Gebruik van het apparaat Beheer van het apparaat Onderhoud van het apparaat Problemen oplossen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruik van het apparaat Beheer van het apparaat Onderhoud van het apparaat Problemen oplossen"

Transcriptie

1 HP Color LaserJet CP3525-serie-printer Gebruikershandleiding Gebruik van het apparaat Beheer van het apparaat Onderhoud van het apparaat Problemen oplossen

2

3 HP Color LaserJet CP3525-serie-printer Gebruikershandleiding

4 Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd. De enige garantie voor producten en services van HP wordt uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring. Onderdeelnummer: CC Edition 1, 09/2008 Handelsmerken Adobe, Acrobat en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Corel is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation of Corel Corporation Limited. Intel Core is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Java is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten Microsoft, Windows en Windows XP zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows Vista is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's. PANTONE is het handelsmerk van Pantone, Inc voor de controlestandaard voor kleuren. UNIX is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-logo zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde merken.

5 Inhoudsopgave 1 Basiskenmerken van het product Symbolen in deze handleiding... 2 Apparaatvergelijking... 3 Productkenmerken... 4 Productintroductie... 7 Vooraanzicht... 7 Achterzijde... 8 Interfacepoorten... 9 Locatie van serienummer en modelnummer Bedieningspaneel Het bedieningspaneel gebruiken Indeling bedieningspaneel Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel Menu's van het bedieningspaneel De menu's gebruiken Menuoverzicht Menu Demo Menu Taak ophalen Menu Informatie Menu Papierverwerking Menu Apparaat configureren Afdrukmenu Submenu PCL Menu Afdrukkwaliteit Menu Systeeminstellingen Menu I/O Menu Herstellen Menu Diagnostiek Menu Service Software voor Windows Ondersteunde besturingssystemen voor Windows Ondersteunde printerdrivers voor Windows NLWW iii

6 HP Universal Print Driver (UPD) Installatiemodi UPD Selecteer de juiste printerdriver voor Windows Prioriteit van afdrukinstellingen Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows Software verwijderen voor Windows Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows HP Web Jetadmin Geïntegreerde webserver HP Easy Printer Care Software voor andere besturingssystemen Het product gebruiken met Macintosh Software voor Macintosh Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh Software verwijderen uit het Macintosh-besturingssysteem Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Macintosh Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh Software voor Macintosh-computers HP Printer Utility De HP Printer Utility openen Functies van de HP Printer Utility Ondersteunde hulpprogramma's voor Macintosh Geïntegreerde webserver Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken Afdrukken Voorinstellingen voor afdrukken maken en gebruiken in Macintosh Het formaat van documenten wijzigen of afdrukken op een aangepast papierformaat Een omslagblad afdrukken Watermerken gebruiken Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken in Macintosh Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) Taken opslaan De kleuropties instellen Het menu Services gebruiken Verbinding USB-verbinding Netwerkconfiguratie Ondersteunde netwerkprotocollen Het netwerkapparaat configureren iv NLWW

7 Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen Het netwerkwachtwoord instellen of wijzigen IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel IPv6 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel) IPX/SPX, AppleTalk of DLC/LLC uitschakelen Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex Papier en afdrukmateriaal Het gebruik van papier en afdrukmateriaal Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal Aangepaste papierformaten Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal Lade- en bakcapaciteit Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal Laden vullen Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden Lade Lade 2 of optionele lade Lade 1 vullen Enveloppen afdrukken Lade 2 vullen Plaats de optionele lade voor 500 vel en zwaar afdrukmateriaal (lade 3) Plaats papier met een standaardformaat in lade Papier met een speciaal formaat in lade 3 plaatsen Plaats papier van 10 x 15 cm in lade Laden configureren Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak Een lade configureren met behulp van het menu Papierverwerking Automatisch detecteren van overheadtransparanten (autodetectiemodus) Instellingen autodetectie Het afdrukmateriaal op bron, soort of formaat selecteren Bron Soort en Formaat Functies van het product gebruiken Energiezuinige instellingen Inschakeltijd slaapstand Sluimervertraging instellen De sluimermodus in- en uitschakelen Wektijd NLWW v

8 De klok instellen De ingebouwde klok instellen De wektijd instellen Energiezuinige werkstanden instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS) Functies voor taakopslag gebruiken Opgeslagen taken maken Opgeslagen taken afdrukken Opgeslagen taken verwijderen Zakelijke afbeeldingen of marketingmateriaal afdrukken Ondersteund glanzend papier De papierlade configureren De driverinstellingen configureren Weerbestendige plattegronden en informatieborden afdrukken Ondersteund stevig papier De uitlijning voor dubbelzijdig afdrukken instellen Afdruktaken Afdruktaak annuleren De huidige afdruktaak afbreken via het bedieningspaneel Een afdruktaak afbreken vanuit het programma Functies van de Windows-printerdriver gebruiken De printerdriver openen Afdruksnelkoppelingen gebruiken Papier- en kwaliteitsopties instellen Documenteffecten instellen Afwerkingsopties voor documenten instellen Opties voor taakopslag instellen Kleuropties instellen Ondersteuning en informatie over de productstatus verkrijgen Geavanceerde afdrukopties instellen Kleur gebruiken Kleurbeheer Automatisch Afdrukken in grijstinten Kleurgebruik beperken Afdrukken in kleur beperken Kleur handmatig aanpassen Handmatige kleuropties Kleurthema's Kleuren afstemmen Voorbeeldkaart kleuraanpassing vi NLWW

9 Kleurvoorbeelden afdrukken PANTONE -kleuraanpassing Geavanceerd kleurgebruik HP ColorSphere-toner HP ImageREt Afdrukmateriaal selecteren Kleuropties srgb (standard Red-Green-Blue) Het product beheren en onderhouden Informatiepagina's HP Easy Printer Care De HP Easy Printer Care-software openen Gebieden van de HP Easy Printer Care-software Geïntegreerde webserver De geïntegreerde webserver openen via een netwerkverbinding Gebieden van de geïntegreerde webserver HP Web Jetadmin-software gebruiken Beveiligingsfuncties De geïntegreerde webserver beveiligen Schijf beveiligd wissen Gegevens waarop dit van toepassing is Aanvullende informatie Taakopslag HP High Performance gecodeerde harde schijven De menu's van het bedieningspaneel vergrendelen De behuizing van de formatter vergrendelen Benodigdheden beheren Opslag van printcartridges Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn HP fraudehotline en -website Benodigdheden vervangen Levensduur van benodigdheden Locatie van benodigdheden Richtlijnen voor het vervangen van benodigdheden Printcartridges vervangen De tonerafvaleenheid vervangen Geheugen installeren DDR-geheugen DIMM's installeren Geheugen inschakelen voor Windows Een HP Jetdirect- of EIO-afdrukserverkaart of EIO-schijf installeren Het apparaat reinigen De buitenkant reinigen NLWW vii

10 Tonervlekken verwijderen De fuser reinigen De firmware upgraden De huidige versie van de firmware bepalen De nieuwe firmware van de HP website downloaden De nieuwe firmware overbrengen naar het apparaat Gebruik het uitvoerbare flash-bestand om de firmware bij te werken Gebruik FTP om de firmware via een browser te uploaden Een upgrade uitvoeren op de firmware in een netwerkverbinding met FTP Een upgrade uitvoeren op de firmware met HP Web Jetadmin Een upgrade uitvoeren via Windows-opdrachten De HP Jetdirect-firmware upgraden Problemen oplossen Algemene problemen oplossen Controlelijst probleemoplossing Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden Fabrieksinstellingen herstellen Soorten berichten op het bedieningspaneel Berichten op het bedieningspaneel Storingen Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen Storingslocaties Storingen verhelpen Storingen verhelpen in de rechterklep Storingen verhelpen in het uitvoerbakgebied storingen verhelpen in lade Storingen verhelpen in lade Storingen verhelpen in de optionele lade voor 500 vel en zwaar afdrukmateriaal (lade 3) Storingen oplossen in de rechteronderklep (lade 3) Storingsherstel Problemen met de papierverwerking Het product pakt meerdere vellen papier tegelijk Het product voert onjuist papierformaat in Het product pakt papier uit een verkeerde lade Het papier wordt niet automatisch ingevoerd Papier uit lade 2 of 3 wordt niet ingevoerd Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in het product De uitvoer is gekruld of gekreukt Het product kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet dit niet goed Verklaring van de lampjes op de formatteereenheid viii NLWW

11 HP Jetdirect-lampjes Hartslaglampje Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Voorbeelden van problemen met de afdrukkwaliteit Liniaal voor repeterende onvolkomenheden Problemen met transparanten Omgevingsgebonden problemen met de afdrukkwaliteit Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door storingen Afdrukkwaliteit verbeteren en optimaliseren Het product kalibreren Pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit De beeldregistratie instellen Problemen met lichte strepen oplossen Prestatieproblemen oplossen Verbindingsproblemen oplossen Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen Netwerkproblemen oplossen Problemen met de productsoftware Algemene Windows-problemen oplossen Enkele veel voorkomende problemen met Macintosh oplossen Bijlage A Benodigdheden en accessoires Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Onderdeelnummers Accessoires Printcartridges en tonerafvaleenheid Geheugen Kabels en interfaces Onderhoudskits Bijlage B Service en ondersteuning Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard Beperkte garantie op printcartridge Beperkte-garantieverklaring voor de HP Color LaserJet-fuserkit Licentieovereenkomst voor eindgebruikers Garantieservice voor reparaties door de klant Klantondersteuning Bijlage C Productspecificaties Fysieke specificaties Stroomverbruik en geluidsniveau Omgevingsspecificaties NLWW ix

12 Bijlage D Overheidsinformatie FCC-voorschriften Milieuvriendelijk productiebeleid Milieubescherming Ozonproductie Lager energieverbruik Papierverbruik Plastic onderdelen Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet Instructies voor retourneren en recyclen Verenigde Staten en Puerto Rico Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge) Enkele retourzendingen Verzenden Inzameling buiten de V.S Papier Materiaalbeperkingen Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-huishoudens in de Europese Unie Chemische stoffen Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) Meer informatie Declaration of Conformity Veiligheidsverklaringen Laserverklaring Canadese DOC-voorschriften VCCI-verklaring (Japan) Netsnoerverklaring (Japan) EMI-verklaring (Korea) Laserverklaring voor Finland Tabel met chemicaliën (China) Index x NLWW

13 1 Basiskenmerken van het product Symbolen in deze handleiding Apparaatvergelijking Productkenmerken Productintroductie NLWW 1

14 Symbolen in deze handleiding De tips, opmerkingen en waarschuwingen in deze handleiding geven u belangrijke informatie. TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen. OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of uitleg van een taak. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het apparaat wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Waarschuwingen geven aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat letsel ontstaat, gegevens onherroepelijk verloren gaan of het apparaat zwaar wordt beschadigd. 2 Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het product NLWW

15 Apparaatvergelijking Model Kenmerken HP Color LaserJet CP3525 Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1) Invoerlade voor 250 vel (lade 2) Uitvoerbak voor 250 vel, afdrukzijde onder Hi-speed USB 2.0-poort 256 MB RAM-geheugen (Random Access Memory) HP Color LaserJet CP3525n Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1) Invoerlade voor 250 vel (lade 2) Uitvoerbak voor 250 vel, afdrukzijde onder Hi-speed USB 2.0-poort Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base- TX-netwerk 256 MB RAM-geheugen (Random Access Memory) HP Color LaserJet CP3525dn Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1) Invoerlade voor 250 vel (lade 2) Uitvoerbak voor 250 vel, afdrukzijde onder Hi-speed USB 2.0-poort Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base- TX-netwerk 384 MB RAM-geheugen (Random Access Memory) Automatisch dubbelzijdig afdrukken HP Color LaserJet CP3525x Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1) Invoerlade voor 250 vel (lade 2) Uitvoerbak voor 250 vel, afdrukzijde onder Lade voor 500 vel en zwaar afdrukmateriaal (lade 3), met invoer voor HP briefkaarten van 101,6 x 152,4 mm Hi-speed USB 2.0-poort Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base- TX-netwerk 512 MB RAM-geheugen (Random Access Memory) Automatisch dubbelzijdig afdrukken NLWW Apparaatvergelijking 3

16 Productkenmerken Snelheid en doorvoer Afdruksnelheid van maximaal 30 pagina's per minuut (ppm) voor papier van Letterformaat en 30 ppm voor papier van A4-formaat. Slechts 12 seconden voor het afdrukken van de eerste pagina Aanbevolen maximaal afdrukvolume per maand van 5000 pagina's Een 515 MHz (megahertz) microprocessor Resolutie 600 dots per inch (dpi) met Image Resolution Enhancement-technologie 3600 voor optimale algemene beeldverwerking 1200 x 600 dpi voor gedetailleerd werk en kleine letters Geheugen HP Color LaserJet CP3525: 256 MB RAM, uit te breiden tot 1 GB door in de vrije DIMM-sleuf een kleine 200-pins DDR2 SODIMM-geheugenmodule van 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB RAM te plaatsen. OPMERKING: Als u een DIMM van 1 GB in de vrije sleuf plaatst, is de totale hoeveelheid beschikbaar geheugen 1 GB. HP Color LaserJet CP3525n: 256 MB RAM, uit te breiden tot 1 GB door in de vrije DIMM-sleuf een kleine 200-pins DDR2 SODIMM-geheugenmodule van 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB RAM te plaatsen. OPMERKING: Als u een DIMM van 1 GB in de vrije sleuf plaatst, is de totale hoeveelheid beschikbaar geheugen 1 GB. HP Color LaserJet CP3525dn: 384 MB RAM, uit te breiden tot 1 GB door de oorspronkelijke DIMM te vervangen door een kleine 200-pins DDR2 SODIMMgeheugenmodule van 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB RAM. OPMERKING: Als u een DIMM van 1 GB plaatst, is de totale hoeveelheid beschikbaar geheugen 1 GB. Bij het model HP Color LaserJet CP3525dn moet u de oorspronkelijke DIMM van 128 MB vervangen door een DIMM van 1 GB om het geheugen uit te breiden tot 1 GB. HP Color LaserJet CP3525x: 512 MB RAM, uit te breiden tot 1 GB door de oorspronkelijke DIMM te vervangen door een kleine 200-pins DDR2 SODIMMgeheugenmodule van 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB RAM. OPMERKING: Als u een DIMM van 1 GB plaatst, is de totale hoeveelheid beschikbaar geheugen 1 GB. Bij het model HP Color LaserJet CP3525x moet u een van de oorspronkelijke DIMM's van 256 MB vervangen door een DIMM van 1 GB om het geheugen uit te breiden tot 1 GB. Door MEt (Memory Enhancement technology) worden gegevens automatisch gecomprimeerd, zodat het RAM-geheugen efficiënter wordt gebruikt Gebruikersinterface Vierregelig grafisch kleurendisplay op het bedieningspaneel Een geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en het bestellen van benodigdheden (voor netwerkproducten) HP Easy Printer Care-software (een webtoepassing voor statusinformatie en probleemoplossing) Mogelijkheden voor bestellen via internet met HP Easy Printer Care-software en geïntegreerde webserver 4 Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het product NLWW

17 Papierverwerking Lade 1 (multifunctionele lade): een multifunctionele lade voor papier, transparanten, etiketten, enveloppen en andere papiersoorten. In de lade kunnen maximaal 100 vel papier, 50 transparanten of 10 enveloppen worden geplaatst Lade 2 Lade voor 250 vel Optionele lade 3 Lade voor 500 vel en zwaar afdrukmateriaal en een optionele invoer voor briefkaarten van HP. (Beide zijn inbegrepen bij de HP Color LaserJet CP3525x-printer.) Geschikt voor standaardpapierformaten en speciale papierformaten. Deze lade detecteert automatisch gangbare papierformaten. Dubbelzijdig afdrukken: zowel de HP Color LaserJet CP3525dn-printer als de HP Color LaserJet CP3525x-printer ondersteunt automatisch dubbelzijdig afdrukken. De overige modellen ondersteunen handmatig dubbelzijdig afdrukken. Standaarduitvoerbak: De standaarduitvoerbak bevindt zich aan de bovenkant van het apparaat. Deze bak kan maximaal 250 vel papier bevatten. Het apparaat heeft een sensor die aangeeft wanneer de bak vol is. Zie Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal op pagina 79 voor informatie over ondersteunde papierformaten. Zie Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 82 voor informatie over ondersteunde papiersoorten. Talen en lettertypen HP Printer Control Language PCL 5, PCL 6 en HP PostScript level 3-emulatie Afdrukken naar PDF 80 schaalbare TrueType PS-letterbeelden Printcartridges Ga naar voor informatie over printcartridges. Echtheidscontrole van HP printcartridges Automatische verwijdering van tonerstrip Dit apparaat gebruikt de volgende benodigdheden: Standaard zwarte printcartridge CE250A Zwarte printcartridge met hoge capaciteit CE250X Cyaan printcartridge CE251A Gele printcartridge CE252A Magenta printcartridge CE253A Tonerafvaleenheid CE254A Ondersteunde besturingssystemen Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Vista, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 Macintosh OS X V10.3.9, V10.4, V10.5 en hoger Novell NetWare Unix Linux Verbinding USB 2.0-aansluiting USB 2.0-compatibele hostpoort voor aansluiting van apparatuur van derden NLWW Productkenmerken 5

18 LAN-aansluiting (Local Area Network) (RJ-45) voor de geïntegreerde HP Jetdirectafdrukserver (niet inbegrepen bij de HP Color LaserJet CP3525-printer) Eén EIO-sleuf (Enhanced Input/Output) Omgeving Sluimerfunctie bespaart stroom Groot aantal recyclebare onderdelen en materialen Instant-on fuser bespaart energie Beveiliging Schijf beveiligd wissen Beveiligingsvergrendeling (optioneel) Taak vasthouden Verificatie pincode gebruiker voor opgeslagen taken IPsec-beveiliging Door HP gecodeerde High Performance EIO-harde schijf (optioneel) Zelfondersteuning Demonstratiepagina's die u kunt afdrukken vanaf het bedieningspaneel Hulp voor bepaalde taken is beschikbaar op Animaties en hulp op het bedieningspaneel Animaties op de cd 6 Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het product NLWW

19 Productintroductie Vooraanzicht Verlengstuk uitvoerbak 2 Standaarduitvoerbak 3 Duplexschakelgeleider (uitsluitend HP Color LaserJet CP3525dn-printer en HP Color LaserJet CP3525x-printer) 4 Bedieningspaneel 5 Rechterklep (toegang voor het verhelpen van storingen) 6 Lade 1 (trek aan de hendel om de lade te openen) 7 Aan-uitknop (verlicht wanneer ingeschakeld) 8 Rechteronderklep (toegang voor het verhelpen van storingen) 9 Lade 2 10 Optionele lade 3 (meegeleverd met de HP Color LaserJet CP3525x-printer) 11 Voorklep (toegang tot printcartridges en tonerafvaleenheid) NLWW Productintroductie 7

20 Achterzijde Sleuf voor beveiligingsvergrendeling met een kabel 2 Interfacepoorten 3 Voedingsaansluiting 8 Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het product NLWW

21 Interfacepoorten Uitbreidingssleuf EIO-interface 2 RJ-45-netwerkpoort (niet geactiveerd bij de HP Color LaserJet CP3525-printer) 3 Hi-speed USB 2.0-afdrukpoort Locatie van serienummer en modelnummer Het modelnummer en het serienummer staan op een identificatielabel op de achterzijde van het apparaat. Het serienummer bevat informatie over land/regio van herkomst, apparaatversie, productiecode en het productienummer van het apparaat. Modelnaam HP Color LaserJet CP3525 HP Color LaserJet CP3525n HP Color LaserJet CP3525dn HP Color LaserJet CP3525x Modelnummer CC468A CC469A CC470A CC471A NLWW Productintroductie 9

22 10 Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het product NLWW

23 2 Bedieningspaneel Het bedieningspaneel gebruiken Menu's van het bedieningspaneel Menuoverzicht Menu Demo Menu Taak ophalen Menu Informatie Menu Papierverwerking Menu Apparaat configureren Menu Diagnostiek Menu Service NLWW 11

24 Het bedieningspaneel gebruiken Via het grafische kleurendisplay op het bedieningspaneel hebt u toegang tot alle apparaatfuncties. Met de knoppen beheert u de taken en de apparaatstatus. Met de lampjes wordt de algehele apparaatstatus aangegeven. Indeling bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een grafisch kleurendisplay, taakbedieningsknoppen en drie statuslampjes (LED's) Display van het bedieningspaneel Geeft statusinformatie, menu's, Help-informatie en foutberichten weer. 2 Pijl omhoog Hiermee doorloopt u de menu's en de tekst, en verhoogt u de numerieke waarden op het display. 3 Knop OK Hiermee selecteert u opties, hervat u het afdrukken na verwijderbare fouten en negeert u foutberichten over printcartridges die niet van HP zijn. 4 Lampje Klaar Het lampje Klaar geeft aan dat het apparaat gereed is om een taak uit te voeren. 5 Lampje Gegevens Met het Gegevens-lampje wordt aangegeven dat er gegevens binnenkomen op het apparaat. 6 Lampje Attentie Met het Attentie-lampje wordt aangegeven dat er een probleem is met het apparaat dat u moet oplossen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een lege papierlade of een foutbericht op de display. 7 Pijl omlaag Hiermee doorloopt u de menu's en de tekst, en verlaagt u de numerieke waarden op het display. 8 Menu Knop Hiermee opent en sluit u menu's. 9 Pijl terug Hiermee gaat u terug in de menu's. 12 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

25 10 Stopknop Hiermee kunt u de huidige taak stopzetten, deze hervatten of annuleren, de papierbaan vrijmaken en eventuele verwijderbare fouten die veroorzaakt zijn door de stopgezette taak wissen. Als u op Stop drukt zonder dat er een taak wordt afgedrukt, wordt het apparaat op pauze gezet. 11 Helpknop Hiermee geeft u uitgebreide informatie weer, onder andere animaties, over apparaatberichten of -menu's. Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel Lampje Aan Uit Knippert Klaar (groen) Het product is online (klaar om gegevens te ontvangen en te verwerken). Het product is offline of uitgeschakeld. Het product probeert het afdrukken te beëindigen en offline te gaan. Gegevens (groen) Het product heeft gegevens verwerkt, maar er zijn nog meer gegevens nodig om de taak te voltooien. Het product verwerkt of ontvangt geen gegevens. Het product verwerkt of ontvangt gegevens. Attentie (geel) Er heeft zich een kritieke fout voorgedaan. Het probleem met het product moet worden opgelost. Er zijn geen omstandigheden meer aanwezig die aandacht vragen. Er heeft zich een fout voorgedaan. Het probleem met het product moet worden opgelost. NLWW Het bedieningspaneel gebruiken 13

26 Menu's van het bedieningspaneel U kunt de meeste gangbare afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via het stuurprogramma of de software van de printer. Dit is de eenvoudigste manier om het product te bedienen. Op deze manier worden de instellingen van het bedieningspaneel genegeerd. Raadpleeg de Help-bestanden bij de software of zie Software voor Windows op pagina 49 of Het product gebruiken met Macintosh op pagina 61 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver. U kunt het product ook bedienen door de instellingen in het bedieningspaneel van het product te wijzigen. Via het bedieningspaneel hebt u toegang tot functies die niet worden ondersteund door de printerdriver of de software en kunt u voor elke lade het papierformaat en de papiersoort instellen. De menu's gebruiken U opent en sluit de menu's door op de knop Menu te drukken. U selecteert een menu-item met de knop OK en selecteert er tevens numerieke waarden mee tijdens het configureren van het apparaat. Met de pijl omhoog en de pijl omlaag loopt u door de menu's. Met de pijl omhoog en de pijl omlaag kunt u naast het doorlopen van menu's ook de numerieke waarden verhogen of verlagen. Als u snel door de verschillende opties wilt lopen, houdt u de pijl omhoog of de pijl omlaag ingedrukt. Met de knop Terug gaat u terug naar eerder geselecteerde menu's. Als er gedurende 60 seconden geen toets wordt ingedrukt, worden de menu's gesloten. 14 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

27 Menuoverzicht De volgende hoofdmenu's zijn beschikbaar: DEMO... Raadpleeg Menu Demo op pagina 16 voor meer informatie. TAAK OPHALEN. Raadpleeg Menu Taak ophalen op pagina 17 voor meer informatie. INFORMATIE. Raadpleeg Menu Informatie op pagina 19 voor meer informatie. PAPIERVERWERKING. Raadpleeg Menu Papierverwerking op pagina 20 voor meer informatie. APPARAAT CONFIGUREREN. Raadpleeg Menu Apparaat configureren op pagina 21 voor meer informatie. DIAGNOSTIEK. Raadpleeg Menu Diagnostiek op pagina 45 voor meer informatie. SERVICE. Raadpleeg Menu Service op pagina 47 voor meer informatie. NLWW Menuoverzicht 15

28 Menu Demo Met het menu DEMO... drukt u pagina's af met meer informatie over het apparaat. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu en selecteer vervolgens het menu DEMO... Item STORINGEN VERHELPEN LADEN VULLEN SPECIAAL AFDRUKMATERIAAL PLTSN DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN ONDERSTEUNDE PAPIERSOORTEN HELPHANDLEIDING AFDRUKKEN Uitleg Biedt instructies voor het verhelpen van storingen in het apparaat. Biedt instructies voor het vullen en configureren van laden. Biedt instructies voor het plaatsen van speciaal afdrukmateriaal zoals enveloppen, transparanten en etiketten. Biedt instructies voor dubbelzijdig afdrukken. Biedt een lijst met ondersteunde papiersoorten en afdrukmaterialen. Hiermee wordt een pagina afgedrukt met koppelingen naar aanvullende Help-informatie op het web. 16 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

29 Menu Taak ophalen Via het menu TAAK OPHALEN kunt u een lijst van alle opgeslagen taken bekijken. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu OPHALEN. en selecteer vervolgens het menu TAAK OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Artikel Subitem Opties Omschrijving <GEBRUIKERS- NAAM> De naam van elke gebruiker waarvoor taken zijn opgeslagen wordt vermeld. U kunt een lijst van opgeslagen taken bekijken voor de betreffende gebruikersnaam te selecteren. ALLE TAKEN (GEEN PIN) ALLE TAKEN (PIN) <TAAKNAAM X> AFDR. AFDR. EN VERW. VERWIJDEREN AFDR. AFDR. EN VERW. VERWIJDEREN AFDR. AFDR. EN VERW. VERWIJDEREN AANTAL KOPIEËN Dit bericht wordt weergegeven als een gebruiker twee of meer opgeslagen taken heeft waarvoor geen pincode nodig is. De optie AFDR. of de optie AFDR. EN VERW. wordt weergegeven, afhankelijk van het weergegeven type taken. Gebruik de optie AANTAL KOPIEËN om het aantal afdrukken op te geven voor de taak. Dit bericht wordt weergegeven als een gebruiker twee of meer opgeslagen taken heeft waarvoor een pincode vereist is. De optie AFDR. of de optie AFDR. EN VERW. wordt weergegeven, afhankelijk van het weergegeven type taken. Gebruik de optie AANTAL KOPIEËN om het aantal afdrukken op te geven voor de taak. De naam van elke taak wordt vermeld. De optie AFDR. of de optie AFDR. EN VERW. wordt weergegeven, afhankelijk van het weergegeven type taken. Gebruik de optie AANTAL KOPIEËN om het aantal exemplaren op te geven voor de af te drukken taak. Hiermee geeft u het aantal exemplaren op dat moet worden afgedrukt. De standaardwaarde is 1. NLWW Menu Taak ophalen 17

30 Artikel Subitem Opties Omschrijving Als u de optie TAAK selecteert, wordt het in de driver opgegeven aantal exemplaren afgedrukt. Als u het menu AANGEP. selecteert, wordt een andere instelling weergegeven waarmee u kunt opgeven hoeveel exemplaren van de taak moeten worden afgedrukt. Het in de driver opgegeven aantal exemplaren wordt vermenigvuldigd met het via het bedieningspaneel opgegeven aantal exemplaren. Hebt u bijvoorbeeld in de driver twee exemplaren opgegeven en via het bedieningspaneel twee, dan worden in totaal vier exemplaren van de taak afgedrukt. 18 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

31 Menu Informatie Via het menu INFORMATIE kunt u specifieke apparaatinformatie weergeven en afdrukken. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu en selecteer vervolgens het menu INFORMATIE. Artikel MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN CONFIGURATIE AFDRUKKEN STATUSPAGINA BENODIGDHEDEN AFDRUKKEN Omschrijving Hiermee drukt u een overzicht af van de structuur en de huidige instellingen van de menu's op het bedieningspaneel. Hiermee drukt u de configuratiepagina's af met de printerinstellingen en de geïnstalleerde accessoires. Hiermee drukt u informatie af over de geschatte resterende gebruiksduur van de benodigdheden, het totaal aantal verwerkte pagina's en taken, het serienummer, het aantal pagina's en onderhoud. HP biedt schattingen van de resterende gebruiksduur van de benodigdheden als service voor de klant. De werkelijke resterende niveaus van de benodigdheden kunnen van de schattingen afwijken. STATUS BENODIGDHEDEN GEBRUIKSPAGINA AFDRUKKEN LOGBOEK KLEURGEBRUIK AFDRUKKEN DEMO AFDRUKKEN RGB-PROEFVELLEN AFDRUKKEN CMYK-PROEFVELLEN AFDRUKKEN BESTANDDIRECTORY AFDRUKKEN PCL-LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN PS-LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN Geeft de geschatte status weer van de printcartridges, de fuserkit en de tonerafvaleenheid. Druk op OK bij een item om de Help voor het betreffende item weer te geven. Hiermee drukt u informatie af over het aantal pagina's van alle papierformaten die door het product zijn gevoerd, of de afdrukken enkelzijdig of dubbelzijdig waren, zwart-wit of in kleur, en over het aantal afgedrukte pagina's. Hiermee drukt u de kleurgebruiksgegevens voor de printer af. Drukt een voorbeeldpagina af. Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende RGB-waarden. U kunt de voorbeelden als richtlijn gebruiken bij het afstemmen van de afdrukkleuren. Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende CMYK-waarden. U kunt de voorbeelden als richtlijn gebruiken bij het afstemmen van de afdrukkleuren. Hiermee drukt u de naam en de directory af van de bestanden die in het product zijn opgeslagen. Maakt een afdruk van de beschikbare PCL-lettertypen. Hiermee drukt u de beschikbare PS-lettertypen af. NLWW Menu Informatie 19

