelnemers die na het mbo willen EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

26 doorstuderen, denken daar niet anders over dan deelnemers die meteen aan het werk willen. Een (te) theoretische opleiding wordt duidelijk afgewezen. De waardering van de huidige praktijkgerichtheid van de opleiding is echter vaak niet hoog onder afgestudeerde mbo ers. Leren in de praktijk voor een beroep (vooropgesteld dat je het beroep leuk vindt) is de beste leerschool, vinden zowel de BOL- als de BBL-deelnemers. In de praktijk leer je het meest over het beroep en leer je ook jezelf beter kennen. Docenten worden dan ook bekritiseerd als ze te weinig kennis van de praktijk hebben en geprezen als ze de praktijk kennen Begeleiding 16 EXPERTISECENTRUM Voor deelnemers zijn de docenten belangrijke exponenten van het schoolklimaat. Jongeren die uitvallen, hebben vaak het gevoel dat de school niet van hen is; dat ze niet serieus worden genomen. Het gedrag van leerkrachten ten opzichte van hen is daarvoor het bewijs: als leerkrachten niet geïnteresseerd zijn in de mens achter de deelnemer, heeft dat zijn uitwerking op het schoolklimaat en dus op de deelnemer. De begeleider (leraar, coach, praktijkbegeleider) blijft in veel opzichten de spil in het onderwijsleerproces. Een leraar die goed kan uitleggen, orde kan houden en deelnemers serieus neemt, is voor veel deelnemers de meest cruciale factor in het bepalen van hun tevredenheid met het onderwijs. Daar hoort ruimte geven aan zelfsturing en een eigen rol van deelnemers in het onderwijsontwerp bij. Deelnemers hechten aan een goede begeleiding tijdens hun studie.vooral persoonlijke eigenschappen en vaardigheden van de mentor zijn belangrijke factoren voor de mate van tevredenheid van de deelnemers over deelnemersbegeleiding. Deelnemers waarderen een mentor, die in staat is om open minded naar de deelnemers te luisteren, ze te behandelen als volwassenen en af en toe een hand op de schouder te leggen. Als mentoruren slechts gericht zijn op het vakgebied van de mentor zelf, zijn de deelnemers veel minder tevreden (Kneppers, Kuijpers en Meijers, 1999) Flexibiliteit en heterogeniteit deelnemers De veranderende kenmerken en wensen van deelnemers stellen het beroepsonderwijs voor de uitdaging flexibiliteit en deelnemersgerichtheid te realiseren. Dit vraagt een zodanige programmering en structurering dat flexibele leertrajecten en maatwerk mogelijk zijn. Een belangrijk aspect hierbij is erkenning van verworven competenties (EVC). Een meer precieze omschrijving van leerinhouden in termen van beroepspraktisch relevante

27 taken en opgaven opent nieuwe mogelijkheden voor het in beeld brengen van eerder verworven competenties en voor geïndividualiseerde leertrajecten.vanuit de optiek van flexibilisering en deelnemersgerichtheid worden leertrajecten ondersteund die rekening houden met eerder verworven competenties van deelnemers. Ze kennen individuele trajecten die aansluiten bij de competenties die deelnemers nog willen verwerven om een beroepskwalificatie te behalen.tussentijds overstappen naar een ander opleidingstraject (zonder onnodige verlenging van de opleidingsduur) wordt mogelijk, als dat beter past in de loopbaangerichte ontwikkeling van de deelnemer. Er is tempo- en inhoudsdifferentiatie mogelijk, waarbij deelnemers keuzemogelijkheden hebben voor plaats en tijdstip van leren en flexibele in- en uitstroom.trajecten kennen een zo kort mogelijke opleidingsduur door het inzetten van EVC-procedures. Er zijn flexibele vormen van programmering en modulering van de leerinhouden en er wordt gebruik gemaakt van adequate systemen voor flexibilisering in voortgangsregistratie, beoordeling van toetsing en examinering (portfolio). ICT wordt benut om differentiatiemogelijkheden te optimaliseren. Deelnemers krijgen zo een meer sturende en ontwerpende rol in de vormgeving van leertrajecten. Het is overigens duidelijk dat flexibilisering en individualisering ook nieuwe vragen oproepen over de wijze waarop integratie en synthese kunnen worden bewerkstelligd (van der Sanden, 2004) Een leven lang leren Een laatste trend die aandacht verdient is de toegenomen rol van het ROC bij het leven lang leren. Dat komt op verschillende manieren naar voren: via de doorstroomagenda (Commissie Boekhoud, 2001), contractactiviteiten en de scholingsmarkt Doorstromen in de beroepsonderwijskolom Zowel vanuit het deelnemersperspectief als vanuit de zorg voor de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie komt er steeds meer aandacht voor doorstroming: van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo. Er is sprake van een interessante verschuiving in beleidsaccenten. Na jaren van horizontale integratie van het middelbaar beroepsonderwijs in sectorvorming en kwalificatiestructuur ligt nu de nadruk op de ontwikkeling van een sterke beroepsonderwijskolom die kan zorgen voor een betere doorstroom van deelnemers van vmbo, via mbo naar hbo. Men realiseert zich dat daar een flinke investering voor nodig is, gericht op het verminderen van voortijdig schoolverlaten en op EEN INTEGRAAL CONCEPT VAN COMPETENTIEGERICHT LEREN EN OPLEIDEN

