BIJLAGE 1.2: VOORSCHRIFTEN IKB KIP PLUIMVEEBEDRIJVEN

Transcriptie

1 BIJLAGE 1.2: VOORSCHRIFTEN IKB KIP PLUIMVEEBEDRIJVEN Het bestuur van de Stichting PLUIMNED heeft, gelet op Artikel 14 van de Algemene Voorwaarden IKB Kip, ter zake de voorschriften waar een deelnemer aan moet voldoen om deel te nemen aan het certificatieschema IKB Kip op 27 maart 2014 vastgesteld de navolgende voorschriften IKB Kip: - Bijlage 1.2A: Voorschriften voor alle pluimveebedrijven - Bijlage 1.2B: Voorschriften voor opfok voor fok- en vermeerderingsbedrijven - Bijlage 1.2C: Voorschriften voor fok- en vermeerderingsbedrijven - Bijlage 1.2D: Voorschriften voor vleeskuikenbedrijven - Bijlage 1.2E: Voorschriften voor categorisering antibioticagebruik vleeskuikenbedrijven Deze voorschriften nemen de terminologie van de Algemene Voorwaarden IKB Kip over. Deze voorschriften zijn laatstelijk vastgesteld op 27 maart 2014 en treden in werking op 1 april Voor het bestuur, B.J. Odink voorzitter ir. B.M. Dellaert secretaris BIJLAGE 1.2: VOORBLAD VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

2 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN A A01 A02 ALGEMEEN Het IKB bedrijf laat zich jaarlijks controleren op naleving van de voorschriften van het IKB Kip programma. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van bedrijfseigenpersoneel zijn schriftelijk aantoonbaar. Deelnemer dient dit aan te tonen d.m.v. aanwezige IKB Kip certificaten. Controleer, indien het niet om een erkenningscontrole gaat, of het IKB bedrijf in het bezit is van een geldig IKB Kip certificaat (incl. leegstand / verlening). Controle aan de hand van bedrijfsadministratie (bv. protocollen, functieomschrijvingen e.d.) Controleer in de personeelsadministratie of de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van al het bedrijfseigenpersoneel omschreven staan. Schorsing Uitsluiting NVT: Erkenningscontrole, geen wisseling CI. Middel Zwaar NVT: Geen bedrijfseigen personeel, geen wisseling personeel t.o.v. vorige IKB Kip controle. A03 A04 De deelnemer beschikt over een, met EHBO artikelen, gevulde EHBO-kist. De pluimveehouder beschikt over een klachtenregistratie. Verplicht als er gebruikt wordt gemaakt van bedrijfseigen personeel. Controleer, indien gebruik gemaakt wordt van bedrijfseigenpersoneel, of er een met EHBO artikelen gevulde EHBO-kist aanwezig is. In deze registratie worden de inkomende klachten opgenomen inclusief bewijs van afhandeling van deze klachten (bv kopie brief of aantekening telefoongesprek). Controleer of de pluimveehouder beschikt over een klachtenregistratie. Middel Zwaar NVT: Geen bedrijfseigen personeel Licht Middel Geen NVT mogelijk B GEBOUW EN INRICHTING B01 Het bedrijf dient te beschikken over een nationale en / of EU registratie en / of erkenning welke alle werkzaamheden omvat binnen de scope. NL= KIP-nummer. Voor buitenlandse bedrijven geldt registratienummer van desbetreffend land dat is uitgegeven door de autoriteit van dat land. Deze registratie vloeit voort uit EU-richtlijn 90/359. B02 De stallen of het erf zijn / is afgesloten. Zodanig dat geen ongehinderde toegang verschaft kan worden tot de dieren en bezoekers altijd door een medewerker moeten worden begeleid om de stal te betreden. Indien er werkzaamheden in de stal uitgevoerd worden hoeft deze niet afgesloten te zijn. B03 Deelnemer beschikt over een hygiëneprotocol voor bezoekers. In het hygiëneprotocol staat opgenomen hoe een bezoeker dient te handelen bij betreding van het bedrijf. Er is minimaal het volgende opgenomen in het protocol: - bedrijfskleding / schoeisel - handen wassen - persoonlijke beschermingsmiddelen Controleer of het bedrijf beschikt over een KIP-nummer of registratienummer van desbetreffend land (indien buitenlandse deelnemer). Noteer het KIP-nummer dan wel een buitenlands registratienummer. Controleer of alle stallen afgesloten zijn of het erf afgesloten is. Controleer of er een hygiëneprotocol voor bezoekers aanwezig is waarin omschreven wordt hoe een bezoeker dient te handelen bij betreding van het bedrijf. Zwaar Schorsing NVT: geen erkenningscontrole. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk B04 B05 Stallen en voersilo s zijn per bedrijfsperceel individueel uniek genummerd en deze nummers zijn duidelijke herkenbaar en leesbaar voor derden. Indien mechanische ventilatie: er is een werkende alarminstallatie m.b.t. ventilatie aanwezig. Alleen noodzakelijk indien er meerdere stallen / voersilo's op het bedrijf aanwezig zijn. Werkend = de alarmvoorziening waarschuwt de pluimveehouder zodra de ventilatie in de stal uitvalt. Het alarmsysteem moet de pluimveehouder ook waarschuwen indien hij niet op het bedrijf is, tenzij iemand anders door het alarmsysteem wordt gewaarschuwd die op de hoogte is van de te treffen maatregelen. Werking wordt aangetoond doordat de deelnemer minimaal 1 keer per 2 maanden een controle uitvoert op de alarminstallatie en deze controle registreert. Controleer of alle stallen en alle voersilo's uniek en duidelijk leesbaar, genummerd zijn. Controleer, indien mechanische ventilatie, of er een werkende alarminstallatie aanwezig is door aanwezigheid registraties controle alarminstallatie. Middel Zwaar NVT: 1 stal en/of 1 voersilo. Middel Zwaar NVT: Geen mechanische ventilatie B06 Indien mechanische ventilatie: Er is een werkende noodstroomaggregaat voorhanden op de bedrijfslocatie. Werking wordt aangetoond doordat de deelnemer minimaal 1 keer per 2 maanden een controle uitvoert op de noodstroomaggregaat en deze controle registreert. Controleer bij mechanische ventilatie op de aanwezigheid van een werkende noodstroomaggregaat door aanwezigheid registraties controle noodstroomaggregaat. Middel Zwaar NVT: Geen mechanische ventilatie. B08 C C01 Bij gebruik van natuurlijke ventilatie heeft de nok een regelbare opening. BEDRIJFSHYGIENE EN VOEDSELVEILIGHEID Al het pluimvee, aangevoerd op opfokbedrijven, fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven, zijn afkomstig van leveranciers die erkend zijn in het kader van IKB Kip of Belplume of zijn aangevoerd met een ontheffing van de schemabeheerder. De opening is dusdanig dat de luchtuitlaat 2,5 cm 2 per m 3 te verversen lucht bij maximale ventilatie bedraagt. Ontheffing geldig voor: - Opfok fokbedrijven: eendagskuikens afkomstig van niet gecertificeerde overgrootdierenbroederij; - Opfok vermeerderingsbedrijven: eendagskuikens afkomstig van niet gecertificeerde fokbroederij; - Fokbedrijven: pluimvee afkomstig van niet gecertificeerde opfok fok bedrijven; - Vermeerderingsbedrijven: pluimvee afkomstig van niet gecertificeerde opfok vermeerderingsbedrijven. Ontheffingsaanvraag: volgens Artikel 7 van Bijlage 11 van de AV IKB Kip vóór ontvangst niet IKB Kip / Belplume erkende aanvoer plaatsvindt. Controleer in alle stallen, indien natuurlijke ventilatie gebruikt wordt, aan de hand van het aantal aanwezige dieren en het gemiddeld gewicht hoeveel m3 lucht vereist is. En meet of de grootte van de nok toereikend is. Bijvoorbeeld vleeskuikens met een gem. gewicht van 2 kg hebben ( dieren x 2 kg x 3,6 m3) m3lucht nodig m3 x 2,5 cm2 = 18 m2. De nok moet dan een opening hebben van minimaal 18m2 bij maximale ventilatie. Afmetingen op basis van Controleer aan de hand van afleverbonnen van het afgelopen jaar of al het aangevoerde pluimvee afkomstig is van leveranciers die een IKB Kip of Belplume certificaat hebben. Controleer dit aan de hand van deelnemerslijsten van betreffende kwaliteitsregeling. Indien dit niet het geval is controleer of er een ontheffing van de schemabeheerder aanwezig is. Middel Zwaar Geen natuurlijke ventilatie/ geen wisseling van CI / geen verbouwing / geen erkenningscontrole. Zwaar Schorsing NVT: vleeskuikenbedrijven (voor vleeskuikenbedrijven zie voorschriften vleeskuikenbedrijven) VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

3 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN C02 Het leeftijdsverschil van opfokdieren en vleeskuikens aanwezig in 1 stal is, tot een leeftijd van 18 weken, maximaal 2 dagen. Er geldt een uitzondering indien voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden. Voorwaarde: een leeftijdsverschil binnen één stal van 3 tot 7 dagen is toegestaan voor 'eendagskuikens' mits de dieren de eerste 2 levensweken gescheiden gehouden worden. Geboortedag is dag 1. Controleer, van het afgelopen jaar, aan de hand van afleverbonnen van het pluimvee in de bedrijfsadministratie het leeftijdsverschil van de vleeskuikens en opfokdieren. Controleer, indien het leeftijdsverschil meer dan 2 dagen bedraagt of aan de voorwaarde voldaan wordt (zie interpretatie). Zwaar Schorsing NVT: fok of vermeerderingsbedrijf. C03 C04 C05 Per bedrijf is tenminste één schone handenwasgelegenheid aanwezig, waarin zich tenminste een wasbak met afvoer, water, zeep en een handdoek bevindt Voor elke dierruimte is een schoon gedeelte aanwezig met staleigenschoeisel. Daarnaast is er bedrijfseigenkleding aanwezig. Eén keer per kalenderjaar wordt bij vleeskuikenbedrijven, fokbedrijven en opfokbedrijven, bij leegstand, een hygiëneonderzoek uitgevoerd. Monsterneming en analyse wordt uitgevoerd volgens Artikel 2 van Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Controleer op aanwezigheid van een schone handenwasgelegenheid, met tenminste een wasbak met afvoer, water, zeep en een handdoek. Controleer in alle stallen of er voor elke dierruimte een schoon gedeelte aanwezig is waarbinnen van schoeisel gewisseld wordt, per bedrijf is bedrijfseigen kleding aanwezig. Controleer of je zelf van kleding en schoeisel moet verwisselen voordat je de stal betreedt. Controleer of het hygiëneonderzoek is uitgevoerd volgens Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk nee Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk nee Zwaar Schorsing Vermeerderingsbedrijve n nee C06 C07 Indien er Salmonella is aangetoond is er voor het opzetten van een nieuw koppel d.m.v. een stalonderzoek aangetoond dat de stal vrij van Salmonella was. Bij besmetting met Salmonella zonder aantoonbare reden, of als gevolg van voer; worden bij opfokbedrijven en fok- en vermeerderingsbedrijven gebruikte silo's voor opzet van een nieuw koppel gereinigd en ontsmet. Monsterneming en analyse uitgevoerd volgens Artikel 3 van Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Deze verplichting vervalt indien wordt vastgesteld dat de oorzaak van besmetting kan worden teruggetraceerd naar een factor anders dan de voersilo s. De definities voor reiniging en ontsmetting wordt hier onder beschreven. Reiniging van voersilo s: Het verwijderen van voerrestanten en ander vuil van zowel de binnen- als buitenzijde van de voersilo. De silo is na reiniging zowel aan de binnen- als buitenkant bezemschoon. Reiniging van voersilo s vindt onder verantwoordelijkheid van de deelnemer plaats. Ontsmetting van voersilo s: Het ontsmetten van de binnenzijde van voersilo s met daarvoor geschikte desinfecterende middelen. Ontsmetting van voersilo s gebeurt onder verantwoordelijkheid van de deelnemer. Deelnemer kan dit aantoonbaar maken via logboek. Controleer of het stalonderzoek wordt uitgevoerd volgens Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Controleer of de reiniging en ontsmetting van voersilo's bij een Salmonella besmetting zonder aantoonbare reden of met als reden een besmetting veroorzaakt door voer, wordt vastgelegd in de administratie. Controleer hiertoe de administratie van het afgelopen jaar. Zwaar Schorsing NVT: afgelopen jaar geen Salmonella besmettingen gehad. Zwaar Schorsing NVT: Geen salmonella besmetting, vleeskuikenbedrijf. nee C08 Stallen hebben een gesloten watersysteem. Een open voorraadtank is niet toegestaan. Controleer in alle stallen of het watersysteem in de stallen gesloten is. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk C09 De aanbiedingsplaats van destructiemateriaal bevindt zich buiten, of aan de rand van het bedrijfsperceel. Controleer op de plattegrond (zie F01) of de aanbiedingsplaats van destructiemateriaal zich buiten of aan de rand het bedrijfsperceel bevindt. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk C10 C11 D D01 Er is een gekoelde, afsluitbare en schone kadaveropslag aanwezig. Deze bevindt zich buiten de stal waar dieren aanwezig zijn (mag wel in voorruimte). Bij een Salmonella besmetting bij het koppel moet alle mest van het betreffende koppel van het bedrijf afgevoerd worden voordat een volgend koppel wordt opgezet. PLAAGDIERENBESTRIJDING Indien de deelnemer zelf zorgt voor plaagdierenbestrijding is er een plaagdierenbestrijdingsplan. Schoon= aan de buitenkant visueel schoon. Een gëintegreerde kadaveropslag (waarbij input dode dieren in de stal plaatsvindt en output buiten stal plaatsvindt) is toegestaan. Controleer of er een gekoelde, afsluitbare en schone kadaveropslag aanwezig is die zich buiten de stal bevindt. Controleer in alle stallen of zich daar geen kadaveropslag bevindt. Deelnemer moet dit aantoonbaar maken door afleverbonnen mest Controleer van het afgelopen jaar, of er een positieve uitslag van Salmonella in de administratie aanwezig is. Indien aanwezig: vergelijk datum afleverbon mest en datum opzet nieuw koppel. Controleer of datum opzet nieuw koppel ná datum aflevering mest ligt. In het plaagdierenbestrijdingsplan zijn de volgende zaken opgenomen: - de soorten ongedierte die bestreden worden; - welke middelen worden gebruikt waarmee ongedierte wordt geweerd en bestreden (raadpleeg voor de meest actuele lijst van toegelaten middelen de site van het ctgb: - met welke regelmaat en waar de maatregelen worden uitgevoerd; - plaats van de lokdoosjes/vallen/kistjes (vermeld bij de plaats ook het middel en het te bestrijden organisme) op de bedrijfsplattegrond. Controleer of er een plaagdierenbestrijdingsplan aanwezig is en controleer of de inhoud voldoet aan het voorschrift. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: Geen salmonella besmetting Middel Zwaar NVT: Plaagdierenbestrijdings bedrijf ingeschakeld D02 Plaagdierenbestrijdingsmaatregelen worden minimaal 6 keer per jaar gecontroleerd en bijgehouden in een logboek. In het logboek wordt per lokdoosje/val/kist het volgende omschreven: - datum controle; - opname middel (geen, weinig, onbereikbaar, vermissing); - naam bestrijdingsmiddel Controle door deelnemer zelf of door ongediertebestrijdingsbedrijf. Controleer in het logboek van het afgelopen jaar of minimaal 6 keer per jaar aantekeningen gemaakt zijn over uitgevoerde controles Middel Zwaar Geen NVT mogelijk VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