32 Menu Papierverwerking Via dit menu kunt u de invoerladen configureren volgens soort en formaat afdrukmateriaal. Het is belangrijk om door middel van dit menu de laden juist te configureren voordat u voor het eerst afdrukt. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu PAPIERVERWERKING. en selecteer vervolgens het menu OPMERKING: Als u andere HP LaserJet-modellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te configureren in de modus Eerste of de modus Cartridge. Op printers uit de HP Color LaserJet CP3525-serie is het instellen van lade 1 op ELK FORM en ELK SOORT gelijk aan de modus Eerste. Als voor lade 1 een andere instelling wordt gekozen dan ELK FORM of ELK SOORT, komt dit overeen met de modus Cartridge. Menuoptie Waarde Omschrijving FORMAAT IN LADE 1 SOORT IN LADE 1 FORMAAT IN LADE <X> X = 2 of optioneel 3 LADE <X> SOORT X = 2 of optioneel 3 Een lijst van de beschikbare formaten wordt weergegeven. Er wordt een lijst met de beschikbare typen weergegeven. Een lijst van de beschikbare formaten wordt weergegeven. Er wordt een lijst met de beschikbare typen weergegeven. Hiermee kunt u het papierformaat voor lade 1 instellen. De standaardinstelling is ELK FORM. Raadpleeg Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal op pagina 79 voor een volledig overzicht van de beschikbare formaten. Hiermee kunt u de papiersoort voor lade 1 instellen. De standaardinstelling is ELK SOORT. Raadpleeg Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 82 voor een volledig overzicht van de beschikbare soorten. Hiermee kunt u het papierformaat voor lade 2 of de optionele lade 3 instellen. Afhankelijk van uw land/regio is het standaardformaat LETTER of A4. Lade 2 detecteert het papierformaat niet met de geleiders in de lade. Lade 3 detecteert bepaalde papierformaten met de geleiders in de lade. Raadpleeg Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal op pagina 79 voor een volledig overzicht van de beschikbare formaten. Hiermee kunt u de papiersoort voor lade 2 of de optionele lade 3 instellen. De standaardinstelling is GEWOON. Raadpleeg Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 82 voor een volledig overzicht van de beschikbare soorten. 20 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

33 Menu Apparaat configureren Afdrukmenu Via het menu APPARAAT CONFIGUREREN kunt u de standaardafdrukinstellingen wijzigen, de afdrukkwaliteit aanpassen, de systeemconfiguratie en de in- en uitvoeropties wijzigen en de standaardinstellingen herstellen. Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken zonder specifieke eigenschappen. Voor de meeste taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de instellingen in dit menu tenietgedaan. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu, selecteer het menu APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens het menu AFDRUKKEN. OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Menu-item Waarden Omschrijving AANTAL KOPIEËN Bereik: Hiermee stelt u het standaardaantal exemplaren voor afdruktaken in. De standaardwaarde is 1. STANDAARDPAPIERFORMAAT STANDAARD AANGEPAST PAPIERFORMAAT DUBBELZIJDIG DUPLEX BINDEN A4/LETTER NEGEREN HANDMATIG INVOEREN LETTERTYPE COURIER Een lijst van de beschikbare formaten wordt weergegeven. MAATEENHEID X-AFMETING Y-AFMETING UIT* AAN LANGE RAND* KORTE RAND NEE JA* UIT* AAN NORMAAL* DONKER Hiermee stelt u het standaardpapierformaat in. Hiermee stelt u het standaardformaat voor aangepaste afdruktaken in. De standaardmaateenheid is MILLIMETER. Hiermee kunt u dubbelzijdig afdrukken inof uitschakelen. OPMERKING: Dit menu is uitsluitend beschikbaar op de HP Color LaserJet CP3525dn-printer en de HP Color LaserJet CP3525x-printer Hiermee kunt u de bindzijde wijzigen voor dubbelzijdig afdrukken. OPMERKING: Dit menu is uitsluitend beschikbaar op de HP Color LaserJet CP3525dn-printer en de HP Color LaserJet CP3525x-printer Hiermee stelt u in dat een A4-taak op papier van Letter-formaat wordt afgedrukt als er geen A4-papier in de printer zit. Als u deze optie instelt op AAN, wordt HANDMATIG INVOEREN de standaardinstelling voor taken waarvoor geen lade is geselecteerd. Dient voor het selecteren van een van de beschikbare versies van het lettertype Courier. NLWW Menu Apparaat configureren 21

34 Menu-item Waarden Omschrijving De instelling DONKER is een intern Courier-lettertype dat beschikbaar is op HP LaserJet Series III-printers en oudere printers. A4 BREED NEE * JA Hiermee kunt u het afdrukbare gebied van A4-papier wijzigen. Als u NEE selecteert, is het afdrukbare gebied pitch tekens per regel. Als u JA selecteert, is het afdrukbare gebied pitch tekens op een enkele regel. PS-FOUTEN AFDRUKKEN PDF-FOUTEN AFDRUKKEN UIT* AAN UIT* AAN Dient voor het in- of uitschakelen van pagina's met PS-fouten. Dient voor het in- of uitschakelen van pagina's met PDF-fouten. Submenu PCL Via dit menu configureert u instellingen voor de printertaal PCL (Printer Control Language). Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu CONFIGUREREN, AFDRUKKEN en PCL. en selecteer achtereenvolgens de menu's APPARAAT OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Artikel Waarden Omschrijving PAGINALENGTE Dient voor het instellen van de verticale spatiëring, van 5 tot 128 regels voor standaard papierformaten. De standaardinstelling is 60. AFDRUKSTAND LETTERTYPEBRON STAAND* LIGGEND Er wordt een lijst met beschikbare lettertypen weergegeven. Hiermee kunt u de standaardafdrukstand instellen op staand of liggend. Dient voor het selecteren van welk lettertype moet worden gebruikt. De standaardinstelling is INTERN. GROOTTE LETTERTYPE In het apparaat wordt aan elk lettertype een nummer toegewezen. Deze nummers worden weergegeven in de PCL-lettertypenlijst. Het bereik is 0 t/m 102. De standaardinstelling is 0. PITCH LETTERTYPE hiermee selecteert u het aantal tekens per inch voor het lettertype. Of deze instelling verschijnt is afhankelijk van het lettertype dat u hebt geselecteerd. Het bereik is 0,44 t/m 99,99. De standaardinstelling is 10,00. PUNTGROOTTE LETTERTYPE SYMBOLENSET Er wordt een lijst met beschikbare tekensets weergegeven. Hiermee selecteert u de puntgrootte voor het lettertype. Het bereik loopt van 4,00 tot 999,75. De standaardinstelling is 12,00. Hiermee kunt u een van de beschikbare tekensets op het bedieningspaneel selecteren. Een tekenset is een unieke groep van alle tekens in een lettertype. Voor lijntekens wordt 22 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

35 Artikel Waarden Omschrijving PC-8 of PC-850 aanbevolen. De standaardinstelling is PC-8. CR AAN LF TOEVOEGEN BLANCO PAGINA'S ONDERDRUKKEN NEE* JA NEE* JA Selecteer JA om een CR (Carriage Return) toe te voegen aan elke LF (Line Feed) in PCL-taken die compatibel zijn met voorgaande versies (pure tekst, geen taakcontrole). In sommige omgevingen wordt voor een nieuwe regel alleen een LF gebruikt. Met deze instelling kunt u het vereiste harde regeleinde aan ieder zacht regeleinde toevoegen. Wanneer u zelf PCL genereert, worden extra FF (Form Feed) codes toegevoegd, waardoor een lege pagina wordt afgedrukt. Selecteer JA als u wilt dat extra ingevoerde pagina's worden genegeerd als de pagina leeg is. TOEWIJZING MEDIABRON Met de PCL5-opdracht TOEWIJZING MEDIABRON wordt een invoerlade geselecteerd aan de hand van een nummer dat correspondeert met de beschikbare laden en invoereenheden. STANDAARD* KLASSIEK De nummering is gebaseerd op nieuwere HP LaserJetprinters met bijgewerkte wijzigingen in de nummering van laden en invoereenheden. De nummering is gebaseerd op de HP LaserJet 4-printers en oudere printermodellen. Menu Afdrukkwaliteit Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu, selecteer het menu APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens het menu AFDRUKKWALITEIT. OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. NLWW Menu Apparaat configureren 23

36 Artikel Subitem Waarden Omschrijving KLEUR AANPASSEN LICHTE DELEN DICHTHEID CYAAN DICHTHEID MAGENTA Bereik van +5 tot 5. De standaardinstelling is 0. Stel de dichtheid van lichte vlakken (donkerder of lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden geven lichtere highlights en hogere waarden geven donkerdere highlights op een afgedrukte pagina. DICHTHEID GEEL DICHTHEID ZWART HALFTONEN DICHTHEID CYAAN DICHTHEID MAGENTA Bereik van +5 tot 5. De standaardinstelling is 0. Stel de dichtheid van de middentonen (donkerder of lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden geven lichtere middentonen en hogere waarden geven donkerdere middentonen op een afgedrukte pagina. DICHTHEID GEEL DICHTHEID ZWART DONKERE DELEN DICHTHEID CYAAN DICHTHEID MAGENTA Bereik van +5 tot 5. De standaardinstelling is 0. Stel de dichtheid van de schaduwen (donkerder of lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden geven lichtere schaduwen en hogere waarden geven donkerdere schaduwen op een afgedrukte pagina. DICHTHEID GEEL DICHTHEID ZWART KLEURWAARDEN HERSTELLEN U herstelt de kleurinstellingen door de dichtheidswaarde van elke kleur weer in te stellen op de standaardwaarde. REGISTRATIE INSTELLEN U kunt per lade de kalibratie instellen om de marge-uitlijning te verschuiven zodat de afbeelding op de pagina zowel horizontaal als verticaal wordt gecentreerd. U kunt ook de afbeelding die op de voorkant staat, uitlijnen met de afbeelding op de achterkant. LADE <X> AANPASSEN Schuif van -20 tot 20 langs de X- of Y-as. 0 is de standaard. Voer de uitlijningsprocedure voor elke lade uit. Wanneer een afbeelding wordt gemaakt, wordt de pagina van de ene naar de andere kant gescand terwijl het vel van boven naar beneden door het product wordt gevoerd. TESTPAGINA AFDRUKKEN X1 VERSCHUIVEN Y1 VERSCHUIVEN X2 VERSCHUIVEN Y2 VERSCHUIVEN Druk een testpagina af om de kalibratie in te stellen. De scanrichting wordt aangeduid met X. X1 is de scanrichting voor een enkelzijdige pagina of de eerste bladzijde van een dubbelzijdige pagina. X2 is de scanrichting voor de tweede kant van een dubbelzijdige pagina. De invoerrichting wordt aangeduid met Y. X1 is de invoerrichting voor een enkelzijdige pagina of de eerste bladzijde van een dubbelzijdige pagina. Y2 is de invoerrichting voor de tweede bladzijde van een dubbelzijdige pagina. 24 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

37 Artikel Subitem Waarden Omschrijving AUTODETECTIE- MODUS DETECTIE LADE 1 VOLLED. DETECTIE (standaard) ALLEEN TRANSPRNT Hiermee stelt u de detectie voor lade 1 in voor papiersoorten waarvoor de modus AUTODETECTIE is ingesteld. Wanneer VOLLED. DETECTIE is geselecteerd, tast het apparaat elke pagina af en schakelt het de bijbehorende modi in. Het apparaat kan transparanten onderscheiden van andere papiersoorten. Wanneer ALLEEN TRANSPRNT is geselecteerd, tast het apparaat uitsluitend de eerste pagina af. Het apparaat kan transparanten onderscheiden van andere papiersoorten. AFDRUKMODI Er wordt een lijst met papiersoorten weergegeven. Er wordt een lijst met afdrukmodi weergegeven. Configureer de afdrukmodus die bij het afdrukmateriaal hoort. MODI HERSTELLEN Met deze functie zet u alle papiersoortmodi weer terug op de fabrieksinstellingen. OPTIMALISEREN Er wordt een lijst met beschikbare opties weergegeven. OPTIMALISATIE OPNIEUW INSTELLEN Hiermee kunt u verschillende afdrukmodi optimaliseren om problemen met de afdrukkwaliteit te verhelpen. Met deze functie herstelt u alle instellingen in het menu OPTIMALISEREN naar de fabrieksinstellingen. NU SNEL KALIBREREN Hiermee wordt een gedeeltelijke productkalibratie uitgevoerd. NU VOLLEDIG KALIBREREN VERTRAAGD KALIBR. NA INSCHAKELEN NEE JA* Hiermee worden alle productkalibraties uitgevoerd. Met dit menu kunt u instellen wanneer de kalibratie wordt uitgevoerd als het apparaat uit de sluimermodus komt of wordt ingeschakeld. Selecteer NEE als u wilt dat het apparaat direct wordt gekalibreerd als het uit de sluimermodus komt of wordt ingeschakeld. Er worden geen taken afgedrukt totdat de kalibratie is voltooid. Selecteer JA als u wilt dat afdruktaken worden uitgevoerd voordat het kalibreren begint wanneer het apparaat uit de sluimermodus komt. Het kalibreren kan dan ook beginnen voordat alle ontvangen taken zijn afgedrukt. Met deze optie wordt sneller afgedrukt vanuit de sluimermodus of wanneer u het apparaat inschakelt. De kwaliteit van de afdruk kan echter minder zijn. OPMERKING: Voor de beste resultaten moet u het apparaat laten kalibreren voordat u gaat afdrukken. Afdruktaken die voor het kalibreren worden uitgevoerd, zijn wellicht minder van kwaliteit. NLWW Menu Apparaat configureren 25

38 Artikel Subitem Waarden Omschrijving RESOLUTIE Image REt 3600* 1200x600 dpi SCHERPTEREGELING UIT LICHT NORMAAL* MAXIMUM Hiermee wordt de resolutie ingesteld waarmee wordt afgedrukt. De standaardinstelling is Image REt Voor het afdrukken van gedetailleerd werk en kleine letters kunt u de optie 1200x600 dpi instellen. De instelling Randenbeheer stelt vast hoe de randen worden weergegeven. De scherpteregeling heeft twee componenten: adaptieve halftonen en overlapping. Met adaptieve halftonen worden randen scherper weergegeven. Bij overlapping worden de randen van aangrenzende objecten licht overlapt om het effect van verspringende kleurvlakken tegen te gaan. AUTOMATISCH REINIGEN UIT* AAN Met de optie UIT worden de functies voor adaptieve halftonen en overlapping allebei uitgeschakeld. Met de optie LICHT wordt voor overlapping de laagste waarde ingesteld en wordt de functie voor adaptieve halftonen ingeschakeld. NORMAAL is de standaardinstelling voor overlapping. Hiermee wordt voor overlapping de middelste waarde ingesteld en wordt de functie voor adaptieve halftonen ingeschakeld. MAXIMUM is de hoogste overlappingsinstelling. De functie voor adaptieve halftonen is ingeschakeld. Wanneer automatisch reinigen is ingeschakeld, drukt het apparaat een reinigingspagina af wanneer het aantal pagina's overeenkomt met de instelling REINIGNG INTERVAL. REINIGNG INTERVAL 500* Wanneer AUTOMATISCH REINIGEN is ingeschakeld, bepaalt u met deze optie het aantal pagina's dat wordt afgedrukt alvorens automatisch een reinigingspagina wordt afgedrukt. FORMAAT AUTO REINIGEN LETTER* A4 Wanneer AUTOMATISCH REINIGEN is ingeschakeld, bepaalt deze optie welk papierformaat wordt gebruikt voor het afdrukken van de reinigingspagina. 26 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

39 Artikel Subitem Waarden Omschrijving REINIGINGSPAGINA MAKEN Hiermee drukt u een pagina af met instructies voor het verwijderen van overtollige toner van de drukroller in de fuser. OPMERKING: Deze optie is uitsluitend beschikbaar op de HP Color LaserJet CP3525- printer en de HP Color LaserJet CP3525n-printer REINIGINGSPAGINA VERWERKEN Met deze functie maakt en verwerkt u een reinigingspagina voor het reinigen van de drukroller in de fuser. Wanneer het reinigingsproces wordt uitgevoerd, wordt een reinigingspagina afgedrukt. Deze pagina kunt u weggooien. OPMERKING: Bij de HP Color LaserJet CP3525-printer en de HP Color LaserJet CP3525n-printer moet u eerst de optie REINIGINGSPAGINA MAKEN selecteren. Menu Systeeminstellingen Via het menu SYSTEEMINSTELLINGEN kunt u de standaardconfiguratie wijzigen, zoals de sluimermodus, de apparaatpersonality (taal) en de methode voor storingsherstel. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu, selecteer het menu APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens het menu SYSTEEMINSTELLINGEN. OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Artikel Subitem Waarden Omschrijving DATUM/TIJD DATUM /[MMM]/[DD] JAAR = [JJJJ]/- - - /[DD] MAAND= Hiermee stelt u de juiste datum in. Het bereik voor het jaartal is 2008 tot DATUMINDELING [JJJJ]/[MMM]/- - DAG= JJJJ/MMM/DD* MMM/DD/JJJJ DD/MMM/JJJJ Hiermee geeft u aan in welke volgorde u jaar, maand en dag in de datumnotatie wilt weergeven. TIJD - - :[MM] [NM] UUR = [UU]: - - [VM] MINUUT= [UU]:[MM] - - VM/NM= Hiermee selecteert u de gewenste notatie voor TIJD. Afhankelijk van de geselecteerde TIJDSINDELING worden verschillende wizards weergegeven. TIJDSINDELING 12-UURS* 24-UURS Hiermee kunt u de indeling 12- UURS of 24-UURS selecteren. MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN Doorlopende waarde Bereik: Hiermee geeft u aan hoeveel snelkopieertaken in het product kunnen worden opgeslagen. De NLWW Menu Apparaat configureren 27

40 Artikel Subitem Waarden Omschrijving Standaard = 32 TIME-OUT TAAKOPSLAG UIT* 1 UUR 4 UUR 1 DAG standaardwaarde is 32. Het maximumaantal is 100. Hiermee geeft u aan hoe lang snelkopieertaken blijven staan voordat ze automatisch uit de wachtrij worden verwijderd. Deze menuoptie verschijnt alleen als er een harde schijf is geïnstalleerd. 1 WEEK ADRES WEERGEVEN AUTOMATISCH UIT* KLEURGEBRUIK BEPERKEN KLEUR INSCHAKELEN* KLEUR INDIEN TOEGESTAAN KLEUR UITSCHAKELEN KLEUR/ZWART GEM. AUTOMATISCH* MEESTAL KLEURENPAG MEESTAL ZWARTE PAG Met deze optie bepaalt u of het IPadres van het apparaat op de display wordt weergegeven bij het bericht Klaar. Uitschakelen of beperken van kleurgebruik. Zie Kleurgebruik beperken op pagina 124. Als u de instelling KLEUR INDIEN TOEGESTAAN wilt gebruiken, moet u machtigingen voor gebruikers instellen via de geïntegreerde webserver, HP Easy Printer Care of Web Jetadmin. Zie Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows op pagina 57. Met deze menuoptie bepaalt u hoe het apparaat overschakelt van kleur naar monochroom (zwart-wit) zodat maximale prestaties worden geleverd en de gebruiksduur van de printcartridges wordt verlengd. Met de optie AUTOMATISCH worden de fabrieksinstellingen van het apparaat hersteld. Selecteer MEESTAL KLEURENPAG als u bijna al uw taken afdrukt in kleur met een hoge paginadekking. Selecteer MEESTAL ZWARTE PAG als u meestal monochrome taken of een combinatie van kleurentaken en monochrome taken afdrukt. WERKING LADE Met dit menu kunt u aangeven hoe het product de papierladen en de bijbehorende prompts op het bedieningspaneel verwerkt. OPGEGEVEN LADE GEBRUIKEN EXCLUSIEF* EERSTE Met OPGEGEVEN LADE GEBRUIKEN worden taken verwerkt waarvoor een specifieke 28 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

41 Artikel Subitem Waarden Omschrijving invoerlade is opgegeven. Er zijn twee opties beschikbaar: EXCLUSIEF: het apparaat selecteert nooit een andere lade wanneer de gebruiker heeft aangegeven dat een bepaalde lade moet worden gebruikt, zelfs wanneer die lade leeg is. EERSTE: als de opgegeven lade leeg is, voert het apparaat papier in uit een andere lade, zelfs als de gebruiker een specifieke lade voor de taak heeft ingesteld. PROMPT HANDMATIGE INVOER PS-VERWERKING VAN AFDRUKMAT. PROMPT VOOR FORMAAT/ SOORT ALTIJD* TENZIJ GELADEN INGESCHAKELD* UITGESCHAKELD WEERGEVEN* NIET WEERGEVEN Met deze functie bepaalt u of een prompt voor handmatige invoer wordt weergegeven wanneer de papiersoort of het papierformaat voor een taak niet overeenkomt met het formaat of type dat voor lade 1 is geconfigureerd. Er zijn twee opties beschikbaar: ALTIJD: voorafgaand aan een taak met handmatige invoer wordt altijd een prompt weergegeven. TENZIJ GELADEN: er verschijnt uitsluitend een bericht als de multifunctionele lade leeg is of als de configuratie hiervan niet overeenkomt met het papierformaat en de papiersoort van de taak. Met deze optie bepaalt u hoe papier wordt verwerkt wanneer u afdrukt via een Adobe PSprintdriver. Als u INGESCHAKELD selecteert, wordt het papierverwerkingsmodel van HP gebruikt. Als u UITGESCHAKELD selecteert, wordt het papierverwerkingsmodel van Adobe PS gebruikt. Met deze functie stelt u in of een ladeconfiguratiebericht wordt NLWW Menu Apparaat configureren 29

42 Artikel Subitem Waarden Omschrijving weergegeven als u een lade sluit. Er zijn twee opties beschikbaar: WEERGEVEN: Met deze optie wordt een ladeconfiguratiebericht weergegeven als u een lade sluit. U kunt het papierformaat en de papiersoort voor de lade rechtstreeks in dit bericht configureren. NIET WEERGEVEN: Met deze optie wordt het ladeconfiguratiebericht niet automatisch weergegeven. ANDERE LADE GEBRUIKEN ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS BLANCO PAGINA'S IN DUPLEXER INGESCHAKELD* UITGESCHAKELD AAN UIT* AUTOMATISCH* JA Met deze optie geeft u aan of er wel of geen bericht op het bedieningspaneel moet verschijnen met de vraag een andere lade te selecteren wanneer de opgegeven lade leeg is. Er zijn twee opties beschikbaar: INGESCHAKELD: Wanneer u deze optie selecteert, wordt u gevraagd papier in de geselecteerde lade te doen of een andere lade te kiezen. UITGESCHAKELD: Wanneer u deze optie selecteert, krijgt u niet de mogelijkheid een andere lade te kiezen. U wordt gevraagd het papier in de geselecteerde lade aan te vullen. Met deze optie kunt u briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor elke taak op dezelfde manier plaatsen, zowel bij enkelzijdig als bij dubbelzijdig afdrukken. Zie Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden op pagina 86 voor meer informatie. Met deze optie stelt u in hoe het apparaat dubbelzijdige (duplex) 30 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

43 Artikel Subitem Waarden Omschrijving taken verwerkt. Er zijn twee opties beschikbaar: Met AUTOMATISCH wordt de functie Slimme duplex ingeschakeld. Hierbij wordt alleen de eerste zijde verwerkt als de tweede zijde leeg is. Hierdoor kan de afdruksnelheid worden verhoogd. Met JA schakelt u de functie Slimme duplex uit; het vel papier wordt dan ook omgeslagen als het maar aan een zijde bedrukt wordt. OPMERKING: Deze optie is uitsluitend beschikbaar op de HP Color LaserJet CP3525dn-printer en de HP Color LaserJet CP3525x-printer VERTRAGING SLUIMERMODUS 1 MINUUT 15 MINUTEN* 30 MINUTEN 45 MINUTEN 60 MINUTEN 90 MINUTEN 2 UUR 4 UUR Hiermee wordt het stroomverbruik verlaagd wanneer het apparaat gedurende de ingestelde tijd inactief is geweest. WEKTIJD <DAG VAN DE WEEK> UIT* AANGEP. Hiermee stelt u een dagelijkse wektijd in voor het apparaat, zodat het alvast kan opwarmen en kalibreren voor gebruik. Selecteer een dag van de week en vervolgens AANGEP.. Stel de wektijd voor de betreffende dag in en geef aan of u die tijd op alle dagen van de week wilt toepassen. OPTIMALE SNELHEID/ STROOMGEBRUIK SNELLERE EERSTE PAGINA* STROOM BESPAREN Bepaalt of de fuser al dan niet afkoelt. Als SNELLERE EERSTE PAGINA is geselecteerd, koelt de fuser niet af en wordt de eerste pagina sneller verwerkt wanneer een taak naar de printer wordt gestuurd. Als STROOM BESPAREN is geselecteerd, koelt de fuser langs natuurlijke weg af. Hoeveel langer het afdrukken van de eerste NLWW Menu Apparaat configureren 31

44 Artikel Subitem Waarden Omschrijving pagina duurt, hangt af van hoe lang de fuser heeft kunnen afkoelen. HELDERHEID DISPLAY Het bereik loopt van 1 tot 10. Dient voor het instellen van de helderheid van het display van het bedieningspaneel. De standaardinstelling is 0. PERSONALITY AUTOMATISCH* PCL PDF Hiermee stelt u de standaardpersonality in op de modi PCL, PDF, PS of op automatisch schakelen. VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN PS TAAK* AAN Dient voor instelling van het al dan niet wissen van waarschuwingen op het bedieningspaneel of wanneer een volgende taak verzonden wordt. AUTOMATISCH DOORGAAN UIT AAN* Hiermee bepaalt u hoe het apparaat reageert wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. VERVANG BENODIGDHEDEN Hiermee stelt u in wat er gebeurt wanneer een benodigdheid bijna leeg is. Het apparaat geeft het bericht "Bestel benodigdheden" weer wanneer een onderdeel vrijwel leeg is of het bericht "Vervang benodigdheden" wanneer een onderdeel het geschatte einde van de levensduur heeft bereikt. Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseert HP een onderdeel te vervangen wanneer het bericht "Vervang benodigdheden" wordt weergegeven. Het onderdeel hoeft op dat moment nog niet te worden vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet langer acceptabel is. Afdrukken is hierna mogelijk met NEGEREN BIJ LEEG 1 of NEGEREN BIJ LEEG 2. Met de opties voor Negeren kan een onderdeel ook worden gebruikt nadat het einde van de geschatte levensduur is bereikt. STOP BIJNA LEEG* STOP BIJ LEEG Kies STOP BIJNA LEEG om het afdrukken te stoppen wanneer een van de benodigdheden bijna leeg is. Kies STOP BIJ LEEG om het afdrukken te stoppen wanneer het geschatte einde van de levensduur van een onderdeel is bereikt. Afdrukken is hierna mogelijk met 32 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

45 Artikel Subitem Waarden Omschrijving NEGEREN BIJ LEEG 1 of NEGEREN BIJ LEEG 2. Het onderdeel hoeft op dat moment nog niet te worden vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet langer acceptabel is. NEGEREN BIJ LEEG 1 NEGEREN BIJ LEEG 2 Kies NEGEREN BIJ LEEG 1 om door te gaan met afdrukken wanneer een ander onderdeel dan de tonerafvaleenheid het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. Wanneer u deze optie gebruikt, zal de afdrukkwaliteit uiteindelijk niet langer acceptabel zijn. Zorg ervoor dat een vervangende cartridge beschikbaar is op het moment dat de afdrukkwaliteit niet langer acceptabel is. Kies NEGEREN BIJ LEEG 2 als het apparaat moet doorgaan met afdrukken wanneer het einde van de levensduur van een kleurenonderdeel voorbij is, met inbegrip van de tonerafvaleenheid. Deze optie wordt afgeraden omdat het risico bestaat dat de tonerafvaleenheid overloopt, waardoor de printer mogelijk een onderhoudsbeurt nodig heeft. In de modus Negeren is geen informatie beschikbaar over de resterende hoeveelheid toner. Wanneer een onderdeel van HP het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dat onderdeel. Zie Beperkte garantie op printcartridge op pagina 226 voor informatie over de garantie. De opties voor Negeren kunnen op elk gewenst moment worden in- of uitgeschakeld en hoeven niet voor elk onderdeel opnieuw te worden ingeschakeld. Het apparaat gaat automatisch verder met afdrukken wanneer het einde van de geschatte levensduur van een onderdeel is bereikt. Het bericht "Vervang benodigdheden - Negeren is actief" wordt weergegeven op het bedieningspaneel wanneer een onderdeel wordt gebruikt in de modus Negeren. Wanneer een onderdeel wordt vervangen door NLWW Menu Apparaat configureren 33

