Uitzetcentrum (gezinslocatie) Den Helder

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitzetcentrum (gezinslocatie) Den Helder"

Transcriptie

1

2 Uitzetcentrum (gezinslocatie) Den Helder Sanela Hasanbegovic heeft in haar leven heel wat meegemaakt. Ze kreeg niet alleen te maken met de keiharde praktijk van migratiebeheersing, maar ook met patriarchaal geweld, bittere armoede, dwangarbeid, en de hulpverlening die niet helpt. Ze vertelde Doorbraak haar verhaal. Ik ben eenenveertig jaar en moeder van drie kinderen, een dochter van tweeëntwintig jaar, Anela, een zoon van vijftien jaar, Alen, en een zoontje van vier jaar, Omari. In 1991 ben ik samen met mijn toenmalige man en ons dochtertje uit Bosnië naar Duitsland gevlucht. Mijn dochter was toen net geboren, ze was twee maanden oud. Oorlog We waren gevlucht omdat er oorlog in zicht was. Die was inmiddels al begonnen, nog niet in Bosnië, maar wel in Slovenië. We waren net getrouwd. Mijn moeder en mijn stiefvader hadden een goed leven. Ze waren ondernemers. Ik had niets te klagen. Maar ja, de liefde, net getrouwd, kindje gekregen en dan hoor je dat je man moet vechten tegen zijn eigen volk. Voor hem was dat geen optie. Daarom zijn we gevlucht. Ik had een heel heftige relatie. Ik werd mishandeld door mijn man, geestelijk en lichamelijk. Ik was helemaal alleen, zonder familie en vrienden. Wat een asielaanvraag inhield, wist ik niet goed. Ik had helemaal geen interesse om in Duitsland te blijven, want, zoals ik al zei, ik had een goed leven in Bosnië voordat de oorlog uitbrak. Ik miste mijn moeder en mijn zus, die toen nog maar twee jaar was, verschrikkelijk. Maar terwijl we aan het wachten waren tot de oorlog zou stoppen en we terug konden gaan, breidde die zich juist uit. Terugkeren was niet eens meer mogelijk. De ervaringen die ik als vluchteling had tijdens mijn verblijf in Duitsland waren positief. De mensen waren behulpzaam en vol begrip. Ik kan me nog herinneren dat de gemeente één keer per week cheques uitdeelde voor eten en drinken. Elk seizoen kreeg ik geld voor kleren, en dat was niet een klein beetje. Op een gegeven moment kwam ik geld tekort en ging ik naar mijn contactpersoon bij de gemeente. Ik zei dat ik voor mijn dochter geen eten meer had tot de week daarna. Er was namelijk iets gebeurd waardoor ik extra uitgaven had moeten doen. Ik vergeet het nooit. Zonder één woord kreeg ik nog een cheque van honderd mark. Ik was zo verrast! Een kind mag niets tekortkomen, zeiden ze, en dat deed me zo goed. Ik voelde me daar veilig, wat mijn dochter betrof. Maar de privéproblemen in mijn huwelijk werden groter en groter. We hadden met de politie te maken. Omdat mijn man me mishandelde, werd hij een paar keer aangehouden en opgesloten. Van hem weggaan was voor mij geen optie. Zijn woorden waren naar mij toe altijd zo bedreigend. Hij liet duidelijk blijken wat er allemaal zou gebeuren als ik hem zou verlaten. Hij zou me in stukken snijden, de lichaamsdelen in zwarte vuilniszakken stoppen en dat allemaal naar mijn moeder sturen. Dat waren de dagelijkse verhalen waarmee ik werd geconfronteerd. Op dat moment hadden we tijdelijk verblijf, dat heette Duldung. Dat hield in dat we in Duitsland konden blijven zolang de oorlog nog niet voorbij was. 1/23

3 Andere namen In 1995 meldden de autoriteiten ons dat ze ons terug zouden sturen. Volgens hen was de oorlog in Bosnië voorbij. Maar dat was niet zo. Tja, wat moet je dan zeggen? Toen hadden net al die verschrikkingen in Srebrenica plaatsgevonden. We konden niet eens terug. Mijn man kwam toen met het idee om naar Nederland te vluchten. In Nederland konden we volgens hem een bestaan opbouwen. Ik mocht er niet over meebeslissen. Ik moest mee, of ik nu wilde of niet. Toen we hier aankwamen, zijn we naar zijn vrienden gegaan. We zouden even bij hen blijven en dan asiel gaan aanvragen. Maar op dat moment werd het Dublinverdrag van kracht. Volgens dat verdrag moeten vluchtelingen die naar een ander EU-land gaan, meteen worden teruggestuurd naar het EUland waar ze voor het eerst asiel hebben aangevraagd. In ons geval was dat Duitsland, dat ons wilde terugsturen naar Bosnië. Ik was uit Bosnië gevlucht toen ik negentien jaar was. Inmiddels was de oorlog al jaren gaande. Mijn moeder en mijn stiefvader hadden er geen leven meer. Ze verbleven zelf als vluchtelingen in Kroatië. De autoriteiten daar wilden alle moslims naar Pakistan sturen. Het spreekt voor zich dat ik niet terug wilde keren. Ik had immers geen plek meer waar ik naar toe kon gaan. Alles was veranderd door de oorlog. We wilden overleven. Het was volkomen onzeker of ons dat zou lukken, als we uitgezet zouden worden. Mijn man kwam met het idee om onze namen te veranderen. Zo zouden de autoriteiten er niet achter komen dat we uit Duitsland kwamen. Dan zouden we misschien in Nederland kunnen blijven. Het maakte hem niet uit of ik het met hem eens was. Hij bracht het meer als een bevel: we doen het zo, klaar. En dus deden we het zo. Ik vond het zelf verschrikkelijk, maar terugkeren was ook geen optie. Dus ja, dan maar liegen over onze namen. Natuurlijk, als je het zwart-wit bekijkt, dan kun je zeggen: ik was niet minderjarig, ik stond zelf achter mijn leugen. Maar dat had dus ook een goede reden: het Dublinverdrag. Ik heb mensen leren kennen die echt verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Alleen maar omdat ze door Duitsland heen waren gereisd, werd hun asielaanvraag in een ander EU-land afgewezen en werden ze gedeporteerd naar Duitsland. Dat gebeurde zo harteloos. Ze komen je ophalen met een zwarte auto, kan ik me herinneren, en je wordt gewoon over de grens gezet, zonder geld en spullen. Dat wilde ik natuurlijk niet. Dus ik was gedwongen om mee te doen met de leugens over onze namen. Was dat een goede beslissing? Natuurlijk niet, maar toen dacht ik niet na over wat dat allemaal inhield. Ik was nog steeds doodsbenauwd voor mijn man. Ik moest naar hem luisteren, ik had geen keuze. Trailers Ik verbleef eerst in Zevenaar. Over de ontvangst daar herinner ik me nog dat we werden opgesloten in een ruimte met een soort koelkast waar we broodjes uit konden halen. Er was ook nog een koffieautomaat. Mijn probleem was dat ik mijn kleine kind van vier jaar niet de hele dag bijna bevroren broodjes te eten kon geven. Maar ja, ik had er alles voor over om te kunnen blijven. De interviews en het wachten tussendoor duurden heel lang. Daarna moesten we naar een zaal waar honderden ijzeren bedden stonden. We kregen tandenborsteltjes voor eenmalig gebruik, en we moesten daar slapen. Als je met zoveel vrouwen in een zaal met kleine kinderen ligt, met groot licht aan, dan kun je natuurlijk niet slapen, vooral ook omdat je niet weet wat ze nu met je gaan doen. Snel daarna zijn we naar het opvangcentrum in Luttelgeest gestuurd. Daar moesten we nog een paar interviews geven, waarna we weer naar een andere plek zouden worden overgeplaatst, als we verblijfsrecht zouden krijgen. In die periode was ik alleen met mijn dochtertje. Mijn man had me opgedragen om tegen de INDambtenaren te zeggen dat hij nog in Kroatië was. Maar hij verbleef in Amsterdam bij zijn vrienden. 2/23

4 Natuurlijk wilde ik het liefst de waarheid vertellen. Maar wat zou er dan gebeuren? Dat risico mocht ik niet nemen. Na een paar maanden meldde mijn man zich ook aan. Hij kwam bij mij en ons kind wonen. Mijn ervaringen met het opvangcentrum in Luttelgeest waren niet zo slecht. Maar ik had wel veel gezinnen met kinderen meegemaakt die zonder geld en spullen werden gedeporteerd. Dat vond ik toen al vreselijk. Ik kreeg heel snel de A-status, dus verblijfsrecht voor onbepaalde tijd. Om eerlijk te zijn wachtte ik alleen maar tot de oorlog voorbij zou gaan en ik kon terugkeren naar mijn eigen land. Maar het werd alleen maar erger. Denk aan Srebrenica. Ik voelde me zo machteloos. Ik had nooit in de EU willen leven. Dat vormde voor mij alleen naar een tijdelijke oplossing. Maar in Bosnië was het echt niet meer mogelijk om een normaal leven te leiden. Daarna werden we overgeplaatst naar Vledder, naar een camping. De manier waarop ze dat deden, maakte duidelijk hoe ze met ons omgingen. We kregen een kaart met uitleg en een strippenkaart voor het openbaar vervoer. En verder moesten we maar zien hoe we ons gingen redden. Ik sprak al wat Duits en Engels, dus ik kon gelukkig nog mensen op straat naar de weg vragen. Maar ja, we moesten koffers dragen en hadden een meisje van vier jaar bij ons. En er vielen zware onweersbuien. Bekijk het dan maar. Toen we bij de camping aan kwamen, zagen we echt mooie huizen staan. Maar niet alle vluchtelingen verbleven in dat soort huizen. Er waren families die al drie of vier jaar in een trailer woonden. Die winter, weet ik nog, was het zo koud. De gezinnen die er al langer woonden, waren uitgeput. Er werd alles aan gedaan om het zulke mensen zo moeilijk te maken dat ze zelf de beslissing zouden nemen om terug te keren naar hun eigen land. Eigen plekje Na een tijdje kregen we een woning toegewezen in Steenwijk, in Overijssel. Natuurlijk was ik daar erg blij mee. Dat betekende dat ik eindelijk mijn eigen plekje kreeg. In Vledder woonde ik in een ruimte met nog drie families, zonder privacy en met veel drukte om ons heen, met mensen met wie ik uit vrije wil niet zou willen omgaan. Maar we werden ertoe gedwongen om met hen samen te leven. Maar ja, dat had ik ook al meegemaakt met andere vluchtelingen toen ik in Duitsland verbleef. We waren helemaal gelukkig met ons nieuwe leven. Ik kon gaan werken aan mijn toekomst, de taal leren, een opleiding volgen, zo snel mogelijk gaan werken! Ik was ondertussen vijfentwintig jaar en had al zoveel jaren verloren met alleen maar op zoek gaan naar een plek waar ik me kon vestigen. Dus de klok tikte en ik wilde zo graag dingen gaan ondernemen. Dat deed ik dus ook meteen. Ik ging taallessen volgen. Dat ik al Duits en Engels kon spreken, heeft me veel geholpen bij het leren van de Nederlandse taal. Doordat het op school goed ging met me, werd ik al snel overgeplaatst naar het IJssel College in Zwolle. Daar kon je in korte tijd niveau drie halen en ook verdergaan, als je dat wilde. We hadden in die tijd een bijstandsuitkering. We waren daar wel dankbaar voor, maar we wilden graag zo snel mogelijk aan de slag. Mijn man had geen zin om te leren, maar wel om te werken. Hij kreeg snel een baan bij een bedrijf. Ik ging werken als vakantiekracht in de bediening bij restaurant Hollands Venetië in Giethoorn. Ik maakte heel veel uren, soms wel zestien uur per dag. Maar omdat mijn man gokverslaafd was, had al dat werken geen zin. Al het geld dat we verdienden, ging naar het casino. Als ik er wat van zei, dan sloeg hij me. Ondertussen werd ik zwanger van mijn tweede kind. We waren verhuisd naar een nette buurt. Eerder hadden we gewoond in een wijk met veel overlast. Soms werd daar midden in de nacht bij ons aangebeld of met steentjes gegooid, waarbij men riep: Kom op met een biertje. Daar hielden we niet van. We waren hardwerkende mensen die rust en slaap nodig hadden. 3/23

