Oefeningen fysica. De.. bestaat uit de atmosferische en hydrostatische druk. De atmosferische druk bestaat dankzij de 80km rondom onze aardbol.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oefeningen fysica. De.. bestaat uit de atmosferische en hydrostatische druk. De atmosferische druk bestaat dankzij de 80km rondom onze aardbol."

Transcriptie

1 1. Geef 6 toepassingen op de Wet van Pascal i.v.m. de duiksport. De druk in een grot, op diepte gelegen, is gelijk aan de druk op die diepte. Berekenen van de absolute druk. Druk op ons lichaam is overal gelijk. Berekenen hydrostatische druk. De drukgolf van een ontploffing onder water plant zich over een grote afstand voort. Manometer, bourbonbuis dieptemeter en membraan dieptemeter. Hydraulische keuring van een duikfles. 2. Verklaar het verschil tussen massa en gewicht. Massa is de hoeveelheid materie die een voorwerp heeft. Gewicht is de kracht die het voorwerp uitoefent. Zo zal een voorwerp met een bepaalde massa minder gewicht hebben op de maan en meer gewicht hebben op aarde. (Ter info: massa = volume x soortelijke massa). 3. Leg het verschil uit tussen kracht en gewicht. Het gewicht van een lichaam is de kracht waarmee de aarde het lichaam aantrekt. 4. Plaats volgende woorden op de juiste plaats in volgende zinnen: Pascal bar hydrostatische druk - absolute druk 1 bar 10 bar Pa- Torricelli Newton Massa Pascal luchtlaag Barotrauma De.. bestaat uit de atmosferische en hydrostatische druk. De atmosferische druk bestaat dankzij de 80km rondom onze aardbol.. toonde dit voor het eerst aan. Wel te onthouden is dat in functie van de hoogte de luchtdruk met.. afneemt per 1000m. Anderzijds neemt de. toe met 1 bar per 10m. De standaard eenheid van druk is. Wij gebruiken echter. als eenheid. 5. Te Vodelée hangt een duikersklok (omgekeerde bak met lucht in) op 15 meter diepte. Wat is de druk van de lucht in deze klok? Hoe komt het dat we zo raar spreken in deze klok? Wat zou de druk zijn mocht deze klok op dezelfde diepte in een bergmeer op 2500m hangen. 6. Teken in een druk, diepte diagram het verloop van de druk van de oppervlakte tot 30m in stappen van 2,5m. Wat is de drukverhouding van 10m naar de oppervlakte? Wat is de drukverhouding van 20m naar 10m? Waarom zijn beide getallen verschillend? Welke impact heeft dit op onze duiksport qua mogelijke ongelukken? 7. Bereken de hydrostatische druk van een waterkolom (zoet water) met een hoogte van tien meter en een basisoppervlakte van één vierkante meter. Gegeven : h = 10 m A = 1 m2 Gevraagd : p Oplossing : F = m x g en m = V x p dus F = V x g x p = 1 kg/dm3 V = 10 m x 1 m2 = 10 m3 = dm3 F = V x g x p = dm3 x 10 N/kg x 1 kg/dm3 = N

2 8. Bereken de hydrostatische druk van een kolom zout water met een hoogte van tien meter en een basisoppervlakte van één vierkante meter. Gegeven : zout water h = 10 m A = 1 m 2 Gevraagd : p Oplossing : = 1,025 kg/dm 3 V = 10 m x 1 m 2 = 10 m 3 = dm 3 F = V x g x p = dm 3 x 10 N/kg x 1,025 kg/dm 3 = N 9. Geef de hydrostatische druk op 30 m diepte. 3bar 10. Wat is relatieve druk? Dat is een andere benaming voor hydrostatische druk (de druk die het water uitoefent). 11. Hoe bepaal je de absolute druk en hoe groot is de absolute druk op 15 m diepte? diepte/10 = relatieve druk -> relatieve druk + atmosferische druk = absolute druk 15 m / 10 = 1,5 bar -> 1,5 bar + 1 bar = 2,5 bar absolute druk op 15 m 12. Bereken de totale kracht, op ons lichaam uitgeoefend, op een diepte van 60 m. Ons lichaam heeft een oppervlakte van 1,5 m 2. Zet de berekende kracht om in het overeenkomende gewicht. Gegeven : diepte 60 m Gevraagd : F A=1,5 m 2 Oplossing : druk p w op 60 m = 7 bar = Pa = N/m 2 F = p x A = N/m 2 x 1,5 m 2 = N m = F / g = N / 10 N/kg = kg = 105 ton 13. Verklaar de proef van Torricelli. Een glazen buis van 1 meter lang, die langs één zijde gesloten is, wordt gevuld met kwik en ondergedompeld in een kwikbad met zijn open zijde. Het kwik zakt tot 76 cm hoogte. Het zal niet verder zakken dankzij de luchtdruk die op het kwikbad drukt. 14. Op een voorwerp met een oppervlakte van 3 m 2 wordt een kracht uitgeoefend van N. Op welke diepte (diepte in m) bevindt dit voorwerp zich?

3 Het voorwerp bevindt zich op 31,5 m diepte. 15. Geef de Wet van Dalton en zet deze om in een formule. Als twee of meer gassen, die geen scheikundige reactie met elkaar aangaan, zich in dezelfde ruimte bevinden, dan is bij constante temperatuur de druk van het mengsel gelijk aan de som van de drukken die elk gas afzonderlijk zou hebben als het zich alleen in die ruimte zou bevinden. ptotaal = pp1 + pp pp(n) 16. Wat is de absolute druk op 32 meter diepte? Geef de ppn 2 op die diepte bij een normaal persluchtmengsel. p(abs) = 32 m / bar = 4,2 bar ppn2 = 4,2 bar x 80 % = 3,36 bar 17. Hoeveel is de partiële zuurstofdruk in lucht op een diepte van 40 meter? 40 m = 5 bar absolute druk 5 bar x 20 % = 1 bar partiële druk 18. Geef de partiële stikstof- en zuurstofdruk van perslucht op 25 m diepte, indien we aannemen 20% O2 en 80% N2. p(abs) = 25 m / bar = 3,5 bar ppo2 = 3,5 bar x 20 % = 0,7 bar ppn2 = 3,5 bar x 80 % = 2,8 bar 19. Een duiker wil de partiële zuurstofdruk van 1,6 bar niet overschrijden. Tot welke diepte mag hij afdalen? 1,6 bar / 20 % = 8 bar = 70 meter diepte 1,6 bar / 21 % = 7,6 bar = 66 meter diepte Of 20. Geef 5 toepassingen op de Wet van Dalton i.v.m. de duiksport. Zuurstofvergiftiging, CO-vergiftiging, CO2-vergiftiging Stikstofnarcose (dieptedronkenschap) Berekenen van de duiktabellen Duiken met andere gasmengsels Hyperbare zuurstoftherapie 21. Bereken MOD (Maximum Operating Depth) met een ppo 2 = 1,4 bar voor volgende nitrox mengsels EAN21 1,4/21% = 6,6 bar 56 m EAN28 1,4/28% = 5,0 bar 40 m EAN32 1,4/32% = 4,3 bar 33 m EAN36 1,4/36% = 3,8 bar 28 m EAN40 1,4/40% = 3,5 bar 25 m EAN80 1,4/80% = 1,7 bar 7 m Zuurstof 100% 1,4/100% = 1,4 bar 4 m 22. Bereken het ideale deco-gas dat je kan gebruiken vanaf de 12 meter procedure voor een ppo 2 = 1,4 bar 1.4/2.2 = EAN Vullen van een lege fles met een gewenst EAN mengsel met behulp van de partiële druk methode. Deze bestaat er in een berekende hoeveelheid zuurstof in de fles te doen, en vervolgens op te toppen met lucht. Je wilt een lege duikfles vullen mat 200 bar EAN40 Zuurstofdruk in het eindmengsel: 200 * 0,40 = 80 bar O 2 Stikstofdruk in het eindmengsel: 200 * 0,60 = 120 bar N 2 O 2 die meekomt door het optoppen met lucht: 120/0,79*0,21 = 31,9 bar