46 Artikel Subitem Waarden Omschrijving een nieuw exemplaar, wordt Negeren uitgeschakeld totdat een ander onderdeel het einde van de geschatte levensduur bereikt. PAGINALIMIET Het bereik loopt van 0 tot Dit menu wordt weergegeven wanneer u JA, GEBRUIK OPTIE NEGEREN selecteert voor een van beide opties. Hiermee selecteert u het aantal pagina's dat wordt afgedrukt wanneer het apparaat doorgaat met afdrukken in de modus Negeren. De standaardinstelling is INFORMATIE BENODIGDHEDEN RESTERENDE PAGINA'S VOLGORDE BERICHTEN NIVEAUMETER AAN* UIT Wanneer RESTERENDE PAGINA'S is ingesteld op UIT, wordt het gedeelte van het bericht waarin het aantal resterende pagina's wordt weergegeven, onderdrukt. Wanneer VOLGORDE BERICHTEN is ingesteld op UIT, wordt het bericht over het bestellen van benodigdheden niet weergegeven. Wanneer NIVEAUMETER is ingesteld op UIT, wordt de niveaumeter niet weergegeven. BESTELLEN BIJ BEREIK=0-100% U kunt instellen bij welk resterend percentage van de benodigdheden het bericht "Bestellen" verschijnt. De standaardinstelling is afhankelijk van de zwarte printcartridge die is geïnstalleerd. Als een zwarte printcartridge met standaardcapaciteit is geïnstalleerd, is de standaardinstelling 8%. Als een zwarte printcartridge met hoge capaciteit is geïnstalleerd, is de standaardinstelling 7%. KLEURBENODIGDH.LEEG STOP* AUTOMATISCH DOORGAAN ZWART Hier stelt u in hoe het apparaat moet reageren wanneer een kleurenonderdeel het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. Wanneer het apparaat is ingesteld op STOP, wordt het bericht VERVANG CARTRIDGE <KLEUR> of VERVANG BENODIGDHEDEN weergegeven wanneer een of meer kleurbenodigdheden op zijn. Wanneer het apparaat wordt ingesteld op AUTOMATISCH DOORGAAN ZWART, wordt het 34 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

47 Artikel Subitem Waarden Omschrijving afdrukken voortgezet met alleen zwarte toner. PAPIERSTORING HERSTELLEN AUTOMATISCH* UIT AAN Hiermee bepaalt u of het apparaat na een papierstoring zal proberen om overgeslagen pagina's opnieuw af te drukken. Als u AUTOMATISCH selecteert, drukt het apparaat pagina's opnieuw af als er voldoende geheugen beschikbaar is voor dubbelzijdig afdrukken op volle snelheid. RAM-SCHIJF AUTOMATISCH* UIT Hiermee stelt u in hoe de RAMschijffunctie wordt geconfigureerd. Deze optie is uitsluitend beschikbaar wanneer geen harde schijf is geïnstalleerd en de printer over ten minste 8 MB geheugen beschikt. Als de instelling AUTOMATISCH is gekozen, bepaalt het apparaat de optimale grootte voor de RAMschijf op basis van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Als de instelling UIT is gekozen, wordt de RAM-schijf uitgeschakeld, maar blijft een minimale RAM-schijf actief. TAAL Een lijst van de beschikbare talen wordt weergegeven. Dient voor instelling van de standaardtaal. De standaardtaal is ENGELS. Menu I/O De opties in het I/O-menu (invoer/uitvoer) beïnvloeden de communicatie tussen het product en de computer. Als het product een HP Jetdirect-afdrukserver heeft, kunt u de basisnetwerkparameters configureren in dit submenu. U kunt deze en andere parameters ook configureren via HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver. Zie Netwerkconfiguratie op pagina 71 voor meer informatie over deze opties. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu en selecteer vervolgens het menu I/O., selecteer het menu APPARAAT CONFIGUREREN OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Artikel Subitem Waarden Omschrijving I/O TIME-OUT Bereik: Hiermee stelt u de I/O TIME-OUT van het apparaat in seconden in. De standaardinstelling is 15 seconden. NLWW Menu Apparaat configureren 35

48 Artikel Subitem Waarden Omschrijving Met deze instelling kunt u de timeout instellen voor de beste prestaties. Als halverwege de afdruktaak de gegevens van andere poorten verschijnen, verhoogt u de waarde voor de time-out. MENU GEÏNTEGREERDE JETDIRECT In de volgende tabel vindt u een lijst met opties. Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving INFORMATIE PROTOCOLLEN AFDR. JA NEE* Met dit item drukt u een pagina af met de configuratie van de volgende protocollen: IPX/SPX, Novell NetWare, AppleTalk, DLC/ LLC. BEV.PAG. AFDR. JA* NEE JA: Drukt een pagina af met de huidige beveiligingsinstellingen van de HP Jetdirectafdrukserver. NEE: Er wordt geen pagina met beveiliginginstellingen afgedrukt. TCP/IP INSCHAKELEN AAN* UIT AAN: Schakel het TCP/IP-protocol in. UIT: Schakel het TCP/IP-protocol uit. HOSTNAAM Een alfanumerieke tekenreeks van maximaal 32 tekens die wordt gebruikt voor de identificatie van het apparaat. De naam staat op de configuratiepagina van HP Jetdirect. De standaardhostnaam is NPIxxxxxx, waarbij xxxxxx de laatste zes cijfers zijn van het LAN-hardwareadres (MAC). IPV4- INSTELLINGEN CONFIG METHODE BOOTP DHCP Specificeert de methode waarmee TCP/ IPv4-parameters worden geconfigureerd op de Jetdirect-afdrukserver. AUTOM. IP HANDMATIG Gebruik BOOTP (Bootstrap Protocol) voor automatische configuratie vanaf een BootPserver. Gebruik DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) voor de automatische configuratie vanaf een DHCPv4-server. Als hiervoor wordt gekozen en er sprake is van een DHCP-lease, zijn de menu's DHCP UITGAVE en DHCP VERNIEUWEN beschikbaar om de DHCP-lease-opties in te stellen. Gebruik AUTOM. IP voor automatische linklocal IPv6-adressering. Er wordt automatisch een adres in de vorm x.x toegewezen. 36 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

49 Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg) Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving Als u deze optie instelt op HANDMATIG, gebruikt u het menu HANDM. INSTELL. om TCP/IPv4-parameters te configureren. HANDM. INSTELL. STANDAARD-IP DHCP UITGAVE DHCP VERNIEUWEN IP-ADRES SUBNETMASKER STANDAARDGATE WAY AUTOM. IP* VEROUDERD NEE* JA NEE* JA (Alleen beschikbaar als CONFIG METHODE is ingesteld op HANDMATIG.) U configureert de parameters als volgt rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van het apparaat: IP-ADRES: het unieke IP-adres (n.n.n.n) van het apparaat, waarbij n staat voor een waarde van 0 t/m 255. SUBNETMASKER: het subnetmasker (n.n.n.n) voor het apparaat, waarbij n staat voor een waarde van 0 t/m 255. STANDAARDGATEWAY: het IP-adres van de gateway of router voor communicatie met andere netwerken. Geef het IP-adres op dat standaard moet worden gebruikt als de afdrukserver geen IPadres van het netwerk kan krijgen tijdens een geforceerde TCP/IP-herconfiguratie (bijvoorbeeld bij een handmatige configuratie om BootP of DHCP te gebruiken). OPMERKING: Met deze functie kent u een statisch IP-adres toe dat een conflict kan opleveren met een beheerd netwerk. AUTOM. IP: Er wordt een link-local IP-adres x.x ingesteld. VEROUDERD: Het adres wordt ingesteld, dat consistent is met oudere HP Jetdirect-apparaten. Dit menu wordt weergegeven als CONFIG METHODE is ingesteld op DHCP en er sprake is van een DHCP-lease voor de afdrukserver. NEE: De huidige DHCP-lease wordt opgeslagen. JA: De huidige DHCP-lease en de geleasede IP-adressen worden vrijgegeven. Dit menu wordt weergegeven als CONFIG METHODE is ingesteld op DHCP en er sprake is van een DHCP-lease voor de afdrukserver. NEE: De afdrukserver vraagt niet om het vernieuwen van de DHCP-lease. JA: De afdrukserver vraagt om het vernieuwen van de actuele DHCP-lease. PRIMAIRE DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een primaire DNS-server. NLWW Menu Apparaat configureren 37

50 Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg) Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving SECUNDAIRE DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een secundaire DNS-server. IPV6- INSTELLINGEN INSCHAKELEN AAN UIT* Met dit item schakelt u de IPv6-werking op de afdrukserver in of uit. UIT: IPv6 is uitgeschakeld. AAN: IPv6 is ingeschakeld. ADRES HANDM. INSTELL. INSCHA- KELEN ADRES Gebruik dit item om een TCP/IPv6-adres in te schakelen en handmatig te configureren. INSCHAKELEN: Kies AAN om handmatige configuratie in te schakelen of UIT om handmatige configuratie uit te schakelen. De standaardinstelling is UIT. ADRES: Met dit item voert u een 32-cijferig hexadecimaal IPv6-knooppuntadres in dat de dubbelepunts hexadecimale syntaxis gebruikt. DHCPv6-BELEID OPGEGEVEN ROUTER* ROUTER NIET BESCHIKBAAR ALTIJD OPGEGEVEN ROUTER: De door de afdrukserver te gebruiken statefulautoconfiguratiemethode wordt bepaald door een router. De router specificeert of de afdrukserver het adres, de configuratiegegevens of beide verkrijgt van een DHCPv6-server. ROUTER NIET BESCHIKBAAR: Als er geen router beschikbaar is, moet de afdrukserver proberen de stateful-configuratie van een DHCPv6-server te krijgen. ALTIJD: Met of zonder beschikbare router moet de afdrukserver steeds proberen de stateful-configuratie van een DHCPv6-server te krijgen. PRIMAIRE DNS Met dit item specificeert u een IPv6-adres voor de primaire DNS-server die door de afdrukserver moet worden gebruikt. SECUNDAIRE DNS Met dit item specificeert u een IPv6-adres voor de secundaire DNS-server die door de afdrukserver moet worden gebruikt. PROXYSERVER Hiermee wordt de proxyserver gespecificeerd die moet worden gebruikt door de in het apparaat geïntegreerde toepassingen. Een proxyserver wordt gewoonlijk gebruikt voor internettoegang door netwerkclients. Deze slaat webpagina's op en biedt bepaalde internetbeveiliging voor deze clients. Als u een proxyserver wilt opgeven, voert u het IPv6-adres of een volledige domeinnaam in. De naam mag maximaal 255 octetten hebben. 38 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

51 Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg) Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving Voor sommige netwerken moet u mogelijk contact opnemen met uw internetprovider (ISP) voor het proxyserveradres. PROXYPOORT Voer het poortnummer in dat door de proxyserver voor clientondersteuning wordt gebruikt. Het poortnummer identificeert de poort die is gereserveerd voor proxyactiviteit op het netwerk en kan een waarde hebben tussen 0 en TIME-OUT BIJ INACTIEF IPX/SPX INSCHAKELEN AAN* UIT FRAMETYPE AUTOMATISCH* EN_8023 EN_II EN_8022 EN_SNAP APPLETALK INSCHAKELEN AAN* DLC/LLC INSCHAKELEN AAN* BEVEILIGING BEVEILIGD WEB HTTPS VEREIST* UIT UIT HTTPS OPTIONEEL TIME-OUT BIJ INACTIEF: De tijdsperiode in seconden waarna een niet-actieve TCPafdrukgegevensverbinding wordt verbroken (standaard is 270 seconden, 0 schakelt de time-out uit). AAN: Schakel het IPX/SPX-protocol in. UIT: Schakel het IPX/SPX-protocol uit. Selecteert de instelling van het frametype voor uw netwerk. AUTOMATISCH: Stelt automatisch het frametype in en beperkt het tot het eerst waargenomen frametype. EN_8023, EN_II, EN_8022 en EN_SNAP zijn frametypeselecties voor ethernetnetwerken Hiermee configureert u een AppleTalknetwerk. AAN: Schakel het DLC/LLC-protocol in. UIT: Schakel het DLC/LLC-protocol uit. Geef voor het configuratiebeheer op of de geïntegreerde webserver voor communicatie alleen HTTPS (veilige HTTP) of zowel HTTP als HTTPS accepteert. HTTPS VEREIST: voor veilige, gecodeerde communicatie kan alleen toegang worden verkregen via HTTPS. De afdrukserver wordt weergegeven als een beveiligde site. HTTPS OPTIONEEL: Toegang via HTTP of HTTPS is toegestaan. IPSEC BEHOUD. UITSCHAKELEN* Geef de IPsec-status op de afdrukserver op. BEHOUD.: de IPsec-status blijft zoals momenteel geconfigureerd. UITSCHAKELEN: IPsec-werking op de afdrukserver is uitgeschakeld X TERUGZETTEN BEHOUD.* Hiermee geeft u aan of de 802.1Xinstellingen op de afdrukserver worden hersteld naar de fabrieksinstellingen. NLWW Menu Apparaat configureren 39

52 Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg) Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving TERUGZETTEN: de 802.1X-instellingen worden hersteld naar de fabrieksinstellingen. BEHOUD.: De huidige 802.1X-instellingen worden gehandhaafd. BEVEILIGING OPNIEUW INSTELLEN JA NEE* Geef op of de huidige beveiligingsinstellingen van de afdrukserver worden opgeslagen of worden hersteld naar de fabrieksinstellingen. JA: beveiligingsinstellingen zijn teruggezet naar de fabrieksinstellingen. NEE: de actuele beveiliginginstellingen blijven geldig. DIAGNOSTIEK GEÏNTEGR. TESTS Dit menu bevat tests voor de diagnose van netwerkhardware of TCP/IPverbindingsproblemen. Met geïntegreerde tests kan worden bepaald of een netwerkfout binnen of buiten het apparaat is opgetreden. Gebruik een geïntegreerde test om de hardware en communicatiepaden op de afdrukserver te controleren. Na het selecteren en inschakelen van een test en het instellen van de uitvoeringstijd selecteert u UITVOEREN om de test te beginnen. Afhankelijk van de uitvoeringstijd wordt een geselecteerde test continu uitgevoerd, totdat het apparaat wordt uitgeschakeld of een fout optreedt en een diagnostische pagina wordt afgedrukt. LAN HW-TEST HTTP-TEST SNMP-TEST JA NEE* JA NEE* JA NEE* VOORZICHTIG: Het uitvoeren van deze geïntegreerde test wist uw TCP/IPconfiguratie. Deze test voert een interne loopbacktest uit. Een interne loopbacktest verzendt en ontvangt alleen pakketten op de interne netwerkhardware. Er zijn geen externe transmissies op uw netwerk. Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze test niet te kiezen. Met deze test wordt de werking van HTTP gecontroleerd door voorgedefinieerde pagina's van het apparaat op te halen. Daarnaast wordt de geïntegreerde webserver getest. Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze test niet te kiezen. Met deze test wordt de werking van SNMPcommunicatie gecontroleerd via voorgedefinieerde SNMP-objecten op het apparaat. 40 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

53 Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg) Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze test niet te kiezen. GEGEGEVENSPAD TEST ALLE TESTS SEL. JA NEE* JA NEE* Met deze test worden problemen met gegevenspaden en beschadigde bestanden opgespoord op apparaten met HP postscript niveau 3-emulatie. Hierbij wordt een voorgedefinieerd PS-bestand naar het apparaat verzonden. Bij de test wordt echter geen papier gebruikt; het bestand wordt niet afgedrukt. Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze test niet te kiezen. Gebruik deze optie om alle beschikbare geïntegreerde tests te selecteren. Selecteer JA om alle tests te kiezen. Selecteer NEE om afzonderlijke tests te kiezen. UITV.DUUR [M] Met dit item geeft u de tijdsduur op (in minuten) dat een geïntegreerde test wordt uitgevoerd. U kunt een waarde kiezen van 0 tot 24 minuten. Als u nul (0) instelt, wordt de test uitgevoerd totdat een fout optreedt of het apparaat wordt uitgezet. De gegevens van de HTTP-, SNMP- en gegevenspadentests worden afgedrukt nadat de tests zijn voltooid. UITVOEREN JA NEE* NEE: de geselecteerde tests worden niet gestart. JA: start de gekozen tests. PING-TEST Deze test wordt gebruikt om de netwerkcommunicatie te controleren. Deze test zendt link-levelpakketten naar een externe netwerkhost en wacht dan op een juiste respons. Als u een ping-test wilt uitvoeren, stelt u de volgende items in: BEST.TYPE IPv4 IPv6 Geef op of het doelapparaat een IPv4- of IPv6-knooppunt is. BESTEMMING IPV4 Typ het IPv4-adres. BESTEMMING IPV6 Typ het IPv6-adres. PAKKETGROOTTE Geef de grootte in bytes aan van elk pakket dat wordt verzonden naar de externe host. Het minimum is 64 (standaard) en het maximum is TIME-OUT Geef de tijdsduur op (in seconden) om te wachten op een respons van de externe host. De standaardinstelling is 1 en het maximum is 100. TELLING Geef het aantal ping-testpakketten op dat bij deze test moet worden verzonden. Selecteer NLWW Menu Apparaat configureren 41

54 Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg) Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving een waarde van 0 tot 100. De standaardinstelling is 4. Als u de test continu wilt laten uitvoeren, selecteert u 0. RESULTATEN AFDR. UITVOEREN JA NEE* JA NEE* Als de ping-test niet is ingesteld op continu uitvoeren, dan kunt u de testresultaten desgewenst laten afdrukken. Kies JA om de resultaten af te drukken. Als u NEE kiest, worden de resultaten niet afgedrukt. Geef op of de ping-test moet starten. Kies JA om de test te starten of NEE om de test niet uit te voeren. PING- RESULTATEN Met dit item kunt u de ping-teststatus en de resultaten bekijken op het bedieningspaneel. U kunt de volgende items selecteren: VERZ. PAKKETTEN Geeft het aantal pakketten ( ) weer dat naar de externe host is verzonden sinds de meest recente test is gestart of voltooid. De standaardinstelling is 0. ONTV. PAKKETTEN VERL. PERCENTAGE Geeft het aantal pakketten ( ) weer dat van de externe host is ontvangen sinds de meest recente test is gestart of voltooid. De standaardinstelling is 0. Geeft het percentage (0 tot 100) pingtestpakketten weer dat is verzonden zonder respons van de externe host sinds de meest recente test is gestart of voltooid. De standaardinstelling is 0. MIN. RETOURTIJD Geeft de laagste gevonden retourtijd (RTT) weer, tussen 0 en 4096 milliseconden, voor pakkettransmissie en respons. De standaardinstelling is 0. MAX. RETOURTIJD Geeft de hoogste gevonden retourtijd (RTT) weer, tussen 0 en 4096 milliseconden, voor pakkettransmissie en respons. De standaardinstelling is 0. GEM. RETOURTIJD Geeft de gemiddelde gevonden retourtijd (RTT) weer, tussen 0 en 4096 milliseconden, voor pakkettransmissie en respons. De standaardinstelling is 0. PING IN UITV. JA NEE* Geeft aan of er een ping-test in uitvoering is. JA geeft een test in uitvoering aan en NEE geeft aan dat een test is voltooid of niet is uitgevoerd. 42 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

55 Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg) Artikel Subitem Subitem Waarden Beschrijving VERNIEUWEN JA NEE* Tijdens het weergeven van de pingtestresultaten werkt dit item de pingtestgegevens bij met de actuele resultaten. Kies JA om de gegevens bij te werken of NEE om de bestaande gegevens te behouden. Het bijwerken wordt echter automatisch uitgevoerd bij een menutime-out of als u handmatig terugkeert naar het hoofdmenu. LINKSNELH. AUTOMATISCH* 10T HALF 10T VOL 100TX HALF 100TX VOL 100TX AUTO 1000TX VOL De verbindingssnelheid en communicatiemodus van de afdrukserver moeten overeenkomen met die van het netwerk. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het apparaat en de geïnstalleerde afdrukserver. Kies één van de volgende configuratie-instellingen voor de verbinding: VOORZICHTIG: Als u de verbindingsinstelling wijzigt kan de netwerkcommunicatie met de afdrukserver en het netwerkapparaat verloren gaan. AUTOMATISCH: De afdrukserver gebruikt automatische onderhandeling om zichzelf te configureren met de hoogst toegestane linksnelheid en communicatiemodus. Als de automatische onderhandeling mislukt, wordt ofwel 100TX HALF of 10T HALF ingesteld, afhankelijk van de vastgestelde verbindingssnelheid van de hub-/switchpoort. (Een 1000T half-duplex-selectie wordt niet ondersteund.) 10T HALF: 10 Mbps, half-duplex-werking. 10T VOL: 10 Mbps, full-duplex-werking. 100TX HALF: 100 Mbps, half-duplexwerking. 100TX VOL: 100 Mbps, volledige duplexwerking. 100TX AUTO: Beperkt de automatische onderhandeling tot een maximale verbindingssnelheid van 100 Mbps. 1000TX VOL: 1000 Mbps, volledige duplexwerking. Menu Herstellen Via het menu HERSTELLEN kunt u de fabrieksinstellingen herstellen, de sluimermodus in- en uitschakelen en een update voor het apparaat uitvoeren wanneer nieuwe benodigdheden zijn geïnstalleerd. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu, selecteer het menu APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens het menu HERSTELLEN. NLWW Menu Apparaat configureren 43

56 OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Artikel Subitem Waarden Omschrijving FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN KALIBRATIE OPNIEUW INSTELLEN NIEUWE BENODIGDHEDEN NIEUWE FUSERKIT NEE* SLUIMERMODUS UIT JA AAN* Dient voor het wissen van de paginabuffer, verwijderen van alle veranderbare personalitygegevens, het activeren van de herstelfunctie voor de afdrukomgeving en het herstellen van alle fabriekswaarden. Hiermee herstelt u de kalibratiewaarden voor de formatter. Hiermee kunt u de teller voor fuseronderhoud opnieuw instellen na de installatie van een nieuwe fuser. Als SLUIMERMODUS is ingesteld op UIT, schakelt het apparaat nooit over naar de energiebesparingsmodus en verschijnt er geen sterretje naast de items wanneer u de optie VERTRAGING SLUIMERMODUS selecteert. 44 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

57 Menu Diagnostiek Via het menu DIAGNOSTIEK kunt u tests uitvoeren waarmee u problemen met het apparaat kunt opsporen en oplossen. Ga als volgt te werk: Druk op de knop Menu en selecteer vervolgens het menu DIAGNOSTIEK. OPMERKING: Waarden met een sterretje (*) zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Artikel Subitem Waarden Omschrijving LOGBOEK GEBEURT. AFDRUKKEN LOGBOEK GEBEURT. WEERGEVEN PROBLEEMOPLOSSING AFDRUKKWALITEIT DIAGNOSTISCHE PAGINA AFDRUKKEN CARTRIDGECONTROLE UITSCHAKELEN SENSOREN PAPIERBAAN Met deze optie kunt u een lijst afdrukken van de laatste 50 vermeldingen in het logboek, te beginnen met het meest recente bericht. Met deze optie worden de laatste 50 gebeurtenissen weergegeven, te beginnen met de meest recente gebeurtenis. Met deze optie kunt u een pagina met instructies afdrukken, een pagina voor elke kleur, een demopagina en een configuratiepagina. Deze pagina's kunnen u helpen bij het onderzoeken van problemen met de afdrukkwaliteit. Met deze optie kunt u een pagina afdrukken met informatie die u kunt gebruiken bij het onderzoeken van productproblemen. Met deze optie kunt u een printcartridge verwijderen om te bepalen welke printcartridge de oorzaak van een probleem is. Met deze optie wordt een test uitgevoerd voor alle sensoren van het product om te controleren of ze goed functioneren. Van elke sensor wordt de status weergegeven. PAPIERBAANTEST Met deze optie worden de functies voor de papierverwerking, zoals de configuratie van de laden, getest. TESTPAGINA AFDRUKKEN Met deze optie wordt een pagina gegenereerd voor het testen van de papierverwerkingsfuncties. Als u een specifieke papierbaan wilt testen, geeft u op voor welke baan de test moet worden uitgevoerd. BRON ALLE LADEN LADE 1 Met deze optie geeft u aan of de testpagina wordt afgedrukt vanuit alle laden of vanuit een specifieke lade. NLWW Menu Diagnostiek 45

58 Artikel Subitem Waarden Omschrijving LADE 2* LADE 3 DUBBELZIJDIG UIT AAN Met deze optie bepaalt u of de duplex-eenheid in de test moet worden opgenomen. OPMERKING: Deze optie is uitsluitend beschikbaar op de HP Color LaserJet CP3525dn-printer en de HP Color LaserJet CP3525xprinter AANTAL KOPIEËN 1* Met deze optie bepaalt u hoeveel pagina's vanuit de opgegeven bron moeten worden verzonden als onderdeel van de test HANDMATIGE SENSORTEST HANDMATIGE SENSORTEST 2 ONDERDELENTEST Er wordt een lijst met beschikbare onderdelen weergegeven. Met deze optie kunt u een test uitvoeren om te bepalen of de papierbaansensoren naar behoren functioneren. Met deze optie worden extra tests uitgevoerd om te bepalen of de papierbaansensoren naar behoren functioneren. Met deze optie kunt u afzonderlijke onderdelen onafhankelijk van elkaar activeren om geluiden, lekkages en andere hardwareproblemen te isoleren. TEST AFDRUKKEN/ STOPPEN Het bereik is milliseconden. De standaardinstelling is 0. Met deze optie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit nauwkeuriger onderzoeken. Het product wordt namelijk tijdens het afdrukken stopgezet, waardoor u kunt zien waar de afdrukkwaliteit van de afbeelding begint te verslechteren. Er wordt een storingsbericht weergegeven dat u mogelijk handmatig moet wissen. Een servicemedewerker moet deze test uitvoeren. KLEURBANDTEST TESTPAGINA AFDRUKKEN Met deze optie kunt u een kleurbandtestpagina afdrukken, die u kunt gebruiken om piekspanning in de hoogspanningsvoeding op te sporen. AANTAL KOPIEËN Het bereik is 1 tot 30. De standaardwaarde is 1. Met deze optie bepaalt u hoeveel exemplaren van de interne pagina worden afgedrukt. 46 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

59 Menu Service Het menu SERVICE is vergrendeld. U hebt een PIN-code nodig om het te openen. Dit menu is alleen bestemd voor bevoegde onderhoudstechnici. NLWW Menu Service 47

60 48 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

61 3 Software voor Windows Ondersteunde besturingssystemen voor Windows Ondersteunde printerdrivers voor Windows HP Universal Print Driver (UPD) Selecteer de juiste printerdriver voor Windows Prioriteit van afdrukinstellingen Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows Software verwijderen voor Windows Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows Software voor andere besturingssystemen NLWW 49

62 Ondersteunde besturingssystemen voor Windows De volgende Windows-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: Windows XP (32-bits en 64-bits) Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits) Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) Windows 2000 (32-bits) Windows Vista (32-bits en 64-bits) 50 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW

63 Ondersteunde printerdrivers voor Windows HP PCL 6 (dit is de standaardprinterdriver) Postscript-emulatie HP Universal Print Driver (HP UPD PS) HP PCL 5 Universal Print Driver (HP UPD PCL 5) kan worden gedownload van cljcp3525_software De printerdrivers hebben een online Help met aanwijzingen voor veelvoorkomende afdruktaken en een beschrijving van de knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten van de printerdriver. OPMERKING: Zie voor meer informatie over de UPD. NLWW Ondersteunde printerdrivers voor Windows 51

64 HP Universal Print Driver (UPD) De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die rechtstreeks toegang biedt tot vrijwel elk HP LaserJet-product, vanaf elke locatie, zonder afzonderlijke drivers te downloaden. De driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert. De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te geven. De UPD schakelt automatisch functies in die voor het product beschikbaar zijn. Hierbij kunt u denken aan dubbelzijdig afdrukken en nieten, zodat u deze functies niet meer handmatig hoeft in te schakelen. Ga naar voor meer informatie. Installatiemodi UPD Traditionele modus Kies deze modus wanneer u de driver installeert vanaf een cd voor één computer. Wanneer u de UPD hebt geïnstalleerd vanaf de cd die bij het apparaat werd geleverd, werkt de UPD net als een traditionele printerdriver. De UPD werkt met een specifiek apparaat. Als u voor deze modus kiest, moet u de UPD voor elke computer en voor elk apparaat afzonderlijk installeren. Dynamische modus Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD van internet te downloaden. Zie In de dynamische modus kunt u volstaan met de installatie van een enkele driver. U kunt apparaten van HP dan op elke locatie detecteren en daarmee afdrukken. Gebruik deze modus wanneer u de UPD voor een werkgroep wilt installeren. 52 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW

65 Selecteer de juiste printerdriver voor Windows Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om met het product te communiceren (via een printertaal). Zie de installatie-instructies en de Leesmijbestanden op de cd-rom van het product voor extra software en talen. Beschrijving van de HP PCL 6-driver Staat op de apparaat-cd en op Wordt meegeleverd als de standaarddriver Aanbevolen voor afdrukken in alle Windows-omgevingen Biedt over het geheel genomen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor de functies van het product voor de meeste gebruikers Ontwikkeld voor samenwerking met de Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de beste snelheid in Windows-omgevingen Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste software op basis van PCL 5 Omschrijving HP UPD PS-driver Staat op de product-cd en op Aanbevolen voor afdrukken met Adobe -softwareprogramma's of andere softwareprogramma's met veel graphics Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript flash-lettertypen Omschrijving HP UPD PCL 5-driver Wordt geïnstalleerd via de wizard Printer toevoegen Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windows-omgevingen) Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's van derden De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe) Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die u voor meerdere printermodellen kunt gebruiken Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een mobiele Windowscomputer NLWW Selecteer de juiste printerdriver voor Windows 53