4 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN D03 E E01 Het bestrijdingsmiddel wordt in daarvoor geschikte lokdozen aangeboden zodat pluimvee niet bij het middel kan. KWALITEIT EN TRACEERBAARHEID Er is een actuele plattegrond van het bedrijf aanwezig. Op de plattegrond zijn alle ruimten benoemd en de perceelsgrenzen en -toegangen, de situering van silo's (inclusief silonummers), eventuele mestopslag, opslag- en aanbiedingsplaats van het destructiemateriaal, medicijnopslag, opslag van reinigings-, desinfectie- en plaagdierenbestrijdingsmiddelen, aanwezigheid van lokdozen, aggregaat, locatie ventilatie-, koel- en verwarmingssystemen, locatie voeder en watervoorziening, de gebruikelijke loop- en rijroutes en de afmetingen van de stallen zijn hierop aangegeven. Deze is aangepast aan de laatste stand van zaken. Deelnemer heeft inzichtelijk gemaakt welke aanpassingen er het afgelopen jaar gedaan zijn (data worden vermeld). Controleer in alle stallen of er geen bestrijdingsmiddelen aanwezig zijn die niet in geschikte lokdozen aangeboden worden controleer bij eventuele lokdozen in de stal of het pluimvee er niet bij kan. Controleer of er een actuele plattegrond op het bedrijf aanwezig is en of de in de interpretatie aangegeven zaken erop staan. Zwaar Schorsing NVT: geen bestrijdingsmiddelen. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk E02 De deelnemer houdt een bezoekersregister bij. Dit register bevat van iedere individuele bezoeker aan het bufferdeel of schone deel van de stallen de volgende gegevens: organisatie, datum, tijdstip van aankomst, stalnummer, eventuele dierziekte op voorgaand bezocht pluimveebedrijf (inclusief Salmonella), de reden van het bezoek (bv. hulp bij reiniging, dierenarts o.id.). Controleer van het afgelopen jaar de op aanwezigheid van een bijgehouden en volledig bezoekerregister. Controleer dit bijvoorbeeld aan de hand van bezoek plaagdierenbestrijdingsbedrijf, dierenarts en diervoerleverancier. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk E03 E04 In de administratie is opgenomen wie de directe afnemer van het pluimvee was. De ondernemer registreert alle verplaatsingen in KIP met de in de interpretatie omschreven gegevens. Dit kan bijvoorbeeld via het P-formulier of via VKI-formulier aangetoond worden. Controleer van ieder koppel, over het afgelopen jaar, of de deelnemer de directe afnemer van het pluimvee vastgelegd heeft. *Vermelding van stalnummers (verdeling van de dieren) *Leveringstype (opzet, bijplaatsing, uitladen, wegladen) *Aantal dieren Dit voorschrift wordt op twee manieren gecontroleerd: 1. via jaarlijkse hercontrole op bedrijf: Controleer in KIP of alle in de interpretatie opgenomen gegevens geregistreerd zijn van alle koppels die sinds de vorige controle op het bedrijf opgezet (en afgevoerd) zijn. Controleer daarbij of de verplaatsingsgegevens in KIP overeenkomen met de op het bedrijf aanwezig verplaatsingsgegevens. LET OP! Verschillen in ras en afwijkingen in aantallen < 500 dieren worden niet gerapporteerd. 2. via IKB CRA / uitgifte benchmarkrapporten Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: buitenlandse deelnemers. Nee E05 E06 F F01 De ondernemer registreert alle verplaatsingen binnen 5 werkdagen. Indien koppels geruid worden, wordt het begin van de nieuwe productieperiode geregistereerd in het KIPsysteem. VOER(SYSTEMEN) EN DRINKWATER(SYSTEMEN) Er wordt alleen voer aan het pluimvee verstrekt van GMP+ gecertificeerde diervoederleveranciers of de deelnemer beschikt over een ontheffing. Wanneer er sprake is van voedermiddelen van eigen teelt, wordt gewerkt conform de voorwaarden van de GMP-code Teelt van voedermiddelen (GMP B6). Gerekend vanaf de dag na de dag van de verplaatsingsdatum. Voor ondernemers met een vermeerderingsbedrijf is de termijn maximaal 10 werkdagen. Dit voorschrift wordtop twee manieren gecontroleerd: 1. via jaarlijkse hercontrole op bedrijf: controleer of de ondernemer alle verplaatsingen binnen 5 werkdagen geregistreerd heeft. 2. via IKB CRA / uitgifte benchmarkrapporten Dit is de startdatum van de ruiperiode. Dit voorschrift wordt op twee manieren gecontroleerd: 1. via jaarlijkse hercontrole op bedrijf: Controleer in KIP of alle ruiperiodes zijn opgenomen. Bij een controle in 2013 gaat het om alle koppels die vanaf 1 januari 2013 opgezet en afgevoerd zijn. Controleer daarbij of de verplaatsingsgegevens in KIP overeenkomen met de op het bedrijf aanwezig verplaatsingsgegevens. LET OP! Verschillen in ras en afwijkingen in aantallen < 500 dieren worden niet gerapporteerd. 2. via IKB CRA / uitgifte benchmarkrapporten De deelnemer kan dit aantoonbaar maken aan de hand van voederbonnen (incl. bonnen van voederadditieven). Indien het bedrijf voer inkoopt van GMP Ovocom, QS (GMP anerkannt, Duitsland), UFAS of ISO22000 (incl. feed) dan wordt hiervoor vooraf jaarlijks een ontheffing voor aangevraagd bij de schemabeheerder volgens Artikel 8 van Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Controleer van alle voerleveranciers van het afgelopen jaar, aan de hand van voederbonnen en/of voederfacturen in combinatie met het register voor GMP+/ GMP B6 erkenningen of voerleverancier GMP+ gecertificeerd was. Indien bedrijf voer inkoopt bij een niet GMP+ gecertificeerde leverancier, controleer of er een ontheffing aanwezig is van de schemabeheerder. Middel Zwaar NVT: buitenlandse deelnemers. Middel Zwaar NVT: buitenlandse deelnemers of geen ruikoppel. Nee Nee Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk F02 Van iedere voerleverantie wordt in de bedrijfsadministratie vastgelegd in welke silo de geleverde voeders zijn ontvangen. Registratie gebeurt aan de hand van het, voor betrokken bedrijf, unieke silonummer. Controleer van 2 maanden of 2 rondes (indien vleeskuikens) van het afgelopen jaar, aan de hand van de afleverbon of is vastgelegd in welke silo de geleverde voeders zijn ontvangen. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