5 Therapie Ik was dus heel tevreden met onze nieuwe woning. Ik dacht dat ik eindelijk volop kon gaan genieten. Maar mijn huwelijk werd alleen maar erger en erger. Ik werd mishandeld. Hoewel mijn man en ik allebei werkten, konden we onze vaste lasten niet meer betalen. We hadden niets. Ik leefde onder de armoedegrens. Vanwege de mishandelingen ging ik naar de dokter, die me verwees naar het Riagg. Daar vertelden ze me over de rechten van een vrouw. Ze zeiden dat ik urgentie kon vragen. Maar dan zou ik eerst een scheiding moeten aanvragen. Dat leek me onmogelijk. Want we gebruikten valse namen. Om te scheiden moesten we een huwelijksakte hebben. En daar stonden onze echte namen op. Zonder aanvraag voor een scheiding wilden ze me geen urgentie geven. Ondertussen was ik bevallen van een zoon, dus we hadden nu twee kinderen. Ik belandde bij een psycholoog die me medicijnen voorschreef en me zou helpen om alles op een rijtje te krijgen en geen paniekaanvallen meer te krijgen. Die aanvallen kreeg ik als ik werd geslagen omdat we niets te eten hadden. Het was niet echt paniek, maar meer verdriet en machteloosheid. Er was niemand die me leek te kunnen helpen om van die man af te komen. En ik mocht niemand mijn verhaal over onze namen vertellen. Wat moest ik doen? Tijdens de therapie bij de psycholoog begon ik op een gegeven moment de waarheid te vertellen. Therapeuten hebben zwijgplicht, dus het bleef tussen ons. En mij luchtte het enorm op om er eindelijk eens over te kunnen praten. Het zat me al die tijd dwars, die grote leugen. Natuurlijk wist mijn man niet dat ik erover sprak. Daardoor was ik voortdurend bang dat het naar buiten zou worden gebracht. Wat zou er gebeuren als hij het zou horen? De geestelijke druk nam steeds meer toe. Afkickverschijnselen Na dertien jaar heb ik op de een of andere manier het geld bij elkaar gekregen om voor de eerste keer naar Bosnië terug te gaan om mijn familie te bezoeken en na zo n lange tijd mijn land weer te zien. Ik nam nog steeds de medicijnen in die de psycholoog me had voorgeschreven. Maar die was ik vergeten mee te nemen. Mijn vakantie werd daardoor helemaal verpest. Hoewel het eenenveertig graden was en iedereen met een korte broek aan liep, lag ik onder drie dekens met zware afkickverschijnselen. Ik dacht echt dat ik dood ging. Elke apotheek, elke dokter in Sarajevo was stomverbaasd dat ik die medicijnen gebruikte. Ze zeiden tegen me: Meid, zulke medicijnen geven we aan uiterst gevaarlijke mensen die zitten opgesloten in psychiatrische inrichtingen. Niemand wilde me die medicijnen voorschrijven. Ik kon het niet geloven. Waarom hadden ze me die medicijnen in Nederland dan ooit voorgeschreven? Ik ben niet gevaarlijk, niet voor mezelf, niet voor mijn omgeving. Waar sloeg dat op? Ik was de medicijnen al zes maanden aan het innemen. Toen ik terugkeerde, ging ik op internet uitzoeken om wat voor soort medicijn het ging. Ik begreep dat het werd voorgeschreven aan mensen met hallucinaties (die had ik niet), aan mensen die stemmen horen (die hoorde ik niet). Ongelooflijk! Het medicijn heette paroxetine, maar ik weet niet meer om hoeveel milligram het ging. Wel vonden de Bosnische dokters en apotheken het heel zwaar! Dat was mijn engste ervaring ooit. Vanaf dat moment had ik er geen vertrouwen meer in. Ik zal voortaan nooit meer zomaar wat slikken voordat ik duizend keer heb uitgezocht wat het is. En om welke medicijnen het ook ging, anti-depressiva wilde ik nooit meer accepteren. Toen ik en mijn twee kinderen vijf jaar een verblijfsvergunning hadden, heb ik voor ons de Nederlandse nationaliteit aangevraagd. Die aanvraag kostte veel geld. Dat konden we nauwelijks opbrengen. Maar het moest wel. Het gaf ons meer zekerheid en we konden gemakkelijker reizen naar andere landen. In 2010 werden we uiteindelijk Nederlander. 4/23

6 Gevangenisstraf Mijn gokverslaafde man maakte veel schulden. We konden nauwelijks meer overleven. Daarom besloot hij er wat aan te gaan doen. Ik wist helemaal niet wat hij van plan was. Een ding wist ik wel: ik wilde weg van hem. Ik besloot om te stoppen met de relatie. Omdat ik bang voor hem was, vertelde ik hem niets over mijn besluit. Maar hij merkte wel op dat mijn gedrag naar hem toe aan het veranderen was. Op een dag zei hij tegen me dat hij op bezoek zou gaan bij kennissen in Zweden. Ze zouden werk voor hem hebben. Daarmee zou hij onze financiële situatie kunnen verbeteren. Ik vertrouwde het niet, omdat hij heel vaak loog. Dus hoe kon ik hem nog vertrouwen? Hij zou daar twee dagen blijven en dan terugkomen, en dan zou hij me vertellen waar het om draaide. Toen hij wegging, was mijn zoontje net vier jaar geworden en mijn dochter twaalf. Hij keerde niet terug. Ik had er een dubbel gevoel over. Natuurlijk maakte ik me zorgen. Het was toch de vader van mijn kinderen. Ondanks alle problemen dat we hadden, wilde ik niet dat hij dood zou gaan. Nadat ik drie dagen niets van hem had gehoord, ging ik uitzoeken wat er met hem was gebeurd. Het was een tragedie voor de kinderen dat hun vader werd vermist. Ondertussen stapelden de schulden zich op. Na een week werd ik gebeld. Ik kreeg te horen dat hij was opgepakt in Zweden. Hij had geprobeerd om cannabis naar dat land te smokkelen. Huh? En nu? Aan de ene kant voelde ik me opgelucht. Hij was niet dood. Maar ik voelde me ook verdrietig. Want wat er ook allemaal was voorgevallen in onze relatie, het was met hem niet alleen maar zeventien jaar ellende geweest. We hadden met elkaar ook goede momenten gehad. Daarom viel het me toch zwaar om hem te zien verdwijnen uit mijn leven. Nu zou alles moeten veranderen. Hij kreeg acht jaar gevangenisstraf. Het contact tussen mij en hem werd al snel verbroken. Hij wilde niet dat ik op bezoek kwam. Dat wilde ik wel, omdat de kinderen hem misten. Maar ja, hij zou de reden wel weten waarom hij geen bezoek wilde. Deurwaarders Vanaf het moment dat mijn man gevangen werd genomen, stapelden de problemen zich op. Ik werd dagelijks onder druk gezet door deurwaarders. Een van die deurwaarders vergeet ik nooit meer. Hij stelde me voor dat ik de schuld bij hem zou kunnen afbetalen als ik met hem het bed in zou duiken! Wat een vernedering! Ik heb hem meteen de deur gewezen. Ik begreep van anderen dat een paar buitenlandse vrouwen op die manier wel hun schuld aan hem hadden afbetaald. Bah, bah, bah! Wat voor mensen zijn dat soort deurwaarders? Het werd alleen maar erger en erger. Ik herinner me de kersttijd van dat jaar. Ze zouden onze spullen in beslag komen nemen. Iedereen die mij en mijn kinderen kende, zei tegen me: Nee joh, ze mogen je niet je koelkast, je fornuis en dat soort dingen afnemen. Maar dat mocht wel, blijkbaar. We moesten uiteindelijk op de grond gaan zitten. Alles in huis was meegenomen. Toevallig vonden we op zolder onze kerstboom. Die hadden ze niet gezien. We maakten onze ergste kerst ooit mee. Maar mama was altijd al een optimist geweest en een vechter, dus we zouden wel zien. We leefden nog en mijn kinderen waren gezond. Dat was het belangrijkste. Ik moest bij de gemeente Steenwijk weer een bijstandsuitkering aanvragen. Werken zat er niet meer in, op dat moment. Maar een uitkering krijgen bleek heel moeilijk. Een paar maanden hadden we helemaal geen inkomen. De schulden liepen nog verder op. Mijn aanvraag voor een uitkering werd een paar keer afgewezen. Daarop diende ik een klacht in en werd ik opgeroepen door mijn contactpersoon bij de gemeente. De eerste voorwaarde om een uitkering te krijgen, was dat ik anti- 5/23

7 depressiva zou accepteren, zo kreeg ik te horen. Doorbraak.eu Wááát?! Nou, dat deed ik niet! Ik zei: Als dat de voorwaarde is, dan kan ik je meteen melden dat ik dat weiger. De contactpersoon was al op de hoogte van mijn nare ervaringen met medicijnen. Ik heb toen duidelijk gezegd: Als je mij wilt helpen, betaal dan maar yogalessen voor me, in plaats van anti-depressiva. Ik liet weten dat ik die voorwaarde publiekelijk bekend zou gaan maken, als de gemeente voet bij stuk zou houden. Toen ging men snel akkoord met yoga. Maar mijn leven werd er niet gemakkelijker op. Mijn schulden waren zo groot dat ik ze niet kon afbetalen. Ik moest voor mijn kinderen zorgen. Ze moesten naar school kunnen gaan. Maar alles werd in beslag genomen. Budgetbeheer Uiteindelijk besloot ik om me aan te melden voor een traject in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Overal waar ik kwam voor hulp, bij maatschappelijke werk, bij het Riagg, waar dan ook, steeds hadden ze me onder druk gezet om me in te laten met zo n traject. Wat ik wist over dat traject en wat ze me daarover hadden verteld, was dat al mijn inkomsten naar Budgetbeheer zouden gaan. Budgetbeheer betaalt dan je vaste lasten en staat ook een bedrag af aan je bewindvoerder. Ik zou vijfenzeventig euro per week krijgen. Normaal is dat zestig euro. Maar omdat ik aangaf dat ik snel wilde gaan werken, werd het bedrag verhoogd in verband met reiskosten. Het was een bijzonder zware periode voor ons. Mijn schulden waren door alle boetes en incassokosten opgelopen van veertienduizend euro naar zevenentwintigduizend euro. We moesten drie jaar onder toezicht leven. Dan zouden we schuldenvrij zijn. Daarbij golden wel de voorwaarden dat ik de scheiding zou aanvragen en werk zou vinden. Werk had ik inmiddels gevonden, maar hoe moest ik de scheiding regelen? Ik liep al jaren rond met angst over mijn leugen, maar nu was ik zeventien jaar verder. Nu ik niet meer met mijn man samenleefde, moest ik het misschien toch maar vertellen. Nu kon hij me niets meer aandoen. Ik besloot daarom om het op te biechten. Ik ben zelf naar de vreemdelingenpolitie in Steenwijk gegaan om alles eerlijk uit de doeken te doen. De man met wie ik daar sprak, kende ik. Hij begon meteen tegen me te zeggen: Weet je zeker dat je het wilt? Het wordt alleen maar erger voor je. Die schulden die je nu hebt, zijn niets vergeleken met wat er hierna gaat gebeuren. Als je vertelt dat je in feite een andere naam hebt, dan verlies je je Nederlandse nationaliteit en ook nog eens je verblijfsrecht. Je schulden zouden kunnen oplopen tot negentigduizend euro. Je gaat zo het zwarte gat in. Maar toch bleef ik bij mijn verhaal. Ik was die leugen zo zat. Ik wilde een normaal leven leiden. En het was niet mijn keuze geweest om over mijn naam te liegen. Dat had ik nooit gewild. 6/23