4 De resterende ontbrekende zuurstof moet dus eerst in de fles geheveld worden. Dat is dus 80 31,9 = 48,1 bar Vervolgens optoppen met lucht tot 200 bar 24. Vullen van een niet-lege EAN fles tot een nieuw gewenst EAN mengsel. Je hebt een fles met 50 bar EAN30 en die wil je vullen tot 200 bar EAN40. Zuurstofdruk in het eindmengsel: 200 * 0,40 = 80 bar O 2 Zuurstofdruk in het beginmengsel: 50 * 0,30 = 15 bar O2 Er moet dus in totaal = 65 bar O2 bij Stikstofdruk in het eindmengsel: = 85 bar N2 O2 die meekomt door het optoppen met lucht: 85/0,79*0,21 = 22,6 bar De resterende ontbrekende zuurstof moet dus eerst in de fles geheveld worden. Dat is dus 65 22,6 = 42,4 bar Vervolgens optoppen met lucht tot 200 bar 25. Optoppen van een niet-lege EAN fles met lucht. Begindruk 50 bar EAN40, optoppen met lucht tot 200 bar. Zuurstofdruk in het beginmengsel: 50 * 0,40 = 20 bar O 2 Verschil tussen begin- en einddruk: = 150 bar Zuurstof die meekomt bij het optoppen: 150 * 0,21 = 31,5 bar Totaal zuurstof in opgetopte fles: 20 bar + 31,5 bar = 51,5 bar Uiteindelijke mix: 51,5/200 = 25,8% EAN Optoppen van een niet-lege EAN fles met nitrox. e hebt een fles met 50 bar EAN40 en die wil je optoppen met EAN32 tot 200 bar. Wat is dan het uiteindelijke mengsel? Zuurstofdruk in het beginmengsel: 50 * 0,40 = 20 bar O 2 Verschil tussen begin- en einddruk: = 150 bar Hoeveelheid O2 die meekomt door op te toppen met EAN32: 150 * 0,32= 48 bar Totaal zal er dus = 68 bar O2 in de fles zitten De uiteindelijke mix zal dan 68/200 = 0,34 = 34% O2 bevatten EAN34 is de uiteindelijke mix 27. Wat is Kelvin? Kelvin is het absolute nulpunt (0 K = -273 C) waarbij de moleculen niet meer trillen of bewegen. 28. Geef de Wet van Boyle-Mariotte en zet deze om in een formule. Bij constante temperatuur is de druk van een bepaald gas omgekeerd evenredig met het volume. p x V = constante -> p 1 x V 1 = p 2 x V Geef 5 toepassingen op de Wet van Boyle-Mariotte i.v.m. de duiksport. Reddingsvest / trimvest / jacket / hefballon / decoballon / droog duikpak / Luchtverbruik Decompressieongeval en longoverdruk Capillaire dieptemeter Een compressor om duikflessen te vullen Ademhaling 30. Bereken de luchthoeveelheid van een duikfles met inhoud 12 liter en gevuld op 200 bar. p x V = 200 bar x 12 l = barl 31. Een duiker verbruikt aan de oppervlakte (in rusttoestand) 20 liter lucht per minuut. Hoeveel liter lucht per minuut verbruikt deze duiker uit zijn duikfles, op 40 meter diepte (in rusttoestand)? p 1 x V 1 = p 2 x V 2 => 5 bar x 20 l/min = 1 bar x V 2 Ofwel 20 liter x de absolute druk - 20 l/min x 5 bar = 100 l/min

5 32. Als men weet dat men 20 liter lucht per minuut verbruikt aan de oppervlakte, hoelang kan men dan op 30 meter diepte blijven (tot de fles leeg is) met een fles van 15 liter gevuld op 200 bar? Verbruik op 30 m = 4 bar x 20 l/min = 80 l/min Hoeveelheid lucht in fles = 15 l x 200 bar = barl Fles leeg na = 33. Tijdens een duik in koud water, gaat je ontspanner in constant debiet tegen 120 barl per minuut. Hoelang duurt het voordat je duikfles volledig leeg is, als je weet dat je met een 15 liter fles duikt en er nog 120 bar druk op je fles staat? Hoeveelheid lucht in de fles = 15 l x 120 bar = 1800 barl Verlies bij constant debiet = 120 barl/min Fles leeg na = 34. Geef de Wet van Gay-Lussac bij constante druk en bij constant volume (in woorden) en zet dit dynamisch verband om in de twee formule. Bij constante druk is het volume van een hoeveelheid gas recht evenredig met zijn temperatuur in Kelvin. Bij constant volume is de druk van een hoeveelheid gas recht evenredig met zijn temperatuur in Kelvin. 35. Hoeveel Kelvin is nul graden Celsius? 0 C = 273 K 36. Geef de formule van de Algemene gaswet (Boyle-Mariotte - Gay-Lussac). 37. Geef een toepassing op de Algemene gaswet i.v.m. de duiksport. Vullen van duikflessen (warm na het vullen, druk zakt na afkoelen). Bevriezen van de ontspanner bij constant debiet (bij ontspannen van een gas, koelt dit gas af). Foutieve aflezing (grotere diepte) van een capillaire dieptemeter als we er mee gaan duiken nadat deze in de zon gelegen heeft. 38. Een duikfles van 12 liter is gevuld onder druk van 200 bar. De temperatuur na het vullen is 70 C. We duiken in water van 15 C. Over hoeveel barl lucht beschikken we aan het begin van de duik? Gegeven: V1= 12 l p1 = 200 bar T1 = 70 C T2 = 15 C Gevraagd : hoeveelheid lucht in barl Oplossing: T 1 = t = 70 C = 343 K