5 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN F03 Diervoeders worden opgeslagen in afgesloten boxen, zakken of silo's. Controleer of diervoeders worden opgeslagen in afgesloten boxen, zakken of silo's. F04 De ondergrond onder de silo's is schoon en verhard. Schoon= geen voer en / of materialen aanwezig. Controleer of de ondergrond van de silo's schoon en verhard is. F05 De voedersilo s moeten van buiten de stallen gevuld Controleer of de silo's van buiten de stallen gevuld kunnen worden. worden. F06 Voer dat in de stal aan de dieren verstrekt wordt, is Controleer in alle stallen of het voer dat in de stal aan de droog en schimmelvrij. dieren verstrekt wordt droog en schimmelvrij is. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Middel Zwaar Geen NVT mogelijk? Middel Zwaar Geen NVT mogelijk? Middel Zwaar Geen NVT mogelijk F07 F08 F09 F10 De administratie bevat van elk koppel voederbonnen met daarop: geleverde hoeveelheden en leveringsdata en gebruik toevoegingsmiddelen waarop wachttermijnen van toepassing zijn. Minimaal één keer per 12 maanden wordt een drinkwateronderzoek conform bijlage 15 bij de AV uitgevoerd. De watermonsters worden genomen door de dierenarts waarmee de pluimveehouder een IKBovereenkomst heeft afgesloten of door een HOSOWOinstantie. Voor het bacteriologisch onderzoek wordt één monster per stal genomen, voor het chemisch onderzoek één monster per bedrijfslocatie. De monsters worden genomen op het moment dat er nog pluimvee in de stal aanwezig is. F11 Analyse van de watermonsters als genoemd in F10, vindt plaats door een instelling met een accreditaat NEN-EN-ISO/IEC met het product veedrinkwater of drinkwater. De instellingen dienen zich tijdens de analyse te houden aan de analysemethoden en prestatiekenmerken, zoals beschreven in artikel 13 van de Drinkwaterregeling inclusief bijlage 4. Analyse van de parameter Gisten en schimmels dient plaats te vinden conform NEN- ISO :2008. F12 F13 G G01 G02 Indien de resultaten m.b.t. de chemische en / of bacteriologische parameters niet voldoen aan de normen dan onderneemt de deelnemer, uiterlijk tijdens de eerstvolgende leegstand herstelmaatregelen. De genomen maatregelen en het effect hiervan worden vastgelegd in de bedrijfsadministratie. Na het ondernemen van de acties zoals genoemd in F12 laat de pluimveehouder binnen vier weken opnieuw een wateronderzoek uitvoeren volgens de voorwaarden als genoemd in F09 t/m F11. IKB PSB / EIGEN PERSOL Indien gebruik gemaakt wordt van IKB PSB personeel en/of eigen personeel, is er een ruimte om te pauzeren. Indien gebruik gemaakt wordt van IKB PSB personeel en/of eigen personeel is er een voorziening waar schoenen en / of laarzen gereinigd kunnen worden. Controleer van 2 maanden van het afgelopen jaar op aanwezigheid van de voederbonnen met daarop geleverde hoeveelheden en leveringsdata en gebruikte toevoegingsmiddelen waarop wachttermijnen van toepassing zijn. Controleer tevens of deze informatie van de afgelopen twee jaar aanwezig is. Controleer of minimaal één keer per jaar een drinkwateronderzoek is uitgevoerd. In bijlage 15 is het 'protocol monsterneming' opgenomen. controleer of de watermonsters zijn genomen door de dierenarts of HOSOWO-instantie. De te analyseren parameters zijn: Chemische parameters: -Zuurgraad (ph) -Hardheid -IJzergehalte (Fe) -Nitriet -Magnaan (Mn) Bacteriologische parameters: -Totaal kiemgetal -E. coli -Gisten en schimmels (gezamelijke waarde) Chemische normen zijn: -Zuurgraad (ph): tussen 4 en 9 -Hardheid: max 20 D -IJzergehalte (Fe): max 2,5 mg/l -Nitriet: max 1,0 mg/l -Magnaan (Mn): max 2,0 mg/l Bacteriologische normen zijn: -Totaal kiemgetal: max kve/ml -E. coli: max. 100 kve/ml -Gisten en schimmels: max kve/ml Acties kunnen bijvoorbeeld zijn reinigen en ontsmetten van het drinkwatersysteem, controle (en evt. vervanging) van (onderdelen van) het drinkwatersysteem (bijv. de ontijzeringsinstallatie). Indien enkel bacteriologische normen zijn overschreden kan volstaan worden met enkel analyse van de bacteriologische parameters. Indien enkel chemische normen zijn overschreden kan volstaan worden met enkel analyse van de chemische parameters. Hangende het onderzoek mag de deelnemer nieuwe kuikens opzetten. en Controleer er of voldoende monsters zijn genomen (bacteriologisch per stal, chemisch per bedrijf) en of deze monsters zijn genomen op het moment dat er nog pluimvee in de stal aanwezig was. Controleer of een instelling met een accreditaat NEN-EN- ISO/IEC met het product veedrinkwater of drinkwater is ingeschakeld voor de analyse en of de betreffende parameters zijn geanalyseerd. Controleer of deelnemer tijdens de eerstvolgende leegstand actie heeft ondernomen en deze actie heeft vastgelegd in de bedrijfsadministratie. Controleer of deelnemer opnieuw wateronderzoek heeft laten uitvoeren. Controleer of er IKB PSB bedrijven ingeschakeld worden door de deelnemer en / of er bedrijfseigenpersoneel aanwezig is. Indien dit het geval is; controleer of er een ruimte is om te pauzeren. Controleer of er PSB bedrijven ingeschakeld worden door de deelnemer en / of er bedrijfseigenpersoneel aanwezig is. Indien dit het geval is; controleer of er een voorziening waar is schoenen en / of laarzen gereinigd kunnen worden. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: voorschrift is nog geen jaar van kracht. Licht Middel NVT: voorschrift is nog geen jaar van kracht, of er is geen monster genomen. Licht Middel NVT: voorschrift is nog geen jaar van kracht, of er is geen monster genomen. Licht Middel NVT: voorschrift is nog geen jaar van kracht, of er is geen monster genomen. Licht Middel NVT: voorschrift is nog geen jaar van kracht, resultaten voldoen aan de normen, of er is geen monster genomen. Licht Middel NVT: voorschrift is nog geen jaar van kracht, resultaten voldoen aan de normen, of er is geen monster genomen. Zwaar Schorsing NVT: Geen eigen personeel / IKB PSB personeel. Zwaar Schorsing NVT: Geen eigen personeel / IKB PSB personeel. Ja Ja Ja Ja Ja Ja G03 Indien gebruik gemaakt wordt van IKB PSB bedrijven is er een hogedrukreiniger aanwezig waar het IKB PSB personeel gebruik van kan maken. Niet noodzakelijk indien alleen gebruik gemaakt wordt van IKB PSB gecertificeerde entploegen. Controleer of er IKB PSB bedrijven ingeschakeld worden door de deelnemer. Indien dit het geval is; controleer of er een hogedrukreiniger aanwezig is waar het IKB PSB personeel gebruik van kan maken. Zwaar Schorsing NVT: Geen IKB PSB personeel, alleen IKB PSB entploeg ingeschakeld. VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

6 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN G04 Indien gebruik wordt gemaakt van een IKB PSB bedrijf geeft de deelnemer minimaal 24 uur voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd schriftelijk een positieve status met betrekking tot Salmonella en Mycoplasma Gallicepticum door (mits bekend). De deelnemer kan dit aantoonbaar maken aan de IKB controleur via een kopie van de melding. Op deze melding staat duidelijk de datum van de melding aangegeven. of Controleer, indien gebruik gemaakt wordt van een IKB PSB bedrijf, of er het afgelopen jaar een positief Salmonella, Campylobacter of MG uitslag geweest is. Indien dit het geval was controleer of dit 24 uur voor uitvoer werkzaamheden doorgegeven is aan het IKB PSB bedrijf. Zwaar Schorsing NVT: Geen IKB PSB bedrijf ingeschakeld of afgelopen jaar geen besmetting gehad. G05 Indien gebruik wordt gemaakt van een IKB PSB bedrijf is er een schone en verharde spuitplaats op het pluimveebedrijf aanwezig waar het IKB PSB bedrijf zijn materialen kan schoonspuiten. In de directe omgeving van de spuitplaats is een waterpunt en electriciteit aanwezig zodanig dat hierop een hoge drukspuit aangesloten kan worden. Met schoon wordt bedoeld dat de plaats schoon is na uitvoer van de werkzaamheden (bv. geen mest / strooisel meer aanwezig na laden). De deelnemer moet tijdens de IKB controle kunnen aangeven hoe dit gerealiseerd wordt. Niet noodzakelijk indien alleen gebruik gemaakt wordt van IKB PSB gecertificeerde entploegen of indien alleen personeel wordt ingeschakeld van een IKB PSB bedrijf en geen materiaal. Controleer, indien gebruik gemaakt wordt van een IKB PSB bedrijf, of er een schone en verharde spuitplaats op het pluimveebedrijf aanwezig is. Controleer of er in de directe omgeving van deze plaats een waterpunt en electriciteitspunt aanwezig is waarop een hoge drukspuit aangesloten kan worden Zwaar Schorsing NVT: geen IKB PSB bedrijf ingeschakeld, alleen IKB PSB entploeg ingeschakeld of alleen personeel van IKB PSB bedrijf ingeschakeld G06 G07 Het laden van pluimvee wordt uitgevoerd door een IKB PSB gecertificeerde lader, tenzij pluimveehouder beschikt over eigen personeel of een ontheffing. Het enten van pluimvee wordt uitgevoerd door een IKB PSB gecertificeerde enter, tenzij pluimveehouder beschikt over eigen personeel of een ontheffing. Ontheffing: Inzet van familie of vrienden is toegestaan indien vooraf een ontheffing is afgegeven door de schemabeheerder. Pluimveehouder dient deze ontheffing jaarlijks 2 weken voor aanvang eerste werkzaamheden van dat jaar aan te vragen bij de schemabeheerder. Zie ook Artikel 9 van Bijlage 11 voor voorwaarden voor ontheffingsaanvraag IKB PSB. Eigen personeel: Indien het laden uitsluitend wordt uitgevoerd door eigen personeel hoeft de pluimveehouder geen ontheffing aan te vragen. Tijdens IKB Kip controle dient pluimveehouder aantoonbaar te maken dat de werkzaamheden uitgevoerd zijn door eigen personeel (via loonlijst). De werkzaamheden dienen door een realistisch aantal eigen personeelsleden uitgevoerd te zijn. Deel inhuur / deel eigen personeel: Het is toegestaan om de werkzaamheden uit te laten voor door IKB PSB bedrijf én eigen personeel. Dit dient vooraf met het IKB PSB bedrijf besproken te worden en tijdens de IKB controle aan de IKB controleur aangegeven te worden. Pluimveehouder dient vervolgens via loonlijst aantoonbaar te maken dat er sprake was van eigen personeel. IKB PSB Buitenland / binnenland: Buitenlandse IKB Kip deelnemers kunnen een IKB PSB 'buitenland"erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen óf een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservicebedrijf. Nederlandse IKB Kip deelnemers kunnen alleen een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen. Ontheffing: Inzet van familie of vrienden is toegestaan indien vooraf een ontheffing is afgegeven door de schemabeheerder. Pluimveehouder dient deze ontheffing jaarlijks 2 weken voor aanvang eerste werkzaamheden van dat jaar aan te vragen bij de schemabeheerder. Zie ook Artikel 9 van Bijlage 11 voor voorwaarden voor ontheffingsaanvraag IKB PSB. Eigen personeel: Indien het enten uitsluitend wordt uitgevoerd door eigen personeel hoeft de pluimveehouder geen ontheffing aan te vragen. Tijdens IKB Kip controle dient pluimveehouder aantoonbaar te maken dat de werkzaamheden uitgevoerd zijn door eigen personeel (via loonlijst). De werkzaamheden dienen door een realistisch aantal eigen personeelsleden uitgevoerd te zijn. Deel inhuur / deel eigen personeel: Het is toegestaan om de werkzaamheden uit te laten voor door IKB PSB bedrijf én eigen personeel. Dit dient vooraf met het IKB PSB bedrijf besproken te worden en tijdens de IKB controle aan de IKB controleur aangegeven te worden. Pluimveehouder dient vervolgens via loonlijst aantoonbaar te maken dat er sprake was van eigen personeel. IKB PSB Buitenland / binnenland: Buitenlandse IKB Kip deelnemers kunnen een IKB PSB 'buitenland"erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen óf een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservicebedrijf. Nederlandse IKB Kip deelnemers kunnen alleen een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen. Controleer bij alle opgezette koppels van het afgelopen jaar of het laden door een IKB PSB bedrijf is uitgevoerd, indien niet, controleer of er gebruik gemaakt is van (een realistisch aantal) eigen personeel of dat er een ontheffing aanwezig is. Controleer dit a.d.h.v. facturen / loonlijsten. Controleer bij alle opgezette koppels van het afgelopen jaar of het enten door een IKB PSB bedrijf is uitgevoerd, indien niet, controleer of er gebruik gemaakt is van (een realistisch aantal) eigen personeel of dat er een ontheffing aanwezig is. Controleer dit a.d.h.v. facturen / loonlijsten. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk. Zwaar Schorsing NVT: geen entingen VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