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing Warming up Door de ervaringen als sociaal pedagogisch hulpverlener begreep

Nadere informatie

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00 Elly de Bruijn Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden Zaal 3 Tijdstip 11.00 Warming up De docent in het beroepsonderwijs opent de deuren naar de kennis, zienswijzen, vaardigheid, opvattingen

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.

Nadere informatie

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs Summa College maart 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: De vijf onderwijspijlers 4 Hoofdstuk 2: De vijf onderwijspijlers

Nadere informatie

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND Onderwijsraad TRNDR-resultaten Hilversum, 20 februari 2019 1 TRNDR-RESULTATEN (14-12-2018 T/M 15-02-2019) 2 1. TOP 10 TRENDS Onderwijsraad - TRNDR resultaten 3 TOP 10 TRENDS

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren Visie Missie De Jan Ligthartscholen van de Jan Ligthartgroep Tilburg hebben een duidelijk doel voor ogen: het onderwijs dusdanig inrichten dat het de basis vormt van het levenslang leren dat een mens doet.

Nadere informatie

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober 2015 @THNK

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober 2015 @THNK forum beroepsonderwijs 1 oktober 2015 @THNK Vindt u ook wat van het beroepsonderwijs? Praat mee! De volgende bijeenkomst vindt plaats op: n e x t DEC 3 Terugblik op het eerste Forum op 1 oktober met als

Nadere informatie

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Colofon Titel Auteurs Tekstbewerking Uitgave Ontwerp Vormgeving Bestellen Sociaal kapitaal in

Nadere informatie

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014 1 De kracht van samenwerking Brainport Development, 2014 2 De kracht van samenwerking Brainport Development, 2014 VAN KORTSLUITING NAAR CONTACT BETA CHALLENGE PROGRAMMA EEN LEERROUTE MAVO-MBO-HBO Henk

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER KADER LOOPBAANONTWIKKELING DIALOOG BEWUST TOEKOMST ZELFSTURING TALENT INNOVATIEKRACHT LOOPBAAN ONTWIKKELING FLEXIBILITEIT EIGEN REGIE NETWERKEN GROEI PERSONEEL KWALITEITEN EMPLOYMENT WERKNEMER INLEIDING

Nadere informatie

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Studenten lerarenopleiding In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel

Nadere informatie

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Jouw ervaring Neem iets in gedachten dat je nu goed kunt en waarvan je veel plezier hebt in je werk: Vertel waartoe je in staat bent. Beschrijf

Nadere informatie

Model van Sociale Innovatie

Model van Sociale Innovatie Model van Sociale Innovatie Ontwikkelgebieden van sociale innovatie Sociale Innovatie richt zich op vier basisvragen: 1. Hoe medewerkers te stimuleren eigenaarschap te nemen op hun eigen leer- en ontwikkeltraject

Nadere informatie

VERDER IN LEREN STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2011-2015 PUBLIEKSVERSIE

VERDER IN LEREN STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2011-2015 PUBLIEKSVERSIE VERDER IN LEREN STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2011-2015 PUBLIEKSVERSIE INHOUD Missie & visie 4 Het onderwijs voorbij 5 Kwaliteit vanuit identiteit 7 Werken vanuit passie 8 Elke leerling telt 10 Ondernemend en

Nadere informatie

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon! Onderwijsconcept Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon! Voorwoord Albeda heeft een mooie en grote maatschappelijke opdracht. We willen een TOP-school zijn voor studenten en bedrijven in de stad Rotterdam