6 T 2 = t = 15 C = 288 K V1 = V2 = 12 l Hoeveelheid lucht = 167,93 X 12 l = 2015 barl 39. Bij het vullen tot 220 bar is de temperatuur van een fles tot 30 C gestegen. Tot welke hoogte zou de temperatuur daarna moeten stijgen opdat de druk in de fles tot 250 bar zou oplopen? Gegeven: V1 = V2 p1 = 220 bar p2 = 250 bar T1 = 30 C Gevraagd: T2 in C Oplossing: T1 = 30 C 273 K = 303 K V1 = V2 T2 = 344,5 K 273 K = 71,3 C 40. Wat is dichtheid? De dichtheid van een stof is de massa van die stof, gedeeld door zijn volume. Dichtheid is hetzelfde als soortelijke massa (vroeger soortelijk gewicht genoemd) en densiteit. 41. Geef de Wet van Archimedes (in woorden). Een lichaam ondergedompeld in een vloeistof, ondergaat een opwaartse stuwkracht gelijk aan het gewicht van de verplaatste vloeistof.

7 42. Men duwt een bal onder water en houdt hem stil. Op de bal werken: de opwaartse stuwkracht, de spierkracht en de zwaartekracht. Welke van die krachten is het grootst? De opwaartse kracht. De spierkracht. De zwaartekracht. Dit is niet te voorspellen daar de massadichtheid van de bal niet gekend is. 43. In een bekerglas met zout water bevindt zich een aardappel die in het zoute water zweeft. Welke van onderstaande beweringen is juist? Door water bij te schenken zinkt de aardappel. Door water toe te voegen stijgt de aardappel. Door water bij te schenken blijft de aardappel zweven. Je kan niet weten wat er gebeurt. 44. Een stuk hout en een steen worden geheel ondergedompeld in eenzelfde vloeistof. Steen Hout Wat geldt voor de opwaartse kracht die het stuk hout en de steen ondervinden? Ze ondervinden dezelfde opwaartse kracht. De steen ondervindt een grotere opwaartse kracht dan het hout. Het hout ondervindt een grotere opwaartse kracht dan de steen. Over de opwaartse kracht is geen uitspraak te doen, omdat de massadichtheid van de vloeistof niet bekend is. 45. Een voorwerp met een volume van 1 dm³ is ondergedompeld in een vloeistof. Wat moet je nog meer weten om de grootte van de opwaartse kracht te kunnen bereken? De massa van het voorwerp. De massadichtheid van de vloeistof. De massadichtheid van het voorwerp. Het volume van de verplaatste vloeistof. 46. Een aardappel zinkt in een pan met koud water. Wat kun je doen om de aardappel te laten zweven?

8 De aardappel in kleine stukjes snijden. Heet water nemen. Keukenzout in het water doen. Veel meer water nemen. 47. De massadichtheid van alcohol is kleiner dan deze van water. Als een voorwerp zweeft in water, dan zal dit voorwerp in alcohol: drijven zinken zweven is met deze gegevens niet te voorspellen. 48. Een blok hout drijft in water. Vervolgens drukt men het blok onder water. De opwaartse kracht die het hout ondervindt, is: kleiner gelijk groter afhankelijk van de massadichtheid. 49. Een vast voorwerp wordt 2 cm onder het oppervlak van een vloeistof geplaatst. Het zweeft op die diepte. Als het voorwerp nog 4 cm lager geplaatst wordt, dan zal het: stijgen terugkeren naar zijn oorspronkelijke plaats dieper zinken zweven op de nieuwe diepte. 50. Geef 5 toepassingen op de Wet van Archimedes i.v.m. de duiksport. Gebruik van de loodgordel Uittrimmen met de trimvest Noodstijging met de reddingsvest (en eventueel afwerpen van de loodgordel) Vlotters aan een buddy line Eendenduik 51. Verklaar de termen ZINKEN, ZWEVEN, STIJGEN en DRIJVEN. F = opwaartse stuwkracht G = gewicht ZINKEN ZWEVEN STIJGEN DRIJVEN F < G F = G F > G F van het ondergedompelde gedeelte = G van het voorwerp 52. Je vindt een loden anker van ± 50 kg op 40 meter diepte. Je beschikt over een parachute met maximale inhoud van 60 liter. Kan je het anker hiermee bovenhalen? Hoeveel extra lucht gaat je dat kosten? Ja, het anker kan hiermee bovengehaald worden want 60 liter lucht veroorzaakt een opwaartse stuwkracht van 60 kg. Hoeveelheid lucht: op 40 m heerst een druk van 5 bar, dus 50 l x 5 bar = 250 barl 53. Een duiker weegt 80 kg. Zijn uitrusting weegt 15 kg en zijn loodgordel weegt 5 kg. Hij zweeft in zoet water. Hoeveel lood moet hij meer aandoen om in zeewater (dichtheid = 1,03 kg/dm 3 ) te zweven? Gegeven : massa G = 80 kg + 15 kg + 5 kg = 100 kg duiker zweeft in zoet water, dus F = G Gevraagd : hoeveel lood meer in zeewater om te zweven Oplossing : in zoet water F = G = 100 kg

9 opwaartse stuwkracht in zout water : F = p zee x V = 1,03 kg/dm 3 x 100 dm 3 = 103 kg F (103 kg) > G (100 kg) --> duiker stijgt G verhogen met 3 kg lood en F = G in zout water 54. Tijdens de duik neemt een duiker een steen van 2 dm 3 op. Voor hoeveel extra verzwaring zorgt dit, als je weet dan 1 dm 3 steen een massa van 3 kg heeft. Massa steen boven water: m = 2 x 3 kg = 6 kg Opwaartse stuwkracht: F = pzoet x V = 1 kg/dm 3 x 2 dm 3 = 2 kg Verzwaring van de duiker: G = m - F = 6 kg - 2 kg = 4 kg 55. Een duiker, uitgetrimd met een 15 liter duikfles, gevuld op 200 bar, zweeft op 3 meter diepte. Hoeveel lood zal hij te weinig aan hebben als hij zich terug op 3 meter diepte bevindt met nog maar 10 bar lucht in zijn fles? Gegeven : V = 15 l p1 = 200 bar p2 = 10 bar G1 = F op 3 m bij 200 bar G 2 < F op 3 m bij 10 bar Gevraagd : hoeveel lood extra (Glood) om G = F op 3 m bij 10 bar lucht? Oplossing: gewicht lucht = 1,29 g/l V x p 1 = 15 l x 200 bar = 3000 barl G1 = plucht x V = 1,29 g/l x 3000 barl = 3870 g = 3,87 kg V x p2 = 15 l x 10 bar = 150 barl G2 = plucht x V = 1,29 g/l x 150 barl = 193,5 g = 0,19 kg Glood = G1 - G2 = 3,87 kg - 0,19 kg = 3,68 kg 56. Een duiker, uitgetrimd met een 15 liter duikfles, gevuld op 200 bar, zweeft op 3 meter diepte. Op het einde van de duik heeft hij moeilijkheden om zijn trap op 3 meter te maken (ten gevolge van het gewichtsverlies van zijn verbruikte lucht). Hoeveel lood moet hij meer aandoen om te zweven op 3 meter diepte met maar 50 bar lucht in zijn fles? Gegeven : V = 15 l p1 = 200 bar p2 = 50 bar G1 = F op 3 m bij 200 bar G2 < F op 3 m bij 50 bar Gevraagd : hoeveel lood extra (Glood) om G = F op 3 m bij 50 bar lucht? Oplossing: gewicht lucht = 1,29 g/l V x p 1 = 15 l x 200 bar = 3000 barl G1 = plucht x V = 1,29 g/l x 3000 barl = 3870 g = 3,87 kg