7 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN G08 Reinigen wordt uitgevoerd door: - een IKB PSB gecertificeerde reiniger, of - de pluimveehouder zelf, of - ingehuurd personeel (zzp-ers) zónder materiaal. Pluimveehouder zelf, (ingehuurd) personeel: Indien de werkzaamheden uitsluitend worden uitgevoerd door de pluimveehouder of (ingehuurd) personeel, dient de pluimveehouder dit tijdens de IKB Kip controle aantoonbaar te maken (via loonlijst / factuur). De werkzaamheden dienen door een realistisch aantal personen uitgevoerd te zijn. De pluimveehouder kan aantoonbaar maken dat werkzaamheden uitgevoerd konden worden zonder IKB PSB bedrijf (door aanwezigheid bedrijfseigen materiaal). IKB PSB Buitenland / binnenland: Buitenlandse IKB Kip deelnemers kunnen een IKB PSB 'buitenland"erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen óf een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservicebedrijf. Nederlandse IKB Kip deelnemers kunnen alleen een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen. / Controleer bij alle opgezette koppels van het afgelopen jaar of het reinigen is uitgevoerd door een IKB PSB bedrijf, een realistisch aantal (eigen) personeel of pluimveehouder zelf. Controleer dit a.d.h.v. facturen / loonlijsten. Controleer bij uitvoer werkzaamheden door pluimveehouder of (ingehuurd) personeel of de juiste materialen op het bedrijf aanwezig zijn om werkzaamheden uit te voeren. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk. G09 Ontsmetten wordt uitgevoerd door: - een IKB PSB ontsmetter, of - de pluimveehouder zelf, of - ingehuurd personeel (zzp-ers) zónder materiaal. Pluimveehouder zelf, (ingehuurd) personeel: Indien de werkzaamheden uitsluitend worden uitgevoerd door de pluimveehouder of (ingehuurd) personeel, dient de pluimveehouder dit tijdens de IKB Kip controle aantoonbaar te maken (via loonlijst / factuur). De werkzaamheden dienen door een realistisch aantal personen uitgevoerd te zijn. De pluimveehouder kan aantoonbaar maken dat werkzaamheden uitgevoerd konden worden zonder IKB PSB bedrijf (door aanwezigheid bedrijfseigen materiaal). IKB PSB Buitenland / binnenland: Buitenlandse IKB Kip deelnemers kunnen een IKB PSB 'buitenland"erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen óf een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservicebedrijf. Nederlandse IKB Kip deelnemers kunnen alleen een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen. / Controleer bij alle opgezette koppels van het afgelopen jaar of het ontsmetten is uitgevoerd door een IKB PSB bedrijf, een realistisch aantal (eigen) personeel of pluimveehouder zelf. Controleer dit a.d.h.v. facturen / loonlijsten. Controleer bij uitvoer werkzaamheden door pluimveehouder of (ingehuurd) personeel of de juiste materialen op het bedrijf aanwezig zijn om werkzaamheden uit te voeren. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk. G10 Ongediertebestrijding wordt uitgevoerd door: - een IKB PSB gecertificeerde ongediertebestrijder, of - de pluimveehouder zelf, of - ingehuurd personeel (zzp-ers) zónder materiaal. Pluimveehouder zelf, (ingehuurd) personeel: Indien de werkzaamheden uitsluitend worden uitgevoerd door de pluimveehouder of (ingehuurd) personeel, dient de pluimveehouder dit tijdens de IKB Kip controle aantoonbaar te maken (via loonlijst / factuur). De werkzaamheden dienen door een realistisch aantal personen uitgevoerd te zijn. De pluimveehouder kan aantoonbaar maken dat werkzaamheden uitgevoerd konden worden zonder IKB PSB bedrijf (door aanwezigheid bedrijfseigen materiaal). IKB PSB Buitenland / binnenland: Buitenlandse IKB Kip deelnemers kunnen een IKB PSB 'buitenland"erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen óf een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservicebedrijf. Nederlandse IKB Kip deelnemers kunnen alleen een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen. / Controleer bij alle opgezette koppels van het afgelopen jaar of de ongediertebestrijding is uitgevoerd door een IKB PSB bedrijf, een realistisch aantal (eigen) personeel of pluimveehouder zelf. Controleer dit a.d.h.v. facturen / loonlijsten. Controleer bij uitvoer werkzaamheden door pluimveehouder of (ingehuurd) personeel of de juiste materialen op het bedrijf aanwezig zijn om werkzaamheden uit te voeren. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk. G11 H H01 H02 H03 H04 Snavelbehandelingen: worden uitsluitend uitgevoerd door een IKB PSB gecertificeerd bedrijf of een IKB Kip gecertificeerde broederij. DIERPRESTATIE EN DIERGEZONDHEID Per koppel zijn de volgende gegevens opgeslagen in de administratie: geboortedatum, opzetdatum, stalnummer, aantal dieren bij opzet, selectie aantallen, reden selectie, dagelijkse uitval, gewijzigd lichtschema,entschema, gewichtschema en voerschema. De gezondheidskundige begeleiding van het pluimvee wordt uitgevoerd door een GPD gecertificeerde dierenarts waarmee de pluimveehouder per KIPnummer een overeenkomst heeft afgesloten. Wanneer een koppel pluimvee diergeneesmiddelen toegediend krijgt is een ondertekende en gedateerde verklaring van de GPD dierenarts waarmee het bedrijf een overeenkomst heeft afgesloten, aanwezig over de dosering van de betreffende diergeneesmiddelen en de daarbij behorende wachttijd. Voor elke overplaatsing wordt AI onderzoek uitgevoerd, indien er geen sprake is van overplaatsingen wordt minimaal 1x per jaar een AI onderzoek uitgevoerd in alle stallen. Pluimveehouder kan dit aantoonbaar maken a.d.h.v. facturen. IKB PSB Buitenland / binnenland: Buitenlandse IKB Kip deelnemers kunnen een IKB PSB 'buitenland"erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen óf een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservicebedrijf. Nederlandse IKB Kip deelnemers kunnen alleen een IKB PSB 'Nederland' erkend pluimveeservice bedrijf inschakelen. Indien gebruik gemaakt wordt van een standaard staltemperatuur, voerschema, entschema, gewichtschema en lichtschema wordt deze getoond. Indien hiervan afgeweken is, wordt dit bij het betreffende koppel in de administratie opgenomen. GPD staat voor de Regeling Geborgde PluimveeDierenarts. Binnen GPD is een voorbeeldovereenkomst opgenomen, deze dient gehanteerd te worden. Voor buitenlandse IKB deelnemers geldt dat er een contract afgesloten moet zijn met een dierenarts, de GDP dierenarts eis gaat op een nader te bepalen tijdstip in (gebruik van de GPD-voorbeeldovereenkomst is in dit geval niet verplicht). Dit moet een verklaring per koppel of deelkoppel (ingeval van alleen behandelen hanen / hennen) zijn. Monsterneming en analyse wordt uitgevoerd volgens Artikel 4 van Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Controleer bij alle opgezette koppels van het afgelopen jaar of de snavels behandeld worden en of dit door een IKB PSB bedrijf of IKB Kip broederij uitgevoerd wordt. Controleer van elk koppel van het afgelopen jaar of de in het voorschrift genoemde gegevens in de administratie zijn opgeslagen. Controleer of de dierenarts GPD gecertificeerd is en of er een overeenkomst met deze dierenarts afgesloten is. Bij buitenlandse IKB deelnemers: controleer of er een overeenkomst afgesloten is. Controleer van alle opgezette koppels van het afgelopen jaar in de bedrijfsadministratie of er een dierenartsverklaring per koppel aanwezig is met daarop de toediening, dosering en wachttijd van de voorgeschreven diergeneesmiddelen. Controleer of de dierenartsverklaring afkomstig is van de GPD dierenarts waarmee een overeenkomst afgesloten is. Controleer of er AI onderzoeken zijn uitgevoerd voor alle overplaatsingen van het afgelopen jaar, indien er geen sprake is van overplaatsingen, controleer of minimaal 1x per jaar een AI onderzoek uitgevoerd is volgens Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Zwaar Schorsing NVT: geen snavelbehandeling Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: Geen diergeneesmiddelen toegediend Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

8 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN H05 Controle op de dieren wordt minimaal tweemaal per dag uitgevoerd. Controles worden geregistreerd op de koppelkaart. Controleer bij vleeskuikens en opfokbedrijven van de afgelopen 2 rondes de registratie van controle op de dieren op de koppelkaarten. Controleer of dit minimaal 2x per dag uitgevoerd werd. Controleer bij de overige schakels van de afgelopen 2 maanden de registraties van controle op de dieren op de koppelkaarten. Controleer of dit minimaal 2x per dag was. Licht Middel Geen NVT mogelijk H06 H07 H08 H09 H10 H11 I I01 I06 I07 De pluimveehouder heeft een actueel bedrijfsgezondheidsplan (BGP) opgesteld met de GPD dierenarts waarmee de pluimveehouder een overeenkomst heeft. Het IKB Kip-model BGP wordt gevolgd. De pluimveehouder heeft een actueel bedrijfsbehandelplan (BBP) opgesteld met de GPD dierenarts waarmee de pluimveehouder een overeenkomst heeft. Het IKB Kip-model BBP wordt gevolgd. De pluimveehouder heeft de dierenarts(enpraktijk) in kennis gesteld van abnormale verlaging van de voeren/of wateropname, groeivertraging en/of sterfte en overige indicaties die kunnen wijzen op een diergezondheidsprobleem. De uitslag van eventueel uitgevoerde secties zijn per koppel opgeslagen in de administratie. De pluimveehouder heeft elk koppel laten onderzoeken op Salmonella volgens het vastgestelde schema. Wanneer aan de dieren op het bedrijf een derde keus middel is geleverd, stelt de pluimveehouder samen met de dierenarts binnen vier weken na levering van het middel een aanvulling op van het bedrijfsgezondheidsplan, gericht op het voorkómen van het gebruik van derde keus middelen in de toekomst. De aanvulling wordt door pluimveehouder en dierenarts ondertekend. DIERGESMIDDELEN Voor alle aanwezige en/of toegediende diergeneesmiddelen is een logboekformulier of gewaarmerktafschrift van het recept aanwezig in de administratie van de pluimveehouder. Er zijn geen diergeneesmiddelen op het bedrijf aanwezig die over de houdbaarheidsdatum heen zijn. De pluimveehouder heeft geen volledige koppelkuur antibiotica op voorraad. Door pluimveehouder in samenwerking met dierenarts en eventuele adviseurs opgesteld plan waarin naast het bedrijfsbehandelplan ook beschreven staat welke andere maatregelen het bedrijf neemt om het gebruik van antibiotica te beperken. Het plan wordt 1x per jaar geëvalueerd met de dierenarts en, indien nodig, aangepast. Voor buitenlandse IKB Kip bedrijven geldt dat de dierenarts geen GPD erkenning hoeft te hebben. Door dierenarts en pluimveehouder opgesteld plan waarin staat op welke wijze ziekten worden behandeld dan wel hiertegen wordt gevaccineerd. Het bedrijfsbehandelplan is opgesteld op basis van de meest recente versie van het Formularium Pluimvee (richtlijn voor antibioticumgebruik opgesteld door de Werkgroep Veterinair Antibioticum Beleid van de KNMvD). Het plan wordt 1x per jaar geëvalueerd met de dierenarts en, indien nodig, aangepast. Indien een nieuw formularium wordt uitgebracht welke invloed heeft op het bedrijfsbehandelplan, worden binnen 4 weken na verschijnen formularium aanpassingen gemaakt. Voor buitenlandse IKB Kip bedrijven geldt dat de dierenarts geen GPD erkenning hoeft te hebben. Ook hoeft in dat geval niet het Nederlandse Formularium te worden gevolgd, maar de buitenlandse equivalent. Vastgesteld schema: - Vleeskuikenbedrijven: inlegvellen bij plaatsing van eendagskuikens en overschoentjes binnen 21 dagen voor de datum waarop het koppel aan de slachterij wordt geleverd. - Opfokbedrijven: inlegvellen bij plaatsing van eendagskuikens, overschoentjes op 4 weken leeftijd en maximaal 14 dagen voor overplaatsing. - Fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven: overschoentjes tussen 22 en 24 weken leeftijd en vervolgens éénmaal per 3 weken tot afvoer dieren. Monsterneming en analyse wordt uitgevoerd volgens Artikel 5 van Bijlage 11 van de AV IKB Kip. Voor UDD en UDA diergeneesmiddelen is er een logboekformulier aanwezig. Voor URA diergeneesmiddelen is een gewaarmerkt afschrift van het recept aanwezig (is een door verkoopkanaal getekend kopie van het recept). / Controleer of er een bedrijfsgezondheidsplan is dat minimaal voldoet aan het model bedrijfsgezondheidsplan. Controleer of er een bedrijfsbehandelplan is dat opgesteld is met de GPD dierenarts waarmee de pluimveehouder een overeenkomst heeft en minimaal voldoet aan het model bedrijfsbehandelplan. Controleer voorts of dit plan 1x per jaar geëvalueerd is met deze dierenarts en of de laatste versie van het formularium erin is opgenomen. Controleer aan de hand van het dierenartsverslag of er een aantekening gemaakt is dat de dierenarts(enpraktijk) in kennis is gesteld. Interview deelnemer of hij het afgelopen jaar secties heeft laten uitvoeren, indien dit het geval is controleer of de uitslagen aanwezig zijn. Administratieve controle bij de ondernemer: Controleer of elk koppel van het afgelopen jaar volgens het vastgestelde schema is onderzocht op Salmonella en dit volgens Bijlage 11 is. KIPnet controle: voor controle bij Nederlandse bedrijven geldt dat bij controle gebruik gemaakt wordt van de microbiologische registraties in KIPnet. Controleer of, volgens KIPnet, elk koppel van het afgelopen jaar is onderzocht op Salmonella en wordt voldaan aan Bijlage 14. Indien KIPnet niet volledig, controleer in de administratie of onderzoeken gedaan zijn / aan de voorwaarden voldaan wordt. Controleer of, indien er een derde keus middel is geleverd, het bedrijfsgezondheidsplan binnen vier weken is herzien. Dit voorschrift bestaat uit 2 controle onderdelen: 1. Controleer welke middelen aanwezig zijn op het bedrijf en controleer of logboekformulieren (UDD en UDA) of gewaarmerkte afschriften (URA) aanwezig zijn van deze middelen. 2. Controleer van alle toegediende middelen per koppel of er een logboekformulier (UDD en UDA) of een gewaarmerkt afschrift (URA) aanwezig is. Zoals aangegeven door producent/leverancier. Controleer bij drie aanwezige diergeneesmiddelen of de houdbaarheidsdatum niet verstreken is. Indien er wel een volledige koppelkuur aanwezig is, is gebruik aantoonbaar door recept of dierenartsverslag. Een restant van een kuur mag aanwezig zijn. Controleer of in de opslag voor diergeneesmiddelen geen volledige koppelkuur antibiotica op voorraad is. Controleer in dierenartsverslag of er een aantekening is gemaakt over het niet afmaken van de kuur of het eventueel alsnog inzetten ervan. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Middel Zwaar Geen afwijkingen zoals omschreven in voorschrift. Middel Schorsing NVT: Geen secties Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: geen derde keus middel geleverd. Zwaar Schorsing NVT: geen diergeneesmiddelen aanwezig en toegediend. Licht Middel NVT: Geen diergeneesmiddelen aanwezig. Ja Ja Middel Zwaar Geen NVT mogelijk. VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