Nadere informatie

Toekomstgericht, professioneel, verbonden. Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord

Toekomstgericht, professioneel, verbonden. Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord Toekomstgericht, professioneel, verbonden Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord 2017 2021 2 / 7 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 Missie, Visie en Kernwaarden 3 2.1 Missie 3 2.2 Visie 4 2.3 Kernwaarden 4

Nadere informatie

Colofon Juni 2015. Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg 161 2594 AG Den Haag

Colofon Juni 2015. Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg 161 2594 AG Den Haag Landelijk debat Ons Onderwijs 2032 28 mei 2015 Colofon Juni 2015 Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider EDventure Bezuidenhoutseweg 161 2594 AG Den Haag 070 315 41 00 info@edventure.nu www.edventure.nu

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Wij zijn een katholieke school en daarom vinden het belangrijk

Nadere informatie

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap: Actief Burgerschap Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Actief Burgerschap: een nadere kennismaking 3 3. Actief Burgerschap: een doel en een middel 4 4. Actief Burgerschap: Hoe leren we dit aan? 5 5. Actief

Nadere informatie

De zesde rol van de leraar

De zesde rol van de leraar De zesde rol van de leraar De leercoach Susan Potiek Ariena Verbaan Ten behoeve van de leesbaarheid van dit boek is in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het

Nadere informatie

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog Deze kaderbrief geeft richting aan onze (team)plannen voor 2018. Zo zorgen we ervoor dat ontwikkelingen binnen Cello elkaar versterken én dat we invulling blijven geven

Nadere informatie

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl 1 Actief burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering in onze samenleving is goed

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen Breed of smal opleiden? Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO Lex Borghans & Johan Coenen 1 Inleiding (1) Een belangrijke en voortdurende discussie in het onderwijs: De optimale

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 - Missie/Visie - Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 Op AMS staat de leerling centraal. Dat betekent dat alles wat we doen er op gericht is om iedere leerling zo goed mogelijk

Nadere informatie

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK Iedereen heeft er de mond van vol: Het beste uit de leerling halen Recht doen aan verschillen van leerlingen Naast kennis en vaardigheden, aandacht voor het

Nadere informatie

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl 2013 Actief burgerschap 0 Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk 1 : 3 Hoofdstuk 2 : : een doel en een middel

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

Reflectiegesprek: toekomstbeelden 1 Reflectiegesprek: toekomstbeelden 1. Mastercampussen: nog sterkere excellente partnerschappen in gezamenlijke opleidingscentra (VDAB West-Vlaanderen) 2. Leertijd+: duaal leren van de toekomst (Syntra

Nadere informatie

Leidinggeven aan de vernieuwing van werken en leren: Wie doet dat?

Leidinggeven aan de vernieuwing van werken en leren: Wie doet dat? Leidinggeven aan de vernieuwing van werken en leren: Wie doet dat? Joseph Kessels 22-11-2016 Naar een lerende economie: Investeren in het verdienvermogen van Nederland WRR: 4 november 2013 Integratie

Nadere informatie

Integraal Automotive Onderwijs 11 september 2012 Ellen Klatter, Lector Didactiek van het Techniekonderwijs

Integraal Automotive Onderwijs 11 september 2012 Ellen Klatter, Lector Didactiek van het Techniekonderwijs Didactiek Techniek Integraal Automotive Onderwijs 11 september 2012 Ellen Klatter, Lector Didactiek van het Techniekonderwijs Integraal Automotive Onderwijs 11 september 2012 Ellen Klatter, Lector Didactiek

Nadere informatie

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doel... 4 2. VISIE OP LEREN EN ONTWIKKELEN... 6 2.1 De relatie tussen leeractiviteiten

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming Jeroen Bron en Minke Bruning, 27 november 2014 27-11-2014 SLO projectgroep burgerschap; Jeroen Bron CPS Onderwijsontwikkeling en advies;

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen

8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen 8 uitgangspunten De deelnemende scholen willen uitgaan van dezelfde uitgangspunten. Helaas is het nog niet mogelijk om al die punten te verwezenlijken. De verschillende scholen geven aan hoever de zaken

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

Onderwijs met een hart. Strategische agenda Onderwijs met een hart Strategische agenda 2014-2018 1 Strategische agenda 2014-2018 Inhoud Onze missie 4 Onze kernwaarden 5 Onze identiteit 5 Maatschappelijke ontwikkelingen 6 Professionalisering 6 Passend