10 57. Formuleer de Wet van Henry. V x p 2 = 15 l x 50 bar = 750 barl G2 = plucht x V = 1,29 g/l x 750 barl = 967,5 g = 0,97 kg Glood = G1 - G2 = 3,87 kg - 0,97 kg = 2,9 kg Bij constante temperatuur en bij verzadiging is de hoeveelheid opgelost gas in een vloeistof evenredig met de druk van dat gas in contact met die vloeistof. 58. Geef 3 toepassingen op de wet van Henry. Decompressieongeval Berekenen duiktabellen (voor lucht en andere mengsels) Ademhaling Duik in koud water 59. Welke factoren spelen een rol bij de Wet van Henry? Verklaar ze kort en bondig! Druk Tijd Aard gas Aard vloeistof Raakoppervlak Temperatuur 60. Wat bedoelt men met spanning? (hoe meer druk, hoe meer gas er oplost) (hoe groter de tijd, hoe meer gas er oplost) (hoe lichter het gas, hoe sneller het gas oplost) (er zal meer stikstof oplossen in vetten dan in waterige oplossingen) (hoe groter de oppervlakte tussen gas en vloeistof, hoe sneller het gas oplost) (hoe groter de temperatuur, hoe minder gas er oplost) Dat is de druk van het opgeloste gas in de vloeistof (p og ). 61. Wat is een periode? De periode is de tijd die nodig is om een bepaalde vloeistof voor de helft te verzadigen met een bepaald gas. 62. Geef de 3 toestanden van oplossing (Wet van Henry) en leg uit. p = de druk van het vrije gas boven de vloeistof pog = de spanning van het opgeloste gas in de vloeistof Verzadiging Onderverzadiging Oververzadiging p = pog (saturatie) p > p og (satureren) p < p og (desatureren) 63. Verklaar de verzadigingsgraad van een vloeistof na 30 minuten (T = 10 min). Een vloeistof met T = 10 min is na 30 min 87,5% verzadigd, want ze heeft 3 perioden doorlopen. 64. Geef de verzadigingsgraad van een vloeistof na 32 minuten (T = 8 min). Een vloeistof met T = 8 min heeft na 32 min 4 perioden doorlopen en is dan 93,75% verzadigd. 65. Verklaar de verzadigingsgraad van een vloeistof (T = 20 min) na 20 minuten verzadiging en vervolgens na 20 minuten ontgassing. Na 20 min is deze vloeistof 50 % verzadigd. Vanaf het moment dat de ontgassing aanvangt is deze vloeistof na 20 min voor de helft ontgast. 66. Verklaar de verzadigingsgraad van een vloeistof na 10 minuten verzadiging en vervolgens 5 minuten ontgassing (T = 5 min). Na 10 minuten heeft deze vloeistof 2 perioden doorlopen en is dus voor 75% verzadigd. Na 5 minuten is deze vloeistof 50 % ontgast, want ze heeft maar één perioden doorlopen.

11 67. Een vloeistof heeft een periode van 10 minuten en bevat geen opgelost gas. Boven de vloeistof wordt stikstof aangebracht met een druk van 20 bar. Na hoeveel tijd wordt de spanning van het opgelost gas gelijk aan 15 bar? Na 20 min => na 1 periode = 10 min 50 % van 20 bar = 10 bar na 2 perioden = 20 min 75 % van 20 bar = 15 bar 68. Verklaar het mechanisme van het oplossen van een gas in een vloeistof. Het oplossen van een gas in een vloeistof gebeurt niet ogenblikkelijk. Opdat er een gelijkheid zou intreden tussen de druk van het gas en zijn spanning in de vloeistof, moeten de gasmoleculen opgelost aan de vloeistofoppervlakte de tijd krijgen om door diffusie in de vloeistof binnen te dringen. De diffusie zal des te sneller plaatsvinden naarmate het contactoppervlak groter zal zijn en omgekeerd. 69. Geef de formule die Haldane gebruikte om de spanning van het in de vloeistof opgeloste gas te berekenen. Geef eveneens de vereenvoudigde formule, waarin de tijdsfactor herwerkt werd. pog = po + (p - po)(1 - e -kt ) pog = po + (p - po)(1-0,5 (t/t) ) 70. Plaats een kruisje in de tabel bij de woorden verzadiging, onderverzadiging en oververzadiging indien ze van toepassing zijn in de vermelde fase van de duik met betrekking tot de stikstofspanning in onze weefsels. Voor de duik Dalen Bodem Stijgen Deep stop Decompressietrap Oppervlakte Onderverzadiging Verzadiging Oververzadiging 71. Zeg of volgende uitspraken waar of onwaar zijn: Bewering Waar Onwaar De verzadigingstijd van een vloeistof met een gas, in contact met deze vloeistof, hangt onder meer af van de aard van het gas De verzadigingstijd van een vloeistof met een gas, in contact met deze vloeistof, hangt onder meer af van de aard van de vloeistof De verzadigingstijd van een vloeistof met een gas, in contact met deze vloeistof, hangt onder meer af van de omgevingstemperatuur De verzadigingstijd van een vloeistof met een gas, in contact met deze vloeistof, hangt onder meer af van het raakoppervlak tussen het gas en de vloeistof Massale vissterfte in een vijver tijdens de zomer, net voor een onweer is een mooi voorbeeld voor de Wet van Henry In een oververzadigde vloeistof zijn er steeds gasbellen aanwezig van het opgeloste gas De druk die het opgeloste gas uitoefent op de zich omringende vloeistof noemen we partiële druk 72. Plaats volgende woorden op de juiste plaats in volgende zinnen: partiële druk lager stijgt - gelijk groter verzadigen spanning ontzadigen - daalt