9 NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN I08 De pluimveehouder heeft de dierenarts in kennis gesteld indien de voorgeschreven middelen niet het gewenste effect hadden Geen verbetering merkbaar in dierprestatie/diergezondheid. Dierenarts heeft melding opgenomen in bezoekersverslag als reden bezoek. Controleer bij vleeskuikenbedrijven en opfokbedrijven of in de dierenartsverslagen van de afgelopen twee ronden opmerkingen staan m.b.t. het wel/niet in kennis stellen indien diergeneesmiddelen niet het gewenste effect hadden. Controleer bij de overige schakels of in de dierenartsverslagen van het afgelopen jaar opmerkingen staan m.b.t. het wel/niet in kennis stellen indien diergeneesmiddelen niet het gewenste effect hadden. Zwaar Schorsing NVT: Geen middelen gebruikt/ middelen hadden het gewenste effect. I09 I10 De pluimveehouder heeft voorgeschreven UDAdiergeneesmiddelen voor het pluimvee uitsluitend afgenomen van de dierenarts(enpraktijk) waarmee hij de overeenkomst heeft gesloten of van een apotheker. De pluimveehouder heeft UDD-diergeneesmiddelen voor het pluimvee uitsluitend laten toepassen door de dierenarts(enpraktijk) waarmee hij de overeenkomst heeft gesloten. UDA-diergeneesmiddelen zijn diergeneesmiddelen die, op voorschrift van de dierenarts waarmee de overeenkomst is gesloten, worden geleverd door de voorschrijvende dierenarts of apotheker en door de pluimveehouder mogen worden toegediend. UDD-diergeneesmiddelen zijn diergeneesmiddelen die uitsluitend mogen worden toegediend door de dierenarts waarmee de overeenkomst is gesloten. en Controleer of aanwezige UDA-diergeneesmiddelen afkomstig zijn van de dierenarts(enpraktijk) waarmee de overeenkomst is gesloten of van een apotheek. Controleer aan de hand van de diergeneesmiddelenadministratie en dierenartsverslagen van het afgelopen jaar of UDD-diergeneesmiddelen uitsluitend zijn toegediend door de dierenarts(enpraktijk) waarmee de overeenkomst is gesloten. Zwaar Schorsing NVT: Geen UDAmiddelen gebruikt. Zwaar Schorsing NVT: Geen UDDmiddelen gebruikt. I11 Alle aanwezige diergeneesmiddelen en additieven zijn door de nationale autoriteit toegelaten voor gebruik op het doeldier of de cascade regeling wordt toegepast. en Controleer op de etiketten van aanwezige diergeneesmiddelen en additieven of zij gebruikt mogen worden voor het doeldier indien dit niet het geval is controleer of de cascaderegeling wordt toegepast. Zwaar Schorsing NVT: Geen diergeneesmiddelen aanwezig. I12 I13 I14 Diergeneesmiddelen en additieven verstrekt op recept (URA middelen), zijn verstrekt door de dierenarts waarmee de overeenkomst is afgesloten. Recepten worden per koppel afgegeven. Deelnemer kan dit aantonen d.m.v. gewaarmerkt afschrift van het recept (ontvangen van apotheek / erkende handelaar). Toediening van diergeneesmiddelen en additieven aan pluimvee wordt per stal geregistreerd in een logboek. Wanneer diergeneesmiddelen worden verstrekt waarop wachttermijnen van toepassing zijn, worden de betreffende wachttermijnen altijd minimaal in acht genomen. Op het recept worden minimaal de volgende gegevens aangeleverd, datum levering, naam product, batchnummer, registratienummer, hoeveelheid, te gebruiken voor stal of koppelidentificatie (inclusief aantal dieren), reden van toediening en te hanteren wachttijd, conform Richtlijn 2001/82 EC. De volgende gegevens worden minimaal per stal vastgelegd: datum aanvang en einde behandeling, naam product, batchnummer, registratienummer, hoeveelheid, toegepast op stal of koppelidentificatie (inclusief aantal dieren), reden van toediening, wie heeft de behandeling uitgevoerd en wachttijd, conform Richtlijn 2001/82 EC. Doel is dat het pluimveevlees voldoet aan de EU residuenrichtlijn (EU2377/90 EG). Voor Nederlandse deelnemers gelden de normen conform de diergeneesmiddelenwet. Voor buitenlandse deelnemers gelden de normen die zijn opgenomen in de relevante Nationale wetgeving. De deelnemer is verplicht middels documentatie aan te tonen dat de geadviseerde wachttermijnen is gehanteerd. Controleer bij vleeskuikens van 2 maanden van het afgelopen jaar bij alle opgezette koppels of diergeneesmiddelen / additieven op recept verstrekt zijn door de GPD dierenarts waarmee de overeenkomst is afgesloten. Controleer hiertoe het gewaarmerkte afschrift van het recept. Controleer bij de overige schakels van minimaal een periode van 2 maanden gedurende het afgelopen jaar, waarbinnen diergeneesmiddelen / additieven zijn ingezet of deze verstrekt zijn door de GPD dierenarts waarmee de overeenkomst is afgesloten. Controleer hiertoe het gewaarmerkte afschrift van het recept. Controleer van alle opgezette koppels van het afgelopen jaar, de aanwezigheid van diergeneesmiddelenregistratie met de minimaal vereiste gegevens. Indien men aangeeft dat er geen diergeneesmiddelens zijn ingezet, crosscheck dit aan de hand van dierenartsverslagen. Controleer bij vleeskuikens van alle opgezette koppels van het afgelopen jaar in de diergeneesmiddelenregistratie en aan de hand van afleverbonnen van betreffende koppels of de voorgeschreven wachttijd wordt gehanteerd. Controleer bij fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven of bij het laatst afgeleverde koppel, aan de hand van de diergeneesmiddelenregistratie en aan de hand van afleverbonnen van dit koppel of de voorgeschreven wachttermijn wordt gehanteerd. Zwaar Schorsing NVT: Geen diergeneesmiddelen verstrekt gedurende het afgelopen jaar. Middel Zwaar NVT: Geen diergeneesmiddelen / additieven verstrekt. Zwaar Schorsing NVT: opfokkoppels, geen diergeneesmiddelen met wachttermijn verstrekt VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

10 OA OA01 OA02 ADMINISTRATIE De volgende informatie is per koppel vastgelegd: - aantal hanen/ hennen; - merk en type - toeleverancier (naam broederij en fokbedrijf); - entschema Terugmelding t.b.v. kuikenpaspoort: De opfokker meldt de uitvalsgegevens van het koppel over de eerste levensweek per stal per vermeerderaar/fokker schriftelijk terug aan de broederij, waarvan de kuikens zijn ontvangen. Dit gebeurt uiterlijk de tweede week na opzet van de kuikens. BIJLAGE 1.2B: VOORSCHRIFTEN IKB KIP OPFOK VOOR FOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE MEETMETHODE Aantonen d.m.v. P-formulieren. Controleer van van het afgelopen jaar of de informatie als genoemd in het voorschrift per koppel in de administratie is opgenomen. Dit kan de opfokker aantonen door middel van een kopie / bewijs van verzenden. Controleer in de administratie of van elk koppel per stal een melding aan de broederij heeft plaatsgevonden over de utivalsgegevens van de eerste levensweek. ANTWOORDMOGELIJKHEDEN Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk OA03 OB OB01 De volgende informatie wordt aan het fok of vermeerderingsbedrijf doorgegeven bij aflevering van het opfokpluimvee: - merk en type - aantal hanen / hennen - entschema - dierenartsverslagen indien diergeneesmiddelen zijn gebruikt - leeftijd dieren - afleverdatum - alle Salmonella en Mycoplasma uitslagen DIERPRESTATIE EN DIERGEZONDHEID De pluimveehouder heeft ervoor gezorgd dat de dierearts(enpraktijk) minimaal tweemaal per ronde het bedrijf heeft bezocht. Toelichting dierenartsverslagen: van de diergeneesmiddelen verstrekken zijn verstrekkingsdatum, naam / registratienummer en wachttermijn geregistreerd. Voor een klinische inspectie en bedrijfsbegeleiding. Aantonen d.m.v. dierenartsenverslag. Controleer van het afgelopen jaar of of de in het voorschrift genoemde informatie doorgegeven is aan het fok of vermeerderingsbedrijf bij aflevering van het opfokpluimvee. Controleer aan de hand van het dierenartsenverslag of de dierenarts minimaal tweemaal per ronde op het bedrijf langskomt. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Middel Zwaar Geen NVT mogelijk BIJLAGE 1.2B: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR OPFOK VOOR FOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