8 Zoon Alen, getekend door Sanela De eerste paar maanden deden ze er niets mee. Ik had een advocaat ingeschakeld. Die moest achter de vreemdelingenpolitie aan, zodat ze zouden beginnen met mijn zaak. Ik kon me wel voorstellen dat die politieman gelijk had. Hij wilde me op de een of andere manier beschermen. Maar ja, ik was er klaar mee. Ik wilde niet meer liegen. Ondertussen bleven we zonder weekgeld zitten. Elke keer als ik belde, kreeg ik te horen: U hebt te veel schulden en te weinig inkomsten, dus we hebben de vaste lasten betaald en nu is er alleen nog maar twintig cent over. Moet ik die naar u overmaken? Zo zeiden ze dat, lachend en met een cynische stem. Ze maken je gek. Ze proberen er alles aan te doen om het uit de hand te laten lopen. Ik moest geld hebben om naar het werk te kunnen reizen, ik moest eten op het werk. Mijn kinderen moesten op school eten. En ze moesten natuurlijk ook kleren hebben. Tja, dan moest ik maar mijn werk opgeven en kijken of we het zouden overleven. Ik kreeg niets. Ook niet het vakantiegeld, daar ontving ik nog niet één procent van. Later kreeg ik te horen dat ik recht had op een bepaald percentage van het vakantiegeld. Ik kreeg een keer geld terug van de Belastingdienst, bijna vierduizend euro. Dat ging meteen naar de WSNP. Vrijwilligerswerk Hoe ik het heb overleefd? Ik ging schoonmaken, voor de boodschappen en voor kleren. De gemeente Steenwijk verplichtte me om onbetaald werk te doen. In feite ging het om dwangarbeid. Dat deed ik dan maar, omdat ik anders geen uitkering meer zou krijgen. De gemeente dwingt ook trouwens veel andere migranten en vluchtelingen tot dat soort werk, zo heb ik gemerkt. Ze moeten gratis gaan werken, waarbij de gemeente belooft dat ze ooit loon en een arbeidscontract gaan krijgen. Maar maanden later blijkt dat dan helemaal niet te kloppen. Ze krijgen uiteindelijk toch geen betaalde baan en zijn al die tijd gewoon uitgebuit als spotgoedkope arbeiders. Ik wilde graag met buitenlanders werken, hen helpen, hen begeleiden. Ik werd als vrijwilliger 7/23

9 aangenomen bij Bureau voor Integratie en Nieuwkomers (BIN) in Steenwijk. Ik was daar heel blij over, want dat sprak me aan. Maar al na een paar dagen werken hoorde ik verschrikkelijke verhalen. Bijvoorbeeld hoe de tien kinderen van een Afrikaanse vader bij hem waren weggehaald, omdat het gezin het financieel moeilijk had. Daar was Jeugdzorg verantwoordelijk voor. Ik begon daarover meteen in discussie te gaan, omdat ik de familie waar het over ging, goed kende. Maar de hulpverleners met wie ik te maken had, reageerden gelaten: Het is nu eenmaal zo en wij bemoeien ons er niet mee. Ik ontmoette een oude man, waarschijnlijk afkomstig uit Irak of Iran. Hij had problemen met het bedrijf dat hem gas en elektra leverde. Het bedrijf stuurde hem een rekening van vijfentwintigduizend euro. Dat bedrag zou hij moeten bijbetalen, omdat hij was overgestapt naar een ander bedrijf en het contract met het oude bedrijf niet opgezegd zou hebben. De man merkte op dat hij het oude bedrijf inderdaad niet had opgezegd, maar wel al die tijd netjes beide bedrijven had betaald. De nabetaling zou dus onterecht zijn opgelegd. Hij sprak niet zo goed Nederlands. Ik kreeg daarom de opdracht om de zaak verder uit te zoeken. Ik zocht al zijn bankafschriften bij elkaar en ging na wat er was betaald. Daarna zou ik met het bedrijf contact moeten opnemen. Na een gesprek met een medewerker van het bedrijf bleek dat de man niet moest bijbetalen, maar juist geld diende terug te krijgen, meer dan duizend euro. Ik was er verheugd over dat ik de man goed nieuws kon brengen. Voordat ik het hem vertelde, liet ik eerst de leidinggevende op mijn werk weten wat voor resultaat ik had behaald. Maar ik kreeg van hem de wind van voren: Dat gaat ons niet aan, dat mag je niet aan hem vertellen! Ik dacht: Wát?! Hoezo niet?. Tja Sanela, wat je kunt zeggen, is dat hij niets hoeft te betalen. De rest is niet onze zaak, zei hij. Ik had er geen woorden voor. Ik ging erover in discussie. Met als gevolg dat ik geen vrijwilliger meer mocht blijven en dus niet meer terug hoefde te komen. Veel migranten en vluchtelingen hebben problemen. De meesten betalen rekeningen die ze niet eens hoeven te betalen. Maar ze geloven de hulpverleners blindelings, omdat ze menen dat die deskundig zijn en het beter weten dat zij. Ik ontmoette een keer een heel lieve man die hard achteruit ging. Hij was farmaceut geweest en had in Italië op de universiteit gezeten. Maar nu zag hij eruit als een zwerver. Hij werd volgepropt met medicijnen, praatte op straat in zichzelf en deed zijn deur niet op slot als hij het huis uitging. Hij was helemaal in de war. Ik probeerde de man altijd te steunen. Hij mocht bij mij een broodje komen eten of koffie komen drinken. Hij kreeg ook niet het wekelijkse geld dat hem was beloofd. Hij was ook een van de buitenlanders die in de mallemolen van het WSNPtraject terecht was gekomen. Je kunt niet geloven wat al die ambtenaren en hulpverleners met arme mensen aan het doen zijn. Die worden van het kastje naar de muur gestuurd en belandden daardoor nog dieper in de put. Geen schone lei Op hetzelfde moment had ik twee rechtszaken lopen, over mijn naam en over mijn schulden. Die periode was voor mij een hel. Ik had geen geld, helemaal niets. Ik zat huilend bij maatschappelijk werkers om hulp te vragen. Tja Sanela, we hebben daar geen potje voor. Sorry, en sterkte ermee. Ik weet nog dat ik tegen een maatschappelijk werkster zei: Weet u wat? Gaat u dat maar tegen mijn kinderen zeggen als ze van school komen. Het was ongelooflijk zwaar. En je mag niet boos worden of wanhopig overkomen, anders kunnen ze de kinderbescherming of Jeugdzorg inschakelen. Misschien worden je kinderen dan bij je weggehaald. En dat is natuurlijk het laatste dat je wilt dat er gebeurt. Dus wat moet je doen? Je rustig houden en proberen te overleven Ik kreeg een uitnodiging van de rechter omdat mijn WSNP-traject binnenkort zou aflopen. Uiteraard was ik daar erg blij over. Misschien zou de ellende nu toch voorbij zijn. Maar die dag kreeg ik een afrekening voor gas en elektra van bijna vierduizend euro die ik zou moeten bijbetalen. Volgens het 8/23

10 WSNP-traject is een voorwaarde voor een schone lei dat je geen andere schulden hebt opgebouwd. Wat moest ik nu doen? De rechtszaak zou over een week plaatsvinden. Ik kon dat bedrag nooit op tijd afbetalen. Ik heb meteen contact gezocht met mijn bewindvoerder. Die vroeg of ik het niet kon oplossen door ergens geld te lenen. Ik kon niet eens geld lenen om broodjes te kopen, laat staan voor zo n hoog bedrag. Hoe kon die nieuwe schuld zijn ontstaan? Ik leefde alleen met mijn kinderen en lette er altijd op dat er geen energie werd verspild. Het kon gewoon niet kloppen. Ik diende meteen een klacht in bij het elektrabedrijf, maar de schuld bleef bestaan. Hoe kon dat? Wat bleek? Budgetbeheer had al die tijd vijftig euro per maand aan elektra betaald. Maar ik had hen eerder al laten weten dat ze honderdtwintig euro per maand moesten betalen. Maar dat verklaarde nog steeds niet waarom het bedrag zo hoog was opgelopen. Ik had van niemand te horen gekregen dat ik zelf moest opletten of Budgetbeheer wel de juiste bedragen overmaakte. Ik dacht dat alles goed geregeld was. Maar dat was dus niet zo. Mijn advocaat regelde dat ik nog twee jaar in het WSNP-traject kon gaan zitten, om op die manier de elektrakosten af te betalen. Jippie, happy me Ongelooflijk. Nog twee jaar ellende. Dank je wel, Budgetbeheer. Tegelijk liep mijn rechtszaak over die namen. Daar moest ik voor heen en weer reizen. De ene keer was er in Zwolle een rechtszitting, de andere keer in Assen. Het was een hele zware periode, zonder een cent op zak. Maar ik zorgde toch op mijn eigen manier dat mijn kinderen er niet zo veel van merkten. Ze hadden eten, ze hadden kleren, ze konden naar school. Maar op vakantie, leuke dingen doen, computerspelletjes, nee, dat zat er niet in. Ik moest voortaan tweehonderd euro per maand extra aan elektra betalen. Ik kreeg al vaak genoeg geen weekgeld, en nu werd het nog erger. Maar wat moet, dat moet. Ik wilde zo graag uit de problemen komen en schuldenloos door het leven gaan. Maar dat was voorlopig alleen maar wensdenken. Ik heb netjes elke maand tweehonderd euro elektra betaald, plus tweehonderd euro extra als afbetaling. Maar toen die twee jaar bijna voorbij waren, werd ik weer geconfronteerd met een rechtszaak. Toen bleek dat Budgetbeheer weer een fout had gemaakt, waardoor een extra schuld was ontstaan van vijftienhonderd euro. Kom op, is dit een spelletje!? Ik kreeg het slechte nieuws twee dagen voor de rechtszitting te horen. Ondertussen moest ik ook nog een paar keer naar een rechtszitting en naar de IND vanwege de kwestie van de namen. Mijn verblijfsvergunning zou misschien worden ingetrokken, waardoor ik zou moeten terugkeren naar Bosnië. Aan welke strijd moest ik voorrang geven: mijn schulden afbetaald krijgen of voor verblijfsrecht vechten voor mijzelf en mijn kinderen? Ik had dus weer geen schone lei. Er leek geen einde te komen aan mijn schulden. Sterker nog, tot mijn verbazing begonnen de schulden na verloop van tijd nog meer op te lopen. Ik belde om te vragen hoe dat kon. Stel dat je in het WSNP-traject komt met een schuld van tweehonderd euro, dan kan dat oplopen tot zeshonderd euro. Uiteindelijk kreeg ik te horen dat ik al mijn schulden terugkreeg met vijf jaar rente erop. Niemand heeft me dat uitgelegd toen ik begon met het traject. Mijn ervaringen met de schuldhulpverlening en de WSNP zijn bijzonder negatief. Het lijkt alsof ze een spelletje met me hebben gespeeld. Ze spelen vals daar, allemaal! Nieuwe partner Omdat ik een bijstandsuitkering had, moest ik reïntegreren, zoals dat heet. De gemeente Steenwijk stuurde me oproepen om te komen praten over het zoeken naar werk. Elke keer als ik op zo n gesprek kwam, was het: Mevrouw, gaat het goed met u?. Ik antwoordde netjes: Ja, natuurlijk, en wachtte op de voortgang van het gesprek in de richting van een baan of opleiding. Maar nee, steeds weer: Hoe gaat het met u, mevrouw? De eerste keer bleek ik beleefd, de tweede keer ook. De derde keer weer die vraag: Hoe gaat het met u? Daarna keek ze in mijn dossier en kwam weer die vraag. Ik dacht: als ze nu nog een keer die vraag stelt, dan wil ik van haar te horen krijgen wat er 9/23