Nadere informatie

KAIRO. Doel van KAIRO

KAIRO. Doel van KAIRO kairo arnhem een onderwijs-behandelprogramma voor jongeren met een autisme-spectrumstoornis (ASS) informatie voor cliënten, ouders en verwijzers november 2016 centrum voor autisme dr. leo kannerhuis verder

Nadere informatie

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Het vmbo van de toekomst Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Voorstellen Mirjam Bosch, plv. directeur CSV Veenendaal Dennis Heijnens, adviseur bij Actis Advies Programma deelsessie

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland Pagina 1: Effecten bij leerlingen Effecten bedrijven - onderwijs Toelichting: De percentages onder het kopje Nul zijn de uitersten

Nadere informatie

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo Van Theorie naar Praktijk De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo In deze bijdrage slaat junior adviseur Marloes Zewuster van CINOP de brug tussen de theorie van het intersectorale vmbo en

Nadere informatie

VERTROUWEN IS DE BASIS

VERTROUWEN IS DE BASIS VERTROUWEN IS DE BASIS 1 STICHTING ALGEMEEN BIJZONDERE SCHOLENGROEP AMSTERDAM 2 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1 Inleiding 2 Missie, visie, kernwaarden en motto 2 Onze scholen 4 Strategie en aanpak 7 ABSA beleidspunten

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan Stichting Promes 2015-2018

Strategisch beleidsplan Stichting Promes 2015-2018 Strategisch beleidsplan Stichting Promes 2015-2018 Voorwoord. De planperiode van 2011-2014 ligt bijna achter ons en geeft ons reden tot nadenken over de doelen voor de komende vier jaar. Als we terugdenken

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema) Lijst met afkortingen voor de bloemist-winkelier m.b.t. het onderwijs Gebruikte term Toelichting MBO BOL BBL deelnemer BPV protocol Beroeps Praktijk Vorming (afgekort BPV) BPV verlener BPV-begeleider BPV-deelnemer

Nadere informatie

Flexibel werken en organiseren

Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Inhoud Inhoud Inleiding De kracht van flexibiliteit Differentiatie in ontwikkeling en doorstroom gebaseerd op organisatieverschillen Aspecten

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012 Morele Ontwikkeling van Jongeren Hanze Jeugdlezing 2012 Wiel Veugelers Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Amsterdam Opbouw verhaal Wat is morele ontwikkeling? Wat leert onderzoek over morele

Nadere informatie

Competentiegericht Onderwijs

Competentiegericht Onderwijs Competentiegericht Onderwijs Verband tussen economische groei en innovatie van een land en het competentiebeleid en levenslang leren van een land Vlaanderen > koppeling kan beter en proactiever Hefboom

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

Ruud Bolsius. Fit tot de finish. Onderzoek bij de afdeling verzorging KW1C

Ruud Bolsius. Fit tot de finish. Onderzoek bij de afdeling verzorging KW1C Ruud Bolsius Fit tot de finish Onderzoek bij de afdeling verzorging KW1C Om het onderzoek te concretiseren is de volgende vraag geformuleerd: Maken wij als Koning Willem 1 College, afdeling Verzorging

Nadere informatie

Vacature Pedagogisch begeleider (1,0 fte) BC Broekhin Swalmen-Reuver

Vacature Pedagogisch begeleider (1,0 fte) BC Broekhin Swalmen-Reuver Vacature Pedagogisch begeleider (1,0 fte) BC Broekhin Swalmen-Reuver (S08 CAO-VO) Aanleiding: Per 1 september 2018 zijn we op zoek naar een pedagogisch begeleider voor de locatie Swalmen en Reuver. Informatie:

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor Ontwikkelteam Burgerschap Ronde Derde ronde () REFERENTIE BU000880 Naam Coen Gelinck Organisatie Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer (NVLM) E-mailadres coengelinck@nvlm.nl Namens wie geeft

Nadere informatie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie Strategisch koersplan 2019-2023 Onderwijs met Ambitie Inhoud Inleiding...3 1. Waar laten we ons door leiden?...4 2. Waar staan we voor? 3. Waar kiezen we voor?... 6 Speerpunt 1: School en kind...6 Speerpunt

Nadere informatie

Duurzaam leren, werken en innoveren

Duurzaam leren, werken en innoveren Duurzaam leren, werken en innoveren 23 april 2015 Faculteit Bèta Sciences and Technology i.s.m. Metaalunie & FME Agenda Organisatie Faculteit Bèta Sciences & Technology en Onderwijsvisie Kennisdeling Werken,