66 Prioriteit van afdrukinstellingen Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Paginainstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan. Dialoogvenster Afdrukken: klik op Afdrukken, Afdrukinstellingen of op een soortgelijke opdracht in het menu Bestand van het programma waar u in werkt om dit dialoogvenster te openen. De instellingen die u wijzigt in het dialoogvenster Afdrukken hebben een lagere prioriteit en hebben meestal geen invloed op de wijzigingen die u hebt aangebracht in het dialoogvenster Pagina-instelling. Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver): klik op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken om de printerdriver te openen. Instellingen die u wijzigt in het dialoogvenster Printereigenschappen hebben meestal geen invloed op instellingen elders in de afdruksoftware. U kunt de meeste afdrukinstellingen hier wijzigen. Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer, zoals hierboven beschreven. Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders worden gewijzigd. 54 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW

67 Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure. De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers. Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie Hardware en geluiden op Printer. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens Voorkeursinstellingen voor afdrukken. De configuratie-instellingen van het product wijzigen 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers. -of- -of- -of- -of- Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie Hardware en geluiden op Printer. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen. NLWW Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows 55

68 Software verwijderen voor Windows Windows XP 1. Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Software. 2. Zoek en selecteer HP Color LaserJet CP3525 in de lijst. 3. Klik op de knop Wijzigen/verwijderen om de software te verwijderen. Windows Vista 1. Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Programma's en onderdelen. 2. Zoek en selecteer HP Color LaserJet CP3525 in de lijst. 3. Selecteer de optie Verwijderen/wijzigen. 56 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW

69 Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een eenvoudig softwarehulpmiddel voor het beheer van afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur. Het helpt u het gebruik van het apparaat te optimaliseren, de kosten van kleurenafdrukken te beheersen, apparaten te beveiligen en het beheer van benodigdheden te stroomlijnen met configuratie op afstand, proactieve controle, oplossen van beveiligingsproblemen en rapporten van afdruk- en beeldbewerkingsapparaten. Ga voor het downloaden van de laatste versie van HP Web Jetadmin en voor de nieuwste lijst met ondersteunde hostsystemen naar Als het programma op een hostserver is geïnstalleerd, kan een Windows-client met een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer) toegang tot HP Web Jetadmin krijgen door naar de HP Web Jetadmin-host te navigeren. Geïntegreerde webserver Het apparaat beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over apparaat- en netwerkactiviteiten. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer, Netscape Navigator, Apple Safari of Firefox. De geïntegreerde webserver bevindt zich in het apparaat. Hij is niet geladen op een netwerkserver. De geïntegreerde webserver biedt een interface voor het apparaat die toegankelijk is voor iedereen met een standaardwebbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde webbrowser op de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IP-adres van het apparaat in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in Informatiepagina's op pagina 132.) Zie Geïntegreerde webserver op pagina 136 voor een volledig overzicht van de functies van de geïntegreerde webserver. HP Easy Printer Care HP Easy Printer Care is een programma dat u voor de volgende taken kunt gebruiken: De productstatus controleren De status van de benodigdheden controleren en HP SureSupply gebruiken om online benodigdheden te bestellen Waarschuwingen instellen Rapporten over het gebruik van het product weergeven Productdocumentatie weergeven Toegang tot hulpmiddelen voor het oplossen van problemen en voor onderhoud krijgen HP Proactive Support gebruiken om routinematig uw afdruksysteem te scannen en mogelijke problemen te voorkomen. Met HP Proactive Support kunt u software, firmware en HP-printerdrivers bijwerken. NLWW Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows 57

70 U kunt HP Easy Printer Care weergeven wanneer het product rechtstreeks met uw computer of een netwerk is verbonden. Ondersteunde besturingssystemen Microsoft Windows 2000, Service Pack 4 Microsoft Windows XP, Service Pack 2 (32-bits en 64- bits) Microsoft Windows Server 2003, Service Pack 1 (32-bits en 64-bits) Windows Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) Microsoft Windows Vista (32-bits en 64-bits) Ondersteunde browsers Microsoft Internet Explorer 6.0 of 7.0 Ga naar als u HP Easy Printer Care wilt downloaden. Op deze website vindt u ook de meest recente informatie over ondersteunde browsers en een lijst met HP-producten die HP Easy Printer Care ondersteunen. Zie HP Easy Printer Care op pagina 133 voor meer informatie over het gebruik van HP Easy Printer Care. 58 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW

71 Software voor andere besturingssystemen Besturingssysteem UNIX Software Ga voor HP-UX- en Solaris-netwerken naar jetdirectunix_software om modelscripts te installeren met het HP Jetdirect printerinstallatieprogramma (HPPI) voor UNIX. Ga voor de laatste modelscripts naar Linux Ga voor informatie naar NLWW Software voor andere besturingssystemen 59

72 60 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW

73 4 Het product gebruiken met Macintosh Software voor Macintosh Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken NLWW 61

74 Software voor Macintosh Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh De volgende Macintosh-besturingssystemen worden door het product ondersteund: Mac OS X V10.3.9, V10.4, V10.5 en hoger OPMERKING: ondersteund. Voor Mac OS X v10.4 en hoger worden Mac's met PPC- en Intel Core -processoren Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript Printer Description), PDE's (Printer Dialog Extensions) en de HP Printer Utility voor Macintosh. Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerdrivers, kunt u de apparaatfuncties gebruiken. Gebruik de Apple PostScript 8-printerdriver die bij de computer wordt geleverd. Software verwijderen uit het Macintosh-besturingssysteem Als u software van een Macintosh-computer wilt verwijderen, sleept u de PPD-bestanden naar de prullenbak. Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Macintosh Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare opdracht op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te openen. Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd vervangen. Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken, Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet. Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer, zoals hierboven beschreven. Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders worden gewijzigd. 62 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met Macintosh NLWW

75 Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Kies Druk af in het menu Archief. 2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's. De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1. Kies Druk af in het menu Archief. 2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's. 3. Klik in het menu Instellingen op Bewaar als en typ een naam voor de voorinstelling. Deze instellingen worden in het menu Instellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen voorinstelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken. De configuratie-instellingen van het product wijzigen Mac OS X V10.3 of Mac OS X V Klik in het Apple-menu op Systeemvoorkeuren en vervolgens op Afdrukken en faxen. 2. Klik op Printerconfiguratie. 3. Klik op het menu Installatiemogelijkheden. Mac OS X V Klik in het Apple-menu op Systeemvoorkeuren en vervolgens op Afdrukken en faxen. 2. Klik op Opties & Benodigdheden. 3. Klik op het menu Driver. 4. Selecteer de driver in de lijst en configureer de geïnstalleerde opties. Software voor Macintosh-computers HP Printer Utility Gebruik de HP Printer Utility om productfuncties in te stellen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver. U kunt gebruikmaken van de HP Printer Utility als het product beschikt over een USB-kabel (Universal Serial Bus) of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. De HP Printer Utility openen Mac OS X V10.3 of Mac OS X V Open de Finder, klik op Programma's, klik op Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Printerconfiguratie. 2. Selecteer het product dat u wilt configureren en klik vervolgens op Hulpprogramma. Mac OS X V Klik in het menu Printer op Printer Utility. -of- Klik in de Wachtrij op het pictogram Hulpprogramma. NLWW Software voor Macintosh 63

76 Functies van de HP Printer Utility De HP Printer Utility bestaat uit een aantal pagina's, die u kunt openen door in de lijst Configuratieinstellingen te klikken. In de volgende tabel worden de taken beschreven die u vanuit deze pagina's kunt uitvoeren. Item Configuratiepagina Status benodigdheden Ondersteuning van HP Upload bestand Upload lettertypen Firmware-update Duplexmodus Tonerdichtheid Resolutie Vergrendel resources Opgeslagen taken Ladeconfiguratie IP-instellingen Bonjour-instellingen Extra instellingen Waarschuwingen via Apparaatgegevens Omschrijving Hiermee drukt u een configuratiepagina af. Geeft de status van de apparaatbenodigdheden weer en bevat koppelingen om online benodigdheden te bestellen. Geeft toegang tot technische ondersteuning, online bestellen van benodigdheden, online registratie en informatie over recyclen en retourneren. Brengt bestanden over van de computer naar het apparaat. Brengt lettertypebestanden over van de computer naar het apparaat. Brengt bestanden met bijgewerkte firmware over van de computer naar het apparaat. Schakelt de modus voor automatisch tweezijdig afdrukken in. Past de tonerdichtheid aan. Wijzigt de resolutie-instellingen, waaronder de REt-instelling. Vergrendelt of ontgrendelt opslagapparatuur, zoals een harde schijf. Beheert afdruktaken die zijn opgeslagen op de harde schijf van het apparaat. Wijzigt de standaardinstellingen van de lade. Hiermee wijzigt u de netwerkinstellingen van het apparaat en opent u de geïntegreerde webserver. Biedt de mogelijkheid om ondersteuning van Bonjour in of uit te schakelen of de naam te wijzigen van een apparaatservice die op een netwerk wordt weergegeven. Geeft toegang tot de geïntegreerde webserver. Hiermee configureert u het apparaat voor het verzenden van meldingen bij bepaalde gebeurtenissen. Geeft informatie weer over het huidige geselecteerde apparaat. Ondersteunde hulpprogramma's voor Macintosh Geïntegreerde webserver Het apparaat beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over apparaat- en netwerkactiviteiten. Zie Gebieden van de geïntegreerde webserver op pagina 137 voor meer informatie. 64 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met Macintosh NLWW

77 Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken Afdrukken Voorinstellingen voor afdrukken maken en gebruiken in Macintosh Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. Een voorinstelling voor afdrukken maken 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Selecteer de driver. 3. Selecteer de afdrukinstellingen. 4. Klik in het venster Instellingen op Bewaar als... en typ een naam voor de voorinstelling. 5. Klik op OK. Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Selecteer de driver. 3. Selecteer in het menu Instellingen de voorinstelling die u wilt gebruiken. OPMERKING: Selecteer Standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken. Het formaat van documenten wijzigen of afdrukken op een aangepast papierformaat U kunt een document schalen zodat het op een ander formaat papier past. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Papierafhandeling. 3. Selecteer in het gebied voor Doelpapierformaat de optie Pas aan papierformaat aan en selecteer vervolgens het formaat in de vervolgkeuzelijst. 4. Als u alleen papier wilt gebruiken dat kleiner is dan het document, selecteert u Verklein alleen. Een omslagblad afdrukken U kunt een afzonderlijk voorblad met een mededeling afdrukken voor uw document (bijvoorbeeld Vertrouwelijk ). 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Voorblad en selecteer of u het voorblad voor het document of achter het document wilt afdrukken. 4. In het menu Type voorblad selecteert u de mededeling die u op het voorblad wilt plaatsen. NLWW Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken 65

78 OPMERKING: voorblad. Als u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type Watermerken gebruiken Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond van elke pagina van het document. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Watermerken. 3. Selecteer naast Modus het type watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer Watermerk als u een semitransparant bericht wilt afdrukken. Selecteer Overlay als u een bericht wilt afdrukken dat niet transparant is. 4. Selecteer naast Pagina's of u het watermerk op alle pagina's wilt afdrukken of alleen op de eerste pagina. 5. Selecteer naast Tekst een van de standaardberichten of selecteer Aangepast en typ een nieuw bericht in het venster. 6. Selecteer opties voor de overige instellingen. Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken in Macintosh U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Dankzij deze functie is het mogelijk voorbeeldpagina's goedkoop af te drukken. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Lay-out. 4. Selecteer bij Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16). 5. Selecteer naast Lay-outrichting de volgorde en de plaats van de pagina's op het vel. 6. Bij Randen selecteert u het soort rand dat u om iedere pagina van het vel wilt afdrukken. 66 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met Macintosh NLWW

79 Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) Automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruiken 1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren: Bij lade 1 plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag en met de bovenrand eerst in het apparaat. Bij alle andere laden plaats u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en de bovenrand rechts in de lade. 2. Klik in het menu Archief op Druk af. 3. Open het menu Lay-out. 4. Selecteer naast Dubbelzijdig de optie Lange kant binden of Korte kant binden. 5. Klik op Druk af. Handmatig dubbelzijdig afdrukken Taken opslaan 1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren: Bij lade 1 plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag en met de bovenrand eerst in het apparaat. Bij alle andere laden plaats u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en de bovenrand rechts in de lade. 2. Klik in het menu Archief op Druk af. 3. Selecteer in het menu Afwerking de optie Handmatig afdrukken op 2e zijde. 4. Klik op Afdrukken. Volg de instructies in het pop-upvenster dat op het computerscherm verschijnt voordat u de uitgevoerde stapel weer in lade 1 plaatst voor het afdrukken van de tweede zijde. 5. Ga naar de printer en verwijder alle lege vellen uit lade Plaats de afgedrukte stapel met de bedrukte zijde omhoog en de onderrand eerst in lade 1. U moet de tweede kant afdrukken vanuit lade Druk desgevraagd op de juiste toets op het bedieningspaneel om door te gaan. U kunt taken op het apparaat opslaan, zodat u ze op een willekeurig tijdstip kunt afdrukken. U kunt opgeslagen taken delen met andere gebruikers of deze privé maken. OPMERKING: Zie Functies voor taakopslag gebruiken op pagina 109 en Opties voor taakopslag instellen op pagina 120 voor meer informatie over taakopslagfuncties. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Taakopslag. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Taakopslag het type opgeslagen taak. NLWW Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken 67

80 4. Voer voor een Opgeslagen taak en opgeslagen Persoonlijke taak een naam in het vak naast Taaknaam: in. Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam. Met Gebruik taaknaam + (1-99) voegt u een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam. Met Bestaand bestand vervangen wordt de bestaande opgeslagen taak overschreven door de nieuwe taak. 5. Als u in stap 3 Opgeslagen taak of Persoonlijke taak hebt geselecteerd, voert u een 4-cijferig nummer in het vak naast PIN voor afdrukken in. Als anderen proberen deze taak af te drukken, wordt hen gevraagd deze pincode in te voeren. De kleuropties instellen Gebruik het pop-upmenu Kleuropties om in te stellen hoe kleuren vanuit softwareprogramma's moeten worden geïnterpreteerd en afgedrukt. 1. Klik in het menu Archief van het softwareprogramma op Druk af. 2. Selecteer de driver. 3. Open het pop-upmenu Kleuropties. 4. Klik op Toon geavanceerde opties. 5. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan. Het menu Services gebruiken Als het product is aangesloten op een netwerk, kunt u via het menu Services de gegevens over het product en de status van de benodigdheden bekijken. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Services. 3. Wilt u de geïntegreerde webserver openen en een onderhoudstaak uitvoeren, ga dan als volgt te werk: a. Selecteer Apparaatonderhoud. b. Selecteer een taak in de vervolgkeuzelijst. c. Klik op Start. 4. Ga als volgt te werk om naar de verschillende ondersteuningswebsites voor dit product te gaan: a. Selecteer Services op Internet. b. Selecteer Internet-services en selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst. c. Klik op Openen! 68 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met Macintosh NLWW

81 5 Verbinding USB-verbinding Netwerkconfiguratie NLWW 69

82 USB-verbinding Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een type A-naar-B USB-kabel van maximaal 2 meter lang 70 Hoofdstuk 5 Verbinding NLWW

83 Netwerkconfiguratie Misschien zult u bepaalde netwerkparameters op het apparaat moeten configureren. U kunt deze parameters configureren vanaf het bedieningspaneel, de geïntegreerde webserver of, voor de meeste netwerken, vanuit de HP Web Jetadmin-software. Zie de Handleiding voor de geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor een volledige lijst met ondersteunde netwerken en voor aanwijzingen voor het configureren van netwerkparameters via de software. De handleiding wordt geleverd bij apparaten waarin een geïntegreerde HP Jetdirectafdrukserver is geïnstalleerd. Ondersteunde netwerkprotocollen Het product ondersteunt het TCP/IP-netwerkprotocol. Dit is het meest gebruikte en geaccepteerde netwerkprotocol. Dit protocol wordt gebruikt door een groot aantal netwerkservices. De volgende tabellen geven een overzicht van de ondersteunde netwerkservices en -protocollen. Tabel 5-1 Afdrukken Servicenaam poort9100 (directmodus) Line Printer Daemon (LPD) Geavanceerde LPD (aangepaste LPD-wachtrijen) FTP Afdrukken met WS WS-detectie Beschrijving Afdrukservice Afdrukservice Protocol en programma's gekoppeld aan spoolingservices voor lijnprinters geïnstalleerd op TCP/IP-systemen. TCP/IP-hulpmiddel voor het overbrengen van gegevens tussen systemen. Maakt gebruik van de Microsoft WSD-afdrukservices (Web Services for Devices) op de HP Jetdirect-afdrukserver. Hiermee worden Microsoft WS-detectieprotocollen toegestaan op de HP Jetdirect-afdrukserver. Tabel 5-2 Netwerkapparaten opsporen Servicenaam SLP (Service Location Protocol) Bonjour Beschrijving Protocol voor het opsporen van apparaten, dat wordt gebruikt om netwerkapparaten te zoeken en configureren. Dit protocol wordt voornamelijk gebruikt door programma's voor Microsoft. Protocol voor het opsporen van apparaten, dat wordt gebruikt om netwerkapparaten te zoeken en configureren. Dit protocol wordt voornamelijk gebruikt door programma's voor Apple Macintosh. Tabel 5-3 Berichten en beheer Servicenaam HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) EWS (Embedded Web Server) Beschrijving Hiermee kunnen webbrowsers communiceren met de geïntegreerde webserver. Hiermee kunt u het apparaat beheren via een webbrowser. NLWW Netwerkconfiguratie 71

84 Tabel 5-3 Berichten en beheer (vervolg) Servicenaam SNMP (Simple Network Management Protocol) LLMNR (Link Local Multicast Name Resolution) TFTP-configuratie Beschrijving Wordt door netwerktoepassingen gebruikt voor beheer van het apparaat. SNMP V1-, SNMP V3- en standaard MIB-II-objecten (Management Information Base) worden ondersteund. Hiermee stelt u in of het apparaat reageert op LLMNRverzoeken via IPv4 en IPv6. Hiermee kunt u TFTP te gebruiken voor het downloaden van een configuratiebestand met aanvullende configuratieparameters voor een HP Jetdirect-afdrukserver, bijvoorbeeld SNMP- of niet-standaardinstellingen. Tabel 5-4 IP-adressen Servicenaam DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) BOOTP (Bootstrap-protocol) Auto IP Beschrijving Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. Het apparaat ondersteunt IPv4 en IPv6. Het apparaat wordt door de DHCP-server van een IP-adres voorzien. Meestal krijgt het apparaat een IP-adres toegewezen door de DHCP-server zonder dat daarvoor actie van de gebruiker vereist is. Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. De BOOTP-server voorziet het apparaat van een IP-adres. Hiervoor moet de beheerder het MAC-hardware-adres van het apparaat invoeren in de BOOTP-server, zodat het apparaat een IP-adres kan krijgen van de server. Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. Als er noch een DHCP-server noch een BOOTP-server aanwezig is, gebruikt het product deze service om een uniek IP-adres te genereren. Tabel 5-5 Beveiligingsfuncties Servicenaam IPsec/firewall Kerberos SNMP v3 Toegangsbeheerlijst (ACL) Beschrijving Verzorgt netwerklaagbeveiliging op IPv4- en IPv6-netwerken. Met de firewall kan het IP-verkeer eenvoudig worden gecontroleerd. IPsec biedt aanvullende beveiliging met verificatie- en coderingsprotocollen. Hiermee kunt u vertrouwelijke informatie uitwisselen over een open netwerk door een unieke sleutel, een ticket, toe te kennen aan elke gebruiker die zich aanmeldt bij het netwerk. Het ticket wordt vervolgens opgenomen in berichten om de afzender te identificeren. Werkt met een op gebruikers gebaseerd beveiligingsmodel voor SNMP v3, dat gebruikersverificatie en de vertrouwelijkheid van gegevens verzorgt middels codering. De lijst van afzonderlijke hostsystemen of netwerken van hostsystemen die toegang hebben tot de HP Jetdirectafdrukserver en het aangesloten netwerkapparaat. 72 Hoofdstuk 5 Verbinding NLWW

85 Tabel 5-5 Beveiligingsfuncties (vervolg) Servicenaam SSL/TLS IPsec-batchconfiguratie Beschrijving Hiermee kunt u vertrouwelijke documenten via internet verzenden en de vertrouwelijkheid en de gegevensintegriteit garanderen tussen de client- en de servertoepassingen. Verzorgt netwerklaagbeveiliging met een eenvoudige controle van het IP-verkeer van en naar het apparaat. Dit protocol combineert de voordelen van codering en verificatie en is geschikt voor meervoudige configuraties. Het netwerkapparaat configureren Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen U kunt de IP-configuratie-instellingen weergeven of wijzigen met de geïntegreerde webserver. 1. Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres. Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende indeling: xxx.xxx.xxx.xxx Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en cijfers. De indeling is als volgt: xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 2. Typ het IP-adres in de adresregel van een webbrowser om de geïntegreerde webserver te openen. 3. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven instellingen wijzigen. Het netwerkwachtwoord instellen of wijzigen Met de geïntegreerde webserver kunt u een netwerkwachtwoord instellen of een bestaand wachtwoord wijzigen. 1. Open de geïntegreerde webserver en klik op het tabblad Netwerk. 2. Klik op de knop Beveilig. in het linkerdeelvenster. OPMERKING: Als er eerder een wachtwoord is ingesteld, krijgt u het verzoek dit wachtwoord in te voeren. Typ het wachtwoord en klik op de knop Toepassen. 3. Typ het nieuwe wachtwoord in de vakken Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord in het gebied Apparaatwachtwoord. 4. Klik onder aan het venster op de knop Toepassen om het wachtwoord op te slaan. NLWW Netwerkconfiguratie 73

86 IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel Naast de geïntegreerde webserver kunt u ook de menu's van het bedieningspaneel gebruiken om een IPv4-adres, een subnetmasker en een standaardgateway in te stellen. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu I/O te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om de optie MENU GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu TCP/IP te markeren en druk op OK. 6. Druk op de pijl omlaag om het menu IPV4-INSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 7. Druk op de pijl omlaag om het menu CONFIG METHODE te markeren en druk op OK. 8. Druk op de pijl omlaag om de instelling HANDMATIG te markeren en druk op OK. 9. Druk op de pijl omlaag om het menu HANDM. INSTELL. te markeren en druk op OK. 10. Druk op de pijl omlaag om het menu IP-ADRES te markeren en druk op OK. Druk op de pijl omlaag om het menu SUBNETMASKER te markeren en druk op OK. -of- -of- Druk op de pijl omlaag om het menu STANDAARDGATEWAY te markeren en druk op OK. 11. Druk op de pijl omhoog of omlaag om een hoger of lager getal in te stellen voor de eerste byte van het IP-adres, het subnetmasker of de standaardgateway. 12. Druk op OK om naar de volgende serie getallen te gaan. Als u naar de vorige serie getallen wilt gaan, drukt u op de pijl terug. 13. Herhaal stap 11 en 12 totdat het IP-adres, het subnetmasker of de standaardgateway volledig is ingesteld. Druk vervolgens op OK om de instelling op te slaan. 14. Druk op de knop Menu om terug te keren naar de status Klaar. IPv6 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel Naast de geïntegreerde webserver kunt u ook de menu's van het bedieningspaneel gebruiken om een IPv6-adres in te stellen. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu I/O te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om de optie MENU GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk op OK. 74 Hoofdstuk 5 Verbinding NLWW

87 5. Druk op de pijl omlaag om het menu TCP/IP te markeren en druk op OK. 6. Druk op de pijl omlaag om het menu IPV6-INSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 7. Druk op de pijl omlaag om het menu ADRES te markeren en druk op OK. 8. Druk op de pijl omlaag om het menu HANDM. INSTELL. te markeren en druk op OK. 9. Druk op de pijl omlaag om de instelling INSCHAKELEN te markeren en druk op OK. 10. Druk op de pijl omhoog om de instelling AAN te markeren en druk op OK. 11. Druk op de pijl omlaag om het menu ADRES te markeren en druk op OK. 12. Druk op de pijl omhoog of op de pijl omlaag om het adres in te voeren. Druk op OK. OPMERKING: U moet telkens na het invoeren van een teken op OK drukken. 13. Druk op de pijl omhoog of op de pijl omlaag om het stopteken te selecteren. Druk op OK. 14. Druk op de knop Menu om terug te keren naar de status Klaar. Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel) Alle ondersteunde netwerkprotocollen zijn ingeschakeld in de fabriek. Het uitschakelen van de ongebruikte protocollen heeft de volgende voordelen: Vermindert het netwerkverkeer dat wordt veroorzaakt door het apparaat. Verhindert dat onbevoegde gebruikers op het apparaat afdrukken. Geeft alleen toepasselijke informatie weer op de configuratiepagina. Zorgt dat het bedieningspaneel van het apparaat protocolspecifieke foutberichten en waarschuwingen weergeeft. IPX/SPX, AppleTalk of DLC/LLC uitschakelen OPMERKING: Schakel IPX/SPX niet uit in Windows-systemen die afdrukken via IPX/SPX. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu I/O te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om de optie MENU GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu IPX/SPX te markeren en druk op OK. Druk op de pijl omlaag om het menu APPLETALK te markeren en druk op OK. -of- -of- Druk op de pijl omlaag om het menu DLC/LLC te markeren en druk op OK. NLWW Netwerkconfiguratie 75

88 6. Druk op OK om de instelling INSCHAKELEN te selecteren. 7. Druk op de pijl omlaag om de instelling UIT te markeren en druk op OK. 8. Druk op de knop Menu om terug te keren naar de status Klaar. Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex De linksnelheid en communicatiemodus van de afdrukserver moeten overeenkomen met die van het netwerk. Voor de meeste situaties laat u de printer in de automatische modus staan. Als u onjuiste instellingen opgeeft voor de koppelingssnelheid en duplex, kan het apparaat mogelijk niet meer communiceren met andere netwerkapparaten. Als u wijzigingen moet aanbrengen, doet u dat via het bedieningspaneel van het apparaat. OPMERKING: Wanneer u aan deze instellingen wijzigingen aanbrengt, wordt het apparaat uit- en vervolgens weer ingeschakeld. Breng alleen wijzigingen aan wanneer het apparaat inactief is. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu I/O te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om de optie MENU GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu LINKSNELH. te markeren en druk op OK. 6. Druk op de pijl omlaag om een van de volgende opties te selecteren. Instelling AUTOMATISCH 10T HALF 10T VOL 100TX HALF 100TX VOL 100TX AUTO 1000TX VOL Omschrijving De afdrukserver zorgt zelf automatisch voor configuratie met de hoogste verbindingssnelheid en communicatiemodus die op het netwerk zijn toegestaan. 10 megabytes per seconde (Mbps), half-duplexwerking 10 Mbps, volledige duplexwerking. 100 Mbps, half-duplexwerking. 100 Mbps, volledige duplexwerking. Beperkt de automatische onderhandeling tot een maximale verbindingssnelheid van 100 Mbps Mbps, volledige duplexwerking. 7. Druk op OK. Het apparaat wordt uit- en weer ingeschakeld. 76 Hoofdstuk 5 Verbinding NLWW

89 6 Papier en afdrukmateriaal Het gebruik van papier en afdrukmateriaal Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal Aangepaste papierformaten Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal Lade- en bakcapaciteit Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal Laden vullen Laden configureren NLWW 77

90 Het gebruik van papier en afdrukmateriaal Dit product ondersteunt een grote verscheidenheid aan papier en ander afdrukmateriaal. Zie hiervoor de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet in overeenstemming is met deze richtlijnen, kan de volgende problemen veroorzaken: Slechte afdrukkwaliteit Meer papierstoringen Voortijdige slijtage van het product waardoor reparaties nodig zijn Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor laserprinters of multifunctioneel gebruik. Gebruik geen papier of afdrukmateriaal dat is gemaakt voor inkjetprinters. Hewlett-Packard Company kan geen aanbevelingen doen voor het gebruik van andere merken afdrukmateriaal omdat HP geen invloed heeft op de kwaliteit hiervan. Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik van het materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- en/of vochtigheidsniveau of van andere omstandigheden waarop Hewlett-Packard geen invloed heeft. VOORZICHTIG: Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is. Deze reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard. 78 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

91 Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en past zich aan verschillende materialen aan. OPMERKING: Selecteer voor de beste resultaten voordat u gaat afdrukken het juiste papierformaat en het papiertype in de printerdriver. Tabel 6-1 Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 (optioneel) Letter 216 x 279 mm Legal 216 x 356 mm A4 210 x 297 mm RA4 215 x 305 mm A5 148 x 210 mm B5 (JIS) 182 x 257 mm B6 (JIS) 128 x 182 mm Executive 184 x 267 mm Statement 140 x 216 mm 4x6 101,6 x 152,4 mm De briefkaartinvoer van HP moet worden geplaatst. 10 x 15 cm 101,6 x 152,4 mm De briefkaartinvoer van HP moet worden geplaatst. 5x7 127 x 178 mm 5x8 127 x 203 mm NLWW Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal 79