11 BIJLAGE 1.2C: VOORSCHRIFTEN IKB KIP FOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN FA FA01 GEBOUW EN INRICHTING Er is een van de dierruimten afgescheiden verwerkingsruimte voor de broedeieren. Controleer in alle stallen of er een van de dierruimten afgescheiden verwerkingsruimte aanwezig is voor de broedeieren. Zwaar Schorsing NVT: geen erkenningscontrole / wisseling van CI / verbouwingen FA02 De deelnemers beschikt over een eierbewaarplaats. Controleer de aanwezigheid van een eierbewaarplaats. Zwaar Schorsing NVT: geen erkenningscontrole / wisseling van CI / verbouwingen FA03 FB FB01 FB02 FB03 FB04 FB05 FB06 FB07 FC Er worden geen broedeieren buiten de eierbewaarplaats opgeslagen. BEDRIJFSHYGIENE EN VOEDSELVEILIGHEID Er zijn alleen hanen bijgeplaatst die rechtstreeks afkomstig zijn van een IKB Kip erkend pluimveebedrijf, waarvan max. 14 dagen voor bijplaatsing aangetoond is dat bij het herkomstkoppel geen Salmonella of Mycoplasma Gallicepticum aangetoond is en dat aangetoond is dat wordt voldaan aan de NCD verordening. Vermeerderingsbedrijven: één keer per twee ronden wordt een hygiëneonderzoek uitgevoerd. Behalve tijdens raapproces. Controleer in alle stallen of er geen broedeieren buiten de eierbewaarplaats opgeslagen worden. Deelnemer kan dit aantoonbaar maken dmv KIPnummer herkomstkoppel hanen, kopie onderzoek naar Salmonella en Mycoplasma Gallicepticum van herkomst bedrijf hanen. Uitslagen zijn maximaal van 14 dagen voor overplaatsing. Monsterneming en analyse wordt uitgevoerd volgens Artikel 2 van Bijlage 11 van de AV IKB Kip. De pluimveehouder plaatst de uitgeselecteerde dieren in bedrijfseigen kratten buiten het bedrijfsperceel. De broedeieren worden op de volgende materialen Visueel schoon = geen stof, mest, eierresten e.d. verpakt voor vervoer: aanwezig. - visueel schone, nog nooit gebruikte pulptrays (verpakt in plastic), - visueel schone plastic trays of - visueel schone voorbroedladen vervoerd. Broedeiertransportbanden, raaptafels en Zijn zodanig schoon dat resten van voorgaande inpakapparatuur zijn schoon. werkdagen verwijderd zijn. Wachttermijn voor diergeneesmiddelen wordt in Bedrijf kan dit aantonen via afleverbonnen acht genomen bij afzet broedeieren als consumptieeieren (ook indien bestemming eiproductenindustrie gebruikte diergeneesmiddelen wordt de volgende diergeneesmiddelen en eieren. Bij melding van is). informatie doorgegeven aan afnemer eieren (ook aan broederij): - naam middel, - regnl nummer middel, - gebruikperiode. Indien bij een koppel Salmonella enteritidis (Se), Salmonella typhimurium (St), Salmonella Java of Mycoplasma gallisepticum (Mg) aangetoond is worden de nog op het bedrijf aanwezige eieren van dat koppel afgezet aan de eiproducten-industrie. ADMINISTRATIE Controleer aan de hand van herkomst / data op P-formulier van het afgelopen jaar of er hanen bijgeplaatst zijn en of deze afkomstig waren van IKB Kip gecertificeerde pluimveebedrijven en zo ja of aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Controleer op aanwezigheid van rapportage van het hygiëneonderzoek van het afgelopen jaar en controleer of het hygiëneonderzoek uitgevoerd volgens Bijlage 11. Behalve tijdens selectieproces. Controleer in alle stallen of er geen kratten / containers met uitgeselecteerde dieren in de stal aanwezig zijn. Voor Nederlandse bedrijven van toepassing indien na verificatie-onderzoek door GD Se, St of Java aangetoond is. Controleer of het aanwezige verpakkingsmateriaal aan de voorwaarden voldoet. Controleer of de eiertransportbanden, raaptafels en inpakapparatuur schoon zijn. Controleer of er het afgelopen jaar eieren afgezet zijn als consumptie-ei. Indien dit het geval is controleer dhet diergeneesmiddelen gebruik in de periode van afzet en controleer of er middelen gebruikt zijn met een wachttermijn. Controleer afgelopen jaar aan de hand van positieve uitslag van onderzoeksrapport (van verificatie onderzoek) voor Se/St/java/M.g. in combinatie met de afleverbonnen naar de eierenafnemers. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: Geen hanen bijgeplaatst Zwaar Schorsing NVT: Fokbedrijven Zwaar Schorsing NVT: geen uitgeselecteerde dieren aanwezig. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk zwaar schorsing NVT: Geen broedeieren afgezet als consumptie eieren. zwaar schorsing NVT: geen Se, St of Mg aangetoond BIJLAGE 1.2C: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR FOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

12 BIJLAGE 1.2C: VOORSCHRIFTEN IKB KIP FOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN FC01 Bij aflevering van de broedeieren geeft het bedrijf de de volgende gegevens door aan de broederij: - n.a.w. gegevens - kipnummer - geboortedatum koppel* - aantal hanen / hennen* - entschema* - uitval per week - aantal geproduceerde eieren per koppel per week - aantal broedeieren gesplits in schone en gewassen eieren - dierenartsverslagen indien diergeneesmiddelen zijn ingezet - merk en type van de dieren* - Mycoplasma Gallisepticum uitslag - Salmonella uitslag Buitenlandse bedrijven geven het IKB Kipnummer door. Bij afzet zelfde broederij, gedurende hele ronde, mogen gegevens met een * eenmalig per koppel doorgegeven worden. Dierenartsverslag incl. naam dierenarts, diagnose en diergeneesmiddelenverstrekking. Dient aangeleverd te worden gedurende verstrekking en tot 6 weken na verstrekking. Controleer bij 10 afleveringen van het afgelopen jaar of het bedrijf de in het voorschrift opgesomde gegevens doorgegeven heeft aan de broederij. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk FC02 FD FD01 Van elke aangevoerd koppel zijn de volgende gegevens van het opfokbedrijf aanwezig: - NCD uitslag - AI uitslag - leeftijd dieren - aanvoerdatum dieren - dierenartsverslagen (gebruikte diergeneesmiddelen inclusief diagnose) DIERPRESTATIE EN DIERGEZONDHEID De pluimveehouder heeft ervoor gezorgd dat de dierearts(enpraktijk) minimaal eenmaal per ronde het bedrijf heeft bezocht. Voor een klinische inspectie en bedrijfsbegeleiding, dit is in het bedrijfsbehandelplan opgenomen. Aantonen d.m.v. dierenartsenverslag. Controleer of van elk aangevoerd koppel van het afgelopen jaar de in het voorschrift opgenomen informatie is opgenomen. Controleer aan de hand van het dierenartsenverslag of de dierenarts minimaal eenmaal per ronde op het bedrijf langskomt. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Middel Zwaar Geen NVT mogelijk BIJLAGE 1.2C: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR FOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

13 BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VA VA01 GEBOUW EN INRICHTING Bij mechanische ventilatie bedraagt de geïnstalleerde ventilatiecapaciteit tenminste 3,6 m 3 lucht per uur per kilogram levend gewicht van vleeskuikens waarbij een maximum bezettingsdichtheid van 42kg/m2 met deze capaciteit behaald moet kunnen worden in de stal. Geldt alleen voor stallen gebouwd na en Controleer in alle stallen, indien de stallen na gebouwd en voorzien van mechanische ventilatie zijn, aan de hand van de maximum bezettingsdichtheid van 42 kg/m2 en de beschikbare ventilatiecapaciteit of de ventilatiecapaciteit tenminste 3,6 m 3 per uur per kilogram levend gewicht is. Middel Zwaar Geen mechanische ventilatie of stal gebouwd voor VA02 De lichtintensiteit is gelijkmatig in de stal verdeeld zodanig dat op elke plek een krant gelezen kan worden op ooghoogte van de vleeskuikens of 20 lux gemeten kan worden met een luxmeter. Controleer in alle stallen of de lichtintensiteit op alle plekken in de stal hetzelfde is. Controleer vervolgens, op een willekeurige plek in de stal, of op ooghoogte van de vleeskuikens een krant gelezen kan worden of controleer met een luxmeter of de intensiteit minimaal 20 lux is. Licht Middel Geen NVT mogelijk VA03 De vleeskuikens worden met dimlicht of groen / blauw licht uitgeladen. Aantoonbaar maken d.m.v mogelijkheid dim of groen/ blauwlicht. Controleer in alle stallen of er gebruik gemaakt kan worden van dimlicht of groen / blauw licht in de stallen. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk VA04 Binnen zeven dagen nadat de vleeskuikens in het gebouw zijn geplaatst, tot drie dagen vóór de geplande slachttijd moet de verlichting een 24- uurschema volgen en donkerperiodes omvatten die in totaal ten minste zes uur duren, met ten minste één ononderbroken donkerperiode van ten minste vier uur, periodes met gedimd licht niet inbegrepen. Aantoonbaar maken d.m.v. tijdschakelaar. Bij daglicht in de stal is dit aspect altijd goed. Controleer bij kunstlicht in alle stallen de tijdschakelaar van het licht op 6 uur donkerperiode van minstens 4 uur aaneengesloten (uitgezonderd eerste 7 dagen en laatste 3 dagen van opzet). Vraag na welk lichtschema gehanteerd wordt. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk VB VB01 BEDRIJFSHYGIËNE EN VOEDSELVEILIGHEID Aanvoer van het pluimvee vindt direct vanaf de broederij plaats. Verkoop via tussenhandelaar is toegestaan (zie VB03), echter aanvoer is direct vanaf de broederij / transport wordt door broederij uitgevoerd. VB02 De bodem van de stal is bedekt met strooisel. De bodem van de stal is niet te zien. Er wordt circa 1 kg strooisel per vierkante meter aangehouden. Er bevinden zich geen schimmelplekken in het strooisel. VB03 Alle vleeskuikens zijn afkomstig van IKB Kip of Belplume gecertificeerde broederijen. Aanlevering via een tussenhandelaar is alleen toegestaan indien voldaan wordt aan de voorwaarden. Voorwaarden: - per aflevering is er geen menging van meerdere broederijen, er mogen wel meerdere leveringen van 1 tussenhandelaar in 1 stal geplaatst worden; - per aflevering is de tussenhandelaar, broederij en vermeerderaar waarvan de eendagskuikens afkomstig zijn bekend dit wordt geregistreerd inclusief n.a.w. gegevens tussenhandelaar en broederij en geleverde hoeveelheid dieren; - het kuikenpaspoort wordt direct aan de broederij teruggekoppeld, pluimveehouder kan dit aantoonbaar maken; - de eendagskuikens zijn voorzien van een kuikenspaspoort van de broederij; - positieve Salmonella resultaten worden, aantoonbaar, aan de broederij teruggekoppeld; - broederij is IKB Kip / Belplume gecertificeerd. Controleer van alle koppels van het afgelopen jaar, aan de hand van afleverbonnen en transportbonnen, of de aanvoer van het pluimvee direct vanaf de broederij plaats vindt. Controleer in alle stallen of de bodem van de stal bedekt is met strooisel, zodanig dat de bodem van de stal niet te zien is, controleer tevens of zich geen schimmelplekken in het strooisel bevinden. Controleer van het afgelopen jaar of alle koppels afkomstig waren van IKB Kip of Belplume gecertificeerde broederijen. Indien sprake was van een tussenhandelaar: controleer of voldaan is aan de voorwaarden. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk VC VC01 VC02 ADMINISTRATIE Op de afleverbonnen van de vleeskuikens zijn de volgende zaken aangegeven: geboortedatum, opzetdatum, aantal vleeskuikens, merk / type, naam broederij, registratienummer vermeerderaar en leeftijd moederdieren. In de administratie is per afgeleverd koppel de Alleen noodzakelijk indien de vleeskuikens geleverd zijn kwaliteitsbeoordeling van de slachterij opgenomen. aan een IKB-erkende slachterij. Controleer van elk koppel van het afgelopen jaar of de in het voorschrift genoemde gegevens op de afleverbonnen staan. Controleer van elk koppel van het afgelopen jaar, de aanwezigheid van de kwaliteitsbeoordelingen per koppel in de bedrijfsadministratie. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Middel Zwaar NVT: alleen koppels afgeleverd aan niet IKB Kip gecertificeerde slachterijen. ja BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