12 Bij verzadiging is de. van het gas gelijk aan de druk van het gas dat in contact is met de vloeistof. Zodra we de druk van het gas in contact met de vloeistof verlagen (na een evenwichtsituatie) zal het gas beginnen te. Bij onderverzadiging is de druk van het gas in de vloeistof dan de druk van het gas in contact met die vloeistof. Als de temperatuur. zal de hoeveelheid opgelost gas in de vloeistof afnemen. 73. Hoeveel maal plant het geluid zich sneller onder water dan boven water voort? Geluid plant zich in het water 4 maal sneller voort dan in lucht. 74. Hoe snel plant het geluid zich in de lucht voort? Bij 0 C plant het geluid zich tegen 330 m/s voort in de lucht. 75. Hoe snel plant het geluid zich onder water voort? In water bij een temperatuur van 8 C plant het geluid zich met een snelheid van 1435 m/s voort. 76. Als we de aandacht van onze duikpartner willen, kunnen we dit o.a. doen door te roepen onder water of door met je duikmes op de duikfles te slaan. Welke wijze geniet je voorkeur en waarom? We kunnen best met het duikmes op de fles slaan, omdat dit geluid zich vrij ver kan verplaatsen onder water. Als we roepen onder water, dan overstemt het geluid van de daarbij geproduceerde luchtbellen meestal nog het geluid van de schreeuw zelf. Tevens is het grensvlak lucht/water een vrijwel onneembare hindernis voor het geluid. 77. Wat is weerkaatsing? Licht dat onder een schuine hoek het (spiegelglad) wateroppervlak bereikt, wordt teruggekaatst. De hoek van weerkaatsing is steeds gelijk aan de invalshoek. Een loodrechte straal wordt niet weerkaatst maar dringt rechtdoor in het water. 78. Wat is de oorzaak van de lichtbreking, wanneer een lichtstraal overgaat van lucht naar water? Bij het binnendringen van een lichtstraal in het water verandert de lichtstraal van richting (lichtbreking) omdat ze gevoelig van snelheid verandert, wegens het verschil in dichtheid tussen de twee middens. 79. Hetgeen we zien onder water, via een duikbril, zien we niet op ware grootte en werkelijke afstand. Welke correctiefactor moeten we toepassen om de werkelijke grootte en afstand te bepalen? Onder water lijkt alles 1/3 groter => ¾ = 0,75 % en ¼ dichterbij => 4/3 = 1,33 Dus 3 m ver onder water = 3 x 1,33 = 4 m werkelijkheid en 4 m groot = 4 / 1,33 = 3 m in werkelijkheid. 80. Waar gebruikt men de Wet van Snellius voor? Met deze wet kan men de lichtbreking berekenen tussen 2 mediums, zoals bv. lucht en water. 81. Welk optisch bedrog krijg je als je, via je duikbril, naar een voorwerp onder water kijkt? Onder water zien we alles 1/3 groter en % dichterbij. Het gezichtsveld verkleint met % 82. Hoe noemt men het verschijnsel waarbij de verstrooiing van het licht een blauwe kleur veroorzaakt? Raleigh-verschijnsel 83. Wat is licht absorptie? Onder water verdwijnen de kleuren volgens de kleuren van het kleurenspectrum. De kleur rood verdwijnt het snelst, daarna oranje, geel, groen en blauw. De blauwe kleur is het langst zichtbaar. 84. Hoe noemt men het verschijnsel waarbij we een diffuus licht krijgen zonder de opvallende blauwe kleur?

13 Tyndall-verstrooiing 85. Wat is de oorzaak van het Raleigh-verschijnsel en de Tyndall-verstrooiing? Leg uit. Door een verzameling kleine deeltjes, zoals plankton en zweefvuil, zal het licht dat erop valt verstrooid worden. Als de deeltjes kleiner of gelijk zijn aan de golflengte van het licht, dan krijgen we een blauw strooilicht (Raleigh-verschijnsel). Als de deeltjes groter zijn, zal de intensiteit van het verstrooide licht minder afhankelijk zijn van de golflengte van het licht. Dit noemen we de Tyndall-verstrooiing. 86. Op de bodem van een koud meer heeft het water een bepaalde temperatuur. Welke? Hoe komt het dat deze temperatuur niet verder daalt? Als water kouder wordt krimpt het en wordt dus zwaarder. Zwaarder water daalt naar beneden. Water heeft als eigenschap dat het bij 4 C het kleinste volume heeft. Als het kouder wordt, zet het terug uit en wordt minder zwaar. Hierdoor begint water dat kouder is dan 4 C terug te stijgen. Op de bodem van een meer zal het dus nooit kouder zijn dan 4 C. Als water bevroren is en dus kouder is dan 0 C, dan weegt het nog lichter dan zijn vloeibare vorm en drijft dus bovenop het water. 87. Verklaar waarom we zonder bril onder water geen scherp beeld kunnen vormen. Ons normaal zicht in lucht geschiedt doordat de lichtstralen op onze ooglens vallen, daar van richting veranderen (het beeld wordt omgedraaid) en op de retina tot een scherp punt convergeren. Onder water gaan de lichtstralen niet van lucht naar vloeistof (het oog), maar van water naar een ongeveer vloeibaar milieu. De lichtstralen worden op een andere wijze gebroken (minder) en gaan achter de retina convergeren. Hierdoor kunnen we geen scherp beeld vormen en zien dus alles wazig. 88. Waarom heeft de oceaan een donkerblauwe kleur als we hem vanuit het vliegtuig bekijken? In het water, dat zich als een optische filter gedraagt, worden de kleuren geabsorbeerd in functie van hun golflengte (ROGGBIV). Ze zullen geleidelijk verdwijnen met de toenemende diepte. De stralen van het zonnespectrum worden dus progressief geabsorbeerd in volgorde van lange golflengten (infrarood, rood,...) naar korte golflengten (groen, blauw,...). Deze absorptie gebeurt niet in functie van de diepte maar wel in functie van de doorlopen afstand in water. Ook de ooggevoeligheid voor kleuren speelt een belangrijke rol (het menselijk oog is gevoeliger voor groen en blauw dan voor infrarood of ultraviolet). Uiteindelijk zal het weerkaatste licht uit de diepe oceaan blauw van kleur zijn. De rest werd reeds geabsorbeerd. Minder diepe waters hebben eerder een groene kleur.

FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING

FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING Elementen - Elementen kunnen op 3 manieren voorkomen: - Vast - Vloeibaar - Gasvormig Water & Warmte - Warmte overdracht op 3 manieren - Geleiding direct contact / toepassing

Nadere informatie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

Druk (1 bar = Pascal of kg/cm2) De 3 Aggregatietoestanden. Atmosferische druk. Samenstelling van lucht:

Druk (1 bar = Pascal of kg/cm2) De 3 Aggregatietoestanden. Atmosferische druk. Samenstelling van lucht: I Druk Druk < > Kracht Wetenschappelijk is DRUK niet hetzelfde als KRACHT. De uitwerking van kracht wordt bepaald door de grootte v/d kracht en de oppervlakte waarop ze werkt. vb: een hamerslag op een

Nadere informatie

De diverse somsoorten bij Fysica

De diverse somsoorten bij Fysica De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:

Nadere informatie

Onze passie. Onze passie. NELOS Theorie Fysica. TORPEDO, januari 2010 1. Subcommissie Edit Departement didactiek

Onze passie. Onze passie. NELOS Theorie Fysica. TORPEDO, januari 2010 1. Subcommissie Edit Departement didactiek Subcommissie Edit Departement didactiek Sportduiken Onze passie CMASEurope NEDERLANDSTALIGE LIGAVOOR ONDERWATERONDERZOEK EN -SPORTVZW Studio opnames Coolshots.be Foto s Sportduiken Hoofdredactie Michel

Nadere informatie

De diverse somsoorten bij Fysica

De diverse somsoorten bij Fysica De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:

Nadere informatie

De Lucht. Ook is de uitgeademde lucht bevochtigd, maar dit werd hier buiten beschouwing gelaten.

De Lucht. Ook is de uitgeademde lucht bevochtigd, maar dit werd hier buiten beschouwing gelaten. Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas O 2 21% Rest 0,97% Koolzuurgas CO 2 0,03% 100% De Lucht N2 O2 Samenstelling van de uitgeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas

Nadere informatie

Vul op deze eerste dia de nodige gegevens in, zoals de productiedatum van deze PowerPointpresentatie, het onderwerp van je presentatie, de naam en

Vul op deze eerste dia de nodige gegevens in, zoals de productiedatum van deze PowerPointpresentatie, het onderwerp van je presentatie, de naam en Vul op deze eerste dia de nodige gegevens in, zoals de productiedatum van deze PowerPointpresentatie, het onderwerp van je presentatie, de naam en titel van de spreker. 1 2 Deze presentatie bevat lesmateriaal

Nadere informatie

Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.

Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 De massa van een voorwerp geeft aan hoe zwaar dit voorwerp is. Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Opgave De dichtheid van een stof

Nadere informatie

Gevorderd Nitrox Duiker Oefeningen Fysica

Gevorderd Nitrox Duiker Oefeningen Fysica Drukberekening p = F/A 1pa = 1N/1m² 1bar = 100,000Pa of 1,000hPa Een lichaam heeft 1,5m² oppervlakte. Je duikt 40m diep. Welke kracht wordt op je lichaam uitgeoefend? Oplossing 9,8N wordt afgerond naar

Nadere informatie

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig

Nadere informatie

Open Water Diver. FYSICA Algemeen

Open Water Diver. FYSICA Algemeen Open Water Diver FYSICA Algemeen INHOUD Drijfvermogen Soortelijk gewicht van water Verband tussen druk, volume en dichtheid De gevolgen van toenemende druk De techniek van het klaren De gevolgen van afnemende

Nadere informatie

De Lucht. Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas O 2 21% Argon (edele gassen) Ar 0,97% Koolzuurgas CO 2 0,03% 100%

De Lucht. Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas O 2 21% Argon (edele gassen) Ar 0,97% Koolzuurgas CO 2 0,03% 100% De Lucht Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N 2 78% Zuurstofgas O 2 21% Argon (edele gassen) Ar 0,97% Koolzuurgas CO 2 0,03% 100% N2 O2 Ar CO2 Samenstelling van de uitgeademde lucht: Stikstofgas

Nadere informatie

Exact periode Youdenplot Krachten Druk

Exact periode Youdenplot Krachten Druk Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.

Nadere informatie

Gevorderd Nitrox Duiker Oefeningen Fysica

Gevorderd Nitrox Duiker Oefeningen Fysica Drukberekening p = F/A 1pa = 1N/1m² 1bar = 100,000Pa of 1,000hPa Een lichaam heeft 1,5m² oppervlakte. Je duikt 40m diep. Welke kracht wordt op je lichaam uitgeoefend? Wat is de atmosferische, relatieve

Nadere informatie

1 De Lucht. 1.1 Samenstelling van de ingeademde lucht: 1.2 Samenstelling van de uitgeademde lucht: 1.3 De stofwisseling: N2 O2 Ar CO2.

1 De Lucht. 1.1 Samenstelling van de ingeademde lucht: 1.2 Samenstelling van de uitgeademde lucht: 1.3 De stofwisseling: N2 O2 Ar CO2. 1 De Lucht 1.1 Samenstelling van de ingeademde lucht: Stikstofgas N2 78% Zuurstofgas O2 21% Argon (edele gassen) Ar 0,97% Koolzuurgas CO2 0,03% 100% N2 O2 Ar CO2 1.2 Samenstelling van de uitgeademde lucht:

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Geschreven door Administrator vrijdag 20 februari 2009 23:30 - Laatste aanpassing vrijdag 20 februari 2009 23:45

Geschreven door Administrator vrijdag 20 februari 2009 23:30 - Laatste aanpassing vrijdag 20 februari 2009 23:45 De wet van Boyle Bij gelijkblijvende temperatuur varieert het volume van een gas omgekeerd evenredig met de absolute druk. P1 x V1 = P2 x V2 Hetgeen gebruikt kan worden bij het berekenen van het luchtverbruik.

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT

Nadere informatie

Deel 5: Druk. 5.1 Het begrip druk. 5.1.1 Druk in het dagelijks leven. We kennen druk uit het dagelijks leven:... ... ...