92 Tabel 6-1 Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal (vervolg) Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 (optioneel) A6 105 x 148 mm Briefkaart (JIS) 100 x 148 mm Dubbele briefkaart (JIS) 148 x 200 mm 16K 184 x 260 mm 16K 195 x 270 mm 16K 197 x 273 mm 8,5 x x 330 mm Commerciële #10-envelop 105 x 241 mm Envelop #9 100 mm x 226 mm B5-envelop 176 x 250 mm Envelop C5 ISO 162 x 229 mm C6-envelop 114 x 162 mm Envelop DL ISO 110 x 220 mm Monarch-envelop 98 x 191 mm Aangepast 98,4 x 148 mm tot 216 x 356 mm Aangepast 148 x 210 mm tot 216 x 297 mm Aangepast 148 x 210 mm tot 216 x 356 mm 80 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

93 Aangepaste papierformaten Dit product ondersteunt diverse aangepaste papierformaten. Ondersteunde aangepaste formaten zijn formaten die binnen de richtlijnen voor minimum- en maximumpapierformaat voor het product liggen maar die niet worden weergegeven in de tabel met ondersteunde papierformaten. Geef het aangepaste formaat in de printerdriver op wanneer u een ondersteund aangepast formaat gebruikt en plaats het papier in een lade die de aangepaste formaten ondersteunt. NLWW Aangepaste papierformaten 81

94 Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal Ga naar voor een compleet overzicht van specifieke HP-papiersoorten die dit apparaat ondersteunt. Papiersoort Lade 1 Lade 2 Lade 3 (optioneel) Gewoon papier Licht g/m 2 Gemiddeld ( g/m 2 ) Zwaar ( g/m 2 ) Extra zwaar ( g/m 2 ) Kleurentransparant Etiketten Briefhoofd Voorbedrukt Geperforeerd Gekleurd Ruw Bankpost Kringloop Envelop Kaart Middengewicht, glanzend ( g/m 2 ) Zwaar, glanzend ( g/m 2 ) Extra zwaar, glanzend ( g/m 2 ) Kaart, glanzend ( g/m 2 ) Ondoorzichtige film HP Stevig papier HP Mat (105 g/m 2 ) HP Mat (120 g/m 2 ) HP Mat (160 g/m 2 ) HP Mat (200 g/m 2 ) HP Zachtglanzend (120 g/m 2 ) HP Glanzend (130 g/m 2 ) 82 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

95 Papiersoort Lade 1 Lade 2 Lade 3 (optioneel) HP Glanzend (160 g/m 2 ) HP Glanzend (220 g/m 2 ) NLWW Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal 83

96 Lade- en bakcapaciteit Lade of bak Papiersoort Specificaties Hoeveelheid Lade 1 Papier Bereik: 60 g/m 2 bankpost tot 216 g/m 2 bankpost Maximale stapelhoogte: 10 mm Gelijk aan 100 vel 75 g/m 2. Enveloppen Minder dan 60 g/m 2 tot 90 g/m 2 Maximaal 10 enveloppen Etiketten Maximaal 0,102 mm dik Maximale stapelhoogte: 10 mm Transparanten Minimaal 0,102 mm dik Maximale stapelhoogte: 10 mm Maximaal 50 vellen Glanzend papier Bereik: 96 g/m 2 bankpost tot 220 g/m 2 bankpost Maximale stapelhoogte: 10 mm Maximaal 50 vellen Lade 2 Papier Bereik: 60 g/m 2 bankpost tot 163 g/m 2 bankpost Maximale stapelhoogte: 25 mm Gelijk aan 250 vel bankpostpapier van 75 g/m 2. Maximale stapelhoogte voor papier van A6-formaat: 15 mm Transparanten Minimaal 0,102 mm dik Maximale stapelhoogte: 25 mm Glanzend papier Bereik: 96 g/m 2 bankpost tot 220 g/m 2 bankpost Maximale stapelhoogte: 25 mm Lade 3 (optioneel) Papier Bereik: 60 g/m 2 bankpost tot 220 g/m 2 bankpost Gelijk aan 500 vel 75 g/m 2. Maximale stapelhoogte: 56 mm Transparanten Minimaal 0,102 mm dik Maximale stapelhoogte: 56 mm Glanzend papier Bereik: 96 g/m 2 bankpost tot 220 g/m 2 bankpost Maximale stapelhoogte: 56 mm Uitvoerbak Papier Gelijk aan 250 vel bankpost van 75 g/m Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

97 Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal Dit product ondersteunt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Hanteer de volgende richtlijnen om bevredigende resultaten te verkrijgen. Voor de beste afdrukresultaten moet u, wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal gebruikt, de soort en het formaat instellen in uw printerdriver. VOORZICHTIG: HP LaserJet-printers gebruiken tonerkatalysators om dry toner-deeltjes met zeer precieze stippen op het papier te drukken. HP laser-papier is bestand tegen deze extreme hitte. Het gebruik van inkjetpapier dat niet ontworpen is voor deze technologie kan schade aan de printer veroorzaken. Materiaalsoort Doen Niet doen Enveloppen Bewaar de enveloppen plat. Zorg dat de naden helemaal doorlopen tot de hoek van de envelop. Gebruik enveloppen met een plakstrip die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Etiketten Gebruik alleen etiketbladen waarvan het beschermblad niet zichtbaar is tussen de etiketten. Zorg ervoor dat de etiketten plat liggen Gebruik geen enveloppen die gekreukeld, ingekeept, aan elkaar kleven of anderszins beschadigd zijn. Gebruik geen enveloppen met klemmen, binddraad, vensters of met reliëfopdruk. Gebruik geen zelfklevende middelen of andere synthetische materialen. Gebruik geen etiketten met kreukels of luchtbellen of die zijn beschadigd. Druk geen vellen etiketten die niet volledig zijn. Gebruik alleen volle vellen etiketten. Transparanten Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik in kleurenlaserprinters. Leg de transparanten op een glad oppervlak nadat u ze uit het product heeft verwijderd. Briefpapier of voorbedrukte formulieren Gebruik alleen briefpapier of voorbedrukte formulieren die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Zwaar papier Gebruik alleen zwaar papier dat is goedgekeurd voor gebruik in laserprinters en voldoet aan de gewichtspecificaties voor dit product. Gebruik geen transparant afdrukmateriaal dat niet is goedgekeurd voor kleurenlaserprinters. Gebruik geen briefpapier met reliëf of metaalachtig briefpapier. Gebruik geen papier dat zwaarder is dan de aanbevolen specificaties voor afdrukmateriaal voor dit product, tenzij het HP-papier is dat is goedgekeurd voor gebruik in dit product. Glanzend papier of papier met een coating Gebruik alleen glanzend papier of papier met een coating dat is goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Gebruik geen glanzend papier of papier met een coating dat is bestemd voor gebruik in inkjetproducten. NLWW Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal 85

98 Laden vullen U kunt verschillende soorten afdrukmateriaal in de invoerladen plaatsen en het afdrukmateriaal vervolgens via het bedieningspaneel opvragen afhankelijk van het soort of het formaat. Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden Als u papier gebruikt waarvoor een bepaalde afdrukstand nodig is, plaatst u dit in de lade volgens de informatie in de onderstaande tabellen. OPMERKING: De instelling ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS heeft invloed op de manier waarop briefhoofdpapier of voorbedrukt papier moet worden geplaatst. Deze instelling is standaard uitgeschakeld. Zie Menu Systeeminstellingen op pagina 27 voor meer informatie. 86 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

99 Lade 1 Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Uit Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Aan Voorbedrukt of briefhoofdpapier staand Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde omlaag Bovenrand in de richting van de printer Afdrukzijde omhoog Onderrand in de richting van de printer Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde omhoog Onderrand in de richting van de printer Afdrukzijde omhoog Onderrand in de richting van de printer Liggend Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde omlaag Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Afdrukzijde omhoog Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde omhoog Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Afdrukzijde omhoog Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Geperforeerd Staand of liggend Enkel- of dubbelzijdig afdrukken Gaten naar de achterkant van het apparaat gericht Niet van toepassing NLWW Laden vullen 87

100 Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Uit Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Aan Enveloppen Lange rand van de envelop invoeren in het apparaat Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde omlaag Bovenrand in de richting van de printer Niet van toepassing Korte rand van de envelop invoeren in het apparaat Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde omlaag Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Niet van toepassing 88 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

101 Lade 2 of optionele lade 3 Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Uit Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Aan Voorbedrukt of briefhoofdpapier staand Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde omhoog Bovenrand aan de rechterkant van de lade Afdrukzijde omlaag Bovenrand aan de linkerkant van de lade Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde omlaag Bovenrand aan de linkerkant van de lade Afdrukzijde omlaag Bovenrand aan de linkerkant van de lade Liggend Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde omhoog Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Afdrukzijde omlaag Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde omlaag Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Afdrukzijde omlaag Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Geperforeerd Staand of liggend Enkel- of dubbelzijdig afdrukken Gaten naar de achterkant van het apparaat gericht Niet van toepassing NLWW Laden vullen 89

102 Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Uit Papier plaatsen ALTERNATIEVE BRIEFHOOFDMODUS = Aan Lade 1 vullen TIP: Ga naar de volgende website om een animatie te bekijken van deze procedure: go/cljcp3525-load-tray1. VOORZICHTIG: Als u papierstoringen wilt vermijden, mag u nooit papier toevoegen aan of verwijderen uit lade 1 tijdens het afdrukken. 1. Open lade Klap het verlengstuk van de lade uit om het papier te ondersteunen en stel de zijgeleiders in op de juiste breedte. 90 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

103 3. Plaats het papier met de te bedrukken zijde omlaag zo in de lade dat de korte bovenrand als eerste wordt ingevoerd in het apparaat. 4. Zorg dat de stapel onder de lipjes op de geleiders past en niet boven de indicatoren voor het papierniveau uitkomt. 5. Stel de zijgeleiders zo in dat deze het papier licht raken maar dat het hierdoor niet buigt. Enveloppen afdrukken Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u in uw toepassing of in het printerstuurprogramma de afdrukstand Liggend opgeven. Neem bij het instellen van de marges voor het adres van de afzender en de ontvanger op Commercial #10- of DL-enveloppen de volgende richtlijnen in acht: NLWW Laden vullen 91

104 Adrestype Linkermarge Bovenmarge Afzender 15 mm 15 mm Bestemming 102 mm 51 mm Lade 2 vullen Kies voor andere envelopformaten een marge-instelling die met het formaat overeenkomt. Deze lade kan tot 250 vel papier met een gewicht van 75 g/m 2 bevatten. Als het papier zwaarder is, kan de lade minder vellen bevatten. Plaats niet te veel papier in de lade. VOORZICHTIG: Druk vanuit lade 2 geen enveloppen, etiketten, briefkaarten of niet-ondersteunde papierformaten af. Druk op deze soorten papier alleen af via lade 1. TIP: Ga naar de volgende website om een animatie te bekijken van deze procedure: go/cljcp3525-load-tray2. 1. Schuif de lade open. OPMERKING: Open de lade niet als deze in gebruik is. 2. Stel de geleiders voor de papierbreedte en -lengte in door de vergrendeling van elk van de geleiders in te drukken en de geleiders op te schuiven tot het formaat van het papier dat u gebruikt. 92 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

105 3. Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde omhoog. Zorg ervoor dat de geleiders de stapel papier net raken zonder dat de stapel gaat opbollen. OPMERKING: Plaats niet te veel papier in de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de maximale-hoogte-indicator uitkomt. OPMERKING: Als de lade niet goed wordt ingesteld, kan tijdens het afdrukken een foutbericht verschijnen of kan het papier vastlopen. 4. Schuif de lade terug in het apparaat. 5. Op het bedieningspaneel wordt de soort en het formaat van het papier voor de lade weergegeven. Als de configuratie niet juist is, volgt u de instructies op het bedieningspaneel om het formaat of de soort te wijzigen. Plaats de optionele lade voor 500 vel en zwaar afdrukmateriaal (lade 3) Lade 3 kan maximaal 500 vel standaardpapier bevatten. Het apparaat herkent in lade 3 automatisch de volgende standaardpapierformaten: Letter, Legal, Executive, A4, A5 en B5 (JIS). NLWW Laden vullen 93

106 VOORZICHTIG: Druk vanuit lade 3 niet af op enveloppen of niet-ondersteunde papierformaten. Druk op deze soorten papier alleen af via lade 1. Plaats papier met een standaardformaat in lade 3 TIP: Ga naar de volgende website om een animatie te bekijken van deze procedure: go/cljcp3525-load-tray3. 1. Schuif de lade open. OPMERKING: Open de lade niet als deze in gebruik is. 2. Stel de geleiders voor de papierbreedte en -lengte in door de vergrendeling van elk van de geleiders in te drukken en de geleiders op te schuiven tot het formaat van het papier dat u gebruikt. 94 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

107 3. Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde omhoog. Zorg ervoor dat de geleiders de stapel papier net raken zonder dat de stapel gaat opbollen. OPMERKING: Plaats niet te veel papier in de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de maximale-hoogte-indicator uitkomt. OPMERKING: Als de lade niet goed wordt ingesteld, kan tijdens het afdrukken een foutbericht verschijnen of kan het papier vastlopen. 4. Schuif de lade terug in het apparaat. 5. Op het bedieningspaneel wordt de soort en het formaat van het papier voor de lade weergegeven. Als de configuratie niet juist is, volgt u de instructies op het bedieningspaneel om het formaat of de soort te wijzigen. NLWW Laden vullen 95

108 Papier met een speciaal formaat in lade 3 plaatsen Als u speciale afdrukmaterialen wilt gebruiken, moet u ook de formaatinstelling op het bedieningspaneel wijzigen in AANGEP. en de maateenheid, X-AFMETING en Y-AFMETING opgeven. 1. Schuif de lade open. 2. Stel de geleiders voor de papierbreedte en -lengte in door de vergrendeling van elk van de geleiders in te drukken en de geleiders op te schuiven tot het formaat van het papier dat u gebruikt. 3. Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde omhoog. Zorg ervoor dat de geleiders de stapel papier net raken zonder dat de stapel gaat opbollen. 96 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

109 4. Schuif de lade terug in het apparaat. Op het bedieningspaneel wordt de soort en het formaat van het papier weergegeven. 5. Op het bedieningspaneel wordt u gevraagd het papierformaat en de papiersoort in te stellen. Selecteer de instelling AANGEP. en configureer vervolgens de X- en Y-afmetingen van het aangepaste papierformaat. OPMERKING: Raadpleeg het etiket in de papierlade of de volgende illustratie om de X- en Y- afmeting te bepalen. Y X Plaats papier van 10 x 15 cm in lade 3 TIP: Ga naar de volgende website om een animatie te bekijken van deze procedure: go/cljcp3525-load-tray3-4x6. NLWW Laden vullen 97

110 Voor het plaatsen van papier van 10 x 15 cm in lade 3 is het installeren van de briefkaartinvoer van HP noodzakelijk. 1. Schuif de lade open. 2. Stel de geleiders voor de papierbreedte en -lengte in door de vergrendeling van elk van de geleiders in te drukken en helemaal open te schuiven. 3. Plaats de briefkaartinvoer van HP in lade 3 en schuif de invoer naar rechts totdat deze op zijn plaats klikt. 98 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

111 4. Plaats papier van 10 x 15 cm met de te bedrukken zijde omhoog in de lade. 5. Stel de geleiders voor de papierbreedte en -lengte in door de vergrendeling van elk van de geleiders in te drukken en helemaal dicht te schuiven. 6. Schuif de lade terug in het apparaat. NLWW Laden vullen 99

112 7. Op het bedieningspaneel wordt u gevraagd het papierformaat en de papiersoort in te stellen. Selecteer het papierformaat 10 x 15 cm. Verwijder de briefkaartinvoer van HP 1. Stel de geleiders voor de papierbreedte en -lengte in door de vergrendeling van elk van de geleiders in te drukken en helemaal open te schuiven. 2. Als u de briefkaartinvoer van HP wilt verwijderen, tilt u de lip op, schuift u de invoer naar het midden van de lade en tilt u de invoer op om die te verwijderen. 100 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

113 Laden configureren In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat: Wanneer u papier in de lade plaatst wanneer u een bepaalde lade of een bepaald afdrukmateriaal opgeeft voor een afdruktaak, terwijl de instellingen van het printerstuurprogramma of een programma en de lade niet overeenkomen met de instellingen voor de afdruktaak. Op het bedieningpaneel wordt het volgende bericht weergegeven: LADE <X> [SOORT] [FORMAAT] Druk op OK om formaat of soort te wijzigen. Druk op om de instellingen te accepteren.. OPMERKING: Dit bericht wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en deze is geconfigureerd voor de instellingen ELK FORM en ELK SOORT. OPMERKING: Als u andere HP LaserJet-modellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te configureren in de modus Eerste of de modus Papierlade. Bij dit apparaat is het instellen van FORMAAT IN LADE 1 op de instelling ELK FORM en het instellen van SOORT IN LADE 1 op ELK SOORT gelijk aan de modus Eerste. Het instellen van FORMAAT IN LADE 1 en SOORT IN LADE 1 op een andere instelling is gelijk aan de modus Papierlade. Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier 1. Plaats papier in de lade. Sluit de lade als u lade 2 of 3 gebruikt. 2. Het ladeconfiguratiebericht wordt weergegeven. 3. Druk op de pijl terug om het gedetecteerde formaat te accepteren of druk op OK om een ander papierformaat te kiezen. 4. Als u de configuratie van de lade aanpast, drukt u op de pijl omlaag om het juiste formaat te markeren. Vervolgens drukt u op OK. 5. Als u de configuratie van de lade aanpast, drukt u op de pijl omlaag om de juiste soort te markeren. Vervolgens drukt u op OK. Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak 1. Geef in het softwareprogramma de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op. 2. Verzend de taak naar het product. Als de lade moet worden geconfigureerd, wordt het bericht VUL LADE <X> [SOORT] [FORMAAT] weergegeven. 3. Vul de lade met het opgegeven type en formaat papier en sluit de lade. 4. Wanneer het bericht LADE <X> FORMAAT = <Formaat> wordt weergegeven, drukt u op OK om het formaat te bevestigen. Als u een aangepast formaat wilt opgeven, drukt u eerst op de pijl omlaag om de juiste maateenheid te markeren. Druk vervolgens op de pijl omhoog of omlaag om de X- en Y- afmetingen in te stellen en druk op OK. 5. Wanneer het bericht LADE<X> SOORT=<SOORT> wordt weergegeven, drukt u op OK om de soort te bevestigen en door te gaan met de taak. NLWW Laden configureren 101

114 Een lade configureren met behulp van het menu Papierverwerking U kunt de soort en het formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt op het product. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu PAPIERVERWERKING te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om de instelling van het formaat of de soort voor de gewenste lade te markeren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op de pijl omhoog of op de pijl omlaag om het formaat of de soort te markeren. Als u een aangepast formaat kiest, selecteert u de maateenheid en stelt u vervolgens de X- en Y-afmeting in. 5. Druk op OK om uw selectie op te slaan. 6. Druk op de knop Menu om de menu's te sluiten. Automatisch detecteren van overheadtransparanten (autodetectiemodus) De automatische detectie van de materiaalsoort werkt alleen als de lade is ingesteld op ELK SOORT. Als een lade is ingesteld op een ander type, zoals Bankpost of Glanzend, wordt de papiersensor in de lade uitgeschakeld. De printers uit de HP Color LaserJet CP3525-serie kunnen veel papiersoorten automatisch onderverdelen in twee categorieën: Geen transparant Transparanten Specifieke papiersoorten moeten worden geselecteerd in een taak of worden geconfigureerd in een lade. Instellingen autodetectie Volledige detectie (uitsluitend lade 1) Alleen transparant Het apparaat maakt onderscheid tussen transparanten (modus Transparant) en papier (modus Normaal). Telkens wanneer het apparaat een pagina afdrukt, stelt het vast of het om een transparant gaat of niet. Dit is de langzaamste modus. Het apparaat maakt onderscheid tussen transparanten (modus Transparant) en papier (modus Normaal). Er wordt vanuit gegaan dat de tweede en volgende pagina's van dezelfde soort zijn als de eerste pagina. Dit is de snelste modus en is handig voor het afdrukken van grote aantallen in de modus Normaal. Zie Menu Afdrukkwaliteit op pagina 23 voor meer informatie over het instellen van deze opties. 102 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

115 Het afdrukmateriaal op bron, soort of formaat selecteren Bron Als u het besturingssysteem Microsoft Windows gebruikt en een taak wilt afdrukken, wordt door drie instellingen bepaald waar de printerdriver probeert afdrukmateriaal op te halen. De instellingen voor Bron, Soort en Formaat worden in de meeste programma's weergegeven in het dialoogvenster Paginainstelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet wijzigt, wordt automatisch een lade geselecteerd op basis van de standaardinstellingen. Als u via Bron wilt afdrukken, selecteert u de lade waaruit het papier moet worden gehaald. Als u een lade selecteert die is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, wordt u gevraagd de lade te vullen met de juiste soort of het juiste formaat afdrukmateriaal. Wanneer u dit hebt gedaan, wordt het afdrukken gestart. Soort en Formaat Bij afdrukken volgens Soort of Formaat wordt de lade gebruikt die is gevuld met afdrukmateriaal van de juiste soort en het juiste formaat. Selectie van papier volgens soort in plaats van bron is vergelijkbaar met het vergrendelen van laden en zorgt ervoor dat speciaal papier niet per ongeluk wordt gebruikt. Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier is geconfigureerd en u gewoon papier selecteert, wordt geen papier uit de lade met briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier opgenomen uit een lade die is gevuld met gewoon papier en die via het bedieningspaneel is geconfigureerd voor gewoon papier. Selectie van afdrukmateriaal volgens soort en formaat leidt tot een aanmerkelijk verbeterde afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanzend papier en transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af op basis van Soort voor speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten of transparanten. Druk enveloppen, indien mogelijk, af volgens Formaat. Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat, selecteert u de gewenste soort of het gewenste formaat in het dialoogvenster Pagina-instelling, het dialoogvenster Afdrukken of het dialoogvenster Afdrukeigenschappen, afhankelijk van het softwareprogramma. Als u afdrukt op materiaal van een bepaalde soort of formaat, configureert u een lade voor die soort of dat formaat. Wanneer u vervolgens deze soort of dit formaat kiest voor een afdruktaak, wordt automatisch de lade gebruikt die daarvoor is geconfigureerd. NLWW Laden configureren 103

116 104 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW

117 7 Functies van het product gebruiken Energiezuinige instellingen Functies voor taakopslag gebruiken Zakelijke afbeeldingen of marketingmateriaal afdrukken Weerbestendige plattegronden en informatieborden afdrukken De uitlijning voor dubbelzijdig afdrukken instellen NLWW 105

118 Energiezuinige instellingen U kunt de energiezuinige instellingen aanpassen via het bedieningspaneel of via de geïntegreerde webserver (EWS). Inschakeltijd slaapstand Met de aanpasbare functie Sluimermodus wordt het stroomverbruik beperkt wanneer het apparaat langere tijd niet actief is geweest. U kunt instellen na hoeveel tijd het apparaat de sluimermodus inschakelt. De standaardinstelling is 15 MINUTEN. OPMERKING: Wanneer de sluimermodus is ingeschakeld, wordt de display van het product gedimd. Deze modus heeft geen invloed op de opwarmtijd van het product. Sluimervertraging instellen 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om de instelling VERTRAGING SLUIMERMODUS te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omhoog of op de pijl omlaag om de gewenste tijdsduur te selecteren. 6. Druk op OK om de tijdsduur in te stellen. 7. Druk op de knop Menu. De sluimermodus in- en uitschakelen Wektijd 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu HERSTELLEN te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om het menu SLUIMERMODUS te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om de instelling AAN of UIT te selecteren. 6. Druk op OK om de selectie op te slaan. 7. Druk op de knop Menu. Met de ontwaakfunctie stelt u een dagelijkse wektijd in voor het apparaat, zodat het alvast kan opwarmen en kalibreren voor gebruik. Om de wektijd te kunnen instellen, moet SLUIMERMODUS zijn ingeschakeld. OPMERKING: Zorg ervoor dat de real-time klok is ingesteld voordat u de wektijd instelt. Zie De klok instellen op pagina 107 voor meer informatie. 106 Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruiken NLWW

119 U kunt de ontwaaktijd als volgt instellen of wijzigen: De klok instellen Via de ingebouwde klok kunt u de datum en tijd instellen. De datum- en tijdsgegevens worden toegevoegd aan opgeslagen afdruktaken. Hierdoor kunt u de meest recente versie van opgeslagen afdruktaken vinden. De ingebouwde klok instellen De datum instellen 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om het menu DATUM/TIJD te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu DATUM te markeren en druk op OK. 6. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om het jaar, de maand en de dag te selecteren. Druk na elke selectie op OK. De datumnotatie instellen 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om het menu DATUM/TIJD te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu DATUMINDELING te markeren en druk op OK. 6. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om de datumnotatie te selecteren en druk vervolgens op OK. De tijd instellen 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om het menu DATUM/TIJD te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu TIJD te markeren en druk op OK. 6. Druk op de pijl omhoog of pijl omlaag / om het uur, de minuut en de instelling VM/ NM te selecteren. Druk na elke selectie op OK. De tijdnotatie instellen 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk op OK. NLWW Energiezuinige instellingen 107

120 4. Druk op de pijl omlaag om het menu DATUM/TIJD te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu TIJDSINDELING te markeren en druk op OK. 6. Druk op de pijl omhoog of pijl omlaag / om de tijdsnotatie te selecteren en druk vervolgens op OK. De wektijd instellen 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om het menu WEKTIJD te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om de dag van de week te selecteren en druk vervolgens op OK. 6. Druk op de pijl omlaag om de instelling AANGEP. te selecteren en druk vervolgens op OK. 7. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om het uur te selecteren en druk vervolgens op OK. 8. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om de minuten te selecteren en druk vervolgens op OK. 9. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om VM of NM te selecteren en druk vervolgens op OK. 10. Druk op OK om het menu TOEPASSEN OP ALLE DAGEN te openen. 11. Druk op de pijl omhoog of omlaag / om de instelling JA of NEE te selecteren en druk vervolgens op OK. 12. Als u NEE selecteert, kunt u met pijl omhoog of omlaag / de WEKTIJD voor de andere dagen van de week instellen. Druk vervolgens op OK om de selectie te accepteren. 13. Druk op de knop Menu. Energiezuinige werkstanden instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS) 1. Open de EWS vanuit een webbrowser. Zie Geïntegreerde webserver op pagina Klik op Instellingen en vervolgens op Wektijd. 3. Stel de wektijd in voor elke dag van de week. 4. Stel de sluimervertraging voor het apparaat in. 5. Klik op Toepassen. 108 Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruiken NLWW

121 Functies voor taakopslag gebruiken De volgende taakopslagfuncties zijn voor afdruktaken beschikbaar: Controleren en vasthouden-taken: Deze functie is een snelle en eenvoudige methode om één exemplaar van een taak af te drukken en te proeflezen en vervolgens de overige exemplaren af te drukken. Persoonlijke taken: als u een privétaak naar het apparaat stuurt, wordt de taak niet afgedrukt tot u de vereiste pincode op het bedieningspaneel invoert. Snelkopieertaken: als de optionele harde schijf in het apparaat is geïnstalleerd, kunt u het opgegeven aantal exemplaren van een taak afdrukken en die taak vervolgens opslaan op de optionele harde schijf. Als u de taak opslaat, kunt u later meer exemplaren van de taak afdrukken. Opgeslagen taken: als de optionele harde schijf in het apparaat is geïnstalleerd, kunt u taken zoals personeelsformulieren, urenregistraties of agenda's opslaan op het apparaat en andere gebruikers toestaan de taak op elk gewenst moment af te drukken. Opgeslagen taken kunnen worden beveiligd met een pincode. VOORZICHTIG: Als u het apparaat uitschakelt, worden alle snelkopieertaken, 'Controleren en vasthouden'-taken en persoonlijke taken verwijderd. Opgeslagen taken maken Met de printerdriver kunt u opgeslagen taken maken. Windows 1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken. 2. Klik op Eigenschappen en vervolgens op het tabblad Taakopslag. 3. Selecteer de gewenste modus voor opgeslagen taken. Zie Opties voor taakopslag instellen op pagina 120 voor meer informatie. Macintosh 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Taakopslag. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Taakopslag: het soort opgeslagen taak. Zie Taken opslaan op pagina 67 voor meer informatie. OPMERKING: Selecteer de optie Opgeslagen taak in de driver als u een taak blijvend wilt opslaan en wilt voorkomen dat de taak door het apparaat wordt verwijderd wanneer ergens anders ruimte voor nodig is. Opgeslagen taken afdrukken 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu TAAK OPHALEN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om uw gebruikersnaam te markeren en druk vervolgens op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om een taaknaam te markeren en druk vervolgens op OK. De optie AFDR. of AFDR. EN VERW. wordt gemarkeerd. NLWW Functies voor taakopslag gebruiken 109