11 aan de hand is. Dan wil ik weten of ze denkt dat ik gek ben. Ik vroeg haar: mevrouw, wat is de reden dat u mij vraagt om hier te komen? Voor de derde keer roept u mij op. En ik krijg alleen maar te horen: Hoe gaat het met u?. Ze antwoordde: Belangstelling. Belangstelling? Dan is een keer vragen wel genoeg, zo leek me. Ik probeerde te achterhalen of er een andere reden was. Ze zei: Ik zie in uw dossier dat u dertien jaar geleden bij het Riagg en bij een psycholoog bent geweest. Ik zei: Mevrouw, dat is dertien jaar geleden en ik zit hier nu voor een baan en een opleiding. Wie bent u? Moeten de psycholoog en het Riagg mij voor gek verklaren of voor werk en een opleiding zorgen? Ze had daarop niets meer te zeggen. Ze was er duidelijk niet op uit om mij op weg te helpen, maar bleek alleen maar bezig om mijn dossier een beetje aan te vullen met nog meer papieren. Ondertussen had ik een nieuwe partner leren kennen, een uit Somalië afkomstige vluchteling. Hij was al zes jaar in Nederland en had in drie asielzoekerscentra gewoond. In het algemeen mogen vluchtelingen die in de asielprocedure zitten, geen betaalde baan hebben. Maar daar was wel een kleine uitzondering op. Mijn vriend kon per jaar maximaal twee maanden werken. Dat heeft hij ook gedaan. Hij was blij dat hij zo wat geld kon verdienen. Het werk bestond uit het plukken van bloemen en appels. Ander werk was niet toegestaan. Normaal kregen vluchtelingen per week zesenveertig euro leefgeld van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Drie maanden na het werk kreeg mijn vriend ineens te horen dat hij het leefgeld dat hij tijdens de twee maanden werken had ontvangen, moest terugbetalen aan het COA. En hij moest ook nog eens huur voor zijn kamer betalen gedurende de tijd dat hij had gewerkt. Maar dat had men niet laten weten op het moment dat hij ging werken! Hij bleek dus voor niets bloemen en appels te hebben geplukt. Het geld was natuurlijk al op. Omdat hij het niet kon terugbetalen, werd hij gekort op de wekelijkse zesenveertig euro leefgeld. Hij ontving nog maar twintig euro. Zo raken vluchtelingen door toedoen van het COA nog dieper in de problemen. Mijn vriend had het heel moeilijk. Hij had een verblijfsdocument gekregen en ook een woning in Venray. Hij wilde in Steenwijk komen wonen, maar dat stuitte op allerlei problemen. De gemeente Steenwijk wilde hem geen uitkering geven als hij geen officieel verblijfadres in die gemeente had. Ik mocht hem niet bij mij in huis nemen, zo dreigden de ambtenaren, omdat ik zelf ook een uitkering had. Hij sliep vaak bij vrienden en dan weer een paar nachten bij mij. Al snel begonnen sociale rechercheurs ons te volgen. Mijn contactpersoon bij de gemeente vertelde me doodleuk dat we werden gevolgd en dat we dat moesten weten. De sociale rechercheurs keken of mijn vriend en ik hand in hand liepen, ze keken of we samen op bezoek bij vrienden gingen. Ze keken of we samen naar verjaardagen gingen. Mijn God, waar is de privacy van een mens?! Doordat we hun achtervolgingen zo zat waren, wilden we allebei zo snel mogelijk aan het werk. Dan zouden we niets meer met de gemeente te maken hoeven hebben. Maar geen enkel uitzendbureau bleek mijn vriend zelfs maar te willen inschrijven. We werden gewoon weggestuurd. Openlijke discriminatie Op een dag gingen mijn vriend en ik naar de Rabobank om een rekening voor hem te openen. Een medewerkster zei ijskoud tegen ons: Nee, dat doen we niet. Ik dacht: waar slaat dit op? Hij heeft helemaal niets misdaan. Hij heeft ook geen problemen met de bank. Ik vroeg haar: Wat is de reden daarvoor? Ze zweeg en lachte cynisch. Ik zei: Mevrouw, dit lijkt echt op Ik was nog niet klaar met het uitspreken van mijn zin, toen ze me onderbrak met: Ja, dat klopt. Discriminatie. Dat is ook zo. Ze gaf ons zelfs een kaartje met haar naam erop, voor het geval dat we haar wilden aanklagen Mijn God, dat zulke mensen nog bestaan! Ongelooflijk! Natuurlijk schaamde ik me dood. Wat voor gevoel zou mijn vriend hierover wel niet moeten hebben? We begonnen te praten over zijn belevenissen in Nederland. Hij wilde heel graag zijn leven veranderen. Hij wilde werken en hier zijn toekomst opbouwen. Maar wat moet je doen, als je die kans niet krijgt? Ik ben overal met hem naartoe gegaan. Ook bij de gemeente. Maar het bleek er 10/23

12 voor hem niet in te zitten. Het maakte niet uit waar hij werk ging zoeken. Ze keken in zijn cv en wezen hem meteen af. Waarom denk je dat zijn cv zo weinig te melden had over de acht jaar dat hij in Nederland verbleef? Hoe kon hij een volle cv hebben als hij zes jaar alleen maar in asielzoekerscentra had doorgebracht, zonder recht om te werken? Hij had een opleiding gevolgd in het bewerken van natuursteen, in de hoop dat zoiets hem vooruit zou helpen. Maar hij bleek toch nergens welkom te zijn. Nou ja, wel als vrijwilliger. Als gratis arbeider kon hij overal terecht. Toen bleken het cv en de werkervaring ineens níet meer belangrijk te zijn. Maar zodra hij een betaalde baan wilde hebben, had men ineens duizend redenen om hem niet aan te nemen. Na zoveel teleurstellingen had mijn vriend alle hoop opgegeven om ooit nog ergens betaald werk te vinden. Hij was zo ontmoedigd, gefrustreerd en zelfs getraumatiseerd dat hij het niet eens meer wilde proberen. We waren helemaal op onszelf aangewezen. We moesten ons op onze eigen manier zien te redden. Inmiddels hadden we een kindje gekregen, midden in de procedure over mijn verblijfsrecht dat misschien zou worden ingetrokken. We noemden ons zoontje Omari. Omdat mijn vriend inmiddels de Nederlandse nationaliteit had, was Omari vanaf zijn geboorte ook Nederlander. Omdat de gemeente Steenwijk ons bleef discrimineren en ook nog vanwege een paar privéomstandigheden, besloten we om te verhuizen naar Hoogeveen. Dat was de enige manier om met urgentie te vertrekken uit Steenwijk. In oktober 2011 verhuisde ik met mijn kinderen naar Hoogeveen. Mijn vriend verliet Nederland en ging in Engeland proberen om daar een toekomst voor ons op te bouwen. Daar woonden kennissen van hem die hem misschien zouden kunnen helpen. Mocht het zover komen dat de overheid mij en mijn kinderen terug zou gaan sturen, zo had hij bedacht, dan zou hij ons misschien naar Engeland kunnen laten overkomen. Geen verblijfsrecht meer Ik stond er weer helemaal alleen voor. In november 2011, een maand nadat ik was verhuisd, werd de Nederlandse nationaliteit en het verblijfsrecht van mij en mijn twee oudste kinderen ingetrokken. Zelfs Nederlander zijn bood ons blijkbaar niet de zekerheid om in Nederland te kunnen blijven leven. De overheid maakte ons illegaal. Ik had met een andere naam verblijfsrecht en de Nederlandse nationaliteit gekregen. Maar ik was de persoon met die andere naam nooit geweest. Daarom had ik er achteraf gezien ook geen recht op om hier te zijn. Dat was het argument dat de overheid tegen me inzette. Wat moest ik nu doen? Zonder verblijfsrecht had ik geen inkomsten. Zonder inkomsten had ik geen plek om te wonen. Ik moest zelf proberen uit te zoeken hoe ik me moest zien te redden. Net nadat ik een nieuwe woning had gekregen en een nieuw leven in een andere stad wilde beginnen, stortte alles in elkaar. Mijn zoon Alen, inmiddels veertien jaar oud, was verplicht om naar school te gaan, hoewel we geen verblijfsrecht meer hadden. Ik heb onze situatie voorgelegd aan de leiding van de school. Gelukkig bleek mijn zoon naar school te kunnen blijven gaan. De school betaalde alles voor me. Daar was ik hen zo dankbaar voor. Maar ik wist wel dat we niet lang meer in onze nieuwe woning konden blijven. Ik kon de huur niet langer meer opbrengen. Elke dag leefden we in angst. De vreemdelingenpolitie kon ons elk moment komen ophalen. Ik moest zorgen dat er brood op tafel kwam, maar hoe moest ik dat betalen? En ik moest zorgen dat we een nieuw dak boven ons hoofd zouden hebben, als we uit onze woning weg moesten. Ik was zo wanhopig. Toen werd ik opgeroepen om me te melden bij het politiebureau voor een gesprek met de vreemdelingenpolitie. Mijn dochter Anela woonde toen al een tijdje niet meer bij mij. Ze was het huis al uit en woonde inmiddels in Leeuwarden. Bij haar was alles al stopgezet, nadat ze illegaal was gemaakt. Ze moest haar school verlaten en kreeg ontslag bij haar werkgever. En achterstallig loon werd niet meer aan haar uitbetaald, omdat ze niet meer in het systeem zat, zoals dat werd genoemd. Mijn dochter was nog maar vier jaar, toen ze hier met haar moeder en vader aankwam. Ze wist nergens van en had er 11/23

13 niets mee te maken dat haar ouders hadden gelogen over hun naam. Ze was hier opgegroeid en voelde zich meer Nederlands dan Bosnisch. En nu werd ze maatschappelijk uitgesloten en uitgestoten. Ook mijn twee oudste kinderen waren opgeroepen voor het gesprek bij de vreemdelingenpolitie. Mijn jongste zoon Omari niet, want hij had de Nederlandse nationaliteit verkregen via mijn nieuwe partner. Toch nam ik hem ook maar mee. Niemand om ons heen vroeg hoe wij rond konden komen. Niemand leek zich zorgen te maken over ons. Er was geen familielid dat te hulp kon schieten. We moesten naar het hol van de leeuw. Toen we bij het politiebureau aankwamen, zag ik op de parkeerplaats een luxueuze limo met veel bling bling staan. Ik zei tegen mijn kinderen: Je zult zien dat die auto van de vreemdelingenpolitie is. En ik bleek nog gelijk te hebben ook. Meneer de vreemdelingenpolitie had tijdens zijn vakantie lekker kunnen uitrusten en had door het zonnebaden een mooi kleurtje gekregen. Ik koesterde geen persoonlijke haat tegen hem, maar het deed toch pijn van binnen. We waren zo uitgeput en afgeleefd. Terugkeren? Het gesprek begon. De politieman wilde niet dat ik, de moeder, antwoord gaf op zijn vragen. Hij wilde van de kinderen horen hoe ze dachten over terugkeer. Mijn dochter begon te huilen. Hoe kunt u mij dit vragen? Ik voel me niet eens Bosnisch!, antwoordde ze. Ik ben hier al bijna mijn hele leven. Ik ben hier op school geweest, de basisschool en het voortgezet onderwijs. Ik ben op mezelf gaan wonen en begonnen met een nieuwe opleiding. In wat voor land leven we?! Tja, zei hij, Dat kun je aan je moeder vragen. Je moeder heeft die fout gemaakt. Hij probeerde met een verdeel-enheerspolitiek te stoken tussen ons. Gelukkig kent mijn dochter me goed. Ze weet hoe ik ben en houdt onvoorwaardelijk van me. Maar wat zou er gebeuren als dat anders zou zijn? Haar toekomst was verpest. Ik kon mijn oren niet geloven, toen ik de politieman mijn kinderen hoorde aanspreken. En jij, Alen, zeg eens, wat denk jij daarover? Alen is een meelopertje van zijn zus, dus hij gaf hetzelfde antwoord. En jij, Omari, jij hebt een Nederlands paspoort, hè? Zo begon hij tegen een kind van nog geen vijf jaar! Ik zei tegen hem: Verwacht je nu ook echt dat Omari met jou in gesprek gaat? Grrrrr. En toen kreeg ik te horen dat we uitgezet zouden gaan worden. Wat denkt u daarover? Wat kun je daarover denken? Ik leefde toen al zeventien jaar in Nederland, werkte, had met vallen en opstaan een bestaan opgebouwd. Ik was vierentwintig jaar toen ik hier aankwam. In Bosnië had ik helemaal niets meer. Mijn stiefvader was dood. Mijn moeder woonde in een huis van anderen en had geen vaste verblijfplaats. Ik had niemand anders, behalve mijn moeder en mijn zus. Na de oorlog hadden ze het heel moeilijk. Ik was het die hen zou moeten steunen, in plaats van andersom. Ik kon niet van hen verwachten dat zij me zouden kunnen opvangen en mij en mijn kinderen steeds te eten zouden kunnen geven. Waar moesten we naartoe? Ik ben een vreemdeling hier en een vreemdeling daar. Maar meneer de vreemdelingenpolitie vertelde me dat ik toch terug zou moeten keren. Als ik geen geld had, dan zou ik de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) kunnen inschakelen, zo legde hij uit. Anders zouden ze me ook terugsturen, maar dan zonder geld. Meewerken om onszelf uitgezet te krijgen was misschien een optie voor mij. Aldus de zonnebadende politiemeneer. Het eerste gesprek zat erop. Het was duidelijk dat ik niet wilde terugkeren. Er werd tegen me gezegd: Zolang je meewerkt aan je terugkeer, is er geen probleem. Maar als je niet komt op de volgende afspraak of als je niet wilt meewerken, dan word je meteen opgehaald en naar een uitzetcentrum gebracht. Misschien is dat ook een optie. Dan heb je daar eten voor je kinderen. Ik kreeg dus twee onmogelijke opties voorgeschoteld. Ik moest kiezen uit twee kwaden. Ik zei: Nee, dank u. Ik red me wel. Maar de waarheid was: ik red het niet, maar ik wil niet terug en ik wil niet met mijn kinderen worden opgesloten. Ik vroeg hem nog: Kunt u mij één ding uitleggen, meneer? Waarom worden mijn kinderen gestraft? Tja, zei hij, Zo gaat dat hier. Ik zei: Hoe bedoelt u? Als een moeder of vader iemand vermoordt, dan hoeven hun kinderen toch ook niet 12/23