Deel 5: Druk. 5.1 Het begrip druk. 5.1.1 Druk in het dagelijks leven. We kennen druk uit het dagelijks leven:... ... ... Deel 5: Druk 5.1 Het begrip druk 5.1.1 Druk in het dagelijks leven We kennen druk uit het dagelijks leven:............................................................. Deel 5: Druk 5-1 5.1.2 Proef a) Werkwijze:

Nadere informatie

Exact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk

Exact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk Exact periode 10.2 Gepaarde t-test Krachten Druk 1 Exact periode 6. De gepaarde t-test De gepaarde t-test gebruik je als er door twee analisten ( of met twee methodes) aan een serie verschillende monsters

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Gaswetten

Hoofdstuk 5: Gaswetten Hoofdstuk 5: Gaswetten 5.1 Toestandsfactoren van een gas Vloeistoffen en vaste stoffen zijn weinig samendrukbaar: hun volume verandert weinig bij veranderende druk of temperatuur. Gassen zijn goed samendrukbaar:

Nadere informatie

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7

Nadere informatie

Inleiding Decompressie theorie

Inleiding Decompressie theorie Inleiding Decompressie theorie Veilig duiken 2017 Runtime: 40 min Slides: 40 Mattijn Buwalda Anesthesioloog & Diving Medicine Physician www.mattijnb.nl Short introduction Inhoud deel 1 opnemen en afgeven

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal). Oefenmateriaal I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één a) 101.000 Pa = kpa f) 8.999 Pa = kpa b) 103.500 Pa = kpa g) 5.750 Pa = kpa c) 99.850 Pa = kpa

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

0,8 = m / 350 1 = m / 650

0,8 = m / 350 1 = m / 650 EXTRA De dichtheid van een mengsel 39 a 1L = 1000 ml 1% is dus 10 ml 35% is dan 350 ml Zo kan het ook: (1000 / 100) x 35 = 350 ml alcohol (en dus 1000-350 = 650 ml water) b alcohol water m =? V = 350 cm

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Bij deze toets hoort een blad met enige gegevens van stoffen. OPGAVE 1 Twee Maagdenburger halve bollen zijn tegen elkaar gezet en de lucht tussen de

Nadere informatie

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 5,6 15 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 1 stoffen bij elkaar 1.1 waar gaat dit hoofdstuk over? Als je 2 stoffen bij elkaar doet

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

Wet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli

Wet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen Druk in een vloeistof In de figuur

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009 MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45

Nadere informatie

Wet van Archimedes. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Wet van Archimedes. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur P.J. Dreef Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/89831 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november 2005. Jacky Hellemans - Koen Paes

11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november 2005. Jacky Hellemans - Koen Paes 11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november 2005 de wet van Jacky Hellemans - Koen Paes Academische Lerarenopleiding Natuurkunde Departement Natuurkunde en Sterrenkunde - K.U.Leuven

Nadere informatie

Duiktabellen. I Duiktabellen. Inleiding. Definities. Enkelvoudige duiken

Duiktabellen. I Duiktabellen. Inleiding. Definities. Enkelvoudige duiken I Duiktabellen De NELOS 94 tabellen zijn gebaseerd op de U.S. NAVY 1993 tabellen. Er zijn slechts geringe wijzigingen met de U.S. NAVY 1970 tabellen. De gebruiksregels zijn gebaseerd op de U.S. NAVY DIVING

Nadere informatie

Theoriekennis NELOS 2012

Theoriekennis NELOS 2012 egrippen: WE (weten), KE (kennen), TO (kunnen toepassen), IN (integreren - geïntegreerd hebben) en INF (informatief). 1-stersduiker 2-stersduiker 3-stersduiker Decompressietechnieken Bijzondere bepalingen

Nadere informatie

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn? Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp

Nadere informatie

UITREIKSTUK NATUURKUNDE EN DUIKPLANNING

UITREIKSTUK NATUURKUNDE EN DUIKPLANNING NOK UITREIKSTUK NATUURKUNDE EN DUIKPLANNING Erwin Helderman 19-6-2013 Dit uitreikstuk is samengesteld voor gebruik in de duikopleiding CAT-A1,2,3, B1,2,3,4, de opleiding Duikploegleider lescode DEN, en

Nadere informatie

Ook het lichaam van de schaatsenrijder heeft zo n waterafstotend waslaagje.

Ook het lichaam van de schaatsenrijder heeft zo n waterafstotend waslaagje. Startmoment: Observatie van het leven in de vijver en op het wateroppervlak. Vaststelling: Sommige diertjes kunnen op het water lopen en wij niet. Probleemstelling: Hoe kan dit ligt het aan de diertjes

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU UNFORM ENDEXAMEN MULO tevens TOELATNGSEXAMEN VWO/HAVO/NATN 200 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DNSDAG 06 JUL 200 TJD : 09.45.25 UUR (Mulo kandidaten) 09.45.45

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen.

Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen. Module 5: Basisstof 1: Een dag met water Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen. Grondwater: water diep in de grond. Zoet: Oppervlakte water zoet. Zout: Oppervlakte

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen. Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

Polarisatie. Overig Golven, Polarisatie,

Polarisatie. Overig Golven, Polarisatie, Polarisatie Elektromagnetische golven Elektromagnetische golven bestaan uit elektrische en magnetische velden die zich met grote snelheid door de ruimte verplaatsen. De figuur hiernaast geeft een lichtstraal

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2015-2016

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo.

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo. Samenvatting door K. 577 woorden 10 december 2012 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nieuwe natuurkunde Samenvatting natuurkunde 1.1-1.7 1.1 Weersgrootheden Recht evenredig verband =als de ene

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Onderwerp : Drijven of zinken. Doelgroep: 1 e gr

TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Onderwerp : Drijven of zinken. Doelgroep: 1 e gr TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE Thema: Water Onderwerp : Drijven of zinken. Doelgroep: 1 e gr Timing: 2 lestijd(en) De les in het kort : Van concrete voorwerpen wordt nagegaan welke voorwerpen

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Het deeltjesmodel. Deeltjes en hun eigenschappen. Context 3 Zinken zweven drijven. Naam: Klas: Datum:

Het deeltjesmodel. Deeltjes en hun eigenschappen. Context 3 Zinken zweven drijven. Naam: Klas: Datum: Naam: Klas: Datum: Het deeltjesmodel Deeltjes en hun eigenschappen Als je een stukje ijzer, goud of eender welk stof tientallen keren kon vergroten, dan zou je ontdekken dat alle stoffen gemaakt zijn van

Nadere informatie

Sheets inleiding ontwerpen

Sheets inleiding ontwerpen Sheets inleiding ontwerpen Boten bouwen Periode 4 themaklas Doel van het project Bedenk een ontwerp voor een boot Verkoop dit ontwerp aan de baas (ik) Bouw je eigen ontwerp De winnaars winnen een bouwpakket

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Op onderzoek! Contextgebied Transport Drijven en zinken

Op onderzoek! Contextgebied Transport Drijven en zinken Thema : naar het zwembad, spelen met water Uitgetest in de derde kleuterklas Probleem Welke voorwerpen drijven op het water? Concrete doelen Ervaren, ontdekken, voorspellen en noteren welke voorwerpen

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

Viscositeit. par. 1 Inleiding

Viscositeit. par. 1 Inleiding Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit

Nadere informatie

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas.

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas. NAO proefjes Antwoorden werkbladen en extra informatie 1. Munten in borrelglaasje munten Het glas is eigenlijk te vol met, maar het stroomt niet over. Het in het glas staat bol, het komt er boven uit.