122 5. Druk op OK om de optie AFDR. of AFDR. EN VERW. te selecteren. 6. Als er een pincode nodig is voor de taak, drukt u op de pijl omhoog of omlaag om de pincode in te voeren. Druk daarna op OK. OPMERKING: Als u de pijl omhoog of omlaag gebruikt om de pincode in te voeren, drukt u na ieder cijfer op OK. 7. Druk op OK om de optie AANTAL KOPIEËN te selecteren. 8. Als u het aantal exemplaren wilt afdrukken dat in de driver werd opgegeven toen de taak werd opgeslagen, drukt u op OK om de optie TAAK te selecteren. -of- Om meer exemplaren af te drukken dan werd opgegeven in de driver toen de taak werd opgeslagen, drukt u op de pijl omlaag om de optie AANTAL KOPIEËN te selecteren en drukt u op OK. Druk op de pijl omhoog of op de pijl omlaag om het aantal exemplaren te selecteren en druk vervolgens op OK. Het aantal afgedrukte exemplaren bestaat uit het aantal exemplaren dat werd opgegeven in de driver, vermenigvuldigd met het aantal exemplaren opgegeven voor de optie AANTAL KOPIEËN. Opgeslagen taken verwijderen Wanneer u een opgeslagen taak naar het apparaat verzendt, worden eerdere taken met dezelfde taaken gebruikersnaam overschreven. Als een taak nog niet is opgeslagen onder dezelfde gebruikers- en taaknaam en als het apparaat extra ruimte nodig heeft, kunnen andere opgeslagen taken automatisch worden verwijderd, te beginnen met de oudste taak. In het menu TAAK OPHALEN op het bedieningspaneel van het apparaat kunt u het aantal taken wijzigen dat kan worden opgeslagen. Een taak kan worden verwijderd via het bedieningspaneel, vanuit de geïntegreerde webserver of vanuit HP Web Jetadmin. Ga als volgt te werk om een taak te verwijderen via het bedieningspaneel: 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu TAAK OPHALEN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om uw gebruikersnaam te markeren en druk vervolgens op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om een taaknaam te markeren en druk vervolgens op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om de optie VERWIJDEREN te markeren en druk op OK. 6. Als er een pincode nodig is voor de taak, drukt u op de pijl omhoog of omlaag om de pincode in te voeren. Druk daarna op OK. OPMERKING: Als u de pijl omhoog of omlaag gebruikt om de pincode in te voeren, drukt u na ieder cijfer op OK. 7. Druk op OK om te bevestigen dat u de taak wilt verwijderen. 110 Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruiken NLWW

123 Zakelijke afbeeldingen of marketingmateriaal afdrukken Met dit apparaat kunt u op glanzend papier marketing- en verkoopmateriaal en andere kleurendocumenten afdrukken. Om dergelijke documenten met optimale kwaliteit af te drukken, doet u het volgende: Selecteer het juiste papier. Zie de volgende tabel. Stel de papierlade juist in. Zie De papierlade configureren op pagina 111. Selecteer de juiste instellingen in de printdriver. Zie De driverinstellingen configureren op pagina 112. Ondersteund glanzend papier Productsoort HP Glanzend papier HP Presentatiepapier voor laser, Zacht glanzend HP Presentatiepapier voor laser, Glanzend HP Presentatiepapier voor laser, Glanzend HP Professioneel papier voor laser, Zacht glanzend HP Brochurepapier voor laser, Glanzend HP Superior Papier voor laser, Glanzend HP Fotopapier voor laser, Glanzend HP Fotopapier voor laser, Glanzend HP Fotopapier voor laser, Glanzend, 4x6 HP Fotopapier voor laser, Glanzend, 10 x 15 cm Productcode Productformaat Instellingen bedieningspaneel en printdriver Q6541A Letter HP Zachtglanzend 120g Q2546A Letter HP-papier, glanzend 130g Q2552A A4 HP-papier, glanzend 130g Q6542A A4 HP Zachtglanzend 120g Q6611A, Q6610A Letter HP Glanzend 160g Q6616A A4 HP Glanzend 160g Q6607A, Q6608A Letter HP Glanzend 220g Q6614A A4 HP Glanzend 220g Q8842A 101,6 x 152,4 mm HP Glanzend 220g Q8843A 101,6 x 152,4 mm HP Glanzend 220g OPMERKING: Raadpleeg in de Verenigde Staten voor een volledig overzicht van papoersoorten van HP. De papierlade configureren Configureer de papierlade voor de juiste papiersoort. 1. Plaats het papier in lade 2 of Wanneer u de lade hebt gesloten, wordt u op het bedieningspaneel gevraagd het papierformaat en de papiersoort te configureren. Druk op OK om het formaat en de soort te configureren. NLWW Zakelijke afbeeldingen of marketingmateriaal afdrukken 111

124 3. Als het juiste formaat wordt weergegeven, drukt u op OK om het formaat te accepteren. Als u een ander papierformaat wilt selecteren, drukt u op de pijl omhoog of op de pijl omlaag. 4. Als u wordt gevraagd de papiersoort op te geven, drukt u op de pijl omhoog of op de pijl omlaag om de juiste papiersoort te markeren. Druk vervolgens op OK om de soort te selecteren. De driverinstellingen configureren Voer de volgende stappen uit om vanuit uw grafische software op glanzend papier af te drukken. 1. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van uw softwareprogramma. 2. Selecteer de HP Color LaserJet CP3525-serie-printer en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeursinstellingen. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de papiersoort die u op het bedieningspaneel van het product hebt geconfigureerd. 4. Klik op OK om de instellingen op te slaan en op OK om af te drukken. De taak wordt automatisch afgedrukt vanuit de lade die voor papier is geconfigureerd. 112 Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruiken NLWW

125 Weerbestendige plattegronden en informatieborden afdrukken Met de HP Color LaserJet CP3525-serie kunt u duurzame, waterbestendige plattegronden, informatieborden en menukaarten afdrukken op HP Stevig papier. HP Stevig papier is een waterbestendige en sterke papiersoort met satijnglanscoating waarop afgedrukte kleuren zelfs bij intensief gebruik en zware weersomstandigheden rijk, levendig en helder blijven. Hiermee behoort het dure en tijdrovende lamineren tot de verleden tijd. Om dergelijke documenten met optimale kwaliteit af te drukken, doet u het volgende: Selecteer het juiste papier. Zie de volgende tabel. Stel de papierlade juist in. Zie De papierlade configureren op pagina 111. Selecteer de juiste instellingen in de printdriver. Zie De driverinstellingen configureren op pagina 112. Ondersteund stevig papier Naam HP papier Productcode Productformaat Instellingen bedieningspaneel en printdriver HP Stevig papier voor LaserJet HP Stevig papier voor LaserJet Q1298A Letter HP Stevig papier Q1298B A4 HP Stevig papier NLWW Weerbestendige plattegronden en informatieborden afdrukken 113

126 De uitlijning voor dubbelzijdig afdrukken instellen Voordat u dubbelzijdige documenten zoals brochures gaat afdrukken, moet u de kalibratie van de lade instellen om ervoor te zorgen dat de voor- en achterkant van de pagina worden uitgelijnd. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu AFDRUKKWALITEIT te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om het menu REGISTRATIE INSTELLEN te markeren en druk op OK. 5. Druk op de pijl omlaag om het menu LADE <X> AANPASSEN te markeren voor de lade die u wilt aanpassen en druk vervolgens op OK. 6. Druk op de pijl omlaag om de instelling TESTPAGINA AFDRUKKEN te markeren en druk op OK. 7. Volg de instructies op de testpagina om de instelling te voltooien. 114 Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruiken NLWW

127 8 Afdruktaken Afdruktaak annuleren Functies van de Windows-printerdriver gebruiken NLWW 115

128 Afdruktaak annuleren U kunt een afdrukverzoek stoppen met het bedieningspaneel of met het softwareprogramma. Raadpleeg de online Help bij de specifieke netwerksoftware voor instructies over hoe u een afdrukverzoek van een computer op een netwerk stopt. OPMERKING: Nadat een afdruktaak is geannuleerd, kan het even duren voordat alle afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd. De huidige afdruktaak afbreken via het bedieningspaneel 1. Druk op de stopknop op het bedieningspaneel. 2. Druk op de pijl omlaag om de optie HUIDIGE TAAK ANNULEREN te markeren en druk op OK. Een afdruktaak afbreken vanuit het programma Wanneer u de afdruktaak verzendt, wordt er even een dialoogvenster op het scherm weergegeven waarin u de mogelijkheid krijgt om de afdruktaak te annuleren. Wanneer verschillende afdruktaken via de software naar het product zijn gestuurd, worden deze mogelijk in een wachtrij gezet (bijvoorbeeld in Windows Afdrukbeheer). Raadpleeg de softwaredocumentatie voor specifieke instructies voor het annuleren van een afdruktaak vanaf de computer. Als de afdruktaak in de afdrukwachtrij of afdrukspooler staat, verwijdert u de taak daar. 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers. -of- -of- Windows Vista: Klik op Start, klik op Configuratiescherm, en klik in de categorie voor Hardware en geluid op Printer. 2. Dubbelklik in de lijst met printers op de naam van dit apparaat om de afdrukwachtrij of spooler te openen. 3. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en druk op Verwijderen. 116 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW

129 Functies van de Windows-printerdriver gebruiken De printerdriver openen Taak De printerdriver openen Hulp krijgen bij een afdrukoptie Stappen Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op? in the rechterbovenhoek van de printerdriver en klik vervolgens op een willekeurig item in de printerdriver. Er wordt een pop-upbericht weergegeven, met daarin informatie over het desbetreffende item. Of klik op Help om de online-help te openen. Afdruksnelkoppelingen gebruiken Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Afdruksnelkoppelingen. Taak Een afdruksnelkoppeling gebruiken Stappen Selecteer een van de snelkoppelingen en klik vervolgens op OK om de taak af te drukken met de vooraf ingestelde instellingen. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als u eerst de instellingen aanpast en vervolgens een snelkoppeling selecteert, gaan al uw aanpassingen verloren. Een aangepaste afdruksnelkoppeling maken a) Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. b) Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling. c) Klik op Opslaan als, typ een naam voor de snelkoppeling en klik op OK. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als u eerst de instellingen aanpast en vervolgens een snelkoppeling selecteert, gaan al uw aanpassingen verloren. Papier- en kwaliteitsopties instellen Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Papier/ Kwaliteit. Taak Een papierformaat selecteren Een aangepast papierformaat selecteren Stappen Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierformaat een papierformaat. a) Klik op Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt geopend. b) Typ een naam voor het aangepaste formaat, geef de afmetingen op en klik op OK. NLWW Functies van de Windows-printerdriver gebruiken 117

130 Taak Een papierbron selecteren Een papiersoort selecteren Omslagbladen op ander papier afdrukken De eerste of laatste pagina op ander papier drukken De resolutie van afgedrukte afbeeldingen aanpassen Het glansniveau op afgedrukte pagina's aanpassen Stappen Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierbron een lade. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer... Vouw de opties uit bij Type is:. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier en klik vervolgens op de papiersoort die u gebruikt. a) In het gedeelte Speciale pagina's klikt u op Omslagbladen of Pagina's op ander papier afdrukken. Klik vervolgens op Instellingen. b) Selecteer een optie om een leeg of voorbedrukt voorblad, achterblad of beide af te drukken. Een andere mogelijkheid is om een optie te selecteren om de eerste of laatste pagina op ander papier af te drukken. c) Selecteer in de vervolgkeuzelijsten Papierbron en Papiersoort de door u gewenste optie(s) en klik vervolgens op Toevoegen. d) Klik op OK. In het gedeelte Afdrukkwaliteit selecteert u in de eerste vervolgkeuzelijst een optie. Zie de online-help van de printerdriver voor meer informatie over elk van de beschikbare opties. In het gedeelte Afdrukkwaliteit selecteert u in de vervolgkeuzelijst Glansniveau een optie. OPMERKING: Als u een glanzende papiersoort gebruikt, selecteert u die soort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort in plaats van het glansniveau in te stellen. Documenteffecten instellen Voor het uitvoeren van de volgende taken, opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Effecten. Taak Een pagina schalen zodat deze past op het geselecteerde papierformaat Een pagina schalen tot een percentage van het werkelijke formaat Een watermerk afdrukken Watermerken toevoegen of bewerken OPMERKING: Hiervoor moet de printerdriver op de computer worden geïnstalleerd in plaats van een server. Stappen Klik op Document afdrukken op en selecteer vervolgens in de vervolgkeuzelijst een formaat. Klik op % van werkelijk formaat en typ vervolgens het percentage in of verplaats de schuifbalk. a) Selecteer in de vervolgkeuzelijst Watermerken een watermerk. b) Als u het watermerk alleen op de eerste pagina wilt afdrukken, klikt u op Alleen eerste pagina. Doet u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt. a) In het gedeelte Watermerken klikt u op Bewerken. Het dialoogvenster Watermerkdetails wordt geopend. b) Selecteer de instellingen voor het watermerk en klik vervolgens op OK. Afwerkingsopties voor documenten instellen Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Afwerking. 118 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW

131 Taak Handmatig dubbelzijdig afdrukken (duplex) OPMERKING: Deze informatie heeft betrekking op apparaten die niet beschikken over een automatische duplexeenheid. Stappen 1. Plaats het papier met de te bedrukken zijde omlaag in lade 1 of met de te bedrukken zijde omhoog in lade Schakel in de printerdriver het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) in. Als u het document aan de bovenzijde wilt binden, schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan in. 3. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken. 4. Haal de bedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats die met de bedrukte zijde omhoog in lade Klik op OK om de tweede zijde van de taak af te drukken. Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex) OPMERKING: Deze informatie heeft betrekking op apparaten die beschikken over een automatische duplexeenheid. 1. Plaats het papier met de te bedrukken zijde omhoog in lade Schakel in de printerdriver het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Als u het document aan de bovenzijde wilt binden, schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan in. 3. Klik op de knop OK om de taak af te drukken. Een brochure afdrukken Meerdere pagina's per vel afdrukken Afdrukstand selecteren a) Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. b) Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out op Links binden of op Rechts binden. De optie Pagina's per vel wordt automatisch ingesteld op 2 pagina's per vel papier. a) Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's per vel. b) Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukstand. a) Selecteer in het gebied Afdrukrichting de optie Staand of Liggend. b) Als u het paginabeeld ondersteboven wilt afdrukken, klikt u op 180 graden draaien. NLWW Functies van de Windows-printerdriver gebruiken 119

132 Opties voor taakopslag instellen Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Taakopslag. OPMERKING: Zie Taken opslaan op pagina 67 en Opties voor taakopslag instellen op pagina 120 voor meer informatie over het instellen van de taakopslagfunctie. Taak Eén exemplaar ter controle afdrukken voordat u meerdere exemplaren afdrukt Een persoonlijke taak tijdelijk opslaan op het apparaat en later afdrukken Een taak tijdelijk op het product opslaan OPMERKING: Deze taken worden verwijderd als het product wordt uitgeschakeld. Een taak permanent op het product opslaan Een permanent opgeslagen taak privé maken zodat er een pincode nodig is om de taak af te drukken Een melding ontvangen als iemand een opgeslagen taak afdrukt De gebruikersnaam voor een opgeslagen taak instellen Een naam voor de opgeslagen taak opgeven Stappen Klik in het gedeelte Modus taakopslag op Controleren en vasthouden. Het product drukt alleen het eerste exemplaar af. Op het bedieningspaneel van het product wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de rest van de exemplaren af te drukken. a) Klik in het gedeelte Modus taakopslag op Persoonlijke taak. b) Optioneel: klik in het gedeelte Taak privé maken op PIN voor afdrukken en voer vervolgens een 4-cijferig persoonlijk identificatienummer (PIN) in. Klik in het gedeelte Modus taakopslag op Snelkopie. Eén exemplaar van de taak wordt onmiddellijk afgedrukt, maar via het bedieningspaneel van het product kunt u meerdere exemplaren afdrukken. Klik in het gedeelte Modus taakopslag op Opgeslagen taak. a) Klik in het gedeelte Modus taakopslag op Opgeslagen taak. b) Klik in het gedeelte Taak privé maken op PIN om af te drukken en voer vervolgens een 4-cijferig persoonlijk identificatienummer (PIN) in. Klik in het gedeelte Opties Taakwaarschuwing op Taak-ID weergeven tijdens afdrukken. Klik in het gedeelte Gebruikersnaam op Gebruikersnaam om de standaard Windows-gebruikersnaam te gebruiken. Als u een andere gebruikersnaam wilt opgeven, klikt u op Aangepast en typt u de naam. a) Klik in het gedeelte Taaknaam op Automatisch om de standaardtaaknaam te gebruiken. Als u een taaknaam wilt opgeven, klikt u op Aangepast en typt u de naam. b) Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst Als taaknaam bestaat. Selecteer Gebruik taaknaam + (1-99) om een getal aan het einde van de bestaande naam toe te voegen of selecteer Bestaand bestand vervangen om een taak met dezelfde naam te overschrijven. Kleuropties instellen Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Kleur. Taak Kleurinstellingen handmatig aanpassen Stappen a) In het gedeelte Kleurenopties klikt u op Handmatig en vervolgens op Instellingen. b) U kunt de algemene instellingen voor Scherpteregeling en de instellingen voor tekst, illustraties en foto's aanpassen. Zie Kleurbeheer op pagina 124 voor informatie over elk van de opties. 120 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW

133 Taak Afdrukken in kleur uitschakelen en alleen grijstinten gebruiken De manier wijzigen waarop kleuren worden weergegeven Stappen In het gedeelte Kleurenopties klikt u op Afdrukken in grijstinten. In het gedeelte Kleurthema's selecteert u in de vervolgkeuzelijst een optie. Zie Kleurbeheer op pagina 124 voor informatie over elk van de opties. Ondersteuning en informatie over de productstatus verkrijgen Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Services. Taak Ondersteuningsinformatie voor het product verkrijgen en benodigdheden online bestellen De status van het product controleren, inclusief het niveau van de benodigdheden Informatie weergeven over het aantal kleuren- en zwartwitpagina's die het apparaat heeft afgedrukt Stappen In de vervolgkeuzelijst Internet-services selecteert u een ondersteuningsoptie en klikt u op Openen! Klik op het pictogram Status apparaat en benodigdheden. De pagina Apparaatstatus van de geïntegreerde HPwebserver wordt geopend. Klik op het pictogram Logboek kleurgebruik afdrukken. Het kleurgebruiklogboek geeft een overzicht van het totaal aantal pagina's dat is afgedrukt en hoeveel daarvan in kleur en hoeveel uitsluitend in zwart-wit zijn afgedrukt. Geavanceerde afdrukopties instellen Voor het uitvoeren van de volgende taken, opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Geavanceerd. Taak Geavanceerde afdrukopties instellen Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen OPMERKING: Als het door u gebruikte softwareprogramma niet de mogelijkheid biedt om een bepaald aantal exemplaren af te drukken, kunt u in de driver het aantal exemplaren wijzigen. Stappen Klik in een willekeurig gedeelte op de huidige instelling voor de weergave van een vervolgkeuzelijst waarin u de instelling kunt wijzigen. Open het gedeelte Papier/Uitvoer en voer vervolgens het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken. Als u 2 of meer exemplaren selecteert, kunt u de optie selecteren voor het ordenen van de pagina's. Het wijzigen van deze instelling heeft invloed op het aantal exemplaren voor alle afdruktaken. Nadat de taak is afgedrukt, dient u de instelling terug te zetten naar het oorspronkelijke aantal. Gekleurde tekst zwart afdrukken in plaats van in grijstinten De volgorde wijzigen waarin pagina's worden afgedrukt a) Open het gedeelte Documentopties en vervolgens het gedeelte Printerfuncties. b) In de vervolgkeuzelijst Alle tekst zwart afdrukken selecteert u Ingeschakeld. a) Open het gedeelte Documentopties en vervolgens het gedeelte Lay-outopties. b) In de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde selecteert u Van voren naar achteren als u de pagina's in dezelfde volgorde wilt afdrukken als in het document of Van achteren naar voren als u de pagina's in omgekeerde volgorde wilt afdrukken. NLWW Functies van de Windows-printerdriver gebruiken 121

134 122 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW

135 9 Kleur gebruiken Kleurbeheer Kleuren afstemmen Geavanceerd kleurgebruik NLWW 123

136 Kleurbeheer Automatisch Kleur beheren door de instellingen in het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen. Wanneer u de kleuropties op Automatisch instelt, krijgt u over het algemeen de beste afdrukkwaliteit voor documenten in kleur. Met de kleuraanpassingsoptie Automatisch kunt u neutrale grijstinten, halftonen en randverbeteringen in de verschillende elementen van een document optimaliseren. Meer informatie vindt u in de Help van de printerdriver. OPMERKING: De standaardinstelling is Automatisch. Deze wordt aanbevolen voor het afdrukken van alle kleurendocumenten. Afdrukken in grijstinten Als u de optie Afdrukken in grijstinten in de printerdriver kiest, wordt uw document in zwart-wit afgedrukt. Deze optie is handig voor het afdrukken van kleurendocumenten die u wilt kopiëren of faxen. Wanneer Afdrukken in grijstinten wordt geselecteerd, gebruikt het product de modus monochroom (zwart-wit), waardoor het gebruik van de kleurencartridges wordt verminderd. Kleurgebruik beperken In dit apparaat is de instelling KLEURGEBRUIK BEPERKEN opgenomen. De netwerkbeheerder kan met deze instelling het afdrukken in kleur voor gebruikers beperken om kleurentoner te sparen. Ga naar uw netwerkbeheerder als u niet kunt afdrukken in kleur. Afdrukken in kleur beperken 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om het menu SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk op OK. 4. Druk op de pijl omlaag om het menu KLEURGEBRUIK BEPERKEN te markeren en druk op OK. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: KLEUR UITSCHAKELEN. Met deze instelling kan geen enkele gebruiker in kleur afdrukken. KLEUR INSCHAKELEN (standaard) Met deze instelling kunnen alle gebruikers in kleur afdrukken. KLEUR INDIEN TOEGESTAAN. Met deze instelling kan de netwerkbeheerder kleurgebruik toestaan voor bepaalde gebruikers en/of toepassingen. Gebruik de geïntegreerde webserver om te bepalen welke gebruikers en/of toepassingen in kleur kunnen afdrukken. 6. Druk op OK om op te slaan. Voor meer informatie over het beperken en melden van afdrukken in kleur, gaat u naar go/coloraccess. 124 Hoofdstuk 9 Kleur gebruiken NLWW

137 Kleur handmatig aanpassen Met de kleuraanpassingsoptie Handmatig kunt u zelf neutrale grijstinten, halftonen en randverbeteringen voor tekst, illustraties en foto s aanpassen. Als u via het tabblad Kleur naar de handmatige kleuropties wilt gaan, selecteert u Handmatig en vervolgens Instellingen. Handmatige kleuropties Met de handmatige kleuraanpassingsopties kunt u zelf de opties Neutrale grijstinten, Halftonen en Scherpteregeling voor tekst, illustraties en foto s aanpassen. Tabel 9-1 Handmatige kleuropties Omschrijving Halftoon Opties voor Halftoon beïnvloeden de resolutie en de helderheid van de kleurafdruk. Opties De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken en verbetert foto's door kleurnuances geleidelijk in elkaar te laten overgaan. Kies deze optie als het gelijkmatig vullen van gekleurde vlakken het belangrijkst is. De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen met een patroon of veel details. Kies deze optie als scherpe randen en details het belangrijkst zijn. neutrale grijstinten De instelling Neutrale grijstinten bepaalt de methode die wordt gebruikt voor het creëren van grijze kleuren die in tekst, illustraties en foto s worden gebruikt. Randinstelling Met de instelling Scherpteregeling wordt bepaald hoe randen worden weergegeven. De randinstelling bestaat uit twee componenten: aangepaste halftonen en 'trapping'. Aangepaste halftonen bieden scherpere randen. Trapping vermindert het effect van onjuist geplaatste kleuren door de randen van het naastgelegen onderwerp enigszins te overlappen. Alleen zwart genereert neutrale kleuren (grijstinten en zwart) met alleen zwarte toner. Dit garandeert neutrale kleuren zonder kleurencontrast. Deze instelling is het best geschikt voor documenten en transparanten met grijsschalen. 4 kleuren levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door alle vier tonerkleuren te combineren. Deze methode levert beter in elkaar overlopende kleuren en kleurovergangen naar niet-neutrale kleuren en biedt bovendien het donkerste zwart. Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. Aangepaste halftonen worden geactiveerd. Bij Normaal wordt overlapping ingesteld op een gemiddeld niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. Bij Licht wordt overlapping ingesteld op een laag niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als aangepaste halftonen. Kleurthema's Met kleurthema's kunt u de opties voor RGB-kleuren voor de hele pagina aanpassen. NLWW Kleurbeheer 125

138 Beschrijving instelling Opties instelling RGB-kleur Bij Standaard (srgb) krijgt het product opdracht RGB-kleuren te interpreteren als srgb. De srgb-standaard is de door Microsoft en het World Wide Web Consortium ( geaccepteerde standaard. Met Foto (srgb) wordt RGB-kleur geïnterpreteerd alsof die met een digitaal minilab wordt afgedrukt als foto. Daarbij worden diepere, meer verzadigde kleuren afgedrukt, anders dan bij de modus Standaard (srgb). Gebruik deze instelling bij het afdrukken van foto's. Foto (AdobeRGB 1998) is voor digitale foto's die de AdobeRGBkleurruimte gebruiken in plaats van srgb. Als u afdrukt vanuit een professioneel programma dat AdobeRGB gebruikt, is het van belang dat u kleurbeheer in het softwareprogramma uitschakelt en het product de kleurruimte laat beheren. Met Levendig (srgb) instrueert u het apparaat de kleurverzadiging op te voeren in de middentinten. Objecten met vale kleuren worden met vollere kleuren afgedrukt. Deze instelling wordt aanbevolen voor het afdrukken van zakelijke afbeeldingen. Wanneer u Geen instelt, drukt de printer RGB-gegevens af in de apparaatmodus voor onbewerkte gegevens. Om foto s correct weer te geven als deze optie is geselecteerd, dient u de kleuren te beheren in het programma waarin u werkt of in het besturingssysteem. Met Aangepast profiel verhoogt u de kleurverzadiging in de middentinten. Objecten met vale kleuren worden met vollere kleuren afgedrukt. U kunt speciale profielen downloaden vanaf Hoofdstuk 9 Kleur gebruiken NLWW

139 Kleuren afstemmen Het afstemmen van de afdrukkleuren op de kleuren op het computerbeeldscherm is een heel ingewikkeld proces, omdat voor het produceren van kleuren op printers en computermonitoren verschillende methoden worden gebruikt. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels met gebruikmaking van een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw); printers drukken kleuren af met gebruikmaking van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en zwart). Diverse factoren kunnen de aanpassing van afgedrukte kleuren aan kleuren op de monitor beïnvloeden. Deze factoren zijn onder andere: Papier Printerkleurstoffen (bijvoorbeeld inkten en toners) Het afdrukproces (bijvoorbeeld inkjet-, kleurendrukpers- of lasertechnologie) Overheadbelichting Persoonlijke verschillen in de waarneming van kleur Softwareprogramma's Printerdrivers Besturingssysteem van de computer Monitoren en monitorinstellingen Videokaarten en -drivers Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld vochtigheidsgraad) Houd bovengenoemde factoren in gedachten als de kleuren op uw scherm niet volmaakt overeenkomen met de afgedrukte kleuren. De beste methode om de kleuren op uw scherm af te stemmen op die van het product, is uw documenten af te drukken in srgb-kleuren. Voorbeeldkaart kleuraanpassing Het proces voor het overeenstemmen van de uitvoer van het product met voorbedrukte standaardvoorbeeldkaarten is complex. Over het algemeen kunt u treffende kleuren vinden als de standaardkleuren waarmee u wilt overeenstemmen, zijn samengesteld met cyaan, magenta, gele en zwarte inkten. Dit worden meestal procesvoorbeeldkaarten genoemd. Sommige voorbeeldkaarten gebruiken steunkleuren. Dit zijn specifiek samengestelde kleuren. Veel van deze kleuren liggen buiten het bereik van het product. De meeste steunkleurvoorbeeldkaarten worden vergezeld van voorbeeldkaarten met CMYK-benaderingen van de steunkleur. De meeste voorbeeldkaarten met proceskleuren geven de processen weer die zijn gebruikt voor het afdrukken van de voorbeeldkaart. In de meeste gevallen betreft het hier SWOP, EURO of DIC. Als u wilt dat de kleuren optimaal worden afgestemd op een voorbeeldkaart met proceskleuren, selecteert u de overeenkomstige inktemulatie in het menu van het product. Als u de methode van het standaardproces niet kent, gebruikt u de inktemulatie SWOP. NLWW Kleuren afstemmen 127

140 Kleurvoorbeelden afdrukken Als u kleurstalen gebruikt, moet u de kleurstaal selecteren die het best overeenstemt met de gewenste kleur. Gebruik de kleurwaarde van het voorbeeld in het softwareprogramma om het object te beschrijven dat u wilt aanpassen. Kleuren kunnen verschillen afhankelijk van de papiersoort en het gebruikte programma. Zie voor meer informatie over het gebruik van de kleurvoorbeelden. Voer de volgende stappen uit om kleurvoorbeelden af te drukken via het bedieningspaneel: 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu INFORMATIE te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om de optie RGB-PROEFVELLEN AFDRUKKEN of CMYK- PROEFVELLEN AFDRUKKEN te markeren en druk op OK. PANTONE -kleuraanpassing PANTONE biedt diverse systemen voor kleurafstemming. Het PMS-systeem (PANTONE Matching System ) wordt veel toegepast. In dit systeem wordt met solide inkten een uitgebreid aantal kleurtinten samengesteld. Zie voor meer informatie over het gebruik van PANTONE-kleuren met dit product. OPMERKING: Gegenereerde PANTONE-kleuren komen mogelijk niet overeen met PANTONEnormen. Raadpleeg recente publicaties van PANTONE voor nauwkeurige kleuren. 128 Hoofdstuk 9 Kleur gebruiken NLWW