14 de gevangenis in? Wat heb ik dan voor ergs gedaan, behalve een leugen vertellen om een menswaardig bestaan op te kunnen bouwen? Maar dat is iets heel anders zei hij. Ik dacht: laat ook maar zitten. Zoek geen begrip bij die mensen. Ze zijn ervoor opgeleid. Hoe meer mensen ze terugsturen, hoe hogere bonussen ze ervoor krijgen. Dus geen wonder dat hij in zo n auto rijdt. Koffers inpakken Na dat gesprek kon ik verwachten dat we zouden worden opgehaald door de vreemdelingenpolitie. Een goede vriendin van me uit Meppel bood hulp aan, zodat we niet de straat op hoefden. We mochten zo lang als nodig was bij haar intrekken. Omdat ze zelf een uitkering had, is ze nagegaan of ze me mocht helpen met een plek om te wonen. Dat was toegestaan omdat ik helemaal geen inkomsten had. Ter voorbereiding van het vertrek moest ik alles inpakken. Alles dat ik in zeventien jaar had opgebouwd, moest ik achterlaten. Met twee koffertjes gingen we naar mijn vriendin toe. Ondertussen had ik een afspraak gemaakt met de DTV, om na te gaan wat ze me konden bieden. Tijdens het gesprek werd me uitgelegd dat ik eerst een aanvraag voor geld moest indienen. Pas daarna zouden ze me duidelijk kunnen maken hoeveel ik zou krijgen als ik zou terugkeren. Natuurlijk wilde ik dat niet, maar ik wilde er ook niet op wachten tot ze ons over de grens zouden hebben gezet, zonder een cent op zak. Daar krijg je het echt benauwd van. Ik moest naar Zwolle gaan om een aanvraag in te dienen, maar dat was nog niet officieel. Ik moest eerst horen hoeveel geld ik zou krijgen, en dan kon ik alsnog aangeven of ik zou doorgaan met onze terugkeer. Ik deed alles zoals ze hadden voorgeschreven en kreeg als antwoord dat ik en mijn kinderen vliegtickets zouden krijgen en daar bovenop nog een schamele driehonderdzesentachtig euro. Voor ons allemaal! Wat moet je daar dan nog op zeggen? Ongelooflijk! Natuurlijk heb ik er niet mee ingestemd. Maar hoe moest het nu verder? Mijn vriendin had het al heel moeilijk. Ze had zelf een man en twee kinderen. Het gezin leefde van een uitkering. We konden niet lang bij haar blijven. Ik liet de man van de vreemdelingenpolitie weten dat ik niet akkoord ging met het voorstel van de DTV. Een andere afspraak zou volgen. Hij zou bij mijn vriendin komen om me te bezoeken en het gesprek te vervolgen. Toen hij kwam, vroeg hij: En waarom wil je niet terug? Opnieuw somde ik alle redenen op die ik al eerder had genoemd. Nou, dan moet je maar naar het uitzetcentrum. Hoe bedoelt u? Wat houdt dat in? Ik kreeg te horen dat ik zou worden opgehaald door de vreemdelingenpolitie van bureau Meppel en daarna naar een plek in Den Helder zou worden gebracht. Dat was vroeger een asielzoekerscentrum, maar nu was het een vrijheidsbeperkende gezinslocatie geworden voor vluchtelingen die de overheid wil gaan uitzetten. De vluchtelingen daar leven onder een semi-gevangenisachtig regime en mogen niet buiten Den Helder komen, anders kunnen ze worden opgepakt. En ze hebben een meldplicht. Ik keek hem aan. Dus ook mijn Nederlandse kindje moet mee om opgesloten te worden? Hij: Ja, natuurlijk, of naar Jeugdzorg, als u dat niet wilt. Maar mijn kind naar Jeugdzorg brengen was wel het laatste dat ik zou willen doen. Mijn vriendin was de hele tijd bij het gesprek aanwezig. Ik vertrouwde het namelijk niet. Hij kwam met een nieuw voorstel: En als ik je nu twintigduizend euro zou geven, zou je er dan wel mee instemmen om terug te keren? Ik dacht: wat is dit? Ik keek hem aan en vroeg hem indringend: En als ik jou nu eens twintigduizend euro zou geven en je zou met niets extra s een nieuw leven moeten beginnen in Bosnië? Zou je het doen? Ik kon niet langer meer mijn mond houden: Je moet je schamen voor het werk dat jij doet, voor wat je aan het doen bent met de levens van mensen! Ik hoop dat je nog lekker kan slapen! Toen is hij weggegaan. Machteloos Nu wist ik het. Ik moest op 22 mei 2012 naar het politiebureau in Meppel gaan, met al mijn koffers 13/23

15 en mijn drie kinderen. Dan zou ik daar worden opgehaald. We hadden geen auto, mijn vriendin ook niet, dus het zou lang lopen zijn tot aan het politiebureau. Mijn wereld stortte helemaal in elkaar. Ik kreeg het zwaar met mijn schuldgevoelens tegenover mijn kinderen. Onvoorstelbaar dat zo n leugen je hele leven overhoop kan halen. Ik kon het niet geloven. Ik ben niet crimineel. Ik ben geen gevaar voor de maatschappij. Waarom word ik dan zo behandeld? Het antwoord daarop heb ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet. Een kennis van me, een Nederlandse man, bood aan om ons die dag naar de politie te brengen. Daarvoor had ik al contact gezocht met de gezinslocatie in Den Helder om inzicht te krijgen in wat me te wachten zou staan. Om te vragen of ik bepaalde spullen moest meenemen. Nee, kreeg ik te horen. Als ik dan denk aan mijn ex, met wie het allemaal is begonnen De ellende die we hebben ondervonden, is het meest zijn schuld. Hij leeft inmiddels al jaren met een andere vrouw en kijkt niet om naar zijn kinderen. Hij heeft helemaal niets gedaan om ons te helpen. Hij zat thuis en ging op vakantie. Wij gingen naar een uitzetcentrum. Hij merkte niets van al die ellende. Zijn nieuwe vrouw had wel een goede financiële situatie. Ze werkten allebei, waardoor ze ook een goede advocaat konden betalen. Als je geen geld hebt, dan kunnen ze met je doen wat ze willen. Hij is op geen enkele manier gestraft. Niet voor de mishandelingen, niet voor de leugens. Alles was ingepakt. Onze goede vrienden en kennissen wilden er allemaal bij zijn. Niemand kon geloven dat dit aan het gebeuren was. Het was een enorm sombere dag, met veel tranen. De Nederlandse kennis van me bracht ons met de auto naar het politiebureau en ging samen met mij mee naar binnen. Hij zei tegen de politie dat hij zich schaamde dat hij een Nederlander was. En hij vond het schandalig wat de overheid mij en mijn kinderen aandeed. Ik stond machteloos toe te kijken. Dat ik dit moest meemaken, was tot daar aan toe. Maar mijn hart brak toen ik naar mijn kinderen keek. We stonden te wachten op wie ons zou komen ophalen. We waren allemaal aan het huilen. Niemand leek te kunnen tegenhouden wat er stond te gebeuren. We wachtten af, terwijl we niet wisten wat er ging komen. Toen verscheen er een bus. Je kon niet naar binnen kijken. Alle ramen waren zwart. Toen ze de bus openden, zagen we ijzeren stoelen. Het was echt een gevangenisvoertuig! Naar het uitzetcentrum Alles binnen in me was aan het schreeuwen, maar toch bleef ik uiterlijk rustig. Voor mijn kinderen. De ruimte binnen was met glas afgeschermd van de bestuurderscabine. Niet alleen ik, maar ook mijn kinderen moesten in de stoelen gaan zitten. We werden vastgezet met een veiligheidsgordel. Ook mijn jongste kind van drie jaar. Dat vond ik nog wel het ergste. Ik kan niet beschrijven, nog met geen duizend woorden, wat er door mij heenging. Wij leefden al zo lang in dit land. We hadden altijd de regels opgevolgd en nooit iets misdaan. En nu werden we behandeld als gevangenen. Ik probeerde ondanks alles grapjes te maken. Ik zei: Weet je, we moeten dit beschouwen als vakantie. Den Helder heeft een zee en een strand en we komen daar op het goede moment. Ik deed er alles aan om hen gerust te stellen, maar zelf ging ik helemaal kapot van binnen. De rit van Meppel naar Den Helder zou wel even duren. Als we iets nodig hadden, zo hadden de bestuurders ons verteld, dan konden we met hen praten via de intercom. Leuk is anders De Nederlandse kennis reed achter de bus aan. We hadden nog een paar koffers over die de bestuurders niet mee wilden nemen in de bus. Hij had gelijk aangeboden om ze in zijn eigen auto in te laden en ons te volgen. Onderweg zagen de kinderen de zee, die ze lang hadden moeten missen in verband met mijn gevecht voor verblijf. We konden al jaren nergens naartoe gaan. Vakanties en uitjes hadden we al lang achter ons gelaten, want onze financiële situatie liet dat niet toe. Al die onzekerheid! Wat zou er nu gaan gebeuren? Wat nu als ze mij echt terug zouden sturen? Waar moest ik naartoe? Duizend vragen waarop ik geen antwoord had. 14/23

16 Toen we in Den Helder aankwamen, moesten we eerst melden dat we waren aangekomen. Een COAmedewerkster ging met ons mee om ons de plek te laten zien waar we moesten verblijven. De mensen die ik daar zag lopen, die eerste dag, beangstigden me. Ze waren zo levenloos, zo moedeloos. Je kon het verdriet en de wanhoop in hun ogen zien. Er waren ook zoveel kinderen. Ik kon niet geloven dat dit mogelijk was. Mijn hart brak, mijn emoties namen met mij de loop. Ik wist niet wat me overkwam. Barakken Woonkazernes van uitzetcentrum Den Helder Het uitzetcentrum leek wel op een plek voor soldaten, een soort barakken. We kwamen een heel donkere gang binnen. Daar verbleven tien families: vijf aan de ene kant en vijf aan de andere kant. De COA-medewerkster bracht ons naar onze kamer. Ze deed die open, en daar stonden we dan. Een kamer met twee ramen die niet open gingen, alleen op een kiertje. Twee stapelbedden van ijzer, vier kasten van ijzer, een tafel en vier stoelen. Ook een tafelmodel koelkast en een piepkleine tv. Ik zou haast zeggen: je moest een vergrootglas hebben als je wat wilde zien op het beeldscherm. Er waren daar vluchtelingen uit alle delen van de wereld: Afghanistan, Armenië, Rusland, Irak, Iran, enzovoorts. Twee COA-medewerkers wezen ons op de meldplicht en op het verbod om Den Helder uit te gaan. Beschouw dit maar als je huis en maak er het beste van, zeiden ze. Omdat ik naar de vieze muren keek, merkten ze nog op: Als je wilt, dan mag je die wel schilderen. We zouden nog dekens en kussens krijgen, en voor de rest moest je het zelf maar uitzoeken. Er was een keuken, een badkamer en een wc. Ik heb de eerste dag in Den Helder mijn advocaat gebeld om door te geven dat we in bewaring zaten. Hij wist er niets van. Hij zei: Dat kan niet. Ze moeten het mij eerst laten weten. Ik zei: Je hoort me toch? Ik zit erin, met al mijn kinderen. Zo ben ik erachter gekomen dat dit het werk was van de vreemdelingenpolitie. Liever gezegd: ze speelden een vies spelletje door ons op te halen zonder dat aan mijn advocaat te laten weten. Dode muggen Mijn dochter had het bijzonder zwaar. Ze had een vaste vriend met wie ze al vijf jaar een relatie had. Ze had hem moeten achterlaten. Het was voor haar één grote tragedie. Toen ze al die vluchtelingen zag, was ze helemaal overstuur. Als ik haar iets vroeg, dan had ze het over hun, die asielzoekers. Ik vroeg haar: Waarom denk je dat wij beter zijn dan hen?, omdat ik iets negatiefs in haar stem hoorde, toen ze het had over asielzoekers. Alsof het verkeerde mensen waren. Maar ja, ze is hier opgegroeid. Ze pikt zulke dingen op van anderen. Ze neemt over hoe anderen over vluchtelingen mensen denken. Ook al was het onze eerste dag, ingrijpend en vol emoties, toch heb ik daarover 15/23