14 BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VC03 VC04 VC05 VC06 VC07 VC08 VC09 VC10 VC11 In de administratie zijn van ieder koppel de afkeurrapporten van de veterinaire autoriteit met symptomen van afkeur opgenomen. In de administratie is van ieder koppel een slachtrapport opgenomen. In de administratie is van ieder koppel het resultaat van het blindedarmonderzoek op de slachterij opgenomen. De ondernemer kan aantonen dat voor elke aflevering van vleeskuikens aan de slachterij een schriftelijke melding tot laden door deze slachterij afgegeven is. De uitslag van eventueel uitgevoerde secties zijn per koppel opgeslagen in de administratie. Per koppel zijn de volgende gegevens opgeslagen in de administratie: opzetdatum, geboortedatum, stalnummer, staltemperatuur per dag, selectie aantallen per dag (incl. reden van selectie), wateropname per dag, lichtschema, gewichtstoename per dag, voerschema, entschema, uitval per dag en data lediging en inspectie van voersilo. De veehouder geeft minimaal 24 uur voor elke aflevering van de vleeskuikens de juiste resultaten van Salmonella onderzoeken door aan de slachterij en legt bewijs van deze doorgifte vast in de eigen administratie De pluimveehouder geeft minimaal 24 uur voor elke aflevering van de vleeskuikens het ingevulde VKI formulier door aan de slachterij. Terugmelding t.b.v. Kuikenpaspoort: De pluimveehouder meldt de uitvalsgegevens van het koppel over de eerste levensweek schriftelijk / digitaal per stal terug aan de broederij waarvan de kuikens zijn ontvangen. Bij deze terugkoppeling wordt aangegeven van welke vermeerderaar(s) de kuikens afkomstig waren. De melding gebeurt uiterlijk de tweede week na opzet. Alleen noodzakelijk indien de vleeskuikens geleverd zijn aan een IKB-erkende slachterij. Van elke aflevering naar elke slachterij (alle uitlaad / weglaadkoppels) ook indien koppels verhandeld zijn via slachterij of tussenhandelaar. Indien resultaat niet door slachterij teruggekoppeld wordt dient de ondernemer zelf deze resultaten op te vragen. Alleen noodzakelijk indien vleeskuikens zijn geleverd aan een IKB-erkende Nederlandse slachterij In deze schriftelijke melding wordt de datum en het tijdstip van laden vermeld. Indien gebruik gemaakt wordt van een standaard staltemperatuur, voerschema, entschema en lichtschema wordt deze getoond. Indien hiervan afgeweken is, wordt dit bij het betreffende koppel in de administratie opgenomen. Bewijs: bv. kopie fax / brief / afleverbon, bewijs moet voorzien zijn van datum + tijdstip. Kan dit aantoonbaar maken a.d.h.v. kopie VKI formulieren. Het standaard VKI formulier is terug te vinden op Dit kan de pluimveehouder aantonen d.m.v. een kopie. Terugmelding via kuikenpaspoort van bijproductenkoppels is niet noodzakelijk. Controleer van elk koppel van het afgelopen jaar, de aanwezigheid van de documenten ten aanzien van afkeuring door veterinaire autoriteit per koppel in de bedrijfsadministratie. Controleer van elk koppel van het afgelopen jaar, of het slachtrapport in de administratie opgenomen is. Controleer, van het afgelopen jaar, de aanwezigheid van uitslagen van blindedarmonderzoek ten aanzien van Salmonella per aflevering naar elke slachterij (let op uitlaad / weglaadkoppels) in de bedrijfsadministratie. Controleer van elk afgeleverd koppel (let op uitlaad / weglaadkoppels) van het afgelopen jaar, of er een schriftelijke melding tot laden is. Interview deelnemer of hij het afgelopen jaar secties heeft laten uitvoeren, indien dit het geval is controleer of de uitslagen aanwezig zijn. Controleer van elk koppel van het afgelopen jaar of de in het voorschrift genoemde gegevens in de administratie zijn opgeslagen. Controleer, van elk koppel (let op uitlaad / weglaadkoppels) van het afgelopen jaar, de doorgifte en vastlegging van de resultaten van het onderzoek op Salmonella. Crosscheck in de database met Microbioligische resultaten of de doorgegeven resultaten juist zijn. Controleer of dit 24 uur voor aflevering gebeurde. Controleer, van elk koppel van het afgelopen jaar, of ingevulde VKI formulieren voor elke aflevering aan de slachterij doorgegeven zijn (let op uitlaad / weglaadkoppels). Controleer in de administratie of van elk koppel per stal een schriftelijke / digitaal melding aan de broederij heeft plaatsgevonden over de uitvalsgegevens van de eerste levensweek. Controleer of deze melding uiterlijk de tweede week na opzet gedaan is. Middel Zwaar NVT: alleen koppels ja afgeleverd aan niet IKB Kip gecertificeerde slachterijen. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk ja Middel Zwaar NVT: koppel afgeleverd aan niet IKB Kip gecertificeerde slachterij of buitenlandse IKB gecertificeerde slachterij. ja Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Middel Zwaar NVT: geen secties uitgevoerd ja Middel Zwaar Geen NVT mogelijk middel Zwaar Geen NVT mogelijk Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: kuikens afkomstig van een niet IKB Kip erkende broederij. VC12 Het bedrijfsgezondheidsplan, het bedrijfsbehandelplan en aanpassingen of aanvullingen op deze plannen - als gevolg van de jaarlijkse evaluatie of het gebruik van derde keus middelen - worden ten minste vijf jaar bewaard. Bewaartermijn is nodig i.h.k.v. UDD-voorschriften. Dit voorschrift geldt tot nader orde niet voor buitenlandse IKB bedrijven. Controleer het BGP, het BBP en aanpassingen of aanvullingen ten minste vijf jaar worden bewaard, of voor die termijn dat dit voorschrift van kracht is. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Ja VC13 VC14 In geval van beëindiging van de overeenkomst tussen de pluimveehouder en GPD dierenarts wordt de verklaring van de dierenarts met de reden van de beëindiging van de overeenkomst bewaard in de administratie. De verslagen van de bezoeken van de dierenarts worden ten minste 5 jaar bewaard. Verklaring is nodig i.h.k.v. UDD-voorschriften. Dit voorschrift geldt tot nader orde niet voor buitenlandse IKB bedrijven. Bewaartermijn is nodig i.h.k.v. UDD-voorschriften. Dit voorschrift geldt tot nader orde niet voor buitenlandse IKB bedrijven. Controleer, indien een overeenkomst tussen pluimveehouder en GPD dierenarts is beëindigd of de verklaring van de dierenarts ten aanzien van de reden van beïndiging is opgenomen in de administratie. Indien een dergelijke verklaring niet aanwezig is, controleer of de pluimveehouder heeft verzocht om een dergelijke verklaring. Controleer of de verslagen ten minste 5 jaar worden bewaard, of voor die termijn dat dit voorschrift van kracht is. Middel Zwaar NVT: geen overenkomst beïndigd. Ja Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Ja BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

15 BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VC15 Indien de pluimveehouder overstapt naar een andere dierenarts, dan draagt hij er zorg voor dat de nieuwe dierenarts een kopie ontvangt van de zaken zoals genoemd in voorschrift VC12, VC13 en VC14. Overdragen van dit zogenoemde bedrijfsdossier is nodig i.h.k.v. UDD-voorschriften. Dit voorschrift geldt tot nader orde niet voor buitenlandse IKB bedrijven. Controleer of, indien pluimveehouder is overgestapt, een kopie van het bedrijfsdossier aan de nieuwe dierenarts is verstrekt. Middel Zwaar NVT: pluimveehouder is niet overgestapt. Ja VD VD01 VOER(SYSTEMEN) EN DRINKWATER(SYSTEMEN) Uit de kwaliteitsbeoordeling van de slachterij blijkt dat de vleeskuikens nuchter waren op moment van slachten. Zie ook kwaliteitsbeoordeling VE02. N.v.t. indien kuikens geleverd zijn aan een niet IKB Kip erkende slachterij. Controleer van alle koppels van het afgelopen jaar in de ontvangen kwaliteitsbeoordelingen van de slachterij (zie VE02) of de vleeskuikens nuchter waren ten tijde van het aanhangen. Let op uitlaad / weglaadkoppels. VD02 Vleeskuikens kunnen onbeperkt eten en drinken. Controleer in alle stallen op het bedrijf of de vleeskuikens tijdens de controle kunnen eten en drinken. Zwaar Schorsing NVT: kuikens gelever aan niet IKB Kip erkende slachterij. ja Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk nee VD03 VD04 Op alle punten in de vleeskuikenstal is er binnen een afstand van maximaal 3 meter een voerpunt aanwezig. Bij voergoot: de voerbaklengte in een vleeskuikenstal is minimaal 4,0 cm per dier. Alleen van toepassing bij stallen die na in gebruik zijn genomen en voor stallen waarin na deze datum het voersysteem is aangepast. Geldt in geval van een voergoot. Alleen van toepassing bij stallen die na in gebruik zijn genomen en voor stallen waarin na deze datum het voersysteem is aangepast. Indien stallen / voersysteem van na : meet in alle stallen de afstand tussen voerpunten onderling en voerpunten en muur; controleer of dit </= 3 meter is. 2% meetafwijking toegestaan. Indien stallen / systemen van na en voergoot: meet in alle stallen de voerbak op en bereken aan de hand van het aantal dieren of minimaal 4 cm van de voerbak per dier beschikbaar is. 2% meetafwijking toegestaan. Zwaar Schorsing NVT: Stal of voersysteem gebouwd voor , geen erkenningscontrole, geen wisseling CI en geen verbouwingen die van invloed zijn op voerpunten. Zwaar Schorsing NVT: Stal / systeem gebouwd voor of geen rechte voergoot ja VD05 Bij voerpannen: de voerbaklengte in een vleeskuikenstal is minimaal 1,0 cm per dier. Geldt in geval van voerpannen. Alleen van toepassing bij stallen die na in gebruik zijn genomen en voor stallen waarin na deze datum het voersysteem is aangepast. Indien stallen / systemen van na en voerpannen: meet in alle stallen de voergoot op en bereken aan de hand van het aantal dieren of de voerbak minimaal 1 cm per dier is. 2% meetafwijking toegestaan. Zwaar Schorsing NVT: Stal / systeem gebouwd voor of geen ronde voergoot VD06 De wateropname is per dag en per stal afleesbaar. Controleer in alle stallen of de wateropname per dag per stal afleesbaar is. VD07 Op alle punten in de vleeskuikenstal is binnen een Alleen van toepassing bij stallen die na in Ga op 4 willekeurige punten in alle stallen staan en afstand van maximaal 3 meter een drinkpunt gebruik zijn genomen en voor stallen waarin na deze controleer of binnen een afstand van maximaal 3 meter aanwezig. datum het drinkwatersysteem is aangepast. een drinkpunt aanwezig is. 2% meetafwijking toegestaan. VD08 Bij ronddrinkers: minimaal 0,6 cm per dier. Alleen van toepassing bij stallen die na in gebruik zijn genomen en voor stallen waarin na deze datum het drinkwatersysteem is aangepast. Indien stallen / systemen van na : bereken op basis van de lengte van de drinkwatervoorziening en het aantal aanwezige dieren in alle stallen of elk dier de beschikking over minimaal 0,6 cm drinkwatervoorziening heeft. 2% meetafwijking toegestaan. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk Zwaar Schorsing NVT: stal / systeem gebouwd voor , geen erkenningscontrole, geen wisseling CI en geen verbouwingen die van invloed zijn op drinkpunten. Zwaar Schorsing NVT: Stal / systeem gebouwd voor of geen ronddrinkers. VD09 Bij nippels: maximaal 16 dieren per nippel. Alleen van toepassing bij stallen die na in gebruik zijn genomen en voor stallen waarin na deze datum het drinkwatersysteem is aangepast. Indien stallen / systemen van na : bereken in alle stallen aan de hand van het aantal nippels en het aantal aanwezige dieren of er maximaal 16 dieren per nippel zijn. Zwaar Schorsing NVT: Stal /systeem gebouwd voor of geen nippels. VD10 Bij drinkcups: maximaal 50 dieren per cup. Alleen van toepassing bij stallen die na in gebruik zijn genomen en voor stallen waarin na deze datum het drinkwatersysteem is aangepast. VE VE01 DIERPRESTATIE EN DIERGEZONDHEID De pluimveehouder heeft ervoor gezorgd dat de dierenarts(enpraktijk) minimaal eenmaal per ronde het bedrijf heeft bezocht. Voor een klinische inspectie en bedrijfsbegeleiding, inclusief evaluatie van het eventuele antibioticagebruik. Aantonen d.m.v. dierenartsenverslag. Indien stallen / systemen van na : bereken in alle stallen op basis van het aantal cups en het aantal aanwezige dieren of er maximaal 50 dieren per cup zijn. 2% meetafwijking toegestaan. Controleer aan de hand van het dierenartsenverslag of de dierenarts het afgelopen jaar minimaal eenmaal per ronde op het bedrijf langskomt. Zwaar Schorsing NVT: Stal / systeem gebouwd voor of geen drinkcups. Middel Zwaar Geen NVT mogelijk BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