141 Geavanceerd kleurgebruik Het product beschikt over automatische kleurfuncties met uitstekende kleurresultaten. Er zijn zorgvuldig ontworpen en geteste kleurtabellen voor een natuurgetrouwe weergave van alle afdrukbare kleuren. Het product beschikt tevens over geavanceerde hulpmiddelen voor de ervaren professional. HP ColorSphere-toner HP ontwerpt het afdruksysteem (printer, printcartridges, toner en papier) zo, dat alle componenten samenwerken voor een optimale afdrukkwaliteit, betrouwbaarheid van het product en gebruikersproductiviteit. Originele HP-printcartridges bevatten HP ColorSphere-toner die specifiek is afgestemd op uw printer, zodat het product een breed gamma schitterende kleuren kan produceren. Dat helpt u bij het maken van professionele documenten met scherpe, heldere tekst en afbeeldingen en realistisch afgedrukte foto's. U kunt erop vertrouwen dat HP ColorSphere-toner consistente afdrukkwaliteit en -intensiteit produceert voor een breed assortiment papier. Zo kunt u documenten afdrukken die de juiste uitstraling hebben. Bovendien is HP-papier van professionele kwaliteit voor dagelijks en speciaal gebruik ontwikkeld (ook een uitgebreid aanbod van afdrukmaterialen en gewichten), voor uw manier van werken. HP ImageREt 3600 HP ImageREt 3600-afdruktechnologie is een systeem met geavanceerde technologieën dat exclusief door HP is ontwikkeld voor optimale afdrukkwaliteit. Het HP ImageREt-systeem onderscheidt zich op de markt door de integratie van technologische ontwikkelingen en de optimalisatie van alle onderdelen van het afdruksysteem. Er zijn verschillende HP ImageREt-categorieën ontwikkeld voor diverse gebruikersbehoeften. De basis van het systeem bestaat uit belangrijke technologieën voor kleurenlasers, waaronder verbeterde afbeeldingen, handige benodigdheden en de verwerking van materiaal met hoge resoluties. Bij de hogere niveaus of categorieën van ImageREt zijn de kerntechnologieën afgestemd op een geavanceerder gebruik van het systeem en zijn aanvullende technologieën geïntegreerd. HP biedt een optimale afbeeldingskwaliteit voor documenten en bijbehorend marketingmateriaal voor algemeen gebruik op kantoor. HP Image REt 3600 is optimaal afgestemd op de hoogglanspapieren voor kleurenlaserprinters van HP en levert uitstekende resultaten op alle ondersteunde afdrukmaterialen, in allerlei verschillende omstandigheden. Afdrukmateriaal selecteren Kleuropties De beste kleur- en beeldkwaliteit krijgt u als u via het printermenu in de software of via de printerdriver het juiste afdrukmateriaal selecteert. Kleuropties zorgen automatisch voor een optimale kleurenuitvoer. Voor deze opties wordt gebruikgemaakt van het zogenaamde 'object tagging'. Dit is een methode om voor de verschillende objecten op een pagina (tekst, afbeeldingen en foto s) de best mogelijke kleur- en halftooninstellingen te gebruiken. De printerdriver controleert welke objecten de pagina bevat en bepaalt vervolgens de kleur- en halftooninstellingen die voor elk object de beste afdrukkwaliteit geven. Onder Windows vindt u de kleuropties bij Automatisch en Handmatig op het tabblad Kleur van de printerdriver. NLWW Geavanceerd kleurgebruik 129

142 srgb (standard Red-Green-Blue) srgb (standard Red-Green-Blue) is een wereldwijde kleurstandaard die oorspronkelijk is ontwikkeld door HP en Microsoft als gemeenschappelijk kleursysteem voor beeldschermen, invoerapparaten (scanners, digitale camera's) en uitvoerapparaten (printers, plotters). srgb is de standaardkleurruimte die wordt gebruikt voor HP-producten, besturingssystemen van Microsoft, het web en de meeste kantoorsoftware die tegenwoordig wordt verkocht. srgb is het meestgebruikte kleursysteem voor beeldschermen van Windows-computers en voor hoge definitie televisie. OPMERKING: Factoren, zoals het type beeldscherm dat u gebruikt of de lichtval in de kamer, kunnen van invloed zijn op de weergave van de kleuren op het scherm. Zie Kleuren afstemmen op pagina 127 voor meer informatie. In de laatste versies van Adobe PhotoShop, CorelDRAW, Microsoft Office en veel andere toepassingen wordt srgb gebruikt voor het weergeven van kleuren. Omdat het de standaard kleurruimte is in de besturingssystemen van Microsoft, wordt srgb in veel toepassingen gebruikt. Wanneer programma s en apparaten srgb gebruiken om kleurinformatie uit te wisselen, merken de meeste gebruikers een grote verbetering bij de kleurafstemming. srgb verruimt de mogelijkheden van gebruikers om de kleuren van het product, de monitor en andere invoerapparaten beter op elkaar af te stemmen, ook als zij geen expert zijn op het gebied van kleur. 130 Hoofdstuk 9 Kleur gebruiken NLWW

143 10 Het product beheren en onderhouden Informatiepagina's HP Easy Printer Care Geïntegreerde webserver HP Web Jetadmin-software gebruiken Beveiligingsfuncties Benodigdheden beheren Benodigdheden vervangen Het apparaat reinigen De firmware upgraden NLWW 131

144 Informatiepagina's U kunt informatiepagina's afdrukken met gegevens over het product en de huidige configuratie. Voer de volgende stappen uit om de informatiepagina's af te drukken. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de pijl omlaag om het menu INFORMATIE te markeren en druk op OK. 3. Druk op de pijl omlaag om de gewenste informatie te markeren en druk vervolgens op OK om af te drukken. Zie Menu Informatie op pagina 19 voor meer informatie over de beschikbare informatiepagina's. 132 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

145 HP Easy Printer Care De HP Easy Printer Care-software openen Open de HP Easy Printer Care-software op een van de volgende manieren: Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma's, Hewlett-Packard en HP Easy Printer Care. Klik vervolgens op HP Easy Printer Care starten. Dubbelklik in het systeemvak van Windows (in de rechterbenedenhoek van het bureaublad) op het pictogram van HP Easy Printer Care. Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad. Gebieden van de HP Easy Printer Care-software HP Easy Printer Care biedt informatie over meerdere HP-producten op het netwerk, maar ook over andere producten die rechtstreeks op uw computer zijn aangesloten. Sommige items die in de volgende tabel staan, zijn mogelijk niet voor elk product beschikbaar. De Help-knop (?) in de rechterbovenhoek van elke pagina biedt gedetailleerdere informatie over de opties op die pagina. Gebied Tabblad Apparaatlijst Wanneer u de software opent, is dit de eerste pagina die wordt weergegeven. OPMERKING: Als u vanuit een willekeurige pagina wilt terugkeren naar deze pagina, klikt u op Mijn HPprinters aan de linkerzijde van het venster. Geschikte printers Venster Andere printers zoeken Voeg meer producten toe aan de lijst Mijn HP-printers Tabblad Overzicht Hier vindt u basisinformatie over de status van het apparaat Opties Apparatenlijst: in deze lijst staan de producten die u kunt selecteren. OPMERKING: De productinformatie wordt als een lijst of als pictogrammen weergegeven, afhankelijk van de gekozen instelling voor de optie Weergeven. In de informatie op dit tabblad vindt u ook de huidige waarschuwingen voor het product. Als u op een product in de lijst klikt, opent de HP Easy Printer Care het tabblad Overzicht voor dat product. Geeft een overzicht van alle HP-producten die HP Easy Printer Care ondersteunen. Klik op de koppeling Andere printers zoeken in de apparatenlijst om het venster Andere printers zoeken te openen. Het venster Andere printers zoeken bevat een hulpprogramma dat andere netwerkprinters detecteert, die u kunt toevoegen aan de lijst Mijn HP-printers en vervolgens vanaf uw computer kunt beheren. Gebied Apparaatstatus: in dit gedeelte vindt u informatie omtrent apparaatidentificatie en de apparaatstatus. Hier worden condities weergegeven voor apparaatmeldingen, bijvoorbeeld wanneer een printcartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. Nadat u een probleem met het apparaat hebt verholpen, klikt u op de knop Vernieuwen ( ) in de rechterbovenhoek van het scherm om de status bij te werken. Gebied Status benodigdheden: hier vindt u een gedetailleerde weergave van de status van benodigdheden, zoals de resterende geschatte levensduur van de printcartridge en de status van het papier in elk van de laden. Koppeling Details benodigdheden: Deze koppeling leidt naar de statuspagina voor benodigdheden, waar u extra gedetailleerde informatie over productbenodigdheden, bestellen en recycling kunt vinden. NLWW HP Easy Printer Care 133

146 Gebied Tabblad Ondersteuning Hier vindt u koppelingen naar ondersteuningsinformatie Opties Gebied Apparaatstatus: in dit gedeelte vindt u informatie omtrent apparaatidentificatie en de apparaatstatus. Hier worden condities weergegeven voor apparaatmeldingen, bijvoorbeeld wanneer een printcartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. Nadat u een probleem met het apparaat hebt verholpen, klikt u op de knop Vernieuwen ( ) in de rechterbovenhoek van het scherm om de status bij te werken. Gebied Apparaatbeheer: Hier vindt u koppelingen naar informatie over HP Easy Printer Care, geavanceerde productinstellingen en rapporten over het gebruik van het product. Probleemoplossing en Help: Hier vindt u koppelingen naar hulpmiddelen die u kunt gebruiken om problemen op te lossen, naar informatie over onlineproductondersteuning en naar online-hp-experts. Tabblad Instellingen Hier kunt u productinstellingen configureren, instellingen die betrekking hebben op de afdrukkwaliteit aanpassen, en informatie vinden over specifieke productfuncties OPMERKING: Dit tabblad is niet voor alle producten beschikbaar. Info: Hier vindt u algemene informatie over dit tabblad. Algemeen: Hier vindt u informatie over het product, zoals het modelnummer, het serienummer en de instellingen voor datum en tijd, indien beschikbaar. Informatiepagina's: Hier vindt u koppelingen om de voor dit product beschikbare informatiepagina's af te drukken. Functies: Hier vindt u informatie over de functies van het product, zoals dubbelzijdig afdrukken, het beschikbare geheugen en de beschikbare afdrukopties. Klik op Wijzigen als u de instellingen wilt aanpassen. Afdrukkwaliteit: Hier vindt u informatie over instellingen die betrekking hebben op de afdrukkwaliteit. Klik op Wijzigen als u de instellingen wilt aanpassen. Laden/papier: Hier vindt u informatie over de laden en hun configuratie. Klik op Wijzigen als u de instellingen wilt aanpassen. Standaardinstellingen herstellen: Hier vindt u een manier om de productinstellingen naar de fabrieksinstellingen te herstellen. Klik op Herstellen als u de instellingen wilt terugzetten naar de standaardinstellingen. HP Proactive Support OPMERKING: Dit item is beschikbaar vanuit de tabbladen Overzicht en Ondersteuning. Knop Benodigdheden bestellen Klik op een willekeurig tabblad op de knop Benodigdheden bestellen om het venster Benodigdheden bestellen te openen. Dit venster biedt toegang tot het online bestellen van benodigdheden. OPMERKING: Dit item is beschikbaar vanuit de tabbladen Overzicht en Ondersteuning. Wanneer HP Proactive Support is ingeschakeld, wordt uw afdruksysteem regelmatig gescand om mogelijke problemen te identificeren. Klik op de koppeling Meer info om in te stellen hoe vaak u wilt dat er wordt gescand. Deze pagina biedt ook informatie over beschikbare updates voor productsoftware en -firmware, en over HPprinterdrivers. U kunt elke aanbevolen update accepteren of weigeren. Bestellijst: Hier vindt u de benodigdheden die u voor elk product kunt bestellen. Als u een bepaald onderdeel wilt bestellen, klikt u op het selectievakje Bestellen voor het onderdeel in de lijst met benodigdheden. U kunt de lijst ordenen op product of op de benodigdheden die u het eerst nodig hebt. De list bevat informatie over benodigdheden voor elk product dat in de lijst Mijn HPprinters staat. Knop Online benodigdheden bestellen: Deze knop opent de website HP SureSupply in een nieuw browservenster. Als u het selectievakje Bestellen bij een of meer onderdelen hebt ingeschakeld, kan de informatie over deze onderdelen naar de website worden overgebracht, waar u informatie over mogelijkheden voor de aanschaf van de geselecteerde benodigdheden ontvangt. Knop Bestellijst afdrukken: Hiermee drukt u de informatie af voor de benodigdheden waarvan het selectievakje Bestellen is aangevinkt. 134 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

147 Gebied Koppeling Waarschuwingsinstellingen OPMERKING: Dit item is beschikbaar vanuit de tabbladen Overzicht en Ondersteuning. Opties Klik op Waarschuwingsinstellingen om het venster Waarschuwingsinstellingen te openen, waarin u voor elk product waarschuwingen kunt instellen. Waarschuwingen aan of uit: Activeert of deactiveert de waarschuwingsfunctie. Printerwaarschuwingen: Hiermee stelt u in of u alleen gewaarschuwd wilt worden bij kritische fouten of bij alle soorten fouten, waaronder verwijderbare fouten. Taakwaarschuwingen: Bij producten die deze functie ondersteunen, kunt u worden gewaarschuwd bij specifieke afdruktaken. Toegangsbeheer voor kleur Hiermee staat u afdrukken in kleur toe of legt u het afdrukken in kleur aan banden. OPMERKING: Dit item is alleen beschikbaar voor HP-kleurproducten die toegangsbeheer voor kleur ondersteunen. OPMERKING: Dit item is beschikbaar vanuit de tabbladen Overzicht en Ondersteuning. NLWW HP Easy Printer Care 135

148 Geïntegreerde webserver Met de geïntegreerde webserver kunt u de status van het product bekijken, de netwerkinstellingen voor het product configureren en de afdrukfuncties via uw computer beheren in plaats van via het bedieningspaneel van het product. Hierna vindt u een aantal voorbeelden van datgene wat u met de geïntegreerde webserver kunt doen: OPMERKING: Als het product rechtstreeks is aangesloten op een computer, gebruikt u de HP Easy Printer Care in plaats van de geïntegreerde webserver om de productstatus te bekijken. De productstatus bekijken De levensduur van de benodigdheden bepalen en nieuwe benodigdheden bestellen; De configuratie van laden bekijken en wijzigen. De configuratie van de menu's op het bedieningspaneel van het product bekijken en wijzigen Interne pagina's bekijken en afdrukken. Berichten over het product en de benodigdheden ontvangen De netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen. Als u de geïntegreerde webserver wilt gebruiken, moet u beschikken over Microsoft Internet Explorer 5.01 of later, of Netscape 6.2 of later voor Windows, Mac OS en Linux (alleen Netscape). Netscape Navigator 4.7 is nodig voor HP-UX 10 en HP-UX 11. De geïntegreerde webserver is beschikbaar wanneer het product is aangesloten op een IP-netwerk. De geïntegreerde webserver biedt geen ondersteuning voor IPX-productaansluitingen. Om de geïntegreerde webserver te kunnen openen en gebruiken hoeft u geen toegang tot internet te hebben. Als het product op een netwerk is aangesloten, is de geïntegreerde webserver automatisch beschikbaar. OPMERKING: Raadpleeg de Gebruikershandleiding Geïntegreerde webserver voor meer informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver. U vindt deze handleiding op de cd die bij het product is geleverd. De geïntegreerde webserver openen via een netwerkverbinding 1. Typ het IP-adres of de hostnaam van het product in het adres- of URL-veld van een ondersteunde webbrowser op de computer. Druk een configuratiepagina af om het IP-adres of de hostnaam op te zoeken. Zie Informatiepagina's op pagina 132. OPMERKING: Nadat u de URL hebt geopend, kunt u er een bladwijzer voor maken, zodat u er voortaan snel naartoe kunt gaan. 2. De geïntegreerde webserver heeft de volgende tabbladen met instellingen en informatie over het product: Tabblad Informatie Tabblad Instellingen Tabblad Netwerk Zie Gebieden van de geïntegreerde webserver op pagina 137 voor meer informatie over elk tabblad. 136 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

149 Gebieden van de geïntegreerde webserver Tabblad of gebied Tabblad Informatie Hier vindt u informatie over het product, de status en de configuratie Opties Apparaatstatus: hiermee geeft u de status van het apparaar weer en de geschatte resterende levensduur van benodigdheden van HP. Op deze pagina worden ook de soort en het formaat weergegeven van het printerpapier dat voor elke lade is ingesteld. Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen, klikt u op Instellingen wijzigen. Configuratiepagina: Geeft informatie van de configuratiepagina weer. Status benodigdheden: hiermee geeft u de geschatte resterende levensduur weer van benodigdheden van HP. Op deze pagina vindt u ook de onderdeelnummers van benodigdheden. Als u nieuwe benodigdheden wilt bestellen, klikt u op Benodigdheden aanschaffen in het gebied Overige koppelingen links in het venster. Gebeurtenislogboek: hierin staan alle apparaatgebeurtenissen en -fouten. Gebruik de koppeling HP Instant Support (in het gebied Overige koppelingen op alle pagina's van de geïntegreerde webserver) om een set dynamische webpagina's weer te geven die u helpen bij het oplossen van Gebeurtenislogboek- en andere problemen. Op deze pagina's vindt u aanvullende diensten die beschikbaar zijn voor het apparaat. Gebruikspagina: hierop wordt een overzicht gegeven van het aantal pagina's dat met het apparaat is afgedrukt, gegroepeerd op formaat, soort en papierbaan. Diagnostische pagina: geeft het tijdstip weer van de laatste kalibratie en de elektrofotografische parameters die kunnen worden gebruikt om bepaalde problemen met de afdrukkwaliteit vast te stellen. Neem voor meer informatie contact met HP Support. Zie Klantondersteuning op pagina 232. Apparaatgegevens: hier worden de netwerknaam, het adres en het model van het apparaat weergegeven. Als u deze items wilt aanpassen, klikt u op Apparaatgegevens op het tabblad Instellingen. Bedieningspaneel: geeft berichten weer van het bedieningspaneel, zoals Klaar of Sluimermodus ingeschakeld. Taaklogboek kleurgebruik: geeft het totaal aantal afgedrukte pagina's weer, het aantal in kleur afgedrukte pagina's en het aantal volledig in zwart-wit afgedrukte pagina's. Afdrukken: hiermee kunt u afdruktaken naar het apparaat verzenden. Tabblad Instellingen Hiermee kunt u het product via uw computer configureren Apparaat configureren: hiermee kunt u de standaardinstellingen van het apparaat configureren. Deze pagina bevat de gebruikelijke menu's die via het display van het bedieningspaneel toegankelijk zijn. Formaten/soorten papierlade: geeft voor elk van de invoerladen weer welk formaat en welke soort papier en afdrukmateriaal is toegestaan. server: alleen netwerk. Samen met de pagina Waarschuwingen te gebruiken voor het instellen van waarschuwingen. Waarschuwingen: Alleen netwerk. hiermee kunt u instellen dat u berichten wilt ontvangen over het apparaat en de benodigdheden. AutoSend: hiermee kunt u instellen dat automatisch berichten over het apparaat en de benodigdheden naar bepaalde adressen worden verzonden. Beveilig.: hiermee kunt u een wachtwoord instellen dat moet worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de tabbladen Instellingen en Netwerk, evenals gedeelten van het bedieningspaneel van het apparaat en HP Jetdirect-netwerkfunctionaliteit. Bepaalde functies van het apparaat in- en uitschakelen. NLWW Geïntegreerde webserver 137

150 Tabblad of gebied Opties Overige koppelingen bewerken: hiermee kunt u een snelkoppeling naar een andere website toevoegen of aanpassen. Deze koppeling wordt weergegeven in het gebied Overige koppelingen op alle pagina's van de geïntegreerde webserver. Apparaatgegevens: hiermee kunt u de aparaatnaam opgeven en een activanummer aan het apparaat toewijzen. Voer de naam en het adres in van de primaire contactpersoon aan wie de informatie over het apparaat wordt verzonden. Taal: hiermee kunt u de taal instellen waarin informatie over de geïntegreerde webserver wordt weergegeven. Datum & tijd: hiermee wordt de tijd gesynchroniseerd met een netwerktijdserver. Wektijd: hiermee kunt u de wektijd (de tijd waarop het apparaat wordt ingeschakeld) instellen of bewerken. Kleur beperken: hiermee staat u afdrukken in kleur toe of legt u het afdrukken in kleur aan banden. U kunt afdrukken in kleur toestaan voor afzonderlijke gebruikers of voor taken die vanuit bepaalde softwareprogramma's worden verzonden. OPMERKING: Het tabblad Instellingen kan met een wachtwoord worden beveiligd. Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, moet u eerst contact opnemen met de systeembeheerder voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt. Tabblad Netwerk Hiermee kunt u netwerkinstellingen wijzigen vanaf uw computer Netwerkbeheerders kunnen met dit tabblad netwerkinstellingen voor het product opgeven wanneer dit op een IP-netwerk is aangesloten. Dit tabblad wordt niet weergegeven als het product rechtstreeks op een computer of op een andere manier dan met een HP Jetdirectafdrukserver op een netwerk is aangesloten. OPMERKING: Het tabblad Netwerk kan met een wachtwoord worden beveiligd. Overige koppelingen Hier vindt u koppelingen waarmee u verbinding met Internet maakt HP Instant Support: hiermee gaat u naar de HP website, waar u oplossingen kunt vinden voor mogelijke vragen en problemen. Benodigdheden aanschaffen: hiermee gaat u naar de HP SureSupply-website, waar u informatie vindt over het aanschaffen van originele HP benodigdheden, zoals printcartridges en papier. Productondersteuning: hiermee gaat u naar de ondersteuningswebsite voor het apparaat, waar u meer informatie kunt zoeken over verschillende onderwerpen. Demo: hier wordt het uitvoeren van bepaalde taken gedemonstreerd, bijvoorbeeld het verhelpen van storingen en het afdrukken op verschillende soorten papier. OPMERKING: Om deze koppelingen te kunnen gebruiken, moet u toegang tot Internet hebben. Als u een inbelverbinding gebruikt en nog geen verbinding hebt wanneer u de geïntegreerde webserver opent, moet u eerst verbinding maken voordat u de websites kunt bezoeken. Mogelijk moet u de geïntegreerde webserver sluiten en opnieuw openen. 138 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

151 HP Web Jetadmin-software gebruiken HP Web Jetadmin is een op het web gebaseerde software-oplossing voor het op afstand installeren en bewaken van op het netwerk aangesloten randapparatuur en voor het oplossen van problemen daarmee. Het beheer is proactief zodat netwerkbeheerders de mogelijkheid hebben problemen op te lossen voordat de gebruiker daarmee wordt geconfronteerd. Download deze uitgebreide beheersoftware gratis van In HP Web Jetadmin kunnen plug-ins worden geïnstalleerd voor ondersteuning van specifieke functies van bepaalde apparaten. De HP Web Jetadmin-software kan u automatisch op de hoogte stellen wanneer nieuwe plug-ins beschikbaar zijn. Volg de aanwijzingen op de pagina Product bijwerken om automatisch verbinding te maken met de website van HP en de nieuwste apparaatplug-ins voor uw apparaat te installeren. OPMERKING: ondersteund. Browsers moeten Java kunnen uitvoeren. Browsen met een Apple PC wordt niet NLWW HP Web Jetadmin-software gebruiken 139

152 Beveiligingsfuncties De geïntegreerde webserver beveiligen U kunt een wachtwoord voor de geïntegreerde webserver toewijzen, zodat onbevoegde gebruikers de productinstellingen niet kunnen wijzigen. 1. Open de geïntegreerde webserver. Zie Geïntegreerde webserver op pagina Klik op het tabblad Instellingen. 3. Klik links in het venster op het menu Beveiliging. 4. Klik op de knop Instellingen voor apparaatbeveiliging. 5. Typ in het gebied Apparaatwachtwoord het wachtwoord naast Nieuw wachtwoord en typ het nogmaals naast Controleer het wachtwoord. 6. Klik op Toepassen. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Schijf beveiligd wissen Om te voorkomen dat verwijderde gegevens op de harde schijf van het product toegankelijk zijn voor onbevoegden, gebruikt u de functie Schijf beveiligd wissen in de HP Web Jetadmin-software. Met deze functie verwijdert u afdruktaken op een veilige manier van de harde schijf. Schijf beveiligd wissen biedt de volgende beveiligingsniveaus: Niet-beveiligd snel wissen. Dit is een eenvoudige wisfunctie voor bestandstabellen. De toegang tot het bestand wordt verwijderd, maar de werkelijke gegevens blijven op de schijf staan totdat het bestand worden overschreven door latere gegevensopslagbewerkingen. Dit is de snelste modus. Niet-beveiligd snel wissen is de standaardwismodus. Beveiligd snel wissen. Toegang tot het bestand wordt verwijderd en de gegevens worden overschreven met een vast, identiek tekenpatroon. Dit gaat langzamer dan Niet-beveiligd snel wissen, maar alle gegevens worden overschreven. Beveiligd snel wissen voldoet aan de vereisten van het Amerikaanse Department of Defense M voor het wissen van schijfmedia. Beveiligd wissen met opschonen. Dit niveau is vergelijkbaar met de Beveiligd snel wissenmodus. Bovendien worden de gegevens herhaaldelijk overschreven met een algoritme, waardoor er geen resterende gegevens overblijven. Deze modus heeft invloed op de prestatie. Beveiligd wissen met opschonen voldoet aan de vereisten van het Amerikaanse Department of Defense M voor het reinigen van schijfmedia. Gegevens waarop dit van toepassing is De gegevens waarop de functie Schijf beveiligd wissen van toepassing is, zijn tijdelijke bestanden die tijdens het afdrukproces worden gemaakt, opgeslagen taken, controleren-en-vasthouden-taken, schijfgebaseerde lettertypen en macro's (formulieren), adresboeken en toepassingen van HP en andere fabrikanten. OPMERKING: Opgeslagen taken worden alleen veilig overschreven als deze zijn verwijderd via het menu TAAK OPHALEN van het apparaat nadat de juiste wismodus is ingesteld. Deze functie heeft geen invloed op gegevens die zijn opgeslagen op het op flash-gebaseerde NVRAM (non-volatile RAM), waarmee standaardprinterinstellingen, paginatellingen en dergelijke gegevens worden opgeslagen. Deze functie heeft geen invloed op gegevens die zijn opgeslagen op een systeem- 140 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

153 RAM-schijf (als een dergelijke schijf wordt gebruikt). Deze functie heeft geen invloed op gegevens die zijn opgeslagen op de flash-gebaseerde RAM voor het opstarten van het systeem. Door het wijzigen van de modus Schijf beveiligd wissen worden geen eerdere gegevens op de schijf overschreven. Ook wordt niet onmiddellijk een volledige schijfreiniging uitgevoerd. Met het wijzigen van de modus Schijf beveiligd wissen wijzigt u de manier waarop tijdelijke gegevens voor taken worden opgeruimd nadat de wismodus is gewijzigd. Aanvullende informatie Taakopslag Zie de ondersteuningsbrochure van HP of ga naar voor aanvullende informatie over de functie HP Schijf beveiligd wissen. Als u een privétaak op een veilige manier wilt afdrukken, gebruikt u de functie voor persoonlijke taken. Met deze functie kan de taak alleen worden afgedrukt als de juiste pincode op het bedieningspaneel wordt ingevoerd. Raadpleeg Functies voor taakopslag gebruiken op pagina 109 voor meer informatie. HP High Performance gecodeerde harde schijven Dit apparaat ondersteunt een optionele gecodeerde harde schijf die u kunt installeren in de EIOaccessoiresleuf. Deze harde schijf is voorzien van hardwarecodering zodat u veilig gevoelige afdruk-, kopieer- en scangegevens kunt opslaan zonder nadelige invloed op de prestaties van het apparaat. Deze harde schijf werkt met de laatste AES-standaard (Advanced Encryption Standard) en beschikt over veelzijdige tijdsbesparende eigenschappen en robuuste functionaliteit. Zie Onderdeelnummers op pagina 221 voor meer informatie over het bestellen van deze accessoires. De menu's van het bedieningspaneel vergrendelen U kunt de menu's van het bedieningspaneel vergrendelen om te voorkomen dat iemand de apparaatconfiguratie wijzigt. Hierdoor kunnen onbevoegde gebruikers de configuratie-instellingen zoals de SMTP-server niet wijzigen. Met HP Web Jetadmin kunt u tegelijkertijd van verschillende apparaten de menu's van de bedieningspanelen vergrendelen. Ga naar voor technische documenten over beveiligingsfuncties, zoals het vergrendelen van het bedieningspaneel, waarmee u het apparaat beveiligt tegen ongewenste toegang. 1. Open het programma HP Web Jetadmin. 2. Open de map APPARAATBEHEER in de vervolgkeuzelijst van het paneel Navigatie. Navigeer naar de map APPARAATLIJSTEN. 3. Selecteer het product. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Apparaathulpprogramma's de optie Configureren. 5. Selecteer Beveiliging in de lijst Configuratiecategorieën. 6. Typ een Apparaatwachtwoord. 7. Selecteer Maximale vergrendeling in het gedeelte Toegang tot bedieningspaneel. Hierdoor kunnen onbevoegde gebruikers geen toegang krijgen tot configuratie-instellingen. NLWW Beveiligingsfuncties 141

154 De behuizing van de formatter vergrendelen De behuizing van de formatter, aan de achterzijde van het apparaat, beschikt over een sleuf waaraan u een beveiligingskabel kunt vastmaken. Vergrendel de behuizing van de formatter om te voorkomen dat iemand waardevolle componenten uit de formatter verwijdert. Afbeelding 10-1 Sleuf voor de beveiligingskabel 142 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