17 meteen een gesprek gevoerd met haar. De volgende stap was om te gaan kijken in de keuken. Ik had nog nooit zoiets vies gezien in mijn leven! Er waren twee plekken waar je kon koken, maar de tegels boven de kookplek zaten volgeplakt met dode muggen. En overal zat vet. Ik kon me niet voorstellen dat ik daar een maaltijd zou moeten klaarmaken. De vriend van mijn dochter en de Nederlandse kennis hadden harde borstels en twee flessen Glorix, en zijn toen alles goed gaan schoonpoetsen. Als ze dat niet hadden gedaan, dan zou ik niet hebben geweten of ik daar was blijven staan om te koken. Al die dode muggen, bah. Maar gelukkig kreeg ik hulp en maakten ze het blinkend schoon voor ons. Ook de douche en de wc, want daar voelde je je echt vies. Ondertussen was het tijd om te eten. Voordat we op weg gingen, had ik telefonisch aan de COAmedewerkster gevraagd of ik wat extra s moest meenemen, behalve mijn koffers. Nee, dat hoefde niet, zo kreeg ik te horen. Nu wilden we koken en eten, maar waar was de pan? Waar was het bestek? Waar waren de glazen? Dat ging ik aan het COA-personeel vragen. Dat moet je zelf kopen, kreeg als antwoord. Wát?! De COA-medewerkster wist dat ik al zeventien jaar in Nederland woonde. Ze wist dat ik mijn huis had moeten verlaten. Ze wist dat ik uit het huis van een vriendin vandaan kwam. Waarom had ze niet duidelijk gemaakt dat ik ook keukenspullen moest meenemen? Ik was zonder een cent aangekomen. Ik had van november 2011 tot en met mei 2012 zonder inkomsten moeten overleven. In mijn huis had ik allerlei spullen staan. Ook mijn vriendin had mij spullen kunnen meegeven. Nu stond ik daar, en zeiden ze dat ik het zelf maar moest zien te regelen. Het was niet hun probleem. Ik was zo boos. Waar waren ze mee bezig? Gelukkig bood de kennis van me aan dat hij wel naar Action wilde gaan om alles te kopen wat we nodig hadden. Dat was heel lief, maar ik kende die man nauwelijks. Nu moest hij spullen voor mij gaan kopen. Het voelde wel raar, maar ik had geen andere keuze. Hij was echt onze redder in nood. Dat vergeet ik nooit. Ik zal hem mijn hele leven dankbaar blijven. Maar het had niet nodig hoeven te zijn. Kapotmaken Met het gedoe over de keukenspullen begon het. Het was duidelijk de bedoeling van het COA dat men het verblijf zo moeilijk mogelijk wilde maken, in de hoop dat de vluchtelingen uiteindelijk zouden verzuchten: Weet je wat? Ik ga maar terug naar mijn eigen land. In de kamer aan de overkant van onze kamer verbleven een man en vrouw uit Armenië, met hun pasgeboren baby. Ik vond het zo zielig dat zo n klein kind dat net op de wereld is gekomen op die manier moest leven. Hun kamer was hetzelfde als die van ons. Ze waren heel arm. Hun ogen stonden vol tranen, vooral van de vrouw, die na de bevalling veel last had van rugpijn. Ik had hen nog maar net leren kennen en ze stond al te huilen voor mijn deur en haar verhaal te vertellen. Ze werden geestelijk kapotgemaakt. Elke woensdag moesten ze in gesprek gaan met DTV-ambtenaren, die hen steeds bedreigden met detentie in Rotterdam. Ze zouden worden opgehaald en gevangengezet, als ze niet wilden meewerken aan hun uitzetting, zo kregen ze te horen. En dat terwijl hun procedure nog aan het lopen was. Op verzoek van de vrouw heb ik hun advocaat gebeld om door te geven wat de DTV tegen hen had gezegd. De advocaat vroeg me om hen gerust te stellen. Ze mochten niet opgesloten worden. Maar toch zaaiden de uitzettingsambtenaren voortdurend angst, waar de vluchtelingen dagelijks onder gebukt gingen. In onze gang verbleef ook een Afrikaanse jongeman. Zodra ik hem zag, wist ik dat er iets niet klopte. Vanaf de eerste dag dat ik daar was, stond hij in dezelfde positie bij de wasbak in de keuken. Soms stond hij daar uren met gebogen hoofd zijn handen te wassen. Zijn tranen vielen in de wasbak. Ik had nog nooit zoiets meegemaakt. Toevallig was het die dag zijn beurt om de openbare ruimte schoon te maken. Als de vluchtelingen dat niet doen, worden ze gestraft en krijgen ze van het COA 16/23

18 geen leefgeld. Toen zag ik een paar COA-medewerkers op zijn deur bonken. Ik kan niet zeggen kloppen. Ik ging kijken wat er aan de hand was en vroeg hen: Is er iets? Ze zeiden: Ja. Hij heeft vandaag niet schoongemaakt. Ik zei: Ja, maar die jongen voelt zich echt niet goed. Ik zag hem net staan huilen daar, bijna twee uur lang, en alleen maar zijn handen wassen. Hij heeft vast heel veel meegemaakt. Het antwoord daarop was heel erg kil: Ja hoor, dat zal wel, dat is niet ons probleem. Hij moet schoonmaken. Ik was echt stomverbaasd. Wat is dit? Ik kon het geen plek geven. Onze eerste dag was erg moeilijk. Vol stress en tranen. Voor mezelf maakte ik me niet zo n zorgen. Maar toen ik al die kinderen zag en een paar verhalen hoorde, ging ik helemaal kapot. Ik werd heel emotioneel toen ik zag wat ze daar met vluchtelingen deden. Een van hen vertelde me dat hij al twaalf jaar in asielzoekerscentra verbleef. Een andere vluchteling zes jaar. Een jongetje van acht jaar kwam bij me en zei: Mijn moeder is nu blij omdat ze heeft gehoord dat ze kinderen niet terug mogen sturen totdat ze achttien jaar zijn geworden. Dus we mogen blijven. Hij stond daar met dat lachende gezicht. Mijn broertje is nog kleiner dan ik, hij is nu twee jaar. Hij was dolgelukkig dat ze nog zestien jaar mochten blijven, totdat het broertje achttien jaar zou zijn geworden. Toen dacht ik: ze zijn blij dat ze mogen blijven, hoewel ze al vijf jaar in een asielzoekerscentrum zitten. Wat is de toekomst van die kinderen? Sigaret In de dagen erna kreeg ik verwijten van mijn dochter. Ze begon alles op mij af te reageren. Het zou uiteindelijk mijn schuld, mijn fout zijn. Maar ik wilde nu mijn dochter niet kwijt. Felle discussies, dikke tranen, boosheid. Ik was er teleurgesteld over dat ze zich tegen haar moeder had laten opstoken door de vreemdelingenpolitie. Ik had het gevoel dat ik haar zou verliezen, terwijl ik het niet zou kunnen overleven als ze me zou verlaten. Op dat moment liep mijn dochter naar buiten. Ze liet de deur open. Ik rook al twintig jaar. Ik wist dat het COA-personeel had verboden om in onze kamers te roken, maar door de opgelopen stress had ik er niet aan gedacht. Het is voor mij een automatisme, vooral in stressvolle situaties, om een sigaret te pakken. Ik stak hem aan toen net een medewerkster langs kwam lopen. Ze zag me met die sigaret. Ik vergeet nooit hoe ze terugliep en met die wijsvinger tegen mij gericht een hoge stem opzette, alsof ik haar kind was: Nee nee nee, dát ga je niet doen! Ik was nog overstuur na het conflict met mijn dochter. Daarom vroeg ik haar op een normale manier of ze even weg wilde gaan: Nu niet, alstublieft. Maar ze ging met die vinger tegen mijn hoofd zwaaien. En ze wilde dat ik opstond. Daarop trapte ik met de volle kracht van mijn voet hard de deur dicht. Haar vinger kwam er bijna tussen. Op dat moment dacht ik: wat nu? Wat als ik nu problemen krijg? Maar mijn reactie was toch menselijk, gezien mijn situatie? Fouten maken we allemaal. Anderen kunnen ook een beetje begrip opbrengen en beseffen dat het voor ons vluchtelingen niet gemakkelijk is op zo n plek. Maar nee, ze moest me zo nodig terechtwijzen met haar vinger. Tien minuten later stond ik buiten. De andere COA-medewerkers kwamen mijn kant op. Ik dacht: okee, daar gaan we. Hoi Sanela, we hoorden net wat er is voorgevallen. Ik vertelde mijn kant van het verhaal. Dat ik een sigaretje had opgestoken. Is dat een probleem, mensen? Ik had ruzie met mijn dochter, ik had stress. Maar ik laat me ondanks alles niet als een hond behandelen. Dus bij deze wil ik een klacht indienen. Oh. Ik begrijp het. Is goed. We brengen u zo papieren waarmee u een klacht kunt indienen. Het was dezelfde man die over die Afrikaanse jongen had opgemerkt: Dat zal wel. Ik vroeg hem ook nog: Waarom zijn jullie zo onmenselijk? Hoe bedoel je, Sanela? Ik zei: Hoe bedoel ik? Kijk nou eens naar mij. Ik ben alles kwijtgeraakt. Na zeventien jaar zit ik hier, met een Nederlands kind. Wat denk je wat dat doet met mij? Heeft een van jullie medewerkers aan ons gevraagd hoe het met ons gaat? Nee! Punt! Kijk, deze jonge Afrikaan zou hulp moeten krijgen. Een blinde zou dat kunnen zien. En wat doen jullie helemaal? Niks! Toen begonnen ze zoete broodjes te 17/23

19 bakken We begrijpen je, dit en dat. Stomme smoesjes zoals ik altijd al had moeten aanhoren, tijdens rechtszittingen, bij de vreemdelingenpolitie, overal. Ja ja, ze doen alleen maar hun werk! Alles draait om wetten, regels, bonussen, maar het gaat wel over mensen. Ik was in hun ogen alleen maar een extra en wat lastiger pakketje dat moest worden afgeleverd. Speciaal onderwijs In die tijd leerde ik een heel fijne Armeense familie kennen. De vrouw was in verwachting. Ze hadden een zoontje van acht jaar. Hij had het syndroom van Down en gezondheidsproblemen als epilepsie. Daardoor kon hij niet spelen zoals de andere kinderen. Hij werd door hen buitengesloten. Ik vond het vreselijk om te horen dat de familie ook al jaren in asielzoekerscentra was weggestopt. De broer van de vrouw leefde ook in Nederland. Hij was twintig jaar en moest met speciaal schoeisel lopen. Toen ik daarover met de vrouw sprak, ging ze huilen en zei ze: Mijn broer is uitgeprocedeerd. Hij heeft geen cent op zak en slaapt nu ergens onder een brug, in Utrecht. Overal was het koud. Het regende hard en het onweerde. Ze maakte zich zorgen. Hij had geen dekens, geen eten, niets! Ze had gevraagd of hij bij hen zou mogen logeren, maar dat stond het COA niet toe. Elke dag zouden zijn voeten verzorgd moeten worden. Anders kon hij een infectie oplopen en zijn voeten kwijtraken! Verschrikkelijk! Wat voor mensen zijn dat die zieken de straat opsturen? Is dat humaan?! Ik bouwde in de loop der tijd een heel goed contact op met de vrouw. Ik was gek op haar zieke zoontje en heb mijn eigen zoon leren spelen met hem. Hij was bijna altijd bij ons en mijn kleinste kind werd zijn beste vriendje. Mijn betrokkenheid bij de moeder kwam vooral voort uit de zorgen die ik had over haar zoontje, die samen met zijn ouders in bewaring zat, terwijl zijn moeder ook nog eens hoogzwanger was. De baby die op komst was, leverde weer veel extra zorgtaken op, terwijl de zoon al zoveel zorg nodig had. Hoe moest dat gaan in dat kleine kamertje? Het jongetje moest naar speciaal onderwijs. Het COA-personeel had de ouders beloofd dat ze vervoer zouden regelen waarmee hij naar school gebracht zou worden en weer zou worden opgehaald. Elke week vroegen de ouders wanneer dat vervoer zou gaan beginnen. Steeds kwam het COA met andere smoesjes. De vader van het jongetje moest bijna vijftien kilometer door weer en wind fietsen om zijn zoontje naar school te brengen. Natuurlijk werd het kind zwaar ziek. Hij kreeg een longontsteking. Toen ging ik een keer met de moeder mee om bij het COA te klagen over het uitblijven van vervoer. Ze kenden me daar immers al goed Ik dreigde met het indienen van een klacht en liet weten hoe harteloos ze waren. Schamen jullie je niet?, zei ik. Twee dagen later werd het vervoer toegekend. Bijna dagelijks hoorde ik mannen schreeuwen, in hun eigen kamers. En ook vrouwen. Omdat ik zelf ben mishandeld, had ik elke keer het gevoel dat de vrouwen werden mishandeld door hun mannen, maar nee. De stress werd hen teveel. Er lopen in dit soort centra veel depressieve vluchtelingen rond. Vind je het gek? Ze leven het leven van dieren in een dierentuin, maar die hebben het beter daar dan de mensen hier! Geen tolken 18/23