Nadere informatie

Manifest onze manier van werken

Manifest onze manier van werken 6-11-2008 12:23 Manifest onze manier van werken De gemeente Lelystad ontwikkelt op dit moment de visie op haar toekomstige manier van werken. Hoe het stadhuis er na de renovatie uit komt te zien en ingedeeld

Nadere informatie

Onderwijs van de 21ste eeuw:

Onderwijs van de 21ste eeuw: Onderwijs van de 21ste eeuw: didactiek, wetenschap en technologie 2015-2016 ACADEMIE PEDAGOGIEK EN ONDERWIJS saxion.nl/apo Onderwijs van de 21 ste eeuw: didactiek, wetenschap en technologie Professionaliseringsaanbod

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Opbrengst vsv cafe 3 april talentontwikkeling Pagina 1

Opbrengst vsv cafe 3 april talentontwikkeling Pagina 1 Opbrengst van de werkgroepen tijdens het VSV Cafe 3 april met als Thema talentontwikkeling Stelling 1 Talentontwikkeling is de benadering om tot een positieve leerattitude te komen. Centraal staat de erkenning

Nadere informatie

Habilis Executive Search. Productie en Techniek

Habilis Executive Search. Productie en Techniek Habilis Executive Search Productie en Techniek Habilis mens en organisatie Mensen zijn voortdurend in beweging. Organisaties zijn continu in beweging. Met als hoogste doel het meest optimale resultaat

Nadere informatie

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland KWALITEITSCODE EVC Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland CODE 1. DOEL Het doel van EVC is het zichtbaar maken, waarderen en erkennen van individuele competenties.

Nadere informatie

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Op reis naar toekomstvaardige leerlingen! Visiedocument Samenwerkingsschool de Nijewier Tjalleberd Datum: 25 maart 2019 Versie: vastgesteld Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleidsplan Auteur: Ingeborg van der Zanden Bartels Datum: 05 januari 2015 Plaats: Kerkdriel Versie: 0.1 Pedagogisch beleidsplan BSO VillaDriel 12 april 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Studiedag De toekomst van het platteland Nijmegen, 21 november 2018 Loek FM Nieuwenhuis Lectoraat beroepspedagogiek Lectoraat Beroepspedagogiek

Nadere informatie

Passie voor Techniek in goede banen leiden van opleiden naar duurzaam aantrekkelijk

Passie voor Techniek in goede banen leiden van opleiden naar duurzaam aantrekkelijk Passie voor Techniek in goede banen leiden van opleiden naar duurzaam aantrekkelijk Misja Bakx Directeur Matchcare Agenda 1. Arbeidsmarkt ontwikkelingen en veranderingen 2. Trends in de rol van onderwijs,

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Verslag college 4: De staat van burgerschapsonderwijs en een blik op de toekomst

Verslag college 4: De staat van burgerschapsonderwijs en een blik op de toekomst Verslag college 4: De staat van burgerschapsonderwijs en een blik op de toekomst In de collegereeks Democratie en burgerschap, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar

Nadere informatie

Excellente docent in de mbo-praktijk

Excellente docent in de mbo-praktijk Excellente docent in de mbo-praktijk Uitwisseling scholen HU 7 maart 2014 ROCMN P&O 5-3-2014 1 ROC Midden Nederland Profiel: Kwaliteit, kleinschaligheid en persoonlijk contact Nauwe verbinding met regionale

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Inleiding Binnen de sector ziekenhuizen is leeftijdsbewust personeelsbeleid een relevant thema. De studie RegioMarge 2006, De arbeidsmarkt van verpleegkundigen,

Nadere informatie

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Zoetermeer, 1991 Samenvatting. In de hier gepresenteerde nota over de tweede fase v.o. worden de hoofdlijnen

Nadere informatie

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee. Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?

Nadere informatie

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional. Sinds een tiental jaren hebben we opleidingsvormen ontwikkeld die recht doen aan zowel vakbekwaamheid als praktijkkennis van aanstaande leraren. In toenemende mate doen we dat op basis van opleiden in

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

samen onderwijs maken BEDRIJFSPLAN 2015-2018

samen onderwijs maken BEDRIJFSPLAN 2015-2018 samen onderwijs maken BEDRIJFSPLAN 2015-2018 WOORD VOORAF De titel zegt alles. Samen onderwijs maken. Elke dag weer, samen met onze medewerkers, leerlingen en de regio. Daarin spelen wij als opleider een

Nadere informatie