Nadere informatie

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden. Definitie In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden. Massa In je tabellenboek vindt je dat de SI eenheid van massa

Nadere informatie

4.7.3 Tweetrapsautomaten... 37 4.8 Duikfles... 40 4.9 Onderwatermanometers... 42 4.10 Dieptemeters... 44 4.10.1 De waterkolomdieptemeter... 44 4.10.

4.7.3 Tweetrapsautomaten... 37 4.8 Duikfles... 40 4.9 Onderwatermanometers... 42 4.10 Dieptemeters... 44 4.10.1 De waterkolomdieptemeter... 44 4.10. Inhoudsopgave: 1 INLEIDING & DANKWOORD...1 1.1 Inleiding... 1 1.2 Dankwoord... 1 2 DE DUIKFYSICA...2 2.1 Druk... 2 2.1.1 Ademen onder water... 2 2.1.1.1 Drukwetten... 2 2.1.1.2 De druk op zeeniveau...

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Formule Eventuele naam of uitleg m # = m%# Machten van eenheden: regel m # m ( = m #)( Machten van eenheden: regel 2 m # m ( =

Nadere informatie

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan: Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

Dichtheid. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Dichtheid. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres P.J. Dreef 01 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82827 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken?

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken? Oefentoets warmte 1. Bij het koken van een ei wordt warmte overgedragen. Geef in een tekening aan hoe de warmte stroomt. Neem in je tekening de volgende dingen op: gasfornuis, pan, water, ei, handvat van

Nadere informatie

Naam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt.

Naam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt. Naam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt. OPGAVE 1 Jan drinkt 14 kubieke centimeter zuivere alcohol op. Bereken hoeveel gram

Nadere informatie

Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Naam Eeckhout Andreas Cluster Bio Fys Aa Ch Groep 2 OSO 2 Academiejaar 2005/2006 Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg

Nadere informatie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA ysica hoofdstuk : Hydrostatica e jaar e graad (uur) - 95 - Hoofdstuk : HYDROSTTIC. Inleiding: Bouw van een stof.. ggregatietoestanden De zuivere stoffen die we kennen kunnen in drie verschijningsvormen

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

Afmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)

Afmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet) Samenvatting door een scholier 669 woorden 2 november 2003 6 117 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 1: Druk 1.1 Druk = ergens tegen duwen Verband = grootheid die met andere

Nadere informatie

Oorzaken syncopale afspraak op 7 meter: Longsqueeze. Totale longinhoud. Zwembad black-out. Longsqueeze. Syncopale afspraak op 7 meter.

Oorzaken syncopale afspraak op 7 meter: Longsqueeze. Totale longinhoud. Zwembad black-out. Longsqueeze. Syncopale afspraak op 7 meter. Verwachtingen 2*D en 3*D Gevaren van het vrijduiken Veiligheidsmaatregelen bij het beoefenen van vrijduiken Mechanisme van hyperventilatie Gevaren van hyperventilatie Zwembad black-out Longsqueeze Syncopale

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 De sinus van een hoek

Hoofdstuk 2 De sinus van een hoek Hoofdstuk 2 De sinus van een hoek 2.1 Hoe hoog zit m n ventiel? Als een fietswiel ronddraait zal, de afstand van de as tot het ventiel altijd gelijk blijven. Maar als je alleen van opzij kijkt niet! Het

Nadere informatie

Dive Master Kennistoets hoofdstuk 9

Dive Master Kennistoets hoofdstuk 9 Dive Master Kennistoets hoofdstuk 9 Beantwoord de vragen van deze kennistest en lever dit blad in bij je instructeur. 1. Water absorbeert meer warmte dan lucht omdat het een grotere dichtheid heeft en

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s

Nadere informatie

De kracht van Archimedes

De kracht van Archimedes 1 Studie dag en KVCV De kracht van Archimedes DEEL 1 Korte omschrijving van het lesonderwerp Door een paar originele experimenten, de kracht van Archimedes ontdekken en de gegevens waarnemen die de grootte

Nadere informatie

Viscositeit. par. 1 Inleiding

Viscositeit. par. 1 Inleiding Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit

Nadere informatie

Naam (plus beschrijving) Symbool Eenheid Formules. Druk = kracht per eenheid van oppervlakte p (N/m² = ) Pa

Naam (plus beschrijving) Symbool Eenheid Formules. Druk = kracht per eenheid van oppervlakte p (N/m² = ) Pa Naam (lus beschrijving) Symbool enheid ormules MHANIA in het derde jaar Dichtheid massa er eenheid van volume ρ kg /m³ m ρ V Druk kracht er eenheid van oervlakte (N/m² ) a A Hydrostatische druk in een

Nadere informatie

VJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE

VJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE 1 VJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE Vraag 1 Antwoord a Wanneer mama de ballon over haar trui wrijft, wordt de ballon elektrisch geladen. De peper- en zoutkorrels voelen dat en willen naar de ballon toe. De peperkorrels

Nadere informatie

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar. 7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau

Nadere informatie

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................

Nadere informatie

Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO

Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO 1. Hydrostatica 1.1. Hydrostatische druk Begrip druk (algemeen) De druk p op een oppervlak is de verhouding van de grootte F van de kracht tot de grootte

Nadere informatie

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid.

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid. (1 liter = 1 dm 3 ) (1 ml = 1 cm 3 ) (1 m 3 = 1000 dm 3 ) (1 dm 3 = 1000 cm 3 ) ( 1 kg = 1000 g) (1 g = 1000 mg) 1. Bepaal de massa van een vurenhouten balk met een volume van 70 dm 3. V = 70 dm 3 ρ =

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART CCNR-ZKR/ADN/WG/CQ/2011/12 definitief 27 januari 2012 Or. DUITS ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas De ADN-vragencatalogus 2011 is op 27-01-2012 in de onderhavige versie aangenomen

Nadere informatie

Naam: Niels Ruiter Datum: 27 januari 2014 School : De Ambelt (Kampen) Groep: KE Leeftijd: 10 jaar

Naam: Niels Ruiter Datum: 27 januari 2014 School : De Ambelt (Kampen) Groep: KE Leeftijd: 10 jaar Naam: Niels Ruiter Datum: 27 januari 2014 School : De Ambelt (Kampen) Groep: KE Leeftijd: 10 jaar Ik doe mijn spreekbeurt over duiken, omdat ik duiken heel leuk vind. Ik duik met FUNDIVING. Speciaal voor

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Examen Duiker Level 1

Examen Duiker Level 1 ADIP: Examen Duiker Level 1 KANDIDAAT DETAILS Voornaam : Naam : Adres : Postcode : City : Land : Telefoon (prive) : Telefoon (prof.) : E-mail : Geboortedatum : ENKELE RICHTLIJNEN Neem de tijd om de vragen

Nadere informatie