20 Ik wil hier weg! Op een dag werd Omari ziek. Hij kreeg rare plekjes op zijn huid. Ik ging meteen naar de dokter. Die had een kleine wachtruimte met acht stoelen waar veertien vluchtelingen aan het wachten waren. Je moest uit een apparaat een nummer trekken en daarna op je beurt wachten. Bij de balie stonden mensen die geen enkel woord Nederlands konden spreken. Ik zag dat ze een verwijsbrief naar het ziekenhuis kregen. Hen werd uitgelegd dat ze daar naartoe moesten. Maar ze begrepen het niet. Ze zagen alleen dat papier dat hen niets zei. En zo bleven de medewerkers daar maar staan praten met de vluchtelingen, zonder tolk, met elke patiënt tien tot dertig minuten. En ze werkten daar maar twee uur. Als je de dokter moest hebben, dan moest je s morgens eerst een afspraak komen maken en dan kon je pas s middags of de volgende dag de dokter bezoeken. Ik dacht: ja maar, ik heb hulp nodig. Ja sorry, dat is hoe het hier gaat, kreeg ik te horen. Ik zag een Afrikaanse vrouw die na mij kwam. Het was vrijdag. Haar drie kinderen hadden hoge koorts, ze waren erg ziek. Maar ze werd teruggestuurd met een afspraak voor maandag. Ik was ook boos nadat ik weer buiten stond met een ziek kind. Ik zag de vrouw in tranen buiten lopen. Ze zei: Ze zijn al drie weken zo ziek, en ze willen me niets geven. Het deed me pijn. Niemand kon die mensen beschermen. Ik vond het erg voor mijn zoon, maar ook voor al die anderen. s Middags ging ik terug naar de dokter. Weer hetzelfde probleem. Dat lange wachten. En waarom? Omdat mensen het niet begrijpen en het hen toch in het Nederlands werd uitgelegd. Ja, natuurlijk blijf je dan een half uur bezig met één gezin. En dan heb ik het alleen nog maar over de taalproblemen die zich bij de balie voordeden. Ik werd boos en sprak een medewerkster aan: Je kunt hen wel tienduizend keer hetzelfde vertellen, maar dat verandert niets. Ze begrijpen je niet, mens! Zoek een tolk! Ja mevrouw, maar we hebben geen personeel. Het is heel moeilijk. Je moet gaan zitten, anders roep ik de beveiliging. Ik had alleen maar een tip gegeven. Ik keek haar aan en zei: Als u dat wilt doen, dan moet u dat maar 19/23

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd. Voorwoord In dit boek staan interviews van nieuwkomers over hun leven in Nederland. Ik geef al twintig jaar les aan nieuwkomers. Al deze mensen hebben prachtige verhalen te vertellen. Dus wie moest ik

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen. Woensdag Ik denk dat ik gek word! Dat moet wel, want ik heb net gehoord dat mijn moeder kanker heeft. Niet zomaar een kankertje dat met een chemo of bestraling overgaat. Nee. Het zit door haar hele lijf.

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik. juni 2014 Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie Eerste nummer Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik. INHOUD juni 2014 Eten als een kind Op kamers

Nadere informatie

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1 Zwanger Ik was voor het eerst zwanger. Ik voelde het meteen. Het kon gewoon niet anders. Het waren nog maar een paar cellen in mijn buik. Toch voelde ik het. Deel 1 0-3 maanden zwanger Veel te vroeg kocht

Nadere informatie

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02 Papahoorjeme_bw.indd 2 05-05-11 15:02 Papahoorjeme_bw.indd 3 05-05-11 15:02 Voor Indigo en Nhimo Tamara Bos Papa, hoor je me? met tekeningen van Annemarie van Haeringen Leopold / Amsterdam De liefste

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Gedwongen opname met een IBS of RM * Gedwongen opname met een IBS of RM * Informatie voor cliënten Onderdeel van Arkin Inleiding In deze folder staat kort beschreven wat er gebeurt als u gedwongen wordt opgenomen. De folder bevat belangrijke

Nadere informatie

Leven in veiligheid. Artikel 1, Vluchtelingenverdrag van Genève, 1951

Leven in veiligheid. Artikel 1, Vluchtelingenverdrag van Genève, 1951 Leven in veiligheid Niemand laat zonder reden zijn familie, vrienden en bezittingen achter. Vluchtelingen kunnen niet anders. De situatie in hun eigen land is te gevaarlijk om er te blijven. Ze vluchten

Nadere informatie

Er was eens een heel groot bos. Met bomen en bloemen. En heel veel verschillende dieren. Aan de rand van dat bos woonde, in een grot, een draakje. Dat draakje had de mooiste grot van iedereen. Lekker vochtig

Nadere informatie

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost. Sherlock Holmes was een beroemde Engelse privédetective. Hij heeft niet echt bestaan. Maar de schrijver Arthur Conan Doyle kon zo goed schrijven, dat veel mensen dachten dat hij wél echt bestond. Sherlock

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON Bijbel voor Kinderen presenteert DE VERLOREN ZOON Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden zijn ouders hem, maar alle andere konijntjes noemden

Nadere informatie

Over schulden gesproken

Over schulden gesproken Over schulden gesproken Verhalen uit de praktijk Sandra van der Stege 8 Inleiding In Nederland zijn veel mensen met schulden. Ongeveer 1 op de 5 mensen heeft moeite om elke maand rond te komen. In de schulden

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

HET VERHAAL VAN KATRIN

HET VERHAAL VAN KATRIN HET VERHAAL VAN KATRIN Katrin begon heroïne te gebruiken toen ze ongeveer 12 was. In het begin deed ze dat nog af en toe. We hadden er niet genoeg geld voor. Door een ingrijpende gebeurtenis ging ze steeds

Nadere informatie

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005 rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005 Provided by Fanart Central. http://www.fanart-central.net/stories/user/fightgirl91/21803/rijm Chapter 1 - rijm 2 1 - rijm Gepaard

Nadere informatie

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco. 1 Het portiek Jacco ruikt het al. Zonder dat hij de voordeur opendoet, ruikt hij al dat er tegen de deur is gepist. Dat gebeurt nou altijd. Zijn buurjongen Junior staat elke avond in het portiek te plassen.

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen. Een klein gesprekje met God Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen. God lachte breed. Dat is waar!, zei God. Jij bent ook het licht.

Nadere informatie

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne 24-10-08 jaargang 3 nr. 7 http://zevensprong.org frankieweyns@hotmail.

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne 24-10-08 jaargang 3 nr. 7 http://zevensprong.org frankieweyns@hotmail. 't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne 24-10-08 jaargang 3 nr. 7 http://zevensprong.org frankieweyns@hotmail.com Het aapje en de sleutels Er was eens een man en die had de sleutels

Nadere informatie

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school. Een Berbers dorp Ik ben geboren en opgegroeid in het noorden van Marokko. In een buitenwijk van de stad Nador. Iedereen kent elkaar en altijd kun je bij de mensen binnenlopen. Als er feest is, viert het

Nadere informatie

Hillegom, De Hoeksteen 7 september 2014 Maurits de Ridder. Jesaja 56 : 1-7 Mattheus 15 : 21-28. Gemeente van Christus Jezus, onze Heer,

Hillegom, De Hoeksteen 7 september 2014 Maurits de Ridder. Jesaja 56 : 1-7 Mattheus 15 : 21-28. Gemeente van Christus Jezus, onze Heer, Hillegom, De Hoeksteen 7 september 2014 Maurits de Ridder Jesaja 56 : 1-7 Mattheus 15 : 21-28 Gemeente van Christus Jezus, onze Heer, "Nu even niet", was ooit de reclameslogan van een landelijk bekend

Nadere informatie

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018 We luisteren: - Veldhuis & Kemper is het mooi Is het constant een zooi Er is lief Er is leed Er is zuinig of breed Er is kort Er is lang Vrolijk en bang Er is hoop Er is stil Er is zang Er is langzaam

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN WAAROM DIT BOEKJE? Dit boekje gaat over seksuele intimidatie op het werk. Je hebt te maken met seksuele intimidatie als een collega je steeds aanraakt. Of steeds grapjes maakt over seks. Terwijl je dat

Nadere informatie

Maatschappelijk werk (alweer)

Maatschappelijk werk (alweer) Maatschappelijk werk (alweer) Na mijn tweede miskraam heb ik toch weer besloten om het er op te wagen naar maatschappelijk werk te gaan. Ik vond de stap echt wel heel zwaar, want ik hou er niet zo van.

Nadere informatie

Bijlage 3: Interview cliënt

Bijlage 3: Interview cliënt Bijlage 3: Interview cliënt Zowel cliënt als een vader Hoeveel kinderen heb je? 3 kinderen. 1 zoontje en 2 dochters En hoeveel jaar zijn ze? Mijn dochters zijn 11 en 8 jaar. En mijn zoontje is 5 jaar.

Nadere informatie

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams) Jim Laura Jim Laura Jim wijn aan) Laura Hallo Laura (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel) Hoe voel je je nu? Beter? Ja. Ja, dankje. Dit is voor jou. Een beetje

Nadere informatie

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005 Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen uitgave 2005 Steeds meer kinderen stellen vragen aan de Kinderrechtswinkels over echtscheiding. Scheiden kan niet zomaar, je moet heel veel regels

Nadere informatie

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5 "Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5" Voor het eerst alleen Ik werd wakker in een kamer. Een witte kamer. Ik wist niet waar ik was, het was in ieder geval niet de Isolatieruimte. Ik keek om me

Nadere informatie

De pretoogjes van De Zonnestraal

De pretoogjes van De Zonnestraal De pretoogjes van De Zonnestraal "Ik draai d r niet om heen, je mag het best weten. De eerste keer dat ik hier aankwam, begin maart was dat, heb ik een portie staan janken, echt hartverscheurend gebruld.

Nadere informatie

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten. Lekker ding Pas op!, roept Anita. Achter je zitten de hersendoden! Ik kijk achterom. Achter ons zitten twee jongens en drie meisjes hun boterhammen te eten. Ze zijn gevaarlijk, zegt Anita. Ze schudt haar

Nadere informatie

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...

Nadere informatie

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24 Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24 Als je iets verkeerd doet, verdien je straf. Ja toch? Dat is eerlijk. Er is niemand die nooit iets

Nadere informatie

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar De afgelopen weken was het niet zo leuk bij Pim thuis. Zijn moeder lag de hele dag in bed. Ze stond niet meer op, deed geen boodschappen

Nadere informatie

Mijn mond zat vol aarde

Mijn mond zat vol aarde Mijn mond zat vol aarde Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum,

Nadere informatie

Een gelukkige huisvrouw

Een gelukkige huisvrouw Een gelukkige huisvrouw Voordat ik zwanger was, was ik een gelukkige huisvrouw, ik had alles wat ik wilde. En daarvoor hoefde ik geen dag te werken. Want werken, dat deed mijn man Harry al. Harry zat in

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Iris marrink Klas 3A.

Iris marrink Klas 3A. Iris marrink Klas 3A. 1 Inhoud. 1- Voorpagina 2- Inhoud, inleiding & mijn mening 3- Dag 1 4- Dag 2 5- Dag 3 6- Dag 4 7- Dag 5 Inleiding. Ik kreeg als opdracht om een dagverslag te maken over Polen. 15

Nadere informatie

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag. Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag. Onze vragen: 1. Wanneer bent u met uw schrijfcarrière begonnen? 8 jaar geleden ben ik begonnen met het schrijven.

Nadere informatie

Zondag 6 maart 2016, 10.00 uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

Zondag 6 maart 2016, 10.00 uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit Preek Zondag 6 maart 2016, 10.00 uur Jeugddienst Thema: @Home Voorganger: ds. Bert de Wit Schriftlezing: Lucas 15:11-32 Een vader had twee zonen zo begint het verhaal. Met de beschrijving van een gezin.