155 Benodigdheden beheren Gebruik voor het beste afdrukresultaat originele HP printcartridges. Opslag van printcartridges Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken. VOORZICHTIG: Stel de printcartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om te voorkomen dat de cartridge wordt beschadigd. Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn Hewlett-Packard Company kan het gebruik van nieuwe of gereviseerde printcartridges die niet door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen. OPMERKING: Beschadigingen door een printcartridge die niet van HP is, vallen niet onder de garantie en serviceovereenkomsten van HP. Zie Printcartridges vervangen op pagina 145 voor het installeren van een nieuwe printcartridge van HP. Volg voor het recyclen van de gebruikte cartridge de instructies die bij de nieuwe cartridge worden geleverd. HP fraudehotline en -website Bel de fraude-hotline van HP ( in Noord-Amerika, gratis) of ga naar anticounterfeit als na de installatie van een HP-printcartridge een bericht op het bedieningspaneel verschijnt dat de cartridge geen originele HP-cartridge is. HP helpt u te bepalen of de desbetreffende cartridge een origineel HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te lossen. In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een niet-originele printcartridge: U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge. De printcartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (bijvoorbeeld het oranje treklipje ontbreekt of de doos is anders). NLWW Benodigdheden beheren 143

156 Benodigdheden vervangen U kunt het apparaat configureren om te stoppen wanneer het niveau van de benodigdheden het geschatte einde van de levensduur bereikt. Het kan echter voorkomen dat met het onderdeel nog steeds een acceptabele afdrukkwaliteit kan worden bereikt. Om door te gaan met afdrukken, vervangt u het onderdeel of configureert u de printer opnieuw met het menu VERVANG BENODIGDHEDEN op het bedieningspaneel. Zie Benodigdheden en accessoires op pagina 219 voor meer informatie over het bestellen van benodigdheden. Zie Menu Systeeminstellingen op pagina 27 voor meer informatie over het menu VERVANG BENODIGDHEDEN. Levensduur van benodigdheden Zie voor informatie over de levensduur van bepaalde benodigdheden. Zie Benodigdheden en accessoires op pagina 219 voor het bestellen van nieuwe benodigdheden. Locatie van benodigdheden De printerbenodigdheden zijn te herkennen aan de blauwe etiketten en de blauwe plastic hendels. De volgende afbeelding toont de plaats van de benodigdheden. Afbeelding 10-2 Locatie van de benodigdheden Tonerafvaleenheid 2 Printcartridges 3 Fuser Richtlijnen voor het vervangen van benodigdheden Neem de volgende richtlijnen in acht bij het opstellen van het product om benodigdheden eenvoudig te kunnen vervangen: Er moet voldoende ruimte aan de voor- en rechterzijde van het product zijn om benodigdheden te kunnen verwijderen. Het product moet op een vlak, stevig oppervlak worden geplaatst. Lees voor instructies voor het vervangen van benodigdheden het etiket op elk onderdeel of ga naar Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

157 Printcartridges vervangen Wanneer een printcartridge het einde van de geschatte levensduur nadert, wordt op het bedieningspaneel een bericht weergegeven met de aanbeveling een nieuwe printcartridge te bestellen. U kunt het apparaat blijven gebruiken totdat op het bedieningspaneel het bericht verschijnt dat de cartridge moet worden vervangen, tenzij u met het menu VERVANG BENODIGDHEDEN de optie hebt geselecteerd om het bericht te negeren. Zie Menu Systeeminstellingen op pagina 27 voor meer informatie over het menu VERVANG BENODIGDHEDEN. Het product gebruikt vier basiskleuren en heeft voor elke kleur een afzonderlijke printcartridge: zwart (K), magenta (M), cyaan (C) en geel (Y). U kunt een printcartridge vervangen wanneer op het bedieningspaneel het volgende bericht verschijnt: VERVANG CARTRIDGE <KLEUR>. Op het bedieningspaneel wordt tevens de kleur aangegeven van de cartridge die het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt (als op dat moment een originele cartridge van HP is geïnstalleerd). Instructies voor het vervangen vindt u op het etiket op de printcartridge. VOORZICHTIG: Als de toner op uw kleding komt, veegt u dit af met een droge doek en wast u de kleding in koud water. Met warm water wordt de toner in de stof opgenomen. OPMERKING: Op de verpakking van de printcartridge vindt u informatie over recycling van gebruikte cartridges. Zie Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet op pagina 239. TIP: Ga naar de volgende website om een animatie te bekijken van deze procedure: go/cljcp3525-replace-print-cartridges. Een printcartridge vervangen 1. Open de voorklep. Controleer of de klep volledig is geopend. NLWW Benodigdheden vervangen 145

158 2. Trek de gebruikte printcartridge aan de greep uit het product. 3. Plaats de gebruikte printcartridge in een beschermende zak. Op de verpakking van de printcartridge vindt u informatie over recycling van gebruikte cartridges. 4. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. OPMERKING: Zorg ervoor dat u het geheugenplaatje op de printcartridge niet beschadigd. 146 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

159 5. Pak beide uiteinden van de printcartridge vast en verspreid de toner door de printcartridge voorzichtig heen en weer te schudden. 6. Verwijder het oranje beschermkapje van de printcartridge. VOORZICHTIG: VOORZICHTIG: Vermijd langdurige blootstelling aan licht. Raak de groene roller niet aan. Hierdoor kunt u de cartridge beschadigen. 7. Plaats de printcartridge op één lijn met de sleuf en schuif de cartridge in het product totdat u een klik hoort. NLWW Benodigdheden vervangen 147

160 8. Sluit de voorklep. De tonerafvaleenheid vervangen Vervang de tonerafvaleenheid wanneer daarvoor een bericht op het bedieningspaneel wordt weergegeven. OPMERKING: De tonerafvaleenheid is ontworpen voor eenmalig gebruik. Probeer niet de tonerafvaleenheid te legen en opnieuw te gebruiken. Doet u dit toch, dan kan toner worden gemorst binnenin het apparaat, wat een verminderde afdrukkwaliteit tot gevolg kan hebben. Stuur de tonerafvaleenheid na gebruik terug naar het HP Planet Partners-programma voor hergebruik. Zie Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet op pagina 239. TIP: Ga naar de volgende website om een animatie te bekijken van deze procedure: go/cljcp3525-replace-toner-collection-unit. De tonerafvaleenheid vervangen 1. Open de voorklep. Controleer of de klep volledig is geopend. 148 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden NLWW

161 2. Pak het blauwe etiket aan de bovenkant van de tonerafvaleenheid vast en verwijder de eenheid uit het apparaat. 3. Plaats de meegeleverde blauwe dop over de blauwe opening aan de bovenkant van de eenheid. 4. Haal de nieuwe tonerafvaleenheid uit de verpakking. NLWW Benodigdheden vervangen 149

COLOR LASERJET ENTERPRISE CP4020/CP4520

COLOR LASERJET ENTERPRISE CP4020/CP4520 COLOR LASERJET ENTERPRISE CP4020/CP4520 PRINTERSERIE Gebruikershandleiding CP4025n CP4025dn CP4525n CP4525dn CP4525xh HP Color LaserJet Enterprise CP4020- CP4520 serie-printer Gebruikershandleiding Copyright

Nadere informatie

COLOR LASERJET ENTERPRISE CP4020/CP4520

COLOR LASERJET ENTERPRISE CP4020/CP4520 COLOR LASERJET ENTERPRISE CP4020/CP4520 PRINTERSERIE Gebruikershandleiding CP4025n CP4025dn CP4525n CP4525dn CP4525xh HP Color LaserJet Enterprise CP4020- CP4520 serie-printer Gebruikershandleiding Copyright

Nadere informatie

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n Naslagkaart voor de 5210n / 5310n 1 2 3 4 VOORZICHTIG: Neem zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in de Handleiding voor eigenaren door voordat u de Dell-printer gaat instellen en gebruiken. 5 6 7 8 1

Nadere informatie

Color LaserJet Pro M153-M154. Gids met technische specificaties

Color LaserJet Pro M153-M154. Gids met technische specificaties Color LaserJet Pro M153-M154 Gids met technische specificaties Copyright en licentie Copyright 2017 HP Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

HP LaserJet P3010-serie-printers Gebruikershandleiding

HP LaserJet P3010-serie-printers Gebruikershandleiding HP LaserJet P3010-serie-printers Gebruikershandleiding Gebruik van het apparaat Beheer van het apparaat Onderhoud van het apparaat Problemen oplossen Aanvullende informatie over het apparaat: www.hp.com/support/ljp3010series

Nadere informatie

Color LaserJet Pro MFP M178-M181. Gids met technische specificaties

Color LaserJet Pro MFP M178-M181. Gids met technische specificaties Color LaserJet Pro MFP M178-M181 Gids met technische specificaties Copyright en licentie Copyright 2017 HP Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Color LaserJet Pro MFP M278-M281. Gids met technische specificaties

Color LaserJet Pro MFP M278-M281. Gids met technische specificaties Color LaserJet Pro MFP M278-M281 Gids met technische specificaties Copyright en licentie Copyright 2017 HP Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande

Nadere informatie

HP Color LaserJet CP2020-serie Handleiding voor papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CP2020-serie Handleiding voor papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CP2020-serie Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder

Nadere informatie

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570 LASERJET PRO 500 COLOR MFP Naslaggids M570 Direct afdrukken via USB 1. Plaats het USB-flashstation in de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. 2. Het menu USB-flashdrive wordt geopend. Raak de pijknoppen

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575 LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP Naslaggids M575 Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in het beginscherm

Nadere informatie

CP6015dn CP6015de. CP6015xh

CP6015dn CP6015de. CP6015xh CP6015n CP6015dn CP6015de CP6015x CP6015xh HP Color LaserJet CP6015 Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en

Nadere informatie

COLOR LASERJET ENTERPRISE CM4540 MFP-SERIE. Software-installatiehandleiding

COLOR LASERJET ENTERPRISE CM4540 MFP-SERIE. Software-installatiehandleiding COLOR LASERJET ENTERPRISE CM4540 MFP-SERIE Software-installatiehandleiding HP Color LaserJet Enterprise CM4540 MFP-serie Software-installatiehandleiding Copyright en licentie 2010 Copyright Hewlett-Packard

Nadere informatie

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2030-serie-printer Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2030-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE M4555 MFP-SERIE. Software-installatiehandleiding

LASERJET ENTERPRISE M4555 MFP-SERIE. Software-installatiehandleiding LASERJET ENTERPRISE M4555 MFP-SERIE Software-installatiehandleiding HP LaserJet Enterprise M4555 MFPserie Software-installatiehandleiding Copyright en licentie 2011 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2050-serie-printer Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2050-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

HP Color LaserJet CM2320 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CM2320 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CM2320 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande

Nadere informatie

HP LaserJet P3010-serie-printers Gebruikershandleiding

HP LaserJet P3010-serie-printers Gebruikershandleiding HP LaserJet P3010-serie-printers Gebruikershandleiding Gebruik van het apparaat Beheer van het apparaat Onderhoud van het apparaat Problemen oplossen Aanvullende informatie over het apparaat: www.hp.com/support/ljp3010series

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP. Naslaggids M575

LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP. Naslaggids M575 LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP Naslaggids M575 Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in het beginscherm

Nadere informatie

HP LaserJet P4010- en P4510-serie-printers. Gebruikershandleiding

HP LaserJet P4010- en P4510-serie-printers. Gebruikershandleiding HP LaserJet P4010- en P4510-serie-printers Gebruikershandleiding Syst strat HP LaserJet P4010- en P4510-serie-printers Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

HP Color LaserJet CP1210-serie-printer

HP Color LaserJet CP1210-serie-printer HP Color LaserJet CP1210-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2007 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling

Nadere informatie

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE Naslaggids Met Windows afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Selecteer

Nadere informatie

HP Color LaserJet CP1510-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CP1510-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CP1510-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2007 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling

Nadere informatie

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel Naslagkaart Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 250 en 550 vel en de handmatige invoer. Het bevat tevens informatie over het

Nadere informatie

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z In het PCL Emul-menu wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: 1 A4-breedte

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Papier plaatsen in Lade 1 (MPT) voor enkelzijdig afdrukken" op pagina 2-9 "Papier plaatsen in laden 2-5 voor enkelzijdig afdrukken"

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Afdrukken op deelpagina's" op pagina 2-68 "Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)" op pagina 2-69 "Brochures afdrukken"

Nadere informatie

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425 LASERJET PRO 400 MFP Naslaggids M425 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie

Nadere informatie

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276 LASERJET PRO 200 COLOR MFP Naslaggids M276 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

EPSON. Knowledge Base. Status- en foutberichten for Alc 4000

EPSON. Knowledge Base. Status- en foutberichten for Alc 4000 Status- en foutberichten for Alc 4000-1-Regulering printer -2-Annuleer afdruktaken -3-Afdruktaak annuleren -4-Duplex niet mogelijk -5-Controleer transp. -6-Contr. papierformaat -7-Contr. papiersoort -8-C-tonercrtg

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE MFP. Naslaggids

LASERJET ENTERPRISE MFP. Naslaggids LASERJET ENTERPRISE MFP Naslaggids M725dn M725f M725z M725z+ Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in

Nadere informatie

Berichten op het voorpaneel

Berichten op het voorpaneel en op het voorpaneel In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Statusberichten" op pagina 4-61 "Foutberichten en waarschuwingen" op pagina 4-62 Het voorpaneel van de printer biedt informatie en hulp

Nadere informatie

D4600 Duplex Photo Printer

D4600 Duplex Photo Printer KODAK D4000 Duplex Photo Printer D4600 Duplex Photo Printer Handleiding printerstuurprogramma januari 2015 TM/MC/MR-licentie van Eastman Kodak Company: Kodak Kodak Alaris Inc. 2400 Mount Read Blvd., Rochester,

Nadere informatie

HP Color LaserJet 3000/3600/3800 Series printers. Gebruikershandleiding

HP Color LaserJet 3000/3600/3800 Series printers. Gebruikershandleiding HP Color LaserJet 3000/3600/3800 Series printers Gebruikershandleiding HP Color LaserJet 3000, 3600 en 3800-serie printers Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2006 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

Instellingenmenu. Afdrukgebied Afdruktimeout Printertaal Printergebruik Bronnen opslaan Nietjesalarm Toneralarm Timeout wachten

Instellingenmenu. Afdrukgebied Afdruktimeout Printertaal Printergebruik Bronnen opslaan Nietjesalarm Toneralarm Timeout wachten Met het kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor meer informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand 1 Auto doorgaan Taal op display Laden naar Signaal perforator Corr.pap.storing

Nadere informatie

COLOR LASERJET ENTERPRISE CP5520 PRINTERSERIE. Gebruikershandleiding

COLOR LASERJET ENTERPRISE CP5520 PRINTERSERIE. Gebruikershandleiding COLOR LASERJET ENTERPRISE CP5520 PRINTERSERIE Gebruikershandleiding HP Color LaserJet Enterprise CP5520 printerserie Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2010 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

A4-breedte Afdrukstand. Auto HR bij NR Pitch Auto NR bij HR Puntformaat Lettertypenaam Symbolenset Lettertypebron Lade-nr wijzigen Regels/pagina

A4-breedte Afdrukstand. Auto HR bij NR Pitch Auto NR bij HR Puntformaat Lettertypenaam Symbolenset Lettertypebron Lade-nr wijzigen Regels/pagina PCL Emul-menu 1 In het PCL Emul-menu wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor verdere informatie een

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen 1 De display op het bedieningspaneel is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven. Taken worden niet De zelftest van de printer is mislukt. De printer is niet gereed om gegevens te ontvangen. De aangegeven

Nadere informatie

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Speciale afdrukmethoden en - materialen Speciale afdrukmethoden en - materialen In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 16. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 19. Transparanten

Nadere informatie

Menu Instellingen. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index

Menu Instellingen. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor meer informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand Auto doorgaan Afdruktimeout Taal op display Printertaal

Nadere informatie

Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.

Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. Naslagkaart Papier in de printer plaatsen Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde

Nadere informatie

Met het Instellingmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item:

Met het Instellingmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Met het kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Signaalinstelling Pag-beveiliging 1 Auto doorgaan Taal op display Laden naar Corr na storing

Nadere informatie

Printerinstellingen wijzigen 1

Printerinstellingen wijzigen 1 Printerinstellingen wijzigen 1 U kunt de instellingen van de printer wijzigen met de toepassingssoftware, het Lexmark printerstuurprogramma, het bedieningspaneel of het bedieningspaneel op afstand van

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 4500-laserprinter

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 4500-laserprinter Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Deelpagina's afdrukken op pagina 2-43 Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één) op pagina 2-44 Negatieven van afbeeldingen

Nadere informatie

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren. Naslagkaart Bezig met kopiëren Een kopie maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 4 5 Aanraakscherm

Nadere informatie

Handleiding voor afdrukkwaliteit

Handleiding voor afdrukkwaliteit Pagina 1 van 7 Handleiding voor afdrukkwaliteit Veel problemen met de afdrukkwaliteit kunnen worden opgelost door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben

Nadere informatie

Over deze printer. Printeroverzicht 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer.

Over deze printer. Printeroverzicht 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Over deze printer Bedieningspaneel Papierstop Voorklep Printeroverzicht 1 Optionele lade voor dubbelzijdig afdrukken Standaardlade voor 250 vel Uitvoerlade en bovenklep Ontgrendelingshendel Optionele invoerlade

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Papier plaatsen in lade 1 (MPT)' op pagina 2-12 'Papier plaatsen in de laden 2-5' op pagina 2-17 'De nietmachine gebruiken' op pagina

Nadere informatie

LASERJET PRO CM1410 COLOR MFP-SERIE. Naslaggids

LASERJET PRO CM1410 COLOR MFP-SERIE. Naslaggids LASERJET PRO CM1410 COLOR MFP-SERIE Naslaggids Afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en

Nadere informatie

HP LASERJET ENTERPRISE 600 M601-, M602- EN M603-PRINTER. Gebruikershandleiding

HP LASERJET ENTERPRISE 600 M601-, M602- EN M603-PRINTER. Gebruikershandleiding HP LASERJET ENTERPRISE 600 M601-, M602- EN M603-PRINTER Gebruikershandleiding HP LaserJet Enterprise 600 M601-, M602- en M603-printer Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2011 Copyright Hewlett-Packard

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Deelpagina's afdrukken' op pagina 2-79 'Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)' op pagina 2-80 'Brochures afdrukken'

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 8150MFP http://nl.yourpdfguides.com/dref/911881

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 8150MFP http://nl.yourpdfguides.com/dref/911881 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 5 Ontgrendeling

Nadere informatie

Handleiding voor kleurkwaliteit

Handleiding voor kleurkwaliteit Pagina 1 van 7 Handleiding voor kleurkwaliteit De aanwijzingen in de handleiding voor kleurkwaliteit geven de gebruiker inzicht in de mogelijkheden die de printer biedt voor het instellen en aanpassen

Nadere informatie

HP Color LaserJet Professional CP5220-serieprinter. Gebruikershandleiding

HP Color LaserJet Professional CP5220-serieprinter. Gebruikershandleiding HP Color LaserJet Professional CP5220-serieprinter Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2009 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen

Nadere informatie

U-lader config Papierstructuur Aangepaste srtn Papiersoort Beschermenvelop Papiergewicht Papier laden Ander formaat. Papierformaat Univrsle install

U-lader config Papierstructuur Aangepaste srtn Papiersoort Beschermenvelop Papiergewicht Papier laden Ander formaat. Papierformaat Univrsle install In het Papiermenu kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst aangeven wat de standaardpapierbron is. Selecteer voor meer informatie een menu-item: U-lader config Papierstructuur Aangepaste

Nadere informatie

LASERJET PRO 200 COLOR. Gebruikershandleiding

LASERJET PRO 200 COLOR. Gebruikershandleiding LASERJET PRO 200 COLOR Gebruikershandleiding M251n M251nw HP LaserJet Pro 200 color M251 printerserie Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2012 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.

Nadere informatie

HP LaserJet P3005-serie printers Gebruikershandleiding

HP LaserJet P3005-serie printers Gebruikershandleiding HP LaserJet P3005-serie printers Gebruikershandleiding HP LaserJet P3005-serie printers Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2006 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging,

Nadere informatie

hp LaserJet 4250/4350 series-printers gebruik

hp LaserJet 4250/4350 series-printers gebruik hp LaserJet 4250/4350 series-printers gebruik HP LaserJet 4250 of 4350 series-printer Gebruikershandleiding Auteursrecht en licentiebepalingen 2004 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.

Nadere informatie

Hoe kan ik: Kopiëren. Digitaal verzenden. Faxen. Taken opslaan. HP Color LaserJet CM6030/6040 MFP-serie Naslaggids

Hoe kan ik: Kopiëren. Digitaal verzenden. Faxen. Taken opslaan. HP Color LaserJet CM6030/6040 MFP-serie Naslaggids HP Color LaserJet CM6030/6040 MFP-serie Naslaggids Hoe kan ik: Kopiëren Digitaal verzenden Faxen Taken opslaan www.hp.com/support/cljcm6030mfp www.hp.com/support/cljcm6040mfp www.hp.com/go/usemymfp Overzicht

Nadere informatie

Brother GEBRUIKERSHANDLEIDING

Brother GEBRUIKERSHANDLEIDING Brother Kleurenkalibratie via het web GEBRUIKERSHANDLEIDING 1 VEREISTEN 2 WERKING 3 ALGEMENE 4 HET 5 DE 6 FABRIEKSINSTELLINGEN Inhoudsopgave INLEIDING 2 3 Aanbevollen papiier voor gebruiik tiijjdens de

Nadere informatie

HP Color LaserJet Professional CP5225 printerserie

HP Color LaserJet Professional CP5225 printerserie Datasheet HP Color LaserJet Professional CP5225 serie Deze veelzijdige en voordelige A3 desktop voorziet in al uw zakelijke kleurenprintbehoeften, van briefkaarten tot extra grote documenten. Een superieure

Nadere informatie

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk Pagina 1 van 8 Handleiding voor afdrukkwaliteit U kunt veel problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben bereikt.

Nadere informatie

Printergeheugen. Geheugenbeheer. Afdrukken. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index

Printergeheugen. Geheugenbeheer. Afdrukken. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index Printergeheugen De printer wordt geleverd met minimaal 64 MB geheugen. Als u wilt controleren hoeveel geheugen momenteel is geïnstalleerd in uw printer, selecteert u Print menu's in het menu Extra. Het

Nadere informatie

Afdrukopties aanpassen

Afdrukopties aanpassen Afdrukopties aanpassen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Afdrukopties instellen' op pagina 2-32 'Afdrukkwaliteit selecteren' op pagina 2-35 'Afdrukken in zwart-wit' op pagina 2-36 Afdrukopties

Nadere informatie

Printermenu-instellingen

Printermenu-instellingen De printer beschikt over elf menucategorieën met verschillende printerinstellingen gegroepeerd per menu. Instellingen voor de printerstatus vindt u bijvoorbeeld in het menu en instellingen voor papierverwerking

Nadere informatie

Handleiding met informatie

Handleiding met informatie Handleiding met informatie Pagina 1 van 1 Handleiding met informatie Er is een groot aantal handleidingen beschikbaar om u te helpen de MFP en de functies ervan te begrijpen. Met behulp van deze pagina

Nadere informatie

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item:

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Met het kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand Auto doorgaan Afdruktimeout Taal op display Printertaal Laden

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn. Zo voorkomt

Nadere informatie

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen Printerinstellingen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen op pagina 1-14 Energiebesparing activeren op pagina 1-15 Bestandsbeveiligingssysteem

Nadere informatie

Selecteer voor meer informatie een menu-item:

Selecteer voor meer informatie een menu-item: In het kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade zijn. Selecteer voor meer informatie een menu-item: Ken srt/lade toe Papier laden

Nadere informatie

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl Printen en Scannen Als een nieuwe printer wordt gekocht en onder Windows XP aangesloten zal Windows deze nieuwe

Nadere informatie

HP COLOR LASER JET ENTERPRISE M750 PRINTER SERIES. Gebruikershandleiding

HP COLOR LASER JET ENTERPRISE M750 PRINTER SERIES. Gebruikershandleiding HP COLOR LASER JET ENTERPRISE M750 PRINTER SERIES Gebruikershandleiding HP Color LaserJet Enterprise M750- printerserie Gebruikershandleiding Copyright en licentie Copyright 2015 HP Development Company,

Nadere informatie

HP luidsprekertelefoon. Gebruikershandleiding

HP luidsprekertelefoon. Gebruikershandleiding HP luidsprekertelefoon Gebruikershandleiding Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder

Nadere informatie

Color LaserJet CP5225 Series Printer Gebruikershandleiding

Color LaserJet CP5225 Series Printer Gebruikershandleiding Color LaserJet CP5225 Series Printer Gebruikershandleiding www.hp.com/support/cljcp5220series HP Color LaserJet Professional CP5225- serie-printer Gebruikershandleiding Copyright en licentie Copyright

Nadere informatie

HP Color LaserJet CP2020-serie Gebruikershandleiding

HP Color LaserJet CP2020-serie Gebruikershandleiding HP Color LaserJet CP2020-serie Gebruikershandleiding Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Afdrukopties aanpassen

Afdrukopties aanpassen aanpassen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: instellen op pagina 2-19 Eigenschappen selecteren voor een specifieke taak (Mac) op pagina 2-23 Afdrukkwaliteit selecteren op pagina 2-25 instellen

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

Dynamic balance. www.develop.eu. Snelgids. ineo 3301P

Dynamic balance. www.develop.eu. Snelgids. ineo 3301P Dynamic balance www.develop.eu Snelgids ineo 3301P Inhoudsopgave 1 Omgaan met de printer... 2 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken... 2 De kleuren van de slaapknop and het indicatorlampje begrijpen...

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de voorgestelde oplossing het probleem niet verhelpt. Taak is niet afgedrukt of de verkeerde tekens zijn afgedrukt. Controleer of Gereed wordt

Nadere informatie

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken Novell NetWare In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken" op pagina 3-38 "Stappen voor snelle installatie" op pagina 3-38 "Geavanceerde installatie" op

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. ABC DEF Menu's GHI

Nadere informatie

Speciaal afdrukmateriaal

Speciaal afdrukmateriaal In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 10. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 12. Transparanten zie pagina 15. Enveloppen zie pagina

Nadere informatie

HP Color LaserJet Professional CP5225 printerserie

HP Color LaserJet Professional CP5225 printerserie Datasheet HP Color LaserJet Professional CP5225 serie Deze veelzijdige en voordelige A3 desktop voorziet in al uw zakelijke kleurenprintbehoeften, van briefkaarten tot extra grote documenten. Een superieure

Nadere informatie

Universele handleiding stuurprogramma s

Universele handleiding stuurprogramma s Universele handleiding stuurprogramma s Brother Universal Printer Driver (BR-Script3) Brother Mono Universal Printer Driver (PCL) Brother Universal Printer Driver (Inkjet) Versie B DUT 1 Overzicht 1 De

Nadere informatie

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen Printerinstellingen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen' op pagina 1-14 'Energiebesparing activeren' op pagina 1-15 'Intelligent Ready-modus

Nadere informatie

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer Kopiëren Dit hoofdstuk omvat: Eenvoudige kopieertaken op pagina 3-2 Kopieeropties aanpassen op pagina 3-3 Basisinstellingen op pagina 3-4 Afbeeldingsaanpassingen op pagina 3-9 Aanpassingen aan de positie

Nadere informatie

Menu USB. Taakbuffer MAC binair PS NPA-modus PCL SmartSwitch. PS SmartSwitch. USB-buffer. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen

Menu USB. Taakbuffer MAC binair PS NPA-modus PCL SmartSwitch. PS SmartSwitch. USB-buffer. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen Met het USB-menu kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort (USB optie ). Selecteer voor meer informatie een menu-item: Taakbuffer MAC binair PS NPA-modus PCL SmartSwitch

Nadere informatie

Setupprogramma Gebruikershandleiding

Setupprogramma Gebruikershandleiding Setupprogramma Gebruikershandleiding Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. De informatie in deze documentatie

Nadere informatie

Afdrukopties aanpassen

Afdrukopties aanpassen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: " instellen" op pagina 2-36 "Afdrukkwaliteit selecteren" op pagina 2-42 instellen Het Xerox-printerstuurprogramma biedt vele afdrukopties. Eigenschappen selecteren

Nadere informatie

Naslagkaart. Informatie over het bedieningspaneel. Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel. Naslagkaart

Naslagkaart. Informatie over het bedieningspaneel. Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel. Naslagkaart Naslagkaart Informatie over het bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer heeft twee knoppen en zes lampjes (de knop Doorgaan fungeert als knop en als lampje). De lampjes geven de status van

Nadere informatie

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item:

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Instellingenmenu 1 Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand Auto doorgaan Afdruktimeout

Nadere informatie

USB-menu 1. Taakbuffer. NPA-modus PCL SmartSwitch PS SmartSwitch USB-buffer MAC binair PS. Lettertypelijst. Werken met kleuren.

USB-menu 1. Taakbuffer. NPA-modus PCL SmartSwitch PS SmartSwitch USB-buffer MAC binair PS. Lettertypelijst. Werken met kleuren. USB-menu 1 Met het USB-menu kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort (USB optie ). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Taakbuffer NPA-modus PCL SmartSwitch

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

Setupprogramma. Gebruikershandleiding

Setupprogramma. Gebruikershandleiding Setupprogramma Gebruikershandleiding Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. De informatie in deze documentatie

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 8400-kleurenprinter

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 8400-kleurenprinter Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Deelpagina's afdrukken" op pagina 2-55 "Meerdere pagina's op één enkel vel afdrukken (Vellen per pagina)" op pagina 2-56 "Brochures afdrukken"

Nadere informatie

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Voor de iphone SHARP CORPORATION April 27, 2012 1 Inhoudsopgave 1 Overzicht... 3 2 Ondersteunde besturingssystemen... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3 Installatie

Nadere informatie