16 BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VE02 VF VF01 VF02 De pluimveehouder geeft de uitslagen van Salmonella onderzoeken 24 uur voor slachten door aan de slachterij. SALMONELLA VA Indien de pluimveehouder op de hoogte is gesteld van een Salmonella Java besmetting op het bedrijf, dan wordt dit binnen 24 uur aan de schemabeheerder. Indien eerste besmetting van pluimveehouder middels overschoentjes of inlegvellen: na afvoer besmet koppel en reiniging en ontsmetting, swabonderzoek (1) uit laten voeren door HOSOWO-instantie. Uitslag swabonderzoek (1) binnen 24 uur melden aan de schemabeheerder. Er mag een nieuw koppel (2-de) geplaatst worden. Het gaat hierbij zowel om door onderzoeken uitgevoerd door de pluimveehouder zelf als terugkoppeling van blindedarm onderzoek van de slachterij. Het gaat hierbij om alle en van Salmonella Java (niet alleen de eerste!). Pluimveehouder maakt tijdig melding van: KIP-nummer, geboortedatum koppel, afvoerdatum koppel, stalnummer, datum monstername (eigen of slachterij), datum uitslag. Melding kan tijdens IKB controle aangetoond worden (kopie). geboortedatum koppel, afvoerdatum koppel, stalnummer, datum swabonderzoek, HOSOWOinstantie, uitslag swabonderzoek. Administratieve controle bij de ondernemer: Controleer of elk koppel vleeskuikens van het afgelopen jaar is onderzocht op Salmonella en dit volgens Bijlage 11 is. KIPnet controle: voor controle bij Nederlandse bedrijven geldt dat bij controle gebruik gemaakt wordt van de microbiologische registraties in KIPnet. Controleer of, volgens KIPnet, elk koppel van het afgelopen jaar is onderzocht op Salmonella en wordt voldaan aan Bijlage 11. Indien KIPnet niet volledig, controleer in de administratie of onderzoeken gedaan zijn / aan de voorwaarden voldaan wordt. Controleer van het afgelopen jaar, indien er een Salmonella Java positieve uitslag was, of dit tijdig doorgegeven is. Indien de Salmonella Java besmetting geconstateerd is door de pluimveehouder (d.m.v. overschoentjes of inlegvellen); controleer of er een swabonderzoek is uitgevoerd door een HOSOWO-instantie en of de uitslag van dit swabonderzoek is doorgegeven. Notitie voor KIPnet: noteer naam HOSOWO-instantie. Zwaar Schorsing Geen NVT mogelijk pluimveehouder. VF03 VF04 VF05 Indien swabonderzoek (1) uit VF02 positief: na afvoer 2-de koppel 3 weken leegstandsperiode hanteren. Opzet nieuw koppel (3-de) melden aan de schemabeheerder. Tijdens leegstandsperiode van VF03 de stal reinigen en ontsmetten en een swabonderzoek (2) laten uitvoeren door een HOSOWO-instantie. Uitslag swabonderzoek (2) binnen 24 uur melden aan de schemabeheerder. Indien swabonderzoek (2) uit VF04 positief na afvoer 3-de koppel leegstandsperiode hanteren en net zo lang reinigen en ontsmetten totdat swabonderzoek (3) negatief is. Uitslag swabonderzoek (3) binnen 24 uur melden aan de schemabeheerder. geboortedatum koppel en stalnummer. geboortedatum koppel, afvoerdatum koppel, stalnummer, datum swabonderzoek, HOSOWOinstantie, uitslag swabonderzoek. geboortedatum koppel, afvoerdatum koppel, stalnummer, datum swabonderzoek, HOSOWOinstantie, uitslag swabonderzoek. Controleer of er een leegstandsperiode van 3 weken gehanteerd is en controleer of pluimveehouder opzet nieuw koppel gemeld heeft. Controleer of er tijdens de leegstandsperiode van M2b een swabonderzoek is uitgevoerd door een HOSOWO-instantie en of de uitslag is doorgegeven. Notitie KIPnet: noteer naam HOSOWO-instantie. Controleer of er niet eerder een nieuw koppel opgezet is dan dat de uitslag van het swabonderzoek negatief was, controleer of de uitslagen van swabonderzoeken zijn doorgegeven. Notitie KIPnet: noteer naam HOSOWOinstantie. pluimveehouder. pluimveehouder. pluimveehouder. VF06 VF07 Indien swabonderzoek (3) uit VF05 negatief is mag een nieuw koppel (4-de) opgezet worden. Opzet nieuw koppel (4-de) melden aan de schemabeheerder. Indien eerste besmetting slachterij (blinde darm onderzoek): na afvoer zittend koppel (2- de) en reiniging en ontsmetting, swabonderzoek (1) uit laten voeren door HOSOWO-instantie. Uitslag swabonderzoek (1) binnen 24 uur melden aan de schemabeheerder. Er mag een nieuw koppel (3-de) geplaatst worden. geboortedatum koppel en stalnummer. geboortedatum koppel, afvoerdatum koppel, stalnummer, datum swabonderzoek, HOSOWOinstantie, uitslag swabonderzoek. Controleer of de opzet van een nieuw koppel is doorgegeven. Indien de Salmonella Java besmetting geconstateerd is door de slachterij (d.m.v. blinde darm onderzoek); controleer of er een swabonderzoek is uitgevoerd door een HOSOWO-instantie en of de uitslag van dit swabonderzoek is doorgegeven. Notitie KIPnet: noteer naam HOSOWO-instantie. pluimveehouder. slachterij. VF08 Indien swabonderzoek (1) uit VF07 positief na afvoer 3-de koppel 3 weken leegstandsperiode hanteren. Opzet nieuw koppel (4-de) melden aan de schemabeheerder. geboortedatum koppel en stalnummer. Controleer of er een leegstandsperiode van 3 weken gehanteerd is en controleer of pluimveehouder opzet nieuw koppel gemeld heeft. slachterij. BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

17 BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VF09 VF10 VF11 Tijdens leegstandsperiode van VF08 de stal reinigen en ontsmetten en een swabonderzoek (2) laten uitvoeren door een HOSOWO-instantie. Uitslag swabonderzoek (2) binnen 24 uur melden aan de schemabeheerder. Indien swabonderzoek (2) uit VF09 positief na afvoer 4-de koppel leegstandsperiode hanteren en net zo lang reinigen en ontsmetten totdat swabonderzoek (3) negatief is. Uitslag swabonderzoek (3) binnen 24 uur melden aan de schemabeheerder. Indien swabonderzoek (3) uit VF10 negatief is mag een nieuw koppel (5-de) opgezet worden. Opzet nieuw koppel (5-de) melden aan de schemabeheerder. geboortedatum koppel, afvoerdatum koppel, stalnummer, datum swabonderzoek, HOSOWOinstantie, uitslag swabonderzoek. geboortedatum koppel, afvoerdatum koppel, stalnummer, datum swabonderzoek, HOSOWOinstantie, uitslag swabonderzoek. geboortedatum koppel en stalnummer. Controleer of er tijdens de leegstandsperiode van M3b een swabonderzoek is uitgevoerd door een HOSOWO-instantie en of de uitslag is doorgegeven. Notitie KIPnet: noteer naam HOSOWO-instantie. Controleer of er niet eerder een nieuw koppel opgezet is dan dat de uitslag van het swabonderzoek negatief was, controleer of de uitslagen van swabonderzoeken zijn doorgegeven. Notitie KIPnet: noteer naam HOSOWOinstantie. Controleer of de opzet van een nieuw koppel is doorgegeven. slachterij. slachterij. slachterij. BIJLAGE 1.2D: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR VLEESKUIKENBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18

18 AB01 AB02 Indien het IKB bedrijf ingedeeld is in het signaleringsniveau dan zorgt het bedrijf ervoor dat het gebruik in 1 jaar gedaald is naar het streefniveau. Indien het IKB bedrijf ingedeeld is in het actieniveau 1 dan zorgt het bedrijf ervoor dat het gebruik in 1 jaar gedaald is naar ten minste het signaleringsniveau hierbij dient het bedrijf aantoonbaar de gestructureerde aanpak toegepast te hebben. AB03 Indien het IKB bedrijf ingedeeld is in actieniveau 2 dan zorgt het bedrijf ervoor dat het gebruik in een 1/2 jaar gedaald is naar ten minste actieniveau 1 door middel van het aantoonbaar toepassen van de gestructureerde aanpak. BIJLAGE 1.2E: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR CATEGORISERING ANTIBIOTICAGEBRUIK VLEESKUIKENBEDRIJVEN Streefniveau: niveau van antitbioticumgebruik waarbij geen directe actie vereist is om het antibioticumgerbuik te verlagen (0-17 dd/dj). Signaleringsniveau: niveau van antibioticumgebruik waarbij het noodzakelijk is om maatregelen te treffen om het gebruik te verlagen (>17-34 dd/dj). Dit voorschrift gaat voor buitenlandse vleeskuikenbedrijven en alle opfokbedrijven, fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven op een nader te bepalen tijdstip in. Actieniveau 1, niveau van antibioticumgebruik waarbij het noodzakelijk is om direct maatregelen te treffen om het antibioticum gebruik snel te verlagen (>34-70 dd/dj). Gestructuureerde aanpak: binnen IKB Kip vastgelegde aanpak (bijlage 14). Dit voorschrift gaat voor buitenlandse vleeskuikenbedrijven en alle opfokbedrijven, fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven op een nader te bepalen tijdstip in. Actieniveau 2, niveau van antibioticagebruik waarbij het noodzakelijk is om direct maatregelen te treffen om het antibioticumgebruik snel te verlagen (>70 dd/dj). Gestructuureerde aanpak : binnen IKB Kip vastgelegde aanpak (bijlage 14). Dit voorschrift gaat voor buitenlandse vleeskuikenbedrijven en alle opfokbedrijven, fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven op een nader te bepalen tijdstip in. benchmarkrapport / herstelcontrole benchmarkrapport / herstelcontrole benchmarkrapport / herstelcontrole Controleer (indien bedrijf in tussentijd niet in een ander niveau is ingedeeld), na een jaar, via het benchmarkrapport of het IKB bedrijf is ingedeeld in streefniveau. Controleer (indien bedrijf in tussentijd niet in een ander niveau is ingedeeld), na een jaar, via het benchmarkrapport of het IKB bedrijf is ingedeeld in ten minste het signaleringsniveau. Controleer, indien dit niet het geval is, tijdens een herstelcontrole of bedrijf aantoonbaar gestructureerde aanpak heeft toegepast. Controleer (indien bedrijf in tussentijd niet in een ander niveau is ingedeeld), na een half jaar, via het benchmarkrapport of het IKB bedrijf is ingedeeld in ten minste actieniveau 1. Controleer, indien dit niet het geval is, tijdens een herstelcontrole of bedrijf aantoonbaar gestructureerde aanpak heeft toegepast. Categorie 1 Categorie 3 NVT: fokbedrijven, opfokbedrijven, vermeerderingsbedri jven en buitenlandse vleeskuikenbedrijve n / niet ingedeeld in signaleringsniveau. Categorie 1 of 2 Categorie 4 Categorie 1, 2 of 3 Categorie 5 NVT: fokbedrijven, opfokbedrijven, vermeerderingsbedri jven en buitenlandse vleeskuikenbedrijve n/ niet ingedeeld in actieniveau 1. NVT: fokbedrijven, opfokbedrijven, vermeerderingsbedri jven en buitenlandse vleeskuikenbedrijve n/ niet ingedeeld in actieniveau 2. NORM VOORSCHRIFT MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN (NVT OPTIES) AB04 Indien bedrijf een half jaar ingedeeld is in actieniveau 2 en niet voor een verlaging gezorgd heeft zoals omschreven in AB03, schakelt bedrijf een extern deskundige in en zorgt het bedrijf ervoor dat het gebruik in een 1/2 jaar gedaald is naar ten minste actieniveau 1. Extern deskundige: binnen IKB Kip aangewezen persoon (ingangsdatum nader te bepalen). Dit voorschrift gaat voor buitenlandse vleeskuikenbedrijven en alle opfokbedrijven, fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven op een nader te bepalen tijdstip in. benchmarkrapport / herstelcontrole Controleer (indien bedrijf in tussentijd niet in een ander niveau is ingedeeld), na een half jaar, via het benchmarkrapport of het IKB bedrijf is ingedeeld in ten minste actieniveau 1. Controleer, indien dit niet het geval is, tijdens een herstelcontrole of bedrijf aantoonbaar een extern deskundige heeft ingeschakeld. Categorie 1, 2 of 3 Categorie 6 NVT: fokbedrijven, opfokbedrijven, vermeerderingsbedri jven en buitenlandse vleeskuikenbedrijve n/ niet een half jaar ingedeeld in actieniveau 2. AB05 Notitie te maken door CI: noteer in welke categorie het bedrijf is ingedeeld BIJLAGE 1.2E: VOORSCHRIFTEN IKB KIP VOOR CATEGORISERING ANTIBIOTICAGEBRUIK VLEESKUIKENBEDRIJVEN VERSIE 3, INGANGS GOEDGEKEURD CCVD IKB KIP: /18