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 1 Je ouders zijn ook maar mensen 11 2 Eerst ruzies, nu ook nog de scheiding 21 3 Dit is niet eerlijk! 31 4 Wat cijfers ons leren 41 5 En toen veranderde mijn wereld 51 6 Bij wie

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

De vrouw van vroeger (Die Frau von früher)

De vrouw van vroeger (Die Frau von früher) Roland Schimmelpfennig De vrouw van vroeger (Die Frau von früher) Vertaling Tom Kleijn Personen FRANK, midden veertig CLAUDIA, zijn vrouw ROMY VOGTLÄNDER ANDI, zoon van Frank en Claudia TINA, Andi's vriendin

Nadere informatie

Eerste druk, september 2009 2009 Tiny Rutten

Eerste druk, september 2009 2009 Tiny Rutten Doortje Eerste druk, september 2009 2009 Tiny Rutten isbn: 978-90-484-0769-9 nur: 344 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgenomen

Nadere informatie

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 Beertje Anders Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 H. Vos Beertje Anders Wat zonlicht is voor bloemen, is een glimlach voor een beer. Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even

Nadere informatie

LES 6. Nu zie je Hem wel, nu zie je Hem niet.

LES 6. Nu zie je Hem wel, nu zie je Hem niet. LES Nu zie je Hem wel, Sabbat Doe Lees Lukas 4. 40 nu zie je Hem niet. Heb je weleens een moment gehad dat je het gevoel had dat God heel dicht bij je was? Misschien door een liedje, een bijbelvers, een

Nadere informatie

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen Openingstekst: (Door een ouder en kind) A. Zeg zou jij het licht aandoen? Je moet opschieten, want het is bijna tijd. Dadelijk

Nadere informatie

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet! Gevaarlijke liefde Gevaarlijke liefde In de pauze Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Als je verliefd wordt ben je in de wolken. Tegelijk voel je je

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

ALLES DUBBEL. Survivalgids. voor startende tweelingmama s. Denise Hilhorst

ALLES DUBBEL. Survivalgids. voor startende tweelingmama s. Denise Hilhorst Voorproefje ALLES DUBBEL Survivalgids voor startende tweelingmama s Denise Hilhorst Inhoud Dubbel van start 7 Dubbel ervaren 8 Dubbel zwanger 10 Dubbel voorbereiden 19 Dubbel bevallen 25 Dubbel voeden

Nadere informatie

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al Hoofdstuk 1 Echt? Saartjes mond viel open van verbazing. Maar dat is supergoed nieuws! Ze sloeg haar armen om haar vriendin heen. Waaah, helemaal te gek. We gaan naar Frankrijk. Zon, zee, strand, leuke

Nadere informatie

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser Kom erbij Kom erbij, want ik wil je iets vertellen, het is heel bijzonder, dus luister allemaal. Ik ken honderdduizend prachtige verhalen, maar dit is echt het mooiste van allemaal. Het gaat over twee

Nadere informatie

Almelo, 8 juli 2015. En dat is niet zo makkelijk voor iedereen want de meeste kinderen zijn gewend aan school, vrienden, azc, enz, enz.

Almelo, 8 juli 2015. En dat is niet zo makkelijk voor iedereen want de meeste kinderen zijn gewend aan school, vrienden, azc, enz, enz. Almelo, 8 juli 2015 Onderwerp: Moeilijk verhuizen! Beste heer/mevrouw Ik ben (...) Ik ben 14 jaar oud. Ik woon met mijn ouders en mijn 2 kleine broertjes in azc Almelo. In deze vakantie moeten er ongeveer

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 9. 1. Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15: 1-7 42

Inhoud. Woord vooraf 9. 1. Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15: 1-7 42 Inhoud Woord vooraf 9 1. Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15: 1-7 42 2. Papa, ik ben bang dat jij ook dood gaat 44 Overdenking over 1 Korintiërs 15: 35-49 78 3. Ik ben mijzelf niet meer

Nadere informatie

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk? 25 december 2015 1 e Kerstdag Sixtuskerk te Sexbierum Ds. A.J. (Anneke) Wouda Teksten: Hebr. 1:1-6 en Lucas 2: 15-21 Geliefden van God, gemeente van Christus, Kerstochtend 2015 U zit midden in een kerstviering,

Nadere informatie

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1 2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1! " #$% & #& '$' '& + ()" *% $, $ -% 1 H. Jagersma en M. Vervenne, Inleiding in het Oude Testament, Kampen, 1992. J. Bowker, Het verhaal

Nadere informatie

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief 1 Tessalonicenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Tessalonica 1 Dit is een brief van Paulus, Silvanus en Timoteüs, aan de christenen in de stad Tessalonica. Jullie horen bij God, de

Nadere informatie

Woorden en Beelden voor Kinderen

Woorden en Beelden voor Kinderen Woorden en Beelden voor Kinderen Mama en Aaron waren 1 jaar gelukkig samen toen ze een zoontje kregen, Nico. Toen Nico 1,5 jaar was besloten mama en Aaron om niet meer bij elkaar te blijven omdat ze veel

Nadere informatie

In de bijlage vind je de verhalen van Floris (16), Hiltje (13), Joshua (16) en Wietske (46). Ze komen uit het boekje Ik ben geliefd!

In de bijlage vind je de verhalen van Floris (16), Hiltje (13), Joshua (16) en Wietske (46). Ze komen uit het boekje Ik ben geliefd! Het kwaad Verdieping: Persoonlijke verhalen Leeftijd: 13-16 Thema: Tijdsduur: 20+ min. In de verdiepingsfase ga je met de jongeren in op hun persoonlijke verhalen Duur: 30 minuten Nodig: twee verhalen

Nadere informatie

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong Twee blauwe vinkjes Door: Lenneke Sprong Nog steeds maar een vinkje. Buiten begon de zon te schijnen, waardoor er schaduwen op de lichtblauwe muur ontstonden. Waarom ontvangt hij niet mijn berichtje vroeg

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het Maar het duurt maar heel even dat op de kop staan De wereld

Nadere informatie

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 LES 4 Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 De boodschap God hoort en verhoort onze gebeden voor elkaar. Leertekst: Terwijl Petrus onder zware bewaking zat

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Je mag stralen je mag huilen je mag dwalen je mag schuilen je mag vragen je mag dromen je mag klagen je mag komen Hij wacht op jou

Je mag stralen je mag huilen je mag dwalen je mag schuilen je mag vragen je mag dromen je mag klagen je mag komen Hij wacht op jou Je mag stralen je mag huilen je mag dwalen je mag schuilen je mag vragen je mag dromen je mag klagen je mag komen Hij wacht op jou Heb je naar aanleiding van dit dagboek vragen of opmerkingen? Mail me

Nadere informatie

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden, September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst Hallo mede dierenvrienden, Na mijn indrukwekkende reis naar India, is mij gevraagd om een kort verhaaltje

Nadere informatie

Mijn verhaal aan mijn zus

Mijn verhaal aan mijn zus Mijn verhaal aan mijn zus Dit is een verhaal dat zich afspeelt rond 1972 en dat ik al jaren geleden heb geschreven, bij wijze van verwerkingsproces. Ik heb alles naar waarheid opgeschreven, maar sommige

Nadere informatie

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16 Inhoud Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7 Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11 Activiteit 03: Acting out 16 Activiteit 04: Schuld 22 Activiteit 05: Angst 26 Activiteit 06: Verdriet

Nadere informatie

ANALYSIS van interviews met dak- en thuisloze jongeren NEDERLAND. Samenvatting van belangrijkste uitkomsten

ANALYSIS van interviews met dak- en thuisloze jongeren NEDERLAND. Samenvatting van belangrijkste uitkomsten ANALYSIS van interviews met dak- en thuisloze jongeren NEDERLAND 1. 17 interviews 2. Leeftijd van 16 tot 25 3. 59% was jongen en 41% meisje Samenvatting van belangrijkste uitkomsten 4. 41% noemen als etniciteit

Nadere informatie

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Heilig Jaar van Barmhartigheid Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra

Nadere informatie

WAAROM DIT BOEKJE? RESPECT

WAAROM DIT BOEKJE? RESPECT WAAROM DIT BOEKJE? Dit boekje gaat over pesten op het werk. Iemand kan bijvoorbeeld gepest worden door een collega. Of door de baas. PESTEN OF PLAGEN? Pesten is wat anders dan plagen. Iedereen maakt wel

Nadere informatie

Elke miskraam is anders (deel 2)

Elke miskraam is anders (deel 2) Elke miskraam is anders (deel 2) Eindelijk zijn we twee weken verder en heb ik inmiddels de ingreep gehad waar ik op zat te wachten. In de tussen tijd dacht ik eerst dat ik nu wel schoon zou zijn, maar

Nadere informatie

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Vraag 1 Hoe heb je zielsliefde ontdekt, en ontdekte je zielsliefde het ook op dat moment? Ik ontmoette haar op mijn werk in de rookruimte. We konden

Nadere informatie

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad. Een dode De voetbalwedstrijd is afgelopen. Het stadion is bijna leeg. Het is koud, de zon schijnt bleek. Munck staat op de tribune van vak H en staart naar de dode man op de bank. Wat vreselijk, denkt

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te kijken...4 De mensenmenigte opende zich in het midden...5 Toen

Nadere informatie

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur. Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Apostolische rondzendbrief

Apostolische rondzendbrief oktober 9, 2011 Jaargang 1, nummer 1 Lieve mensen, Zo bent u een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje geworden. Wij zijn nu al weer een tijdje hier in het zuiden van Griekenland, in de

Nadere informatie

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Als je ouders uit elkaar gaan is dat heel ingrijpend. Vaak verandert er nogal wat in je leven. Een rechter wil hierover met je praten tijdens een kinderverhoor.

Nadere informatie

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus! Bijbellezing: Johannes 4 vers 7-27 Zit je in de put? Praat es met Jezus! Wij hadden vroeger een waterput Vroeger is meer dan 55 jaar geleden Naast ons huis aan de Kerkstraat in Harkema Ik weet nog hij

Nadere informatie

Wat was voor jou de belangrijkste reden om aan dit project mee te werken?

Wat was voor jou de belangrijkste reden om aan dit project mee te werken? Carpe Diem! Afgelopen december vertrokken vijf Nederlandse dames naar het prachtige Zuid-Afrika om hier mee te werken aan een summerschool in een township in Hermanus. Dit is een project van People4Change,

Nadere informatie

Lieve Marianne, Ik mis je, Papa. Gezocht: Kinderrechten. Groep 2: Lieve Marianne. Lieve papa,

Lieve Marianne, Ik mis je, Papa. Gezocht: Kinderrechten. Groep 2: Lieve Marianne. Lieve papa, Gezocht: Kinderrechten Groep 2: Lieve Lieve papa, Mama zei dat ik je een brief kon schrijven. Ik vond het een goed idee. Ik heb ook een tekening gemaakt, die staat op de achterkant. Hoe is het in de gevangenis?

Nadere informatie

De gebroeders Leeuwenhart

De gebroeders Leeuwenhart Astrid Lindgren De gebroeders Leeuwenhart vertaald door Rita Törnqvist-Verschuur met tekeningen van Ilon Wikland Uitgeverij Ploegsma Amsterdam Hoofdstuk 1 Wat ik nu ga vertellen gaat over mijn broer. Over

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Kinderen zonder papieren

Kinderen zonder papieren VPM VPM Kinderen zonder papieren Je ziet het bijna elke dag op de tv of in de krant: beelden van landen in oorlog, mensen in armoede. Op zoek naar een betere plaats om te leven, slaan ze op de vlucht.

Nadere informatie

Inhoud Slaapkamer 6 Opwarming 8 Een jaar later 10 Genoeg 12 Terrorist 14 Geheim 16 Olie 20 R.O.A. 23 Betty 26 Vertrouwen 29 Feiten 32 G.O.F. 35 Protest 38 Warm 42 Reuzenmachine 44 Een bewaker! 47 Terrorist?

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Ervaringen van deelnemers Individuele begeleiding

Ervaringen van deelnemers Individuele begeleiding PRAKTIJK VOOR VERLIESVERWERKING Wilma Luyke Doetinchem Ervaringen van deelnemers Individuele begeleiding "Ik kan U vertellen dat ik in zak en as zat voordat ik bij Wilma aanklopte. Mijn vrouw is plotseling

Nadere informatie